Sony ILCE-5000L, ILCE-5000 Help manual [nl]

Help-gids: Digitale camera met verwisselbare lens ILCE-5000
Hoe te gebruiken
Vóór gebruik
Namen van de onderdelen
Plaats van de onderdelen Onderdelen herkennen Lens E PZ 16–50 mm F3.5–5.6 OSS (geleverd bij ILCE-5000L/ILCE-
5000Y) Onderdelen herkennen Lens E 55-210 mm F4.5-6.3 OSS (geleverd bij ILCE-5000Y)
Lijst van pictogrammen op het scherm
De riem gebruiken
De schouderriem gebruiken
Helpfunctie in camera
Over de [Helpfunct. in camera] Over het opnameadvies
De bedieningsmethode controleren
De bedieningsmethode controleren
Het besturingswiel gebruiken
MENU-onderdelen gebruiken
De flitser gebruiken
Opnemen
Stilstaande/bewegende beelden opnemen
Stilstaande beelden opnemen Bewegende beelden opnemen
Een opnamefunctie selecteren
Lijst met opnamefuncties Slim automatisch Superieur automat. Over scèneherkenning De voordelen van automatisch opnemen Autom. programma Panorama d. beweg. Scènekeuze Sluitertijdvoorkeuze Diafragmavoorkeuze Handm. belichting BULB Film
De opnamefuncties gebruiken
De zoom gebruiken
Zoom De zoomfuncties die beschikbaar zijn op het apparaat Zoom-instelling Over de zoomvergroting
De flitser gebruiken Flitsfunctie Flitscompensatie
Een schermweergavefunctie selecteren
De schermweergave veranderen (Opnemen) DISP-knop
Het formaat/de kwaliteit van stilstaande beelden selecteren
Beeldformaat (stilstaand beeld) Beeldverhouding (stilstaand beeld) Kwaliteit (stilstaand beeld) Panorama: formaat Panorama: richting
Scherpstellen
Scherpstelfunctie Scherpstelgebied Scherpstelvergrendeling H. scherpst. Directe handmatige scherpstelling (DMF) MF Assist (stilstaand beeld) Scherpst. vergroten Schrpstelvergrot.tijd Reliëfniveau Reliëfkleur AF-vergrendeling AF-vergrendeling (Aan) Pre-AF (stilstaand beeld) AF-hulplicht (stilstaand beeld) AF-microafst.
AF aan
De exacte afstand tot een onderwerp meten
Belichting instellen
Belicht.comp. Lichtmeetfunctie AE-vergrendeling AEL met sluiter (stilstaand beeld) Zebra Belichtingsinst.gids
Een transportfunctie selecteren (Ononderbroken opnemen/Zelfontspanner)
Transportfunctie Continue opname Cont. m. snelh.vk. Zelfontspanner Zelfontsp.(Cont.) Bracket continu Bracket enkel Witbalansbracket Bracket DRO
Foto's van uzelf nemen door naar het scherm te kijken
Zelfportr./-ontspan.
De ISO-gevoeligheid selecteren
ISO
De helderheid of het contrast corrigeren
D.-bereikopt. (DRO) Auto HDR
De kleurtinten aanpassen
Witbalans De basiswitkleur opslaan in [Eigen instelling].
Een effectfunctie selecteren
Foto-effect Creatieve stijl
Bewegende beelden opnemen
Bestandsindeling (bewegende beelden) Opname-instell. (bewegende beelden) Geluid opnemen Windruis reductie Aut. lang. sluit.tijd (bewegende beelden) Knop MOVIE
De opnamefuncties aanpassen voor handig gebruik
Eigen toetsinstelling. Werking van de ?-knop Werking van de middenknop Werking van de linkerknop Werking van de rechterknop Werking van de omlaagknop
De overige functies van dit apparaat instellen
Creatief met foto's Lach-/Gezichtsherk. Zachte-huideffect (stilstaand beeld) Gezichtsregistratie (Nieuwe registratie) Gezichtsregistratie (Volgorde wijzigen)
Gezichtsregistratie (Wissen)
Rode ogen verm.
Panoramabeelden weergeven
Autom. kadreren (stilstaand beeld) SteadyShot NR bij hoge-ISO (stilstaand beeld) Kleurenruimte (stilstaand beeld) Stramienlijn Autom.weergave LiveView-weergave Opn. zonder lens Sup. aut. Bld extract. Schaduwcompensat. Chro. afw.compens. Vervorm.compensat.
Weergeven
Stilstaande beelden weergeven
Beelden weergeven Weergavezoom Beeldindex De schermweergave veranderen (tijdens weergave)
Beelden wissen
Een beeld dat wordt weergegeven wissen Meerdere geselecteerde beelden tegelijk wissen
Bewegende beelden weergeven
Bewegende beelden weergeven
Panoramabeelden weergeven
Afdrukken
Printen opgeven
De weergavefuncties gebruiken
Weergavefunctie Weergave-rotatie Diavoorstelling Roteren Beveiligen WG 4K-stilst. beeld
Beelden bekijken op een televisie
Beelden bekijken op een HD-televisie Beelden bekijken op een "BRAVIA" Sync-compatibele televisie
Instellingen veranderen
Menu Setup
Monitor-helderheid Volume-instellingen Audiosignalen Inst. uploaden(Eye-Fi) Tegelmenu Wisbevestiging Begintijd energ.besp PAL/NTSC schakel. Demomodus HDMI-resolutie CTRL.VOOR HDMI USB-verbinding
USB LUN-instelling
Taal Datum/tijd instellen Tijdzone instellen Formatteren Bestandsnummer OPN.-map kiezen Nieuwe map Mapnaam Beeld-DB herstellen Media-info weergev. Versie Certificatielogo (alleen buitenlands model) Instelling herstellen
De Wi-Fi-functies gebruiken
Dit apparaat aansluiten op een smartphone
PlayMemories Mobile Een Android-smartphone verbinden met dit apparaat Het apparaat aansluiten op een iPhone of iPad Een applicatie oproepen met [One-touch (NFC)]
Dit apparaat bedienen met behulp van een smartphone
Intellig. afstandsbedien. ingeslot. One-touch connection met een NFC-compatibele Android-smartphone (NFC One-touch
remote)
Beelden kopiëren naar een smartphone
Naar smartph verznd Beelden zenden naar een Android-smartphone (NFC One-touch sharing)
Beelden kopiëren naar een computer
Naar computer verz.
Beelden kopiëren naar een televisie
Op TV bekijken
De instellingen van Wi-Fi-functies veranderen
Vliegtuig-stand WPS-Push Toegangspunt instel. Naam Appar. Bew. MAC-adres weergvn SSID/WW terugst. Netw.instell. terugst.
Applicaties toevoegen aan het apparaat
PlayMemories Camera Apps
PlayMemories Camera Apps Aanbevolen computeromgeving
De applicaties installeren
Een serviceaccount openen Applicaties downloaden Applicaties rechtstreeks downloaden naar het apparaat met behulp van de Wi-Fi-functie
De applicaties openen
De gedownloade applicatie openen
De applicaties beheren
Applicaties verwijderen
De volgorde van de applicaties veranderen De accountinformatie van PlayMemories Camera Apps bevestigen
Weergeven op een computer
Aanbevolen computeromgeving
Aanbevolen computeromgeving
De software gebruiken
PlayMemories Home PlayMemories Home installeren Softwareprogramma's voor Mac-computers "Image Data Converter" "Image Data Converter" installeren Toegang krijgen tot "Bedieningshandleiding Image Data Converter" "Remote Camera Control" "Remote Camera Control" installeren Toegang krijgen tot "Remote Camera Control help-gids"
Dit apparaat aansluiten op een computer
Het apparaat aansluiten op een computer Beelden importeren in de computer Het apparaat loskoppelen van de computer
Een disc met bewegende beelden maken
Disctype Selecteer de methode voor het maken van een disc Een disc maken met een ander apparaat dan een computer Een Blu-ray Disc maken
Voorzorgsmaatregelen/Dit apparaat
Voorzorgsmaatregelen
Voorzorgsmaatregelen Interne oplaadbare batterij Opmerkingen over de accu De accu opladen Geheugenkaart
Dit apparaat reinigen
Reiniging De beeldsensor reinigen
Aantal opneembare stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden
Aantal stilstaande beelden Resterende opnameduur van bewegende beelden
Dit apparaat in het buitenland gebruiken
Adapterstekker Over tv-kleursystemen
Overige informatie
Vattingadapter LA-EA1 Vattingadapter LA-EA2 Vattingadapter LA-EA3 Vattingadapter LA-EA4 Vattingadapter AVCHD-formaat Licentie
Handelsmerken
Handelsmerken
Probleemoplossing
In geval van problemen
In geval van problemen
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Accu en voeding
U kunt de accu niet in het apparaat plaatsen. U kunt het apparaat niet inschakelen. Het apparaat schakelt plotseling uit. De resterende-acculadingindicator geeft een verkeerd niveau aan. Het oplaadlampje van het apparaat knippert tijdens het opladen van de accu. De accu is niet opgeladen ondanks dat het oplaadlampje van het apparaat is uitgegaan. De accu wordt niet opgeladen.
Stilstaande/bewegende beelden opnemen
U kunt geen beelden opnemen. Het opnemen duurt erg lang. Het beeld is onscherp. De flitser werkt niet. Wazige ronde witte vlekken zijn te zien op beelden die met de flitser zijn gemaakt. De opnamedatum en -tijd worden niet afgebeeld op het scherm. De datum en tijd worden onjuist opgenomen. De diafragmawaarde en/of de sluitertijd knipperen. De kleuren van het beeld zijn niet juist.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt.
De ogen van het onderwerp zijn rood. Punten verschijnen en blijven op het scherm. U kunt niet continu beelden opnemen. Het beeld is witachtig (schittering)./Er verschijnt een lichtwaas op het beeld (schaduwbeeld). De hoeken van het beeld zijn te donker. Het beeld is wazig. Het LCD-scherm wordt donkerder nadat een korte tijdsduur is verstreken. Het duurt te lang voordat de flitser opnieuw is opgeladen.
Beelden weergeven
Het lukt niet beelden weer te geven. De datum en tijd worden niet afgebeeld. Het lukt niet het beeld te wissen. Het beeld is per ongeluk gewist. U kunt geen DPOF-afdrukmarkering toevoegen.
Wi-Fi
U kunt het draadloze accesspoint waarmee moet worden verbonden niet vinden. [WPS-Push] werkt niet. [Naar computer verz.] wordt voortijdig geannuleerd. U kunt geen bewegende beelden zenden naar een smartphone. [Intellig. afstandsbedien. ingeslot.] of [Naar smartph verznd] wordt voortijdig geannuleerd. Het opnamescherm voor [Intellig. afstandsbedien. ingeslot.] wordt niet soepel afgebeeld./De
verbinding tussen het apparaat en de smartphone is verbroken. U kunt One-touch connection (NFC) niet gebruiken.
Computers
De computer herkent dit apparaat niet. U kunt geen beelden importeren. Het beeld en het geluid worden onderbroken door ruis wanneer u een film op een computer
bekijkt.
Beelden die vanaf een computer zijn geëxporteerd, kunnen niet op dit apparaat worden
weergegeven.
Geheugenkaarten
De geheugenkaart is per ongeluk geformatteerd.
Afdrukken
U kunt geen beelden afdrukken. Het beeld heeft een vreemde kleur. Bij de afdruk van de beelden worden beide randen afgesneden. U kunt geen beelden met de datum erop afdrukken.
Overige
De lens raakt beslagen. Het apparaat wordt warm wanneer u het gedurende een lange tijd gebruikt. Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat het apparaat is ingeschakeld. Het aantal op te nemen beelden neemt niet af of neemt met twee beelden tegelijk af. Het apparaat werk niet goed. De "--E-" indicator wordt op het scherm afgebeeld.
Mededelingen
Mededelingen
Waarschuwingsberichten
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren
Situaties die voor dit apparaat moeilijkheden opleveren
Hoe te gebruiken Vóór gebruik Namen van de onderdelen
14. Contactpunten van de lens**
Plaats van de onderdelen
Wanneer de lens is verwijderd
1. Ontspanknop
2. ON/OFF (aan/uit-)knop
3. Bevestigingsoog voor de schouderriem
4. (N-markering) Deze markering geeft het aanraakpunt aan voor het verbinden van dit apparaat met een
NFC-compatibele smartphone. NFC (Near Field Communication) is een internationale norm voor draadloze communicatie over een korte afstand.
5. Voor opnemen: W/T (zoom-)knop
Voor weergeven: (index-)knop/ (weergavezoom-)knop
6. AF-hulplicht/zelfontspannerlamp
7. Positiemarkering beeldsensor
8. Flitser Druk op de knop (flitser omhoog) om de flitser te gebruiken.
9. Microfoon*
10. Lens
11. Lensontgrendelingsknop
12. Vatting
13. Beeldsensor**
*
Bedek dit deel niet tijdens het opnemen van bewegende beelden.
**
Raak dit onderdeel niet rechtstreeks aan.
1. (flitser omhoog-)knop
2. LCD-scherm U kunt het LCD-scherm instellen op een hoek waaronder het beeld gemakkelijk te zien
is en vanuit elk standpunt opnemen.
U kunt de hoek van het LCD-scherm mogelijk niet afstellen afhankelijk van het type statief dat u gebruikt. Draai in dat geval de schroef van het statief één slag los om de hoek van het LCD-scherm af te stellen.
3. Toegangslamp
4. Deksel van de geheugenkaart/aansluiting
5. Wi-Fi-sensor (ingebouwd)
6. MOVIE (bewegende beelden-)knop
7. MENU-knop
8. Besturingswiel
9. ? (Helpfunctie in camera-)knop/ (wis-)knop
10. (weergave-)knop
11. Multi/Micro USB-aansluiting Ondersteunt een micro-USB-compatibel apparaat.
12. Oplaadlampje
13. Geheugenkaartgleuf
14. HDMI-microaansluiting
1. Accudeksel
2. Accu-uitwerphendel
3. Accuvak
4. Afdekking van verbindingsplaat Gebruik deze wanneer u de netspanningsadapter AC-PW20 (los verkrijgbaar) gebruikt.
Steek de verbindingsplaat in het accuvak en geleid het snoer daarna door de opening in het afdekking van verbindingsplaat, zoals hieronder is afgebeeld.
Let erop dat het snoer niet bekneld raakt wanneer u de accudeksel sluit.
5. Luidspreker
6. Schroefgat voor statief Gebruik een statief met een schroef van minder dan 5,5 mm lang. Als de schroef te lang
is, kunt u de camera niet stevig bevestigen en kan de camera worden beschadigd.
Hoe te gebruiken Vóór gebruik Namen van de onderdelen
Onderdelen herkennen Lens E PZ 16–50 mm F3.5–5.6 OSS (geleverd bij ILCE-5000L/ILCE-5000Y)
1. Zoom-/scherpstelring
2. Zoomhendel
3. Vattingmarkering
4. Contactpunten van de lens*
*
Raak dit onderdeel niet rechtstreeks aan.
Hoe te gebruiken Vóór gebruik Namen van de onderdelen
Onderdelen herkennen Lens E 55-210 mm F4.5-6.3 OSS (geleverd bij ILCE-5000Y)
1. Scherpstelring
2. Zoomring
3. Schaal voor brandpuntsafstand
4. Markeringen voor brandpuntsafstand
5. Contactpunten van de lens*
6. Vattingmarkering
*
Raak dit onderdeel niet rechtstreeks aan.
Hoe te gebruiken Vóór gebruik Pictogrammen en indicators
Lijst van pictogrammen op het scherm
Lijst met pictogrammen van de opnamefunctie
Lijst met pictogrammen van de weergavefunctie
1. P P* A S M
Opnamefunctie
Zelfontspanner voor zelfportretopname
Status van geheugenkaart/uploaden
Pictogram van scèneherkenning
Scènekeuze
100
Resterend aantal
Waarschuwing voor oververhitting
Beeldverhouding van stilstaande beelden
20M / 17M / 10M / 8.4M / 5.0M / 4.2M
Beeldformaat van stilstaande beelden
Beeldkwaliteit van stilstaande beelden
Frames per seconde van bewegende beelden
Opname-instellingen van bewegende beelden
NFC is geactiveerd
Resterende acculading
Waarschuwing voor resterende acculading
Flitser bezig op te laden
AF-hulplicht
Automatisch objectomkadering
SteadyShot
Camerabeweging-indicator
Vliegtuig-stand
Geen audio-opname van bewegende beelden
Windgeluidonderdrukking
Databasebestand vol/Databasebestandsfout
Instelling effect uit
Slimme-zoomfunctie
Helder Beeld Zoom
Digitale-zoomfunctie
Spot-lichtmeetveld
Weergavefunctie
100-0003
Map - bestandsnummer
Opnameformaat van bewegende beelden
Beveiligen
DPOF
DPOF ingesteld
2.
Transportfunctie
Lichtmeetfunctie
Flitserfunctie/Rode-ogeneffectvermindering
±0.0
Flitscompensatie
Scherpstellingsfunctie
Witbalans
7500K A5 G5
Scherpstelgebied
±0.0
D.-bereikopt./Auto HDR
Lach-/Gezichtsherk.
Creatieve stijl
AF-vergrendeling
Foto-effect
±0 ±0 ±0
Gevoeligheidsindicator lachdetectie
3. AF-vergrendeling
Gidsweergave voor AF-vergrendeling
REC 0:12
Opnameduur van de bewegende beelden (m:s)
Werking van het besturingswiel Av: Diafragma Tv: Sluitertijd
Scherpstellen
1/250
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
±0.0
Gemeten-handmatig
Belichtingscompensatie
ISO400
ISO-gevoeligheid
AE-vergrendeling
Sluitertijdbalk
Diafragma-indicatie
Histogram
Foto-effectfout
Waarschuwing Auto HDR-beeld
2014-1-1 10:37AM
Opnamedatum
3/7
Bestandsnummer/Aantal beelden in de weergavefunctie
Hoe te gebruiken Vóór gebruik De riem gebruiken
De schouderriem gebruiken
Bevestig de schouderriem om te voorkomen dat het apparaat valt en beschadigd raakt.
1. Bevestig beide uiteinden van de riem.
Hoe te gebruiken Vóór gebruik Helpfunctie in camera
Over de [Helpfunct. in camera]
De [Helpfunct. in camera] beeldt beschrijvingen af van MENU-onderdelen en instellingen, en als een functie niet kan worden ingesteld geeft het de reden daarvan aan.
1. Druk op de MENU-knop.
2. Selecteer het gewenste MENU-onderdeel met behulp van boven-/onder-/linker-
/rechterkant van het besturingswiel.
3. Druk op de ? (Helpfunct. in camera-) knop.
De bedieningsgids voor het MENU-onderdeel dat u in stap 2 hebt geselecteerd, wordt afgebeeld.
Als u op in het midden van het besturingswiel drukt nadat u een item hebt geselecteerd dat grijs wordt afgebeeld, wordt de reden afgebeeld waarom het item niet kan worden ingesteld.
Hoe te gebruiken Vóór gebruik Helpfunctie in camera
Over het opnameadvies
Geeft het opnameadvies weer overeenkomstig de geselecteerde opnamefunctie.
1. Druk op de ? (Helpfunct. in camera) knop terwijl het opnamescherm wordt weergegeven.
2. Druk op de boven-/onderkant van het besturingswiel om het gewenste opnameadvies te
selecteren en druk daarna op in het midden. Het opnameadvies wordt weergegeven.
U kunt het scherm doordraaien door op de boven-/onderkant van het besturingswiel te drukken.
Hint
Om alle opnameadviezen te bekijken, selecteert u MENU (Camera- instellingen) → [Lijst met opnametips].
Hoe te gebruiken controleren
De bedieningsmethode controleren De bedieningsmethode
Het besturingswiel gebruiken
U kunt onderdelen selecteren en instellen door het besturingswiel te draaien of op de boven­/onder-/rechter-/linkerkant van het besturingswiel te drukken. Uw selectie wordt vastgelegd wanneer u op in het midden van het besturingswiel drukt.
De functies DISP (weergave-instelling), (Belicht.comp.), (Creatief met foto's), / (Transportfunctie), ISO zijn toegewezen aan de boven-/linker-/rechterkant van het besturingswiel. Bovendien is [Opn.modus] toegewezen aan in het midden. U kunt geselecteerde functies toewijzen aan de linker-/rechter-/onderkant van het besturingswiel of aan in het midden.
Tijdens weergave kunt u het volgende/vorige beeld weergeven door op de rechter-/linkerkant van het besturingswiel te drukken, of door het besturingswiel te draaien.
Hoe te gebruiken De bedieningsmethode controleren De bedieningsmethode controleren
MENU-onderdelen gebruiken
In dit gedeelte leert u hoe u instellingen kunt veranderen die betrekking hebben op alle camerabedieningen en de camerafuncties kunt uitvoeren, waaronder opnemen, weergeven, en bedieningsmethoden.
1. Druk op de MENU-knop om het menuscherm af te beelden.
2. Selecteer het gewenste MENU-onderdeel met behulp van de boven-/onder-/rechter-
/linkerkant van het besturingswiel of door het besturingswiel te draaien en druk daarna op
in het midden van het besturingswiel.
De weergave kan van stap 1 rechtstreeks veranderen naar stap 3 afhankelijk van de instelling van [Tegelmenu].
3. Selecteer het gewenste instelitem door op de boven-/onder-/rechter-/linkerkant van het
besturingswiel te drukken of door het besturingswiel te draaien en daarna op in het midden van het besturingswiel.
Selecteer een pictogram bovenaan het scherm en druk op de rechter-/linkerkant van het besturingswiel om naar een ander MENU-onderdeel te gaan.
4. Selecteer de gewenste waarde van de instelling en druk ter bevestiging op .
Hoe te gebruiken Opnemen Stilstaande/bewegende beelden opnemen
Stilstaande beelden opnemen
Neemt stilstaande beelden op.
1. Stel de opnamefunctie in op (Slim automatisch).
2. Stel de hoek van de monitor in en houd de camera vast.
3. Druk de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen.
Als het beeld scherpgesteld is, klinkt een pieptoon en wordt de indicator ( of ) afgebeeld.
4. Druk de ontspanknop helemaal in.
Scherpstellingsindicator
brandt:
Het beeld is scherpgesteld.
knippert:
Het scherpstellen is mislukt.
brandt: Het beeld is scherpgesteld. De scherpgestelde positie verandert overeenkomstig de beweging van het onderwerp.
brandt: De scherpstelling wordt uitgevoerd.
Hint
Als het apparaat niet automatisch kan scherpstellen, knippert de scherpstellingsindicator en klinkt geen pieptoon. Maak opnieuw een compositie van de opname of kies een andere instelling voor het scherpstellen. Scherpstellen kan moeilijk zijn in de volgende situaties:
Het is donker en het onderwerp is ver weg. Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond. Het onderwerp is zichtbaar door glas heen. Het onderwerp beweegt snel. Bij reflecterend licht of glimmende oppervlakken. Er is een knipperend licht. Het onderwerp wordt van achteren belicht.
Hoe te gebruiken Opnemen Stilstaande/bewegende beelden opnemen
Bewegende beelden opnemen
U kunt bewegende beelden opnemen door op de MOVIE-knop te drukken.
1. Druk op de MOVIE-knop als u het opnemen wilt starten.
Om de sluitertijd en de diafragmawaarde te veranderen naar de gewenste instellingen, zet
u de opnamefunctie in de stand (Film).
2. Druk nogmaals op de MOVIE-knop als u het opnemen wilt stoppen.
Opmerking
Wanneer een functie, zoals de zoomfunctie, wordt gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden, wordt het geluid van de apparaatbediening ook opgenomen. Het geluid van de werking van de MOVIE-knop kan ook worden opgenomen wanneer u op de MOVIE­knop drukt om het opnemen te stoppen. Voor de ononderbroken opnameduur van bewegende beelden, raadpleegt u "Opnameduur van bewegende beelden". Nadat het opnemen van bewegende beelden klaar is, kunt u het opnemen hervatten door nogmaals op de MOVIE-knop te drukken. Het opnemen kan automatisch worden onderbroken om het apparaat te beschermen afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Hoe te gebruiken
Opnemen Een opnamefunctie selecteren
Lijst met opnamefuncties
U kunt een gewenste opnamefunctie selecteren.
1. MENU (Camera- instellingen) → [Opn.modus] → gewenste instelling.
Beschikbare functies
(Slim automatisch):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden aangepast.
(Superieur automat.):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met een hogere kwaliteit dan in de intelligent automatische functie.
P (Autom. programma):
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde (F-getal)). U kunt ook diverse instellingen selecteren op het menu.
A (Diafragmavoorkeuze):
Maakt het mogelijk om het diafragma in te stellen en op te nemen, bijvoorbeeld wanneer u de achtergrond wazig wil maken, enz.
S (Sluitertijdvoorkeuze):
Hiermee kunt u snelbewegende onderwerpen, enz., opnemen door de sluitertijd handmatig in te stellen.
M (Handm. belichting):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de gewenste belichting door de sluitertijd en de diafragmawaarde in te stellen.
(Film):
Maakt het mogelijk om de instellingen voor het opnemen van bewegende beelden te veranderen.
(Panorama d. beweg.):
Maakt het mogelijk om een panoramabeeld op te nemen door het beeld samen te stellen.
SCN (Scènekeuze):
Maakt het mogelijk om opnamen te maken met vooraf ingestelde instellingen die afhankelijk zijn van het onderwerp en de scène.
Hoe te gebruiken Opnemen Een opnamefunctie selecteren
Slim automatisch
Het apparaat analyseert het onderwerp en biedt u de mogelijkheid een opname te maken met de juiste instellingen.
1. MENU (Camera- instellingen) → [Opn.modus] [Slim automatisch].
2. Richt de camera op het onderwerp. Nadat de camera de scène heeft herkend, wordt het pictogram van de herkende scène afgebeeld op het scherm.
3. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
Opmerking
Het apparaat zal de scène niet herkennen wanneer u beelden opneemt met een andere zoomfunctie dan de optische-zoomfunctie. Het apparaat herkent deze scènes mogelijk niet goed onder bepaalde opnameomstandigheden.
Loading...
+ 161 hidden pages