Suunto D9 User Manual [nl]

NL
HANDLEIDING
QUICK REFERENCE GUIDE
Huidige diepte
Symbool voor vliegverbod
Flesdrukgrafiek
Datum Tweede tijdszone Maximum diepte O2% (Nitroxmodus) Flesdruk Tijd
Waarschuwing voor lage batterijspanning
Stijgsnelheidsmeter
Indicatie voor actieve watercontacten
Secondenteller Stopwatch Dag van de week Duiktijd Temperatuur PO
2
(Nitroxmodus)
OLF% (Nitroxmodus)
Huidige tijd Modusaanduiding Geen-decompressielimiet Totaal benodigde stijgtijd Decompressieplafond Veiligheids-/Deep Stop tijd Oppervlakte-interval Resterende duur van het vliegverbod Resterende luchttijd Kompasweergave
Indicator voor draadloze flesdrukverzending
Duikalarm-indicator
Wekker-indicator
Veiligheidsstop­indicator
Deze handleiding is vertaald door Suunto Benelux B.V. Aan deze vertaling kunnen geen rechten ontleend worden. Suunto Oy’s aansprakelijkheid is beperkt tot de in­houd van de originele Engelse handleiding.
BESCHRIJVING VAN DE WAARSCHUWINGEN
In deze handleiding worden belangrijke situaties of handelingen in een gearceerd ka­der geplaatst. Er worden drie typen waarschuwingen gebruikt, gerangschikt naar be­lang.
WAARSCHUWING wordt gebruikt om een situatie of handeling aan te duiden die
tot ernstige verwondingen of de dood kan leiden.
PAS OP wordt gebruikt om een situatie of handeling aan te duiden die
kan leiden tot schade aan het product.
LET OP wordt gebruikt om belangrijke informatie aan te duiden
COPYRIGHTS, HANDELSMERKEN EN PATENTEN
Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag geheel of gedeeltelijk gekopiëerd, gefotokopiëerd, verveel­voudigd of vertaald worden, noch mag deze handleiding omgezet worden naar een ander medium, digitaal of analoog, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SUUNTO.
SUUNTO, D9, Consumed Bottom Time, Verbruikte Bodemtijd, Oxygen Limit Fraction (OLF), SUUNTO RGBM (Reduced Bubble Gradient Model), Continuous Decompres-
1
sion, Continue Decompressie en alle logo’s zijn geregistreerde of ongeregistreerde handelsmerken van SUUNTO. Alle rechten voorbehouden.
Dit product is onder andere beschermd door U.S. patent # 5,845,235. Andere paten­ten zijn aangevraagd.
Deze geautoriseerde Nederlandse handleiding is een vertaling van de originele En­gelse handleiding en is eigendom van SUUNTO Benelux B.V. Aan kennelijke vertaal-, druk- of zetfouten kunnen geen rechten ontleend worden.
CE
Het CE logo wordt gebruikt om aan te geven dat dit product overeenkomstig de ei­sen van EU EMC Richtlijn 89/336/EEC en Personal Protective Equipment Richtlijn 89/ 686/EEC is geproduceerd. SUUNTO duikinstrumenten voldoen aan alle voorgeschre­ven EU richtlijnen.
FIOH, Laajaniityntie 1, FIN-01620 Vantaa, Finland, geregistreerd testbureau nr. 0403 heeft deze apparatuur getest conform de EC richtlijnen.
EN250 Ademhalingsbeschermende apparatuur – open circuit perslucht duikappara­tuur – vereisten, tests en markering.
De drukmeter/manometer en alle onderdelen in dit instrument met als doel het meten van de fl esdruk, voldoen aan de Europese EN250 norm ten aanzien van fl esdrukme- tingen. Deze instrumenten dienen minimaal om het jaar of na 200 duiken gereviseerd te worden (wat zich het eerste voordoet).
2
EN 13319
PrEN13319 «Duikaccessoires – Dieptemeters en gecombineerde diepte- en tijdmeet­instrumenten – Functionele- en veiligheidseisen, testmethoden» is een standaard Eu­ropees voorschrift voor dieptemeters t.b.v. het duiken. De D9 is volgens deze voor­schriften ontworpen.
ISO 9001
SUUNTO Oyj’s Kwaliteitsbewakingssysteem is door Det Norske Veritas ISO-9001 ge­certifi ceerd (Quality Certifi cate No. 96-HEL-AQ-220).
SUUNTO Oyj wijst alle aansprakelijkheid van derden voor verlies of schade als gevolg van het gebruik van dit product nadrukkelijk van de hand.
Door continue ontwikkeling kunnen de eigenschappen en productspecifi caties van de D9 zonder voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd.
3
WAARSCHUWING!
LEES DEZE HANDLEIDING! Lees deze handleiding zorgvuldig en in zijn ge­heel door, inclusief hoofdstuk 1.1, “Veiligheidsvoorschrift”. Zorg ervoor dat u het gebruik, de displays en de beperkingen van de D9 begrijpt. Als er verwarring op­treedt als gevolg van het niet begrijpen van deze handleiding en alle aanwijzingen, neemt u onder water mogelijk gevaarlijke beslissingen die kunnen leiden tot ernstig letsel of de dood.
WAARSCHUWING!
In dit product wordt een Lithiumbatterij gebruikt. Beperk het risico op brand en/of brandwonden: deze batterij mag niet worden kortgesloten, gedemonteerd, lekge­stoken of blootgesteld aan hitte en water. Gebruik alleen het voorgeschreven merk en type batterijen. Lever lege batterijen in als klein chemisch afval (KCA).
WAARSCHUWING!
NIET VOOR PROFESSIONEEL GEBRUIK! Suunto duikcomputers zijn ontworpen voor recreatief gebruik. Commerciële duikactiviteiten en/of beroepsmatig gebruik houdt over het algemeen in, dat de duiker blootgesteld wordt aan situaties met een verhoogd risico op decompressieziekte. Daarom raadt Suunto het gebruik van de D9 af voor beroepsmatig gebruik.
4
WAARSCHUWING!
ALLEEN GEBREVETTEERDE DUIKERS MOGEN GEBRUIK MAKEN VAN DEZE DUIKCOMPUTER! Geen enkele duikcomputer kan een gedegen duikoplei­ding vervangen! Onvoldoende training kan ertoe leiden dat de duiker fouten begaat die tot ernstig lichamelijk letsel of de dood kunnen leiden.
WAARSCHUWING!
ER BESTAAT ALTIJD EEN KANS OP DECOMPRESSIEZIEKTE, ONGEACHT HET DUIKPROFIEL DAT U VOLGT MET BEHULP VAN UW DUIKCOMPUTER OF DUIKTABEL. GEEN ENKELE PROCEDURE, DUIKCOMPUTER OF DUIK­TABEL KAN DE KANS OP DECOMPRESSIE-ZIEKTE OF ZUURSTOFVERGIF­TIGING GEHEEL UITSLUITEN! De fysiologische toestand van de duiker kan van dag tot dag veranderen. Geen enkele duikcomputer kan rekening houden met de­ze variaties. Als extra veiligheidsmaatregel kunt u uw duikarts raadplegen over uw lichamelijke gesteldheid en geschiktheid voor het duiken.
WAARSCHUWING!
SUUNTO RAADT SPORTDUIKERS STERK AAN OM HUN MAXIMUM DIEPTE TE BEPERKEN TOT 40 M [130 FT] OF TOT DE MAXIMUM DIEPTE DIE BERE­KEND IS AAN DE HAND VAN HET GEBRUIKTE O2% EN EEN MAXIMALE PO2 VAN 1.4 BAR.
5
WAARSCHUWING!
DUIKEN WAARBIJ DECOMPRESSIESTOPS NOODZAKELIJK ZIJN, WORDEN STERK AFGERADEN. WANNEER DE COMPUTER AANGEEFT DAT EEN DE­COMPRESSIESTOP GEMAAKT MOET WORDEN, DIENT U UW OPSTIJGING TE BEGINNEN EN DE DECOMPRESSIESTOP TE MAKEN. Let op de ASC TIME waarschuwing en de naar boven wijzende pijl op het display.
WAARSCHUWING!
GEBRUIK BACK-UP INSTRUMENTEN! Zorg ervoor dat u altijd back-up instru­menten gebruikt zoals een dieptemeter, een manometer, een divetimer of horloge. U moet een decompressietabel tot uw beschikking hebben en over de benodigde kennis beschikken om deze te gebruiken.
WAARSCHUWING!
CONTROLEER DE COMPUTER VOOR GEBRUIK! Ga voor iedere duik na of de D9 correct functioneert door te controleren of alle LCD-segmenten oplichten, of de batterijspanning niet te laag is, de computer ingesteld is op de juiste persoonlijke instelling, de correcte hoogte boven zeeniveau, de gewenste RGBM-stand, deep stops, veiligheidsstops en het juiste zuurstofpercentage.
WAARSCHUWING!
U MAG NIET NAAR GROTERE HOOGTE REIZEN ZOLANG DE COMPUTER EEN VLIEGVERBOD AANGEEFT. ACTIVEER VOORDAT U GAAT VLIEGEN AL­TIJD DE COMPUTER OM DE RESTERENDE TIJD VAN HET VLIEGVERBOD TE
6
CONTROLEREN! Als u zich ondanks een vliegverbod toch naar een grotere hoog­te begeeft, loopt u een groot risico op decompressieziekte. Lees de aanbevelingen van het Diver’s Alert Network (DAN) in hoofdstuk 6.5.4, ”Vliegen na het duiken”.
WAARSCHUWING!
EEN D9 MAG NIET GELEEND OF UITGELEEND WORDEN ZOLANG DEZE IN WERKING IS EN DE DESATURATIETIJD NIET NUL IS! De informatie die de com­puter berekent, zal niet van toepassing zijn op de gebruiker als deze de computer niet tijdens de gehele duik of serie herhalingsduiken heeft gedragen. De duikprofi e- len waarop een computer zijn berekeningen baseert, moeten exact overeenkomen met de profi elen die de duiker heeft gevolgd. Als de duiker de computer gedurende een (deel van een) duik niet draagt, zal deze inaccurate informatie geven voor alle volgende herhalingsduiken. Geen enkele duikcomputer kan rekening houden met duiken die u maakt zónder de computer. Als u een duik zonder de computer maakt binnen 4 dagen voor de geplande duik mét de computer, zal dit ertoe leiden dat de door de computer berekende stikstofsaturatie niet overeenkomt met de situatie in uw lichaam. Vermijd deze situaties!
WAARSCHUWING!
STEL DE OPTIONELE FLESDRUKZENDER NIET BLOOT AAN GASMENGELS MET EEN ZUURSTOFPERCENTAGE VAN MEER DAN 40%. Verrijkte lucht met een hoger zuurstofpercentage brengt een groot brand- en explosiegevaar met zich mee.
7
WAARSCHUWING!
DUIK NIET MET EEN NITROXFLES WAARVAN U NIET PERSOONLIJK HET ZUURSTOFPERCENTAGE HEEFT GEVERIFIEERD! Nalaten om het O2% te controleren en de juiste waarde in de duikcomputer in te geven, zal leiden tot in­correcte duikplanningsgegevens.
WAARSCHUWING!
DE DUIKCOMPUTER KAN ALLEEN INGESTELD WORDEN OP HELE PROCEN­TEN ZUURSTOF. ROND DE GEMETEN ZUURSTOFPERCENTAGES NOOIT OMHOOG AF! Zo moet bijvoorbeeld 31,8% zuurstof ingegeven worden als 31%. Omhoog afronden leidt ertoe dat de stikstofpercentages waarop de computer zijn berekeningen baseert te laag worden, wat van invloed is op de geen-decompres­sielimieten. Als u het wenselijk acht om de zuurstofberekeningen van de computer conservatiever oftewel behoudender te maken, dient u een lagere maximale PO te kiezen.
WAARSCHUWING!
ACTIVEER ALTIJD DE JUISTE HOOGTE-INSTELLING! Verzuimen de juiste hoogte-instelling te selecteren wanneer u duikt op hoogten boven 300 m, zal ertoe leiden dat de computer incorrecte berekeningen uitvoert, met een vergroot risico op decompressieziekte als gevolg. Deze computer is niet geschikt voor het maken van duiken boven 3000 m (10’000 ft) boven zeeniveau. Duiken op grotere hoogten zal de kans op decompressieziekte sterk vergroten.
8
2
WAARSCHUWING!
KIES DE JUISTE PERSOONLIJKE INSTELLING! De duiker moet gebruik maken van de mogelijkheid om een persoonlijke instelling te kiezen, wanneer hij of zij ver­moedt dat er factoren in het spel zijn die de kans op decompressieziekte vergro­ten. Nalaten de juiste persoonlijke instelling te kiezen kan leiden tot een vergroot risico op decompressieziekte.
LET OP!
Het is niet mogelijk om tussen de Air-, Nitrox- en Gaugemodus te schakelen voordat de tijd van het vliegverbod (de desaturatietijd) nul minuten is.
Er is één uitzondering: U kunt de computer binnen deze periode in de Nitroxmodus zetten, wanneer u eerder een duik in de Persluchtmodus heeft gemaakt. Wanneer u van plan bent om zowel duiken met Nitrox als met perslucht te maken binnen dezelfde serie herhalingsduiken, kunt u de D9 het beste direct in de Nitroxmodus zetten: dan hoeft u alleen het gebruikte gasmengsel voor iedere duik in te stellen.
Na een duik in de Gaugemodus is de tijd van het vliegverbod altijd 48 uur.
9
INHOUDSOPGAVE
WAARSCHUWINGEN! .........................................................................................4
INLEIDING ........................................................................................................14
1.
1.1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT ..................................................................16
1.1.1. NOODOPSTIJGINGEN ..................................................................17
1.1.2.
1.1.3.
1.1.4. FREEDIVING..................................................................................18
2. BEKEND RAKEN MET DE D9............................................................................19
2.1. HET DISPLAY EN DE DRUKKNOPPEN ...................................................20
2.2. WATERCONTACTEN................................................................................22
2.3. BELANGRIJKSTE FUNCTIES................................................................... 23
2.4. DRAADLOZE FLESDRUKVERZENDING .................................................24
2.5. PC-INTERFACE.........................................................................................25
TIJDSMODUS.....................................................................................................25
3.
3.1. TIJDSDISPLAY ..........................................................................................25
3.2. STOPWATCH (TIMER)..............................................................................26
3.3. INSTELLEN VAN DE TIJDSMODUS......................................................... 27
3.3.1. WEKKER ........................................................................................28
3.3.2. TIJD ................................................................................................28
3.3.3. TIJD IN EEN TWEEDE TIJDSZONE..............................................28
3.3.4. DATUM ...........................................................................................29
3.3.5. EENHEDENSTELSEL ....................................................................29
3.3.6. DISPLAYVERLICHTING ................................................................29
10
BEPERKINGEN VAN DUIKCOMPUTERS.....................................17
VERRIJKTE LUCHT / NITROX ......................................................17
3.3.7. GELUID ..........................................................................................30
4.
KOMPASMODUS ...............................................................................................30
4.1. HET KOMPAS ACTIVEREN ......................................................................30
4.2. DE KOMPASWEERGAVE .........................................................................31
4.3. KOMPASINSTELLINGEN.......................................................................... 32
4.3.1.
4.3.2. KALIBREREN .................................................................................33
5. VOOR DE DUIK .................................................................................................. 36
5.1. ACTIVERING EN CONTROLE ..................................................................36
5.1.1.
5.1.2. BATTERIJSPANNINGSMETING....................................................38
5.1.3. BERGMEERDUIKEN......................................................................39
5.1.4. PERSOONLIJKE INSTELLINGEN .................................................40
5.1.5. VEILIGHEIDSSTOPS .....................................................................43
5.1.6. DEEP STOPS.................................................................................45
5.2. INSTELLINGEN BINNEN DE DUIKMODUS..............................................46
5.2.1. DIEPTE-ALARM .............................................................................47
5.2.2. DUIKTIJDALARM ...........................................................................47
5.2.3. NITROXINSTELLINGEN ................................................................48
5.2.4. HOOGTE- EN PERSOONLIJKE INSTELLINGEN .........................49
5.2.5. OPNAME-INTERVAL .....................................................................49
5.2.6. VEILIGHEIDSSTOPS / DEEP STOPS ...........................................50
5.2.7. RGBM INSTELLINGEN ..................................................................50
5.2.8. FLESDRUKGEGEVENS ................................................................50
DECLINATIE...................................................................................33
ACTIVEREN VAN DE DUIKMODUS..............................................36
11
5.2.9. EENHEDENSTELSEL ....................................................................51
5.2.10.
5.3. DRAADLOZE FLESDRUKVERZENDING.....................................................51
5.3.1.
5.3.2. KOPPELING EN CODERING.........................................................52
5.3.3. GEGEVENSOVERDRACHT ..........................................................54
6. DUIKEN MET DE SUUNTO D9 ..........................................................................57
6.1. DUIKEN IN DE PERSLUCHTMODUS [AIR]..............................................57
6.1.1. BASISGEGEVENS .........................................................................57
6.1.2.
6.1.3. FLESDRUKGEGEVENS ................................................................59
6.1.4. STIJGSNELHEIDSMETER.............................................................61
6.1.5. VEILIGHEIDSSTOPS EN DEEP STOPS .......................................61
6.1.6. DECOMPRESSIEDUIKEN .............................................................62
6.2. DUIKEN IN DE NITROXMODUS [EAN].....................................................68
6.2.1. VOOR DE DUIK..............................................................................68
6.2.2. ZUURSTOFDISPLAYS...................................................................70
6.2.3. OXYGEN LIMIT FRACTION (OLF) ................................................70
6.2.4. GASMENGSEL WISSELEN, MEERDERE ADEMGASSEN ..........71
6.3. DUIKEN IN DE GAUGEMODUS [GAUGE]................................................73
6.4. GEBRUIK VAN HET KOMPAS IN DE DUIKMODUS ................................74
6.5. AAN DE OPPERVLAKTE ..........................................................................75
6.5.1. OPPERVLAKTE-INTERVAL...........................................................75
6.5.2. DUIKNUMMERING.........................................................................76
6.5.3. HERHALINGSDUIKPLANNING .....................................................77
12
HP CODE .......................................................................................51
MONTEREN VAN DE ZENDER .....................................................51
AANDACHTSPUNTEN...................................................................59
6.5.4. VLIEGEN NA HET DUIKEN ...........................................................77
6.6. AKOESTISCHE EN VISUELE WAARSCHUWINGEN...............................78
6.7. FOUTMELDINGEN ....................................................................................81
7. GEHEUGENFUNCTIES......................................................................................83
7.1. DUIKPLANNER [MEMPLAN]..................................................................... 83
7.2. LOGBOEK [MEMLOG]...............................................................................85
7.3. DUIKHISTORIE [MEMHIS] ........................................................................87
8. EXTRA FUNCTIONALITEIT ...............................................................................88
8.1. SUUNTO DIVE MANAGER .......................................................................90
8.2. SUUNTOSPORTS.COM............................................................................90
9.
ZORG EN ONDERHOUD ...................................................................................95
9.1. BELANGRIJKE INFORMATIE ...................................................................95
9.2. ZORG VOOR UW DUIKCOMPUTER ........................................................95
9.3. ONDERHOUD............................................................................................97
9.4. CONTROLEREN OP WATERDICHTHEID................................................98
9.5. DE BATTERIJ VERVANGEN.....................................................................98
9.5.1. DE COMPUTERBATTERIJ VERVANGEN.....................................98
9.5.2. DE BATTERIJ VAN DE FLESDRUKZENDER VERVANGEN........99
10. TECHNISCHE INFORMATIE............................................................................102
10.1. SPECIFICATIES ...................................................................................... 102
10.2. SUUNTO REDUCED GRADIENT BUBBLE MODEL (RGBM) ................107
10.3. ZUURSTOFBLOOTSTELLING................................................................112
11. GARANTIEBEPALINGEN.................................................................................114
12. VERKLARENDE WOORDENLIJST..................................................................116
13
1. INLEIDING
Gefeliciteerd met de aanschaf van de Suunto D9 duikcomputer. De D9 is volgens de Suunto traditie ontworpen, met veel functies en mogelijkheden in één geavanceerd instrument. De D9 is voorzien van veel nieuwe functies die u in geen enkele ande­re duikcomputer vindt, zoals een digitaal kompas, de mogelijkheid om van gasmeng­sel te wisselen en de optionele draadloze fl esdrukzender. Alle functies van de compu- ter zijn eenvoudig met drukknoppen te bedienen. Het display is geoptimaliseerd voor iedere duikmodus. Deze compacte, multifunctionele duikcomputer zal u jarenlang zor­geloos begeleiden op de mooiste duiken.
Keuze van verschillende functies en instellingen
Met de drukknoppen van de D9 kunt u een groot aantal instellingen wijzigen.
De confi guratiemogelijkheden en instellingen bestaan uit:
Keuze van de hoofdfunctie - Air / Ean (Nitrox) / Gauge
Draadloze luchtintegratie aan/uit
Magnetische declinatie en kalibratie van het kompas
Geluidssignalen aan/uit
Flesdrukwaarschuwing
Keuze van het gewenste eenhedenstelsel - Metrisch of Engels
Maximumdiepte-alarm
Duiktijdalarm
Brandtijd van de displayverlichting
14
Datum, tijd, tweede tijdszone en wekker
Zuurstofpercentage in het mengsel (alleen in de Nitroxmodus)
Maximale PO
(alleen in de Nitroxmodus)
2
Hoogte- en persoonlijke instellingen
RGBM instellingen
Instelmogelijkheden voor veiligheids- en deep stops
Opname-interval voor het pro elgeheugen naar keuze; 1, 2, 10, 20, 30 of 60
seconden
Het Suunto RGBM/Deep Stop Algoritme
Het Suunto Reduced Gradient Bubble Model (RGBM) dat in de D9 gebruikt is, contro­leert het stikstof in het lichaam van de duiker zowel in de gas- als in de opgeloste fa­se. Dit biedt een groot voordeel boven klassieke Haldane modellen, welke de vorming en het gedrag van gas in vrije toestand niet kunnen simuleren. Het grootste voordeel is wel het toegenomen veiligheidsniveau, dat bereikt wordt dankzij de mogelijkheden van het decompressiemodel om zich aan te passen aan diverse situaties en duikpro­ elen.
Gebruikers van de D9 hebben de mogelijkheid om te kiezen tussen traditionele Aan­bevolen Veiligheidsstops en Deep Stops. Deep Stops zijn decompressiestops die die­per dan traditionele stops worden gemaakt, met als doel de vorming van microbelle­tjes te beperken.
Als reactie op verschillende risicosituaties, kan de D9 een derde soort stop inlassen: de Verplichte Veiligheidsstop. De combinatie van stops hangt af van de instelling van de D9 en de duiksituatie.
15
Om optimaal te kunnen profi teren van alle nieuwe veiligheidsvoorzieningen vragen wij u hoofdstuk 10.2 over het Reduced Gradient Bubble Model aandachtig te lezen.
1.1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT
Gebruik deze computer niet voordat u deze handleiding zorgvuldig en in zijn geheel heeft doorgelezen, inclusief alle waarschuwingen. Zorg ervoor dat u de mogelijkhe­den, de bediening, het gebruik en de beperkingen van de SUUNTO D9 begrijpt. Als u vragen heeft over deze handleiding of de computer zelf, dient u zich te richten tot uw SUUNTO Dealer voordat u met de computer duikt.
Onthoud dat u ZELF VERANTWOORDELIJK BLIJFT VOOR UW VEILIGHEID!
Wanneer deze duikcomputer correct gebruikt wordt, is het een perfect gereedschap om goed opgeleide duikers te assisteren bij het plannen en uitvoeren van normale sportduiken. DIT INSTRUMENT IS GEEN VERVANGING VOOR EEN GEDEGEN DUIKOPLEIDING, inclusief de basisbeginselen van de decompressietheorie!
Duiken met verrijkte lucht (Nitrox) brengt extra risico’s met zich mee, die bij het pers­luchtduiken niet van toepassing zijn. Deze risico’s zijn niet voor de hand liggend en vereisen speciale instructie om er mee te leren omgaan. Zonder deze extra opleiding riskeert u ernstige verwondingen, mogelijk met de dood tot gevolg.
Duik niet met andere gasmengsels dan standaard perslucht voordat u hiervoor een erkende opleiding heeft gevolgd.
16
1.1.1. NOODOPSTIJGINGEN
In het onwaarschijnlijke geval dat uw duikcomputer tijdens een duik defect raakt, kunt u een gecontroleerde opstijging maken volgens de aanbevelingen van uw opleidings­organisatie. Als alternatief kunt u de volgende procedure volgen:
STAP 1: Beoordeel de situatie op een kalme, rationele manier en begeef u direct
STAP 2: Op 18 meter aangekomen mag uw stijgsnelheid onder geen beding de
STAP 3: Blijf, zolang uw luchtvoorraad dit toelaat, op deze diepte. Maak na het veilig
naar een diepte van minder dan 18 meter.
10m/min overschrijden. Stijg rustig op naar een diepte tussen de 6 en de 3 meter.
bereiken van de oppervlakte minimaal 24 uur geen verdere duiken.
1.1.2. BEPERKINGEN VAN DUIKCOMPUTERS
Hoewel deze duikcomputer gebaseerd is op de meest recente inzichten in decom­pressieprocedures en gebouwd is volgens de laatste technologische ontwikkelingen, kan een duikcomputer geen metingen doen van de fysiologische processen in het lichaam van een duiker. Alle decompressieprocedures die tot op heden ontwikkeld zijn, inclusief de U.S. Navy tabellen, zijn gebaseerd op theoretische wiskundige model­len die bedoeld zijn als richtlijn om de risico’s van decompressieziekte te beperken.
1.1.3. VERRIJKTE LUCHT / NITROX
Duiken met verrijkte lucht biedt een duiker de mogelijkheid om de kans op decom-
17
pressieziekte te verkleinen door de hoeveelheid stikstof in het ademgasmengsel te verminderen.
Deze verlaging van het stikstofpercentage wordt bereikt door het zuurstofpercenta­ge te verhogen. Dit hogere zuurstofpercentage stelt de duiker bloot aan een risico op zuurstofvergiftiging, dat bij persluchtduiken veel minder relevant is. Om dit risico tot een minimum te beperken, houdt de computer de intensiteit en duur van de blootstel­ling aan het verhoogde percentage zuurstof bij, zodat de duiker zijn duikplan aan kan passen en zo de blootstelling binnen veilige grenzen kan houden.
Naast de fysiologische effecten van verrijkte lucht op ons lichaam, zijn er ook een aantal praktische overwegingen bij de omgang met gasmengsels. Verhoogde con­centraties zuurstof brengen een groter brand- en explosiegevaar met zich mee. Daar­naast dient u de fabrikant van het duikmateriaal, dat blootgesteld wordt aan een hoger zuurstofpercentage, te raadplegen voor eventuele beperkingen.
1.1.4. FREEDIVING
Freediving – en in het bijzonder freediving in combinatie met persluchtduiken – kan risico’s met zich meebrengen die niet grondig onderzocht en dus niet algemeen be­kend zijn.
Als u deelneemt aan deze of welke andere vorm van apneaduiken dan ook, loopt u kans op een shallow-water blackout; bewusteloosheid die (doorgaans tijdens de op­stijging) optreedt als gevolg van zuurstofgebrek.
Iedere freedive leidt tot de opname van stikstof in het bloed en andere snelle weef-
18
sels. Door de korte tijd die men op diepte kan doorbrengen, is deze hoeveelheid ver­waarloosbaar en niet van invloed op persluchtduiken die volgen op freediving-activi­teiten. Echter, freediving na het duiken heeft naar alle waarschijnlijkheid wel nadelige gevolgen voor de kans op decompressieziekte. DAAROM RADEN WIJ TEN STERKS­TE AF OM FREEDIVES/SNORKELDUIKEN TE MAKEN NA HET DUIKEN! Maak mi­nimaal de eerste 2 uur na het duiken geen freedives.
Suunto raadt u tevens aan om een formele opleiding te volgen in freedivingtechnieken en de nodige kennis op te doen in freediving fysiologie. Zelfs de beste duikcomputer neemt de noodzaak van een goede opleiding niet weg. Onvoldoende training kan er­toe leiden dat u fouten maakt met ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg.
2. BEKEND RAKEN MET DE D9
Om optimaal te kunnen profi teren van alle mogelijkheden van de D9, kunt u het beste even de tijd nemen om het uw persoonlijke duikcomputer te maken.
Stel de datum en tijd in. Lees rustig deze handleiding door. Stel eventueel een diepte­en duiktijdalarm in en loop door alle andere instellingen heen. Kalibreer het kompas en probeer hem eens uit. Als u de D9 gebruikt in combinatie met de optionele draad­loze fl esdrukzender, kunt u nu de zender op de eerste trap van uw automaat monte- ren en de fl esdrukfuncties van de D9 activeren. Controleer vervolgens de ontvangst van fl esdrukgegevens.
Zo leert u uw computer het snelste kennen en weet u zeker dat u alles naar wens heeft ingesteld voordat u ermee het water ingaat.
19
2.1. HET DISPLAY EN DE DRUKKNOPPEN
De Suunto D9 heeft eenvoudig te bedienen drukknoppen en een menusysteem dat u door de verschillende functies heen leidt. De vier knoppen worden als volgt gebruikt om verschillende functies te bedienen (zie Fig. 2.1).
“Mode” Knop
Kort indrukken:
Om van de ene hoofdfunctie naar de andere hoofdfunctie te gaan
Om een subfunctie te verlaten en terug te keren naar een hoofdfunctie
Om in de Duikmodus de displayverlichting te activeren.
Lang indrukken (> 2 sec.):
Om in alle andere modi de displayverlichting te activeren.
“Select” Knop
Kort indrukken:
Om een subfunctie te activeren
Om instellingen in de Instelmodus te bevestigen
Om het actieve veld in de Instelmodus te veranderen
Om naar een andere pagina in de Logboekmodus te bladeren
Om een koers vast te leggen in de Kompasmodus
Om een speciaal aandachtspunt vast te leggen in het duikpro el.
20
Lang indrukken (> 2 sec.):
Om in de Tijdsmodus of Duikmodus het kompas te activeren.
“Up” Knop
Kort indrukken:
Om te wisselen tussen datum, tweede tijdszone en secondenweergave in de Tijdsmodus
Om een subfunctie te selecteren
Om in de Instelmodus een waarde te vergroten
Om een andere duik te kiezen in de Logboekmodus
Om te wisselen tussen Duiktijd, Kompaskoers, Temperatuur, PO
het Duiknummer in de Duikmodus en Kompasmodus.
, OLF% en
2
Lang indrukken (> 2 sec.):
Om van gasmengsel te wisselen in de Nitroxmodus.
“Down” Knop
Kort indrukken:
Om te wisselen tussen datum, tweede tijdszone en secondenweergave in de Tijdsmodus
Om een subfunctie te selecteren
Om in de Instelmodus een waarde te verkleinen
Om een andere duik te kiezen in de Logboekmodus
21
Fig. 2.1. De drukknoppen van de Suunto D9.
Fig 2.2. Dieptesensor en watercontacten.
22
Om te wisselen tussen Maximum Diepte, Huidige Tijd, Flesdruk en Zuurstofpercentage in de Duikmodus en Kompasmodus.
Lang indrukken (> 2 sec.):
Om de Instelmodus te activeren
Om te wisselen tussen de weergave van uw
Decompressieplafond en uw Resterende Luchttijd.
2.2. WATERCONTACTEN
De watercontacten dragen zorg voor het automatisch active­ren van de Duikmodus.
Het watercontact, welke tevens gebruikt wordt voor gegevens­overdracht naar uw PC, bevindt zich aan de rechter zijde van de behuizing (Fig. 2.2). Wanneer de computer ondergedom­peld wordt in water, zal door geleiding een elektrische verbin­ding gemaakt worden tussen het watercontact en de behui­zing. Rechtsboven op het display verschijnt het “AC” symbool (Active Contacts, Fig. 2.3). De tekst “AC” blijft zichtbaar totdat het watercontact uitschakelt.
Vervuiling van het watercontact kan verhinderen dat de D9 automatisch inschakelt. Het is daarom van belang dat u het watercontact goed schoon houdt. U kunt het watercontact schoonmaken met een zachte borstel (bijvoorbeeld een tan-
denborstel) en kraanwater.
LET OP: Vocht op of rond het watercontact kan het water­contact activeren. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u uw handen wast of zelfs door transpiratievocht. Als het water­contact geactiveerd wordt wanneer de D9 in de Tijdsmodus staat, zal het AC-symbooltje verschijnen (Fig 2.3). Om de bat­terij te sparen is het verstandig om het watercontact af te dro­gen of te reinigen.
2.3. BELANGRIJKSTE FUNCTIES
De D9 heeft drie hoofdfuncties: de Tijdsmodus (TIME), de Duikmodus (DIVE) en het Geheugen (MEM). Daarnaast be­schikt de D9 over een Kompasmodus welke vanuit de Tijds­en Duikmodus geactiveerd kan worden.
Het hoofddisplay van de D9 is de Tijdsmodus (Fig. 2.4). In de­ze stand toont de computer de tijd plus de datum, seconden, tweede tijdszone of stopwatch.
De Duikmodus wordt onderverdeeld in de AIR (perslucht), EAN (Nitrox) en GAUGE modus. U kunt kiezen voor één van deze drie duikmodi, of de “OFF” stand selecteren waarmee u alle duikfuncties uitschakelt.
In het Geheugen (MEM) vindt u subfuncties voor duikplan-
Fig.2.3. Actieve watercon­tacten, aangeduid met de tekst “AC”.
Fig. 2.4. Tijdsmodus. Met de MODE knop selecteert u een andere hoofdfunctie.
Fig. 2.5. De optionele fl es- drukzender van de D9
23
Fig. 2.6. Het aansluiten van de interface. Sluit de connec­tor aan op de D9 (A) en draai hem een kwart slag met de klok mee (B).
24
ning (MEMplan), de duikhistorie (MEMhis) en het duiklog­boek (MEMlog).
De Kompas(sub-)functie kunt u activeren vanuit de Tijdsmo­dus en de Duikmodus.
Met de MODE knop wisselt u van hoofdfunctie. Vervolgens kunt u in de DIVE en MEM modus met de UP en DOWN knop­pen verschillende subfuncties selecteren.
Als u niet binnen 5 minuten na het activeren van een hoofd- of subfunctie op één van de knoppen drukt, zal de duikcomputer terugkeren naar de Tijdsmodus, waarbij een kort geluidssignaal zal klinken.
2.4. DRAADLOZE FLESDRUKVERZENDING
De D9 kan gebruikt worden in combinatie met een optione­le draadloze fl esdrukzender, die eenvoudig op de hogedruk- poort van de ademautomaat gemonteerd wordt (Fig. 2.5). In combinatie met de fl esdrukzender biedt de D9 fl esdrukgege- vens en informatie over de resterende luchttijd.
Om gebruik te kunnen maken van de fl esdrukgegevens, moet deze functionaliteit geactiveerd worden in de D9. Voor meer informatie over deze procedure verwijzen we u naar hoofd­stuk 5.2.8 “Flesdrukgegevens”.
2.5. PC-INTERFACE
De Suunto D9 wordt geleverd met een PC-interface en de Suunto Dive Manager 2.0 applicatie. Met deze software kunt u uw logboek bijhouden en uw duiken analyseren.
De PC-interface wordt aan de rechter zijde van uw D9 aan­gesloten (Fig. 2.6). De interface is voorzien van een USB­connector. Voor meer informatie over het installeren en het gebruik van Suunto Dive Manager software, verwijzen wij u naar hoofdstuk 8.1 “Suunto Dive Manager”.
3. TIJDSMODUS
3.1. TIJDSDISPLAY
De Tijdsmodus (TIME) is het hoofddisplay van de D9 (Fig.
3.1). Hierin wordt de huidige tijd getoond, samen met de da­tum, seconden, tweede tijdszone of stopwatch.
Op het onderste deel van het display worden de datum (a), de seconden (b), de tijd in de tweede tijdszone (c) of de stop­watch (d) getoond. Met de UP en DOWN knoppen kunt u de gewenste informatie kiezen. De gekozen informatie wordt als voorkeursinformatie gezien wanneer u de volgende keer de Tijdsmodus activeert.
Fig. 3.1. Het tijdsdisplay
a) de da­tum wordt weerge­geven
b) de se­conden worden weerge­geven
c) de tweede tijd wordt weerge­geven
d) de stop­watch wordt weerge­geven
25
Fig. 3.2. De stopwatch telt uren, minuten, seconden en 1/10 van seconden.
LET OP! Om de batterij van de computer te sparen, worden de seconden slechts 5 minuten lang getoond. Hierna toont de D9 opnieuw de datum.
U kunt de displayverlichting activeren door de MODE knop langer dan 2 seconden in te drukken.
Wanneer u een duik maakt, worden de tijd en datum waarop u te water gaat opgeslagen in het Logboekgeheugen. Contro­leer daarom altijd of de tijd en datum correct zijn, vooral wan­neer u naar een andere tijdszone reist.
Voor meer informatie over het instellen van de datum en tijd verwijzen wij u naar hoofdstuk 3.3, “Instellen van de Tijdsmo­dus”.
Fig. 3.3. Tijdsinstellingen geselecteerd.
Fig. 3.4. Wekkerinstellingen geselecteerd.
26
3.2. STOPWATCH (TIMER)
De Stopwatchfunctie kunt u selecteren door in de Tijdsmodus (TIME) op UP of DOWN te drukken totdat de stopwatch weer­gegeven wordt (Fig. 3.1d).
Met de stopwatch kunt u verstreken tijden en split times weer­geven. De maximum tijd die gemeten kan worden is 99 uur, 59 minuten en 59.9 seconden (Fig. 3.2).
De stopwatch start u met de DOWN knop en stopt u met de UP knop. U kunt de stopwatch resetten door meer dan 2 se­conden lang op de UP knop te drukken.
Als u de D9 gebruikt in de Gaugemodus, beschikt u over een aparte stopwatch (duiktimer) (zie hoofdstuk 6.3).
3.3. INSTELLEN VAN DE TIJDSMODUS
Om toegang te krijgen tot de instelmogelijkheden van de Tijdsmodus, drukt u de DOWN knop langer dan 2 seconden in wanneer de Tijdsmodus (TIME) actief is. Op het display ziet u kort “Time Settings” (Fig. 3.3) waarna het eerste instelbare veld zichtbaar wordt. In de Tijdsmodus kunt u de volgende instellingen wijzigen:
1. Wekker (Alarm; Fig 3.4, 3.5)
2. Tijd (Time; Fig 3.6, 3.7)
3. Tijd in de tweede tijdszone (Dual Time; Fig 3.8, 3.9)
4. Datum (Date; Fig 3.10, 3.11)
5. Eenhedenstelsel (Units; Fig 3.12, 3.13)
6. Displayverlichting (Backlight; Fig 3.14, 3.15)
7. Geluid (Tones; Fig 3.16, 3.17)
Met de UP/DOWN knoppen kunt u door de verschillende instellingen bladeren. Met SELECT kiest u de te wijzigen instelling. Met SELECT kunt u vervolgens door de instelbare velden bladeren, waarna u met UP of DOWN de geselecteerde waarde kunt aanpassen. Met de MODE knop gaat u terug.
Fig. 3.5. De wekker instellen.
Fig. 3.6. Tijdsinstellingen geselecteerd.
Fig. 3.7. De tijd instellen.
27
Fig. 3.8. Instelmogelijkheden van de Tweede Tijdszone.
Fig. 3.9. De tijd in de Tweede Tijdszone instellen.
Fig. 3.10 Datuminstellingen geselecteerd.
28
3.3.1. WEKKER
U kunt één dagelijks wederkerend alarm instellen in de com­puter. Wanneer dit alarm afgaat, knippert de tijd en hoort u 24 seconden lang een geluidssignaal. Het alarm gaat iedere dag op dezelfde tijd af. U kunt het alarm stoppen door op één van de knoppen te drukken.
De instelmogelijkheiden van de wekker zijn:
het alarm activeren of deactiveren [on/off]
de uren instellen [hh]
de minuten instellen [mm]
3.3.2. TIJD
In het instelmenu van de tijd/datumfunctie kunt u:
de uren instellen [hh]
de minuten instellen [mm]
de seconden instellen [ss]
kiezen voor een 24-uurs of AM/PM tijdsformaat
[12/24]
3.3.3. TIJD IN EEN TWEEDE TIJDSZONE
In het instelmenu van de tweede tijdszone (Dual Time) kunt u:
de uren instellen [hh]
Loading...
+ 104 hidden pages