Klik op een knop rechts bovenaan om naar de overeenstemmende pagina te gaan.
Dat is handig als u zoekt naar een functie die u wilt bekijken.
Inhoudsopgave
Zoek naar informatie aan de hand van
functies.
Zoeken op
bediening
Zoeken op MEN U/
instellingen
Index
Aanduidingen en notaties in dit handboek
Zoek naar informatie aan de hand van de
bediening.
Zoek naar informatie aan de hand van
een lijst met items van MENU/
Instellingen.
Zoek naar informatie aan de hand van
trefwoorden.
In dit handboek wordt een opeenvolging
van handelingen uitgedrukt met behulp van
pijlen (t). Bedien de camera in de
aangegeven volgorde. Aanduidingen
worden weergegeven zoals ze verschijnen
bij de standaardinstelling van de camera.
Inhoudsopgave
bediening
instellingen
Index
Zoeken op
Zoeken op MENU/
De standaardinstelling wordt aangeduid
door .
Wijst op waarschuwingen en beperkingen
die belangrijk zijn voor de correcte
bediening van de camera.
Wijst op nuttige informatie.
NL
2
Opmerkingen over het gebruik
van de camera
Inhoudsopgave
Opmerkingen over de types "Memory
Stick" die kunnen worden gebruikt
(los verkrijgbaar)
"Memory Stick Duo": U kunt
een "Memory Stick Duo"
gebruiken met de camera.
"Memory Stick": U kunt
geen "Memory Stick"
gebruiken met de camera.
U kunt geen andere geheugenkaarten
gebruiken
• Zie pagina 171 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo"
gebruikt met "Memory Stick"compatibele apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze te plaatsen in de "Memory Stick
Duo"-adapter (los verkrijgbaar).
"Memory Stick
Duo"-adapter
Opmerkingen over de accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
• U kunt de accu zelfs opladen wanneer deze nog
niet volledig leeg is. Zelfs als de accu niet
volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk
opgeladen accu gebruiken.
• Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u
de resterende lading van de accu verbruiken en
de accu uit de camera halen. Vervolgens
bewaart u de accu op een koele, droge plaats.
Hierdoor zorgt u ervoor dat de accu goed blijft
werken.
• Zie pagina 173 voor meer informatie over de
accu.
Opmerkingen over het LCD-scherm,
de LCD-zoeker en de lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met precisietechnologie, waardoor
meer dan 99,99% van de pixels operationeel is.
Er kunnen op het LCD-scherm echter enkele
zwarte stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood,
blauw of groen) zichtbaar zijn. Deze stipjes zijn
normaal en hebben geen enkele invloed op de
opname.
Zwarte, witte, rode, blauwe
of groene puntjes
• Houd de camera niet vast aan het LCD-scherm.
• Als het LCD-scherm, de LCD-zoeker of de lens
langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
kunnen storingen optreden. Wees voorzichtig
wanneer u de camera buiten of bij een raam
neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Wees voorzichtig dat u de beweegbare lens niet
ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op
uit.
Opmerking over het afspelen van films
op andere apparaten
De camera maakt gebruik van MPEG-4 AVC/
H.264 Main Profile voor het opnemen van films.
Daardoor kunnen films die werden opgenomen
met deze camera niet worden afgespeeld op
apparaten die MPEG-4 AVC/H.264 niet
ondersteunen.
bediening
instellingen
Index
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Wordt vervolgd r
NL
3
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek worden gebruikt
als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
Inhoudsopgave
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
NL
4
Inhoudsopgave
Opmerkingen over het gebruik van de
camera
Dit handboek gebruiken ········································ 2
Opmerkingen over het gebruik van de camera ····· 3
Zoeken op bediening············································· 8
Zoeken op MENU/instellingen····························· 11
Onderdelen en bedieningselementen ················· 16
De modusknop gebruiken ··································· 17
De insteltoets gebruiken······································ 18
De DISP (schermweergave) wijzigen·················· 19
Het interne geheugen gebruiken························· 21
Bracket ································································ 43
EV ······································································· 45
ISO ······································································ 46
Stilstaande beelden afdrukken·························· 150
Beelden rechtstreeks afdrukken met een
PictBridge-compatibele printer ·························· 151
Afdrukken bij een fotowinkel ····························· 153
Problemen oplossen
Problemen oplossen ········································· 154
Foutcodes en berichten····································· 164
Overige
De camera in het buitenland gebruiken —
Stroomvoorziening ············································ 170
Over de "Memory Stick Duo" ···························· 171
De InfoLITHIUM-accu ······································· 173
De acculader ····················································· 174
Inhoudsopgave
bediening
instellingen
Index
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Index ································································· 175
Hoge gevoeligheid ·············································· 23
Schemeropname uit hand································· 31
Anti-bewegingswaas··········································· 32
Zelfontspanner met een vertraging van
* De bedieningsmogelijkheden zijn beperkt afhankelijk van de Scènekeuze-functie.
Opmerking
• Alleen de items die beschikbaar zijn voor elke modus worden op het scherm weergegeven.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
12
NL
MENU-items (Weergeven)
U kunt de verschillende weergavefuncties gemakkelijk selecteren met behulp van de MENU-toets.
Inhoudsopgave
1 Druk op de (weergave)-toets om over te
schakelen naar de weergavestand
(weergave)-
toets
2 Druk op de MENU-toets om het menuscherm weer
te geven
3 Selecteer het gewenste menu-item met v/V/b/B
op de regeltoets
4 Druk op z in het midden van de regeltoets
MENU-toets
In de onderstaande tabel, geeft een beschikbare functie aan en — een functie die niet
beschikbaar is.
Weergavefunctie
Menu-items
(Diavoorstelling)
(Datumlijst)
(Lijst met
gebeurtenissen)
(Weergavefunctie)
(Filteren op gezicht)
(Hoofdbld.
veranderen)
(Favorieten toevoegen/
verw.)
(Burstgroep
weergeven)
(Bijwerken)
(Formaat wijzigen)
(Wissen)
(Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Roteren)
(Map kiezen)
(Instellingen)
Datumweergave
————
————
"Memory Stick Duo"
Weerg. per
gebeurt.
————
Favorieten
———
———
—
Mapweergave Mapweergave
——
——
geheugen
Regeltoets
Intern
—
—
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Opmerkingen
• Alleen de items die beschikbaar zijn voor elke modus worden op het scherm weergegeven.
Wordt vervolgd r
13
NL
• Als u op MENU drukt terwijl de modusknop op (Eenvoudig opnemen) is ingesteld, verschijnt het
scherm Wissen. U kunt selecteren tussen [Enkel beeld wissen] of [Alle beelden wissen].
Instelitems
U kunt de instellingen aanpassen op het (Instellingen)-scherm.
Inhoudsopgave
1 Druk op de MENU-toets om het instelscherm weer
te geven
2 Selecteer (Instellingen) met behulp van V op de
regeltoets en druk vervolgens op z op de
regeltoets om het instelscherm weer te geven
3 Selecteer de gewenste categorie met v/V, druk op
• [Opname-instellingn] wordt enkel weergegeven als er instellingen werden ingegeven in de
opnamefunctie.
• ["Memory Stick"-tool] wordt enkel weergegeven als er een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst, en [Intern geheugen-tool] wordt enkel weergegeven als er geen "Memory Stick Duo" is
geplaatst.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
15
NL
Onderdelen en
bedieningselementen
A ON/OFF (voeding)-toets
B Modusknop (17)
C/ (burst/bracket)-toets (43)
D Sluiterknop
E Voor opnemen: W/T (zoom)-hendel (37)
Voor weergeven: (index)-hendel/
(weergavezoom)-hendel (49, 48)
F FOCUS -toets (41)
G Zelfontspannerlampje/
Lach-sluiterlampje/
AF-verlichting
H Lens
I Flitser
J Keuzewiel zoeker
K FINDER/LCD-toets
L Bevestigingsoog voor riem
M DC IN-aansluiting/afdekking van de
DC IN-aansluiting
N Multifunctionele aansluiting
O Stereomicrofoon
P Zoeker
Q (weergave)-toets (47)
R LCD-scherm
S (Wissen)-toets (50)
T (custom)-toets (109)
U Insteltoets (18)
V Bevestigingsoog voor riem
W MENU -toets (11)
X Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z
Menu uit: DISP/ / /
Y Luidspreker
Z Accusleuf
wj Accuontgrendelknop
wk "Memory Stick Duo"-sleuf
wl Toegangslampje
e; Accu/"Memory Stick Duo"-klepje
ea Schroefgat voor statief
es RESET-toets
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
16
NL
De modusknop gebruiken
Zet de modusknop op de gewenste functie.
Modusknop
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
(Slim automatisch
instellen)
(Eenvoudig
opnemen)
(Autom. Programma)
(Opnemen met
sluitertijdvoorkeur)
(Opnemen met
diafragmavoorkeur)
(Opnemen met
handmatige belichting)
(Anti-
bewegingswaas)
(Schemeropname uit
hand)
(Panorama door
beweging)
(Scènekeuze)
(Bewegende beeldn)
Hiermee kunt u eenvoudig opnemen terwijl de instellingen
automatisch worden aangepast (pagina 22).
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen/weergeven met goed
zichtbare aanduidingen (pagina 25).
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt
aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde) (pagina 30).
U kunt verschillende functies instellen met behulp van het menu.
Hiermee kunt u opnemen nadat u handmatig de sluitertijd hebt
ingesteld (pagina 28).
Hiermee kunt u opnemen nadat u handmatig de diafragmawaarde
hebt ingesteld (pagina 29).
Hiermee kunt u opnemen nadat u de belichting handmatig hebt
ingesteld (zowel de sluitertijd als het diafragma (F-waarde))
(pagina 27). U kunt verschillende functies instellen met behulp van
het menu.
Hiermee kunt u wazige beelden voorkomen wanneer u de flitser niet
gebruikt en u burstopnamen aan hoge snelheid maakt (pagina 32).
Hiermee kunt u wazige beelden voorkomen bij weinig licht wanneer
u geen statief gebruikt en u burstopnamen aan hoge snelheid maakt
(pagina 31).
Hiermee kunt u verschillende beelden samenvoegen tot een
panoramisch beeld (pagina 33).
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis
van de scène (pagina 23).
Hiermee kunt u films opnemen met geluid (pagina 35).
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
17
NL
De insteltoets gebruiken
Met de insteltoets kunt u de waarden van de instellingen wijzigen bij Opnemen met handmatige
belichting, Opnemen met sluitertijdvoorkeur, Opnemen met diafragmavoorkeur, Autom.
Programma, ISO-gevoeligheid, scherpstelmethode of EV. Door aan de insteltoets te draaien kunt
u eenvoudig het vorige of volgende beeld bekijken. U kunt eveneens de EV-instellingen
aanpassen in (Slim automatisch instellen) of (Scènekeuze).
In (Geavanceerde sportopname) kunt u de EV- en ISO-instellingen aanpassen met de
insteltoets.
Insteltoets
Een item
selecteren
1 Druk op de insteltoets om een item op het opnamescherm te selecteren
Het in te stellen item wordt groter weergegeven.
2 Draai aan de insteltoets om de instelwaarde te selecteren
Draai de toets naar rechts om de waarde te verhogen en naar links om deze te verlagen.
De instelwaarde
selecteren
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Opmerking
• Items die grijs worden weergegeven, kunnen niet worden ingesteld door te drukken op de insteltoets.
Index
18
NL
De DISP (schermweergave)
wijzigen
1 Druk op DISP (schermweergave) op de regeltoets
2 Selecteer de gewenste functie met de regeltoets
Helder +
alleen Beeld
Maakt het scherm helderder en geeft alleen
beelden weer.
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
Helder +
Histogram
HelderMaakt het scherm helderder en geeft de
NormaalStelt het scherm in op de standaardhelderheid
Opmerking
• Regel de helderheid van het scherm naar boven bij als u beelden bij helder natuurlijk licht wilt
weergeven. Het batterijniveau kan echter sneller afnemen in deze omstandigheden.
Maakt het scherm helderder en geeft een
grafiek weer van de helderheid van het beeld.
De beeldinformatie wordt ook weergegeven
tijdens de weergave.
informatie weer.
en geeft de informatie weer.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
19
NL
Histogram
Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld weergeeft. De weergegeven grafiek
geeft een donker beeld aan wanneer deze links hoger is en geeft een helder beeld aan wanneer
deze rechts hoger is.
A Aantal pixels
B Helderheid
A
B
HelderDonker
1 Druk op DISP (schermweergave) op de regeltoets en selecteer
vervolgens [Helder + Histogram]
Opmerkingen
• Het histogram wordt ook weergegeven wanneer u één beeld weergeeft, maar in dat geval kunt u de
belichting niet aanpassen.
• Het histogram wordt niet weergegeven in de volgende situaties:
– Tijdens het filmen
– Tijdens het afspelen van films
– Tijdens het bekijken van verticaal georiënteerde beelden
– Tijdens het draaien van stilstaande beelden
– Tijdens het opnemen met Panorama door beweging
– Tijdens het bekijken van beelden opgenomen met Panorama door beweging
– Tijdens het bekijken van hoofdbeelden
• Er kan een groot verschil optreden tussen het histogram dat wordt weergegeven tijdens het opnemen en
tijdens het weergeven wanneer:
– De flitser afgaat
– De sluitertijd langzaam of snel is
• Het histogram wordt wellicht niet weergegeven voor beelden die zijn opgenomen met andere camera's.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
20
NL
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 11 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera
worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u
beelden opnemen in dit interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo"
opgenomen.
B
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo" worden
weergegeven.
[Menu, Instellingen, enz.]: verschillende functies kunnen
worden toegepast op beelden op de "Memory Stick Duo".
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
B
Intern
geheugen
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne geheugen.
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn
opgeslagen
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een
computer
Voer de procedure op pagina 141 tot en met 142 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de
camera is geplaatst.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Neem een "Memory Stick Duo" met voldoende opslagcapaciteit en voer vervolgens de
procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 127).
Opmerkingen
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet overzetten naar het interne
geheugen.
• U kunt gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, overzetten naar een computer door een
USB-verbinding tot stand te brengen tussen de camera en de computer met een kabel voor
multifunctionele aansluiting. U kunt gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet overzetten naar
het interne geheugen.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
21
NL
Slim automatisch instellen
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden
aangepast.
1 Zet de modusknop op (Slim automatisch instellen)
2 Maak een foto door op de sluiterknop te drukken
Opmerking
• De flitsfunctie is ingesteld op [Flitser automatisch] of [Flitser uit].
zAan Scèneherkenning
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
Scèneherkenning werkt bij de functie Slim automatisch instellen. Deze functie zorgt ervoor
dat de camera automatisch de opnameomstandigheden herkent en het beeld opneemt.
Pictogram Scèneherkenning
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro) of
(Portretopname) en geeft een pictogram op het LCD-scherm weer als de scène herkend
wordt.
Zie pagina 63 voor meer informatie.
zAls u een stilstaand beeld opneemt van een
onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen
• De kortste opnameafstand is ongeveer 1 cm (W)/150 cm (T) (vanaf de lens).
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de
AE/AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw
samen of wijzig de instelling voor het scherpstellen (pagina 41).
• In de volgende situaties kan scherpstellen moeilijk zijn:
– Het is donker en het onderwerp ligt veraf
– Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein
– Het onderwerp wordt door glas bekeken
– Het onderwerp beweegt snel
– Er is weerkaatsend licht op glanzende oppervlakken
– Het onderwerp flikkert
– Er is tegenlicht aanwezig in het onderwerp
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
22
NL
Scènekeuze
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de scène.
1 Zet de modusknop op (Scènekeuze)
2 Selecteer de gewenste functie t z op de regeltoets
Druk op de MENU-toets als u naar een andere scène wilt overschakelen.
(Hoge
gevoeligheid)
Hiermee worden wazige beelden
voorkomen wanneer u beelden zonder
flitser opneemt bij weinig licht.
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
(Portret)
(Geavanceerde
sportopname)
(Landschap)
(Schemer-
portret)
(Schemer)
(Voedsel)
Hiermee kunt u opnames maken waarbij de wazige
achtergrond wordt verwijderd en het onderwerp scherper
wordt.
Hiermee kunt u snelle bewegingen fotograferen, zoals
op sportevenementen.
Wanneer u de sluiter half indrukt, wordt de beweging
van het onderwerp voorspeld en wordt de scherpstelling
aangepast.
Hiermee kunt u eenvoudig verre scènes opnemen door in
de verte scherp te stellen. Neemt levendige beelden op
van een blauwe hemel en flora.
Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen
met de nachtweergave in de achtergrond zonder de
atmosfeer te verliezen.
Hiermee kunt u's nachts beelden in de verte opnemen
zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te
verliezen.
Hiermee kunt u voedsel fotograferen in heerlijk ogende,
heldere kleuren.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
(Strand)
(Sneeuw)
(Vuurwerk)
Hiermee kunt u de blauwe kleur van het water duidelijk
opnemen als u aan het water opneemt.
Hiermee kunt u duidelijke beelden opnemen waarbij
flauwe kleuren worden voorkomen bij sneeuwscènes of
andere plaatsen waar het hele beeld wit lijkt.
Hiermee neemt u vuurwerk in alle pracht op.
Wordt vervolgd r
23
NL
Opmerking
• Wanneer u beelden opneemt met (Schemer-portret), (Schemer) of (Vuurwerk), is de sluitertijd
langer en zijn de beelden eerder geneigd wazig te zijn. U kunt het beste een statief gebruiken om wazige
foto's te voorkomen.
Functies die u in Scènekeuze kunt gebruiken
Inhoudsopgave
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te nemen
op basis van de scène. wijst op een beschikbare functie aan en — op een functie die niet
beschikbaar is. De onderstaande pictogrammen [Flitser] wijzen op de beschikbare flitsfuncties.
Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de Scènekeuze-functie.
Zelfontsp.—
Macro aan————
Flitser
Gezichtsherkenning/
Lach-sluiter
Burst/Bracket
ISO
Witbalans
Rode-ogeneffect
Dichteogenvermindering
SteadyShot—
* [Uit] kan niet geselecteerd worden voor [Gezichtsherkenning].
** [Flitser] kan niet geselecteerd worden voor [Witbalans].
—————
—————————
**————————
—————
—————————
*— —— ——
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
24
NL
Eenvoudig opnemen
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de minimaal noodzakelijke functies.
De instellingen die u kunt wijzigen zijn [Beeldformaat], [Zelfontsp.] en [Flitser].
Het tekstformaat wordt groter en de aanduidingen worden makkelijker zichtbaar.
1 Zet de modusknop op (Eenvoudig opnemen)
Inhoudsopgave
2 Maak een foto door op de sluiterknop te drukken
Opmerking
• De accu raakt sneller leeg omdat de helderheid van het LCD-scherm automatisch verhoogt.
zDe instellingen voor Beeldformaat, Zelfontsp. en
Flitser wijzigen
Beeldformaat:MENU t [Beeldformaat] t z op de regeltoets t gewenste
functie t z
Kies tussen [Groot] of [Klein] formaat.
Zelfontsp.: op de regeltoets t gewenste functie
Kies tussen de functie [Zelfontsp. 10 sec] of [Zelfontspanner Uit].
Flitser: op de regeltoets t gewenste functie
Kies tussen de functie [Flitser automatisch] of [Flitser uit].
MENU t [Flitser] t z t gewenste functie t z
Kies tussen de functie [Autom.] of [Uit].
zAan Scèneherkenning
Scèneherkenning werkt bij de functie Eenvoudig opnemen. Deze functie zorgt ervoor dat de
camera automatisch de opnameomstandigheden herkent en het beeld opneemt.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Pictogram Scèneherkenning
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro) of
(Portretopname) en geeft een pictogram op het LCD-scherm weer als de scène herkend
wordt.
Zie pagina 63 voor meer informatie.
Wordt vervolgd r
25
NL
zEenvoudig weergeven
Als u op de (Weergave)-toets drukt terwijl de modusknop op (Eenvoudig opnemen)
is ingesteld, wordt de tekst op het weergavescherm groter en eenvoudiger leesbaar.
Daarnaast zijn de beschikbare functies beperkt.
(Wissen)-toets:U kunt het momenteel weergegeven beeld verwijderen.
Selecteer [OK] t z
MENU-toets:U kunt het momenteel weergegeven beeld wissen met [Enkel beeld
wissen], wis alle afbeeldingen in een map met [Alle beelden
wissen].
• De weergavefunctie is ingesteld op [Mapweergave]. Als u de modusknop op een andere functie dan
(Eenvoudig opnemen) instelt en vervolgens beelden weergeeft, worden de beelden
weergegeven in de vooraf ingestelde weergavefunctie.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
26
NL
Opnemen met handmatige
belichting
U kunt stilstaande beelden opnemen met een gewenste belichtingswaarde nadat u de sluitertijd
en het diafragma (F-waarde) handmatig hebt aangepast.
Deze instelling blijft ook bewaard na het uitschakelen van de camera. Als u eenmaal een waarde
hebt ingesteld, kunt u dezelfde belichting reproduceren door de modusknop in te stellen op
(Opnemen met handmatige belichting).
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
1 Zet de modusknop op (Opnemen met
handmatige belichting)
2 Druk op de insteltoets om ISO, sluitertijd of
diafragma (F-waarde) te selecteren
Telkens wanneer u op de insteltoets drukt, wijzigen de
selecteerbare items.
3 Draai aan de insteltoets om de waarde in te
stellen
4 Maak een foto door op de sluiterknop te drukken
Opmerkingen
• Als de correcte belichting niet kan worden verkregen nadat de instellingen zijn ingesteld, gaan de
aanduidingen voor de ingestelde waarde op het scherm knipperen als de sluiterknop half wordt ingedrukt.
In deze situatie kunt u opnemen, maar wij raden u aan om de waarden van de flitser opnieuw in te stellen.
• De flitser is ingesteld op [Flitser aan] of [Flitser uit].
F-waarde
Sluitertijd EV-waarde
zIndien u de sluitertijd en het diafragma (F-waarde)
instelt
Het verschil tussen de handmatig ingestelde belichting en de correcte belichting volgens de
camera wordt als een EV-waarde op het scherm weergegeven. U kunt deze waarde
gebruiken om de helderheid van het beeld te beoordelen. 0EV toont aan dat de handmatig
ingestelde waarde volgens de camera het meest geschikt is. EV in combinatie met "+" wijst
op overbelichting, EV met "–" op onderbelichting.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
27
NL
Opnemen met sluitertijdvoorkeur
Hiermee kunt u stilstaande beelden maken nadat u de sluitertijd handmatig hebt aangepast.
1 Zet de modusknop op (Opnemen met sluitertijdvoorkeur)
2 Druk op de insteltoets
Inhoudsopgave
3 Draai aan de insteltoets om de sluitertijdwaarde
te selecteren
U kunt een sluitertijd selecteren van 1/4000 tot 30 seconden.
U kunt de EV- of ISO-instellingen aanpassen met de
insteltoets.
4 Maak een foto door op de sluiterknop te drukken
Opmerkingen
• De flitser is ingesteld op [Flitser aan] of [Flitser uit].
• Als de sluitertijd snel is, kan de hoeveelheid flitslicht onvoldoende zijn zelfs als u de flitser gebruikt.
• Als de correcte belichting niet kan worden verkregen nadat de instellingen zijn ingesteld, gaan de
aanduidingen voor de ingestelde waarde op het scherm knipperen als de sluiterknop half wordt ingedrukt.
In deze situatie kunt u opnemen, maar wij raden u aan om de waarden van de flitser opnieuw in te stellen.
Sluitertijd
zHet instelbereik van de sluitertijd
Diafragma
(F-waarde)
(Groothoek)(Zoom)
A Ong. ×1,4
B Ong. ×20
• Sluitertijden van een seconde of langer worden aangegeven door ["], bijvoorbeeld 1".
• Als u een langere sluitersnelheid instelt, wordt het gebruik van een statief aangeraden om de
effecten van trillingen te voorkomen.
• Als u lange sluitertijden selecteert, duurt het even om de gegevens te verwerken.
• Als de sluitertijd is ingesteld op 1/3 seconde of langzamer, wordt de NR lange-sluitertijdfunctie
automatisch geactiveerd om de beeldruis te verminderen en wordt weergegeven.
1/4000 tot 30 seconden
1/2000 tot 30 seconden
Zoomschaal
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
zOver de sluitertijd
Als u een kortere sluitertijd selecteert, lijken bewegende voorwerpen
zoals rennende mensen, bewegende auto's of spattend water stil te
staan.
Als u een langere sluitertijd selecteert, laten bewegende voorwerpen,
zoals een stromende rivier enz., sporen na op het beeld. Zo kunt u
natuurlijkere actiebeelden opnemen.
28
NL
Opnemen met diafragmavoorkeur
U kunt handmatig de hoeveelheid licht instellen die de lens doorlaat.
1 Zet de modusknop op (Opnemen met diafragmavoorkeur)
2 Druk op de insteltoets
Inhoudsopgave
3 Draai aan de insteltoets om het diafragma
(F-waarde) te selecteren
U kunt een diafragma (F-waarde) selecteren tussen F 2.8 en
F8.0.
De sluitertijd wordt automatisch aangepast van 1/2000 naar
8 seconden.
U kunt de EV- of ISO-instellingen aanpassen met de
insteltoets.
Diafragma (F-waarde)
4 Maak een foto door op de sluiterknop te drukken
Opmerkingen
• De flitser is ingesteld op [Flitser aan], [Langz. synchro (Flitser aan)] of [Flitser uit].
• Als de correcte belichting niet kan worden verkregen nadat de instellingen zijn ingesteld, gaan de
aanduidingen voor de ingestelde waarde op het scherm knipperen als de sluiterknop half wordt ingedrukt.
In deze situatie kunt u opnemen, maar wij raden u aan om de waarden van de flitser opnieuw in te stellen.
zOver de diafragmavoorkeur
Hoe lager de diafragmawaarde (F-waarde), hoe groter de opening
waardoor licht kan binnenvallen. De scherptediepte neemt af en alles,
behalve voorwerpen die zich erg dichtbij bevinden, wordt wazig
weergegeven. Dit is handig voor het fotograferen van portretten enz.
Hoe hoger de diafragmawaarde (F-waarde), hoe kleiner de opening
waardoor licht kan binnenvallen. Zowel voorwerpen relatief dichtbij
als veraf worden scherp weergegeven. Dit is handig voor het
fotograferen van landschappen enz.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
29
NL
Autom. Programma
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de sluitertijd
als het diafragma (F-waarde)). U kunt ook verschillende instellingen selecteren met het menu.
1 Zet de modusknop op (Autom. Programma)
2 Maak een foto door op de sluiterknop te drukken
Programmawissel
U kunt de combinatie van diafragma (F-waarde) en sluitertijd wijzigen terwijl u de belichting
ongewijzigd laat.
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
1 Druk op de insteltoets
2 Draai aan de insteltoets
" " op het scherm wijzigt in "" en de opnamefunctie wijzigt naar programmawissel.
3 Draai aan de insteltoets om de combinatie voor
diafragma (F-waarde) en sluitertijd te selecteren
U kunt de EV- of ISO-instellingen aanpassen met de
insteltoets.
4 Maak een foto door op de sluiterknop te drukken
Om programmawissel te annuleren, draait u aan de insteltoets
om de aanduiding terug te draaien naar " ".
Opmerkingen
• U kunt de combinatie diafragmawaarde en sluitertijd niet veranderen als de sluiterknop half is ingedrukt.
• Afhankelijk van de helderheid van de omgeving, is het mogelijk dat programmawissel niet wordt
gebruikt.
• Zet de modusknop op iets anders dan " " of schakel het toestel uit om de doorgevoerde instelling te
annuleren.
• Als de helderheid wijzigt, wijzigen het diafragma (F-waarde) en de sluitertijd ook terwijl de mate van
verschuiving gehandhaafd blijft.
• Als de instelling flitsermodus is gewijzigd, wordt de programmawissel geannuleerd.
Sluitertijd/diafragma
(F-waarde)
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
30
NL
Schemeropname uit hand
Nachtopnames zijn vaak wazig door cameratrillingen. Met deze functie kunt u echter
nachtopnames maken met minder ruis en beeldwaas zonder een statief te gebruiken. Een reeks
burstopnamen wordt aan een hoge snelheid genomen door de sluiterknop volledig in te drukken.
Het beeld wordt bewerkt om de beeldwaas en de ruis te verminderen.
Inhoudsopgave
1 Zet de modusknop op (Schemeropname uit hand)
2 Maak een foto door op de sluiterknop te drukken
Opmerkingen
• Het sluitergeluid weerklinkt 6 keer, waarna een beeld wordt genomen.
• De beeldwaas verminderen werkt minder goed in de volgende omstandigheden:
– Bij beelden met grillige bewegingen
– Bij beelden waarvan het hoofdonderwerp zich te dicht bij de camera bevindt
– Bij beelden met weinig contrast, zoals de lucht, een zandstrand of een gazon
– Bij beelden die constant wijzigen, zoals golven of een waterval
• Lach-sluiter kan niet worden gebruikt in Schemeropname uit hand.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
31
NL
Anti-bewegingswaas
Deze functie is geschikt voor binnenopnames waarbij de flitser niet wordt gebruikt om
beeldwaas te voorkomen. Een reeks burstopnamen wordt aan een hoge snelheid genomen door
de sluiterknop volledig in te drukken. Het beeld wordt bewerkt om de beeldwaas en de ruis te
verminderen.
Inhoudsopgave
1 Zet de modusknop op (Anti-bewegingswaas)
2 Maak een foto door op de sluiterknop te drukken
Opmerkingen
• Het sluitergeluid weerklinkt 6 keer, waarna een beeld wordt genomen.
• De beeldwaas verminderen werkt minder goed in de volgende omstandigheden:
– Bij beelden met grillige bewegingen
– Bij beelden waarvan het hoofdonderwerp zich te dicht bij de camera bevindt
– Bij beelden met weinig contrast, zoals de lucht, een zandstrand of een gazon
– Bij beelden die constant wijzigen, zoals golven of een waterval
• Lach-sluiter kan niet worden gebruikt in Anti-bewegingswaas.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
32
NL
Panorama door beweging
Hiermee kunt u verschillende beelden samenvoegen tot een panoramisch beeld.
U kunt panoramische beelden maken door foto's op elkaar te stapelen of deze naast elkaar te
plaatsen.
1 Zet de modusknop op (Panorama door
beweging)
Houd de camera vast zodat u het LCD-scherm duidelijk kunt
zien.
2 Druk de sluiterknop volledig in
Dit deel wordt niet gebruikt
3 Pan de camera volgens de aanduidingen op
het scherm
De hulpbalk wordt weergegeven terwijl u de camera
beweegt.
Wanneer de hulpbalk het einde bereikt, wordt de
opname gestopt en wordt het panoramische beeld
opgenomen.
Opmerkingen
• Als u er niet in slaagt het hele onderwerp te pannen binnen de opgegeven tijd, wordt een deel van het
samengestelde beeld grijs weergegeven. Wanneer dit het geval is, moet u de camera sneller bewegen om
een volledig panoramisch beeld op te nemen.
• Omdat verschillende beelden aan elkaar worden gehecht, zal het gehechte deel niet volledig zuiver
worden opgenomen.
• In de volgende gevallen kunt u geen panoramische beelden opnemen:
– Wanneer u de camera te snel of te traag pant
– Wanneer er te veel cameratrillingen zijn
– Wanneer u de camera in een andere richting pant dan ingesteld
• Panoramische beelden kunnen wazig zijn bij weinig licht.
Hulpbalk
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
zDe opnamerichting of het beeldformaat van een
panoramisch beeld wijzigen
Opnamerichting:MENU t [Opnamerichting] t z op de regeltoets t selecteer
[Naar rechts], [Naar links], [Naar boven] en [Naar beneden] t z
Beeldformaat:MENU t [Beeldformaat] t z op de regeltoets t selecteer
[Standaard] of [Breed] t z
Wordt vervolgd r
33
NL
zTips voor het maken van panoramische beelden
Inhoudsopgave
Horizontale richting
Verticale richting
Zo klein mogelijke radius
• Pan de camera aan een constante snelheid.
• Pan de camera in de richting die aangegeven wordt op
het LCD-scherm. Wanneer er te veel cameratrillingen
zijn tijdens het pannen, is het mogelijk dat de hechting
niet correct verloopt.
• Bepaal eerst wat u zult opnemen en druk vervolgens de
sluiterknop half in, zodat de belichting en de witbalans
vergrendeld worden.
• Wanneer de helderheid, de kleur en de scherpstelling
van het volledige panoramische beeld sterk afwijken
van de vergrendelde waarden, zal de opname niet
lukken. Voer in dat geval de vergrendeling opnieuw uit
en maak de opname opnieuw.
• Panorama door beweging werkt niet in de volgende
situaties:
– Bij bewegende onderwerpen
– Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera
bevindt
– Bij beelden met een repetitief patroon, zoals tegels,
en beelden met weinig contrast, zoals de lucht, een
zandstrand of een gazon
– Bij beelden die constant wijzigen, zoals golven of
een waterval
• Bij onderwerpen met flikkerende lichten, zoals bij
fluorescerend licht, is de helderheid of het kleur van
het samengestelde beeld niet altijd gelijk.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
zPanoramische beelden weergeven
U kunt scrollen door een panoramisch beeld door te drukken op z op de regeltoets terwijl
het beeld wordt weergegeven.
RegeltoetsFunctie
zBeelden weergeven om te
scrollen/stoppen
• Druk op z als u gestopt
bent met scrollen om het
Toont het weergegeven deel van
het panoramische beeld
• Panoramische beelden kunt u weergeven met de bijgeleverde software "PMB" (pagina 140).
beeld volledig weer te
geven.
34
NL
Bewegende beeldn
Hiermee kunt u films opnemen met geluid.
1 Zet de modusknop op (Bewegende beeldn)
2 Druk de sluiterknop volledig in
Inhoudsopgave
3 Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig
in
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
35
NL
Lach-sluiter
Wanneer de camera een glimlach detecteert, gaat de sluiterknop automatisch af.
1 Druk op de (custom)-toets
2 Wacht terwijl er een lach gedetecteerd wordt
Als het lachniveau hoger is dan het b-punt op de aanduiding,
dan neemt de camera automatisch beelden op.
Als u op de sluiterknop drukt terwijl Lach-sluiter actief is,
neemt de camera het beeld op en keert het toestel terug naar de
functie Lach-sluiter.
3 Druk opnieuw op de (custom)-toets om op te
houden met opnemen
Opmerkingen
• Het opnemen met de Lach-sluiter houdt automatisch op als de "Memory Stick Duo" of het interne
geheugen vol is.
• Lachen wordt mogelijk niet correct herkend afhankelijk van de omstandigheden.
• U kunt de digitale zoomfunctie niet gebruiken.
• Wanneer (Geavanceerde sportopname), (Landschap), (Schemer), (Voedsel) of
(Vuurwerk) geselecteerd is in Scènekeuze of de functie (Panorama door beweging),
(Schemeropname uit hand) of (Anti-bewegingswaas) geselecteerd is, kunt u de functie Lach-
sluiter niet gebruiken.
• U kunt de Lach-sluiter niet gebruiken als u [Lichtmeetfunctie] of [Witbalans] hebt ingesteld voor de
(custom)-toets. Stel [Lach-sluiter] in met de [Customtoets] bij (Opname-instellingn) (pagina 109).
Kader Gezichtsherkenning
Lach-herkenn.gevoeligheidaanduiding
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
zTips voor het beter vastleggen van een lach
1 Bedek de ogen niet met uw haar.
Verstop het gezicht niet achter een hoed, masker,
zonnebril, enz.
2 Probeer het gezicht recht voor de camera te plaatsen en
zo horizontaal mogelijk. Knijp de ogen dicht.
3 Geef een duidelijke lach met een open mond. De lach is
makkelijker te detecteren wanneer de tanden zichtbaar
zijn.
• De sluiter treedt in werking als een persoon lacht van wie het gezicht wordt herkend.
• U kunt met [Gezichtsherkenning] het gekozen onderwerp voor gezichtsherkenning selecteren of
registreren. Als het geselecteerde gezicht opgeslagen is in het geheugen van de camera, zal de Lachherkenning enkel worden uitgevoerd voor dat gezicht. Om lach-herkenning voor een ander gezicht
uit te voeren, verandert u het gekozen gezicht met z op de regeltoets (pagina 66).
• Als er geen lach wordt herkend, stelt u de [Lach-herkenn.gevoeligheid] in het instellingenmenu in.
36
NL
Zoom
U kunt het beeld vergroten bij het maken van opnames. Met de optische zoomfunctie van de
camera kunt u beelden tot 20
× vergroten.
Inhoudsopgave
1 Beweeg de W/T (zoom)-hendel
Beweeg de hendel naar de T-zijde om in te zoomen en naar de
W-zijde om uit te zoomen.
• Door de hendel licht te bewegen, zoomt de camera langzaam in en
door deze snel te bewegen, zoomt de camera snel in.
• Zie pagina 103 als de zoomvergrotingsfactor groter is dan 20×.
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat het bedieningsgeluid van de lens wordt opgenomen tijdens het filmen. Ook kunnen de
pieptonen van andere knoppen, zoals de insteltoets of de W/T (zoom)-hendel, worden opgenomen.
• Zelfs als u de hendel volledig naar een kant beweegt, zoomt de camera langzaam in als u een film
opneemt.
• U kunt de zoom niet gebruiken wanneer u opnames maakt in (Panorama door beweging).
T-zijde
W-zijde
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
37
NL
Zelfontsp.
1 Druk op (Zelfontsp.) op de regeltoets
2 Selecteer de gewenste functie met de regeltoets
Inhoudsopgave
(Zelfontspanner
Uit)
(Zelfontsp.
10 sec)
(Zelfontspanner
2 sec)
Opmerkingen
• In de functie Eenvoudig opnemen, kunt u alleen [Zelfontsp. 10 sec] of [Zelfontspanner Uit] selecteren.
• U kunt de zelfontspanner niet gebruiken wanneer u opnames maakt in (Geavanceerde sportopname)
of (Panorama door beweging).
De zelfontspanner wordt niet gebruikt.
De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden wordt
ingesteld.
Wanneer u op de sluiterknop drukt, knippert het
zelfontspannerlampje en hoort u een pieptoon tot de sluiter werkt.
Druk nogmaals op om te annuleren.
De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden wordt
ingesteld.
zWazige beelden tegengaan met de zelfontspanner
van 2 seconden
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om een wazig beeld te voorkomen.
De sluiter wordt 2 seconden nadat u hebt gedrukt op de sluiterknop vrijgegeven, waardoor de
camerabeweging wordt verminderd.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
38
NL
Macro
Gebruik deze instelling om prachtige close-ups van kleine onderwerpen te maken, zoals insecten
of bloemen.
1 Druk op (Macro) op de regeltoets
2 Selecteer de gewenste functie met de regeltoets
(Autom.)De scherpstelling wordt automatisch aangepast voor onderwerpen
van veraf tot dichtbij.
• Stel de camera normaal in op deze functie.
(Macro aan)Onderwerpen dichtbij krijgen voorrang bij het scherpstellen.
Gebruik Macro aan wanneer u onderwerpen dichtbij opneemt.
• U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.
Opmerkingen
• De snelheid van de automatische scherpstelling vertraagt wanneer u beelden opneemt met de Macrofunctie.
• De Macro-functie wordt vast ingesteld op [Autom.] wanneer de functie Slim automatisch instellen of
Bewegende beeldn is geactiveerd.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
39
NL
Flitser
1 Druk op (Flitser) op de regeltoets
2 Selecteer de gewenste functie met de regeltoets
Inhoudsopgave
(Flitser
automatisch)
(Flitser aan)Flitser werkt altijd.
(Langz.
synchro (Flitser
aan))
(Flitser uit)Flitser werkt niet.
Opmerkingen
• De flitser gaat twee keer af. De eerste flits wijzigt de lichthoeveelheid.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
• U kunt de flitser niet gebruiken bij burst- of bracketopnamen.
• [Flitser aan] en [Langz. synchro (Flitser aan)] zijn niet beschikbaar als de camera gebruik maakt van de
functie Slim automatisch instellen.
• In de functie Eenvoudig opnemen, kunt u alleen [Flitser automatisch] of [Flitser uit] selecteren.
• In (Panorama door beweging), (Schemeropname uit hand) of (Anti-bewegingswaas), is de
flitser ingesteld op [Flitser uit].
• In (Opnemen met handmatige belichting), (Opnemen met diafragmavoorkeur) of (Opnemen
met sluitertijdvoorkeur), kunt u alleen [Flitser aan] of [Flitser uit] selecteren.
Flitst wanneer er niet voldoende licht of tegenlicht is.
Flitser werkt altijd.
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond
helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht.
zAls "witte cirkelvormige vlekken" verschijnen op
foto's die met een flitser genomen zijn
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) die in de buurt van de lens
rondzweven. Als ze door de flitser van de camera worden geaccentueerd, verschijnen ze als
witte cirkelvormige vlekken.
Camera
Onderwerp
Deeltjes (stof, pollen, enz.) in
de lucht
Hoe kunnen de "witte cirkelvormige vlekken" worden teruggedrongen?
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op zonder flitser.
• Selecteer de functie (Hoge gevoeligheid) bij Scènekeuze ([Flitser uit] wordt automatisch
geselecteerd).
• Hoewel u de functie (Anti-bewegingswaas) (Hoge gevoeligheid) hebt geselecteerd in
Scènekeuze is de sluitersnelheid mogelijk trager bij omstandigheden met weinig licht of op een
donkere plaats. Gebruik in dat geval een statief of houd uw armen strak langs uw zijde nadat u de
sluitertoets hebt ingedrukt.
40
NL
Scherpstellen
U kunt de scherpstellingsmethode wijzigen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp te
stellen met de functie voor automatische scherpstelling.
AF staat voor "Auto Focus" (automatische scherpstelling), een functie die de scherpstelling
automatisch aanpast.
Inhoudsopgave
1 Druk op de FOCUS-toets
2 Selecteer de gewenste functie met de regeltoets en druk op z
(Multi-AF)Hiermee wordt automatisch scherpgesteld
op een onderwerp in het hele bereik van het
zoekerframe.
Als u de sluiterknop half indrukt in de
opnamefunctie voor stilstaande beelden,
wordt een groen frame weergegeven rond
het gebied waarop scherpgesteld is.
• Als de functie Gezichtsherkenning actief is, werkt AF met voorrang voor
gezichten.
(Midden-AF)Hiermee wordt automatisch scherpgesteld
op een onderwerp in het midden van het
zoekerframe. Als u dit gebruikt met de
AF-vergrendelfunctie, kunt u de gewenste
beeldcompositie opnemen.
(Flexibel
Punt AF)
(Semi-
handmatig)
(Handmatige
scherpstelling)
Hiermee wordt scherpgesteld op een zeer klein onderwerp of een
klein gebied.
Met de Flexibel Punt AF kunt u de gewenste beeldcompositie
opnemen.
Hiermee wordt automatisch en snel scherpgesteld op het gebied
rond een ingestelde afstand. Hiermee wordt automatisch
scherpgesteld op een onderwerp in het hele bereik van het
zoekerframe.
• Deze functie is nuttig wanneer u een onderwerp herhaaldelijk opneemt
vanaf dezelfde afstand.
Hiermee kunt u handmatig scherpstellen op het onderwerp.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Opmerkingen
• Wanneer u [Digitale zoom] of [AF-verlicht.] gebruikt, wordt het AF-bereikzoekerframe uitgeschakeld en
in een stippellijn weergegeven. In dit geval stelt de camera scherp op onderwerpen in het midden van het
scherm.
• U kunt gezichtsherkenning niet gebruiken wanneer u een andere scherpstellingsfunctie kiest dan
[Multi-AF].
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Multi-AF] of [Handmatige scherpstelling] selecteren.
• De scherpstelinstelling is vastgezet op [Multi-AF] wanneer u (Schemeropname uit hand),
(Anti-bewegingswaas) of Lach-sluiter gebruikt.
41
NL
Gebruik van Flexibel Punt AF
Deze optie is handig als u een statief gebruikt tijdens het opnemen en het onderwerp zich niet in
het midden van het scherm bevindt.
1 Druk op de regeltoets om de positie van het AF-
bereikzoekerframe aan te passen naar de plaats
waarop u wilt scherpstellen en druk vervolgens
op z
Druk nogmaals op z in het midden om de instelling terug te
stellen.
U kunt de positie ook ruw aanpassen met de insteltoets.
Opmerking
• Als u de scherpstelmethode verandert, wordt het AF-bereikzoekerframe dat u hebt ingesteld, gewist.
AF-bereikzoekerframe
(geel: instelbaar/wit: vast)
Gebruik van Semi-handmatig/Handmatige
scherpstelling
Dit is nuttig wanneer het moeilijk is om de juiste scherpstelling te bekomen, zoals bij het maken
van foto's door een raam.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
1 Druk op de regeltoets om de afstand in te stellen
waarop u wilt scherpstellen met de balk voor de
handmatige scherpinstelling en druk vervolgens
op z
Druk nogmaals op z in het midden om de instelling terug te
stellen.
U kunt de positie ook ruw aanpassen met de insteltoets.
Opmerkingen
• Als de scherpstelafstand erg dicht is, is het mogelijk dat er stof of vingerafdrukken worden weergegeven
op het beeld. Veeg de lens schoon met een zachte doek enz.
• Het scherpstellingsbereik wordt beperkt door de zoomschaal of de instelling van de [Conversielens].
• Als u de scherpstelmethode verandert, wordt de afstand van de Handmatige scherpstelling die u hebt
ingesteld, gewist.
• De informatie over de ingestelde afstand bij Semi-handmatig/Handmatige scherpstelling is slechts bij
benadering. Als u de lens op en neer beweegt, wordt de fout vergroot.
Balk handmatige
scherpinstelling
Scherpstelbereik 1 cm tot ∞
Index
42
NL
Burstopnamen aan hoge
snelheid/Exposure Bracket
U kunt normaal (enkelbeeld), burst of exposure bracket als [Opn.functie] selecteren.
1 Druk op de / (burst /bracket)-toets
2 Selecteer een opnamefunctie met de regeltoets en druk op z
(Normaal)Hiermee neemt u een enkel beeld op.
(Burst(Hoog)) Hiermee neemt u tot 10 beelden na elkaar op.
(Burst(Middel))
(Burst(Laag)) Hiermee neemt u tot 2 beelden na elkaar op.
(Bracket)Hiermee wordt een reeks van 3 beelden opgenomen waarbij de
Hiermee neemt u tot 5 beelden na elkaar op.
belichtingswaarden automatisch iets worden verschoven. Zie
pagina 62 voor meer informatie over de bracketinstelling.
Opmerkingen
• De functie exposure bracket is niet beschikbaar bij Slim automatisch
instellen, Eenvoudig opnemen, Bewegende beeldn, Schemeropname uit
hand, Anti-bewegingswaas, Panorama door beweging of Lach-sluiter.
• De flitser is ingesteld op [Flitser uit].
• De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld
ingesteld, en deze instellingen worden ook gebruikt voor de andere
beelden.
• Als u de belichting handmatig aanpast, wordt de belichting verschoven
aan de hand van de aangepaste helderheid.
• Het opname-interval wordt langer, afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kunt u wellicht niet goed
opnemen met de geselecteerde waarde voor de bracket-stap.
• [VGA]-beeldformaat zal worden ingesteld bij het opnemen in het interne
geheugen.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Burstopnamen aan hoge snelheid
Hiermee worden tot 10 beelden na elkaar opgenomen terwijl u de sluiterknop ingedrukt houdt.
1 Selecteer [Burst(Hoog)], [Burst(Middel)] of [Burst(Laag)] als [Opn.functie]
2 Druk op de sluiterknop
Opmerkingen
• Burstopname is niet beschikbaar bij Eenvoudig opnemen, Schemeropname uit hand, Antibewegingswaas, Panorama door beweging, Bewegende beeldn of Lach-sluiter.
• De flitser is ingesteld op [Flitser uit].
• Als u burstopnames maakt met de zelfontspanner, wordt een reeks van maximaal 5 beelden opgenomen.
• Bij lange sluitertijden neemt het aantal burstopnames per seconde mogelijk af.
• Als de accu bijna leeg is of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, kunt u niet langer
burstopnames maken.
Wordt vervolgd r
43
NL
• De scherpstelling, de witbalans en de belichting worden vergrendeld zodat ze kunnen worden aangepast
voor het eerste beeld.
• [VGA]-beeldformaat zal worden ingesteld bij het opnemen in het interne geheugen.
zOver het maken van burstopnamen aan hoge
snelheid
Inhoudsopgave
Na het maken van burstopnamen aan hoge snelheid, worden de opgenomen beelden
weergegeven in kaders op het LCD-scherm. Wanneer alle beelden in de kaders staan, is de
opname voltooid.
U kunt de opname stoppen door [OK] te selecteren met z op de regeltoets.
Wanneer u de opname stopt, worden de beelden weergegeven in de index en de beelden die
verwerkt worden, opgenomen.
zGegroepeerde burstopnames weergeven
Burstopnames worden opgenomen in een groep die u automatisch kunt weergeven.
Alleen hoofdbld. weergeven
Wanneer een gezicht wordt herkend in burstopnames, wordt het meest
geschikte beeld weergegeven als hoofdbeeld. Wanneer geen gezicht
wordt herkend, wordt het eerste beeld het hoofdbeeld. Het hoofdbeeld
kan worden gewijzigd.
Alles weergeven
De burstopnames kunnen worden weergegeven in een lijst.
1 Druk op z op de regeltoets
Burstgroepen worden weergegeven als miniaturen
2 Selecteer beelden met b/B
U kunt de index weergeven of verbergen met V. Druk op z om terug
te keren naar enkelbeeldweergave
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
• Met [Datumweergave] en [Weerg. per gebeurt.] kunt u burstopnames
groeperen.
44
NL
EV
U kunt de belichting handmatig aanpassen in stappen van 1/3 EV tussen –2.0EV en +2.0EV.
1 Druk op de insteltoets om de EV-instelling te
selecteren
Inhoudsopgave
2 Draai aan de insteltoets om de gewenste EV-
instelling te selecteren
Opmerkingen
• In de functie Eenvoudig opnemen kan de EV-instelling niet worden aangepast.
• Wanneer u een onderwerp onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden opneemt of wanneer u de
flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
zDe belichting aanpassen voor beter uitziende
beelden
U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te
passen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de
sluiterknop indrukt.
Belichting:
Overbelichting = te veel licht
Te licht beeld
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt
Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht in de
camera valt
ISO-gevoeligheid (aanbevolen belichtingswaarde)
= opnamegevoeligheid
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Lagere EV-instelling –
Juiste belichting
Hogere EV-instelling +
Onderbelichting = te weinig licht
Te donker beeld
45
NL
ISO
Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid aanpassen.
1 Druk op de insteltoets om de ISO-gevoeligheid te
selecteren
Inhoudsopgave
2 Draai aan de insteltoets om de gewenste waarde
in te stellen
(Autom.)Hiermee wordt de ISO-gevoeligheid automatisch geselecteerd.
/////U kunt beeldwazigheid op donkere plaatsen terugdringen of
onderwerpen verplaatsen door de ISO-gevoeligheid te verhogen
(kies een hogere waarde).
Opmerkingen
• U kunt alleen [ISO AUTO], [ISO 125] of [ISO 800] selecteren wanneer de opnamefunctie op een van de
volgende manier is ingesteld:
– Burst- of bracketopnames
– [DRO] is ingesteld op [DRO plus]
– (Geavanceerde sportopname)-functie
• Hoe hoger de ISO-gevoeligheid, hoe meer ruis er in het beeld aanwezig is.
• In Scenekeuze wordt de ISO-instelling automatisch ingesteld, behalve in (Geavanceerde
sportopname).
zDe ISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen
belichtingswaarde)
De ISO-gevoeligheid is een snelheidswaarde voor opnamemedia met een beeldsensor die
het licht opvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden
afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs in donkere omgevingen, terwijl de
sluitersnelheid wordt verhoogd om de wazigheid te verminderen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
46
NL
Stilstaande beelden weergeven
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 Selecteer een beeld met de regeltoets
U kunt een beeld selecteren met de insteltoets.
Opmerkingen
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden afgespeeld. Geef zulke
beelden weer in Mapweergave (MENU t [Weergavefunctie] t [Mapweergave]).
• Als de modusknop ingesteld is op (Eenvoudig opnemen), worden de beelden afgespeeld in
Mapweergave en zijn de beschikbare functies beperkt. Stel de modusknop in op een andere functie dan
als u alle weergavefuncties wilt gebruiken.
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
zBeelden bekijken die met een andere camera
opgenomen zijn
Het scherm om een weergavemethode te kiezen wordt weergegeven als u een "Memory
Stick Duo" in de camera aanbrengt die zowel beelden bevat die met deze camera
opgenomen zijn als beelden die met een andere camera opgenomen zijn.
"Alleen geregist. beelden weergeven": beelden worden weergegeven in de
geselecteerde Weergavefunctie. Het is mogelijk dat sommige beelden die opgenomen zijn
met andere camera's niet afgespeeld worden op dit moment.
"Alles weergeven met mapweergave": de camera schakelt over naar de Mapweergave
en geeft alle beelden weer.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
47
NL
Weergavezoom
Het beeld wordt vergroot weergegeven.
1 Beweeg de (weergavezoom)-hendel naar de
T-zijde tijdens het weergeven van een stilstaand
beeld
Het beeld wordt in het midden van het beeld vergroot tot twee keer
het vorige formaat.
2 Regel de positie met de regeltoets
3 Wijzig de zoomvergrotingsfactor met de
(weergavezoom)-hendel
Beweeg de (weergavezoom)-hendel naar de T-zijde om in te zoomen en naar de W-zijde
om uit te zoomen.
Druk op z om de weergavezoom te annuleren.
Opmerking
• Een panoramisch beeld wordt schermvullend weergegeven.
zVergrote beelden opslaan
Toont het weergegeven
deel van het volledige
beeld
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
U kunt een vergroot beeld opslaan met behulp van de trimfunctie.
Druk op MENU t [Bijwerken] t [Trimmen]
zHet volgende/vorige beeld weergeven tijdens het
zoomen
Wanneer u draait aan de insteltoets tijdens het weergeven van stilstaande beelden, kunt u het
volgende/vorige beeld vergroot weergeven.
Het vergrote beeld keert echter terug naar de normale weergave in de volgende
omstandigheden:
– het volgende weergegeven beeld heeft een andere grootte
– het volgende weergegeven beeld is anders georiënteerd
– het volgende weergegeven beeld heeft een andere breedte-/hoogteverhouding
– het volgende weergegeven beeld is een filmbestand
– het volgende weergegeven beeld is een hoofdbeeld uit een burstgroep
Index
48
NL
Beeldindex
Geeft tegelijkertijd meerdere beelden weer.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
Inhoudsopgave
2 Beweeg de (index)-toets naar de W-zijde om het beeldindexscherm
weer te geven
Beweeg de hendel opnieuw om een indexscherm weer te geven met nog meer beelden.
U kunt het volgende/vorige beeld selecteren met de insteltoets.
3 Selecteer een beeld met de regeltoets en druk op z om terug te keren
naar het enkelbeeldscherm
Opmerking
• Als de modusknop ingesteld is op (Eenvoudig opnemen), dan kunt u geen beelden bekijken in de
indexfunctie.
zBeelden weergeven van de gewenste datum/
gebeurtenis/map
Selecteer met de regeltoets de balk aan de linkerkant en
selecteer vervolgens de gewenste datum/gebeurtenis/map met
v/V.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
49
NL
Wissen
Hiermee kunt u ongewenste beelden selecteren om te wissen. U kunt ook beelden wissen met de
MENU-toets (pagina 96).
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 (Wissen)-toets t gewenste functie tz op de regeltoets
Dit beeldHiermee wist u het momenteel weergegeven beeld in de
enkelbeeldfunctie.
Meerdere beeldenU kunt meerdere beelden selecteren en wissen.
Doe na stap 2 het volgende.
1Selecteer een beeld en druk vervolgens op z
Herhaal de bovenstaande stappen tot er geen beelden
meer moeten gewist worden. Selecteer een beeld met
een -markering opnieuw om de -markering
ongedaan te maken.
2MENU t [OK] tz
Alle in deze map
Alle beelden in datumbereik
Alle in gebeurtenis
Alles behalve hoofdbeeld
Alles in deze groep
SluitenHiermee annuleert u het wissen.
Hiermee verwijdert u in een keer alle beelden in de
geselecteerde map, gebeurtenissengroep, burstgroep of in
het geselecteerde datumbereik.
Druk na stap 2 op [OK] t z.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Opmerkingen
• Als de modusknop op (Eenvoudig opnemen) is ingesteld, kunt u enkel het huidig weergegeven
beeld wissen.
• Wanneer Weergavefunctie is ingesteld op (Favorieten), kunt u geen beelden wissen.
zU kunt schakelen tussen de indexfunctie en de
enkelbeeldfunctie bij het selecteren van beelden
Beweeg de zoomhendel naar de T-zijde ( ) in de indexfunctie
om terug te keren naar de enkelbeeldfunctie en beweeg de
zoomhendel naar de W-zijde () in de enkelbeeldfunctie om
terug te keren naar de indexfunctie.
• U kunt ook schakelen tussen de indexfunctie en de enkelbeeldfunctie
in [Favorieten toevoegen/verw.], [Beveiligen] of [DPOF].
50
NL
Films weergeven
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 Selecteer een film met de regeltoets
3 Druk op z
Het afspelen van de film start.
RegeltoetsAfspeelfunctie
zPauzeren
BSnel vooruit
bSnel achteruit
VGeeft het bedieningspaneel weer
Opmerking
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden afgespeeld.
Het bedieningspaneel weergeven
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Via het bedieningspaneel kunt u beelden traag weergeven en het volume regelen.
1 Druk op V op de regeltoets
Het bedieningspaneel verschijnt.
2 Selecteer de gewenste toets met b/B en druk
vervolgens op z
Knop Beschikbare functies
Terugspoelen
Afspelen/Pauzeren
Snel vooruit
Traag weergeven
Volumeregeling
Het bedieningspaneel sluiten
Index
Wordt vervolgd r
51
NL
zHet scherm voor weergave van films
Selecteer het beeld dat u wilt weergeven met b/B op de regeltoets en druk op z.
De weergavebalk wordt weergegeven, waar u de afspeelpositie van een film kunt bekijken.
, , of verschijnt op het scherm voor weergave
van films.
Het weergegeven pictogram kan variëren afhankelijk van het
beeldformaat en de -kwaliteit.
Weergavebalk
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
52
NL
Bewegende bldn. opnemen
Hiermee kunt u films opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de scène.
1 Zet de modusknop op (Bewegende beeldn)
2 MENU t (Bewegende bldn. opnemen) t gewenste functie
Inhoudsopgave
(Autom.)De instelling wordt automatisch aangepast.
(Hoge
gevoeligheid)
Films worden met hoge gevoeligheid opgenomen bij weinig licht.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
53
NL
Opnamerichting
Selecteer de richting waarin u de camera wilt pannen bij het nemen van beelden met Panorama
door beweging.
1 Zet de modusknop op [Panorama door beweging]
2 MENU t [Opnamerichting] t gewenste richting
(Naar rechts)Van links naar rechts pannen.
(Naar links)Van rechts naar links pannen.
(Naar boven)Van onder naar boven pannen.
(Naar
beneden)
Van boven naar onder pannen.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
54
NL
Beeldformaat
Het beeldformaat bepaalt de grootte van het beeldbestand dat opgenomen wordt als u een beeld
opneemt.
Hoe groter het beeldformaat, hoe meer detail er zal worden weergegeven als het beeld in groot
formaat afgedrukt wordt op papier. Hoe kleiner het beeldformaat, hoe meer beelden er kunnen
worden opgenomen. Selecteer het beeldformaat dat overeenstemt met de manier waarop u uw
beelden zult bekijken.
1 MENU t (Beeldformaat) t gewenst formaat
Bij opname van stilstaande beelden
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
BeeldformaatGebruiksrichtlijnenAantal
beelden
(3456×2592) Voor afdrukken tot maximaal
A3+ formaat
(2592×1944) Voor afdrukken tot maximaal
A4-formaat
(2048×1536) Voor afdrukken tot maximaal
L/2L-formaat
(640×480)Voor e-mailbijlages
(3456×2304) Breedte-/hoogteverhouding 3:2 zoals
fotopapier en postkaarten
(3456×1944) Voor weergave op een hoge-
definitietelevisie
Minder
Meer
MinderFijn
Minder
Afdrukken
Fijn
Ruw
Fijn
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
(1920×1080)
Meer
Opmerking
• Als u beelden afdrukt die opgenomen zijn met breedte-/hoogteverhouding 16:9, is het mogelijk dat beide
randen afgesneden worden.
Ruw
55
NL
In de Eenvoudig opnemen-functie
GrootBeelden worden opgenomen in het formaat [9M].
KleinBeelden worden opgenomen in het formaat [3M].
Beelden opnemen met Panorama door
beweging in standaardformaat.
Beelden opnemen met Panorama door
beweging in breed formaat.
Bij opname van films
Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit. Hoe hoger het aantal gegevens dat per
seconde gebruikt wordt (gemiddelde bitsnelheid), hoe vloeiender het afgespeelde beeld.
De films gemaakt met deze camera worden opgenomen in MPEG-4 AVC/H.264, ongeveer
30 frames per seconde, Progressive, AAC, mp4-formaat.
Beeldformaat van filmsGemiddelde
bitsnelheid
(1440×1080 (Fijn))12 MbpsFilms van de hoogste kwaliteit
(1440×1080
(Standaard))
(1280×720)6 MbpsFilms van standaardkwaliteit
(VGA)3 MbpsOpnemen in een beeldformaat dat
7 MbpsFilms van standaardkwaliteit
Gebruiksrichtlijnen
opnemen voor HDTV (1080)weergave.
opnemen voor HDTV (1080)weergave.
opnemen voor HDTV (720)weergave.
geschikt is om te uploaden naar
internet.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
Opmerkingen
• Als het beeldformaat [VGA] wordt gekozen voor films krijgt u een teleopname.
• U kunt films opnemen met een beeldformaat van [1440×1080 (Fijn)], [1440×1080 (Standaard)] of
[1280×720] op een "Memory Stick PRO Duo". Stel het beeldformaat in op [VGA] als u een ander
opnamemedium gebruikt dan een "Memory Stick PRO Duo".
Wordt vervolgd r
56
NL
zOver "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden
genoemd.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in
beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven
door het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 9M
3456 pixels × 2592 pixels = 8.957.952 pixels
2 Beeldformaat: VGA
Pixels
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Pixel
Veel pixels
(Hoge beeldkwaliteit en groot bestand)
Weinig pixels
(Lage beeldkwaliteit maar klein bestand)
Index
57
NL
Flitser
In de Eenvoudig opnemen-functie kunt u de Flitser-instelling ook selecteren via de MENU-toets.
1 Zet de modusknop op (Eenvoudig opnemen)
2 MENU t [Flitser] t z op de regeltoets
Inhoudsopgave
3 Selecteer de gewenste instelling t z
Autom.Flitst wanneer er niet voldoende licht of achtergrondverlichting is.
UitHiermee wordt de flitser niet gebruikt.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
58
NL
Witbalans
Wijzigt de kleurtonen volgens de omliggende lichtomstandigheden. Gebruik deze functie als de
beeldkleur onnatuurlijk lijkt.
1 MENU t (Witbalans) t gewenste functie
Inhoudsopgave
(Autom.)Hiermee wordt de witbalans automatisch aangepast zodat
de kleuren natuurlijk lijken.
(Daglicht)Hiermee wordt gecompenseerd voor omstandigheden
buiten op een mooie dag, avondzichten, nachtelijke
scènes, neonreclames, vuurwerk, enz.
(Bewolkt)Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of
schaduwrijke omgeving.
(Fluorescerend licht 1)
(Fluorescerend licht 2)
(Fluorescerend licht 3)
n (Gloeilamp)Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen onder een
(Flitser)Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
(1x drukken)Past afhankelijk van de lichtbron de witbalans aan. De
(1x druk.inst.)Onthoud de basis witte kleur die gebruikt wordt in de
[Fluorescerend licht 1]: hiermee wordt gecompenseerd
voor wit fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend licht 2]: hiermee wordt gecompenseerd
voor natuurlijk wit fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend licht 3]: hiermee wordt gecompenseerd
voor dagwit fluorescerende verlichting.
gloeilamp of onder felle verlichting, zoals in een
fotostudio.
witte kleur die opgeslagen is in de stand [1x druk.inst.]
wordt de basis witte kleur. Gebruik deze instelling als
[Autom.] of andere standen de kleur niet correct kunnen
instellen.
stand [1x drukken].
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Opmerkingen
• [Witbalans] kan niet worden aangepast in Slim automatisch instellen of Eenvoudig opnemen.
• Bij de functie Scènekeuze kunt u de witbalans enkel wijzigen in de functie (Hoge gevoeligheid) of
(Voedsel).
• U kunt [Flitser] niet aanpassen bij [Witbalans] tijdens het opnemen met Panorama door beweging,
Schemeropname uit hand, Anti-bewegingswaas of Bewegende beeldn, of wanneer Scènekeuze is
ingesteld op de functie (Hoge gevoeligheid).
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs
niet als u [Fluorescerend licht 1], [Fluorescerend licht 2] of [Fluorescerend licht 3] hebt ingesteld.
• Bij opnemen met een flitser in een andere functie dan [Flitser], wordt [Witbalans] ingesteld op [Autom.].
• Wanneer de flitser is ingesteld op [Flitser aan] kan de witbalans enkel worden ingesteld op [Autom.],
[Flitser], [1x drukken] of [1x druk.inst.].
• [1x druk.inst.] kan niet worden geselecteerd tijdens het laden van de flitser.
Wordt vervolgd r
59
NL
zUitwerking van lichtomstandigheden
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de
belichtingsomstandigheden.
In de functie Slim automatisch instellen worden de kleurtinten automatisch aangepast, maar
u kunt ook de kleurtinten handmatig aanpassen met behulp van de Witbalans-functie.
Inhoudsopgave
Weer/lichtbron
Kenmerken van
het licht
DaglichtBewolktFluorescerendGloeilamp
Wit (standaard)BlauwachtigGroengetintRoodachtig
Om de basis witte kleur vast te leggen in de stand
[1x druk.inst.]
1 Geef een wit voorwerp, zoals een vel papier, volledig weer op het scherm
onder dezelfde lichtomstandigheden als waarmee u het onderwerp wilt
opnemen
2 MENU t [Witbalans] t [1x druk.inst.] t z op de regeltoets
3 Het scherm wordt even zwart en als de witbalans aangepast is en in het
geheugen is opgeslagen, wordt het opnamescherm opnieuw
weergegeven
Opmerkingen
• Als de -aanduiding knippert tijdens het opnemen, is de witbalans niet ingesteld of kan deze niet
worden ingesteld. Gebruik de automatische witbalans.
• Stel de camera niet bloot aan schokken of trillingen als [1x druk.inst.] is geactiveerd.
• Als de flitser is ingesteld op [Flitser aan] of [Langz. synchro (Flitser aan)], wordt de witbalans aangepast
aan de situatie waarbij de flitser flitst.
• Standaardwit wordt gebruikt wanneer [Kleurfilter] is ingesteld op [Uit].
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
zDe customtoets gebruiken
U kunt de Witbalans eenvoudig gebruiken als u deze functie registreert bij de customtoets
(pagina 109).
60
NL
Lichtmeetfunctie
Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
1 MENU t (Lichtmeetfunctie) t gewenste functie
Inhoudsopgave
(Multi)Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en wordt
op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera berekent een
uitgebalanceerde belichting (Lichtmeting met meerdere patronen).
(Midden)Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van de
helderheid van dat gedeelte van het onderwerp (Lichtmeting met
nadruk op het midden).
(Punt)Hiermee wordt slechts een gedeelte van
het onderwerp gebruikt voor de
lichtmeting (Puntlichtmeting). Deze
functie is handig wanneer het
onderwerp tegenlicht heeft of wanneer
er een sterk contrast is tussen het
onderwerp en de achtergrond.
Opmerkingen
• Als de modusknop ingesteld is op (Slim automatisch instellen), (Eenvoudig opnemen) en
(Scèneherkenning) kunt u de [Lichtmeetfunctie] niet instellen.
• In Bewegende beeldn kan [Punt] niet worden geselecteerd.
• Als u de Lichtmeetfunctie op iets anders instelt dan [Multi], kan de functie Gezichtsherkenning niet
worden gebruikt.
• Bij gebruik van puntlichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden kunt u het beste [Scherpstellen]
instellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting.
• De Lichtmeetfunctie is vastgezet op [Multi] terwijl de Lach-sluiter-functie actief is.
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
zDe customtoets gebruiken
U kunt de Lichtmeetfunctie eenvoudig gebruiken als u deze functie registreert bij de
customtoets (pagina 109).
61
NL
Bracket-groep
U kunt het type bracketopnames instellen met de / (burst/bracket)-toets. In de
bracketopnamefunctie kunt u een reeks van 3 beelden opnemen met gewijzigde instellingen.
U kunt achteraf het meest geschikte beeld selecteren.
1 MENU t [Bracket-groep] t gewenste functie
(EXP±0.3)Neemt een reeks van drie beelden op met de belichting aangepast in
(EXP±0.7)
(EXP±1.0)
(Witbalans)Neemt een reeks van drie beelden op met de witbalans aangepast in
(Kleurfunctie) Neemt een reeks van drie beelden op met de kleurfunctie aangepast
• U kunt [Witbalans] en [Kleurfunctie] niet selecteren als Scènekeuze ingesteld is.
de volgende volgorde: helder, standaard, donker.
Hoe groter de waarde van de bracket-stap, hoe groter de
verschuiving van de belichtingswaarde.
de volgende volgorde: huidige kleurtoon, blauwer, roder.
• Wanneer u [Witbalans] op iets anders instelt dan [Autom.], wijzigt de
kleurtoon gebaseerd op de geselecteerde witbalans.
in de volgende volgorde: Normaal, Natuurgetrouw, Levendig.
• Wanneer u [Kleurverzadiging] instelt, wijzigt de kleurtoon gebaseerd op
de geselecteerde witbalans.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
62
NL
Scèneherkenning
De camera detecteert automatisch de opnameomstandigheden en maakt vervolgens de opname.
Als een gezicht wordt herkend, wordt de ISO-gevoeligheid verhoogd volgens de beweging van
het gezicht om onderwerpwazigheid te verminderen (Gezichtsbewegingsherkenning).
Pictogram Scèneherkenning
De camera herkent de volgende soorten scènes. Als de camera de optimale scène bepaalt,
geeft hij het overeenkomstige pictogram weer.
(Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro),
(Portretopname)
Voorbeeld van een afbeelding waar
Tegenlichtopname geactiveerd is
1 Zet de modusknop op (Slim automatisch instellen)
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
2 MENU t (Scèneherkenning) t gewenste functie
(Autom.)Als de camera de scène herkent, schakelt hij over naar de optimale
instellingen en neemt hij het beeld op.
(Geavanceerd)
Opmerkingen
• Scèneherkenning werkt niet bij het gebruik van de digitale zoom.
• Wanneer de [Opn.functie] is ingesteld op burst of wanneer de Lach-sluiter-functie geactiveerd is, wordt
Scèneherkenning vast ingesteld op [Autom.].
• De beschikbare flitsinstellingen zijn [Flitser automatisch] en [Flitser uit].
•-scènes (Schemeropn. met statief) kunnen soms niet worden herkend in een omgeving waar trillingen
worden doorgegeven aan de camera, zelfs als deze is bevestigd op een statief.
• Soms is de sluiter trager wanneer een scène wordt herkend als een (Schemeropn. met statief). Houd
de camera stil tijdens het opnemen.
• Het pictogram voor Scèneherkenning wordt weergegeven, ongeacht de scherminstellingen.
• Deze scènes worden mogelijk niet herkend afhankelijk van de situatie.
Als de camera de scène herkent, schakelt hij over naar de optimale
instellingen. Als de camera (Schemer), (Schemer-portret),
(Schemeropn. met statief), (Tegenlichtopname) of
(Portretopn. met tegenlicht) herkent, wijzigt hij automatisch de
instelling en neemt hij nog een beeld op.
• Als er 2 beelden worden genomen, licht bij (Geavanceerd)
groen op.
• Als er 2 beelden opgenomen zijn, geeft Auto Review ze verticaal naast
elkaar weer.
• Wanneer [Dichte-ogenvermindering] wordt weergegeven, worden 2
beelden automatisch genomen en wordt het beeld waar de ogen open zijn
automatisch geselecteerd. Raadpleeg "Wat is de functie dichteogenvermindering?" voor meer informatie over de functie voor dichteogenvermindering.
Wordt vervolgd r
63
Index
NL
zBeelden opgenomen met [Geavanceerd]
Wanneer de camera in [Geavanceerd] een moeilijk op te nemen scène herkent (zoals in
(Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief), (Tegenlichtopname)
en (Portretopn. met tegenlicht)), wijzigt de camera de instellingen als volgt en maakt de
camera twee opnames met verschillende effecten, waarna u de beste opname kunt kiezen.
Het eerste beeld*Het tweede beeld
Opname met [Langz. synchro (Flitser
aan)].
Opname gebaseerd op het gezicht dat
wordt opgelicht door de flitser met
[Langz. synchro (Flitser aan)].
Opname met [Langz. synchro (Flitser
aan)].
Opname met flitser.Opname met een aangepaste
Opname gebaseerd op het gezicht dat
wordt opgelicht door de flitser.
* Wanneer de flitser is ingesteld op [Autom.].
Opname met verhoogde gevoeligheid om
beeldwaas te verminderen.
Opname met verhoogde gevoeligheid
gebaseerd op het gezicht om beeldwaas te
verminderen.
Opname zonder de gevoeligheid te
verhogen met een lange sluitertijd.
achtergrondhelderheid en een aangepast
contrast (DRO plus).
Opname met een aangepast gezicht, een
aangepaste achtergrondhelderheid en een
aangepast contrast (DRO plus).
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
zWat is de functie dichte-ogenvermindering?
Wanneer de camera ingesteld is op [Geavanceerd] en (Portretopname) herkent, maakt de
camera automatisch 2* opnames, waarna een beeld wordt geselecteerd waarop de ogen open
zijn. Als de ogen gesloten zijn op beide beelden, dan wordt de boodschap "Dichte ogen
gedetecteerd" weergegeven en wordt enkel het eerste beeld opgenomen.
* Behalve wanneer de flitser afgaat of een lange sluitertijd is ingesteld.
Index
64
NL
Lach-herkenn.gevoeligheid
Hiermee selecteert u gevoeligheid van de Lach-sluiter-functie voor het herkennen van een lach.
1 MENU t (Lach-herkenn.gevoeligheid) t gewenste functie
(Schaterlach)Detecteert een brede lach.
(Normale
lach)
(Glimlach)Detecteert een kleine lach.
Opmerkingen
• Lachen wordt mogelijk niet correct herkend afhankelijk van de omstandigheden.
• U kunt de Lach-herkenn.gevoeligheid niet aanpassen wanneer Eenvoudig opnemen, Panorama door
beweging, Schemeropname uit hand, Anti-bewegingswaas of Bewegende beeldn is geselecteerd.
• U kunt de instelling voor Lach-herkenn.gevoeligheid wijzigen wanneer de functie (Hoge
gevoeligheid), (Portret), (Schemer-portret), (Strand) of (Sneeuw) is geselecteerd bij
Scènekeuze.
Detecteert een normale lach.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
65
NL
Gezichtsherkenning
Selecteert of de Gezichtsherkenning-functie wordt gebruikt of niet, en selecteert ook het
onderwerp waarvan de scherpstelling met voorrang wordt aangepast bij gebruik van de functie.
Detecteert de gezichten in het onderwerp en past de instellingen voor Scherpstellen, Flitser,
EV (belichting), Witbalans en Rode-ogeneffect automatisch aan.
Inhoudsopgave
Kader Gezichtsherkenning (oranje)
Wanneer de camera meerdere onderwerpen herkent, zal de camera bepalen wat het
hoofdonderwerp is en de scherpstelling instellen met voorrang. Het frame voor
Gezichtsherkenning van het hoofdonderwerp wordt oranje. Het frame waarop is
scherpgesteld, wordt groen door de sluiterknop half in te drukken.
Gezichtsherkenning-frame (wit)
1 MENU t (Gezichtsherkenning) t gewenste functie
(Uit)De functie Gezichtsherkenning wordt niet gebruikt.
(Autom.)Selecteert het gezicht waarop de camera automatisch dient scherp
te stellen.
(Voorkeur
voor kinderen)
(Voorkeur
voor
volwassenen)
Opmerkingen
• [Gezichtsherkenning] kan niet worden geselecteerd in Eenvoudig opnemen, Panorama door beweging of
Bewegende beeldn.
• U kunt [Gezichtsherkenning] enkel selecteren als de scherpstelling ingesteld is op [Multi-AF] of als de
lichtmeetfunctie ingesteld is op [Multi].
• De functie Gezichtsherkenning werkt niet bij gebruik van de digitale zoom.
• Er kunnen maximaal 8 gezichten in de onderwerpen worden herkend. Er kunnen echter slechts maximaal
4 gezichten van uw onderwerpen worden herkend wanneer de -functie (Portret) is geselecteerd in de
Scènekeuze-functie.
• Afhankelijk van de omstandigheden worden volwassenen en kinderen niet correct herkend.
• Tijdens het opnemen met Lach-sluiter, wordt [Gezichtsherkenning] automatisch ingesteld op [Autom.],
zelfs als het op [Uit] ingesteld is.
Detecteert en neemt bij voorkeur het gezicht van kinderen op.
Detecteert en neemt bij voorkeur het gezicht van volwassenen op.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Wordt vervolgd r
66
NL
zHet voorkeursgezicht registreren (Geheugen voor
geselecteerd gezicht)
Normaal selecteert de camera automatisch het gezicht waarop het scherpstelt volgens de
instelling van [Gezichtsherkenning], maar u kunt ook een gezicht selecteren en vastleggen
zodat het voorrang krijgt.
Frame gezichtsvoorkeur uit
1Druk op z op de regeltoets tijdens Gezichtsherkenning. Het meest linkse gezicht wordt
geregistreerd als het voorkeursgezicht en het frame verandert van naar een oranje
frame ().
2Bij elke druk op z schuift het voorkeursgezicht een gezicht naar rechts op. Druk
herhaaldelijk op z tot het oranje frame () zich over het gezicht bevindt dat u wilt
vastleggen.
3Om de gezichtsregistratie te annuleren, verplaatst u het oranje frame naar het meest
rechtse gezicht en drukt u vervolgens opnieuw op z.
• Als u de batterij uit de camera verwijdert, wordt de gezichtsregistratie gereset.
• Als het geregistreerde gezicht van het LCD-scherm verdwijnt, keert de camera terug naar de
instelling die door [Gezichtsherkenning] werd geselecteerd. Als het geregistreerde gezicht opnieuw
op het LCD-scherm te zien is, stelt de camera scherp op het geregistreerde gezicht.
• Het is soms niet mogelijk het geregistreerde gezicht te herkennen afhankelijk van de helderheid van
de omgeving, de haarstijl van het onderwerp, enz. Registreer het gezicht in dat geval opnieuw in de
omstandigheden waarin het beeld zal worden opgenomen.
• Als de Lach-sluiter-functie gebruikt wordt terwijl het frame voor Gezichtsherkenning geregistreerd
is, wordt Lach-herkenning enkel uitgevoerd op het geregistreerde gezicht.
• In de functie Eenvoudig opnemen kan het voorkeursgezicht niet geregistreerd worden.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
zGezichten eenvoudiger herkenbaar maken
• Gebruik een geschikt lichtniveau.
• Zorg dat de gezichten van de onderwerpen niet verborgen zijn
achter hoeden, maskers, zonnebrillen, enz.
• Zorg dat de onderwerpen naar de camera gericht zijn.
67
NL
Flitsniveau
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen. Het flitsniveau kan worden ingesteld in
stappen van 1/3 EV.
1 MENU t 0EV (Flitsniveau) t gewenste functie
Inhoudsopgave
Opmerkingen
• U kunt het Flitsniveau alleen selecteren wanneer de modusknop is ingesteld op (Autom. Programma),
(Opnemen met sluitertijdvoorkeur), (Opnemen met diafragmavoorkeur) of (Opnemen met
handmatige belichting).
• De waarde is niet zichtbaar op het scherm. Het wordt aangegeven als of .
• Als het onderwerp te licht of te donker is, heeft deze aanpassing mogelijk geen invloed.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
68
NL
Dichte-ogenvermindering
Als Scènekeuze ingesteld is op (Portret) bij het maken van een opname, maakt de camera
automatisch twee opeenvolgende opnames. De camera selecteert, toont en slaat automatisch het
beeld op waarop de ogen niet gesloten zijn.
1 Zet de modusknop op (Scènekeuze)
Inhoudsopgave
2 Selecteer (Portret)
3 MENU t (Dichte-ogenvermindering) t gewenste functie
(Autom.)
(Uit)
Opmerkingen
• Dichte-ogenvermindering werkt niet in de volgende situaties.
– Bij gebruik van de flitser
– Bij burst- of bracketopnames
– Wanneer de functie Gezichtsherkenning niet werkt
– Wanneer de Lach-sluiter-functie actief is
• Soms werkt de functie Dichte-ogenvermindering niet afhankelijk van de situatie.
• Als de functie Dichte-ogenvermindering ingesteld is op [Autom.], maar er worden alleen beelden
opgenomen met de ogen van het onderwerp dicht, dan verschijnt de boodschap "Dichte ogen
gedetecteerd" op het LCD-scherm. Maak opnieuw een opname als dat nodig is.
Als Gezichtsherkenning actief is, werkt de functie Dichteogenvermindering zodat beelden opgenomen worden waarop de
ogen van het onderwerp open zijn.
De functie Dichte-ogenvermindering wordt niet gebruikt.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
69
NL
Rode-ogeneffect
De flitser gaat twee of meer keren voor het opnemen af om het rode-ogeneffect te verminderen
tijdens het gebruik van de flitser.
1 MENU t (Rode-ogeneffect) t gewenste functie
(Autom.)Wanneer de functie Gezichtsherkenning is geactiveerd, gaat de
flitser altijd af om het rode-ogeneffect te beperken.
(Aan)De flitser gaat altijd af om het rode-ogeneffect te beperken.
(Uit)Hiermee wordt geen Rode-ogeneffect gebruikt.
Opmerkingen
• U kunt het Rode-ogeneffect niet aanpassen wanneer Panorama door beweging, Schemeropname uit hand,
Anti-bewegingswaas, Bewegende beeldn of Lach-sluiter is geselecteerd bij Eenvoudig opnemen.
• Houd de camera stevig vast tot de sluiter wordt vrijgegeven om wazige beelden te voorkomen. Dit duurt
gewoonlijk een seconde nadat u op de sluiterknop hebt gedrukt. Zorg er ook voor dat het onderwerp in
deze tijd niet beweegt.
• Rode-ogeneffect geeft mogelijk niet de gewenste resultaten. Het hangt af van individuele verschillen en
omstandigheden, zoals de afstand tot het onderwerp of als het onderwerp wegkeek van de voorflitser.
• Als u de functie Gezichtsherkenning niet gebruikt, werkt Rode-ogeneffect niet, zelfs niet wanneer u
[Autom.] selecteert.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
zWat veroorzaakt het rode-ogeneffect?
Pupillen worden groter in donkere omgevingen. Het flitslicht wordt door de bloedvaten aan
de achterkant van het oog (netvlies) gereflecteerd, met het "rode-ogeneffect" als resultaat.
Camera
Andere manieren om rode ogen tegen te gaan
• Selecteer de functie (Hoge gevoeligheid) bij Scènekeuze (De flitser wordt automatisch ingesteld
op [Flitser uit].)
• Corrigeer het beeld met [Bijwerken] t [Rode-ogen-correctie] in het weergavemenu of met de
bijgeleverde software "PMB" als de ogen van het onderwerp rood worden weergegeven.
Oog
Netvlies
70
NL
DRO
De camera analyseert de op te nemen scène en corrigeert automatisch de helderheid en het
contrast om de beeldkwaliteit te verbeteren.
DRO staat voor "Dynamic Range Optimizer", een functie die het verschil tussen lichte en
donkere delen van een beeld automatisch optimaliseert.
Inhoudsopgave
1 MENU t (DRO) t gewenste functie
(Uit)Er wordt niets aangepast.
(DRO
standard)
(DRO plus)Hiermee worden de helderheid en het contrast van de beelden
Opmerkingen
• U kunt DRO alleen instellen wanneer de modusknop is ingesteld op (Autom. Programma),
(Opnemen met sluitertijdvoorkeur), (Opnemen met diafragmavoorkeur) of (Opnemen met
handmatige belichting).
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden is het niet mogelijk om correctie-effecten te bekomen.
• Alleen [ISO AUTO] of waarden van [ISO 125] tot [ISO 800] kunnen worden ingesteld als ISO-waarde
als [DRO plus] ingesteld is.
Hiermee worden de helderheid en het contrast van de beelden
automatisch gewijzigd.
automatisch sterk gewijzigd.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
71
NL
Ruisonderdrukking
Hiermee kunt u de balans aanpassen tussen resolutie/ruis van de opgenomen beelden.
1 MENU t [Ruisonderdrukking] t gewenste functie
(–)Vermindert de ruisonderdrukking. Bij deze instelling wordt de
nadruk gelegd op de beeldresolutie.
(Standaard)
(+)Verhoogt de ruisonderdrukking. Bij deze instelling wordt de nadruk
gelegd op het wegwerken van ruis.
Opmerkingen
• U kunt Ruisonderdrukking alleen instellen wanneer de modusknop is ingesteld op (Autom.
Programma), (Opnemen met sluitertijdvoorkeur), (Opnemen met diafragmavoorkeur) of
(Opnemen met handmatige belichting).
• Afhankelijk van de instellingen tijdens het opnemen, kan het Ruisonderdrukkingsniveau niet worden
aangepast.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
72
NL
Kleurfunctie
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten.
1 MENU t (Kleurfunctie) t gewenste functie
(Normaal)Het beeld wordt ingesteld op standaardkleuren.
(Levendig)Het beeld wordt ingesteld op heldere, diepe
kleuren.
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
(Natuurgetrouw)
(Sepia)Het beeld wordt ingesteld op sepia.
(Z-W)Het beeld wordt ingesteld op zwart/wit.
Opmerkingen
• U kunt Kleurfunctie in de volgende gevallen niet selecteren:
– Tijdens het opnemen met Slim automatisch instellen
– Tijdens het opnemen met Scènekeuze
– Tijdens het opnemen met Panorama door beweging
– Tijdens het opnemen met Schemeropname uit hand
– Tijdens het opnemen met Anti-bewegingswaas
– Eenvoudig opnemen
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Normaal], [Sepia] of [Z-W] selecteren.
• Wanneer [Bracket-groep] is ingesteld op [Kleurfunctie], wordt [Normaal] ingesteld.
Het beeld wordt gelijkaardig ingesteld aan echte
kleuren.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
73
NL
Kleurfilter
Hiermee kunt u kleureffecten toevoegen aan beelden net alsof u een kleurfilter gebruikt.
1 MENU t [Kleurfilter] t gewenste functie
(Uit)De kleurfilter wordt niet gebruikt.
(Rood)Voor kleuren die het rood van de ondergaande
zon enz. benadrukken.
(Groen)Voor kleuren die het groen van frisse jonge
blaadjes enz. benadrukken.
(Blauw)Voor kleuren die het blauw van de zee en de
lucht enz. benadrukken.
(Warm)Om beelden van mensen en landschappen enz.
een warme uitstraling te geven.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
(Koel)Om beelden van mensen en landschappen enz.
een koele uitstraling te geven.
Opmerking
• U kunt Kleurfilter alleen instellen wanneer de modusknop is ingesteld op (Autom. Programma),
(Opnemen met sluitertijdvoorkeur), (Opnemen met diafragmavoorkeur), (Opnemen met
handmatige belichting) of (Panorama door beweging).
Index
74
NL
Kleurverzadiging
Hiermee wordt de helderheid (Kleurverzadiging) van het beeld ingesteld.
1 MENU t [Kleurverzadiging] t gewenste functie
(–)Voor doffere kleuren.
(Standaard)
(+)Voor heldere kleuren.
Opmerking
• U kunt Kleurverzadiging alleen instellen wanneer de modusknop is ingesteld op (Autom.
Programma), (Opnemen met sluitertijdvoorkeur), (Opnemen met diafragmavoorkeur),
(Opnemen met handmatige belichting) of (Panorama door beweging).
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
75
NL
Contrast
Past het contract van het beeld aan.
1 MENU t [Contrast] t gewenste functie
(–)Het contrast wordt verminderd.
(Standaard)
(+)Het contrast wordt verhoogd.
Opmerking
• U kunt Contrast alleen instellen wanneer de modusknop is ingesteld op (Autom. Programma),
(Opnemen met sluitertijdvoorkeur), (Opnemen met diafragmavoorkeur), (Opnemen met
handmatige belichting) of (Panorama door beweging).
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
76
NL
Scherpte
Past de scherpte van het beeld aan.
1 MENU t [Scherpte] t gewenste functie
(–)Maakt een beeld zachter.
(Standaard)
(+)Maakt een beeld scherper.
Opmerking
• U kunt Scherpte alleen instellen wanneer de modusknop is ingesteld op (Autom. Programma),
(Opnemen met sluitertijdvoorkeur), (Opnemen met diafragmavoorkeur), (Opnemen met
handmatige belichting) of (Panorama door beweging).
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
77
NL
SteadyShot
Hiermee kunt u de steadyshot-functie selecteren.
1 MENU t (SteadyShot) t gewenste functie
(Opnemen)De steadyshot-functie wordt geactiveerd als de sluiterknop half
ingedrukt wordt.
(Continu)De steadyshot-functie is permanent geactiveerd. Beeldstabilisatie is
mogelijk, zelfs als er wordt ingezoomd op een ver verwijderd
onderwerp.
(Uit)Hiermee wordt de steadyshot-functie niet gebruikt.
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
Opmerkingen
• In Slim automatisch instellen wordt Eenvoudig opnemen of Scènekeuze ingesteld op (Voedsel) en
wordt [SteadyShot] vast ingesteld op [Opnemen].
• [SteadyShot] is vastgezet op [Continu] terwijl (Panorama door beweging) of de Lach-sluiter-functie
actief is.
• Voor films kunt u alleen [Continu] of [Uit] selecteren. De standaardinstelling voor films is [Continu].
• De batterijlading wordt sneller opgebruikt in de functie [Continu] dan in de functie [Opnemen].
zTips om wazige beelden te voorkomen
De camera heeft per ongeluk bewogen toen u het beeld maakte. Dit zijn
"Camerabewegingen". Anderzijds is het mogelijk dat het onderwerp heeft bewogen toen u
het beeld maakte, dit is "onderwerpwazigheid". Bovendien komen camerabeweging en
onderwerpwazigheid geregeld voor onder omstandigheden met weinig licht of trage
sluitertijd zoals bij de -functie (Schemer-portret) of -functie (Schemer). Neem in dit
geval foto's met onderstaande tips in het achterhoofd.
Camerabewegingen
Uw handen of lichaam bewegen terwijl u de
camera vasthoudt en op de sluiterknop drukt en
het hele scherm wordt wazig.
• Gebruik een statief of plaats de camera op een plat
oppervlak om de camera stil te houden.
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van
2 seconden om een foto te maken en stabiliseer de camera door uw armen strak langs uw zijde te
houden nadat u de sluiterknop hebt ingedrukt.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
Onderwerpwazigheid
Hoewel de camera stabiel is, beweegt het
onderwerp tijdens de belichting zodat het
onderwerp wazig wordt opgenomen als de
sluiterknop wordt ingedrukt.
Camerabewegingen worden automatisch
verminderd met behulp van de steadyshotfunctie. De functie vermindert onderwerpwazigheid echter niet efficiënt.
• Selecteer de functies (Anti-bewegingswaas) en (Hoge gevoeligheid) bij Scènekeuze.
• Kies een hogere ISO-gevoeligheid voor een snellere sluitersnelheid en druk op de sluiterknop
voordat het onderwerp beweegt.
78
NL
Diavoorstelling
Afbeeldingen worden automatisch opeenvolgend afgespeeld.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
Inhoudsopgave
2 MENU t (Diavoorstelling) t gewenste diavoorstelling tz op de
regeltoets
(Continue
weergave)
(Diavoorstelling
met muziek)
Geeft alle beelden opeenvolgend weer. Zie pagina 80 voor meer
informatie.
Geeft beelden weer met effecten en muziek. U kunt de weergaveinstellingen aanpassen in het weergavevenster. Zie pagina 81 voor
meer informatie.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
79
NL
Continue weergave
Alle beelden worden doorlopend automatisch weergegeven.
1 Selecteer het beeld dat u wilt afspelen met de regeltoets
2 MENU t (Diavoorstelling) t [Continue weergave] t z
Inhoudsopgave
RegeltoetsAfspeelfunctie
zPauzeren
vDe weergave-instellingen instellen.
VHet scherm voor volumeregeling weergeven. Regel het
volume met v/V.
bBeeld doorspoelen
BBeeld terugspoelen
Opmerking
• Wanneer [Burstgroep weergeven] is ingesteld op [Alleen hoofdbld. weergeven] wordt alleen het eerste
beeld weergegeven.
zPanoramische beelden bekijken tijdens continue
weergave
Het volledige panoramische beeld wordt gedurende 3 seconden weergegeven.
U kunt door een panoramisch beeld scrollen door op z te drukken.
Druk nogmaals op z tijdens het scrollen om terug te keren naar het volledige panoramische
beeld.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
80
NL
Diavoorstelling met muziek
U kunt opgenomen beelden weergeven met effecten of muziek. U kunt geen panoramische
beelden weergeven.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 MENU t (Diavoorstelling) t [Diavoorstelling met muziek] tz op
de regeltoets
Geeft het instelscherm weer.
3 Selecteer een gewenste instelling
4 [Start] t z
5 Druk op z om de diavoorstelling te beëindigen
Opmerking
• U kunt geen panoramische beelden weergeven met [Diavoorstelling met muziek].
Beelden weergeven
Hiermee selecteert u de groep van afbeeldingen die moeten worden getoond.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Alle beeldenEen diavoorstelling wordt afgespeeld met alle stilstaande beelden
op volgorde.
Deze datumEen diavoorstelling wordt afgespeeld met de stilstaande beelden
binnen het huidige geselecteerde datumbereik als de
weergavefunctie (Datumweergave) is.
Deze gebeurtenis Een diavoorstelling wordt afgespeeld met de stilstaande beelden
binnen de huidige geselecteerde gebeurtenissengroep als de
weergavefunctie (Weerg. per gebeurt.) is.
Favorieten 1-6Een diavoorstelling wordt afgespeeld met de stilstaande beelden
binnen de op dat moment geselecteerde favorietengroep als de
weergavefunctie (Favorieten) is.
MapEen diavoorstelling wordt afgespeeld met de stilstaande beelden
binnen de op dat moment geselecteerde map als de weergavefunctie
(Mapweergave) is.
Opmerkingen
• Deze instelling staat vast op [Map] als het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen.
• Deze instelling wordt vastgezet op de geselecteerde favorietengroep wanneer de weergavefunctie start
met [Favorieten].
• Wanneer [Burstgroep weergeven] is ingesteld op [Alleen hoofdbld. weergeven] wordt alleen het
hoofdbeeld weergegeven. Wanneer de Effecten op iets anders dan [Simpel] zijn ingesteld, worden het
hoofdbeeld en het beeld voor en na het hoofdbeeld weergegeven.
Index
81
NL
Effecten
Hiermee selecteert u de afspeelsnelheid en stemming voor diavoorstellingen.
SimpelEen eenvoudige diavoorstelling waarbij stilstaande beelden worden
gewijzigd volgens een vooraf ingesteld interval.
Het afspeelinterval is regelbaar in [Interval] zodat u ten volle van
uw beelden kunt genieten.
NostalgischEen donkere diavoorstelling die vergelijkbaar is met de sfeer van
een filmscène.
StijlvolEen stijlvolle diavoorstelling met een gemiddelde snelheid.
ActiefEen diavoorstelling met een hoge snelheid voor actieve scènes.
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
Opmerkingen
• Bij films worden verkorte beelden weergegeven als de speelduur lang is.
• Wanneer er in [Nostalgisch], [Stijlvol] en [Actief] meer dan 3 beelden aanwezig zijn in een burstgroep en
[Burstgroep weergeven] is ingesteld op [Alleen hoofdbld. weergeven], worden 3 beelden weergegeven,
waaronder het hoofdbeeld.
• Wanneer de Effecten ingesteld zijn op [Simpel] of er niet meer dan 3 opeenvolgende beelden aanwezig
zijn, wordt alleen het hoofdbeeld weergegeven. Wanneer [Burstgroep weergeven] ingesteld is op [Alles
weergeven] worden alle beelden weergegeven, ongeacht de instellingen bij [Effecten].
Muziek
Hiermee bepaalt u welke muziek moet worden afgespeeld tijdens diavoorstellingen. U kunt meer
dan een nummer als achtergrondmuziek kiezen. Terwijl Diavoorstelling afspeelt, drukt u op
V op de regeltoets om het scherm voor het volume weer te geven en drukt u vervolgens op
v/V om het volume aan te passen.
Geen geluidGebruik BGM niet.
Music1De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de instelling
[Simpel].
Music2De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de instelling
[Nostalgisch].
Music3De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de instelling
[Stijlvol].
Music4De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de instelling
[Actief].
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
Opmerking
• Het geluid van films wordt niet weergegeven.
82
NL
Interval
Hiermee bepaalt u het interval waarmee van scherm overgeschakeld wordt. De instelling is
vastgesteld op [Autom.] wanneer [Simpel] niet is geselecteerd bij [Effecten].
1 secStelt het weergave-interval van beelden voor een diavoorstelling
3 sec
5 sec
10 sec
Autom.Het interval is ingesteld zodat dit geschikt is voor het geselecteerde
Opmerking
• Wanneer u films afspeelt, is de intervalinstelling ongeldig.
met de instelling [Simpel] in.
[Effecten]-item.
Herhalen
Hiermee schakelt u het herhalen van de diavoorstelling in of uit.
AanDe weergave van de beelden wordt continu herhaald.
UitNadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de diavoorstelling
beëindigd.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
zAchtergrondmuziek selecteren
U kunt een gewenst muziekbestand van uw CD's of MP3-bestanden overbrengen naar een
camera om af te spelen tijdens een diavoorstelling. Installeer de software voor "Music
Transfer" (bijgeleverd) op uw computer om muziek over te brengen. Zie pagina 145 en 148
voor meer informatie.
• U kunt maximaal vier muziekstukken op de camera opnemen (de vier vooraf ingestelde liedjes
(Music1 - Music4) kunnen worden vervangen door de muziek die u overbrengt).
• De maximale lengte van elk muziekbestand voor weergave op de camera is 5 minuten.
• Als u geen muziekbestand kunt afspelen omdat het bestand beschadigd is of niet goed werkt, voer
dan [Format. muz.] (pagina 122) uit en breng de muziek opnieuw over.
83
NL
Datumlijst
Deze functie selecteert de datum die moet worden weergegeven bij gebruik van
Datumweergave.
Stap 2 is overbodig als [Datumweergave] reeds ingesteld is.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 MENU t (Weergavefunctie) t (Datumweergave) t z op de
regeltoets
3 MENU t (Datumlijst) t z
4 Selecteer de datum die u wilt weergeven t z
Opmerking
• Dit item wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen.
zHet scherm met de Datumlijst
• Selecteer de maand die u wilt weergeven met / .
• Selecteer met de regeltoets en druk vervolgens op z om de
Datumlijst te verlaten.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
84
NL
Lijst met gebeurtenissen
Deze functie selecteert de gebeurtenissengroep die moet worden weergegeven bij gebruik van
Weerg. per gebeurt.
U kunt een gewenste gebeurtenisnaam invoeren voor elke groep met behulp van de "PMB"software (bijgeleverd). Zie "Gids voor PMB" voor meer informatie over het invoeren van de
gebeurtenisnaam.
Stap 2 is overbodig als [Weerg. per gebeurt.] reeds ingesteld is.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 MENU t (Weergavefunctie) t (Weerg. per gebeurt.) tz op
de regeltoets
3 MENU t (Lijst met gebeurtenissen) t z
4 Selecteer de gebeurtenissengroep die u wilt weergeven t z
Opmerking
• Dit item wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen.
zHet scherm met de Lijst met gebeurtenissen
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
• De maandaanduiding rechts op het scherm geeft de maand van de
gebeurtenis weer aan de bovenkant van het scherm. Selecteer de
maand van de gebeurtenis die u wilt weergeven met / . U kunt
ook de maand van de lijst met gebeurtenissen selecteren met de
insteltoets.
• Selecteer met de regeltoets en druk vervolgens op z om de
Lijst met gebeurtenissen te verlaten.
Index
85
NL
Weergavefunctie
Hiermee kunt u het weergaveformaat selecteren om meerdere beelden te bekijken.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
Inhoudsopgave
2 MENU t (Weergavefunctie) t gewenste functie tz op de
regeltoets
(
Datumweergave
(Weerg. per
gebeurt.)
(Favorieten)Hiermee geeft u de beelden weer die zijn
(Mapweergave)
Opmerkingen
• De weergavefunctie is ingesteld op [Mapweergave] als u gebruik maakt van het interne geheugen.
• Bekijk beelden in [Mapweergave] als ze opgenomen zijn met andere camera's en u ze niet kunt afspelen
op deze camera.
Hiermee geeft u beelden weer volgens datum.
Selecteer [Datumlijst] uit het menu om een specifieke datum te
)
selecteren met kalenderweergave.
Hiermee worden de opnamedata en -frequentie geanalyseerd.
Zo worden de beelden automatisch in groepen georganiseerd en
weergegeven.
Selecteer [Lijst met gebeurtenissen] uit het menu om de weer te
geven gebeurtenissengroep te selecteren.
opgeslagen als Favorieten. Selecteer het
aantal Favorieten dat u wilt weergeven.
Beelden worden georganiseerd in mappen weergegeven.
Selecteer [Map kiezen] uit het menu om een map te kiezen die u
wilt bekijken, als er reeds een opnamemap aangemaakt is.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
zBeelden bekijken die met een andere camera
opgenomen zijn
De volgende melding wordt weergegeven als u een "Memory Stick Duo" in de camera
aanbrengt die zowel beelden bevat die met deze camera opgenomen zijn als beelden die met
een andere camera opgenomen zijn.
"Alleen geregist. beelden weergeven":
Beelden worden weergegeven in de geselecteerde Weergavefunctie. Het is mogelijk dat
sommige beelden die opgenomen zijn met andere camera's niet afgespeeld worden op dit
moment.
"Alles weergeven met mapweergave":
De camera schakelt over naar de Mapweergave en geeft alle beelden weer.
Wordt vervolgd r
86
NL
z[Weerg. per gebeurt.]
[Weerg. per gebeurt.] is de functie waarmee de camera opnamedata en -frequentie
analyseert. Zo worden de beelden automatisch in groepen georganiseerd en weergegeven.
U kunt elke gebeurtenis een toepasselijke naam geven met behulp van de bijgeleverde
"PMB"-software.
Inhoudsopgave
Gebeurtenis
Huisdier
* Geen foto gemaakt
Foto's van huisdieren
Reisfoto's
Foto's van huwelijksceremonies
GebeurtenisGebeurtenis
ReisHuwelijk
Verloop van
de tijd
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
87
NL
Filteren op gezicht
Deze functie filtert beelden en geeft ze weer.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
Inhoudsopgave
2 MENU t (Filteren op gezicht) t gewenste functie tz op de
regeltoets
(Uit)Beelden worden niet gefilterd.
(Alle mensen)Beelden worden gefilterd volgens bepaalde criteria en vervolgens
(Kinderen)
(Baby's)
(Lachend)
Opmerkingen
• Dit item wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen.
• Wanneer de Weergavefunctie is ingesteld op [Mapweergave], kunt u de functie Filteren op gezicht niet
gebruiken.
• Soms worden beelden per vergissing weergegeven of verborgen.
• Soms kan het filteren niet worden uitgevoerd bij beelden opgenomen met andere camera's.
weergegeven.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
88
NL
Hoofdbld. veranderen
U kunt het hoofdbeeld van de burstgroep naar wens aanpassen.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
Inhoudsopgave
2 Selecteer het hoofdbeeld uit de burstopnames
3 MENU t (Hoofdbld. veranderen) t [OK] t z op de regeltoets
Opmerking
• [Hoofdbld. veranderen] wordt alleen weergegeven bij burstgroepweergave.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
89
NL
Favorieten toevoegen/verw.
Selecteer uw favoriete beelden en voeg ze toe aan/verwijder ze uit groepen als Favorieten.
De aanduiding wordt weergegeven voor geregistreerde beelden.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 MENU t (Favorieten toevoegen/verw.) t gewenste functie tz op
de regeltoets
3 Selecteer het nummer van de favorietengroep t z
4 MENU t [OK] t z
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
(Dit beeld)Registreert of verwijdert het huidige weergegeven beeld bij/uit
Favorieten.
(Meerdere
beelden)
(Alle in
datumbereik toev.)
(Alle in
gebeurtenis
toevoeg.)
(Alle in
datumbereik verw.)
(Alle in deze
gebeurt. verwijd)
(Alle in
Favorieten
verwijder.)
Hiermee kunt u meerdere beelden registreren bij/verwijderen uit
Favorieten.
Doe na stap 3 het volgende.
1Selecteer een beeld en druk vervolgens op z
Herhaal de bovenstaande stappen tot er geen beelden meer
moeten toegevoegd/gewist worden. Selecteer een beeld met een
-markering om de -markering ongedaan te maken.
2MENU t [OK] tz
Hiermee registreert u in een keer alle beelden in het geselecteerde
datumbereik of de geselecteerde gebeurtenissengroep bij
Favorieten in de indexfunctie.
Hiermee verwijdert u in een keer alle beelden uit Favorieten in de
indexfunctie.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
Opmerkingen
• Dit item wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen.
• Wanneer de Weergavefunctie is ingesteld op [Mapweergave], kunt u geen beelden toevoegen of wissen
bij Favorieten.
90
NL
Burstgroep weergeven
Groepeert burstopnames. U kunt kiezen om alleen het hoofdbeeld weer te geven of alle beelden
in een groep.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 MENU t (Burstgroep weergeven) t gewenste instelling tz op de
regeltoets
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
(Alleen hoofdbld.
weergeven)
(Alles
weergeven)
Opmerkingen
• Wanneer u bij de burstopnamen slechts één beeld groepeert, wordt de groep geannuleerd en wordt het
beeld als een enkelbeeld weergegeven.
• U kunt de burstopnamen alleen groeperen wanneer [Weergavefunctie] is ingesteld op [Datumweergave]
of [Weerg. per gebeurt.].
Geeft enkel het hoofdbeeld weer.
Geeft alle burstopnamen weer.
zHet hoofdbeeld veranderen
Het hoofdbeeld wordt automatisch gekozen door de camera, maar u kunt hiervoor ook uw
favoriete beeld instellen (pagina 89).
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
91
NL
Bijwerken
Voegt effecten toe of voert correcties uit op een opgenomen beeld en neemt het als een nieuw
bestand op.
Het oorspronkelijke beeld wordt behouden.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 MENU t (Bijwerken) t gewenste functie t z op de regeltoets
3 Voer het bijwerken uit volgens de werkwijze in elke functie
(Trimmen)Weergavezoom wordt uitgevoerd
op het beeld en een deel van het
beeld wordt bijgesneden.
1 Beweeg de W/T (zoom)-hendel
naar de T-zijde om in te zoomen en
naar de W-zijde om uit te zoomen
2 Stel het zoompunt in met de
regeltoets
3 MENU t selecteer een
beeldformaat om op te slaan t z
4 [OK] t z
• De beeldkwaliteit van bijgesneden
beelden kan afnemen.
• Het beeldformaat dat u kunt
bijsnijden, kan verschillen
afhankelijk van het beeld.
(Rode-ogen-
correctie)
(Onscherpte
repareren)
Corrigeert het rode-ogenfenomeen dat door een flitser
wordt veroorzaakt.
1 Selecteer [OK] met de regeltoets
tz
• Het is mogelijk dat u rode ogen niet
kunt corrigeren, afhankelijk van het
beeld.
Maakt het beeld scherper binnen
een gekozen kader.
1 Selecteer met de regeltoets het
gebied (frame) van het beeld dat u
wilt bijwerken t MENU
2 [OK] t z
• Afhankelijk van het beeld wordt
mogelijk niet voldoende correctie
uitgevoerd en kan de kwaliteit van
het beeld afnemen.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Wordt vervolgd r
92
NL
(Lagere
beeldscherpte)
Maakt de omtrek van een gekozen
punt in het beeld wazig om een
onderwerp te doen opvallen.
1 Selecteer met de regeltoets het
middelpunt van het beeld dat u wilt
bijwerken t MENU
2 Selecteer het bijwerkingsniveau
t z
3 Pas het bereik dat u wilt bijwerken
aan met W/T (Zoom)-hendel t
[OK] t z
(Gedeeltelijk
kleur)
Omgeeft een gekozen punt met
monochroom om een onderwerp
te doen opvallen.
1 Selecteer met de regeltoets het
middelpunt van het beeld dat u
wilt bijwerken t MENU
2 Pas het bereik dat u wilt bijwerken
aan met W/T (Zoom)-hendel t
[OK] t z
(Vissenooglens)
Past een vissenoogeffect toe
rondom een gekozen punt.
1 Selecteer met de regeltoets het
middelpunt van het beeld dat u wilt
bijwerken t MENU
2 Selecteer het bijwerkingsniveau
t z
3 [OK] t z
(Stereffect)Voegt een stereffect toe aan
lichtbronnen.
1 Selecteer het bijwerkingsniveau
met de regeltoets t z
2 Pas de lengte die u wilt bijwerken
aan met W/T (zoom)-hendel t
[OK] t z
(Radiale
waas)
Bepaalt het middelpunt voor het
uitdrukken van beweging in het
stilstaande beeld.
1 Selecteer met de regeltoets het
middelpunt van het beeld dat u wilt
bijwerken t MENU
2 Pas het bereik dat u wilt bijwerken
aan met W/T (Zoom)-hendel t
[OK] t z
(Retro)Verzacht het beeld door de
scherpstelling te verzachten en het
omgevingslicht te verlagen, zodat
het lijkt alsof het beeld is
opgenomen met een oude camera.
1 Selecteer het bijwerkingsniveau
met de regeltoets t z
2 Pas het bereik dat u wilt bijwerken
aan met W/T (Zoom)-hendel t
[OK] t z
Wordt vervolgd r
93
bediening
instellingen
NL
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
(Lachen)Deze functie zet een lach op het
gezicht van een persoon.
1 Selecteer het bijwerkingsniveau
met de regeltoets t z
2 [OK] t z
• Afhankelijk van het beeld is
bijwerken niet mogelijk.
Inhoudsopgave
Opmerking
• Films en panoramische beelden kunnen niet worden bijgewerkt.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
94
NL
Formaat wijzigen
U kunt de breedte-/hoogteverhouding en het formaat van de opgenomen beelden wijzigen en ze
opslaan als nieuwe bestanden.
U kunt beelden converteren naar de breedte-/hoogteverhouding 16:9 voor weergave in high
definition en naar het VGA-formaat voor blog- en e-mailbijlagen.
Inhoudsopgave
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 MENU t (Formaat wijzigen) t gewenste functie tz op de
regeltoets
3 Zoom naar het bereik dat u wilt trimmen met de W/T (zoom)-hendel
4 Geef met de regeltoets het gebied op dat u wilt trimmen
5 MENU t [OK] t z
(HDTV)De breedte-/hoogteverhouding
wordt gewijzigd van 4:3/3:2 naar
16:9 en opgeslagen in 2Mformaat.
(Blog / E-
mail)
Opmerkingen
• Het formaat van films kan niet worden gewijzigd.
• Het formaat van beelden die in VGA-formaat zijn opgenomen kan niet gewijzigd worden naar [HDTV]formaat.
• Het beeld vergroten en formaat wijzigen kan de beeldkwaliteit doen afnemen.
Wijzigt de breedte-/
hoogteverhouding van 16:9/3:2
naar 4:3 en slaat op in VGAformaat.
bediening
instellingen
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
95
NL
Wissen
Hiermee kunt u ongewenste beelden selecteren om te wissen. U kunt ook beelden wissen met de
(Wissen)-toets (pagina 50).
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 MENU t (Wissen) t gewenste functie t z op de regeltoets
3 [OK] t z
(Dit beeld)Hiermee wist u het momenteel weergegeven beeld in de
enkelbeeldfunctie.
(Meerdere
beelden)
(Alle in deze
map)
(Alle beelden in
datumbereik)
(Alle in
gebeurtenis)
(Alles in deze
groep)
(Alles behalve
hoofdbeeld)
U kunt meerdere beelden selecteren en wissen.
Doe na stap 2 het volgende.
1Selecteer een beeld en druk vervolgens op z
Herhaal de bovenstaande stappen tot er geen beelden meer
moeten gewist worden. Selecteer een beeld met een
-markering om de -markering ongedaan te maken.
2MENU t [OK] tz
Hiermee verwijdert u in een keer alle beelden in de geselecteerde
map, gebeurtenissengroep, burstgroep of in het geselecteerde
datumbereik.
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
Opmerkingen
• Als de modusknop ingesteld is op (Eenvoudig opnemen), kunt u kiezen tussen [Enkel beeld wissen]
of [Alle beelden wissen].
• Wanneer de Weergavefunctie is ingesteld op [Favorieten], kunt u geen beelden wissen.
96
NL
Beveiligen
Hiermee kunt u de opgenomen beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
De aanduiding wordt weergegeven voor geregistreerde beelden.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 MENU t (Beveiligen) t gewenste functie tz op de regeltoets
(Dit beeld)Hiermee beveiligt u het momenteel weergegeven beeld in de
enkelbeeldfunctie.
(Meerdere
beelden)
zDe beveiliging annuleren
U kunt meerdere beelden selecteren en beveiligen.
Doe na stap 2 het volgende.
1Selecteer een beeld en druk vervolgens op z
Herhaal de bovenstaande stappen tot er geen beelden meer
moeten beveiligd worden. Selecteer een beeld met een markering om de -markering ongedaan te maken.
2MENU t [OK] tz
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt annuleren en verwijder de vergrendeling
door op z op de regeltoets te drukken. De werkwijze is dus dezelfde als de werkwijze voor
het beveiligen.
De aanduiding verdwijnt en de beveiliging wordt geannuleerd.
Index
97
NL
DPOF
DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u kunt opgeven welke beelden op de
"Memory Stick Duo" u later wilt afdrukken.
De -afdrukmarkering wordt weergegeven voor geregistreerde beelden.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 MENU t t gewenste functie tz op de regeltoets
(Dit beeld)Hiermee geeft u aan dat u het momenteel in de enkelbeeldfunctie
weergegeven beeld wilt afdrukken.
(Meerdere
beelden)
Opmerkingen
• De -afdrukmarkering kan niet worden toegevoegd aan films of beelden in het interne geheugen.
• U kunt een -afdrukmarkering aanbrengen op maximaal 999 beelden.
U kunt meerdere beelden selecteren en een afdrukmarkering
toevoegen.
Doe na stap 2 het volgende.
1Selecteer een beeld en druk vervolgens op z
Herhaal de bovenstaande stappen tot er geen beelden meer
moeten afgedrukt worden. Selecteer een beeld met een
-markering om de -markering ongedaan te maken.
2MENU t [OK] tz
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
zDe DPOF-aanduiding wissen
Selecteer het beeld waarvan u de DPOF-registratie wilt wissen en druk vervolgens op z op
de regeltoets, zoals bij de werkwijze om een DPOF-aanduiding aan te brengen.
De -aanduiding verdwijnt en de DPOF-registratie is gewist.
98
NL
Roteren
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren. Gebruik dit om een horizontaal gericht beeld in
verticale positie weer te geven.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
bediening
Inhoudsopgave
Zoeken op
2 MENU t (Roteren) t z op de regeltoets
3 Roteer het beeld met [ / ] t b/B
4 [OK] t z
Opmerkingen
• U kunt films of beveiligde beelden niet roteren.
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk
van de gebruikte software.
Zoeken op MENU/
instellingen
Index
99
NL
Map kiezen
Als er meerdere mappen aangemaakt zijn op de "Memory Stick Duo", kunt u hiermee de map
selecteren met het beeld dat u wilt weergeven.
Stap 2 is overbodig als [Mapweergave] reeds ingesteld is.
1 Druk op de (weergave)-toets om over te schakelen naar de
weergavestand
2 MENU t (Weergavefunctie) t (Mapweergave) t z op de
regeltoets
3 MENU t (Map kiezen) t z
4 Selecteer de map met b/B
5 [OK] t z
Opmerking
• Dit item wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen.
zBeelden over meerdere mappen bekijken
Als er meerdere mappen aangemaakt zijn, verschijnen de volgende aanduidingen op de
eerste en laatste beelden in de map.
: naar de vorige map
: naar de volgende map
: naar de vorige of volgende map
bediening
instellingen
Inhoudsopgave
Zoeken op
Zoeken op MENU/
Index
100
NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.