Lijst met opnamefuncties
Slim automatisch
Superieur automat.
Over scèneherkenning
De voordelen van automatisch opnemen
Autom. programma
Panorama d. beweg.
Scènekeuze
Sluitertijdvoorkeuze
Diafragmavoorkeuze
Handm. belichting
BULB
Film
De opnamefuncties gebruiken
De zoom gebruiken
Zoom
De zoomfuncties die beschikbaar zijn op het apparaat
Zoom-instelling
Over de zoomvergroting
De flitser gebruiken
Flitsfunctie
Flitscompensatie
Een schermweergavefunctie selecteren
De schermweergave veranderen (Opnemen)
DISP-knop
Het formaat/de kwaliteit van stilstaande beelden selecteren
PlayMemories Mobile
Een Android-smartphone verbinden met dit apparaat
Het apparaat aansluiten op een iPhone of iPad
Een applicatie oproepen met [One-touch (NFC)]
Dit apparaat bedienen met behulp van een smartphone
Intellig. afstandsbedien. ingeslot.
One-touch connection met een NFC-compatibele Android-smartphone (NFC One-touch
remote)
Beelden kopiëren naar een smartphone
Naar smartph verznd
Beelden zenden naar een Android-smartphone (NFC One-touch sharing)
PlayMemories Camera Apps
Aanbevolen computeromgeving
De applicaties installeren
Een serviceaccount openen
Applicaties downloaden
Applicaties rechtstreeks downloaden naar het apparaat met behulp van de Wi-Fi-functie
De applicaties openen
De gedownloade applicatie openen
De applicaties beheren
Applicaties verwijderen
De volgorde van de applicaties veranderen
De accountinformatie van PlayMemories Camera Apps bevestigen
Weergeven op een computer
Aanbevolen computeromgeving
Aanbevolen computeromgeving
De software gebruiken
PlayMemories Home
PlayMemories Home installeren
Softwareprogramma's voor Mac-computers
"Image Data Converter"
"Image Data Converter" installeren
Toegang krijgen tot "Bedieningshandleiding Image Data Converter"
"Remote Camera Control"
"Remote Camera Control" installeren
Toegang krijgen tot "Remote Camera Control help-gids"
Dit apparaat aansluiten op een computer
Het apparaat aansluiten op een computer
Beelden importeren in de computer
Het apparaat loskoppelen van de computer
Een disc met bewegende beelden maken
Disctype
Selecteer de methode voor het maken van een disc
Een disc maken met een ander apparaat dan een computer
Een Blu-ray Disc maken
Voorzorgsmaatregelen/Dit apparaat
Voorzorgsmaatregelen
Voorzorgsmaatregelen
Interne oplaadbare batterij
Opmerkingen over de accu
De accu opladen
Geheugenkaart
Dit apparaat reinigen
Reiniging
De beeldsensor reinigen
Aantal opneembare stilstaande beelden en opnameduur van
bewegende beelden
Aantal stilstaande beelden
Resterende opnameduur van bewegende beelden
U kunt de accu niet in het apparaat plaatsen.
U kunt het apparaat niet inschakelen.
Het apparaat schakelt plotseling uit.
De resterende-acculadingindicator geeft een verkeerd niveau aan.
Het oplaadlampje van het apparaat knippert tijdens het opladen van de accu.
De accu is niet opgeladen ondanks dat het oplaadlampje van het apparaat is uitgegaan.
De accu wordt niet opgeladen.
Stilstaande/bewegende beelden opnemen
U kunt geen beelden opnemen.
Het opnemen duurt erg lang.
Het beeld is onscherp.
De flitser werkt niet.
Wazige ronde witte vlekken zijn te zien op beelden die met de flitser zijn gemaakt.
De opnamedatum en -tijd worden niet afgebeeld op het scherm.
De datum en tijd worden onjuist opgenomen.
De diafragmawaarde en/of de sluitertijd knipperen.
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Punten verschijnen en blijven op het scherm.
U kunt niet continu beelden opnemen.
Het beeld is witachtig (schittering)./Er verschijnt een lichtwaas op het beeld (schaduwbeeld).
De hoeken van het beeld zijn te donker.
Het beeld is wazig.
Het LCD-scherm wordt donkerder nadat een korte tijdsduur is verstreken.
Het duurt te lang voordat de flitser opnieuw is opgeladen.
Beelden weergeven
Het lukt niet beelden weer te geven.
De datum en tijd worden niet afgebeeld.
Het lukt niet het beeld te wissen.
Het beeld is per ongeluk gewist.
U kunt geen DPOF-afdrukmarkering toevoegen.
Wi-Fi
U kunt het draadloze accesspoint waarmee moet worden verbonden niet vinden.
[WPS-Push] werkt niet.
[Naar computer verz.] wordt voortijdig geannuleerd.
U kunt geen bewegende beelden zenden naar een smartphone.
[Intellig. afstandsbedien. ingeslot.] of [Naar smartph verznd] wordt voortijdig geannuleerd.
Het opnamescherm voor [Intellig. afstandsbedien. ingeslot.] wordt niet soepel afgebeeld./De
verbinding tussen het apparaat en de smartphone is verbroken.
U kunt One-touch connection (NFC) niet gebruiken.
Computers
De computer herkent dit apparaat niet.
U kunt geen beelden importeren.
Het beeld en het geluid worden onderbroken door ruis wanneer u een film op een computer
bekijkt.
Beelden die vanaf een computer zijn geëxporteerd, kunnen niet op dit apparaat worden
weergegeven.
Geheugenkaarten
De geheugenkaart is per ongeluk geformatteerd.
Afdrukken
U kunt geen beelden afdrukken.
Het beeld heeft een vreemde kleur.
Bij de afdruk van de beelden worden beide randen afgesneden.
U kunt geen beelden met de datum erop afdrukken.
Overige
De lens raakt beslagen.
Het apparaat wordt warm wanneer u het gedurende een lange tijd gebruikt.
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat het apparaat is ingeschakeld.
Het aantal op te nemen beelden neemt niet af of neemt met twee beelden tegelijk af.
Het apparaat werk niet goed.
De "--E-" indicator wordt op het scherm afgebeeld.
Mededelingen
Mededelingen
Waarschuwingsberichten
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren
Hoe te gebruikenVóór gebruikNamen van de onderdelen
14. Contactpunten van de lens**
Plaats van de onderdelen
Wanneer de lens is verwijderd
1. Ontspanknop
2. ON/OFF (aan/uit-)knop
3. Bevestigingsoog voor de schouderriem
4. (N-markering)
Deze markering geeft het aanraakpunt aan voor het verbinden van dit apparaat met een
NFC-compatibele smartphone.
NFC (Near Field Communication) is een internationale norm voor draadloze
communicatie over een korte afstand.
5. Voor opnemen: W/T (zoom-)knop
Voor weergeven: (index-)knop/ (weergavezoom-)knop
6. AF-hulplicht/zelfontspannerlamp
7. Positiemarkering beeldsensor
8. Flitser
Druk op de knop (flitser omhoog) om de flitser te gebruiken.
9. Microfoon*
10. Lens
11. Lensontgrendelingsknop
12. Vatting
13. Beeldsensor**
*
Bedek dit deel niet tijdens het opnemen van bewegende beelden.
**
Raak dit onderdeel niet rechtstreeks aan.
1. (flitser omhoog-)knop
2. LCD-scherm
U kunt het LCD-scherm instellen op een hoek waaronder het beeld gemakkelijk te zien
is en vanuit elk standpunt opnemen.
U kunt de hoek van het LCD-scherm mogelijk niet afstellen afhankelijk van het type
statief dat u gebruikt. Draai in dat geval de schroef van het statief één slag los om de
hoek van het LCD-scherm af te stellen.
3. Toegangslamp
4. Deksel van de geheugenkaart/aansluiting
5. Wi-Fi-sensor (ingebouwd)
6. MOVIE (bewegende beelden-)knop
7. MENU-knop
8. Besturingswiel
9. ? (Helpfunctie in camera-)knop/ (wis-)knop
10. (weergave-)knop
11. Multi/Micro USB-aansluiting
Ondersteunt een micro-USB-compatibel apparaat.
12. Oplaadlampje
13. Geheugenkaartgleuf
14. HDMI-microaansluiting
1. Accudeksel
2. Accu-uitwerphendel
3. Accuvak
4. Afdekking van verbindingsplaat
Gebruik deze wanneer u de netspanningsadapter AC-PW20 (los verkrijgbaar) gebruikt.
Steek de verbindingsplaat in het accuvak en geleid het snoer daarna door de opening in
het afdekking van verbindingsplaat, zoals hieronder is afgebeeld.
Let erop dat het snoer niet bekneld raakt wanneer u de accudeksel sluit.
5. Luidspreker
6. Schroefgat voor statief
Gebruik een statief met een schroef van minder dan 5,5 mm lang. Als de schroef te lang
is, kunt u de camera niet stevig bevestigen en kan de camera worden beschadigd.
Hoe te gebruikenVóór gebruikNamen van de onderdelen
Onderdelen herkennen Lens E PZ 16–50 mm F3.5–5.6
OSS (geleverd bij ILCE-5000L/ILCE-5000Y)
1. Zoom-/scherpstelring
2. Zoomhendel
3. Vattingmarkering
4. Contactpunten van de lens*
*
Raak dit onderdeel niet rechtstreeks aan.
Hoe te gebruikenVóór gebruikNamen van de onderdelen
Onderdelen herkennen Lens E 55-210 mm F4.5-6.3 OSS
(geleverd bij ILCE-5000Y)
1. Scherpstelring
2. Zoomring
3. Schaal voor brandpuntsafstand
4. Markeringen voor brandpuntsafstand
5. Contactpunten van de lens*
6. Vattingmarkering
*
Raak dit onderdeel niet rechtstreeks aan.
Hoe te gebruikenVóór gebruikPictogrammen en indicators
Lijst van pictogrammen op het scherm
Lijst met pictogrammen van de opnamefunctie
Lijst met pictogrammen van de weergavefunctie
1. P P* A S M
Opnamefunctie
Zelfontspanner voor zelfportretopname
Status van geheugenkaart/uploaden
Pictogram van scèneherkenning
Scènekeuze
100
Resterend aantal
Waarschuwing voor oververhitting
Beeldverhouding van stilstaande beelden
20M / 17M / 10M / 8.4M / 5.0M / 4.2M
Beeldformaat van stilstaande beelden
Beeldkwaliteit van stilstaande beelden
Frames per seconde van bewegende beelden
Opname-instellingen van bewegende beelden
NFC is geactiveerd
Resterende acculading
Waarschuwing voor resterende acculading
Flitser bezig op te laden
AF-hulplicht
Automatisch objectomkadering
SteadyShot
Camerabeweging-indicator
Vliegtuig-stand
Geen audio-opname van bewegende beelden
Windgeluidonderdrukking
Databasebestand vol/Databasebestandsfout
Instelling effect uit
Slimme-zoomfunctie
Helder Beeld Zoom
Digitale-zoomfunctie
Spot-lichtmeetveld
Weergavefunctie
100-0003
Map - bestandsnummer
Opnameformaat van bewegende beelden
Beveiligen
DPOF
DPOF ingesteld
2.
Transportfunctie
Lichtmeetfunctie
Flitserfunctie/Rode-ogeneffectvermindering
±0.0
Flitscompensatie
Scherpstellingsfunctie
Witbalans
7500K A5 G5
Scherpstelgebied
±0.0
D.-bereikopt./Auto HDR
Lach-/Gezichtsherk.
Creatieve stijl
AF-vergrendeling
Foto-effect
±0 ±0 ±0
Gevoeligheidsindicator lachdetectie
3. AF-vergrendeling
Gidsweergave voor AF-vergrendeling
REC 0:12
Opnameduur van de bewegende beelden (m:s)
Werking van het besturingswiel
Av: Diafragma
Tv: Sluitertijd
Scherpstellen
1/250
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
±0.0
Gemeten-handmatig
Belichtingscompensatie
ISO400
ISO-gevoeligheid
AE-vergrendeling
Sluitertijdbalk
Diafragma-indicatie
Histogram
Foto-effectfout
Waarschuwing Auto HDR-beeld
2014-1-1
10:37AM
Opnamedatum
3/7
Bestandsnummer/Aantal beelden in de weergavefunctie
Hoe te gebruikenVóór gebruikDe riem gebruiken
De schouderriem gebruiken
Bevestig de schouderriem om te voorkomen dat het apparaat valt en beschadigd raakt.
1. Bevestig beide uiteinden van de riem.
Hoe te gebruikenVóór gebruikHelpfunctie in camera
Over de [Helpfunct. in camera]
De [Helpfunct. in camera] beeldt beschrijvingen af van MENU-onderdelen en instellingen, en
als een functie niet kan worden ingesteld geeft het de reden daarvan aan.
1. Druk op de MENU-knop.
2. Selecteer het gewenste MENU-onderdeel met behulp van boven-/onder-/linker-
/rechterkant van het besturingswiel.
3. Druk op de ? (Helpfunct. in camera-) knop.
De bedieningsgids voor het MENU-onderdeel dat u in stap 2 hebt geselecteerd, wordt
afgebeeld.
Als u op in het midden van het besturingswiel drukt nadat u een item hebt
geselecteerd dat grijs wordt afgebeeld, wordt de reden afgebeeld waarom het item niet
kan worden ingesteld.
Hoe te gebruikenVóór gebruikHelpfunctie in camera
Over het opnameadvies
Geeft het opnameadvies weer overeenkomstig de geselecteerde opnamefunctie.
1. Druk op de ? (Helpfunct. in camera) knop terwijl het opnamescherm wordt weergegeven.
2. Druk op de boven-/onderkant van het besturingswiel om het gewenste opnameadvies te
selecteren en druk daarna op in het midden.
Het opnameadvies wordt weergegeven.
U kunt het scherm doordraaien door op de boven-/onderkant van het besturingswiel te
drukken.
Hint
Om alle opnameadviezen te bekijken, selecteert u MENU → (Camera- instellingen) →
[Lijst met opnametips].
Hoe te gebruiken
controleren
De bedieningsmethode controlerenDe bedieningsmethode
Het besturingswiel gebruiken
U kunt onderdelen selecteren en instellen door het besturingswiel te draaien of op de boven/onder-/rechter-/linkerkant van het besturingswiel te drukken. Uw selectie wordt vastgelegd
wanneer u op in het midden van het besturingswiel drukt.
De functies DISP (weergave-instelling), (Belicht.comp.),(Creatief met foto's),/
(Transportfunctie), ISO zijn toegewezen aan de boven-/linker-/rechterkant van het
besturingswiel. Bovendien is [Opn.modus] toegewezen aan in het midden. U kunt
geselecteerde functies toewijzen aan de linker-/rechter-/onderkant van het besturingswiel of
aan in het midden.
Tijdens weergave kunt u het volgende/vorige beeld weergeven door op de rechter-/linkerkant
van het besturingswiel te drukken, of door het besturingswiel te draaien.
Hoe te gebruikenDe bedieningsmethode controlerenDe bedieningsmethode
controleren
MENU-onderdelen gebruiken
In dit gedeelte leert u hoe u instellingen kunt veranderen die betrekking hebben op alle
camerabedieningen en de camerafuncties kunt uitvoeren, waaronder opnemen, weergeven, en
bedieningsmethoden.
1. Druk op de MENU-knop om het menuscherm af te beelden.
2. Selecteer het gewenste MENU-onderdeel met behulp van de boven-/onder-/rechter-
/linkerkant van het besturingswiel of door het besturingswiel te draaien en druk daarna op
in het midden van het besturingswiel.
De weergave kan van stap 1 rechtstreeks veranderen naar stap 3 afhankelijk van de
instelling van [Tegelmenu].
3. Selecteer het gewenste instelitem door op de boven-/onder-/rechter-/linkerkant van het
besturingswiel te drukken of door het besturingswiel te draaien en daarna op in het
midden van het besturingswiel.
Selecteer een pictogram bovenaan het scherm en druk op de rechter-/linkerkant van
het besturingswiel om naar een ander MENU-onderdeel te gaan.
4. Selecteer de gewenste waarde van de instelling en druk ter bevestiging op .
Hoe te gebruikenOpnemenStilstaande/bewegende beelden opnemen
Stilstaande beelden opnemen
Neemt stilstaande beelden op.
1. Stel de opnamefunctie in op (Slim automatisch).
2. Stel de hoek van de monitor in en houd de camera vast.
3. Druk de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen.
Als het beeld scherpgesteld is, klinkt een pieptoon en wordt de indicator ( of )
afgebeeld.
4. Druk de ontspanknop helemaal in.
Scherpstellingsindicator
brandt:
Het beeld is scherpgesteld.
knippert:
Het scherpstellen is mislukt.
brandt:
Het beeld is scherpgesteld. De scherpgestelde positie verandert overeenkomstig de beweging
van het onderwerp.
brandt:
De scherpstelling wordt uitgevoerd.
Hint
Als het apparaat niet automatisch kan scherpstellen, knippert de scherpstellingsindicator en
klinkt geen pieptoon. Maak opnieuw een compositie van de opname of kies een andere
instelling voor het scherpstellen.
Scherpstellen kan moeilijk zijn in de volgende situaties:
Het is donker en het onderwerp is ver weg.
Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond.
Het onderwerp is zichtbaar door glas heen.
Het onderwerp beweegt snel.
Bij reflecterend licht of glimmende oppervlakken.
Er is een knipperend licht.
Het onderwerp wordt van achteren belicht.
Hoe te gebruikenOpnemenStilstaande/bewegende beelden opnemen
Bewegende beelden opnemen
U kunt bewegende beelden opnemen door op de MOVIE-knop te drukken.
1. Druk op de MOVIE-knop als u het opnemen wilt starten.
Om de sluitertijd en de diafragmawaarde te veranderen naar de gewenste instellingen, zet
u de opnamefunctie in de stand (Film).
2. Druk nogmaals op de MOVIE-knop als u het opnemen wilt stoppen.
Opmerking
Wanneer een functie, zoals de zoomfunctie, wordt gebruikt tijdens het opnemen van
bewegende beelden, wordt het geluid van de apparaatbediening ook opgenomen. Het geluid
van de werking van de MOVIE-knop kan ook worden opgenomen wanneer u op de MOVIEknop drukt om het opnemen te stoppen.
Voor de ononderbroken opnameduur van bewegende beelden, raadpleegt u "Opnameduur
van bewegende beelden". Nadat het opnemen van bewegende beelden klaar is, kunt u het
opnemen hervatten door nogmaals op de MOVIE-knop te drukken. Het opnemen kan
automatisch worden onderbroken om het apparaat te beschermen afhankelijk van de
omgevingstemperatuur.
Hoe te gebruiken
OpnemenEen opnamefunctie selecteren
Lijst met opnamefuncties
U kunt een gewenste opnamefunctie selecteren.
1. MENU → (Camera- instellingen) → [Opn.modus] → gewenste instelling.
Beschikbare functies
(Slim automatisch):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden
aangepast.
(Superieur automat.):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met een hogere kwaliteit dan in de intelligent
automatische functie.
P (Autom. programma):
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde (F-getal)). U kunt ook diverse instellingen selecteren op het menu.
A (Diafragmavoorkeuze):
Maakt het mogelijk om het diafragma in te stellen en op te nemen, bijvoorbeeld wanneer u de
achtergrond wazig wil maken, enz.
S (Sluitertijdvoorkeuze):
Hiermee kunt u snelbewegende onderwerpen, enz., opnemen door de sluitertijd handmatig in te
stellen.
M (Handm. belichting):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de gewenste belichting door de sluitertijd en
de diafragmawaarde in te stellen.
(Film):
Maakt het mogelijk om de instellingen voor het opnemen van bewegende beelden te
veranderen.
(Panorama d. beweg.):
Maakt het mogelijk om een panoramabeeld op te nemen door het beeld samen te stellen.
SCN (Scènekeuze):
Maakt het mogelijk om opnamen te maken met vooraf ingestelde instellingen die afhankelijk zijn
van het onderwerp en de scène.
Hoe te gebruikenOpnemenEen opnamefunctie selecteren
Slim automatisch
Het apparaat analyseert het onderwerp en biedt u de mogelijkheid een opname te maken met
de juiste instellingen.
1. MENU → (Camera- instellingen) → [Opn.modus] →[Slim automatisch].
2. Richt de camera op het onderwerp.
Nadat de camera de scène heeft herkend, wordt het pictogram van de herkende scène
afgebeeld op het scherm.
3. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
Opmerking
Het apparaat zal de scène niet herkennen wanneer u beelden opneemt met een andere
zoomfunctie dan de optische-zoomfunctie.
Het apparaat herkent deze scènes mogelijk niet goed onder bepaalde
opnameomstandigheden.
Loading...
+ 161 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.