Sony NT3 Users guide [nl]

Gebruikershandleiding
SmartTags
NT3/SmartTagsST25a

Inhoudsopgave

Inleiding.........................................................................................3
Wat zijn SmartTags?..........................................................................3
Aan de slag....................................................................................4
De NFC-functie inschakelen............................................................. 4
NFC-detectiegebied..........................................................................4
Smart Connect.................................................................................. 4
Gebruik van SmartTags................................................................. 5
Configureren van SmartTags............................................................ 5
Bewerken van SmartTags................................................................. 5
Juridische gegevens...................................................................... 7
Declaration of Conformity forNT3.....................................................7
Industry Canada Statement..............................................................8
2

Inleiding

SmartTags gebruikt de NFC-mogelijkheden van uw apparaat om onmiddellijke acties te activeren. Ze kunnen bijvoorbeeld meerdere instellingen op uw apparaat activeren, een toepassing starten, de Wi-Fi®-functie op uw apparaat inschakelen, of een koppeling naar een webpagina maken. U kunt een SmartTag ook als een persoonlijk visitekaartje gebruiken.
SmartTags biedt ook vooraf ingestelde scenario's, zodat u snel aan de slag kunt. Bijvoorbeeld, als u gaat slapen is een tikje van een SmartTag voldoende om uw alarmtoepassing op te starten, uw telefoon in de stille modus te zetten, en alle toepassingen die u niet nodig heeft uit te schakelen, zoals Wi-Fi®, Bluetooth® en GPS.
3
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Aan de slag

De NFC-functie inschakelen

Om te starten moet u eerst de NFC-functie op uw apparaat inschakelen, zodat NFC-labels kunnen worden herkend.
De NFC-functie inschakelen
1 Tik op het Startscherm op .
2 Ga naar en tik op Instellingen > Meer....
3 Schakel het selectievakje NFC in.

NFC-detectiegebied

De locatie van het NFC-detectiegebied op een apparaat kan per apparaat verschillen. U kunt een NFC-label tegen de achtergrond van uw apparaat vegen, om erachter te komen waar de NFC-detector zich bevindt. Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding van uw apparaat.

Smart Connect

U hebt de Smart Connect-toepassing nodig om uw SmartTags te kunnen lezen en configureren. De toepassing is vooraf geïnstalleerd op alle Xperia™-apparaten.
Als Smart Connect niet is geïnstalleerd op uw apparaat, wordt u het aanraken van het label automatisch omgeleid naar Google Play™ om de app te downloaden. U kunt Smart Connect ook te allen tijde downloaden met de toepassing Google Play™ op uw apparaat.
Voor het downloaden van Smart Connect is een netwerkverbinding nodig.
4
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Gebruik van SmartTags

Configureren van SmartTags
Wanneer u een niet-geconfigureerd label scant, wordt er een handleiding geopend om u te helpen met het configureren van het label wanneer u dit voor de eerste keer scant. Andere labels kunnen vooraf geconfigureerd met bepaalde gegevens of instellingen worden geleverd. Een label kan bijvoorbeeld vooraf zijn geconfigureerd om een webkoppeling te openen met gegevens over een bepaald product of een bepaalde dienst. Het kan ook zijn ingesteld om bepaalde functies te lanceren op uw apparaat.
Een SmartTag voor de eerste keer configureren
1 Ontgrendel het scherm. 2 Plaats uw apparaat tegen de SmartTag zodat het NFC-detectiegebied van
het apparaat het label raakt. Uw apparaat trilt en er wordt een dialoogvenster weergegeven.
3 Selecteer Nieuwe gebeurtenis aanmaken en volg de aanwijzingen om de
door uw gewenste acties toe te voegen.
4 Bewerk het veld Naam van gebeurtenis en tik op Stoppen om de
gebeurtenis te voltooien.
5 Tik Aanvaarden in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Uw label
wordt nu opgeslagen in de gebeurtenislijst Smart Connect als een SmartTag.

Bewerken van SmartTags

De eerste keer dat u een label configureert, wordt er een handleiding geopend die u door de stappen leidt. Daarna kunt u uw labels met de toepassing Smart Connect bewerken.
Als u een gebeurtenis hebt gemaakt op een label, kunt u als enige de gebeurtenis bewerken, maar iedereen met een apparaat waarop NFC is ingeschakeld kan het label lezen. U kunt anderen toestaan één van uw SmartTags te bewerken door het label te verwijderen uit uw apparaatlijst in de toepassing Smart Connect.
Een SmartTag bewerken
1 Ga op het scherm van de hoofdtoepassing naar Smart Connect en tik
hierop.
2 Zoek en tik op Gebeurtenissen. 3 Tik op de gebeurtenis die u wilt bewerken.
5
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een gebeurtenis uit de lijst met gebeurtenissen verwijderen
1 Ga op het scherm van de hoofdtoepassing naar Smart Connect en tik
hierop.
2 Zoek en tik op Gebeurtenissen. 3 Tik op de gebeurtenis die u wilt verwijderen. 4 Tik op Verwijderen.
Een SmartTag uit de lijst met apparaten verwijderen
1 Ga op het scherm van de hoofdtoepassing naar Smart Connect en tik
hierop.
2 Zoek en tik op Apparaten. 3 Tik op het label dat u wilt verwijderen. 4 Tik op Apparaat verwijderen.
6
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Juridische gegevens

SmartTagsNT3
Deze gebruikershandleiding is gepubliceerd door Sony Mobile Communications AB of een van haar lokale vestigingen, zonder enige garantie. Sony Mobile Communications AB kan te allen tijde en zonder voorafgaande waarschuwing verbeteringen en wijzigingen aan deze gebruikershandleiding aanbrengen op grond van typografische fouten, onjuiste of achterhaalde gegevens of verbeteringen aan programmatuur en/of apparatuur. Dergelijke wijzigingen zullen wel worden verwerkt in nieuwe uitgaven van deze gebruikershandleiding.
Alle rechten voorbehouden.
©Sony Mobile Communications AB, 2013
Publicatienummer: 1277-6045.2 Alle namen van producten en bedrijven die hierin staan vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van hun respectieve eigenaars. Alle rechten die hierin niet uitdrukkelijk worden verleend, zijn voorbehouden. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
www.sonymobile.com
Ga naar Alle afbeeldingen zijn uitsluitend bedoeld ter illustratie en vormen mogelijk geen exacte weergave van het daadwerkelijke accessoire.

Declaration of Conformity forNT3

We, Sony Mobile Communications AB of
Nya Vattentornet
SE-221 88 Lund, Sweden
declare under our sole responsibility that our product
Sony type AI-1400
and in combination with our accessories, to which this declaration relates is in conformity with the appropriate standards EN 301 489-7:V1.3.1, EN 301 489-3:V1.4.1 following the provisions of, Radio Equipment and Telecommunication Terminal Equipment directive 1999/5/EC.
voor meer informatie.
Lund, June 2013
Anders Grynge
Director, Head of Global Type Approval
We fulfil the requirements of the R&TTE Directive (1999/5/EC).
FCC Statement
This device complies with Part 15 of the FCC rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Any change or modification not expressly approved by Sony may void the user's authority to operate the equipment.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation.
If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment o and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
Reorient or relocate the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit dierent from that to which the receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
7
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Industry Canada Statement

This device complies with RSS-210 of Industry Canada.
Operation is subject to the following two conditions: (1) this device may not cause interference, and (2) this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device.
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
The device for operation in the band 5150-5250 MHz is only for indoor use to reduce the potential for harmful interference to co-channel mobile satellite systems. The maximum antenna gain permitted for devices in the bands 5250-5350 MHz and 5470-5725 MHz shall comply with the e.i.r.p. limit; and the maximum antenna gain permitted for devices in the band 5725-5825 MHz shall comply with the e.i.r.p. limits specified for point-to-point and non point-to-point operation as appropriate. Users should also be advised that high-power radars are allocated as primary users (i.e. priority users) of the bands 5250-5350 MHz and 5650-5850 MHz and that these radars could cause interference and/or damage to LE-LAN devices.
Avis d’industrie Canada
Le présent appareil est conforme aux CNR d'Industrie Canada applicables aux appareils radio exempts de licence.
L'exploitation est autorisée aux deux conditions suivantes: (1) l'appareil ne doit pas produire de brouillage, et, and (2) l'utilisateur de l'appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi, même si le brouillage est susceptible d'en compromettre le fonctionnement.
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Les dispositifs fonctionnant dans la bande 5150-5250 MHz sont réservés uniquement pour une utilisation à l’intérieur afin de réduire les risques de brouillage préjudiciable aux systèmes de satellites mobiles utilisant les mêmes canaux. Le gain maximal d’antenne permis pour les dispositifs utilisant les bandes 5250-5350 MHz et 5470-5725 MHz doit se conformer à la limite de p.i.r.e. Le gain maximal d’antenne permis (pour les dispositifs utilisant la bande 5725-5825 MHz) doit se conformer à la limite de p.i.r.e. spécifiée pour l’exploitation point à point et non point à point, selon le cas. De plus, les utilisateurs devraient aussi être avisés que les utilisateurs de radars de haute puissance sont désignés utilisateurs principaux (c.-à-d., qu’ils ont la priorité) pour les bandes 5 250-5 350 MHz et 5 650-5 850 MHz et que ces radars pourraient causer du brouillage et/ou des dommages aux dispositifs LAN-EL.
8
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Loading...