Stihl FR 460 TC-FM Instruction Manual [de, fr, nl]

FR 460 TC-FM
2 - 25
2 - 25
2 - 25 25 - 52
25 - 52
25 - 52 52 - 76
52 - 76
52 - 76
Handleiding Notice d’emploi Gebrauchsanleitung
Nederlands
Inhoudsopgave
1 Voorwoord...................................................2
ding............................................................. 2
3 Overzicht.....................................................3
4 Veiligheidsinstructies.................................. 4
5 Motorzeis klaarmaken voor gebruik.......... 11
6 Motorzeis monteren.................................. 12
7 Motorzeis voor de gebruiker instellen....... 14
8 Brandstof mengen en motorzeis bijvullen. 14
9 Motor starten en afzetten.......................... 15
10 Motorzeis controleren............................... 17
11 Met de motorzeis werken..........................17
12 Na de werkzaamheden............................. 19
13 Vervoeren................................................. 19
14 Opslaan.....................................................20
15 Reinigen....................................................20
16 Onderhoud................................................ 20
17 Repareren................................................. 21
18 Storingen opheffen....................................22
19 Technische gegevens............................... 23
20 Combinaties van snijgarnituren en
beschermkappen...................................... 24
21 Vrijgegeven aanbouwgereedschappen.....24
22 Onderdelen en toebehoren....................... 24
23 Milieuverantwoord afvoeren......................24
24 EU-conformiteitsverklaring........................24
25 UKCA-conformiteitsverklaring...................25

1 Voorwoord

Geachte cliënt(e), Wij zijn blij dat u hebt gekozen voor STIHL. Wij
ontwikkelen en produceren onze producten in topkwaliteit in overeenstemming met de behoef‐ ten van onze klanten. Zo ontstaan producten met een hoge betrouwbaarheid, ook bij extreme belasting.
STIHL staat ook voor service met topkwaliteit. Onze dealers staan garant voor deskundig advies en instructie alsmede een uitgebreide technische begeleiding.
STIHL kiest uitdrukkelijk voor een duurzame en verantwoordelijke omgang met de natuur. Deze gebruiksaanwijzing is voor u bedoeld als onder‐ steuning om uw STIHL-product gedurende een lange levensduur veilig en milieuvriendelijk te gebruiken.
Wij danken u voor uw vertrouwen in ons en wen‐ sen u veel plezier met uw STIHL product.
Dr. Nikolas Stihl
BELANGRIJK! VOOR GEBRUIK GOED DOOR‐ LEZEN EN BEWAREN.
2 Informatie met betrekking
tot deze handleiding

2.1 Geldende documenten

De lokale veiligheidsvoorschriften moeten wor‐ den aangehouden. ► Naast deze handleiding de volgende docu‐
menten lezen, begrijpen en bewaren:
handleiding en verpakking van het gebruikte
snijgarnituur
2.2 Aanduiding van de waarschu‐ wingen in de tekst
WAARSCHUWING
■ De aanwijzing duidt op gevaren die kunnen
leiden tot ernstig letsel of zelfs tot de dood. ► De genoemde maatregelen kunnen ernstig
letsel of de dood voorkomen.
LET OP
■ De aanwijzing duidt op gevaren die kunnen
leiden tot materiële schade. ► De genoemde maatregelen kunnen materi‐
ele schade voorkomen.

2.3 Symbolen in de tekst

Dit symbool verwijst naar een hoofdstuk in deze handleiding.
Vertaling van de originele handleiding
0000009910_004_NL
Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier.
Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar.
© ANDREAS STIHL AG & Co. KG 2022
0458-563-7601-A. VA1.B22.
2 0458-563-7601-A
11
1
2
15
24
16
8
9
10
25
13
14
3
18
7
17
26
27
28
23
22
21
19
20
29
30
31
32
12
6
5
4
#
0000099495_001

3 Overzicht Nederlands

3 Overzicht

3.1 Motorzeis

1 Flexibele as
De flexibele as brengt de beweging van de motor over naar het snijgarnituur.
2 buigzame steel
De buigzame steel verbindt de koppelingsmof met de motor en beschermt de flexibele as.
3 Filterdeksel
Het filterdeksel dekt het luchtfilter af.
4 luchtfilter
Het luchtfilter filtert de door de motor aange‐ zogen lucht.
5 hand-benzinepomp
De hand-benzinepomp vergemakkelijkt het starten van de motor.
6 Chokeknop
De chokeknop dient voor het starten van de motor.
7 Schuif
De schuif dient voor het instellen van de zomer- of de winterstand.
8 Bougie
De bougie ontsteekt het brandstof-luchtmeng‐ sel in de motor.
0458-563-7601-A 3
9 Bougiestekker
De bougiestekker verbindt de bougiekabel met de bougie.
10 Kap
De kap dekt de bougiestekker af.
11 Gereedschapstas
In de gereedschapstas kan gereedschap wor‐ den bewaard.
12 Draagriem
De draagriem verdeelt het gewicht van de motorzeis over het lichaam.
13 Starthandgreep
De starthandgreep dient voor het starten van de motor.
14 brandstoftankdop
De brandstoftankdop sluit de brandstoftank af.
15 Uitlaatdemper
De uitlaatdemper reduceert de geluidsemissie van de motorzeis.
16 Gaskabelhouder
De gaskabelhouders dienen voor het bevesti‐ gen van de gaskabel.
17 gaskabel
De gaskabel verbindt de gashendel met de motor.
18 Gashendelblokkering
De gashendelblokkering dient voor het vrijge‐ ven van de gashendel.
19 stopschakelaar
De stopschakelaar dient voor het uitschake‐ len van de motor.
20 Startknop
De startknop dient voor het starten van de motor.
21 Koppelingsmof
De koppelingsmof verbindt de buigzame steel met de steel.
22 Beschermkap
De beschermkap dekt het uiteinde van de steel/maaiboom af.
23 Loopbegrenzer
De loopbegrenzer begrenst de afstand tussen het been van de gebruiker en het metalen snijgarnituur.
24 blokkeerpen
De blokkeerpen blokkeert de as tijdens de montage van een snijgarnituur.
25 Boring voor de blokkeerpen
De blokkeerpen valt in de boring.
1 1
2
4
3
7
6
5
0000-GXX-8182-A0
L
W
A

Nederlands 4 Veiligheidsinstructies

26 afsluitplug
De afsluitplug sluit de opening voor het STIHL tandwielvet af.
27 Aandrijfkophuis
Het aandrijfkophuis dekt de aandrijving af.
28 Steel
De steel verbindt alle componenten.
29 Beugelhandgreep
De beugelhandgreep dient voor het vasthou‐ den en hanteren van de motorzeis.
30 Knevelbout
De knevelbout klemt de flexibele as aan de steel.
31 Gashendel
De gashendel dient voor het oplopen van het toerental van de motor.
32 Bedieningshandgreep
De bedieningshandgreep dient voor het bedienen, vasthouden en hanteren van de motorzeis.
# Typeplaatje met machinenummer
3.2 Beschermkappen en snijgarni‐ turen
De beschermkappen en snijgarnituren zijn als voorbeeld afgebeeld. Combinaties die mogen worden gebruikt zijn in deze handleiding aange‐ geven,
20.
5 Schort
Het schort breidt de universele beschermkap uit voor het gebruik met een maaikop.
6 afkortmes
Het afkortmes kort de maaidraad tijdens het werken in op de juiste lengte.
7 Maaikop
De maaikop bevat de maaidraden.

3.3 Pictogrammen

De pictogrammen kunnen op de motorzeis en de beschermkap staan en hebben de volgende betekenis:
Dit pictogram duidt de brandstoftank aan.
Dit pictogram duidt de hand-benzinepomp aan.
In deze stand staat de schuif op de Winter‐ stand.
In deze stand staat de schuif op de Zomer‐ stand.
In deze stand van de chokeknop wordt de motor aangedreven of gestart.
In deze stand van de chokeknop kan de motor worden gestart.
Dit pictogram duidt de stopschakelaar aan.
Dit pictogram duidt de startknop aan.
Dit pictogram geeft de draairichting van het snijgarnituur weer.
Dit pictogram geeft de maximale dia‐ meter van het snijgarnituur in millime‐ ters weer.
Dit pictogram geeft het nominale toerental van het snijgarnituur weer.
1 universele beschermkap
De universele beschermkap beschermt de gebruiker tegen opgeworpen voorwerpen en tegen het contact met het snijgarnituur.
2 Grassnijblad
Het grassnijblad is bedoeld voor het maaien van gras en onkruid.
3 slagmes
Het slagmes is bedoeld voor het maaien van struikgewas.
4 transportbeschermkap
De transportbeschermkap biedt bescherming tegen contact met metalen snijgarnituren.
4 0458-563-7601-A
4 Veiligheidsinstructies

4.1 Waarschuwingssymbolen

4.1.1 Waarschuwingssymbolen De waarschuwingssymbolen op de motorzeis
hebben de volgende betekenis:
Gegarandeerd geluidvermogensniveau volgens de richtlijn 2000/14/EG in dB(A) om de geluidsemissie van pro‐ ducten vergelijkbaar te maken.
Op de veiligheidsinstructies en de maatregelen hierin letten.
15m (50ft)
4 Veiligheidsinstructies Nederlands
De gebruiksaanwijzing lezen, begrijpen en bewaren.
Veiligheidsbril, gehoorbescherming en veiligheidshelm dragen.
Veiligheidslaarzen dragen.
Werkhandschoenen dragen.
Op de veiligheidsinstructies met betrek‐ king tot terugslag en de maatregelen hiertegen letten.
Op de veiligheidsinstructies voor opge‐ slingerde voorwerpen en de maatrege‐ len hiertegen letten.
Houd de veiligheidsafstand aan.
Raak geen hete oppervlakken aan.
4.1.2 Beschermkap voor maaikoppen
De waarschuwingssymbolen op de beschermkap voor de maaikop hebben de volgende betekenis:
Deze beschermkap gebruiken voor maaikoppen.
Deze beschermkap niet gebruiken voor grassnijbladen.
Deze beschermkap niet gebruiken voor slagmessen.
4.1.3 Universele beschermkap en schort
Universele beschermkap De waarschuwingssymbolen op de universele
beschermkap hebben de volgende betekenis:
Deze beschermkap zonder schort niet gebruiken voor maaikoppen.
Deze beschermkap gebruiken voor grassnijbladen.
Deze beschermkap gebruiken voor slagmessen.
Deze beschermkap niet gebruiken voor hakselmessen.
Deze beschermkap niet gebruiken voor cirkelzaagbladen.
Schort De waarschuwingssymbolen op het schort heb‐
ben de volgende betekenis:
De universele beschermkap in combi‐ natie met het schort en het afkortmes gebruiken voor maaikoppen.
4.2 Gebruik conform de voorschrif‐ ten
De ruggedragen motorzeis STIHL FR 460 TC-M is bedoeld voor de volgende toepassingen:
met een maaikop: maaien van gras
met een grassnijblad: maaien van gras en
onkruid met een slagmes: maaien van struikgewas
met een diameter tot zo'n 20 mm
Deze beschermkap niet gebruiken voor hakselmessen.
Deze beschermkap niet gebruiken voor cirkelzaagbladen.
Als de motorzeis niet volgens de voorschriften wordt gebruikt, kan dit leiden tot ernstig per‐ soonlijk letsel of zelfs tot de dood en kan er materiële schade ontstaan. ►
Gebruik de motorzeis zoals in deze gebruiksaanwijzing staat beschreven.

4.3 Vereisten aan de gebruiker

WAARSCHUWING
Gebruikers die niet zijn geïnstrueerd, kunnen de gevaren van de motorzeis niet herkennen
0458-563-7601-A 5
WAARSCHUWING
Nederlands 4 Veiligheidsinstructies
of niet inschatten. De gebruiker of andere per‐ sonen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen.
► De gebruiksaanwijzing lezen, begrij‐
pen en bewaren.
► Als de motorzeis aan een andere persoon
wordt overhandigd: geef de handleiding mee.
Zorg ervoor dat de gebruiker aan de vol‐ gende vereisten voldoet:
De gebruiker is uitgerust.
De gebruiker is lichamelijk, sensorisch
en geestelijk in staat de motorzeis te bedienen en ermee te werken. Als de gebruiker met lichamelijke, sensorische of geestelijke beperkingen daartoe in staat is, mag de gebruiker er alleen onder toezicht of na instructie door een verantwoordelijke persoon mee werken. De gebruiker kan de gevaren van de
motorzeis herkennen en inschatten. De gebruiker is meerderjarig of de
gebruiker wordt conform nationale regelgeving onder toezicht voor een beroep opgeleid. De gebruiker is geïnstrueerd door een
STIHL dealer of een vakkundig per‐ soon, voordat deze voor de eerste keer de motorzeis in gebruik neemt. De gebruiker is niet onder invloed van
alcohol, medicijnen of drugs.
► Als er onduidelijkheid bestaat: neem con‐
tact op met een STIHL dealer.
■ Het ontstekingssysteem van de motorzeis genereert een elektromagnetisch veld. Het elektromagnetische veld kan pacemakers beïnvloeden. De gebruiker kan ernstig of dodelijk letsel oplopen. ►
Als de gebruiker een pacemaker draagt: garandeer dat de pacemaker niet wordt beïnvloed.

4.4 Kleding en uitrusting

WAARSCHUWING
Tijdens de werkzaamheden kunnen lange haren in de motorzeis worden gezogen. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. ►
Lang haar in een paardenstaart binden en dusdanig vastmaken, dat het zich boven de schouders bevindt.
Tijdens de werkzaamheden kunnen voorwer‐ pen met een hoge snelheid naar boven wor‐
den geslingerd. De gebruiker kan letsel oplo‐ pen.
► Draag een nauwsluitende veilig‐
heidsbril. Geschikte veiligheidsbrillen zijn aan de hand van de norm EN 166 of de nationale voorschriften getest en met de betreffende code‐ ring te koop.
Een gelaatsbeschermer dragen.
► Draag een lange broek van stevig materi‐
aal.
■ Tijdens de werkzaamheden wordt geluid geproduceerd. Geluid kan het gehoor bescha‐ digen.
► Een gehoorbeschermer dragen.
■ Vallende takken kunnen leiden tot hoofdletsel.
► Als tijdens de werkzaamheden tak‐
ken kunnen vallen: een veiligheids‐ helm dragen.
■ Tijdens het werken kan er stof opstuiven. Ingeademd stof kan de gezondheid schaden en allergische reacties veroorzaken. ►
Als er stof opstuift: draag een stofmasker.
■ Hiertoe ongeschikte kleding kan blijven haken in hout, struikgewas en in de motorzeis. Gebruikers zonder geschikte kleding kunnen ernstig letsel oplopen. ►
Draag nauwsluitende kleding.
► Doe sjaals en sieraden af.
■ Tijdens de werkzaamheden kan de gebruiker in contact komen met het roterende snijgarni‐ tuur. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. ►
Draag schoeisel van een slijtvast materiaal.
► Als er wordt gewerkt met een meta‐
len snijgarnituur: veiligheidslaarzen met stalen neuzen dragen.
► Draag een lange broek van stevig materi‐
aal.
■ Tijdens reinigings- of onderhoudswerkzaam‐ heden kan de gebruiker in contact komen met het snijgarnituur of het afkortmes. De gebrui‐ ker kan letsel oplopen.
► Draag werkhandschoenen van slijt‐
vast materiaal.
■ Als de gebruiker ongeschikte schoenen draagt, kan hij uitglijden. De gebruiker kan let‐ sel oplopen. ►
Draag stevige, dichte schoenen met een stroeve zool.
6 0458-563-7601-A
15m (50ft)
4 Veiligheidsinstructies Nederlands

4.5 Werkgebied en omgeving

WAARSCHUWING
Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen de gevaren van de motorzeis en de opgewor‐ pen voorwerpen niet herkennen en de geva‐ ren hiervan niet inschatten. Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen ernstig letsel oplo‐ pen en er kan materiële schade ontstaan.
► Buitenstaanders, kinderen en
dieren buiten een afstand van een cirkel van 15 m om het werkgebied houden.
Een afstand van 15 m ten opzichte van
voorwerpen/obstakels aanhouden. ► Motorzeis niet zonder toezicht laten. ► Zorg ervoor dat kinderen niet met de motor‐
zeis kunnen spelen.
■ Als de motor draait, stromen hete uitlaatgas‐ sen uit de uitlaatdemper. Hete uitlaatgassen kunnen licht ontvlambare materialen ontsteken en branden veroorzaken. ►
Houd hete uitlaatgassen uit de buurt van licht ontvlambare materialen.

4.6 Veilige staat

4.6.1 Motorzeis
De motorzeis verkeert in een veilige toestand als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
De motorzeis is niet beschadigd.
Er lekt geen brandstof uit de motorzeis.
De brandstoftankdop is gesloten.
De motorzeis is schoon.
De bedieningselementen werken en zijn niet
gewijzigd. Er is een combinatie van snijgarnituur en
beschermkap gemonteerd zoals in deze gebruiksaanwijzing staat aangegeven. Het snijgarnituur en de beschermkap zijn cor‐
rect gemonteerd. Voor deze motorzeis is origineel STIHL toebe‐
horen gemonteerd. Het toebehoren is correct gemonteerd.
Alle toegankelijke schroeven en bevestigings‐
onderdelen zijn stevig vastgedraaid. Het snijgarnituur draait bij stationair toerental
niet mee.
WAARSCHUWING
In een niet-veilige staat kunnen de componen‐ ten niet meer correct functioneren en kunnen de veiligheidsinrichtingen worden uitgescha‐ keld en kan er olie weglekken. Personen kun‐ nen ernstig of dodelijk letsel oplopen. ►
Werk met een onbeschadigde motorzeis.
► Als er brandstof uit de motorzeis lekt: werk
niet met de motorzeis en neem contact op met een STIHL dealer.
Sluit de brandstoftankdop. ► Als de motorzeis vuil is: reinig de motorzeis. ► Aan de motorzeis geen wijzigingen aan‐
brengen. Uitzondering: montage van een in
deze gebruiksaanwijzing aangegeven com‐
binatie van snijgarnituur en beschermkap. ►
Als de bedieningselementen niet functione‐
ren: niet met de motorzeis werken. ► Origineel STIHL toebehoren voor deze
motorzeis monteren. ► Snijgarnituur en beschermkap zo monteren
als in deze gebruiksaanwijzing staat
beschreven. ►
Monteer het toebehoren zoals in deze
handleiding of in de handleiding van het
toebehoren beschreven staat. ►
Draai losse schroeven en bevestigingson‐
derdelen stevig vast. ► Als het snijgarnituur bij stationair toerental
meedraait: verhelp de storingen. ► Steek geen voorwerpen in de openingen
van de motorzeis. ► Versleten of beschadigde stickers vervan‐
gen. ► Als er onduidelijkheid bestaat: contact
opnemen met een STIHL dealer.
4.6.2 Beschermkap De beschermkap verkeert in een veilige staat als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
De beschermkap is onbeschadigd.
De schroeven op de beschermkap zijn met het
juiste aanhaalmoment aangehaald. Als de beschermkap voor maaikoppen wordt
gebruikt: het afkortmes is correct gemonteerd.
WAARSCHUWING
In een niet-veilige toestand kunnen onderde‐ len niet meer naar behoren functioneren en kunnen veiligheidsvoorzieningen buiten werk‐ ing worden gezet. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. ►
Werk met een onbeschadigde bescherm‐
kap. ► Haal de schroeven op de beschermkap met
het juiste aanhaalmoment aan, 6.5.1. ► Als de beschermkap voor maaikoppen
wordt gebruikt: werk met een correct
gemonteerd afkortmes. ►
Als er onduidelijkheid bestaat: neem con‐
tact op met een STIHL dealer.
0458-563-7601-A 7
Nederlands 4 Veiligheidsinstructies
4.6.3 Maaikop De maaikop verkeert in de veilige staat als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
De maaikop is niet beschadigd.
De maaikop is niet geblokkeerd.
De maaidraden zijn correct ingebouwd.
De slijtagegrenzen zijn niet overschreden.
WAARSCHUWING
■ In een onveilige staat kunnen onderdelen van de maaikop of de maaidraden losraken en worden weggeslingerd. Personen kunnen ern‐ stig letsel oplopen. ►
Met een onbeschadigde maaikop werken.
► Maaidraad niet vervangen door metalen
maaidraad. ► Slijtagegrenzen in acht nemen en naleven. ► Als er onduidelijkheid bestaat: contact
opnemen met een STIHL dealer.
4.6.4 Metalen snijgarnituur Het metalen snijgarnituur verkeert in een veilige toestand als het aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het metalen snijgarnituur en de aanbouwdelen
zijn niet beschadigd. Het metalen snijgarnituur is niet vervormd.
Het metalen snijgarnituur is correct gemon‐
teerd. Het metalen snijgarnituur is correct aange‐
scherpt/geslepen. Het metalen snijgarnituur heeft geen braam
aan de snijkanten. De slijtagegrenzen zijn niet overschreden.
Indien er een niet door STIHL geproduceerd
metalen snijgarnituur wordt gebruikt, mag dit niet zwaarder en niet dikker zijn, geen andere vorm hebben, niet kwalitatief minderwaardiger zijn en qua diameter niet groter zijn dan het grootste door STIHL vrijgegeven metalen snij‐ garnituur.
WAARSCHUWING
In een onveilige toestand kunnen delen van het metalen snijgarnituur losraken en worden weggeslingerd. Personen kunnen ernstig let‐ sel oplopen. ►
Alleen werken met een onbeschadigd
metalen snijgarnituur en onbeschadigde
aanbouwdelen. ►
Metalen snijgarnituur correct aanscherpen/
slijpen. ► Bramen aan de snijkanten verwijderen met
behulp van een vijl. ► Metalen snijgarnituur door een STIHL dea‐
ler laten balanceren.
► Slijtagegrenzen in acht nemen en naleven. ► Een in deze handleiding aangegeven meta‐
len snijgarnituur gebruiken.
► Als er onduidelijkheid bestaat: neem con‐
tact op met een STIHL dealer.

4.7 Brandstof en tanken

WAARSCHUWING
■ De voor deze motorzeis gebruikte brandstof bestaat uit een mengsel van benzine en twee‐ taktmotorolie. De brandstof en benzine vatten zeer gemakkelijk vlam. Als brandstof of ben‐ zine in contact komen met open vuur of hete voorwerpen, kunnen de brandstof of de ben‐ zine branden of explosies veroorzaken. Perso‐ nen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. ► Bescherm de brandstof en benzine tegen
hitte en vuur. ► Mors niet met brandstof en benzine. ► Als er brandstof is gemorst: verwijder de
brandstof met een doek en probeer de
motor pas te starten als alle onderdelen van
de motorzeis droog zijn. ►
Niet roken. ► Niet tanken in de nabijheid van vuur. ► Schakel de motor vóór het tanken uit en
laat deze afkoelen. ► Start de motor op ten minste 3 m afstand
van de plek waar getankt werd.
■ Ingeademde brandstof- en benzinedampen kunnen personen vergiftigen. ► Adem de brandstof- en benzinedampen niet
in.
► Tank op een goed geventileerde plaats.
■ Tijdens de werkzaamheden wordt de motor‐ zeis warm. De brandstof zet uit en in de brandstoftank kan overdruk ontstaan. Als de brandstoftankdop wordt geopend, kan er brandstof naar buiten spuiten. Deze brandstof kan ontsteken. De gebruiker kan hierdoor ern‐ stig letsel oplopen. ►
Laat eerst de motorzeis afkoelen en open daarna de brandstoftankdop.
■ Kleding, die in contact komt met brandstof of benzine, is lichter ontvlambaar. Personen kun‐ nen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. ►
Als kleding in contact komt met brandstof of benzine: verwissel de kleding.
■ Brandstof, benzine en tweetaktmotorolie kun‐ nen schadelijk zijn voor het milieu. ► Mors niet met brandstof, benzine en twee‐
taktmotorolie.
8 0458-563-7601-A
4 Veiligheidsinstructies Nederlands
► Voer de brandstof, benzine en tweetaktmo‐
torolie volgens de voorschriften en milieu‐ vriendelijk af.
Als de brandstof, benzine of tweetaktmotorolie in contact komen met de huid of ogen, kunnen de huid of ogen geïrriteerd raken. ►
Vermijd contact met brandstof, benzine en tweetaktmotorolie.
► Als contact met de huid heeft plaatsgevon‐
den: was de betreffende plekken op de huid met veel water en zeep.
Als contact met de ogen heeft plaatsgevon‐ den: was de ogen ten minste 15 minuten met veel water en raadpleeg een arts.
Het ontstekingssysteem van de motorzeis genereert vonken. Vonken kunnen naar buiten treden en in een licht ontvlambare of een explosieve omgeving brand en explosies ver‐ oorzaken. Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐ staan. ►
Maak gebruik van bougies die in deze handleiding staan beschreven.
► Breng de bougie aan en draai deze stevig
vast.
► Druk de bougiestekker stevig vast.
■ Als in de motorzeis een brandstof wordt getankt die werd gemengd uit ongeschikte benzine of ongeschikte tweetaktmotorolie of die een verkeerde mengverhouding van ben‐ zine en tweetaktmotorolie heeft, kan de motor‐ zeis worden beschadigd. ►
Meng de brandstof zoals in deze handlei‐ ding staat beschreven.
■ Als brandstof gedurende langere tijd wordt opgeslagen, kan het mengsel van benzine en tweetaktmotorolie zich ontmengen of veroude‐ ren. Als de motorzeis wordt getankt met ont‐ mengde of oude brandstof, kan de motorzeis beschadigd raken. ►
Voordat de motorzeis wordt getankt: meng de brandstof door.
► Gebruik een mengsel van benzine en twee‐
taktmotorolie dat niet ouder is dan 30 dagen (STIHL MotoMix: 5 jaar).

4.8 Werken

WAARSCHUWING
Als de gebruiker de motor niet correct start, kan de gebruiker de controle over de motor‐ zeis kwijtraken. De gebruiker kan hierdoor ern‐ stig letsel oplopen. ►
Start de motor zoals in deze handleiding staat beschreven.
► Als het snijgarnituur de grond of voorwer‐
pen raakt: start de motor niet.
■ Als de chokeknop bij het starten van de motor in de stand
motor hoger dan het stationaire toerental en kan het snijgarnituur draaien zodra de motor draait. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. ►
Raak het snijgarnituur niet aan.
► Start de motor zoals in deze handleiding
staat beschreven.
■ De gebruiker kan in bepaalde omstandighe‐ den niet meer geconcentreerd werken. De gebruiker kan de controle over de motorzeis kwijtraken, struikelen, vallen en ernstig letsel oplopen. ►
Werk rustig en doordacht.
► Als de lichtomstandigheden en het zicht
slecht zijn: werk niet met de motorzeis. ► Bedien de motorzeis alleen. ► Houd het snijgarnituur vlak boven de grond. ► Let op obstakels. ► Werk rechtop staand op de grond en zorg
voor goed evenwicht. ► Als er vermoeidheidsverschijnselen optre‐
den: las een pauze in.
■ Als de motor draait, worden uitlaatgassen geproduceerd. Ingeademde uitlaatgassen kun‐ nen personen vergiftigen. ►
Uitlaatgassen niet inademen.
► Werk op een goed geventileerde plaats met
de motorzeis.
► Als er misselijkheid, hoofdpijn, blindheids‐
verschijnselen, gehoorverlies of duizelig‐ heid optreedt: beëindig de werkzaamheden en neem contact op met een arts.
Als de gebruiker gehoorbeschermers draagt en de motor draait, kan de gebruiker geluiden beperkt waarnemen en inschatten. ►
Werk rustig en doordacht.
■ Als met de motorzeis wordt gewerkt en de chokeknop in stand
niet met de motorzeis werken. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. ►
Controleer of de chokeknop tijdens het wer‐ ken in stand staat.
► Start de motor zoals in deze handleiding
staat beschreven.
■ Door het draaiende snijgarnituur kan de gebruiker snijwonden oplopen. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. ►
Raak het draaiende snijgarnituur niet aan.
► Als het snijgarnituur door een voorwerp
wordt geblokkeerd: schakel de motor uit. Verwijder het voorwerp pas daarna.
staat, is het toerental van de
staat, kan de gebruiker
0458-563-7601-A 9
0000-GXX-3025-A1
Nederlands 4 Veiligheidsinstructies
■ Als er met een te lange maaidraad wordt gewerkt, kan de motorzeis beschadigd raken. ► Gebruik een passende beschermkap met
een gemonteerd afkortmes.
■ Als het snijgarnituur door een voorwerp wordt geblokkeerd en er dan gas wordt gegeven, kan de motorzeis beschadigd raken. ►
Schakel de motor uit. Verwijder pas daarna het voorwerp dat de blokkade veroorzaakt.
■ Als de werking van de motorzeis zich tijdens de werkzaamheden wijzigt of deze zich onge‐ woon gedraagt, kan de motorzeis in een onveilige staat verkeren. Personen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. ►
Beëindig de werkzaamheden en neem con‐ tact op met een STIHL dealer.
■ Tijdens de werkzaamheden kunnen trillingen door de motorzeis ontstaan.
► Draag handschoenen.

4.9 Reactiekrachten

Een terugslag kan door de volgende oorzaken ontstaan:
Het draaiende metalen snijgarnituur raakt in
het grijs gemarkeerde vlak of in het zwart gemarkeerde vlak een hard voorwerp en wordt snel afgeremd. Het draaiende metalen snijgarnituur zit inge‐
klemd.
Het grootste gevaar voor terugslag bestaat in het zwart gemarkeerde vlak.
► Neem pauzes. ► Als er tekenen van een doorbloedingsstoor‐
nis optreden: raadpleeg een arts.
■ Als het snijgarnituur tijdens de werkzaamhe‐ den een vreemd voorwerp raakt, kan dit of kunnen delen ervan met hoge snelheid omh‐ oog worden geslingerd. Personen kunnen let‐ sel oplopen en er kan beschadiging optreden. ►
Verwijder vreemde voorwerpen uit het werkgebied.
■ Als een draaiend snijgarnituur een hard voor‐ werp raakt, kunnen vonken ontstaan en kan het snijgarnituur beschadigd raken. Vonken kunnen in een makkelijk brandbare omgeving brand veroorzaken. Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. ►
Werk niet in een makkelijk brandbare omgeving.
► Controleer of het snijgarnituur in een vei‐
lige, goede staat verkeert.
■ Als de gashendel wordt losgelaten, zal het snijgarnituur nog even doordraaien. Personen kunnen ernstig letsel oplopen. ►
Wacht totdat het snijgarnituur niet meer draait.
■ In een gevaarlijke situatie kan de gebruiker in paniek raken en het draagsysteem niet afdoen. De gebruiker kan hierdoor ernstig let‐ sel oplopen. ►
Oefen het afdoen van het draagsysteem.
WAARSCHUWING
■ Door deze oorzaken kan de roterende bewe‐ ging van het snijgarnituur sterk worden afge‐ remd of zelfs worden gestopt en kan het snij‐ garnituur naar rechts of in de richting van de gebruiker worden weggestoten (zwarte pijl). De gebruiker kan de controle over de motor‐ zeis verliezen. Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen. ► De motorzeis met beide handen vasthou‐
den.
► Ga te werk zoals in deze handleiding staat
beschreven.
► Niet met het zwart gemarkeerde vlak wer‐
ken.
► Een in deze handleiding aangegeven com‐
binatie van snijgarnituur en beschermkap gebruiken.
Metalen snijgarnituur correct aanscherpen/ slijpen.
► Met vol gas werken.

4.10 Vervoer

WAARSCHUWING
Tijdens de werkzaamheden kan de aandrijfkop heet worden. De gebruiker kan bij contact hiermee brandwonden oplopen. ►
Hete aandrijfkop niet aanraken.
■ Tijdens het vervoer kan de motorzeis kantelen of verschuiven. Personen kunnen letsel oplo‐ pen en er kan beschadiging optreden. ►
Schakel de motor uit.
10 0458-563-7601-A

5 Motorzeis klaarmaken voor gebruik Nederlands

► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de transportbeschermkap.
► Borg de motorzeis met spanbanden, riemen
of een net dusdanig dat deze niet kan kan‐ telen en niet kan verschuiven.
Nadat de motor heeft gedraaid, kunnen de uit‐ laatdemper en de motor heet zijn. De gebrui‐ ker kan bij contact hiermee brandwonden oplopen. ►
De motorzeis op uw rug dragen.

4.11 Opslag

WAARSCHUWING
■ Kinderen kunnen de gevaren van de motor‐ zeis niet herkennen en ook niet inschatten. Kinderen kunnen ernstig letsel oplopen. ►
Schakel de motor uit.
► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de transportbeschermkap.
► De motorzeis buiten het bereik van kinde‐
ren opslaan.
■ De elektrische contacten op de motorzeis en metalen onderdelen kunnen door vocht corro‐ deren. De motorzeis kan worden beschadigd. ►
Sla de motorzeis schoon en droog op.
nen de veiligheidsinrichtingen buiten gebruik raken. Personen kunnen ernstig letsel oplo‐ pen. ►
Reinig de motorzeis, beschermkap en snij‐ garnituur zoals staat beschreven in deze handleiding.
Als de motorzeis, de beschermkap of het snij‐ garnituur niet zo wordt onderhouden of gere‐ pareerd als staat beschreven in deze handlei‐ ding, kunnen componenten niet meer correct functioneren en kunnen de veiligheidsinrichtin‐ gen worden uitgeschakeld. Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen. ►
Motorzeis en beschermkap zo onderhou‐ den of repareren als in deze handleiding staat beschreven.
Onderhoud het snijgarnituur zoals in de handleiding van het gebruikte snijgarnituur of op de verpakking van het gebruikte snij‐ garnituur staat beschreven.
Tijdens de reinigings- of onderhoudswerk‐ zaamheden aan het snijgarnituur kan de gebruiker zich verwonden aan de scherpe snij‐ vlakken. De gebruiker kan letsel oplopen.
► Draag werkhandschoenen van slijt‐
vast materiaal.
4.12 Reiniging, onderhoud en repa‐
ratie
WAARSCHUWING
Als tijdens de reinigings-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden de motor draait, kan het snijgarnituur onbedoeld gaan draaien. Per‐ sonen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. ►
Schakel de motor uit.
■ Nadat de motor heeft gedraaid, kunnen de uit‐ laatdemper en de motor heet zijn. Personen kunnen zich verbranden. ►
Wacht tot de uitlaatdemper en de motor zijn afgekoeld.
■ Tijdens de werkzaamheden kan de aandrijfkop heet worden. De gebruiker kan bij contact hiermee brandwonden oplopen.
► Heet aandrijfkophuis niet aanraken.
■ Agressieve reinigingsmiddelen, het reinigen met een waterstraal of puntige voorwerpen kunnen de motorzeis, de beschermkap of het snijgarnituur beschadigen. Als de motorzeis, de beschermkap of het snijgarnituur niet op de juiste wijze worden gereinigd, kunnen compo‐ nenten niet meer correct functioneren en kun‐
0458-563-7601-A 11
5 Motorzeis klaarmaken voor
gebruik
5.1 Motorzeis op het gebruik voor‐ bereiden
Voorafgaand aan de werkzaamheden moeten altijd de volgende stappen worden gezet: ► Zorg ervoor dat de volgende componenten
zich in een veilige toestand bevinden:
Motorzeis, 4.6.1.
Beschermkap, 4.6.2.
Maaikop of metalen snijgarnituur, 4.6.3 of 4.6.4.
Motorzeis reinigen,
Motor monteren, 6.1
Steel monteren, 6.2.
Beugelhandgreep monteren, 6.3.
► Combinatie van snijgarnituur en beschermkap
kiezen, 20.1.
Beschermkap monteren, 6.5.1.
► Als er een universele beschermkap samen
met een maaikop wordt gebruikt: het schort en afkortmes monteren, 6.6.1.
► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: de beugelhandgreep met loopbegrenzer monteren,
6.4.
15.1.
1 2
1
2
3
4
0000099439_001
4
6
6
1
1
5
2
3
3
7
0000099457_001
10
9
8
9
0000099458_001
1
2
3
4
5
6
7
a
0000099459_001
a
4
5
6
3
7
8
2
1
0000099460_001

Nederlands 6 Motorzeis monteren

Maaikop of metalen snijgarnituur monteren,
6.7.1 of 6.8.1.
Motorzeis tanken, 8.2.
Draagsysteem omdoen en afstellen, 7.1.
Bedieningselementen controleren, 10.1.
► Als deze handelingen niet kunnen worden uit‐
gevoerd: gebruik de motorzeis niet en neem contact op met een STIHL dealer.
6 Motorzeis monteren

6.1 Motor monteren

► Schakel de motor uit.
► Bevestig de gaskabel (8) met de gaskabelhou‐
ders (9) zodanig aan de buigzame steel (10) dat de gaskabel (8) niet om de buigzame steel (10) gewikkeld is.

6.3 Beugelhandgreep monteren

► Schakel de motor uit.
► Draai de bout (1) los en verwijder de ring (2). ► Lijn de motor zodanig uit op het draagsysteem
(3) dat de buigzame steel (4) naar voren is gericht.
► Draai de bout (1) samen met de ring (2) met
een aanhaalmoment van 10 Nm vast.
De motor hoeft niet te worden gedemonteerd.

6.2 Steel monteren

► Klembeugel (4) in de beugelhandgreep (3)
plaatsen.
► Beugelhandgreep (3) samen met de klembeu‐
gel (4) op de steel (5) plaatsen. ► Ringen (2) op de bouten (1) plaatsen. ► Klembeugel (6) tegen de steel (5) drukken. ► Bouten (1) door de boringen in de beugel‐
handgreep (3) en in de klembeugels (4 en 6)
steken. ► De moeren (7) aanbrengen. ► De beugelhandgreep (3) zodanig verschuiven
dat de afstand (a) maximaal 20 cm bedraagt. ► De moeren (7) stevig vastdraaien.
6.4 Beugelhandgreep met loopbe‐
► Draai de knevelbout (1) los. ► Trek de beschermkap (2) los. ► Breng de pen (5) en groef (4) met elkaar in
lijn.
► Schuif de steel (6) tot aan de aanslag in de
koppelingsmof (3). De rode lijn (7) ligt gelijk met de koppelings‐ mof (3).
► Draai de knevelbout (1) vast.
12 0458-563-7601-A
► Schakel de motor uit.
► Moeren (2) zo in de loopbegrenzer (1) steken,
grenzer monteren
dat de boringen in lijn liggen.
1
2
0000-GXX-3027-A0
3
2
4
0000-GXX-3028-A1
1
1
0000-GXX-3030-A2
2
2
3
4
0000-GXX-3031-A0
1
4
1
6 Motorzeis monteren Nederlands
► Klembeugel (5) in de beugelhandgreep (3)
plaatsen.
6.6.2 Schort demonteren ► Schakel de motor uit.
► Beugelhandgreep (3) samen met de klembeu‐
gel (5) en de loopbegrenzer (4) op de steel/
maaiboom (6) plaatsen. ► Klembeugel (7) tegen de steel (6) drukken. ► Bouten (8) aanbrengen. ► De beugelhandgreep (3) zodanig verschuiven
dat de afstand (a) maximaal 20 cm bedraagt. ► Bouten (8) vastdraaien.
6.5 Beschermkap aanbrengen en
verwijderen
6.5.1 Beschermkap monteren ► Schakel de motor uit.
► Blokkeerpen (2) in het boorgat van de schort
(1) steken.
► Schort (1) met de blokkeerpen (2) lostrekken. Het afkortmes bij de schort (1) hoeft niet weer te
worden uitgebouwd.
6.7 Maaikop aanbrengen en verwij‐ deren
6.7.1 Maaikop monteren
► Schakel de motor uit.
► Beschermkap (1) tot aan de aanslag in de
geleidingen van het aandrijfkophuis schuiven.
► Bouten (2) aanbrengen en vastdraaien.
6.5.2 Beschermkap demonteren ► Schakel de motor uit. ► Draai de bouten los. ► Verwijder de beschermkap.

6.6 Schort monteren en uitbouwen

6.6.1 Schort monteren ► Schakel de motor uit.
► Geleidingsgroef van de schort (2) op de lijst
van de universele beschermkap (1) schuiven, tot die hoorbaar vastklikt.
► Afkortmes (3) in de geleidingsgroef van de
schort (2) schuiven.
► Bout (4) aanbrengen en vastdraaien.
0458-563-7601-A 13
► De drukschotel (2) dusdanig op de as (3)
plaatsen dat de kleinere diameter naar boven is gericht.
► De maaikop (1) op de as (3) plaatsen en met
de hand linksom draaien.
► Blokkeerpen (4) tot aan de aanslag in de
boring drukken en ingedrukt houden.
► Maaikop (1) zolang linksom draaien tot de
blokkeerpen (4) vastklikt.
De as (3) is geblokkeerd. ► Maaikop (1) met de hand stevig vastdraaien. ► Trek de blokkeerpen (4) uit de boring.
6.7.2 Maaikop verwijderen ► Schakel de motor uit. ► Druk de blokkeerpen tot aan de aanslag in de
boring en houd deze ingedrukt. ► Maaikop zolang draaien, tot de blokkeerpen
vastklikt.
De as is geblokkeerd. ► De maaikop rechtsom losschroeven. ► Drukschotel wegnemen. ► Trek de blokkeerpen uit de boring.
1
0000-GXX-3032-A1
2
3
4
5 6
7
1
0000-GXX-7843-A0
2
0000-GXX-7844-A0

Nederlands 7 Motorzeis voor de gebruiker instellen

6.8 Metalen snijgarnituur aanbren‐ gen en verwijderen
6.8.1 Metalen snijgarnituur monteren
► Schakel de motor uit.
► Verwijder de bevestigingsonderdelen, het
metalen snijgarnituur en de drukschotel.
► Trek de blokkeerpen uit de boring.
7 Motorzeis voor de gebrui‐
ker instellen

7.1 Draagsysteem omdoen en afstellen

► De motorzeis op de rug plaatsen.
► De sluiting (1) van de heupgordel dichtdruk‐
ken.
► Plaats de drukschotel (5) dusdanig op de
as (6) dat de kleinere diameter naar boven is gericht.
► Plaats het metalen snijgarnituur (4) op de
drukschotel (5). Als een grassnijblad met meer dan 4 snijkanten wordt gebruikt: snijkanten dusdanig uitlijnen dat ze in dezelfde richting gericht zijn, net als de pijl voor de draairichting op de beschermkap.
► Plaats de drukring (3) dusdanig op het meta‐
len snijgarnituur (4) dat de welving naar boven gericht is.
► Draaischotel (2) dusdanig op de drukring (3)
plaatsen, dat de gesloten zijde omhoog gericht is.
► Blokkeerpen (7) tot aan de aanslag in de
boring drukken en ingedrukt houden.
► Metalen snijgarnituur (4) zolang linksom
draaien, tot de blokkeerpen (7) vastklikt. De as (6) is geblokkeerd.
► Moer (1) linksom op de as draaien en vast‐
draaien.
► Trek de blokkeerpen (7) uit de boring.
6.8.2 Metalen snijgarnituur demonteren ► Schakel de motor uit. ► Druk de blokkeerpen tot aan de aanslag in de
boring en houd deze ingedrukt.
► Metalen snijgarnituur zolang rechtsom
draaien, tot de blokkeerpen vastklikt. De as is geblokkeerd.
► Draai de moer rechtsom los.
► De gordels spannen tot de heupgordel op de
heup en het rugkussen tegen de rug ligt.
► De uiteinden van de heupgordel door het
oog (2) steken.

7.2 Draagsysteem afdoen

► Schakel de motor uit. ► De draagriemen losmaken. ► De sluiting aan de heupgordel openen. ► De motorzeis van de rug halen.
8 Brandstof mengen en
motorzeis bijvullen

8.1 Brandstof mengen

De voor deze motorzeis benodigde brandstof bestaat uit een mengsel van benzine en twee‐ taktmotorolie, in de mengverhouding 1:50.
STIHL adviseert de kant-en-klaar gemengde brandstof STIHL MotoMix.
Als brandstof zelf wordt gemengd, mag alleen een STIHL tweetaktmotorolie of een andere
14 0458-563-7601-A
0000099186_001
0000099187_001

9 Motor starten en afzetten Nederlands

hoogwaardige motorolie van de klasse JASO FB, JASO FC, JASO FD, ISO-L-EGB, ISO-L-EGC of ISO-L-EGD worden gebruikt.
STIHL schrijft de tweetaktmotorolie STIHL HP Ultra of een gelijkwaardige hoogwaardige motor‐ olie voor om de emissiegrenswaarden gedu‐ rende de machinelevensduur te kunnen waarbor‐ gen. ► Controleer of het octaangetal van de benzine
ten minste 90 RON bedraagt en het alcohol‐ percentage van de benzine niet hoger is dan 10%. (voor Brazilië 27%).
► Controleer of de gebruikte tweetaktmotorolie
voldoet aan de eisen.
► Meet afhankelijk van de gewenste hoeveel‐
heid brandstof de juiste hoeveelheden twee‐ taktmotorolie en benzine in de mengverhou‐ ding 1:50 af. Voorbeelden van brandstofmeng‐ sels:
20 ml tweetaktmotorolie, 1 l benzine
60 ml tweetaktmotorolie, 3 l benzine
100 ml tweetaktmotorolie, 5 l benzine
► Vul eerst tweetaktmotorolie, dan benzine in
een schone, voor brandstof geschikte jerry‐ can.
► Meng de brandstof.

8.2 Motorzeis tanken

► Schakel de motor uit. ► Plaats de motorzeis zo op een vlakke onder‐
grond dat de brandstoftankdop naar boven is gericht.
► Maak het gebied rondom de brandstoftankdop
schoon met een vochtige doek.
► Draai de brandstoftankdop zo lang linksom tot‐
dat de brandstoftankdop kan worden wegge‐ nomen.
► Verwijder de brandstoftankdop.
LET OP
■ Brandstof kan onder inwerking van licht, zon‐
nestraling en extreme temperaturen sneller ontmengen of verouderen. Als er ontmengde of oude brandstof wordt getankt, kan de motorzeis beschadigd raken. ►
Meng de brandstof.
► Tank geen brandstof die langer dan
30 dagen (STIHL MotoMix: 5 jaar) is bewaard.
Tank de brandstof dusdanig dat er geen brandstof wordt gemorst en laat ten minste 15 mm tot aan de rand van de brandstof‐ tank vrij.
► Plaats de brandstoftankdop op de brandstof‐
tank.
► Draai de brandstoftankdop rechtsom handvast
aan. De brandstoftank is gesloten.
9 Motor starten en afzetten
9.1 Motor starten (met STIHL elek‐ trostart)
Deze motorzeis is voorzien van een STIHL elek‐ trostart, die de voor het starten benodigde ener‐ gie met een accu ter beschikking stelt. De accu is vast geïntegreerd en wordt tijdens de werk‐ zaamheden automatisch opgeladen. Bij omge‐ vingstemperaturen boven 0 °C kan de motor met de STIHL elektrostart worden gestart. Als de motorzeis bij omgevingstemperaturen lager dan 0 °C wordt opgeslagen, kan de motorzeis afkoe‐ len. De motor moet dan zonder STIHL elektro‐ start worden gestart. ► Leg de motorzeis zodanig op een vlakke
ondergrond dat het snijgarnituur niet in aanra‐ king komt met de grond en met voorwerpen.
► Transportbeschermkap verwijderen.
0458-563-7601-A 15
1
2
0000099497_001
3
0000099498_001
1
2
4
3
0000099616_001
0000099491_001
Nederlands 9 Motor starten en afzetten
► Druk de hand-benzinepomp (1) ten minste 5
maal in.
► Als de motor heet is: laat de chokeknop (2) in
staan.
stand
► Als de motor op omgevingstemperatuur geko‐
men is: druk de chokeknop (2) aan de rand in en zet deze in stand
.
► Doe het draagsysteem aan en stel het in. ► Houd de motorzeis zodanig vast dat het snij‐
garnituur niet in aanraking komt met de grond
en met voorwerpen. ► Druk op de startknop (3). ►
Als de chokeknop (2) in stand
staat: druk de gashendelblokkering (3) en de gashen‐ del (4) kort in.
De chokeknop (2) gaat naar de stand . De motor draait stationair.
► Als de motor koud is: warm de motor op met
gasgeven.
► Als het snijgarnituur bij stationair toerental
meedraait: verhelp de storingen. De gaskabel is niet correct ingesteld.
► Als de motor niet start: start de motor (zonder
elektrostart).

9.2 Motor starten (zonder STIHL elektrostart)

► Leg de motorzeis zodanig op een vlakke
ondergrond dat het snijgarnituur niet in aanra‐ king komt met de grond en met voorwerpen.
► Transportbeschermkap verwijderen.
► Druk de hand-benzinepomp (1) ten minste 5
maal in.
► Als de motor heet is: laat de chokeknop (2) in
staan.
stand
► Als de motor op omgevingstemperatuur geko‐
men is: druk de chokeknop (2) aan de rand in en zet deze in stand
.
LET OP
■ Als de motorzeis met de voet of knie op de grond wordt geduwd, kan de motorzeis beschadigd raken. ►
Druk de motorzeis met de linkerhand op de grond. Stap of kniel niet op de steel.
► Druk de motorzeis met de linkerhand op de
grond.
► Trek de starthandgreep met de rechterhand
langzaam uit tot er weerstand waarneembaar is.
► Trek de starthandgreep net zolang snel uit en
terug totdat de motor draait.
Als de chokeknop (2) in stand
staat: druk de gashendelblokkering (3) en de gashen‐ del (4) kort in.
De chokeknop (2) gaat naar de stand . De motor draait stationair.
► Als de motor koud is: warm de motor op met
gasgeven.
► Als het snijgarnituur bij stationair toerental
meedraait: verhelp de storingen. De gaskabel is niet correct ingesteld.
► Als de motor niet start: zet de chokeknop (2) in
stand en probeer opnieuw te motor te star‐ ten.
16 0458-563-7601-A
2
1
3
0000099499_001
1
2
0000-GXX-8720-A0
1
2
3

10 Motorzeis controleren Nederlands

► Als de motor verzopen is: zet de motor met de
chokeknop (2) in stand te starten.
en probeer opnieuw

9.3 Motor uitschakelen

► Laat de gashendel (1) en gashendelblokkering
(2) los. Het snijgarnituur draait niet meer.
► Druk de stopschakelaar (3) in.
De motor slaat af.
► Als de motor niet afslaat:
Zet de chokeknop in stand De motor slaat af.
► Gebruik de motorzeis niet en neem contact
op met een STIHL dealer. De motorzeis is defect.
Zolang de stopschakelaar ingedrukt is, is de ont‐ steking uitgeschakeld. Nadat de stopschakelaar weer wordt losgelaten, is de ontsteking weer ingeschakeld.
.
10 Motorzeis controleren
10.1 Bedieningselementen controle‐ ren
Gashendelblokkering en gashendel ► Schakel de motor uit. ► Probeer de gashendel in te drukken, zonder
de gashendelblokkering in te drukken.
► Als de gashendel kan worden ingedrukt:
gebruik de motorzeis niet en neem contact op met een STIHL dealer. De gashendelblokkering is defect.
► Druk de gashendelblokkering in en houd deze
ingedrukt. ► Druk de gashendel in. ► Laat de gashendel en gashendelblokkering
los. ► Als de gashendel of de gashendelblokkering
moeilijk bewegen of niet terugkeren naar de
uitgangsstand: gebruik de motorzeis niet en
neem contact op met een STIHL dealer.
De gashendel of de gashendelblokkering is
defect.
Gaskabelafstelling ► Start de motor. ► Druk de gashendel in zonder de gashendel‐
blokkering in te drukken.
► Als de motor versnelt: stel de gaskabel in.
De gaskabel is niet correct ingesteld.
Motor uitschakelen ► Start de motor. ► Druk de stopschakelaar in.
De motor slaat af.
► Als de motor niet afslaat:
Zet de chokeknop in stand De motor slaat af.
► Gebruik de motorzeis niet en neem contact
op met een STIHL dealer. De motorzeis is defect.
.

11 Met de motorzeis werken

11.1 Winterstand instellen

Als er bij temperaturen beneden de +10 °C wordt gewerkt is er kans op ijsvorming in de carbura‐ teur. Om ervoor te zorgen dat er extra warme lucht, die van de motor komt, rondom de carbu‐ rateur stroomt, moet de winterstand worden ingesteld.
LET OP
■ Als er bij temperaturen boven de +10 °C in de winterstand wordt gewerkt kan de motor over‐ verhit raken. ►
Zomerstand instellen.
► Schakel de motor uit.
► Draai de bout (1) los. ► Trek de schuif (2) omhoog. ► Lijn de schuif (2) dusdanig uit dat de sneeuw‐
vlok naar de markering (3) wijst.
► Breng de schuif (2) aan. ► Draai de schroef (1) erin.
Als er bij temperaturen lager dan -10 °C of bij poeder- of stuifsneeuw wordt gewerkt, moet er ook een afdekplaat op de motorbehuizing en een luchtfilter met kunststofweefsel worden gemon‐
0458-563-7601-A 17
1
1
2
2
3
0000-GXX-8721-A0
1
min
AB C
s> 40 s30-60 s
0000099676_001
0000-GXX-8177-A0
Nederlands 11 Met de motorzeis werken
teerd. Het toebehoren is te verkrijgen bij de STIHL dealer.

11.2 Zomerstand instellen

Als er bij temperaturen hoger dan +10 °C wordt gewerkt, moet de zomerstand worden ingesteld. ► Schakel de motor uit.
► Draai de bout (1) los. ► Trek de schuif (2) omhoog. ► Lijn de schuif (2) dusdanig uit dat de zon naar
de markering (3) wijst. ► Breng de schuif (2) aan. ► Breng de bout (1) aan.

11.3 Motorzeis kalibreren

Tijdens de werkzaamheden stelt de motorzeis zich automatisch in op het optimale vermogen. Door het uitvoeren van een kalibratie kan de motorzeis sneller worden ingesteld op het opti‐ male vermogen. ► Als de buitentemperatuur lager is dan -10 °C
of als de motor koud is:
► Start de motor.
► Doe het draagsysteem aan.
► Houd de motorzeis vast en leid deze.
► Warm de motor gedurende ca. 1 minuut op
vol gas op.
► Schakel de motor uit. ► Verwijder het snijgarnituur.
De motorzeis kan zich daardoor betrouwbaar
op het optimale vermogen aanpassen.
De motor draait en de chokeknop blijft in stand
.
► Laat de motor ten minste 30 tot ten hoogste
60 seconden (A) draaien, zonder de gashen‐ del in te drukken.
► Houd de motorzeis zodanig vast en geleid
deze zodat de aandrijfkop niet in aanraking komt met de bodem en met voorwerpen.
LET OP
■ Als de gashendel wordt losgelaten voordat de motorzeis volledig is gekalibreerd, wordt de kalibratie onderbroken. De kalibratie moet opnieuw worden gestart. ►
Houd de gashendel geheel ingedrukt.
LET OP
■ Als de gashendel tijdens de kalibratie niet geheel wordt ingedrukt, kan de motorzeis zich verkeerd instellen. De motorzeis kan worden beschadigd. ►
Houd de gashendel geheel ingedrukt.
► Druk de gashendel ten minste 40 secon‐
den (B) lang in en houd deze ingedrukt. De motor versnelt en de motorzeis wordt gekalibreerd. Het motortoerental schommelt en stijgt aanmerkelijk tijdens de kalibratie.
► Als de motor afslaat: probeer opnieuw de
motorzeis te kalibreren.
► Als de motor herhaaldelijk afslaat: gebruik de
motorzeis niet en neem contact op met een STIHL dealer. De motorzeis is defect.
► Zodra het motortoerental hoorbaar en merk‐
baar terugvalt: (C): laat de gashendel los. De motor draait stationair. De motorzeis is gekalibreerd en klaar voor gebruik.
► Schakel de motor uit. ► Monteer het snijgarnituur.
11.4 Motorzeis vasthouden en gelei‐
den
Zet de chokeknop in stand
► Start de motor zonder de gashendel in te druk‐
ken.
18 0458-563-7601-A
.
► De motorzeis op uw rug dragen.
AB
0000090918_002
0000099488_001
1
2
0000-GXX-4037-A1

12 Na de werkzaamheden Nederlands

► Motorzeis met de rechterhand op de bedie‐
ningshandgreep zo vasthouden dat de duim om de bedieningshandgreep valt.
► Motorzeis met de linkerhand op de beugel‐
handgreep zo vasthouden dat de duim om de beugelhandgreep valt.
De maaidraad wordt circa 30 mm langer. Het afkortmes in de beschermkap kort de maai‐ draad automatisch op de juiste lengte af.

11.5 Maaien

De afstand van het snijgarnituur ten opzichte van de grond bepaalt de maaihoogte.
Als de maaidraden korter dan 25 mm zijn, kun‐ nen deze niet automatisch worden bijgesteld. ► Schakel de motor uit. ► Druk het spoelelement (1) in de maaikop in en
houd het ingedrukt.
► De maaidraden (2) er met de hand uittrekken. ► Als de maaidraden (2) niet meer kunnen wor‐
Maaien met maaikop (A) ► De motorzeis gelijkmatig heen en weer bewe‐
gen.
► Langzaam en gecontroleerd in voorwaartse
richting lopen.
Maaien met een grassnijblad of een slagmes (B) ► Met het linkerdeel van het metalen snijgarni‐
tuur maaien.
► Langzaam en gecontroleerd in voorwaartse
richting lopen.

11.6 Uitdunnen met een slagmes

den uitgetrokken: spoelelement (1) of de maai‐ draden (2) vervangen. Het spoelelement is leeg.
11.7.2 Maaidraden van de maaikop‐
pen SuperCut bijstellen
De maaidraden worden automatisch afgesteld. Het afkortmes in de beschermkap kort de maai‐ draad automatisch op de juiste lengte af.
Als de maaidraden korter dan 40 mm zijn, kun‐ nen deze niet automatisch worden bijgesteld. ► Schakel de motor uit. ► De maaidraden er met de hand uittrekken. ► Als de maaidraden niet meer naar buiten kun‐
nen worden getrokken: maaidraden vervan‐ gen. Het spoelelement is leeg.
12 Na de werkzaamheden

12.1 Na het werk

► Schakel de motor uit.
► Plaats het metalen snijgarnituur van bovenaf
in het struikgewas.
► Til het metalen snijgarnituur niet boven de
heupen.

11.7 Maaidraad bijstellen

11.7.1 Maaidraden op de maaikoppen Auto‐
► Met de draaiende maaikop even de grond
0458-563-7601-A 19
Cut bijstellen
aantippen.
► Laat de motorzeis afkoelen. ► Als de motorzeis nat is: laat de motorzeis dro‐
gen.
► Motorzeis reinigen. ► Beschermkap reinigen. ► Snijgarnituur reinigen. ► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de passende transportbe‐ schermkap.

13 Vervoeren

13.1 Motorzeis vervoeren

► Schakel de motor uit.
1
4
2
3
0000099461_001
4
5
0000099462_001
4
5
6
3
2
1
3
0000099444_001

Nederlands 14 Opslaan

► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de passende transportbe‐ schermkap.
► Start de motor en laat deze net zo lang sta‐
tionair draaien tot de motor afslaat.

15 Reinigen

15.1 Motorzeis reinigen

► Schakel de motor uit. ► Laat de motorzeis afkoelen. ► Reinig de motorzeis met een vochtige doek of
STIHL harsoplosmiddel.
► Reinig de ventilatiesleuven met een kwast.
15.2 Beschermkap en snijgarnituur
► Draai de knevelbout (1) los. ► Trek de steel (2) uit de koppelingsmof (3). ► Plaats de beschermkap (4).
► Schakel de motor uit. ► Reinig de beschermkap en het snijgarnituur
reinigen
met een vochtige doek of een zachte borstel.

16 Onderhoud

16.1 Onderhoudsintervallen

Onderhoudsintervallen zijn afhankelijk van de omgevings- en werkomstandigheden. STIHL adviseert de volgende onderhoudsinter‐ vallen:
► Bevestig de bedieningshandgreep (4) aan de
riem (5).
Motorzeis dragen ► De motorzeis op uw rug dragen.
Motorzeis in een voertuig vervoeren ► De motorzeis zo borgen dat deze niet kan
kantelen en verschuiven.
14 Opslaan

14.1 Motorzeis opslaan

► Schakel de motor uit. ► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de passende transportbe‐ schermkap.
► De motorzeis zo opslaan dat aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
De motorzeis bevindt zich buiten het bereik
van kinderen. De motorzeis is schoon en droog.
► Indien de motorzeis langer dan 30 dagen
wordt opgeslagen: ► Verwijder het snijgarnituur. ► Open de brandstoftankdop. ► Leeg de brandstoftank. ► Sluit de brandstoftank. ► Als er een hand-benzinepomp beschikbaar
is: hand-benzinepomp ten minste 5 keer indrukken, voordat de motor wordt gestart.
20 0458-563-7601-A
Elke 25 bedrijfsuren ► Aandrijfkop smeren. ► Flexibele as smeren en keren.
Elke 100 bedrijfsuren ► Bougie vervangen.
Maandelijks ► Laat de brandstoftank door een STIHL dealer
reinigen.
► Aanzuigmond in de brandstoftank door
een STIHL dealer laten reinigen.
Jaarlijks ► Laat de aanzuigmond in de brandstoftank door
een STIHL dealer vervangen.

16.2 Flexibele as smeren en keren

► Maak de gaskabel (4) los uit de gaskabelhou‐
ders (3).
► Draai de bout (1) los.
a
6
1
4
3
2
6
0000099445_001
2
1
0000082409_002

17 Repareren Nederlands

► Trek de buigzame steel (2) samen met de fle‐
xibele as (6) los.
► Onthoud welk uiteinde van de flexibele as (6)
aan de motor was gemonteerd en welk uit‐ einde van de flexibele as (6) aan de koppe‐
lingsmof (5) is gemonteerd. ► Trek de flexibele as (6) er volledig uit. ► Als de flexibele as (6) een blauwe kleur heeft
gekregen: vervang de flexibele as (6). ► Smeer de flexibele as (6) gelijkmatig in met
“STIHL multipurpose-vet”. ► Keer de flexibele as (6) 180°. ► Schuif de flexibele as (6) volledig in de buig‐
zame steel (2).
Het uiteinde van de flexibele as (6) dat tot dus‐
ver op de motor was gemonteerd, wijst nu in
de richting van de koppelingsmof (5).
► Draai de flexibele as (6) net zolang en duw
deze richting de koppelingsmof (5), totdat de
afstand a = 1,5 cm bedraagt. ► Bevestig de buigzame steel (2) samen met de
flexibele as (6) aan de motor en lijn deze
zodanig uit dat de markering TOP op de buig‐
zame steel (2) zich aan de bovenkant bevindt.
De markeringslijn bij de punt van de pijl TOP
moet perfect aansluiten op de kant van de
motor. ► Draai de schroef (1) erin. ► Bevestig de gaskabel (4) met de gaskabelhou‐
ders (3) zodanig aan de buigzame steel (2)
dat de gaskabel (4) niet om de buigzame steel
(2) gewikkeld is.

16.3 Aandrijfkop smeren

► Afsluitplug (2) losdraaien. ► Als er geen vet op de afsluitplug (2) zichtbaar
is: ► Tube “STIHL tandwielvet” (1) inschroeven. ► 5 g STIHL tandwielvet in het aandrijfhuis
drukken. ► Tube “STIHL tandwielvet” (1) eruit draaien. ► Afsluitplug (2) aanbrengen en vastdraaien. ► De motorzeis gedurende 1 minuut zonder
belasting gebruiken.
Het STIHL tandwielvet wordt gelijkmatig
verdeeld.
16.4 Metalen snijgarnituur aanscher‐ pen/slijpen en balanceren
Het vraagt veel oefening om een metalen snij‐ garnituur correct aan te scherpen/slijpen en te balanceren.
STIHL adviseert, metalen snijgarnituren door een STIHL dealer te laten aanscherpen/slijpen en balanceren. ► Metalen snijgarnituur zo aanscherpen/slijpen,
als in de handleiding en verpakking van het gebruikte snijgarnituur staat beschreven.
17 Repareren

17.1 Motorzeis en snijgarnituur repareren

De gebruiker kan de motorzeis en het snijgarni‐ tuur niet zelf repareren. ► Als de motorzeis of het snijgarnituur is
beschadigd: de motorzeis of het snijgarnituur niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer.
0458-563-7601-A 21
2
3
1
0000097407_001

Nederlands 18 Storingen opheffen

18 Storingen opheffen

18.1 Storingen aan de motorzeis verhelpen

De meeste storingen hebben dezelfde oorzaken. ► Neem de volgende maatregelen:
► Vervang het luchtfilter. ► Bougie reinigen of vervangen. ► Stel de winterstand of zomerstand in.
► Als de storing aanhoudt: neem maatregelen uit de volgende tabel.
Storing Oorzaak Oplossing Motor kan niet wor‐
den gestart.
De motor draait onre‐ gelmatig bij stationair toerental.
De motor slaat bij stationair toerental af.
De motor bereikt het maximumtoerental niet.
De motor gaat uit, hoewel er nog brand‐ stof in de brandstof‐ tank zit.

18.2 Het luchtfilter vervangen

Het luchtfilter kan niet worden gereinigd. Als het motorvermogen afneemt of het luchtfilter bescha‐ digd is, moet het luchtfilter worden vervangen. ► Schakel de motor uit. ►
Zet de chokeknop in stand
De brandstoftank bevat onvoldoende brandstof.
De carburateur is te heet.
IJsvorming in de car‐ burateur.
De omgevingstempe‐ ratuur is lager dan 0 °C, de STIHL elek‐ trostart is gedeacti‐ veerd.
De motorzeis wordt opgeslagen bij een omgevingstempera‐ tuur lager dan 0 °C.
De accu van de STIHL elektrostart is leeg.
IJsvorming in de car‐ burateur.
IJsvorming in de car‐ burateur.
De motorzeis is niet correct op de omge‐ vingsomstandighe‐ den aangepast.
De gaskabel is niet correct ingesteld.
De zuigkop bevindt zich niet op de juiste plek.
.
► Brandstof mengen en motorzeis bijvullen.
► Motorzeis laten afkoelen. ► Voordat de motor wordt gestart: druk de hand-benzi‐
nepomp ten minste 10 maal in.
► De motorzeis tot +10 °C laten opwarmen.
► Motor starten (zonder STIHL elektrostart).
► Motor starten (zonder STIHL elektrostart).
► Motor starten (zonder STIHL elektrostart). ► Als de motor nog steeds niet kan worden gestart:
contact met een STIHL dealer opnemen.
► De motorzeis tot +10 °C laten opwarmen.
► De motorzeis tot +10 °C laten opwarmen.
► De motorzeis kalibreren.
► Gaskabel instellen.
► Contact opnemen met een STIHL dealer.
22 0458-563-7601-A
2
1
3
4
0000099035_001
2
1
0000096699_002

19 Technische gegevens Nederlands

► De bouten (1) losdraaien en het filterdeksel (2)
verwijderen.
► De omgeving rondom het luchtfilter (3) met
een vochtige doek of een kwast reinigen. ► Het luchtfilter (3) verwijderen. ► Een nieuw luchtfilter (3) plaatsen. ► Het filterdeksel (2) aanbrengen. ► Breng de bouten (1) aan en draai deze vast.

18.3 Bougie reinigen

► Schakel de motor uit. ► Motorzeis laten afkoelen.
19 Technische gegevens
19.1 Motorzeis STIHL FR 460 TC­FM
Cilinderinhoud: 45,6 cm³
Vermogen volgens ISO 8893: 2,2 kW (3,0 pk)
bij 9500 1/min Stationair toerental: 2700 1/min
Maximaal toerental van de uitgaande as:
7930 1/min Goedgekeurde bougies: NGK CMR 6H
Elektrodeafstand van de bougie: 0,5 mm
Gewicht met een lege brandstoftank, zonder
snijgarnituur en zonder beschermkap: 11,6 kg Lengte zonder snijgarnituur: 2800 mm
Maximale inhoud brandstoftank: 750 cm³
(0,75 l)

19.2 Geluids- en trillingswaarden

De K-waarde voor het geluidsdrukniveau bedraagt 2 dB(A). De K-waarde voor het geluids‐
► Draai de schroef (1) linksom. ► Til de afdekkap (2) op en schuif deze naar
achteren. ► Bougiestekker (3) lostrekken. ► Als het gebied rondom de bougie (4) is ver‐
vuild: het gebied rondom de bougie (4)
schoonmaken met een doek. ► Bougie (4) losdraaien. ► De bougie (4) schoonmaken met een doek. ► Als de bougie (4) gecorrodeerd is: vervang de
bougie (4). ► Breng de bougie (4) aan en draai deze stevig
vast. ► Druk de bougiestekker (3) stevig vast. ► Monteer de afdekkap (2) en draai de bout (1)
vast.

18.4 Gaskabel instellen

vermogenniveau bedraagt 2 dB(A). De K­waarde voor de trillingswaarden bedraagt 2 m/s².
Gebruik met een maaikop
Geluiddrukniveau L
gemeten volgens
peq
ISO 22868: 99 dB(A). Geluidsvermogenniveau L
gemeten vol‐
weq
gens ISO 22868: 109 dB(A). Trillingswaarde a
gemeten volgens
hv,eq
ISO 22867:
Bedieningshandgreep: 3,3 m/s².
Linkerhandgreep: 3,6 m/s².
Gebruik met een metalen snijgarnituur
Geluiddrukniveau L
gemeten volgens
peq
ISO 22868: 99 dB(A). Geluidsvermogenniveau L
gemeten vol‐
weq
gens ISO 22868: 110 dB(A). Trillingswaarde a
gemeten volgens
hv,eq
ISO 22867:
Bedieningshandgreep: 2,5 m/s².
Linkerhandgreep: 3,3 m/s².
Informatie over het voldoen aan de EG-richtlijn 2002/44/EG inzake trillingen is op www.stihl.com/vib aangegeven.

19.3 REACH

► Gashendel (1) indrukken en ingedrukt houden. ► Draai de bout (2) rechtsom tot de voelbare
► Draai de bout (2) een halve slag verder
weerstand.
rechtsom.
0458-563-7601-A 23
REACH staat voor een EG voorschrift voor de registratie, classificatie en vrijgave van chemica‐ liën.
Informatie met betrekking tot het voldoen aan het REACH-voorschrift is onder www.stihl.com/reach weergegeven.

Nederlands 20 Combinaties van snijgarnituren en beschermkappen

19.4 Uitlaatgasemissiewaarde

De in de EU-typegoedkeuringsprocedure geme‐ ten CO2-waarde staat weergegeven bij de voor
het product specifieke technische gegevens bij www.stihl.com/co2.
De gemeten CO2-waarde werd op een represen‐ tatieve motor volgens een genormeerde testpro‐
cedure onder laboratoriumomstandigheden
bepaald en vormt geen uitdrukkelijke of impli‐ ciete garantie van het vermogen van een bepaalde motor.
Door het in deze handleiding beschreven gebruik conform de voorschriften en onderhoud, wordt aan de geldende uitlaatgasemissie-eisen vol‐ daan. Bij modificaties aan de motor vervalt de typegoedkeuring.
20 Combinaties van snijgarnituren en beschermkappen

20.1 Combinaties van snijgarnituren en beschermkappen

Snijgarnituur Beschermkap Loopbegrenzer
Maaikop AutoCut 25-2
Maaikop AutoCut C 26-2
Maaikop AutoCut 27-2
Maaikop AutoCut 36-2
Maaikop DuroCut 20-2
Maaikop SuperCut 20-2
Maaikop TrimCut C 32-2
Grassnijblad 230-2 (Ø 230 mm)
Grassnijblad 230-4 (Ø 230 mm)
Grassnijblad 230-8 (Ø 230 mm)
Grassnijblad 250-32 (Ø 250 mm)
Grassnijblad 250-40 “Speciaal“ (Ø 250 mm)
Grassnijblad 260-2 (Ø 260 mm)
Slagmes 250-3 (Ø 250 mm)
21 Vrijgegeven aanbouwge‐
reedschappen
21.1 Vrijgegeven aanbouwgereed‐
schappen
Aanbouwgereedschap Gebruik BF Grondfrees

22 Onderdelen en toebehoren

22.1 Onderdelen en toebehoren

Deze symbolen kenmerken de origi‐ nele STIHL onderdelen en het originele STIHL toebehoren.
STIHL adviseert alleen originele STIHL onderde‐ len en origineel STIHL toebehoren te gebruiken.
Reserveonderdelen en toebehoren van andere fabrikanten kunnen door STIHL wat betreft betrouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid ondanks continue marktobservatie niet worden beoordeeld en STIHL kan ook niet borg staan voor het gebruik ervan.
Originele STIHL onderdelen en origineel STIHL toebehoren zijn leverbaar via de STIHL dealer.
Beschermkap voor maai‐
koppen Universele beschermkap
samen met het schort en het afkortmes
Universele beschermkap
zonder schort
Universele beschermkap
zonder schort
Als optie
Voorgeschreven
Voorgeschreven
23 Milieuverantwoord afvoe‐
ren

23.1 Motorzeis milieuvriendelijk afvoeren

Informatie over de afvoer is verkrijgbaar bij de gemeente of bij een STIHL dealer.
Een onjuiste afvoer kan schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu. ► De STIHL producten inclusief de verpakking
volgens de plaatselijke voorschriften bij een geschikt verzamelpunt voor recycling inleve‐ ren.
► Niet bij het huisvuil afvoeren.

24 EU-conformiteitsverklaring

24.1 Motorzeis STIHL FR 460 TC­FM
ANDREAS STIHL AG & Co. KG Badstraße 115 D-71336 Waiblingen
Duitsland verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat
24 0458-563-7601-A
Loading...
+ 56 hidden pages