1. Beperkingen: op de informatie van de software rust copyright
van Sun, en Sun en/of diens licentiehouders behouden het
eigendomsrecht van alle kopieën. Het is de klant niet toegestaan
de software te wijzigen, te decompileren, uit elkaar te halen, te
decoderen, te extraheren of op enige andere wijze reverse
engineering toe te passen. De software mag niet geheel of
gedeeltelijk worden verhuurd, overgedragen of in sublicentie
worden gegeven.
2. Exportvoorschriften: de software, inclusief technische
gegevens, is onderworpen aan de Amerikaanse wetgeving op het
gebied van exportcontrole, waaronder de Amerikaanse Export
Administration Act en de hiermee samenhangende vo orschriften
en kan onderworpen zijn aan export- en importvoorschriften in
andere landen. De klant stemt ermee in zich strikt aan al deze
voorschriften te houden, en erkent dat hij verantwoordelijk is
voor het verkrijgen van licenties voor het exporteren, opnieuw
exporteren of importeren van de software. Software mag niet
worden gedownload of op ander wijze worden geëxporteerd of
opnieuw worden geëxporteerd (i) naar, of naar een inwoner van
of een persoon afkomstig uit, Cuba, Irak, Iran, Noord-Korea,
Libië, Soedan, Syrië (deze lijst kan van tijd tot tijd worden
gewijzigd) of enig ander land waarvoor de VS een
handelsembargo heeft; of (ii) naar iemand op de lijst Specially
Designated Nations van het Amerikaanse Ministerie van
Financiën of de Table of Denial Orders van het Amerikaanse
Ministerie van Economische Zaken.
Eventuele rechten die niet expliciet in dit document worden
verleend, zijn voorbehouden.
Opmerking Sommige diensten in deze gebruikershandleiding
worden niet door alle netwerken ondersteund. Dit is ook van
toepassing op de het internationale GSM-alarmnummer 112,
Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider
wanneer u twijfelt of u een bepaalde dienst al dan niet kunt
gebruiken.
Gefeliciteerd met uw aanschaf van de Sony Ericsson
P990i, de telefoon-PDA met entertainmentfuncties.
Lees voor gebruik van uw nieuwe telefoon deze
instructies zorgvuldig door, zodat u het toestel ten volle
kunt benutten en deze zo lang mogelijk meegaat.
Het hoofdstuk Overzicht van de telefoon in deze
Gebruikershandleiding geeft een beknopt overzicht van
de hoofdfuncties van de telefoon, de snelkoppelingen en
algemene informatie.
De volledige gebruikersdocumentatie bestaat uit de
volgende componenten:
• Beknopte handleiding – de informatie die nodig is
om te beginnen.
• Gebruikershandleiding – een overzicht van de
telefoon met gedetailleerde informatie over de
instellingen.
• Helpfunctie in de telefoon – de telefoon beschikt
over ingebouwde Help-teksten die toegankelijk zijn
wanneer de klep is geopend. In de meeste
applicaties biedt het applicatiemenu u toegang tot de
Help. In bepaalde dialoogvensters, zoals
dialoogvensters waarin u belangrijke instellingen
opgeeft, zijn er specifieke Help-onderwerpen
beschikbaar. Als u deze Help-onderwerpen wilt
weergeven, tikt u op .
• Handleiding op internet – er is een up-to-date
Gebruikershandleiding beschikbaar op het internet:
www.sonyericsson.com/support
website openen vanaf uw computer of met de
browser van uw telefoon.
Dit pictogram geeft aan dat functie afhankelijk is
van het netwerk of abonnement. Het is mogelijk
dat de dienst niet in alle landen of tijdens
roaming beschikbaar is. Neem voor meer
informatie contact op met uw operator.
F. Riem
G. Extra stylus
H. Memory Stick-adapter
I. Vervangende kap voor klep
J. Onderdelen voor vervangende kap
K. CD met Sony Ericsson PC Suite (in het
documentatiepakket)
L. Pakket met documentatie
M. USB-kabel
C
D
E
F
I
H
G
N. Memory Stick PRO Duo™ in de Memory Stick-
K
J
sleuf. De Memory Stick bevat Try and Buy-
applicaties.
Neem contact op met uw leverancier wanneer het pakket
niet alle bovengenoemde artikelen bevat.
Opmerking: Voordat u uw telefoon kunt gebruiken,
moet u de SIM-kaart plaatsen en de batterij plaatsen en
opladen. Ontkoppel altijd de oplader voordat u de SIM-
A. Te le foo n
kaart plaatst of verwijdert.
B. Batterij
C. Oplader
D. Bureaustandaard
E. Stereoheadset
U ontvangt uw SIMkaart zodra u zich bij
een netwerkoperator
hebt geregistreerd. Op
de SIM-kaart worden
onder meer uw
telefoonnummer, de
diensten waarop u bent
geabonneerd en uw
telefoonboekgegevens
bijgehouden.
Een PIN-code wordt
met de SIM-kaart meegeleverd en moet worden
ingevoerd wanneer u de telefoon voor de eerste keer
inschakelt.
Verwijder de batterij (als deze geplaatst is) en plaats de
SIM-kaart in de SIM-kaarthouder.
Batterij
Druk zachtjes op het
bovenste gedeelte om
het klepje van de
batterij te openen en
schuif het naar
beneden. Plaats de
batterij en sluit de klep.
Voordat u de telefoon
voor de eerste keer
gebruikt, moet u de
batterij ten minste vier
uur opladen. Wanneer
de batterij nieuw is of volledig is ontladen, kan het
maximaal dertig minuten duren voordat het
batterijpictogram op het scherm verschijnt.
De batterij opladen
U dient de batterij op te laden als het indicatielampje
rood knippert. Als de batterij bijna leeg is, wordt dit ook
aangegeven door een melding op het scherm en een
pieptoon.
Zorg dat de batterij in de telefoon is geplaatst en sluit de
oplader aan op de telefoon. Sluit de oplader vervolgens
aan op een stopcontact. De batterij is opgeladen wanneer
het indicatielampje permanent groen brandt en het
batterijpictogram een volle batterij aangeeft.
Onderhoudsinstructies
Volg de onderstaande instructies op voor het
onderhouden van uw telefoon:
• Gebruik een vochtige doek om het scherm te
reinigen.
• Gebruik alleen de meegeleverde stylus om op het
scherm te tikken.
• Voor gedetailleerde onderhoudsinstructies, zie
Aanbevelingen voor veilig gebruik van het product
(mobiele telefoon, batterij, oplader en overige
accessoires) op pagina 158.
Eerste keer inschakelen
Lees Richtlijnen voor veilig en efficiënt gebruik op
pagina 158 voordat u de telefoon in gebruik neemt.
Druk op de aan-uitknop om uw telefoon in te schakelen
en houd de klep gesloten. Selecteer
wanneer het Voedingsmenu wordt geopend.
U wordt nu gevraagd om een taal te selecteren. Lees
meer over het selecteren en installeren van talen in Ta al
op pagina 151.
Telefoon aan
De eerste keer dat u de telefoon inschakelt, kunt u de
instellingenwizard uitvoeren. Open de klep en volg de
instructies.
De telefoon in- en
uitschakelen
Normale werking
Wanneer u de telefoon inschakelt, wordt u gevraagd te
kiezen tussen
Telefoon aan voor normaal gebruik.
Druk op de aan-uitknop en kies
telefoon uit te schakelen.
Flight mode
Wanneer u Flight mode selecteert, worden de
radiofuncties van de telefoon uitgeschakeld. U kunt de
applicaties van de organizer en applicaties die
gebruikmaken van een draadloze LAN-verbinding,
blijven gebruiken.
Opmerking: Als u het draadloze LAN gebruik in Flight
mode, moet u controleren of Flight mode is ingeschakeld
voordat u het draadloze LAN kiest, omdat draadloos
LAN standaard is uitgeschakeld in Flight mode.
Gebruik de Flight mode op plaatsen waar het gebruik
van mobiele telefoons verboden is, zoals in
ziekenhuizen en vliegtuigen. Zie Flight mode op
pagina 142.
Klep gesloten
Wanneer de klep met het toetsenblok is gesloten, kunt u
de telefoon als een gewone mobiele telefoon gebruiken,
door nummers te kiezen met het toetsenblok en te
navigeren met de Jog Dial. Zie Navigatie op pagina 16.
Schermgebieden
Wanneer de klep is gesloten, is het scherm niet
aanraakgevoelig. Het scherm is verdeeld in de volgende
gebieden:
A. Statusbalk met
statuspictogrammen.
B. Titelbalk van de
applicatie.
C. Applicatiegebied.
D. Selectietoetsenbalk.
Een groot aantal
opties is ook
beschikbaar vanuit
het
Meer-menu.
E. Contextbalk.
A
B
C
D
Notities
Nieuw Meer
Klep open
U kunt de klep openen om toegang tot meer applicaties
te krijgen terwijl u blijft werken met elke gewenste
actieve applicatie.
Wanneer de klep open is, zijn het grote touchscreen en
het toetsenbord beschikbaar. Zie Navigatie op pagina 16
voor informatie over het navigeren in menu's en lijsten.
Schermgebieden
Wanneer de klep open is, is het scherm aanraakgevoelig.
Het scherm is verdeeld in een aantal gebieden die
worden gebruikt voor verschillende doeleinden.
In de volgende afbeelding worden de gebieden en een
A
aantal termen weergegeven:
A. Applicatie-
titelbalk, met
het
applicatie-
menu .
B. Applicatie-
gebied.
C. Statusbalk,
met
statuspictogrammen en
het statusbalkmenu
.
D. Selectietoetsenbalk.
E. Knoppenbalk.
F. Contextbalk, met tabs.
De klep sluiten
Als u de klep sluit terwijl er een applicatie wordt
uitgevoerd, wordt de applicatie doorgaans afgesloten en
worden de gegevens opgeslagen. Uitzonderingen hierop
zijn onder meer spraak-/video-oproepen, datasessies en
multimedia-applicaties, die actief blijven.
B
C
Notities
Opslaan Annuler.
Klep verwijderd
De klep kan worden verwijderd zodat applicaties van de
F
organizer eenvoudiger toegankelijk zijn. Wanneer de
klep is verwijderd, werkt de telefoon op dezelfde manier
als met een geopende klep.
Opmerking: Schakel de telefoon uit voordat u de klep
verwijdert om schade aan de telefoon te voorkomen.
Raadpleeg de afzonderlijke instructies voor het
verwijderen en bevestigen van de klep.
E
D
Opmerking: Sony Ericsson aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor verloren onderdelen of
productdefecten die het gevolg zijn van het demonteren
of wijzigen van het product.
Items uit het telefoonboek
importeren
U kunt op verschillende manieren contactinformatie
importeren:
• Kopieer telefoonboekitems die op uw SIM-kaart
zijn opgeslagen. Zie Contacten van en naar een SIM-kaart kopiëren op pagina 66.
• Breng telefoonboekitems met de
synchronisatiefunctie over van een
computerapplicatie. Zie Synchroniseren en reservekopieën maken op pagina 113.
• Verzend telefoonboekitems van een andere telefoon
met bijvoorbeeld de draadloze Bluetooth™technologie. Zie Verbinding maken met andere apparaten op pagina 109.
Navigatie
U kunt op diverse manieren door menu's navigeren en
items selecteren. Wanneer de klep gesloten is, kunt u de
Jog Dial, de Terug-knop of de Terug-toets,
Navigatietoets en Selectietoetsen gebruiken.
Wanneer de klep open is, zijn de Jog Dial, Terug-knop en
stylus toegankelijk. De telefoon beschikt ook over een
functie voor handschriftherkenning zodat u met de
stylus op het scherm kunt schrijven.
Jog Dial
Draai de Jog Dial om door
lijsten te bladeren, het
geluidsvolume aan te
passen of door een
multimediabericht te
bewegen. Druk de Jog Dial
in om een gemarkeerd item
te selecteren.
Omhoog
Indrukken
Omlaag
Terug-toets
De Terug-knop aan de zijkant heeft dezelfde
functies als de Terug-toets op de klep. Zie
Functies van het toetsenblok op pagina 19.
Toetsen op de klep
De navigatietoetsen op de klep worden gebruikt
wanneer de klep gesloten is. Zie Functies van het toetsenblok op pagina 19.
Stylus
De stylus wordt gebruikt wanneer de klep open is. Tik op
het scherm om te navigeren en de vereiste items te
selecteren. U kunt er ook op klikken om te pannen in
multimedia-afbeeldingen.
Telkens wanneer u de telefoon inschakelt, wordt het
Activiteitenmenu weergegeven. Dit menu is het
beginpunt voor diverse taken wanneer de klep gesloten
of geopend is. Het Activiteitenmenu is afhankelijk van
de operator en wordt in de Beknopte handleiding
beschreven.
op de statusbalk. Vanuit het statusbalkmenu kunt u ook
naar de instellingen voor Verbindingen en bepaalde
applicaties gaan wanneer de snelkoppeling is
verborgen.
Hoofdmenu
U vindt alle applicaties van de telefoon in het
Hoofdmenu, dat u kunt weergeven als een lijst of een
raster. De applicaties zijn ingedeeld in mappen zoals
wordt weergegeven in het volgende overzicht.
Stand-byweergave
De stand-byweergave is de eerste weergave in het
Activiteitenmenu en is actief wanneer er geen applicatie
is geopend. Met behulp van snelkoppelingen in de standbyweergave kunt u de meestgebruikte applicaties
rechtstreeks openen. U kunt ook de
snelkoppelingselecteren om naar alle applicaties in
het Hoofdmenu te gaan.
Statusbalk
De statusbalk bevat pictogrammen die de status van de
huidige instellingen en activiteiten weergeven. Zie
Pictogrammen statusbalk op pagina 22.
Als u het statusbalkmenu selecteert, hebt u toegang
tot bepaalde instellingen die niet worden weergegeven
Quickoffice
Pdf
Notities
Taken
Scan. vr visitekaart
Configuratiescherm
Bestandsbeheer
Verbindingbeheer
Externe synchronisatie
Rekenmachine
Converter
Stopwatch
Tijd
Timer
De applicaties gebruiken
Een applicatie openen
U vindt de volgende opties in het Hoofdmenu:
Klep open – draai de Jog Dial om een applicatie te
•
markeren. Druk op de Jog Dial of tik op het
pictogram of de naam van de applicatie om de
applicatie te starten.
•
Klep gesloten – draai de Jog Dial of druk op
of om een applicatie te markeren. Druk op
de Jog Dial of druk op om de applicatie te
starten.
Een applicatie afsluiten
U kunt een applicatie op twee manieren afsluiten:
• Sluit de applicatie met de Terug-toets of Terugknop. Alle gegevens worden opgeslagen. De
volgende keer dat u de applicatie start, wordt deze
geopend in de basisweergave.
• Laat de applicatie geopend en ga met behulp van
Taakbeheer naar een andere applicatie. Zie
Taakbeheer op pagina 19. Wanneer u teruggaat,
keert u terug naar de weergave die u hebt verlaten.
• Klep open – tik vanuit de basisweergave van de
applicatie op of druk op aan de zijkant
van de telefoon.
•
Klep gesloten – druk vanuit de basisweergave van
de applicatie op op het toetsenblok of op
.
Taakbeheer
Taakbeheer helpt u om tussen applicaties te schakelen.
Door het via Taakbeheer verlaten van een applicatie in
plaats van het te sluiten, kunt u als u de applicatie weer
inschakelt, naar dezelfde weergave terugkeren. Dit is
bijvoorbeeld handig bij het knippen en plakken van de
tekst van de ene applicatie naar een andere. Taakbeheer
openen:
•
Klep open – tik op op de statusbalk.
•
Klep gesloten – houd de toets Meer ingedrukt.
Selecteer het tabblad
kunt u tussen onlangs gebruikte applicaties wisselen of
u kunt
Hoofdmenu selecteren en een nieuwe applicatie
openen vanuit dit menu. U kunt ook direct naar een
lopend gesprek wisselen. Om naar een applicatie in de
lijst te gaan, kunt u op de applicatie tikken of deze
Recent terwijl de klep open is. U
markeren, waarna u
zijn ook beschikbaar als de klep gesloten is.
Wanneer de klep open is, hebt u ook toegang tot
bepaalde geavanceerde functies op het tabblad
Dit tabblad bevat een overzicht van alle geopende
applicaties en alle applicaties die gesloten zijn maar die
nog wel geheugen gebruiken. Selecteer een applicatie en
kies
Sluiten om de applicatie af te sluiten en het
verbruikte geheugen vrij te maken. In het menu van
Taakbeheer kunt u de applicaties in de lijst sorteren op
tijd, grootte of naam.
Wisselen selecteert. Deze opties
Open.
Functies van het
toetsenblok en
toetsenbord
Functies van het toetsenblok
Navigatietoets
Druk de navigatietoets omhoog, omlaag, naar
links of naar rechts om in de vereiste richting te
gaan. Druk bijvoorbeeld naar rechts om het
rechtertabblad te openen. Druk in het midden
om de opdracht uit te voeren die juist boven de
• Bijbehorende tekens invoeren of
bijbehorende functies uitvoeren.
• Houd "1" ingedrukt in de stand-byweergave
om een oproep naar uw voicemailbox te
plaatsen.
• Houd een van de cijfertoetsen 2 tot 9
ingedrukt om Contacten te openen. Met de
toets 2 markeert u het item dat zich het
dichtste bij “a” bevindt en met de toets 9
markeert u het item dat het dichtste bij “w”
staat.
Functies van het toetsenbord
Wanneer de klep open is, kunt u bepaalde
toetsenbordtoetsen in alle applicaties ook voor andere
functies gebruiken dan het invoeren van tekst.
Houd de toets ingedrukt om het virtuele
toetsenblok te openen en direct nummers te
kiezen.
Als u in de stand-byweergave een willekeurige
tekentoets ingedrukt houdt, wordt de contactenlijst
geopend bij het desbetreffende teken.
Gebruik de pijltjestoetsen om in de applicatie
of
te navigeren. Druk op een pijltjestoets om
bijvoorbeeld:
• Het volgende of vorige tabblad te openen.
• Door contacten met meerdere
telefoonnummers te bladeren.
Druk op ALT + en een pijtjestoets om
bijvoorbeeld in lijsten omlaag en omhoog te
navigeren.
Druk tegelijkertijd op ALT + Shift/
+
CapsLock om het applicatiemenu van de
geopende applicatie te openen.
Hieronder ziet u een verzameling pictogrammen die
worden weergegeven op de statusbalk. Wanneer de klep
open is, kunt u op een pictogram tikken om meer
informatie te ontvangen of een applicatie te starten.
Pictogram
Functie
3G beschikbaar
Batterijvermogen
Bluetooth-headset aangesloten
Bluetooth aan
Selectie huidige lijn (wanneer Alternate Line
Service beschikbaar is op de SIM-kaart)
Alle oproepen doorschakelen, melding
E-mailmelding
Flight mode
Infrarood ingeschakeld
Internetverbinding is actief (knippert
wanneer er dataverkeer is)
Er zijn Try and Buy-applicaties beschikbaar. Deze
bestaan uit een uitgebreide reeks bedrijfs- en
entertainmentapplicaties die zijn opgeslagen op de
meegeleverde Memory Stick PRO Duo™. Daar vindt u
ook informatie over hoe u de applicaties kunt kopen. U
kunt de opgeslagen applicaties van de Memory Stick
verwijderen om opslagruimte vrij te maken.
De Memory Stick biedt tevens extra opslagruimte,
waarin u afbeeldingen, muziek, applicaties, documenten
en dergelijke kunt opslaan. Als u de Memory Stick in de
telefoon wilt plaatsen, opent u het klepje en duwt u de
Memory Stick in de sleuf.
Als u de Memory Stick
wilt verwijderen, drukt
u de rand eerst naar
binnen en maakt u deze
vervolgens los.
Belangrijk: Verwijder
nooit de Memory Stick
als deze in gebruik is.
Hierdoor kan uw
telefoon blijven
'hangen' of kan het
bestandssysteem op de
Memory Stick
beschadigd raken.
U kunt de Memory Stick een nieuwe naam geven en
formatteren en er tevens gegevens naartoe verplaatsen of
ervan afhalen. Zie Bestandsbeheer op pagina 105.
Memory Stick-adapter
De telefoon maakt gebruik van de kortere Memory Stick
Duo- of Memory Stick PRO Duo-varianten. Gebruik de
Memory Stick-adapter wanneer u de Memory Stick in
een apparaat plaatst dat is voorzien van een gewone
Memory Stick-sleuf.
Zodra er een verbeterde softwareversie voor uw telefoon
beschikbaar is, kunt u de telefoon updaten met de Sony
Ericsson Update Service op www.sonyericsson.com/support. De webpagina bevat aanvullende instructies en
biedt u richtlijnen bij het proces.
Om een update uit te voeren hebt u een PC met een
internetverbinding nodig. U dient ook de Sony Ericsson
PC Suite geïnstalleerd te hebben en een USB-verbinding
tussen uw telefoon en de PC te hebben.
Algemene functies
Verzenden via
U kunt vanuit een groot aantal applicaties items zoals
contacten, afspraken en afbeeldingen uitwisselen.
Gebruik de opdracht
om een van de volgende overdrachtopties te kiezen.
•SMS
•MMS
• Infrarood
• Bluetooth
•E-mail
Verzenden via in het Meer-menu
Zoomen
In de meeste applicaties kunt u de optie Zoomen
selecteren in het applicatiemenu. Hiermee kunt u
inzoomen op afbeeldingen of de grootte van
schermlettertypen wijzigen. U beschikt over de
instellingen Klein, Gemiddelde en Groot.
Help-onderwerpen in de telefoon
De telefoon beschikt over ingebouwde Help-teksten die
toegankelijk zijn wanneer de klep is geopend. In de
meeste applicaties biedt u het applicatiemenu u toegang
tot de
Help. In bepaalde dialoogvensters, zoals
dialoogvensters waarin u belangrijke instellingen
opgeeft, zijn er specifieke Help-onderwerpen
beschikbaar. Als u deze Help wilt weergeven, tikt u op
in de rechterbovenhoek.
Gegevens ordenen
Het Map-menu gebruiken
In sommige applicaties worden mappen gebruikt om
gegevens te ordenen, zoals uw contacten, taken, notities
of RSS-feeds.
Opmerking: Deze applicaties beschikken over een
eigen specifieke reeks mappen. Een map die is gemaakt
in de ene applicatie, is niet zichtbaar in de andere.
Wanneer dit is
geselecteerd,
worden items uit alle
mappen
weergegeven.
Opmerking: De
map
Alle items in
Contacten geeft de
items op de SIMkaart niet weer.
C. Map
Overig. Elke
applicatie heeft een standaardmap, dus als u geen
eigen mappen maakt, worden uw items opgeslagen
in de map
D.
Mappen bewerken. Selecteer deze optie om de
naam van een map te wijzigen, een map te
verwijderen of er een toe te voegen. U kunt alleen
mappen die u zelf hebt gemaakt een nieuwe naam
geven en verwijderen. Een map kan alleen worden
Overig.
Notitie A
Notities
Alle notities
Overig
Mappen bewerk.
Nieuw
verwijderd als deze leeg is.
Als u items uit een bepaalde map wilt weergeven,
selecteert u de map in het mappenmenu. Er wordt een
nieuw item gemaakt in de huidige map van de applicatie.
U kunt items op een later moment naar een andere map
verplaatsen.
De multimediabestanden beheren
U kunt uw mediabestanden rechtstreeks ordenen in de
desbetreffende multimedia-applicatie. De mediamappen
B
worden op twee tabbladen weergegeven.
C
A. Tabblad
D
B. Tabblad
In het
respectievelijke
applicatiemenu
vindt u functies
voor
verplaatsen
Tel ef oon geheugen.
Memory Stick.
kopiëren,
, namen
Afbeeldingsgalerie
Cameramap
Visitekaartjes
Clipart
Vliegtuig
Vliegtuig
09:01, 30-5-06
wijzigen en
bestanden verwijderen. Wanneer u met bestanden werkt,
kunt u een of meer bestanden in een map selecteren. U
kunt daarnaast mappen toevoegen, verwijderen en een
nieuwe naam geven.
De bestanden in Bestandsbeheer beheren
Met Bestandsbeheer kunt u de mediacontent en beheren
en ordenen in zowel het telefoongeheugen als op de
Memory Stick. Zie Bestandsbeheer op pagina 105.
• Gebruik het virtuele toetsenbord in de
statusbalk.
• Schrijf rechtstreeks met de stylus op het scherm.
• Gebruik het toetsenbord onder het scherm.
Tekstopties met de klep
gesloten
Wanneer de klep gesloten is, voert u tekst in met de
toetsen van het toetsenblok.
Tekst bewerken
Selecteer Meer om toegang te verkrijgen tot
bewerkingsfuncties zoals tekst kopiëren, knippen en
plakken of om tekst op te maken indien van toepassing
(grootte, stijl en uitlijning).
Tekstopties met de klep gesloten
Wanneer u een tekst bewerkt, kunt u Meer > Tekstopties
selecteren om het Tekstopties-menu te openen:
• Symbool toevoegen – de tabel met symbolen en
leestekens openen. Selecteer een item met de
navigatietoets.
Opmerking U kunt de symbolentabel ook openen
door de knop ingedrukt te houden.
• Invoertype – het tekstinvoertype wijzigen van
(beginhoofdletter en de rest met kleine letters) in
a
(kleine letters), (hoofdletters) of (alleen
cijfers).
Opmerking U kunt het invoertype ook wijzigen
door de knop ingedrukt te houden.
• Automatisch hoofdletters – automatisch gebruik
van hoofdletters in- en uitschakelen.
• Tekstsuggestie – schakelen tussen Tekstsuggestie,
op de statusbalk en Multitik. Zie verderop.
Wanneer u Tekstsuggestie selecteert, kunt u het
volgende ook selecteren:
• Mijn woorden – geef het gebruikerswoordenboek
weer waar u woorden kunt toevoegen, bewerken of
verwijderen.
• Woordsuggesties – schakel de woordsuggestielijst
in en uit.
Tekst invoeren met Multitik
Wanneer u op een toets drukt, wordt er in de titelzone
een voorbewerkingsvakje met de verschillende tekens
voor deze toets weergegeven:
Als u dezelfde toets nogmaals indrukt, wordt het
volgende teken in het voorbewerkingsvakje
geselecteerd.
Opmerking: Als u cijfers wilt invoeren, kunt u de
desbetreffende toets ook ingedrukt houden.
Druk op de toets om de tekens links van de
cursor te wissen. Als u meerdere malen op de toets drukt
worden eerst meerdere tekens verwijderd en vervolgens
gehele woorden.
Tekstsuggestie met de klep gesloten
Bij tekstsuggestie worden maximaal twee
taalwoordenboeken gebruikt om de meestgebruikte
woorden te herkennen voor elke reeks toetsaanslagen.
voorspellen van woorden gebruikt om woorden aan te
vullen of te voorspellen voordat alle letters zijn
ingevoerd. Hierdoor hoeft u slechts eenmaal op elke
toets te drukken, zelfs als de gewenste letter niet de
eerste letter op de toets is.
In het volgende voorbeeld ziet u hoe u begint met het
typen van een tekst.
Woorden invoeren met tekstsuggestie
1. Selecteer bijvoorbeeld
maken > SMS maken
Berichten > Nieuw bericht
.
2. Als u het woord “tomorrow” wilt typen, drukt u op
TUV
8
van de tekst wordt een suggestielijst met
alternatieve woorden weergegeven. Het meest
gebruikte woord wordt weergegeven op de plaats
waar u typt en wordt ook gemarkeerd in de
suggestielijst.
. Tijdens het invoeren
3. Als het gewenste woord wordt weergegeven:
– Druk op of druk de Jog Dial naar binnen
om het woord te accepteren. (Voor het woord
tomorrow hoeft u slechts viermaal op een toets te
drukken met tekstsuggestie.)
Als u het woord wilt accepteren en een spatie
navigatietoets of de Jog Dial om andere
woordsuggesties te bekijken. Druk op
om het woord te accepteren.
Als u het gewenste woord niet kunt vinden:
– Selecteer
– Bewerk het woord met behulp van Multitik en
selecteer . Het woord wordt toegevoegd
aan het gebruikerswoordenboek. De volgende
keer dat u het woord invoert, verschijnt het als
een van de suggesties.
4. U kunt het bericht verder schrijven.
5. Druk op om een punt in te voeren. Als u
andere leestekens wilt invoeren, bladert u naar
boven of beneden met de navigatietoets of de Jog
Dial om andere symbolen weer te geven.
Meer > Tekstopties > Woord spellen.
Tekst invoeren met de klep
open
Tekst bewerken
Selecteer het applicatiemenu om toegang te krijgen tot
bewerkingsfuncties zoals tekst kopiëren, knippen en
plakken of om de tekst op te maken indien van
toepassing (grootte, stijl en uitlijning).
Kopiëren en knippen
Indien u tekst wilt kopiëren of knippen, dient u deze
eerst te markeren. Wanneer u de tekst met de stylus wilt
markeren, houdt u de stylus aan het begin van de tekst,
wacht u een moment en sleept u vervolgens de stylus
over de tekst in kwestie. Als u de tekst wilt markeren met
het toetsenbord, raadpleegt u Tekst markeren op
pagina 31.
Tekstopties met de klep open
De tekstopties met de klep open komen behoudens enige
uitzonderingen overeen met de opties met de klep
gesloten. Wanneer u tekst bewerkt, selecteert u
Tekstopties in het applicatiemenu om toegang te
verkrijgen tot de volgende opties:
• Symbool toevoegen – de tabel met symbolen en
leestekens openen.
• Automatisch hoofdletters – automatisch gebruik
van hoofdletters in- en uitschakelen.
• Tekstsuggestie – het aanvullen en voorspellen van
woorden in- of uitschakelen, op de statusbalk.
Wanneer u Tekstsuggestie selecteert, kunt u het
volgende ook selecteren:
• 1e taal – wijzig de eerste taal voor het
woordenboek voor de taalsuggesties.
• 2e taal – wijzig de tweede taal voor het
woordenboek voor de taalsuggesties.
• Mijn woorden – geef het gebruikerswoordenboek
weer waar u woorden kunt toevoegen, bewerken of
verwijderen.
Toetsenbord
Wanneer de klep
open is, kunt u tekst
invoeren en
navigeren met het
toetsenbord.
Wanneer u op een
toets drukt en er
extra tekens zijn
voor deze toets, worden deze weergegeven in een
voorbewerkingsvakje in de titelzone:
Als u dezelfde toets nogmaals indrukt, wordt het
volgende teken in het voorbewerkingsvakje
geselecteerd. (Zolang u de toets ingedrukt houdt, wordt
het voorbewerkingsvakje op het scherm weergegeven.)
Wanneer u de toets loslaat, wordt het gemarkeerde teken
geselecteerd.
Druk op om de tekens of spaties links van de cursor
te wissen. Houd ingedrukt om eerst enkele tekens en
vervolgens hele woorden te wissen.
Druk op om rechts van de cursor een spatie in te
voegen.
Het invoertype wijzigen
U kunt het tekstinvoertype wijzigen aan de hand van de
onderstaande instructies. Het geselecteerde invoertype
wordt weergegeven met een pictogram op de statusbalk:
Aa
Eerste letter als hoofdletter
Druk eenmaal op , gevolgd door
bijvoorbeeld
typen. Elke volgende toets wordt
weergegeven in kleine letters.
A
Alles in hoofdletters
Druk tweemaal op om Caps Lock te
activeren. Elke volgende toets zal in
hoofdletters worden weergegeven totdat u
nogmaals op drukt om Caps Lock uit
te schakelen.
Druk eenmaal op , gevolgd door
12
bijvoorbeeld
E om een hoofdletter E te
E om het cijfer 3 te typen.
Wanneer u vervolgens nogmaals op een
toets drukt, wordt het standaardteken op de
toets weergeven.