Sony Z3 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Xperia
D6603/D6653
Z3

Inhoudsopgave

Aan de slag.................................................................................... 7
Over deze handleiding.........................................................................7
Apparaatbeveiliging......................................................................13
De basisaspecten onder de knie krijgen......................................22
Applicaties downloaden...............................................................38
Internet en netwerken.................................................................. 39
2
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Gegevens synchroniseren op uw apparaat..................................47
Basisinstellingen...........................................................................49
Tekst typen...................................................................................60
Bellen........................................................................................... 65
Contacten ....................................................................................73
3
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Berichten en chat.........................................................................80
E-mail...........................................................................................83
Muziek .........................................................................................87
FM-radio.......................................................................................92
Camera.........................................................................................94
Foto's en video's in Album.........................................................108
4
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Video's....................................................................................... 115
Connectiviteit............................................................................. 118
Het apparaat verbinden met een draadloze controller uit de
Slimme apps en functies die tijd sparen....................................127
Reizen en kaarten.......................................................................130
Uw apparaat gebruiken in combinatie met een auto-
Agenda en wekker......................................................................133
Toegankelijkheid........................................................................ 137
Ondersteuning en onderhoud....................................................139
5
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
6
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Aan de slag

Over deze handleiding

Dit is de Xperia™ Z3 handleiding voor de Android™ 6.0 softwareversie. Als u niet zeker weet welke softwareversie uw apparaat gebruikt, dan kunt u dat controleren in het menu Instellingen. Voor meer informatie over software-updates, raadpleegt u
updaten
op de pagina 140 .
De huidige softwareversie van uw apparaat bekijken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Android™-versie.

Overzicht

Uw apparaat
1 Oplaad-/meldingslampje 2 Aansluiting headset 3 Tweede microfoon 4 Nabijheids-/lichtsensor 5 Oortelefoon/tweede luidspreker 6 Cameralens aan de voorzijde 7 Klepje voor sleuf voor nano-simkaart en geheugenkaart 8 Aan-uitknop 9 Volume-/zoomknop 10 Cameraknop 11 Hoofdmicrofoon/luidspreker
7
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
12 Hoofdcameralens 13 Cameraverlichting 14 Gps-antennegebied 15 Wi-Fi-/Bluetooth-antennegebied 16 Klepje voor lader-/USB-kabelpoort 17 NFC™-detectiegebied 18 Aansluiting voor oplaadstation 19 Lusgat

Montage

Uw apparaat ondersteunt alleen nano-simkaarten.
Plaats de nano-simkaart in de nano-simkaarthouder voordat u hem in het apparaat steekt. Verwar ook niet de nano-simkaartsleuf met de geheugenkaartsleuf.
8
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De nano-simkaart plaatsen
Als u de nano-simkaart plaatst terwijl het apparaat aan staat, start het apparaat automatisch opnieuw op.
1
Verwijder de klep van de nano-simkaarthouder.
2
Trek met een vingernagel of een soortgelijk object de nano-simkaarthouder naar buiten.
3
Plaats de nano-simkaart in de nano-simkaarthouder en plaats de houder terug.
4
Plaats de klep terug.
Zorg ervoor dat u de nano-simkaarthouder in de juiste richting terug plaatst. Draai de houder niet om wanneer u hem uit het apparaat trekt om de nano-simkaart te plaatsen.
De geheugenkaart plaatsen
1
Verwijder het klepje van de geheugenkaartsleuf.
2
Steek de geheugenkaart in de sleuf voor de geheugenkaart en plaats het kapje terug over de sleuf.
De nano-simkaart verwijderen
1
Verwijder de cover van de sleuf van de nano-simkaart.
2
Gebruik een vingernagel of een ander voorwerp om de nano-simkaarthouder naar buiten te trekken.
3
Verwijder de nano-simkaart.
4
Steek de nano-simkaarthouder weer in de sleuf.
5
Plaats de cover terug.
De geheugenkaart verwijderen
1
Schakel het apparaat uit en verwijder het klepje van de geheugenkaartsleuf.
2
Duw de geheugenkaart naar binnen en laat deze onmiddellijk los.
3
Trek de geheugenkaart helemaal naar buiten en verwijder deze.
4
Plaats het klepje terug.
U kunt ook de geheugenkaart verwijderen zonder het apparaat uit te schakelen zoals beschreven in stap 1. Als u deze methode wilt gebruiken, moet u eerst de geheugenkaart ontkoppelen. Tik op Instellingen > Opslagruimte, tik vervolgens op naast SD-kaart en volg de overige bovenstaande instructies

Schermbescherming

Verwijder de doorzichtige beschermfolie door aan het lipje te trekken voordat u het apparaat gebruikt.
9
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het wordt aanbevolen om uw apparaat te beschermen met een schermhoes van Sony of een bescherming die bedoeld is voor het Xperia™-model dat u heeft. Als u een schermbescherming van een ander merk gebruikt, kan het zijn dat uw apparaat niet correct functioneert omdat sensoren, lenzen, luidsprekers of microfoons mogelijk bedekt worden. Hierdoor kan de garantie komen te vervallen.

Uw apparaat voor de eerste keer inschakelen

De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt er een setup wizard weergegeven om u te helpen bij het instellen van basisinstellingen, het aanmelden bij online accounts en het personaliseren van uw apparaat. Als u bijvoorbeeld een Sony Entertainment Network-account hebt, kunt u zich hier aanmelden en het direct instellen.
U kunt de setup wizard ook later vanuit het Instellingenmenu openen. Voor het openen van de setup wizard op een apparaat met meerdere gebruikers, moet u aangemeld zijn als eigenaar, oftewel als primaire gebruiker.
Het apparaat inschakelen
Zorg dat de batterij minstens 30 minuten is opgeladen voordat u het apparaat voor de eerste keer inschakelt.
1
Houd de aan/uit-toets ingedrukt totdat het apparaat gaat trillen.
2
Voer de pincode in van uw simkaart wanneer hierom wordt gevraagd en tik vervolgens op .
3
Wacht even tot het apparaat start.
Het apparaat uitschakelen
1
Houd de aan-uitknop
2
Tik in het optiemenu op Uitschakelen.
Het kan even duren voordat het apparaat uit gaat.
ingedrukt tot het optiemenu wordt weergegeven.

Waarom heb ik een Google™-account nodig?

Uw Xperia™ -apparaat van Sony gebruikt het Android™-platform dat ontwikkeld is door Google™. Een groot aantal verschillende Google™-applicaties en -services is bij aankoop van uw apparaat beschikbaar, bijvoorbeeld Gmail™, Google Maps™, YouTube™ en de Play Store™-applicatie, waarmee u toegang hebt tot de Google Play™ onlinewinkel voor het downloaden van Android™-applicaties. Om het beste uit deze services te halen, heef u een Google™-account nodig. U heeft bijvoorbeeld een Google™-account nodig als u het volgende wilt:
Applicaties downloaden en installeren van Google Play™.
E-mail, contacten en de agenda synchroniseren met Gmail™.
Chatten met vrienden met de applicatie Hangouts™.
Uw browsegeschiedenis en bladwijzers synchroniseren met behulp van de webbrowser Google Chrome™.
Maak uzelf kenbaar als de bevoegde gebruiker na en softwarereparatie met behulp van Xperia™ Companion.
Vind, vergrendel of wis een verloren of gestolen apparaat op afstand met behulp van de apparaatbeheerservices van my Xperia™ of Android™.
10
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Ga voor meer informatie Android™ en Google™ naar
Het is erg belangrijk dat u de gebruikersnaam en het wachtwoord van uw Google™-account onthoudt. In sommige gevallen moet u zich om beveiligingsredenen identificeren met uw Google™-account. Als u in dergelijke gevallen de gebruikersnaam of het wachtwoord van Google™ niet kunt invullen, dan wordt uw apparaat vergrendeld. Als u meerdere Google™­accounts heeft, zorg dan dat u de gegevens van het betreffende account invult.
http://support.google.com
Een Google™-account instellen op uw apparaat
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Accounts > Account toevoegen > Google.
3
Voer de stappen in de registratiewizard uit om een Google™-account te maken of meld u aan als u al een account hebt.
U kunt zich ook aanmelden bij een Google™-account of er een maken vanuit de installatiewizard als u het apparaat voor het eerst opstart. Of u kunt naar internet gaan en een account maken op
www.google.com/accounts
.

Uw apparaat opladen

Uw apparaat beschikt over een ingebouwde oplaadbare batterij die alleen door Sony of door een geautoriseerd Sony-reparatiecentrum vervangen kan worden. Probeer nooit om het apparaat zelf te openen of demonteren. Als u het apparaat opent, kan dit schade opleveren waardoor de garantie verloopt.
De batterij is gedeeltelijk opgeladen als het apparaat vanaf de fabriek wordt verzonden. Afhankelijk van hoe lang het in de doos heeft gezeten voordat u het hebt gekocht, kan het batterijniveau vrij laag zijn. Daarom raden we aan om de batterij minimaal 30 minuten op te laden voordat u het apparaat de eerste keer inschakelt. U kunt uw apparaat blijven gebruiken wanneer deze wordt opgeladen. Lees meer over het verbeteren van de prestaties van de batterij in
Batterij- en stroombeheer
op de pagina 31 .
.
Uw apparaat opladen
1
Steek de stekker van de lader in een stopcontact.
2
Steek het ene uiteinde van de USB-kabel in de lader (of in de USB-poort van een computer).
3
Steek het andere uiteinde van de kabel met het USB-symbool naar boven in de micro-USB-poort op uw apparaat. Het meldingslampje gaat branden wanneer het laden begint.
4
Wanneer het apparaat helemaal is opgeladen, koppelt u de kabel los van uw apparaat door het recht naar buiten te trekken. Zorg ervoor dat u de connector niet buigt.
Als de batterij helemaal leeg is, kan het een paar minuten duren voordat het meldingslampje gaat branden en het oplaadpictogram wordt weergegeven.
11
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Meldingslampje batterijstatus
Groen De batterij laadt op en het oplaadniveau is meer dan 90% Rood De batterij laadt op en het oplaadniveau is minder dan 15% Oranje De batterij laadt op en het oplaadniveau is minder dan 90%
12
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Apparaatbeveiliging

Zorgen dat uw apparaat beveiligd is

U kunt voorkomen dat andere mensen uw apparaat zonder uw toestemming gebruiken. Als uw apparaat bijvoorbeeld verloren, gestolen of gewist is, kan alleen iemand met uw Google™-account of uw vergrendelingsschermgegevens het apparaat gebruiken. Om te zorgen dat uw apparaat beveiligd is, is het belangrijk dat u een veilige schermvergrendeling instelt en uw Google™-account aan uw apparaat toevoegt. Het is zeer belangrijk dat u de gegevens van uw vergrendelingsscherm en van uw Google™­account onthoudt. Om te zorgen dat uw apparaat beveiligd is, kunt u:
een veilige schermvergrendeling instellen op uw apparaat, dat wil zeggen een pincode, wachtwoord, patroon of , om te voorkomen dat anderen uw apparaat resetten. Zie

Schermvergrendeling

Voeg een Google™-account toe om te voorkomen dat anderen uw apparaat gebruiken als het gestolen en/of gewist wordt. Zie op pagina 10 voor meer informatie.
Activeer de webservice “Protection by my Xperia” of Android™-apparaatbeheer. Als u een van deze services gebruikt, kunt u een verloren apparaat op afstand vinden, vergrendelen of wissen. Zie meer informatie.
Het eigendom van het apparaat controleren
Wanneer uw apparaat beveiligd is, moet u uw scherm ontgrendelen met uw pincode, wachtwoord, patroon of of de gegevens van uw Google™-account invullen, afhankelijk van de beveiligingsfuncties die u gebruikt. Hieronder vindt u voorbeelden van beveiligingsfuncties en enkele van de benodigde inloggegevens:
op pagina 13 voor meer informatie.
Waarom heb ik een Google™-account nodig?
Een verloren apparaat terugvinden
op pagina 20 voor
Beveiliging voor fabrieksinstellingen herstellen
Protection by my Xperia
Android™ Apparaatbeheer
Softwarereparatie Als u de applicatie Xperia™ Companion gebruikt om de software te repareren, dan
Voor Android™ apparaatbeheer is het noodzakelijk om informatie vanaf een Google™-account in te vullen. Dit kan elk Google™-account zijn waarmee u het apparaat heeft ingesteld. Als u de relevante accountgegevens niet kunt invoeren tijdens het instelproces, dan kunt u het apparaat helemaal niet gebruiken.
U moet uw scherm ontgrendelen voordat u de fabrieksinstellingen kunt herstellen.
Als u deze service gebruikt om uw apparaat op afstand te resetten, dan moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord voor een Google™-account invullen dat aan de service gekoppeld is. Het apparaat moet verbinding maken met het internet voordat het installatieproces kan worden voltooid. Anders kunt u uw apparaat na het resetten niet gebruiken.
Als u deze service gebruikt om uw apparaat op afstand te resetten, dan moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord voor een Google™-account invullen. Het apparaat moet verbinding maken met het internet voordat het installatieproces kan worden voltooid. Anders kunt u uw apparaat na het resetten niet gebruiken.
wordt u gevraagd de gebruikersnaam en het wachtwoord van uw Google™­account in te vullen wanneer u het apparaat na de reparatie weer aanzet.
Schermvergrendeling
Er zijn verschillende manieren om het scherm te vergrendelen. Het beveiligingsniveau van ieder vergrendelingstype wordt hieronder weergegeven van zwak naar sterk.
Vegen – geen beveiliging, maar u hebt snel toegang tot het startscherm
Patroon – teken een eenvoudig patroon met uw vinger om uw apparaat te ontgrendelen
Pincode – voer een pincode in van minstens vier cijfers om uw apparaat te ontgrendelen
13
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Wachtwoord – voer een alfanumeriek wachtwoord in om uw apparaat te ontgrendel
Het is heel belangrijk dat u het patroon, de pincode of het wachtwoord voor schermontgrendeling onthoudt. Als u deze informatie vergeet, kunt u belangrijke gegevens, zoals contacten en berichten, mogelijk niet meer herstellen.
Een patroon voor schermontgrendeling maken
1
Tik in het startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling > Patroon.
3
Volg de instructies op het apparaat.
Als uw patroon voor schermontgrendeling vijf keer achter elkaar wordt afgewezen als u uw apparaat probeert te ontgrendelen, wacht u 30 seconden en probeert u het opnieuw.
.
Het schermvergrendelingstype wijzigen
1
Tik in het startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling.
Het patroon voor schermontgrendeling wijzigen
1
Tik op uw Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling.
3
Teken uw patroon voor schermontgrendeling.
4
Tik op Patroon en voer de instructies op uw apparaat uit.
.
Een pincode voor schermontgrendeling maken
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling > PIN.
3
Voer een numerieke pincode in en tik op
4
Voer uw pincode opnieuw in en tik op OK.
5
Selecteer een optie om meldingen weer te geven als het apparaat is vergrendeld
.
Doorgaan
.
en tik op Gereed.
Een wachtwoord voor schermvergrendeling creëren
1
Tik vanuit uw Startscherm op > Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling
2
Voer een wachtwoord in en tik vervolgens op Doorgaan.
3
Voer uw wachtwoord opnieuw in en tik op OK.
4
Selecteer een optie om meldingen weer te geven als het apparaat is vergrendeld en tik op
Gereed
>
Wachtwoord
.
.
De ontgrendelfunctie Vegen activeren
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling.
3
Teken het ontgrendelpatroon op uw scherm of vul uw pincode of wachtwoord in
.
als een van deze typen vergrendelingen is ingeschakeld.
4
Tik op Schuiven en vervolgens op Ja, verwijderen als daarom wordt gevraagd.
Een vergeten schermvergrendeling opnieuw instellen
Als u de PIN, het wachtwoord of het patroon voor de schermvergrendeling bent vergeten, kunt u deze opnieuw instellen met de service Protection by my Experia. Er gaat geen inhoud op uw apparaat verloren nadat u de schermvergrendeling opnieuw hebt ingesteld met de service Protection by my Experia.
Een verloren apparaat terugvinden
Zie Xperia wilt activeren.
op pagina 20 als u de service Protection by my
14
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Schermvergrendeling opnieuw instellen met Protection by my Xperia
1
U moet de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw Google™-account weten en de service Protection by my Xperia moet op uw apparaat zijn ingeschakeld.
2
Ga naar
3
Meld u aan met hetzelfde Google™-account waarmee u uw apparaat hebt
myxperia.sonymobile.com
op een apparaat met internetverbinding.
ingesteld.
4
Klik onder Uw apparaten op de afbeelding van uw apparaat.
5
Selecteer Vergrendelen of PIN2-code wijzigen om de huidige schermvergrendeling te vervangen door een nieuwe pincode.
6
Volg de instructies op het scherm voor Protection by my Xperia.
Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, kan uw apparaat worden vergrendeld als u de schermvergrendeling opnieuw hebt ingesteld. U moet de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw Google™-account invoeren voordat u het apparaat kunt gebruiken.

Het apparaat automatisch ontgrendelen

Met de functie Smart Lock kunt u het apparaat eenvoudiger ontgrendelen, doordat u kunt instellen dat het apparaat in bepaalde situaties automatisch wordt ontgrendeld. U kunt het apparaat ontgrendeld houden als het bijvoorbeeld verbonden is met een Bluetooth®-apparaat of als u het met u meedraagt.
Voer de volgende stappen in deze volgorde uit om het apparaat automatisch te kunnen ontgrendelen:
Zorg dat het apparaat beschikt over een geactiveerde internetverbinding. bij voorkeur een Wi-Fi®-verbinding om kosten voor dataverkeer te beperken.
Zorg dat alle apps geüpdatet zijn met de applicatie Play Store™. Verzeker op deze manier dat de serviceapp Google Play™ is geüpdatet. Als de serviceapp Google Play™ up-to-date is, weet u zeker dat u beschikt over de nieuwste functies van Smart Lock.
Schakel Smart Lock in.
Stel in wanneer het apparaat automatisch moet ontgrendelen.
De functie Smart Lock is ontwikkeld door Google™ en de precieze functionaliteit kan veranderen vanwege updates van de kant van Google™.
De applicatie Smart Lock is mogelijk niet in alle markten, landen of regio's beschikbaar.
Smart Lock inschakelen
1
Zorg dat u een patroon, PIN of wachtwoord hebt ingesteld voor de schermvergrendeling.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik vervolgens op
4
Sleep de schuifregelaar naast Smart Lock (Google) naar rechts.
5
Tik op de pijl-terug naast
6
Tik vervolgens op Smart Lock.
7
Voer uw patroon, PIN of wachtwoord in. Telkens als u de Smart Lock-instellingen
Instellingen
>
Beveiliging
Trust-agents
>
Trust-agents
.
.
wilt wijzigen, moet deze schermvergrendeling worden ingevoerd.
8
Selecteer een Smart Lock-type.
Instellen wanneer het apparaat automatisch ontgrendeld moet blijven
Via de volgende instellingen van Smart Lock kunt u instellen dat het apparaat ontgrendeld blijft:
Vertrouwde apparaten – houd het apparaat ontgrendeld als een vertrouwd Bluetooth®-
apparaat is verbonden.
Vertrouwde plaatsen – houd het apparaat ontgrendeld als u zich op een vertrouwde
locatie bevindt.
Lichaamsdetectie – houd het apparaat ontgrendeld als u het bij u draagt.
Vertrouwd gezicht – ontgrendel de telefoon door ernaar te kijken.
Vertrouwde stem – spraakherkenning instellen om in schermen te zoeken.
Als u het apparaat gedurende vier uur na opnieuw starten niet gebruikt, moet u het apparaat handmatig ontgrendelen.
15
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Verbinding maken met vertrouwde Bluetooth®-apparaten
U kunt een verbonden Bluetooth®-apparaat aanmerken als een vertrouwd apparaat. Het Xperia™-apparaat blijft dan ontgrendeld terwijl het met het andere apparaat verbonden is. Als u regelmatig verbinding maakt met bepaalde Bluetooth®-apparaten, bijvoorbeeld een luidspreker in de auto of een thuisbioscoop, een Bluetooth®-horloge of fitnesstracker, kunt u deze toevoegen als vertrouwde apparaten en de extra beveiliging van het vergrendelde scherm omzeilen om tijd te sparen. Deze functie is met name handig als u deze apparaten normaal gesproken op een relatief veilige plek gebruikt. In bepaalde gevallen moet u het apparaat toch handmatig ontgrendelen voordat een vertrouwd apparaat kan worden aangesloten.
Het wordt niet aanbevolen apparaten die onafgebroken verbonden zijn met het apparaat, zoals Bluetooth®-toetsenborden of -hoezen, aan te merken als vertrouwde apparaten.
Zodra een vertrouwd Bluetooth®-apparaat wordt uitgeschakeld of buiten bereik raakt, wordt het scherm vergrendeld en dient u een pincode, patroon of wachtwoord in te voeren om het te ontgrendelen.
Een vertrouwd Bluetooth®-apparaat toevoegen
1
Zorg dat het apparaat is gekoppeld en verbonden met het Bluetooth®-apparaat dat u wilt toevoegen als vertrouwd apparaat.
2
Tik in het menu Smart Lock op Vertrouwde apparaten.
3
Tik op Vertrouwd apparaat toevoegen > Bluetooth.
4
Tik op de apparaatnaam om dit uit de lijst met verbonden apparaten te kiezen. In deze lijst verschijnen uitsluitend gekoppelde apparaten.
5
Afhankelijk van de beveiliging van de verbinding moet u het apparaat eventueel handmatig ontgrendelen, voordat het vertrouwde apparaat dit kan ontgrendelen.
Een vertrouwd Bluetooth®-apparaat verwijderen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde apparaten
3
Tik op het apparaat dat u wilt verwijderen.
4
Tik op
.
Vertrouwd apparaat verwijderen
.
.
Veiligheid als vertrouwde apparaten worden gebruikt
Verschillende Bluetooth®-apparaten ondersteunen verschillende Bluetooth®­standaarden en beveiligingsmogelijkheden. De mogelijkheid bestaat dat iemand uw Xperia™-apparaat ontgrendeld houdt door uw Bluetooth®-verbinding te imiteren, zelfs als het vertrouwde apparaat niet meer in de buurt is. Het apparaat kan niet altijd bepalen of een verbinding veilig is als iemand deze probeert te imiteren.
Als het apparaat niet kan bepalen of u een beveiligde verbinding gebruikt, verschijnt op het Xperia™-apparaat een melding en moet u het eventueel handmatig ontgrendelen, voordat het vertrouwde apparaat het ontgrendeld kan houden.
Het verbindingsbereik van Bluetooth® is afhankelijk van factoren als het apparaatmodel, het verbonden Bluetooth®-apparaat en de omgeving. Afhankelijk van deze factoren kunnen Bluetooth®-verbindingen functioneren over een afstand van wel 100 meter. Als iemand uw Xperia™-apparaat pakt terwijl het in de buurt is van een vertrouwd apparaat, kan deze persoon toegang krijgen tot uw Xperia™-apparaat als het ontgrendeld is door het vertrouwde apparaat.
Verbinding maken met vertrouwde plaatsen
Als de functie vertrouwde plaatsen is ingesteld, wordt de beveiliging van het vergrendelingsscherm op het Xperia™-apparaat uitgeschakeld als u op een aangewezen vertrouwde locatie bent. Deze functie werkt alleen als u een internetverbinding hebt (bij voorkeur via Wi-Fi®) en het apparaat toestemming heeft uw actuele locatie te gebruiken.
16
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
U stelt vertrouwde plaatsen in door eerst te controleren of op het apparaat de locatiemodus Hoge nauwkeurigheid of de locatiemodus Energiebesparing is ingeschakeld. Vervolgens voegt u de thuislocatie of andere locaties toe.
De exacte afmetingen van een vertrouwde locatie worden geschat en kunnen buiten de fysieke wanden van uw huis liggen, of ander gebied dat is toegevoegd als een vertrouwde locatie. Met deze functie blijft uw apparaat ontgrendeld binnen een straal van 80 meter. Pas op dat locatiesignalen kunnen worden gerepliceerd of gemanipuleerd. Iemand met toegang tot speciale apparatuur kan uw apparaat ontgrendelen.
Uw thuislocatie toevoegen
1
Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling Grote nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock >Vertrouwde plaatsen >
.
Startscherm.
4
Tik op Deze locatie inschakelen.
Uw thuislocatie bewerken
1
Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling Grote nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde
.
plaatsen.
4
Selecteer uw thuislocatie.
5
Tik op Bewerken.
6
Voer in de zoekbalk de locatie in die u als thuislocatie wilt gebruiken.
Als op het adres waar u woont meerdere gebouwen zijn, wijkt de vertrouwde plaats die u wilt toevoegen wellicht af van het daadwerkelijke adres. Om ervoor te zorgen dat de locatie accuraat is, voegt u de daadwerkelijke locatie van uw woning binnen het gebouwencomplex toe als een aangepaste plaats.
Uw thuislocatie verwijderen
1
Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling Grote nauwkeurigheid
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik op
Instellingen
of de instelling
>
Beveiliging
Accubesparing
>
Smart Lock >Vertrouwde plaatsen
gebruikt.
>
Startscherm.
4
Tik op
Deze locatie uitschakelen
.
Aangepaste locaties gebruiken
U kunt elke locatie toevoegen als een vertrouwde, aangepaste plaats waar het apparaat ontgrendeld kan blijven.
Een aangepaste plaats toevoegen
1
Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling Grote nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde plaatsen.
4
Tik op Vertrouwde plaats toevoegen.
5
Tik op Deze locatie selecteren om de huidige locatie te gebruiken als een vertrouwde, aangepaste plaats.
6
U kunt ook een andere locatie invoeren, op het vergrootglaspictogram tikken en het adres invoeren. Het apparaat zoekt de ingevoerde locatie. U gebruikt het gesuggereerde adres door erop te tikken.
7
U stelt de locatie nauwkeurig in door op de pijl-terug naast het adres te tikken. Sleep vervolgens de locatienaald naar de gewenste locatie en tik op Deze locatie selecteren.
17
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een aangepaste plaats bewerken
1
Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling Grote nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde plaatsen.
4
Tik op de plaats die u wilt bewerken.
5
Tik op Adres bewerken.
6
Als u een andere locatie wilt invoeren, tikt u op het vergrootglaspictogram en voert u het adres in. Het apparaat zoekt de ingevoerde locatie. U gebruikt het gesuggereerde adres door erop te tikken.
7
U stelt de locatie nauwkeurig in door op de pijl-terug naast het adres te tikken. Sleep vervolgens de locatienaald naar de gewenste locatie en tik op Deze locatie
selecteren.
Een aangepaste plaats verwijderen
1
Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling Grote nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde
.
plaatsen.
4
Selecteer de plek die u wilt verwijderen.
5
Tik op
Verwijderen
.
Het apparaat ontgrendeld laten terwijl u het meeneemt
Met de functie Lichaamdetectie blijft het apparaat ontgrendeld als u het meeneemt, bijvoorbeeld als u het bij u draagt in uw hand, broekzak of tas. Als de versnellingsmeter van het apparaat detecteert dat het toestel wordt meegenomen, blijft het ontgrendeld. Het apparaat wordt vergrendeld als de versnellingsmeter merkt dat het apparaat wordt neergelegd.
De functie Lichaamdetectie kan niet onderscheiden wie het apparaat heeft opgepakt. Als u uw apparaat aan iemand anders geeft terwijl het is ontgrendeld met Lichaamdetectie, blijft het apparaat bij de andere gebruiker ontgrendeld. Vergeet niet dat Lichaamdetectie als beveiligingsfunctie minder veilig is dan een patroon, pincode of wachtwoord.
Op lichaamdetectie inschakelen
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Sleep de schuifregelaar naast Uit naar rechts en tik vervolgens op Doorgaan.
Instellingen
>
Beveiliging
>
Smart Lock
>
Lichaamsdetectie
.
Lichaamdetectie gebruiken
Let op de volgende gedragingen als u de functie Lichaamdetectie gebruikt:
Als het apparaat detecteert dat u het meedraagt op uw lichaam, blijft het ontgrendeld nadat u het hebt ontgrendeld.
Telkens wanneer u het apparaat neerlegt en het apparaat detecteert dat het niet meer op uw lichaam wordt meegedragen, wordt het apparaat automatisch vergrendeld.
Nadat u het apparaat neerleegt, bijvoorbeeld op een tafel, kan het een minuut duren voordat het wordt vergrendeld.
Als u in een auto, bus, trein of ander voertuig stapt, kan het vijf tot tien minuten duren voordat het apparaat wordt vergrendeld.
Let op dat als u aan boord van een vliegtuig of boot gaat (of een ander niet-landvoertuig), het apparaat wellicht niet automatisch wordt vergrendeld. Indien nodig vergrendelt u het apparaat handmatig.
Als u het apparaat weer oppakt of uit het voertuig stapt, ontgrendelt u het apparaat en vervolgens blijft het ontgrendeld zolang u het bij u draagt.
18
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Op-lichaamdetectie uitschakelen
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Lichaamsdetectie.
3
Sleep de schuifregelaar naast Aan naar links.

SIM-kaartbeveiliging

U kunt elke SIM-kaart die u in uw apparaat gebruikt, vergrendelen en ontgrendelen met een pincode (PIN = Personal Identity Number). Als een SIM-kaart is vergrendeld, is het bijbehorende abonnement beschermd tegen ongeoorloofd gebruik. Telkens wanneer u uw apparaat inschakelt, moet u dus een pincode invoeren.
Als u uw pincode vaker onjuist invoert dan maximaal toegestaan, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U moet dan de PUK-code (Personal Unblocking Key) en een nieuwe pincode invoeren. U ontvangt de pincode en de PUK-code van uw netwerkoperator.
Een SIM-kaartblokkering instellen
1
Tik in het startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > SIM-kaartvergrendeling instellen.
3
Sleep de schuifregelaar naast SIM vergrendelen naar de positie Aan.
4
Voer de pincode voor de SIM-kaart in en tik op OK. De SIM-kaartblokkering is nu actief en telkens wanneer u het apparaat opnieuw start, wordt u gevraagd om deze code in te vullen.
SIM-kaartblokkering opheffen
1
Tik in het startscherm op
2
Tik vervolgens op
3
Sleep de schuifregelaar naast SIM vergrendelen naar de positie Uit.
4
Voer de pincode voor de SIM-kaart in en tik op OK.
Instellingen
.
.
>
Beveiliging
>
SIM-kaartvergrendeling instellen
.
De pincode voor de simkaart wijzigen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Zoek naar en tik op Instellingen > Beveiliging > SIM-kaartvergrendeling instellen.
3
Tik op
SIM PIN-code wijzigen
4
Voer de oude pincode voor de simkaart in en tik op OK.
5
Voer de nieuwe pincode voor de simkaart in en tik op OK.
6
Voer de nieuwe pincode voor de simkaart opnieuw in en tik op OK.
Een geblokkeerde simkaart met behulp van een PUK-code deblokkeren
1
Voer de PUK-code in en tik op .
2
Voer een nieuwe pincode in en tik op
3
Voer de nieuwe pincode nogmaals in en tik op .
Hebt u te vaak een onjuiste PUK-code ingevoerd, neem dan contact op met uw netwerkoperator voor een nieuwe SIM-kaart.
.
.

Het identificatienummer van uw apparaat zoeken

Uw apparaat heeft een uniek identificatienummer (ID). Dit nummer wordt de IMEI (International Mobile Equipment Identity) genoemd. Zorg dat u een kopie bewaart van dit nummer. U kunt dit bijvoorbeeld nodig hebben als u de ondersteuningsdienst Xperia™ Care gebruikt en uw apparaat moet registreren. En als uw apparaat wordt gestolen, kunnen sommige netwerkproviders uw IMEI-nummer gebruiken om te zorgen dat het apparaat geen toegang meer kan krijgen tot het netwerk in uw land.
19
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uw IMEI-nummer weergeven
1
Verwijder het klepje van de SD-kaartsleuf.
2
Met een pen met een dunne punt of iets soortgelijks drukt u de geheugenkaart naar binnen; laat hem dan snel los.
3
Trek de geheugenkaart naar buiten en verwijder hem.
4
Steek een nagel of een scherp voorwerp, zoals een pen, in het gat in de lade en trek de lade naar buiten om het IMEI-nummer van uw toestel te bekijken.
Om het IMEI-nummer te bekijken, kunt u ook de telefoonkiezer openen en
*#06# invullen.
Uw IMEI-nummer weergeven via de apparaatinstellingen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op
Instellingen
>
Over de telefoon
>
Status
>
IMEI-informatie

Een verloren apparaat terugvinden

Als u een Google™-account hebt, kan de my Xperia-webservice u helpen uw apparaat te lokaliseren en terug te krijgen, mocht u dit verliezen. U kunt het volgende doen:
Uw apparaat op een kaart lokaliseren.
Een alarm laten afgaan dat zelfs in de stille modus werkt.
Het apparaat op afstand vergrendelen en uw contactinformatie op het apparaat weergeven voor de persoon die dit vindt.
Als laatste redmiddel kunt u het interne en externe geheugen van het apparaat op afstand wissen.
.
De my Xperia-service is mogelijk niet in alle landen/regio's beschikbaar.
20
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De service my Xperia activeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Beveiliging > Bescherming door my Xperia > Activeren.
3
Markeer het selectievakje en tik vervolgens op Accepteren.
4
Als daarom wordt gevraagd, meldt u zich aan bij uw Sony Entertainment Network­account of maakt u een nieuwe als u er nog geen hebt.
5
Schakel locatiediensten op uw apparaat in als deze functie nog niet is ingeschakeld.
Om te controleren of de my Xperia-service uw apparaat kan lokaliseren, gaat u naar
myxperia.sonymobile.com
Network-account waarmee u uw apparaat hebt ingesteld. Als uw apparaat door meerdere gebruikers wordt gebruikt, kan alleen de eigenaar de my
Xperia-service gebruiken.
en logt u in met het Google™-account of het Sony Entertainment
Een verloren apparaat zoeken met behulp van Android™­apparaatbeheer
Google™ biedt een locatie- en beveiligingswebservice die Android™-apparaatbeheer heet. U kunt deze service gebruiken in combinatie met, of als alternatief voor, de my Xperia service. Als u uw apparaat verliest, kunt u Android™-apparaatbeheer gebruiken om:
naar de locatie van uw apparaat te zoeken en deze te tonen.
uw apparaat te bellen of vergrendelen, alles om uw apparaat te wissen, of een telefoonnummer toe te voegen aan uw vergrendelingsscherm.
Ga voor meer informatie over Android™-apparaatbeheer naar
www.support.google.com
.
Android™-apparaatbeheer werkt niet als uw apparaat is uitgeschakeld of als het geen verbinding heeft met het internetinternet. De service van Android™-apparaatbeheer is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Android™-apparaatbeheer activeren
1
Als u een apparaat met meerdere gebruikers gebruikt, zorg dan dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Controleer of u over een actieve gegevensverbinding beschikt en of locatieservices op uw apparaat zijn ingeschakeld.
3
Tik in het Startscherm op .
4
Tik vervolgens op
5
Sleep de schuifregelaar naast Dit apparaat op afstand lokaliseren en Op afstand
Instellingen
vergrendelen en wissen toestaan
6
Accepteer de voorwaarden door op Activeren te tikken als u hierom wordt
>
Google
>
Beveiliging
naar de positie Aan.
.
gevraagd.
7
Ga naar
www.android.com/devicemanager
en meld u aan met uw Google™­account om te controleren of Android™-apparaatbeheer uw apparaat kan vinden nadat u de service hebt geactiveerd.
21
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

De basisaspecten onder de knie krijgen

Het aanraakscherm gebruiken

Tikken
Een item openen of selecteren.
Een selectievakje of optie in- of uitschakelen.
Tekst invoeren met het virtuele toetsenbord.
Aanraken en vasthouden
Verplaats een item.
Activeer een item specifiek menu.
Activeer de selectiemodus, bijvoorbeeld om meerdere items te selecteren in een lijst.
22
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Knijpen en spreiden
In- of uitzoomen op webpagina's, foto's en kaarten en tijdens het opnemen van foto's en video's.
Vegen
Naar boven of naar beneden bladeren door een lijst.
Naar links of naar rechts bladeren, bijvoorbeeld tussen vensters van het startscherm.
23
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Vegen
Blader snel, bijvoorbeeld in een lijst of een webpagina. U kunt het bladeren stoppen door op het scherm te tikken.

Het scherm vergrendelen en ontgrendelen

Wanneer uw apparaat is ingeschakeld maar gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt, wordt het scherm verduisterd om de batterij te sparen; het scherm wordt daarbij ook automatisch vergrendeld. Deze vergrendeling voorkomt dat u per ongeluk ongewenste bewerkingen uitvoert op het aanraakscherm wanneer u de telefoon niet gebruikt. Bij aankoop van uw apparaat is er al een eenvoudige schermvergrendeling met behulp van vegen ingesteld. Dit betekent dat u op het scherm omhoog moet vegen om het te ontgrendelen. U kunt de beveiligingsinstellingen later wijzigen en andere soorten vergrendelingen toevoegen. Zie
Schermvergrendeling
op de pagina 13 .
Het scherm activeren
Druk de toets
Het scherm vergrendelen
Wanneer het scherm actief is, drukt u kort op de aan-uitknop
kort in.
.

Startscherm

Het Startscherm is het beginpunt voor het gebruik van uw apparaat. Het is vergelijkbaar met het bureaublad op een computerscherm. Uw startscherm kan maximaal zeven vensters bevatten, die groter zijn dan de normale breedte van de schermweergave. Het aantal vensters van het startscherm wordt weergegeven door een reeks punten onderin het startscherm. De gemarkeerde stip toont het venster waar u zich momenteel in bevindt.
24
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Ga naar de startpagina
Druk op .
Door het startscherm bladeren
Vensters startscherm
U kunt nieuwe vensters toevoegen aan uw startscherm (maximaal zeven vensters) en vensters verwijderen. U kunt tevens het venster instellen dat u wilt gebruiken als het hoofdvenster voor het startscherm.
Een venster instellen als het hoofdvenster van het startscherm
1
Houd een leeg gebied op uw startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om te bladeren naar het venster dat u wilt instellen als uw hoofdvenster van het startscherm, tik vervolgens op .
Een venster aan het startscherm toevoegen
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg helemaal naar rechts of links om door de deelvensters te bladeren en tik vervolgens op .
Een deelvenster verwijderen van de startpagina
1
Houd een willekeurig gebied op het startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om naar het deelvenster te gaan dat u wilt verwijderen en tik op rechtsboven in de hoek van het deelvenster.
Instellingen van het startscherm
U kunt de Basis-instellingen-snelkoppeling gebruken om enkele basisinstellingen van het startscherm aan te passen. U kunt bijvoorbeeld de grootte van de pictogrammen op uw startscherm aanpassen.
25
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De installatie van een applicatie ongedaan maken vanaf het startscherm
1
Houd een gebied op uw startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om door de deelvensters te bladeren. Alle verwijderbare applicaties worden aangegeven met .
3
Tik op de applicatie die u wilt verwijderen en tik vervolgens op Verwijderen.
De grootte van pictogrammen op het startscherm aanpassen
1
Houd een willekeurig gebied op het startscherm aangeraakt totdat het apparaat trilt en tik vervolgens op .
2
Tik op Pictogramgrootte en selecteer vervolgens een optie.

Scherm Toepassingen

Het scherm Toepassingen, dat u opent vanuit het startscherm, bevat de applicaties die vooraf op uw apparaat zijn geïnstalleerd en de applicaties die u downloadt.
Alle applicaties op het scherm Toepassingen weergeven
1
Tik op uw startscherm op .
2
Veeg naar links of rechts op het scherm Toepassingen.
Een applicatie openen vanuit het scherm Toepassingen
Veeg naar links of rechts om de applicatie te zoeken, tik vervolgens op de applicatie.
Vanuit het applicatiescherm naar een applicatie zoeken
1
Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op Applicaties zoeken.
2
Voer de naam van de toepassing in waarnaar u wilt zoeken.
Het schermmenu Toepassingen openen
Wanneer het scherm Toepassingen is geopend, sleept u de linker rand van het scherm naar rechts.
Een applicatie verplaatsen in het applicatiescherm
1
Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op
2
Zorg dat Eigen volgorde is geselecteerd onder Apps sorteren.
3
Raak de applicatie aan en houd deze ingedrukt totdat deze wordt geselecteerd en sleep de applicatie vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Raak op het applicatiescherm een applicatiepictogram aan totdat het wordt geselecteerd en sleep het pictogram vervolgens naar de bovenkant van het scherm. Het startscherm wordt geopend.
2
Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het startscherm en laat uw vinger vervolgens los.
.
26
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Applicaties rangschikken op het applicatiescherm
1
Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op .
2
Tik op Apps sorteren en selecteer vervolgens een optie.
Een applicatie verwijderen vanuit het scherm Toepassingen
1
Tik op een gebied op uw startscherm en houd het aangeraakt tot het apparaat trilt. Alle applicaties die verwijderd kunnen worden, worden vervolgens aangegeven met .
2
Selecteer de applicatie die u wilt verwijderen en tik vervolgens op Verwijderen.

Navigeren door applicaties

U kunt tussen applicaties navigeren met de navigatietoetsen, de favorietenbalk en het venster met onlangs gebruikte applicaties, waarmee u eenvoudig kunt schakelen tussen alle onlangs gebruikte applicaties. De navigatietoetsen zijn de starttoets, de toets Recente apps en de terug-toets. Bepaalde applicaties worden gesloten wanneer u op de starttoets achtergrond of kunnen worden onderbroken. Als de applicatie wordt onderbroken of actief is op de achtergrond, kunt u, de volgende keer wanneer u de applicatie opent, doorgaan waar u gebleven was.
drukt om af te sluiten. Andere applicaties kunnen actief blijven op de
1 Venster met onlangs gebruikte applicaties – Open een onlangs gebruikte applicatie 2 Toets Recente apps – Open het venster met onlangs gebruikte applicaties en de favorietenbalk 3 Starttoets – Sluit een applicatie af en ga terug naar het startscherm 4 Terug-toets – Ga terug naar het vorige scherm binnen een applicatie of sluit de applicatie
Het venster met onlangs gebruikte toepassingen openen
Druk op .
Alle recent gebruikte applicaties sluiten
Tik op en tik vervolgens op .
Een menu in een toepassing openen
Druk tijdens het gebruik van de toepassing op .
Niet in alle toepassingen is een menu beschikbaar.

Kleine apps

Kleine apps zijn miniatuurapps die bovenop andere toepassingen op hetzelfde scherm draaien om multi-tasking mogelijk te maken. U kunt bijvoorbeeld een webpagina open hebben die wisselkoersen weergeeft en vervolgens de kleine app Rekenmachine erboven openen om berekeningen te maken. U heeft via de favorietenbalk toegang tot de kleine apps. Ga naar Google Play™ als u meer kleine apps wilt downloaden.
27
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een kleine app openen
1
Om de favorietenbalk weer te geven, drukt u op
2
Tik op de kleine app die u wilt openen.
U kunt diverse kleine apps tegelijkertijd openen.
Een kleine app sluiten
Tik op op het venster van de kleine app.
Een kleine app downloaden
1
Tik vanuit de favorietenbalk op , op en vervolgens op .
2
Zoek een kleine app op die u wilt downloaden en volg de aanwijzingen om het te downloaden en de installatie af te ronden.
Een kleine app verplaatsen
Als de kleine app geopend is, houdt u de linkerbovenhoek aangeraakt en sleept u hem naar de gewenste locatie.
Een kleine app minimaliseren
Als de kleine app geopend is, houdt u de linkerbovenhoek aangeraakt en sleept u hem naar de rechterrand of naar de benedenrand van het scherm.
De kleine apps opnieuw rangschikken op de favorietenbalk
Raak een kleine app aan, houd deze vast en sleep het naar de gewenste positie.
.
Een kleine app verwijderen uit de favorietenbalk
1
Houd een kleine app aangeraakt en sleep deze naar
2
Tik op OK.
Een eerder verwijderde kleine app herstellen
1
Open de favorietenbalk en tik op .
2
Houd de kleine app aangeraakt die u wilt herstellen en sleep hem naar de favorietenbalk.
Een widget als kleine app toevoegen
1
Om de favorietenbalk weer te geven, drukt u op
2
Tik op > > .
3
Selecteer een widget.
4
Voer, indien gewenst, een naam voor de widget in en tik op OK.
.
.

Widgets

Widgets zijn kleine applicaties die u direct op uw startscherm kunt gebruiken. Ze functioneren tevens als snelkoppelingen. Met de widget Weer kunt u bijvoorbeeld basisinformatie over het weer direct op uw startscherm bekijken. En wanneer u op de widget tikt, wordt de volledige applicatie Weer geopend. U kunt meer widgets downloaden via Google Play™.
28
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt en tik vervolgens op Widgets.
2
Vind en tik op de widget die u wilt toevoegen.
Het formaat van een widget wijzigen
1
Houd een widget aangeraakt tot deze groter wordt en de telefoon trilt. Laat vervolgens de widget los. Als het formaat van de widget kan worden gewijzigd, verschijnt een gemarkeerd kader en de punten voor het aanpassen van de grootte.
2
Sleep de punten naar binnen of buiten om de widget te verkleinen of te vergroten.
3
Tik op een willekeurige plaats op het Startscherm-scherm om het nieuwe formaat van de widget te bevestigen.
Een widget verplaatsen
Raak de widget aan en houd deze ingedrukt tot hij groter wordt en het apparaat trilt. Sleep het onderdeel vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een widget verwijderen
Raak de widget aan en houd vast totdat deze is geselecteerd en sleep de widget vervolgens naar Verwijderen van startscherm.

Snelkoppelingen en mappen

Gebruik snelkoppelingen en mappen voor het beheren van uw applicaties en om uw startscherm overzichtelijk te houden.
1 Open een applicatie met een snelkoppeling 2 Open een map met applicaties
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
29
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt.
2
Tik in het instelmenu op Widgets > Snelkoppelingen.
3
Blader door de lijst met applicaties en selecteer een applicatie. De geselecteerde applicatie wordt toegevoegd aan het Startscherm.
In stap 3 kunt u ook op Widgets > Snelkoppelingen tikken en vervolgens een applicatie selecteren in de beschikbare lijst. Als u deze methode gebruikt voor het toevoegen van snelkoppelingen, kunt u met sommige van de beschikbare applicaties een specifieke functionaliteit aan de snelkoppeling toevoegen.
Een item verplaatsen op het startscherm
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het wordt geselecteerd en sleep het item vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een item verwijderen van de startpagina
Raak een item aan en houd het ingedrukt totdat het is geselecteerd. Sleep het item vervolgens naar Verwijderen van startscherm bovenin het scherm.
Een map maken op het startscherm
Raak het pictogram of de snelkoppeling van een applicatie aan en houd het vast tot het wordt geselecteerd, en sleep het vervolgens boven het pictogram of de snelkoppeling van een applicatie en zet het daar neer.
Items toevoegen aan een map op het startscherm
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het wordt geselecteerd en sleep het item vervolgens naar de map.
Een map op het startscherm hernoemen
1
Tik op de map om deze te openen.
2
Raak de titelbalk van de map aan om het veld Mapnaam weer te geven.
3
Voer de naam van de nieuwe map in en tik op
Gereed
.

Achtergrond en thema's

U kunt het startscherm aanpassen aan uw eigen stijl met achtergronden en verschillende thema's.
De achtergrond voor uw startscherm wijzigen
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Tik op Achtergrond en selecteer een optie.
Een thema instellen
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Tik op Thema´s.
3
Selecteer een optie en volg de instructies op uw apparaat.
Als u een thema wijzigt, verandert ook de achtergrond in sommige toepassingen.
30
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Loading...
+ 119 hidden pages