1. WELKOM IN DE WERELD VAN SUUNTOSPORTINSTRUMENTEN
De Suunto D4 is ontworpen om uw duikactiviteiten optimaal te laten verlopen.
Dankzij de Suunto D4 wordt duiken eenvoudiger omdat alle informatie die u nodig
hebt over diepte, tijd en decompressiestatus nu beschikbaar is op één overzichtelijke
display.
7
Als u de Suunto D4 optimaal wilt benutten, dient u deze handleiding goed door te
lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zorg ervoor dat u de
gebruiksmogelijkheden en beperkingen van het apparaat kent en u de informatie in
de display begrijpt. Om het u makkelijker te maken, is er aan het einde van de
handleiding een woordenlijst met duikterminologie opgenomen.
8
2. WAARSCHUWINGEN, MELDINGEN EN OPMERKINGEN
In deze gehele handleiding worden belangrijkeveiligheidspictogrammen weergegeven.
Er worden drie classificaties gebruikt om deze pictogrammen te onderscheiden op
volgorde van belang:
WAARSCHUWING
wordt gebruikt voor handelingen of situaties die kunnen leiden
tot ernstig letsel of de dood
LET OP
OPMERKING
Voordat u de handleiding verder doorneemt, is het zeer belangrijk dat u de volgende
waarschuwingen leest. Deze waarschuwingen zijn bedoeld om maximale veiligheid
te bieden bij het gebruik van de Suunto D4 en mogen niet worden genegeerd.
WAARSCHUWING
wordt gebruikt voor handelingen of situaties die kunnen leiden
tot schade aan het apparaat
wordt gebruikt om belangrijke informatie samen te vatten
LEES DEZE HANDLEIDING! Lees deze handleiding aandachtig
in zijn geheel door en let vooral op alle waarschuwingen die
hieronder worden aangegeven, waaronder Hoofdstuk 5, VOOR
HET DUIKEN. Zorg dat u volledig inzicht hebt in het gebruik, de
vensters en de beperkingen van de duikcomputer. Onzekerheid
die voortkomt uit het negeren van de instructies in deze
handleiding of onjuist gebruik van dit apparaat kunnen leiden tot
fouten die ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
9
WAARSCHUWING
NIET VOORPROFESSIONEEL GEBRUIK! Suunto-duikcomputers
zijn alleen bestemd voor recreatief gebruik. Bij commerciële of
professionele duiken kan de duiker worden blootgesteld aan
diepten en omstandigheden die een verhoogd risico op
decompressieziekte met zich mee brengen. Daarom wijst Suunto
er uitdrukkelijk op dat het apparaat niet bestemd is voor
commerciële of professionele duikactiviteiten.
WAARSCHUWING
10
ALLEEN DUIKERS DIE ZIJN GETRAIND IN HETGEBRUIK VAN
APPARATUUR VOOR PERSLUCHTDUIKEN MOGEN EEN
DUIKCOMPUTER GEBRUIKEN! Een duikcomputer kan de
noodzaak van goede duikopleiding niet wegnemen. Onvoldoende
of onjuiste training kan leiden tot fouten die ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
BIJ ELK DUIKPROFIEL BESTAAT ALTIJD KANS OP
DECOMPRESSIEZIEKTE, ZELFS BIJ HET VOLGEN VAN EEN
DUIKPLAN DAT IS BEREKEND DOOR EEN DUIKCOMPUTER
OF MET BEHULP VAN DUIKTABELLEN. GEEN ENKELE
PROCEDURE, DUIKCOMPUTEROF DUIKTABEL KAN DEKANS
OP DECOMPRESSIEZIEKTE OF ZUURSTOFVERGIFTIGING
VOLLEDIG WEGNEMEN! De fysiologische toestand van het
lichaam kan per dag verschillen. Een duikcomputer kan met
dergelijke variaties geen rekening houden. Om het risico op
decompressieziekte te verminderen, wordt het daarom ten zeerste
aangeradendedoorhetapparaatvoorgeschreven
blootstellingslimietennietteoverschrijden.Alsextra
voorzorgsmaatregel dient u voordat gaat u duiken een arts te
raadplegen over uw fysieke gesteldheid.
WAARSCHUWING
SUUNTO RAADT SPORTDUIKERS AAN OM NIET DIEPER TE
DUIKEN DAN 40 M OF DE DIEPTE DIE DOOR DE COMPUTER
WORDT BEREKEND OP BASIS VAN DE GESELECTEERDE
WAARDE VOOR O2% EN EEN MAXIMALE PO2VAN 1,4 BAR!
11
WAARSCHUWING
DUIKEN WAARVOOR DECOMPRESSIESTOPS ZIJN VEREIST,
WORDEN NIET AANBEVOLEN. NADAT DE DUIKCOMPUTER
HEEFT AANGEGEVEN DAT EEN DECOMPRESSIESTOP
VEREIST IS, DIENT U ONMIDDELLIJK OP TE STIJGEN EN
MET DE DECOMPRESSIE TE BEGINNEN! Let op de
knipperende aanduiding ASC TIME en de naar boven wijzende
pijl.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
12
GEBRUIK BACK-UPINSTRUMENTEN! Zorg bij het duiken met
een duikcomputer dat u altijd de beschikking hebt over
decompressietabellen en back-upinstrumenten, waaronder een
dieptemeter, een drukmeter voor het duiken, een timer of horloge.
VOER VOORAFGAANDE CONTROLES UIT! Schakel het
apparaat altijd in en controleer voordat u gaat duiken of alle
displaysegmenten volledig worden weergegeven, of de
batterijcapaciteit toereikend is en of de instellingen voor zuurstof,
hoogte, persoonlijk correctiefactor, veiligheidsstops/dieptestops
en RGBM juist zijn.
WAARSCHUWING
GA NIET VLIEGEN ZOLANG DE DUIKCOMPUTER EEN
VLIEGVERBOD AANGEEFT. SCHAKEL VOORDAT U WILT
GAAN VLIEGEN ALTIJD DE DUIKCOMPUTER IN OM DE
RESTERENDE DUURVAN HETVLIEGVERBOD TE
CONTROLEREN. Het risico op decompressieziekte kan sterk
toenemen wanneer u tijdens het vliegverbod gaat vliegen of naar
een grotere hoogte reist. Neem de aanbevelingen van Divers
Alert Network (DAN) in Paragraaf 7.4, “Vliegen na het duiken”
door.
WAARSCHUWING
DE DUIKCOMPUTERMAG TERWIJL HIJ IN GEBRUIK IS NOOIT
DOOR TWEE GEBRUIKERS WORDEN GEDEELD OF
UITGEWISSELD. De vermelde gegevens zijn niet van toepassing
op iemand die het apparaat niet heeft gedragen tijdens een duik
of een serie herhalingsduiken. De duikprofielen van het apparaat
moeten overeenkomen met de gebruiker. Als de duikcomputer
tijdens een duik aan de oppervlakte blijft, zullen de gegevens bij
latere duiken onjuist zijn. Een duikcomputer kan nooit rekening
houden met duiken die zijn uitgevoerd zonder de computer. Alle
duikactiviteiten tot vier dagen voor het aanvankelijke gebruik van
de computer kunnen leiden tot onjuiste informatie en dit moet
worden vermeden.
13
WAARSCHUWING
DUIK NIET MET VERRIJKTE LUCHT ALS U DE FLESINHOUD
NIET PERSOONLIJK HEBT GECONTROLEERD EN DE
MENGSELSAMENSTELLING NIET IN DE DUIKCOMPUTER
HEBT INGEVOERD. Als u de cilinder niet controleert en het juiste
O2% niet in de duikcomputer invoert, leidt dit tot onjuiste
duikplanningsgegevens.
WAARSCHUWING
14
DE DUIKCOMPUTER ACCEPTEERT GEEN DECIMALE
WAARDEN VOOR HET ZUURSTOFPERCENTAGE. ROND
DECIMALE WAARDEN NIET NAAR BOVEN AF. Een
zuurstofpercentage van 31,8% moet u bijvoorbeeld invoeren als
31%. Als u de waarde naar boven afrondt, worden het
stikstofpercentage te laag ingeschat wat gevolgen heeft voor de
decompressieberekeningen. Wanneer u de duikcomputer
berekeningen wilt laten maken die behoudender zijn, kunt u
daarvoor de persoonlijke correctiefactor aanpassen of de
PO2-instelling verlagen om de blootstelling aan verhoogde
zuurstofconcentraties te beïnvloeden.
WAARSCHUWING
SELECTEER DE JUISTE HOOGTE-INSTELLING! Als u op meer
dan 300 meter boven de zeespiegel gaat duiken, moet de u de
hoogte instellen om de duikcomputer de juiste decompressiestatus
te laten berekenen. De duikcomputer is niet bedoeld voor gebruik
op meer dan 3000 meter boven de zeespiegel. Als u niet de juiste
hoogte hebt ingesteld of boven de maximale hoogtelimiet gaat
duiken, zijn de duik- en planningsgegevens onjuist.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
SELECTEERDEJUISTEPERSOONLIJKE
CORRECTIEFACTOR! Wanneer u meent dat er sprake is van
factoren die zorgen voor een verhoogde kans op
decompressieziekte, kunt met deze optie de berekeningen
behoudender maken. Als u niet de juiste persoonlijke
correctiefactor instelt, zijn de duik- en planningsgegevens onjuist.
Dit apparaat is voorzien van een lithiumbatterij. Demonteer,
verbrijzel of doorboor de batterij niet, veroorzaak geen kortsluiting
aan de externe contacten en gooi de batterij niet in water of vuur
om brandgevaar en kans op brandwonden te voorkomen. Gebruik
alleen door de fabrikant voorgeschreven batterijen. Ontdoe u van
lege batterijen conform de lokale milieuvoorschriften.
15
OPMERKING
16
Zolang het vliegverbod van kracht is, kunt u niet overschakelen
tussen de modi AIR, NITROX en FREE DIVE.
Hierop bestaat één uitzondering: u kunt tijdens het vliegverbod
wel overschakelen tussen de modi AIR en NITROX. Wanneer u
in één serie zowel perslucht- als nitroxduiken wilt maken, moet
u het apparaat instellen op de modus NITROX en vervolgens het
gasmengsel overeenkomstig wijzigen.
3. SUUNTO D4 IN EEN OOGOPSLAG
U
P
D
O
W
N
S
E
L
E
C
T
M
O
D
E
Duiknummer
Aanduiding
duikalarm
Aanduiding
tijdalarm (wekker)
Aanduiding
veiligheidsstop
Symbool
vliegverbod
Datum
Dual-time
Maximumdiepte
O
2
(in modus Nitrox)
Tijd
Huidige diepte
Waarschuwing voor
lage batterijspanning
Attentiesymbool
Aanduiding
'watercontact actief'
Huidige tijd
Aanduiding actieve modus
Nultijd
Totaal benodigde opstijgtijd
Decompressieplafond
Resterende duur veiligheidsstops/dieptestops
Oppervlakte-interval
Resterende duur vliegverbod
Secondenteller
Stopwatch
Dag van de week
Duiktijd
Temperatuur
PO
2
(in modus Nitrox)
OLF% (in modus Nitrox)
Grafische aanduiding
opstijgsnelheid
17
3.1. Navigeren in de menu's
De Suunto D4 beschikt over drie hoofdmodi: de modus TIME (tijd), de modus DIVE
(duiken) en de modus MEM (geheugen). Als u wilt schakelen tussen de hoofdmodi,
drukt u op de knop MODE. Als u een submodus wilt selecteren in de modi DIVE en
MEM, drukt u op de knoppen UP/DOWN.
3.2. Symbolen en functies van knoppen
De volgende tabel geeft een overzicht van de hoofdfuncties van de knoppen op de
duikcomputer. Een uitgebreide beschrijving van de knopfuncties vindt u in de
desbetreffende paragrafen van de handleiding.
18
Tabel 3.1. Symbolen en functies van knoppen
HoofdfunctiesDrukkenKnopSymbool
KortMODE
Schakelen tussen hoofdmodi
Schakelen van submodus naar hoofdmodus
Displayverlichting inschakelen in de modus DIVE
Displayverlichting inschakelen in andere modiLangMODE
KortSELECT
KortUP
KortDOWN
Een submodus selecteren
Instellingen selecteren en accepteren
Daghistorie weergeven in de modus FREE (modus
vrij duiken)
Schakelen tussen alternatieve vensters
Submodus wijzigen
Waarden verhogen
Shortcuts wijzigen in de modi TIME en DIVE
Schakelen tussen alternatieve vensters
Submodus wijzigen
Waarden verminderen
Shortcuts wijzigen in de modi TIME en DIVE
19
20
HoofdfunctiesDrukkenKnopSymbool
LangDOWN
Instellingsmodus openen
4. AAN DE SLAG MET DE SUUNTO D4
Als u optimaal van uw Suunto D4 gebruik wilt kunnen maken, is het belangrijk om de
tijd te nemen om het apparaat aan uw persoonlijke voorkeuren aan te passen en tot
uw duikcomputer te maken. Stel de juiste tijd en datum in en geeft de gewenste
instellingen op voor de alarmen en geluidssignalen, de eenheden en de
displayverlichting.
De Suunto D4 is een zeer gebruiksvriendelijke duikcomputer en u zult snel met de
functies van het apparaat vertrouwd raken. Zorg dat u voldoende kennis hebt over
het apparaat en dat u de instellingen aan uw voorkeuren hebt aangepast VOORDAT
u ermee gaat duiken.
4.1. Instellingen voor de modus TIME
Het eerste dat u op de Suunto D4 wilt instellen, zijn waarschijnlijk alarm, tijd, dualtime, datum, eenheden, displayverlichting en geluidssignalen. In deze paragraaf wordt
beschreven hoe u dit doet.
Voordien kunt u echter de volgende afbeelding bekijken waarin u ziet hoe u
overschakelt tussen de verschillende shortcuts in de modus TIME.
21
OPMERKING
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
DRUK OP DE KNOPPEN UP/DOWN OM OVER TE
SCHAKELEN TUSSEN DE OPTIES VOOR HET INSTELLEN
VAN ALARM, TIJD, DUAL-TIME, DATUM, EENHEDEN,
DISPLAYVERLICHTING EN GELUIDSSIGNALEN.
Het secondevenster wordt na vijf minuten vervangen door het
datumvenster om de batterij te sparen.
OPMERKING
Het venster wordt verlicht als u de knop MODE langer dan 5
seconden ingedrukt houdt.
Nu u weet hoe u kunt overschakelen tussen de shortcuts, kunt u deze instellen. In de
volgende afbeelding ziet u hoe u het menu TIME SETTINGS opent.
4.1.1. Het alarm instellen
Deze Suunto-duikcomputer is voorzien van een dagalarmfunctie. Wanneer het
dagalarm wordt geactiveerd, knippert de display en wordt het alarm gedurende 24
seconden weergegeven. Druk op een willekeurige knop om het alarm te beëindigen.
22
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
4.1.2. De tijd instellen
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
In de modus TIME SETTING kunt u de uren, minuten en seconden instellen en kunt
u bovendien kiezen tussen de 12- en 24-uursweergave.
4.1.3. Dual-time instellen
In de modus DUAL TIME SETTING kunt u de uren en minuten van een tweede tijd
instellen. Dit is handig wanneer u naar een andere tijdzone reist.
23
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
4.1.4. De datum instellen
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
Gebruik de modus DATE SETTING om het jaar, de maand en de dag in te stellen.
De dag van de week wordt automatisch berekend in overeenstemming met de datum.
4.1.5. De eenheden instellen
In de modus UNITS SETTING kunt u instellen of waarden worden weergegeven in
metrische of Engelse eenheden (meters/feet, Celsius/Fahrenheit, enzovoort).
24
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
4.1.6. De displayverlichting instellen
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
In de modus BACKLIGHT SETTING schakeltu de displayverlichting in en uit en bepaalt
u hoe lang deze blijft aanstaan (5, 10, 20, 30 of 60 seconden). Als de displayverlichting
is uitgeschakeld, gaat deze niet branden wanneer er een alarm klinkt.
4.1.7. Geluidssignalen in-/uitschakelen.
In de modus TONE SETTING kunt u het activeren van geluidssignalen in- en
uitschakelen.
25
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
OPMERKING
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
ZODRA DE DUIKCOMPUTER IN
CONTACT MET WATER KOMT, VERSCHIJNT
RECHTSBOVEN IN DE DISPLAY DE
AANDUIDING 'AC'. DE MODUS 'DIVE' IS
NU ACTIEF.
Als de tonen uit zijn, zijn er geen geluidssignalen.
4.2. Stopwatch
Met de stopwatch van de Suunto D4 kunt u de verstreken tijd en tussentijden meten.
4.3. AC-watercontacten
Het watercontact voor gegevensoverdracht bevindt zich aan de zijkant van het
apparaat. Onder water worden de watercontactpolen verbonden met de geleiding van
het water en verschijnt de aanduiding 'AC' in de display. De aanduiding AC wordt
weergegeven totdat het watercontact wordt uitgeschakeld.
26
De automatische activering kan mislukken als gevolg van vuil op het watercontact.
U
P
D
O
W
N
S
E
L
E
C
T
M
O
D
E
DIEPTESENSOR
WATER/DATASENSOR
Daarom is het belangrijk om het watercontact schoon te houden. Het contact kan
worden gereinigd met schoon water en een zachte borstel, bijvoorbeeld een
tandenborstel.
27
5. VOOR HET DUIKEN
Ga niet met deze duikcomputer duiken zonder eerst deze handleiding - en alle
waarschuwingen die erin staan - volledig te hebben gelezen. Zorg dat u precies weet
hoe het apparaat moet worden gebruikt, dat u alle beperkingen ervan kent en dat u
bekend bent met alle vensters. Mocht u vragen hebben over deze handleiding of over
de Suunto D4, neem dan contact op met uw Suunto-dealer voordat u met het apparaat
gaat duiken.
Onthoud: U BLIJFT ALTIJD ZELF VERANTWOORDELIJK VOOR UW EIGEN
VEILIGHEID!
Mits goed gebruikt, is de Suunto D4 voor goedgetrainde, gebrevetteerde duikers een
ideaal hulpmiddel voor sportduiken. Een duikcomputer vormt NOOIT EEN
VERVANGING VAN EEN OPLEIDING DOOR EEN ERKENDEDUIKINSTRUCTEUR,
waarbij onder andere de principes van decompressie aan de orde komen.
WAARSCHUWING
Ga nooit duiken met andere luchtmengsels dan standaard perslucht zonder hiervoor
de juiste training bij een erkende duikschool te hebben gevolgd.
28
Duiken met verrijkte luchtmengsels (nitrox) brengt specifieke
risico's met zich mee die anders zijn dan bij het duiken met
perslucht. Het leren kennen van en omgaan met deze niet voor
de hand liggende risico's vereist speciale training. Onderschatting
van deze risico's kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
5.1. Het Suunto RGBM/dieptestop-algoritme
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
U WORDT GEADVISEERD EEN
DIEPTESTOP TE MAKEN OP 12 METER.
HET ONDERSTE GETAL GEEFT AAN
DAT U NOG 58 SECONDEN HEBT OM
DE DIEPTESTOP TE MAKEN.
De Suunto D4 maakt gebruik van het zogenoemde Reduced Gradient Bubble Model
(RGBM) voor het schatten van de hoeveelheid stikstof in opgeloste vorm en gasvorm
in het bloed en de weefsels van de duiker. Dit biedt een groot voordeel boven de
traditionele Haldane-modellen die geen voorspelling kunnen geven over de vorming
van gas in vrije toestand. Het Suunto RGBM biedt extra veiligheid doordat dit model
zich aanpast aan verschillende situaties en duikprofielen.
Om nog beter te kunnen inspelen op situaties met verhoogd risico, is bij deze Suuntoduikcomputer een extra categorie stops geïntroduceerd: de verplichte veiligheidsstop.
De combinatie van de verschillende soorten stops is afhankelijk van de gekozen
instellingen of de specifieke duikomstandigheden.
Om optimaal te kunnen profiteren van de voordelen die het RGBM op het gebied van
de veiligheid te bieden heeft, adviseren wij u Paragraaf 10.2, “RGBM” aandachtig te
lezen.
29
5.2. Noodopstijgingen
In het onwaarschijnlijke geval dat uw duikcomputer tijdens een duik defect raakt, dient
u een gecontroleerde opstijging te maken zoals u dat bij uw opleiding aan een erkende
duikschool hebt geleerd. U kunt ook het volgende doen:
Beoordeel de situatie rustig en stijg direct op naar een diepte van minder dan 18
1.
meter.
Matig vanaf 18 meter uw stijgsnelheid tot 10 meter per minuut en stijg door tot
2.
een diepte van 3 tot 6 meter.
Blijf op deze diepte zolang als uw huidige luchtvoorraad dat toelaat. Wacht na
3.
het bereiken van de oppervlakte ten minste 24 uur voordat u opnieuw gaat duiken.
5.3. Beperkingen van duikcomputers
De berekeningen van de duikcomputer zijn gebaseerd op de meest recente inzichten
over decompressie. Ondanks gebruik van demodernste technologie kan een computer
echter nooit de feitelijke fysiologische gesteldheid van een individuele duiker bepalen.
Alle momenteel bekende decompressieschema's, waaronder de US Navy-tabellen,
zijn gebaseerd op theoretische wiskundige modellen die zijn bedoeld als richtlijn om
de kans op decompressieziekte te beperken.
5.4. Nitrox
Duiken met nitrox maakt door een lager stikstofgehalte in het gasmengsel langere
bodemtijden mogelijk en verkleint de kans op decompressieziekte.
30
Door het hogere zuurstofgehalte in nitroxmengsels loopt de duiker echtereen verhoogd
risico op zuurstofvergiftiging, iets waarmee bij persluchtduikenmeestal geen rekening
hoeft te worden gehouden. Om dit gevaar tot een minimum te beperken, houdt de
duikcomputer de tijd en intensiteit van de zuurstofblootstelling bij en verschaft hij de
duiker informatie waarmee deze zijn duikplan kan aanpassen om de blootstelling
binnen veilige grenzen te houden.
Naast de fysiologische effecten van verrijkte lucht op het lichaam, moet er ook rekening
worden gehouden met een aantal praktische aspecten bij het omgaan met
gasmengsels. Zo zorgen verhoogde concentraties zuurstof voor brand- en
explosiegevaar. Raadpleeg de fabrikant van uw duikapparatuur om na te gaan of deze
kan worden gebruikt in combinatie met nitrox.
5.5. Freediving
Freediving, en met name de combinatie van freediving en persluchtduiken, kan risico's
met zich meebrengen die nog niet goed zijn onderzocht en daarom niet algemeen
bekend zijn.
Zo bestaat er bij alle vormen van apneaduiken altijd het risico op plotselinge
bewusteloosheid als de duiker bij het opstijgen in de laatste meters onder de
oppervlakte komt (shallow water blackout). Dit komt door de optredendedrukverschillen
en het zuurstofgebrek dat hiervan het gevolg is.
31
Bij apneaduiken vindt altijd opname van stikstof in het bloed en andere snelle weefsels
plaats. Doordat de duiker meestal maar kort op grote diepte verblijft, is de concentratie
ervan doorgaans verwaarloosbaar. Mits de inspanning bij het freediving gering is
geweest, is het risico van persluchtduiken na apneaduiken klein. Over het omgekeerde
is minder bekend, maar het zorgt waarschijnlijk wel voor een aanmerkelijk grotere
kans op decompressieziekte. Daarom wordt FREEDIVING NA PERSLUCHTDUIKEN
STERK AFGERADEN. Wacht na persluchtduiken ten minste twee uur voordat u een
freedive gaat maken of ga niet dieper dan 5 meter.
WAARSCHUWING
5.6. Akoestische en optische alarmsignalen
De duikcomputer kan akoestischeen optische alarmsignalen geven wanneer gevaarlijke
limieten of vooraf ingestelde waarden worden bereikt. De tabel hieronder geeft een
overzicht van de verschillende alarmsignalen en de betekenis ervan.
32
Suunto adviseert bovendien freediving alleen te beoefenen na
het volgen van een speciale opleiding waarbij aandacht wordt
geschonken aan de speciale technieken en de fysiologische
aspecten van apneaduiken. Gebruik van een duikcomputer kan
nooit een vervanging zijn voor een goede duiktraining.
Onvoldoende of slechte training kunnen leiden tot het maken van
fouten die ernstig letsel of de dood tot gevolg kunnen hebben.
Tabel 5.1. Soorten akoestische en optische alarmsignalen
Reden van alarmSoort alarm
geluidssignaal
Drie korte geluidssignalen om
de drie seconden met
geactiveerde
displayverlichting
Continue geluidssignalen met
geactiveerde
displayverlichting
Voordat u gaat duiken, kunt u zelf bepaalde alarmen instellen voor maximumdiepte,
duiktijd en tijd. Zie ook Paragraaf 5.8, “Instellingen voor de modus DIVE” en
Paragraaf 4.1, “Instellingen voor de modus TIME”.
Duikcomputer wordt geactiveerd.Kort enkelvoudig
Duikcomputer keert automatisch terug in de modus
TIME.
Nultijdduik gaat over in decompressieduik. In de
display verschijnen een pijl omhoog en de knipperende
aanduiding ASC TIME.
Maximaal toegestane opstijgsnelheid van 10 meter
per minuut is overschreden. Grafische weergave
opstijgsnelheid knippert en aanduiding STOP
verschijnt.
Decompressieplafond is overschreden. In de display
verschijnen een pijl omlaag en de knipperende
aanduiding 'Er'. Daal onmiddellijk tot op of onder het
decompressieplafond. Doet u dit niet, dan wordt
automatisch de modus Error permanent geactiveerd
(permanente symbool 'Er' in de display).
33
Tabel 5.2. Programmeerbare alarmen
Continue serie geluidssignalen gedurende 24
seconden
De aanduiding voor de maximale diepte knippert
zolang u zich onder het ingestelde maximum bevindt.
Continue serie geluidssignalen gedurende 24
seconden of tot er een knop wordt ingedrukt.
Duiktijd knippert gedurende één minuut.
Continue serie geluidssignalen gedurende 24
seconden of tot er een knop wordt ingedrukt.
Huidige tijd knippert gedurende één minuut
34
Reden van alarmSoort alarm
Ingestelde maximumdiepte is
overschreden.
Ingestelde duiktijd is
overschreden.
Ingestelde alarmtijd wordt
bereikt.
Tabel 5.3. Zuurstofalarmen in de modus NITROX
Continue serie geluidssignalen
gedurende 3 minuten en
geactiveerde displayverlichting
Ingestelde limiet voor partiële zuurstofdruk is bereikt.
In het tweede venster verschijnt een knipperende
aanduiding van de huidige PO2-waarde. U dient
onmiddellijk op te stijgen tot boven de
PO2-dieptelimiet.
OLF-waarde bereikt 80%. Deaanduiding van de OLFwaarde gaat knipperen.
OLF-waarde bereikt 100%. De aanduiding van de
OLF-waarde knippert.
Reden van alarmSoort alarm
OPMERKING
WAARSCHUWING
Als de displayverlichting is uitgeschakeld, gaat deze niet branden
wanneer een alarm wordt geactiveerd.
WANNEER DE AANDUIDING VAN DE OLF-WAARDE
AANGEEFT DAT DE MAXIMALE WAARDE IS BEREIKT, DIENT
U ONMIDDELLIJK ACTIE TE ONDERNEMEN OM DE
ZUURSTOFBLOOTSTELLING TE VERLAGEN. Als u na het
afgaan van het alarm geen actie onderneemt, kan het risico op
zuurstofvergiftiging snel toenemen met ernstig letsel of de dood
tot gevolg.
35
5.7. Activering van de modus Error
De duikcomputer geeft waarschuwingssignalenin bepaalde situaties waarin het risico
op decompressieziekte sterk toeneemt. Wanneer u niet op deze signalen reageert,
wordt de modus Error geactiveerd, wat erop duidt dat het risico op decompressieziekte
sterk is toegenomen. Als u de werking van de duikcomputer goed begrijpten verstandig
met het apparaat omgaat, is het echter onwaarschijnlijk dat u ooit in een situatie
terechtkomt waarin de modus Error wordt geactiveerd.
Overgeslagen decompressiestops
De modus Error wordt geactiveerd als u een decompressiestop overslaat, oftewel als
u langer dan drie minuten boven het decompressieplafond blijft. Gedurende deze drie
minuten wordt in de display de aanduiding 'Er' weergegeven en klinken er korte
geluidssignalen. Daarna wordt de modus Error permanent geactiveerd. Wanneer u
binnen drie minuten terugkeert tot onder het decompressieplafond, gaat het apparaat
weer normaal functioneren.
In de modus Error wordt in het middelste displaysegment alleen de aanduiding 'Er'
weergegeven. Er worden geen tijden voor opstijgen of stops meer weergegeven. Alle
andere displayaanduidingen zijn echter normaal te zien, zodat u genoeg informatie
krijgt om veilig de oppervlakte te bereiken. U dient direct naar een diepte van 3 tot 6
meter te gaan en daar te blijven zolang uw luchtvoorraad dit toelaat.
Nadat u boven bent gekomen, mag u minimaal 48 uur niet duiken. Zolang de modus
Error permanent actief is, wordt de aanduiding 'Er' in het middelste displaysegment
weergegeven en kan de duikplanner niet worden geactiveerd.
36
5.8. Instellingen voor de modus DIVE
De Suunto D4 beschikt over een aantal functies die door de gebruiker kunnen worden
ingesteld, zoals alarmen voor het overschrijden van zelf ingestelde diepte- en
tijdlimieten. Welke instellingen in de modus DIVE beschikbaar zijn, is afhankelijk van
de geselecteerde submodus (AIR, NITROX, FREE): zo kunnen de nitrox-instellingen
alleen worden gewijzigd in de submodus NITROX.
In de tabel hieronder ziet u welke duikinstellingen in de verschillende submodi kunnen
worden aangepast.
37
Tabel 5.4.
modus FREEmodus NITROXmodus AIRInstelling
XXXDieptealarm
X Waarschuwingsalarm diepte
XXXDuiktijdalarm
X Waarschuwingsalarm oppervlaktetijd
X Nitrox
XXHoogte en persoonlijke correctiefactor
XXXMeetinterval
XXDieptestop
XXRGBM
XXXEenheden
In de volgende afbeelding ziet u hoe u het menu voor de modus DIVE opent.
38
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
DRUK OP DE KNOPPEN
UP/DOWN OM OVER
TE SCHAKELEN TUSSEN
DE DUIKINSTELLINGEN.
OPMERKING
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
Sommige instellingen kunnen pas vijf minuten na afloop van een
duik worden gewijzigd.
5.8.1. Het dieptealarm instellen
In deze Suunto-duikcomputer kunt u een dieptealarm instellen.
39
Standaard staat het dieptealarm ingesteld op 30 meter, maar al naar gelang uw
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
voorkeur kunt u een andere waarde instellen of het alarm uitschakelen. Het dieptealarm
kan worden ingesteld op een waarde tussen de 3 en 100 meter.
5.8.2. Het waarschuwingsalarm voor diepte instellen (modus FREE)
U kunt het waarschuwingsalarm voor diepte instellen om een bepaalde diepte aan te
geven, bijvoorbeeld begin van vrije val of vullen van de mond bij freediving.
5.8.3. Het duiktijdalarm instellen
U kunt op de Suunto D4 een duiktijdalarm instellen, een functie waarmee u op
verschillende manieren de veiligheid tijdens het duiken kunt vergroten.
OPMERKING
40
U kunt hiermee bijvoorbeeld de geplande maximale duiktijd
instellen op een waarde tussen de 1 en 999 minuten.
5.8.4. De nitroxwaarden instellen
Wanneer de modus NITROX is ingesteld, dient u altijd het juiste zuurstofpercentage
van het mengsel in de fles in te voeren: alleen dan kunt u erop vertrouwen de alle
stikstof- en zuurstofgerelateerde berekeningen juist zijn. Verder dient u de maximale
partiële zuurstofdruk in te stellen. In de modus NITROX wordt, op basisvan degekozen
instelling, de maximale diepte weergegeven.
Het standaard zuurstofpercentage (O2%) is 21% (perslucht) en de maximale partiële
zuurstofdruk (PO2) is 1,4 bar.
OPMERKING
5.8.5. Hoogte en persoonlijke correctiefactor aanpassen
De huidige instellingen voor de hoogte en persoonlijke correctiefactor worden
weergegeven in het startvenster van de modus DIVE. Als de getoonde instellingen
niet overeenkomen met de huidige hoogte boven zeeniveau of uw lichamelijke conditie
(zie Paragraaf 5.9.4, “Bergmeerduiken” en Paragraaf 5.9.5, “Persoonlijke factoren”),
dient u altijd de juiste waarden in te stellen voordat u gaat duiken. Met de functie
Altitude Adjustment kunt u de juiste hoogte boven zeeniveau selecteren en met de
functie Personal Adjustment kunt u het decompressiemodel behoudender maken.
Als het zuurstofgehalte van een mengsel is ingesteld op 22% of
meer, blijven de instellingen ongewijzigd totdat ze handmatig
worden veranderd; het wordt niet automatisch teruggezet op 21%.
41
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
5.8.6. Het waarschuwingsalarm voor oppervlaktetijd instellen (modus FREE)
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
U kunt een waarschuwingsalarm voor oppervlaktetijd instellen om de lengte van de
oppervlaktetijd voor een nieuwe duik aan te geven. De Suunto D4 begint de tijd
automatisch te tellen als u aan de oppervlakte komt (bij 0,5 meter).
5.8.7. De meetinterval instellen
De meetinterval van een duikprofiel bepaalt om de hoeveel tijd de diepte, tijd en
watertemperatuur in het geheugen worden opgeslagen.
U kunt de meetinterval van een duikprofiel in de modus FREE instellen op 1, 2 of 5
seconden. De meetinterval voor perslucht- en nitroxduiken is 1, 10, 20, 30 en 60
seconden.
42
5.8.8. Dieptestops instellen
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
STEL DE JUISTE WAARDE
IN MET DE KNOPPEN
UP/DOWN. BEVESTIG DOOR
OP DE KNOP SELECT TE
DRUKKEN.
Staat Deep Stops op 'ON', dan wordteen serie dieptestops berekend. De lengte van
de afzonderlijke dieptestops kan worden ingesteld op 1 of 2 minuten.
5.8.9. De RGBM-instelling aanpassen
Voor sommige duikers of onder bepaalde duikomstandigheden kan het wenselijk zijn
het RGBM minder zwaarte laten meewegen. De huidige instelling wordenweergegeven
bij het starten van de modus DIVE. U kuntkiezen voor maximaal RGBM-effect (100%)
of verminderd RGBM-effect (50%).
43
5.9. Activering en controle vooraf
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
In deze paragraaf leest u hoe u de modus DIVE kunt activeren en staan aanbevelingen
over de controles die u moet uitvoeren voordat u het water in gaat.
5.9.1. De modus DIVE starten
De Suunto D4 heeft drie duikmodi: de modus AIR voorduiken met standaard perslucht,
de modus NITROX voor duiken met mengsels die zijn verrijkt met zuurstof, en de
modus FREE voor free diving.
Door de modus DIVE uit te schakelen (instellen op 'OFF') kan de duikcomputer onder
water worden gebruikt als een normaal horloge (modus TIME actief). Wanneer u de
modus DIVEactiveert, wordt weergegevenwelke submodus actiefis. Met deknoppen
UP/DOWN kunt u een andere duikmodus selecteren.
5.9.2. De modus DIVE activeren
De duikcomputer wordt automatisch geactiveerd bij een diepte van 0,5 meter of meer.
U dient echter de modus DIVE ook te activeren VOORDAT u gaat duiken om de
hoogteenpersoonlijkecorrectiefactor,debatterijconditie,de
zuurstofinstellingen, etc. te controleren.
44
Na activering worden alle displaysegmenten weergegeven. Daarnaast gaat de
displayverlichting kort aan en klinkt er een kort geluidssignaal. Hierna worden de
instellingen voor hoogte, persoonlijke correctiefactor, RGBM en Deep Stop
weergegeven. Enkele seconden later verschijnt de aanduiding voor de batterijconditie.
Na de activeringscyclus dient u een aantal controles uit te voeren om er zeker van te
zijn dat:
de juiste modus is geactiveerd (AIR/NITROX/FREE) en alle displaysegmenten
•
worden weergegeven
de batterijcapaciteit toereikend is
•
de juiste instellingen voor hoogte, persoonlijke correctiefactor, dieptestops en
•
RGBM zijn geselecteerd
waarden in de gewenste eenheden (metrisch/Engels) worden weergegeven
•
de juiste temperatuur en diepte (0,0 meter) worden aangegeven
•
het geluidssignaal van de alarmfunctie werkt
•
Als de modus NITROX is geactiveerd, dient u bovendien te controleren of:
het juiste zuurstofpercentage overeenkomstig het gemeten zuurstofpercentage in
•
uw fles is ingesteld
de maximale partiële zuurstofdruk correct is ingesteld
•
45
Raadpleeg voor meer informatie over de modus NITROX Paragraaf 6.2, “Duiken inde modus NITROX (DIVEnitrox)”.
De duikcomputer is nu klaar voor gebruik.
5.9.3. Aanduiding batterijspanning
Een lage temperatuur of interne oxidatie kunnen de batterijspanning negatief
beïnvloeden. In een koude omgeving of als de duikcomputer langere tijd niet is gebruikt,
kan de waarschuwing voor te lage batterijspanning worden weergegeven, zelfs als
de batterij niet leeg is. Activeer in dat geval opnieuw de modus DIVE om de
batterijspanning te controleren.
Als de batterij inderdaad leeg is of dreigt te raken, zal het symbool voor te lage
batterijspanning in de display zichtbaar blijven.
Als het symbool voor te lage batterijspanning te zien is in de modus Surface of als de
display-aanduidingen niet meer of slechts vaag te zien zijn, is de batterij waarschijnlijk
leeg of bijna leeg en dient deze te worden vervangen.
OPMERKING
46
Uit veiligheidsoverwegingen kan de displayverlichting niet worden
ingeschakeld zolang het symbool voor te lage batterijspanning
wordt weergegeven.
5.9.4. Bergmeerduiken
De duikcomputer kan worden ingesteld voor bergmeerduiken. Deze functie kan ook
worden gebruikt om het decompressiemodel behoudender te maken.
Bij het programmeren van de juiste hoogte, dient u de juiste instelling voor Altitude
Adjustment te selecteren aan de hand van Tabel 5.5, “Hoogte-instellingen”. De
duikcomputer past dan het decompressiemodel aan de ingevoerde hoogte aan,
waardoor de nultijden op grotere hoogten korter worden (zie Tabel 10.1, “Nultijdlimieten
voor verschillende diepten (m)” en Tabel 10.2, “Nultijdlimieten voor verschillende
diepten (ft) ” in Paragraaf 10.2, “RGBM”).
Tabel 5.5. Hoogte-instellingen
HoogtebereikBergmeerprogramma
0 - 300 meterA0
300 - 1500 meterA1
1500 - 3000 meterA2
OPMERKING
In Paragraaf 5.8.5, “Hoogte en persoonlijke correctiefactor
aanpassen”staatbeschrevenhoeueenander
bergmeerprogramma kunt kiezen.
47
WAARSCHUWING
5.9.5. Persoonlijke factoren
Er zijn verschillende factoren bekend die de kans op decompressieziekte kunnen
vergroten. Een aantal daarvan kunnen vooraf worden voorspeld, zodat er in het
decompressiemodel rekening mee kanworden gehouden. De invloed van deze factoren
verschilt echter per duiker en kan ook van dag tot dag variëren. Door een van de drie
instellingen voor de persoonlijke correctiefactor te kiezen, kunt u zonodig een
behoudender duikplan berekenen. Voor ervaren duikers is het juist mogelijk om het
effect van het RGBM bij herhalingsduiken minder zwaar te laten wegen.
De persoonlijke factoren die de kans op decompressieziekte kunnen vergroten zijn
onder andere:
blootstelling aan kou (watertemperaturen lager dan 20 °C)
•
een slechte lichamelijk conditie
•
vermoeidheid
•
dehydratatie
•
een decompressieongeval in het verleden
•
stress
•
zwaarlijvigheid
•
48
Wanneer u naar een plaats reist die op grotere hoogte ligt, kan
het evenwicht tussen de partiële stikstofdruk en die van de
omgeving tijdelijk verstoord raken. Het wordt daarom aanbevolen
na aankomst ten minste drie uur te wachten voordat u gaat duiken.
Kies aan de hand van Tabel 5.6, “Instelling persoonlijke correctiefactor” de juiste
instelling voor de persoonlijke correctiefactor om de decompressieberekening zonodig
behoudender te maken. Onder ideale omstandigheden kunt u gebruikmaken van de
standaardinstelling P0. Kies programma P1, of het nog behoudender programma P2,
als een van de bovengenoemde factoren meespelen of wanneer de omstandigheden
minder ideaal zijn. De duikcomputer past dan het decompressiemodel aan de
ingevoerde persoonlijke correctiefactor aan, waardoor de nultijden korter worden (zie
Paragraaf 10.2.2, “Nultijdlimieten”, Tabel 10.1, “Nultijdlimieten voor verschillende
diepten (m)” en Tabel 10.2, “Nultijdlimieten voor verschillende diepten (ft) ”).
Meer risicofactoren van
toepassing/omstandigheden verre
van ideaal
Gewenste tabellenOmstandigheden
StandaardIdeale omstandighedenP0
BehoudenderRisicofactoren van
49
Ervaren duikers die bereid zijn meer risico te aanvaarden kunnen met de Suunto D4
het RGBM minder zwaar laten meewegen.De standaardinstelling is 100%, wat inhoudt
dat maximaal rekening wordt gehouden met het RGBM. Suunto adviseert met klem
altijd deze instelling te gebruiken. Statistisch gezien hebben ervaren duikers een
verminderde kans op decompressieziekte. Hiervoor is geen wetenschappelijke
verklaring bekend, maar mogelijk vindt bij mensen die veelvuldig duiken een zekere
mate van fysiologische en/of psychische gewenning plaats. Voor sommige duikers of
onder bepaalde duikomstandigheden kan het daarom wenselijk zijn het effect van het
RGBM minder zwaar (50%) te laten meewegen. Zie Tabel 5.7, “RGBM-instellingen”.
Tabel 5.7. RGBM-instellingen
EffectGewenste tabellenRGBM-instelling
100%
5.10. Veiligheidsstops
Veiligheidsstops worden algemeen gezien als een goede gewoonte bij recreatief
duiken en vormen een onderdeel van de meeste duiktabellen. De redenen voor het
inlassen veiligheidsstops zijn onder andere: verminderen van subklinische
decompressieziekte, verminderingvan de vorming van microbelletjes,betere controle
over het opstijgen en oriëntatie alvorens op te stijgen.
50
Standaard Suunto RGBM
(standaardinstelling)
Verlicht RGBM50%
Effect RGBM maximaal
Effect RGBM weegt minder zwaar,
verhoogd risico!
De Suunto D4 kent twee soorten veiligheidsstops: aanbevolen en verplichte
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
MAAK EEN AANBEVOLEN
VEILIGHEIDSSTOP VAN 3
MINUTEN ALS DE AANDUIDING
'STOP' WORDT WEERGEGEVEN.
veiligheidsstops.
5.10.1. Aanbevolen veiligheidsstops
Bij elke duik dieper dan 10 meter, start de duikcomputer een countdown van drie
minuten voor een aanbevolen veiligheidsstop die moet worden gemaakt op een diepte
tussen de 6 en 3 meter. In het middelste displaysegment verschijnt in plaats van de
nultijd de aanduiding STOP en een countdowntimer die terugtelt vanaf drie minuten.
OPMERKING
De aanbevolen veiligheidsstop is, zoals de naam al aangeeft, niet
verplicht. Als deze stop niet wordt gemaakt, heeft dat geen
gevolgen voor de komende oppervlakte-interval en latere duiken.
51
5.10.2. Verplichte veiligheidsstops
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
MAAK EEN VERPLICHTE
VEILIGHEIDSSTOP VAN 1 MINUUT OP EEN
DIEPTE TUSSEN DE 6 EN 3 METER ALS DE
AANDUIDINGEN 'CEILING' WORDEN
WEERGEGEVEN.
Wanneer de opstijgsnelheid continu of langer dan 5 seconden hoger ligt dan 10 meter
per minuut, is de vorming van microbelletjes naar verwachting hoger dan in het
decompressiemodel is toegestaan. De Suunto RGBM-berekening reageert hierop
door een verplichte veiligheidsstop toe te voegen. De duur van deze verplichte
veiligheidsstop is afhankelijk van de mate waarin de maximaal toegestane
opstijgsnelheid is overschreden.
In de display verschijnt de aanduiding STOPen bij het bereiken van een dieptetussen
de 6 en 3 meter worden ook de aanduiding CEILING, de plafonddiepte en de
voorgeschreven duur van de verplichte stop weergegeven. U dient te wachten tot de
waarschuwing voor de verplichte veiligheidsstop verdwijnt. De totale duur van een
verplichte veiligheidsstop is afhankelijk van de mate waarin de maximaal toegestane
opstijgsnelheid is overschreden.
52
Zolang de waarschuwing voor de verplichte veiligheidsstop wordt weergegeven, mag
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
BEGEEF U DIRECT
(BINNEN DRIE MINUTEN)
TOT OP OF ONDER HET
DECOMPRESSIEPLAFOND
ALS DE AANDUIDINGEN
'STOP' EN 'CEILING'
WORDEN WEERGEGEVEN.
u nooit opstijgen tot een diepte boven de drie meter. Als u boven het plafond voor de
verplichte veiligheidsstop stijgt, verschijnt er een pijl naar beneden in de display en
klinken er continu korte geluidssignalen. Daal in dat geval onmiddellijk af tot op of
onder het decompressieplafond. Wanneer u in deze situatie snelen adequaat reageert,
zijn er geen gevolgen voor de berekening van eventuele latere duiken.
Als u de verplichte veiligheidsstop niet maakt of te lang wacht met terugkeren tot onder
het decompressieplafond, wordt het berekeningsmodel aangepast en wordt de nultijd
voor een volgende duik verkort. In dat geval verdient het aanbeveling een lange
oppervlakte-interval tot de volgende duik in te lassen.
5.11. Dieptestops
Dieptestops zijn veiligheidsstops die dieper worden gemaakt dan traditionele stops,
met als doel de vorming en het groter worden van microbelletjes tot een minimum te
beperken.
53
Het Suunto RGBM berekent meerdere dieptestops,waarbij de eerste stop ongeveer
halverwege de maximale diepte en het decompressieplafond komt te liggen. Na het
maken van deze eerste dieptestop, wordt een volgende dieptestop berekend. Deze
komt halverwege de eerste stop en het plafond te liggen. Dit gaat zo verder tot u het
decompressieplafond bereikt.
De duur van de dieptestops kan worden ingesteld op 1 of 2 minuten.
OPMERKING
54
Als dieptestops zijn ingeschakeld, worden de aanbevolen
veiligheidsstops nog steeds geactiveerd aan het einde van de
duik.
6. DUIKEN
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
DE DUIK IS NET GESTART,
WAARDOOR DE NULTIJD LANGER
IS DAN 99 MINUTEN EN DAAROM
NIET WORDT WEERGEGEVEN.
In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het gebruik van de duikcomputer en het aflezen
van de displays. U zult merken dat beide zeer eenvoudig zijn. In elk venster worden
alleen de gegevens weergegeven die van belang zijn voor de specifieke duikmodus.
6.1. Duiken in de modus AIR (DIVEair)
In deze paragraaf leest u hoe u de duikcomputer optimaal kunt benutten wanneer u
duikt met perslucht. Informatie over het activeren van de modus AIR vindt u in
Paragraaf 5.9.1, “De modus DIVE starten”.
OPMERKING
Op diepten tot 1,2 meter blijft de modus Surface (oppervlakte)
actief. Gaat u dieper dan 1,2 meter, dan schakelt het apparaat
automatisch over naar de modus DIVE (duiken). Het verdient
echter aanbeveling zelf de modus DIVE handmatig te activeren
voordat u het water ingaat om de vereiste controles voorafgaand
aan de duik uit te voeren.
55
6.1.1. Basisgegevens
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
DRUK OP DE KNOP DOWN
OM OVER TE SCHAKELEN
TUSSEN DE MAXIMUMDIEPTE
EN HUIDIGE TIJD.
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
DRUK OP DE KNOP UP
OM OVER TE SCHAKELEN
TUSSEN DE DUIKTIJD EN
WATERTEMPERATUUR.
Tijdens een nultijdduik, worden de volgende gegevens weergegeven:
uw huidige diepte in meters (feet)
•
de beschikbare nultijd in minuten, aangeduid met NO DEC TIME
•
de opstijgsnelheid (grafisch), langs de rechterkant van de display
•
In de tweede vensters, die u kunt openen door op UP/DOWN te drukken, wordt het
volgende weergegeven:
de verstreken duiktijd in minuten, aangeduid met DIVE TIME
•
de watertemperatuur in °C (°F)
•
de bij deze duik behaalde maximumdiepte in meters (feet), aangeduid met MAX
•
de huidige tijd, aangeduid met TIME
•
56
6.1.2. Aandachtspunten
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
DRUK OP DE KNOP
SELECT OM TIJDENS EEN DUIK
EEN MOMENTMARKERING
AAN HET PROFIELGEHEUGEN
TOE TE VOEGEN.
Tijdens een duik kunt u momentmarkering in het profielgeheugen vastleggen. Deze
momentmarkeringen worden weergegeven bij doorbladeren van het profielgeheugen
in de display. Momentmarkeringen kunnen ook worden bekeken met de gratis te
downloaden PC-software Suunto Dive Manager.
Bij een momentmarkering worden de diepte, tijd en watertemperatuur opgeslagen.
Als u tijdens een duik een momentmarkering in het profielgeheugen wilt opslaan, moet
u op de knop SELECT drukken. Er wordt een korte bevestiging gegeven.
57
6.1.3. Stijgsnelheidsmeter
WAARSCHUWING
6.1.4. Decompressieduiken
Wanneer de NO DEC TIME (nultijd) is gedaald tot nul minuten, gaat uw duik over in
een decompressieduik. Dit betekent dat u bij terugkeer naar de oppervlakte een of
meer decompressiestops moet maken. De aanduiding NO DEC TIME in de display
wordt vervangen door de aanduiding ASC TIME (opstijgtijd) en er verschijnt een
waarde voor CEILING (decompressieplafond). Een pijl naar boven adviseert u met
opstijgen te beginnen.
Als u tijdens een duik een nultijdlimiet hebt overschreden, geeft de computer de vereiste
decompressiegegevens om veilig te kunnen opstijgen. Na de duik geeft het apparaat
zonodig informatie over de oppervlakte-interval en herhalingsduiken.
58
OVERSCHRIJD NOOIT DE MAXIMALE OPSTIJGSNELHEID!
Een te snelle opstijging vergroot de kans op lichamelijk letsel.
Maak altijd de verplichte en aanbevolen veiligheidsstops wanneer
u de maximale aanbevolen opstijgsnelheid hebt overschreden.
Als u de verplichte veiligheidsstop niet maakt, wordt daarmee bij
uw volgende duik(en) in het decompressiemodel rekening
gehouden. Als u voortdurend de maximale opstijgsnelheid
overschrijdt, moet u meer verplichte veiligheidsstops maken. De
duur van eventuele aanbevolen dieptestops wordt aangegeven
in seconden.
De duikcomputer schrijft geen traditionele stops op vaste diepten voor , maar laat u
decompressiestops maken binnen een bereik van variabele diepten (continue
decompressie).
De opstijgtijd (ASC TIME) is de minimaal vereiste tijd om bij een decompressieduik
veilig de oppervlakte te bereiken. Deze tijd omvat:
de vereiste tijd om op te stijgen tot het decompressieplafond bij een opstijgsnelheid
•
van 10 meter per minuut (het decompressieplafond is de geringste diepte tot welke
u moet opstijgen)
de vereiste wachttijd bij het decompressieplafond
•
de vereiste tijd voor de verplichte veiligheidsstop (indien van toepassing)
•
de tijd die nodig is voor het bereiken van de oppervlakte na de laatste
•
decompressie- of veiligheidsstop
WAARSCHUWING
DE WERKELIJKE OPSTIJGTIJD KAN LANGER ZIJN DAN DE
TIJD DIE DOOR HET APPARAAT WORDT WEERGEGEVEN!
De vereiste opstijgtijd neemt toe als u:
•
langer op diepte blijft
•
langzamer dan 10 meter per minuut stijgt
•
een decompressiestop onder het decompressieplafond maakt
Houd er rekening mee dat deze factoren ook van invloed zijn op
de hoeveelheid lucht die u nodig hebt om de oppervlakte te
bereiken.
59
Decompressieplafond, -zone, -ondergrens en -bereik
Wanneer u een decompressieduik maakt, is het van groot belang dat u bekend bent
metdebegrippendecompressieplafond,decompressieondergrensen
decompressiebereik.
Het decompressieplafond is de geringste diepte tot welke u tijdensde decompressie
•
mag opstijgen. Alle decompressiestops moet op of onder deze diepte worden
gemaakt.
De decompressiezone is het optimale gebied voor een decompressiestop. Dit is
•
het gebied tussen het decompressieplafond en 1,2 meter daaronder.
De decompressieondergrens is de grootste diepte waarop decompressie kan
•
plaatsvinden. Dedecompressie begint wanneer u deze diepte tijdens het opstijgen
passeert.
Het decompressiebereik is het gebied tussen het decompressieplafond en de
•
decompressieondergrens. Binnen dit bereik vindt de decompressie plaats. Houd
er rekening mee dat de decompressie aan of nabij de decompressieondergrens
zeer traag verloopt.
60
De diepte van het decompressieplafond en decompressieondergrens zijn afhankelijk
van uw duikprofiel. Op het moment dat uw duik in een decompressieduik overgaat,
zal het decompressieplafond zaltamelijk hoog liggen. Als u langere tijd op diepte blijft,
komt het plafond echter steeds dieper te liggen en neemt de opstijgtijd toe. Op dezelfde
wijze komen de decompressieondergrens en het decompressieplafond tijdens de
decompressie steeds hoger te liggen.
Onder zware omstandigheden kan het moeilijk zijn om op een constante diepte nabij
de oppervlakte te blijven. Blijf in zo'n situatie iets onder het decompressieplafond om
te voorkomen dat u door de golven over het decompressieplafond wordt getild. Suunto
adviseert omdecompressiestops altijd op een diepte onder de 4meter te maken,zelfs
als het aangegeven decompressieplafond hoger ligt.
OPMERKING
Een decompressiestop onder het decompressieplafond kost u
meer tijd en lucht.
WAARSCHUWING
STIJGNOOITOPTOTBOVENHET
DECOMPRESSIEPLAFOND! U mag nooit opstijgen tot boven
het decompressieplafond. Om te voorkomen dat u dit per ongeluk
doet, is het raadzaam altijd iets onder het decompressieplafond
te blijven.
61
Display-aanduidingen beneden de decompressieondergrens
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
DOOR EEN PIJL NAAR BOVEN, KNIPPEREN
VAN DE ASC TIME EN EEN GELUIDSSIGNAAL WORDT
U GEWAARSCHUWD DAT U MOET OPSTIJGEN.
DE MINIMAAL BENODIGDE OPSTIJGTIJD INCLUSIEF
VEILIGHEIDSSTOP IS 4 MINUTEN.
Als ASC TIME (opstijgtijd) knippert en er een pijl naar boven wordt weergegeven,
bevindt u zich onder de decompressieondergrens. In dat geval moet u direct opstijgen.
De diepte van het decompressieplafond wordt weergegeven aan de linkerkant van
het middelste displaysegment en de minimaal benodigde opstijgtijd aan de rechterkant.
Hieronder ziet u een voorbeeld van een decompressieduik zonder dieptestops, waarbij
de duiker zich onder de decompressieondergrens begeeft.
Display-aanduidingen boven de decompressieondergrens
Wanneer u opstijgt tot boven de decompressieondergrens, stopt de aanduiding ASC
TIME met knipperen en verdwijnt de naar boven gerichte pijl. Hieronder ziet u een
voorbeeld van een decompressieduik waarbij de duiker zich boven de
decompressieondergrens bevindt.
62
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
DE PIJL NAAR BOVEN IS
VERDWENEN EN DE AANDUIDING ASC
TIME KNIPPERT NIET MEER: U BEVINDT
ZICH NU IN HET DECOMPRESSIEBEREIK.
De decompressie begint nu, maar slechts zeer langzaam. Daarom moet u verder
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
TWEE NAAR ELKAAR GERICHTE PIJLEN
('ZANDLOPER'): U BEVINDT ZICH IN DE
OPTIMALE DECOMPRESSIEZONE OP EEN
DIEPTE VAN 3 METER EN DE MINIMAAL
BENODIGDE OPSTIJGTIJD IS 8 MINUTEN.
opstijgen.
Display-aanduidingen in de decompressiezone
Wanneer u de decompressiezone bereikt, verschijnen er twee pijlen die naar elkaar
wijzen (het zandlopersymbool) in de display. Hieronder ziet u een voorbeeld van een
decompressieduik waarbij de duiker zich in de decompressiezone bevindt.
63
Tijdens de decompressiestop wordt de waarde voor ASC TIME afgeteld tot nul.
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
TIJDENS EEN DECOMPRESSIEDUIK BEVINDT
U ZICH BOVEN HET DECOMPRESSIEPLAFOND.
DE PIJL NAAR BENEDEN, DE AANDUIDING 'ER' EN
EEN GELUIDSSIGNAAL WAARSCHUWEN U DAT U
DIRECT (BINNEN 3 MINUTEN) MOET AFDALEN TOT
OP OF ONDER HET DECOMPRESSIEPLAFOND.
Wanneer het decompressieplafond hoger komt te liggen, kunt u opstijgen tot het
nieuwe decompressieplafond. U mag pas terugkeren naar de oppervlakte nadat de
aanduidingen ASC TIME en CEILING (decompressieplafond) zijn verdwenen: in dat
geval zijn alle decompressiestop en eventuele verplichte veiligheidsstops uitgevoerd.
Het wordt echter aangeraden om te wachten totdat ook de aanduiding STOP is
verdwenen. In dat geval is namelijk ook de aanbevolen veiligheidsstop van drieminuten
voltooid.
Display-aanduidingen boven het decompressieplafond
Als u tijdens een decompressiestop opstijgt tot boven het decompressieplafond,
verschijnt er een naar beneden gerichte pijl in de display en klinkt er een continu
geluidssignaal.
Bovendien geeft de waarschuwing 'Er' in de display aan dat u binnen drie minuten
moet terugkeren tot onder het plafond. Daal direct af tot het decompressieplafond of
lager.
64
Wacht u langer met het opvolgen van de decompressie-instructies, dan wordt
automatisch de modus Error permanent geactiveerd. In deze moduskan het apparaat
alleen nog als dieptemeter en timer worden gebruikt. Na terugkeer moet u ten minste
48 uur wachten voordat u opnieuw mag gaan duiken. (Zie Paragraaf 5.7, “Activeringvan de modus Error”).
6.2. Duiken in de modus NITROX (DIVEnitrox)
De modus NITROX (DIVEnitrox) is de tweede duikmodus van de Suunto D4 en is
bestemd voor duiken met gasmengsels die zijn verrijkt met zuurstof.
6.2.1. Voor de duik
Als de modus NITROX is geactiveerd, moet u altijd het juiste zuurstofpercentage van
het gasmengsel invoeren om ervoor te zorgen dat alle stikstof- en zuurstofgerelateerde
berekeningen correct worden uitgevoerd. De duikcomputerpast namelijk de wiskundige
stikstof- en zuurstofberekeningsmodellen daarop aan. De duikcomputer accepteert
geen decimale percentagewaarden voor de zuurstofconcentratie. Rond decimale
percentages niet naar boven af. Eenzuurstofpercentage van 31,8% moet u bijvoorbeeld
invoeren als 31%. Als u de waarde naar boven afrondt, wordt het stikstofpercentage
te laag ingeschat wat gevolgen heeft voor de decompressieberekeningen. Als u bij
berekeningen ruimere marges wilt aanhouden, kunt een hogere persoonlijke
correctiefactor instellen of een lagere PO2-waarde instellen om de zuurstofblootstelling
te wijzigen overeenkomstig de ingevoerde O2%- en PO2waarden. Berekeningen op
basis van nitrox- in plaats van persluchtgebruik leiden tot langere nultijden en geringere
maximale diepten.
65
Bij de zuurstofgerelateerde berekeningen wordt doorde computer een veiligheidsmarge
van 1% boven de ingestelde O2%-waarde aangehouden.
In de modus NITROX worden ook voor de duikplanning de ingestelde O2%- en
PO2-waarden gebruikt.
Meer informatie over het invoeren van nitroxgegevens vindt u in Paragraaf 5.8.4, “Denitroxwaarden instellen”.
Standaard nitroxinstellingen
In de modus NITROX kunt u met de Suunto D4 een nitroxmengsel met een
zuurstofpercentage van 21 tot 50 instellen.
De standaardinstelling in de modus NITROX is perslucht (21% O2). Dit blijft de
standaardinstelling totdat een andere waarde voor O2% wordt ingesteld (22% - 50%).
De standaardinstelling voor de maximale partiële zuurstofdruk is 1,4 bar, maar u kunt
deze instellen in een bereik van 0,5 tot 1,6 bar.
6.2.2. Weergegeven zuurstofwaarden
Wanneer de modus NITROX is ingeschakeld, wordt de informatie weergegeven die
u in de onderstaande afbeelding ziet. In de modus NITROX wordt de maximale
gebruiksdiepte berekend op basis van de ingestelde O2%- en PO2-waarden.
66
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
DE MODUS NITROX IS ACTIEF: DE
MAXIMALE DUIKDIEPTE IS 56,7 METER,
BEREKEND OP BASIS VAN DE INGESTELDE
WAARDEN VOOR O
2
% (21%) EN PO2 (1,4 BAR).
Daarnaast toont de Suunto D4 in de modus NITROX de volgende gegevens in het
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
DRUK OP DE KNOP
DOWN OM OVER TE
SCHAKELEN TUSSEN
O
2
%, MAXIMUMDIEPTE
EN HUIDIGE TIJD.
tweede venster:
het zuurstofpercentage, aangeduid met O2%
•
de ingestelde limiet voor de partiële zuurstofdruk, aangeduid met PO
•
de huidige blootstelling aan zuurstoftoxiciteit, aangeduid met OLF
•
de maximumdiepte
•
de huidige diepte
•
de watertemperatuur
•
de duiktijd
•
2
67
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
DRUK OP DE
KNOP UP OM OVER
TE SCHAKELEN
TUSSEN PO
2
,
OLF, DUIKTIJD
EN WATERTEMPER
ATUUR.
6.2.3. Zuurstoflimietpercentage (OLF)
In de modus NITROX wordt niet alleen de stikstofblootstelling bijgehouden, maar ook
de zuurstofblootstelling. Deze twee berekeningen worden los van elkaar uitgevoerd.
Er worden tevens afzonderlijke berekeningen gemaakt voor CNS-zuurstofvergiftiging
en pulmonaire zuurstofvergiftiging. Dit laatste risico wordt berekend door het optellen
van de Oxygen Toxicity Units (OTU). Beide percentages worden ingedeeld in een
schaal, zodat de maximaal toegestane blootstelling wordt uitgedrukt als 100%.
Voor het zuurstoflimietpercentage (hiervoor wordt op de duikcomputer de aanduiding
OLF gebruikt) wordt alleen de hoogste waarde van de twee berekeningen
weergegeven. De berekeningen voor de zuurstoftoxiciteit zijn gebaseerdop defactoren
die worden vermeld in Paragraaf 10.3, “Zuurstofblootstelling ”.
6.3. Duiken in de modus FREE (DIVEfree)
In de modus FREE kunt de duikcomputer gebruiken als instrument voor freediving.
In de modus FREE wordt middelste displaysegment altijd de totale duiktijd in minuten
en seconden (mm:ss) weergegeven.
68
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
De vrije duik is beëindigd zodra u aan de oppervlakte komt (bij 0,5 meter).
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
OPMERKING
OPMERKING
In de modus FREE worden geen decompressiegegevens
berekend.
In de modus FREE wordt de opstijgsnelheid niet bewaakt.
6.3.1. Daghistorie
In de daghistorie wordt de freedriving-historie van uw laatste duikdag weergegeven.
In de modus Surface (oppervlakte) activeert u de Day History (daghistorie) door te
drukken op de knop SELECT.
69
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
In de daghistorie wordt het volgende weergegeven: de gemiddelde diepte van alle
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
duiken, de diepste diepte van de dag alsmede de tijd, de langste duik, en de
cumulatieve duiktijd in uren en minuten, alsmede het aantal op de dag uitgevoerde
duiken.
OPMERKING
70
Door de eerste duik van de volgende dag wordt de daghistorie
teruggezet en wordt een nieuwe daghistorie gestart.
6.3.2. Tijdlimiet voor freediving
De modus FREE heeft een tijdlimiet van 10 minuten. Na 10 minuten wordt de Suunto
D4 automatisch omgesteld van freediving op bodemtimer voor persluchtduiken. Na
de duik wordt teruggeteld vanaf een vliegverbod van 48 uur. Bovendien kunt u niet
duiken in de modi AIR en NITROX totdat het vliegverbod is teruggeteld tot nul. U kunt
alleen de modus DIVE instellen op OFF.
OPMERKING
Vergeet niet naar de juiste modus te schakelen als u na een duik
in de modus FREE, wilt duiken in de modus AIR of NITROX.
Anders wordt de de tijdlimiet voor freediving na 10 minuten
geactiveerd.
71
7. NA HET DUIKEN
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
U BENT ZES MINUTEN GELEDEN TERUGGEKEERD VAN EEN DUIK
VAN 35 MINUTEN. DE MAXIMALE DIEPTE BIJ DIE DUIK WAS 21,5 METER
EN DE HUIDIGE DIEPTE IS 0,0 METER. MET HET VLIEGTUIGSYMBOOL EN
DE WEERGEGEVEN DUUR VAN HET VLIEGVERBOD WORDT AANGEGEVEN
DAT U PAS OVER 14 UUR EN 28 MINUTEN WEER MAG GAAN VLIEGEN.
HET ATTENTIESYMBOOL GEEFT AAN DAT U UW OPPERVLAKTE-INTERVAL
MOET VERLENGEN.
Wanneer u terugkeert naar de oppervlakte, blijft de Suunto D4 veiligheidsinformatie
en waarschuwingen voor na de duik bieden. De veiligheid van de duiker wordt optimaal
bewaakt dankzij berekeningen voor het plannen van herhalingsduiken.
Tabel 7.1. Alarmen
BetekenisSymbool in display
Attentiesymbool - Oppervlakte-interval verlengen
Decompressieplafond genegeerd
Symbool voor vliegverbod
7.1. Oppervlakte-interval
Als u opstijgt naar een diepte van minder dan 1,2 meter (0,5 meter in de modus FREE),
wordt het venster DIVING vervangen door het venster SURFACE:
72
In de tweede vensters wordt de volgende informatie weergegeven:
de maximale diepte bij de laatste duik in meters (feet)
•
de duur van laatste duik in minuten, aangeduid met DIVE TIME
•
de huidige tijd, aangeduid met TIME
•
de huidige temperatuur in °C (°F)
•
Als de modus NITROX is geactiveerd, wordt bovendien de volgende informatie
weergegeven:
het zuurstofpercentage, aangeduid met O2%
•
de partiële zuurstofdruk, aangeduid met PO
•
de huidige blootstelling aan zuurstoftoxiciteit, aangeduid met OLF
•
2
7.2. Duiknummering
7.2.1. AIR en NITROX
Herhalingsduiken worden beschouwd als onderdeel van één serie zolangde duur van
het vliegverbod niet is verstreken. Binnen elke serie worden de duiken afzonderlijk
genummerd. De eerste duik van de serie wordt genummerd als DIVE 1, de tweede
als DIVE 2, de derde als DIVE 3, enzovoort.
Als u een nieuwe duik start na een oppervlakte-interval van minder dan vijf minuten,
interpreteert de duikcomputer dit als een vervolg op de vorige duik en worden beide
duiken als één duik beschouwd. Het duikvenster wordt opnieuw weergegeven, het
duiknummer blijft ongewijzigd en het tellen van de duiktijd wordt voortgezet vanaf het
punt waar dit was gestopt. Na een oppervlakte-interval van langer dan vijf minuten is
elke volgende duik per definitie een herhalingsduik. De nieuwe duik krijgt een hoger
duiknummer dat wordt weergegeven in de modus MEMplan (duikplanning).
73
7.2.2. FREE-diving
Duikserie is slechts voor één dag. De duiknummering voor de dag en de gegevens
voor de laatste duik wordt op middernacht teruggezet op 0. Elke dag is er een nieuwe
serie duiken die wordt vastgelegd in het logboek.
De duikis voltooid als u opstijgtboven 0,5 meter. Er wordt een nieuweduik vastgelegd
in het logboek zodra u weer afdaalt.
7.3. Herhalingsduiken plannen
De Suunto D4 is voorzien van een duikplanner waarmee u de nultijdlimieten voor een
volgende duik kunt bepalen waarbij rekening wordt gehouden met de stikstofsaturatie
als gevolg van voorgaande duiken. Meer informatie over de modus MEMplan
(duikplanning) vindt u in Paragraaf 7.5.1, “Modus voor duikplanning (MEMPlan)”.
7.4. Vliegen na het duiken
In de modus DIVE wordt de duur van het vliegverbod weergegeven in het middelste
displaysegment (naast het symbool van een vliegtuig). In de modus TIME wordt het
symbool van een vliegtuig weergegeven in de hoek linksboven en wordt de duur van
het vliegverbod weergegeven op de onderste regel. Zolang het vliegverbod van kracht
is, mag u niet vliegen of naar een grotere hoogte reizen.
De duur van het vliegverbod is altijd ten minste twaalf uur of gelijk aan de zogenaamde
desaturatietijd (indien langer dan twaalf uur). Voor desaturatietijden van minder dan
zeventig minuten wordt geen vliegverbod afgegeven.
In de modus Permanent Error (permanente fout) en FREE (als de duik langer duurde
dan 10 minuten) duurt het vliegverbod altijd 48 uur.
Divers Alert Network (DAN) beveelt de volgende tijden voor een vliegverbod aan:
74
Een minimaal oppervlakte-interval van twaalf uur is vereist om er redelijk zeker
•
van te zijn dat een duiker geen symptomen van decompressieziekte ervaart na
het opstijgen in een lijnvliegtuig (cabinedrukvergelijkbaar met een hoogte tot 2400
meter).
Duikers die van plan zijn om gedurende langere tijd dagelijks meerdere malen te
•
duiken of te duikenmet decompressiestops, moeten speciale voorzorgsmaatregelen
nemen en langer dan twaalf uur wachten voordat zij aan een vliegreis beginnen.
Bovendien beveelt de Undersea and Hyperbaric Medical Society (UHMS) aan dat
duikers die met gewone perslucht duiken na hun laatste duik ten minste 24 uur
wachten voordat zij beginnen met een vliegreis waarbij de cabinedruk vergelijkbaar
is met een hoogte van 2400 meter. Hierop bestaan slechts twee uitzonderingen:
Als een duiker tijdens de laatste 48 uur in totaal minder dan twee uur heeft
•
gedoken, wordt een oppervlakte-interval van twaalf uur aanbevolen.
Na een duik met een verplichte decompressiestop mag pas na 24 uur en bij
•
voorkeur na 48 uur worden gevlogen.
Suunto adviseert om niet te gaan vliegen totdat is voldaan aan alle richtlijnen van
•
DAN en UHMS en het door de duikcomputer afgegeven vliegverbod is verstreken.
7.5. Modus MEMORY
De geheugenopties omvatten een duiklogboek (MEMLogbook), duikhistorie
(MEMHistory) en een duikplanner (MEMPlan) (alleen in de modi AIR en NITROX).
die toegankelijk zijn vanuit de modus DIVE (duiken). Overschakelen tussen de functies
kunt u met de knoppen UP/DOWN.
75
De duiktijd en -datum worden geregistreerd in het logboekgeheugen. Controleer
voordat u gaat duiken altijd of de tijd en datum correct zijn ingesteld, vooral wanneer
u tussen verschillende tijdzones reist.
7.5.1. Modus voor duikplanning (MEMPlan)
In de modus voor duikplanning wordende nultijden voor een nieuwe duik weergegeven.
Hierbij wordt rekening gehouden met voorgaande duiken.
Wanneer u de modus (MEMPlan) activeert, wordt eerst kort de resterende
desaturatietijd weergegeven voordat de duikplanner verschijnt.
Met de knoppen UP/DOWN kunt u de nultijdlimieten in stappen van 3 meter
doorbladeren tot een maximale diepte van 45 meter. Nultijdlimieten langer dan 99
minuten worden weergegeven als '—'.
76
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
BIJ HET ACTIVEREN VAN DE MODUS MEMPLAN VERSCHIJNT IN DE DISPLAY
EERST KORT DE RESTERENDE DESATURATIETIJD VOORDAT DE DUIKPLANNER ACTIEF WORDT.
DRUK OP DE KNOPPEN UP/DOWN OM DOOR DE VERSCHILLENDE NULTIJDLIMIETEN TE
BLADEREN. NULTIJDLIMIETEN LANGER DAN 99 MINUTEN WORDEN WEERGEGEVEN ALS '-'.
In de duikplanner wordt rekening gehouden met de volgende informatie uit vorige
duiken:
alle berekende reststikstof
•
de gehele duikhistorie van de afgelopen vier dagen
•
De nultijden voor de verschillende diepten zullen daarom korter zijn dan bij een eerste
nieuwe duik.
U kunt de duikplanner verlaten door op de knop MODE te drukken.
OPMERKING
De duikplanner kan niet worden ingeschakeld in de modi FREE
en Error (zie Paragraaf 5.7, “Activering van de modus Error”).
De nultijdlimieten worden korter wanneer een grotere hoogte en of hogere persoonlijke
correctiefactor is ingesteld. Meer informatie over de nultijden bij verschillende hoogteinstellingen en persoonlijke correctiefactoren vindt u in Paragraaf 5.9.4,“Bergmeerduiken” en Paragraaf 5.9.5, “Persoonlijke factoren”.
77
Weergegeven duiknummering tijdens duikplanning
Wanneer aan het begin van een duik nog een vliegverbod van kracht is, behoort deze
duik tot de voorafgaande serie herhalingsduiken.
Een duik wordt pas als een herhalingsduik beschouwd bij een oppervlakte-interval
van ten minste vijf minuten. Anders wordt de duik beschouwd als een voortzetting van
de voorgaande duik. In dat geval blijft het duiknummer ongewijzigd en wordt het tellen
van de duiktijd voortgezetvanaf het punt waar dit was gestopt. (Zie ook Paragraaf 7.2,“Duiknummering”).
7.5.2. Duiklogboek (MEMLogbook)
De Suunto D4 beschikt over een zeer geavanceerd logboek en omvangrijk
profielgeheugen. De gegevens worden op basis van de geselecteerde meetinterval
in het profielgeheugen opgeslagen.
De aanduiding END OF LOGS (einde van logboeken) wordt weergegeven tussen de
oudste en recentste duik. De volgende gegevens worden weergegeven op drie
pagina's:
78
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
ER ZIJN DRIE PAGINA'S MET LOGBOEKGEGEVENS.
DRUK OP DE KNOP SELECT OM DE LOGBOEKPAGINA'S I, II EN III
EEN VOOR EEN TE BEKIJKEN. DE GEGEVENS VAN DE MEEST
RECENTE DUIK WORDEN ALS EERSTE WEERGEGEVEN.
Pagina I, hoofdvenster
Maximumdiepte
•
datum van de duik
•
soort duik (AIR, NITROX, FREE, bodemtimer (G))
•
begintijd van de duik
•
duiknummer
•
zuurstofpercentage
•
totale duiktijd (in minuten in de modi AIR en NITROX, en in minuten en seconden
•
in de modus FREE)
Pagina II
maximumdiepte
•
oppervlakte-interval tussen deze en voorgaande duik
•
waarschuwingen
•
79
Pagina III
grafisch duikprofiel
•
OPMERKING
In het geheugen wordt ongeveer de laatste 80 uur (meetinterval
van 20 seconden) aan duikgegevens opgeslagen. Daarna worden
de oudste duiken verwijderd als er nieuwe duiken worden
toegevoegd. De inhoud van het geheugen blijft bij het vervangen
van de batterij bewaard (indien dit volgens de instructies gebeurt).
OPMERKING
7.5.3. Duikhistorie (MEMHistory)
De duikhistorie is een samenvatting van alle duiken die door de duikcomputer zijn
vastgelegd.
U kunt de duikhistorie bekijken voor duiken met of zonder ademapparatuur.
Historie voor persluchtduiken
De historie voor persluchtduiken (Scuba History) kan maximaal 999 duiken en 999
duikuren bevatten. Wanneer deze maximumwaarden worden bereikt, worden detellers
op nul gezet.
80
Zolang een vliegverbod van kracht is, worden herhalingsduiken
beschouwd als onderdeel van dezelfde serie duiken. Zie
Paragraaf 7.2, “Duiknummering” voor meer informatie.
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
WEERGAVE PERSLUCHTDUIKHISTORIE: TOTAAL AANTAL DUIKEN,
TOTAAL AANTAL DUIKUREN EN
MAXIMAAL BEREIKTE DIEPTE.
OPMERKING
U kunt de maximale diepte voor duiken instellen op 0,0 meter
door de duikcomputer met de PC-aansluitkabel op een PC aan
te sluiten waarop het gratis te downloaden programma Suunto
Dive Manager is geïnstalleerd.
Historie voor freediving
In de historie voor freediving (Free Dive History) worden de diepste en langste duiken
van alle freedives weergegeven, en de cumulatieve duiktijdin uren en minuten, alsmede
het totale aantal duiken.
Het geheugen voor freediving kan maximaal 999 duiken en 99 duikuren en 59 minuten
bevatten. Wanneer deze maximumwaarden worden bereikt, worden de tellers op nul
gezet.
81
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
4
/
#
.
6
-
2
$
+
$
"
3
,
.
#
$
In de historie voor freediving worden gegevens over de hele reeks vrije duiken
vastgelegd. In tegenstelling tot de daghistorie wordt het geheugen voor freediving niet
teruggezet.
OPMERKING
U kunt alle gegevens over vrije duiken in de historie voor
freediving terugzetten door de duikcomputer met de PCaansluitkabel op een PC aan te sluiten waarop het gratis te
downloaden programma Suunto Dive Manager is geïnstalleerd.
7.6. Suunto Dive Manager (SDM)
Suunto Dive Manager (SDM) is optionele PC-software waarmee de functionaliteit van
de Suunto D4 sterk wordt uitgebreid.
Met dit programma kunt u duikgegevens van uw duikcomputer naar een PC
downloaden. U kunt vervolgens alle gegevens bekijken en ordenen diedoor de Suunto
D4 zijn vastgelegd. U kunt ook duiken plannen, kopieën van uw duikprofielenafdrukken
en duiklogboeken uploaden om deze op SuuntoSports.com met uw vrienden uit te
wisselen.
82
U kunt altijd de recentste versie van Suunto Dive Manager downloaden op
www.suunto.com. Kijk regelmatig of er nieuwe updates beschikbaar zijn, want het
programma wordt voortdurend verder ontwikkeld en uitgebreid.
De volgende gegevens worden naar uw PC overgebracht:
diepteprofiel van de duik
•
duiktijd
•
oppervlakte-interval
•
duiknummer
•
begintijd van de duik (jaar, maand, dag en tijd)
•
instellingen van de duikcomputer
•
instellingen voor zuurstofpercentage en maximale OLF-waarde (in de modus
•
NITROX)
weefselverzadigingsgegevens
•
actuele watertemperatuur
•
aanvullende duikgegevens (bijvoorbeeld SLOW (langzaam) en opgeslagen
•
verplichte veiligheidsstops, attentiesymbolen, momentmarkeringen, markeringen
van momenten van bovenkomen, markeringen voor decompressiestops,
markeringen voor decompressie-overtredingen)
serienummer van duikcomputer
•
persoonlijke gegevens (30 tekens)
•
Met SDM kunt u verder:
persoonlijke gegevens invoeren in de Suunto D4 (maximaal 30 tekens)
•
de maximale diepte van de persluchtduikhistorie op nul terugzetten
•
historie voor freediving volledig terugzetten
•
83
Aan de logboekbestanden op de PC kunt u handmatig opmerkingen,
multimediagegevens en andere persoonlijke informatie toevoegen.
7.7. www.suuntosports.com en Suunto Diving World op www.suunto.com/diving
Logboeken die u naar Suunto Dive Manager hebt overgebracht kunt u op
SuuntoSports.com uitwisselen met andere duikliefhebbers. Dit is een gratis en open
internetforum waar u de ervaringen die u onder water hebt opgedaan kunt vergelijken
met die van andere Suunto-gebruikers.
SuuntoSports.com bestaat uit drie onderdelen.
In My Suunto kunt u uw duikcomputer registreren en uw gebruikersprofiel beheren.
Dit gedeelte bevat ook een persoonlijke kalender.
Het onderdeel Communities is een ontmoetingsplaats voor kleinere groepen
geregistreerde SuuntoSports.com-gebruikers. Hier kunt u eigen groepen maken en
beheren of zoeken naar andere groepen. Alle groepen beschikken over een eigen
introductiepagina waarop de laatste activiteiten van de groep worden vermeld.
Groepsleden kunnen ook berichten op een prikbord plaatsen, de groepskalender
raadplegen, eigen lijsten met links bijhouden en groepsactiviteiten opzetten. Alle
geregistreerde SuuntoSports.com-gebruikers worden automatischlid van de community
World of Suunto Sports.
In deze forums vindt u nieuwsberichten, bulletin-boards, evenementenkalenders,
ranglijsten en discussiegroepen voor specifieke sporten. U kunt ook ervaringen
uitwisselen en reisverslagen van andere leden lezen.
84
Als u meer wilt weten over de mogelijkheden van en activiteiten op SuuntoSports.com,
bezoek dan de site en verken deze. Zonodig vindt u onder Help aanvullende informatie
over de verschillende gebruiksmogelijkheden. De Help-informatie is beschikbaar aan
de rechterkant van de scheidingsbalk op het scherm.
85
8. ZORG EN ONDERHOUD VAN MIJN SUUNTO DUIKCOMPUTER
De SUUNTO duikcomputer is een geavanceerd precisie-instrument. Hoewel het is
ontworpen om bestand te zijn tegen de ontberingen van het duiken, moet u er net zo
zorgvuldig en voorzichtig mee omgaan als elk ander precisieinstrument.
WATERCONTACTEN EN DRUKKNOPPEN
•
Vervuiling of modder op de watercontacten/verbinding of drukknoppen kan de
automatische activering van de duikmodus verhinderen en problemenveroorzaken
bij gegevensoverdracht. Het is daarom belangrijk dat de watercontacten en de
drukknoppen schoon worden gehouden. Als de watercontacten actief zijn (AC
tekst blijft getoond worden) of als de duikmodus uit zichzelf start, dan is de reden
hiervoor waarschijnlijk vervuiling of een onzichtbare laag zeeverontreiniging die
stroomgeleiding tussen de contacten veroorzaakt. Het is belangrijk dat de
duikcomputer zorgvuldig wordt gewassen in schoon kraanwater na afronden van
een dag duiken. De contacten kunnen worden schoongemaakt met schoon
kraanwater of, indien nodig, een mild schoonmaakmiddel en een zachte borstel.
Het kan soms nodig zijn om het instrument uit de beschermkap te halen om schoon
te maken.
ZORG VOOR UW DUIKCOMPUTER
•
Probeer NOOIT de behuizing van de duikcomputer te openen.•
86
• Breng elke twee jaar of na 200 keer duiken (wat het eerste voorkomt) uw
duikcomputer naar een erkende dealer of distributeur voor onderhoud. Bij deze
onderhoudsbeurt zal een algemene controle, vervanging van de batterij en
waterbestendigheidscontrole plaatsvinden. Voor dit onderhoud is speciaal
gereedschap en een speciale opleiding nodig. Het is daarom aan te raden
contact op te nemen met een erkende SUUNTO dealer of distributeur voor het
tweejaarlijkse onderhoud. Probeer geen onderhoud uit te voeren waar u niet
zeker van bent.
• Laat het instrument onmiddellijk controleren door uw SUUNTO dealer of
distributeur als er vocht in de kast zichtbaar is.
• Als u krassen, barsten of andere soortgelijke fouten op het beeldscherm ontdekt
die de levensduur nadelig kunnen beïnvloeden, moet u het glas onmiddellijk
laten vervangen door uw SUUNTO dealer of distributeur.
• Was en spoel de eenheid na elk gebruik in schoon kraanwater.
• Bescherm de computer tegen schokken, extreme hitte, direct zonlicht en
aantasting door chemische middelen. De duikcomputer is niet bestand tegen
zware objecten (zoals zuurstofflessen) die er op vallen. De computer is ook
niet bestand tegen chemische middelen zoalsgasoline, oplosmiddelen, aërosols,
lijmmiddelen, verf, aceton, alcoholen, enz. Chemische reacties met dergelijke
middelen beschadigen de verzegeling, de behuizing en de afwerking.
• Sla uw duikcomputer op in een droge omgeving wanneer u hem niet gebruikt.
• De duikcomputer zal een batterijsymbool weergeven als waarschuwingwanneer
de batterijspanning te laag wordt. Wanneer u dit symbool ziet, moet u de
computer niet gebruiken totdat de batterij vervangen is.
87
• Trek het bandje van uw duikcomputer niet te strak aan.U moetuw vinger tussen
het bandje en uw pols in kunnen steken. Verkort het bandje door het af te
knippen als u niet verwacht de extra lengte nodig te hebben.
ONDERHOUD
•
De computer moet na iedere duik weken in schoon kraanwater, grondig afgespoeld
worden en daarna gedroogd met een zachte handdoek. Verzeker u er van dat alle
zoutkristallen en zanddeeltjes weggewassen zijn. Controleer het beeldscherm voor
mogelijk vocht of water. Gebruik de duikcomputer NIET als er vocht of water aan
de binnenzijde zichtbaar is. Neem contact op met een erkende Suunto dealer om
de batterij te vervangen of voor ander onderhoud.
BELANGRIJK!
• Gebruik geen perslucht om water van de computer af te blazen.
• Gebruik geen oplos- of schoonmaakmiddelen die de computer kunnen
beschadigen.
• Test of gebruik de duikcomputer niet onder droge druk.
CONTROLEREN OP WATERDICHTHEID
•
De waterdichtheid van de duikcomputer moetgecontroleerd worden na het plaatsen
van de batterij of andere onderhoudshandelingen. Deze controle vereist speciale
apparatuur en training. U moet het beeldscherm regelmatigcontroleren op mogelijke
lekken. Als u vocht in uw duikcomputer vindt, is er een lekkage. Een lek moet
zonder uitstel hersteld worden omdat vocht de duikcomputer ernstig en zelfs
onherstelbaar kan beschadigen. SUUNTO neemt geen verantwoordelijkheid voor
schade als gevolg van vocht in de duikcomputer tenzij de instructies in deze
handleiding zorgvuldig zijn opgevolgd. Breng in het geval van een lekkage de
duikcomputer direct naar een erkende SUUNTO dealer of distributeur.
88
Veel gestelde vragen
WAT KAN IK ZELF AAN MIJN SUUNTO DUIKCOMPUTER DOEN?
OPMERKING
De batterijen kunnen door de gebruiker worden vervangen in alle duikcomputers
behalve de Stinger, D4, D6 and D9.
Instructies voor het vervangen van batterijen en bandjes kan worden gevonden in de
gebruikershandleidingen op www.suunto.com en de gebruikersvideo’s aldaar.
WAT ZIJN ORIGINELE SUUNTO ACCESOIRES?
Originele Suunto accessoires worden alleen gedistribueerd via Suunto`s wereldwijde
netwerk van Suunto distributeurs en dealers.
Originele Suuntoaccessoires worden getest op geschiktheid voor gebruik met Suunto
producten en kunnen veilig gebruikt worden.
OPMERKING
HOE KOM IK AAN MEER INFORMATIE?
U kunt service- en garantie-informatie vinden in deze pagina’s door de veelgestelde
vragen te doorzoeken.
Het is aan te raden contact op te nemen met een erkende
SUUNTO service, distributeur of dealer voor alle reparaties.
Batterijen en bandjes kunnen door de gebruiker worden vervangen
als de verandering gebeurt op de juiste manier om lekkage van
water in het batterijvak of de computer te voorkomen. U moet
gebruik maken van originele batterijvervangings- of bandkits.
Schade die veroorzaakt wordt door het gebruik van niet originele
accessoires wordt niet gedekt door de garantie.
89
Als u het antwoord niet vindt in de veelgestelde vragen, kunt u ook een verzoek om
ondersteuning sturen. Om een verzoek om ondersteuning te kunnen versturen moet
u zich registreren in het systeem. REGISTREER NU.
U kunt ook de Europese helpdesk bereiken per telefoon op +358 2 284 1160. De
kosten van het gesprek zijn het normale tarief voor bellen naar Finland. Het callcenter
is open van ma-vr, 24u p/dag. De service is altijd in het Engels beschikbaar. Andere
talen - Frans, Duits, Zweeds, Japans, Spaans en Fins – zijn alleen beschikbaar tijdens
lokale kantoortijden. De professionele medewerkers van het callcenter kunnen vragen
beantwoorden van klanten over duikproducten, outdoorproducten en kompassen.
HOE WEET IK OF MIJN SUUNTO PRODUCT GEDEKT WORDT DOOR DE
GARANTIE?
U kunt het aankoopbewijs controleren dat minder dan 2 jaar oud moet zijn. U kunt ook
het serienummer van uw product controleren.
Wordt de garantie verlengd als mijn Suunto product wordt gerepareerd?
Voor zo ver nationale wetten dat toestaan wordt de garantie niet verlengd of anderszins
beïnvloed door reparatie. Onderde(e)l(en) die gerepareerd zijn of vervangende
product(en) die geleverd worden tijdens de garantieperiode worden echter wel
gegarandeerd voor de resterende duur van de originele garantie of drie (3) maanden
vanaf de reparatie of vervangingsdatum, waarbij van de langste periode wordt
uitgegaan.
90
9. BATTERIJEN VERVANGEN
OPMERKING
LET OP
LET OP
Alle historie- en profielgegevens, alsmede de instellingen voor de hoogte, alarmen en
de persoonlijke correctiefactor blijven ook na het vervangen van de batterij in het
geheugen opgeslagen. De instellingen voor de kloktijd en het tijdalarm gaan echter
verloren. In de modus NITROX worden de nitroxinstellingen ook teruggezet op de
standaardinstellingen (MIX1 21 % O2, 1,4 bar PO2).
Voor het vervangen van de batterij kunt u zich het beste tot een
erkende Suunto-dealer wenden. Het is noodzakelijk dat de batterij
op de juiste manier wordt vervangen om te voorkomen dat er
water naar het batterijvak of de computer lekt.
Defecten die worden veroorzaakt door onjuiste plaatsing van een
batterij, vallen niet onder de garantie.
Wanneer de batterij wordt vervangen, gaan alle gegevens over
stikstof- en zuurstofopname verloren. Daarom moet de duur van
een eventueel weergegeven vliegverbod zijn verstreken of u moet
ten minste 48 uur - en bij voorkeur tot 100 uur - wachten voordat
u weer gaat duiken.
91
10. TECHNISCHE GEGEVENS
10.1. Technische gegevens
Afmetingen en gewicht:
• Diameter: 50,0 mm
• Hoogte: 16,0 mm
• Gewicht: 85 g
Dieptemeter:
• Druksensor met temperatuurcompensatie
• Gekalibreerd voor zout water, in zoet water zijn de metingen ongeveer 3% lager
(gekalibreerd in overeenstemming met EN 13319)
• Te gebruiken op maximale diepte: 100 m (in overeenstemming met EN 13319)
• Nauwkeurigheid: ± 1% van volledige schaal of beter van 0 tot 80 m bij 20 °C (in
overeenstemming met EN 13319)
• Weergavebereik diepte: 0 tot 100 m
• Nauwkeurigheid: 0,1 m van 0 tot 100 m
Temperatuurvenster:
• Nauwkeurigheid: 1 °C
• Weergavebereik: -20 tot +50 °C
• Nauwkeurigheid: ± 2 °C binnen 20 minuten na een temperatuurwijziging
Kalender/klok
• Nauwkeurigheid: ± 25 sec/maand (bij 20 °C)
• 12/24-uursweergave
92
Wordt alleen weergegeven in modus NITROX:
• Zuurstofpercentage: 21 - 50
• Weergave partiële zuurstofdruk: 0,5 - 1,6 bar
• Zuurstoflimietpercentage: 1 - 200% met nauwkeurigheid van 1%
Logboek/duikprofielgeheugen:
• Meetinterval in de modi AIR en NITROX: standaard 20 seconden, instelbaar op 1,
10, 20, 30, 60s
• Meetinterval in de modus FREE: standaard 1 seconde, instelbaar op 1, 2, 5s
• Geheugencapaciteit: ongeveer 80 uur duiken met een meetintervalvan 20 seconden
• Dieptenauwkeurigheid: 0,3 m
Gebruiksomstandigheden:
• Normaal hoogtebereik: 0 tot 3000 m boven zeeniveau
• Bedrijfstemperatuur: 0 tot 40 °C
• Bewaartemperatuur: -20 tot +50 °C
Aanbevolen wordt het apparaat op een droge plaats bij kamertemperatuur te bewaren.
OPMERKING
Bewaar de duikcomputer niet op een plaats waar deze wordt
blootgesteld aan direct zonlicht.
93
Berekeningsmodel lichaamsweefsel:
• Suunto Deep Stop RGBM-algoritme (ontwikkeld door Suunto en Bruce R. Wienke)
• 9 weefselcompartimenten
• Halfwaardetijden weefselcompartimenten: 2.5, 5, 10, 20, 40, 80, 120, 240 en 480
minuten (bij gassing). De halfwaardetijden voor ontgassing worden verminderd
• Lagere (variabele) 'M'-verloopwaarden op basis van duikgewoonten en duikfouten.
De 'M'-waarden worden bijgehouden tot 100 uur na een duik
• De EAN- en zuurstofdrukberekeningen zijn gebaseerd op aanbevelingen van R.W.
Hamilton en de momenteel gangbare tabellen en principes voor maximale
blootstelling
Batterij:
• Eén 3-V lithiumbatterij: CR 2450
• Maximale bewaartijd batterij: drie jaar
• Vervangen: om de twee jaar of vaker afhankelijk van duikactiviteit
• Verwachte levensduur bij 20 °C:
• 0 duiken/jaar -> 2 jaar
• 100 duiken/jaar ->1,5 jaar
• 300 duiken/jaar ->1 jaar
De volgende omstandigheden hebben gevolgen voor de verwachte levensduur van
de batterij:
De duur van de duiken
•
De omstandigheden waarin het apparaat wordt gebruikt en bewaard (bijvoorbeeld
•
temperatuur). Onder de 10 °C is de verwachte levensduur van de batterij ongeveer
50 tot 75% van de levensduur bij 20 °C
Het gebruik van de displayverlichting en geluidssignalen
•
94
De kwaliteit van de batterij. (Sommige lithiumbatterijen kunnen plotseling leeg
•
raken, wat niet van tevoren kan worden getest.)
De tijd dat de duikcomputer in het magazijn heeft gelegen totdat dezeis aangeschaft
•
door de klant. (De batterij wordt in de fabriek in het apparaat geplaatst)
OPMERKING
10.2. RGBM
RGBM (Reduced Gradient Bubble Model) van Suunto is een modern algoritme om te
voorspellen hoeveel opgelost en vrij gas aanwezig is in de weefsels en het bloed van
de duiker. Het algoritme is ontwikkeld door Suunto in samenwerking met Bruce R.
Wienke. Hetis gebaseerd op laboratoriumexperimenten en duikgegevens, waaronder
gegevens van DAN.
Het algoritme vormt een grote verbetering ten opzichte van de klassieke Haldanemodellen, die geen voorspelling kunnen geven over de vorming van gas in vrije
toestand (microbelletjes). Het voordeel van Suunto RGBM is grote veiligheid doordat
het model kan worden aangepast aan vele situaties. Suunto RGBM is geschikt voor
diverse duikomstandigheden die buiten het bereik liggen van modellen die alleen
voorspellingen kunnen doen voor opgelost gas. Dit komt door het volgende:
Duiken op meerdere dagen worden voortdurend geregistreerd
•
Kort opeenvolgende herhalingsduiken worden verwerkt
•
De batterijwaarschuwing kan door lage temperaturen of een
interne oxidatie van de batterij worden geactiveerd wanneer de
batterijcapaciteit nog voldoende is. In dat geval verdwijnt de
waarschuwing doorgaans wanneer de modus DIVE opnieuw
wordt ingeschakeld.
95
Er wordt gereageerd op een duik die dieper is dan een voorgaande duik
•
Aanpassingen aan snelle opstijgingen waarbij veel microbelletjes worden gevormd
•
Consistent met natuurwetten voor kinetische gastheorie
•
10.2.1. Adaptieve decompressie van Suunto RGBM
Bij het Suunto RGBM-algoritme worden voorspellingen aangepast voor de effecten
van vrijgekomen microbelletjes en nadelige duikprofielen in de huidige duikserie. Deze
berekeningen worden ook gewijzigd in overeenstemming met de persoonlijke
correctiefactor die u selecteert.
Het patroon en de snelheid van decompressie aan de oppervlakte worden aangepast
in overeenstemming met de invloed van microbelletjes.
Bij herhalingsduiken kan de correctie ookworden toegepast op de maximaal toegestane
stikstofoverdruk in elke theoretische weefselgroep.
Afhankelijk van de omstandigheden worden de decompressieverplichtingen aangepast
door een of meer van de volgende handelingen uit te voeren:
Duiktijden zonder decompressiestop verminderen
•
Verplichte veiligheidsstops toevoegen
•
De duur van decompressiestops verlengen
•
Een langere oppervlakte-interval aanbevelen (attentiesymbool)
•
96
Attentiesymbool – Aanbeveling van langere oppervlakte-interval
Bepaalde patronen van meerdere duiken brengen een verhoogd risico op
decompressieziekte met zich mee, bijvoorbeeld duiken met korte oppervlakteintervallen, herhalingsduiken naar steeds grotere diepten, meerdere opstijgingen en
veelvuldig duiken op meerdere dagen. Als dergelijke patronen worden vastgesteld,
wordt niet alleen het decompressiealgoritme aangepast, maar kan via het
attentiesymbool ook een langere oppervlakte-interval worden aanbevolen.
10.2.2. Nultijdlimieten
De nultijdlimieten die voor de eerste duik naar één diepte (zie Tabel 10.1,
“Nultijdlimieten voor verschillende diepten (m)” en Tabel 10.2, “Nultijdlimieten voor
verschillende diepten (ft) ”) door de duikcomputer worden weergegeven, zijn iets
behoudender dan de uiterste limieten volgens de US Navy-tabellen.
97
Tabel 10.1. Nultijdlimieten voor verschillende diepten (m)
Nultijdlimieten (min) voor verschillende diepten (m)
Diepte
(m)
9
12
15
18
21
24
27
30
33
36
39
42
45
98
-124
72
52
37
29
23
18
13
11
9
7
6
163
89
57
39
29
24
18
14
11
9
7
6
5
voor de eerste duik van een serie
Persoonlijke correctiefactor / hoogte-instelling
96
130
67
43
30
23
19
15
12
9
8
6
5
5
163
89
57
39
29
24
18
14
11
9
7
6
5
130
67
43
30
23
19
15
12
9
8
6
5
5
54
35
5
20
16
12
9
8
6
5
4
4
130
67
43
30
23
19
15
12
9
8
6
5
5
96
54
35
25
20
16
12
9
8
6
5
4
4
P2/A2P2/A1P2/A0P1/A2P1/A1P1/A0P0/A2P0/A1P0/A0
75
45
29
21
15
12
9
7
6
5
4
4
3
Tabel 10.2. Nultijdlimieten voor verschillende diepten (ft)
Diepte
(ft)
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
Nultijdlimieten (min) voor verschillende diepten ft)
160
-86
120
56
69
38
50
29
36
23
28
18
22
14
17
11
13
9
10
7
9
6
7
5
6
voor de eerste duik van een serie
Persoonlijke correctiefactor / hoogte-instelling
92
127
160
127
52
65
86
65
34
41
56
41
25
29
38
29
20
22
29
22
15
19
23
19
11
15
18
15
9
11
14
11
7
9
11
9
6
8
9
8
5
6
7
6
4
5
6
5
4
4
5
4
127
65
41
29
22
19
15
11
9
8
6
5
4
92
52
34
25
20
15
11
9
7
6
5
4
4
P2/A2P2/A1P2/A0P1/A2P1/A1P1/A0P0/A2P0/A1P0/A0
73
43
28
20
15
11
9
7
6
5
4
4
3
99
10.2.3. Bergmeerduiken
Op grote hoogten is de atmosferische druk lager dan op zeeniveau. Als u naar een
grote hoogte reist, bevat uw lichaam meer stilstof ten opzichte van de homeostase
op de oorspronkelijke hoogte. Dit aanvullende stikstof komt geleidelijk vrij totdat het
evenwicht is hersteld. Het verdient aanbeveling op de nieuwe hoogte eerst te
acclimatiseren door ten minste drie uur te wachten voordat u gaat duiken.
Voordat u gaat duiken op hoogte, moet de hoogte-instelling aan de nieuwe hoogte
worden aangepast. De maximale partiële stikstofdruk die is toegestaan volgens het
wiskundige model van de duikcomputer, wordt dan verminderd in overeenstemming
met de lagere luchtdruk in de omgeving.
Hierdoor worden de nultijdlimieten sterk verkort.
10.3. Zuurstofblootstelling
De berekeningen voor zuurstofblootstelling zijn gebaseerd op de momenteel gangbare
tabellen en principes voor maximale blootstelling. Bovendien maakt de duikcomputer
gebruik van verschillende methoden om een behoudende schatting te maken van de
zuurstofdruk. Voorbeeld:
De weergegeven berekeningen voor de zuurstofblootstelling worden verhoogd tot
•
de volgende procentuele waarde.
Voor recreatief persluchtduiken, wordt standaard de aanbevolen PO2-bovengrens
•
van 1,4 bar gebruikt.
De procentuele CNS-limieten tot 1,6 bar zijn gebaseerd op de limieten uit de NOAA
•
Diving Manual van 1991.
De OTU-registratie is gebaseerd op het dagelijkse tolerantieniveau op de lange
•
termijn en de herstelfactor is verlaagd.
100
De zuurstofgegevens die worden weergegeven door de duikcomputer zijn zodanig
ingesteld dat alle waarschuwingen en vensters tijdens de juiste fasen van de duik
worden weergegeven. De volgende gegevens worden bijvoorbeeld tijdens een duik
weergegeven als de computer is ingesteld in de modus NITROX:
Het geselecteerde O2% wordt weergegeven in het tweede venster.
•
Tweede OLF%-venster voor CNS% of OTU% (afhankelijk van welke waarde het
•
grootst is).
Er klinken geluidssignalen en de OLF-waarde begint te knipperen wanneer de
•
limieten van 80% en 100% worden overschreden.
Er klinken geluidssignalen en de werkelijke PO2-waarde begint te knipperen
•
wanneer de vooraf ingestelde limiet wordt overschreden.
Bij het plannen van een duik wordt de maximale diepte geselecteerd in
•
overeenstemming met de O2%-waarde en de maximumwaarde voor PO2.
101
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.