Plaats de batterij met het etiket naar boven en de connectors tegenover elkaar.
2
Maak de batterij-cover vast.
De telefoon aanzetten
De telefoon inschakelen
1
Houd de toets ingedrukt.
2
Voer de PIN-code (Personal Identification Number) van de SIM-kaart in wanneer u
daarom wordt gevraagd en selecteer OK.
3
Selecteer een taal.
4
Volg de weergegeven instructies.
Als u tijdens het invoeren van uw PIN-code een fout wilt corrigeren, drukt u op
.
SIM-kaart
De SIM-kaart (Subscriber Identity Module), die u van uw netwerkoperator hebt ontvangen,
bevat informatie over uw abonnement. Schakel de telefoon altijd uit en koppel de lader en
de batterij los voordat u de SIM-kaart plaatst of verwijdert.
U kunt contacten op de SIM-kaart opslaan voordat u deze uit de telefoon verwijdert.
PIN-code
U hebt mogelijk een PIN-code (Personal Identification Number) nodig om de services en
functies van uw telefoon te activeren. U hebt de PIN-code van uw netwerkoperator
gekregen. Elk cijfer van de PIN-code wordt als een sterretje (*) weergegeven, tenzij het met
de cijfers van een alarmnummer begint, bijvoorbeeld 112 of 911. U kunt alarmnummers
zien en bellen zonder een PIN-code in te voeren.
Als u drie keer achter elkaar de verkeerde PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd.
Zie SIM-blokkering op pagina 57.
Stand-by
Nadat u de telefoon hebt ingeschakeld en uw PIN-code hebt ingevoerd, wordt de naam
van de netwerkoperator weergegeven. Deze weergave wordt stand-by genoemd. De
telefoon is nu gereed voor gebruik.
Aan het starten en aannemen van gesprekken, het verzenden en ontvangen van berichten
en het overbrengen van gegevens, bijvoorbeeld bij het gebruik van services op internet,
buiten uw eigen netwerk (roaming), kunnen extra kosten verbonden zijn. Neem contact op
met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Help
Naast deze gebruikershandleiding kunt u functiehandleidingen en meer informatie vinden
op www.sonyericsson.com/support.
De telefoon bevat ook Help-functies en een gebruikershandleiding. Lees de volgende
instructies als u wilt weten hoe u toegang krijgt tot deze functies.
De gebruikershandleiding op de telefoon raadplegen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Help > Gebr.handleiding.
Tips en trucs weergeven
•
Selecteer Menu > Instellingen > Help > Tips en trucs.
Informatie over functies weergeven
•
Ga naar een functie en selecteer Info, indien beschikbaar. Soms wordt Info
weergegeven onder Opties.
De telefoondemonstratie weergeven
•
Selecteer Menu > Entertainment > Demo tour.
De telefoonstatus weergeven
•
Druk op de volumetoets. Er wordt informatie over telefoon, geheugen en batterij
weergegeven.
Ondersteunde services en functies
Sommige diensten en functies in deze gebruikershandleiding worden niet ondersteund door alle
netwerken en/of serviceproviders in alle gebieden. Dit geldt ook voor het internationale GSMalarmnummer 112. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor de
beschikbaarheid van specifieke diensten of functies en voor informatie over bijkomende
toegangs- of gebruikskosten.
De batterij opladen
De batterij van de telefoon is bij aanschaf gedeeltelijk opgeladen.
De batterij opladen
1
Sluit de oplader aan op de telefoon.
2
Verwijder de lader door de stekker omhoog te tillen.
Laad de telefoon vaak op. De batterij gaat langer mee als u deze regelmatig oplaadt.
•
Als u in een gebied zonder dekking bent, zoekt de telefoon herhaaldelijk naar beschikbare
netwerken. Hierbij wordt stroom verbruikt. Als het niet mogelijk is om naar een gebied met
een betere dekking te gaan, moet u de telefoon tijdelijk uitschakelen.
•
Bedek de antenna van de telefoon niet wanneer u aan het bellen bent.
Ga naar
prestaties van de batterij.
www.sonyericsson.com/support
voor meer informatie over het optimaliseren van de
Online services
Radio
TrackID™
Geluid vastleggen
Demo tour
Media
Foto
Muziek
Video
Games
Webfeeds
Instellingen
Games
Instellingen
Algemeen
Profielen
Tijd en datum
Taal
Software bijwerken
Spraakbesturing
Snelkoppelingen
Vliegtuigmodus
Autom. toetsblokk.
PIN-codes
Beveiliging
Toegankelijkheid
Telefoonstatus
Master reset
Geluiden, alarmen
Volume
Ringtone
Stil
Toenemend belvol.
Trilalarm
Berichtwaarschuwing
Toetsgeluid
Snelkeuze
Slim zoeken
Gespr. doorsch.
Schakelen naar lijn 2
Gespreksbeheer
Tijd
Mijn nr tonen/verb.
Headset
Beantw. door openen
Sltn om gespr. t eind
Verbindingen
Bluetooth
USB
Telefoonnaam
Synchronisatie
Apparaatbeheer
Mobiele netwerken
Datacommunicatie
Internetinstellingen
Streaminginstellingen
Berichtinstellingen
SIP-instellingen
Accessoires
Help
Gebr.handleiding
Instell. downlden
Basisinstellingen
Tips en trucs
* Sommige menu's zijn
afhankelijk van uw
netwerkoperator, netwerk en
abonnement.
** Met de navigatietoets kunt u
tussen tabbladen in submenu's
bladeren.
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Snelkoppelingen.
2
Blader naar een optie en selecteer Bewerken.
3
Blader naar een menuoptie en selecteer Snelk..
Snelkoppelingen van hoofdmenu
De menunummering begint bij het pictogram in de linkerbovenhoek en loopt van links naar
rechts en van boven naar beneden.
Rechtstreeks naar een item in het hoofdmenu gaan
•
Selecteer Menu en druk op – , , of .
De Indel. hoofdmenu moet zijn ingesteld op Raster. Zie De indeling van het hoofdmenu
wijzigen op pagina 55.
Activiteitenmenu
Via het activiteitenmenu hebt u snel toegang tot:
•
Nwe events - gemiste gesprekken en nieuwe berichten.
•
Actieve app. - applicaties die actief zijn op de achtergrond.
•
Mijn snelkopp. - voeg uw favoriete functies toe zodat u ze snel kunt gebruiken.
•
Internet - gemakkelijk verbinding maken met internet.
Het activiteitenmenu openen
•
Druk op
.
Geheugen
U kunt content op een geheugenkaart, in het telefoongeheugen of op de SIM-kaart opslaan.
Foto's en muziek worden op de geheugenkaart opgeslagen als er een is geplaatst. Als dat
niet het geval is of als de geheugenkaart vol is, worden foto's en muziek in het
telefoongeheugen opgeslagen. Berichten en contacten worden in het telefoongeheugen
opgeslagen, maar u kunt ervoor kiezen om ze op de SIM-kaart op te slaan.
Geheugenkaart
U moet de geheugenkaart mogelijk afzonderlijk aanschaffen.
De telefoon ondersteunt een MicroSD™-geheugenkaart om extra geheugenruimte aan de
telefoon toe te voegen. U kunt dit type kaart ook gebruiken met andere apparaten die
hiervoor geschikt zijn.
U kunt content verplaatsen van een geheugenkaart naar het telefoongeheugen en
andersom.
Een geheugenkaart plaatsen
•
Open het klepje en plaats een geheugenkaart met de goudkleurige contactpunten
naar beneden.
Open het klepje, druk op de rand van de geheugenkaart om deze los te maken, en
haal de kaart eruit.
Taal van de telefoon
U kunt een taal selecteren die u in de telefoon wilt gebruiken.
De taal van de telefoon wijzigen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Taal > Telefoontaal.
2
Selecteer een optie.
Tekst invoeren
U kunt de multitik methode voor tekstinvoer of Quicktext-invoer gebruiken om tekst in
te voeren. Bij de Quicktext-invoermethode wordt een woordenboekapplicatie in de telefoon
gebruikt.
De invoertaal wijzigen
•
Houd ingedrukt terwijl u tekst invoert.
De tekstinvoermethode wijzigen
•
Houd ingedrukt terwijl u tekst invoert.
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters of cijfers
•
Druk op wanneer u tekst invoert.
Nummers invoeren
1
Wanneer u tekst invoert, drukt u op tot boven aan het scherm wordt
weergegeven.
2
Als u een nummer wilt invoeren, drukt u op – .
Als u een nummer wilt invoeren vanuit de tekstinvoermodus, kunt u
houden.
– ingedrukt
Leestekens en symbolen invoeren
1
Druk kort op
2
Blader naar een symbool en selecteer Invoegen.
Als u een keuze wilt maken uit de meestgebruikte leestekens, kunt u ook drukken op
wanneer u tekst invoert.
Tekst invoeren met Quicktext-invoer
1
Selecteer bijvoorbeeld Menu > Berichten > Nieuw bericht > Bericht.
2
niet wordt weergegeven, houdt u ingedrukt om over te schakelen op
Als
Quicktext-invoer.
3
Druk slechts eenmaal op elke toets, zelfs als de gewenste letter niet de eerste letter
onder die toets is. Als u bijvoorbeeld het woord 'Jane' wilt schrijven, drukt u op ,
, , . Schrijf het hele woord voordat u de suggesties bekijkt.
4
5
Druk op
Druk op
of druk de navigatietoets omlaag om woordsuggesties weer te geven.
om een suggestie te accepteren en een spatie toe te voegen.
U moet de telefoon inschakelen en u binnen het bereik van een netwerk bevinden.
Bellen en gebeld worden
Een oproep starten
1
Voer een telefoonnummer in (met de internationale landcode en het netnummer,
indien van toepassing).
2
Druk op .
U kunt nummers bellen vanuit uw contacten en de gesprekkenlijst.
Een oproep beëindigen
•
Druk op .
Internationale nummers bellen
1
Houd ingedrukt tot een plusteken (+) verschijnt.
2
Voer de landcode, het netnummer (zonder de eerste nul) en het telefoonnummer in.
3
Druk op .
Een nummer opnieuw kiezen
•
Wanneer Opnieuw proberen? wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Houd de telefoon tijdens het wachten niet bij uw oor. Wanneer er een verbinding tot stand is
gebracht, wordt er een luid signaal weergegeven.
Een gesprek aannemen
•
Druk op .
Een gesprek weigeren.
•
Druk op .
Het volume van de oorspeaker veranderen tijdens een gesprek
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag.
De microfoon dempen tijdens een gesprek
1
Houd ingedrukt. wordt weergegeven.
2
Houd nogmaals ingedrukt om verder te gaan.
De luidspreker inschakelen tijdens een gesprek
•
Selecteer Spr aan. wordt weergegeven.
Houd de telefoon niet bij uw oor als u de luidspreker gebruikt. Dit kan uw gehoor beschadigen.
Gemiste gesprekken weergeven vanuit stand-by
•
wordt weergegeven. Druk op om de gesprekkenlijst te openen.
Achtergrondmuziek
U kunt achtergrondmuziek toevoegen aan een lopend gesprek. Wanneer
achtergrondmuziek is geactiveerd, is deze hoorbar voor alle deelnemers. Wanneer de
microfoon is gedempt, wordt de achtergrondmuziek nog steeds afgespeeld.
Het afspelen van achtergrondmuziek tijdens een gesprek stoppen
•
Druk op de middelste selectietoets.
Het volume van de achtergrondmuziek veranderen tijdens een gesprek
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag.
Alleen het muziekvolume kan worden gewijzigd wanneer de muziek wordt afgespeeld.
Video-oproep
Tijdens een video-oproep ziet de persoon met wie u spreekt, u op zijn of haar scherm.
Voordat u een video-oproep kunt starten
De 3G-dienst (UMTS) is beschikbaar wanneer of wordt weergegeven. Een videooproep kan alleen worden gestart als beide partijen die deelnemen aan de video-oproep
een abonnement hebben dat de 3G-dienst (UMTS) ondersteunt en zich binnen het bereik
van een 3G-netwerk (UMTS) bevinden.
Een video-oproep tot stand brengen
1
Voer een telefoonnummer in (met de internationale landcode en het netnummer,
indien van toepassing).
2
Selecteer Opties > Video-oproep.
Zoomen tijdens een uitgaande video-oproep
•
Druk de navigatietoets omhoog of omlaag.
Foto´s en video´s delen tijdens een video-oproep
1
Druk de navigatietoets tijdens een video-oproep naar links om naar het tabblad voor
het delen van video´s te gaan.
2
Blader naar een videoclip of foto en selecteer Delen.
Opties voor video-oproepen weergeven
•
Selecteer Opties tijdens het gesprek.
Alarmnummers
De telefoon ondersteunt internationale alarmnummers, bijvoorbeeld 112 of 911. Dit houdt
in dat u deze nummers normaal vanuit elk land kunt bellen om een noodoproep te doen,
met of zonder SIM-kaart in het toestel, zolang u zich binnen het bereik van een netwerk
bevindt.
In bepaalde landen kunnen ook andere alarmnummers worden aangeboden. Uw
netwerkexploitant heeft daarom mogelijk extra lokale alarmnummers op de SIM-kaart
opgeslagen.
Een alarmnummer bellen
•
Voer het internationale alarmnummer 112 in en druk op .
Lokale alarmnummers bekijken
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Speciale nummers >
Alarmnummers.
Netwerken
De telefoon schakelt automatisch tussen GSM- en
van het netwerk dat beschikbaar is. Sommige netwerkoperators staan toe dat u handmatig
tussen netwerken schakelt.
U kunt informatie over beantwoorde , gekozen en gemiste of geweigerde
gesprekken weergeven.
Een nummer bellen uit gesprekkenlijst
1
Druk op en ga naar een tabblad.
2
Blader naar een naam of nummer en druk op .
Contacten
U kunt namen, telefoonnummers en persoonlijke gegevens opslaan in Contacten. U kunt
informatie opslaan in het telefoongeheugen of op de SIM-kaart.
U kunt contacten synchroniseren met Sony Ericsson PC Suite.
Standaardcontacten
U kunt kiezen welke contactgegevens standaard worden weergegeven. Als Contacten als
standaard is geselecteerd, worden voor uw contacten alle gegevens weergegeven die in
Contacten zijn opgeslagen. Als u SIM-contacten als standaard selecteert, worden de
namen en nummers van contacten weergegeven die op de SIM-kaart zijn opgeslagen.
Standaardcontacten selecteren
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Standaard
Contacten.
3
Selecteer een optie.
Telefooncontacten
Telefooncontacten kunnen namen, telefoonnummers en persoonlijke gegevens bevatten.
Ze worden in het telefoongeheugen opgeslagen.
Een telefooncontact toevoegen
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Toevoegen.
3
Voer de naam in en selecteer OK.
4
Blader naar Nieuw nummer: en selecteer Toevoegen.
5
Voer het nummer in en selecteer OK.
6
Selecteer een nummeroptie.
7
Blader tussen de tabbladen en voer informatie in de velden in.
Druk op – om een reeks (van minimaal twee) cijfers in te voeren. Alle items
die overeenkomen met de reeks cijfers of corresponderende letters, worden in een
lijst weergegeven.
2
Blader naar een contact of telefoonnummer en druk op .
Slim zoeken aan- of uitzetten
1
Selecteer Menu > Instellingen > Gesprekken > Slim zoeken.
2
Selecteer een optie.
Contacten bewerken
Gegevens toevoegen aan een telefooncontact
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar een contact en selecteer Opties > Contact bewerken.
3
Blader tussen de tabbladen en selecteer Toevoegen of Bewerken.
4
Selecteer een optie en een item dat u wilt toevoegen of bewerken.
5
Selecteer Opslaan.
Als in uw abonnement nummerweergave is inbegrepen, kunt u voor contacten persoonlijke
ringtones en foto's instellen.
Namen en nummers naar telefooncontacten kopiëren
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Kopiëren van
SIM.
3
Selecteer een optie.
Namen en nummers naar de SIM-kaart kopiëren
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Kopiëren naar
SIM.
3
Selecteer een optie.
Wanneer u alle contacten van de telefoon naar de SIM-kaart kopieert, worden alle bestaande
gegevens op de SIM-kaart vervangen.
Namen en telefoonnummers automatisch op de SIM-kaart opslaan
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Autom. opsl op
SIM.
3
Selecteer een optie.
Contacten op een geheugenkaart opslaan
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Back-up op
geh.krt.
SIM-contacten
SIM-contacten kunnen alleen namen en nummers bevatten. Ze worden op de SIM-kaart
opgeslagen.
Een SIM-contact toevoegen
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Toevoegen.
3
Voer de naam in en selecteer OK.
4
Voer het nummer in en selecteer OK.
5
Selecteer een nummeroptie en voeg meer informatie toe, indien beschikbaar.
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Alle cont.
verwijd..
3
Selecteer een optie.
Status contactgeheugen
Hoeveel contacten u op de telefoon of op de SIM-kaart kunt opslaan, hangt van het
beschikbare geheugen af.
Status van contactgeheugen weergeven
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd >
Geheugenstatus.
Mijzelf
U kunt gegevens over uzelf invoeren en bijvoorbeeld uw visitekaartje versturen.
Mijzelf-gegevens invoeren
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Mijzelf en selecteer Openen.
3
Blader naar een optie en bewerk de gegevens.
4
Selecteer Opslaan.
Uw eigen visitekaartje toevoegen
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Mijzelf en selecteer Openen.
3
Blader naar Mijn contactinfo en selecteer Toevoegen > Nieuwe maken.
4
Blader tussen de tabbladen en voer informatie in de velden in.
5
Voer de gegevens in en selecteer Opslaan.
Groepen
U kunt vanuit Contacten een groep telefoonnummers en e-mailadressen maken om
berichten te verzenden. U kunt ook groepen (met telefoonnummers) gebruiken wanneer u
lijsten met geaccepteerde bellers maakt.
Een groep met nummers en e-mailadressen maken
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Groepen.
3
Blader naar Nieuwe groep en selecteer Toevoegen.
4
Voer een naam voor de groep in en selecteer Doorgaan.
5
Blader naar Nieuw en selecteer Toevoegen.
6
Voor elk telefoonnummer of e-mailadres van een contactpersoon dat u wilt
markeren, bladert u naar het nummer of adres en selecteert u Markeren.
7
Selecteer Doorgaan > Gereed.
Snelkiezen
Met snelkiezen kunt u negen contacten kiezen die u snel kunt bellen vanuit stand-by. De
contacten worden opgeslagen op de posities 1 tot en met 9.
Contacten toevoegen aan snelkiesnummers
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Snelkeuze.
Als in uw abonnement een antwoorddienst is opgenomen, kunnen bellers een
voicemailbericht achterlaten als u een gesprek niet kunt aannemen.
Uw voicemailnummer invoeren
1
Selecteer Menu > Berichten > Berichten > Instellingen > het tabblad
Berichtinstellingen > Voicemailnummer.
2
Voer het nummer in en selecteer OK.
Uw voicemailservice bellen
•
Houd de toets
Spraakbesturing
Door spraakopdrachten te maken, kunt:
•
kiezen met uw stem, dat wil zeggen iemand bellen door de naam te zeggen;
•
gesprekken aannemen en weigeren wanneer u een headset gebruikt.
Een spraakopdracht opnemen met spraakbesturing (voice dialling)
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Spraakbesturing > Kiezen met
stem > Activeren.
2
Selecteer Ja > Nwe spraakopdracht en selecteer een contact. Als het contact
meerdere nummers heeft, selecteert u het nummer waaraan u de spraakopdracht
wilt toevoegen.
3
Een spraakopdracht opnemen zoals 'Jan mobiel'.
4
Volg de weergegeven instructies. Wacht op de toon en zeg de op te nemen
opdracht. De spraakopdracht wordt afgespeeld.
5
Als de opname goed klinkt, selecteert u Ja. Selecteer anders Nee en herhaal stap
3 en 4.
ingedrukt.
Spraakopdrachten kunnen alleen in het telefoongeheugen worden opgeslagen. Ze kunnen niet
in een andere telefoon worden gebruikt.
Kiezen met stem
1
Houd een volumetoets ingedrukt.
2
Wacht op de toon en spreek een opgenomen naam uit, bijvoorbeeld 'Jan mobiel'.
De naam wordt door de telefoon herhaald en de verbinding wordt tot stand gebracht.
Aannemen met stem activeren en opdrachten hiervoor opnemen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Spraakbesturing > Aannemen met
stem > Activeren.
2
Volg de instructies die worden weergegeven en selecteer Doorgaan. Wacht op de
toon en zeg “Beantwoorden” of een ander woord.
3
Selecteer Ja om de opname te accepteren of Nee om een nieuwe opname te
maken.
4
Wacht op de toon en zeg “Bezet” of een ander woord.
5
Selecteer Ja om de opname te accepteren of Nee om een nieuwe opname te
maken.
6
Volg de instructies die worden weergegeven en selecteer Doorgaan.
7
Selecteer de omgevingen waarin u aannemen met stem wilt activeren.