Sony DSC-W110, DSC-W115, DSC-W120, DSC-W125, DSC-W130 Handbook [nl]

© 2008 Sony Corporation 3-700-777-72(1)
NL
Digitale camera
Cyber-shot-handboek
DSC-W110/W115/W120/W125/
W130
Alvorens het apparaat te bedienen, leest u dit
handboek, de "Gebruiksaanwijzing" en de
aandachtig door en bewaart u deze voor
latere naslag.
VKLIK!
Inhoud
Basisbedieningen
De opnamefuncties
gebruiken
De weergavefuncties
gebruiken
De instellingen
veranderen
Beelden weergeven op
een televisie
De camera met uw
computer gebruiken
Stilstaande beelden
afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
2

Opmerkingen over het gebruik van de camera

Opmerkingen over de typen "Memory
Stick" die u kunt gebruiken (niet
bijgeleverd)
"Memory Stick Duo":
U kunt een "Memory Stick
Duo" gebruiken met de
camera.
"Memory Stick":
U kunt geen
"Memory Stick"
gebruiken met de
camera.
Andere geheugenkaarten kunnen niet
worden gebruikt.
Voor verdere informatie over de "Memory Stick
Duo", zie pagina 124.
Bij gebruik van een "Memory Stick Duo"
in een "Memory Stick"-compatibel
apparaat
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te steken.
Memory Stick Duo-
adapter
Opmerkingen over de accu
Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
U kunt de accu opladen ook als deze niet
volledig leeg is. Bovendien, zelfs als de accu
niet volledig is opgeladen, kunt u de
gedeeltelijke lading van de accu gebruiken.
Als u de accu gedurende een lange tijd niet
denkt te gaan gebruiken, verbruikt u de
resterende acculading, haalt u de accu uit de
camera, en bewaart u de accu op een koele,
droge plaats. Dit dient om de functies van de
accu te behouden.
Voor verdere informatie over bruikbare accu’s,
zie pagina 126.
Carl Zeiss-lens
De camera is uitgerust met een lens van
Carl Zeiss die in staat is scherpe beelden
met een uitstekend contrast te reproduceren.
De lens van de camera is geproduceerd
onder een kwaliteitsborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss in Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
uiterste precisietechnologie zodat meer dan
99,99% van de beeldpunten effectief werkt.
Echter, enkele kleine zwarte en/of heldere
punten (wit, rood, blauw of groen) kunnen
zichtbaar zijn op het LCD-scherm. Deze punten
zijn een normaal gevolg van het productieproces
en hebben géén invloed op de opnamen.
Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de
camera bij een venster of buiten neerzet.
Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
Wees voorzichtig dat u niet tegen de
beweegbare lens stoot en let erop dat er geen
kracht op wordt uitgeoefend.
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek gebruikt worden als
voorbeeld, zijn gereproduceerde beelden die niet
daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen.
Over de afbeeldingen
De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing zijn
van de DSC-W120, behalve indien anderszins
vermeld.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
3

Inhoud

Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2
Basistechnieken voor betere beelden .......................................................7
Scherpstellen – Het onderwerp met succes scherpstellen............................... 7
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 9
Kleur – Over het effect van de lichtbron.......................................................... 10
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 11
Flitser – Over het gebruik van de flitser........................................................... 14
Plaats van de onderdelen........................................................................15
Indicators op het scherm.........................................................................17
Het scherm veranderen...........................................................................21
Het interne geheugen gebruiken.............................................................23
De functiekeuzeknop gebruiken..............................................................24
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie) ..........................................25
Opnemen van stilstaande beelden (Scènekeuze)...................................29
Beelden bekijken.....................................................................................34
Stilstaande beelden als een diavoorstelling bekijken..............................36
Beelden wissen .......................................................................................39
Meer informatie over de verschillende functies – HOME/Menu ..............41
Menuonderdelen .....................................................................................44
Basisbedieningen
4
Inhoud
Menu voor opnemen............................................................................... 45
Scènekeuze: De scènekeuzefunctie selecteren
Beeldformaat: Het beeldformaat selecteren
Flitser: De flitser instellen
Gezichtsherkenning: Het gezicht van het onderwerp herkennen
Lach-herkenning: De lach-herkenningsfunctie instellen
Lach-herkenn.gevoeligheid: De gevoeligheid van de lach-herkenningsfunctie instellen
Opn.functie: De ononderbroken opnamefunctie kiezen
EV: De lichtintensiteit instellen
ISO: De lichtgevoeligheid kiezen
Lichtmeetfunctie: De lichtmeetfunctie kiezen
Scherpstellen: De scherpstellingsmethode veranderen
Witbalans: De kleurtinten instellen
Flitsniveau: De hoeveelheid flitslicht instellen
Rode-ogeneffect: De rode-ogeneffectvermindering instellen
Kleurfunctie: De levendigheid van het beeld veranderen of speciale effecten toevoegen
SteadyShot: De antiwaasfunctie selecteren (alleen DSC-W120/W125/W130)
(Opname-instellingn): De opname-instellingen selecteren
Menu voor weergeven ............................................................................58
(Wissen): Beelden wissen
(Diavoorstelling): Een serie beelden weergeven
(Bijwerken): Stilstaande beelden bewerken (alleen DSC-W130)
(Formaat wijzigen): Het beeldformaat veranderen overeenkomstig het gebruik
(alleen DSC-W130)
(Beveiligen): Per ongeluk wissen voorkomen
: Een afdrukmarkering aanbrengen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
(Roteren): Beelden roteren
(Map kiezen): De map selecteren voor het weergeven van beelden
De opnamefuncties gebruiken
De weergavefuncties gebruiken
5
Inhoud
De geheugenbeheerfunctie en de instellingen veranderen.....................66
Geheugen beheren...........................................................................68
Geheugen-tool — Memory Stick-tool................................................68
Geheugen-tool — Intern geheugen-tool ...........................................70
Formatteren
Instellingen........................................................................................71
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 1..........................................71
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 2..........................................72
Opname-instellingn — Opname-instellingen 1 .................................74
Opname-instellingn — Opname-instellingen 2 .................................77
Klokinstellingen.................................................................................78
Language Setting..............................................................................79
Beelden weergeven op een televisie.......................................................80
De instellingen veranderen
Beelden weergeven op een televisie
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
Pieptoon
Functiegids
Initialiseren
USB-aansluiting
COMPONENT
Video-uit
Breed-zoombeeld
AF-verlicht.
Stramienlijn
AF-functie
Digitale zoom
Conversielens
Autom. Oriëntatie (alleen DSC-W120/
W125/W130)
Auto Review
6
Inhoud
Werken met uw Windows-computer .......................................................84
De software (bijgeleverd) installeren.......................................................86
Over "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)........................................... 88
Beelden naar een computer kopiëren met "Picture Motion Browser" ..... 90
Beelden naar een computer kopiëren zonder "Picture Motion
Browser" ................................................................................................. 94
Beeldbestanden bekijken die zijn opgeslagen op een computer door ze
naar de "Memory Stick Duo" van de camera te kopiëren .......................97
"Music Transfer" (bijgeleverd) gebruiken ................................................98
Uw Macintosh-computer gebruiken ........................................................ 99
De "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" raadplegen.....................101
Stilstaande beelden afdrukken..............................................................102
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele
printer....................................................................................................103
Beelden afdrukken in een winkel ..........................................................106
Problemen oplossen ............................................................................. 108
Foutcodes en meldingen.......................................................................119
Uw camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening............ 123
Informatie over de "Memory Stick Duo" ................................................124
Informatie over de accu ........................................................................126
Informatie over de acculader ................................................................127
Index .....................................................................................................128
De camera met uw computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
7

Basistechnieken voor betere beelden

Als u de ontspanknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp
(Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de ontspanknop slechts tot halverwege
ingedrukt moet worden.
Als scherpstellen moeilijk is
t [Scherpstellen] (pagina 51)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" hierna.
Scherp-
stellen
Het onderwerp met succes scherpstellen
Druk de ontspanknop niet
gelijk helemaal in.
Druk de ontspanknop
tot halverwege in.
AE/AF-
vergrendelingsindicator
knippert , licht op/piept
Druk daarna de
ontspanknop
helemaal in.
Scherp-
stellen
Belich-
ting
Kleur Kwali-
teit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van uw camera. Hier wordt
het gebruik beschreven van verschillende
camerafuncties, zoals de functiekeuzeknop
(pagina 24), het HOME-scherm (pagina 41)
en de menu’s (pagina 43).
Flitser
8
Basistechnieken voor betere beelden
Tips om wazige beelden te voorkomen
De camera werd per ongeluk bewogen toen u een beeld opnam. Dit heet de
"camerabeweging". Het kan ook zijn dat het onderwerp bewoog toen u het beeld opnam.
Dit heet dan "onderwerpbeweging".
Camerabeweging
Oorzaak
Uw hand of lichaam bewoog terwijl u de camera
vasthield en op de ontspanknop drukte, waardoor
het gehele beeld wazig is geworden.
Wat u moet doen om wazige beelden te
voorkomen
Gebruik een statief of plaats de camera op een
vlakke ondergrond zodat de camera stevig staat.
Neem op met een zelfontspanner met een
vertraging van 2 seconden en stabiliseer de
camera door uw armen stevig tegen uw zij te
drukken nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt.
Onderwerpbeweging
Oorzaak
Ondanks dat de camera stil wordt gehouden, kan
het onderwerp bewegen tijdens de belichtingstijd
nadat op de ontspanknop is gedrukt, waardoor het
onderwerp wazig is.
Wat u moet doen om wazige beelden te
voorkomen
Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de
scènekeuzefunctie.
Selecteer een hogere ISO-gevoeligheid om de
sluitertijd korter te maken, en druk op de
ontspanknop voordat het onderwerp beweegt.
Opmerkingen
De antiwaasfunctie is in de fabriek als standaardinstelling ingeschakeld zodat camerabewegingen
automatisch worden verminderd. Dit helpt echter niet tegen onderwerpbewegingen (alleen
DSC-W120/W125/W130).
Bovendien treden camerabewegingen en onderwerpbewegingen vaak op bij zwakke belichting of
lange sluitertijden, zoals die optreden wanneer (Schemer) of (Schemer-portret) is gekozen als
de scènekeuzefunctie. In dergelijke gevallen houdt u bij het opnemen de bovenstaande tips in
gedachten.
9
Basistechnieken voor betere beelden
U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de
ontspanknop indrukt.
Belich-
ting
De lichtintensiteit instellen
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met behulp van de
hieronder beschreven functies.
Belichtingswaarde (EV) aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen
die door de camera is ingesteld
(pagina 49).
Lichtmeetfunctie:
Hiermee kunt u het gedeelte van het
onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om
de belichting in te stellen (pagina 50).
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in
de camera valt
Diafragma = De grootte van de opening waardoor het
licht in de camera valt
ISO-gevoeligheid (aanbevolen-
belichtingsindex)
=
Gevoeligheid van het opnamemedium
Belichting:
10
Basistechnieken voor betere beelden
ISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen-belichtingsindex)
De ISO-gevoeligheid is een snelheidswaarde voor opnamemedia die gebruik maken van een
beeldsensor die het licht opvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, zullen de beelden
verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
Om de ISO-gevoeligheid aan te passen, raadpleegt u pagina 50.
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (pagina 53).
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen, door een kortere
sluitertijd in te stellen om onderwerpbeweging tegen te gaan.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Echter, als de belichting onvoldoende is, kan het beeld donkerder worden.

Kleur

Over het effect van de lichtbron
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Eigenschappen van
het licht
Wit (standaard) Blauwachtig Groengetint Roodachtig
11
Basistechnieken voor betere beelden
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen, en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 12)

Kwaliteit

Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
1 Beeldformaat: 8M (alleen DSC-W130)
3264 pixels × 2448 pixels = 7.990.272 pixels
2 Beeldformaat: 7M (alleen DSC-W110/W115/W120/
W125)
3072 pixels × 2304 pixels = 7.077.888 pixels
3 Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Veel pixels (Hoge
beeldkwaliteit en
groot bestand)
Voorbeeld: Afdrukken
tot A3-formaat
Weinig pixels (Lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: Beeld
versturen als bijlage
bij e-mailberichten
Pixels
Pixel
12
Basistechnieken voor betere beelden
DSC-W130
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
*1) De beelden worden opgenomen met een beeldverhouding 3:2, net als afgedrukte foto’s, ansichtkaarten,
enz.
*2) Beide randen van het beeld kunnen worden afgesneden tijdens het afdrukken (pagina 116).
Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik Aantal beelden Afdrukken
8M
(3264×2448)
Voor afdrukken tot A3 Minder
Meer
Fijn
Grof
3:2 (7M)
*1
(3264×2176)
Met beeldverhouding 3:2
opnemen
5M
(2592×1944)
Voor afdrukken tot A4
3M
(2048×1536)
Voor afdrukken tot 10×15 cm
of 13×18 cm
VGA
(640×480)
Klein beeldformaat opnemen
voor verzenden per e-mail
16:9 (6M)
*2
(3264×1840)
Weergeven op HDTV’s en
afdrukken tot A4
Minder
Meer
Fijn
Grof
16:9 (2M)
*2
(1920×1080)
Weergeven op HDTV’s
13
Basistechnieken voor betere beelden
DSC-W110/W115/W120/W125
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
*1) De beelden worden opgenomen met een beeldverhouding 3:2, net als afgedrukte foto’s, ansichtkaarten,
enz.
*2) Beide randen van het beeld kunnen worden afgesneden tijdens het afdrukken (pagina 116).
DSC-W110/W115/W120/W125/W130
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit.
Hoe hoger het aantal frames per seconde, hoe vloeiender het weergavebeeld.
Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik Aantal beelden Afdrukken
7M
(3072×2304)
Voor afdrukken tot A3 Minder
Meer
Fijn
Grof
3:2 (6M)
*1
(3072×2048)
Met beeldverhouding 3:2
opnemen
5M
(2592×1944)
Voor afdrukken tot A4
3M
(2048×1536)
Voor afdrukken tot 10×15 cm
of 13×18 cm
VGA
(640×480)
Klein beeldformaat opnemen
voor verzenden per e-mail
16:9 (5M)
*2
(3072×1728)
Weergeven op HDTV’s en
afdrukken tot A4
Minder
Meer
Fijn
Grof
16:9 (2M)
*2
(1920×1080)
Weergeven op HDTV’s
Videoformaat Frames/seconde Aanwijzingen voor gebruik
640(Fijn) (640×480) Ong. 30 Bewegend beelden van hoge kwaliteit opn.
voor TV-weerg
640(Standaard)
(640×480)
Ong. 17 Bewegende beelden van std. kwaliteit opn.
voor TV-weerg
320 (320×240) Ong. 8 Klein formaat opnemen voor verzenden per
e-mail
14
Basistechnieken voor betere beelden
De ogen van het onderwerp kunnen in het beeld rood zijn, of wazige, witte, ronde vlekken
kunnen in het beeld verschijnen. Dit fenomeen kan worden tegengegaan door de volgende
stappen te nemen.
Het "rode-ogeneffect"
Pupillen worden groter in een donkere omgeving. Het flitslicht wordt gereflecteerd door de
bloedvaten op de achterkant van het oog (het netvlies) waardoor het "rode-ogeneffect"
optreedt.
Hoe kunt u het "rode-ogeneffect" verminderen?
Stel [Rode-ogeneffect] in op [Aan] (pagina 55).
Selecteer (Hoge gevoeligheid)* als de scènekeuzefunctie (pagina 30). (De flitser wordt automatisch
uitgeschakeld.)
Als de ogen van het onderwerp in het beeld rood zijn, corrigeert u het beeld met behulp van [Bijwerken]
in het weergavemenu (alleen DSC-W130) (pagina 58) of met behulp van het bijgeleverde
softwareprogramma "Picture Motion Browser".
De "witte, ronde vlekken"
Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) die dichtbij de lens zweven. Wanneer
deze worden belicht door het flitslicht van de camera, worden ze zichtbaar als witte, ronde
vlekken.
Hoe kunt u de "witte, ronde vlekken" tegengaan?
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp zonder flitser op.
Selecteer (Hoge gevoeligheid)* als de scènekeuzefunctie. (De flitser wordt automatisch
uitgeschakeld.)

Flitser

Over het gebruik van de flitser
* Ondanks dat u (Hoge gevoeligheid) hebt geselecteerd als de scènekeuzefunctie, kan de sluitertijd
langer zijn bij zwakke belichting of op donkere plaatsen. In dergelijke gevallen gebruikt u een statief of
houdt u uw armen stevig tegen uw zij gedrukt nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt.
Camera Oog
Netvlies
Camera
Onderwerp
Deeltjes (stof,
pollen, enz.) in
de lucht
15

Plaats van de onderdelen

Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
pagina’s.
A POWER-toets
B Ontspanknop (25)
C POWER-lampje
D Flitser (27)
E Microfoon
F Lens
G Luidspreker
H Zoekervenster
I Zelfontspannerlampje (28)/
Lach-sluiterlamp (32)/
AF-verlichting (74)
A AE/AF-vergrendelingslampje (groen)
B Flitseroplaadlampje/Opnamelampje
(oranje)
C Zoeker
D LCD-scherm (21)
E MENU-toets (43)
F (weergave-)toets (34)
G Voor opnemen: W/T-zoomknop (27)
Voor weergeven: /
(weergavezoom-)t oets/ (index -)toets
(34, 35)
H Oog voor polsriem
I Functiekeuzeknop (24)
J HOME-toets (41)
16
Plaats van de onderdelen
K Besturingsknop
Menu inschakelen: v/V/b/B/z (43)
Menu uitschakelen: DISP/ / / (21,
27, 28)
L (diavoorstelling-)toets (36)
M Multifunctionele aansluiting
(onderkant)
Wordt gebruikt in de volgende situaties:
Bij het tot stand brengen van een USB-
verbinding tussen de camera en de
computer.
Bij het aansluiten op de audio/video-
ingangsaansluitingen van de televisie.
Bij het aansluiten op een PictBridge-
compatibele printer.
N Schroefgat voor statief (onderkant)
Gebruik een statief met een schroef van
minder dan 5,5 mm lang. Als de schroef te
lang is, kunt u de camera niet stevig
bevestigen en kan de camera worden
beschadigd.
O Accu/"Memory Stick Duo"-deksel
(onderkant)
P Accu-insteekgleuf
Q Gleuf voor de "Memory Stick Duo"
R Toegangslampje
S Accu-uitwerphendel
17

Indicators op het scherm

Iedere keer wanneer u op v (DISP) op de
besturingsknop drukt, verandert het scherm
(pagina 21).
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
pagina’s.
Bij opname van stilstaande beelden
De indicators worden niet allemaal afgebeeld in
de eenvoudig-opnemen-functie.
Bij opname van bewegende beelden
A
Indicator Betekenis
Resterende acculading
Waarschuwing voor
zwakke accu (119)
Beeldformaat (45)
is alleen voor
DSC-W130.
is alleen voor
DSC-W110/W115/W120/
W125.
Functiekeuzeknop/menu
(Scènekeuze) (29)
Functiekeuzeknop (Autom.
Programma) (24)
Witbalans (53)
Burst-functie/Bracket-
functie (alleen DSC-W130)
(48)
Lichtmeetfunctie (50)
Gezichtsherkenning (46)/
Lach-herkenning (47)
SteadyShot (alleen DSC-
W120/W125/W130) (57)
Als in de
standaardinstelling de
ontspanknop tot halverwege
wordt ingedrukt, wordt één
van deze indicators
afgebeeld, afhankelijk van
de instelling van
SteadyShot.
Trillingswaarschuwing
Geeft aan dat trillingen
kunnen verhinderen dat de
beelden scherp worden
opgenomen als gevolg van
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt afgebeeld, kunt u
toch het beeld opnemen.
Wij adviseren u echter de
antiwaasfunctie in te
schakelen, de flitser te
gebruiken om een betere
belichting te verkrijgen, of
een statief te gebruiken om
de camera te stabiliseren
(pagina 8).
Indicator Betekenis
P
18
Indicators op het scherm
B
C
D
Lach-herkennings-
gevoeligheidindicator/
aantal beelden (32)
Zoomvergroting (
27, 75)
Kleurfunctie (56)
Indicator Betekenis
z AE/AF-
vergrendelingsindicator
(26)
OPNMN.
Standby
Opnemen/standby van
bewegende beelden
ISO400 ISO-nummer (49)
NR lange-sluitertijd
Als de sluitertijd onder
zwakke belichting langer
wordt dan een bepaalde
tijdsduur, treedt
automatische NR
(ruisonderdrukking) lange-
sluitertijdfunctie in werking
om de beeldruis te
verminderen.
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
+2.0EV Belichtingswaarde (49)
0:12 Tijdstip van opname
(minuten : seconden)
Indicator van AF-
bereikzoekerframe (51)
1.0m Semi-handmatige waarde
(52)
Macro (27)
Indicator Betekenis
Indicator Betekenis
Opnamemap (68)
Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
96 Aantal opneembare beelden
Opnamemedium
("Memory Stick Duo",
intern geheugen)
00:25:05 Opneembare tijd
(uren : minuten : seconden)
AF-verlichting (74)
Vermindering van het rode-
ogeneffect (55)
Flitsfunctie (27)
Opladen flitser
Conversielens (76)
Indicator Betekenis
Zelfontspanner (28)
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (119)
Dradenkruis van de
lichtmeting (50)
AF-bereikzoekerframe (51)
Histogram (21)
19
Indicators op het scherm
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van bewegende beelden
A
B
Indicator Betekenis
Resterende acculading
Waarschuwing voor
zwakke accu (119)
Beeldformaat (45)
is alleen voor
DSC-W130.
is alleen voor
DSC-W110/W115/W120/
W125.
Beveiliging (63)
VOL. Volume (34)
Afdrukmarkering (DPOF)
(106)
PictBridge-aansluiting
(103)
Zoomvergroting (34)
PictBridge-aansluiting
(105)
Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
niet los terwijl het
pictogram wordt afgebeeld.
Indicator Betekenis
N Weergave (34)
Weergavebalk
0:00:12 Teller
101-0012 Map-bestandsnummer (65)
2008 1 1
9:30 AM
Opgenomen datum/tijd van
het weergavebeeld
z STOP
z PLAY
Functiegids voor het
weergeven van beelden
BACK/
NEXT
Beelden selecteren
V VOLUME Volume instellen
Histogram (21)
wordt afgebeeld
wanneer het histogram is
uitgeschakeld.
20
Indicators op het scherm
C
Indicator Betekenis
Weergavemap (65)
Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
8/8 12/12 Beeldnummer/aantal
beelden opgenomen in de
gekozen map
Weergavemedium
("Memory Stick Duo",
intern geheugen)
Map veranderen (65)
Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Lichtmeetfunctie (50)
Flitser
Witbalans (53)
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (119)
ISO400 ISO-nummer (50)
+2.0EV Belichtingswaarde (49)
500 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
21

Het scherm veranderen

Iedere keer wanneer u op v (DISP) op de
besturingsknop drukt, verandert het scherm
als volgt:
Als u de beelden in helder licht buiten wilt
bekijken, moet u de helderheid van de LCD-
achterverlichting hoog instellen.
Echter, bij deze instelling wordt de acculading
sneller verbruikt.
Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet afgebeeld wanneer:
Tijdens het opnemen
het menu wordt afgebeeld.
bewegende beelden worden opgenomen.
Tijdens het weergeven
het menu wordt afgebeeld.
de camera in de indexweergavefunctie staat.
u de weergavezoom gebruikt.
u stilstaande beelden roteert.
bewegende beelden worden weergegeven.
Tijdens het weergeven kunt u het LCD-scherm
niet uitschakelen.
Er kan een groot verschil optreden tussen de
histogrammen die worden afgebeeld tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven, wanneer:
de flitser afgaat.
de sluitertijd lang of kort is.
Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
Wanneer u het LCD-scherm uitschakelt, werkt
de digitale-zoomfunctie niet. Als u
(flitserfunctie)/ (zelfontspanner)/
(macro) selecteert, wordt het beeld
gedurende ongeveer twee seconden afgebeeld.
Als u de camera uitschakelt en weer inschakelt
terwijl het LCD-scherm is uitgeschakeld, zullen
de indicators ingeschakeld worden.
* De helderheid van de LCD-achterverlichting is
hoog ingesteld.
v (DISP)
(schermweergave)
toets
Indicators aan
Indicators uit*
Indicators aan*
Histogramscherm
(pagina 22)
Histogram aan*
Tijdens weergave
wordt de
beeldinformatie
afgebeeld.
LCD-scherm uit
22
Het scherm veranderen
z De EV (Belichtingswaarde) aanpassen
door een histogram af te beelden
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Druk
herhaaldelijk op v (DISP) op de
besturingsknop om het histogram op het
scherm af te beelden. De grafiek duidt op
een helder beeld wanneer de rechterkant
ervan hoog is, en op een donker beeld
wanneer de linkerkant ervan hoog is.
Het histogram wordt tevens afgebeeld bij
weergave van een enkelbeeld, doch u kunt de
belichting hiervan niet instellen.
A Aantal pixels
B Helderheid
HelderDonker
A
B
23

Het interne geheugen gebruiken

De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 15 MB. Dit geheugen kan niet uit de
camera worden verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt
u beelden opnemen in dit interne geheugen.
Bewegende beelden met beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen in het interne
geheugen.
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken van de beeldgegevens met behulp
van een van de onderstaande methoden.
Een reservekopie (back-up) maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" voor met voldoende vrije geheugencapaciteit en volg
vervolgens de procedure beschreven onder [Kopiëren] (pagina 69).
Een reservekopie (back-up) maken op de vaste schijf van de computer
Volg de procedure op pagina’s 90, 91 of 94, 95 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de
camera is geplaatst.
U kunt beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" niet kopiëren naar het interne geheugen.
Door de camera aan te sluiten op een computer met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting, kunt u de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren naar een
computer. U kunt beeldgegevens echter niet kopiëren van de computer naar het interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden op de "Memory Stick
Duo" opgenomen.
[Weergave]: De beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen
worden toegepast op de beelden op de "Memory Stick
Duo".
Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergave]: De beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen
worden toegepast op de beelden die in het interne
geheugen zijn opgeslagen.
Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Intern
geheugen
B
B
24

Basisbedieningen

De functiekeuzeknop gebruiken

Zet de functiekeuzeknop op de gewenste functie.
: Automatische instelfunctie
Voor opnemen met automatisch gemaakte instellingen. t pagina 25
: Eenvoudig-opnemen-functie
Voor opnemen van stilstaande beelden met minimaal benodigde functies
en gemakkelijk af te lezen indicators.
t pagina 26
: Automatische programmafunctie*
Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd
als de diafragmawaarde).
: Bewegende beeldn
Voor opnemen van bewegende beelden met geluid. t pagina 25
/ / / / /SCN: Scènekeuzefunctie
Voor opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de scène.
U kunt kiezen uit , , , op het menu wanneer de
functiekeuzeknop in de stand SCN staat.
t pagina 29
* U kunt diverse instellingen selecteren met behulp van het menu. (Voor verdere informatie over de
beschikbare functies
t pagina 44)
Functiekeuzeknop
P
25
Basisbedieningen

Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)

1 Selecteer de gewenste functie met behulp van de functiekeuzeknop.
Bij opname van stilstaande beelden (Autom. instellen-functie): Kies .
Bij opname van bewegende beelden: Kies .
2 Houd de camera vast met uw ellebogen tegen uw lichaam gedrukt om stevig
te staan.
MENU-toets
Zoomtoetsen
Ontspanknop
Besturingsknop
v/V/b/B toets
z toets
Macrotoets
DISP-toets
Zelfontspannertoets
Flitsertoets
Functiekeuzeknop
Plaats het onderwerp
in het midden van het
scherpstellingsframe.
26
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)
3 Neem op met de ontspanknop.
Bij opname van stilstaande beelden:
1Houd de ontspanknop tot halverwege ingedrukt om scherp te stellen.
De z (AE/AF-vergrendelings-)indicator knippert (groen), een pieptoon klinkt, de indicator stopt
met knipperen en blijft aan.
2Druk de ontspanknop helemaal in.
Bij opname van bewegende beelden:
Druk de ontspanknop helemaal in.
Om met het opnemen te stoppen, drukt u de sluiterknop nogmaals helemaal in.
Een stilstaand beeld opnemen van een onderwerp waarop moeilijk scherpgesteld kan
worden
De minimale opnameafstand is ongeveer 4 cm (W-kant) of 50 cm (T-kant) (vanaf de lens).
Als de camera niet automatisch op het onderwerp kan scherpstellen, verandert de AE/AF-
vergrendelingsindicator naar langzaam knipperen en klinkt geen pieptoon. Bovendien gaat het AF-
bereikzoekerframe uit. Stel het beeld opnieuw samen en stel opnieuw scherp.
In de volgende situaties kan het moeilijk zijn scherp te stellen:
Als het donker is en het onderwerp ver weg is.
Als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond slecht is.
Als het onderwerp door glas wordt opgenomen.
Als het onderwerp snel beweegt.
Bij reflecterend licht of glimmende oppervlakken.
Als het onderwerp van achteren wordt belicht of als er een zwaailicht in de buurt is.
De eenvoudig-opnemen-functie gebruiken
Zet de functiekeuzeknop in de stand .
De tekst wordt groter en de indicators zijn gemakkelijker te zien. De camera neemt op met de
optimale instellingen, zodat u alleen de instellingen Beeldformaat (Groot/Klein) (pagina 46),
Flitser (Autom./Uit) (pagina 46) en Zelfontspanner (10 sec/uit) kunt veranderen.
De acculading wordt sneller verbruikt omdat de helderheid van de LCD-achterverlichting automatisch
wordt verhoogd.
AE/AF-vergrendelingsindicator
27
Basisbedieningen
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)
De zoom gebruiken W/T
Druk op T om in te zoomen en druk op W om uit te zoomen.
Als de zoomvergroting hoger is dan 4×, gebruikt de camera de digitale-zoomfunctie.
Voor informatie over de [Digitale zoom]-instellingen en de beeldkwaliteit, zie pagina 75.
U kunt de zoomvergrotingsfactor niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Flitser (een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op B ( ) op de besturingsknop totdat de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen indicator): De flitser werkt volautomatisch
Knippert wanneer er onvoldoende licht of achterverlichting is (standaardinstelling).
: Altijd flitsen
: Langzame synchro (altijd flitsen)
Op donkere plaatsen is de sluitertijd lang om de achtergrond die buiten het bereik van het flitslicht valt
toch helder op te nemen.
: Niet flitsen
De flitser gaat tweemaal af. De eerste keer is om de lichthoeveelheid in te stellen.
Tijdens het opladen van de flitser wordt afgebeeld.
Macro (Een close-up opnemen)
Druk herhaaldelijk op b ( ) op de besturingsknop totdat de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen indicator): Autom.
De camera stelt automatisch scherp van ver verwijderde onderwerpen tot close-ups.
Zet de camera normaal gesproken in deze functie.
: Macro
De camera stelt scherp met voorrang op onderwerpen dichtbij. Schakel de macrofunctie in wanneer u
onderwerpen dichtbij opneemt.
De snelheid van de automatische scherpstelling is lager bij het scherpstellen in de macrofunctie.
Wij adviseren de zoom in te stellen op de uiterste groothoekstand (W).
28
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V ( ) op de besturingsknop totdat de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen indicator): Zelfontspanner buiten gebruik
: Zelfontspanner instellen op een vertraging van 10 seconden
: Zelfontspanner instellen op een vertraging van 2 seconden
Als u op de ontspanknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje en klinkt een pieptoon
totdat de sluiter wordt ontspannen.
Druk nogmaals op
V ( ) om te annuleren.
Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te
voorkomen. Twee seconden nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt wordt de sluiter
ontspannen, waardoor camerabeweging als gevolg van het drukken op de ontspanknop
wordt verminderd.
In de eenvoudig-opnemen-functie kunt u alleen (10 sec) of (uit) selecteren.
Zelfontspannerlampje
29
Basisbedieningen

Opnemen van stilstaande beelden (Scènekeuze)

Selecteer de functie ( / / / / ) met de functiekeuzeknop
1 Selecteer de gewenste stand van de scènekeuzefunctie ( / ///)
met de functiekeuzeknop.
2 Neem op met de ontspanknop.
Selecteer de functie ( / / / ) van SCN
1 Selecteer SCN met de functiekeuzeknop.
2 Druk op de MENU-toets en selecteer uit / / / met v/V/b/B op de
besturingsknop (pagina 45).
3 Neem op met de ontspanknop.
Voor informatie over de functie, zie de volgende pagina.
De scènekeuzefunctie annuleren
Zet de functiekeuzeknop in een andere stand dan de Scènekeuzefunctie.
MENU-toets
Functiekeuzeknop
v/V/b/B toets
z toets
Ontspanknop
Besturingsknop
30
Opnemen van stilstaande beelden (Scènekeuze)
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld overeenkomstig veelvoorkomende
scèneomstandigheden.
* Wanneer u beelden opneemt in de stand (Schemer-portret), (Schemer) of (Vuurwerk), wordt de
sluitertijd langer en het beeld vaak wazig, zodat het gebruik van een statief wordt aanbevolen.
Functies die u kunt selecteren met de
functiekeuzeknop
Hoge gevoeligheid
Hiermee kunt u beelden opnemen
zonder flitser onder zwakke
belichting en vermindert
wazigheid.
Lach-sluiter
Wanneer de camera een lachende
mond herkent, kunt u hiermee de
sluiter automatisch ontspannen.
Voor verdere informatie zie
pagina 32.
Soft Snap
Hiermee kunt u beelden opnemen
in een zachtere sfeer voor
portretopnamen, bloemen, enz.
Landschap
Hiermee kunt u alleen
scherpstellen op een onderwerp
ver weg voor het opnemen van
landschappen, enz.
Schemer-portret*
Hiermee kunt u scherpe beelden
opnemen van mensen met een
nachtscène in de achtergrond
zonder de atmosfeer geweld aan te
doen.
Functies die u kunt selecteren op het
menuscherm
Schemer*
Hiermee kunt u nachtscènes van
veraf opnemen met behoud van de
donkere atmosfeer van de
omgeving.
Strand
Hiermee kunt u de blauwe kleur
van het water helder vastleggen
bij het opnemen van zee- en
waterscènes.
Sneeuw
Hiermee kunt u scherpe beelden
opnemen en ingezakte kleuren
voorkomen in sneeuwscènes of
ander plaatsen waarbij het hele
scherm wit lijkt.
Vuurwerk*
Hiermee kunt u vuurwerkscènes
opnemen in al hun pracht.
Loading...
+ 102 hidden pages