Sony Xperia L1 Users guide [nl]

Gebruikershandleiding
Xperia
G3312
L1

Inhoudsopgave

Aan de slag.................................................................................... 6
Over deze Gebruikershandleiding........................................................6
Apparaatbeveiliging......................................................................11
Het identificatienummer van uw apparaat zoeken..............................17
De basisaspecten onder de knie krijgen...................................... 20
Batterij en onderhoud...................................................................35
Applicaties downloaden...............................................................46
2
Internet en netwerken.................................................................. 47
Surfen op internet............................................................................. 47
Gegevens synchroniseren op uw apparaat..................................55
Basisinstellingen...........................................................................57
Tekst typen...................................................................................68
Bellen........................................................................................... 70
De gesprekkenlijst gebruiken.............................................................73
Contacten.....................................................................................78
3
Berichten en chat......................................................................... 84
E-mail........................................................................................... 87
Muziek en FM-radio..................................................................... 91
Camera.........................................................................................97
Foto's en video's in Album.........................................................106
Video's........................................................................................113
4
Connectiviteit............................................................................. 115
Slimme apps en functies die tijd sparen.................................... 120
Reizen en kaarten.......................................................................121
Klok en agenda.......................................................................... 123
Toegankelijkheid.........................................................................126
Ondersteuning en juridische informatie..................................... 129
5

Aan de slag

Over deze Gebruikershandleiding

Dit is de Xperia™ L1-gebruikershandleiding voor de Android™ 7.0-softwareversie. Als u niet zeker weet welke softwareversie uw apparaat gebruikt, kunt u dat controleren in het menu Instellingen.
Updates voor het systeem en de applicatie kunnen de apparaatfuncties op een andere manier weergeven dan in deze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Android™-versie wordt mogelijk niet door een update beïnvloed. Voor meer informatie over software-updates, raadpleegt u
De huidige softwareversie van uw apparaat bekijken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar Instellingen > Over de telefoon > Android™-versie.
Het modelnummer en de naam van uw apparaat vinden
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op .
Het modelnaam en de naam van het apparaat worden weergegeven.
Beperkingen van services en functies
Bepaalde services en functies die in deze Gebruikershandleiding worden beschreven, worden mogelijk niet voor alle landen of regio's of voor alle netwerken en serviceproviders in alle gebieden ondersteund. Het internationale GSM-alarmnummer kan altijd in alle landen, regio's, netwerken en door alle serviceproviders worden gebruikt, mits het apparaat met het mobiele netwerk is verbonden. Neem contact op met uw netwerkaanbieder of serviceprovider om de beschikbaarheid te bepalen van bepaalde services of functies en om na te gaan of dit extra kosten voor toegang of gebruik met zich meebrengt.
Het gebruik van bepaalde functies en applicaties die in deze handleiding zijn beschreven, kunnen internettoegang vereisen. Er kunnen kosten voor dataoverdracht in rekening worden gebracht wanneer u verbinding maakt met internet met uw apparaat. Neem contact op met uw draadloze serviceprovider voor meer informatie.
Uw apparaat bijwerken
.
op de pagina 38.

Overzicht

6
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
1. Oplaad-/meldingslampje
2. Headsetaansluiting
3. Cameralens aan de voorzijde
4. Extra microfoon
5. Oorspeaker
6. Nabijheids-/lichtsensor
7. Volumetoets
8. Aan-uitknop
10. Lader-/USB Type-C™-kabelpoort
11. Luidspreker
12. Wi-Fi-/GPS-/Bluetooth-antennegebied
13. Hoofdcameralens
14. Flitser
15. Cover voor nano-SIM-kaart-/geheugenkaartsleuf
16. NFC™-detectiegebied
17. Hoofdantennegebied
9. Hoofdmicrofoon

Kaarten plaatsen

Uw apparaat ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. De nano-SIM-kaarten en de geheugenkaart hebben elk een eigen sleuf in dezelfde houder. Zorg dat u beide niet met elkaar verwart.
Om gegevensverlies te voorkomen, moet u het apparaat uitschakelen of de geheugenkaart ontkoppelen voordat u de houder er uit haalt om de nano-SIM-kaart (of kaarten) of geheugenkaart uit het apparaat te verwijderen.
Twee nano-SIM-kaarten en de geheugenkaart plaatsen
Snij
of knip niet in de SIM-kaarten, bijvoorbeeld met een mes of een schaar, omdat dit het
apparaat kan beschadigen.
7
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
1
Trek de nano-SIM-kaartlade naar buiten met een vingernagel.
2
Plaats de primaire SIM-kaart (SIM 1) stevig in de juiste richting in positie (1), zoals is aangegeven in de afbeelding.
3
Plaats de andere SIM-kaart (SIM 2) stevig in de juiste richting in positie (2), zoals is aangegeven in de afbeelding.
4
Plaats de geheugenkaart in de juiste positie in de geheugenkaartsleuf, zoals is aangegeven in de afbeelding.
5
Duw de houder voorzichtig helemaal terug in de sleuf.
De nano-SIM-kaart verwijderen
1
Schakel het apparaat uit.
2
Open de cover van de nano-SIM-/geheugenkaartsleuf terwijl u het scherm naar beneden houdt.
3
Trek de nano-SIM-kaartlade naar buiten met een vingernagel.
4
Verwijder de nano-SIM-kaart en druk de lade voorzichtig helemaal terug in de sleuf.
5
Sluit de cover van de nano-SIM-kaart-/geheugenkaartsleuf.
Een geheugenkaart verwijderen
1
Schakel het apparaat uit.
2
Open de cover van de nano-SIM-/geheugenkaartsleuf terwijl u het apparaat naar beneden houdt.
3
Duw zachtjes op de geheugenkaart om deze los te maken uit de sleuf. Verwijder de geheugenkaart en sluit de cover van de SIM-/geheugenkaartsleuf.

Schermbescherming

Verwijder
Met een schermcover of een schermbescherming kunt u het apparaat beschermen tegen beschadiging. We raden aan dat u alleen schermcovers gebruikt die voor het Xperia™-apparaat zijn bedoeld. Als u een schermbescherming van een ander merk gebruikt, kan het zijn dat uw apparaat niet correct functioneert omdat sensoren, lenzen, luidsprekers of microfoons eventueel worden bedekt. Hierdoor kan de garantie komen te vervallen.
voordat u het apparaat gebruikt de beschermfolie door aan het lipje te trekken.

Uw apparaat voor de eerste keer inschakelen

U wordt aangeraden de batterij minimaal dertig minuten op te laden voordat u het apparaat voor de eerste keer inschakelt. U kunt het apparaat blijven gebruiken tijdens het opladen. Zie hiervoor
De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt u aan de hand van een installatiehandleiding geholpen het configureren van de basisinstellingen, het personaliseren van uw apparaat en u aan te melden bepaalde accounts, bijvoorbeeld een Google™-account.
Uw apparaat opladen
op pagina 35.
8
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het apparaat inschakelen
Het is belangrijk dat u de USB Type-C™-kabel (meegeleverd) gebruikt wanneer u uw apparaat oplaadt. Andere USB-kabeltypen kunnen uw apparaat namelijk beschadigen. Laad de batterij gedurende ten minste 30 minuten op voordat u het apparaat voor het eerst inschakelt.
1
Houd de aan-uitknop ingedrukt tot het apparaat trilt.
2
Voer de PIN van de SIM-kaart 1 en de SIM-kaart 2 in als hierom wordt gevraagd en tik vervolgens op
3
Wacht even tot het apparaat start.
De PIN van uw SIM-kaart wordt aanvankelijk door uw netwerkoperator geleverd, maar u kunt deze later wijzigen in het menu Instellingen. Als u een fout wilt corrigeren tijdens het invoeren van de pincode van uw SIM-kaart, tikt u op .
.
Het apparaat uitschakelen
1
Houd de aan-uitknop ingedrukt tot het optiemenu wordt weergegeven.
2
Tik in het optiemenu op Uitschakelen.
Het kan even duren voordat het apparaat uit gaat.

Waarom heb ik een Google-account nodig?

Uw Xperia-apparaat van Sony gebruikt het Android-platform dat door Google is ontwikkeld. Diverse Google-applicaties en -services zijn al op het apparaat geïnstalleerd, zoals Gmail™, Google Maps™, YouTube™ en de Play Store™. Om alles uit deze services te halen, hebt u een Google-account nodig. Met een Google-account kunt u bijvoorbeeld het volgende doen:
Applicaties downloaden en installeren van Google Play™.
E-mail, contacten en de agenda synchroniseren met Gmail.
Chatten met vrienden met de Duo™-applicatie.
Browsergeschiedenis en bladwijzers synchroniseren met de webbrowser Google Chrome™.
Uzelf kenbaar maken als de bevoegde gebruiker na een softwarereparatie met behulp van Xperia Companion.
Een verloren of gestolen apparaat op afstand vinden, vergrendelen of wissen met behulp van de Mijn apparaat zoeken-services.
Ga naar
http://support.google.com
voor meer informatie over Android en Google.
Het is uitermate te onthouden, omdat u dit account uit veiligheidsoogpunt in bepaalde situaties nodig hebt om uzelf te identificeren. Als u in dergelijke gevallen de gebruikersnaam of het wachtwoord van Google niet kunt invullen, wordt uw apparaat vergrendeld. Als u meerdere Google-accounts hebt, zorg dan dat u de gegevens van het betreffende account invult.
belangrijk om de gebruikersnaam en het wachtwoord van uw Google-account
Een Google™-account instellen op uw apparaat
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Accounts en synchronisatie > Account toevoegen > Google.
3
Volg de registratiewizard om een Google™-account te maken of meld u aan als u al een account hebt.
U kunt u ook aanmelden installatiegids wanneer u het apparaat voor het eerst start. Of maak online een account op
www.google.com/accounts
een Google™-account of een account maken aan de hand van de
.
9
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een Google™-account verwijderen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Accounts en synchronisatie > Google.
3
Selecteer het Google™-account dat u wilt verwijderen.
4
Tik op > Account verwijderen.
5
Tik opnieuw op Account verwijderen om te bevestigen.
Als u uw Google™-account verwijdert, zijn beveiligingsfuncties die aan uw Google™-account zijn gekoppeld, niet langer beschikbaar.
10
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Apparaatbeveiliging

Verzekeren dat het apparaat is beveiligd

Het apparaat bevat beveiligingsfuncties. Het wordt sterk aanbevolen deze te gebruiken in verband met verlies of diefstal.
Als u het apparaat beveiligt met een beveiligingsfunctie, is het essentieel dat u de ingestelde gegevens onthoudt.

Schermvergrendeling

Stel een veilige schermvergrendeling op uw apparaat in met behulp van een pincode, wachtwoord of , om te voorkomen dat anderen het apparaat zonder toestemming kunnen gebruiken. Zodra de schermvergrendeling is ingesteld, kan zonder het invoeren van de schermvergrendelingsinformatie het scherm niet worden ontgrendeld en kunnen geen gegevens worden gewist door de standaardinstellingen te herstellen.
Als u contactgegevens, bijvoorbeeld uw e-mailadres, toevoegt aan de schermvergrendeling, kan deze informatie worden gebruikt om het apparaat terug te krijgen als u het heeft verloren.
Google-account
Voeg een Google-account toe zodat u de service Mijn apparaat zoeken kunt gebruiken. In sommige gevallen moet u zich vanwege veiligheidsredenen ook identificeren met uw Google-account.
Mijn apparaat vinden
Gebruik de service Mijn apparaat zoeken om een apparaat op afstand te zoeken, vergrendelen, ontgrendelen of de inhoud van een verloren apparaat te wissen. Als u zich heeft aangemeld met uw Google-account, wordt Mijn apparaat zoeken standaard ingeschakeld.
SIM-kaartvergrendeling
Vergrendel SIM-kaarten met een PIN om misbruik van uw abonnement te voorkomen. De PIN is elke keer nodig als u het apparaat opnieuw opstart.
IMEI-nummer
Bewaar een exemplaar van het IMEI-nummer. En als uw apparaat wordt gestolen, kunnen sommige netwerkproviders uw IMEI-nummer gebruiken om ervoor te zorgen dat het apparaat geen toegang meer krijgt tot het netwerk in uw land of regio.
Back-up
Maak een back-up van de inhoud van het apparaat voor het geval het apparaat beschadigd, gestolen of verloren raakt. Ga voor meer informatie naar
van inhoud en inhoud herstellen
op de pagina 42.
Back-up maken
Schermvergrendeling
Er zijn verschillende opties voor schermvergrendeling beschikbaar. Het beveiligingsniveau van elk type vergrendeling staat hieronder vermeld op volgorde van zwak naar sterk:
Vegen: geen beveiliging, maar u hebt snel toegang tot het startscherm.
Patroon: teken een eenvoudig patroon met uw vinger om het apparaat te ontgrendelen.
PIN: voer een pincode in van minstens vier cijfers om het apparaat te ontgrendelen.
Wachtwoord: voer een alfanumeriek wachtwoord in om het apparaat te ontgrendelen.
Het is heel belangrijk dat u het patroon, de PIN of het wachtwoord voor schermvergrendeling onthoudt. Als u deze informatie vergeet, kunt u belangrijke gegevens, zoals contacten en berichten, mogelijk niet meer herstellen. Als u een
11
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Microsoft® Exchange ActiveSync®-account (EAS) op uw Xperia™-apparaat hebt ingesteld, is het type schermvergrendeling mogelijk beperkt tot alleen PIN of wachtwoord op basis van de EAS-beveiligingsinstellingen. Dit treedt op wanneer uw netwerkbeheerder uit veiligheidsoogpunt voor het bedrijf een schermvergrendelingstype heeft ingesteld voor alle EAS-accounts. Neem contact op met de netwerkbeheerder van uw bedrijf of organisatie om te controleren welk netwerkbeveiligingsbeleid voor mobiele apparaten van toepassing is.
Voor meer informatie over elk schermvergrendelingstype tikt u op naast
Schermvergrendeling.
Het schermvergrendelingstype wijzigen
1
Tik in het Startscherm op het .
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Schermvergrendeling.
3
Kies een optie en volg de instructies op het apparaat.
Een patroon voor schermontgrendeling maken
1
Tik in het Startscherm op het
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
.
Schermvergrendeling > Patroon.
3
Kies een optie en volg de instructies op het apparaat.
Als u vijf maal achtereen een onjuist vergrendelingspatroon invoert, dient u dertig seconden te wachten voordat u het opnieuw kunt proberen.
Het patroon voor schermontgrendeling wijzigen
1
Tik in het Startscherm op het .
2
Tik op
Instellingen
>
Vergrendelingsscherm & beveiliging
>
Schermvergrendeling.
3
Teken uw ontgrendelingspatroon voor het scherm.
4
Tik op Patroon, kies een optie en volg de instructies op het apparaat.
Een pincode voor schermvergrendeling maken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen
>
Vergrendelingsscherm & beveiliging
>
Schermvergrendeling > PIN.
3
Kies een optie. Voer een numerieke PIN in en tik op
4
Voer de PIN opnieuw in, controleer deze en tik op OK.
DOORGAAN
.
Een wachtwoord voor schermvergrendeling maken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen
>
Vergrendelingsscherm & beveiliging
>
Schermvergrendeling > Wachtwoord.
3
Kies een optie en volg de instructies op het apparaat.
De ontgrendelfunctie Vegen activeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Schermvergrendeling.
3
Teken het ontgrendelpatroon op uw scherm of vul uw pincode of wachtwoord in, afhankelijk van welk type schermvergrendeling is ingeschakeld.
4
Tik op Schuiven en vervolgens op JA, VERWIJDEREN.

Het apparaat automatisch ontgrendelen

Met de functie Smart Lock kunt u het apparaat in bepaalde situaties automatisch ontgrendelen, bijvoorbeeld als het is verbonden met een Bluetooth®-apparaat of als u het met u meedraagt. Als Smart Lock is ingeschakeld, moet u het apparaat nog altijd
12
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
handmatig ontgrendelen als het apparaat opnieuw wordt opgestart en als het apparaat 4 uur niet is geactiveerd.
Kies uit de volgende Smart Lock-instellingen:
Lichaamsdetectie: Houd het apparaat ontgrendeld als u het u draagt.
Vertrouwde plaatsen: Houd het apparaat ontgrendeld als u zich op een vertrouwde
locatie bevindt.
Vertrouwde apparaten: houd het apparaat ontgrendeld als een vertrouwd Bluetooth®-
of NFC-apparaat is verbonden.
Vertrouwd gezicht: ontgrendel het apparaat door ernaar te kijken.
Vertrouwde stem: ontgrendel het apparaat met spraakherkenning uit het
vergrendelingsscherm of als het oplaadt, en activeer vervolgens Google™.
De functie Smart Lock is ontwikkeld door Google™ en de functionaliteit ervan kan veranderen door updates. De functie is mogelijk niet in alle markten, landen of regio's beschikbaar.
Smart Lock inschakelen
1
Stel een patroon, PIN of wachtwoord in als schermvergrendeling als u dit nog niet hebt gedaan.
2
Tik in het Startscherm op
3
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Trust-
.
agents.
4
Tik op de schuifregelaar Smart Lock (Google) om de functie in te schakelen.
5
Tik op de pijl-terug naast
6
Tik vervolgens op Smart Lock.
7
Voer uw patroon, PIN of wachtwoord in. Telkens als u de Smart Lock-instellingen
Trust-agents
.
wilt wijzigen, moeten deze referenties worden ingevoerd.
8
Selecteer een Smart Lock-type.
Vertrouwd gezicht instellen
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock >
Startscherm
Vertrouwd gezicht
3
Tik op INSTELLEN > VOLGENDE. Volg de instructies op het apparaat en tik vervolgens op
4
Verwijder een vertrouwd gezicht door op Vertrouwd gezicht verwijderen >
GESTOPT
VERWIJDEREN
Voor meer nauwkeurigheid tikt u op
op .
.
.
te tikken.
Vertrouwd gezicht > Gezicht matchen verbeteren.
Vertrouwde stem instellen
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde stem
3
Volg de instructies op uw apparaat.
Startscherm
.
op
.
Het apparaat ontgrendeld houden terwijl u het bij u draagt
Met de functie Lichaamsdetectie blijft het apparaat ontgrendeld als u het meeneemt in uw hand, broekzak of tas. Als de versnellingsmeter van het apparaat detecteert dat het toestel wordt meegenomen, blijft het ontgrendeld. Het apparaat wordt vergrendeld als de versnellingsmeter merkt dat het apparaat wordt neergelegd.
Let op de volgende acties als u de functie Lichaamdetectie gebruikt:
Telkens wanneer u het apparaat neerlegt en het apparaat detecteert dat het niet meer wordt meegedragen, wordt het apparaat automatisch vergrendeld.
Het kan een minuut duren voordat het wordt vergrendeld.
Als u in een auto, bus, trein of ander voertuig stapt, kan het vijf tot tien minuten duren voordat het apparaat wordt vergrendeld.
Let op dat als u aan boord van een vliegtuig of boot gaat (of een ander niet-landvoertuig), het apparaat wellicht niet automatisch wordt vergrendeld. Indien nodig vergrendelt u het apparaat handmatig.
13
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Als u het apparaat weer oppakt of uit het voertuig stapt, ontgrendelt u het apparaat en vervolgens blijft het ontgrendeld zolang u het u draagt.
De functie Lichaamsdetectie kan niet onderscheiden wie het apparaat heeft opgepakt. Als u uw apparaat aan iemand anders geeft terwijl het is ontgrendeld met Lichaamsdetectie, blijft het apparaat de andere gebruiker ontgrendeld. Vergeet niet dat Lichaamsdetectie als beveiligingsfunctie minder veilig is dan een patroon, pincode of wachtwoord.
Lichaamdetectie in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock > Lichaamsdetectie.
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in te schakelen en tik vervolgens op
DOORGAAN. Tik op de schuifregelaar naast Aan om de functie uit te schakelen.
Verbinding maken met vertrouwde apparaten
U kunt een verbonden apparaat aanmerken als een vertrouwd apparaat. Uw Xperia™­apparaat blijft dan ontgrendeld terwijl het met het andere apparaat is verbonden. Als u regelmatig verbinding maakt met bepaald Bluetooth®- of NFC-apparaat, bijvoorbeeld met een thuisbioscoop of fitnesstracker, kunt u dit apparaat toevoegen als een vertrouwd apparaat en de extra beveiliging van het vergrendelingsscherm omzeilen om tijd te sparen. Deze functie is met name handig als u deze apparaten normaal gesproken op een relatief veilige plek gebruikt. In bepaalde gevallen moet u het apparaat toch handmatig ontgrendelen voordat een vertrouwd apparaat kan worden aangesloten.
Het wordt niet aanbevolen apparaten die onafgebroken verbonden Bluetooth®-toetsenborden of -hoezen, aan te merken als vertrouwde apparaten.
Zodra een vertrouwd apparaat wordt uitgeschakeld of buiten bereik raakt, wordt het scherm vergrendeld en dient u een pincode, patroon of wachtwoord in te voeren om het te ontgrendelen.
zijn met het apparaat, zoals
Een vertrouwd Bluetooth®-apparaat toevoegen of verwijderen
1
Zorg dat het apparaat is gekoppeld en verbonden met het Bluetooth®-apparaat dat u wilt toevoegen als vertrouwd apparaat.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op
Instellingen
4
Tik in het menu Smart Lock op Vertrouwde apparaten > VERTROUWD
>
.
Vergrendelingsscherm & beveiliging
>
Smart Lock
.
APPARAAT TOEVOEGENBluetooth
5
Tik op een apparaatnaam om dit apparaat uit de lijst met verbonden en gekoppelde apparaten te selecteren en tik vervolgens op
6
Verwijder een gekoppeld apparaat door het in de lijst te selecteren en op
VERTROUWD APPARAAT VERWIJDEREN
te tikken.
JA, TOEVOEGEN
Een vertrouwd NFC-apparaat toevoegen of verwijderen
1
Zorg dat het apparaat is gekoppeld en verbonden met het Bluetooth®-apparaat dat u wilt toevoegen als vertrouwd apparaat.
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock.
3
Tik op Vertrouwde apparaten > VERTROUWD APPARAAT TOEVOEGEN > NFC.
4
Volg de instructies op het scherm.
5
Verwijder een gekoppeld apparaat door het in de lijst te selecteren en op
VERTROUWD APPARAAT VERWIJDEREN te tikken.
.
Zorgen dat u veilig bent bij het gebruik van vertrouwde apparaten
Verschillende Bluetooth®-apparaten ondersteunen verschillende Bluetooth®­standaarden en beveiligingsmogelijkheden. De mogelijkheid bestaat dat iemand uw Xperia™-apparaat ontgrendeld houdt door uw Bluetooth®-verbinding te imiteren, zelfs als het vertrouwde apparaat niet meer in de buurt is. Het apparaat kan niet altijd bepalen of een verbinding beveiligd is tegen imitatie.
14
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Als het apparaat niet kan bepalen of u een beveiligde verbinding gebruikt, verschijnt op het Xperia™-apparaat een melding en moet u het eventueel handmatig ontgrendelen, voordat het vertrouwde apparaat het ontgrendeld kan houden.
Het verbindingsbereik van Bluetooth® is afhankelijk van factoren als het apparaatmodel, het verbonden Bluetooth®-apparaat en de omgeving. Afhankelijk van deze factoren kunnen Bluetooth®-verbindingen functioneren over een afstand van wel honderd meter.
Verbinding maken met vertrouwde plaatsen
Als de functie Vertrouwde plaatsen is ingesteld, wordt de beveiliging van het vergrendelingsscherm op het Xperia™-apparaat uitgeschakeld als u zich in een aangewezen vertrouwde locatie bevindt. Deze functie werkt alleen als u een internetverbinding hebt (bij voorkeur via Wi-Fi) en het apparaat toestemming heeft uw actuele locatie te gebruiken.
U stelt vertrouwde plaatsen in door eerst te controleren of op het apparaat de locatiemodus Hoge nauwkeurigheid of de locatiemodus Energiebesparing is ingeschakeld. Vervolgens voegt u de thuislocatie of andere locaties toe.
De exacte afmetingen van een vertrouwde locatie worden geschat en kunnen buiten de fysieke grenzen van uw huis liggen, of ander gebieden die zijn toegevoegd als vertrouwde locaties. Met deze functie blijft uw apparaat ontgrendeld binnen een straal van tachtig meter. Houd er rekening mee dat locatiesignalen kunnen worden gerepliceerd of gemanipuleerd. Iemand met toegang tot speciale apparatuur kan uw apparaat ontgrendelen.
Uw thuislocatie toevoegen
1
Tik in het
2
Tik vervolgens op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart
Startscherm
Lock >Vertrouwde plaatsen
3
Voer de gewenste locatie in door het adres in te voeren op de zoekbalk. De ingevoerde locatie wordt gezocht.
op .
>
Startscherm
.
Uw thuislocatie bewerken
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock >
Startscherm
Vertrouwde plaatsen
3
Selecteer uw thuislocatie.
4
Tik op
Bewerken
5
Voer in de zoekbalk de locatie in die u als thuislocatie wilt gebruiken.
Als er andere woningen hetzelfde adres hebben, voegt u de woning binnen het gebouwencomplex toe als een aangepaste plaats.
op .
.
.
daadwerkelijke locatie van uw
Uw thuislocatie verwijderen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock >Vertrouwde plaatsen > Startscherm.
3
Tik op Bewerken > .
Aangepaste locaties gebruiken
U kunt elke locatie toevoegen als een vertrouwde, aangepaste plaats waar het apparaat ontgrendeld kan blijven.
15
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een aangepaste plaats toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde plaatsen.
3
Tik op Vertrouwde plaats toevoegen.
4
Tik op Deze locatie selecteren om de huidige locatie te gebruiken als een aangepaste plaats.
5
U kunt ook een andere locatie invoeren, op ingevoerde locatie wordt gezocht. Tik op het voorgestelde adres om dit te gebruiken.
6
U stelt de locatie nauwkeurig in door op de pijl-terug naast het adres te tikken. Sleep vervolgens de locatienaald naar de gewenste locatie en tik op Deze locatie
selecteren.
Een aangepaste plaats bewerken
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde plaatsen.
3
Tik op de plaats die u wilt bewerken.
4
Tik op Adres bewerken.
5
U kunt ook een andere locatie invoeren als u op ingevoerde locatie wordt gezocht. Tik op het voorgestelde adres als u dit wilt gebruiken.
6
U stelt de locatie nauwkeurig in door op de pijl-terug naast het adres te tikken. Sleep vervolgens de locatienaald naar de gewenste locatie en tik op selecteren.
.
tikken en het adres invoeren. De
tikt en het adres invoert. De
Deze locatie
Een aangepaste plaats verwijderen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
Instellingen
Vertrouwde plaatsen.
3
Selecteer de plek die u wilt verwijderen.
4
Tik op Verwijderen.
>
.
Vergrendelingsscherm & beveiliging
>
Smart Lock
>

SIM-kaartbeveiliging

U kunt elke SIM-kaart die u in uw apparaat gebruikt, vergrendelen en ontgrendelen met een pincode (persoonlijk identificatienummer). Als een SIM-kaart is vergrendeld, is het bijbehorende abonnement beschermd tegen ongeoorloofd gebruik. Telkens wanneer u uw apparaat inschakelt, moet u dus een pincode invoeren.
Als u uw pincode te vaak onjuist invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U moet dan de PUK-code (Personal Unblocking Key) en een nieuwe pincode invoeren. U ontvangt de pincode en de PUK-code van uw netwerkoperator.
Een SIM-kaartblokkering instellen of opheffen
1
Tik in het startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > SIM­kaartvergrendeling instellen.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op de schuifregelaar SIM vergrendelen om de SIM-kaartblokkering in of uit te schakelen.
5
Voer de pincode voor de SIM-kaart in en tik op OK. De SIM-kaartblokkering is nu actief en telkens wanneer u het apparaat opnieuw start, wordt u gevraagd om de pincode in te vullen.
.
16
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De pincode van de SIM-kaart wijzigen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > SIM­kaartvergrendeling instellen.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op SIM PIN-code wijzigen.
5
Voer de oude pincode voor de SIM-kaart in en tik op OK.
6
Voer de nieuwe pincode voor de SIM-kaart in en tik op OK.
7
Voer de nieuwe pincode voor de SIM-kaart opnieuw in en tik op OK.
Een geblokkeerde SIM-kaart met behulp van een PUK-code deblokkeren
1
Voer de PUK-code in en tik op
2
Voer een nieuwe PIN-code in en tik op .
3
Voer de nieuwe PIN-code nogmaals in en tik op .
Als u te vaak een onjuiste PUK-code hebt ingevoerd, dient u contact met uw netwerkprovider op te nemen voor een nieuwe SIM-kaart.
.

Meerdere SIM-kaarten gebruiken

Het apparaat werkt met één of met twee geplaatste SIM-kaarten. U ontvangt naar beide SIM-kaarten binnenkomende communicatie en daarna selecteert u van welk nummer u de uitgaande communicatie wilt uitvoeren. Voordat u beide SIM-kaarten kunt gebruiken, moet u ze inschakelen en de SIM-kaart selecteren die het dataverkeer zal verwerken.
U kunt oproepen die binnenkomen op SIM-kaart 1 doorschakelen naar SIM-kaart 2 als SIM-kaart 1 niet bereikbaar is, en omgekeerd. De functie heet Dual SIM reachability. U moet dit handmatig inschakelen. Zie
Gesprekken doorschakelen
op de pagina 74.
Het gebruik van twee SIM-kaarten in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen
3
Tik op de schuifregelaars SIM1 en SIM2 om de SIM-kaartblokkering in of uit te
>
SIM-kaarten
.
schakelen.
De naam van een SIM-kaart wijzigen
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > SIM-kaarten.
3
Selecteer een SIM-kaart en voer er een naam voor in.
4
Tik op OK.
Startscherm
op .
Selecteren welke SIM-kaart dataverkeer afhandelt
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > SIM-kaarten > Mobiel dataverkeer.
3
Selecteer de SIM-kaart die u voor dataverkeer wilt gebruiken.
Voor hogere datasnelheden selecteert u de SIM-kaart die het snelste mobiele netwerk ondersteunt, bijvoorbeeld 3G.
Het identificatienummer van uw apparaat zoeken
Uw apparaat heeft een uniek identificatienummer. Dit nummer wordt de IMEI (International Mobile Equipment Identity) genoemd. Zorg dat u een kopie van dit nummer bewaart. U kunt dit bijvoorbeeld nodig hebben als u de ondersteuningsdienst Xperia™ Care gebruikt om uw apparaat te registreren. En als uw apparaat wordt gestolen, kunnen sommige netwerkproviders uw IMEI-nummer gebruiken om ervoor te zorgen dat het apparaat geen toegang meer krijgt tot het netwerk in uw land of regio.
Apparaten met twee SIM-kaarten hebben twee IMEI-nummers, een voor elke SIM-kaartsleuf.
17
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uw IMEI-nummers op de etiketstrook bekijken
1
Open de cover van de nano-SIM/geheugenkaartsleuf.
2
Verwijder de SIM-kaartlade.
3
Sleep de strook naar buiten met een vingernagel. De IMEI-nummers staan op de strook.
U kunt het de IMEI-nummers weergeven door de telefoonkiezer te openen en *#06# in te voeren.
Uw IMEI-nummers weergeven via de apparaatinstellingen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
Instellingen
>
Over de telefoon
>
Status
>
IMEI-informatie
.

Een verloren apparaat terugvinden

Als u een Google™-account hebt, kan de webservice 'Protection by my Xperia' u helpen uw apparaat terug te vinden, mocht u het hebben verloren. Als u deze service hebt ingeschakeld op uw apparaat kunt u:
Uw apparaat op een kaart lokaliseren.
Een alarm laten afgaan dat zelfs in de modus Niet storen werkt.
Het apparaat op afstand vergrendelen en uw contactgegevens op het apparaat weergeven voor de persoon die het apparaat heeft gevonden.
Als laatste redmiddel: het interne en externe geheugen van uw apparaat op afstand wissen.
Als u met de webservice 'Protection by my Xperia' het interne geheugen hebt gewist, moet u zich, de volgende keer dat u dit apparaat inschakelt, u aanmelden met een Google™-account dat eerder met dit apparaat is gesynchroniseerd.
De service 'Protection by my Xperia' is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
18
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Protection by my Xperia activeren
1
Controleer of u over een actieve dataverbinding beschikt, en schakel locatieservices op uw apparaat in.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Bescherming door my Xperia > Activeren.
4
Vink het selectievakje aan om de voorwaarden en bepalingen van de service te accepteren en tik vervolgens op ACCEPTEREN.
5
Als daarom wordt gevraagd, meldt u zich aan uw Google™-account of maakt u een nieuw account als u er nog geen hebt.
6
Om te controleren of Protection by my Xperia uw apparaat kan lokaliseren, gaat u
myxperia.sonymobile.com
naar
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, is de service Protection by my Xperia alleen beschikbaar voor de gebruiker die als eigenaar is ingelogd.
en meldt u zich aan met uw Google™-account.
Een verloren apparaat terugvinden, vergrendelen of wissen
Google biedt een locatie- en beveiligingswebservice aan die Mijn apparaat zoeken heet. Als u zich heeft aangemeld met een Google-account, wordt Mijn apparaat zoeken standaard ingeschakeld. Als u uw apparaat verliest, kunt u met Mijn apparaat zoeken:
De locatie van uw apparaat zoeken en weergeven op een kaart.
Het apparaat vergrendelen en op het vergrendelingsscherm een bericht laten
verschijnen.
Het apparaat ontgrendelen en resetten door de inhoud te wissen.
De beltoon activeren, zelfs als het geluid is uitgeschakeld.
Het apparaat moet zijn ingeschakeld, een internetverbinding hebben en de locatieservice moet zijn geactiveerd. De service Mijn apparaat zoeken is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Voor meer informatie over Mijn apparaat zoeken gaat u naar
https://www.support.google.com/
en zoekt u "Mijn apparaat vinden".
Als u met het wachtwoord van een Google-account invoeren om het apparaat weer te kunnen gebruiken. Dit kan elk Google-account zijn dat u als eigenaar op het apparaat heeft ingesteld. Als u tijdens het instellen deze informatie niet kunt verstrekken, kunt u het apparaat na een reset niet gebruiken.
Mijn apparaat zoeken inhoud op het apparaat wist, moet u de gebruikersnaam en
Zo controleert u of uw apparaat kan worden gevonden
Ga naar
https://www.google.com/android/find
en meld u aan met uw Google-
account.
19
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

De basisaspecten onder de knie krijgen

Het aanraakscherm gebruiken

Tikken
Een item openen of selecteren.
Een selectievakje of optie in- of uitschakelen.
Tekst invoeren met het virtuele toetsenbord.
Aanraken en vasthouden
Verplaats een item.
Activeer een item specifiek menu.
Activeer de selectiemodus, bijvoorbeeld om meerdere items te selecteren in een lijst.
Knijpen en spreiden
In- of uitzoomen op webpagina's, foto's en kaarten en tijdens het opnemen van foto's en video's.
20
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Vegen
Naar boven of naar beneden bladeren door een lijst.
Naar links of naar rechts bladeren, bijvoorbeeld tussen vensters van het startscherm.
Naar links of rechts vegen om meer opties te zien.
Vegen
Blader snel, bijvoorbeeld in een lijst of een webpagina. U kunt het bladeren stoppen door op het scherm te tikken.

Het scherm vergrendelen en ontgrendelen

Wanneer uw apparaat is ingeschakeld en gedurende een bepaalde periode inactief is, wordt het scherm verduisterd om batterijstroom te besparen en wordt het scherm ook automatisch vergrendeld. Deze vergrendeling voorkomt dat u per ongeluk ongewenste bewerkingen uitvoert op het aanraakscherm wanneer u de telefoon niet gebruikt. Wanneer u het apparaat koopt, is er al een basisveegvergrendeling ingesteld. Dit betekent dat u op het scherm omhoog of naar links moet vegen om het te ontgrendelen. U kunt de beveiligingsinstellingen later wijzigen en andere typen vergrendeling toevoegen. Zie
Schermvergrendeling
op de pagina 11.
21
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het scherm activeren
Druk de toets
kort in.
Het scherm vergrendelen
Wanneer het scherm actief is, drukt u kort op de aan/uit-knop
U kunt ook dubbeltikken op een leeg gedeelte van het startscherm. Als u deze functie
.
wilt inschakelen, raakt u een willekeurig gebied in het startscherm aan en houdt u het even vast totdat het apparaat trilt. Vervolgens tikt u op
en tikt u op de schuifregelaar
naast Dubbeltikken om te slapen.

Startscherm

Het startscherm is het beginpunt voor het gebruik van uw apparaat. Het is vergelijkbaar met het bureaublad op een computerscherm. Uw startscherm kan maximaal twintig deelvensters bevatten, die groter zijn dan de normale breedte van de schermweergave. Het aantal deelvensters in het startscherm wordt aangegeven met een reeks stippen onder aan het startscherm. De gemarkeerde stip toont het deelvenster dat momenteel wordt weergegeven.
1 Welkom de Xperia™-widget: tik om de widget te openen en selecteer een taak zoals het kopiëren
van inhoud van het oude apparaat of het instellen van Xperia™-services
2 Stippen: geven het aantal deelvensters in het startscherm aan
Ga naar de startpagina
Druk op .
22
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Door het startscherm bladeren
Deelvensters van het startscherm
U kunt nieuwe vensters toevoegen aan uw startscherm (maximaal twintig vensters) en vensters verwijderen. U kunt tevens het venster instellen dat u wilt gebruiken als het hoofdvenster voor het startscherm.
Een deelvenster instellen als het hoofdvenster van het startscherm
1
Raak een gebied in het startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of naar rechts om naar het deelvenster te bladeren dat u wilt instellen als hoofdvenster van het startscherm en tik vervolgens linksboven in het scherm op
Als Google Zoeken en Now is ingeschakeld, wordt het meest linkse deelvenster voor deze service gereserveerd en kan het hoofdvenster van het startscherm niet worden gewijzigd. Zie
Google Zoeken en Now
.
op pagina 120 voor meer informatie.
Een deelvenster toevoegen aan het startscherm
1
Raak een gebied in het startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat trilt.
2
Veeg helemaal naar rechts of naar links om door de deelvensters te bladeren en tik vervolgens op .
Als Google Zoeken en Now is ingeschakeld, wordt het linker deelvenster voor deze service gereserveerd en kunnen geen andere deelvensters meer aan de linkerkant worden toegevoegd. Zie
Google Zoeken en Now
op pagina 120 voor meer informatie.
Een deelvenster verwijderen van de startpagina
1
Houd een willekeurig gebied op het startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om naar het deelvenster te gaan dat u wilt verwijderen en tik op rechtsboven in de hoek van het deelvenster.
23
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Instellingen startpagina
Een applicatie uitschakelen of verwijderen vanuit het startscherm
Als u een vooraf geïnstalleerde app uitschakelt, worden alle gegevens verwijderd. U kunt de app echter opnieuw inschakelen via Instellingen > Apps. Alleen gedownloade apps kunnen volledig worden verwijderd.
1
Raak een gebied in het startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of naar rechts om door de deelvensters te bladeren. Alle applicaties die kunnen worden uitgeschakeld of verwijderd, worden aangeduid
.
met
3
Tik op de desbetreffende applicatie en tik vervolgens op Uitschakelen in het geval van een vooraf geïnstalleerde app op uw apparaat, of op OK als u de app zelf hebt gedownload en deze wilt verwijderen.
De grootte van pictogrammen op het startscherm aanpassen
1
Houd een willekeurig gebied op het startscherm aangeraakt totdat het apparaat trilt en tik vervolgens op
2
Tik op Pictogramgrootte en selecteer vervolgens een optie.
.

Scherm Toepassingen

Het scherm Toepassingen, dat u opent vanuit het startscherm, bevat de applicaties die vooraf op uw apparaat zijn geïnstalleerd en de applicaties die u downloadt.
Alle applicaties op het scherm Toepassingen weergeven
1
Tik op uw startscherm op .
2
Veeg naar links of rechts op het scherm Toepassingen.
De lijsten met aanbevolen apps in- of uitschakelen
De eerste keer dat u het applicatiescherm opent, krijgt u de mogelijkheid om lijsten met aanbevolen apps in of uit te schakelen. U kunt deze functie ook later in- of uitschakelen door de volgende stappen uit te voeren:
1
Raak een willekeurig gebied in het startscherm aan en houd het even vast totdat het apparaat trilt. Tik vervolgens op .
2
Tik op de schuifregelaar voor app-aanbevelingen.
Een applicatie openen vanuit het applicatiescherm
Als het applicatiescherm is geopend, veegt u naar links of rechts om de applicatie te zoeken en tikt u vervolgens op de applicatie.
Een applicatie zoeken vanuit het applicatiescherm
1
Open het applicatiescherm en tik op Applicaties zoeken of veeg omlaag in het applicatiescherm of startscherm.
2
Voer de naam in van de applicatie die u wilt zoeken.
24
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Applicaties rangschikken op het applicatiescherm
1
Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op .
2
Tik op Apps sorteren en selecteer vervolgens een optie.
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Raak vanuit het applicatiescherm een applicatiepictogram aan en houd dit vast totdat het scherm gaat trillen, sleep het pictogram vervolgens naar de bovenkant van het scherm. Het startscherm wordt geopend.
2
Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het startscherm en laat het vervolgens los.
Een applicatie verplaatsen op het applicatiescherm
1
Open het applicatiescherm en tik op
2
Zorg dat Eigen volgorde is geselecteerd onder Apps sorteren.
3
Houd de applicatie aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep deze vervolgens naar
.
de nieuwe locatie.
Een applicatie uitschakelen of verwijderen vanuit het applicatiescherm
Als u een vooraf geïnstalleerde app uitschakelt, worden alle gegevens verwijderd. U kunt de app echter opnieuw inschakelen via Instellingen > Apps. Alleen gedownloade apps kunnen volledig worden verwijderd.
1
Raak een gebied in het applicatiescherm aan en houd het even vast totdat het apparaat trilt. Alle applicaties die kunnen worden uitgeschakeld of verwijderd, worden vervolgens aangeduid met .
2
Tik op de desbetreffende applicatie en tik vervolgens op UITSCHAKELEN in het geval van een vooraf geïnstalleerde app op uw apparaat, of op OK als u de app zelf hebt gedownload en deze wilt verwijderen.

Navigeren door applicaties

U kunt tussen applicaties navigeren met de navigatietoetsen en het venster met onlangs gebruikte applicaties, waarmee u eenvoudig kunt schakelen tussen alle onlangs gebruikte applicaties. De navigatietoetsen zijn de terug-toets, de starttoets en de toets Recente apps. U kunt ook twee applicaties in één keer op het scherm openen met de modus voor gesplitst scherm indien de applicatie de functie voor meerdere schermen ondersteunt. Bepaalde applicaties worden gesloten wanneer u op de starttoets om af te sluiten. Andere applicaties kunnen actief blijven op de achtergrond of kunnen worden onderbroken. Als de applicatie wordt onderbroken of actief is op de achtergrond, kunt u, de volgende keer wanneer u de applicatie opent, doorgaan waar u gebleven was.
drukt
1 Alles wissen - Alle recent gebruikte applicaties sluiten.
2 Venster met onlangs gebruikte applicaties – Open een onlangs gebruikte applicatie
3 Toets Recente apps – Open het venster met onlangs gebruikte applicaties en de favorietenbalk
25
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
4 Starttoets – Sluit een applicatie af en ga terug naar het startscherm
5 Terug-toets – Ga terug naar het vorige scherm binnen een applicatie of sluit de applicatie
Het venster met onlangs gebruikte toepassingen openen
Druk op .
Snel wisselen tussen recent gebruikte applicaties
Druk snel tweemaal op
.
Alle recentelijk gebruikte applicaties sluiten
Tik op en tik vervolgens op ALLES WISSEN.
Een menu in een applicatie openen
Druk tijdens het gebruik van de applicatie op
Niet in alle applicaties is een menu beschikbaar.
.
Modus voor gesplitst scherm
In de modus voor gesplitst scherm kunt u twee applicaties tegelijk weergeven, bijvoorbeeld als u het postvak van uw e-mail en een webbrowser tegelijkertijd wilt bekijken.
1 Applicatie 1 in bovenste venster
2 Rand van gesplitst scherm – Sleep deze om vensters groter of kleiner te maken
3 Applicatie 2 in onderste venster
4 Toets voor gesplitst scherm – Selecteer een onlangs gebruikte applicatie
5 Starttoets – Terug naar het startscherm
6 Terug-toets – Ga terug naar het vorige scherm binnen een applicatie of sluit de applicatie
Niet alle applicaties ondersteunen de modus voor gesplitst scherm.
Modus voor gesplitst scherm gebruiken
1
Zorg dat de twee applicaties waarvoor u de modus Gesplitst scherm wilt gebruiken, geopend zijn en op de achtergrond worden uitgevoerd.
2
Tik op en sleep de gewenste applicatie naar de bovenkant van het scherm.
3
Tik in het onderste deel van het scherm op de applicatie van uw tweede keuze.
4
Sleep in de staande weergave de zwarte balk in het midden omhoog of omlaag om de vensters te vergroten of verkleinen.
5
Tik op
en houd deze vast om de modus voor gesplitst scherm af te sluiten.
26
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Widgets

Widgets zijn kleine applicaties die u direct op uw startscherm kunt gebruiken. Ze werken tevens als snelkoppelingen. Met de widget Weer kunt u bijvoorbeeld basisinformatie over het weer direct op uw startscherm bekijken. Wanneer u op de widget tikt, wordt de volledige applicatie Weer geopend. U kunt meer widgets downloaden via Google Play™.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1
Raak een leeg gebied in het Startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat trilt. Tik vervolgens op Widgets.
2
Tik op de widget die u wilt toevoegen.
De afmetingen van een widget wijzigen
1
Raak een widget aan en houd deze even vast tot het apparaat trilt. Laat de widget vervolgens los. Als de afmetingen van de widget kunnen worden gewijzigd, bijvoorbeeld van de widget Agenda, worden een gemarkeerd kader en punten voor het wijzigen van het formaat weergegeven.
2
Sleep de punten naar binnen of naar buiten om de widget kleiner of groter te maken.
3
Tik op een willekeurige plaats in het Startscherm om de nieuwe afmetingen van de widget te bevestigen.
Een widget verplaatsen
Houd de widget aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep deze vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een widget verwijderen
Houd de widget aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep deze vervolgens naar
Verwijderen van startscherm
.

Snelkoppelingen en mappen

Gebruik snelkoppelingen en mappen voor het beheren van uw applicaties en om uw startscherm overzichtelijk te houden.
1 Open een applicatie met een snelkoppeling
2 Open een map met applicaties
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Raak een leeg gebied in het Startscherm aan en houd dit even vast.
2
Tik in het instelmenu op Widgets > Snelkoppelingen.
3
Blader door de lijst en selecteer een applicatie. De geselecteerde applicatie wordt toegevoegd aan het Startscherm.
27
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een item op het startscherm verplaatsen
Houd het item aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep het item vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een item van de startpagina verwijderen
Houd het item aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep het item vervolgens naar
Verwijderen van startscherm boven aan het scherm.
Een map op het startscherm maken
Houd het pictogram of de snelkoppeling van een applicatie aangeraakt tot het apparaat trilt; sleep het vervolgens naar het pictogram of de snelkoppeling van een andere applicatie.
Items toevoegen aan een map op het startscherm
Houd een item aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep het item vervolgens naar de map.
Een map op het startscherm hernoemen
1
Tik op de map om deze te openen.
2
Tik op de titelbalk van de map om het veld Mapnaam weer te geven.
3
Voer de naam van de nieuwe map in en tik op GEREED.

Achtergrond en thema's

Het apparaat heeft een standaardachtergrond, maar u kunt het startscherm en het vergrendelingsscherm aanpassen aan uw eigen stijl met achtergronden en thema's met verschillende kleuren en patronen.
U kunt een achtergrond gebruiken zonder de andere elementen van het startscherm en vergrendelingsscherm te veranderen. Live achtergronden voegen visuele effecten toe aan interacties met het touchscreen, waardoor het scherm dynamisch verandert.
Thema's kunnen een achtergrond, schermbeveiliging, titelbalken en een geluidsschema bevatten die elkaar passen en uw apparaat een unieke look en feel geven.
De achtergrond veranderen
1
Raak een leeg gebied in het Startscherm aan en houd vast tot het apparaat trilt.
2
Tik op
Achtergrond
U kunt ook de achtergrond van het vergrendelingsscherm instellen voor zowel het startscherm als het vergrendelingsscherm. Volg bovenstaande stappen en tik op Album . Tik op de gewenste afbeelding en kies een optie.
en selecteer een optie.
wijzigen of dezelfde afbeelding
Een thema instellen
1
Raak een leeg gebied in het Startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat trilt.
2
Tik op Thema´s.
3
Kies een optie:
Voor een bestaand thema, selecteert u het thema en tikt u op THEMA TOEPASSEN.
Download een nieuw thema door op MEER THEMA'S DOWNLOADEN te tikken.
Als u een thema
wijzigt, wordt ook de achtergrond in sommige applicaties gewijzigd.

Een schermopname maken

U kunt stilstaande beelden maken van een scherm op uw apparaat als schermopname. Schermopnames worden automatisch opgeslagen in Album.
28
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een schermafbeelding maken
1
Houd de aan-uitknop ingedrukt totdat een venster verschijnt.
2
Tik op .
U kunt ook een schermafbeelding maken door de aan-uitknop en de toets voor volume omlaag tegelijkertijd ingedrukt te houden.
De schermafbeelding weergeven
1
Dubbeltik op de statusbalk om het Gedeelte voor meldingen te openen.
2
Tik op de schermopname.
U kunt de schermopnames ook bekijken in de applicatie Album.

Meldingen

Meldingen brengen u op de hoogte van gebeurtenissen zoals nieuwe berichten en agendameldingen evenals lopende activiteiten zoals downloads. Meldingen verschijnen op:
De statusbalk
Het meldingsvenster
Het vergrendelscherm
Het gedeelte voor meldingen openen of sluiten
1
Sleep de statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen of dubbeltik op de statusbalk.
2
Sleep het venster omhoog om het gedeelte voor meldingen te sluiten.
Na het openen van het gedeelte voor meldingen, kunt u het deelvenster Snelle instellingen openen door de statusbalk opnieuw omlaag te slepen.
Reageren op een melding in het gedeelte voor meldingen
Tik op de melding.
U kunt rechtstreeks op e-mail- of chatberichten reageren in het gedeelte voor meldingen.
Een melding verwijderen uit het gedeelte voor meldingen
Veeg de melding naar links of rechts.
Niet alle meldingen kunnen worden
Sleep een melding langzaam naar links of rechts en tik op om instellingen van meldingen aan te passen.
verwijderd.
29
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een melding in het gedeelte voor meldingen vergroten
Tik op de melding voor meer informatie over de melding zonder de app te openen.
Niet alle meldingen kunnen worden vergroot.
Alle meldingen in het gedeelte voor meldingen wissen
Tik op ALLES WISSEN.
Reageren op een melding in het vergrendelingscherm
Dubbeltik op de melding.
Een melding uit het vergrendelingscherm verwijderen
Veeg de melding naar links of rechts.
Een melding op het vergrendelingscherm vergroten
Sleep de melding omlaag.
Niet alle meldingen kunnen worden vergroot.
Meldingen op het vergrendelingsscherm beheren
Inhoud van alle meldingen weergeven
Inhoud van gevoelige meldingen verbergen
Helemaal geen meldingen weergeven
Alle meldingen op het vergrendelingsscherm weergeven. Als deze instelling is ingeschakeld, moet u er rekening mee houden dat alle inhoud (inclusief de inhoud van binnenkomende e-mails en chatberichten) zichtbaar zullen zijn op het vergrendelingsscherm, behalve wanneer u de betreffende apps aanwijst als Gevoelige inhoud verbergen in het menu Meldingen-instellingen
Een pincode, wachtwoord of patroon moet zijn ingesteld als schermvergrendeling om deze instelling beschikbaar te maken. Inhoud verborgen wordt weergegeven op het vergrendelingsscherm als er gevoelige berichten binnenkomen. U krijgt bijvoorbeeld een melding voor een binnenkomende e-mail of chat, maar de inhoud is niet zichtbaar op uw vergrendelingsscherm.
U krijgt geen meldingen op het vergrendelingsscherm.
De meldingen selecteren voor weergave op het vergrendelingsscherm
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Tik op en vervolgens op Op het vergrendelingsscherm.
4
Selecteer een optie.
Meldingen kunnen op het vergrendelingsscherm behouden te vegen. Tik op de Meldingen vergrendelings-scherm behouden-schuifregelaar om deze functie in te schakelen.
Instellingen
>
Meldingen
.
blijven tenzij u ze verwijdert door
Het meldingniveau van een app instellen
Alles blokkeren
Geluid en trillen uit
Onderbrekingen alleen met prioriteit
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Nooit meldingen ontvangen van de geselecteerde app.
Ontvangen meldingen, maar zonder geluid, trilling of dat deze wordt weergegeven.
Ontvang meldingen van deze app ook als Niet storen als prioriteit is ingesteld.
30
Het meldingsniveau voor een app instellen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Meldingen.
3
Selecteer de gewenste app.
4
Tik op de schuifregelaars om de gewenste meldingsinstellingen aan te passen.
Meldingslampje
Het meldingslampje informeert u over de batterijstatus en een aantal andere zaken. Een wit knipperend lampje betekent bijvoorbeeld dat er een nieuw bericht of een gemist gesprek is. Het meldingslampje is standaard ingeschakeld maar u kunt het handmatig uitschakelen.
Als het meldingslampje is uitgeschakeld, gaat het alleen branden een waarschuwing voor de batterijstatus, bijvoorbeeld als het energieniveau lager is dan 15 procent.
Het meldingslampje in- of uitschakelen
1
Tik in het startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meldingen >
3
Tik op de schuifregelaar naast Meldingslampje om de functie in of uit te schakelen.
.
.

Pictogrammen in de statusbalk

Statuspictogrammen
Geen SIM-kaart
Signaalsterkte
Geen signaal
Roaming
LTE-gegevens worden verzonden en gedownload
GPRS-gegevens worden verzonden en gedownload
EDGE-gegevens worden verzonden en gedownload
3G-gegevens worden verzonden en gedownload
HSPA+-gegevens worden verzonden en gedownload
Mobiele data is uitgeschakeld
Een Wi-Fi-verbinding wordt ingeschakeld en er worden gegevens verzonden
Er is een Wi-Fi-verbinding ingeschakeld maar er is geen internetverbinding.
Dit pictogram wordt ook weergegeven wanneer u probeert verbinding te maken met een beveiligd Wi-Fi-netwerk. Nadat u bent ingelogd, verdwijnt het uitroepteken.
Als Google™ in uw regio is geblokkeerd, kan het uitroepteken zelfs worden weergegeven wanneer u verbinding maakt met een Wi-Fi-netwerk en er een werkende internetverbinding is.
Batterijstatus
De batterij wordt opgeladen
31
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Vliegmodus is actief
De Bluetooth®-functie is actief
De microfoon is gedempt
De speakertelefoon is ingeschakeld
Modus Niet storen is actief
Trilstand
Er is een alarm ingesteld
GPS is actief
Synchronisatie is actief
Probleem met aanmelding of synchronisatie
Afhankelijk van uw serviceprovider, netwerk of regio zijn bepaalde functies of services die door sommige pictogrammen in deze lijst worden vertegenwoordigd, mogelijk niet beschikbaar.
Pictogrammen in de statusbalk beheren
1
Tik in uw startscherm op .
2
Tik vervolgens op
3
Markeer de selectievakjes voor de systeempictogrammen die u in de statusbalk
Instellingen
>
Scherm
>
Systeempictogrammen
.
wilt weergeven.
Meldingspictogrammen
Nieuw sms-bericht of mms-bericht
Lopend gesprek
Gemist gesprek
Gesprek in de wacht
Oproepen doorschakelen is ingeschakeld
Nieuw voicemailbericht
Nieuw e-mailbericht
Gegevens worden gedownload
Gegevens worden geüpload
Mobiele data is uitgeschakeld
Een basisinstallatie van uw apparaat uitvoeren
Er is een software-update beschikbaar
Er zijn systeemupdates beschikbaar
Systeemupdates worden gedownload
Tikken om de gedownloade systeemupdates te installeren
STAMINA-modus is geactiveerd
Ultra-STAMINA-modus is geactiveerd
Screenshot gemaakt
Videochatten met vrienden met de Duo™-applicatie
32
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Er wordt een nummer afgespeeld
De radio is ingeschakeld
Het apparaat is via een USB-kabel met een computer verbonden
Intern geheugen is 75% vol; tik om gegevens op geheugenkaart over te brengen
Waarschuwing
Meer niet-weergegeven meldingen
Niet alle pictogrammen die op uw apparaat kunnen verschijnen, zijn hier vermeld. Deze lijst dient slechts als leidraad, en er kunnen wijzigingen worden aangebracht zonder voorafgaande kennisgeving.
Een applicatie verhinderen notificaties te verzenden
1
Tik in het startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meldingen.
3
Selecteer een applicatie.
4
Tik op de schuifregelaar Alles blokkeren.

Overzicht van applicaties

Wellicht staan bepaalde applicaties niet op uw apparaat of worden ze niet in alle regio's ondersteund door alle netwerken of serviceproviders.
Gebruik de applicatie Album om uw foto's en video's te beheren, bekijken en bewerken.
Blader door duizenden producten en koop deze rechtstreeks vanaf uw apparaat.
Beveilig uw apparaat tegen virussen, malware, spyware, phishing-aanvallen en onlinemisbruik.
Gebruik de applicatie Rekenmachine om basisberekeningen uit te voeren.
Gebruik de applicatie Agenda om gebeurtenissen te houden en uw afspraken te beheren.
Gebruik de camera om foto's te maken en video's op te nemen.
Gebruik de Chrome-webbrowser om te navigeren, webpagina's, tekst en afbeeldingen weer te geven en om favorieten te beheren.
Gebruik de applicatie Klok om verschillende alarmen en timers in te stellen.
Gebruik de applicatie Contacten om telefoonnummers, e-mailadressen en andere contactgegevens te beheren.
Open uw gedownloade applicaties, documenten en foto's.
Gebruik de applicatie Duo™ om video-oproepen te voeren.
Maak, bewerk en werk met samen met anderen aan documenten.
Sla uw documenten en bestanden op voor eenvoudige toegang vanaf een willekeurig apparaat, deel deze met uw vrienden en werk samen met collega's.
Maak, bewerk en werk met samen met anderen aan spreadsheets.
Maak, bewerk en werk met samen met anderen aan presentaties.
Gebruik de applicatie E-mail om e-mails te verzenden en ontvangen via persoonlijke en zakelijke accounts.
33
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Gebruik de applicatie Facebook™ om wereldwijd deel te nemen aan sociale netwerken met vrienden, familie en collega's.
Zoek en luister naar FM-radiozenders.
Gebruik de applicatie Gmail™ om e-mailberichten te lezen, te schrijven en te rangschikken.
Zoek naar informatie op uw apparaat en op internet.
Geniet van muziek, films, apps en games op uw apparaat en krijg exclusief toegang tot unieke inhoud die alleen beschikbaar is voor Xperia™-apparaten.
Bekijk uw huidige locatie, zoek andere locaties en plan routes met Google Maps™.
Gebruik de applicatie Berichten om sms- en mms-berichten te verzenden en ontvangen.
Gebruik de applicatie Muziek om muziek en audioboeken te ordenen en af te spelen.
Voer telefoongesprekken door het nummer handmatig in te voeren of door middel van de functie Smart Dial.
Zoek of blader door al uw foto's en video's of orden ze.
Gebruik de applicatie Google Play Movies & TV om films en tv-programma's te bekijken die u op Google Play hebt gekocht of gehuurd.
Met de applicatie Google Play Music ontdekt u duizenden nummers en kunt u deze afspelen.
Gebruik de applicatie Play Store™ om applicaties te kopen of gratis te downloaden.
Blijf verbonden met uw gamevrienden en de games die u graag speelt, ga winkelen in de PlayStation®Store, en meer.
Optimaliseer de instellingen naar eigen inzicht.
Gebruik de applicatie Ondersteuning voor gebruikersondersteuning op uw apparaat. Zo krijgt u bijvoorbeeld toegang tot de gebruikershandleiding, informatie over het oplossen van problemen, en tips en trucs.
Gebruik de applicatie Video om video's op uw apparaat af te spelen en inhoud te delen met uw vrienden.
Gebruik uw stem om inhoud op internet te zoeken.
Gebruik de applicatie Weer om weersvoorspellingen te bekijken.
Gebruik de applicatie What's New om nieuwe games, apps en media-inhoud te ontdekken.
Gebruik YouTube™ om video's van over de hele wereld te bekijken en uw eigen video's te delen.
34
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Batterij en onderhoud

Uw apparaat opladen

Gebruik altijd een originele Sony-lader en USB Type-C™-kabel die voor uw specifieke Xperia™-model is gemaakt. andere opladers en kabels kan de oplaadtijd langer uitvallen, wordt het apparaat mogelijk helemaal niet opgeladen, of kan het apparaat zelfs beschadigd raken. Controleer of alle USB-poorten en -verbindingsstukken volkomen droog zijn voordat u de USB Type-C™-kabel erin steekt.
Het opladen van het apparaat gaat via een stopcontact dan via de computer. U kunt het apparaat blijven gebruiken tijdens het opladen.
Als de batterij leeg is, kan het tot 30 minuten duren voordat het apparaat reageert op het opladen. Gedurende deze tijd blijft het scherm helemaal zwart en wordt er geen oplaadpictogram weergeven. Het kan tot 4 uur duren voordat een volledig lege batterij helemaal is opgeladen.
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde oplaadbare batterij die alleen door een geautoriseerd Sony-reparatiecentrum kan worden vervangen. Probeer nooit om het apparaat zelf te openen of demonteren. Dit kan schade aan uw apparaat veroorzaken en de garantie in gevaar brengen.
Uw apparaat opladen
1
Steek de stekker van de lader in een stopcontact.
2
Sluit een uiteinde van de USB Type-C™-kabel aan op de lader (of in de USB-poort van een computer).
3
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de USB Type-C™-poort van uw apparaat. Het meldingslampje gaat branden wanneer het laden begint.
4
Wanneer het apparaat helemaal is opgeladen, koppelt u de kabel los door het recht uit het apparaat te trekken. Zorg ervoor dat u het verbindingsstuk niet buigt.
belangrijk dat u de USB Type-C™-kabel (meegeleverd) gebruikt wanneer u uw apparaat
Het is oplaadt. Andere typen USB-kabels kunnen uw apparaat namelijk beschadigen.
Als de batterij helemaal leeg is, kan het een paar minuten duren voordat het meldingslampje gaat branden en het oplaadpictogram wordt weergegeven.
35
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Meldingslampje batterijstatus
Groen De batterij laadt op en het oplaadniveau is meer dan negentig procent
Oranje De batterij laadt op en het oplaadniveau is minder dan negentig procent
Rood De batterij laadt op en het oplaadniveau is minder dan vijftien procent
Batterij- en energiebeheer
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde batterij. Haal alles uit de batterij door het energieverbruik van diverse apps en functies te houden. Energiebesparingsfuncties op de achtergrond zijn standaard ingeschakeld om het energieverbruik van de batterij te beperken en er zijn extra energiebesparingsmodi beschikbaar als u het energieverbruik van de batterij verder wilt beperken.
Energiebesparingsfuncties verlagen de prioriteit van niet-essentiële apparaatfuncties, zoals betere beeldprestaties, netwerkactiviteiten zoals locatieservices, app-synchronisatie en op de achtergrond scannen van Wi-Fi. Als u een bepaalde applicatie niet wilt beïnvloeden, kunt u deze uitsluiten in het menu Batterijoptimalisatie. Telefoongesprekken en SMS-berichten worden niet beïnvloed.
Systeemupdates kunnen de beschikbare energiebesparingsfuncties van uw apparaat wijzigen.
Batterijverbruik, geschatte tijd en tips voor energiebesparing weergeven
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Batterij. Er wordt een overzicht weergegeven met het
Startscherm
batterijpercentage en de geschatte batterijduur.
3
Tik op BATTERIJGEBRUIK WEERGEVEN voor een lijst met functies en services die energie hebben verbruikt sinds u het apparaat voor het laatst hebt opgeladen. Tik op een item voor informatie om het energieverbruik ervan te verminderen.
op .
Batterijverbruik voor applicaties weergeven
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen
3
Selecteer een applicatie en bekijk het batterijverbruik onder Batterij.
>
Apps
.
Algemene gebruikstips om de batterijduur te verlengen
Aan de hand van de volgende tips kunt u ervoor zorgen dat de batterij langer meegaat:
Het helderheidsniveau van het scherm verlagen. Zie
Scherminstellingen
op
pagina 59.
Schakel Bluetooth®, Wi-Fi en locatieservices uit als u deze functies niet gebruikt.
Schakel uw apparaat uit of gebruik de vliegmodus in een gebied met een lage netwerkdekking. Anders scant uw apparaat herhaaldelijk naar beschikbare netwerken en dit verbruikt ook energie.
Gebruik een Wi-Fi-netwerk in plaats van roaming wanneer u in het buitenland bent. roaming wordt uw thuisnetwerk gezocht. Dit vraagt veel van de batterij, omdat het apparaat veel vermogen gebruikt het verzenden. Zie
Wi-Fi
op
pagina 48.
De synchronisatie-instellingen wijzigen voor e-mail, kalender en contacten. Zie
Synchroniseren met onlineaccounts
Controleer welke applicaties een hoog batterijverbruik hebben en lees de tips over
op pagina 55.
batterijbesparing voor deze applicaties op dit apparaat.
Het meldingsniveau voor een applicatie wijzigen. Zie
Schakel de toestemming voor het delen van locaties voor een applicatie uit. Zie
Applicatie-instellingen
Verwijder applicaties die u niet gebruikt. Zie
Gebruik een originele headset van Sony om naar muziek te luisteren. Handsfree-
op pagina 61.
Scherm Toepassingen
Meldingen
op pagina 29.
op pagina 24.
apparaten verbruiken minder energie dan de luidsprekers van het apparaat.
Start het apparaat af en toe opnieuw op.
36
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uitzonderingen voor apps toevoegen aan stroombesparende functies
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Batterij.
3
Tik op en selecteer Accuoptimalisatie. U ziet een lijst met applicaties die niet zijn geoptimaliseerd.
4
Als u applicaties aan de lijst wilt toevoegen of uit de lijst verwijderen, tikt u op APPS en selecteert of deselecteert u een applicatie in de lijst om de instellingen voor optimalisatie ervan aan te passen.
5
De lijst met applicaties die niet worden geoptimaliseerd, wordt conform uw aanpassingen bijgewerkt.
U kunt applicaties niet uitsluiten voor optimalisatie door de Ultra STAMINA-modus.
U kunt Accuoptimalisatie ook configureren vanuit Instellingen > Apps > > Speciale toegang.
STAMINA-modus
Afhankelijk van het STAMINA-niveau kunnen bepaalde functies zijn beperkt of uitgeschakeld om de batterij te sparen. Dit zijn de functies voor het weergeven van de prestaties, animatie en helderheid van het scherm, het synchroniseren van achtergrondgegevens van apps, trillen (behalve inkomende gesprekken), streamen en GPS (als het scherm uit is).
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u zich wellicht aanmelden als de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, om de STAMINA-modus in of uit te schakelen.
verschijnt op de statusbalk.
STAMINA-modus activeren of deactiveren
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Batterij.
3
Tik op
Startscherm
STAMINA-modus
op .
en vervolgens op de schuifregelaar om de functie te activeren of deactiveren. Als de STAMINA-modus is geactiveerd, kunt u extra opties kiezen, bijvoorbeeld het percentage Automatisch starten aanpassen.
In het menu STAMINA-modus.
Batterijoptimalisatie kunt u applicaties uitsluiten voor optimaliseren door
Ultra STAMINA-modus
De gebruikstijd van de batterij wordt aanzienlijk verlengd, maar apps worden ingeperkt en mobiele data en Wi-Fi worden uitgeschakeld. U kunt nog steeds bellen en sms'en. Het startscherm wordt gewijzigd en
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u zich wellicht aanmelden als de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, om de Ultra STAMINA-modus in of uit te schakelen.
Ultra-STAMINA-modus activeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Batterij.
3
Tik op Ultra STAMINA-modus en vervolgens op Activeren.
4
Bevestig om te activeren.
U kunt applicaties niet uitsluiten voor optimaliseren door de Ultra STAMINA-modus.
wordt in de statusbalk weergegeven.
Ultra-STAMINA-modus deactiveren
1
Sleep de statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen.
2
Tik op De Ultra STAMINA-modus deactiveren.
3
Tik op OK.
Door de Ultra STAMINA-modus te deactiveren, wordt het apparaat opnieuw opgestart.
37
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uw apparaat bijwerken
Werk de software van uw apparaat voor de nieuwste functies, verbeteringen en bugfixes, zodat het apparaat optimaal functioneert. Als er een software-update
beschikbaar is, wordt controleren of er nieuwe updates zijn of een update inplannen.
De eenvoudigste manier om een software-update te installeren, is draadloos vanaf uw apparaat. Sommige updates kunnen echter niet draadloos worden gedownload. In dat
geval gebruikt u de Xperia™ Companion-software op een pc of op een Apple® Mac®­computer om uw apparaat te werken.
Denk om het volgende vóór u het apparaat bijwerkt:
Zorg dus voor voldoende opslagruimte voordat u het apparaat bijwerkt.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u inloggen als de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, om het apparaat te updaten.
Updates voor het systeem en de applicatie kunnen de apparaatfuncties op een andere manier weergeven dan in deze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Android­versie wordt mogelijk niet na een update beïnvloed.
Ga voor meer informatie over software-updates naar
software/
.
Controleren op nieuwe software
1
Gebruikt u een apparaat met meerdere gebruikers, zorg er dan voor dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik in het
3
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Software-update.
Startscherm
op de statusbalk weergegeven. U kunt ook handmatig
http://support.sonymobile.com/
op .
Als geen nieuwe software beschikbaar is, bevat het apparaat wellicht onvoldoende geheugen. Als uw Xperia™-apparaat minder dan 500 MB intern geheugen beschikbaar heeft, ontvangt u geen informatie over nieuwe software. In dit geval ontvangt u een waarschuwing in het meldingsvenster: “Onvoldoende opslagruimte. Enkele systeemfuncties functioneren wellicht niet.” Als u deze melding ontvangt, moet u eerst ruimte in het interne geheugen
vrijmaken voordat u meldingen ontvangt over nieuwe beschikbare software.
vrij
Het apparaat draadloos bijwerken
Gebruik de applicatie voor software-updates om de apparaatsoftware draadloos te werken. Welke updates u kunt downloaden via een mobiel netwerk is afhankelijk van uw provider. We raden u aan voor het downloaden van nieuwe software een Wi-Fi-netwerk te gebruiken in plaats van een mobiel netwerk, om extra kosten voor dataverkeer te voorkomen.
Een systeemupdate installeren
1
Deelt u een apparaat met meerdere gebruikers, zorg er dan voor dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op Instellingen > Over de telefoon > Software-update.
4
Als een systeemupdate beschikbaar is, tikt u op DOORGAAN en vervolgens op NU INSTALLEREN.
Een systeemupdate inplannen
1
Deelt u een apparaat met meerdere gebruikers, zorg er dan voor dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op Instellingen > Over de telefoon > Software-update.
4
Als een systeemupdate beschikbaar is, tikt u op DOORGAAN en vervolgens op de schuifregelaar Installatie plannen.
5
Tik op OK > Tijd instellen.
6
Stel de gewenste tijd in voor de software-update en tik op OK.
7
Het apparaat wordt op de ingestelde tijd automatisch bijgewerkt.
.
.
38
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het automatisch downloaden van systeemupdates instellen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Over de telefoon > Software-update.
3
Tik op en vervolgens op Instellingen > Systeemupdates automatisch downloaden.
4
Selecteer een optie.
Automatisch bijwerken van alle applicaties in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Over de telefoon > Software-update.
3
Tik op en vervolgens op Instellingen > Apps automatisch bijwerken.
4
Selecteer de gewenste optie.
Uw apparaat bijwerken met een computer
1
Sluit het apparaat aan op de computer via een USB Type-C™-kabel.
2
Zorg dat het scherm van uw apparaat ontgrendeld is en dat de USB­verbindingsmodus op het apparaat is ingesteld op Bestanden overzetten.
3
Open Xperia™ Companion als dit nog niet automatisch is gestart.
4
Controleer of de computer verbinding maakt met internet.
5
Computer: Als er een nieuwe software-update wordt gedetecteerd, wordt een
pop-upvenster weergegeven. Volg de aanwijzingen op het scherm om de relevante software-updates uit te voeren.
Als de Xperia™ Companion-software niet op de betreffende computer is geïnstalleerd, sluit u uw apparaat aan op de computer en volgt u de installatie-instructies op het scherm. Gebruik alleen de USB Type-C-kabel die met uw apparaat is meegeleverd en zorg ervoor dat deze correct is aangesloten op het apparaat en de computer.
.

Onderhoud met behulp van een computer

Xperia™ Companion
Xperia™ Companion is een softwaredienst met een aantal functies en applicaties die u kunt gebruiken als u uw apparaat met behulp van een USB-kabel op een computer aansluit. Met Xperia™ Companion kunt u:
De software van uw apparaat bijwerken of repareren
Inhoud vanaf een ouder apparaat overbrengen met behulp van Xperia™ Transfer
Inhoud back-uppen en herstellen op de computer.
Multimediabestanden, zoals foto's, video's, muziek en afspeellijsten, tussen uw apparaat en computer synchroniseren.
Door bestanden op uw apparaat bladeren.
Om de applicatie Xperia™ Companion te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een computer die met internet is verbonden en waarop één de volgende besturingssystemen is geïnstalleerd:
Microsoft® Windows® 7 of nieuwer
Mac OS® X 10.11 of nieuwer
Meer informatie en download Xperia™ Companion voor Windows op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion/ of Xperia™ Companion voor Mac op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion-mac/.
Bestanden beheren met een computer
Gebruik een USB Type-C™-kabelverbinding tussen een Windows®-computer en uw apparaat om bestanden over te brengen en te beheren.
Als de twee apparaten zijn verbonden, kunt u uw apparaat opladen, bestanden overbrengen of voor MIDI-invoer gebruiken. Uw computer detecteert uw apparaat wanneer u de verbindingsmodus Bestanden overzetten selecteert. De standaardverbindingsmodus is ingesteld op Dit apparaat opladen.
39
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Met Xperia™ Companion kunt u toegang krijgen tot het bestandssysteem van uw apparaat. Als Xperia™ Companion niet is geïnstalleerd, installeert u dit als u het apparaat op de computer aansluit.
Gebruik altijd de USB-kabel die bedoeld is voor uw specifieke Xperia™-model en controleer of deze helemaal droog is.
USB-verbindingsmodus
U kunt de Bestanden overzetten-verbindingsmodus gebruiken om bestanden te beheren en apparaatsoftware te werken. Deze USB-modus wordt gebruikt op Microsoft Windows®-computers. Opladen is standaard ingeschakeld.
Met de Apparaat gebruiken als MIDI-modus kunt u uw apparaat gebruiken als MIDI­invoer voor apps met muziekinstrumenten.
®
De USB-verbindingsmodus wijzigen
1
Een USB-verbindingsstuk op uw apparaat aansluiten
2
Sleep de statusbalk omlaag en tik op Dit apparaat opladen.
3
Tik naar wens op
Bestanden overzetten
of
Apparaat gebruiken als MIDI
.

Opslag en geheugen

Uw apparaat heeft verschillende opslag- en geheugenopties.
Het interne geheugen is circa 16 GB groot en wordt gebruikt om gedownloade of overgedragen inhoud en persoonlijke instellingen en gegevens op te slaan. Enkele voorbeelden van gegevens die worden opgeslagen in het interne geheugen zijn instellingen voor alarm, volume en taal, e-mails, favorieten, kalendergebeurtenissen, foto's, video's en muziek.
Voor meer opslagruimte kunt u een externe geheugenkaart met een opslagcapaciteit van maximaal hun data, worden verplaatst naar dit type geheugen om intern geheugen vrij te maken. Sommige apps, bijvoorbeeld de camera-app, kunnen data rechtstreeks op een geheugenkaart opslaan.
Het dynamische geheugen (RAM) is ongeveer 2 GB groot en kan niet voor opslag worden gebruikt. RAM wordt gebruikt om applicaties te laten werken en voor het besturingssysteem.
Een geheugenkaart is apart
Download voor meer informatie over geheugengebruik op Android-apparaten de whitepaper voor uw apparaat op
GB gebruiken. Mediabestanden en sommige apps kunnen, samen met
256
verkrijgbaar.
www.sonymobile.com/support/
.
Geheugenprestaties verbeteren
Het apparaatgeheugen raakt normaal gebruik langzaam vol. Als het apparaat trager wordt of als applicaties plotseling worden afgesloten, kunt u het volgende doen:
Zorg er altijd voor dat er minstens 500 MB vrij intern geheugen beschikbaar is.
Sluit applicaties af als u ze niet gebruikt.
Wis het cachegeheugen voor alle applicaties.
Verwijder gedownloade applicaties die u niet gebruikt.
40
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Verplaats applicaties naar de geheugenkaart als de interne opslag vol is.
Verplaats foto's, video's en muziek van het interne geheugen naar de geheugenkaart.
Als uw apparaat de content op de geheugenkaart niet kan lezen, moet u de kaart wellicht formatteren. het formatteren wordt alle inhoud op de geheugenkaart gewist.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u zich als eigenaar aanmelden, oftewel de primaire gebruiker, om bepaalde handelingen te kunnen verrichten zoals het overzetten van gegevens naar de geheugenkaart en het formatteren van de geheugenkaart.
De geheugenstatus weergeven
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Opslag en geheugen.
De hoeveelheid vrij en gebruikt RAM-geheugen weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Opslag en geheugen.
3
Tik op
en vervolgens op Geavanceerd > Geheugen.
.
Het cachegeheugen van alle applicaties wissen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Opslag en geheugen.
3
Tik op
, vervolgens op Geavanceerd > Opslagruimte, en vervolgens op
.
Gegevens in de cache > OK. Als een geheugenkaart in het apparaat is geplaatst, kiest u
Interne gedeelde opslag
nadat u op
Opslagruimte
hebt getikt.
Wanneer u het cachegeheugen wist, verliest u geen
belangrijke gegevens of instellingen.
Mediabestanden naar de geheugenkaart overbrengen
1
Zorg dat er een geheugenkaart in het apparaat is geplaatst.
2
Tik in het
3
Ga naar en tik op Instellingen > Opslag en geheugen > Gegevens overdragen.
4
Markeer de bestanden die u naar de geheugenkaart wilt overbrengen.
5
Tik op Overbrengen.
Startscherm
op
.
Applicaties en services stoppen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op
3
Selecteer een applicatie of service en tik op NU STOPPEN > OK.
Instellingen
>
Apps
.
De geheugenkaart formatteren
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op
3
Tik op en vervolgens op Geavanceerd > Opslagruimte > SD-kaart > . Tik ten
Instellingen
.
>
Opslag en geheugen
.
slotte op Instellingen voor opslag > Formatteren > Wissen en formatteren.
het formatteren wordt alle inhoud op de geheugenkaart gewist. Maak eerst een back-up
van alle gegevens die u wilt behouden. Als u een back-up van de inhoud wilt maken, kunt u deze naar een computer kopiëren. Zie voor meer informatie
computer
op de pagina 39.
Bestanden beheren met een
Smart Cleaner
Met Slimme wisser kunt u de apparaatprestaties verbeteren door de opslagruimte en het geheugen automatisch te optimaliseren afhankelijk van hoe vaak u een app gebruikt.
41
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Smart Cleaner in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Opslag en geheugen.
3
Tik op de schuifregelaar naast Slimme wisser.
U kunt bestanden ook handmatig wijzigen, openen of verwijderen via Instellingen > Opslag en geheugen > > Geavanceerd > Opslagruimte > Verkennen

Back-up maken van inhoud en inhoud herstellen

In het algemeen kunt u foto's, video's en andere persoonlijke gegevens beter niet alleen op het interne geheugen van uw toestel opslaan. Als uw toestel beschadigd raakt, zoek raakt of wordt gestolen, is het wellicht niet meer mogelijk om de gegevens op het interne geheugen van het toestel te herstellen. Het wordt aanbevolen om Xperia Companion te gebruiken om back-ups te maken die uw gegevens veilig op een ander apparaat opslaan. Deze methode wordt in het bijzonder aanbevolen als u de software van uw apparaat bijwerkt naar een nieuwere Android-versie.
We raden aan de applicatie Xperia Back-up maken en herstellen te gebruiken als u een back-up van gegevens wilt maken voordat u de standaardinstellingen herstelt. Met deze applicatie kunt u een back-up maken van gegevens in een onlineaccount, op een SD­kaart of op een extern USB-opslagapparaat dat u door middel van de USB-hostadapter op uw apparaat hebt aangesloten.
Met de applicatie Google Backup & restore kunt u een back-up maken van gegevens op een server van Google.
Een gegevensback-up maken naar een computer
Gebruik de applicatie Xperia™ Companion om vanaf uw apparaat een gegevensback-up naar een pc of een Apple ® Mac®-computer te maken. U kunt een back-up maken van
de volgende gegevenstypen:
Gesprekkenlijsten
SMS-berichten
Agenda
Instellingen
Mediabestanden, zoals muziek en video's
Foto's en afbeeldingen
Een back-up van uw gegevens maken met een computer
1
Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit het apparaat op de computer aan via een USB Type-C™-kabel.
2
Open de Xperia™ Companion-software op de computer als deze nog niet automatisch is gestart. Na enkele ogenblikken herkent de computer uw apparaat. Selecteer de Bestanden overzetten-modus op uw apparaat.
3
Klik op Back-up in het hoofdscherm van Xperia™ Companion.
4
Volg de instructies op het scherm om een back-up te maken van gegevens op uw apparaat.
Als Xperia™ Companion niet is geïnstalleerd, installeert u dit als u het apparaat aan op de computer aansluit.
42
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uw gegevens terugzetten met een computer
1
Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit het apparaat op de computer aan via een USB Type-C™-kabel.
2
Open de Xperia™ Companion-software op de computer als deze nog niet automatisch is gestart. Na enkele ogenblikken herkent de computer uw apparaat. Selecteer de Bestanden overzetten-modus op uw apparaat.
3
Klik op Herstellen in het hoofdscherm van Xperia™ Companion.
4
Selecteer een back-upbestand in de back-upgegevens, klik op Volgende en volg de instructies op het scherm om gegevens op uw apparaat terug te zetten.
Als Xperia™ Companion niet is geïnstalleerd, installeert u dit als u het apparaat aan op de computer aansluit.
Een back-up maken van gegevens met de applicatie Xperia™ Back-up maken en herstellen
U kunt met de applicatie Xperia™ Back-up maken en herstellen uw gegevens online of lokaal back-uppen. Dit kan handmatig worden uitgevoerd of via de automatische back­upfunctie zodat gegevens regelmatig worden opgeslagen.
We raden dat u uw gegevens back-upt met de applicatie Xperia™ Back-up maken en herstellen voordat u de standaardinstellingen herstelt. Met deze applicatie kunt u een back-up maken van de volgende gegevens in een onlineaccount, op een SD-kaart of op een extern USB-opslagapparaat dat u door middel van de USB-hostadapter op uw apparaat hebt aangesloten:
Contacten
Gesprekken
Gesprekkenlijst
Agenda
E-mailaccounts
Wi-Fi-netwerken
Apparaatinstellingen
Applicaties
Indeling Xperia™-startscherm
De automatische back-upfunctie instellen
1
Als u een back-up wilt maken op een USB-opslagapparaat, moet u ervoor zorgen dat het opslagapparaat met een USB-hostadapter op uw apparaat is aangesloten. Als u een back-up wilt maken op een SD-kaart, moet u ervoor zorgen dat de SD­kaart goed in het apparaat is geplaatst. Als u een back-up wilt maken in een onlineaccount, moet u ervoor zorgen dat u bent aangemeld uw Google™­account.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op
Instellingen
4
Tik onder Back-up en herstel van Xperia™ op Automatische back-up.
5
Tik op de aan/uit-schakelaar om de automatische back-upfunctie in te schakelen.
6
Geef aan waar de back-upbestanden worden opgeslagen.
7
Indien gewenst, selecteert u een frequentie voor de back-up, het tijdstip van de back-up en de gegevens waarvan een back-up moet worden gemaakt. Als u dit niet instelt, wordt de back-up uitgevoerd volgens de standaardinstellingen.
8
Tik op om uw instellingen op te slaan.
>
.
Back-up maken en resetten
.
43
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Handmatig back-ups maken
1
Als u een back-up wilt maken op een USB-opslagapparaat, moet u ervoor zorgen dat het opslagapparaat met een USB-hostadapter op uw apparaat is aangesloten. Als u een back-up maakt op een SD-kaart, zorg dan dat de SD-kaart goed in het apparaat is geplaatst. Als u een back-up wilt maken in een onlineaccount, moet u ervoor zorgen dat u bent aangemeld uw Google™-account.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik op Instellingen > Back-up maken en resetten.
4
Tik onder Back-up en herstel van Xperia™ op Meer.
5
Tik op Handmatige back-up en selecteer vervolgens een back-uplocatie en de gegevens waarvan u een back-up wilt maken.
6
Tik op Back-up.
7
Tik op Voltooien als de back-up klaar is.
Een back-upbestand bewerken
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Back-up maken en resetten.
3
Tik onder Back-up en herstel van Xperia™ op Meer.
4
Tik op Back-upbestand bewerken en selecteer een bronlocatie voor de back-up
.
en het type gegevens dat u wilt verwijderen.
5
Tik op Gegevens verwijderen.
6
Tik op OK om te bevestigen.
7
Tik op Voltooien als de gegevens zijn verwijderd.
Back-ups van inhoud herstellen
1
Als u inhoud van een USB-opslagapparaat wilt herstellen, moet u ervoor zorgen dat het opslagapparaat door middel van de USB-hostadapter op uw apparaat is aangesloten. Als u inhoud herstelt vanaf een SD-kaart, moet u ervoor zorgen dat de SD-kaart correct in het apparaat is geplaatst. Als u inhoud herstelt vanuit de service Xperia Backup & Restore, moet u ervoor zorgen dat u bent aangemeld uw Google™-account.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik vervolgens op
4
Tik onder Back-up en herstel van Xperia™ op Gegevens herstellen en selecteer
Instellingen
.
>
Back-up maken en resetten
.
een herstelbron en de gegevens die u wilt herstellen.
5
Tik op Gegevens herstellen.
6
Tik op
Voltooien
wanneer de inhoud is hersteld.
Houd er rekening mee dat alle nadat u een back-up hebt gemaakt (zoals nieuwe apps die u installeert), tijdens een daaropvolgende herstelprocedure worden verwijderd.
wijzigingen die u in uw gegevens en instellingen aanbrengt
Een back-up maken van gegevens met de applicatie Google Backup & restore
Met de applicatie Google Backup & restore kunt u een back-up van gegevens maken op een server van Google. U kunt ook de automatische herstelfunctie inschakelen om applicatiegegevens en -instellingen te herstellen als u een applicatie opnieuw installeert.
Met deze applicatie kunt u een back-up maken van de volgende gegevenstypen:
Applicaties
Bladwijzers
Wi-Fi-netwerken
Andere instellingen
Een back-up maken in een Google™-account
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Back-up maken en resetten.
3
Tik onder Back-up en herstel van Google™ op Back-up maken van mijn data en tik vervolgens op de schuifregelaar.
.
44
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Automatisch herstellen inschakelen of uitschakelen als u een applicatie opnieuw installeert
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Back-up maken en resetten.
3
Tik onder Back-up en herstel van Google™ op de schuifregelaar Automatisch herstellen.
45
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Applicaties downloaden

Applicaties downloaden van Google Play™
Google Play™ is de officiële onlinewinkel van Google voor het downloaden van applicaties, spelletjes, muziek, films en boeken. Het bevat zowel gratis als betaalde applicaties. Voordat u begint met downloaden van Google Play™, zorgt u voor een functionerende internetverbinding, voorkeur via Wi-Fi, om de kosten van dataverkeer te beperken.
U moet beschikken over een Google™-account om Google Play™ te kunnen gebruiken. Google Play™ is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Een applicatie downloaden van Google Play™
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Play Store.
3
Zoek een item dat u wilt downloaden door te bladeren door categorieën of via de zoekfunctie.
4
Tik op het item waarvoor u de details wilt weergeven en volg de instructies om de installatie te voltooien.
Sommige applicaties hebben wellicht toegang nodig tot gegevens, instellingen en diverse functies op uw apparaat om goed te kunnen functioneren. Installeer en geef alleen toestemming aan applicaties die u vertrouwt. U kunt de verleende toestemmingen aan een gedownloade applicatie bekijken en tevens de status ervan wijzigen door op de applicatie te tikken onder Instellingen > Apps.

Applicaties downloaden van andere bronnen

Wanneer uw apparaat is ingesteld om downloads toe te staan van andere bronnen dan Google Play™, kunt u applicaties rechtstreeks van andere websites downloaden door de desbetreffende downloadinstructies te volgen.
Als u applicaties installeert van onbekende oorsprong of uit een onbetrouwbare bron, kan uw apparaat beschadigd raken. Download alleen applicaties die afkomstig zijn van betrouwbare bronnen. Neem contact op met de leverancier van de applicatie als u vragen hebt of problemen ondervindt.
Wordt een apparaat door meerdere gebruikers gedeeld, dan heeft alleen de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, de mogelijkheid om downloads toe te staan van andere bronnen dan Google Play™. Wijzigingen door de eigenaar gelden voor alle andere gebruikers.
Het downloaden van applicaties van andere bronnen in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging.
3
Tik op de schuifregelaar Onbekende bronnen.
4
Tik op OK.
Sommige applicaties kunnen toegang nodig hebben tot gegevens, instellingen en diverse functies op uw apparaat om goed te kunnen werken. Installeer en geef alleen toestemming aan applicaties die u vertrouwt. U kunt de verleende toestemmingen aan een gedownloade applicatie bekijken en tevens de status ervan wijzigen door op de applicatie te tikken onder Instellingen > Apps.
.
46
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Internet en netwerken

Surfen op internet

De Google Chrome™-webbrowser voor Android™-apparaten wordt voor de meeste landen vooraf geïnstalleerd geleverd. Ga naar op de link "Chrome for Mobile" voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van deze webbrowser.
Internetten
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
3
Als u Google Chrome™ voor het eerst gebruikt, selecteer dan of u zich wilt aanmelden een Google™-account of anoniem wilt bladeren met Google Chrome™.
4
Voer een zoekterm of webadres in het zoek- en adresveld in en tik vervolgens op
.
op het toetsenbord.
.

Internet- en MMS-instellingen

Als u wilt internetten of multimediaberichten wilt versturen als geen Wi-Fi-netwerk beschikbaar is, hebt u een actieve mobiele gegevensverbinding nodig met de juiste instellingen voor internet en MMS (Multimedia Messaging Service). Een paar tips:
Voor de meeste mobiele telefoonnetwerken en aanbieders zijn deze instellingen vooraf op het apparaat geïnstalleerd, zodat u meteen kunt internetten en multimediaberichten kunt verzenden.
U kunt zelf controleren op updates voor internet- en MMS-instellingen. Als u een internet­of MMS-instelling per ongeluk wijzigt of verwijdert, downloadt u de internet- en MMS­instelling opnieuw.
Raadpleeg de tips voor het oplossen van problemen voor het apparaat op
www.sonymobile.com/support/
MMS.
Als de instelling Voorkeur voor batterijtijd van de STAMINA-modus is geactiveerd om energie te sparen, wordt al het mobiele dataverkeer onderbroken als het scherm is uitgeschakeld. Als dit verbindingsproblemen veroorzaakt, stel dan in dat enkele applicaties en services niet worden onderbroken, of deactiveer de STAMINA-modus
tijdelijk.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, dan kan alleen de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, de instellingen voor internet en berichten downloaden vanuit het menu Instellingen. De gedownloade instellingen zijn echter wel van toepassing op alle gebruikers.
voor problemen met netwerkdekking, mobiele data en
http://support.google.com/chrome
en klik
Internet- en MMS-instellingen downloaden
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Meer > Internet settings.
3
Tik op ACCEPTEREN. Zodra de instellingen zijn gedownload, verschijnt op de statusbalk en wordt mobiele data automatisch ingeschakeld.
Als de instellingen niet naar uw apparaat kunnen worden gedownload, controleer dan de signaalsterkte van uw mobiele netwerk of Wi-Fi-netwerk. Ga naar een open plek zonder obstakels of ga een raam staan en probeer het nogmaals.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
47
Internet- en MMS-instellingen toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Meer > Mobiele netwerken.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Namen toegangspunten > .
5
Tik op Naam, geef een gewenste naam op en tik vervolgens op OK.
6
Tik op APN, voer de naam van het toegangspunt in en tik vervolgens op OK.
7
Voer alle vereiste gegevens in. Als u niet weet welke gegevens vereist zijn, neem dan contact op met uw netwerkaanbieder voor meer informatie.
8
Als u klaar bent, tikt u op
en vervolgens op Opslaan.
De gedownloade instellingen voor internet en MMS bekijken
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Meer > Mobiele netwerken.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Namen toegangspunten.
5
Voor meer informatie tikt u op een van de beschikbare items.
.

Wi-Fi

Gebruik Wi-Fi om te internetten, applicaties te downloaden of e-mails te verzenden en te ontvangen. Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een Wi-Fi-netwerk, onthoudt uw apparaat dit netwerk. De volgende keer dat u weer in de buurt bent, wordt automatisch verbinding gemaakt met dit netwerk.
sommige Wi-Fi-netwerken moet u inloggen een webpagina voordat u toegang krijgt. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende Wi-Fi-
netwerkbeheerder.
Beschikbare Wi-Fi-netwerken kunnen open of beveiligd zijn:
Open netwerken worden aangeduid met
Beveiligde netwerken worden aangeduid met naast de naam van het Wi-Fi-netwerk.
naast de naam van het Wi-Fi-netwerk.
Sommige Wi-Fi-netwerken worden niet weergegeven in de omdat hun netwerknaam (SSID) niet uitzenden. Als u de naam van het netwerk kent, kunt u het handmatig toevoegen aan uw lijst met beschikbare Wi-Fi-netwerken.
lijst met beschikbare netwerken
Wi-Fi in- of uitschakelen
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op de schuifregelaar om Wi-Fi in of uit te schakelen.
Het kan een paar seconden duren voordat Wi-Fi is ingeschakeld.
Startscherm
op .
Verbinden met een Wi-Fi-netwerk
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op de schuifregelaar om Wi-Fi in te schakelen. Alle beschikbare Wi-Fi­netwerken worden weergegeven.
4
Tik op een Wi-Fi-netwerk om hiermee verbinding te maken. Voor beveiligde netwerken voert u het desbetreffende wachtwoord in. wordt weergegeven in de statusbalk wanneer u bent verbonden.
Wilt u naar nieuwe beschikbare netwerken zoeken, tik dan op Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi-netwerk, raadpleeg dan de betreffende tips voor probleemoplossing voor uw apparaat op
www.sonymobile.com/support/
en vervolgens op Vernieuwen.
.
48
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een Wi-Fi-netwerk handmatig toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Blader omlaag en tik op aan het eind van de weergegeven items.
4
Voer de Netwerknaam (SSID)-gegevens in.
5
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
6
Voer indien nodig een wachtwoord in.
7
Als u geavanceerde opties, zoals proxy- en IP-instellingen, wilt bewerken, tikt u op
Geavanceerde opties en bewerkt u de opties naar wens.
8
Tik op Opslaan.
Neem contact op met uw Wi-Fi-netwerkbeheerder voor de netwerk-SSID en het wachtwoord.
Het Wi-Fi -signaal versterken
U kunt de Wi-Fi-ontvangst op verschillende manieren verbeteren:
Houd het apparaat dichter het Wi-Fi-toegangspunt.
Plaats het Wi-Fi-toegangspunt uit de buurt van mogelijke obstakels of interferentie.
Dek het Wi-Fi-antennegebied van het apparaat niet af (het gemarkeerde gebied in de afbeelding).
Wi-Fi-instellingen
Wanneer u bent verbonden met een Wi-Fi-netwerk of wanneer er Wi-Fi-netwerken beschikbaar zijn in uw omgeving, kunt u de status van deze netwerken bekijken. U kunt op uw apparaat ook instellen dat u een melding ontvangt wanneer er een open Wi-Fi­netwerk wordt gedetecteerd.
Meldingen van het Wi-Fi-netwerk in- of uitschakelen
1
Schakel Wi-Fi in als dat nog niet het geval is.
2
Tik in het
3
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
4
Tik op
Gedetailleerde informatie over een verbonden Wi-Fi-netwerk weergeven
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op het Wi-Fi-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Er wordt gedetailleerde informatie over het netwerk weergegeven.
Startscherm
en tik op de Netwerkmelding-schuifregelaar.
op
.
Een beleid voor de Wi-Fi -slaapstand toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op en vervolgens op Wi-Fi behouden in slaapstand.
4
Selecteer een optie.
49
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het MAC-adres van uw apparaat zoeken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op . Het MAC-adres wordt weergegeven in de lijst.
WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup™) is een draadloze netwerkstandaard waarmee u veilige draadloze netwerkverbindingen tot stand kunt brengen. U kunt met WPS eenvoudig WPA-encryptie (Wi-Fi Protected Access®) instellen om uw netwerk te beveiligen. U kunt ook nieuwe apparaten toevoegen aan een bestaand netwerk zonder lange wachtwoorden in te voeren.
Gebruik een van deze methoden om WPS in te schakelen:
Drukknopmethode: druk op een knop op een door WPS ondersteund apparaat, bijvoorbeeld een router.
PIN-methode: uw telefoon maakt een willekeurige PIN aan, die u invoert op het door WPS ondersteunde apparaat.
Met een WPS-knop verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Schakel Wi-Fi in als dat nog niet het geval is.
4
Tik op knop op het door WPS ondersteunde apparaat.
en vervolgens op Geavanceerd > WPS Push Button en druk op de WPS-
.
Met een WPS-PIN verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Schakel Wi-Fi in als dat nog niet het geval is.
4
Tik op > Geavanceerd > WPS-pin.
5
Voer op het door WPS ondersteunde apparaat de PIN in die op het apparaat
verschijnt.
Startscherm
op .

Uw mobiele gegevensverbinding delen

U kunt uw mobiele gegevensverbinding op verschillende manieren delen met andere apparaten.
USB tethering: deel de mobiele gegevensverbinding met één computer via een USB­kabel.
Draagbare Wi-Fi-hotspot: deel uw mobiele gegevensverbinding met maximaal tien apparaten tegelijkertijd, inclusief apparaten die WPS-technologie ondersteunen.
One-touch mobiele hotspot: raak apparaten aan om de mobiele verbinding te delen via Wi-Fi.
Bluetooth®-tethering: deel uw mobiele gegevensverbinding met maximaal vier andere apparaten via Bluetooth®.
De dataverbinding delen via een USB-kabel
1
Sluit uw apparaat aan op een computer met de USB-kabel die het apparaat is geleverd.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot.
4
Tik op de schuifregelaar USB-tethering en tik vervolgens op OK als dit wordt gevraagd.
5
Tik op de schuifregelaar naast USB-tethering of koppel de USB-kabel los om te stoppen met het delen van uw dataverbinding.
verschijnt op de statusbalk zodra verbinding is gemaakt.
.
U kunt niet USB-kabel.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
tegelijkertijd de dataverbinding en de SD-kaart van uw apparaat delen via een
50
Uw mobiele verbinding delen door middel van One-touch-tethering
1
Zorg ervoor dat de NFC-functie op beide apparaten is ingeschakeld en dat beide schermen actief zijn.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot > One-touch-tethering.
4
Tik op de Draagbare hotspot-schuifregelaar om de functie in te schakelen.
5
Houd de achterzijdes van beide apparaten elkaar zodat de NFC­detectiegebieden van beide apparaten elkaar raken. Tik vervolgens op KOPPELEN.
Deze functie werkt alleen apparaten die ook ondersteuning bieden voor NFC Wi-Fi­tethering.
Uw mobiele dataverbinding met een ander Bluetooth®-apparaat delen
1
Zorg dat uw apparaat en het andere Bluetooth®-apparaat met elkaar gekoppeld zijn en dat mobiel dataverkeer op uw apparaat actief is.
2
Uw apparaat: Tik in het Startscherm op
3
Tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot en tik vervolgens op de
.
schuifregelaar Bluetooth-tethering om de functie in te schakelen.
4
Bluetooth®-apparaat: Stel het apparaat zodanig in dat de netwerkverbinding
verkregen wordt via Bluetooth®. Als het apparaat een computer is, raadpleeg dan de relevante instructies om de instelling te voltooien. Als het een Android™­apparaat is, tikt u op het instellingenpictogram naast de naam van het apparaat waarmee het gekoppeld is onder Instellingen > Bluetooth > Gekoppelde
apparaten
5
Uw apparaat: Wacht tot
. Vervolgens vinkt u het selectievak
Internettoegang
op de statusbalk verschijnt. Wanneer dit verschijnt is
aan.
de instelling voltooid.
6
Tik nogmaals op de schuifregelaar naast Bluetooth-tethering om de functie uit te schakelen.
De functie Bluetooth® uitschakelt.
Bluetooth-tethering wordt telkens uitgeschakeld als u het apparaat of de functie
Uw apparaat gebruiken als een draagbare Wi-Fi-hotspot
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen
3
Tik op Instellingen draagbare hotspot > Hotspot configureren.
4
Voer de
5
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren. Voer indien
Netwerknaam (SSID)
>
Meer
>
Tethering/mobiele hotspot
-gegevens in.
.
nodig een wachtwoord in.
6
Tik op Opslaan.
7
Tik op
en vervolgens op de schuifregelaar
Draagbare hotspot
om de functie in
te schakelen.
8
Als dit wordt gevraagd, tikt u ter bevestiging op OK. verschijnt op de statusbalk als de draagbare Wi-Fi-hotspot actief is.
Toestaan dat een WPS-ondersteund apparaat wordt gebruikt voor uw mobiele dataverbinding
1
Zorg ervoor dat uw apparaat fungeert als draagbare hotspot.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot > Instellingen draagbare hotspot.
4
Zorg er onder Hotspot configureren voor dat uw draagbare hotspot door een wachtwoord is beveiligd.
5
Schakel Kan worden gevonden in indien deze functie was uitgeschakeld.
6
Tik op WPS-knop en volg de relevante instructies op. U kunt ook op
> WPS PIN
Entry tikken en vervolgens de PIN invoeren die op het WPS-ondersteunde apparaat wordt weergegeven.
51
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uw mobiele hotspot een nieuwe naam geven of beveiligen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot.
3
Tik op Instellingen draagbare hotspot > Hotspot configureren.
4
Voer de Netwerknaam (SSID)-gegevens in.
5
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
6
Voer indien nodig een wachtwoord in.
7
Tik op Opslaan.

Het dataverbruik in de gaten houden

U kunt de hoeveelheid gegevens bijhouden die gedurende een bepaalde periode van en naar uw apparaat wordt overgebracht via uw mobiele dataverbinding of Wi-Fi-verbinding. U kunt bijvoorbeeld de hoeveelheid gegevens weergeven die door individuele applicaties wordt gebruikt. Voor gegevens die via uw mobiele dataverbinding worden overgebracht, kunt u ook waarschuwingen en beperkingen instellen om extra kosten te voorkomen.
Als u een apparaat gebruikt met meerdere gebruikers, kan alleen de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, de instellingen voor datagebruik wijzigen. Door de instellingen voor datagebruik aan te passen, hebt u meer controle over het datagebruik. Dit garandeert echter niet dat geen extra kosten in rekening worden gebracht.
Dataverbruik verminderen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in of uit te schakelen.
>
Datagebruik
>
Databesparing
.
Dataverkeer in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen
3
Tik op de schuifregelaar Mobiel dataverkeer om dataverkeer in- of uit te
>
Datagebruik
.
schakelen.
Als dataverkeer is uitgeschakeld, kan het apparaat nog verbindingen gebruiken.
altijd Wi-Fi- en Bluetooth®-
Een waarschuwing voor dataverbruik instellen
1
Zorg dat mobiel dataverkeer is ingeschakeld.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op
Instellingen
4
Als u het waarschuwingsniveau wilt instellen, tikt u op Datawaarschuwing, voert u
>
de gewenste datalimiet in en tikt u op
.
Datagebruik
>
Betalingscyclus
INSTELLEN
.
. U ontvangt een waarschuwingsbericht wanneer de hoeveelheid gegevens het ingestelde niveau bereikt.
Een limiet voor mobiele data instellen
1
Zorg dat mobiel dataverkeer is ingeschakeld.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik op Instellingen > Datagebruik.
4
Tik op Betalingscyclus, tik op de schuifregelaar naast Gegevenslimiet instellen en tik vervolgens op OK.
Wanneer uw mobiele datagebruik de ingestelde limiet bereikt, wordt het mobiele dataverkeer op uw apparaat automatisch uitgeschakeld.
52
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het gegevensgebruik van afzonderlijke applicaties beheren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps.
3
Tik op de applicatie die u wilt beheren en vervolgens op Datagebruik.
De prestaties van afzonderlijke applicaties kunnen worden beïnvloed als u de betreffende instellingen voor gegevensgebruik wijzigt.
Uw dataverbruik controleren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Datagebruik.
3
Als u informatie wilt weergeven over de hoeveelheid data die via de mobiele dataverbinding is overgedragen, tikt u op het tabblad Mobiel dataverbruik.
4
Als u informatie wilt weergeven over de hoeveelheid data die via de Wi-Fi­verbinding is overgedragen, tikt u op Wifi-datagebruik.

Een SIM-kaart selecteren voor dataverkeer

U kunt opgeven of beide SIM-kaarten in het toestel dataverkeer kunnen verwerken, maar er kan slechts één SIM-kaart worden geselecteerd om op een bepaald moment data te verwerken. U kunt de SIM-kaart kiezen die moet worden gebruikt voor dataverkeer tijdens de eerste instelling van het toestel of u kiest deze later in het instellingenmenu.
De SIM-kaart wijzigen die wordt gebruikt voor dataverkeer
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > SIM-kaarten > Mobiel dataverkeer.
3
Selecteer de SIM-kaart die u voor dataverkeer wilt gebruiken.
Startscherm
op
.
Voor hogere datasnelheden selecteert u de SIM-kaart die het snelste mobiele netwerk ondersteunt, bijvoorbeeld 3G.

Mobiele netwerken selecteren

Uw apparaat ondersteunt het gebruik van twee verschillende netwerken tegelijkertijd. U kunt kiezen uit de volgende netwerkmoduscombinaties wanneer twee SIM-kaarten in uw apparaat zijn geplaatst:
Een WCDMA-netwerk
Een GSM-netwerk
Een WCDMA-netwerk en een GSM-netwerk
Een LTE-netwerk, een WCDMA-netwerk en een GSM-netwerk
Voor elke SIM-kaart kunt u instellen dat uw apparaat automatisch schakelt tussen mobiele netwerken, afhankelijk van welk mobiel netwerk beschikbaar is op de plek waar u bent. Afhankelijk van welke mobiele netwerken beschikbaar zijn op de plek waar u bent, schakelt uw apparaat automatisch tussen de mobiele netwerken. U kunt uw apparaat ook handmatig instellen om voor elke SIM-kaart toegang te krijgen tot een bepaald mobiel netwerk, bijvoorbeeld WCDMA of GSM.
Afhankelijk van het netwerktype waarmee u verbonden bent, worden verschillende statuspictogrammen op de statusbalk weergegeven. Ga pagina 31 om de verschillende statuspictogrammen te zien.
Een netwerkmodus selecteren
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Mobiele netwerken.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Voorkeursnetwerktype en selecteer daarna een netwerkmodus.
.
Statuspictogrammen
op
53
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Handmatig een ander netwerk selecteren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Mobiele netwerken.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Netwerkproviders.
5
Tik op Zoekmodus en selecteer vervolgens Handmatig.
6
Selecteer een netwerk.
Als u handmatig een netwerk selecteert, zal het apparaat niet naar andere netwerken zoeken, zelfs niet als u zich buiten het bereik van het geselecteerde netwerk begeeft.
Automatische netwerkselectie activeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Mobiele netwerken.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Netwerkproviders.
5
Tik op Zoekmodus en selecteer vervolgens Automatisch.

VPN's (Virtual Private Network)

Gebruik uw apparaat om verbinding te maken met VPN's, waarmee u vanuit een openbaar netwerk toegang kunt krijgen tot bronnen binnen een beveiligd lokaal netwerk. VPN-verbindingen worden bijvoorbeeld vaak gebruikt door organisaties en onderwijsinstellingen voor gebruikers die toegang moeten krijgen tot intranetten en andere interne services terwijl ze zich buiten het interne netwerk bevinden, zoals vertegenwoordigers van een bedrijf die op reis zijn.
VPN-verbindingen kunnen op veel verschillende manieren tot stand worden gebracht,
afhankelijk van het netwerk. Voor bepaalde netwerken moet u mogelijk een beveiligingscertificaat overbrengen naar uw apparaat om het daar te installeren. Voor
meer gedetailleerde informatie over het tot stand brengen van een verbinding met uw VPN, neemt u contact op met de netwerkbeheerder van uw bedrijf of organisatie.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u zich misschien aanmelden als de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, om de instellingen voor VPN aan te passen.
Een virtueel privénetwerk toevoegen
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Meer > VPN.
3
Tik op .
4
Selecteer het type VPN dat u wilt toevoegen.
5
Voer uw VPN-instellingen in.
6
Tik op Opslaan.
Startscherm
op .
Verbinding maken met een virtueel privénetwerk
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > VPN.
3
Tik in de lijst met beschikbare netwerken op het VPN waarmee u verbinding wilt
.
maken.
4
Voer de vereiste gegevens in.
5
Tik op Verbinding maken.
De verbinding met een virtueel privénetwerk verbreken
1
Dubbeltik op de statusbalk om het Gedeelte voor meldingen te openen.
2
Tik op de melding voor de VPN-verbinding om deze uit te schakelen.
54
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Gegevens synchroniseren op uw apparaat

Synchroniseren met onlineaccounts

Synchroniseer uw apparaat met contacten, e-mails, evenementen en andere informatie uit onlineaccounts, bijvoorbeeld e-mailaccounts zoals Gmail™ en Exchange ActiveSync, Facebook™ en Flickr™. U kunt gegevens automatisch voor deze accounts synchroniseren door de functie Automatische synchronisatie te activeren, of u synchroniseert elke account handmatig.
Een onlineaccount instellen voor synchronisatie
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts en synchronisatie > Account toevoegen en selecteer het account dat u wilt toevoegen.
3
Volg de aanwijzingen om een account te maken of u zich erbij aan te melden.
Handmatig synchroniseren met een onlineaccount
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op de naam van het account waarmee u wilt synchroniseren. Er wordt een lijst met items weergegeven die met het account kunnen worden gesynchroniseerd.
3
Tik op de schuifregelaar naast het item dat u wilt synchroniseren.
.
> Instellingen > Accounts & sync.
Een onlineaccount verwijderen
1
Tik in het Startscherm op
2
Selecteer het accounttype en tik vervolgens op het account dat u wilt verwijderen.
3
Tik op
4
Tik opnieuw op
en vervolgens op Account verwijderen.
ACCOUNT VERWIJDEREN
Synchroniseren met Microsoft® Exchange ActiveSync
Als uw bedrijf een Microsoft Exchange ActiveSync-account gebruikt, kunt u uw zakelijke e-mailberichten, agenda-afspraken en contacten direct op uw apparaat openen. Na de installatie kunt u uw informatie vinden in de applicaties
Als u een Microsoft® Exchange ActiveSync®-account (EAS) op uw Xperia™-apparaat hebt ingesteld, is het type schermvergrendeling mogelijk beperkt tot alleen PIN of wachtwoord op basis van de EAS-beveiligingsinstellingen. Dit treedt op wanneer uw netwerkbeheerder uit veiligheidsoogpunt voor het bedrijf een schermvergrendelingstype heeft ingesteld voor alle EAS-accounts. Neem contact op met de netwerkbeheerder van uw bedrijf of organisatie om te controleren welk netwerkbeveiligingsbeleid voor mobiele apparaten van toepassing is.
> Instellingen > Accounts & sync.
om te bevestigen.
E-mail, Agenda
®
en
Contacten
.
55
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een EAS-account instellen voor synchronisatie
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Accounts en synchronisatie > Account toevoegen > Exchange ActiveSync.
3
Voer uw zakelijke e-mailadres en wachtwoord in.
4
Tik op VOLGENDE. Als een fout optreedt, voert u handmatig de domein- en servergegevens van uw account in en tikt u op VOLGENDE.
5
Tik op OK om de bedrijfsserver toe te staan uw apparaat te beheren.
6
Selecteer een synchronisatiemethode, een synchronisatie-interval en de gegevens die u wilt synchroniseren met uw apparaat.
7
Tik op VOLGENDE en selecteer hoe u op de hoogte wilt worden gesteld van nieuwe e-mails.
8
Tik op VOLGENDE, voer een naam in voor het zakelijke account en tik vervolgens op Configuratie voltooien.
9
Indien dit gevraagd wordt, activeert u apparaatbeheer zodat de bedrijfsserver bepaalde beveiligingsregels op het apparaat kan instellen, zoals het uitschakelen van spraakopname en het gebruiken van versleutelde opslag.
Een EAS-account verwijderen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Exchange ActiveSync en selecteer het EAS-account dat u wilt verwijderen.
3
Tik op
4
Tik opnieuw op ACCOUNT VERWIJDEREN om te bevestigen.
en vervolgens op Account verwijderen.
> Instellingen > Accounts & sync.
56
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Basisinstellingen

Instellingen openen

Geef instellingen voor uw apparaat weer en wijzig ze vanuit het instellingenmenu. Het instellingenmenu is toegankelijk vanuit zowel het meldingsvenster als het scherm Toepassingen.
Het instellingenmenu van het apparaat openen vanuit het applicatiescherm
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen.
Informatie over uw apparaat bekijken
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon.
Het deelvenster Snelle instellingen openen
Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag.
De lamp inschakelen
1
Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag.
2
Tik op
Selecteren welke instellingen u wilt weergeven in het deelvenster Snelle instellingen
1
Sleep de statusbalk met twee vingers helemaal omlaag en tik op BEWERKEN.
2
Voeg een instelling toe aan het deelvenster Snelle instellingen door het pictogram naar het bovenste deel van het scherm te verslepen. Verwijder een instelling door het pictogram naar het onderste deel van het scherm te verslepen.
.
.
.
Het paneel Snelle instellingen herschikken
1
Sleep de statusbalk helemaal omlaag en tik op
2
Houd een pictogram aangeraakt en verplaats het naar de gewenste positie.
BEWERKEN
.

Volume-instellingen

U kunt het beltoonvolume aanpassen voor binnenkomende gesprekken en meldingen, en voor muziek- en videoweergave.
Het beltoonvolume aanpassen met de volumetoetsen
Beweeg de volumetoets omhoog of omlaag.
Het afspeelvolume van media aanpassen met de volumetoets
Druk de volumetoets omhoog of omlaag wanneer u muziek afspeelt of een video bekijkt. Dit functioneert ook als het scherm is vergrendeld.
De trilstand inschakelen
Beweeg de volumetoets omhoog of omlaag totdat verschijnt.
Het geluidsniveau aanpassen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
3
Sleep de schuifregelaar voor het volume naar de gewenste positie.
U kunt ook op de volumetoets-omhoog of -omlaag drukken en op volumeniveaus van de ringtone, het afspelen van media of de alarmen afzonderlijk aan te passen.
57
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
tikken om de
Het apparaat instellen om te trillen bij binnenkomende oproepen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
3
Tik op de Ook trillen voor oproepen-schuifregelaar om de functie in te schakelen.
Een ringtone instellen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Geluid > Beltoon telefoon.
3
Selecteer een optie in de lijst of tik op
om een muziekbestand op het apparaat
te selecteren.
4
Tik op GEREED om te bevestigen.
Het meldingsgeluid selecteren
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Geluid > Standaardmeldingsringtone.
3
Selecteer een optie in de lijst of tik op Toevoegen om een muziekbestand op het
.
apparaat te selecteren.
4
Tik op GEREED om te bevestigen.
Sommige applicaties hebben hun eigen meldingsgeluiden die u kunt selecteren in de instellingen van de applicatie.
Aanraaktonen inschakelen
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Andere geluiden.
3
Tik op de schuifregelaars om de diverse aanraaktonen naar wens in of uit te
Startscherm
op .
schakelen.

Modus Niet storen

U kunt uw apparaat handmatig instellen in de stand Niet storen en handmatig bepalen hoe lang uw apparaat in die stand moet blijven. U kunt ook vooraf instellen wanneer uw apparaat automatisch in de stand Niet storen gaat.
De modus Niet storen activeren
1
Sleep de statusbalk met twee vingers helemaal omlaag om het venster Snelle instellingen te openen.
2
Tik op .
3
Selecteer een optie en tik vervolgens op GEREED.
Snel schakelen tussen de modi Niet storen/Trillen/Geluid
1
Beweeg de volumetoets omhoog of omlaag totdat , of verschijnt.
2
Tik op of om snel te schakelen tussen de modi Trillen en Geluid. Als u de modus Niet storen wilt activeren, drukt u in de modus Trillen de volumetoets omlaag.
58
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Tijdintervallen inplannen voor de modus Niet storen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Geluid > Niet storen > Automatische regels.
3
Kies een regel uit de automatische regels of tik op om een nieuwe regel toe te voegen.
4
Tik op Regeltype kiezen en selecteer een optie.
5
Voer de gewenste naam voor de regel in en tik vervolgens op OK.
6
Tik op Dagen en selecteer de selectievakjes voor de betreffende dagen. Tik vervolgens op GEREED.
7
Pas de starttijd aan door op Starttijd te tikken. Selecteer vervolgens een waarde en tik op OK.
8
Pas de eindtijd aan door op Eindtijd te tikken. Selecteer vervolgens een waarde en tik op OK. De modus Niet storen blijft op het apparaat geactiveerd tijdens het geselecteerde tijdinterval.
Uitzonderingen instellen voor de modus voor niet storen
U kunt aangeven welke soorten meldingen toch een geluidsmelding mogen afspelen in de modus voor niet storen. U kunt uitzonderingen filteren op basis van de afzender van de meldingen. De meest voorkomende soorten uitzonderingen zijn:
Gebeurtenissen en herinneringen
Gesprekken
Berichten
Alarmen
Meldingen met hoge voorrang toestaan in de modus Niet storen
1
Tik in het startscherm op .
2
Tik op
Instellingen
>
Geluid
>
Niet storen
>
Alleen prioriteitsonderbrekingen
toestaan.
3
Tik op
Oproepen
4
Selecteer een optie.
of
Berichten
.

Scherminstellingen

De helderheid van het scherm handmatig aanpassen, ongeacht de lichtomstandigheden
1
Tik in het startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm en tik op de schuifregelaar Aanpasbare helderheid
3
Tik op Helderheidsniveau.
4
Sleep de schuifregelaar om de helderheid in te stellen.
De
om deze functie uit te schakelen als dit nog niet is gebeurd.
batterij gaat langer mee een lager helderheidsniveau.
Trillen bij aanraken in- of uitschakelen
1
Tik in het startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Andere geluiden.
3
Tik op de schuifregelaar Trillen bij tikken om de functie in of uit te schakelen.
.
Opgeven na hoeveel tijd het scherm moet worden uitgeschakeld als de telefoon niet wordt gebruikt
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Slaapstand.
3
Selecteer een optie.
Als u het scherm snel wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan-uitknop
.
.
59
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De tekengrootte aanpassen
1
Tik in het startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Scherm > Lettergrootte.
3
Sleep de schuifregelaar en selecteer de gewenste optie.
De grootte van het scherm aanpassen
1
Tik in het startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Weergavegrootte.
3
Sleep de schuifregelaar en selecteer de gewenste optie.
De witbalans van het scherm aanpassen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Witbalans.
3
Sleep de schuifregelaars naar de gewenste posities om de witbalans aan te
.
passen.
Herstel de witbalansinstelling naar de standaardwaardes door op > Standaardwaarden te tikken.
Slimme achtergrondverlichting
De slimme achtergrondverlichting houdt het scherm aan zolang u het apparaat in uw hand houdt. Zodra u het apparaat neerlegt, schakelt het scherm uit overeenkomstig de slaapinstelling.
De Slimme achtergrondverlichting in- of uitschakelen
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Smart-tegenlicht.
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in of uit te schakelen.
Startscherm
op .
Scherm vastzetten
Gebruik de optie Scherm vastzetten zodat het apparaat alleen het scherm voor een specifieke applicatie weergeeft. Als u bijvoorbeeld een game speelt en u per ongeluk de navigatietoets Startscherm aanraakt, voorkomt de optie Scherm vastzetten dat het actieve scherm van de game wordt geminimaliseerd. U kunt deze functie ook gebruiken als u het apparaat aan iemand anders uitleent, om het moeilijker te maken om meer dan één applicatie te openen. U kunt uw apparaat bijvoorbeeld aan iemand uitlenen om een foto te maken en het scherm vastzetten op de toepassing Camera zodat de ander niet gemakkelijk andere apps kan gebruiken zoals E-mail.
Scherm vastzetten is geen beveiligingsfunctie en voorkomt niet helemaal dat andere gebruikers het scherm activeren en uw apparaat gebruiken. Om uw gegevens te beschermen, moet u uw apparaat instellen om een pincode, wachtwoord of patroon voor de schermvergrendeling in te stellen voordat iemand het scherm kan activeren.
Scherm vastzetten in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Scherm vastzetten.
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in of uit te schakelen.
4
Als Scherm vastzetten is ingeschakeld, kunt u op de schuifregelaar Apparaat vergr. bij losmaken items tikken om deze extra veiligheidsmaatregel naar wens in
of uit te schakelen.
Voor scherm vastzetten is geen patroon, PIN of wachtwoord vereist.
60
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een scherm vastzetten
1
Zorg dat scherm vastzetten op het apparaat is geactiveerd.
2
Open een app en ga naar het scherm dat u wilt vastzetten.
3
Tik op .
4
Veeg omhoog om het pictogram van scherm vastzetten
5
Tik op
6
Tik op Duidelijk in het menu dat wordt geopend.
Een scherm losmaken
Op het vastgezette scherm houd u ingedrukt totdat het scherm is losgemaakt.
Als u een beveiligingsoptie hebt geselecteerd tijdens het vastzetten van het scherm, moet u het patroon, de PIN of het wachtwoord invoeren om het apparaat te ontgrendelen voordat u het scherm kunt losmaken.
.
weer te geven.

Applicatie-instellingen

Sommige apps vragen u om toestemming als u ze begint te gebruiken. U kunt de toestemming voor elke app afzonderlijk wel of niet toestaan of weigeren, hetzij vanaf het menu Settings (Instellingen of vanaf het bevestigingsdialoogvenster Permission (Toestemming). De vereisten voor toestemming hangen af van het ontwerp van de app.
Bevoegdheden toestaan of weigeren
U kunt kiezen om bevoegdheden toe te staan of te weigeren wanneer het dialoogvenster verschijnt. Als u voorheen een andere versie van Android heeft gebruikt, dan worden voor de meeste apps de benodigde bevoegdheden al toegekend.
Een bevoegdheid toestaan
1
Om een bevoegdheid toe te staan, tikt u op Toestaan.
2
Wanneer het bevestigingsdialoogvenster voor de tweede keer verschijnt, kunt u kiezen uit de Niet meer vragen-optie die u wilt.
3
Een dialoogvenster geeft ook uitleg over waarom de app de bevoegdheid nodig heeft en waarvoor deze specifiek gebruikt wordt. Om dit dialoogvenster te negeren, tikt u op OK.
Een bevoegdheid weigeren
Om een bevoegdheid te weigeren, tikt u op
verschijnt.
Sommige applicaties kunnen nog steeds worden gebruikt, ook al heeft u de bevoegdheid geweigerd.
Afwijzen
wanneer het dialoogvenster
Cruciale bevoegdheden
Sommige bevoegdheden zijn verplicht om de app te laten werken zoals de werking bedoeld is. In dergelijke situaties ziet u een dialoogvenster met informatie.
Applicaties configureren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps > .
3
Selecteer een configuratie-optie, zoals App-rechten, en kies een applicatie die u wilt configureren.
61
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Cruciale bevoegdheden toestaan
1
Om een cruciale bevoegdheid toe te staan, tikt u op Doorgaan > APP-INFO > Toestemmingen.
2
Zoek de cruciale bevoegdheid die u nodig hebt.
3
Tik op de betreffende schuifregelaar om de bevoegdheden aan te passen.
U kunt bevoegdheden ook beheren in Instellingen > Apps. Tik op een app en wijzig de gewenste bevoegdheden.
Automatisch bijwerken van applicatie toestaan of afwijzen
Als de automatische bijwerkfunctie is ingeschakeld, worden uw applicaties bijgewerkt zonder dat u wordt gevraagd, zodat u wellicht niet merkt dat een groot volume aan gegevens wordt gedownload. Om hoge kosten voor bestandsoverdracht te voorkomen, kunt u automatisch bijwerken uitschakelen of automatisch bijwerken alleen inschakelen via een Wi-Fi-verbinding. Schakel automatisch bijwerken uit in zowel de Play Store™­app als in de What's New-app (indien beschikbaar) om het automatisch bijwerken van apps te vermijden.
Automatisch bijwerken van alle applicaties in de Play Store in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
3
Selecteer de gewenste optie.
Automatisch bijwerken van alle applicaties in What's New in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
3
Selecteer de gewenste optie.
en vervolgens op Instellingen > Apps automatisch bijwerken.
en vervolgens op
en tik vervolgens op .
en tik vervolgens op .
Instellingen
>
Apps automatisch bijwerken
.
Applicaties koppelen
Uw apparaat kan de standaard app bepalen om een bepaalde web-link af te handelen. Dat houdt in dat als de koppeling is ingesteld, u niet steeds opnieuw een app hoeft te kiezen wanneer u een link opent. U kunt de standaard-app op elk moment wijzigen.
App-koppelingen beheren via het menu Instellingen
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Apps.
3
Tik op en zoek naar
4
Selecteer een app en pas de instellingen naar wens aan.
Startscherm
op .
Links openen
.

Applicaties resetten

U kunt een applicaties resetten of applicatiegegevens wissen als de applicaties niet meer reageert of problemen veroorzaakt op het apparaat.
Applicatievoorkeuren resetten
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps.
3
Tik op en vervolgens op App-voorkeuren resetten > Apps resetten.
Als u de applicatievoorkeuren reset, worden er geen applicatiegegevens van het apparaat
verwijderd.
62
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Applicatiegegevens wissen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps.
3
Selecteer een applicatie of service en tik op Opslagruimte > GEGEVENS WISSEN > OK.
Wanneer u applicatiegegevens wist, worden de gegevens voor de geselecteerde applicatie permanent van uw apparaat verwijderd. De optie om applicatiegegevens te wissen is niet beschikbaar voor alle applicaties of services.
Het cachegeheugen van een applicatie wissen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps.
3
Selecteer een applicatie of service en tik op Opslagruimte > CACHE WISSEN.
De optie om het cachegeheugen van een applicatie te wissen is niet voor elke applicatie of service beschikbaar.
De standaardinstelling van een applicatie wissen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps.
3
Selecteer een applicatie of service en tik op Standaard openen > STANDAARD­WAARDEN WISSEN
De optie om de standaardinstelling van een applicatie te wissen is niet voor elke applicatie of service beschikbaar.
.
.

Schermbeveiliging

Stel een interactieve schermbeveiliger in die automatisch kleuren, foto's of een diavoorstelling weergeeft als uw apparaat is gedockt of wordt opgeladen en het scherm niet wordt gebruikt.
Op een apparaat met meerdere gebruikers kan elke gebruiker voor schermbeveiliging hebben.
Schermbeveiliging in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in of uit te schakelen.
Instellingen
>
Scherm
>
Screensaver
Inhoud voor de schermbeveiliging selecteren
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Scherm > Screensaver.
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in te schakelen.
4
Kies wat de schermbeveiliging moet weergeven.
.
De schermbeveiliging handmatig starten
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Screensaver.
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in te schakelen.
4
Tik op
en vervolgens op Nu beginnen om de schermbeveiliging direct te
activeren.
zijn of haar eigen instellingen
.

Taalinstellingen

U kunt een standaardtaal selecteren voor uw apparaat en dit op een later moment weer wijzigen. U kunt tevens de schrijftaal voor tekstinvoer wijzigen.
63
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De taal wijzigen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Talen en invoer > Talen.
3
Verander de taal door de gewenste taal naar de bovenste plek in de lijst te slepen. Als de gewenste taal niet in de lijst staat, tikt u op om deze toe te voegen.
4
Tik op OK.
Als u de verkeerde taal kiest en u de menuteksten niet meer kunt lezen, zoekt u het pictogram
en tikt u erop. Selecteer vervolgens de tekst naast en selecteer de eerste vermelding in
het menu dat verschijnt. U kunt vervolgens de gewenste taal selecteren.
Datum en tijd
U kunt de datum en tijd op uw apparaat wijzigen.
De datum handmatig instellen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datum en tijd.
3
Schakel de functie Automatische tijd en datum uit door op de schuifregelaar te tikken.
4
Tik op Datum instellen.
5
Veeg naar links of rechts of gebruik de pijltjes om de gewenste datum in te stellen.
6
Tik op OK.
De tijd handmatig instellen
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datum en tijd.
3
Schakel de functie tikken.
4
Tik op
5
Selecteer de betreffende waarden voor uur en minuut.
6
Tik op OK.
Startscherm
Tijd instellen
Automatische tijd en datum
.
.
op .
uit door op de schuifregelaar te
De tijdzone instellen
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datum en tijd.
3
Schakel de functie
4
Tik op Tijdzone selecteren.
5
Selecteer een optie.
Startscherm
op
.
Automatische tijdzone
uit door op de schuifregelaar te tikken.

De geluidsuitvoer verbeteren

U kunt het geluid van uw apparaat verbeteren door handmatig individuele geluidsinstellingen in te schakelen, zoals de equalizer en surroundgeluid. U kunt de volumebalans inschakelen om volumeverschillen tussen nummers en video's te beperken. U kunt de kwaliteit van gecomprimeerde muziekbestanden verbeteren naar een kwaliteit die hogeresolutiegeluid benadert als u een hoofdtelefoon met kabel gebruikt.
De geluidsuitvoer automatisch verbeteren
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
3
Schakel de functie ClearAudio+ in door op de schuifregelaar te tikken.
.
64
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De geluidsinstellingen handmatig aanpassen
1
Tik in het startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
3
Als ClearAudio+-functie is ingeschakeld, tikt u op de schuifregelaar om deze uit te schakelen.
4
Tik op Geluidseffecten > Equalizer.
5
Versleep de knoppen van de frequentieband als u het geluid handmatig wilt aanpassen. Kies een vooraf ingestelde mogelijkheid door op
te tikken om een
mogelijkheid te kiezen en tik vervolgens ter bevestiging op OK.
Handmatig aanpassen van instellingen voor geluidsuitvoer heeft geen invloed op applicaties voor gesproken communicatie. De geluidskwaliteit van een gesprek verandert bijvoorbeeld niet.
Volumeverschillen beperken met de volumebalans
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
3
Schakel de functie Volumebalans in door op de schuifregelaar te tikken.
.

Meerdere gebruikersaccounts

Uw apparaat ondersteunt meerdere gebruikersaccounts zodat meerdere gebruikers zich afzonderlijk het apparaat kunnen aanmelden en het kunnen gebruiken. Werken met meerdere gebruikersaccounts is handig wanneer u hetzelfde apparaat met anderen deelt of uw apparaat voor een tijdje aan iemand anders uitleent. De gebruiker die het apparaat voor het eerst installeert, wordt de eigenaar van het apparaat. Alleen de eigenaar kan de accounts van andere gebruikers beheren. Naast het account van de eigenaar zijn er twee verschillende soorten accounts:
Regelmatige gebruiker: Dit type account is geschikt voor iemand die uw apparaat regelmatig gebruikt.
Gastgebruiker: Schakel de gastaccountoptie in voor iemand die uw apparaat slechts tijdelijk wil gebruiken.
Sommige functies eigenaar downloads toestaan van andere bronnen dan Google Play™.
zijn alleen beschikbaar voor de eigenaar. Zo kan bijvoorbeeld alleen de
Over het account voor regelmatige gebruikers
Door accounts voor regelmatige gebruikers toe te voegen, kunt u verschillende gebruikers toestaan om eigen startschermen, achtergronden en algemene instellingen te gebruiken. Ze krijgen tevens apart toegang tot toepassingen en geheugenopslag voor bestanden zoals muziek en foto's. U kunt maximaal zeven accounts voor regelmatige gebruikers aan het apparaat toevoegen.
65
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een account van een regelmatige gebruiker toevoegen
1
Meld u aan als de eigenaar, dit is de gebruiker die het apparaat de eerste keer heeft ingesteld.
2
Tik in het startscherm op .
3
Tik op Instellingen > Gebruikers > Gebruiker toevoegen.
4
Tik op OK. Het nieuwe account wordt gemaakt.
5
Kies uit de volgende opties:
1
Tik op NU INSTELLEN om nu een nieuwe gebruiker te maken. Het scherm wordt vergrendeld en het pictogram van de nieuwe gebruiker verschijnt rechtsboven in de hoek.
2
Tik op NIET NU om later een nieuwe gebruiker te maken. Als de nieuwe gebruiker klaar is, kiest deze Gebruikers onder Instellingen. Tik op Nieuwe
gebruiker en volg de instructie om de instellingen te voltooien.
6
Ontgrendel het scherm door een veegbeweging omhoog te maken.
7
Volg de instructies op het scherm om het account voor de gebruiker te maken.
U kunt ook een account voor een regelmatige gebruiker toevoegen vanaf de statusbalk op een willekeurig scherm. Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag, tik op het gebruikerspictogram en tik vervolgens op Gebruiker toevoegen.
Een account van een regelmatige gebruiker van uw apparaat verwijderen
1
Zorg ervoor dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik in het
3
Ga naar en tik op Instellingen > Gebruikers.
4
Tik op naast de naam van de gebruiker die uw wilt verwijderen en tik vervolgens
Startscherm
op .
op Gebruiker verwijderen > Verwijderen .
Over het gastaccount
Als iemand uw apparaat alleen tijdelijk wil gebruiken, kunt u voor die gebruiker een gastaccount inschakelen. In de gastmodus start het apparaat op als een nieuw geïnstalleerd systeem met alleen de vooraf geïnstalleerde apps. Nadat de gast klaar is met uw apparaat, kunt u de sessie verwijderen zodat de volgende gast helemaal opnieuw kan beginnen. Het gastaccount is vooraf geïnstalleerd en kan niet worden
verwijderd.
Het gastaccount activeren
1
Zorg ervoor dat u als eigenaar bent ingelogd. Een eigenaar is de gebruiker die het apparaat voor de eerste keer heeft ingesteld.
2
Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag, tik op het gebruikerspictogram.
3
Tik op
Gast toevoegen
De gegevens van de gastsessie wissen
1
Zorg dat u bent ingelogd het gastaccount.
2
Tik in het Startscherm op
3
Ga naar en tik op Instellingen > Gebruikers.
4
Ga naar en tik op Gast verwijderen.
5
Tik op Verwijderen.
Als u bent ingelogd willekeurig scherm. Sleep de statusbalk omlaag, tik op het gebruikerspictogram en tik vervolgens op Gast verwijderen.
.
.
het gastaccount, kunt u de gastsessie wissen via de statusbalk van elk
66
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Schakelen tussen meerdere gebruikersaccounts
Schakelen tussen meerdere gebruikersaccounts
1
Als u de lijst van gebruikers wilt weergeven, sleept u de statusbalk omlaag en tikt u op .
2
Kies het gebruikersaccount dat u wilt gebruiken. Het vergrendelingsscherm van dat gebruikersaccount wordt weergegeven.
Als u naar het gastaccount schakelt, tikt u op Opnieuw als u de vorige sessie wilt wissen of op Ja, doorgaan om door te gaan met de vorige sessie.
Instellingen voor meerdere gebruikersaccounts
Er zijn drie verschillende soorten instellingen op apparaten met meerdere gebruikers:
Instellingen die iedere gebruiker kan veranderen en van invloed zijn op alle gebruikers. Voorbeelden zijn taal, Wi-Fi, Vliegmodus, NFC en Bluetooth®.
Instellingen die alleen van invloed zijn op een individueel gebruikersaccount. Voorbeelden zijn automatisch synchroniseren van data, schermvergrendeling, verschillende accounts
toegevoegd en achtergrond.
Instellingen die alleen zichtbaar zijn voor de eigenaar en van invloed zijn op alle gebruikers, bijvoorbeeld VPN-instellingen.
67
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Tekst typen

Virtuele toetsenborden

Op uw apparaat bevinden zich drie vooraf geïnstalleerde methoden voor tekstinvoer.
De standaardmethoden voor tekstinvoer zijn mogelijk afhankelijk van de regionale of taalinstellingen die u gebruikt. Een of meer methoden voor tekstinvoer zijn mogelijk niet in uw regio beschikbaar.
SwiftKey®-toetsenbord
U kunt tekst invoeren via het virtuele toetsenbord door elke letter afzonderlijk in te tikken of u kunt de functie SwiftKey® flow gebruiken en met uw vinger van de ene naar de
andere letter schuiven om woorden te vormen.
1 Teken vóór de cursor verwijderen.
2 Tikken een regelterugloop in te voeren, aangeraakt houden om smileys te openen.
3 Leestekens invoeren.
4 Spatie invoeren.
5 Tikken om een komma in te voeren.
6 Cijfers en symbolen weergeven.
7 Schakelen tussen kleine letters, hoofdletters en alle kapitalen.
Ga naar https://swiftkey.com/ voor meer informatie over SwiftKey®.
Het virtuele toetsenbord weergeven om tekst in te voeren
Tik op een tekstinvoerveld.
Het virtuele toetsenbord in de liggende stand gebruiken
Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, draait u het apparaat in de liggende stand.
Het kan nodig stand in te schakelen.
zijn om de instellingen sommige applicaties aan te passen om de liggende
Schakelen tussen verschillende opties van het virtuele toetsenbord
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Talen en invoer > Virtueel toetsenbord.
3
Tik op Toetsenborden beheren en vervolgens op de schuifregelaar om het toetsenbord in of uit te schakelen.
68
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Tekst teken voor teken invoeren
1
Als u een teken wilt invoeren dat zichtbaar is op het toetsenbord, tikt u op dit teken.
2
Als u een tekenvariant wilt invoeren, raakt u een regulier teken op het toetsenbord aan en houdt u dit vast om een lijst met beschikbare opties weer te geven. Selecteer vervolgens een optie in de lijst. Als u bijvoorbeeld 'é' wilt invoeren, raakt u 'e' aan en houd u het ingedrukt tot andere opties worden weergegeven. Sleep terwijl u uw vinger op het toetsenbord houdt, naar 'é' en selecteer deze optie.
Een punt invoeren
Tik tweemaal op de spatiebalk wanneer u klaar bent met het invoeren van een woord.
Tekst invoeren met de functie Gebaren
1
Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, veeg dan met uw vinger van letter naar letter om het woord te traceren dat u wilt schrijven.
2
Als u een woord hebt ingevoerd, tilt u uw vinger op. Uw apparaat stelt een woord voor op basis van de letters waar u langs hebt geveegd.
3
Als u het woord dat u wilt niet verschijnt, tikt u op gewenste optie niet verschijnt, verwijder dan het hele woord en veeg het opnieuw of voer het woord in door op alle letters apart te tikken.
voor meer opties. Als de

Tekst bewerken

U kunt tekst selecteren, knippen, kopiëren en plakken terwijl u schrijft. Dubbeltik op de geschreven tekst en op de applicatiebalk verschijnen bewerkingsopties.
Applicatiebalk
De volgende handelingen zijn beschikbaar voor de geselecteerde tekst:
Kopiëren
Plakken
Delen
Alles selecteren
Helpen
De optie Plakken wordt alleen weergegeven als er tekst is opgeslagen op het klembord.
Tekst selecteren
1
Dubbeltik op een woord om het te markeren.
2
U kunt de tabbladen aan weerszijden van het gemarkeerde woord verslepen om meer tekst te selecteren.
Tekst bewerken
1
Dubbeltik op een woord om de applicatiebalk weer te geven.
2
Selecteer de tekst die u wilt bewerken en gebruik vervolgens de applicatiebalk om de gewenste wijzigingen aan te brengen.
Het vergrootglas gebruiken
Wanneer u tekst invoert, tikt u op het tekstveld en houdt u dit vast om de tekst vergroot weer te geven en de cursor te plaatsen op de gewenste plaats binnen het tekstveld.
69
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Bellen

Bellen

Overzicht van bellen
U kunt bellen door zelf het telefoonnummer in te voeren of met de functie Smart Dial om snel nummers in de contactlijst en gesprekkenlijsten te vinden. Voer gewoon een deel van een telefoonnummer of naam in en kies een optie uit de lijst met suggesties. Als u een video-oproep wilt voeren, kunt u de videochat-applicatie Duo™ op het apparaat gebruiken.
1 Terug naar gesprekkenlijst
2 Verwijderen
3 Toetsenblok
4 Oproepknop
Het toetsenblok openen
1
Tik in het
2
Tik vervolgens op .
3
Als het toetsenblok niet wordt weergegeven, tikt u op
Een telefoonnummer bellen
1
Tik in het
2
Tik vervolgens op .
3
Als de gesprekkenlijst verschijnt, tikt u op om het toetsenblok te openen.
4
Voer het telefoonnummer in en tik op
5
Selecteer een SIM-kaart in het dialoogvenster voor het selecteren van een account.
Tik op
Bellen met smart dial
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op .
3
Als de gesprekkenlijst verschijnt, tikt u op om het toetsenblok te openen.
4
Gebruik het toetsenblok om letters of nummers in te voeren die horen het contact dat u wilt bellen. elke letter of elk nummer dat u invoert, wordt een lijst met mogelijkheden weergegeven.
5
Tik op het contact dat u wilt bellen.
6
Selecteer een SIM-kaart.
Startscherm
Startscherm
om een nummer te verwijderen dat per ongeluk is ingevoerd.
op .
.
op .
.
70
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een internationaal gesprek voeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op . De gesprekkenlijst wordt weergegeven.
3
Tik op om het toetsenblok te openen.
4
Houd 0 aangeraakt totdat een '+' wordt weergegeven.
5
Voer de landcode, het netnummer zonder de eerste nul en het telefoonnummer in. Tik vervolgens op .
6
Selecteer een SIM-kaart in het dialoogvenster voor het selecteren van een account.
Een telefoonnummer voor direct bellen aan het startscherm toevoegen
1
Raak een leeg gebied in het Startscherm aan en houd dit even vast tot het apparaat trilt en het instelmenu wordt weergegeven.
2
Tik in het instelmenu op Widgets > Snelkoppelingen.
3
Blader door de lijst met applicaties en selecteer Direct bellen.
4
Selecteer het contact en het nummer dat u voor direct bellen wilt gebruiken.
Uw telefoonnummer weergeven of verbergen
U kunt kiezen of u uw telefoonnummer wilt weergegeven of verbergen op het apparaat van ontvangers wanneer u ze belt.
Uw telefoonnummer weergeven of verbergen tijdens uitgaande gesprekken
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Aanvullende instellingen > Beller-id en kies een optie.
Startscherm
op
.
Deze optie wordt wellicht niet door elke provider aangeboden.

Oproepen ontvangen

Als u een binnenkomende oproep ontvangt terwijl het apparaat in de slaapstand staat of als het scherm is vergrendeld, opent de telefoonapplicatie op volledig scherm met een SIM-pictogram dat aangeeft aan welke SIM-kaart de oproep is gericht. Als u een binnenkomende oproep ontvangt terwijl het scherm actief is, wordt de binnenkomende oproep weergegeven als een zwevende melding, dat wil zeggen in een verkleind venster dat over de inhoud van het scherm zweeft, met SIM1 of SIM2 om aan te geven aan welke SIM-kaart de oproep is gericht. Als zo'n melding binnenkomt, kunt u kiezen om de oproep te beantwoorden en het applicatiescherm voor de telefoon openen, of u kunt de oproep afwijzen en op het huidige scherm blijven.
Een gesprek beantwoorden wanneer het scherm inactief is
Sleep
Een inkomend gesprek beantwoorden wanneer het scherm actief is
Als een gesprek binnenkomt, tikt u in de melding boven in het scherm op ANTWOORD.
In plaats van de oproep te beantwoorden, kunt u naar het hoofdscherm van de telefoonapplicatie gaan door op de melding te tikken. Op deze manier krijgt u meer opties voor het afhandelen van het gesprek. U kunt bijvoorbeeld het gesprek weigeren met een bericht.
naar rechts als een gesprek binnenkomt.
Een oproep beantwoorden als het scherm inactief is
Sleep zodra een oproep binnenkomt naar links.
71
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een oproep beantwoorden als het scherm inactief is
Als een gesprek binnenkomt, tikt u in de melding boven in het scherm op AFWIJZEN.
In plaats van de oproep te weigeren, kunt u naar het hoofdscherm van de telefoonapplicatie gaan door op de melding te tikken. Via deze methode krijgt u meer opties om de oproep te beheren. U kunt bijvoorbeeld het gesprek weigeren met een bericht.
De beltoon voor een inkomende oproep dempen
Druk op de volumetoets als u een oproep ontvangt.
Een oproep weigeren met een SMS-bericht
Wanneer u een gesprek weigert met een SMS-bericht, wordt het bericht automatisch naar de beller gestuurd en opgeslagen in de berichtenconversatie met het betreffende contact.
U kunt kiezen uit een aantal vooraf gedefinieerde berichten die op uw apparaat beschikbaar zijn, of u kunt een nieuw bericht maken. U kunt ook uw eigen persoonlijke berichten maken door de voorgedefinieerde berichten te bewerken.
Een oproep weigeren met een sms'je als het scherm inactief is
1
Tik op Antwoordopties als een oproep binnenkomt.
2
Selecteer een vooraf gedefinieerd bericht of tik op
Nieuw bericht schrijven
Een oproep weigeren met een sms'je als het scherm actief is
1
Tik op
Antwoordopties
2
Selecteer een vooraf gedefinieerd bericht of tik op Nieuw bericht schrijven.
als een oproep binnenkomt.
.
Een tweede gesprek weigeren met een sms'je
1
Tik op Antwoordopties wanneer u een herhaalde pieptoon hoort tijdens een gesprek.
2
Selecteer een vooraf gedefinieerd bericht of tik op Nieuw bericht schrijven.
Het SMS-bericht bewerken dat wordt gebruikt om een gesprek te weigeren
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op
Instellingen
.
>
Oproep
, kies een SIM-kaart en tik vervolgens op
Gesprek weigeren met bericht.
3
Tik op het bericht dat u wilt bewerken en breng de benodigde wijzigingen aan.
4
Tik op OK.
72
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Lopende gesprekken

1 Een gesprek beëindigen
2 Een tweede gesprek tot stand brengen
3 Huidig gesprek in de wacht zetten of een gesprek uit de wacht halen
4 Voer tijdens een gesprek DTMF-cijfers in.
5 De microfoon dempen tijdens een gesprek
6 Luidspreker tijdens een gesprek inschakelen
Het volume aanpassen tijdens een gesprek
Beweeg de volumetoets omhoog of omlaag.
De gesprekkenlijst gebruiken
In de gesprekkenlijst vindt u gemiste oproepen met of wat aangeeft voor welke SIM-kaart de oproep is bedoeld, en tevens ontvangen oproepen en gekozen oproepen
De gesprekkenlijst openen
1
Tik in het
2
Tik vervolgens op .
Uw gemiste gesprekken weergeven
1
Als u een gemiste gesprek hebt, wordt in de statusbalk weergegeven. sleep de statusbalk omlaag.
2
Tik op Gemiste oproep.
Een nummer uit uw gesprekkenlijst bellen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op . De gesprekkenlijst wordt weergegeven.
3
Als u een nummer direct vanuit de gesprekkenlijst wilt bellen, tikt u op nummer en selecteert u een SIM-kaart. Als u een nummer wilt bewerken voordat u het belt, raakt u het gewenste nummer aan, houdt u het vast en tikt u op Nummer bewerken vóór bellen.
.
Startscherm
op
.
.
naast het
73
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een nummer uit de gesprekkenlijst aan uw contacten toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op .
3
Tik op een nummer in de gesprekkenlijst en selecteer Create new contact of Toevoegen aan een contact.
4
Bewerk de contactgegevens en tik op Opslaan.
Opties van de gesprekkenlijst weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op .
3
Tik op .
De algemene gespreksinstellingen zijn ook toegankelijk via bovenstaande stappen.
.

Gesprekken doorschakelen

U kunt gesprekken doorsturen naar een andere ontvanger, zoals een ander telefoonnummer, een ander apparaat of een antwoordservice. U kunt ook gesprekken die op simkaart 1 binnenkomen, doorsturen naar simkaart 2 wanneer simkaart 1 niet bereikbaar is, en omgekeerd. Dit is de bereikbaarheidsfunctie voor dubbele simkaart. U moet deze functie handmatig inschakelen.
Oproepen doorschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op
3
Een SIM-kaart selecteren.
4
Tik op
Gesprekken doorverbinden
5
Voer het nummer in waarnaar u de oproepen wilt doorschakelen en tik vervolgens op
Inschakelen
Instellingen
.
.
>
Oproep
>
Spraak
.
en selecteer een optie.
Gesprekken doorschakelen uitschakelen
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Gesprekken doorverbinden > Spraak.
5
Selecteer een optie en tik vervolgens op
Startscherm
op
.
.
Uit
Bereikbaarheidsfunctie voor dubbele SIM inschakelen
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > SIM-kaarten > Bereikbaarheid dubbele SIM.
3
Tik onder
Startscherm
Bereikbaarheid dubbele SIM
op .
op de schuifregelaar om de functie in te
schakelen.
4
Volg de instructies op het scherm om de procedure te voltooien.
Als de bereikbaarheidsfunctie voor dubbele SIM niet werkt nadat u deze hebt ingeschakeld, moet u controleren of u de telefoonnummers voor elke SIM-kaart goed hebt ingevoerd. In sommige gevallen worden de nummers tijdens de installatie automatisch gevonden. Anders wordt u gevraagd om ze handmatig in te voeren.

Oproepen beperken

U kunt alle categorieën of slechts bepaalde categorieën van inkomende en uitgaande gesprekken blokkeren. Als u een PIN2-code hebt ontvangen van uw serviceprovider, kunt u een lijst met vaste nummers gebruiken om uitgaande gesprekken te beperken. Als u een abonnement met een voicemailservice hebt, kunt u alle inkomende gesprekken van een bepaald contact rechtstreeks doorsturen naar de voicemail.
FDN wordt niet ondersteund door alle netwerkproviders. Neem contact op met uw netwerkprovider om te controleren of uw SIM-kaart of netwerkservice FDN ondersteunt.
74
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Oproepen en berichten van een bepaald nummer blokkeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op > Instellingen > Nummers blokkeren > Een nummer toevoegen.
3
Voer het nummer in waarvan u oproepen en sms'jes wilt blokkeren en tik op
BLOKKEREN.
Vaste belservice in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Een SIM-kaart selecteren.
4
Tik op Vaste nummers.
5
Selecteer Vaste nummers activeren als u de vaste belservice wilt inschakelen. Selecteer Vaste nummers deactiveren als u de vaste belservice wilt uitschakelen.
6
Voer uw PIN2-code in en tik op OK.
De lijst met geaccepteerde ontvangers voor gesprekken openen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Vaste nummers > Vaste nummers.
.
De PIN2-code van de SIM-kaart wijzigen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op
Vaste nummers
5
Voer de oude PIN2-code van de SIM-kaart in en tik op OK.
6
Voer de nieuwe PIN2-code van de SIM-kaart in en tik op OK.
7
Bevestig de nieuwe PIN2-code en tik op OK.
Instellingen
.
>
Oproep
>
PIN2-code wijzigen
.
.
Inkomende oproepen van een bepaald contact rechtstreeks naar voicemail doorschakelen
1
Tik in het
2
Tik op .
3
Selecteer het gewenste contact.
4
Tik op
5
Markeer het selectievakje naast
6
Tik op Opslaan.
Startscherm
> .
op .
Alle oproepen naar voicemail
.

Meerdere oproepe

Als u de wisselgespreksfunctie hebt geactiveerd, kunt u meerdere oproepen tegelijk verwerken. Als u de functie hebt geactiveerd, klinkt er een pieptoon wanneer u nog een oproep ontvangt.
Mobiele data netwerken werken als u verbonden bent met een Wi-Fi-netwerk.
Wisselgesprek activeren of deactiveren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Aanvullende instellingen.
5
Als u wisselgesprek wilt activeren of deactiveren, tikt u op Wisselgesprek.
zijn niet beschikbaar tijdens oproepen. Applicaties als e-mail, internet en sociaal
Een tweede gesprek beantwoorden en het actieve gesprek in de wacht plaatsen
1
Als u tijdens een gesprek herhaalde pieptonen hoort, sleept u naar rechts.
2
Tik op Oproep in wacht zetten.
75
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een tweede gesprek weigeren
Als u tijdens een gesprek herhaalde pieptonen hoort, sleept u naar links.
Een tweede gesprek tot stand brengen
1
Tik tijdens een gesprek op . De gesprekkenlijst wordt weergegeven.
2
Tik op
3
Voer het nummer van de ontvanger in en tik op wacht geplaatst.
Schakelen tussen meerdere gesprekken
Als u naar het volgende gesprek wilt schakelen en het huidige gesprek in de wacht wilt zetten, tikt u op In de wacht.
om het toetsenblok te openen.
. Het eerste gesprek wordt in de

Telefonische vergaderingen

Met telefonische vergaderingen of gesprekken met meerdere partijen kunt u gelijktijdig spreken met twee of meer personen.
Neem contact op met uw netwerkprovider voor informatie over het aantal deelnemers dat u aan een telefonische vergadering kunt toevoegen.
Een telefonische vergadering tot stand brengen
1
Tik tijdens een gesprek op . De gesprekkenlijst wordt weergegeven.
2
Tik op
3
Kies het nummer van de tweede deelnemer en tik op wordt tijdelijk in de wacht gezet.
4
Tik op om de tweede deelnemer aan het gesprek toe te voegen en de telefonische vergadering te starten.
5
Herhaal de relevante hierboven beschreven stappen om meer deelnemers toe te voegen aan het gesprek.
om het toetsenblok weer te geven.
. De eerste deelnemer
Een privégesprek voeren met een deelnemer aan een telefonische vergadering
1
Tik tijdens een telefonische vergadering op Vergadering beheren.
2
Tik op de afzonderlijke knop van de deelnemer voor een privégesprek.
3
Als u het privégesprek wilt beëindigen en wilt terugkeren naar de telefonische vergadering, tikt u op .
Een deelnemer vrijgeven vanuit een telefonische vergadering
1
Tik tijdens een telefonische vergadering op
2
Tik op naast de deelnemer die u wilt vrijgeven.
Een telefonische vergadering beëindigen
Tik tijdens de telefonische vergadering op .
Vergadering beheren
.

Voicemail

Als in uw abonnement een voicemailservice is opgenomen, kunnen bellers een voicemailbericht achterlaten als u een binnenkomend gesprek niet kunt beantwoorden. Het nummer van uw voicemailservice is gewoonlijk op uw SIM-kaart opgeslagen. Als dat niet het geval is, kunt u het nummer opvragen uw netwerkoperator en het vervolgens handmatig invoeren.
Uw voicemailnummer invoeren
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Voicemail > Instellingen voor voicemail > Voicemailnummer.
5
Voer uw voicemailnummer in.
6
Tik op OK.
.
76
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De voicemailservice bellen
1
Open het toetsenblok.
2
Houd 1 aangeraakt en selecteer vervolgens een SIM-kaart.
De eerste keer dat u het voicemailnummer belt, geeft de voicemailsysteem van de netwerkaanbieder meestal aanwijzingen om uw voicemail in te stellen. U wordt bijvoorbeeld gevraagd een begroeting op te nemen en een wachtwoord in te stellen.

Noodoproepen

Uw apparaat ondersteunt internationale alarmnummers, bijvoorbeeld 112 of 911. Dit houdt in dat u deze nummers normaal vanuit elk land kunt bellen om een noodoproep te doen, met of zonder SIM-kaart in het toestel, zolang u zich binnen het bereik van een netwerk bevindt.
Een noodoproep plaatsen
1
Open het toetsenblok.
2
Voer het noodnummer in en tik op
U kunt ook noodnummers bellen als er geen SIM-kaart in de telefoon zit of als alle uitgaande gesprekken zijn geblokkeerd.
Een noodnummer bellen terwijl de SIM-kaart is vergrendeld
1
Tik op NOOD.
2
Voer het noodnummer in en tik op .
.
Een noodnummer bellen terwijl het scherm is vergrendeld
1
Als het actieve schermvergrendelingstype
Schuiven
is, veegt u omhoog en tikt u op en vervolgens op om het toetsenblok te openen. Voer het noodnummer in en tik op .
2
Als uw scherm is vergrendeld met een patroon, PIN of wachtwoord, veegt u omhoog en tikt u op
NOOD
. Voer het noodnummer in en tik op .
77
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Contacten

Contacten zoeken en weergeven

1 Contacten zoeken
2 Medische contactinformatie en noodhulpnummers bewerken en weergeven.
3 Meer opties weergeven
4 Tabbladen Favorieten en Alle contacten
5 Contactgegevens weergeven
6 De schuifregelaar gebruiken om direct naar contacten gaan die beginnen met de geselecteerde letter
7 Contact toevoegen
Een contact zoeken
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op
Contacten vinden. De lijst met resultaten wordt gefilterd zodra u een teken invoert.
De contacten selecteren voor weergave in de applicatie Contacten
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Druk op en tik vervolgens op
3
Selecteer de gewenste opties in de lijst die wordt weergegeven. Als u uw contacten met een synchronisatieaccount hebt gesynchroniseerd, wordt dit account in de lijst weergegeven.
4
Tik op schakel de selectievakjes naar wens in of uit om de lijst met opties verder uit te breiden.
5
Als u klaar bent, tikt u op OK.
en geef een telefoonnummer, naam of andere informatie op in het veld
.
Groepen selecteren
Groepen/accounts selecteren
, selecteer de bijbehorende vervolgkeuzelijst en

Contacten toevoegen en bewerken

U kunt contacten op het apparaat toevoegen, bewerken of verwijderen en vanaf gesynchroniseerde accounts. Voeg afbeeldingen van contacten toe of stel aparte beltonen in om contacten te personaliseren. U kunt ook contactgegevens over uzelf bewerken.
78
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een contact toevoegen
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op .
3
Als u uw contacten hebt gesynchroniseerd met één of meerdere accounts en u voor het eerst een contact toevoegt, moet u het account selecteren waaraan u dit contact wilt toevoegen. U kunt ook op Phone contact tikken als u het contact alleen op uw apparaat wilt gebruiken en opslaan.
4
Voer de gewenste gegevens voor het contact in of selecteer deze.
5
Als u klaar bent, tikt u op Opslaan.
Als u eenmaal een contact in een account hebt opgeslagen, wordt dat account als standaardaccount weergegeven wanneer u opnieuw een contact toevoegt. Als u het account voor een opgeslagen contact wilt wijzigen, moet u het contact opnieuw aanmaken en opslaan in het gewenste account.
Als u een plusteken en de landcode toevoegt voor het telefoonnummer van een contact, hoeft u het nummer niet opnieuw te bewerken wanneer u vanuit een ander land belt.
Een contact bewerken
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op .
3
Bewerk de gewenste informatie.
4
Als u klaar bent, tikt u op Opslaan.
sommige synchronisatieservices kunt u geen contactgegevens bewerken.
en tik vervolgens op .
Een afbeelding aan een contact toevoegen
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op .
3
Tik op , selecteer een methode om de contactafbeelding toe te voegen en breng de gewenste bewerkingen aan.
4
Wanneer u de afbeelding hebt toegevoegd, tikt u op Opslaan.
U kunt ook een afbeelding aan een contact toevoegen vanuit de applicatie afbeelding wilt toevoegen die is opgeslagen in een onlineaccount, moet u de afbeelding eerst downloaden.
Album . Als u een
De ringtone van een contact personaliseren
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op
3
Tik op
4
Selecteer een optie uit de lijst of tik op om een muziekbestand te selecteren dat
> Ringtone instellen.
.
op uw apparaat is opgeslagen. Tik vervolgens op GEREED.
5
Tik op
Opslaan
.
Alle oproepen van een contact naar voicemail sturen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op .
3
Tik op
4
Als u klaar bent, tikt u op Opslaan.
en schakel het selectievakje Alle oproepen naar voicemail in.
en tik vervolgens op .
Een telefoonnummer blokkeren
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op en vervolgens op Geblokkeerde nummers.
3
Tik op NUMMER TOEVOEGEN en voer het telefoonnummer in waarvoor u
en vervolgens op .
oproepen en sms-berichten wilt blokkeren.
4
Tik op BLOKKEREN.
79
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Contacten verwijderen
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Raak het contact dat u wilt verwijderen aan en houd het even vast.
3
Schakel de selectievakjes in naast de contacten die u wilt verwijderen als u contacten wilt verwijderen.
4
Tik op en vervolgens op Contact verwijderen.
5
Tik op VERWIJDEREN om te bevestigen.
Contactgegevens over uzelf bewerken
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op IK en vervolgens op .
3
Voer de nieuwe gegevens in of breng de gewenste wijzigingen aan.
4
Als u klaar bent, tikt u op Opslaan.
en vervolgens op .
Een nieuw contact maken op basis van een sms-bericht
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op het pictogram naast het telefoonnummer en tik op Opslaan.
3
Selecteer een bestaand contact of tik op Nieuw contact maken.
4
Bewerk de contactgegevens en tik op Opslaan.
en tik vervolgens op .

Contacten overbrengen

Er zijn verschillende manieren om contacten naar uw nieuwe apparaat over te brengen. U kunt contacten synchroniseren met een onlineaccount of rechtstreeks importeren vanaf een ander apparaat.
Als u de contacten op uw oude apparaat synchroniseert met een onlineaccount, bijvoorbeeld Google Sync™ of Microsoft® Exchange ActiveSync®, kunt u uw contacten
overbrengen naar uw nieuwe apparaat met behulp van dat account.
U kunt contacten kopiëren naar een geheugenkaart, Bluetooth®-technologie gebruiken of contacten opslaan op een SIM-kaart. Voor meer specifieke informatie over het overbrengen van de contacten vanaf uw oude apparaat, raadpleegt u de desbetreffende gebruikershandleiding.
Meer informatie over het kiezen van een overdrachtmethode vindt u op
www.sonymobile.com/support/
.
De contacten op uw nieuwe apparaat synchroniseren met een synchronisatieaccount
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op en tik vervolgens op
3
Selecteer het account waarmee u uw contacten wilt synchroniseren en tik vervolgens op
U moet hiermee kunt synchroniseren.
het desbetreffende synchronisatieaccount zijn aangemeld voordat u uw contacten
>
Nu synchroniseren
Accounts beheren
.
.
Contacten importeren vanaf een SIM-kaart
het overbrengen van contacten naar of vanaf een SIM-kaart, kunnen sommige contacten op
de doellocatie worden gedupliceerd. Zie op pagina 83 voor meer informatie over het oplossen van dit probleem.
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op en vervolgens op Importeren/exporteren.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.
5
Selecteer contacten om te importeren. Als u een individueel contact wilt importeren, tikt u op dit contact. Als u alle contacten wilt importeren, tikt u op
Dubbele items in de applicatie Contacten vermijden
en
vervolgens op Import all.
80
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Contacten importeren vanaf een geheugenkaart
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Druk op en tik vervolgens op Importeren/exporteren > Importeren van SD-kaart of intern geheugen (.vcf-bestand).
3
Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.
4
Tik op SD card.
5
Selecteer de bestanden die u wilt importeren door erop te tikken.
Contacten importeren met Bluetooth®-technologie
1
Zorg ervoor dat de Bluetooth®-functie is ingeschakeld en uw apparaat op zichtbaar is ingesteld.
2
Wanneer u op de hoogte wordt gebracht van een binnenkomend bestand op uw apparaat, sleept u de statusbalk omlaag en tikt u op de melding om de bestandsoverdracht te accepteren.
3
Tik op Accepteren om de bestandsoverdracht te starten.
4
Sleep de statusbalk omlaag. Wanneer het overbrengen gereed is, tikt u op de melding.
5
Tik op het ontvangen bestand en selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.

Een back-up maken van contacten

U kunt het interne gehuegen, een geheugenkaart of een SIM-kaart gebruiken om een back-up te maken van contacten.
Alle contacten exporteren naar het interne geheugen
1
Tik in het
2
Druk op en tik vervolgens op Importeren/exporteren > Exporteren naar SD­kaart of intern geheugen (.vcf-bestand)
3
Tik op > Interne opslag weergeven.
4
Tik op en vervolgens op het modelnummer van uw apparaat naast .
5
Selecteer een bestemmingsmap of tik op Opslaan.
Alle contacten exporteren naar een geheugenkaart
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Druk op en tik vervolgens op
kaart of intern geheugen (.vcf-bestand).
3
Tik op >
4
Tik op Opslaan.
Contacten naar een SIM-kaart exporteren
Wanneer u contacten naar de SIM-kaart exporteert, wordt geëxporteerd. Dit heeft te maken met geheugenbeperkingen op SIM-kaarten.
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op > Importeren/exporteren.
3
Een SIM-kaart selecteren.
4
Tik op OK.
Startscherm
SD card
.
en vervolgens op .
op
Importeren/exporteren
en tik vervolgens op .
.
>
Exporteren naar SD-
mogelijk niet alle informatie

Medische en noodhulpgegevens toevoegen

In de applicatie Contacten kunt u noodhulpinformatie toevoegen en bewerken. U kunt medische details invoeren, zoals allergieën en medicijnen die u gebruikt, alsmede informatie over familie en vrienden met wie contact kan worden opgenomen in geval van nood. Na het instellen zijn de noodhulpgegevens bereikbaar vanaf het beveiligingsscherm. Dat betekent dat zelfs als het scherm vergrendeld is, bijvoorbeeld met een PIN-code, patroon of wachtwoord, noodhulppersoneel nog steeds uw noodhulpgegevens kunnen zien.
81
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
1 Terugkeren naar het hoofdscherm van Contacten
2 Meer opties weergeven
3 Tabblad voor medische en persoonlijke gegevens en contacten voor noodgevallen
4 Medische en persoonlijke gegevens
Uw medische gegevens invoeren
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op .
3
Bewerk de gewenste informatie.
en tik vervolgens op .
Een nieuw contact voor noodgevallen toevoegen
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op en vervolgens op
3
Tik op het contact dat u wilt gebruiken als een contact voor noodgevallen.
Het contact voor noodgevallen moet minimaal één telefoonnummer hebben dat door medische hulpverleners kan worden gebeld. Als uw apparaat door middel van schermvergrendeling is vergrendeld, kunnen medische hulpverleners alleen het telefoonnummer van het contact voor noodgevallen zien, ook als er ook andere informatie in de applicatie Contacten is ingevoerd.
CONTACTS
>
Contact toevoegen
.

Favorieten

Contacten die u als favorieten aanmerkt, verschijnen onder het tabblad Favorieten in de applicatie Contacten samen met uw meest gebelde contacten of 'topcontacten'. Zo krijgt u sneller toegang tot deze contacten.
Een contact als favoriet toevoegen of verwijderen
1
Tik in het
2
Tik op het contact dat u wilt toevoegen aan of verwijderen uit uw favorieten.
3
Tik op
Startscherm
.
en tik vervolgens op .
op
Uw favoriete contacten weergeven
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op Favorieten.

Contactinformatie verzenden

Uw visitekaartje verzenden
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op IK.
3
Tik op en vervolgens op Share.
4
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het scherm.
82
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een contact verzenden
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op het contact waarvan u de details wilt verzenden.
3
Tik op en tik vervolgens op Share.
4
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het scherm.
Meerdere contacten tegelijkertijd verzenden
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Raak een contact aan en houd het even vast en schakel vervolgens de selectievakjes naast de contacten die u wilt delen in of uit.
3
Tik op
4
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het scherm.
Alle contacten verzenden
1
Tik in het Startscherm op
2
Druk op en tik vervolgens op Importeren/exporteren > Alle contacten delen om alle contacten te exporteren.
3
Sleep de statusbalk omlaag. Tik op de melding zodra het exporteren is voltooid.
4
Selecteer een beschikbare overdrachtmethode en volg de instructies op het scherm.
en vervolgens op Share.
en vervolgens op .
Dubbele items in de applicatie Contacten vermijden
Als u uw contacten met een nieuw account synchroniseert of op een andere manier contactgegevens importeert, kan dit mogelijk leiden tot dubbele vermeldingen in de applicatie Contacten. Als dit het geval is, kunt u deze duplicaten koppelen tot één vermelding. En als u per ongeluk vermeldingen koppelt, kunt u ze later weer ontkoppelen.
Contacten koppelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik en houd vast op het contact dat u aan een ander contact wilt koppelen.
3
Tik op de selectievakjes naast het contact dat u wilt koppelen.
4
Tik op samengevoegd met het tweede contact en de gekoppelde contacten worden als één contact weergegeven in de contactenlijst.
5
Tik op Linken om te bevestigen.
Gekoppelde contacten scheiden
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het gekoppelde contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op .
3
Tik op en vervolgens op Loskoppelen.
4
Tik op Loskoppelen om te bevestigen.
en vervolgens op
en vervolgens op .
. De informatie van het eerste contact wordt
Linken
83
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Berichten en chat

Berichten lezen en verzenden

De applicatie Berichten geeft uw berichten weer als gesprekken. Dit betekent dat alle berichten naar en van een specifieke persoon zijn gegroepeerd.
Het aantal tekens dat u in één bericht kunt verzenden, is afhankelijk van de aanbieder en de taal die u gebruikt. De maximale grootte van een MMS-bericht, inclusief de toegevoegde mediabestanden, is ook afhankelijk van de aanbieder. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
1 Ga terug naar de lijst met gesprekken
2 De afzender van het bericht bellen
3 Meer opties weergeven
4 Verzonden en ontvangen berichten
5 Een voltooid bericht verzenden
6 Bijlagen toevoegen
Een bericht maken en verzenden
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op .
3
Voer de naam of het telefoonnummer van de ontvanger in en kies vervolgens uit de suggesties die worden weergegeven. Als de ontvanger niet in de contactlijst voorkomt, voert u het nummer van de ontvanger handmatig in.
4
Als u een groepsbericht wilt verzenden, herhaalt u bovenstaande stappen om meer ontvangers toe te voegen.
5
Tik op
Bericht schrijven
6
Als u een bijlage wilt toevoegen, selecteert u de desbetreffende bijlageoptie.
7
Als u het bericht wilt verzenden, tikt u op een van de twee
en voer de tekst van het bericht in.
-knoppen, afhankelijk
van welke SIM-kaart u wilt gebruiken.
Als u een bericht afsluit voordat u het verzendt, wordt het als concept opgeslagen. Het gesprek wordt gelabeld met het woord Concept.
Een ontvangen bericht lezen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op het gewenste gesprek.
3
Als het bericht nog niet is gedownload, tikt u erop.
en tik vervolgens op .
Alle ontvangen berichten worden standaard in het apparaatgeheugen opgeslagen.
84
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een bericht beantwoorden
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op het gesprek met het bericht.
3
Typ uw antwoord en tik op een van de twee -knoppen, afhankelijk van welke SIM-kaart u wilt gebruiken.
Een bericht doorsturen
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op het gesprek met het bericht dat u wilt doorsturen.
3
Raak het bericht aan dat u wilt doorsturen, houd het vast en tik vervolgens op
Bericht doorsturen.
4
Voer de naam of het telefoonnummer van de ontvanger in en kies vervolgens uit de suggesties die worden weergegeven. Als de ontvanger niet in de contactlijst voorkomt, voert u het nummer van de ontvanger handmatig in.
5
Bewerk zo nodig het bericht en tik op een van de twee van welke SIM-kaart u wilt gebruiken.
Een bestand in een ontvangen bericht opslaan
1
Tik in het Startscherm op
2
Als het bericht nog niet is gedownload, tikt u erop.
3
Raak het bericht dat u wilt opslaan aan en houd het even vast, en selecteer de gewenste optie.
en tik vervolgens op .
-knoppen, afhankelijk

Uw berichten organiseren

Een bericht verwijderen
1
Tik vanaf het Startscherm op
2
Tik op het gesprek dat het bericht bevat dat u wilt verwijderen.
3
Raak het bericht aan dat u wilt verwijderen, houd het vast en tik vervolgens op
Bericht verwijderen
Gesprekken verwijderen
1
Tik in het
2
Tik op en vervolgens op Gesprekken verwijderen.
3
Schakel de selectievakjes in voor de gesprekken die u wilt verwijderen en tik vervolgens op
Een ster toevoegen aan een bericht
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op het gesprek dat u wilt openen.
3
Raak het bericht aan waaraan u een ster wilt toevoegen, houd het even vast en tik vervolgens op Ster toevoegen.
4
Als u een ster wilt verwijderen, raakt u het betreffende bericht aan en houdt u het even vast, en tikt u vervolgens op Ster verwijderen.
Berichten met een ster weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op en tik vervolgens op Berichten met ster.
3
Alle berichten met een ster worden in een lijst weergegeven.
Startscherm
>
VERWIJDEREN
op en tik vervolgens op .
> VERWIJDEREN.
en tik op .
.
en tik vervolgens op .
Berichten zoeken
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op .
3
Voer uw zoekwoorden in. De zoekresultaten worden in een lijst weergegeven.
85
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Bellen vanuit Berichten

De afzender van een bericht bellen
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op een gesprek, tik op en selecteer een SIM-kaart.
Het nummer van een afzender opslaan als contact
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op het pictogram naast het telefoonnummer en tik op Opslaan.
3
Selecteer een bestaand contact of tik op Nieuw contact maken.
4
Bewerk de contactgegevens en tik op Opslaan.

Berichtinstellingen

De meldingsinstellingen van berichten wijzigen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
3
Tik op Meldinggeluid en selecteer een optie om een meldingsgeluid in te stellen of tik op en selecteer een muziekbestand dat op uw apparaat is opgeslagen.
4
Tik op GEREED om uw keuze te bevestigen.
5
Tik op de schuifregelaars om nog meer meldingsinstellingen aan te passen.
Ontvangstbevestigingen voor uitgaande berichten in- of uitschakelen
1
Tik in het
2
Tik op en vervolgens op Instellingen.
3
Tik op de schuifregelaar schakelen.
en vervolgens op Instellingen.
Startscherm
en tik vervolgens op .
op en tik vervolgens op .
Ontvangstbevestiging
om de functie in of uit te
Als ontvangstbevestigingen afgeleverd.
zijn ingeschakeld, verschijnt een vinkje berichten die zijn

Videochat

U kunt de videochat-applicatie Google Duo™ op uw apparaat gebruiken om te chatten met vrienden die de applicatie ook gebruiken op Android™-apparaten en iOS-apparaten.
Ga naar deze applicatie.
De videogesprekfunctie werkt alleen op apparaten met een camera aan de
De applicatie Duo™ gebruiken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Google > Duo.
https://support.google.com/duo/
voor meer informatie over het gebruik van
voorzijde.
86
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

E-mail

E-mail instellen

Gebruik de e-mailapplicatie op uw apparaat voor het versturen en ontvangen van e­mailberichten via uw e-mailaccounts. U kunt een of meerdere e-mailaccounts tegelijkertijd hebben, inclusief zakelijke Microsoft Exchange ActiveSync-accounts.
Een e-mailaccount instellen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op E-mail.
3
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Voor sommige e-mailservices moet u wellicht contact opnemen met uw aanbieder van de e­mailservice voor gedetailleerde instellingen voor het e-mailaccount.
Een extra e-mailaccount toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op E-mail.
3
Tik op
4
Volg de instructies op het scherm. Als de instellingen voor het e-mailaccount niet
en vervolgens op Instellingen > Account toevoegen.
automatisch kunnen worden gedownload, voltooit u de instelling handmatig.
5
Als u klaar bent, tikt u op VOLGENDE.
.

E-mailberichten verzenden en ontvangen

1 Instellingen openen, een lijst weergeven van alle e-mailaccounts en mappen
2 Zoeken naar e-mailberichten
3 Toegang tot overige opties
4 Lijst met e-mailberichten
5 Een e-mailbericht schrijven
Nieuwe e-mailberichten downloaden
Open het postvak IN en veeg naar beneden in de berichtenlijst.
Voordat u probeert om nieuwe e-mailberichten te downloaden, moet u controleren of u een actieve gegevensverbinding hebt. Zie voor meer informatie over het opzetten van gegevensverbindingen
Internet- en MMS-instellingen
op de pagina 47.
87
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uw e-mailberichten lezen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op E-mail.
3
Als u meerdere e-mailaccounts gebruikt, tikt u op en vervolgens op en selecteert u het account dat u wilt controleren. Als u al uw e-mailaccounts tegelijk wilt controleren, tikt u op , vervolgens op en selecteert u Gecombineerd
Postvak IN.
4
Blader omhoog of omlaag in het postvak IN en tik op het e-mailbericht dat u wilt lezen.
Een e-mailbericht maken en verzenden
1
Tik in het Startscherm op
2
Als u meerdere e-mailaccounts gebruikt, tikt u op tenslotte selecteert u het account waarmee u de e-mail wilt verzenden.
3
Tik op vervolgens een of meer ontvangers uit de vervolgkeuzelijst.
4
Voer het onderwerp en de berichttekst van de e-mail in en tik op
Een e-mailbericht beantwoorden
1
Tik in het postvak IN op het bericht waarop u wilt antwoorden en tik vervolgens op
BEANTWOORDEN of ALLEN BEANTWOORDEN.
2
Voer uw antwoord in en tik op .
Een e-mailbericht doorsturen
1
Tik in het postvak IN op het bericht dat u wilt doorsturen en tik vervolgens op
DOORVERBINDEN.
2
Typ de naam of het e-mailadres van de ontvanger en selecteer een of meer ontvangers uit de vervolgkeuzelijst.
3
Voer de tekst van het bericht in en tik vervolgens op .
en typ de naam of het e-mailadres van de ontvanger. Selecteer
en tik vervolgens op E-mail.
, vervolgens op en
Een bijlage voor een e-mailbericht opslaan of weergeven
1
Tik op het e-mailbericht met de bijlage die u wilt weergeven. E-mailberichten met bijlagen worden aangegeven met .
2
Zodra het e-mailbericht wordt geopend, zoekt u de bijlage in de berichttekst van de e-mail en tikt u op Opslaan of WEERGEVEN ernaast.
Het e-mailadres van een afzender opslaan bij uw contacten
1
Tik op een bericht in uw postvak IN.
2
Tik op de naam van de afzender, tik op vervolgens op OK.
3
Selecteer een bestaand contact of tik op
4
Bewerk zonodig de contactgegevens en tik op Opslaan.
Toevoegen aan contacten
Nieuw contact maken
en tik
.

Uw e-mailberichten organiseren

Uw e-mails sorteren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op E-mail.
3
Als u meerdere e-mailaccounts gebruikt, tikt u op , vervolgens op en selecteert u het account dat hoort het postvak IN dat u wilt sorteren. Als u de e-mails in al uw e-mailaccounts tegelijkertijd wilt sorteren, tikt u op op en selecteert u Gecombineerd Postvak IN.
4
Tik op en vervolgens op Sorteren.
5
Selecteer een sorteeroptie.
, vervolgens
88
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
E-mails zoeken
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op E-mail.
2
Als u meerdere e-mailaccounts gebruikt, tikt u op en vervolgens op en selecteert u het account dat u wilt zoeken. Als u in al uw e-mailaccounts tegelijk wilt zoeken, tikt u op , vervolgens op en kiest u Gecombineerd Postvak IN.
3
Tik op .
4
Voer de zoektekst in.
5
Het zoekresultaat wordt weergegeven in een lijst die is gesorteerd op datum. Tik op het e-mailbericht dat u wilt openen.
Alle mappen voor één e-mailaccount weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op , vervolgens op en selecteer het account dat u wilt controleren.
3
Selecteer Alle mappen tonen onder het account dat u wilt controleren.
E-mailberichten verwijderen
1
Tik en houd vast op het bericht dat u wilt verwijderen totdat het apparaat gaat trillen.
2
Schakel de selectievakjes in van de berichten die u wilt verwijderen.
3
Tik op
U kunt ook een bericht naar rechts vegen om het te verwijderen.
Een e-mailbericht naar een andere map verplaatsen
1
Veeg in het postvak IN op het bericht dat u naar links wilt verplaatsen.
2
Tik op Verplaatsen en selecteer een map.
en tik vervolgens op E-mail.

Instellingen e-mailaccount

Een e-mailaccount van uw apparaat verwijderen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
3
Tik op
4
Selecteer het account dat u wilt verwijderen.
5
Tik op Account verwijderen > OK.
De controlefrequentie voor het postvak IN wijzigen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
3
Tik op
4
Selecteer het gewenste account.
5
Tik op Controlefrequentie > Controlefrequentie en selecteer een optie.
Een automatisch antwoord instellen in een Exchange ActiveSync-account
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op E-mail.
2
Tik op en vervolgens op Instellingen.
3
Selecteer het EAS-account (Exchange Active Sync) waarvoor u een automatisch antwoord wilt instellen.
4
Tik op Afwezig.
5
Tik op de schuifregelaar om de functie in te schakelen.
6
Schakel indien nodig het selectievakje Tijdbereik instellen in en stel het tijdsbereik voor het automatische antwoord in.
7
Voer de tekst van uw automatische antwoord in het tekstveld in.
8
Tik op OK ter bevestiging.
.
E-mail
en vervolgens op Instellingen.
.
.
E-mail
en vervolgens op Instellingen.
89
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Gmail™
Als u een Google™-account hebt, kunt u de Gmail™-applicatie gebruiken om e­mailberichten te lezen en te schrijven.
1 Een lijst weergeven van alle Gmail-accounts en -mappen
2 Zoeken naar e-mailberichten
3 Lijst met e-mailberichten
4 E-mailbericht schrijven
Meer informatie over Gmail™
Wanneer de applicatie Gmail is geopend, tikt u op en vervolgens op Help en feedback
.
90
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Muziek en FM-radio

Muziek overdragen naar uw apparaat

Er zijn twee manieren om muziek over te dragen vanaf een computer naar uw apparaat:
U kunt muziekbestanden overdragen tussen uw apparaat en een computer met de
bijgeleverde USB Type-C™-kabel. Wanneer deze is aangesloten, selecteert u Bestanden overzetten op het apparaat en vervolgens kunt u de bestanden kopiëren en plakken of
verslepen met de computer. Zie
Bestanden beheren met een computer
pagina 39.
U kunt de Xperia™ Companion-software gebruiken om uw mediabestanden tussen de computer en uw apparaat over te zetten. Meer informatie en download Xperia™ Companion voor Windows op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion/ of Xperia™ Companion voor Mac op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion-mac/.
De applicatie Muziek ondersteunt mogelijk niet alle soorten muziekbestanden. Download de whitepaper voor uw apparaat via ondersteunde bestandsindelingen en het gebruik van multimediabestanden (audio, foto's, video).
www.sonymobile.com/support/
voor meer informatie over de

Luisteren naar muziek

Gebruik de applicatie Muziek om naar uw favoriete muziek en audioboeken te luisteren.
op de
1 Minimaliseer het volledige scherm van de speler
2 Doorzoek alle nummers die op uw apparaat zijn opgeslagen
3 Geef de huidige afspeelwachtrij weer
4 Bekijk de menuopties
5 Albumafbeeldingen (indien beschikbaar)
6 Voeg een nummer toe of verwijder het als favoriet
7 Verstreken tijd van het huidige nummer
8 Voeg een nummer toe aan een afspeellijst
9 Voortgangsindicator: versleep de indicator of tik langs de lijn om snel vooruit of terug te spoelen
10 Totale tijd (lengte) van het huidige nummer
11 Herhaal alle nummers in de huidige afspeelwachtrij
12 Tik om naar het volgende nummer in de afspeellijst te gaan. Houd vast om vooruit te spoelen binnen het
huidige nummer
13 Speel een nummer af of pauzeer het
14 Tik om naar het vorige nummer in de afspeelwachtrij te gaan; houd aangeraakt om terug te spoelen
binnen het huidige nummer
91
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
15 Shuffle nummers in de huidige afspeelwachtrij
Startscherm Muziek
1
Tik op in de linkerbovenhoek om het menu Muziek te openen
2 Blader omhoog of omlaag om de inhoud te bekijken
3 Speel een nummer af met de applicatie Muziek
4 Alle nummers in willekeurige volgorde afspelen
5 Terugkeren naar het scherm van de muziekspeler
Een nummer afspelen met de applicatie Muziek
1
Tik in het
2
Tik op .
3
Selecteer een muziekcategorie.
4
Tik op een nummer om het af te spelen.
Startscherm
en tik vervolgens op .
op
Mogelijk
rechten beschikt voor het materiaal dat u wilt gebruiken.
kunt u geen auteursrechtelijk beschermde items afspelen. Zorg dat u over de vereiste
Nummergerelateerde informatie online zoeken
Tik op de Album art en vervolgens op Meer informatie als een nummer wordt afgespeeld in de applicatie Muziek.
De online hulpbronnen voor het nummer songteksten en informatie over artiesten op Wikipedia.
zijn onder andere video's op YouTube™,
Muziekgegevens bewerken en album art downloaden
1
Tik vanuit de applicatie Muziek op de Album art en tik vervolgens op
Edit music
info.
2
Bewerk de gegevens naar wens.
3
Tik op en selecteer een optie om album art in te stellen of te downloaden.
4
Als u klaar bent, tikt u op Opslaan.
U kunt in het menu Muziek gedownload.
Instellingen instellen dat album art automatisch wordt
Het audiovolume aanpassen
Druk op de volumetoets omhoog of omlaag.
De applicatie Muziek minimaliseren
Wanneer een nummer wordt afgespeeld, tikt u op om naar het Startscherm te gaan. De applicatie Muziek blijft actief op de achtergrond.
92
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De applicatie Muziek openen wanneer muziek op de achtergrond wordt afgespeeld
Terwijl een nummer op de achtergrond wordt afgespeeld, sleept u de statusbalk omlaag en tikt u op de applicatie Muziek.
Of tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .

Menu Muziek

Het menu Muziek biedt een overzicht van alle nummers op uw apparaat. Hier kunt u uw albums en afspeellijsten beheren.
1 Terug naar startscherm Muziek
2 Geef de huidige afspeelwachtrij weer
3 Bladeren door alle afspeellijsten
4 Bladeren door alle artiesten
5 Bladeren door alle albums
6 Bladeren door alle nummers
7 Bladeren door alle genres
8 Bladeren door alle mappen
9 Het instellingsmenu voor de applicatie Muziek openen
10 Het ondersteuningsmenu voor de applicatie Muziek openen
Het menu Muziek openen
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op
.
Terugkeren naar het startscherm Muziek
Als het menu Muziek is geopend, tikt u op
of op het scherm rechts van het
Start
menu.
Een nummer verwijderen
1
Open het menu Muziek en blader vervolgens naar het nummer dat u wilt
verwijderen.
2
Raak de titel van het nummer aan, houd deze vast en tik op Verwijderen uit opslag in de lijst die verschijnt.
3
Tik op VERWIJDEREN om te bevestigen.
U kunt geen nummer
verwijderen als het wordt afgespeeld.
Afspeellijsten
In het startscherm Muziek kunt u uw eigen afspeellijsten maken op basis van de muziek die op uw apparaat is opgeslagen.
93
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Zelf playlists maken
1
Houd in het startscherm Muziek de naam aangeraakt van het album of nummer dat u aan een playlist wilt toevoegen.
2
Tik in het menu dat wordt geopend op Toevoegen aan playlist > Nieuwe afspeellijst maken.
3
Voer een naam in voor de playlist en tik op OK.
U kunt ook het startschermmenu Muziek openen, op Afspeellijsten tikken en vervolgens op om een nieuwe playlist te maken.
Uw eigen playlists afspelen
1
Open het menu Muziek en tik op Afspeellijsten.
2
Selecteer onder Afspeellijsten de afspeellijst die u wilt openen.
3
Tik op een nummer of op Shuffle alles als u alle nummers wilt afspelen.
Nummers toevoegen aan een playlist
1
Ga vanuit het startscherm Muziek naar het nummer of album dat u wilt toevoegen aan een playlist.
2
Raak de titel van het nummer of album aan en houd deze vast, tik vervolgens op
Toevoegen aan playlist.
3
Tik op de naam van de playlist waaraan u het album of het nummer wilt toevoegen. Het album of het nummer wordt nu aan de playlist toegevoegd.
Een nummer verwijderen uit een afspeellijst
1
Houd in een afspeellijst de titel vast van het nummer dat u wilt verwijderen.
2
Tik op Verwijderen uit afspeellijst.
Een afspeellijst verwijderen
1
Open het menu Muziek en tik op Afspeellijsten.
2
Raak de afspeellijst aan die u wilt verwijderen en houd deze vast.
3
Tik op Verwijderen.
4
Tik op
VERWIJDEREN
Slimme
afspeellijsten kunt u niet verwijderen.
ter bevestiging.

Muziek delen

Een nummer delen
1
Ga vanuit het startscherm Muziek naar het nummer of album dat u wilt delen.
2
Raak de titel van het nummer aan en houd deze vast, tik vervolgens op
3
Selecteer een toepassing in de lijst en volg de instructies op het scherm.
U kunt op deze manier ook albums en
afspeellijsten delen.
Share

Het geluid verbeteren

De geluidskwaliteit verbeteren met de equalizer
1
Open het menu Muziek en tik op Instellingen > Geluidsinstellingen > Geluidseffecten > Equalizer.
2
Versleep de knoppen van de frequentieband als u het geluid handmatig wilt aanpassen. Kies een vooraf ingestelde mogelijkheid door op te tikken om een mogelijkheid te kiezen en tik vervolgens ter bevestiging op OK.
.
94
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De functie Surround-geluid inschakelen
1
Open het menu Muziek en tik op Instellingen > Geluidsinstellingen > Geluidseffecten > Surroundgeluid (VPT).
2
Veeg naar links of rechts om een instelling te selecteren en tik ter bevestiging op OK.

Naar de radio luisteren

De FM-radio in uw apparaat werkt net als elke andere FM-radio. U kunt bijvoorbeeld door FM-radiozenders bladeren, deze beluisteren en zenders opslaan als favorieten. U moet een bedrade headset of hoofdtelefoon op het apparaat aansluiten voordat u de radio kunt gebruiken. Dit is noodzakelijk omdat de headset of hoofdtelefoon als antenne werkt. Als een van deze apparaten is aangesloten, kunt u het geluid eventueel uit de luidspreker laten komen.
1 Lijst met favorieten
2 Aan-uitknop voor radio
3 Geef de menuopties weer
4 Ingestelde frequentie
5 Sla een zender op als favoriet of verwijder deze
6 Afstemknop
7 Frequentieband – sleep naar links of rechts om tussen kanalen te schakelen
8 Ga omhoog over de frequentieband om een zender te zoeken
9 Een opgeslagen favoriete zender
10 Ga omlaag over de frequentieband om een zender te zoeken
Naar de FM-radio luisteren
1
Sluit een headset of een hoofdtelefoon aan op uw apparaat.
2
Tik in het Startscherm op
3
Ga naar en tik op . De beschikbare zenders worden weergegeven terwijl u door
.
de frequentieband bladert.
Wanneer u de FM-radio start, worden de beschikbare zenders automatisch weergegeven. Als een zender RDS-informatie doorgeeft, verschijnt deze enkele seconden nadat u begonnen bent met luisteren naar de zender.
Schakelen tussen radiozenders
Sleep de frequentieband naar links of naar rechts.
U kunt ook op de pijlen aan weerszijden van de frequentieband tikken om naar het volgende duidelijke radiosignaal te springen.
95
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Opnieuw zoeken naar radiozenders
1
Wanneer de radio is geopend, tikt u op .
2
Tik op Kanalen zoeken. De hele frequentieband wordt gescand en alle beschikbare zenders worden gemarkeerd.
Het radiogeluid naar de luidspreker omschakelen
1
Wanneer de radio is geopend, drukt u op .
2
Tik op Via luidspreker afsp..
Druk op en tik op Afsp. op hoofdtelefoon om het geluid terug te schakelen naar de bedrade headset of hoofdtelefoon.

Favoriete radiozenders

Een zender als favoriet opslaan
1
Ga als de radio is geopend naar de zender die u wilt opslaan als favoriet.
2
Tik op
3
Voer een naam in en selecteer een kleur voor de zender. Druk vervolgens op
Opslaan.
Luisteren naar een favoriete radiozender
1
Tik op
2
Selecteer een optie.
.
.
Een zender als favoriet verwijderen
1
Ga als de radio is geopend naar de zender die u wilt verwijderen.
2
Tik op
en vervolgens op VERWIJDEREN.

Geluidsinstellingen voor radio

Wisselen tussen de mono- en stereogeluidsmodus
1
Wanneer de radio is geopend, drukt u op
2
Tik op
Stereogeluid inschakelen
3
Druk op monogeluidsmodus te beluisteren.
De regio van de radio selecteren
1
Wanneer de radio is geopend, drukt u op .
2
Tik op Radioregio instellen.
3
Selecteer een optie.
en tik op Monogeluid afdwingen om de radio weer in
.
.
96
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Camera

Foto's maken en video's opnemen

1 Cameralens aan de voorzijde
2 De opnamemodus selecteren
3 Schakelen tussen de camera aan de voorkant en de hoofdcamera
4 In- of uitzoomen
5 Foto's en video's weergeven
6 Locatie opslaan
7
Sluiterknop – foto's maken of video's opnemen
8 Een stap teruggaan of de camera afsluiten
9 Instellingen voor opnamemodus
10 Flitserinstellingen
Een foto nemen vanaf het vergrendelingsscherm
1
Druk kort op de aan-uitknop om het scherm te activeren.
2
Houd
3
Als de camera is geopend, tikt u op .
ingedrukt en sleep om de camera te activeren.
Een foto maken door op de knop op het scherm te tikken
1
Activeer de camera.
2
Richt de camera op het onderwerp.
3
Tik op de knop
op het scherm. De foto wordt gemaakt zodra u de cameratoets
loslaat.
Een selfie maken met de camera aan de voorzijde
1
Activeer de camera.
2
Tik op .
3
Tik op de cameratoets
op het scherm om de foto te maken.
De flitser voor de fotocamera gebruiken
1
Wanneer de camera is geopend, tikt u op .
2
Selecteer uw gewenste flitserinstelling.
3
Maak de foto.
De zoomfunctie gebruiken
Knijp of spreid uw vingers op het camerascherm als de camera is geopend.
U kunt ook omhoog of omlaag drukken op de volumetoets. Tik op vervolgens op Meer > Volumeknop gebruiken als om deze functie in te schakelen.
97
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
en
Een video opnemen
1
Activeer de camera.
2
Als de videomodus niet is geselecteerd, veegt u over het scherm om te selecteren.
3
Richt de camera op het onderwerp.
4
Tik op om de opname te starten.
5
Tik op om de opname van een video te onderbreken. Tik op om de opname te hervatten.
6
Tik op om de opname te stoppen.
Een foto maken tijdens het opnemen van een video
Tik op
om een foto te maken tijdens het opnemen van een video. De foto wordt
gemaakt zodra u de cameratoets loslaat.
Uw foto's en video's weergeven
1
Schakel de camera in en tik vervolgens op een miniatuurweergave om een foto of video te openen.
2
Veeg naar links of rechts om uw foto's en video's weer te geven.
Een foto of video verwijderen
1
Zoek de foto of de video die u wilt verwijderen.
2
Tik op het scherm om de werkbalk weer te geven.
3 4
Tik op Tik op
.
VERWIJDEREN
ter bevestiging.

Algemene camera-instellingen

Overzicht van opnamemodi
U hebt de keuze uit diverse opnamemodi. Veeg omhoog of omlaag op het camerascherm om tussen de modi te schakelen.
Handmatig
Pas camera-instellingen zoals resolutie, witbalans en ISO-waarde handmatig aan.
Superieur automatisch
Optimaliseer uw instellingen voor elke scène.
Videocamera
Optimaliseer handmatig de video-instellingen voor elke scène.
Automatische gezichtsdetectie
De camera herkent automatisch gezichten en geeft ze aan door middel van een kader. Met een gekleurd kader wordt aangegeven op welk gezicht wordt scherpgesteld. Er wordt scherpgesteld op het gezicht dat zich het dichtste het midden van de camera bevindt. U kunt ook op een van de kaders tikken om te bepalen op welk gezicht moet worden scherpgesteld.
Automatisch vastleggen
Schakel automatisch vastleggen in om automatisch foto's te maken met een van de onderstaande opties.
Lachsluiter
Gebruik Smile Shutter™-technologie om een gezicht te fotograferen, precies op het moment dat de betreffende persoon lacht. De camera herkent maximaal vijf gezichten en een van deze gezichten wordt geselecteerd voor glimlachdetectie en autofocus. Wanneer het geselecteerde gezicht lacht, wordt automatisch een foto gemaakt.
Uit
98
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Wanneer automatisch vastleggen is uitgeschakeld, kunt u foto's maken met de sluiterknop of de cameratoets.
Een foto maken met Smile Shutter™
1
Activeer de camera.
2
Tik op .
3
Tik op Automatische opname > Lachsluiter.
4
Richt de camera op het onderwerp. De camera selecteert het gezicht waarop wordt scherpgesteld.
5
Het geselecteerde gezicht wordt weergegeven in een gekleurd kader en de foto wordt automatisch gemaakt zodra een glimlach wordt gedetecteerd.
6
Druk op de sluiterknop om de foto handmatig te maken als er geen glimlach wordt gedetecteerd.
De geografische locatie van een foto opslaan
Schakel de functie Locatie opslaan in om uw foto's te geotaggen, dat wil zeggen een benadering van de geografische locatie op te slaan van foto's die u maakt. De geografische locatie wordt bepaald met behulp van draadloze netwerken en GPS­technologie.
Wanneer maar is de geografische positie niet gevonden. Wanneer wordt weergegeven, is Locatie opslaan ingeschakeld en is de geografische locatie beschikbaar. U kunt dan een geografische locatie toevoegen aan uw foto. Wanneer geen van deze twee symbolen wordt weergegeven, is Locatie opslaan uitgeschakeld.
wordt weergegeven op het camerascherm, is Locatie opslaan ingeschakeld
Geotags inschakelen
1
Activeer de camera.
2 3
Tik op Tik op
.
en vervolgens op de schuifregelaar naast
Meer
Locatie opslaan
om de
functie in of uit te schakelen.
4
Als u geotags inschakelt, wordt u gevraagd Locatieservices in te schakelen als deze nog niet zijn ingeschakeld. Tik op OK en tik op de schuifregelaar Locatie.
Vastleggen met aanraken
With Vastleggen met aanraken tikt u gewoon ergens op het camerascherm om een foto te maken.
Aan
Alleen camera aan voorzijde
Uit
Aanraken om aan te passen
Raak het scherm aan om een gebied te kiezen waarop moet worden scherpgesteld het maken van foto's.
Alleen scherpstellen
Scherpstellen en helderheid
Deze functie is alleen beschikbaar in de modus Superieur automatisch.
Automatisch voorbeeld van foto weergeven
U kunt een voorbeeld van foto's weergeven vlak nadat ze zijn gemaakt.
Aan
Nadat u een foto hebt gemaakt, verschijnt er gedurende drie seconden rechtsonder in het scherm een voorbeeld van.
99
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Alleen camera aan voorzijde
Nadat u met de camera aan de voorzijde een foto hebt gemaakt, verschijnt er gedurende drie seconden rechtsonder in het scherm een voorbeeld van.
Uit
De foto of video wordt opgeslagen nadat u deze hebt gemaakt en er wordt geen voorbeeld weergegeven.
Volumetoets gebruiken als
U kunt kiezen hoe u de volumetoets wilt gebruiken wanneer u foto's maakt.
Zoomfunctie
Gebruik de volumetoets om in of uit te zoomen.
Volume
Gebruik de volumetoets om het volume van meldingen, ringtones en muziek in te stellen.
Sluiter
Gebruik de volumetoets om foto's te maken.
Geluid
Wanneer u een foto maakt of een video opneemt, hoort u een sluitergeluid. Als u de zelfontspanner gebruikt, hoort u een reeks pieptonen ter indicatie van het aftellen. U kunt deze geluiden in- of uitschakelen.
Gegevensopslag
U kunt uw gegevens opslaan op een verwisselbare SD-kaart of in het interne geheugen van het apparaat.
Internal storage
Foto's en video's worden opgeslagen in het apparaatgeheugen.
SD card
Foto's en video's worden opgeslagen op de SD-kaart.
Rasterlijnen
U kunt rasterlijnen gebruiken als visueel hulpmiddel tijdens het fotograferen om de juiste compositie voor een foto te vinden.
Rasterlijnen uiteindelijke foto zijn ze niet zichtbaar.
worden alleen weergegeven op het camerascherm en tijdens de opname. Op de
Snel starten
Gebruik de instellingen voor snel starten om de camera in te schakelen wanneer het scherm is vergrendeld.
Alleen starten
Nadat u naar binnen hebt gesleept, wordt de hoofdcamera ingeschakeld vanuit de slaapstand.
Starten en vastleggen
Nadat u naar binnen hebt gesleept, wordt de fotocamera ingeschakeld vanuit de slaapstand en wordt er een foto gemaakt.
Starten en video opnemen
Nadat u naar binnen hebt gesleept, wordt de videocamera ingeschakeld vanuit de slaapstand en wordt de opname gestart.
Uit
100
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Loading...