Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar.
Geachte cliënt(e),
Het doet ons veel genoegen dat u hebt
gekozen voor een kwaliteitsproduct van
de firma STIHL.
Dit product werd met moderne
productiemethoden en onder
uitgebreide kwaliteitscontroles
gefabriceerd. Er is ons alles aan
gelegen dat u tevreden bent met dit
apparaat en er probleemloos mee kunt
werken.
Wendt u zich met vragen over uw
apparaat tot uw dealer of de importeur.
Op deze handleiding rust auteursrecht. Alle rechten blijven voorbehouden, vooral het recht op verspreiding, vertaling en verwerking met elektronische systemen.
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
1
Nederlands
Met betrekking tot deze
handleiding
Symbolen
Symbolen die op het apparaat zijn
aangebracht worden in deze
handleiding toegelicht.
Afhankelijk van het apparaat en de
uitrusting kunnen de volgende symbolen
op het apparaat zijn aangebracht.
Benzinetank; brandstofmengsel van benzine en
motorolie
Hand-benzinepomp
bedienen
Codering van tekstblokken
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor kans op ongevallen
en letsel voor personen alsmede voor
zwaarwegende materiële schade.
LET OP
Waarschuwing voor beschadiging van
het apparaat of afzonderlijke
componenten.
Technische doorontwikkeling
leveringsomvang qua vorm, techniek en
uitrusting behouden wij ons daarom ook
voor.
Aan gegevens en afbeeldingen in deze
handleiding kunnen dan ook geen
aanspraken worden ontleend.
Veiligheidsaanwijzingen en
werktechniek
Er zijn speciale veiligheidsmaatregelen nodig
bij het werken met een
motorapparaat.
De gehele handleiding
voor de eerste ingebruikneming aandachtig
doorlezen en voor later
gebruik goed opbergen.
Het niet in acht nemen
van de handleiding kan
levensgevaarlijk zijn.
De nationale veiligheidsvoorschriften,
bijv. van beroepsgroepen, sociale
instanties, arbeidsinspectie en andere in
acht nemen.
Wie voor het eerst met het apparaat
werkt: door de verkoper of door een
andere deskundige laten uitleggen hoe
men hiermee veilig kan werken – of
deelnemen aan een cursus.
Minderjarigen mogen niet met het
apparaat werken – behalve jongeren
boven de 16 jaar die onder toezicht leren
met het apparaat te werken.
Kinderen, huisdieren en toeschouwers
op afstand houden.
Als het apparaat niet wordt gebruikt, het
apparaat zo neerzetten dat niemand in
gevaar kan worden gebracht. Het
apparaat zo opbergen dat onbevoegden
er geen toegang toe hebben.
STIHL werkt continu aan de verdere
ontwikkeling van alle machines en
apparaten; wijzigingen in de
2
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
Nederlands
De gebruiker is verantwoordelijk voor
ongevallen die andere personen of hun
eigendommen overkomen, resp. voor
de gevaren waaraan deze worden
blootgesteld.
Het apparaat alleen meegeven of
uitlenen aan personen die met dit model
en het gebruik ervan vertrouwd zijn –
altijd de handleiding meegeven.
Het gebruik van geluid producerende
apparaten kan door nationale alsook
plaatselijke, lokale voorschriften tijdelijk
worden beperkt.
Het apparaat alleen dan in gebruik
nemen als alle componenten in goede
staat verkeren.
Voor het reinigen van het apparaat geen
hogedrukreiniger gebruiken. Door de
harde waterstraal kunnen onderdelen
van het apparaat worden beschadigd.
Toebehoren en onderdelen
Alleen die onderdelen of toebehoren
monteren die door STIHL voor dit
apparaat zijn vrijgegeven of technisch
gelijkwaardige onderdelen. Bij vragen
hierover contact opnemen met een
geautoriseerde dealer. Alleen
hoogwaardige onderdelen of
toebehoren monteren. Als dit wordt
nagelaten is er kans op ongelukken of
schade aan het apparaat.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen en toebehoren te monteren.
Deze zijn qua eigenschappen optimaal
op het product en de eisen van de
gebruiker afgestemd.
Geen wijzigingen aan het apparaat
aanbrengen – uw veiligheid kan hierdoor
in gevaar worden gebracht. Voor
persoonlijke en materiële schade die
door het gebruik van niet-vrijgegeven
aanbouwapparaten wordt veroorzaakt
is STIHL niet aansprakelijk.
Lichamelijke gesteldheid
Wie met het apparaat werkt moet goed
uitgerust, gezond zijn en een goede
lichamelijke conditie hebben.
Wie zich om gezondheidsredenen niet
mag inspannen, moet zijn arts
raadplegen of het werken met een
motorapparaat mogelijk is.
Alleen voor dragers van een pacemaker:
het ontstekingsmechanisme van dit
apparaat genereert een zeer gering
elektromagnetisch veld. Beïnvloeding
van enkele typen pacemakers kan niet
geheel worden uitgesloten. Ter
voorkoming van gezondheidsrisico's
adviseert STIHL de behandelend arts
en de fabrikant van de pacemaker te
raadplegen.
Na gebruik van alcohol, medicijnen die
het reactievermogen beïnvloeden of
drugs mag niet met het apparaat worden
gewerkt.
Gebruik conform de voorschriften
Met de bladblazer kunnen bladeren,
gras, papier en dergelijke, bijv. in
parken, sportstadions, op
parkeerplaatsen of inritten, bij elkaar
worden 'geveegd'. De bladblazer is ook
geschikt voor het schoonblazen van
jachtpaden in het bos.
De zuigHakselaar is bovendien
geconstrueerd voor het opzuigen van
bladeren en ander licht, los en nietbrandbaar afval.
Geen voor de gezondheid schadelijke
materialen wegblazen of opzuigen.
Het gebruik van het apparaat voor
andere doeleinden is niet toegestaan en
kan leiden tot ongelukken of defecten
aan het apparaat. Geen wijzigingen aan
het product aanbrengen – ook dit kan
leiden tot ongelukken of defecten aan
het apparaat.
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting
dragen.
De kleding moet doelmatig zijn en mag tijdens het
werk niet hinderen.
Nauwsluitende kleding,
combipak, geen stofjas.
Geen kleding, sjaal, das,
sieraden dragen die in de
luchtaanzuigopening
kunnen worden getrokken. Lang haar in een
paardenstaart dragen en
vastzetten (hoofddoek,
muts, helm enz.).
Stevige schoenen met stroeve, slipvrije
zolen dragen.
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
3
Nederlands
WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel
te reduceren een nauw
aansluitende veiligheidsbril volgens de norm
EN 166 dragen. Erop letten dat de veiligheidsbril
goed zit.
"Persoonlijke" gehoorbescherming
dragen – zoals bijv. oorkappen.
STIHL biedt een omvangrijk programma
aan persoonlijke beschermuitrusting
aan.
Apparaat vervoeren
Altijd de motor afzetten.
Bij vervoer in voertuigen:
–Het apparaat zo beveiligen dat het
niet kan omvallen, worden
beschadigd en er ook geen benzine
uit kan lopen
Tanken
Benzine is bijzonder licht
ontvlambaar – uit de
buurt blijven van open
vuur – geen benzine mor-
sen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen –
brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine werd
gemorst, het motorapparaat direct
schoonmaken – de kleding niet in
aanraking laten komen met de benzine –
anders direct andere kleding
aantrekken.
Op lekkages letten! Als er
benzine weglekt de motor
niet starten – levensgevaar door verbranding!
Na het tanken de
schroef-tankdop zo vast
mogelijk aandraaien.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat
de tankdop door de motortrillingen
losloopt en er benzine wegstroomt.
Voor het starten
Controleren of het apparaat in goede
staat verkeert – het desbetreffende
hoofdstuk in de handleiding in acht
nemen:
–Het brandstofsysteem op lekkage
controleren, vooral de zichtbare
onderdelen zoals bijv. de tankdop,
slangaansluitingen, handbenzinepomp (alleen bij
motorapparaten met handbenzinepomp). Bij lekkages of
beschadiging de motor niet starten
– brandgevaar! Het apparaat voor
de ingebruikneming door een
geautoriseerde dealer laten
repareren
–De gashendel moet soepel
bewegen en vanzelf in de
stationaire stand terugveren
–De stelhendel/schakelaar moet
gemakkelijk in stand STOP, resp. 0
kunnen worden geplaatst
–De handgrepen moeten schoon en
droog, olie- en vuilvrij zijn –
belangrijk voor een veilige
bediening van het motorapparaat
–De blaasinrichting moet volgens
voorschrift zijn gemonteerd
–Bougiesteker op vastzitten
controleren – bij een loszittende
steker kunnen vonken ontstaan,
hierdoor kan het vrijkomende
benzine-luchtmengsel ontbranden –
brandgevaar!
–De staat van het schoepenwiel en
het blaasventilatorhuis controleren
Slijtage aan het blaasventilatorhuis
(scheurtjes, breuken) kan tot letsel
leiden door naar buiten toe
weggeslingerde voorwerpen. Bij
beschadigingen aan het
blaasventilatorhuis contact opnemen
met een geautoriseerde dealer – STIHL
adviseert de STIHL dealer
Geen wijzigingen aan de
bedieningselementen en de
veiligheidsinrichtingen aanbrengen
Het apparaat mag alleen in technisch
goede staat worden gebruikt – kans op
ongelukken!
4
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
Nederlands
Motor starten
Minstens op 3 meter van de plek waar
werd getankt en niet in een afgesloten
ruimte.
Het apparaat wordt door slechts één
persoon bediend – geen andere
personen toelaten in de directe
werkomgeving – ook niet tijdens het
starten.
De motor niet 'los uit de hand' starten –
starten zoals in de handleiding staat
beschreven.
Alleen op een vlakke ondergrond, op
een stabiele en veilige houding letten,
het apparaat goed vasthouden.
Na het aanslaan van de motor kunnen
door de in kracht toenemende
luchtstroom voorwerpen (bijv. stenen)
omhoog worden geslingerd.
Tijdens de werkzaamheden
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood direct de motor afzetten – de
stelhendel/schakelaar in stand STOP,
resp. 0 plaatsen.
Het apparaat wordt slechts door één
persoon bediend – geen andere
personen in het werkgebied toestaan
Binnen een straal
van 5 m mogen
zich geen andere
personen ophouden – kans op
letsel door weggeslingerde
voorwerpen!
Deze afstand ook ten opzichte van
andere objecten (auto's, ruiten)
aanhouden – kans op materiële schade!
Nooit in de richting van
personen of dieren blazen
– het apparaat kan kleine
voorwerpen met hoge
snelheid omhoog slingeren – kans op letsel!
Tijdens het blazen en zuighakselen (in
open terrein en in de tuin) op huisdieren
letten, om deze niet in gevaar te
brengen.
Het apparaat nooit onbeheerd laten
draaien.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, ijs,
op hellingen, in oneffen terrein – kans op
uitglijden!
Op obstakels letten: afval,
boomstronken, wortels, greppels – kans
op struikelen!
Niet op een ladder, niet op onstabiele
plaatsen werken.
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt – omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Voorzichtig werken, anderen niet in
gevaar brengen.
Op tijd rustpauzes nemen om
vermoeidheid en uitputting te
voorkomen – kans op ongelukken!
Uitlaatdempers met katalysator kunnen
bijzonder heet worden.
Het motorapparaat produceert giftige
uitlaatgassen zodra de
motor draait. Deze gassen kunnen geurloos en
onzichtbaar zijn en
onverbrande koolwaterstoffen en benzol
bevatten. Nooit in afgesloten of slecht
geventileerde ruimtes
met het motorapparaat
werken – ook niet met
machines voorzien van
katalysator.
Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte, steeds voor
voldoende luchtventilatie zorgen –
levensgevaar door vergiftiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn,
gezichtsstoornissen (bijv. kleiner
wordend blikveld), gehoorverlies,
duizeligheid, afnemende concentratie,
de werkzaamheden direct onderbreken
– deze symptomen kunnen onder
andere worden veroorzaakt door een te
hoge uitlaatgasconcentratie – kans op
ongelukken!
Niet roken tijdens het gebruik en in de
directe nabijheid van het apparaat –
brandgevaar! Uit het brandstofsysteem
kunnen ontvlambare benzinedampen
ontsnappen.
Bij stofontwikkeling altijd een stofmasker
dragen.
Geluidsoverlast en uitlaatgasemissie zo
veel mogelijk beperken – de motor niet
onnodig laten draaien, alleen gas geven
tijdens het werk.
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
5
Nederlands
295BA052 KN
295BA053 KN
Het apparaat na de werkzaamheden op
een vlakke, niet-brandbare ondergrond
neerzetten. Niet in de buurt van licht
ontvlambare materialen
(bijv. houtspanen, boomschors, droog
gras, brandstof) neerzetten –
brandgevaar!
Geen voorwerpen via het
beschermrooster of de blaasmond in het
blaasventilatorhuis schuiven. Door de
ventilator kunnen deze met een hoge
snelheid naar buiten worden geslingerd
– kans op letsel!
Bij merkbare wijzigingen in de
motorkarakteristiek (bijv. hoger
trillingsniveau) de werkzaamheden
onderbreken en de oorzaken voor de
wijziging opheffen.
Als het apparaat niet volgens voorschrift
(bijv. door geweld van buitenaf, door
stoten of vallen) werd uitgeschakeld,
voor het opnieuw in gebruik nemen
beslist controleren of het apparaat in
een bedrijfszekere staat verkeert – zie
ook "Voor het starten". Vooral op
lekkage van het brandstofsysteem en de
goede werking van de
veiligheidsinrichtingen letten. Een nietbedrijfszeker apparaat in geen geval
verder gebruiken. In geval van twijfel
contact opnemen met een
geautoriseerde dealer.
Als bladblazer gebruiken
De bladblazer is geconstrueerd voor
eenhandsbediening. Het apparaat moet
door de gebruiker met de rechterhand
op de bedieningshandgreep worden
gedragen.
Het motorapparaat altijd stevig
vasthouden.
Tijdens het blazen in open terrein en in
de tuin op het bodemleven letten.
Alleen stapsgewijs voorwaarts werken –
de luchtuitstroomopening van de
blaaspijp altijd in het oog houden – niet
achteruit lopen – kans op struikelen!
WAARSCHUWING
Het apparaat alleen met een compleet
gemonteerde blaaspijp in gebruik
nemen – kans op letsel!
De ronde blaasmond is vooral geschikt
bij gebruik in oneffen terrein
(bijv. weiden en gazons).
De platte blaasmond (met het apparaat
meegeleverd of als speciaal toebehoren
leverbaar) levert een vlakke
luchtstroom, die gericht en
gecontroleerd kan worden gebruikt,
vooral voor het schoonvegen van egale
vlakken die zijn bedekt met houtspanen,
blad, afgemaaid gras of iets dergelijks.
Zuigmechanisme gebruiken
Zie de aanbouwrichtlijnen in het
betreffende hoofdstuk van deze
handleiding.
De zuigHakselaar is ontworpen voor
tweehandsbediening. Het apparaat
moet door de gebruiker met de
rechterhand op de
bedieningshandgreep en met de
linkerhand op de handgreep van het
huis worden gedragen.
De draagriem van de opvangzak over de
linkerschouder hangen – niet kruislings
dragen, zodat in geval van nood het
apparaat samen met de opvangzak snel
van het lichaam kan worden
weggenomen.
6
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
Nederlands
WAARSCHUWING
Het apparaat alleen met compleet
gemonteerde zuigpijp en gemonteerde,
gesloten opvangzak gebruiken – kans
op letsel!
LET OP
Bij het opzuigen van schurende
materialen (bijv. split, steen enz.)
worden het schoepenwiel en het
blaasventilatorhuis blootgesteld aan
zeer sterke slijtage. Deze slijtage
openbaart zich door een sterk
teruglopende zuigcapaciteit. In dit geval
contact opnemen met een
geautoriseerde dealer. STIHL adviseert
de STIHL dealer.
Pas op bij het opzuigen van nat
bladafval – de ventilator en het kniestuk
kunnen verstopt raken.
Tijdens het zuigen in open terrein en in
de tuin op het bodemleven letten.
Geen hete of brandende
materialen (bijv. hete as,
gloeiende sigaretten)
opzuigen – kans op let-
sel door brand!
Nooit ontbrandbare vloeistoffen (bijv. benzine) of
in brandbare vloeistoffen
gedrenkte materialen
opzuigen – kans op dodelijk letsel door vuur of
explosie!
Voor het losmaken van
het beschermrooster de
motor afzetten. Het
beschermrooster moet
altijd zijn gesloten en
geborgd, als de zuigpijp
niet is gemonteerd – kans
op letsel door contac t met
roterende onderdelen!
Bovendien kan er schade
aan de motor ontstaan.
Werktechniek
Voor het minimaliseren van de blaastijd
de hark en bezem gebruiken om het vuil
voor het schoonblazen los te maken.
Geadviseerde werktechniek voor een
minimale luchtvervuiling:
–Indien nodig het schoon te blazen
oppervlak met water besproeien om
sterke stofvorming te voorkomen.
–Het vuil niet in de richting van
personen, vooral kinderen,
huisdieren, in de richting van
openstaande ramen of net
gewassen auto's blazen. Vuil
voorzichtig wegblazen
–Bij elkaar geveegd vuil in een
vuilniscontainer afvoeren, niet op
het perceel van de buurman blazen
Geadviseerde werktechniek voor een
minimale geluidsproductie:
–Motorapparaten alleen gedurende
de werkuren gebruiken – niet 's
ochtends vroeg, laat in de
avond/nacht of tijdens de
middagpauze, als mensen er hinder
van kunnen ondervinden. De lokaal
voorgeschreven rusttijden
aanhouden
–De bladblazer laten draaien met
een zo laag mogelijk motortoerental
waarbij de blaascapaciteit
voldoende is voor de
werkzaamheden
–De uitrusting voor de
ingebruikneming controleren, vooral
de uitlaatdemper, de
luchtaanzuigopeningen en het
luchtfilter
Trillingen
Langdurig gebruik van het
motorapparaat kan leiden tot door
trillingen veroorzaakte
doorbloedingsstoornissen aan de
handen ("witte vingers").
Een algemeen geldende gebruiksduur
kan niet worden vastgesteld, omdat
deze van meerdere factoren afhankelijk
is.
De gebruiksduur wordt verlengd door:
–Warme handen
–Rustpauzes
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
7
Nederlands
1
3
296BA016 KN
296BA017 KN
De gebruiksduur wordt verkort door:
–Bijzondere persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, kriebelen)
–Lage buitentemperaturen
–De mate van kracht uitgeoefend
door de handen (stevig beetpakken
beïnvloedt de doorbloeding nadelig)
Bij regelmatig, langdurig gebruik van het
motorapparaat en bij het herhaald
optreden van de betreffende
symptomen (bijv. vingers kriebelen)
wordt een medisch onderzoek
geadviseerd.
Onderhoud en reparaties
Het motorapparaat regelmatig
onderhouden. Alleen die onderhoudsen reparatiewerkzaamheden uitvoeren
die in de handleiding staan beschreven.
Alle andere werkzaamheden laten
uitvoeren door een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over Technische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt nagelaten is er
kans op ongelukken of schade aan de
handrugnevelspuit. Bij vragen contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het
apparaat en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Voor reparatie-, onderhouds- en
schoonmaakwerkzaamheden altijd de
motor afzetten – kans op letsel! –
Uitzondering: afstelling carburateur en
stationair toerental.
De motor mag bij een losgetrokken
bougiesteker of bij een losgedraaide
bougie niet met behulp van het
startmechanisme worden getornd –
brandgevaar door ontstekingsvonken
buiten de cilinder!
Het motorapparaat niet in de nabijheid
van open vuur onderhouden en opslaan.
De tankdop regelmatig op lekkage
controleren.
Alleen in goede staat verkerende, door
STIHL vrijgegeven bougies – zie
"Technische gegevens" – monteren.
Controleer of de uitlaatdemper in een
goede staat verkeert.
Niet met een defecte of zonder
uitlaatdemper werken – brandgevaar! –
Gehoorschade!
De hete uitlaatdemper niet aanraken –
gevaar voor brandwonden!
De staat van de antivibratie-elementen
beïnvloedt het trillingsgedrag – de
antivibratie-elementen regelmatig
controleren.
Motor afzetten voor het opheffen van
storingen.
Bladblazer completeren
Blaaspijp monteren
NPijlen (1) met elkaar in lijn brengen
NWartelmoer zo uitlijnen dat het
symbool ‚ in lijn staat met de pijlen
NBlaaspijp (2) tot aan de aanslag in
de uitsparing van de
aansluitmond (3) schuiven
NWartelmoer (4) tot aan de aanslag
over de aansluitmond schuiven
NWartelmoer (4) in de richting van de
pijl draaien tot het symbool ƒ in lijn
staat met de pijlen – de wartelmoer
klikt hoorbaar vast
8
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
Nederlands
a
b
5
6
2
296BA031 KN
1
296BA018 KN
3
296BA019 KN
a
6
5
2
296BA032 KN
296BA020 KN
BG 56, BG 86, SH 56, SH 86
NBlaasmond (5) in stand (a) (lang) of
stand (b) (kort) tot aan de pal (6) op
de blaaspijp (2) schuiven en in de
richting van de pijl vergrendelen
BG 66
NPijlen (1) met elkaar in lijn brengen
NWartelmoer zo uitlijnen dat het
symbool ‚ in lijn staat met de pijlen
NBlaaspijp (2) tot aan de aanslag in
de uitsparing van de
aansluitmond (3) schuiven
NDe lip met een hiertoe geschikt
gereedschap via de boring in de
wartelmoer indrukken
NDe wartelmoer in de richting van de
pijl tot aan de aanslag draaien
NDe blaaspijp wegnemen
NWartelmoer (4) tot aan de aanslag
over de aansluitmond schuiven
NWartelmoer (4) in de richting van de
pijl draaien tot het symbool ƒ in lijn
staat met de pijlen – de wartelmoer
klikt hoorbaar vast
NBlaasmond (5) in stand (a) tot aan
de pal (6) op de blaaspijp (2)
schuiven en in de richting van de pijl
vergrendelen
Blaaspijp demonteren
NMotor afzetten
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
9
Nederlands
4
295BA058 KN
3
2
1
5
296BA021 KN
6
8
296BA022 KN
295BA080 KN
1
2
269BA030 KN
4
3
296BA023 KN
ZuigHakselaar completeren
Kniestuk monteren
NKniestuk (1) tot aan de markering
(pijl) in de opvangzak (2) schuiven
NBand (3) op de opvangzak
vasttrekken en de lip (4) naar
beneden drukken
LET OP
De ritssluiting van de opvangzak moet
dicht zijn
NPijlen (5) met elkaar in lijn brengen
NWartelmoer zo uitlijnen dat het
symbool ‚ in lijn staat met de pijlen
NHet kniestuk tot aan de aanslag in
de uitsparing van de
aansluitmond (6) schuiven
10
NWartelmoer (7) tot aan de aanslag
over de aansluitmond schuiven
NWartelmoer (7) in de richting van de
pijl draaien tot het symbool ƒ in lijn
staat met de pijlen – de wartelmoer
klikt hoorbaar vast
Zuigpijp completeren
NDe zuigpijp en het
zuigpijpverlengstuk aan de hand
van de pijlen uitlijnen, in elkaar
schuiven en vergrendelen
Zuigpijp monteren
NMotor afzetten
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
NSchroevendraaier in de lip (1)
steken en deze indrukken –
hierdoor wordt het
beschermrooster (2) ontgrendeld –
beschermrooster opklappen
NPijlen (3) met elkaar in lijn brengen
NWartelmoer (5) zo uitlijnen dat de
opening in lijn ligt met de pijlen (3)
NDe zuigpijp tot aan de aanslag in de
aansluitmond (4) van het
blaasventilatorhuis schuiven
NDe wartelmoer (5) over de
aansluitmond van het
blaasventilatorhuis schuiven
NWartelmoer (5) in de richting van de
296BA033 KN
296BA024 KN
296BA025 KN
pijl verdraaien tot deze hoorbaar
vastklikt
NDe wartelmoer in de richting van de
pijl verder draaien en vastdraaien
Kniestuk demonteren
NMotor afzetten
NDe wartelmoer tot aan de aanslag in
de richting van de pijl draaien
NDe lip met een hiertoe geschikt
gereedschap via de boring in de
wartelmoer indrukken
NDe wartelmoer verder in de richting
van de pijl tot aan de volgende
aanslag draaien
NDe zuigpijp wegnemen
NHet beschermrooster sluiten en
vergrendelen
Nederlands
Brandstof
De motor draait op een
brandstofmengsel van benzine en
motorolie.
WAARSCHUWING
Direct huidcontact met benzine en het
inademen van benzinedampen
voorkomen.
STIHL MotoMix
STIHL adviseert het gebruik van
STIHL MotoMix. Dit kant-en-klare
brandstofmengsel bevat geen benzol, is
loodvrij, kenmerkt zich door een hoog
octaangetal en biedt altijd de juiste
mengverhouding.
STIHL MotoMix is voor de langst
mogelijke levensduur van de motor
gemengd met STIHL tweetaktmotorolie
HP Ultra.
MotoMix is niet in alle exportlanden
leverbaar.
NDe lip met een hiertoe geschikt
gereedschap via de boring in de
wartelmoer indrukken
NDe wartelmoer in de richting van de
pijl tot aan de aanslag draaien
NKniestuk wegnemen
Zuigpijp demonteren
NMotor afzetten
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
Brandstof mengen
LET OP
Brandstoffen die niet geschikt zijn of met
een afwijkende mengverhouding
kunnen leiden tot ernstige schade aan
de motor. Benzine of motorolie van een
mindere kwaliteit kunnen de motor,
keerringen, leidingen en benzinetank
beschadigen.
11
Nederlands
295BA064 KN
Benzine
Alleen benzine van een gerenommeerd
merk met een octaangetal van minimaal
90 RON tanken – loodvrij of
loodhoudend.
Benzine met een alcoholpercentage van
meer dan 10% kan bij motoren met
handmatig instelbare carburateurs
storingen veroorzaken, daarom mag
deze benzine voor deze motoren niet
worden gebruikt.
Motoren met M-Tronic leveren met
benzine met een alcoholpercentage tot
25% (E25) het volle motorvermogen.
Motorolie
Als brandstof zelf wordt gemengd mag
alleen een STIHL tweetaktmotorolie of
een andere hoogwaardige motorolie van
de klasse JASO FB, JASO FC, JASO
FD, ISO-L-EGB, ISO-L-EGC of ISO-LEGD worden gebruikt.
STIHL schrijft de tweetaktmotorolie
STIHL HP Ultra of een gelijkwaardige
hoogwaardige motorolie voor om de
emissiegrenswaarden gedurende de
machinelevensduur te kunnen
waarborgen.
jerrycan eerst motorolie bijvullen en
vervolgens benzine en goed
mengen
Brandstofmengsel opslaan
Benzine alleen bewaren in voor benzine
vrijgegeven jerrycans op een veilige,
droge en koele plaats, beschermd tegen
licht en zonnestralen.
Het brandstofmengsel veroudert –
alleen de hoeveelheid die nodig is voor
enkele weken mengen. Het
brandstofmengsel niet langer dan
30 dagen bewaren. Door de inwerking
van licht, zon, lage of hoge
temperaturen kan het brandstofmengsel
sneller onbruikbaar worden.
STIHL MotoMix kan echter tot zo'n
2 jaar probleemloos worden bewaard.
NDe jerrycan met brandstofmengsel
voor het tanken goed schudden
WAARSCHUWING
In de jerrycan kan zich druk opbouwen –
de dop voorzichtig losdraaien.
NDe benzinetank en de jerrycan
regelmatig grondig reinigen
De restbrandstof en de voor de reiniging
gebruikte vloeistof volgens voorschrift
en milieubewust opslaan en afvoeren!
Tanken
Apparaat voorbereiden
NDe tankdop en de omgeving ervan
voor het tanken reinigen zodat er
geen vuil in de tank valt
NHet apparaat zo plaatsen, dat de
tankdop naar boven is gericht
STIHL adviseert het STIHL vulsysteem
voor brandstof (speciaal toebehoren).
Tanken
Geen benzine morsen en de tank niet tot
aan de rand vullen.
12
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
Nederlands
295BA065 KN
1
296BA009 KN
295BA069 KN
296BA007 KN
3
295BA067 KN
295BA068 KN
NTankdop opendraaien
NTanken
NDe tankdop vastdraaien
WAARSCHUWING
Na het tanken de tankdop met de hand
zo stevig mogelijk vastdraaien
Benzineaanzuigmond vervangen
Motor starten/afzetten
Motor starten
NVeiligheidsvoorschriften in acht
nemen
Met behulp van de stelhendel (2) kan de
gashendel (3) tijdens de
werkzaamheden in elke willekeurige
stand worden gearrêteerd.
Chokeknop afstellen
Bij koude motor
NBalg (1) van de hand-benzinepomp
ten minste 5-maal indrukken – ook
als de balg met benzine is gevuld
Stelhendel afstellen
Alleen BG 66 C, BG 86, SH 86
NDe chokeknop in stand g plaatsen
Bij warme motor
De benzineaanzuigmond jaarlijks
vervangen, hiertoe:
NBenzinetank aftappen
NDe benzineaanzuigmond met een
NVoor het starten de stelhendel in de
werkstand F plaatsen
haak uit de tank trekken en
lostrekken van de slang
NNieuwe aanzuigmond in de slang
drukken
NDe aanzuigmond weer in de tank
aanbrengen
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
NDe chokeknop in stand < plaatsen
Deze instelling geldt ook als de motor al
even heeft gedraaid, maar nog koud is.
13
Nederlands
296BA006 KN
296BA008 KN
3
296BA008 KN
295BA072 KN
295BA073 KN
Starten
NHet apparaat veilig op de grond
plaatsen
NEen veilige houding aannemen: het
apparaat met de rechterhand op het
huis stevig op de grond drukken
NMet de linkerhand de
starthandgreep vastpakken
Uitvoering met ErgoStart
NDe starthandgreep gelijkmatig
uittrekken
Uitvoering zonder ErgoStart
NDe starthandgreep langzaam tot
aan de eerst voelbare aanslag
uittrekken en vervolgens snel en
krachtig doortrekken
LET OP
Het koord niet tot aan het koorduiteinde
uit de boring trekken – kans op breuk!
NDe starthandgreep niet terug laten
schieten – maar laten vieren zodat
het startkoord correct kan worden
opgerold
Zodra de motor draait
NGashendel (3) even aantippen – de
chokeknop springt in de
werkstand F – de motor gaat
stationair draaien
Motor afzetten
BG 56, BG 66, SH 56
NDe stopschakelaar in stand 0
plaatsen – de motor slaat af – de
stopschakelaar veert na het
indrukken terug
BG 66 C, BG 86, SH 86
NDe stelhendel in stand 0 plaatsen –
de motor slaat af – de stelhendel
veert terug in de uitgangsstand
Verdere aanwijzingen met betrekking tot
het starten
Als de motor in de stand g of bij het gas
geven afslaat
NChokeknop in stand < draaien –
verder starten tot de motor draait
14
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
Nederlands
1
296BA009 KN
1
295BA074 KN
2
3
295BA075 KN
2
5
Als de motor niet aanslaat
NControleer of alle instellingen (stand
van de chokeknop, stelhendel in de
werkstand F) correct zijn
NStartprocedure herhalen
Alle benzine werd verbruikt en de tank
werd weer gevuld
NBalg (1) van de hand-benzinepomp
ten minste 5-maal indrukken – ook
als de balg met benzine is gevuld
NOpnieuw starten
Luchtfilter reinigen
Vervuilde luchtfilters leiden tot een lager
motorvermogen, verhogen het
benzineverbruik en bemoeilijken het
starten.
Verschillende luchtfilters
Afhankelijk van de uitvoering zijn de
apparaten voorzien van verschillende
luchtfilters. De apparaten zijn te
onderscheiden aan de hand van het
luchtfilterhuis en het luchtfilter zelf.
Uitvoering met vlak filtermateriaal
NElement (3) lostrekken en het
luchtfilter (4) uit het filterhuis (5)
nemen
NLuchtfilter vervangen! In geval van
nood uitkloppen of uitblazen – niet
uitwassen!
Beschadigde onderdelen vervangen!
Filter aanbrengen
NLuchtfilter (4) in het filterhuis (5)
plaatsen en het element (3) hierop
schuiven
NFilterdeksel (2) aanbrengen en de
filterdekselschroef rechtsom in de
horizontale stand draaien
NFilterdekselschroef (1) linksom in
de verticale stand draaien
NFilterdeksel (2) wegnemen
NHet grove vuil rondom het filter
verwijderen
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
15
Nederlands
1
296BA026 KN
22
296BA027 KN
3
4
Uitvoering met gevouwen filtermateriaal
NFilterdekselschroef (1) linksom
draaien
NFilterdeksel (2) wegnemen
NHet grove vuil rondom het filter
verwijderen
van binnen naar buiten onder een
waterstraal uitspoelen – geen
hogedrukreiniger gebruiken
NHet luchtfilter laten drogen – niet
blootstellen aan hitte
Luchtfilter aanbrengen
NHet luchtfilter in het filterhuis
plaatsen
NFilterdeksel aanbrengen en de
filterdekselschroef rechtsom
vastdraaien
Carburateur afstellen
Basisinformatie
De carburateur is af fabriek op de
standaardafstelling afgesteld.
De carburateur is zo afgesteld dat de
motor onder alle
bedrijfsomstandigheden wordt voorzien
van een optimaal benzineluchtmengsel.
Apparaat voorbereiden
NMotor afzetten
NLuchtfilter controleren – indien
nodig reinigen of vervangen
NVonkenrooster (afhankelijk van de
exportuitvoering) in de
uitlaatdemper controleren – indien
nodig reinigen of vervangen
NLuchtfilter (3) uit het filterhuis (4)
nemen
Luchtfilter reinigen
NLuchtfilter voorzichtig uitkloppen of
met perslucht van binnen naar
buiten uitblazen
Bij hardnekkige vervuiling of bij aan het
filterweefsel vastgeplakt vuil
NHet luchtfilter in STIHL speciale
reiniger (speciaal toebehoren) of
schone, niet ontvlambare
reinigingsvloeistof (bijv. warm
zeepsop) uitwassen – het luchtfilter
16
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
Nederlands
296BA010 KN
296BA011 KN
Standaardafstelling
NHoofdstelschroef (H) tot aan de
aanslag linksom draaien –
max. 3/4 slag
NStelschroef stationair toerental (L)
rechtsom tot aan de aanslag
draaien – vervolgens 3/4 slag
linksom terugdraaien
Stationair toerental instellen
NStandaardafstelling uitvoeren
NMotor starten en warm laten draaien
Onregelmatig stationair toerental; motor
neemt slecht op (ondanks
standaardinstelling op de stelschroef
stationair toerental)
Stationaire instelling is te arm.
NStelschroef stationair toerental (L)
voorzichtig linksom draaien tot de
motor regelmatig draait en goed
opneemt – max. tot aan de aanslag
Stationair toerental onregelmatig,
toerental valt terug bij maaibewegingen
Stationaire instelling is te rijk.
NStelschroef stationair toerental (L)
rechtsom draaien (in stappen van
1/8 slag/45°), tot de motor
regelmatig draait en nog goed
opneemt
Na elke correctie van de stand van de
stelschroef stationair toerental (L) moet
meestal ook de stand van de
aanslagschroef stationair toerental (LA)
worden gewijzigd.
Correctie van de carburateurafstelling
bij gebruik op grotere hoogtes
LET OP
Nadat is teruggekeerd vanuit grote
hoogte, de carburateurafstelling weer
terugzetten op de standaardafstelling.
Bij een te arme afstelling bestaat de
kans op motorschade door een gebrek
aan smering en oververhitting.
Als de motor niet optimaal draait, kan
een geringe correctie noodzakelijk zijn:
aanslag
toerental (LA) rechtsom draaien tot
de motor gelijkmatig draait
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
17
Nederlands
1
296BA015 KN
000BA039 KN
A
1
000BA045 KN
3
002BA178 KN
2
Bougie
NBij onvoldoende motorvermogen,
slecht starten of onregelmatig
stationair toerental eerst de bougie
controleren.
NNa ca. 100 bedrijfsuren de bougie
vervangen – bij sterk ingebrande
elektroden reeds eerder – alleen
door STIHL vrijgegeven, ontstoorde
bougies gebruiken – zie
"Technische gegevens"
Bougie uitbouwen
NBougiesteker (1) lostrekken
NDe bougie losdraaien
Bougie controleren
NVervuilde bougie reinigen
NElektrodeafstand (A) controleren en
zo nodig afstellen, waarde voor
elektrodeafstand – zie "Technische
gegevens"
NOorzaken van de vervuiling van de
bougie opheffen
Mogelijke oorzaken zijn:
–Te veel motorolie in de benzine
–Vervuild luchtfilter
–Ongunstige
bedrijfsomstandigheden
explosies ontstaan. Personen kunnen
ernstig letsel oplopen of er kan materiële
schade ontstaan.
NOntstoorde bougies met een vaste
aansluitmoer monteren
Bougie monteren
NBougie (3) in de boring schroeven
en de bougiesteker (2) op de
bougie (3) drukken
18
WAARSCHUWING
Bij een niet vastgedraaide of
ontbrekende aansluitmoer (1) kunnen
vonken worden gevormd. Als in een licht
brandbare of explosieve omgeving
wordt gewerkt, kunnen brand of
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
MotorkarakteristiekApparaat opslaan
Nederlands
Als ondanks het gereinigde luchtfilter en
de correcte carburateurafstelling de
motorkarakteristiek niet optimaal is, kan
dit ook te wijten zijn aan de
uitlaatdemper.
De uitlaatdemper bij de geautoriseerde
dealer op vervuiling (koolaanslag) laten
controleren!
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren.
Bij buitengebruikstelling vanaf ca.
3 maanden
NDe benzinetank op een goed
geventileerde plaats aftappen en
reinigen
NDe brandstof volgens de
voorschriften en milieuwetgeving
opslaan
NDe motor laten draaien tot hij uit
zichzelf afslaat – als dit wordt
nagelaten kunnen de
carburateurmembranen
vastplakken
NHet apparaat goed schoonmaken,
vooral de cilinderribben en het
luchtfilter
NHet apparaat op een droge en
veilige plaats opslaan. Beschermen
tegen onbevoegd gebruik (bijv. door
kinderen)
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
19
Nederlands
Onderhouds- en reinigingsvoorschriften
Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op normale bedrijfsomstandigheden. Onder
zware omstandigheden (veel stofoverlast enz.) en bij langere werktijden per dag dienen de gegeven intervallen navenant te worden verkort.
Voor begin van de
werkzaamheden
Na beëindigen van de werk-
zaamheden, resp. dagelijks
Na elke tankvulling
Wekelijks
Maandelijks
Jaarlijks
Bij storingen
Bij beschadiging
Indien nodig
visuele controle (staat, slijtage,
Complete machine
Bedieningshandgreepwerking controlerenxx
Luchtfilter
Hand-benzinepomp (indien gemonteerd)
Filter in benzinetank
Benzinetankreinigenxx
Carburateur
Bougie
Vonkenrooster
Aanzuigopeningen voor koelluchtreinigenx
Bereikbare bouten, schroeven en moeren
(behalve stelschroeven)
Antivibratie-elementen
Veiligheidsstickervervangenx
2)
in uitlaatdempercontrolerenx
lekkage)
reinigenx
reinigenxx
vervangenxx
controlerenX
laten repareren door geautoriseerde
1)
dealer
controlerenx
filter vervangenxxx
stationair toerental controlerenxx
stationair toerental instellenx
elektrodeafstand afstellenx
vervangen na 100 bedrijfsuren
vervangen door geautoriseerde
1)
dealer
natrekkenx
controlerenxxx
vervangen door geautoriseerde
1)
dealer
xx
X
xx
x
20
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
1)
STIHL adviseert de STIHL dealer
2)
Alleen afhankelijk van de exportuitvoering gemonteerd
Nederlands
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
21
Nederlands
Slijtage minimaliseren en
schade voorkomen
Het aanhouden van de voorschriften in
deze handleiding voorkomt overmatige
slijtage en schade aan het apparaat.
Gebruik, onderhoud en opslag van het
apparaat moeten net zo zorgvuldig
plaatsvinden als staat beschreven in de
handleiding.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk
voor alle schade die door het niet in acht
nemen van de veiligheids-, bedieningsen onderhoudsaanwijzingen wordt
veroorzaakt. Dit geldt in het bijzonder
voor:
–Niet door STIHL vrijgegeven
wijzigingen aan het product
–Het gebruik van gereedschappen of
toebehoren die niet voor het
apparaat zijn vrijgegeven, niet
geschikt of kwalitatief
minderwaardig zijn
–Het niet volgens voorschrift
gebruikmaken van het apparaat
–Gebruik van het apparaat bij
sportmanifestaties of wedstrijden
–Vervolgschade door het blijven
gebruiken van het apparaat met
defecte onderdelen
Onderhoudswerkzaamheden
Alle in het hoofdstuk "Onderhouds- en
reinigingsvoorschriften" vermelde
werkzaamheden moeten regelmatig
worden uitgevoerd. Voorzover deze
onderhoudswerkzaamheden niet door
de gebruiker zelf kunnen worden
uitgevoerd, moeten deze worden
overgelaten aan een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over Technische informaties.
Als deze werkzaamheden niet of
onvakkundig worden uitgevoerd kan er
schade ontstaan waarvoor de gebruiker
zelf verantwoordelijk is. Hiertoe behoren
o.a.:
–Schade aan de motor ten gevolge
van niet tijdig of niet correct
uitgevoerde
onderhoudswerkzaamheden (bijv.
lucht- en benzinefilter), verkeerde
carburateurafstelling of
onvoldoende reiniging van de
koelluchtgeleiding (inlaatsleuven,
cilinderribben)
–Corrosie- en andere vervolgschade
ten gevolge van onjuiste opslag
–Schade aan het apparaat ten
gevolge van gebruik van kwalitatief
minderwaardige onderdelen
Aan slijtage onderhevige onderdelen
Sommige onderdelen van het
motorapparaat staan ook bij gebruik
volgens de voorschriften aan normale
slijtage bloot en moeten, afhankelijk van
de toepassing en de gebruiksduur, tijdig
worden vervangen. Hiertoe behoren
o.a.:
rechts
BG 56:7,5 m/s
BG 66:7,8 m/s
BG 66 C:2,1 m/s
BG 86:2,5 m/s
SH 56:7,5 m/s
SH 86:2,5 m/s
2
2
2
2
2
2
Zuigstand
Handgreep
links
BG 56:8,5 m/s
BG 86:2,5 m/s
SH 56:8,5 m/s
SH 86:2,5 m/s
2
2
2
2
Handgreep
rechts
2
7,5 m/s
2
1,9 m/s
2
7,5 m/s
2
1,9 m/s
Voor het geluiddrukniveau en het
geluidvermogensniveau bedraagt de K-waarde volgens RL 2006/42/EG =
2,0 dB(A); voor de trillingswaarde
bedraagt de K--waarde volgens
RL 2006/42/EG = 2,0 m/s
²
.
REACH
REACH staat voor een EG voorschrift
voor de registratie, classificatie en
vrijgave van chemicaliën.
Informatie met betrekking tot het
voldoen aan het REACH voorschrift
(EG) nr. 1907/2006 zie
www.stihl.com/reach
Uitlaatgasemissiewaarde
De in de EUtypegoedkeuringsprocedure gemeten
CO
-waarde staat weergegeven bij de
2
voor het product specifieke technische
gegevens bij www.stihl.com/co2.
De gemeten CO
-waarde werd op een
2
representatieve motor volgens een
genormeerde testprocedure onder
laboratoriumomstandigheden bepaald
en vormt geen uitdrukkelijke of impliciete
garantie van het vermogen van een
bepaalde motor.
Door het in deze handleiding
beschreven gebruik conform de
voorschriften en onderhoud, wordt aan
de geldende uitlaatgasemissie-eisen
voldaan. Bij modificaties aan de motor
vervalt de typegoedkeuring.
Reparatierichtlijnen
Door de gebruiker van dit apparaat
mogen alleen die onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden worden
uitgevoerd die in deze handleiding staan
beschreven. Verdergaande reparaties
mogen alleen door geautoriseerde
dealers worden uitgevoerd.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over Technische informaties.
Bij reparatiewerkzaamheden alleen
onderdelen inbouwen die door STIHL
voor dit apparaat zijn vrijgegeven of
technisch gelijkwaardige onderdelen.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt nagelaten is er
kans op ongelukken of schade aan de
apparaat.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen te monteren.
Originele STlHL onderdelen zijn te
herkennen aan het STlHL
onderdeelnummer, aan het logo
{ en, indien aanwezig, aan het
STlHL onderdeellogo K (op kleine
onderdelen kan dit logo ook als enig
teken voorkomen.).
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
25
Loading...
+ 61 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.