Wij verzoeken u, voordat u dit apparaat in gebruik neemt, de
bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over de afdrukpakketten" en deze
handleiding, "Gebruiksaanwijzing," grondig door te lezen en de
handleiding te bewaren zodat u deze later ook nog kunt raadplegen.
Deze modellen zijn niet leverbaar in ieder land en in iedere regio.
Als een fotolijst gebruiken
Als een printer gebruiken
Diverse functies gebruiken
Op verschillende manieren
afdrukken
Het apparaat in combinatie met
een computer gebruiken
Oplossen van problemen
Aanvullende informatie
Gedrukt met VOC (vluchtige
organische verbinding)-vrije
inkt op basis vanplantaardige
olie.
Lees de meegeleverde "Lees dit eerst" en
"Over de afdrukpakketten".
Page 2
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te verkleinen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Stel de batterijen niet bloot aan
overmatige hitte zoals zonlicht, vuur
en dergelijke.
LET OP
U moet de batterij alleen vervangen
door een batterij van het opgegeven
type. Als u dit niet doet, kan dit brand
of letsel tot gevolg hebben. Volg de
instructies voor het weggooien van
gebruikte batterijen.
Waarschuwing voor klanten in Europa
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen
die zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het
gebruik van een verbindingskabel van minder dan 3
meter.
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke
frequenties kunnen het beeld en het geluid van dit
apparaat beïnvloeden.
Kennisgeving
Als de gegevensoverdracht halverwege wordt
onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de toepassing
opnieuw starten of de verbindingskabel (USB,
enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product
of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats
worden gebracht waar
elektrische en elektronische
apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor
zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen
in geval van verkeerde afvalbehandeling. De
recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren
van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband
met het recyclen van dit product, neemt u contact op
met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van huishoudafval
of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Verwijdering van oude batterijen (in
de Europese Unie en andere
Europese landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop
dat de meegeleverde batterij van dit product niet als
huishoudelijk afval behandeld mag worden.
Op sommige batterijen kan dit symbool voorkomen in
combinatie met een chemisch symbool. De chemische
symbolen voor kwik (Hg) of lood (Pb) worden
toegevoegd als de batterij meer dan 0,0005 % kwik of
0,004 % lood bevat.
Door deze batterijen op juiste wijze af te voeren,
voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen
die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. Het recycleren van
materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van
veiligheid, prestaties dan wel in verband met dataintegriteit een permanente verbinding met batterij
vereisen, dient deze batterij enkel door gekwalificeerd
servicepersoneel vervangen te worden. Om ervoor te
zorgen dat de batterij op een juiste wijze zal worden
behandeld, dient het product aan het eind van zijn
levenscyclus overhandigd te worden aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van elektrisch en elektronisch materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het
gedeelte over hoe de batterij veilig uit het product te
verwijderen. Overhandig de batterij bij het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van batterijen.
Voor meer details in verband met het recyclen van dit
product of batterij, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
2
NL
Page 3
Kennisgeving voor klanten in de
landen waar EU-richtlijnen van
toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation,
1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De
geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en
productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland.
Voor kwesties met betrekking tot service of garantie
kunt u het adres in de afzonderlijke service- en
garantiedocumenten gebruiken.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s,
televisieprogramma’s, auteursrechtelijk
beschermde materialen, zoals beelden en
publicaties, en alle andere materialen met
uitzondering van eigen opnamen en creaties is
beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u
in het bezit bent van de auteursrechten of
toestemming hebt van de houder van de
auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan
gebruik van deze materialen een overtreding van
de auteursrechtwetten betekenen en moet u
wellicht schadevergoeding betalen aan de houder
van de auteursrechten.
Als u foto's gebruikt met dit apparaat, moet u
ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet
overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing
van portretten van andere personen kan ook een
inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en
tentoonstellingen is het nemen van foto's niet
toegestaan.
Opmerkingen over het LCD-scherm
• De afbeelding op het scherm is wat betreft
beeldkwaliteit en -kleuren niet gelijk aan de
afgedrukte afbeelding, omdat de
weergavemethoden of -profielen verschillen. Dit is
normaal.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan
verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
• Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld
aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden.
• Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels effectief bruikbaar is. Er kunnen
echter wat zeer kleine zwarte punten en/of heldere
punten zijn (wit, rood, blauw of groen van kleur) die
voortdurend op het lcd-scherm te zien zijn. Deze
punten duiden niet op fabricagefouten en hebben
geen enkele invloed op de afdrukken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het
LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Reservekopieën
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens
opslaan om gegevensverlies door een
bedieningsfout of storing van dit apparaat te
voorkomen.
Information
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF
INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN
OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS
GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF
HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele
schade of gevolgschade of verlies van opgenomen
gegevens als gevolg van het gebruik van of een
storing aan dit apparaat of de geheugenkaart.
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de
software die hierin wordt beschreven, geheel of
gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd,
vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE
OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE
HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF
ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN
VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE
SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE
HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK
ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te
verbreken, accepteert u alle bepalingen en
voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze
bepalingen en voorwaarden niet accepteert,
retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking
samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij
wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te
allen tijde deze handleiding of de informatie in deze
handleiding te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan ook
vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke
gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze
software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik
worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd
kopiëren van deze software is volgens de
auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren
of aanpassen van portretten van andere personen of
van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op
de rechten van de houders van de auteursrechten kan
betekenen.
U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde
"Lees dit eerst" en "Over de afdrukpakketen" als
deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
Index ..........................................114
De illustraties in deze handleiding
kunnen licht verschillen van het feitelijke
product.
7
NL
Page 8
8
NL
Page 9
Voordat u begint
Overzicht
9
NL
Page 10
Overzicht
Functies
U kunt deze digitale printer / fotolijst op verschillende manieren gebruiken: als
fotolijst en als printer.
De Sony digitale printer / fotolijst DPP-F700 geeft de beelden van uw digitale camera op zijn scherm
weer en drukt uw favorieten af, eenvoudig en zonder gebruik van een computer.
Als een fotolijst gebruiken
• Naar een diavoorstelling van uw foto's kijken (. pagina 40)
Weergave 1 afb.
• Verschillende weergavestijlen gebruiken (. pagina 29~31)
KlokKalendereen afb.tonenIndex
• Gesorteerde foto's bekijken (. pagina 50)
Sorteren op mapSorteren op datum
• Foto's in de stand Portret of Landschap
bekijken (. pagina 22)
Weergave meer
afbeeldingen
KlokweergaveKalenderweerg.
Verticaal/horizontaal
sorteren
• Foto's net zo lang bekijken als u wilt
(. pagina 52)
Sorteren op markering
10
NL
Page 11
De eenheid als printer gebruiken
• Een foto net zo afdrukken als hij lijkt (. pagina 36)
• Op verschillende manieren afdrukken (. pagina 56)
DatumafdrukMet / zonder rand afdrukkenPagina’s per vel
• Een kalender maken van uw favoriete foto's, een lay-outafdruk of een identiteitsfoto
(. pagina 57)
KalenderLay-outafdrukID-foto
U kunt ook het volgende doen
Overzicht
• Afbeeldingen in het interne
geheugen importeren
(. pagina 42)
U kunt afbeeldingen van uw
geheugenkaart importeren in
het interne geheugen.
• Afbeeldingen exporteren
(. pagina 45)
U kunt afbeeldingen uit het
interne geheugen exporteren
naar uw geheugenkaart.
• Aansluiten op een computer om afbeeldingen uit te wisselen of af te drukken (. pagina 72)
11
NL
Page 12
Inbegrepen onderdelen
controleren
Zorg ervoor dat de volgende artikelen bij uw
aankoop zijn inbegrepen.
Instellingsinformatie De instellingsinformatie wordt weergegeven.
• (Beschermingsinformatie)
• (Informatie over bijbehorend bestand)
(Verschijnt wanneer een bijbehorend bestand aanwezig is,
bijvoorbeeld een klein beeldbestand voor e-mail of een
videofragment.)
• (Verschijnt wanneer een merknaam is geregistreerd.)
•DPOF
(Verschijnt wanneer er voor een afbeelding een printtaak is
ingesteld in DPOF (Digital Print Order Format).)
7
Afbeeldingsnummer
(Mapbestandsnummer)
Dit verschijnt als de afbeelding geschikt is voor DCF. Anders
verschijnt een bestandsnaam.
De bestandsnaam kan verschillen van de naam die u op de computer
ziet.
8
Opnamedatum/-tijdGeeft de opnamedatum en -tijd weer van de betreffende afbeelding.
9
Adviserende melding
0
Ingesteld aantal
De gebruiksaanwijzing wordt weergegeven.
U ziet het ingestelde aantal afbeeldingen.
afdrukken
qz
Instellingsinformatie
afdrukken
U ziet de afdrukinstellingen van de afdrukdatum, rand en layoutafdruk (uitsluitend wanneer in de afdrukstand (. pagina 32)).
•(Datumafdruk AAN)
•(Afdrukdatum en -tijd AAN)
•(Met rand 1 AAN)
•(Met rand 2 AAN)
•(Pagina’s per vel 4 AAN)
•(Pagina’s per vel 9 AAN)
•(Pagina’s per vel 16 AAN)
qs
SchuifbalkDe schuifbalk geeft de locatie van de geselecteerde afbeelding onder
alle afbeeldingen of onder de sorteerresultaten aan (pagina 50).
qd
CursorMet B/b/v/V kunt u de cursor verplaatsen en een afbeelding
selecteren.
Overzicht
17
NL
Page 18
18
NL
Page 19
Beginnen
(basishandelingen)
Als een fotolijst gebruiken
Als een printer gebruiken
19
NL
Page 20
Als een fotolijst gebruiken
Beschermend vel
Sensor van
de
afstandsbe
diening
De afstandsbediening
klaarmaken voor
gebruik
De batterij van de
afstandsbediening vervangen
Als de afstandsbediening niet meer werkt,
vervang dan de batterij (CR2025
lithiumbatterij) door een nieuwe.
De geleverde lithiumbatterij (CR2025) is al in
de afstandsbediening geplaatst. Trek vóór
gebruik het beschermende vel naar buiten,
zoals de afbeelding laat zien.
De afstandsbediening gebruiken
Wijs met de bovenzijde van de
afstandsbediening naar de sensor van de
afstandsbediening op dit apparaat.
1
Druk het lipje in.
2
Trek de batterijhouder naar buiten.
3
Plaats een nieuwe batterij en schuif
de batterijhouder weer in de
afstandsbediening.
Plaats de batterij zodanig dat "+" naar
boven wijst.
20
WAARSCHUWING
De batterij kan exploderen bij verkeerde
behandeling. Laad de batterij niet op, haal de
batterij niet uit elkaar en gooi de batterij niet
in het vuur.
NL
Page 21
Opmerkingen
• Wanneer u een andere dan de opgegeven batterij
gebruikt, kan dat leiden tot het openbarsten van de
batterij.
• Ruim gebruikte batterijen op volgens de
voorschriften van de lokale autoriteiten.
• Laat de afstandsbediening niet op een zeer hete en
vochtige plaats liggen.
• Let erop dat er geen vreemde voorwerpen in de
afstandsbediening komen wanneer u bijvoorbeeld
de batterij vervangt.
• Onjuist gebruik van de batterij kan leiden tot
lekkage en corrosie.
– Laad de batterij niet opnieuw op.
– Wanneer u de afstandsbediening langere tijd
niet gebruikt, kunt u beter de batterij uit de
afstandsbediening halen om te voorkomen dat
deze gaat lekken en corroderen.
– Wanneer u de batterij verkeerd plaatst, kortsluit,
uit elkaar haalt, verhit of in het vuur gooit, kan
dit er toe leiden dat de batterij openbarst en lekt.
De standaard opzetten
1
Houd dit apparaat stevig vast en
steek de standaard recht in het
schroefgat op het achterpaneel.
2
Schroef de standaard stevig in het
schroefgat totdat de standaard niet
meer draait.
Als een fotolijst gebruiken
Vervolg
21
NL
Page 22
Opstellen in de stand Portret of
Opmerkingen
Opmerkingen
Netspanningadapter
Netsnoer
Naar
stopcontact
Landschap (staand of liggend)
U kunt dit apparaat in de stand Portret of
Landschap zetten door het te draaien zonder de
standaard te verplaatsen.
Wanneer u het apparaat verticaal plaatst, met
de knoppen onderin, draait de afbeelding
automatisch naar de stand Portret.
Aansluiten op de
netspanning
1
Steek de stekker van de
netspanningadapter in de
DC IN 24V-aansluiting aan de
achterzijde van dit apparaat.
2
Steek een stekker van de kabel in
de contrastekker van de
netspanningadapter en de andere
stekker in het stopcontact.
Het apparaat start automatisch op.
• Controleer of de standaard stabiel staat. Als u de
standaard niet goed neerzet, kan dit apparaat
omvallen.
• Het Sony logo brandt niet wanneer u dit apparaat
verticaal plaatst of uitschakelt.
• U kunt de afbeelding ook handmatig draaien.
(.pagina 52)
• Wanneer u een afbeelding wilt afdrukken, zet u dit
apparaat in de afdrukstand (platte stand)
(.pagina 32).
22
NL
Zo kort mogelijk bij het apparaat moet zich een
goed toegankelijke wandcontactdoos bevinden.
• Plaats dit apparaat niet op een onstevige en
onstabiele plaats, zoals een wiebelige tafel.
• Sluit de netspanningadapter aan op een stopcontact
dat gemakkelijk bereikbaar en dichtbij is. Als er iets
misgaat bij het gebruik van de adapter, onderbreek
dan onmiddellijk de stroomtoevoer door de stekker
uit het stopcontact te trekken.
Page 23
• Sluit de stekker van de netspanningadapter niet kort
Opmerkingen
met een metalen voorwerp; dat kan een storing
geven
• Plaats de netspanningadapter niet in een nauwe
ruimte, zoals tussen een muur en een meubel.
• Trek na gebruik de netspanningadapter uit de
DC IN 24V-aansluiting van dit apparaat en trek de
stekker uit het stopcontact.
• Zolang de stekker in het stopcontact zit, is het
apparaat niet losgekoppeld van het lichtnet, ook al
is de printer zelf uitgeschakeld.
Dit apparaat in het buitenland
gebruiken, stroombronnen
U kunt dit apparaat en de netspanningadapter
(meegeleverd) in ieder land en iedere regio
gebruiken waar de voedingsspanning tussen
100 V en 240 V wisselspanning ligt, bij een
frequentie van 50 Hz of 60 Hz.
Gebruik geen elektrische transformator
(reisconverter), omdat dat een storing zou
kunnen veroorzaken.
Dit apparaat aanzetten
Als u het apparaat in het vorige hoofdstuk al
hebt ingeschakeld, kunt u verdergaan naar het
volgende hoofdstuk.
De stroom inschakelen
Druk op 1 (Aan / Standby) op dit apparaat of
de afstandsbediening als u het wilt aanzetten.
Het standby-lampje verandert van groen in
rood. Het Sony-logo op het voorpaneel gaat
branden.
Als een fotolijst gebruiken
Het apparaat uitzetten
Houd 1 (Aan / Standby) op het apparaat of de
afstandsbediening ingedrukt totdat het apparaat
wordt uitgeschakeld. Het standby-lampje op
het apparaat verandert van groen in rood en het
apparaat gaat naar de standby-modus.
• Koppel de netspannningadapter niet los van het
stopcontact of DC IN 24V-aansluiting voordat het
standby-lampje rood is. Anders kan het apparaat
beschadigd raken.
Vervolg
23
NL
Page 24
Opmerkingen
Tips
Over de beschrijvingen in deze
handleiding
De bedieningshandelingen die worden
beschreven in deze handleiding gaan uit van
het gebruik van de afstandsbediening.
Wanneer een bedieningshandeling,
bijvoorbeeld met de afstandsbediening,
verschilt van die met de toetsen op het
apparaat, wordt dat uitgelegd in een tip.
De actuele datum en tijd
instellen
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
Het bedieningsgedeelte op dit
apparaat
Het bedieningsgedeelte aan de rechterkant van het
LCD-scherm gaat branden wanneer u het aanraakt.
Wanneer u het bedieningsgedeelte ongeveer 30
seconden niet aanraakt, schakelt het
automatisch uit.
Het lampje PRINT brandt wanneer afdrukken
mogelijk is.
• De knoppen op het bedieningsgedeelte functioneren
uitsluitend wanneer ze branden.
Bedieningshandelingen in het
beginstadium
Wanneer u dit apparaat inschakelt zonder dat
een geheugenkaart is geplaatst, verschijnt
onderstaand startscherm.
Als u gedurende 10 seconden geen
bedieningshandelingen verricht, wordt de
Demostand weergegeven. Als u een andere
toets dan de Aan/Uit-toets indrukt, verschijnt
het startscherm weer.
Druk eerst op MENU tijdens de eerste
weergave en stel vervolgens de datum en de
tijd in. (Zie de volgende paragraaf)
• Wanneer het onderdeel om klok en
kalender in te stellen (pagina 29) niet is
geselecteerd, kunt u uitsluitend de toetsen
B/b gebruiken.
3
Druk op v/V
tijdinstell.] en druk op .
4
Pas de datum aan.
1
Druk op v/V, selecteer [Datum] en druk
op .
2
Druk op B/b, selecteer jaar, maand en
dag, selecteer een waarde met v/V en
druk op .
5
Pas de tijd aan.
1
Druk op v/V, selecteer [Tijd] en druk
op .
2
Druk op B/b, selecteer uren, minuten
en seconden, selecteer een waarde met
v/V en druk op .
, selecteer [Datum/
24
NL
Page 25
6
Lampje Lezen/
Schrijven
CompactFlash-kaart
xD-Picture
Card
(Kaartsleuf
A
)
SDgeheugenkaart
(Kaartsleuf
A
)
"Memory Stick"
(Kaartsleuf A)
"Memory Stick Duo"
(Kaartsleuf B)
Selecteer de indeling van de datum.
1
Druk op v/V
datumwrg.] en druk op
2
Druk op v/V
druk daarna op
•J-M-D
•M-D-J
•D-M-J
7
Stel voor de kalender de dag in
, selecteer [Volgorde
.
, selecteer een indeling en
.
waarmee de week begint.
U kunt de dag instellen die uiterst links
verschijnt wanneer de kalender wordt
weergegeven.
1
Druk op v/V, selecteer [Eerste
weekdag] en druk op .
2
Druk op v/V, selecteer
[Maandag]
8
Selecteer de tijdweergave.
1
Druk op v/V, selecteer [12u/24uweerg.] en druk op .
2
Druk op v/V, selecteer [12 uur] of [24
uur] en druk op .
9
Druk op MENU.
Het menuscherm wordt gesloten.
en druk op .
[Zondag] of
Een geheugenkaart
plaatsen
Plaats de geheugenkaart stevig in de
daarvoor bestemde sleuf met de
etiketzijde naar u toe (gezien van de
achterzijde van dit apparaat).
Het lampje Lezen/Schrijven knippert wanneer
u de geheugenkaart goed hebt geplaatst.
Controleer de etiketzijde van de geheugenkaart
en zet de geheugenkaart opnieuw in als het
lampje Lezen/Schrijven niet knippert.
Als een fotolijst gebruiken
Vervolg
NL
25
Page 26
Voor meer details over uitwisselbare
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
• Wanneer u een miniSD 1, microSD 2 of
"Memory Stick Micro" 3 gebruikt, plaats
deze dan in een overeenkomstige adapter.
1
2
3
geheugenkaarten raadpleegt u de pagina's 106
tot 108. Voor ondersteunde bestandsindelingen
raadpleegt u pagina 109.
Een geheugenkaart plaatsen
Wanneer u een geheugenkaart plaatst,
verschijnen de betreffende afbeeldingen
automatisch. Wanneer u het apparaat uitzet
terwijl de afbeeldingen op het scherm staan en
dan het apparaat weer inschakelt, blijven de
afbeeldingen staan.
Een geheugenkaart uitnemen
De geheugenkaart uit de sleuf nemen en een
geheugenkaart plaatsen zijn tegengestelde
handelingen.
Verwijder de geheugenkaart niet wanneer het
lampje Lezen/Schrijven knippert.
• De sleuf is zowel een "Memory Stick"-standaard
sleuf als uitwisselbaar met een slot met Duoafmetingen, dus u hebt geen "Memory Stick"adapter nodig.
• De multifunctionele sleuf voor "Memory Stick"
(Standaard/Duo)/SD geheugenkaart/MMC/xDPicture Card detecteert automatisch het kaarttype.
• Plaats niet tegelijkertijd meerdere geheugenkaarten
in de sleuven A en B. Als u meerdere
geheugenkaarten plaatst, werkt het apparaat niet
goed.
• In het klok en kalenderscherm schakelt u over naar
"Diashow", "één afb. tonen" of "Index" (zie het
volgende gedeelte).
Een ander afspeelapparaat kiezen
Druk op SELECT DEVICE (pagina 44).
NL
26
Page 27
Een andere weergave
Tips
Tips
Opmerkingen
VIEW MODE-toetsen
Gedeelte van de weergaveselectie
Gedeelte van de stijlselectie
kiezen
U kunt de weergavestijl veranderen met behulp
van de VIEW MODE-toetsen.
1
Druk op de juiste toets voor de
weergavestand die u wilt selecteren.
Het scherm gaat over naar de
geselecteerde weergavestand.
.
1
Diashow
(.pagina 28)
2
Klok en
kalender
(.pagina 29)
3
Één afb. tonen
(.pagina 30)
4
Index
(.pagina 31)
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op VIEW MODE
bovenin de achterkant van het LCDscherm, op V om de cursor naar het
gedeelte van de weergaveselectie te
verplaatsen en op B/b om een scherm te
selecteren.
• Tevens kunt u herhaaldelijk op VIEW
MODE op dit apparaat drukken, de cursor
binnen het selectiegedeelte van het scherm
verplaatsen en een weergavemodus kiezen.
2
Selecteer een stijl met B/b/v/V en
druk op .
Het scherm gaat over naar de
geselecteerde weergavestijl.
• Wanneer de cursor in het gedeelte van de
weergaveselectie staat, verplaats hem dan
met v naar het gedeelte van de stijlselectie.
• U kunt de cursor binnen het gedeelte van
de stijlselectie verplaatsen door
herhaaldelijk op de knop van de momenteel
geselecteerde weergavemodus , ,
of of
VIEW MODE op dit apparaat te drukken.
• Wanneer u dit apparaat een bepaalde tijd
niet gebruikt, wordt de stijl die de cursor
aangeeft automatisch geselecteerd.
Als een fotolijst gebruiken
27
NL
Page 28
Weergave diavoorstelling
Tips
Dit gedeelte beschrijft de diavoorstelling-stijlen.
Weergave StijlBeschrijving
Afbeeldingen verschijnen na elkaar op een enkel scherm.
Diashow
Weergave 1 afb.
Geeft meerdere afbeeldingen tegelijkertijd weer.
Weergave meer
afbeeldingen
Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl de actuele datum
en tijd in beeld zijn.
Klokweergave
Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl een kalender in
beeld is. De actuele datum en tijd worden weergegeven.
Kalenderweerg.
Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl opnamedatum en tijd in beeld zijn. De actuele datum en tijd worden niet
weergegeven.
Tijdmachine
Toont afbeeldingen terwijl willekeurig wordt
overgeschakeld tussen een aantal verschillende stijlen en
effecten voor de diavoorstelling.
<Afbeeldingen in willekeurige volgorde weergeven>
Willek. weerg.
U kunt dat doen wanneer [Willekeurig] in [Inst. Diashow] is
ingesteld op [Aan]. (.pagina 41)
• U kunt het interval, het effect, de weergavevolgorde
en het kleureffect instellen wanneer u de
diavoorstelling selecteert. Raadpleeg "De
instellingen van de diavoorstelling wijzigen"
(pagina 40).
NL
28
• Wanneer u tijdens de diavoorstelling op drukt,
gaat het scherm naar de stand enkele weergave.
• Wanneer u tijdens een diavoorstelling dit apparaat
uit- en weer inschakelt, gaat de voorstelling verder
vanaf de laatst weergegeven afbeelding.
Page 29
Weergave klok en kalender
Opmerkingen
Dit gedeelte beschrijft de weergavestijlen voor klok en kalender.
Klok 1Klok 2Klok 3Klok 4Klok 5
Klok 6Klok 7Klok 8Klok 9Klok 10
Klok 11
Als een fotolijst gebruiken
Kalender 1Kalender 2Kalender 3
Lunaire kalender
(wanneer u
[Ver.Chin.]
selecteert in
[Taalinstelling
(Language)])
• In de weergavemodus met klok en kalender is
uitsluitend het tabblad (Instellingen)
beschikbaar.
Arabische kalender
(wanneer u
[Arabisch]
selecteert in
[Taalinstelling
(Language)])
Perzische kalender
[Taalinstelling
(wanneer u
[Perzisch]
selecteert in
(Language)])
29
NL
Page 30
Stand enkele weergave (één afb. tonen)
Dit gedeelte beschrijft de weergavestijlen met enkele weergave.
Weergave StijlBeschrijving
Geeft een complete afbeelding weer op het scherm.
Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer
te geven afbeeldingen.
Hele afb.
Geeft een afbeelding weer over het hele scherm.
(Afhankelijk van de beeldverhouding van de opgenomen
afbeelding wordt de rand van de afbeelding misschien
slechts gedeeltelijk weergegeven.)
Schermvullend
Hele afb.(+Exif)
Schrmv.(+Exif)
Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer
te geven afbeeldingen.
Geeft informatie over de afbeelding weer, zoals het nummer
van de afbeelding, de bestandsnaam en de opnamedatum,
terwijl de volledige afbeelding wordt getoond. Met behulp
van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer te geven
afbeeldingen.
Raadpleeg "Over het informatiescherm" (pagina 16) voor
details over de afbeeldinginformatie.
Geeft informatie over de afbeelding weer, zoals het nummer
van de afbeelding, de bestandsnaam en de datum van
opname, in de stand Passend.
(Afhankelijk van de beeldverhouding van de opgenomen
afbeelding wordt de rand van de afbeelding misschien
slechts gedeeltelijk weergegeven.)
Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer
te geven afbeeldingen.
Raadpleeg "Over de weergave van informatie" (pagina 16)
voor details over de afbeeldinginformatie.
30
NL
Page 31
Indexweergave
Tips
Dit gedeelte beschrijft de index-weergavestijlen.
Weergave StijlBeschrijving
Toont een lijst van grote miniaturen. U kunt een
Index
afbeelding selecteren door op B/b/v/V te drukken.
Index 1
Toont een lijst van miniaturen. U kunt een afbeelding
selecteren door op B/b/v/V te drukken.
Index 2
Toont een lijst van kleine miniaturen. U kunt een
afbeelding selecteren door op B/b/v/V te drukken.
Index 3
• Een miniatuur is een afbeelding van klein formaat
voor de indexweergave die wordt vastgelegd in de
beelden die met een digitale camera worden
gemaakt.
• Met kunt u de stand enkele weergave selecteren
wanneer de afbeelding van uw keuze in weergave
indexafbeeldingen verschijnt.
Als een fotolijst gebruiken
31
NL
Page 32
Als een printer gebruiken
Opmerkingen
Voorbereiding
3
Zet het scherm schuin.
Doe het volgende om dit apparaat als een
printer te gebruiken.
Maak de afstandsbediening klaar voor gebruik
(pagina 20).
Sluit het apparaat aan op de netspanning
(pagina 22).
Zet dit apparaat in de afdrukstand (platte stand)
(pagina 32).
Plaats een inktlint (zie pagina 33).
Plaats wat afdrukpapier (zie pagina 34).
Schakel het apparaat in (pagina 23).
• Voor details van de afstandsbediening en de
netspanning raadpleegt u "Als een fotolijst
gebruiken". (pagina 20)
Dit apparaat in de
afdrukstand zetten
(platte stand)
Doe het volgende om dit apparaat als een
printer te gebruiken.
1
Verwijder de standaard.
3
2
• Wanneer u dit apparaat in de afdrukpositie gebruikt,
verwijder dan de standaard en bewaar deze in de
ruimte aan de achterkant van dit apparaat.
Een magneet in de hoofdeenheid houdt de standaard
op zijn plaats.
• Houd dit apparaat niet kort bij kaarten waarop de
magneet een negatieve invloed zou kunnen
uitoefenen, zoals bankkaarten, kredietkaarten, et
cetera. Wanneer u dit apparaat kort bij een Braun tv
plaatst, kan dit de kleuren van het tv-scherm
veranderen.
2
Leg het apparaat plat (afdrukstand)
en open de klep van het papiervak.
NL
32
Page 33
Het inktlint instellen
Opmerkingen
Wind het lint niet op in de
richting zoals hier afgebeeld.
1
Trek de deksel voor de
inktlinthouder open.
2
Zet het inktlint in de richting van de
pijl totdat het op zijn plaats klikt.
3
Sluit de deksel van de
inktlinthouder.
Het inktlint uitnemen
Duw de blauwe uitwerphendel voor het
inktlint omhoog en neem het gebruikte
inktlint uit de printer.
• Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een
stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het
inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg
hebben.
• Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het
opgewonden inktlint niet opnieuw voor het
afdrukken. Anders worden geen goede
afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs
storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op
zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats
het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint
niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt
inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het
lint en windt u het lint op in de richting van de pijl
zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.
Als een printer gebruiken
• Haal het inktlint niet uit elkaar.
• Trek het inktlint niet uit de inktcartridge.
• Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het
afdrukken.
• Aantekeningen bij het opslaan van
afdrukpakketten
Plaats het afdrukpakket niet op locaties waar zich
hoge temperaturen (meer dan 30 °C), hoge
vochtigheid, erg veel stof of direct zonlicht
voordoen. Berg het op op een koele en donkere
plaats en gebruik het korte tijd na de
productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan
afnemen afhankelijk van de omstandigheden
waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een
dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de
afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen
garantie of vergoeding bieden.
33
NL
Page 34
Het afdrukpapier
Voorzijde
plaatsen
1
Open de deksel van de papierlade.
Pak de afdekplaat van de papierlade aan
weerszijden vast (aangeduid met de
pijlen) en open de afdekplaat van de
papierlade.
2
Plaats het afdrukpapier in de
papierlade met de afdrukzijde naar
boven.
Zorg ervoor dat het afdrukpapier niet
ondersteboven ligt.
Voorzijde
Achterzijde
NL
34
3
Sluit de deksel van de papierlade.
Page 35
4
Opmerkingen
Open de schuif.
• U kunt tot 20 vellen afdrukpapier in de lade doen.
Schud het afdrukpapier grondig los. Leg het
afdrukpapier zodanig in de printer dat het
beschermvel bovenop ligt. Neem het beschermvel
uit de lade.
• Als er geen beschermvel is, leg het afdrukpapier
dan in de papierlade met het afdrukoppervlak (de
niet-bedrukte zijde) omhoog.
• Raak het afdrukoppervlak niet aan.
Vingerafdrukken of verontreiniging op het
afdrukoppervlak kunnen leiden tot
onvolkomenheden in de afdruk.
• Buig het afdrukpapier niet en snijd het afdrukpapier
vóór het afdrukken niet los van de perforaties.
• Om te voorkomen dat er papier vast komt te zitten
in de printer of dat de printer niet goed functioneert,
is het belangrijk dat u:
– niet op het afdrukpapier schrijft of typt.
– geen stickers of zegels op het afdrukpapier
plakt.
– wanneer u afdrukpapier toevoegt in de
papierlade, erop let dat er niet meer dan 20
vellen afdrukpapier in de lade zitten.
– geen verschillende typen afdrukpapier bij elkaar
in de papierlade legt.
– niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Dezelfde
afbeelding tweemaal op hetzelfde vel papier
afdrukken maakt de afbeelding niet dikker.
– het afdrukpapier alleen voor deze printer
gebruikt.
– afdrukpapier dat zonder afdruk uit de printer
komt niet nogmaals gebruikt.
Opmerkingen over het opbergen van
papier
• Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u
de papierlade uit dit apparaat en sluit u de schuif
van de papierlade.
• Berg papier niet gedurende langere tijd op met de
bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact
met rubberen of kunststof producten die
vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd;
hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of
kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding
afnemen.
• Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar
hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid
heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht
direct toegang heeft.
• Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak
afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de
oorspronkelijke of een daarmee vergelijkbare
verpakking.
5
Schuif de papierlade in de printer.
Als een printer gebruiken
Vervolg
35
NL
Page 36
Voorafgaand aan ingebruikname
Netspanningadapter
Netsnoer
Naar
stopcontact
10 cm of meer
Het afdrukpapier verplaatsen
De papieruitvoer opent automatisch wanneer u
het apparaat in de afdrukstand plaatst (plat
legt), maar u moet controleren of het geheel is
geopend voordat u begint met afdrukken.
Zorg voor voldoende ruimte rond het apparaat.
Tijdens het afdrukken verschijnt het papier een
paar keer vanaf de achterzijde. Handhaaf 10 cm
of meer ruimte aan de achterkant van dit
apparaat.
Eenvoudige
afdrukhandelingen
Dit gedeelte legt u uit hoe u de afbeeldingen
van een geheugenkaart of intern geheugen
weergeeft op het LCD-scherm van dit apparaat
en de geselecteerde afbeeldingen afdrukt
(direct afdrukken).
Wanneer u een afbeelding vanaf de aangesloten
computer wilt afdrukken, raadpleegt u
"Afdrukken vanaf een computer" (pagina 77).
Afdrukken in de stand enkele
weergave
1
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit
apparaat aan te zetten.
2
Verander het scherm naar de stand
enkele weergave.
Wanneer u een andere weergave wilt,
raadpleegt u "Een andere weergave
kiezen" (pagina 27).
NL
36
3
Druk op B/b om de afbeelding weer
te geven die u wilt afdrukken.
4
Stel het aantal afdrukken in.
Wanneer u de afbeelding slechts één keer
wilt afdrukken, slaat u deze stap over en
gaat u verder met stap 5.
Wanneer een afbeelding in de weergave
enkele afbeelding wordt weergegeven en u
de knop indrukt, verschijnt
rechts onderaan het scherm.
Druk op
v
/V om het aantal afdrukken in te
stellen en druk op . Het scherm keert
terug naar de stand enkele weergave en
het ingestelde aantal afdrukken wordt
weergegeven.
Page 37
5
Tips
Druk op PRINT.
Het afdrukken begint.
De printer drukt het aantal afbeeldingen af
dat u hebt ingesteld in stap 4.
Meer afbeeldingen afdrukken
Herhaal de stappen 3 en 4.
De afdrukkwaliteit veranderen.
Geef de afbeelding weer waarvan u de
afdrukkwaliteit wilt veranderen en druk op
om de afdrukkwaliteit in te stellen. Wanneer u
"0" selecteert, wordt het afdrukken
geannuleerd.
• Wanneer u op PRINT drukt in de stand enkele
weergave (pagina 31), drukt de printer de
afbeelding af die de cursor aangeeft en de
afbeeldingen waarvoor u het aantal afdrukken hebt
ingesteld.
• Wanneer u een indexpagina wilt afdrukken,
raadpleegt u "Batch afdrukken" (pagina 63).
Afdrukken in de stand
diavoorstelling
In de diavoorstelling kunt u een weergegeven
afbeelding rechtstreeks afdrukken.
1
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit
apparaat aan te zetten.
2
Verander het scherm naar de stand
diavoorstelling.
Wanneer u een andere weergave wilt,
raadpleegt u "Een andere weergave
kiezen" (pagina 27).
Druk op B/b om de afbeelding te
selecteren die u wilt afdrukken.
3
Druk op PRINT.
Het scherm voor het afdrukvoorbeeld
wordt weergegeven.
Als een printer gebruiken
4
Stel het aantal afdrukken in.
Wanneer het afdrukscherm verschijnt en u
de knop indrukt, verschijnt
rechts onderaan het scherm.
Druk op v/V om het aantal afdrukken in te
stellen en druk op . Het scherm keert
terug naar de stand afdrukvoorbeeld en het
ingestelde aantal afdrukken wordt
weergegeven.
Vervolg
37
NL
Page 38
5
Opmerkingen
Druk op PRINT.
Het afdrukken begint.
Het apparaat drukt de afbeelding af die
wordt weergegeven op het scherm met
afdrukvoorbeeld.
• In de modus met klok en kalender kunt u niet
afdrukken.
• Verplaats of draai dit apparaat nooit tijdens het
afdrukken. Dan kan namelijk het inktlint of het
papier vast komen te zitten. Wanneer u de stroom
uitschakelt, laat de papierlade dan op zijn plek
zitten en schakel het apparaat weer in. Wanneer het
papier is uitgeworpen, hervat u het afdrukken.
• Haal de papierlade niet uit de printer tijdens het
afdrukken. Dat kan een storing veroorzaken.
• Tijdens het afdrukken verschijnt het papier een paar
keer. Raak het papier dan niet aan en trek er ook
zeker niet aan.
• Wanneer het papier is vastgelopen, raadpleegt u
pagina 103.
• Datumafdruk/Randen/Pagina's per vel kunt u
uitsluitend afdrukken in de stand één afb. tonen
(pagina 56).
38
NL
Page 39
Diverse functies
gebruiken
(Geavanceerde
bedieningshandelingen)
Diverse functies gebruiken
39
NL
Page 40
Genieten van een
Tips
Opmerkingen
Gedeelte van de weergaveselectie
Gedeelte van de stijlselectie
diavoorstelling
1
Druk op (Diashow).
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op VIEW MODE
bovenin de achterkant van het LCD-scherm,
op
V
om de cursor naar het gedeelte van de
weergaveselectie te verplaatsen en op
om
(Diashow) te selecteren.
• Wanneer de cursor in het gedeelte van de
weergaveselectie staat, verplaats hem dan
met
v
naar het gedeelte van de stijlselectie.
• Wanneer de cursor in het gedeelte van de
weergaveselectie staat, verplaats hem dan
door herhaaldelijk op VIEW MODE te
drukken.
B/b
De instellingen van de
diavoorstelling wijzigen
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Inst.
Diashow] en druk daarna op .
4
Druk op v/V, selecteer het
onderdeel en druk daarna op .
Raadpleeg de tabellen op de volgende
pagina voor nadere bijzonderheden over
de verschillende instellingen.
2
Selecteer de stijl van uw keuze met
B/b/v/V en druk daarna op .
Raadpleeg "Weergave diavoorstelling"
(pagina 28) voor nadere bijzonderheden
over de stijlen van de diavoorstelling.
NL
40
• Let goed op het volgende wanneer u een
diavoorstelling selecteert met de afbeeldingen die
zijn opgeslagen op de geheugenkaart.
– Één van de eigenschappen van
geheugenkaarten, frequent uitlezen, kan tot
fouten leiden en dan worden afbeeldingen niet
correct weergegeven.
– Laat niet een diavoorstelling gedurende lange
tijd spelen met een klein aantal afbeeldingen.
Hierdoor kan een gegevensfout ontstaan.
– Wij adviseren u vaak een backup van de
afbeeldingen op de geheugenkaart te maken.
• Wanneer dit apparaat bijvoorbeeld een
diavoorstelling weergeeft, is het wijzigen van de
instellingen van sommige onderdelen niet mogelijk.
Deze onderdelen worden in grijs weergegeven en u
kunt ze niet selecteren.
• De diavoorstelling start bij de eerste afbeelding als
u dit apparaat uitzet of als u het reset.
Page 41
• Wanneer het scherm te helder is, kan dat misschien
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
niet prettig zijn. Let er goed op dat u de instellingen
van de helderheid niet te helder maakt wanneer u dit
apparaat gebruikt.
*: Instellingen af-fabriek
ItemInstellingBeschrijving
Inst. DiashowIntervalKies één van de waarden 3 sec., 7 sec.*, 20 sec., 1 min., 5 min., 30 min., 1
uur, 3 uur, 12 uur, 24 uur voor het interval tussen de afbeeldingen.
• Afhankelijk van de stijl van de diavoorstelling of het formaat van de
afbeelding is het mogelijk dat een afbeelding niet wisselt met de
intervallen die u in het menu hebt ingesteld.
EffectKruis middenGaat over naar de volgende afbeelding alsof de vorige
afbeelding vanuit het midden naar de vier hoeken
wordt geduwd.
Blindering VGaat over naar de volgende afbeelding alsof een
jaloezie verticaal wordt neergelaten.
Blindering HGaat over naar de volgende afbeelding alsof een
jaloezie horizontaal wordt getrokken.
Vervagen*Gaat over naar de volgende afbeelding door de huidige
afbeelding te laten vervagen en de volgende afbeelding
helderder te laten worden.
RuitenwisserGaat over naar de volgende afbeelding alsof de huidige
afbeelding van het scherm wordt geveegd om de
volgende afbeelding te onthullen.
WillekeurigMaakt willekeurig gebruik van bovenstaande vijf
effecten.
WillekeurigAanAfbeeldingen worden willekeurig weergegeven.
Uit*Annuleert weergave in willekeurige volgorde.
KleureffectKleur*Toont een afbeelding in kleur.
SepiaToont een afbeelding in de kleur sepia.
MonochroomToont een afbeelding in monochroom.
Weerg.mod.U kunt het weergaveformaat van de dia kiezen.
Diverse functies gebruiken
• De oorspronkelijke gegevens van de afbeelding veranderen niet.
Hele afb.*Geeft een gehele afbeelding weer vergroot tot het
juiste formaat. (Een afbeelding kan worden
weergegeven met marges aan de boven- en onderzijde
en aan de linker- en rechterzijde.)
SchermvullendEr wordt zoveel op het midden van de afbeelding
ingezoomd dat het hele scherm wordt gevuld.
• Afhankelijk van de stijl van de diavoorstelling is het
mogelijk dat een afbeelding niet wordt weergegeven
in het formaat dat u in het menu hebt ingesteld.
41
NL
Page 42
U kunt afbeeldingen van
Tips
Tips
uw geheugenkaart
importeren in het
interne geheugen.
U kunt dit apparaat als digitaal album
gebruiken en belangrijke afbeeldingen in het
interne geheugen opslaan.
• Wanneer u afbeeldingen opslaat in het interne
geheugen, kunt u [Beeldimp.form.] in het menu
gebruiken om in te stellen of u afbeeldingen wilt
schalen tot het optimale formaat of ze zonder
compressie wilt opslaan (pagina 67).
Wanneer [Beeldimp.form.] is ingesteld op
[Schalen], kunt u maximaal ongeveer 2.000
afbeeldingen opslaan in het interne geheugen.
Wanneer [Orig.] is ingesteld, varieert het aantal
afbeeldingen dat kan worden opgeslagen mogelijk
afhankelijk van de oorspronkelijke bestandsgrootte
van de afbeeldingen.
1
Druk op (Importeren) wanneer
een afbeelding die is opgeslagen op
de geheugenkaart of op het externe
apparaat op het scherm wordt
getoond.
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het
tabblad (Bewerken) met
selecteer [Importeren] met
.
B/b
v/V
en druk op
,
Stand enkele weergave
(Weergave enkele afbeelding)
Weergave diavoorstelling
Weergave indexafbeeldingen
2
Druk op v/V, selecteer [Deze afb.
Importeren], [Import. meerdere afb.]
of [Alle afb. importeren] en druk op
.
Als u [Deze afb. Importeren] selecteert,
wordt de afbeelding die op dat moment
wordt getoond, geïmporteerd in het
interne geheugen. Ga naar stap 5. (Dit
onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens
de weergave van de diavoorstelling.)
Als u [Import. meerdere afb.] selecteert,
kunt u de afbeelding die u wilt importeren,
selecteren uit de lijst van afbeeldingen. Ga
naar stap 3.
42
NL
Page 43
Als u [Alle afb. importeren] selecteert,
Tips
Opmerkingen
Tips
wordt de lijst van afbeeldingen
weergegeven. Het selectievakje van alle
afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap
4.
3
Met behulp van B/b/v/V selecteert u
in de lijst de afbeelding die u wilt
importeren en drukt u op .
✔
" wordt aan de geselecteerde
"
afbeelding toegevoegd.
Herhaal deze stap als u meerdere
afbeeldingen tegelijk wilt
importeren.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt
maken, selecteert u de afbeelding en drukt
u op . "
afbeelding.
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst
sorteren
Tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen.
Niet tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
in het apparaat dat de momenteel
weergegeven afbeelding bevat.
Selecteer de map van uw keuze met
v/V en druk op .
Getoond wordt het bevestigingsscherm dat
wordt gebruikt om uit te maken of een
afbeelding al dan niet aan het interne
geheugen wordt geïmporteerd.
• Er wordt automatisch een nieuwe map
aangemaakt wanneer u [Nieuwe map]
selecteert.
6
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk
daarna op .
De afbeelding wordt opgeslagen in de
opgegeven map in het interne geheugen.
7
Druk op als het
bevestigingsscherm wordt getoond.
• "In het interne geheugen importeren" is niet
beschikbaar voor afbeeldingen in het interne
geheugen.
• Doe het volgende niet terwijl afbeeldingen in het
interne geheugen worden geïmporteerd. Als u dat
doet, kan dit apparaat, de geheugenkaart of de
gegevens beschadigd raken.
– Het apparaat uitzetten
– Een geheugenkaart verwijderen
– Nog een kaart inzetten
Diverse functies gebruiken
4
Druk op MENU.
Het bevestigingsscherm voor het
selecteren van een map verschijnt.
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met
[
/
] in de lijst van afbeeldingen.
43
NL
Page 44
Opmerkingen
Tips
Opmerkingen
Stand Vernieuwen
Afhankelijk van de eigenschappen van het
apparaat kunnen afbeeldingen die in het interne
geheugen worden geïmporteerd na een lange
leestijd of veelvuldige dataleesacties een
leesfout geven. Dergelijke afbeeldingen
worden misschien niet correct weergegeven.
Dit apparaat vernieuwt het interne geheugen en de
beveiligde afbeeldingen automatisch, afhankelijk
van de status van het interne geheugen.
Het bevestigingsscherm dat wordt gebruikt
voor het vernieuwen van het interne geheugen
wordt automatisch weergegeven wanneer het
vernieuwen van het interne geheugen nodig is.
Het vernieuwen begint wanneer u [Ja]
selecteert. Het Vernieuwen start ook
automatisch wanneer 30 seconden lang geen
bedieningshandeling wordt verricht. Als u
[Nee] selecteert, wordt het bevestigingsscherm
voor het vernieuwen van het interne geheugen
de volgende keer weergegeven.
Opgeven waar vanaf
wordt afgespeeld
U kunt opgeven of u een geheugenkaart of het
interne geheugen wilt weergeven.
1
Druk op SELECT DEVICE.
• Wanneer u op het apparaat zelf werkt, druk
dan op MENU en gebruik de knoppen
om het tabblad Sel. Ap. (Select
device) te selecteren.
• Wanneer de geheugenkaart die u wilt
selecteren, niet aanwezig is, steek hem dan
nu in de sleuf.
B/b
Zet dit apparaat niet uit wanneer het interne
geheugen wordt vernieuwd. Dat kan een
storing veroorzaken.
Het vernieuwen van het interne geheugen kan
ongeveer 5 minuten in beslag nemen.
• Wij adviseren u zo nu en dan een backup van uw
gegevens te maken zodat u ze niet kunt verliezen.
• Laat niet een diavoorstelling met minder dan 10
afbeeldingen ononderbroken lopen als u de
intervaltijd voor de diavoorstelling op 3 seconden
hebt ingesteld. Mogelijk kunt u sommige
afbeeldingen in het interne geheugen niet
beveiligen.
NL
44
• Wanneer klok en kalender verschijnen,
kunt u het tabblad Sel. Ap. (Select
device) niet gebruiken.
2
Druk op v/V, selecteer het apparaat
dat u wilt weergeven en druk daarna
op .
De afbeeldingen van het geselecteerde
apparaat worden weergegeven.
Page 45
Een afbeelding uit het
interne geheugen
exporteren naar een
geheugenkaart
U kunt de afbeeldingen in het interne geheugen
exporteren naar een geheugenkaart of een
extern apparaat.
1
Druk op MENU wanneer een
afbeelding die in het interne
apparaat is opgeslagen, op het
scherm wordt getoond.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Exporteren]
en druk daarna op .
Stand enkele weergave
(Weergave enkele afbeelding)
Als u [Export. meerdere afb.] selecteert,
kunt u de afbeelding die u wilt exporteren,
selecteren uit de lijst van afbeeldingen. Ga
naar stap 5.
Als u [Alle afb. exporteren] selecteert,
wordt de lijst van afbeeldingen
weergegeven. Het selectievakje van alle
afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap
6.
5
Met behulp van B/b/v/V selecteert u
in de lijst de afbeelding die u wilt
exporteren en drukt u op .
"✔" wordt aan de geselecteerde
afbeelding toegevoegd.
Herhaal deze stap als u meerdere
afbeeldingen tegelijk wilt exporteren.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt
maken, selecteert u de afbeelding en drukt
u op . "
afbeelding.
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst
sorteren
Tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen.
Niet tijdens het sorteren:
Geeft een overzicht van alle afbeeldingen
in het interne geheugen.
Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren
(filteren)" (pagina 50).
✔
" verdwijnt van de
Diverse functies gebruiken
4
Druk op v/V, selecteer [Deze afb.
exporteren], [Export. meerdere afb.]
of [Alle afb. exporteren] en druk op
.
Als u [Deze afb. exporteren] selecteert,
wordt de afbeelding die op dat moment
wordt getoond, naar het apparaat
geëxporteerd. Ga naar stap 7. (Dit
onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens
de weergave van de diavoorstelling.)
6
Druk op MENU.
Getoond wordt het scherm voor het
selecteren van de geheugenkaart waar u
naartoe wilt exporteren.
Vervolg
45
NL
Page 46
7
Tips
Opmerkingen
Tips
Selecteer de geheugenkaart waar
naartoe u de afbeelding wilt
exporteren door op v/V en
vervolgens op te drukken.
8
Selecteer de map van uw keuze met
v/V en druk op .
Getoond wordt het bevestigingsscherm dat
wordt gebruikt om uit te maken of al dan
niet wordt geëxporteerd.
• Doe het volgende niet terwijl een afbeelding wordt
geëxporteerd. Als u dat doet, kan dit apparaat, de
geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
– Het apparaat uitzetten
– Een geheugenkaart verwijderen
– Nog een kaart inzetten
• U kunt ook de toets MENU op dit apparaat
gebruiken.
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met
[
/
] in de lijst van afbeeldingen.
• Iedere geheugenkaart die die apparaat niet herkent,
verschijnt grijs en u kunt hem dan niet selecteren.
• Er wordt automatisch een nieuwe map
aangemaakt wanneer u [Nieuwe map]
selecteert.
9
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk
daarna op .
Het exporteren is voltooid.
10
Druk op als het
bevestigingsscherm wordt getoond.
De afbeelding wordt gekopieerd naar de
opgegeven geheugenkaart.
NL
46
Page 47
Een afbeelding
Tips
Opmerkingen
Tips
verwijderen
1
Druk op (Verwijderen) wanneer
een afbeelding op het scherm wordt
getoond.
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het
tabblad (Bewerken) met
selecteer [Verwijderen] met
op .
2
Druk op v/V, selecteer [Deze afb.
wissen], [Wissen meerdere afb.] of
[Alle afb. wissen] en druk op .
Als u [Deze afb. wissen] selecteert, wordt
de afbeelding die op dat moment wordt
weergegeven, verwijderd. Ga naar stap 5.
(Dit onderdeel kunt u niet te selecteren
tijdens de weergave van de
diavoorstelling.)
Als u [Wissen meerdere afb.] selecteert,
kunt u de afbeelding selecteren die u uit de
lijst van afbeeldingen wilt verwijderen. Ga
naar stap 3.
Als u [Alle afb. wissen] selecteert, wordt
de lijst van afbeeldingen weergegeven.
Het selectievakje van alle afbeeldingen is
aangevinkt. Ga naar stap 4.
3
Met behulp van B/b/v/V selecteert u
in de lijst de afbeelding die u wilt
wissen en drukt u op .
"✔" wordt aan de geselecteerde
afbeelding toegevoegd.
Herhaal deze stap als u meerdere
afbeeldingen tegelijk wilt verwijderen.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt
maken, selecteert u de afbeelding en drukt
u op . "
afbeelding.
✔
" verdwijnt van de
B/b
v/V
,
en druk
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst
sorteren
Tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen.
Niet tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
in de geheugenkaart die de momenteel
weergegeven afbeelding bevat.
Het bevestigingsscherm voor het
verwijderen wordt weergegeven.
5
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk
daarna op .
De afbeelding wordt verwijderd.
6
Druk op als het
bevestigingsscherm wordt getoond.
• Doe het volgende niet terwijl een afbeelding wordt
verwijderd. Als u dat doet, kan dit apparaat, de
geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
– Het apparaat uitzetten
– Een geheugenkaart verwijderen
– Nog een kaart inzetten
• Wanneer de melding [Kan geen beveiligd bestand
verwijderen] op het scherm verschijnt, is het
bestand van de afbeelding ingesteld op Read Only
(Alleen lezen) op een computer. Sluit in dat geval
dit apparaat aan op een computer en verwijder dit
bestand met behulp van de computer.
• De totale capaciteit van het interne geheugen is niet
gelijk aan de resterende capaciteit, zelfs niet
onmiddellijk na het initialiseren.
• Als het verwijderen is gestart, kan de verwijderde
afbeelding niet worden teruggehaald, zelfs niet als u
het verwijderen stopt. Verwijder afbeeldingen
alleen nadat u hebt bevestigd dat u ze werkelijk wilt
verwijderen.
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met
[
/
] in de lijst van afbeeldingen.
Diverse functies gebruiken
Vervolg
47
NL
Page 48
Tips
Het interne geheugen
formatteren
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Initialiseren] en
druk daarna op .
4
Druk op v/V, selecteer [Intern geh.
formatt.] en druk daarna op .
Nu ziet u het bevestigingsscherm voor het
initialiseren van het interne geheugen.
5
Druk op v/V, selecteer [Ja] en daarna op
.
Een merkteken
registreren
U kunt alleen een diavoorstelling maken van
afbeeldingen die van tevoren zijn geselecteerd
en zijn gemarkeerd. U kunt gemakkelijk
controleren of er afbeeldingen voorzien zijn
van het merkteken wanneer u de weergave van
indexafbeeldingen of de stand enkele weergave
gebruikt (met Exif).
1
Druk op (Markeren) wanneer
een afbeelding op het scherm wordt
getoond.
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het
tabblad (Bewerken) met
selecteer [Markeren] met
.
2
Selecteer het merkteken van uw
keuze met v/V en druk op .
B/b
v/V
en druk op
,
48
NL
3
Druk op v/V, selecteer [Deze afb.
markeren], [Mark./Oph. meerd. afb.]
of [Alle afb. markeren] en druk op
.
Wanneer u [Deze afb. markeren]
selecteert, dan zal aan de afbeelding die op
dat moment wordt getoond in de toekomst
een merkteken zijn gehecht. (Dit
onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens
de weergave van de diavoorstelling.)
Page 49
Wanneer u [Mark./Oph. meerd. afb.]
Opmerkingen
Tips
selecteert, dan kunt u uit de lijst van
afbeeldingen de afbeelding selecteren
waaraan u een merkteken wilt hechten. Ga
naar stap 4.
Als u [Alle afb. markeren] selecteert,
wordt de lijst van afbeeldingen
weergegeven. Het selectievakje van alle
afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap
5.
4
Met behulp van B/b/v/V selecteert u
in de lijst de afbeelding die u wilt
exporteren en drukt u op .
"✔" wordt aan de geselecteerde
afbeelding toegevoegd.
Herhaal deze stap als u meerdere
afbeeldingen tegelijk wilt selecteren.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt
maken, selecteert u de afbeelding en drukt
u op . "
afbeelding.
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst
sorteren
Tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen.
Niet tijdens het sorteren:
Geef een overzicht van alle afbeeldingen
in de geheugenkaart die de momenteel
weergegeven afbeelding bevat.
Selecteer [Mark. afb. opheffen] of [Alle
afb.mark. oph.] en druk daarna op in stap 3.
U kunt ook de selectie ongedaan maken door
het vinkje uit het selectievakje te verwijderen.
• [Mark. afb. opheffen]:
Verwijdert een merkteken van de afbeelding
die op dat moment wordt getoond. (Dit
onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de
weergave van de diavoorstelling.)
• [Alle afb.mark. oph.]:
Tijdens het sorteren
Deselecteert alle afbeeldingen die aan de
sorteercriteria voldoen.
Niet tijdens het sorteren
Deselecteert alle afbeeldingen in de
geheugenkaart die de momenteel
weergegeven afbeelding bevat.
• Uitsluitend merktekens die aan afbeeldingen op het
interne geheugen zijn bevestigd, worden
opgeslagen.
Merktekens die zijn bevestigd aan afbeeldingen op
een geheugenkaart, worden verwijderd wanneer u
het apparaat uitschakelt of een ander
weergaveapparaat kiest.
• U kunt uit de 3 typen een merkteken kiezen.
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met
[
/
] in de lijst van afbeeldingen.
Diverse functies gebruiken
5
Druk op MENU.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
6
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk
daarna op .
Het merkteken wordt aan de geselecteerde
afbeelding gehecht.
49
NL
Page 50
Afbeeldingen sorteren
Tips
Opmerkingen
(filteren)
De sortering opheffen
Wanneer de gesorteerde afbeeldingen worden
weergegeven, drukt u op MENU, selecteert u
[Stop sort.(alles tonen)] en drukt u op .
U kunt afbeeldingen die zijn opgeslagen in het
interne geheugen of op een geheugenkaart
sorteren op datum, map, afbeeldingoriëntatie of
merktekens.
1
Druk op SORT wanneer een
afbeelding op het scherm wordt
getoond.
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat
gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het
tabblad (Bewerken) met
selecteer [Sorteren (Sort)] met
op .
2
Selecteer een sorteerstijl met v/V
B/b
v/V
,
en druk
en druk op .
De sorteerstijl veranderen
Wanneer de gesorteerde afbeeldingen worden
weergegeven, drukt u op BACK.
• Zet tijdens het sorteren dit apparaat niet uit en neem
de geheugenkaart er niet uit. Als u dat doet, kunnen
dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens
beschadigd raken.
• In de volgende gevallen wordt het sorteren
automatisch ongedaan gemaakt.
– Een ander weergaveapparaat kiezen
– Wanneer afbeeldingen op een geheugenkaart
zijn gesorteerd en de geheugenkaart wordt
verwijderd.
• Wanneer u tijdens het sorteren een ander
geheugenapparaat kiest, wordt het sorteren
automatisch geannuleerd.
• [Sorteren op datum]:
Filtert op opnamedatum.
• [Sorteren op map]:
Filtert op map.
• [Verticaal/horizontaal sorteren]:
Filtert op oriëntatie van de afbeelding.
• [Sorteren op markering]:
Filtert op merkteken.
3
Selecteer het onderdeel van uw
keuze met B/b/v/V en druk op .
NL
50
Page 51
Het formaat en de
Tips
Opmerkingen
oriëntatie van de
afbeelding aanpassen
• Wanneer u de vergrote afbeelding verwijdert met
B
/b/v/V en in stap 1 op MENU drukt, wordt de
afbeelding bijgewerkt tot de afmetingen van de
weergegeven afbeelding en opgeslagen.
Een afbeelding vergroten/
verkleinen
U kunt een afbeelding in de stand enkele
weergave vergroten of verkleinen.
1
Druk op (inzoomen) op de
afstandsbediening als u een
afbeelding wilt vergroten. Druk op
(uitzoomen) als u een afbeelding
wilt verkleinen.
Iedere keer dat u op de toets drukt,
wordt de afbeelding verder vergroot. U
kunt een afbeelding maximaal 5 keer de
oorspronkelijke schaal vergroten. U kunt
een vergrote afbeelding omhoog, omlaag,
naar links en naar rechts verplaatsen.
Een vergrote of verkleinde afbeelding
opslaan (Trimmen en opslaan)
1
Druk op MENU wanneer de vergrote of
verkleinde afbeelding verschijnt.
2
Druk op v/V en selecteer de opslagmethode.
Wanneer u [Opslaan als nieuwe afb.]
selecteert, wordt een kopie van de afbeelding
opgeslagen. Ga naar stap
Wanneer u [Overschrijven] selecteert,
overschrijft de nieuwe afbeelding de oude.
Ga naar stap
3
Druk op v/V, selecteer het apparaat waarop
u de afbeelding wilt opslaan en druk op .
4
Druk op v/V, selecteer een map en druk op
.
5
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk op .
De afbeelding wordt opgeslagen.
6
Wanneer het bevestigingsscherm verschijnt
na het opslaan van de afbeelding, drukt u op
.
5
.
3
.
• Wanneer u een afbeelding vergroot, kan dat,
afhankelijk van de grootte van de afbeelding, ten
koste gaan van de kwaliteit.
• U kunt de afbeelding niet overschrijven wanneer hij
een ander dataformaat heeft dan JPEG: (.jpg)
Diverse functies gebruiken
51
NL
Page 52
Opmerkingen
Tips
Een afbeelding draaien
In de stand enkele weergave kunt u een
afbeelding roteren.
1
Druk in de stand enkele weergave
op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Draaien] en
druk daarna op .
4
Selecteer de draairichting van de
afbeelding door op v/V en dan op
te drukken.
•:
Draait de afbeelding 90 graden naar rechts.
•:
Draait de afbeelding 90 graden naar links.
5
Druk op v/V, selecteer [OK] en druk
daarna op .
• U kunt een vergrote afbeelding niet roteren.
• Tevens kunt u een afbeelding roteren met
(Roteren) op de afstandsbediening. Iedere keer
wanneer u de knop indrukt, draait de afbeelding 90
graden naar links.
• Wanneer u de afbeeldingen in het interne geheugen
weergeeft, blijft de informatie die wordt gebruikt
voor het draaien van de afbeelding, bewaard, zelfs
wanneer u het apparaat uitschakelt.
• U kunt de afbeelding van de indexafbeeldingen
draaien.
De instellingen van de
functie Auto Aan/Uit
wijzigen
Met de tijdschakeling kunt u het apparaat
automatisch aan- of uitschakelen, ook als het
apparaat aan staat.
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Auto AAN/
UIT] en druk op .
4
Druk op v/V, selecteer
[Instelmethode] en druk op . Druk
dan op v/V, selecteer [Eenvoudig]
of [Geavanceerd] en druk op .
[Eenvoudig]:
Stelt de functie Auto Aan/Uit nauwkeurig
in met stappen van één minuut.
[Geavanceerd]:
Stelt de functie Auto Aan/Uit in op een
dag in de week in eenheden van één uur.
52
NL
Page 53
5
Tips
Druk op v/V, selecteer
[Tijdinstelling] en druk op
[Eenvoudig]
1
Selecteer een onderdeel waarvoor u de
tijd wilt instellen.
Druk op
v
/V, selecteer [Timer AAN] of
[Timer UIT] en druk op . Druk nu op
v
/V, selecteer [Inschakelen] en druk op
.
2
Stel de tijd in waarop u de Timer AAN
of Timer UIT wilt activeren.
Druk op
v
/V, selecteer [Tijd auto
AAN] of [Tijd auto UIT] en druk op
.
Druk op
B
/b, selecteer het uur of de
minuut, druk op v/V om het uur of de
minuut in te stellen en druk op .
3
Stel de dag van de week in waarop de
tijdschakeling actief moet worden.
Druk op
v
/V, selecteer [Dag auto
AAN] of [Dag auto UIT] en druk op
.
Druk op
v
/V om de dag te selecteren
waarop de tijdschakeling actief moet
worden en druk op om hem te
selecteren.
Druk op
v
/V om de cursor naar [OK] te
verplaatsen en druk op .
[Geavanceerd]
.
1
Selecteer met B/b/v/V de tijd waarop u
de Auto Aan/Uit-functie wilt gebruiken.
U kunt deze functie instellen op een dag
in de week in eenheden van één uur.
De kleur van de geselecteerde tijdzone
verandert in blauw nadat u op hebt
gedrukt. De stroomvoorziening van dit
apparaat schakelt in wanneer de blauwe
tijdzone actief wordt. De kleur van de
geselecteerde tijdzone verandert in
grijs, nadat u de blauwe tijdzone hebt
geselecteerd en daarna op hebt
gedrukt. De stroomvoorziening van dit
apparaat wordt uitgeschakeld in de
grijze tijdzone.
• Dit apparaat schakelt op de
automatische uitschakeltijd automatisch
uit, ook terwijl het in gebruik is. Een
uitzondering is wanneer het apparaat
afdrukt.
De fotolijst wordt automatisch
ingeschakeld op de tijd die u hebt
ingesteld voor [Timer AAN] in de stand
Stand-by.
2
Druk op B/b/v/V, selecteer [OK] en
druk op .
6
Druk op MENU.
Diverse functies gebruiken
53
NL
Page 54
54
NL
Page 55
Verschillende
afdrukmethoden
gebruiken
(geavanceerd
afdrukken)
Op verschillende manieren
afdrukken
55
NL
Page 56
De afdrukinstellingen
Tips
veranderen
(Datumafdruk, Randen, Pagina's
per vel)
Datumafdruk (Datum afdrukken)
Randen (Met rand)
Pagina’s per vel
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
• Wanneer de afdrukinstelling is ingesteld op
[Datumafdruk], [Pagina’s per vel] en [Randen], is
afdrukken uitsluitend toegestaan wanneer de
afbeelding wordt weergegeven in modus enkele
weergave (pagina 36).
• Dit gedeelte beschrijft uitsluitend [Datumafdruk]-,
[Randen]- en [Pagina’s per vel]-patronen.
• U kunt alle afbeeldingen van een geheugenkaart of
het interne geheugen selecteren en ze afdrukken als
een lay-outafdruk. (pagina 59)
3
Druk op v/V, selecteer
[Afdrukinstellingen] en druk op .
4
Druk op v/V, selecteer een
onderdeel dat u wilt wijzigen en druk
daarna op .
5
Selecteer met een druk op v/V de
instelwaarde en druk daarna op .
De ingestelde waarde is bevestigd. (pagina
68)
NL
56
Page 57
"Creatief afdrukken"
Tips
Tips
Tips
Afbeeldinggedeelte Kalendergedeelte
Een kalender maken
verrichten
(Kalender/Lay-outafdruk/ID-foto)
Wat is "Creatief afdrukken"?
U kunt afbeeldingen in een geheugenkaart of
het interne geheugen bewerken en een
kalender, layout print of ID photo maken.
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Creatief
afdrukken] en druk op .
Het menu Creatief afdrukken verschijnt.
• Tijdens het verrichten van Creatief afdrukken kunt
u MENU indrukken en instellen als deel van de
menonderdelen voor de afdrukinstelling.
De handeling halverwege ongedaan
maken
Druk op BACK. Het venster van de vorige stap
verschijnt. Afhankelijk van de stap kunt u de
handeling misschien niet ongedaan maken.
Het menu Creatief afdrukken verlaten
Verricht de volgende stappen.
1
Druk op MENU en op B/b om het tabblad
(Bewerken) te selecteren.
2
Druk op v/V, selecteer [Creatief afdrukken
voltooid] en druk op .
• U kunt het menu Creatief afdrukken ook verlaten
met de knop
op te drukken op het scherm met het
afdrukvoorbeeld. Het dialoogvenster voor het
opslaan van een afbeelding kan verschijnen.
B
/b/v/V om te selecteren en dan
1
In het menu Creatief afdrukken
drukt u op B/b/v/V om te
selecteren (Kalender) en drukt u
vervolgens op .
Het scherm voor het selecteren van de
kalendersjabloon verschijnt.
2
Druk op B/b/v/V, selecteer de
gewenste sjabloon en druk daarna
op .
Nu ziet u het afdrukvoorbeeld van de
geselecteerde sjabloon.
• U kunt een afbeeldinggedeelte of
kalendergedeelte in elke volgorde
selecteren en instellen.
3
Een afbeelding selecteren
Wanneer u een sjabloon met meer
afbeeldingen selecteert, selecteer dan een
afbeelding voor ieder gedeelte.
1
Op het afdrukvoorbeeld van de
kalendersjabloon drukt u op B/b/v/V
om een afbeelding te selecteren en
drukt u op .
Het scherm voor het selecteren van de
afbeelding verschijnt.
2
Druk op B/b/v/V, selecteer een
afbeelding en druk op .
Het scherm voor het bewerken van de
afbeelding verschijnt.
Op verschillende manieren afdrukken
Vervolg
57
NL
Page 58
4
Tips
Bewerk de afbeelding.
Voor details over het bewerken van een
afbeelding leest u verder op pagina 60.
5
Pas de afbeelding aan.
Voor details over het aanpassen van een
afbeelding leest u verder op pagina 61.
6
Stel de kalender in.
1
Op het scherm met het afdrukvoorbeeld
van de kalendersjabloon drukt u op
b/v/V
om het kalendergedeelte te
selecteren en drukt u op .
Het instellingsscherm voor de kalender
verschijnt.
2
Druk op v/V om het onderdeel te
selecteren dat u wilt instellen en druk
op .
ItemBeschrijving
Dagkleur
B
/
Er verschijnt een kalender in het
kalendergedeelte van het scherm met het
afdrukvoorbeeld.
7
Druk op v/V, selecteer en druk
Stel de kleur van zaterdag
of zondag in die op de
kalender moet verschijnen.
Druk op
b
en op v/V om de
gewenste kleur voor
zaterdag en zondag te
selecteren. Druk nu op .
op .
Het scherm voor het afdrukvoorbeeld van
de afbeelding verschijnt.
8
Druk op PRINT.
Ga verder met de instructies op het
scherm.
• U kunt de ingestelde kalendergegevens opslaan. Zie
pagina 62.
ItemBeschrijving
58
Start J/M
Eerste
weekdag
NL
Stel de eerste maand en het
jaar in waarmee de kalender
begint. Druk op B/b,
selecteer maand en jaar en
druk op v/V om het
nummer in te stellen. Druk
op .
Stel de dag van de week in
(helemaal links op de
kalender geplaatst). Druk op
b
[Zondag] of [Maandag].
Druk nu op .
en v/V in, selecteer
Page 59
Tips
Tips
Een Lay-outafdrukEen ID-foto
De volgende indelingen zijn beschikbaar.
• 1/2/4/9/13/16 afbeeldingen per pagina
1
In het menu Creatief afdrukken
drukt u op B/b/v/V om te
selecteren (Lay-outafdruk) en drukt
u vervolgens op .
De Lay-outafdruk-sjablonen verschijnen.
2
Druk op B/b/v/V, selecteer de gewenste
sjabloon en druk daarna op .
Nu ziet u het afdrukvoorbeeld van de
geselecteerde sjabloon.
3
Selecteer een afbeelding.
Wanneer u een sjabloon met meer
afbeeldingen selecteert, selecteer dan een
afbeelding voor ieder gedeelte. Voor
details over het selecteren van een
afbeelding leest u verder bij stap 3 op
pagina 57. Wanneer u een afbeelding /
afbeeldingen selecteert, verschijnt het
instelscherm.
4
Bewerk de afbeelding.
Voor details over het bewerken van een
afbeelding leest u verder op pagina 60.
5
Pas de afbeelding aan.
Voor details over het aanpassen van een
afbeelding leest u verder op pagina 61.
6
Druk op PRINT.
Ga verder met de instructies op het scherm.
1
In het menu Creatief afdrukken
drukt u op B/b/v/V om te
selecteren (ID-foto) en drukt u
vervolgens op .
Het scherm voor het instellen van de
hoogte en breedte van een ID photo
verschijnt.
• U kunt een maximumformaat van 7,0
(breedte) × 9,0 (hoogte) cm instellen.
2
Druk op B/b/v/V om het onderdeel
te selecteren dat u wilt aanpassen
en druk op .
• De eenheid opgeven:
Selecteer het tekstvak aan de linkerkant van
de foto. U kunt [cm] of [inch] selecteren.
• De hoogte opgeven:
Selecteer het cijfervak aan de rechterkant
van de foto.
• De breedte opgeven:
Selecteer het cijfervak aan de bovenkant
van de foto.
3
Druk op v/V om de afmetingen of de
eenheid in te stellen en druk op .
Nu ziet u de indelingsafbeelding van de
geselecteerde afmeting.
4
Wanneer u de andere onderdelen
wilt opgeven, herhaal dan de
stappen 2 en 3.
Op verschillende manieren afdrukken
• U kunt de indeling opslaan. Zie pagina 62.
Vervolg
59
NL
Page 60
5
Tips
Opmerkingen
Druk op B/b/v/V, selecteer en
druk op .
Het scherm voor het selecteren van een
afbeelding verschijnt.
6
Selecteer een afbeelding.
Voor details over het selecteren van een
afbeelding leest u verder bij stap 3 op
pagina 57. Wanneer u een afbeelding /
afbeeldingen selecteert, verschijnt het
instelscherm.
7
Bewerk de afbeelding.
Voor details over het bewerken van een
afbeelding leest u verder op pagina 60.
8
Pas de afbeelding aan.
Voor details over het aanpassen van een
afbeelding leest u verder op pagina 61.
9
Druk op PRINT.
Ga verder met de instructies op het
scherm.
• U kunt de ingestelde ID photo opslaan. Zie pagina
62
.
• Een ID photo die is afgedrukt met dit apparaat mag
u misschien niet gebruiken voor een identiteitskaart
of paspoort. Kijk op het betreffende certificaat eerst
wat de eisen voor de foto zijn voordat u de kaart of
het paspoort inlevert.
Een afbeelding bewerken
Op het bewerkingsscherm voor de afbeelding
kunt u de afbeelding aanpassen.
Beeldbewerkingscherm voor (Kalender)
1
Druk op v/V, selecteer de gewenste
bewerkingsonderdelen en druk
daarna op .
Onderdelen Beschrijving
Verkleint of vergroot de
afbeelding.
Verplaatst een afbeelding
met behulp van
Met behulp van
bevestigt u de positie.
Draait een afbeelding 90
graden naar rechts.
Opent de modus om de
kwaliteit van de
afbeelding in te stellen.
Voor details raadpleegt u
pagina 61.
Verandert een afbeelding
van kleur in monochroom.
B
/b/v/V.
60
NL
2
Druk op v/V, selecteer [OK] en druk
op .
Het scherm voor het afdrukvoorbeeld van
de afbeelding verschijnt.
Page 61
De beeldkwaliteit
Wanneer [Helderheid] is geselecteerd.
aanpassen
1
Op het scherm voor het aanpassen
van de afbeelding drukt u op B/b,
selecteert u en drukt u op .
Het menu voor het aanpassen van de
beeldkwaliteit verschijnt.
2
Druk op v/V, selecteer de gewenste
bewerkingshulpmiddelen en druk
daarna op .
Het instelscherm van het geselecteerde
hulpmiddel verschijnt.
Druk op
B/b
om een afbeelding aan te
passen door het niveau te controleren.
De afbeelding die u wilt aanpassen,
verschijnt op de linker helft van het
scherm en de aangepaste afbeelding
verschijnt aan de rechter helft.
Onderdelen
Scherpte
3
Druk op .
De aanpassing wordt effectief.
Beschrijving
Druk op b om de
contouren scherper te
maken of op
zachter te maken.
B
om ze
Op verschillende manieren afdrukken
Onderdelen
Helderheid
Tint
Verzadiging
Beschrijving
Druk op b om de
afbeelding helderder te
maken of op
donkerder te maken.
Druk op b om de
afbeelding groener te
maken of op
roder te maken.
Druk op b om de kleuren
dieper te maken of op
om ze lichter te maken.
B
om hem
B
om hem
B
NL
61
Page 62
Tips
Tips
Opmerkingen
Een afbeelding opslaan
1
Druk op B/b, selecteer op het
scherm met het afdrukvoorbeeld en
druk op .
Scherm met afdrukvoorbeeld van
de kalender
Het scherm voor het selecteren van de
doellocatie verschijnt.
2
Druk op v/V, selecteer het apparaat
waarheen u de afbeelding wilt
exporteren en druk daarna op .
• De voorgaande afbeelding wordt niet overschreven.
• Zet tijdens het opslaan van de afbeelding dit
apparaat niet uit en neem de geheugenkaart er niet
uit.
Als u dat doet, kunnen dit apparaat, de
geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
3
Selecteer de map waarin u wilt
opslaan met v/V en druk op .
• Er wordt automatisch een nieuwe map
aangemaakt wanneer u [Nieuwe map]
selecteert.
4
Druk op op het
bevestigingsscherm.
NL
62
Page 63
Batch afdrukken
Opmerkingen
Opmerkingen
(Indexafdruk/DPOF-afdruk/Alles
afdrukken)
• Indexafdruk
U kunt een lijst (index) van alle afbeeldingen
maken die zijn opgeslagen in een
geheugenkaart of in het interne geheugen
van dit apparaat, zodat u de inhoud van het
geselecteerde medium snel kunt controleren.
Het apparaat berekent automatisch het aantal
deelvensters per vel. Afbeeldingen worden
afgedrukt in ieder deelvenster.
• DPOF-afdruk
De afbeeldingen die vooraf zijn ingesteld op
DPOF (Digital Print Order Format) voor het
afdrukken verschijnen met het
afdrukmerkteken () in een
afdrukvoorbeeld van de afbeelding. U kunt
deze afbeeldingen tegelijkertijd afdrukken.
De afbeeldingen worden afgedrukt met het
vooraf ingestelde afdrukken en in de
volgorde waarin ze werden weergegeven.
• Alles afdrukken
U kunt alle afbeeldingen afdrukken die zijn
opgeslagen in het interne geheugen of op een
geheugenkaart.
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Batch
afdrukken] en druk op .
Het menu Batch afdrukken verschijnt.
4
Druk op v/V, selecteer
[Indexafdruk], [DPOF-afdruk] of
[Alles afdrukken] en druk op .
Het dialoogvenster voor de bevestiging
verschijnt.
• Wanneer er geen DPOF vooringestelde
afbeeldingen zijn terwijl u [DPOF-afdruk]
selecteert, verschijnt een foutmelding.
5
Druk op B/b, selecteer [Ja] om het
afdrukken te starten of [Nee] om het
afdrukken te annuleren en druk op
.
Wanneer u [Ja] selecteert, start het
afdrukken.
Op verschillende manieren afdrukken
• Uitsluitend geselecteerde afbeeldingen verschijnen
tijdens het sorteren.
• Voor het vooraf instellen van afbeeldingen voor het
afdrukken, raadpleegt u de handleiding van uw
digitale camera.
• Sommige types digitale camera ondersteunen de
DPOF-functie niet, of dit apparaat ondersteunt
misschien bepaalde functies van de digitale camera
niet.
63
NL
Page 64
De instellingen van dit apparaat wijzigen
Opmerkingen
Opmerkingen
3
De instellingen
veranderen
U kunt de volgende instellingen veranderen.
•Inst. Diashow
• Auto AAN/UIT
• Datum/tijdinstell.
• Alg. Instelling. (Lijstvolgorde, Sony-logo et
cetera)
• Afdrukinstellingen
• Taalinstelling (Language)
• Initialiseren
Instellingsprocedure
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad
(Instellingen) te selecteren.
• In de weergavemodus met klok en kalender is
uitsluitend het tabblad (Instellingen)
beschikbaar.
Druk op v/V, selecteer het
onderdeel dat u wilt veranderen en
druk daarna op .
Bijvoorbeeld, wanneer [Inst. Diashow] is
geselecteerd.
4
Druk op v/V, selecteer het
onderdeel dat u wilt veranderen en
druk daarna op .
Nu kunt u alle onderdelen instellen
(pagina 66).
• Wanneer dit apparaat bijvoorbeeld een
diavoorstelling weergeeft, kunnen de
instellingen van sommige items niet
worden gewijzigd. Zij worden
weergegeven in grijs en u kunt ze niet
selecteren.
5
Selecteer met een druk op v/V een
instelwaarde en druk daarna op .
Iedere keer dat u v/V indrukt, verandert de
instelwaarde. U kunt in het geval van een
numerieke waarde de waarde verhogen
door op
V
te drukken en verlagen door op
v
te drukken.
Als u op drukt, wordt de instelling
bevestigd.
64
NL
6
Druk op MENU.
Het menu sluit.
Page 65
De instellingen terugzetten op
Tips
hun fabriekswaarde
1
Druk op MENU en op B/b en
selecteer het tabblad
(Instellingen).
2
Druk op v/V, selecteer
[Initialiseren] en druk op .
3
Druk op v/V, selecteer
[Instellingen initial.] en druk
daarna op .
Alle instellingen behalve de datum- en
tijdinstellingen worden teruggezet op
hun fabriekswaarde.
U kunt ook de toets MENU op dit apparaat
gebruiken.
Op verschillende manieren afdrukken
65
NL
Page 66
In te stellen onderdelen
ItemInstellingBeschrijving
Inst. DiashowZie "De instellingen van de diavoorstelling wijzigen" (pagina 40).
Auto AAN/UIT Stelt de timer-functie in die het apparaat automatisch in- en uitschakelt. U kunt voor deze
Datum/
tijdinstell.
Alg. Instelling.LijstvolgordeStelt de weergavevolgorde van afbeeldingen in. Deze instelling
functie de volgende instellingen gebruiken. (
Tijdinst
elling
Instelmethode
Stelt de datum, tijd, eerste dag van een week, et cetera in. (
Autoweerg.standAan*/Uit: activeert of deactiveert het automatisch veranderen van de
LCD-achtergr.Hiermee stelt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het
Eenvoudig
Geavance
erd
Timer AANAls u deze functie activeert, kunt u de tijdschakeling
Timer UITAls u deze functie activeert, kunt u de tijdschakeling
De volgende functies worden ingeschakeld wanneer u de volgende
toetsen indrukt nadat u hebt ingesteld dat de tijd of de datum
automatisch op dit apparaat worden ingeschakeld of uitgeschakeld.
OKKeert terug naar het vorige scherm nadat de
AnnulerenKeert terug naar het vorige scherm nadat de
Al trgst.Wist alle geselecteerde tijden.
Geavanceerd*
EenvoudigStelt de functie Auto Aan/Uit nauwkeurig in met
bepaalt de volgorde in [Inst. Diashow].
Nr.vlg*Geeft afbeeldingen in de volgorde het
Op datumGeeft afbeeldingen op volgorde van opnamedatum
afbeeldingoriëntatie in de oriëntatie van dit apparaat.
LCD-scherm in op een niveau van 1 tot 10*.
.
pagina 52)
(tijd/dag) instellen zodat de stroomvoorziening op
een bepaalde tijd automatisch wordt ingeschakeld.
(tijd/dag) instellen zodat de stroomvoorziening op
een bepaalde tijd automatisch wordt uitgeschakeld.
bedieningshandeling is bevestigd.
bedieningshandeling is geannuleerd.
Stelt de functie Auto Aan/Uit in op een dag van de
week in eenheden van één uur.
stappen van één minuut.
.
pagina 24)
afbeeldingnummer weer.
weer.
*: Instellingen af-fabriek
66
NL
Page 67
Opmerkingen
Opmerkingen
ItemInstellingBeschrijving
Alg. Instelling.Beeldimp.form.
Sony-logoAan*/Uit: u kunt instellen of het Sony-logo van dit apparaat brandt
Taalinstelling
(Language)
InitialiserenIntern geh. formatt.U kunt het interne geheugen formatteren.
Stelt de taal voor de weergave op het LCD-scherm in.
Japans/Engels*/Frans/Spaans/Duits/Italiaans/Russisch/Koreaans/Ver.Chin./Trad.Chin./
Nederlands/Portugees/Arabisch/Perzisch/Hongaars/Pools/Tsjechisch/Thai/Grieks/Turks/
Maleisisch/Zweeds/Noors/Deens/Fins
• In sommige regio’s kan de instelling van de standaardtaal variëren.
Instellingen initial.Zet alle instellingen terug op hun instelling af-fabriek behalve de
Form.aanpas*
Orig.Slaat beelden op in het interne geheugen zonder dat
of niet.
• Alle afbeeldingen die in het interne geheugen zijn geïmporteerd,
worden verwijderd.
• Formatteer het interne geheugen niet met behulp van een
aansluiting naar een computer.
instelling van de actuele datum en tijd van [Datum/tijdinstell.].
Wanneer u afbeeldingen van een geheugenkaart
importeert, kan deze instelling de afmetingen van
afbeeldingen aanpassen en de afbeeldingen opslaan
in het interne geheugen. U kunt meer afbeeldingen
opslaan, maar er is een zichtbare verslechtering van
de beeldkwaliteit vergeleken met de oorspronkelijke
afbeeldingen wanneer de afbeeldingen worden
weergegeven op een groot scherm via een computer
of een ander toestel.
ze worden gecomprimeerd. Er is geen sprake van
verslechtering van de beeldkwaliteit, maar u kunt
minder afbeeldingen opslaan.
Op verschillende manieren afdrukken
*: Instellingen af-fabriek
Vervolg
67
NL
Page 68
ItemInstellingBeschrijving
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
Afdrukin
stellingen
Datumafdruk
Datum/Tijd
Datum
Uit*Drukt een afbeelding af met de opnamedatum en –tijd.
RandenRand 1/
Rand 2
Geen rand* Drukt een afbeelding af met lege ruimte eromheen.
Auto Fine
Aan*Deze functie corrigeert automatisch de beeldkwaliteit,
Print7
Drukt een afbeelding af met de opnamedatum en -tijd
wanneer de afbeelding is opgenomen volgens de DCFindeling (DCF = Design rule for Camera File system) en de
opnamedatum en -tijd is geregistreerd als onderdeel van de
opnamedata. U kunt [Datum] of [Datum/Tijd] selecteren.
Drukt een afbeelding af met een rand eromheen. Wanneer
u een afbeelding onverkort wilt afdrukken, selecteert u
[Rand 1]. Wanneer u bovenaan, onderaan en links en rechts
vrijwel gelijke randen wilt handhaven, selecteert u [Rand
2].
• Wanneer u [Rand 2] selecteert, kunnen de onder- en bovenrand
en de linker en rechter rand afhankelijk van de afbeelding worden
getrimd.
• Wanneer u een standaard 4:3 afbeelding afdrukt die is genomen
met een digitale camera, snijdt het apparaat de boven- en
onderrand van de afbeelding eraf en drukt hij de afbeelding af in
een 3:2 beeldverhouding.
zodat het apparaat de afbeelding levendiger, helderder en
mooier afdrukt. Dat werkt met name bijzonder goed voor
een donkerder afbeelding met laag contrast.
Niet beschikbaar bij het afdrukken van het volgende:
.
• Pagina’s per vel (
• Indexafdruk (
.
pagina 56)
pagina 63)
• Diashow-afdrukken, anders dan Weergave 1 afb.
(
.
pagina 37)
• Creatief afdrukken (
.
pagina 57)
68
NL
Pagina’s per
vel
• De originele afbeeldinggegevens worden niet veranderd.
• Bij het afdrukken in de pc-modus heeft de Auto Fine Print7
instelling prioriteit boven de instelling hier.
UitDrukt een afbeelding zonder enige correcties af.
4 afb./
9 afb./
Drukt het opgegeven aantal deelvensters af, waarbij in
ieder venster een afbeelding wordt geplaatst.
16 afb.
Uit*Drukt een afbeelding af zonder deelvensters.
*: Instellingen af-fabriek
Page 69
ItemInstellingBeschrijving
Afdrukin
stellingen
KleurinstellingStelt de kleuren en scherpte van een afdruk in. Druk op B/b om een
kleurelement ([R] (rood), [G] (groen), of [B] (blauw)) of [S] (Sharpness)
te selecteren en druk op v/V om het niveau in te stellen. U kunt de
niveaus voor R, G, B instellen tussen +4 en –4 en voor S tussen +7 en 0.
R:
stelt de elementen rood en blauw in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe
roder de afbeelding wordt, alsof hij rood licht ontving. Hoe lager
niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof blauw
licht werd toegevoegd.
G:
stelt de elementen groen en paars in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe
groener de afbeelding wordt, alsof hij groen licht ontving. Hoe lager
niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof roodpaars werd toegevoegd.
B:
stelt de elementen blauw en geel in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe
blauwer de afbeelding wordt, alsof hij blauw licht ontving. Hoe
lager niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof geel
werd toegevoegd.
S:
hoe hoger niveau u instelt, hoe duidelijker de contouren worden.
(*R: 0/G:0/B:0/S:0)
*: Instellingen af-fabriek
Op verschillende manieren afdrukken
69
NL
Page 70
70
NL
Page 71
Wanneer u het
apparaat aansluit op
een computer, zijn er
nog meer
mogelijkheden
Het apparaat in combinatie met
een computer gebruiken
Het interne geheugen van dit
apparaat gebruiken
Afdrukken vanaf een computer
71
NL
Page 72
Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken
Opmerkingen
Wat u kunt doen wanneer
u het apparaat aansluit
op een computer
Wanneer u dit apparaat aansluit op een
computer, kunt u de volgende twee functies
gebruiken. Voor details over het selecteren van
de modus raadpleegt u pagina 74.
Het interne geheugen van dit
apparaat gebruiken ([Gebruik
inw. Geheugen])
Op de computer kunt u door het interne
geheugen van dit apparaat bladeren. Tevens
kunt u afbeeldingen van de computer naar het
interne geheugen kopiëren en ze in een
overzicht weergeven op dit apparaat.
Afdrukken vanaf een computer
([Afdrukken])
U kunt afbeeldingen op de computer afdrukken
vanaf dit apparaat. Voordat u de eerste keer
afdrukt, moet u de meegeleverde software
installeren.
Systeemvereisten
Als een intern geheugen gebruiken
Wanneer u dit apparaat als een intern geheugen
wilt gebruiken, moet uw computer aan de
volgende aanbevolen systeemvereisten
voldoen.
x Windows
Aanbevolen besturingssysteem: Microsoft
Windows Vista SP2/Windows XP SP3
Poort: USB-poort
x Macintosh
Aanbevolen besturingssysteem: Mac OS X
(10.4 of recenter)
Poort: USB-poort
• Als meerdere USB-apparaten op een computer zijn
aangesloten of als er een hub wordt gebruikt, kan
zich een probleem voordoen. In dat geval moet u de
aansluitingen vereenvoudigen.
• U kunt dit apparaat niet bedienen vanaf een ander
USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt.
• Koppel de USB-kabel niet los tijdens de
datacommunicatie.
• Het is niet zo dat dit apparaat gegarandeerd goed
werkt met alle computers die aan de aanbevolen
systeemvereisten voldoen.
• Dit apparaat blijkt functioneel indien aangesloten
op een computer. Wanneer u andere apparaten
aansluit op dit apparaat, herkennen deze apparaten
het interne geheugen van dit apparaat misschien
niet.
Tijdens het afdrukken
Wanneer u het meegeleverde stuurprogramma
voor de printer en PMB
(PictureMotionBrowser) wilt gebruiken, moet
u een computer hebben die aan de volgende
systeemvereisten voldoet.
Aanbevolen
besturingssyst
eem
CVE:Pentium III 500 MHz of sneller
Werkgeheugen:
*1*2
Microsoft Windows Vista SP2 /
Windows XP SP3
*1
:
Het stuurprogramma van de
printer is niet gegarandeerd onder
Windows 2000 en kan niet
draaien onder Windows ME of
vroeger of op een Macintosh.
*2
PMB ondersteunt niet Windows
2000 of eerdere
besturingssystemen / Windows
Vista Starter Edition / Windows
XP 64-bit en Starter Edition /
Macintosh.
PMB draait in een 32-bit
uitwisselbare modus op Windows
Vista 64-bit edition.
(Pentium III 800 MHz of sneller
wordt aanbevolen.)
256 MB of meer (512 MB of
meer wordt aanbevolen.)
72
NL
Page 73
Opmerkingen
Ruimte op de
vaste schijf:
Weergaveinstelling:
Connector:USB-connector
Schijf:cd-romstation (om de software
• Wanneer u dit apparaat via een hub aansluit op de
computer, of wanneer twee of meer USB-apparaten
inclusief andere printers op de computer zijn
aangesloten, kan er een probleem optreden. In dat
geval moet u de aansluitingen tussen de computer
en dit apparaat vereenvoudigen.
• U kunt dit apparaat niet bedienen vanaf een ander
USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt.
• Steek tijdens de datacommunicatie of het afdrukken
de USB-kabel niet in en trek hem er ook niet uit.
• Dit apparaat ondersteunt geen standby-, slaap- of
reservemodi of het opnieuw starten vanuit deze
modi. Zorg ervoor dat de computer, terwijl hij is
aangesloten op dit apparaat, tijdens het afdrukken
niet kan overschakelen naar één van deze modi.
Wanneer u dat doet, kan het afdrukken mislukken.
• Wanneer het afdrukken mislukt, verwijdert u een USBkabel en sluit u hem weer aan, of start u de computer
opnieuw. Probeer dan opnieuw af te drukken.
• Het is niet zo dat dit apparaat gegarandeerd goed
werkt met alle computers die aan de aanbevolen
systeemvereisten voldoen.
• PMB ondersteunt DirectX-technologie en DirectXinstallatie kan nodig zijn.
DirectX is beschikbaar op de cd-rom.
• Wanneer u de PMB installeert op een computer
waarop de Cyber-shot Viewer reeds is geïnstalleerd,
wordt de Cyber-shot Viewer overschreven en
vervangen door de PMB. De bladermappen die
reeds zijn geregistreerd in de Cyber-shot Viewer
worden automatisch geregistreerd in de PMB.
500 MB of meer (afhankelijk
van de Windows-versie die u
gebruikt, kan meer ruimte nodig
zijn. Voor het verwerken van
beeldgegevens hebt u misschien
meer ruimte op de vaste schijf
nodig.)
Schermresolutie:
1.024 × 768 stippen of meer
Schermkleuren:
Hoge kleuren (16-bit) of hoger
te installeren)
Voordat u het apparaat
aansluit op een
computer
Vooraf moet u voorbereidingen treffen,
afhankelijk van hoe u dit apparaat aansluit op
de computer.
Het interne geheugen van dit
apparaat gebruiken
U hoeft geen voorbereidingen te treffen
voordat u de aansluiting realiseert.
Afdrukken (voor de eerste keer)
De eerste keer dat u dit apparaat aansluit op een
computer om af te drukken, moet u eerst het
meegeleverde stuurprogramma voor de printer
installeren.
Voor het installeren van het
printerstuurprogramma raadpleegt u pagina 77.
Afdrukken (voor de tweede
keer)
U hoeft geen voorbereidingen te treffen
voordat u de aansluiting realiseert.
Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken
73
NL
Page 74
Aansluiten op een
Opmerkingen
Tips
Tips
Opmerkingen
Naar USB
B-connector
Naar USB-connector
Computer
De functie van dit
computer
1
Sluit dit apparaat aan op de
netspanning. (.pagina 22)
2
Sluit de computer en dit apparaat op
elkaar aan met een in de handel
verkrijgbare USB-kabel.
• Gebruik een USB-kabel met een B-type
stekker (voor de USB B-connector van dit
apparaat), korter dan 3 meter.
3
Zet dit apparaat aan.
(.pagina 23)
apparaat selecteren
1
Zet de computer aan.
Het scherm voor het selecteren van de pcmodus verschijnt op de LCD van dit apparaat.
• Wanneer de computer reeds is
ingeschakeld, verschijnt het scherm voor
het selecteren van de modus wanneer u dit
apparaat aansluit op de computer.
2
Druk op B/b, selecteer [Gebruik inw.
Geheugen] of [Afdrukken] en druk
op .
Op de volgende pagina's leest u hoe u de
verschillende functies gebruikt.
• [Gebruik inw. Geheugen] .pagina 75
• [Afdrukken] .pagina 77
De eerste keer dat u [Afdrukken]
selecteert, installeert u de het
meegeleverde printerstuurprogramma
voordat u de knop indrukt. (pagina 77)
• Wanneer u dit apparaat loshaalt van de
computer en weer aansluit, verschijnt het
scherm voor het selecteren van de pc-modus
en kunt u een andere modus selecteren.
Voor details over het loshalen van dit apparaat
van de computer raadpleegt u pagina 76.
• De dialoogvensters in dit gedeelte zijn van
Windows Vista, tenzij anders gespecificeerd.
De weergegeven installatieprocedures en de
dialoogvensters verschillen, afhankelijk van
het besturingssysteem.
74
NL
Page 75
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken
Opmerking
Opmerkingen
Een afbeelding van de
computer naar dit
apparaat kopiëren
U kunt een aansluiting maken met een
computer en afbeeldingen uit het interne
geheugen van dit apparaat op de computer
bekijken en afbeeldingen naar de computer
kopiëren en u kunt afbeeldingen vanaf de
computer naar dit apparaat kopiëren.
4
Open de map door op "sony" te
• Wanneer u een afbeelding vanaf de computer naar
dit apparaat kopieert, worden de afmetingen van de
afbeelding niet veranderd en de afbeelding wordt
opgeslagen in het originele formaat.
Wanneer u de afbeelding met veranderd formaat
wilt opslaan, moet u hem importeren vanaf een
geheugenkaart.
1
Op het scherm van dit apparaat voor
het selecteren van de pc-modus
drukt u op B/b, selecteert u [Gebruik
inw. Geheugen] en drukt u op .
2
Wanneer het venster "Automatisch
afspelen" op de computer verschijnt,
klikt u op "Map openen en
bestanden weergeven".
Wanneer het venster "Automatisch
afspelen
"
niet verschijnt, klikt u op
"
Computer (Mijn Computer)" in het Start-
menu en opent u de verwisselbare schijf.
3
Verplaats de cursor in dit venster,
rechtsklik en klik daarna op "Nieuw"
- "Map".
Geef deze nieuwe map een naam. In deze
handleiding wordt de mapnaam "sony"
gebruikt als voorbeeld.
klikken.
5
Open de map die de bestanden
bevat van de afbeeldingen die u wilt
kopiëren en kopieer daarna de
bestanden van de afbeeldingen
door middel van slepen-enneerzetten.
• Maak, wanneer u afbeeldingen vanaf een computer
opslaat in het interne geheugen, een map aan in het
interne geheugen en sla de afbeeldingen in deze
map op. Als u niet een map aan maakt, kunt u niet
meer dan 512 afbeeldingen opslaan. Daarnaast kan
het aantal afbeeldingen afnemen afhankelijk van de
lengte van de bestandsnaam of het type afbeelding.
• Een bepaalde afbeelding zal misschien niet worden
weergegeven in de volgorde van de opnamedatum
in de indexweergave, enz., omdat misschien de
informatie over de opnamedatum gewijzigd is of
verloren is gegaan toen u dat beeldbestand op een
computer bewerkte of opsloeg.
• Bestanden van afbeeldingen die zijn gemaakt of
bewerkt op een computer worden mogelijk niet
weergegeven. Bestanden van afbeeldingen die zijn
ingesteld op "Alleen lezen" op een computer kunt u
op dit apparaat niet verwijderen. Annuleer "Alleen
lezen" voordat u bestanden van afbeeldingen van
een computer opslaat op dit apparaat.
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken
75
NL
Page 76
Uw computer
Tips
loskoppelen
Koppel de USB-kabel los of zet dit apparaat uit
nadat u de verbinding met de computer hebt
verbroken.
1
Dubbelklik op (Verbreken) op de
taakbalk van de computer.
2
Klik op (USBMassaopslagapparaat) t
"Stoppen".
3
Klik op "OK" nadat u hebt
aangegeven welk station u wilt
verwijderen.
• Wanneer u [Afdrukken] gebruikt, hoeft u deze stap
niet uit te voeren.
76
NL
Page 77
Afdrukken vanaf een computer
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
Een afbeelding
afdrukken vanaf een
computer
• U hoeft de software uitsluitend te installeren
wanneer u dit apparaat de eerste keer aansluit op de
computer.
U kunt de afbeeldingen vanaf een computer
afdrukken door de meegeleverde software op
de computer te installeren en deze te verbinden
met dit apparaat.
Dit gedeelte legt uit hoe u de meegeleverde
software op de computer installeert en hoe u
met de meegeleverde PMB (Picture Motion
Browser)-software een afbeelding afdrukt.
Lees ook de bedieningsinstructies die bij uw
computer zijn geleverd voor informatie over
het bedienen van de computer.
Op de meegeleverde cd-rom
De meegeleverde cd-rom bevat de volgende
software.
• Printerstuurprogramma voor de DPP-F700:
de software beschrijft de systeemvereisten en
maakt afdrukken vanaf de computer
mogelijk.
• PMB (Picture Motion Browser):
Sony’s originele softwareapplicatie waarmee
u foto's kun verwerken en afbeeldingen kunt
verplaatsen, inclusief opnemen, beheren,
verwerken en afdrukken.
De software installeren
Het printerstuurprogramma
installeren
Volg onderstaande procedures om het
printerstuurprogramma te installeren.
• Sluit dit apparaat niet aan op de computer voordat u
het stuurprogramma installeert.
• Meld u aan bij Windows met behulp van een
"Beheerder van deze computer"-gebruikersaccount.
• Sluit beslist alle draaiende programma's voordat u
de software installeert.
1
Schakel de computer in, start
Windows en plaats de
meegeleverde cd-rom in het
cd-romstation van de computer.
Het installatievenster verschijnt.
• Wanneer het installatievenster niet
automatisch verschijnt, dubbelklikt u op
het bestand "Setup.exe" op de cd-rom.
• In Windows Vista kan het AutoPlayvenster verschijnen. Ook wanneer dat
gebeurt, selecteert u de uitvoering van
"Setup.exe" en installeert u het station
volgens de instructies op het scherm.
Afdrukken vanaf een computer
Vervolg
77
NL
Page 78
2
Tips
Opmerkingen
Naar USBconnector
Naar USBconnector
Windows-pc
Klik op "Bezig met installeren van
printerstuurprogramma".
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard"
verschijnt.
3
Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de
licentieovereenkomst verschijnt.
4
Lees de overeenkomst goed door
en wanneer u het er mee eens bent,
activeert u "Ik ga akkoord met deze
overeekomst" en klikt u op
"Volgende".
• Wanneer een oudere versie van het
printerstuurprogramma is geïnstalleerd op
de computer, kan de melding "Er zijn
oudere versies van het
printerstuurprogramma aangetroffen." op
het scherm verschijnen. Dubbelklik op "Ja"
en volg de weergegeven instructies om de
computer opnieuw op te starten. Verricht
de installatieprocedures nu nogmaals.
Wanneer de computer opnieuw is
opgestart, wordt de oudere versie van het
printerstuurprogramma gewist. Wanneer u
een nieuwere versie van het
printerstuurprogramma installeert, kunt u
deze gebruiken.
5
Klik op "Installeren".
De installatie start.
8
Verbind de USB-connectoren van
dit apparaat en de computer met de
USB-kabel.
• Gebruik een USB-kabel met een B-type
stekker (voor de USB B-connector van dit
apparaat), korter dan 3 meter.
9
Op het scherm van dit apparaat voor
het selecteren van de pc-modus
drukt u op de knoppen B/b,
selecteert u [Afdrukken] en drukt u
op de knop .
6
Wanneer het dialoogvenster "Het
printerstuurprogramma Sony DPPF700 is geïnstalleerd." verschijnt,
klikt u op "Voltooien".
7
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit
apparaat aan te zetten.
NL
78
10
Wacht even en controleer dan of
"Sony DPP-F700" is toegevoegd
aan de "Printers" of "Printers en
faxapparaten".
Page 79
11
Opmerkingen
Opmerkingen
Wanneer de installatie is voltooid,
verwijdert u de cd-rom uit de
computer en bewaart u deze voor
toekomstig gebruik.
Wanneer u het proces wilt voortzetten en
de PMB software wilt installeren, volgt u
de procedures vanaf stap 2 op pagina 80.
• Wanneer de installatie mislukt, verwijdert u dit
apparaat uit de computer, start u de computer
opnieuw en volgt u nogmaals de
installatieprocedures vanaf stap 1.
• Na de installatie is de "Sony DPP-F700" nog niet
ingesteld als de standaard printer. Stel de printer die
u gebruikt in voor iedere applicatie.
• De meegeleverde cd-rom hebt u nodig wanneer u de
installatie van het printerstuurprogramma ongedaan
maakt of het printerstuurprogramma opnieuw
installeert. Bewaar hem voor eventueel toekomstig
gebruik.
• Voordat u dit apparaat gebruikt, moet u het
Readme.txt-bestand (de map README op de
cd-rom
c
Engelse map c Readme.txt) lezen.
Wanneer de software is geïnstalleerd
Het -pictogram verschijnt op het Windowsbureaublad, maar ook een snelkoppeling naar
de website voor de klantenregistratie voor de
printer. Na het registreren vindt u
ondersteunende informatie onder:
http://www.sony.net/registration/di/
De installatie van het
printerstuurprogramma ongedaan
maken
Wanneer u het printerstuurprogramma niet
meer nodig hebt, volgt u de onderstaande
procedures om het te verwijderen.
1
Koppel de USB-kabel los van dit apparaat en
de computer.
2
Steek de meegeleverde cd-rom in het
cd-romstation van de computer.
Het installatievenster verschijnt.
3
Klik op "Bezig met installeren van
printerstuurprogramma".
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard"
verschijnt.
4
Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de
licentieovereenkomst verschijnt.
5
Lees de overeenkomst goed door en wanneer
u het er mee eens bent, activeert u "Ik ga
akkoord met deze overeekomst" en klikt u op
"Volgende".
Het dialoogvenster voor het bevestigen voor
het verwijderen van de software verschijnt.
6
Klik op "Ja".
Het dialoogvenster voor het bevestigen van
het opnieuw starten verschijnt.
7
Activeer "Ja, ik wil mijn computer nu
opnieuw opstarten." en klik op "OK".
Wanneer de computer opnieuw is opgestart,
worden de relevante bestanden verwijderd en
is het programma verwijderd.
Afdrukken vanaf een computer
• Wanneer het installatievenster niet
automatisch verschijnt, dubbelklikt u op
het bestand "Setup.exe" op de cd-rom.
79
NL
Page 80
Opmerkingen
Opmerkingen
De PMB (Picture Motion
Browser) installeren
Volg onderstaande procedures om de PMB te
installeren.
• Meld u aan bij Windows met behulp van een
"Beheerder van deze computer"-gebruikersaccount.
• Sluit beslist alle draaiende programma's voordat u
de software installeert.
Wanneer u reeds één of meer versies van PMB
op uw computer hebt geïnstalleerd, activeert u
de versie van de geïnstalleerde PMB. (Klik op
[Help] op de menubalk van de PMB en
selecteer [Over PMB]. De versie-informatie
verschijnt.)
Vergelijk het versienummer van de
meegeleverde CD-ROM met het nummer van
de eerder geïnstalleerde PMB en controleer of
de versies in de juiste volgorde (van de oudere
naar de nieuwere versie) zijn geïnstalleerd.
Wanneer op de computer die u gebruikt reeds
een nieuwere versie van PMB is geïnstalleerd,
verwijdert u eerst deze versie en installeert u
beide versies, te beginnen met de oudere versie.
Wanneer u de nieuwere versie eerst zou
installeren, werken sommige functies van PMB
misschien niet correct.
1
Schakel de computer in, start
Windows en plaats de
meegeleverde cd-rom in het
cd-romstation van de computer.
Het installatievenster verschijnt (pagina
77).
2
Klik op "Bezig met installeren van
PMB (PictureMotionBrowser)".
Het dialoogvenster voor de
licentieovereenkomst verschijnt.
3
Lees de overeenkomst goed door
en wanneer u het er mee eens bent,
activeert u "Ik ga akkoord met de
voorwaarden van de
licentieovereenkomst" en klikt u op
"Volgende".
Wanneer u op "Volgende" in het
dialoogvenster voor de
licentieovereenkomst klikt, verschijnt het
dialoogvenster dat u vertelt dat het
programma gereed is voor installatie.
4
Klik op "Installeren" en volg de
scherminstructies om verder te gaan
met de installatie.
Wanneer de computer u vraagt deze
opnieuw te starten, volgt u de betreffende
scherminstructies.
5
Wanneer de installatie is voltooid,
verwijdert u de cd-rom uit de
computer en bewaart u deze voor
toekomstig gebruik.
• Wanneer de installatie mislukt, verricht u de
installatieprocedures vanaf stap 2 nogmaals.
• De meegeleverde cd-rom hebt u nodig wanneer u de
installatie van het printerstuurprogramma ongedaan
maakt of het PMB opnieuw installeert. Bewaar hem
op een veilige plaats voor eventueel toekomstig
gebruik.
De installatie van PMB
Wanneer u deze software niet langer nodig
hebt, verwijdert u deze op de volgende manier
van de computer.
1
Klik op "Start" - "Configuratiescherm".
De Configuratiescherm verschijnt.
2
Klik op "Een programma verwijderen".
Afhankelijk van het besturingssysteem kan
het "Programma’s en onderdelen" of
"Software" heten.
3
Selecteer "Sony Picture Utility" en klik op
"Wijzigen/Verwijderen".
De procedure voor het verwijderen van de
software start.
80
NL
Page 81
Foto's vanaf een
Tips
computer afdrukken
Afdrukken vanaf de PMB
(Picture Motion Browser)
U kunt de PMB gebruiken om een afbeelding
vanaf de computer af te drukken.
1
Druk op B/b om [Afdrukken] op het
scherm voor het selecteren van de
pc-modus te selecteren en druk op
.
2
Start het PMB-venster met behulp
van één van de volgende methoden.
Wanneer de PMB voor de eerste keer is
gestart, verschijnt het dialoogvenster om
een bekeken map te registreren. Wanneer
er reeds afbeeldingen zijn opgeslagen in
de map "Afbeeldingen", klikt u op "Nu
registreren".
Wanneer u afbeeldingen hebt opgeslagen
in een andere map dan de map
"Afbeeldingen", klikt u op "Later". Zie
"Een bladermap registreren" op pagina 85.
• In Windows XP moet u "Afbeeldingen"
lezen als "Mijn afbeeldingen".
De map "Afbeeldingen" openen
Klik op "Start" - "Afbeeldingen" op de
taakbalk.
3
Klik op "Start".
Het hoofdvenster van de PMB verschijnt.
Wanneer u de PMB voor de tweede keer
start, kunt u stap 3 overslaan.
In het hoofdvenster hebt u de volgende
twee verschillende aanzichten. Met het
tabblad "Mappen" of "Kalender" in het
linker frame verandert u het aanzicht.
• "Mappen"-aanzicht
De afbeeldingen worden geclassificeerd
in iedere geregistreerde map en
weegegeven als miniaturen.
• "Kalender"-aanzicht
De afbeeldingen worden geclassificeerd
op opnamedatum en als miniaturen
weergegeven op iedere kalenderdatum.
In het "Kalender"-aanzicht kunt u van
aanzicht wisselen op jaar, maand en
uur.
In deze paragraaf worden "Mappen"vensters gebruikt als voorbeeld.
4
Klik op de map die de foto's bevat
die u wilt afdrukken.
In de volgende uitleg is de map "sample"
geselecteerd als voorbeeld.
5
Selecteer de foto's die u wilt
afdrukken en klik op (afdrukken).
Het dialoogvenster voor het afdrukken
verschijnt.
Afdrukken vanaf een computer
Vervolg
81
NL
Page 82
6
In het uitklapvenster "Printer"
selecteert u "Sony DPP-F700". In
stap 7 stelt u de papieroriëntatie of
andere afdrukopties in. Wanneer dat
niet nodig is, gaat u naar stap 12 om
onmiddellijk te beginnen met
afdrukken.
7
Met "Eigenschappen" stelt u de
papierrichting en andere
afdrukopties in.
Het dialoogvenster "Eigenschappen" van
de geselecteerde printer verschijnt. Het
printerstuurprogramma van dit apparaat
gebruikt de Universal Printer Driver, een
binnen Microsoft gangbaar
printerstuurprogramma. In de
dialoogvensters ziet u enkele onderdelen
die binnen dit apparaat niet worden
gebruikt.
8
Op het tabblad "Indeling" geeft u de
papierrichting of andere opties op.
Onderdelen
PrinterSelecteer de printer die u wilt
Papierformaat
Afdrukopties • Afbeelding inzoomen totdat
Eigenschappen
Beschrijving
gebruiken. "Sony DPP-F700"
Klik op "Eigenschappen" om een
ander formaat te selecteren.
Opmerking:
regio's is het L-formaat
afdrukpapier niet te koop.
afdrukgebied gevuld is: indien
geselecteerd, drukt de printer
de afbeelding op het hele
afdrukbereik van het papier af.
Eventueel wordt er een rand
van de foto afgesneden. Indien
niet geselecteerd, drukt de
printer de afbeelding af zonder
er iets af te snijden.
• Opnamedatum afdrukken:
indien geselecteerd, drukt de
printer een afbeelding met de
opnamedatum af indien de
afbeelding een bestand is dat
is opgeslagen in de DCF
(Design rule for Camera File
system)-indeling.
Specificeert papierformaat,
richting, afbeeldingkwaliteit en
andere details.
in sommige
Onderdelen
Afdrukstand Selecteer de oriëntatie van een
PaginavolgordeSelecteer de paginavolgorde bij
Pagina’s per
vel
Geavanceerd Geeft het papierformaat of
Beschrijving
afbeelding bij het afdrukken.
• Staand
• Liggend
het afdrukken.
• Vooraan beginnen
• Achteraan beginnen
Geef op hoeveel afdrukken er
van iedere pagina moeten
worden gemaakt. Selecteer "1".
andere opties op.
82
NL
Page 83
9
Klik op "Geavanceerd".
Het dialoogvenster "Geavanceerde opties
voor Sony DPP-F700" verschijnt.
Onderdelen
Papier/uitvoer
Grafisch Image Color
Management
Beschrijving
• Papierformaat: in het
uitklapvenster selecteert u het
papierformaat dat u in feite
gebruikt voor het drukken. Pformaat / L-formaat
Opmerking:
regio's is het L-formaat
afdrukpapier niet te koop.
• Aantal afdrukken: geef op
hoeveel afdrukken er moeten
worden gemaakt.
• ICM-methode: dit apparaat
ondersteunt de instellingen
voor de ICM-methode niet.
Ook wanneer u een andere
optie dan "ICM
uitgeschakeld" selecteert, zijn
de afdrukresultaten geen
afspiegeling van de instelling.
Laat de optie onveranderd.
• ICM-opzet: dit apparaat
ondersteunt de instellingen
voor de ICM-opzet niet. Laat
de optie onveranderd.
in sommige
Onderdelen
Documentopties
Printerfuncties
Beschrijving
• Geavanceerde printerfuncties:
selecteer "Ingeschakeld" om
uitgebreide afdrukopties als
"Paginavolgorde" in te
schakelen. Bij
compatibiliteitsproblemen
schakelt u deze functie uit.
• Kleurenafdrukmodus: voor
kleurafdrukken selecteert u
"Ware kleuren (24bpp)". Voor
monochroomafdrukken
selecteert u "Monochroom".
• Afdrukken zonder rand: voor
afbeeldingen zonder randen
selecteert u "ON". Voor
afdrukken met randen
selecteert u "OFF".
Afhankelijk van de software
van de applicatie drukt de
printer een afbeelding met
randen af, ook al is "ON"
geselecteerd. Plaats de af te
drukken afbeelding vol ledig in
het afdrukbereik.
• Auto Fine Print7: kies tussen
"ON" en "OFF". Wanneer u
"ON" selecteert, selecteer dan
"ICM uitgeschakeld" voor
"ICM-methode". Tenzij u
rechtstreeks afdrukt vanaf een
geheugenkaart, is er geen
sprake van Exifreferentiegegevens.
• Kleurinstelling: u kunt R
(rood), G (groen), B (blauw)
en scherpte-instellingen
aanpassen. Voor details
raadpleegt u pagina 69.
Afdrukken vanaf een computer
Vervolg
83
NL
Page 84
10
Opmerkingen
Tips
Opmerkingen
Op het tabblad "Papier/Kwaliteit"
geeft u de kleur of de papierbron op.
Onderdelen
Ladeselectie In het uitklapvenster
KleurVoor kleurafdrukken selecteert u
Geavanceerd Het dialoogvenster
11
Klik op "OK".
Beschrijving
"Papierinvoer" selecteert u
"Automatisch selecteren".
"Kleur". Voor
monochroomafdrukken
selecteert u "Zwart-wit".
"Geavanceerde opties voor Sony
DPP-F700" verschijnt
(pagina 83). Voor details
raadpleegt u stap 9.
Het dialoogvenster "Afdrukken"
verschijnt weer.
12
Klik op "Afdrukken".
Het afdrukken begint. Voor details van de
eigenschappen van de PMB raadpleegt u
de PMB-help.
• U kunt geen films, BMP- of RAW-gegevens
afdrukken.
• Zet dit apparaat in de afdrukstand om het als printer
te gebruiken. In geen enkele andere stand wilt het
afdrukken. Voor details over de afdrukstand
raadpleegt u pagina 32.
• Wanneer u een serie stilstaande afbeeldingen wilt
selecteren in het afbeeldinggedeelte van het
hoofdvenster, klikt u op de eerste afbeelding in de
serie, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u op
de laatste afbeelding. Wanneer u een aantal
stilstaande afbeeldingen wilt selecteren die niet op
rij staan, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt en klikt u
ze stuk voor stuk aan.
• U kunt ook afdrukken vanaf het scherm voor
weergave enkele afbeelding.
• Ga als volgt te werk om de afdrukhandeling te
annuleren.
1
Dubbelklik op het printerpictogram op de
taakbalk en open het dialoogvenster
"Afdrukken".
2
Klik op de documentnaam waarvoor u het
afdrukken wilt annuleren en klik op
"Annuleren" in het menu "Document".
Het dialoogvenster voor het bevestigen van het
verwijderen verschijnt.
3
Klik op "Ja".
De afdrukopdracht is geannuleerd.
• Wanneer u een opdracht annuleert, kunt u
de pagina die momenteel wordt afgedrukt,
niet stoppen.
84
NL
Page 85
Opmerkingen
Opmerkingen
Tips
Een bladermap registreren
Met PMB kunt u afbeeldingen die op de vaste
schijf van de computer zijn opgeslagen, niet
direct bekijken. U moet de bladermap eerst als
volgt registreren.
1
Klik op "Bestand"-"Weergegeven
mappen registreren" of klik op .
Het dialoogvenster "Mappen registreren
voor weergave" verschijnt.
2
Selecteer de map die u wilt
registreren en klik op "Registreren".
Een andere bladermap kiezen
Klik op "Extra" - "Instellingen" "Weergegeven mappen".
• Wanneer de bronmap een submap bevat, worden de
afbeeldingen in de submap ook geregistreerd.
• Wanneer u de software voor de eerste keer start,
verschijnt een melding die u vraagt "Afbeeldingen"
te registreren.
• Afhankelijk van het aantal afbeeldingen kan het
registreren van de afbeeldingen enkele tientallen
minuten duren.
• U kunt niet de hele schijf registreren.
Het dialoogvenster voor het bevestigen
van het registreren verschijnt.
3
Klik op "Ja".
Registratie van de afbeeldinginformatie in
de gegevensbank start.
4
Klik op "Sluiten".
• De map die u selecteert als de doelmap van
de geïmporteerde afbeeldingen, wordt
automatisch geregistreerd.
• U kunt de registratie van de map die u hier
registreert, niet annuleren.
85
Afdrukken vanaf een computer
NL
Page 86
Afdrukken vanuit een in de
handel verkrijgbare
softwareapplicatie
U kunt een in de handel verkrijgbare
softwareapplicatie gebruiken om een
afbeelding af te drukken vanaf de DPP-F700.
Selecteer "DPP-F700" als een printer in het
afdrukdialoogvenster en selecteer het formaat
van het afdrukpapier in het dialoogvenster voor
de pagina-instelling. Voor details over de
afdrukinstellingen raadpleegt u de stappen 7 en
8 op pagina 82.
Op de "Afdrukken zonder rand"instelling in "Printerfuncties"
Wanneer u een andere applicatie gebruikt dan
PMB, kan een afbeelding worden afgedrukt
met randen ook al selecteert u "ON" voor
"Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties"
van het dialoogvenster "Geavanceerde opties
voor Sony DPP-F700".
Wanneer u de afdrukoptie zonder randen
selecteert, wordt de informatie over het
afdrukbereik voor afdrukken zonder randen
overgedragen aan de applicatie. Sommige
applicaties kunnen de afbeelding echter indelen
en afdrukken met randen binnen het opgegeven
bereik.
Wanneer dat gebeurt, doet u het volgende om
een afbeelding zonder randen af te drukken.
• Wanneer u het afdrukbereik kunt instellen
voor een applicatie, stelt u een afbeelding die
u wilt afdrukken volledig in in het
beschikbare afdrukbereik. Wanneer u
bijvoorbeeld afbeeldingen afdrukt met
behulp van "Windows Fotogalerie" van
Windows Vista, selecteert u "Fotoafdruk op
volledige pagina" en controleert u
"Afbeelding aan lijst aanpassen".
Instelling Oriëntatie
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u
gebruikt, verandert de oriëntatie misschien niet
ook al pendelt u tussen de portret- en
landschapinstelling.
Met de Randen/Geen rand-instelling van
het printerstuurprogramma
Wanneer de softwareapplicatie die u gebruikt
de Randen/Geen rand-instelling heeft, stellen
we u voor dat u "ON" selecteert voor
"Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties"
van het dialoogvenster "Geavanceerde opties
voor Sony DPP-F700" als de instelling voor het
printerstuurprogramma.
Ingesteld aantal afdrukken
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u
gebruikt, heeft het ingestelde aantal afdrukken
van de applicatie misschien prioriteit over de
instelling die is opgegeven in het
dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
86
NL
Page 87
Oplossen van
problemen
Foutmeldingen
Als er problemen zijn
Bij papierstoringen
Reinigen
87
NL
Page 88
Foutmeldingen
Als zich een fout voordoet, kan één van de volgende foutmeldingen op het LCD-scherm van dit
apparaat verschijnen. Volg de bijbehorende hieronder beschreven aanwijzing voor het oplossen van
het probleem.
Geheugenkaarten en intern geheugen
FoutmeldingBetekenis/Oplossingen
Geen Memory Stick. / Geen
CompactFlash-kaart. / Geen SDgeheugenkaart. / Geen xD-Picture
Card.
Er is een niet-compatibele Memory
Stick geplaatst. / Er is een nietcompatibele Compact-Flash-kaart
geplaatst. / Incompatibele SDgeheugenkrt geplaatst. / Er is een
niet-compatibele xD-Picture Card
geplaatst.
Geen afbeeldingsbest.• Er staat op de geheugenkaart geen beeldbestand dat op het
Kan geen beveiligd bestand
verwijderen.
Geheugenkaart is beveiligd.
Annuleer en probeer opnieuw.
De Memory Stick is vol. / De
CompactFlash-kaart is vol. / De
SD-geheugenkaart is vol. / De xDPicture Card is vol. /Het interne
geheugen is vol.
• Er is geen geheugenkaart in de sleuf gestoken.
Plaats een geheugenkaart in de bijbehorende sleuf.
(
.
pagina 25)
• Er is een niet-ondersteunde geheugenkaart ingestoken.
Gebruik een geheugenkaart die dit apparaat ondersteunt.
scherm van dit apparaat kan worden weergegeven. Gebruik
een geheugenkaart die beeldbestanden bevat die kunnen
worden weergegeven met dit apparaat.
• Als u een bestand dat is beveiligd wilt verwijderen, moet u
de beveiliging ongedaan maken op uw digitale camera of
computer.
• De geheugenkaart is tegen schrijven beveiligd. Schuif de
schakelaar voor de schrijfbeveiliging in de stand waarin
wegschrijven van afbeeldingen weer mogelijk is.
(
.
pagina 106)
• En kunnen geen gegevens meer worden opgeslagen omdat
de geheugenkaart of het interne geheugen vol is. Verwijder
afbeeldingen of gebruik een geheugenkaart met vrije
ruimte.
88
NL
Page 89
Opmerkingen
Opmerkingen
FoutmeldingBetekenis/Oplossingen
Fout bij lezen Memory Stick. / Fout
bij lezen CompactFlash-kaart. /
Fout bij lezen SD-geheugenkaart. /
Fout bij lezen xD-Picture Card./
Fout bij lezen interne geheugen.
Schrijffout in Memory Stick. /
Schrijffout in CompactFlash-kaart.
• In geval van een geheugenkaart:
er heeft zich een fout voorgedaan. Controleer of de
geheugenkaart goed is geplaatst. Als deze foutmelding
vaak wordt weergegeven, controleer dan de status van de
geheugenkaart met een ander dan dit apparaat.
• In geval van het interne geheugen:
formatteer het interne geheugen.
/ Schrijffout in SD-geheugenkaart. /
Schrijffout in xD-Picture Card. /
Schrijffout in interne geheugen.
• Het formatteren verwijdert alle beeldbestanden die in het interne
geheugen zijn geïmporteerd.
De Memory Stick is alleen-lezen.• Er is een "Memory Stick-ROM" is geplaatst. Sla de
afbeeldingen op door de aanbevolen "Memory Stick" te
gebruiken.
De Memory Stick is beveiligd.• Een beveiligde "Memory Stick" is ingezet. Als u de
afbeeldingen wilt opslaan of bewerken, gebruik dan een
extern apparaat om de beveiliging op te heffen.
Geheugenkaart niet ondersteund.• In geval van een geheugenkaart, gebruik uw digitale
camera of een ander toestel om de geheugenkaart te
formatteren.
• In het geval van het interne geheugen: formatteer het met
dit apparaat.
• Als u de media formatteert, worden alle bestanden die daarop staan
verwijderd.
Afbeeldinggegevens
FoutmeldingenBetekenis/Oplossingen
Kan afbeelding niet openen.• Dit apparaat kan niet een afbeelding weergeven of openen
waarvan de indeling niet wordt ondersteund.
Geen DPOF-bestand.• Er zijn geen bestanden van afbeeldingen met DPOF-
instelling op de geheugenkaart. Geef het afdruk-merkteken
(DPOF) van de camera op.
Vervolg
89
Foutmeldingen
NL
Page 90
Inktlint
FoutmeldingenBetekenis/Oplossingen
Geen inktlint. Plaats een P size inktlint
en druk op [PRINT].
Einde inktlint.• Vervang het huidige inktlint door een nieuw inktlint.
Einde inktlint. Plaats een P size inktlint
en druk op [PRINT].
Verkeerd type inktlint. Plaats een P size
inktlint en druk op [PRINT].
• Het inktlint is niet in dit apparaat geplaatst. Plaats het
inktlint. (
Wanneer "reinigingscartridge" verschijnt, plaatst u de
reinigingscartridge. (
(
• Zet een inktlint in en leg afdrukpapier van het
weergegeven formaat in. (
.
.
pagina 33)
pagina 33)
.
pagina 104)
.
pagina 33)
Afdrukpapier
FoutmeldingenBetekenis/Oplossingen
Geen papierlade. Plaats een papierlade
met P size afdrukpapier en druk op
[PRINT].
Geen afdrukpapier. Plaats afdrukpapier
voor P Size en druk op [PRINT].
Geen reinigingsvel. Plaats reinigingsvel
en druk op [PRINT].
Verkeerd afdrukpapier. Plaats
afdrukpapier voor P Size en druk op
[PRINT].
Papierstoring. Verwijder afdrukpapier.• Papier is vastgelopen. Zie "Bij papierstoringen"
• Er ligt geen afdrukpapier in dit apparaat.
– De papierlade is niet in dit apparaat gezet.
– Het afdrukpapier is niet in de papierlade gelegd.
– Het afdrukpapier is op.
• Leg in elk van de gevallen afdrukpapier in de lade en
zet de papierlade in dit apparaat. (
• Er zit geen reinigingsvel in de papierlade. Leg het
reinigingsvel in de papierlade en zet de papierlade in
dit apparaat. (
• Het afdrukpapier en het inktlint horen niet bij elkaar.
Controleer het formaat van het inktlint dat in dit
apparaat is geplaatst en stel het afdrukpapier in op een
overeenkomstig formaat. (
(
.
dit apparaat.
.
pagina 104)
pagina 103) en verwijder vastgelopen papier uit
.
pagina 33, 34)
.
pagina 34)
90
NL
Page 91
Als er problemen zijn
Probeer, voordat u dit apparaat ter reparatie aanbiedt, de volgende aanwijzingen voor het oplossen
van het probleem. Vraag advies aan uw Sony-dealer of aan het Sony-servicecentrum als het probleem
aanhoudt.
Voeding
SymptoomControleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
U kunt het
apparaat niet
aanzetten.
Afbeeldingen weergeven
Wanneer één van de volgende problemen optreedt, raadpleegt u onderstaande tabel. "Er verschijnen
geen afbeeldingen wanneer ik dit apparaat aanzet", "Kan het bedieningsscherm niet instellen" of "Het
afdrukken start niet, ook al staat de printer aan".
SymptoomControleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Er worden geen
afbeeldingen
weergegeven op
het scherm.
Afbeeldingen
worden niet
weergegeven in de
volgorde van de
opnamedatum.
• Is de stekker er wel goed
ingestoken?
• Is er een geheugenkaart op
juiste wijze ingezet?
• Bevat de geheugenkaart
afbeeldingen die zijn
opgeslagen met een digitale
camera of een ander
apparaat?
• Is de bestandsindeling
geschikt voor DCF?
• Staat dit apparaat in de
modus met klok en
kalender?
• Zijn deze afbeeldingen
opgeslagen vanaf een
computer?
• Zijn deze afbeeldingen
bewerkt op een computer?
c
Steek de stekker er goed in.
c
Plaats een geheugenkaart op juiste wijze.
(
.
pagina 25)
c
Zet een geheugenkaart in die afbeeldingen
bevat of sluit een extern apparaat aan
waarop afbeeldingen staan.
c
Controleer welke bestandsindelingen
kunnen worden weergegeven.
(
.
pagina 109)
c
Dit apparaat kan een bestand dat niet
uitwisselbaar is met DCF misschien niet
weergeven, ook al kan een computer het
wel weergeven.
c
Zet het in een andere modus dan de modus
met klok en kalender. (
c
De informatie over de opnamedatum kan
zijn gewijzigd of verloren zijn gegaan
toen u een beeldbestand bewerkte of
opsloeg op een computer.
.
pagina 27)
Als er problemen zijn
Vervolg
91
NL
Page 92
SymptoomControleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Sommige
afbeeldingen
worden niet
weergegeven of
niet afgedrukt.
• Worden de afbeeldingen
weergegeven in de
indexweergave?
c
Als de afbeelding wordt weergegeven in
de indexweergave maar niet kan worden
weergegeven als één enkele afbeelding,
kan het zijn dat het bestand van de
afbeelding beschadigd is, ook al zijn de
gegevens van het miniatuurvoorbeeld
goed.
c
Dit apparaat kan een bestand dat niet
uitwisselbaar is met DCF misschien niet
weergeven of afdrukken, ook al kan een
computer het wel weergeven.
• Verschijnt het merkteken dat
hieronder wordt
weergegeven in de
indexweergave?
c
Als het links getoonde merkteken
verschijnt, kan het zijn dat dit apparaat het
beeldbestand niet ondersteunt,
bijvoorbeeld omdat het een JPEG:bestand is dat is gemaakt met de
computer. Ook kan het zijn dat het
beeldbestand wordt ondersteund, maar dat
het geen gegevens van de miniatuur bevat.
• Zijn de afbeeldingen
gemaakt met een applicatie
op een computer?
Selecteer het merkteken, druk op en
schakel over naar het scherm met
weergave van één afbeelding. Wanneer
het apparaat de afbeelding weergeeft, kunt
u het ook afdrukken. Als het links
getoonde merkteken aanwezig blijft in de
weergave enkele afbeelding, ondersteunt
dit apparaat het beeldbestand niet en kan
het het ook niet weergeven of afdrukken.
• Verschijnt het merkteken dat
hieronder wordt
weergegeven in de
indexweergave?
c
Als het links getoonde merkteken
verschijnt, ondersteunt dit apparaat het
beeldbestand maar kunnen de gegevens
van de miniatuurafbeeldingen of de
afbeeldingen zelf niet worden geopend.
Selecteer het merkteken, druk op en
schakel over naar het scherm met
weergave van één afbeelding. Wanneer
het apparaat de afbeelding weergeeft, kunt
u het ook afdrukken. Als het links
getoonde merkteken aanwezig blijft in de
weergave enkele afbeelding, ondersteunt
dit apparaat het beeldbestand niet en kan
het het ook niet weergeven of afdrukken.
92
NL
Page 93
SymptoomControleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Sommige
afbeeldingen
worden niet
weergegeven of
niet afgedrukt.
• Zijn er meer dan 4.999
afbeeldingen opgeslagen op
de geheugenkaart?
• Hebt u het bestand met een
computer of een ander
apparaat een andere naam
gegeven?
c
Dit apparaat kan tot 4.999 bestanden van
afbeeldingen afspelen, afdrukken,
opslaan, verwijderen of anderszins
verwerken.
c
Als u het bestand op uw computer een
naam hebt gegeven of een andere naam
hebt gegeven en de bestandsnaam bevat
andere tekens dan de alfanumerieke
tekens, kan dit apparaat de afbeelding
misschien niet weergeven.
De bestandsnaam
wordt niet juist
weergegeven.
• Heeft de map-hiërarchie van
de geheugenkaart vijf
niveaus of meer?
• Hebt u het bestand met een
computer of een ander
apparaat een andere naam
gegeven?
c
Dit apparaat kan geen afbeeldingen
weergeven die zijn opgeslagen in een map
die meer dan vijf niveaus diep ligt.
c
Als u het bestand op uw computer een
naam hebt gegeven of een andere naam
hebt gegeven en de bestandsnaam bevat
andere tekens dan alfanumerieke tekens,
kan dit apparaat de bestandsnaam
misschien niet goed weergeven.
In het menu
Bewerken zijn
lege gedeelten
aanwezig aan de
onder- en
bovenkant van het
afdrukvoorbeeld
van de afbeelding.
• Is het afdrukvoorbeeld van
de afbeelding misschien
horizontaal of verticaal
buitengewoon uitgerekt?
c
Als een afbeelding extreem hoog of breed
is, kunnen er lege gedeelten aanwezig zijn
in het menu Bewerken.
c
De standaard beeldverhouding van een
opname met een digitale camera is 3:4.
Wanneer u een ander dan dit apparaat
gebruikt om een afbeelding te bewerken of
op te slaan, wordt het opgeslagen als een
meer horizontale afdrukafbeelding en
worden de boven- en onderranden
afgesneden en zwart weergegeven.
De afbeelding
draait niet
automatisch
wanneer u dit
apparaat in de
portretstand
plaatst.
• Is de [Autoweerg.stand]instelling van dit apparaat op
[Uit] gezet?
• Geeft de rotatie-informatie
op het scherm voor de
afbeeldinginformatie [Geen
rot.] weer?
c
Stel de [Autoweerg.stand]-instelling in op
[Aan]. (
.
pagina 66)
c
Wanneer de rotatie-informatie [Geen rot.]
weergeeft, kunt u de afbeelding
handmatig roteren. (
.
Als er problemen zijn
pagina 52)
Vervolg
93
NL
Page 94
Afbeeldingen opslaan en verwijderen
SymptoomControleer onderdeelOorzaak/Oplossingen
Kan een
afbeelding niet
opslaan.
Kan een
afbeelding niet
verwijderen.
U hebt per ongeluk
een afbeelding
verwijderd.
• Is de geheugenkaart tegen
schrijven beveiligd?
• Staat de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging van de
geheugenkaart in de
"LOCK"-stand?
• Is de geheugenkaart vol?
• Is het interne geheugen vol?
• Hebt u afbeeldingen vanaf
een computer opgeslagen in
het interne geheugen zonder
dat u een map hebt
aangemaakt in het interne
geheugen?
• Is de geheugenkaart tegen
schrijven beveiligd?
• Staat de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging van de
geheugenkaart in de
"LOCK"-stand?
• Gebruikt u een "Memory
Stick-ROM"?
• Is deze afbeelding beveiligd?
—
c
Hef de schrijfbeveiliging op en probeer
nogmaals op te slaan.
c
Schuif de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging in de stand waarin
wegschrijven van afbeeldingen weer
mogelijk is.
c
Vervang de geheugenkaart door één met
voldoende vrije ruimte. Of verwijder
eventueel afbeeldingen die u niet meer
wilt bewaren. (
c
Verwijder alle afbeeldingen die u niet
meer wilt bewaren. (
c
Als u niet een map aanmaakt, kunt u niet
meer dan 512 afbeeldingen opslaan.
Daarnaast kan het aantal afbeeldingen
afnemen afhankelijk van de lengte van de
bestandsnaam of het type afbeelding.
Maak, wanneer u afbeeldingen vanaf een
computer opslaat in het interne geheugen,
een map aan in het interne geheugen en sla
de afbeeldingen in deze map op.
c
Hef de schrijfbeveiliging op met behulp
van het apparaat dat u gebruikt en probeer
opnieuw afbeeldingen te verwijderen.
c
Schuif de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging in de stand waarin
wegschrijven van afbeeldingen weer
mogelijk is.
c
Het is niet mogelijk een "Memory StickROM" te formatteren of een afbeelding
ervan te verwijderen.
c
Controleer de informatie over de
afbeelding in de stand enkele weergave.
(
.
pagina 16)
Een afbeelding met een -merkteken
is ingesteld op Alleen Lezen. U kunt het
niet verwijderen van dit apparaat.
c
U kunt een afbeelding wanneer deze is
verwijderd, niet meer terughalen.
.
pagina 47)
.
pagina 47)
94
NL
Page 95
Afstandsbediening
SymptoomControleer onderdeelOorzaak/Oplossingen
Er gebeurt niets,
ook niet als u de
afstandsbediening
gebruikt.
• Is de batterij goed in de
afstandsbediening gezet?
—
• Is het beschermvel in de
afstandsbediening
aanwezig?
c
Vervang de batterij. (.pagina 20)
c
Zet een batterij in. (.pagina 20)
c
Zet een batterij op juiste wijze in.
(.pagina 20)
c
Wijs met de bovenzijde van de
afstandsbediening naar de sensor van de
afstandsbediening op dit apparaat.
(
.
pagina 20)
c
Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de sensor van de
afstandsbediening.
c
Trek het beschermvel uit de
afstandsbediening. (
Afdrukken
SymptoomControleer onderdeelOorzaak/Oplossingen
Er wordt geen
papier ingevoerd.
• Is het papier goed in de
papierlade gelegd?
• Gebruikt u afdrukpapier dat
niet bedoeld is voor dit
apparaat?
c
Als het afdrukpapier niet goed in het
apparaat is gelegd, kunnen er
moeilijkheden met de printer ontstaan.
(
.
pagina 34)
Controleer de volgende punten.
• Plaats het juiste afdrukpapier in
combinatie met het juiste inktlint.
• Plaats het afdrukpapier in de juiste
richting in de lade.
• U kunt maximaal 20 vellen
afdrukpapier in de lade plaatsen. Als er
meer dan 20 vellen in de lade liggen,
neem het overtollige papier dan uit.
• Schud het afdrukpapier grondig los en
plaats het in de lade.
• Buig of vouw het afdrukpapier niet
vóór het afdrukken, hierdoor kan er
storing in dit apparaat ontstaan.
c
Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor
dit apparaat. Als u ongeschikt
afdrukpapier gebruikt, kan er storing in dit
apparaat ontstaan.
(
.
Over de afdrukpakketten)
.
pagina 20)
Als er problemen zijn
Vervolg
95
NL
Page 96
SymptoomControleer onderdeelOorzaak/Oplossingen
Het afdrukpapier
komt tijdens het
afdrukproces
gedeeltelijk te
voorschijn.
• Is de perforatie van het
afdrukpapier verwijderd?
• Gebruikt u afdrukpapier dat
niet bedoeld is voor dit
apparaat?
c
Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor
dit apparaat. Als u ongeschikt
afdrukpapier gebruikt, kan er storing in dit
apparaat ontstaan.
(
.
Over de afdrukpakketten)
Afdrukresultaten
SymptoomControleer onderdeelOorzaak/Oplossingen
De afgedrukte
beelden zijn
inferieur van
kwaliteit.
• Hebt u afdrukvoorbeelden
van afbeeldingen afgedrukt?
• Hebt u een afbeelding
afgedrukt waarvan de
afmeting (breedte of hoogte)
kleiner is dan 480
beeldpunten?
• Hebt u het menu Bewerken
gebruikt voor het vergroten
van de afbeelding?
c
Afhankelijk van het type digitale camera
dat u gebruikt, is het mogelijk in de
miniaturenlijst afdrukvoorbeelden van
afbeeldingen weer te geven naast de
eigenlijke afbeeldingen. De
afdrukkwaliteit van de afdrukvoorbeelden
van afbeeldingen zal niet zo goed zijn als
de eigenlijke afbeeldingen. Let op: als u
de afdrukvoorbeelden van de afbeeldingen
verwijdert, kunnen de gegevens van de
eigenlijke afbeeldingen beschadigd raken.
c
Wanneer een afbeelding op klein formaat
wordt afgebeeld in een zwart kader, is de
afdrukkwaliteit grof als gevolg van het
kleine formaat van de afbeelding.
c
Een vergrote afbeelding wordt,
afhankelijk van de afmeting van de
afbeelding, afgedrukt in een mindere
beeldkwaliteit.
96
NL
Page 97
SymptoomControleer onderdeelOorzaak/Oplossingen
De beeldkwaliteit
en de kleuren van
het
afdrukvoorbeeld
op het scherm
verschillen van die
van de afdruk.
—
c
Dit is geen storing, maar wordt
veroorzaakt door variaties in het
kleurreproductiesysteem of LCDeigenschappen. Afbeeldingen worden zo
goed mogelijk aangepast aan het
kleurreproductiesysteem en de
eigenschappen. U kunt de instellingen
voor de beeldkwaliteit als volgt
veranderen.
– MENU knop - [Instellingen] -
[Afdrukinstellingen] - [Kleurinstelling]
(
.
pagina 69)
– Het aanpassen van de beeldkwaliteit is
uitsluitend mogelijk in het menu
Creatief afdrukken. Voor details
raadpleegt u pagina 61.
De afgedrukte
afbeelding, die
direct wordt
afgedrukt vanaf
een geheugenkaart
—
c
De afgedrukte afbeeldingen zullen
verschillen en dit wordt veroorzaakt door
de verschillen tussen de interne
verwerking van dit apparaat en de
softwareverwerking van de computer.
of het interne
geheugen verschilt
van de afdruk die
wordt gemaakt via
een computer.
De datum kan niet
worden afgedrukt.
• Is [Datumafdruk] ingesteld
op [Datum] of [Datum/
Tijd]?
• Ondersteunt de afbeelding
DCF?
c
Druk op de knop MENU, selecteer
[Instellingen] en stel [Datumafdruk] in de
Afdrukinstellingen in op [Datum] of op
[Datum/Tijd]. (
c
De functie Datumafdruk van dit apparaat
.
pagina 68)
ondersteunt een afbeelding die geschikt is
voor de DCF-criteria.
• Drukt u af in de stand
diashow?
c
De indeling van het LCD scherm wordt
afgedrukt zoals hij is, en daarom is de
instelling Datumafdruk ongeldig.
Als er problemen zijn
Vervolg
97
NL
Page 98
SymptoomControleer onderdeelOorzaak/Oplossingen
De datum wordt
onbedoeld
afgedrukt.
• Is [Datumafdruk] ingesteld
op [Uit]?
• Is de datum opgeslagen bij
de afbeelding toen deze werd
vastgelegd met de digitale
c
Druk op de knop MENU, selecteer
[Instellingen] en stel [Datumafdruk] in de
Afdrukinstellingen op [Uit].
(
.
pagina 68)
c
Wanneer de datum is opgeslagen bij de
afbeelding, kunt u geen afdruk maken
zonder een datum.
camera?
De afbeelding kan
niet volledig
worden afgedrukt
binnen het
afdrukbereik.
Randen blijven
aanwezig.
• Hebt u in het menu
Afdrukinstelling [Rand 1] of
[Rand 2] geselecteerd voor
[Randen]?
• Is de beeldverhouding van
de afbeelding juist?
c
Druk op de knop MENU, selecteer
[Instellingen] en stel in [Geen rand] door
[Afdrukinstellingen] - [Randen] te
selecteren. (
c
Afhankelijk van het type digitale camera
.
pagina 68)
dat u hebt gebruikt, verschilt de
beeldverhouding van de vastgelegde
afbeelding, en daardoor wordt de
afbeelding misschien niet over het
volledige afdrukbare gebied afgedrukt.
Hoewel [Geen
rand] voor
[Randen] is
geselecteerd in de
Afdrukinstellingen,
wordt de
afbeelding
afgedrukt met
randen aan beide
kanten.
• Drukt u af in de stand
diashow?
—
c
Wanneer u afdrukt in de stand diashow,
wordt de indeling van het LCD scherm
zoals hij is, en daarom is de instelling
Afdrukken zonder rand ongeldig.
c
Wanneer u een ander dan dit apparaat
gebruikt voor het bewerken of opslaan van
een afbeelding, worden de lege gebieden
rondom een afbeelding ook als onderdeel
van de afbeelding opgeslagen. Ook als u
zulke afbeeldingen afdrukt met de Geen
rand-instelling, kunt u de randen aan beide
zijden van een afdruk niet wegnemen.
(
.
pagina 68)
c
Het is niet
mogelijk het
gehele gebied van
een afbeelding af
• Hebt u [Rand 1] ingesteld in
de Afdrukinstellingen?
U kunt het hele gebied van een afbeelding
afdrukken als u [Rand 1] selecteert in het
menu Afdrukinstellingen.
(
.
pagina 68)
te drukken.
c
De afbeelding
wordt afgedrukt
• Is de papierlade wel goed
ingezet?
Zet de papierlade stevig opnieuw in zover
als mogelijk is.
onder een hoek.
98
NL
Page 99
SymptoomControleer onderdeelOorzaak/Oplossingen
Er staan witte
lijnen of stippen
op de afgedrukte
beelden.
Het beeld is te
helder, te donker,
te rood, te geel of
te groen.
—
—
c
Misschien is de afdrukkop of het
papierpad vuil. Reinig de kop en het pad
met behulp van de geleverde
reinigingscartridge en het geleverde
reinigingsvel. (
c
Stel de beeldkwaliteit in op het
betreffende scherm.
Het aanpassen van de beeldkwaliteit is
uitsluitend mogelijk in het menu Creatief
afdrukken. Voor details raadpleegt u
pagina 61.
.
Instellingen
SymptoomControleer onderdeelOorzaak/Oplossingen
De instellingen
[Geen rand] en
[Rand 1/2] werken
niet.
• Werkt u met het menu
Creatief afdrukken?
c
In het menu Creatief afdrukken worden
sjablonen gebruikt en u kunt niet rand/
randloos afdrukken selecteren.
Aansluiten op een computer
SymptoomControleer onderdeelOorzaak/Oplossingen
De computer geeft
de afbeeldingen op
de geheugenkaart
die u in dit
apparaat hebt
gestoken, niet
weer.
U hebt de
geleverde cd-rom
niet meer en u wilt
een nieuwe
aanvragen.
Het printerstuurprogramma kan
niet worden
geïnstalleerd.
• Weet u zeker dat u de
installatieprocedures goed
hebt doorlopen?
• Is er een ander
applicatieprogramma actief?
—
—
c
Dit apparaat biedt niet de functie voor het
bekijken van de afbeeldingen op de
geheugenkaart vanaf de computer.
c
Download het printerstuurprogramma van
de website voor Klantenondersteuning. Of
neem contact op met uw Sony-dealer.
c
Doorloop de procedures in de
bedieningsinstructies en installeer het
printerstuurprogramma (
Start de computer opnieuw, als er zich een
fout voordoet en voer de
installatieprocedures opnieuw uit.
c
Sluit alle applicaties af en installeer het
printerstuurprogramma opnieuw.
pagina 104)
.
Als er problemen zijn
pagina 77).
Vervolg
99
NL
Page 100
SymptoomControleer onderdeelOorzaak/Oplossingen
Het printerstuurprogramma kan
niet worden
geïnstalleerd.
• Hebt u de cd-rom op juiste
wijze als de installatiecd-rom opgegeven?
c
Dubbelklik op "Computer (Mijn
Computer)" en vervolgens op het
cd-rompictogram in het geopende venster.
Doorloop de procedures in de
bedieningsinstructies en installeer het
printerstuurprogramma.
—
c
Het USB-stuurprogramma is misschien
niet goed geïnstalleerd. Volg de
bedieningsinstructies en installeer het
USB-stuurprogramma opnieuw.
Het
printerstuurprogra
mma kan niet
• Is er een anti-
virusprogramma of een
ander programma actief op
het systeem?
• Hebt u ingelogd met een
Administratorgebruikersaccount?
c
Als er een anti-virusprogramma of een
ander programma actief is op het systeem,
sluit dat dan af en begin met het
installeren van het stuurprogramma.
c
Log in in Windows met een
Administrator-gebruikersaccount en
installeer het stuurprogramma.
worden
geïnstalleerd.
c
Dit apparaat
reageert niet op de
opdracht tot
afdrukken van de
computer.
—
Als het Windows-bureaublad geen
moeilijkheden laat zien, kijk dan op het
LCD-scherm.
Ga als volgt te werk als dit apparaat
moeilijkheden geeft.
1. Zet de toets
1
(Aan / Standby) van dit
apparaat op Uit.
2. Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact, wacht 5 tot 10 seconden en
steek de stekker weer in het
stopcontact.
3. Start uw computer opnieuw op.
Als hiermee het probleem niet wordt
verholpen, vraag dan advies aan uw Sonydealer of aan een Sony-servicecentrum.
Hoewel "Geen
rand" is
geselecteerd,
wordt de
afbeelding
afgedrukt met
randen.
• Gebruikt u software van een
andere applicatie dan PMB?
c
Wanneer u een andere applicatie gebruikt
dan PMB, kan een afbeelding worden
afgedrukt met randen ook al hebt u een
randloze afdruk geselecteerd.
Wanneer u met randen/randloos kunt
instellen met een applicatie, stelt u een
afbeelding die u wilt afdrukken volledig in
in het afdrukbereik, ook al wordt de
afbeelding tot buiten het bereik afgedrukt.
100
NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.