Dit is de Xperia™ Z3 Tablet Compact gebruikershandleiding voor softwareversie
Android™ 4.4. Als u niet zeker weet welke softwareversie uw apparaat gebruikt, kunt u
dit bekijken in het menu Instellingen. Voor meer informatie over software-updates, zie
apparaat bijwerken
De huidige softwareversie van uw apparaat bekijken
1
Tik vanaf het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over de tablet > Android-versie.
15 Cover voor sleuf voor nano-simkaart- en geheugenkaart
16 Belangrijkste Wi-Fi/Bluetooth-antennezone
17 Tweede Wi-Fi-antennezone
In elkaar zetten
Er zit plastic beschermfolie op het scherm. U moet de beschermfolie lostrekken voordat
u het aanraakscherm kunt gebruiken. Als u dat niet doet, werkt het aanraakscherm
mogelijk niet goed.
De nano-simkaart plaatsen
Als u een nano-simkaart plaatst terwijl het apparaat ingeschakeld is, wordt het apparaat
automatisch opnieuw gestart.
Steek een nagel in de opening tussen de cover van de nano-simkaartsleuf en het
apparaat en maak de cover los.
2
Trek de nano-simkaarthouder naar buiten met uw nagel.
3
Plaats de nano-simkaart in de houder, met de goudkleurige contacten van de
nano-simkaart naar boven gericht.
4
Steek de nano-simkaarthouder weer in het apparaat.
5
Plaats de cover van de sleuf van de nano-simkaart terug.
Als u de nano-simkaart zonder de simkaarthouder in het apparaat plaatst, kan de nanosimkaart of uw apparaat beschadigd raken. Sony Mobile geeft geen garantie en kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade die door een dergelijke handeling ontstaat.
De nano-simkaart verwijderen
1
Verwijder de cover van de sleuf van de nano-simkaart.
2
Gebruik een vingernagel of een ander voorwerp om de nano-simkaarthouder naar
buiten te trekken.
3
Verwijder de nano-simkaart.
4
Steek de nano-simkaarthouder weer in de sleuf.
5
Plaats de cover terug.
Een geheugenkaart plaatsen
Gebruik een pen met een dunne punt of iets dergelijks om de geheugenkaart te plaatsen.
1
Steek een nagel in de opening tussen de cover van de micro-SIM-kaartsleuf en
het apparaat en maak de cover los.
2
Plaats de geheugenkaart in de daarvoor bestemde sleuf met de goudkleurige
contacten omlaag en druk de geheugenkaart naar binnen tot u een klik hoort.
3
Breng de cover van de geheugenkaartsleuf weer aan.
Schakel het apparaat uit en verwijder het kapje van de geheugenkaartsleuf, of
ontkoppel de geheugenkaart met Instellingen > Opslagruimte > SD-kaart
ontkoppelen.
2
Druk met een pen met een scherpe punt of een vergelijkbaar hulpmiddel de
geheugenkaart naar binnen en laat hem vervolgens snel loskomen.
3
Trek de kaart naar buiten en verwijder hem.
Uw apparaat voor de eerste keer inschakelen
De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt er een setup wizard weergegeven
om u te helpen bij het instellen van basisinstellingen, het aanmelden bij een aantal
accounts, en het personaliseren van uw apparaat. Als u bijvoorbeeld een Sony
Entertainment Network-account hebt, kunt u zich hier aanmelden en het direct
instellen. En u kunt internetinstellingen downloaden.
U kunt de setup wizard ook later vanuit het Instellingenmenu openen.
Het apparaat inschakelen
Zorg dat de batterij minstens 30 minuten is opgeladen voordat u het apparaat voor de eerste
keer inschakelt.
1
Houd de aan/uit-toets ingedrukt totdat het apparaat gaat trillen.
2
Voer de pincode in van uw simkaart wanneer hierom wordt gevraagd en tik
vervolgens op .
3
Wacht even tot het apparaat start.
De pincode van uw simkaart wordt aanvankelijk door uw netwerkaanbieder geleverd, maar u
kunt deze later wijzigen in het menu Instellingen. Tik op als u een fout wilt corrigeren
tijdens het invoeren van de pincode van uw SIM-kaart.
Houd de aan-uitknop ingedrukt tot het optiemenu wordt weergegeven.
2
Tik in het optiemenu op Uitschakelen.
3
Tik op OK.
Het kan even duren voordat het apparaat uit gaat.
Waarom heb ik een Google™-account nodig?
Uw Xperia™-apparaat van Sony gebruikt het Android™-platform dat is ontwikkeld door
Google™. Een groot aantal verschillende Google™-applicaties en -services is bij
aankoop beschikbaar op uw apparaat, bijvoorbeeld Gmail™, Google Maps™,
YouTube™ en Google Play™, de online winkel voor het downloaden van Android™applicaties. Om het beste uit deze services te halen, hebt u een Google™-account
nodig. U heeft bijvoorbeeld een Google™-account nodig als u het volgende wilt:
•
Applicaties downloaden en installeren van Google Play™.
•
E-mail, contacten en de agenda synchroniseren.
•
Chatten met vrienden met de Hangouts™-applicatie.
•
Uw browsergeschiedenis en bladwijzers synchroniseren.
Ga naar
Google™.
Een Google™-account instellen op uw apparaat
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Account toevoegen > Google.
3
Voer de stappen in de registratiewizard uit om een Google™-account te maken of
meld u aan als u al een account hebt.
www.sonymobile.com/support
voor meer informatie over Android™ en
U kunt zich ook aanmelden bij een Google™-account of er een maken vanuit de setup wizard
als u het apparaat voor het eerst opstart. Of u kunt online gaan en een account maken op
www.google.com/accounts
.
Uw apparaat opladen
Uw apparaat heeft een ingebouwde, oplaadbare batterij die alleen door Sony of een
geautoriseerd Sony-reparatiecentrum kan worden vervangen. Probeer nooit om het
apparaat zelf te openen of uit elkaar te halen. Het openen van het apparaat kan schade
veroorzaken waardoor uw garantie vervalt.
De batterij van het apparaat is bij aanschaf gedeeltelijk opgeladen. U kunt het apparaat
blijven gebruiken tijdens het opladen. Lees meer over de batterij en over hoe u de
prestaties verbetert in
Steek het ene uiteinde van de USB-kabel in de lader (of in de USB-poort van een
computer).
3
Steek het andere uiteinde van de kabel met het USB-symbool naar boven in de
micro-USB-poort op uw apparaat. Het meldingslampje gaat branden wanneer het
laden begint.
4
Wanneer het apparaat helemaal is opgeladen, koppelt u de kabel los van uw
apparaat door het recht naar buiten te trekken. Zorg ervoor dat u de connector
niet buigt.
Als de batterij helemaal leeg is, kan het een paar minuten duren voordat het meldingslampje
gaat branden en het oplaadpictogram wordt weergegeven.
Status meldingslampje batterij
GroenDe batterij is voor meer dan 90% opgeladen
Knippert roodDe batterij laadt op en het oplaadniveau is minder dan 15%
OranjeDe batterij laadt op en het oplaadniveau is minder dan 90%
In- of uitzoomen op een webpagina, een foto of een kaart.
Vegen
•
Naar boven of naar beneden bladeren door een lijst.
•
Naar links of naar rechts bladeren, bijvoorbeeld tussen vensters van het startscherm.
Vegen
•
Blader snel, bijvoorbeeld in een lijst of een webpagina. U kunt het bladeren stoppen door
op het scherm te tikken.
Het scherm vergrendelen en ontgrendelen
Wanneer uw apparaat is ingeschakeld maar gedurende een bepaalde periode niet wordt
gebruikt, wordt het scherm verduisterd om de batterij te sparen; het scherm wordt
daarbij ook automatisch vergrendeld. Deze vergrendeling voorkomt dat u per ongeluk
ongewenste bewerkingen uitvoert op het aanraakscherm wanneer u de telefoon niet
gebruikt. Bij aankoop van uw apparaat is er al een eenvoudige schermvergrendeling met
behulp van vegen ingesteld. Dat betekent dat u vanaf het midden van het scherm in een
willekeurige richting moet vegen om het te ontgrendelen. U kunt de
beveiligingsinstellingen later wijzigen en andere soorten vergrendelingen toevoegen. Zie
Schermvergrendeling
Het scherm activeren
•
Druk de toets kort in.
Het scherm ontgrendelen
•
Plaats een vinger op het midden van het scherm en veeg in een willekeurige
richting.
op de pagina 40.
Het scherm vergrendelen
•
Wanneer het scherm actief is, drukt u kort op de aan-uitknop .
Startscherm
Het Startscherm is het beginpunt voor het gebruik van uw apparaat. Het is vergelijkbaar
met het bureaublad op een computerscherm. Uw startscherm kan maximaal zeven
vensters bevatten, die groter zijn dan de normale breedte van de schermweergave. Het
aantal vensters van het startscherm wordt weergegeven door een reeks punten onderin
het startscherm. De gemarkeerde stip toont het venster waar u zich momenteel in
bevindt.
U kunt nieuwe vensters toevoegen aan uw startscherm (maximaal zeven vensters) en
vensters verwijderen. U kunt tevens het venster instellen dat u wilt gebruiken als het
hoofdvenster voor het startscherm.
Een venster instellen als het hoofdvenster van het startscherm
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om te bladeren naar het venster dat u wilt instellen als
uw hoofdvenster van het startscherm, tik vervolgens op in de bovenhoek van
het paneel.
Een venster toevoegen aan het startscherm
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om te bladeren door de vensters en tik op .
Een venster verwijderen van de startpagina
1
Houd een leeg gebied op de Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om naar het venster te gaan dat u wilt verwijderen en tik
op
.
Scherm Toepassingen
Het scherm Toepassingen, dat u opent vanuit het startscherm, bevat de applicaties die
vooraf op uw apparaat zijn geïnstalleerd en de applicaties die u downloadt.
Alle applicaties op het scherm Toepassingen weergeven
1
Tik op uw startscherm op
2
Veeg naar links of rechts op het scherm Toepassingen.
.
Een applicatie openen vanuit het scherm Toepassingen
•
Veeg naar links of rechts om de applicatie te zoeken, tik vervolgens op de
applicatie.
Het schermmenu Toepassingen openen
•
Wanneer het scherm Toepassingen is geopend, sleept u de linker rand van het
scherm naar rechts.
Een applicatie verplaatsen op het scherm Toepassingen
1
Om het menu van het scherm Toepassingen te openen, sleept u de linker rand
van het scherm Toepassingen naar rechts.
2
Zorg dat
3
Houd de applicatie aangeraakt tot hij groter wordt en het apparaat trilt. Sleep hem
Eigen volgorde
is geselecteerd onder
APPS TONEN
.
vervolgens naar de nieuwe plek.
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Raak vanuit het scherm Toepassingen een applicatiepictogram aan en houd dit
vast totdat het scherm gaat trillen, sleep het pictogram vervolgens naar de
bovenkant van het scherm. Het startscherm wordt geopend.
2
Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het startscherm en laat uw
vinger vervolgens los.
Applicaties rangschikken op het applicatiescherm
1
Om het applicatiemenu te openen, sleept u de linkerrand van het applicatiescherm
naar rechts.
2
Selecteer de gewenste optie onder APPS TONEN.
Vanuit het scherm Toepassingen naar een applicatie zoeken
1
Om het menu van het scherm Toepassingen te openen, sleept u de linker rand
van het scherm Toepassingen naar rechts.
2
Tik op Apps zoeken.
3
Voer de naam van de applicatie in waarnaar u wilt zoeken.
Een applicatie verwijderen vanuit het scherm Toepassingen
1
Om het schermmenu Toepassingen te openen, sleept u de linker rand van het
scherm Toepassingen naar rechts.
2
Tik op Verwijderen. Alle niet te installeren applicaties worden aangegeven met
3
Tik op de applicatie die u wilt verwijderen en tik vervolgens op Verwijderen.
U kunt tussen toepassingen navigeren met de navigatietoetsen, de favorietenbalk en het
venster met onlangs gebruikte toepassingen, waarmee u eenvoudig kunt schakelen
tussen alle onlangs gebruikte toepassingen. Bepaalde toepassingen worden gesloten
wanneer u op de drukt om af te sluiten. Andere toepassingen kunnen actief blijven op
de achtergrond of kunnen worden onderbroken. Als de toepassing wordt onderbroken
of actief is op de achtergrond, kunt u, de volgende keer als u de toepassing opent,
doorgaan waar u gebleven was.
1Venster met onlangs gebruikte toepassingen – Open een onlangs gebruikte toepassing
2Favorietenbalk - Open een snelkoppeling voor toepassingen of widgets
3Taaknavigatietoets – Open het venster met onlangs gebruikte toepassingen en de favorietenbalk
4Navigatietoets startscherm – Sluit een toepassing af en ga terug naar het startscherm
5Navigatietoets terug – Ga terug naar het vorige scherm binnen een toepassing of sluit de toepassing
Het venster met onlangs gebruikte toepassingen openen
•
Druk op .
Alle recent gebruikte applicaties sluiten
•
Tik op en tik vervolgens op Alles sluiten.
Een menu in een toepassing openen
•
Druk tijdens het gebruik van de toepassing op .
Niet in alle toepassingen is een menu beschikbaar.
Kleine apps
Kleine apps zijn miniatuurapps die bovenop andere toepassingen op hetzelfde scherm
draaien om multi-tasking mogelijk te maken. U kunt bijvoorbeeld een webpagina open
hebben die wisselkoersen weergeeft en vervolgens de kleine app Rekenmachine
erboven openen om berekeningen te maken. U heeft via de favorietenbalk toegang tot
de kleine apps. Ga naar Google Play™ als u meer kleine apps wilt downloaden.
Tik vanuit de favorietenbalk op , op en vervolgens op .
2
Zoek een kleine app op die u wilt downloaden en volg de aanwijzingen om het te
downloaden en de installatie af te ronden.
Een kleine app verplaatsen
•
Als de kleine app geopend is, houdt u de linkerbovenhoek aangeraakt en sleept u
hem naar de gewenste locatie.
Een kleine app minimaliseren
•
Als de kleine app geopend is, houdt u de linkerbovenhoek aangeraakt en sleept u
hem naar de rechterrand of naar de benedenrand van het scherm.
De kleine apps opnieuw rangschikken op de favorietenbalk
•
Raak een kleine app aan, houd deze vast en sleep het naar de gewenste positie.
Een kleine app verwijderen uit de favorietenbalk
•
Houd een kleine app aangeraakt en sleep deze naar
Een eerder verwijderde kleine app herstellen
1
Open de favorietenbalk en tik op .
2
Houd de kleine app aangeraakt die u wilt herstellen en sleep hem naar de
favorietenbalk.
.
Een widget als kleine app toevoegen
1
Om de favorietenbalk weer te geven, drukt u op .
2
Tik op
3
Selecteer een widget.
4
Voer, indien gewenst, een naam voor de widget in en tik op OK.
> > .
Widgets
Widgets zijn kleine applicaties die u direct op uw startscherm kunt gebruiken. Ze
functioneren tevens als snelkoppelingen. Met de widget Weer kunt u bijvoorbeeld
basisinformatie over het weer direct op uw startscherm bekijken. En wanneer u op de
widget tikt, wordt de volledige applicatie Weer geopend. U kunt meer widgets
downloaden via Google Play™.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt en tik
vervolgens op Widgets.
Raak een widget aan en houd deze ingedrukt tot deze groter wordt en het
apparaat trilt. Laat de widget vervolgens los. Als de afmetingen van de widget
veranderd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld de widget Agenda, verschijnen een
gemarkeerd kader en formaatpunten.
2
Sleep de punten naar binnen of naar buiten om de widget kleiner of groter te
maken.
3
Tik ergens op de Startscherm om de nieuwe afmetingen van de widget te
bevestigen.
Een widget verplaatsen
•
Raak de widget aan en houd deze ingedrukt tot hij groter wordt en het apparaat
trilt. Sleep het onderdeel vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een widget verwijderen
•
Raak de widget aan en houd deze ingedrukt totdat hij groter wordt en het
apparaat trilt. Sleep het item vervolgens naar
.
Een widget toevoegen aan het vergrendelingscherm
1
Tik op het startscherm op
2
Markeer het selectievakje Widgets toestaan.
3
Druk op de aan/uit-toets om het scherm te vergrendelen.
4
Druk kort op de aan/uit-toets om het scherm te activeren.
5
Veeg van linksboven naar het midden van het scherm totdat
en tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging
wordt
weergegeven en tik hier vervolgens op.
6
Voer indien nodig uw pincode, patroon of wachtwoord in om het scherm te
ontgrendelen.
7
Ga naar en tik op de widget die u wilt toevoegen.
8
Volg indien nodig de instructies op het scherm om het toevoegen van de widget af
te ronden.
De onderdelen die verschijnen als u op
worden bewerkt.
tikt, zijn standaard beschikbaar en kunnen niet
Een widget verplaatsen op het vergrendelingscherm
1
Als u het scherm wilt activeren, drukt u kort op de aan/uit-toets .
2
Raak de widget die u wilt verplaatsen aan en houd deze ingedrukt. Sleep het
vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een widget uit het vergrendelingscherm verwijderen
1
Druk kort op de aan/uit-toets
2
Raak de widget aan die u wilt verwijderen en houd hem vast, sleep hem
om het scherm te activeren.
vervolgens naar .
Het camerapictogram onderaan het scherm wordt daar standaard weergegeven en kan niet
worden verwijderd.
Snelkoppelingen en mappen
Gebruik snelkoppelingen en mappen voor het beheren van uw applicaties en om uw
startscherm overzichtelijk te houden.
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt en het
instelmenu wordt weergegeven.
2
Tik in het instelmenu op Applicaties.
3
Blader door de lijst met applicaties en selecteer een applicatie. De geselecteerde
applicatie wordt toegevoegd aan de Startscherm.
In stap 3 kunt u ook op
beschikbare lijst. Als u deze methode gebruikt voor het toevoegen van snelkoppelingen, laten
sommige van de beschikbare applicaties u een specifieke functionaliteit toevoegen aan de
snelkoppeling.
Snelkopp. tikken en vervolgens een applicatie selecteren in de
Een item verplaatsen op het startscherm
•
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en het apparaat trilt.
Sleep het item vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een item verwijderen van de startpagina
•
Raak een item aan en houd het ingedrukt totdat het groter wordt en het apparaat
trilt. Sleep het item vervolgens naar
.
Een map maken op het startscherm
•
Raak het pictogram of de snelkoppeling van een applicatie aan en houd het vast
tot het wordt vergroot en het apparaat trilt; sleep het vervolgens boven het
pictogram of de snelkoppeling van een applicatie en zet het daar neer.
Items toevoegen aan een map op het startscherm
•
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en het apparaat trilt.
Sleep het item vervolgens naar de map.
Een map op het startscherm hernoemen
1
Tik op de map om deze te openen.
2
Raak de titelbalk van de map aan om het veld Mapnaam weer te geven.
3
Voer de naam van de nieuwe map in en tik op Gereed.
Achtergrond en thema's
U kunt het startscherm aanpassen aan uw eigen stijl met achtergronden en verschillende
thema's. U kunt tevens de achtergrond op het vergrendelingscherm wijzigen.
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Tik op Achtergrond en selecteer een optie.
Een thema instellen
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Tik op Thema´s en selecteer een thema.
Als u een thema wijzigt, verandert ook de achtergrond in sommige applicaties.
De achtergrond voor het vergrendelingscherm wijzigen
1
Tik in uw startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Persoonlijk maken > Schermvergrendeling.
3
Selecteer een optie en volg de instructies op het scherm om uw achtergrond te
wijzigen.
Een schermopname maken
U kunt stilstaande beelden maken van een scherm op uw apparaat als schermopname.
Schermopnames worden automatisch opgeslagen in Album.
Een schermopname maken
1
Houd de aan-/uitknop ingedrukt totdat een venster verschijnt.
2
Tik op
U kunt ook een schermafdruk maken door gelijktijdig op de aan-/uitknop en de volumeknop te
drukken totdat u een klikgeluid hoort.
Uw schermafbeelding bekijken
•
Sleep de statusbalk helemaal omlaag en tik op de schermafbeelding die u wilt
bekijken.
U kunt uw schermafbeeldingen ook bekijken in de applicatie Album.
Een schermopname maken
U kunt de functie schermopname gebruiken om video's op te nemen van wat er op het
scherm van uw toestel gebeurt. Deze functie is handig wanneer u bijvoorbeeld
handleidingen wilt maken of video's wilt maken van een spel dat u op uw toestel speelt.
Opgenomen video's worden automatisch opgeslagen in Album.
3 Schermopname maken wanneer de camera aan de voorkant geactiveerd is
4 De opname-instellingen van het scherm openen
5 De opname-instellingen van het scherm sluiten
Een opname van uw beeldscherm maken
1
Houd de aan-/uitknop ingedrukt totdat een venster verschijnt.
2
Tik op .
3
Tik op wanneer het opnamescherm geopend is. De opnametimer verschijnt.
4
Tik op de timer en vervolgens op
om de schermopname te stoppen.
Schermopname maken wanneer de camera aan de voorkant geactiveerd is
1
Wanneer het venster voor schermopname geopend is, tik dan op
om ervoor te
zorgen dat het opnamescherm van de camera aan de voorkant geopend wordt.
2
Tik op om uw scherm op te nemen en de video die door de camera aan de
voorkant opgenomen is.
3
Tik op de timer en tik op
4
Tik op
Wanneer het opnamevenster van de camera aan de voorkant wordt geopend, versleep dan
om de grootte van het scherm te wijzigen en tik op om een foto te maken.
om het opnamevenster van de camera aan de voorkant te sluiten.
om de opname te stoppen.
De recente schermopnamen bekijken
•
Na het beëindigen van uw schermopname, versleept u de statusbalk omlaag en
tikt u om de meest recente schermopnamen te bekijken.
U kunt uw schermopnamen ook bekijken in de applicatie Album.
Status en meldingen
De pictogrammen in de statusbalk informeren u over zaken zoals nieuwe berichten en
agendameldingen, lopende activiteiten zoals bestandsdownloads, en statusinformatie
zoals batterijvermogen en signaalsterkte. U kunt de statusbalk omlaag slepen om het
meldingsvenster te openen en uw meldingen te verwerken.
Het meldingsvenster openen of sluiten
Actie ondernemen op een melding
•
Tik op de melding.
Een melding verwijderen van het meldingsvenster
•
Plaats uw vinger op een melding en veeg naar links of rechts.
Het meldingslampje informeert u over de batterijstatus en een aantal andere zaken. Een
wit knipperend lampje betekent bijvoorbeeld dat er een nieuw bericht of een gemist
gesprek is.
Uw apparaat is klaar om verbinding te maken met een ander apparaat dat ANT
+™ ondersteunt
Afhankelijk van uw serviceprovider, netwerk en/of regio, kunnen sommige functies of diensten
die door sommige pictogrammen in deze lijst worden vertegenwoordigd al dan niet
beschikbaar zijn.
Pictogrammen in de statusbalk beheren
1
Tik in uw startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Persoonlijk maken > Statusbalkpictogrammen.
3
Markeer de selectievakjes voor de systeempictogrammen die u in de statusbalk
.
wilt weergeven.
Meldingspictogrammen
Nieuw e-mailbericht
Nieuw SMS-bericht of MMS-bericht
Nieuw voicemailbericht
Aanstaande agendagebeurtenis
Er wordt een nummer afgespeeld
Het apparaat is via een USB-kabel met een computer verbonden
Waarschuwingsbericht
Foutbericht
Gemist gesprek
Lopend gesprek
Gesprek in de wacht
Gesprekken doorverbinden is ingeschakeld
Een Wi-Fi®-verbinding is ingeschakeld en draadloze netwerken zijn beschikbaar
Er zijn software-updates beschikbaar
Gegevens worden gedownload
Gegevens worden geüpload
Meer (niet weergegeven) meldingen
Niet alle pictogrammen die op uw apparaat kunnen verschijnen, zijn hier vermeld. Deze
pictogrammen zijn alleen bedoeld als leidraad, en er kunnen wijzigingen worden doorgevoerd
zonder voorafgaande melding.
Meldingen beheren
1
Tik in uw startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Persoonlijk maken > Meldingen beheren.
3
Markeer de selectievakjes voor de apps die meldingen mogen verzenden.
Overzicht applicaties
Gebruik de applicatie Alarm- en klok om verschillende alarmen in te stellen.
Gebruik uw webbrowser om webpagina's weer te geven en op de pagina's te
navigeren, favorieten, tekst en afbeeldingen te beheren.
Gebruik de applicatie Rekenmachine om basisberekeningen uit te voeren.
Gebruik de applicatie Kalender om uw gebeurtenissen bij te houden en uw
afspraken te beheren.
Gebruik de camera om foto's te maken en videoclips vast te leggen.
Gebruik de applicatie Contacten om telefoonnummers, e-mailadressen en
andere informatie van uw contacten te beheren.
Open uw gedownloade applicaties.
Gebruik de applicatie Email om e-mails te verzenden en ontvangen via
privéaccounts en zakelijke accounts.
Gebruik de applicatie Facebook™ om wereldwijd deel te nemen aan sociale
netwerken met vrienden, familieleden en collega's.
Blader en luister naar FM-radiostations.
Gebruik de applicatie Album om uw foto's en video's weer te geven en te
bewerken.
Gebruik de applicatie Gmail™ om e-mailberichten te lezen, schrijven en
rangschikken.
Zoek naar informatie op uw apparaat en op internet.
Bekijk uw huidige locatie, vind andere locaties en bereken routes met Google
Maps™.
Ga naar Google Play™ om gratis en betaalde applicaties op uw apparaat te
downloaden.
Gebruik de applicatie Berichten om Sms- en MMS-berichten te verzenden en
ontvangen.
Gebruik de applicatie Films om video's op uw apparaat af te spelen en inhoud te
delen met uw vrienden.
Gebruik de applicatie Walkman® om muziek, audioboeken en podcasts te
rangschikken en af te spelen.
Bekijk nieuwsberichten en weersverwachtingen.
Voer telefoongesprekken door het nummer handmatig te draaien of door middel
van de smart-dial-functie.
Gebruik de applicatie Video Unlimited om video's te huren of te kopen.
Optimaliseer de instellingen naar uw wensen.
Gebruik de applicatie Hangouts™ om online met vrienden te chatten.
Identificeer muziektracks die u in uw omgeving hoort en krijg informatie over de
artiest en het album en eventuele andere informatie.
Gebruik YouTube™ om video´s van over de hele wereld te bekijken en te delen.
Gebruik de applicatie Ondersteuning voor toegang tot gebruikersondersteuning
op het apparaat. U hebt bijvoorbeeld toegang tot een gebruikershandleiding,
informatie voor het oplossen van problemen, tips en trucs.
Download en installeer nieuwe applicaties en updates.
Sommige applicaties worden niet door alle netwerken en/of serviceproviders in alle gebieden
ondersteund of vermeld.
Google Play™ is de officiële online Google-winkel voor het downloaden van applicaties,
spelletjes, muziek, films en boeken. Het bevat zowel gratis als betaalde applicaties.
Voordat u begint met het downloaden van Google Play™, moet u ervoor zorgen dat u
een werkende internetverbinding hebt, bij voorkeur via Wi-Fi®, om de kosten van
gegevensverkeer te beperken.
U moet een Google™-account hebben om Google Play™ te kunnen gebruiken. Google Play™
is mogelijk niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Een applicatie downloaden van Google Play™
1
Tik op het Startscherm op .
2
Tik op Play Store.
3
Zoek een item dat u wilt downloaden door te bladeren door categorieën of via de
zoekfunctie.
4
Tik op het item waarvoor u de details wilt weergeven en volg de instructies om de
installatie te voltooien.
Sommige applicaties kunnen toegang nodig hebben tot gegevens, instellingen en diverse
functies op uw apparaat om goed te kunnen werken. Installeer en geef alleen toestemming aan
applicaties die u vertrouwt.
U kunt de verleende toestemmingen aan een gedownloade applicatie bekijken door op de
applicatie onder Instellingen > Apps te tikken.
Applicaties downloaden van andere bronnen
Wanneer uw apparaat is ingesteld om downloads toe te staan van andere bronnen dan
Google Play™, kunt u applicaties direct van andere websites downloaden door de
desbetreffende downloadinstructies te volgen.
Als u applicaties installeert van onbekende oorsprong of uit een onbetrouwbare bron, kan uw
apparaat beschadigd raken. Download alleen applicaties die afkomstig zijn van betrouwbare
bronnen. Neem contact op met de leverancier van de applicatie als u vragen hebt of
problemen ondervindt.
Het downloaden van applicaties van andere bronnen toestaan
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Schakel het selectievakje Onbekende bronnen in.
4
Tik op OK.
Sommige applicaties kunnen toegang nodig hebben tot gegevens, instellingen en diverse
functies op uw apparaat om goed te kunnen werken. Installeer en geef alleen toestemming aan
applicaties die u vertrouwt.
U kunt de verleende toestemmingen aan een gedownloade applicatie bekijken door op de
applicatie onder Instellingen > Apps te tikken.
De Google Chrome™-webbrowser voor Android™-apparaten wordt voor de meeste
landen vooraf geïnstalleerd geleverd. Ga naar http://support.google.com/chrome en klik
op de link "Chrome for Mobile" voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van
deze webbrowser.
Bladeren met Google Chrome™
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Als u Google Chrome™ voor het eerst gebruikt, selecteer dan of u zich wilt
aanmelden bij een Google™-account of anoniem wilt bladeren met Google
Chrome™.
4
Voer een zoekterm of webadres in het zoek- en adresveld in en tik vervolgens op
Ga op het toetsenbord.
Internet- en mms-instellingen
Om multimedia-berichten te sturen of naar internet te gaan als geen Wi-Fi®-netwerk
beschikbaar is, hebt u een actieve mobiele gegevensverbindinding nodig met de juiste
instellingen voor internet en mms (Multimedia Messaging Service). Een paar tips:
•
Voor de meeste mobiele netwerken en aanbieders zijn de internet- en mmsinstellingen vooraf op het apparaat geïnstalleerd. U kunt dan direct internet gebruiken
en multimediaberichten verzenden.
•
In sommige gevallen bestaat de mogelijkheid om internet- en mms-instellingen te
downloaden wanneer u het apparaat voor de eerste keer inschakelt nadat een
simkaart is geplaatst. Het is ook mogelijk om deze instellingen later te downloaden via
het menu Instellingen.
•
U kunt op elk moment handmatig instellingen voor internet en mms op uw apparaat
toevoegen, wijzigen of wissen. Neem voor meer informatie contact op met uw
netwerkexploitant.
•
Als u geen toegang hebt tot het internet via een mobiel netwerk of als mms niet
werkt, zelfs nadat u internet- en mms-instellingen hebt gedownload naar uw
apparaat, raadpleeg dan de tips voor probleemoplossing voor uw apparaat op
www.sonymobile.com/support/
gegevens en mms.
.
voor problemen met netwerkdekking, mobiele
Instellingen voor internet en mms downloaden
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Tik op Accepteren. Wanneer de instellingen zijn gedownload, verschijnt in de
statusbalk en worden mobiele gegevens automatisch ingeschakeld.
Als de instellingen niet naar uw apparaat kunnen worden gedownload, controleer dan de
signaalsterkte van uw mobiele netwerk. Ga naar een open locatie zonder hindernissen of ga bij
een raam staan en probeer het nogmaals.
Controleren of mobiele gegevens in- of uitgeschakeld zijn
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken.
3
Controleer of het keuzevakje Mobiel dataverkeer gemarkeerd is of niet.
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken.
3
Tik op Namen toegangspunten > .
4
Tik op Naam en voer een naam in.
5
Tik op APN en vul de naam van het toegangspunt in.
6
Voer alle overige informatie in. Als u niet weet welke informatie noodzakelijk is,
neem dan contact op met uw netwerkaanbieder voor nadere informatie.
7
Als u klaar bent, tikt u op
en vervolgens op Opslaan.
De gedownloade instellingen voor internet en mms bekijken
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken.
3
Tik op Namen toegangspunten.
4
Voor meer informatie tikt u op een van de beschikbare onderdelen.
Als er meerdere verbindingen beschikbaar zijn, wordt de actieve netwerkverbinding
aangegeven met een gemarkeerde knop .
Wi-Fi®
Gebruik Wi-Fi®-verbindingen om op internet te surfen, applicaties te downloaden of emails te verzenden en te ontvangen. Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een WiFi®-netwerk, onthoudt uw apparaat het netwerk en maakt hier de volgende keer als u in
de buurt bent automatisch verbinding mee.
Bij sommige Wi-Fi®-netwerken moet u inloggen bij een webpagina, voordat u toegang
krijgt. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende Wi-Fi®netwerkbeheerder.
Beschikbare Wi-Fi®-netwerken kunnen open of beveiligd zijn:
•
Open netwerken worden aangeduid met naast de naam van het Wi-Fi®-netwerk.
•
Beveiligde netwerken worden aangeduid met naast de naam van het Wi-Fi®-netwerk.
Sommige Wi-Fi®-netwerken worden niet weergegeven in de lijst met beschikbare netwerken
omdat zij hun netwerknaam (SSID) niet uitzenden. Als u de naam van het netwerk kent, kunt u
het handmatig toevoegen aan uw lijst met beschikbare Wi-Fi®-netwerken.
Wi-Fi® inschakelen
1
Tik vanaf het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Sleep de schuif naast Wi-Fi naar rechts om de functie Wi-Fi® in te schakelen.
Het kan een paar seconden duren voordat Wi-Fi® is ingeschakeld.
Instellingen
.
Automatisch verbinding maken met een Wi-Fi®-netwerk
1
Tik vanaf het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen.
3
Tik op Wi-Fi. Alle beschikbare Wi-Fi®-netwerken worden weergegeven.
4
Tik op een Wi-Fi®-netwerk om daar verbinding mee te maken. Voor beveiligde
netwerken voert u het desbetreffende wachtwoord in. wordt weergegeven in de
statusbalk wanneer u bent verbonden.
Wilt u naar nieuwe beschikbare netwerken zoeken, tik dan op
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
6
Voer zo nodig een wachtwoord in.
7
Om een aantal geavanceerde opties zoals proxy- en IP-instellingen te bewerken,
markeert u het selectievakje Geavanceerde opties weergeven en bewerkt u naar
wens.
8
Tik op Opslaan.
Neem contact op met uw Wi-Fi®-netwerkbeheerder om de SSID van het netwerk en het
wachtwoord te krijgen.
Het Wi-Fi® -signaal versterken
U kunt een Wi-Fi®-signaal op verschillende manieren versterken:
•
Houd het apparaat dichter bij het Wi-Fi®-toegangspunt.
•
Plaats het Wi-Fi®-toegangspunt uit de buurt van mogelijke obstakels of interferentie.
•
Dek het Wi-Fi®-antennegebied van het apparaat niet af (het gemarkeerde gebied in de
afbeelding).
Wi-Fi®-instellingen
Wanneer u bent verbonden met een Wi-Fi®-netwerk of wanneer er Wi-Fi®-netwerken
beschikbaar zijn in uw omgeving, kunt u de status van deze WLAN-netwerken bekijken.
U kunt op uw apparaat instellen dat u een melding ontvangt wanneer er een open WiFi®-netwerk wordt gedetecteerd.
Als u niet bent verbonden met een Wi-Fi®-netwerk, wordt op uw apparaat een mobiele
gegevensverbinding gebruikt voor internettoegang (indien u een mobiele
gegevensverbinding hebt ingesteld en ingeschakeld op uw apparaat). Door een Wi-Fi®slaapstandbeleid toe te voegen, kunt u kiezen wanneer u wilt overschakelen van Wi-Fi®
naar mobiele gegevens.
Gedetailleerde informatie over een verbonden Wi-Fi®-netwerk weergeven
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op het Wi-Fi®-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Er wordt
gedetailleerde informatie over het netwerk weergegeven.
Een Wi-Fi®-slaapbeleid toevoegen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Druk op
4
Tik op Geavanceerd.
5
Tik op Wi-Fi behouden in slaapstand.
6
Selecteer een optie.
.
WPS
WPS (Wi-Fi® Protected Setup) is een gegevensverwerkingsstandaard waarmee u veilige
draadloze netwerkverbindingen tot stand kunt brengen. Als u weinig achtergrondkennis
hebt van draadloze beveiliging maakt WPS het eenvoudig voor u om Wi-Fi Protected
Access (WPA) encryptie in te stellen om uw netwerk te beveiligen. U kunt ook nieuwe
apparaten toevoegen aan een bestaand netwerk zonder lange wachtwoorden in te
voeren.
Gebruik een van deze methoden om WPS in te schakelen:
•
Drukknopmethode: druk op een knop op een door WPS ondersteund apparaat,
bijvoorbeeld een router.
•
Pinmethode: uw telefoon maakt een willekeurige pincode aan, die u invoert op het door
WPS ondersteunde apparaat.
Met een WPS-knop verbinding maken met een Wi-Fi®-netwerk
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Schakel Wi-Fi® in als dat nog niet het geval was.
4
Tik op
Met een WPS-PIN verbinding maken met een Wi-Fi®-netwerk
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Schakel Wi-Fi® in als dat nog niet het geval was.
4
Tik op
5
Voer op het door WPS ondersteunde apparaat de pincode in die op het apparaat
verschijnt.
en druk op de WPS-knop op het door WPS ondersteunde apparaat.
>
WPS-pin
Instellingen
.
>
Wi-Fi
.
Uw mobiele gegevensverbinding delen
U kunt uw mobiele gegevensverbinding op verschillende manieren met andere apparaten
delen:
•
USB tethering: deel de mobiele gegevensverbinding met één computer via een USBkabel.
•
Bluetooth® tethering: deel de mobiele gegevensverbinding met maximaal vijf andere
apparaten via Bluetooth®.
•
Draagbare Wi-Fi®-hotspot: deel uw mobiele gegevensverbinding tegelijkertijd met
maximaal tien apparaten, inclusief apparaten die de WPS-technologie ondersteunen.