Sony DPP-F700 User Manual [nl]

Page 1
4-155-700-42 (1)
Overzicht
Digitale printer / fotolijst
Gebruiksaanwijzing
Wij verzoeken u, voordat u dit apparaat in gebruik neemt, de bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over de afdrukpakketten" en deze handleiding, "Gebruiksaanwijzing," grondig door te lezen en de handleiding te bewaren zodat u deze later ook nog kunt raadplegen.
Deze modellen zijn niet leverbaar in ieder land en in iedere regio.
Als een fotolijst gebruiken
Als een printer gebruiken
Diverse functies gebruiken
Op verschillende manieren
afdrukken
Het apparaat in combinatie met
een computer gebruiken
Oplossen van problemen
Aanvullende informatie
Gedrukt met VOC (vluchtige organische verbinding)-vrije inkt op basis vanplantaardige olie.
Printed in China
© 2009 Sony Corporation
Lees de meegeleverde "Lees dit eerst" en "Over de afdrukpakketten".
Page 2
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht.
Stel de batterijen niet bloot aan overmatige hitte zoals zonlicht, vuur en dergelijke.
LET OP
U moet de batterij alleen vervangen door een batterij van het opgegeven type. Als u dit niet doet, kan dit brand of letsel tot gevolg hebben. Volg de instructies voor het weggooien van gebruikte batterijen.
Waarschuwing voor klanten in Europa
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik van een verbindingskabel van minder dan 3 meter.
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke frequenties kunnen het beeld en het geluid van dit apparaat beïnvloeden.
Kennisgeving
Als de gegevensoverdracht halverwege wordt onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of elektromagnetische storing, moet u de toepassing opnieuw starten of de verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Verwijdering van oude batterijen (in de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop dat de meegeleverde batterij van dit product niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden.
Op sommige batterijen kan dit symbool voorkomen in combinatie met een chemisch symbool. De chemische symbolen voor kwik (Hg) of lood (Pb) worden toegevoegd als de batterij meer dan 0,0005 % kwik of 0,004 % lood bevat.
Door deze batterijen op juiste wijze af te voeren, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Het recycleren van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van veiligheid, prestaties dan wel in verband met data­integriteit een permanente verbinding met batterij vereisen, dient deze batterij enkel door gekwalificeerd servicepersoneel vervangen te worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij op een juiste wijze zal worden behandeld, dient het product aan het eind van zijn levenscyclus overhandigd te worden aan het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van elektrisch en elektronisch materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het gedeelte over hoe de batterij veilig uit het product te verwijderen. Overhandig de batterij bij het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van batterijen.
Voor meer details in verband met het recyclen van dit product of batterij, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
2
NL
Page 3
Kennisgeving voor klanten in de landen waar EU-richtlijnen van toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en productveiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor kwesties met betrekking tot service of garantie kunt u het adres in de afzonderlijke service- en garantiedocumenten gebruiken.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s, televisieprogramma’s, auteursrechtelijk beschermde materialen, zoals beelden en publicaties, en alle andere materialen met uitzondering van eigen opnamen en creaties is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u in het bezit bent van de auteursrechten of toestemming hebt van de houder van de auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan gebruik van deze materialen een overtreding van de auteursrechtwetten betekenen en moet u wellicht schadevergoeding betalen aan de houder van de auteursrechten.
Als u foto's gebruikt met dit apparaat, moet u ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing van portretten van andere personen kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en tentoonstellingen is het nemen van foto's niet toegestaan.
Opmerkingen over het LCD-scherm
• De afbeelding op het scherm is wat betreft beeldkwaliteit en -kleuren niet gelijk aan de afgedrukte afbeelding, omdat de weergavemethoden of -profielen verschillen. Dit is normaal.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt.
• Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden.
• Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels effectief bruikbaar is. Er kunnen echter wat zeer kleine zwarte punten en/of heldere punten zijn (wit, rood, blauw of groen van kleur) die voortdurend op het lcd-scherm te zien zijn. Deze punten duiden niet op fabricagefouten en hebben geen enkele invloed op de afdrukken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Reservekopieën
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens opslaan om gegevensverlies door een bedieningsfout of storing van dit apparaat te voorkomen.
Information
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele schade of gevolgschade of verlies van opgenomen gegevens als gevolg van het gebruik van of een storing aan dit apparaat of de geheugenkaart.
3
NL
Page 4

Kennisgeving voor gebruikers

Programma © 2009 Sony Corporation Documentatie © 2009 Sony Corporation
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de software die hierin wordt beschreven, geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te verbreken, accepteert u alle bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze bepalingen en voorwaarden niet accepteert, retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te allen tijde deze handleiding of de informatie in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De software die hierin wordt beschreven, kan ook vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van deze software is volgens de auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren of aanpassen van portretten van andere personen of van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op de rechten van de houders van de auteursrechten kan betekenen.
U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over de afdrukpakketen" als deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
NL
4
Page 5
Inhoudsopgave
Kennisgeving voor gebruikers ........4
Voordat u begint
Functies ........................................10
Als een fotolijst gebruiken ..............10
De eenheid als printer gebruiken ....11
U kunt ook het volgende doen ........11
Inbegrepen onderdelen
controleren ...................................12
De onderdelen identificeren ..........13
Over de weergave van informatie
Weergave 1 afb. ..............................16
Indexweergave ................................16
Beginnen (basishandelingen)
Als een fotolijst gebruiken
De afstandsbediening klaarmaken
voor gebruik .................................20
De standaard opzetten ..................21
Aansluiten op de netspanning .......22
Dit apparaat aanzetten ..................23
De actuele datum en tijd instellen
Een geheugenkaart plaatsen .........25
Een andere weergave kiezen .........27
Weergave diavoorstelling .............28
Weergave klok en kalender ...........29
Stand enkele weergave
(één afb. tonen) ............................30
Indexweergave ..............................31
....16
....24
Als een printer gebruiken
Voorbereiding ...............................32
Dit apparaat in de afdrukstand
zetten (platte stand) ......................32
Het inktlint instellen ......................33
Het afdrukpapier plaatsen .............34
Eenvoudige afdrukhandelingen .....36
Afdrukken in de stand enkele
weergave ........................................ 36
Afdrukken in de stand
diavoorstelling ............................... 37
Diverse functies gebruiken (Geavanceerde bedieningshandelingen)
Genieten van een diavoorstelling
De instellingen van de
diavoorstelling wijzigen ................. 40
U kunt afbeeldingen van uw geheugenkaart importeren in het
interne geheugen. .........................42
Stand Vernieuwen .......................... 44
Opgeven waar vanaf wordt
afgespeeld ....................................44
Een afbeelding uit het interne geheugen exporteren naar een
geheugenkaart ..............................45
Een afbeelding verwijderen ...........47
Een merkteken registreren ............48
Afbeeldingen sorteren (filteren) ....50
Het formaat en de oriëntatie van
de afbeelding aanpassen ..............51
Een afbeelding vergroten/
verkleinen ...................................... 51
Een afbeelding draaien ................... 52
De instellingen van de functie Auto
Aan/Uit wijzigen ............................52
....40
Vervolg
5
NL
Page 6
Verschillende afdrukmethoden gebruiken (geavanceerd afdrukken)
Aansluiten op een computer ......... 74
De functie van dit apparaat
selecteren .....................................74
De afdrukinstellingen veranderen (Datumafdruk, Randen, Pagina's
per vel) .........................................56
"Creatief afdrukken" verrichten (Kalender/Lay-outafdruk/ID-foto)
Een kalender maken ....................... 57
Een Lay-outafdruk .......................... 59
Een ID-foto .................................... 59
Een afbeelding bewerken ............... 60
De beeldkwaliteit aanpassen .......... 61
Een afbeelding opslaan .................. 62
Batch afdrukken (Indexafdruk/
DPOF-afdruk/Alles afdrukken) ......63
...57
De instellingen van dit apparaat wijzigen
De instellingen veranderen ...........64
Instellingsprocedure ...................... 64
In te stellen onderdelen .................. 66
Wanneer u het apparaat aansluit op een computer, zijn er nog meer mogelijkheden
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken
Een afbeelding van de computer
naar dit apparaat kopiëren ............ 75
Uw computer loskoppelen ............ 76
Afdrukken vanaf een computer
Een afbeelding afdrukken vanaf
een computer ...............................77
De software installeren .................77
Het printerstuurprogramma
installeren .......................................77
De PMB (Picture Motion Browser)
installeren .......................................80
Foto's vanaf een computer
afdrukken .....................................81
Afdrukken vanaf de PMB
(Picture Motion Browser) ...............81
Een bladermap registreren ..............85
Afdrukken vanuit een in de handel
verkrijgbare softwareapplicatie .......86
Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken
Wat u kunt doen wanneer u het apparaat aansluit op een
computer ......................................72
Systeemvereisten ........................... 72
Voordat u het apparaat aansluit op
een computer ...............................73
NL
6
Oplossen van problemen
Foutmeldingen ..............................88
Als er problemen zijn ....................91
Bij papierstoringen .....................103
Reinigen .....................................104
Page 7
Overig
Over de geheugenkaarten ...........106
"Memory Stick" ............................106
SD-geheugenkaart ........................107
xD-Picture Card ...........................107
CompactFlash-kaart .....................107
Opmerkingen over het gebruik van
een geheugenkaart .......................108
Technische gegevens .................109
Over handelsmerken en
auteursrechten ..............................111
Voorzorgsmaatregelen ................111
Veiligheid .....................................111
Over de installatie .........................112
Reinigen .......................................113
Dit apparaat afvoeren ....................113
Index ..........................................114
De illustraties in deze handleiding kunnen licht verschillen van het feitelijke product.
7
NL
Page 8
8
NL
Page 9

Voordat u begint

Overzicht
9
NL
Page 10
Overzicht

Functies

U kunt deze digitale printer / fotolijst op verschillende manieren gebruiken: als fotolijst en als printer.
De Sony digitale printer / fotolijst DPP-F700 geeft de beelden van uw digitale camera op zijn scherm weer en drukt uw favorieten af, eenvoudig en zonder gebruik van een computer.

Als een fotolijst gebruiken

Naar een diavoorstelling van uw foto's kijken (. pagina 40)
Weergave 1 afb.
Verschillende weergavestijlen gebruiken (. pagina 29~31)
Klok Kalender een afb.tonen Index
Gesorteerde foto's bekijken (. pagina 50)
Sorteren op map Sorteren op datum
Foto's in de stand Portret of Landschap
bekijken (. pagina 22)
Weergave meer
afbeeldingen
Klokweergave Kalenderweerg.
Verticaal/horizontaal
sorteren
Foto's net zo lang bekijken als u wilt
(. pagina 52)
Sorteren op markering
10
NL
Page 11

De eenheid als printer gebruiken

Een foto net zo afdrukken als hij lijkt (. pagina 36)
Op verschillende manieren afdrukken (. pagina 56)
Datumafdruk Met / zonder rand afdrukken Pagina’s per vel
Een kalender maken van uw favoriete foto's, een lay-outafdruk of een identiteitsfoto
(. pagina 57)
Kalender Lay-outafdruk ID-foto

U kunt ook het volgende doen

Overzicht
Afbeeldingen in het interne
geheugen importeren (. pagina 42)
U kunt afbeeldingen van uw geheugenkaart importeren in het interne geheugen.
Afbeeldingen exporteren
(. pagina 45)
U kunt afbeeldingen uit het interne geheugen exporteren naar uw geheugenkaart.
Aansluiten op een computer om afbeeldingen uit te wisselen of af te drukken (. pagina 72)
11
NL
Page 12

Inbegrepen onderdelen controleren

Zorg ervoor dat de volgende artikelen bij uw aankoop zijn inbegrepen.
• Digitale printer / fotolijst (1)
• Reinigingscartridge (1)
• Reinigingsvel (1)
• CD-ROM (Windows Software printerstuurprogramma Ver.1.0 en PMB (Picture Motion Browser) Ver.4.3) (1)
• Standaard (1)
• Afstandsbediening (1)
• Netspanningadapter (1)
*1
•Netsnoer
• Papierlade (1)
(1)
• Gebruiksaanwijzing (dit boekje) (1)
•Lees dit eerst (1)
• Over de afdrukpakketten (1)
• Garantie (in sommige regio's wordt geen garantie meegegeven.) (1)
• Gebruiksrechtovereenkomst van Sony (1)
*1 De vorm en specificaties van de stekker kunnen
afhankelijk van de regio waar u dit apparaat hebt gekocht anders van vorm zijn.
Over Sony afdrukpakketten (afzonderlijk aangeschaft)
Gebruik een Sony optioneel kleuren­afdrukpakket dat is ontworpen voor deze eenheid. U kunt geen andere afdrukpakketten maken.
Het meegeleverde netsnoer
Het meegeleverde netsnoer is exclusief bedoeld voor gebruik bij deze eenheid en kan niet worden gebruikt voor andere elektrische apparaten.
12
NL
Page 13

De onderdelen identificeren

LCD-scherm
Sensor van de afstandsbediening
Sony-logo (. pagina 23)
MENU-toets
Pijltoetsen (B/b/v/V),
(Enter)-toets
BACK-toets
PRINT-toets
Bedieningspaneel
(. pagina 24)
Voor nadere bijzonderheden raadpleegt u de pagina's die tussen haakjes worden genoemd.
Voorzijde
Overzicht
Vervolg
13
NL
Page 14
Achterzijde
CompactFlash kaartsleuf (. pagina 25)
"Memory Stick" (Standaard/Duo)/ SD geheugenkaart / MMC / xD-Picture Card sleuf (. pagina 25)
Lampje Lezen/Schrijven
USB B-connector (. pagina 74)
Standaard (. pagina 21)
VIEW MODE-toets (. pagina 27)
Ruimte om de standaard op te bergen (. pagina 32)
Deksel van de inktlinthouder
Papieruitgang (. pagina 36)
DC IN 24V aansluiting (. pagina 22)
1 (Aan / Standby)­toets / standby-lampje
Deur van papierlade
Deksel van de inktlinthouder
NL
14
Page 15
Afstandsbediening
SINGLE-toets (.pagina 27)
BACK-toets
Pijltoetsen (B/b/v/V)
SLIDESHOW ( )-toets (.pagina 27)
CLOCK ( )-toets (.pagina 27)
MENU-toets
MARKING ( )-toets (.pagina 48)
SORT-toets
(.pagina 50)
ROTATE ( )-toets (.pagina 52)
PRINT-toets
INDEX ( )-toets (.pagina 27)
Zoom in ( )-toets (.pagina 51)
ENTER ( )-toets
Zoom out ( )-toets (.pagina 51)
IMPORT ( )-toets (.pagina 42)
DELETE ( )-toets (.pagina 47)
SELECT DEVICE-toets (.pagina 44)
1 (Aan / Standby)-toets
VIEW MODE-toetsen (.pagina 27)
Overzicht
15
NL
Page 16

Over de weergave van informatie

Weergave 1 afb. Indexweergave
De volgende informatie wordt weergegeven.
Onderdeel Beschrijving
1
Weergavemodus U ziet de naam van de weergavestijl.

Weergave 1 afb.

• Hele afb.
• Schermvullend
• Hele afb.(+Exif)
• Schrmv.(+Exif)

Indexweergave

•Index 1
•Index 2
•Index 3
2
Afbeeldingsnummer / totaal aantal weergaven
3
Informatie over het apparaat
4
Type inktlint Geeft weer welk type inktlint is geïnstalleerd.
U ziet het nummer van de weergegeven afbeelding en het aantal afbeeldingen.
Er verschijnt een pictogram dat aangeeft van welk medium de weergegeven afbeelding afkomt.
(intern geh.)
("Memory Stick")
(CompactFlash)
(SD-geheugenkaart)
(xD-Picture Card)
• P (P-afmeting)
• C (reinigingscartridge)
16
NL
Page 17
Onderdeel Beschrijving
5
Afbeeldingsinformatie
Geeft gedetailleerde informatie over de afbeelding.
• Bestandsindeling (JPEG: (4:4:4), JPEG: (4:2:2), JPEG: (4:2:0), BMP, TIFF
• Aantal pixels (breedte × hoogte)
• Fabrikant van invoerapparaat voor afbeeldingen
• Modelnaam van invoerapparaat voor afbeeldingen
• Sluitersnelheid (bijvoorbeeld: 1/8)
• Diafragmawaarde (bijvoorbeeld: F2.8)
• Belichtingswaarde (bijvoorbeeld: +0.0 EV)
• Informatie over rotatie
6
Instellingsinformatie De instellingsinformatie wordt weergegeven.
(Beschermingsinformatie)
(Informatie over bijbehorend bestand) (Verschijnt wanneer een bijbehorend bestand aanwezig is,
bijvoorbeeld een klein beeldbestand voor e-mail of een videofragment.)
(Verschijnt wanneer een merknaam is geregistreerd.)
•DPOF (Verschijnt wanneer er voor een afbeelding een printtaak is
ingesteld in DPOF (Digital Print Order Format).)
7
Afbeeldingsnummer (Map­bestandsnummer)
Dit verschijnt als de afbeelding geschikt is voor DCF. Anders verschijnt een bestandsnaam. De bestandsnaam kan verschillen van de naam die u op de computer ziet.
8
Opnamedatum/-tijd Geeft de opnamedatum en -tijd weer van de betreffende afbeelding.
9
Adviserende melding
0
Ingesteld aantal
De gebruiksaanwijzing wordt weergegeven. U ziet het ingestelde aantal afbeeldingen.
afdrukken
qz
Instellingsinformatie afdrukken
U ziet de afdrukinstellingen van de afdrukdatum, rand en lay­outafdruk (uitsluitend wanneer in de afdrukstand (. pagina 32)).
(Datumafdruk AAN)
(Afdrukdatum en -tijd AAN)
(Met rand 1 AAN)
(Met rand 2 AAN)
(Pagina’s per vel 4 AAN)
(Pagina’s per vel 9 AAN)
(Pagina’s per vel 16 AAN)
qs
Schuifbalk De schuifbalk geeft de locatie van de geselecteerde afbeelding onder
alle afbeeldingen of onder de sorteerresultaten aan (pagina 50).
qd
Cursor Met B/b/v/V kunt u de cursor verplaatsen en een afbeelding
selecteren.
Overzicht
17
NL
Page 18
18
NL
Page 19

Beginnen (basishandelingen)

Als een fotolijst gebruiken
Als een printer gebruiken
19
NL
Page 20

Als een fotolijst gebruiken

Beschermend vel
Sensor van de afstandsbe diening

De afstandsbediening klaarmaken voor gebruik

De batterij van de afstandsbediening vervangen
Als de afstandsbediening niet meer werkt, vervang dan de batterij (CR2025 lithiumbatterij) door een nieuwe.
De geleverde lithiumbatterij (CR2025) is al in de afstandsbediening geplaatst. Trek vóór gebruik het beschermende vel naar buiten, zoals de afbeelding laat zien.
De afstandsbediening gebruiken
Wijs met de bovenzijde van de afstandsbediening naar de sensor van de afstandsbediening op dit apparaat.
1
Druk het lipje in.
2
Trek de batterijhouder naar buiten.
3
Plaats een nieuwe batterij en schuif de batterijhouder weer in de afstandsbediening.
Plaats de batterij zodanig dat "+" naar boven wijst.
20
WAARSCHUWING
De batterij kan exploderen bij verkeerde behandeling. Laad de batterij niet op, haal de batterij niet uit elkaar en gooi de batterij niet in het vuur.
NL
Page 21
Opmerkingen
• Wanneer u een andere dan de opgegeven batterij gebruikt, kan dat leiden tot het openbarsten van de batterij.
• Ruim gebruikte batterijen op volgens de voorschriften van de lokale autoriteiten.
• Laat de afstandsbediening niet op een zeer hete en vochtige plaats liggen.
• Let erop dat er geen vreemde voorwerpen in de afstandsbediening komen wanneer u bijvoorbeeld de batterij vervangt.
• Onjuist gebruik van de batterij kan leiden tot lekkage en corrosie.
– Laad de batterij niet opnieuw op. – Wanneer u de afstandsbediening langere tijd
niet gebruikt, kunt u beter de batterij uit de afstandsbediening halen om te voorkomen dat deze gaat lekken en corroderen.
– Wanneer u de batterij verkeerd plaatst, kortsluit,
uit elkaar haalt, verhit of in het vuur gooit, kan dit er toe leiden dat de batterij openbarst en lekt.

De standaard opzetten

1
Houd dit apparaat stevig vast en steek de standaard recht in het schroefgat op het achterpaneel.
2
Schroef de standaard stevig in het schroefgat totdat de standaard niet meer draait.
Als een fotolijst gebruiken
Vervolg
21
NL
Page 22
Opstellen in de stand Portret of
Opmerkingen
Opmerkingen
Netspanningadapter
Netsnoer
Naar stopcontact
Landschap (staand of liggend)
U kunt dit apparaat in de stand Portret of Landschap zetten door het te draaien zonder de standaard te verplaatsen.
Wanneer u het apparaat verticaal plaatst, met de knoppen onderin, draait de afbeelding automatisch naar de stand Portret.

Aansluiten op de netspanning

1
Steek de stekker van de netspanningadapter in de DC IN 24V-aansluiting aan de achterzijde van dit apparaat.
2
Steek een stekker van de kabel in de contrastekker van de netspanningadapter en de andere stekker in het stopcontact.
Het apparaat start automatisch op.
• Controleer of de standaard stabiel staat. Als u de standaard niet goed neerzet, kan dit apparaat omvallen.
• Het Sony logo brandt niet wanneer u dit apparaat verticaal plaatst of uitschakelt.
• U kunt de afbeelding ook handmatig draaien. (.pagina 52)
• Wanneer u een afbeelding wilt afdrukken, zet u dit apparaat in de afdrukstand (platte stand) (.pagina 32).
22
NL
Zo kort mogelijk bij het apparaat moet zich een goed toegankelijke wandcontactdoos bevinden.
• Plaats dit apparaat niet op een onstevige en onstabiele plaats, zoals een wiebelige tafel.
• Sluit de netspanningadapter aan op een stopcontact dat gemakkelijk bereikbaar en dichtbij is. Als er iets misgaat bij het gebruik van de adapter, onderbreek dan onmiddellijk de stroomtoevoer door de stekker uit het stopcontact te trekken.
Page 23
• Sluit de stekker van de netspanningadapter niet kort
Opmerkingen
met een metalen voorwerp; dat kan een storing geven
• Plaats de netspanningadapter niet in een nauwe ruimte, zoals tussen een muur en een meubel.
• Trek na gebruik de netspanningadapter uit de DC IN 24V-aansluiting van dit apparaat en trek de stekker uit het stopcontact.
• Zolang de stekker in het stopcontact zit, is het apparaat niet losgekoppeld van het lichtnet, ook al is de printer zelf uitgeschakeld.
Dit apparaat in het buitenland gebruiken, stroombronnen
U kunt dit apparaat en de netspanningadapter (meegeleverd) in ieder land en iedere regio gebruiken waar de voedingsspanning tussen 100 V en 240 V wisselspanning ligt, bij een frequentie van 50 Hz of 60 Hz.
Gebruik geen elektrische transformator (reisconverter), omdat dat een storing zou kunnen veroorzaken.

Dit apparaat aanzetten

Als u het apparaat in het vorige hoofdstuk al hebt ingeschakeld, kunt u verdergaan naar het volgende hoofdstuk.
De stroom inschakelen
Druk op 1 (Aan / Standby) op dit apparaat of de afstandsbediening als u het wilt aanzetten. Het standby-lampje verandert van groen in rood. Het Sony-logo op het voorpaneel gaat branden.
Als een fotolijst gebruiken
Het apparaat uitzetten
Houd 1 (Aan / Standby) op het apparaat of de afstandsbediening ingedrukt totdat het apparaat wordt uitgeschakeld. Het standby-lampje op het apparaat verandert van groen in rood en het apparaat gaat naar de standby-modus.
• Koppel de netspannningadapter niet los van het stopcontact of DC IN 24V-aansluiting voordat het standby-lampje rood is. Anders kan het apparaat beschadigd raken.
Vervolg
23
NL
Page 24
Opmerkingen
Tips
Over de beschrijvingen in deze handleiding
De bedieningshandelingen die worden beschreven in deze handleiding gaan uit van het gebruik van de afstandsbediening. Wanneer een bedieningshandeling, bijvoorbeeld met de afstandsbediening, verschilt van die met de toetsen op het apparaat, wordt dat uitgelegd in een tip.

De actuele datum en tijd instellen

1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren.
Het bedieningsgedeelte op dit apparaat
Het bedieningsgedeelte aan de rechterkant van het LCD-scherm gaat branden wanneer u het aanraakt.
Wanneer u het bedieningsgedeelte ongeveer 30 seconden niet aanraakt, schakelt het automatisch uit.
Het lampje PRINT brandt wanneer afdrukken mogelijk is.
• De knoppen op het bedieningsgedeelte functioneren uitsluitend wanneer ze branden.
Bedieningshandelingen in het beginstadium
Wanneer u dit apparaat inschakelt zonder dat een geheugenkaart is geplaatst, verschijnt onderstaand startscherm.
Als u gedurende 10 seconden geen bedieningshandelingen verricht, wordt de Demostand weergegeven. Als u een andere toets dan de Aan/Uit-toets indrukt, verschijnt het startscherm weer.
Druk eerst op MENU tijdens de eerste weergave en stel vervolgens de datum en de tijd in. (Zie de volgende paragraaf)
• Wanneer het onderdeel om klok en kalender in te stellen (pagina 29) niet is geselecteerd, kunt u uitsluitend de toetsen B/b gebruiken.
3
Druk op v/V tijdinstell.] en druk op .
4
Pas de datum aan.
1
Druk op v/V, selecteer [Datum] en druk op .
2
Druk op B/b, selecteer jaar, maand en dag, selecteer een waarde met v/V en druk op .
5
Pas de tijd aan.
1
Druk op v/V, selecteer [Tijd] en druk op .
2
Druk op B/b, selecteer uren, minuten en seconden, selecteer een waarde met v/V en druk op .
, selecteer [Datum/
24
NL
Page 25
6
Lampje Lezen/ Schrijven
CompactFlash-kaart
xD-Picture Card (Kaartsleuf
A
)
SD­geheugenkaart (Kaartsleuf
A
)
"Memory Stick"
(Kaartsleuf A)
"Memory Stick Duo" (Kaartsleuf B)
Selecteer de indeling van de datum.
1
Druk op v/V datumwrg.] en druk op
2
Druk op v/V druk daarna op
•J-M-D
•M-D-J
•D-M-J
7
Stel voor de kalender de dag in
, selecteer [Volgorde
.
, selecteer een indeling en
.
waarmee de week begint.
U kunt de dag instellen die uiterst links verschijnt wanneer de kalender wordt weergegeven.
1
Druk op v/V, selecteer [Eerste weekdag] en druk op .
2
Druk op v/V, selecteer [Maandag]
8
Selecteer de tijdweergave.
1
Druk op v/V, selecteer [12u/24u­weerg.] en druk op .
2
Druk op v/V, selecteer [12 uur] of [24 uur] en druk op .
9
Druk op MENU.
Het menuscherm wordt gesloten.
en druk op .
[Zondag] of

Een geheugenkaart plaatsen

Plaats de geheugenkaart stevig in de daarvoor bestemde sleuf met de etiketzijde naar u toe (gezien van de achterzijde van dit apparaat).
Het lampje Lezen/Schrijven knippert wanneer u de geheugenkaart goed hebt geplaatst. Controleer de etiketzijde van de geheugenkaart en zet de geheugenkaart opnieuw in als het lampje Lezen/Schrijven niet knippert.
Als een fotolijst gebruiken
Vervolg
NL
25
Page 26
Voor meer details over uitwisselbare
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
• Wanneer u een miniSD 1, microSD 2 of "Memory Stick Micro" 3 gebruikt, plaats deze dan in een overeenkomstige adapter.
1
2
3
geheugenkaarten raadpleegt u de pagina's 106 tot 108. Voor ondersteunde bestandsindelingen raadpleegt u pagina 109.
Een geheugenkaart plaatsen
Wanneer u een geheugenkaart plaatst, verschijnen de betreffende afbeeldingen automatisch. Wanneer u het apparaat uitzet terwijl de afbeeldingen op het scherm staan en dan het apparaat weer inschakelt, blijven de afbeeldingen staan.
Een geheugenkaart uitnemen
De geheugenkaart uit de sleuf nemen en een geheugenkaart plaatsen zijn tegengestelde handelingen.
Verwijder de geheugenkaart niet wanneer het lampje Lezen/Schrijven knippert.
• De sleuf is zowel een "Memory Stick"-standaard sleuf als uitwisselbaar met een slot met Duo­afmetingen, dus u hebt geen "Memory Stick"­adapter nodig.
• De multifunctionele sleuf voor "Memory Stick" (Standaard/Duo)/SD geheugenkaart/MMC/xD­Picture Card detecteert automatisch het kaarttype.
• Plaats niet tegelijkertijd meerdere geheugenkaarten in de sleuven A en B. Als u meerdere geheugenkaarten plaatst, werkt het apparaat niet goed.
• In het klok en kalenderscherm schakelt u over naar "Diashow", "één afb. tonen" of "Index" (zie het volgende gedeelte).
Een ander afspeelapparaat kiezen
Druk op SELECT DEVICE (pagina 44).
NL
26
Page 27
Een andere weergave
Tips
Tips
Opmerkingen
VIEW MODE-toetsen
Gedeelte van de weergaveselectie
Gedeelte van de stijlselectie
kiezen
U kunt de weergavestijl veranderen met behulp van de VIEW MODE-toetsen.
1
Druk op de juiste toets voor de weergavestand die u wilt selecteren.
Het scherm gaat over naar de geselecteerde weergavestand.
.
1
Diashow (.pagina 28)
2
Klok en kalender (.pagina 29)
3
Één afb. tonen (.pagina 30)
4
Index (.pagina 31)
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op VIEW MODE bovenin de achterkant van het LCD­scherm, op V om de cursor naar het gedeelte van de weergaveselectie te verplaatsen en op B/b om een scherm te selecteren.
• Tevens kunt u herhaaldelijk op VIEW MODE op dit apparaat drukken, de cursor binnen het selectiegedeelte van het scherm verplaatsen en een weergavemodus kiezen.
2
Selecteer een stijl met B/b/v/V en druk op .
Het scherm gaat over naar de geselecteerde weergavestijl.
• Wanneer de cursor in het gedeelte van de weergaveselectie staat, verplaats hem dan met v naar het gedeelte van de stijlselectie.
• U kunt de cursor binnen het gedeelte van de stijlselectie verplaatsen door herhaaldelijk op de knop van de momenteel geselecteerde weergavemodus , ,
of of
VIEW MODE op dit apparaat te drukken.
• Wanneer u dit apparaat een bepaalde tijd niet gebruikt, wordt de stijl die de cursor aangeeft automatisch geselecteerd.
Als een fotolijst gebruiken
27
NL
Page 28

Weergave diavoorstelling

Tips
Dit gedeelte beschrijft de diavoorstelling-stijlen.
Weergave Stijl Beschrijving
Afbeeldingen verschijnen na elkaar op een enkel scherm.
Diashow
Weergave 1 afb.
Geeft meerdere afbeeldingen tegelijkertijd weer.
Weergave meer afbeeldingen
Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl de actuele datum en tijd in beeld zijn.
Klokweergave
Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl een kalender in beeld is. De actuele datum en tijd worden weergegeven.
Kalenderweerg.
Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl opnamedatum en ­tijd in beeld zijn. De actuele datum en tijd worden niet weergegeven.
Tijdmachine
Toont afbeeldingen terwijl willekeurig wordt overgeschakeld tussen een aantal verschillende stijlen en effecten voor de diavoorstelling. <Afbeeldingen in willekeurige volgorde weergeven>
Willek. weerg.
U kunt dat doen wanneer [Willekeurig] in [Inst. Diashow] is ingesteld op [Aan]. (.pagina 41)
• U kunt het interval, het effect, de weergavevolgorde en het kleureffect instellen wanneer u de diavoorstelling selecteert. Raadpleeg "De instellingen van de diavoorstelling wijzigen" (pagina 40).
NL
28
• Wanneer u tijdens de diavoorstelling op drukt, gaat het scherm naar de stand enkele weergave.
• Wanneer u tijdens een diavoorstelling dit apparaat uit- en weer inschakelt, gaat de voorstelling verder vanaf de laatst weergegeven afbeelding.
Page 29

Weergave klok en kalender

Opmerkingen
Dit gedeelte beschrijft de weergavestijlen voor klok en kalender.
Klok 1Klok 2Klok 3Klok 4Klok 5
Klok 6 Klok 7 Klok 8 Klok 9 Klok 10
Klok 11
Als een fotolijst gebruiken
Kalender 1 Kalender 2 Kalender 3
Lunaire kalender
(wanneer u [Ver.Chin.]
selecteert in
[Taalinstelling
(Language)])
• In de weergavemodus met klok en kalender is uitsluitend het tabblad (Instellingen) beschikbaar.
Arabische kalender
(wanneer u
[Arabisch]
selecteert in
[Taalinstelling
(Language)])
Perzische kalender
[Taalinstelling
(wanneer u
[Perzisch]
selecteert in
(Language)])
29
NL
Page 30

Stand enkele weergave (één afb. tonen)

Dit gedeelte beschrijft de weergavestijlen met enkele weergave.
Weergave Stijl Beschrijving
Geeft een complete afbeelding weer op het scherm. Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer te geven afbeeldingen.
Hele afb.
Geeft een afbeelding weer over het hele scherm. (Afhankelijk van de beeldverhouding van de opgenomen afbeelding wordt de rand van de afbeelding misschien slechts gedeeltelijk weergegeven.)
Schermvullend
Hele afb.(+Exif)
Schrmv.(+Exif)
Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer te geven afbeeldingen.
Geeft informatie over de afbeelding weer, zoals het nummer van de afbeelding, de bestandsnaam en de opnamedatum, terwijl de volledige afbeelding wordt getoond. Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer te geven afbeeldingen. Raadpleeg "Over het informatiescherm" (pagina 16) voor details over de afbeeldinginformatie.
Geeft informatie over de afbeelding weer, zoals het nummer van de afbeelding, de bestandsnaam en de datum van opname, in de stand Passend. (Afhankelijk van de beeldverhouding van de opgenomen afbeelding wordt de rand van de afbeelding misschien slechts gedeeltelijk weergegeven.) Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer te geven afbeeldingen. Raadpleeg "Over de weergave van informatie" (pagina 16) voor details over de afbeeldinginformatie.
30
NL
Page 31

Indexweergave

Tips
Dit gedeelte beschrijft de index-weergavestijlen.
Weergave Stijl Beschrijving
Toont een lijst van grote miniaturen. U kunt een
Index
afbeelding selecteren door op B/b/v/V te drukken.
Index 1
Toont een lijst van miniaturen. U kunt een afbeelding selecteren door op B/b/v/V te drukken.
Index 2
Toont een lijst van kleine miniaturen. U kunt een afbeelding selecteren door op B/b/v/V te drukken.
Index 3
• Een miniatuur is een afbeelding van klein formaat voor de indexweergave die wordt vastgelegd in de beelden die met een digitale camera worden gemaakt.
• Met kunt u de stand enkele weergave selecteren wanneer de afbeelding van uw keuze in weergave indexafbeeldingen verschijnt.
Als een fotolijst gebruiken
31
NL
Page 32

Als een printer gebruiken

Opmerkingen

Voorbereiding

3
Zet het scherm schuin.
Doe het volgende om dit apparaat als een printer te gebruiken.
Maak de afstandsbediening klaar voor gebruik (pagina 20).
Sluit het apparaat aan op de netspanning (pagina 22).
Zet dit apparaat in de afdrukstand (platte stand) (pagina 32).
Plaats een inktlint (zie pagina 33). Plaats wat afdrukpapier (zie pagina 34). Schakel het apparaat in (pagina 23).
• Voor details van de afstandsbediening en de netspanning raadpleegt u "Als een fotolijst gebruiken". (pagina 20)

Dit apparaat in de afdrukstand zetten (platte stand)

Doe het volgende om dit apparaat als een printer te gebruiken.
1
Verwijder de standaard.
3
2
• Wanneer u dit apparaat in de afdrukpositie gebruikt, verwijder dan de standaard en bewaar deze in de ruimte aan de achterkant van dit apparaat. Een magneet in de hoofdeenheid houdt de standaard op zijn plaats.
• Houd dit apparaat niet kort bij kaarten waarop de magneet een negatieve invloed zou kunnen uitoefenen, zoals bankkaarten, kredietkaarten, et cetera. Wanneer u dit apparaat kort bij een Braun tv plaatst, kan dit de kleuren van het tv-scherm veranderen.
2
Leg het apparaat plat (afdrukstand) en open de klep van het papiervak.
NL
32
Page 33

Het inktlint instellen

Opmerkingen
Wind het lint niet op in de richting zoals hier afgebeeld.
1
Trek de deksel voor de inktlinthouder open.
2
Zet het inktlint in de richting van de pijl totdat het op zijn plaats klikt.
3
Sluit de deksel van de inktlinthouder.
Het inktlint uitnemen
Duw de blauwe uitwerphendel voor het inktlint omhoog en neem het gebruikte inktlint uit de printer.
• Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg hebben.
• Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het opgewonden inktlint niet opnieuw voor het afdrukken. Anders worden geen goede afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het lint en windt u het lint op in de richting van de pijl zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.
Als een printer gebruiken
• Haal het inktlint niet uit elkaar.
• Trek het inktlint niet uit de inktcartridge.
• Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het afdrukken.
Aantekeningen bij het opslaan van
afdrukpakketten
Plaats het afdrukpakket niet op locaties waar zich hoge temperaturen (meer dan 30 °C), hoge vochtigheid, erg veel stof of direct zonlicht voordoen. Berg het op op een koele en donkere plaats en gebruik het korte tijd na de productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan afnemen afhankelijk van de omstandigheden waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen garantie of vergoeding bieden.
33
NL
Page 34
Het afdrukpapier
Voorzijde
plaatsen
1
Open de deksel van de papierlade.
Pak de afdekplaat van de papierlade aan weerszijden vast (aangeduid met de pijlen) en open de afdekplaat van de papierlade.
2
Plaats het afdrukpapier in de papierlade met de afdrukzijde naar boven.
Zorg ervoor dat het afdrukpapier niet ondersteboven ligt.
Voorzijde
Achterzijde
NL
34
3
Sluit de deksel van de papierlade.
Page 35
4
Opmerkingen
Open de schuif.
• U kunt tot 20 vellen afdrukpapier in de lade doen. Schud het afdrukpapier grondig los. Leg het afdrukpapier zodanig in de printer dat het beschermvel bovenop ligt. Neem het beschermvel uit de lade.
• Als er geen beschermvel is, leg het afdrukpapier dan in de papierlade met het afdrukoppervlak (de niet-bedrukte zijde) omhoog.
• Raak het afdrukoppervlak niet aan. Vingerafdrukken of verontreiniging op het afdrukoppervlak kunnen leiden tot onvolkomenheden in de afdruk.
• Buig het afdrukpapier niet en snijd het afdrukpapier vóór het afdrukken niet los van de perforaties.
• Om te voorkomen dat er papier vast komt te zitten in de printer of dat de printer niet goed functioneert, is het belangrijk dat u:
– niet op het afdrukpapier schrijft of typt. – geen stickers of zegels op het afdrukpapier
plakt.
– wanneer u afdrukpapier toevoegt in de
papierlade, erop let dat er niet meer dan 20 vellen afdrukpapier in de lade zitten.
– geen verschillende typen afdrukpapier bij elkaar
in de papierlade legt.
– niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Dezelfde
afbeelding tweemaal op hetzelfde vel papier afdrukken maakt de afbeelding niet dikker.
– het afdrukpapier alleen voor deze printer
gebruikt.
– afdrukpapier dat zonder afdruk uit de printer
komt niet nogmaals gebruikt.
Opmerkingen over het opbergen van papier
• Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u de papierlade uit dit apparaat en sluit u de schuif van de papierlade.
• Berg papier niet gedurende langere tijd op met de bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact met rubberen of kunststof producten die vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd; hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding afnemen.
• Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct toegang heeft.
• Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de oorspronkelijke of een daarmee vergelijkbare verpakking.
5
Schuif de papierlade in de printer.
Als een printer gebruiken
Vervolg
35
NL
Page 36
Voorafgaand aan ingebruikname
Netspanningadapter
Netsnoer
Naar stopcontact
10 cm of meer
Het afdrukpapier verplaatsen
De papieruitvoer opent automatisch wanneer u het apparaat in de afdrukstand plaatst (plat legt), maar u moet controleren of het geheel is geopend voordat u begint met afdrukken.
Zorg voor voldoende ruimte rond het apparaat. Tijdens het afdrukken verschijnt het papier een paar keer vanaf de achterzijde. Handhaaf 10 cm of meer ruimte aan de achterkant van dit apparaat.

Eenvoudige afdrukhandelingen

Dit gedeelte legt u uit hoe u de afbeeldingen van een geheugenkaart of intern geheugen weergeeft op het LCD-scherm van dit apparaat en de geselecteerde afbeeldingen afdrukt (direct afdrukken).
Wanneer u een afbeelding vanaf de aangesloten computer wilt afdrukken, raadpleegt u "Afdrukken vanaf een computer" (pagina 77).
Afdrukken in de stand enkele weergave
1
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit apparaat aan te zetten.
2
Verander het scherm naar de stand enkele weergave.
Wanneer u een andere weergave wilt, raadpleegt u "Een andere weergave kiezen" (pagina 27).
NL
36
3
Druk op B/b om de afbeelding weer te geven die u wilt afdrukken.
4
Stel het aantal afdrukken in.
Wanneer u de afbeelding slechts één keer wilt afdrukken, slaat u deze stap over en gaat u verder met stap 5.
Wanneer een afbeelding in de weergave enkele afbeelding wordt weergegeven en u de knop indrukt, verschijnt rechts onderaan het scherm.
Druk op
v
/V om het aantal afdrukken in te stellen en druk op . Het scherm keert terug naar de stand enkele weergave en het ingestelde aantal afdrukken wordt weergegeven.
Page 37
5
Tips
Druk op PRINT.
Het afdrukken begint. De printer drukt het aantal afbeeldingen af
dat u hebt ingesteld in stap 4.
Meer afbeeldingen afdrukken
Herhaal de stappen 3 en 4.
De afdrukkwaliteit veranderen.
Geef de afbeelding weer waarvan u de afdrukkwaliteit wilt veranderen en druk op om de afdrukkwaliteit in te stellen. Wanneer u "0" selecteert, wordt het afdrukken geannuleerd.
• Wanneer u op PRINT drukt in de stand enkele weergave (pagina 31), drukt de printer de afbeelding af die de cursor aangeeft en de afbeeldingen waarvoor u het aantal afdrukken hebt ingesteld.
• Wanneer u een indexpagina wilt afdrukken, raadpleegt u "Batch afdrukken" (pagina 63).
Afdrukken in de stand diavoorstelling
In de diavoorstelling kunt u een weergegeven afbeelding rechtstreeks afdrukken.
1
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit apparaat aan te zetten.
2
Verander het scherm naar de stand diavoorstelling.
Wanneer u een andere weergave wilt, raadpleegt u "Een andere weergave kiezen" (pagina 27).
Druk op B/b om de afbeelding te selecteren die u wilt afdrukken.
3
Druk op PRINT.
Het scherm voor het afdrukvoorbeeld wordt weergegeven.
Als een printer gebruiken
4
Stel het aantal afdrukken in.
Wanneer het afdrukscherm verschijnt en u de knop indrukt, verschijnt rechts onderaan het scherm.
Druk op v/V om het aantal afdrukken in te stellen en druk op . Het scherm keert terug naar de stand afdrukvoorbeeld en het ingestelde aantal afdrukken wordt weergegeven.
Vervolg
37
NL
Page 38
5
Opmerkingen
Druk op PRINT.
Het afdrukken begint. Het apparaat drukt de afbeelding af die
wordt weergegeven op het scherm met afdrukvoorbeeld.
• In de modus met klok en kalender kunt u niet afdrukken.
• Verplaats of draai dit apparaat nooit tijdens het afdrukken. Dan kan namelijk het inktlint of het papier vast komen te zitten. Wanneer u de stroom uitschakelt, laat de papierlade dan op zijn plek zitten en schakel het apparaat weer in. Wanneer het papier is uitgeworpen, hervat u het afdrukken.
• Haal de papierlade niet uit de printer tijdens het afdrukken. Dat kan een storing veroorzaken.
• Tijdens het afdrukken verschijnt het papier een paar keer. Raak het papier dan niet aan en trek er ook zeker niet aan.
• Wanneer het papier is vastgelopen, raadpleegt u pagina 103.
• Datumafdruk/Randen/Pagina's per vel kunt u uitsluitend afdrukken in de stand één afb. tonen (pagina 56).
38
NL
Page 39

Diverse functies gebruiken (Geavanceerde bedieningshandelingen)

Diverse functies gebruiken
39
NL
Page 40
Genieten van een
Tips
Opmerkingen
Gedeelte van de weergaveselectie
Gedeelte van de stijlselectie
diavoorstelling
1
Druk op (Diashow).
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op VIEW MODE bovenin de achterkant van het LCD-scherm, op
V
om de cursor naar het gedeelte van de weergaveselectie te verplaatsen en op om
(Diashow) te selecteren.
• Wanneer de cursor in het gedeelte van de weergaveselectie staat, verplaats hem dan met
v
naar het gedeelte van de stijlselectie.
• Wanneer de cursor in het gedeelte van de weergaveselectie staat, verplaats hem dan door herhaaldelijk op VIEW MODE te drukken.
B/b

De instellingen van de diavoorstelling wijzigen

1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Inst. Diashow] en druk daarna op .
4
Druk op v/V, selecteer het onderdeel en druk daarna op .
Raadpleeg de tabellen op de volgende pagina voor nadere bijzonderheden over de verschillende instellingen.
2
Selecteer de stijl van uw keuze met B/b/v/V en druk daarna op .
Raadpleeg "Weergave diavoorstelling" (pagina 28) voor nadere bijzonderheden over de stijlen van de diavoorstelling.
NL
40
• Let goed op het volgende wanneer u een diavoorstelling selecteert met de afbeeldingen die zijn opgeslagen op de geheugenkaart.
– Één van de eigenschappen van
geheugenkaarten, frequent uitlezen, kan tot fouten leiden en dan worden afbeeldingen niet correct weergegeven.
– Laat niet een diavoorstelling gedurende lange
tijd spelen met een klein aantal afbeeldingen. Hierdoor kan een gegevensfout ontstaan.
– Wij adviseren u vaak een backup van de
afbeeldingen op de geheugenkaart te maken.
• Wanneer dit apparaat bijvoorbeeld een diavoorstelling weergeeft, is het wijzigen van de instellingen van sommige onderdelen niet mogelijk. Deze onderdelen worden in grijs weergegeven en u kunt ze niet selecteren.
• De diavoorstelling start bij de eerste afbeelding als u dit apparaat uitzet of als u het reset.
Page 41
• Wanneer het scherm te helder is, kan dat misschien
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
niet prettig zijn. Let er goed op dat u de instellingen van de helderheid niet te helder maakt wanneer u dit apparaat gebruikt.
*: Instellingen af-fabriek
Item Instelling Beschrijving
Inst. Diashow Interval Kies één van de waarden 3 sec., 7 sec.*, 20 sec., 1 min., 5 min., 30 min., 1
uur, 3 uur, 12 uur, 24 uur voor het interval tussen de afbeeldingen.
• Afhankelijk van de stijl van de diavoorstelling of het formaat van de afbeelding is het mogelijk dat een afbeelding niet wisselt met de intervallen die u in het menu hebt ingesteld.
Effect Kruis midden Gaat over naar de volgende afbeelding alsof de vorige
afbeelding vanuit het midden naar de vier hoeken wordt geduwd.
Blindering V Gaat over naar de volgende afbeelding alsof een
jaloezie verticaal wordt neergelaten.
Blindering H Gaat over naar de volgende afbeelding alsof een
jaloezie horizontaal wordt getrokken.
Vervagen* Gaat over naar de volgende afbeelding door de huidige
afbeelding te laten vervagen en de volgende afbeelding helderder te laten worden.
Ruitenwisser Gaat over naar de volgende afbeelding alsof de huidige
afbeelding van het scherm wordt geveegd om de volgende afbeelding te onthullen.
Willekeurig Maakt willekeurig gebruik van bovenstaande vijf
effecten.
Willekeurig Aan Afbeeldingen worden willekeurig weergegeven.
Uit* Annuleert weergave in willekeurige volgorde.
Kleureffect Kleur* Toont een afbeelding in kleur.
Sepia Toont een afbeelding in de kleur sepia. Monochroom Toont een afbeelding in monochroom.
Weerg.mod. U kunt het weergaveformaat van de dia kiezen.
Diverse functies gebruiken
• De oorspronkelijke gegevens van de afbeelding veranderen niet.
Hele afb.* Geeft een gehele afbeelding weer vergroot tot het
juiste formaat. (Een afbeelding kan worden weergegeven met marges aan de boven- en onderzijde en aan de linker- en rechterzijde.)
Schermvullend Er wordt zoveel op het midden van de afbeelding
ingezoomd dat het hele scherm wordt gevuld.
• Afhankelijk van de stijl van de diavoorstelling is het mogelijk dat een afbeelding niet wordt weergegeven in het formaat dat u in het menu hebt ingesteld.
41
NL
Page 42
U kunt afbeeldingen van
Tips
Tips
uw geheugenkaart importeren in het interne geheugen.
U kunt dit apparaat als digitaal album gebruiken en belangrijke afbeeldingen in het interne geheugen opslaan.
• Wanneer u afbeeldingen opslaat in het interne geheugen, kunt u [Beeldimp.form.] in het menu gebruiken om in te stellen of u afbeeldingen wilt schalen tot het optimale formaat of ze zonder compressie wilt opslaan (pagina 67). Wanneer [Beeldimp.form.] is ingesteld op [Schalen], kunt u maximaal ongeveer 2.000 afbeeldingen opslaan in het interne geheugen. Wanneer [Orig.] is ingesteld, varieert het aantal afbeeldingen dat kan worden opgeslagen mogelijk afhankelijk van de oorspronkelijke bestandsgrootte van de afbeeldingen.
1
Druk op (Importeren) wanneer een afbeelding die is opgeslagen op de geheugenkaart of op het externe apparaat op het scherm wordt getoond.
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het tabblad (Bewerken) met selecteer [Importeren] met
.
B/b
v/V
en druk op
,
Stand enkele weergave (Weergave enkele afbeelding)
Weergave diavoorstelling
Weergave indexafbeeldingen
2
Druk op v/V, selecteer [Deze afb. Importeren], [Import. meerdere afb.] of [Alle afb. importeren] en druk op
.
Als u [Deze afb. Importeren] selecteert, wordt de afbeelding die op dat moment wordt getoond, geïmporteerd in het interne geheugen. Ga naar stap 5. (Dit onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de weergave van de diavoorstelling.)
Als u [Import. meerdere afb.] selecteert, kunt u de afbeelding die u wilt importeren, selecteren uit de lijst van afbeeldingen. Ga naar stap 3.
42
NL
Page 43
Als u [Alle afb. importeren] selecteert,
Tips
Opmerkingen
Tips
wordt de lijst van afbeeldingen weergegeven. Het selectievakje van alle afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap
4.
3
Met behulp van B/b/v/V selecteert u in de lijst de afbeelding die u wilt importeren en drukt u op .
" wordt aan de geselecteerde
" afbeelding toegevoegd. Herhaal deze stap als u meerdere afbeeldingen tegelijk wilt importeren.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt maken, selecteert u de afbeelding en drukt u op . " afbeelding.
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst sorteren
Tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen. Niet tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen
in het apparaat dat de momenteel weergegeven afbeelding bevat.
Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren (filteren)" (pagina 50).
" verdwijnt van de
5
Selecteer de map van uw keuze met v/V en druk op .
Getoond wordt het bevestigingsscherm dat wordt gebruikt om uit te maken of een afbeelding al dan niet aan het interne geheugen wordt geïmporteerd.
• Er wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt wanneer u [Nieuwe map] selecteert.
6
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk daarna op .
De afbeelding wordt opgeslagen in de opgegeven map in het interne geheugen.
7
Druk op als het bevestigingsscherm wordt getoond.
• "In het interne geheugen importeren" is niet beschikbaar voor afbeeldingen in het interne geheugen.
• Doe het volgende niet terwijl afbeeldingen in het interne geheugen worden geïmporteerd. Als u dat doet, kan dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
– Het apparaat uitzetten – Een geheugenkaart verwijderen – Nog een kaart inzetten
Diverse functies gebruiken
4
Druk op MENU.
Het bevestigingsscherm voor het selecteren van een map verschijnt.
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met [
/
] in de lijst van afbeeldingen.
43
NL
Page 44
Opmerkingen
Tips
Opmerkingen

Stand Vernieuwen

Afhankelijk van de eigenschappen van het apparaat kunnen afbeeldingen die in het interne geheugen worden geïmporteerd na een lange leestijd of veelvuldige dataleesacties een leesfout geven. Dergelijke afbeeldingen worden misschien niet correct weergegeven.
Dit apparaat vernieuwt het interne geheugen en de beveiligde afbeeldingen automatisch, afhankelijk van de status van het interne geheugen.
Het bevestigingsscherm dat wordt gebruikt voor het vernieuwen van het interne geheugen wordt automatisch weergegeven wanneer het vernieuwen van het interne geheugen nodig is.
Het vernieuwen begint wanneer u [Ja] selecteert. Het Vernieuwen start ook automatisch wanneer 30 seconden lang geen bedieningshandeling wordt verricht. Als u [Nee] selecteert, wordt het bevestigingsscherm voor het vernieuwen van het interne geheugen de volgende keer weergegeven.

Opgeven waar vanaf wordt afgespeeld

U kunt opgeven of u een geheugenkaart of het interne geheugen wilt weergeven.
1
Druk op SELECT DEVICE.
• Wanneer u op het apparaat zelf werkt, druk dan op MENU en gebruik de knoppen om het tabblad Sel. Ap. (Select device) te selecteren.
• Wanneer de geheugenkaart die u wilt selecteren, niet aanwezig is, steek hem dan nu in de sleuf.
B/b
Zet dit apparaat niet uit wanneer het interne geheugen wordt vernieuwd. Dat kan een storing veroorzaken.
Het vernieuwen van het interne geheugen kan ongeveer 5 minuten in beslag nemen.
• Wij adviseren u zo nu en dan een backup van uw gegevens te maken zodat u ze niet kunt verliezen.
• Laat niet een diavoorstelling met minder dan 10 afbeeldingen ononderbroken lopen als u de intervaltijd voor de diavoorstelling op 3 seconden hebt ingesteld. Mogelijk kunt u sommige afbeeldingen in het interne geheugen niet beveiligen.
NL
44
• Wanneer klok en kalender verschijnen, kunt u het tabblad Sel. Ap. (Select device) niet gebruiken.
2
Druk op v/V, selecteer het apparaat dat u wilt weergeven en druk daarna op .
De afbeeldingen van het geselecteerde apparaat worden weergegeven.
Page 45

Een afbeelding uit het interne geheugen exporteren naar een geheugenkaart

U kunt de afbeeldingen in het interne geheugen exporteren naar een geheugenkaart of een extern apparaat.
1
Druk op MENU wanneer een afbeelding die in het interne apparaat is opgeslagen, op het scherm wordt getoond.
2
Druk op B/b om het tabblad (Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Exporteren] en druk daarna op .
Stand enkele weergave (Weergave enkele afbeelding)
Als u [Export. meerdere afb.] selecteert, kunt u de afbeelding die u wilt exporteren, selecteren uit de lijst van afbeeldingen. Ga naar stap 5.
Als u [Alle afb. exporteren] selecteert, wordt de lijst van afbeeldingen weergegeven. Het selectievakje van alle afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap
6.
5
Met behulp van B/b/v/V selecteert u in de lijst de afbeelding die u wilt exporteren en drukt u op .
"✔" wordt aan de geselecteerde afbeelding toegevoegd.
Herhaal deze stap als u meerdere afbeeldingen tegelijk wilt exporteren.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt maken, selecteert u de afbeelding en drukt u op . " afbeelding.
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst sorteren
Tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen. Niet tijdens het sorteren: Geeft een overzicht van alle afbeeldingen
in het interne geheugen. Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren
(filteren)" (pagina 50).
" verdwijnt van de
Diverse functies gebruiken
4
Druk op v/V, selecteer [Deze afb. exporteren], [Export. meerdere afb.] of [Alle afb. exporteren] en druk op
.
Als u [Deze afb. exporteren] selecteert, wordt de afbeelding die op dat moment wordt getoond, naar het apparaat geëxporteerd. Ga naar stap 7. (Dit onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de weergave van de diavoorstelling.)
6
Druk op MENU.
Getoond wordt het scherm voor het selecteren van de geheugenkaart waar u naartoe wilt exporteren.
Vervolg
45
NL
Page 46
7
Tips
Opmerkingen
Tips
Selecteer de geheugenkaart waar naartoe u de afbeelding wilt exporteren door op v/V en vervolgens op te drukken.
8
Selecteer de map van uw keuze met v/V en druk op .
Getoond wordt het bevestigingsscherm dat wordt gebruikt om uit te maken of al dan niet wordt geëxporteerd.
• Doe het volgende niet terwijl een afbeelding wordt geëxporteerd. Als u dat doet, kan dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
– Het apparaat uitzetten – Een geheugenkaart verwijderen – Nog een kaart inzetten
• U kunt ook de toets MENU op dit apparaat gebruiken.
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met [
/
] in de lijst van afbeeldingen.
• Iedere geheugenkaart die die apparaat niet herkent, verschijnt grijs en u kunt hem dan niet selecteren.
• Er wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt wanneer u [Nieuwe map] selecteert.
9
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk daarna op .
Het exporteren is voltooid.
10
Druk op als het bevestigingsscherm wordt getoond.
De afbeelding wordt gekopieerd naar de opgegeven geheugenkaart.
NL
46
Page 47
Een afbeelding
Tips
Opmerkingen
Tips
verwijderen
1
Druk op (Verwijderen) wanneer een afbeelding op het scherm wordt getoond.
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het tabblad (Bewerken) met selecteer [Verwijderen] met op .
2
Druk op v/V, selecteer [Deze afb. wissen], [Wissen meerdere afb.] of [Alle afb. wissen] en druk op .
Als u [Deze afb. wissen] selecteert, wordt de afbeelding die op dat moment wordt weergegeven, verwijderd. Ga naar stap 5. (Dit onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de weergave van de diavoorstelling.)
Als u [Wissen meerdere afb.] selecteert, kunt u de afbeelding selecteren die u uit de lijst van afbeeldingen wilt verwijderen. Ga naar stap 3.
Als u [Alle afb. wissen] selecteert, wordt de lijst van afbeeldingen weergegeven. Het selectievakje van alle afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap 4.
3
Met behulp van B/b/v/V selecteert u in de lijst de afbeelding die u wilt wissen en drukt u op .
"✔" wordt aan de geselecteerde afbeelding toegevoegd.
Herhaal deze stap als u meerdere afbeeldingen tegelijk wilt verwijderen.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt maken, selecteert u de afbeelding en drukt u op . " afbeelding.
" verdwijnt van de
B/b
v/V
,
en druk
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst sorteren
Tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen. Niet tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen
in de geheugenkaart die de momenteel weergegeven afbeelding bevat.
Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren (filteren)" (pagina 50).
4
Druk op MENU.
Het bevestigingsscherm voor het verwijderen wordt weergegeven.
5
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk daarna op .
De afbeelding wordt verwijderd.
6
Druk op als het bevestigingsscherm wordt getoond.
• Doe het volgende niet terwijl een afbeelding wordt verwijderd. Als u dat doet, kan dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
– Het apparaat uitzetten – Een geheugenkaart verwijderen – Nog een kaart inzetten
• Wanneer de melding [Kan geen beveiligd bestand verwijderen] op het scherm verschijnt, is het bestand van de afbeelding ingesteld op Read Only (Alleen lezen) op een computer. Sluit in dat geval dit apparaat aan op een computer en verwijder dit bestand met behulp van de computer.
• De totale capaciteit van het interne geheugen is niet gelijk aan de resterende capaciteit, zelfs niet onmiddellijk na het initialiseren.
• Als het verwijderen is gestart, kan de verwijderde afbeelding niet worden teruggehaald, zelfs niet als u het verwijderen stopt. Verwijder afbeeldingen alleen nadat u hebt bevestigd dat u ze werkelijk wilt verwijderen.
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met [
/
] in de lijst van afbeeldingen.
Diverse functies gebruiken
Vervolg
47
NL
Page 48
Tips
Het interne geheugen formatteren
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Initialiseren] en druk daarna op .
4
Druk op v/V, selecteer [Intern geh. formatt.] en druk daarna op . Nu ziet u het bevestigingsscherm voor het initialiseren van het interne geheugen.
5
Druk op v/V, selecteer [Ja] en daarna op
.

Een merkteken registreren

U kunt alleen een diavoorstelling maken van afbeeldingen die van tevoren zijn geselecteerd en zijn gemarkeerd. U kunt gemakkelijk controleren of er afbeeldingen voorzien zijn van het merkteken wanneer u de weergave van indexafbeeldingen of de stand enkele weergave gebruikt (met Exif).
1
Druk op (Markeren) wanneer een afbeelding op het scherm wordt getoond.
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het tabblad (Bewerken) met selecteer [Markeren] met
.
2
Selecteer het merkteken van uw keuze met v/V en druk op .
B/b
v/V
en druk op
,
48
NL
3
Druk op v/V, selecteer [Deze afb. markeren], [Mark./Oph. meerd. afb.] of [Alle afb. markeren] en druk op
.
Wanneer u [Deze afb. markeren] selecteert, dan zal aan de afbeelding die op dat moment wordt getoond in de toekomst een merkteken zijn gehecht. (Dit onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de weergave van de diavoorstelling.)
Page 49
Wanneer u [Mark./Oph. meerd. afb.]
Opmerkingen
Tips
selecteert, dan kunt u uit de lijst van afbeeldingen de afbeelding selecteren waaraan u een merkteken wilt hechten. Ga naar stap 4.
Als u [Alle afb. markeren] selecteert, wordt de lijst van afbeeldingen weergegeven. Het selectievakje van alle afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap
5.
4
Met behulp van B/b/v/V selecteert u in de lijst de afbeelding die u wilt exporteren en drukt u op .
"✔" wordt aan de geselecteerde afbeelding toegevoegd.
Herhaal deze stap als u meerdere afbeeldingen tegelijk wilt selecteren.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt maken, selecteert u de afbeelding en drukt u op . " afbeelding.
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst sorteren
Tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen
die aan de sorteercriteria voldoen. Niet tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen
in de geheugenkaart die de momenteel weergegeven afbeelding bevat.
Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren (filteren)" (pagina 50).
" verdwijnt van de
Een registratie van een merkteken verwijderen
Selecteer [Mark. afb. opheffen] of [Alle afb.mark. oph.] en druk daarna op in stap 3. U kunt ook de selectie ongedaan maken door het vinkje uit het selectievakje te verwijderen.
• [Mark. afb. opheffen]: Verwijdert een merkteken van de afbeelding die op dat moment wordt getoond. (Dit onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de weergave van de diavoorstelling.)
• [Alle afb.mark. oph.]: Tijdens het sorteren Deselecteert alle afbeeldingen die aan de sorteercriteria voldoen. Niet tijdens het sorteren Deselecteert alle afbeeldingen in de geheugenkaart die de momenteel weergegeven afbeelding bevat.
• Uitsluitend merktekens die aan afbeeldingen op het
interne geheugen zijn bevestigd, worden opgeslagen. Merktekens die zijn bevestigd aan afbeeldingen op een geheugenkaart, worden verwijderd wanneer u het apparaat uitschakelt of een ander weergaveapparaat kiest.
• U kunt uit de 3 typen een merkteken kiezen.
• U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met
[
/
] in de lijst van afbeeldingen.
Diverse functies gebruiken
5
Druk op MENU.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
6
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk daarna op .
Het merkteken wordt aan de geselecteerde afbeelding gehecht.
49
NL
Page 50
Afbeeldingen sorteren
Tips
Opmerkingen
(filteren)
De sortering opheffen
Wanneer de gesorteerde afbeeldingen worden weergegeven, drukt u op MENU, selecteert u [Stop sort.(alles tonen)] en drukt u op .
U kunt afbeeldingen die zijn opgeslagen in het interne geheugen of op een geheugenkaart sorteren op datum, map, afbeeldingoriëntatie of merktekens.
1
Druk op SORT wanneer een afbeelding op het scherm wordt getoond.
• Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het tabblad (Bewerken) met selecteer [Sorteren (Sort)] met op .
2
Selecteer een sorteerstijl met v/V
B/b v/V
, en druk
en druk op .
De sorteerstijl veranderen
Wanneer de gesorteerde afbeeldingen worden weergegeven, drukt u op BACK.
• Zet tijdens het sorteren dit apparaat niet uit en neem de geheugenkaart er niet uit. Als u dat doet, kunnen dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
• In de volgende gevallen wordt het sorteren automatisch ongedaan gemaakt.
– Een ander weergaveapparaat kiezen – Wanneer afbeeldingen op een geheugenkaart
zijn gesorteerd en de geheugenkaart wordt verwijderd.
• Wanneer u tijdens het sorteren een ander geheugenapparaat kiest, wordt het sorteren automatisch geannuleerd.
• [Sorteren op datum]: Filtert op opnamedatum.
• [Sorteren op map]: Filtert op map.
• [Verticaal/horizontaal sorteren]: Filtert op oriëntatie van de afbeelding.
• [Sorteren op markering]: Filtert op merkteken.
3
Selecteer het onderdeel van uw keuze met B/b/v/V en druk op .
NL
50
Page 51
Het formaat en de
Tips
Opmerkingen
oriëntatie van de afbeelding aanpassen
• Wanneer u de vergrote afbeelding verwijdert met
B
/b/v/V en in stap 1 op MENU drukt, wordt de afbeelding bijgewerkt tot de afmetingen van de weergegeven afbeelding en opgeslagen.

Een afbeelding vergroten/ verkleinen

U kunt een afbeelding in de stand enkele weergave vergroten of verkleinen.
1
Druk op (inzoomen) op de afstandsbediening als u een afbeelding wilt vergroten. Druk op (uitzoomen) als u een afbeelding wilt verkleinen.
Iedere keer dat u op de toets drukt, wordt de afbeelding verder vergroot. U kunt een afbeelding maximaal 5 keer de oorspronkelijke schaal vergroten. U kunt een vergrote afbeelding omhoog, omlaag, naar links en naar rechts verplaatsen.
Een vergrote of verkleinde afbeelding opslaan (Trimmen en opslaan)
1
Druk op MENU wanneer de vergrote of verkleinde afbeelding verschijnt.
2
Druk op v/V en selecteer de opslagmethode. Wanneer u [Opslaan als nieuwe afb.] selecteert, wordt een kopie van de afbeelding opgeslagen. Ga naar stap Wanneer u [Overschrijven] selecteert, overschrijft de nieuwe afbeelding de oude. Ga naar stap
3
Druk op v/V, selecteer het apparaat waarop u de afbeelding wilt opslaan en druk op .
4
Druk op v/V, selecteer een map en druk op
.
5
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk op . De afbeelding wordt opgeslagen.
6
Wanneer het bevestigingsscherm verschijnt na het opslaan van de afbeelding, drukt u op
.
5
.
3
.
• Wanneer u een afbeelding vergroot, kan dat, afhankelijk van de grootte van de afbeelding, ten koste gaan van de kwaliteit.
• U kunt de afbeelding niet overschrijven wanneer hij een ander dataformaat heeft dan JPEG: (.jpg)
Diverse functies gebruiken
51
NL
Page 52
Opmerkingen
Tips

Een afbeelding draaien

In de stand enkele weergave kunt u een afbeelding roteren.
1
Druk in de stand enkele weergave op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad (Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Draaien] en druk daarna op .
4
Selecteer de draairichting van de afbeelding door op v/V en dan op
te drukken.
•: Draait de afbeelding 90 graden naar rechts.
•: Draait de afbeelding 90 graden naar links.
5
Druk op v/V, selecteer [OK] en druk daarna op .
• U kunt een vergrote afbeelding niet roteren.
• Tevens kunt u een afbeelding roteren met (Roteren) op de afstandsbediening. Iedere keer wanneer u de knop indrukt, draait de afbeelding 90 graden naar links.
• Wanneer u de afbeeldingen in het interne geheugen weergeeft, blijft de informatie die wordt gebruikt voor het draaien van de afbeelding, bewaard, zelfs wanneer u het apparaat uitschakelt.
• U kunt de afbeelding van de indexafbeeldingen draaien.

De instellingen van de functie Auto Aan/Uit wijzigen

Met de tijdschakeling kunt u het apparaat automatisch aan- of uitschakelen, ook als het apparaat aan staat.
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Auto AAN/ UIT] en druk op .
4
Druk op v/V, selecteer [Instelmethode] en druk op . Druk dan op v/V, selecteer [Eenvoudig] of [Geavanceerd] en druk op .
[Eenvoudig]: Stelt de functie Auto Aan/Uit nauwkeurig in met stappen van één minuut.
[Geavanceerd]: Stelt de functie Auto Aan/Uit in op een dag in de week in eenheden van één uur.
52
NL
Page 53
5
Tips
Druk op v/V, selecteer [Tijdinstelling] en druk op
[Eenvoudig]
1
Selecteer een onderdeel waarvoor u de tijd wilt instellen. Druk op
v
/V, selecteer [Timer AAN] of
[Timer UIT] en druk op . Druk nu op
v
/V, selecteer [Inschakelen] en druk op
.
2
Stel de tijd in waarop u de Timer AAN of Timer UIT wilt activeren. Druk op
v
/V, selecteer [Tijd auto
AAN] of [Tijd auto UIT] en druk op
.
Druk op
B
/b, selecteer het uur of de minuut, druk op v/V om het uur of de minuut in te stellen en druk op .
3
Stel de dag van de week in waarop de tijdschakeling actief moet worden. Druk op
v
/V, selecteer [Dag auto AAN] of [Dag auto UIT] en druk op
.
Druk op
v
/V om de dag te selecteren waarop de tijdschakeling actief moet worden en druk op om hem te selecteren. Druk op
v
/V om de cursor naar [OK] te
verplaatsen en druk op .
[Geavanceerd]
.
1
Selecteer met B/b/v/V de tijd waarop u de Auto Aan/Uit-functie wilt gebruiken. U kunt deze functie instellen op een dag in de week in eenheden van één uur. De kleur van de geselecteerde tijdzone verandert in blauw nadat u op hebt gedrukt. De stroomvoorziening van dit apparaat schakelt in wanneer de blauwe tijdzone actief wordt. De kleur van de geselecteerde tijdzone verandert in grijs, nadat u de blauwe tijdzone hebt geselecteerd en daarna op hebt gedrukt. De stroomvoorziening van dit apparaat wordt uitgeschakeld in de grijze tijdzone.
• Dit apparaat schakelt op de automatische uitschakeltijd automatisch uit, ook terwijl het in gebruik is. Een uitzondering is wanneer het apparaat afdrukt. De fotolijst wordt automatisch ingeschakeld op de tijd die u hebt ingesteld voor [Timer AAN] in de stand Stand-by.
2
Druk op B/b/v/V, selecteer [OK] en druk op .
6
Druk op MENU.
Diverse functies gebruiken
53
NL
Page 54
54
NL
Page 55

Verschillende afdrukmethoden gebruiken (geavanceerd afdrukken)

Op verschillende manieren
afdrukken
55
NL
Page 56
De afdrukinstellingen
Tips
veranderen
(Datumafdruk, Randen, Pagina's per vel)
Datumafdruk (Datum afdrukken)
Randen (Met rand)
Pagina’s per vel
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren.
• Wanneer de afdrukinstelling is ingesteld op [Datumafdruk], [Pagina’s per vel] en [Randen], is afdrukken uitsluitend toegestaan wanneer de afbeelding wordt weergegeven in modus enkele weergave (pagina 36).
• Dit gedeelte beschrijft uitsluitend [Datumafdruk]-, [Randen]- en [Pagina’s per vel]-patronen.
• U kunt alle afbeeldingen van een geheugenkaart of het interne geheugen selecteren en ze afdrukken als een lay-outafdruk. (pagina 59)
3
Druk op v/V, selecteer [Afdrukinstellingen] en druk op .
4
Druk op v/V, selecteer een onderdeel dat u wilt wijzigen en druk daarna op .
5
Selecteer met een druk op v/V de instelwaarde en druk daarna op .
De ingestelde waarde is bevestigd. (pagina
68)
NL
56
Page 57
"Creatief afdrukken"
Tips
Tips
Tips
Afbeeldinggedeelte Kalendergedeelte

Een kalender maken

verrichten
(Kalender/Lay-outafdruk/ID-foto)
Wat is "Creatief afdrukken"? U kunt afbeeldingen in een geheugenkaart of
het interne geheugen bewerken en een kalender, layout print of ID photo maken.
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad (Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Creatief afdrukken] en druk op .
Het menu Creatief afdrukken verschijnt.
• Tijdens het verrichten van Creatief afdrukken kunt u MENU indrukken en instellen als deel van de menonderdelen voor de afdrukinstelling.
De handeling halverwege ongedaan maken
Druk op BACK. Het venster van de vorige stap verschijnt. Afhankelijk van de stap kunt u de handeling misschien niet ongedaan maken.
Het menu Creatief afdrukken verlaten
Verricht de volgende stappen.
1
Druk op MENU en op B/b om het tabblad
(Bewerken) te selecteren.
2
Druk op v/V, selecteer [Creatief afdrukken voltooid] en druk op .
• U kunt het menu Creatief afdrukken ook verlaten
met de knop op te drukken op het scherm met het afdrukvoorbeeld. Het dialoogvenster voor het opslaan van een afbeelding kan verschijnen.
B
/b/v/V om te selecteren en dan
1
In het menu Creatief afdrukken drukt u op B/b/v/V om te selecteren (Kalender) en drukt u vervolgens op .
Het scherm voor het selecteren van de kalendersjabloon verschijnt.
2
Druk op B/b/v/V, selecteer de gewenste sjabloon en druk daarna op .
Nu ziet u het afdrukvoorbeeld van de geselecteerde sjabloon.
• U kunt een afbeeldinggedeelte of kalendergedeelte in elke volgorde selecteren en instellen.
3
Een afbeelding selecteren
Wanneer u een sjabloon met meer afbeeldingen selecteert, selecteer dan een afbeelding voor ieder gedeelte.
1
Op het afdrukvoorbeeld van de kalendersjabloon drukt u op B/b/v/V om een afbeelding te selecteren en drukt u op . Het scherm voor het selecteren van de afbeelding verschijnt.
2
Druk op B/b/v/V, selecteer een afbeelding en druk op . Het scherm voor het bewerken van de afbeelding verschijnt.
Op verschillende manieren afdrukken
Vervolg
57
NL
Page 58
4
Tips
Bewerk de afbeelding.
Voor details over het bewerken van een afbeelding leest u verder op pagina 60.
5
Pas de afbeelding aan.
Voor details over het aanpassen van een afbeelding leest u verder op pagina 61.
6
Stel de kalender in.
1
Op het scherm met het afdrukvoorbeeld van de kalendersjabloon drukt u op
b/v/V
om het kalendergedeelte te selecteren en drukt u op . Het instellingsscherm voor de kalender verschijnt.
2
Druk op v/V om het onderdeel te selecteren dat u wilt instellen en druk op .
Item Beschrijving
Dagkleur
B
/
Er verschijnt een kalender in het kalendergedeelte van het scherm met het afdrukvoorbeeld.
7
Druk op v/V, selecteer en druk
Stel de kleur van zaterdag of zondag in die op de kalender moet verschijnen. Druk op
b
en op v/V om de gewenste kleur voor zaterdag en zondag te selecteren. Druk nu op .
op .
Het scherm voor het afdrukvoorbeeld van de afbeelding verschijnt.
8
Druk op PRINT.
Ga verder met de instructies op het scherm.
• U kunt de ingestelde kalendergegevens opslaan. Zie pagina 62.
Item Beschrijving
58
Start J/M
Eerste weekdag
NL
Stel de eerste maand en het jaar in waarmee de kalender begint. Druk op B/b, selecteer maand en jaar en druk op v/V om het nummer in te stellen. Druk op .
Stel de dag van de week in (helemaal links op de kalender geplaatst). Druk op
b
[Zondag] of [Maandag]. Druk nu op .
en v/V in, selecteer
Page 59
Tips
Tips

Een Lay-outafdruk Een ID-foto

De volgende indelingen zijn beschikbaar.
• 1/2/4/9/13/16 afbeeldingen per pagina
1
In het menu Creatief afdrukken drukt u op B/b/v/V om te selecteren (Lay-outafdruk) en drukt u vervolgens op .
De Lay-outafdruk-sjablonen verschijnen.
2
Druk op B/b/v/V, selecteer de gewenste sjabloon en druk daarna op .
Nu ziet u het afdrukvoorbeeld van de geselecteerde sjabloon.
3
Selecteer een afbeelding.
Wanneer u een sjabloon met meer afbeeldingen selecteert, selecteer dan een afbeelding voor ieder gedeelte. Voor details over het selecteren van een afbeelding leest u verder bij stap 3 op pagina 57. Wanneer u een afbeelding / afbeeldingen selecteert, verschijnt het instelscherm.
4
Bewerk de afbeelding.
Voor details over het bewerken van een afbeelding leest u verder op pagina 60.
5
Pas de afbeelding aan.
Voor details over het aanpassen van een afbeelding leest u verder op pagina 61.
6
Druk op PRINT.
Ga verder met de instructies op het scherm.
1
In het menu Creatief afdrukken drukt u op B/b/v/V om te selecteren (ID-foto) en drukt u vervolgens op .
Het scherm voor het instellen van de hoogte en breedte van een ID photo verschijnt.
• U kunt een maximumformaat van 7,0 (breedte) × 9,0 (hoogte) cm instellen.
2
Druk op B/b/v/V om het onderdeel te selecteren dat u wilt aanpassen en druk op .
• De eenheid opgeven: Selecteer het tekstvak aan de linkerkant van de foto. U kunt [cm] of [inch] selecteren.
• De hoogte opgeven: Selecteer het cijfervak aan de rechterkant van de foto.
• De breedte opgeven: Selecteer het cijfervak aan de bovenkant van de foto.
3
Druk op v/V om de afmetingen of de eenheid in te stellen en druk op .
Nu ziet u de indelingsafbeelding van de geselecteerde afmeting.
4
Wanneer u de andere onderdelen wilt opgeven, herhaal dan de stappen 2 en 3.
Op verschillende manieren afdrukken
• U kunt de indeling opslaan. Zie pagina 62.
Vervolg
59
NL
Page 60
5
Tips
Opmerkingen
Druk op B/b/v/V, selecteer en druk op .
Het scherm voor het selecteren van een afbeelding verschijnt.
6
Selecteer een afbeelding.
Voor details over het selecteren van een afbeelding leest u verder bij stap 3 op pagina 57. Wanneer u een afbeelding / afbeeldingen selecteert, verschijnt het instelscherm.
7
Bewerk de afbeelding.
Voor details over het bewerken van een afbeelding leest u verder op pagina 60.
8
Pas de afbeelding aan.
Voor details over het aanpassen van een afbeelding leest u verder op pagina 61.
9
Druk op PRINT.
Ga verder met de instructies op het scherm.
• U kunt de ingestelde ID photo opslaan. Zie pagina
62
.
• Een ID photo die is afgedrukt met dit apparaat mag u misschien niet gebruiken voor een identiteitskaart of paspoort. Kijk op het betreffende certificaat eerst wat de eisen voor de foto zijn voordat u de kaart of het paspoort inlevert.

Een afbeelding bewerken

Op het bewerkingsscherm voor de afbeelding kunt u de afbeelding aanpassen.
Beeldbewerkingscherm voor (Kalender)
1
Druk op v/V, selecteer de gewenste bewerkingsonderdelen en druk daarna op .
Onderdelen Beschrijving
Verkleint of vergroot de afbeelding.
Verplaatst een afbeelding met behulp van Met behulp van bevestigt u de positie.
Draait een afbeelding 90 graden naar rechts.
Opent de modus om de kwaliteit van de afbeelding in te stellen.
Voor details raadpleegt u pagina 61.
Verandert een afbeelding van kleur in monochroom.
B
/b/v/V.
60
NL
2
Druk op v/V, selecteer [OK] en druk op .
Het scherm voor het afdrukvoorbeeld van de afbeelding verschijnt.
Page 61
De beeldkwaliteit
Wanneer [Helderheid] is geselecteerd.
aanpassen
1
Op het scherm voor het aanpassen van de afbeelding drukt u op B/b, selecteert u en drukt u op .
Het menu voor het aanpassen van de beeldkwaliteit verschijnt.
2
Druk op v/V, selecteer de gewenste bewerkingshulpmiddelen en druk daarna op .
Het instelscherm van het geselecteerde hulpmiddel verschijnt.
Druk op
B/b
om een afbeelding aan te
passen door het niveau te controleren. De afbeelding die u wilt aanpassen,
verschijnt op de linker helft van het scherm en de aangepaste afbeelding verschijnt aan de rechter helft.
Onderdelen
Scherpte
3
Druk op .
De aanpassing wordt effectief.
Beschrijving
Druk op b om de contouren scherper te maken of op zachter te maken.
B
om ze
Op verschillende manieren afdrukken
Onderdelen
Helderheid
Tint
Verzadiging
Beschrijving
Druk op b om de afbeelding helderder te maken of op donkerder te maken.
Druk op b om de afbeelding groener te maken of op roder te maken.
Druk op b om de kleuren dieper te maken of op om ze lichter te maken.
B
om hem
B
om hem
B
NL
61
Page 62
Tips
Tips
Opmerkingen

Een afbeelding opslaan

1
Druk op B/b, selecteer op het scherm met het afdrukvoorbeeld en druk op .
Scherm met afdrukvoorbeeld van de kalender
Het scherm voor het selecteren van de doellocatie verschijnt.
2
Druk op v/V, selecteer het apparaat waarheen u de afbeelding wilt exporteren en druk daarna op .
• De voorgaande afbeelding wordt niet overschreven.
• Zet tijdens het opslaan van de afbeelding dit apparaat niet uit en neem de geheugenkaart er niet uit. Als u dat doet, kunnen dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
3
Selecteer de map waarin u wilt opslaan met v/V en druk op .
• Er wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt wanneer u [Nieuwe map] selecteert.
4
Druk op op het bevestigingsscherm.
NL
62
Page 63
Batch afdrukken
Opmerkingen
Opmerkingen
(Indexafdruk/DPOF-afdruk/Alles afdrukken)
• Indexafdruk
U kunt een lijst (index) van alle afbeeldingen maken die zijn opgeslagen in een geheugenkaart of in het interne geheugen van dit apparaat, zodat u de inhoud van het geselecteerde medium snel kunt controleren. Het apparaat berekent automatisch het aantal deelvensters per vel. Afbeeldingen worden afgedrukt in ieder deelvenster.
• DPOF-afdruk
De afbeeldingen die vooraf zijn ingesteld op DPOF (Digital Print Order Format) voor het afdrukken verschijnen met het afdrukmerkteken ( ) in een afdrukvoorbeeld van de afbeelding. U kunt deze afbeeldingen tegelijkertijd afdrukken. De afbeeldingen worden afgedrukt met het vooraf ingestelde afdrukken en in de volgorde waarin ze werden weergegeven.
• Alles afdrukken
U kunt alle afbeeldingen afdrukken die zijn opgeslagen in het interne geheugen of op een geheugenkaart.
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad (Bewerken) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Batch afdrukken] en druk op .
Het menu Batch afdrukken verschijnt.
4
Druk op v/V, selecteer [Indexafdruk], [DPOF-afdruk] of [Alles afdrukken] en druk op .
Het dialoogvenster voor de bevestiging verschijnt.
• Wanneer er geen DPOF vooringestelde afbeeldingen zijn terwijl u [DPOF-afdruk] selecteert, verschijnt een foutmelding.
5
Druk op B/b, selecteer [Ja] om het afdrukken te starten of [Nee] om het afdrukken te annuleren en druk op
.
Wanneer u [Ja] selecteert, start het afdrukken.
Op verschillende manieren afdrukken
• Uitsluitend geselecteerde afbeeldingen verschijnen tijdens het sorteren.
• Voor het vooraf instellen van afbeeldingen voor het afdrukken, raadpleegt u de handleiding van uw digitale camera.
• Sommige types digitale camera ondersteunen de DPOF-functie niet, of dit apparaat ondersteunt misschien bepaalde functies van de digitale camera niet.
63
NL
Page 64

De instellingen van dit apparaat wijzigen

Opmerkingen
Opmerkingen
3

De instellingen veranderen

U kunt de volgende instellingen veranderen.
•Inst. Diashow
• Auto AAN/UIT
• Datum/tijdinstell.
• Alg. Instelling. (Lijstvolgorde, Sony-logo et cetera)
• Afdrukinstellingen
• Taalinstelling (Language)
• Initialiseren
Instellingsprocedure
1
Druk op MENU.
2
Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren.
• In de weergavemodus met klok en kalender is
uitsluitend het tabblad (Instellingen) beschikbaar.
Druk op v/V, selecteer het onderdeel dat u wilt veranderen en druk daarna op .
Bijvoorbeeld, wanneer [Inst. Diashow] is geselecteerd.
4
Druk op v/V, selecteer het onderdeel dat u wilt veranderen en druk daarna op .
Nu kunt u alle onderdelen instellen (pagina 66).
• Wanneer dit apparaat bijvoorbeeld een diavoorstelling weergeeft, kunnen de instellingen van sommige items niet worden gewijzigd. Zij worden weergegeven in grijs en u kunt ze niet selecteren.
5
Selecteer met een druk op v/V een instelwaarde en druk daarna op .
Iedere keer dat u v/V indrukt, verandert de instelwaarde. U kunt in het geval van een numerieke waarde de waarde verhogen door op
V
te drukken en verlagen door op
v
te drukken.
Als u op drukt, wordt de instelling bevestigd.
64
NL
6
Druk op MENU.
Het menu sluit.
Page 65
De instellingen terugzetten op
Tips
hun fabriekswaarde
1
Druk op MENU en op B/b en selecteer het tabblad
(Instellingen).
2
Druk op v/V, selecteer [Initialiseren] en druk op .
3
Druk op v/V, selecteer [Instellingen initial.] en druk daarna op .
Alle instellingen behalve de datum- en tijdinstellingen worden teruggezet op hun fabriekswaarde.
U kunt ook de toets MENU op dit apparaat gebruiken.
Op verschillende manieren afdrukken
65
NL
Page 66
In te stellen onderdelen
Item Instelling Beschrijving
Inst. Diashow Zie "De instellingen van de diavoorstelling wijzigen" (pagina 40). Auto AAN/UIT Stelt de timer-functie in die het apparaat automatisch in- en uitschakelt. U kunt voor deze
Datum/ tijdinstell.
Alg. Instelling. Lijstvolgorde Stelt de weergavevolgorde van afbeeldingen in. Deze instelling
functie de volgende instellingen gebruiken. ( Tijdinst
elling
Instelmethode
Stelt de datum, tijd, eerste dag van een week, et cetera in. (
Autoweerg.stand Aan*/Uit: activeert of deactiveert het automatisch veranderen van de
LCD-achtergr. Hiermee stelt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het
Eenvoudig
Geavance erd
Timer AAN Als u deze functie activeert, kunt u de tijdschakeling
Timer UIT Als u deze functie activeert, kunt u de tijdschakeling
De volgende functies worden ingeschakeld wanneer u de volgende toetsen indrukt nadat u hebt ingesteld dat de tijd of de datum automatisch op dit apparaat worden ingeschakeld of uitgeschakeld.
OK Keert terug naar het vorige scherm nadat de
Annuleren Keert terug naar het vorige scherm nadat de
Al trgst. Wist alle geselecteerde tijden. Geavanceerd*
Eenvoudig Stelt de functie Auto Aan/Uit nauwkeurig in met
bepaalt de volgorde in [Inst. Diashow]. Nr.vlg* Geeft afbeeldingen in de volgorde het
Op datum Geeft afbeeldingen op volgorde van opnamedatum
afbeeldingoriëntatie in de oriëntatie van dit apparaat.
LCD-scherm in op een niveau van 1 tot 10*.
.
pagina 52)
(tijd/dag) instellen zodat de stroomvoorziening op een bepaalde tijd automatisch wordt ingeschakeld.
(tijd/dag) instellen zodat de stroomvoorziening op een bepaalde tijd automatisch wordt uitgeschakeld.
bedieningshandeling is bevestigd.
bedieningshandeling is geannuleerd.
Stelt de functie Auto Aan/Uit in op een dag van de week in eenheden van één uur.
stappen van één minuut.
.
pagina 24)
afbeeldingnummer weer.
weer.
*: Instellingen af-fabriek
66
NL
Page 67
Opmerkingen
Opmerkingen
Item Instelling Beschrijving
Alg. Instelling. Beeldimp.form.
Sony-logo Aan*/Uit: u kunt instellen of het Sony-logo van dit apparaat brandt
Taalinstelling (Language)
Initialiseren Intern geh. formatt. U kunt het interne geheugen formatteren.
Stelt de taal voor de weergave op het LCD-scherm in. Japans/Engels*/Frans/Spaans/Duits/Italiaans/Russisch/Koreaans/Ver.Chin./Trad.Chin./ Nederlands/Portugees/Arabisch/Perzisch/Hongaars/Pools/Tsjechisch/Thai/Grieks/Turks/ Maleisisch/Zweeds/Noors/Deens/Fins
• In sommige regio’s kan de instelling van de standaardtaal variëren.
Instellingen initial. Zet alle instellingen terug op hun instelling af-fabriek behalve de
Form.aanpas*
Orig. Slaat beelden op in het interne geheugen zonder dat
of niet.
• Alle afbeeldingen die in het interne geheugen zijn geïmporteerd, worden verwijderd.
• Formatteer het interne geheugen niet met behulp van een aansluiting naar een computer.
instelling van de actuele datum en tijd van [Datum/tijdinstell.].
Wanneer u afbeeldingen van een geheugenkaart importeert, kan deze instelling de afmetingen van afbeeldingen aanpassen en de afbeeldingen opslaan in het interne geheugen. U kunt meer afbeeldingen opslaan, maar er is een zichtbare verslechtering van de beeldkwaliteit vergeleken met de oorspronkelijke afbeeldingen wanneer de afbeeldingen worden weergegeven op een groot scherm via een computer of een ander toestel.
ze worden gecomprimeerd. Er is geen sprake van verslechtering van de beeldkwaliteit, maar u kunt minder afbeeldingen opslaan.
Op verschillende manieren afdrukken
*: Instellingen af-fabriek
Vervolg
67
NL
Page 68
Item Instelling Beschrijving
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen
Afdrukin stellingen
Datumafdruk
Datum/Tijd Datum
Uit* Drukt een afbeelding af met de opnamedatum en –tijd.
Randen Rand 1/
Rand 2
Geen rand* Drukt een afbeelding af met lege ruimte eromheen.
Auto Fine
Aan* Deze functie corrigeert automatisch de beeldkwaliteit,
Print7
Drukt een afbeelding af met de opnamedatum en -tijd wanneer de afbeelding is opgenomen volgens de DCF­indeling (DCF = Design rule for Camera File system) en de opnamedatum en -tijd is geregistreerd als onderdeel van de opnamedata. U kunt [Datum] of [Datum/Tijd] selecteren.
Drukt een afbeelding af met een rand eromheen. Wanneer u een afbeelding onverkort wilt afdrukken, selecteert u [Rand 1]. Wanneer u bovenaan, onderaan en links en rechts vrijwel gelijke randen wilt handhaven, selecteert u [Rand 2].
• Wanneer u [Rand 2] selecteert, kunnen de onder- en bovenrand en de linker en rechter rand afhankelijk van de afbeelding worden getrimd.
• Wanneer u een standaard 4:3 afbeelding afdrukt die is genomen met een digitale camera, snijdt het apparaat de boven- en onderrand van de afbeelding eraf en drukt hij de afbeelding af in een 3:2 beeldverhouding.
zodat het apparaat de afbeelding levendiger, helderder en mooier afdrukt. Dat werkt met name bijzonder goed voor een donkerder afbeelding met laag contrast. Niet beschikbaar bij het afdrukken van het volgende:
.
• Pagina’s per vel (
• Indexafdruk (
.
pagina 56)
pagina 63)
• Diashow-afdrukken, anders dan Weergave 1 afb.
(
.
pagina 37)
• Creatief afdrukken (
.
pagina 57)
68
NL
Pagina’s per vel
• De originele afbeeldinggegevens worden niet veranderd.
• Bij het afdrukken in de pc-modus heeft de Auto Fine Print7
instelling prioriteit boven de instelling hier.
Uit Drukt een afbeelding zonder enige correcties af. 4 afb./
9 afb./
Drukt het opgegeven aantal deelvensters af, waarbij in ieder venster een afbeelding wordt geplaatst.
16 afb. Uit* Drukt een afbeelding af zonder deelvensters.
*: Instellingen af-fabriek
Page 69
Item Instelling Beschrijving
Afdrukin stellingen
KleurinstellingStelt de kleuren en scherpte van een afdruk in. Druk op B/b om een
kleurelement ([R] (rood), [G] (groen), of [B] (blauw)) of [S] (Sharpness) te selecteren en druk op v/V om het niveau in te stellen. U kunt de niveaus voor R, G, B instellen tussen +4 en –4 en voor S tussen +7 en 0.
R:
stelt de elementen rood en blauw in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe roder de afbeelding wordt, alsof hij rood licht ontving. Hoe lager niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof blauw licht werd toegevoegd.
G:
stelt de elementen groen en paars in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe groener de afbeelding wordt, alsof hij groen licht ontving. Hoe lager niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof rood­paars werd toegevoegd.
B:
stelt de elementen blauw en geel in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe blauwer de afbeelding wordt, alsof hij blauw licht ontving. Hoe lager niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof geel werd toegevoegd.
S:
hoe hoger niveau u instelt, hoe duidelijker de contouren worden.
(*R: 0/G:0/B:0/S:0)
*: Instellingen af-fabriek
Op verschillende manieren afdrukken
69
NL
Page 70
70
NL
Page 71

Wanneer u het apparaat aansluit op een computer, zijn er nog meer mogelijkheden

Het apparaat in combinatie met
een computer gebruiken
Het interne geheugen van dit
apparaat gebruiken
Afdrukken vanaf een computer
71
NL
Page 72

Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken

Opmerkingen

Wat u kunt doen wanneer u het apparaat aansluit op een computer

Wanneer u dit apparaat aansluit op een computer, kunt u de volgende twee functies gebruiken. Voor details over het selecteren van de modus raadpleegt u pagina 74.
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken ([Gebruik inw. Geheugen])
Op de computer kunt u door het interne geheugen van dit apparaat bladeren. Tevens kunt u afbeeldingen van de computer naar het interne geheugen kopiëren en ze in een overzicht weergeven op dit apparaat.
Afdrukken vanaf een computer ([Afdrukken])
U kunt afbeeldingen op de computer afdrukken vanaf dit apparaat. Voordat u de eerste keer afdrukt, moet u de meegeleverde software installeren.
Systeemvereisten
Als een intern geheugen gebruiken
Wanneer u dit apparaat als een intern geheugen wilt gebruiken, moet uw computer aan de volgende aanbevolen systeemvereisten voldoen.
x Windows
Aanbevolen besturingssysteem: Microsoft Windows Vista SP2/Windows XP SP3
Poort: USB-poort
x Macintosh
Aanbevolen besturingssysteem: Mac OS X (10.4 of recenter)
Poort: USB-poort
• Als meerdere USB-apparaten op een computer zijn aangesloten of als er een hub wordt gebruikt, kan zich een probleem voordoen. In dat geval moet u de aansluitingen vereenvoudigen.
• U kunt dit apparaat niet bedienen vanaf een ander USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt.
• Koppel de USB-kabel niet los tijdens de datacommunicatie.
• Het is niet zo dat dit apparaat gegarandeerd goed werkt met alle computers die aan de aanbevolen systeemvereisten voldoen.
• Dit apparaat blijkt functioneel indien aangesloten op een computer. Wanneer u andere apparaten aansluit op dit apparaat, herkennen deze apparaten het interne geheugen van dit apparaat misschien niet.
Tijdens het afdrukken
Wanneer u het meegeleverde stuurprogramma voor de printer en PMB (PictureMotionBrowser) wilt gebruiken, moet u een computer hebben die aan de volgende systeemvereisten voldoet.
Aanbevolen besturingssyst eem
CVE: Pentium III 500 MHz of sneller
Werkgeheugen:
*1*2
Microsoft Windows Vista SP2 / Windows XP SP3
*1
:
Het stuurprogramma van de printer is niet gegarandeerd onder Windows 2000 en kan niet draaien onder Windows ME of vroeger of op een Macintosh.
*2
PMB ondersteunt niet Windows 2000 of eerdere besturingssystemen / Windows Vista Starter Edition / Windows XP 64-bit en Starter Edition / Macintosh. PMB draait in een 32-bit uitwisselbare modus op Windows Vista 64-bit edition.
(Pentium III 800 MHz of sneller wordt aanbevolen.)
256 MB of meer (512 MB of meer wordt aanbevolen.)
72
NL
Page 73
Opmerkingen
Ruimte op de vaste schijf:
Weergave­instelling:
Connector: USB-connector
Schijf: cd-romstation (om de software
• Wanneer u dit apparaat via een hub aansluit op de computer, of wanneer twee of meer USB-apparaten inclusief andere printers op de computer zijn aangesloten, kan er een probleem optreden. In dat geval moet u de aansluitingen tussen de computer en dit apparaat vereenvoudigen.
• U kunt dit apparaat niet bedienen vanaf een ander USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt.
• Steek tijdens de datacommunicatie of het afdrukken de USB-kabel niet in en trek hem er ook niet uit.
• Dit apparaat ondersteunt geen standby-, slaap- of reservemodi of het opnieuw starten vanuit deze modi. Zorg ervoor dat de computer, terwijl hij is aangesloten op dit apparaat, tijdens het afdrukken niet kan overschakelen naar één van deze modi. Wanneer u dat doet, kan het afdrukken mislukken.
• Wanneer het afdrukken mislukt, verwijdert u een USB­kabel en sluit u hem weer aan, of start u de computer opnieuw. Probeer dan opnieuw af te drukken.
• Het is niet zo dat dit apparaat gegarandeerd goed werkt met alle computers die aan de aanbevolen systeemvereisten voldoen.
• PMB ondersteunt DirectX-technologie en DirectX­installatie kan nodig zijn. DirectX is beschikbaar op de cd-rom.
• Wanneer u de PMB installeert op een computer waarop de Cyber-shot Viewer reeds is geïnstalleerd, wordt de Cyber-shot Viewer overschreven en vervangen door de PMB. De bladermappen die reeds zijn geregistreerd in de Cyber-shot Viewer worden automatisch geregistreerd in de PMB.
500 MB of meer (afhankelijk van de Windows-versie die u gebruikt, kan meer ruimte nodig zijn. Voor het verwerken van beeldgegevens hebt u misschien meer ruimte op de vaste schijf nodig.)
Schermresolutie:
1.024 × 768 stippen of meer Schermkleuren:
Hoge kleuren (16-bit) of hoger
te installeren)

Voordat u het apparaat aansluit op een computer

Vooraf moet u voorbereidingen treffen, afhankelijk van hoe u dit apparaat aansluit op de computer.
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken
U hoeft geen voorbereidingen te treffen voordat u de aansluiting realiseert.
Afdrukken (voor de eerste keer)
De eerste keer dat u dit apparaat aansluit op een computer om af te drukken, moet u eerst het meegeleverde stuurprogramma voor de printer installeren.
Voor het installeren van het printerstuurprogramma raadpleegt u pagina 77.
Afdrukken (voor de tweede keer)
U hoeft geen voorbereidingen te treffen voordat u de aansluiting realiseert.
Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken
73
NL
Page 74
Aansluiten op een
Opmerkingen
Tips
Tips
Opmerkingen
Naar USB B-connector
Naar USB-connector
Computer
De functie van dit
computer
1
Sluit dit apparaat aan op de netspanning. (.pagina 22)
2
Sluit de computer en dit apparaat op elkaar aan met een in de handel verkrijgbare USB-kabel.
• Gebruik een USB-kabel met een B-type stekker (voor de USB B-connector van dit apparaat), korter dan 3 meter.
3
Zet dit apparaat aan. (.pagina 23)
apparaat selecteren
1
Zet de computer aan.
Het scherm voor het selecteren van de pc­modus verschijnt op de LCD van dit apparaat.
• Wanneer de computer reeds is ingeschakeld, verschijnt het scherm voor het selecteren van de modus wanneer u dit apparaat aansluit op de computer.
2
Druk op B/b, selecteer [Gebruik inw. Geheugen] of [Afdrukken] en druk op .
Op de volgende pagina's leest u hoe u de verschillende functies gebruikt.
• [Gebruik inw. Geheugen] .pagina 75
• [Afdrukken] .pagina 77
De eerste keer dat u [Afdrukken] selecteert, installeert u de het meegeleverde printerstuurprogramma voordat u de knop indrukt. (pagina 77)
• Wanneer u dit apparaat loshaalt van de computer en weer aansluit, verschijnt het scherm voor het selecteren van de pc-modus en kunt u een andere modus selecteren. Voor details over het loshalen van dit apparaat van de computer raadpleegt u pagina 76.
• De dialoogvensters in dit gedeelte zijn van Windows Vista, tenzij anders gespecificeerd. De weergegeven installatieprocedures en de dialoogvensters verschillen, afhankelijk van het besturingssysteem.
74
NL
Page 75

Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken

Opmerking
Opmerkingen

Een afbeelding van de computer naar dit apparaat kopiëren

U kunt een aansluiting maken met een computer en afbeeldingen uit het interne geheugen van dit apparaat op de computer bekijken en afbeeldingen naar de computer kopiëren en u kunt afbeeldingen vanaf de computer naar dit apparaat kopiëren.
4
Open de map door op "sony" te
• Wanneer u een afbeelding vanaf de computer naar dit apparaat kopieert, worden de afmetingen van de afbeelding niet veranderd en de afbeelding wordt opgeslagen in het originele formaat. Wanneer u de afbeelding met veranderd formaat wilt opslaan, moet u hem importeren vanaf een geheugenkaart.
1
Op het scherm van dit apparaat voor het selecteren van de pc-modus drukt u op B/b, selecteert u [Gebruik inw. Geheugen] en drukt u op .
2
Wanneer het venster "Automatisch afspelen" op de computer verschijnt, klikt u op "Map openen en bestanden weergeven".
Wanneer het venster "Automatisch afspelen
"
niet verschijnt, klikt u op
"
Computer (Mijn Computer)" in het Start-
menu en opent u de verwisselbare schijf.
3
Verplaats de cursor in dit venster, rechtsklik en klik daarna op "Nieuw"
- "Map".
Geef deze nieuwe map een naam. In deze handleiding wordt de mapnaam "sony" gebruikt als voorbeeld.
klikken.
5
Open de map die de bestanden bevat van de afbeeldingen die u wilt kopiëren en kopieer daarna de bestanden van de afbeeldingen door middel van slepen-en­neerzetten.
• Maak, wanneer u afbeeldingen vanaf een computer opslaat in het interne geheugen, een map aan in het interne geheugen en sla de afbeeldingen in deze map op. Als u niet een map aan maakt, kunt u niet meer dan 512 afbeeldingen opslaan. Daarnaast kan het aantal afbeeldingen afnemen afhankelijk van de lengte van de bestandsnaam of het type afbeelding.
• Een bepaalde afbeelding zal misschien niet worden weergegeven in de volgorde van de opnamedatum in de indexweergave, enz., omdat misschien de informatie over de opnamedatum gewijzigd is of verloren is gegaan toen u dat beeldbestand op een computer bewerkte of opsloeg.
• Bestanden van afbeeldingen die zijn gemaakt of bewerkt op een computer worden mogelijk niet weergegeven. Bestanden van afbeeldingen die zijn ingesteld op "Alleen lezen" op een computer kunt u op dit apparaat niet verwijderen. Annuleer "Alleen lezen" voordat u bestanden van afbeeldingen van een computer opslaat op dit apparaat.
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken
75
NL
Page 76
Uw computer
Tips
loskoppelen
Koppel de USB-kabel los of zet dit apparaat uit nadat u de verbinding met de computer hebt verbroken.
1
Dubbelklik op (Verbreken) op de taakbalk van de computer.
2
Klik op (USB­Massaopslagapparaat) t "Stoppen".
3
Klik op "OK" nadat u hebt aangegeven welk station u wilt verwijderen.
• Wanneer u [Afdrukken] gebruikt, hoeft u deze stap niet uit te voeren.
76
NL
Page 77

Afdrukken vanaf een computer

Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen

Een afbeelding afdrukken vanaf een computer

• U hoeft de software uitsluitend te installeren wanneer u dit apparaat de eerste keer aansluit op de computer.
U kunt de afbeeldingen vanaf een computer afdrukken door de meegeleverde software op de computer te installeren en deze te verbinden met dit apparaat.
Dit gedeelte legt uit hoe u de meegeleverde software op de computer installeert en hoe u met de meegeleverde PMB (Picture Motion Browser)-software een afbeelding afdrukt.
Lees ook de bedieningsinstructies die bij uw computer zijn geleverd voor informatie over het bedienen van de computer.
Op de meegeleverde cd-rom
De meegeleverde cd-rom bevat de volgende software.
• Printerstuurprogramma voor de DPP-F700:
de software beschrijft de systeemvereisten en maakt afdrukken vanaf de computer mogelijk.
• PMB (Picture Motion Browser):
Sony’s originele softwareapplicatie waarmee u foto's kun verwerken en afbeeldingen kunt verplaatsen, inclusief opnemen, beheren, verwerken en afdrukken.

De software installeren

Het printerstuurprogramma installeren
Volg onderstaande procedures om het printerstuurprogramma te installeren.
• Sluit dit apparaat niet aan op de computer voordat u het stuurprogramma installeert.
• Meld u aan bij Windows met behulp van een "Beheerder van deze computer"-gebruikersaccount.
• Sluit beslist alle draaiende programma's voordat u de software installeert.
1
Schakel de computer in, start Windows en plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer.
Het installatievenster verschijnt.
• Wanneer het installatievenster niet automatisch verschijnt, dubbelklikt u op het bestand "Setup.exe" op de cd-rom.
• In Windows Vista kan het AutoPlay­venster verschijnen. Ook wanneer dat gebeurt, selecteert u de uitvoering van "Setup.exe" en installeert u het station volgens de instructies op het scherm.
Afdrukken vanaf een computer
Vervolg
77
NL
Page 78
2
Tips
Opmerkingen
Naar USB­connector
Naar USB­connector
Windows-pc
Klik op "Bezig met installeren van printerstuurprogramma".
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard" verschijnt.
3
Klik op "Volgende".
Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst verschijnt.
4
Lees de overeenkomst goed door en wanneer u het er mee eens bent, activeert u "Ik ga akkoord met deze overeekomst" en klikt u op "Volgende".
• Wanneer een oudere versie van het printerstuurprogramma is geïnstalleerd op de computer, kan de melding "Er zijn oudere versies van het printerstuurprogramma aangetroffen." op het scherm verschijnen. Dubbelklik op "Ja" en volg de weergegeven instructies om de computer opnieuw op te starten. Verricht de installatieprocedures nu nogmaals. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, wordt de oudere versie van het printerstuurprogramma gewist. Wanneer u een nieuwere versie van het printerstuurprogramma installeert, kunt u deze gebruiken.
5
Klik op "Installeren".
De installatie start.
8
Verbind de USB-connectoren van dit apparaat en de computer met de USB-kabel.
• Gebruik een USB-kabel met een B-type stekker (voor de USB B-connector van dit apparaat), korter dan 3 meter.
9
Op het scherm van dit apparaat voor het selecteren van de pc-modus drukt u op de knoppen B/b, selecteert u [Afdrukken] en drukt u op de knop .
6
Wanneer het dialoogvenster "Het printerstuurprogramma Sony DPP­F700 is geïnstalleerd." verschijnt, klikt u op "Voltooien".
7
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit apparaat aan te zetten.
NL
78
10
Wacht even en controleer dan of "Sony DPP-F700" is toegevoegd aan de "Printers" of "Printers en faxapparaten".
Page 79
11
Opmerkingen
Opmerkingen
Wanneer de installatie is voltooid, verwijdert u de cd-rom uit de computer en bewaart u deze voor toekomstig gebruik.
Wanneer u het proces wilt voortzetten en de PMB software wilt installeren, volgt u de procedures vanaf stap 2 op pagina 80.
• Wanneer de installatie mislukt, verwijdert u dit apparaat uit de computer, start u de computer opnieuw en volgt u nogmaals de installatieprocedures vanaf stap 1.
• Na de installatie is de "Sony DPP-F700" nog niet ingesteld als de standaard printer. Stel de printer die u gebruikt in voor iedere applicatie.
• De meegeleverde cd-rom hebt u nodig wanneer u de installatie van het printerstuurprogramma ongedaan maakt of het printerstuurprogramma opnieuw installeert. Bewaar hem voor eventueel toekomstig gebruik.
• Voordat u dit apparaat gebruikt, moet u het Readme.txt-bestand (de map README op de cd-rom
c
Engelse map c Readme.txt) lezen.
Wanneer de software is geïnstalleerd
Het -pictogram verschijnt op het Windows­bureaublad, maar ook een snelkoppeling naar de website voor de klantenregistratie voor de printer. Na het registreren vindt u ondersteunende informatie onder: http://www.sony.net/registration/di/
De installatie van het printerstuurprogramma ongedaan maken
Wanneer u het printerstuurprogramma niet meer nodig hebt, volgt u de onderstaande procedures om het te verwijderen.
1
Koppel de USB-kabel los van dit apparaat en de computer.
2
Steek de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Het installatievenster verschijnt.
3
Klik op "Bezig met installeren van printerstuurprogramma". Het dialoogvenster "InstallShield Wizard" verschijnt.
4
Klik op "Volgende". Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst verschijnt.
5
Lees de overeenkomst goed door en wanneer u het er mee eens bent, activeert u "Ik ga akkoord met deze overeekomst" en klikt u op "Volgende". Het dialoogvenster voor het bevestigen voor het verwijderen van de software verschijnt.
6
Klik op "Ja". Het dialoogvenster voor het bevestigen van het opnieuw starten verschijnt.
7
Activeer "Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten." en klik op "OK". Wanneer de computer opnieuw is opgestart, worden de relevante bestanden verwijderd en is het programma verwijderd.
Afdrukken vanaf een computer
• Wanneer het installatievenster niet automatisch verschijnt, dubbelklikt u op het bestand "Setup.exe" op de cd-rom.
79
NL
Page 80
Opmerkingen
Opmerkingen
De PMB (Picture Motion Browser) installeren
Volg onderstaande procedures om de PMB te installeren.
• Meld u aan bij Windows met behulp van een "Beheerder van deze computer"-gebruikersaccount.
• Sluit beslist alle draaiende programma's voordat u de software installeert.
Wanneer u reeds één of meer versies van PMB op uw computer hebt geïnstalleerd, activeert u de versie van de geïnstalleerde PMB. (Klik op [Help] op de menubalk van de PMB en selecteer [Over PMB]. De versie-informatie verschijnt.)
Vergelijk het versienummer van de meegeleverde CD-ROM met het nummer van de eerder geïnstalleerde PMB en controleer of de versies in de juiste volgorde (van de oudere naar de nieuwere versie) zijn geïnstalleerd. Wanneer op de computer die u gebruikt reeds een nieuwere versie van PMB is geïnstalleerd, verwijdert u eerst deze versie en installeert u beide versies, te beginnen met de oudere versie. Wanneer u de nieuwere versie eerst zou installeren, werken sommige functies van PMB misschien niet correct.
1
Schakel de computer in, start Windows en plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer.
Het installatievenster verschijnt (pagina
77).
2
Klik op "Bezig met installeren van PMB (PictureMotionBrowser)".
Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst verschijnt.
3
Lees de overeenkomst goed door en wanneer u het er mee eens bent, activeert u "Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomst" en klikt u op "Volgende".
Wanneer u op "Volgende" in het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst klikt, verschijnt het dialoogvenster dat u vertelt dat het programma gereed is voor installatie.
4
Klik op "Installeren" en volg de scherminstructies om verder te gaan met de installatie.
Wanneer de computer u vraagt deze opnieuw te starten, volgt u de betreffende scherminstructies.
5
Wanneer de installatie is voltooid, verwijdert u de cd-rom uit de computer en bewaart u deze voor toekomstig gebruik.
• Wanneer de installatie mislukt, verricht u de installatieprocedures vanaf stap 2 nogmaals.
• De meegeleverde cd-rom hebt u nodig wanneer u de installatie van het printerstuurprogramma ongedaan maakt of het PMB opnieuw installeert. Bewaar hem op een veilige plaats voor eventueel toekomstig gebruik.
De installatie van PMB
Wanneer u deze software niet langer nodig hebt, verwijdert u deze op de volgende manier van de computer.
1
Klik op "Start" - "Configuratiescherm". De Configuratiescherm verschijnt.
2
Klik op "Een programma verwijderen". Afhankelijk van het besturingssysteem kan het "Programma’s en onderdelen" of "Software" heten.
3
Selecteer "Sony Picture Utility" en klik op "Wijzigen/Verwijderen". De procedure voor het verwijderen van de software start.
80
NL
Page 81
Foto's vanaf een
Tips
computer afdrukken
Afdrukken vanaf de PMB (Picture Motion Browser)
U kunt de PMB gebruiken om een afbeelding vanaf de computer af te drukken.
1
Druk op B/b om [Afdrukken] op het scherm voor het selecteren van de pc-modus te selecteren en druk op
.
2
Start het PMB-venster met behulp van één van de volgende methoden.
• Dubbelklik op (PMB) op het Windows-bureaublad.
• Klik op "Start" - "Alle programma’s" ­"Sony Picture Utility" - "PMB".
Wanneer de PMB voor de eerste keer is gestart, verschijnt het dialoogvenster om een bekeken map te registreren. Wanneer er reeds afbeeldingen zijn opgeslagen in de map "Afbeeldingen", klikt u op "Nu registreren".
Wanneer u afbeeldingen hebt opgeslagen in een andere map dan de map "Afbeeldingen", klikt u op "Later". Zie "Een bladermap registreren" op pagina 85.
• In Windows XP moet u "Afbeeldingen" lezen als "Mijn afbeeldingen".
De map "Afbeeldingen" openen
Klik op "Start" - "Afbeeldingen" op de taakbalk.
3
Klik op "Start".
Het hoofdvenster van de PMB verschijnt. Wanneer u de PMB voor de tweede keer
start, kunt u stap 3 overslaan.
In het hoofdvenster hebt u de volgende twee verschillende aanzichten. Met het tabblad "Mappen" of "Kalender" in het linker frame verandert u het aanzicht.
• "Mappen"-aanzicht
De afbeeldingen worden geclassificeerd in iedere geregistreerde map en weegegeven als miniaturen.
• "Kalender"-aanzicht
De afbeeldingen worden geclassificeerd op opnamedatum en als miniaturen weergegeven op iedere kalenderdatum. In het "Kalender"-aanzicht kunt u van aanzicht wisselen op jaar, maand en
uur. In deze paragraaf worden "Mappen"­vensters gebruikt als voorbeeld.
4
Klik op de map die de foto's bevat die u wilt afdrukken.
In de volgende uitleg is de map "sample" geselecteerd als voorbeeld.
5
Selecteer de foto's die u wilt afdrukken en klik op (afdrukken).
Het dialoogvenster voor het afdrukken verschijnt.
Afdrukken vanaf een computer
Vervolg
81
NL
Page 82
6
In het uitklapvenster "Printer" selecteert u "Sony DPP-F700". In stap 7 stelt u de papieroriëntatie of andere afdrukopties in. Wanneer dat niet nodig is, gaat u naar stap 12 om onmiddellijk te beginnen met afdrukken.
7
Met "Eigenschappen" stelt u de
papierrichting en andere
afdrukopties in.
Het dialoogvenster "Eigenschappen" van
de geselecteerde printer verschijnt. Het
printerstuurprogramma van dit apparaat
gebruikt de Universal Printer Driver, een
binnen Microsoft gangbaar
printerstuurprogramma. In de
dialoogvensters ziet u enkele onderdelen
die binnen dit apparaat niet worden
gebruikt.
8
Op het tabblad "Indeling" geeft u de
papierrichting of andere opties op.
Onderdelen
Printer Selecteer de printer die u wilt
Papierformaat
Afdrukopties • Afbeelding inzoomen totdat
Eigenschappen
Beschrijving
gebruiken. "Sony DPP-F700" Klik op "Eigenschappen" om een
ander formaat te selecteren.
Opmerking:
regio's is het L-formaat afdrukpapier niet te koop.
afdrukgebied gevuld is: indien geselecteerd, drukt de printer de afbeelding op het hele afdrukbereik van het papier af. Eventueel wordt er een rand van de foto afgesneden. Indien niet geselecteerd, drukt de printer de afbeelding af zonder er iets af te snijden.
• Opnamedatum afdrukken: indien geselecteerd, drukt de printer een afbeelding met de opnamedatum af indien de afbeelding een bestand is dat is opgeslagen in de DCF (Design rule for Camera File system)-indeling.
Specificeert papierformaat, richting, afbeeldingkwaliteit en andere details.
in sommige
Onderdelen
Afdrukstand Selecteer de oriëntatie van een
PaginavolgordeSelecteer de paginavolgorde bij
Pagina’s per vel
Geavanceerd Geeft het papierformaat of
Beschrijving
afbeelding bij het afdrukken.
• Staand
• Liggend
het afdrukken.
• Vooraan beginnen
• Achteraan beginnen Geef op hoeveel afdrukken er
van iedere pagina moeten worden gemaakt. Selecteer "1".
andere opties op.
82
NL
Page 83
9
Klik op "Geavanceerd".
Het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-F700" verschijnt.
Onderdelen
Papier/uitvoer
Grafisch ­Image Color Management
Beschrijving
• Papierformaat: in het uitklapvenster selecteert u het papierformaat dat u in feite gebruikt voor het drukken. P­formaat / L-formaat
Opmerking:
regio's is het L-formaat afdrukpapier niet te koop.
• Aantal afdrukken: geef op hoeveel afdrukken er moeten worden gemaakt.
• ICM-methode: dit apparaat ondersteunt de instellingen voor de ICM-methode niet. Ook wanneer u een andere optie dan "ICM uitgeschakeld" selecteert, zijn de afdrukresultaten geen afspiegeling van de instelling. Laat de optie onveranderd.
• ICM-opzet: dit apparaat ondersteunt de instellingen voor de ICM-opzet niet. Laat de optie onveranderd.
in sommige
Onderdelen
Document­opties
Printerfuncties
Beschrijving
• Geavanceerde printerfuncties: selecteer "Ingeschakeld" om uitgebreide afdrukopties als "Paginavolgorde" in te schakelen. Bij compatibiliteitsproblemen schakelt u deze functie uit.
• Kleurenafdrukmodus: voor kleurafdrukken selecteert u "Ware kleuren (24bpp)". Voor monochroomafdrukken selecteert u "Monochroom".
• Afdrukken zonder rand: voor afbeeldingen zonder randen selecteert u "ON". Voor afdrukken met randen selecteert u "OFF". Afhankelijk van de software van de applicatie drukt de printer een afbeelding met randen af, ook al is "ON" geselecteerd. Plaats de af te drukken afbeelding vol ledig in het afdrukbereik.
• Auto Fine Print7: kies tussen "ON" en "OFF". Wanneer u "ON" selecteert, selecteer dan "ICM uitgeschakeld" voor "ICM-methode". Tenzij u rechtstreeks afdrukt vanaf een geheugenkaart, is er geen sprake van Exif­referentiegegevens.
• Kleurinstelling: u kunt R (rood), G (groen), B (blauw) en scherpte-instellingen aanpassen. Voor details raadpleegt u pagina 69.
Afdrukken vanaf een computer
Vervolg
83
NL
Page 84
10
Opmerkingen
Tips
Opmerkingen
Op het tabblad "Papier/Kwaliteit" geeft u de kleur of de papierbron op.
Onderdelen
Ladeselectie In het uitklapvenster
Kleur Voor kleurafdrukken selecteert u
Geavanceerd Het dialoogvenster
11
Klik op "OK".
Beschrijving
"Papierinvoer" selecteert u "Automatisch selecteren".
"Kleur". Voor monochroomafdrukken selecteert u "Zwart-wit".
"Geavanceerde opties voor Sony DPP-F700" verschijnt (pagina 83). Voor details raadpleegt u stap 9.
Het dialoogvenster "Afdrukken" verschijnt weer.
12
Klik op "Afdrukken".
Het afdrukken begint. Voor details van de eigenschappen van de PMB raadpleegt u de PMB-help.
• U kunt geen films, BMP- of RAW-gegevens afdrukken.
• Zet dit apparaat in de afdrukstand om het als printer te gebruiken. In geen enkele andere stand wilt het afdrukken. Voor details over de afdrukstand raadpleegt u pagina 32.
• Wanneer u een serie stilstaande afbeeldingen wilt selecteren in het afbeeldinggedeelte van het hoofdvenster, klikt u op de eerste afbeelding in de serie, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u op de laatste afbeelding. Wanneer u een aantal stilstaande afbeeldingen wilt selecteren die niet op rij staan, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt en klikt u ze stuk voor stuk aan.
• U kunt ook afdrukken vanaf het scherm voor weergave enkele afbeelding.
• Ga als volgt te werk om de afdrukhandeling te annuleren.
1
Dubbelklik op het printerpictogram op de taakbalk en open het dialoogvenster "Afdrukken".
2
Klik op de documentnaam waarvoor u het afdrukken wilt annuleren en klik op "Annuleren" in het menu "Document". Het dialoogvenster voor het bevestigen van het verwijderen verschijnt.
3
Klik op "Ja". De afdrukopdracht is geannuleerd.
• Wanneer u een opdracht annuleert, kunt u de pagina die momenteel wordt afgedrukt, niet stoppen.
84
NL
Page 85
Opmerkingen
Opmerkingen
Tips
Een bladermap registreren
Met PMB kunt u afbeeldingen die op de vaste schijf van de computer zijn opgeslagen, niet direct bekijken. U moet de bladermap eerst als volgt registreren.
1
Klik op "Bestand"-"Weergegeven mappen registreren" of klik op .
Het dialoogvenster "Mappen registreren voor weergave" verschijnt.
2
Selecteer de map die u wilt registreren en klik op "Registreren".
Een andere bladermap kiezen
Klik op "Extra" - "Instellingen" ­"Weergegeven mappen".
• Wanneer de bronmap een submap bevat, worden de afbeeldingen in de submap ook geregistreerd.
• Wanneer u de software voor de eerste keer start, verschijnt een melding die u vraagt "Afbeeldingen" te registreren.
• Afhankelijk van het aantal afbeeldingen kan het registreren van de afbeeldingen enkele tientallen minuten duren.
• U kunt niet de hele schijf registreren.
Het dialoogvenster voor het bevestigen van het registreren verschijnt.
3
Klik op "Ja".
Registratie van de afbeeldinginformatie in de gegevensbank start.
4
Klik op "Sluiten".
• De map die u selecteert als de doelmap van de geïmporteerde afbeeldingen, wordt automatisch geregistreerd.
• U kunt de registratie van de map die u hier registreert, niet annuleren.
85
Afdrukken vanaf een computer
NL
Page 86
Afdrukken vanuit een in de handel verkrijgbare softwareapplicatie
U kunt een in de handel verkrijgbare softwareapplicatie gebruiken om een afbeelding af te drukken vanaf de DPP-F700. Selecteer "DPP-F700" als een printer in het afdrukdialoogvenster en selecteer het formaat van het afdrukpapier in het dialoogvenster voor de pagina-instelling. Voor details over de afdrukinstellingen raadpleegt u de stappen 7 en 8 op pagina 82.
Op de "Afdrukken zonder rand"­instelling in "Printerfuncties"
Wanneer u een andere applicatie gebruikt dan PMB, kan een afbeelding worden afgedrukt met randen ook al selecteert u "ON" voor "Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties" van het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-F700".
Wanneer u de afdrukoptie zonder randen selecteert, wordt de informatie over het afdrukbereik voor afdrukken zonder randen overgedragen aan de applicatie. Sommige applicaties kunnen de afbeelding echter indelen en afdrukken met randen binnen het opgegeven bereik.
Wanneer dat gebeurt, doet u het volgende om een afbeelding zonder randen af te drukken.
• Wanneer u het afdrukbereik kunt instellen voor een applicatie, stelt u een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in in het beschikbare afdrukbereik. Wanneer u bijvoorbeeld afbeeldingen afdrukt met behulp van "Windows Fotogalerie" van Windows Vista, selecteert u "Fotoafdruk op volledige pagina" en controleert u "Afbeelding aan lijst aanpassen".
Instelling Oriëntatie
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u gebruikt, verandert de oriëntatie misschien niet ook al pendelt u tussen de portret- en landschapinstelling.
Met de Randen/Geen rand-instelling van het printerstuurprogramma
Wanneer de softwareapplicatie die u gebruikt de Randen/Geen rand-instelling heeft, stellen we u voor dat u "ON" selecteert voor "Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties" van het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-F700" als de instelling voor het printerstuurprogramma.
Ingesteld aantal afdrukken
Afhankelijk van de softwareapplicatie die u gebruikt, heeft het ingestelde aantal afdrukken van de applicatie misschien prioriteit over de instelling die is opgegeven in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
86
NL
Page 87

Oplossen van problemen

Foutmeldingen
Als er problemen zijn
Bij papierstoringen
Reinigen
87
NL
Page 88

Foutmeldingen

Als zich een fout voordoet, kan één van de volgende foutmeldingen op het LCD-scherm van dit apparaat verschijnen. Volg de bijbehorende hieronder beschreven aanwijzing voor het oplossen van het probleem.
Geheugenkaarten en intern geheugen
Foutmelding Betekenis/Oplossingen
Geen Memory Stick. / Geen CompactFlash-kaart. / Geen SD­geheugenkaart. / Geen xD-Picture Card.
Er is een niet-compatibele Memory Stick geplaatst. / Er is een niet­compatibele Compact-Flash-kaart geplaatst. / Incompatibele SD­geheugenkrt geplaatst. / Er is een niet-compatibele xD-Picture Card geplaatst.
Geen afbeeldingsbest. • Er staat op de geheugenkaart geen beeldbestand dat op het
Kan geen beveiligd bestand verwijderen.
Geheugenkaart is beveiligd. Annuleer en probeer opnieuw.
De Memory Stick is vol. / De CompactFlash-kaart is vol. / De SD-geheugenkaart is vol. / De xD­Picture Card is vol. /Het interne geheugen is vol.
• Er is geen geheugenkaart in de sleuf gestoken. Plaats een geheugenkaart in de bijbehorende sleuf. (
.
pagina 25)
• Er is een niet-ondersteunde geheugenkaart ingestoken. Gebruik een geheugenkaart die dit apparaat ondersteunt.
scherm van dit apparaat kan worden weergegeven. Gebruik een geheugenkaart die beeldbestanden bevat die kunnen worden weergegeven met dit apparaat.
• Als u een bestand dat is beveiligd wilt verwijderen, moet u de beveiliging ongedaan maken op uw digitale camera of computer.
• De geheugenkaart is tegen schrijven beveiligd. Schuif de schakelaar voor de schrijfbeveiliging in de stand waarin wegschrijven van afbeeldingen weer mogelijk is. (
.
pagina 106)
• En kunnen geen gegevens meer worden opgeslagen omdat de geheugenkaart of het interne geheugen vol is. Verwijder afbeeldingen of gebruik een geheugenkaart met vrije ruimte.
88
NL
Page 89
Opmerkingen
Opmerkingen
Foutmelding Betekenis/Oplossingen
Fout bij lezen Memory Stick. / Fout bij lezen CompactFlash-kaart. / Fout bij lezen SD-geheugenkaart. / Fout bij lezen xD-Picture Card./ Fout bij lezen interne geheugen.
Schrijffout in Memory Stick. / Schrijffout in CompactFlash-kaart.
• In geval van een geheugenkaart: er heeft zich een fout voorgedaan. Controleer of de geheugenkaart goed is geplaatst. Als deze foutmelding vaak wordt weergegeven, controleer dan de status van de geheugenkaart met een ander dan dit apparaat.
• In geval van het interne geheugen: formatteer het interne geheugen.
/ Schrijffout in SD-geheugenkaart. / Schrijffout in xD-Picture Card. / Schrijffout in interne geheugen.
• Het formatteren verwijdert alle beeldbestanden die in het interne geheugen zijn geïmporteerd.
De Memory Stick is alleen-lezen. • Er is een "Memory Stick-ROM" is geplaatst. Sla de
afbeeldingen op door de aanbevolen "Memory Stick" te gebruiken.
De Memory Stick is beveiligd. • Een beveiligde "Memory Stick" is ingezet. Als u de
afbeeldingen wilt opslaan of bewerken, gebruik dan een extern apparaat om de beveiliging op te heffen.
Geheugenkaart niet ondersteund. • In geval van een geheugenkaart, gebruik uw digitale
camera of een ander toestel om de geheugenkaart te formatteren.
• In het geval van het interne geheugen: formatteer het met dit apparaat.
• Als u de media formatteert, worden alle bestanden die daarop staan
verwijderd.
Afbeeldinggegevens
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Kan afbeelding niet openen. • Dit apparaat kan niet een afbeelding weergeven of openen
waarvan de indeling niet wordt ondersteund.
Geen DPOF-bestand. • Er zijn geen bestanden van afbeeldingen met DPOF-
instelling op de geheugenkaart. Geef het afdruk-merkteken (DPOF) van de camera op.
Vervolg
89
Foutmeldingen
NL
Page 90
Inktlint
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Geen inktlint. Plaats een P size inktlint en druk op [PRINT].
Einde inktlint. • Vervang het huidige inktlint door een nieuw inktlint. Einde inktlint. Plaats een P size inktlint
en druk op [PRINT]. Verkeerd type inktlint. Plaats een P size
inktlint en druk op [PRINT].
• Het inktlint is niet in dit apparaat geplaatst. Plaats het inktlint. ( Wanneer "reinigingscartridge" verschijnt, plaatst u de reinigingscartridge. (
(
• Zet een inktlint in en leg afdrukpapier van het weergegeven formaat in. (
.
.
pagina 33)
pagina 33)
.
pagina 104)
.
pagina 33)
Afdrukpapier
Foutmeldingen Betekenis/Oplossingen
Geen papierlade. Plaats een papierlade met P size afdrukpapier en druk op [PRINT].
Geen afdrukpapier. Plaats afdrukpapier voor P Size en druk op [PRINT].
Geen reinigingsvel. Plaats reinigingsvel en druk op [PRINT].
Verkeerd afdrukpapier. Plaats afdrukpapier voor P Size en druk op [PRINT].
Papierstoring. Verwijder afdrukpapier. • Papier is vastgelopen. Zie "Bij papierstoringen"
• Er ligt geen afdrukpapier in dit apparaat. – De papierlade is niet in dit apparaat gezet. – Het afdrukpapier is niet in de papierlade gelegd. – Het afdrukpapier is op.
• Leg in elk van de gevallen afdrukpapier in de lade en zet de papierlade in dit apparaat. (
• Er zit geen reinigingsvel in de papierlade. Leg het reinigingsvel in de papierlade en zet de papierlade in dit apparaat. (
• Het afdrukpapier en het inktlint horen niet bij elkaar. Controleer het formaat van het inktlint dat in dit apparaat is geplaatst en stel het afdrukpapier in op een overeenkomstig formaat. (
(
.
dit apparaat.
.
pagina 104)
pagina 103) en verwijder vastgelopen papier uit
.
pagina 33, 34)
.
pagina 34)
90
NL
Page 91

Als er problemen zijn

Probeer, voordat u dit apparaat ter reparatie aanbiedt, de volgende aanwijzingen voor het oplossen van het probleem. Vraag advies aan uw Sony-dealer of aan het Sony-servicecentrum als het probleem aanhoudt.
Voeding
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
U kunt het apparaat niet aanzetten.
Afbeeldingen weergeven
Wanneer één van de volgende problemen optreedt, raadpleegt u onderstaande tabel. "Er verschijnen geen afbeeldingen wanneer ik dit apparaat aanzet", "Kan het bedieningsscherm niet instellen" of "Het afdrukken start niet, ook al staat de printer aan".
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Er worden geen afbeeldingen weergegeven op het scherm.
Afbeeldingen worden niet weergegeven in de volgorde van de opnamedatum.
• Is de stekker er wel goed ingestoken?
• Is er een geheugenkaart op juiste wijze ingezet?
• Bevat de geheugenkaart afbeeldingen die zijn opgeslagen met een digitale camera of een ander apparaat?
• Is de bestandsindeling geschikt voor DCF?
• Staat dit apparaat in de modus met klok en kalender?
• Zijn deze afbeeldingen opgeslagen vanaf een computer?
• Zijn deze afbeeldingen bewerkt op een computer?
c
Steek de stekker er goed in.
c
Plaats een geheugenkaart op juiste wijze. (
.
pagina 25)
c
Zet een geheugenkaart in die afbeeldingen bevat of sluit een extern apparaat aan waarop afbeeldingen staan.
c
Controleer welke bestandsindelingen kunnen worden weergegeven. (
.
pagina 109)
c
Dit apparaat kan een bestand dat niet uitwisselbaar is met DCF misschien niet weergeven, ook al kan een computer het wel weergeven.
c
Zet het in een andere modus dan de modus met klok en kalender. (
c
De informatie over de opnamedatum kan zijn gewijzigd of verloren zijn gegaan toen u een beeldbestand bewerkte of opsloeg op een computer.
.
pagina 27)
Als er problemen zijn
Vervolg
91
NL
Page 92
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Sommige afbeeldingen worden niet weergegeven of niet afgedrukt.
• Worden de afbeeldingen
weergegeven in de indexweergave?
c
Als de afbeelding wordt weergegeven in de indexweergave maar niet kan worden weergegeven als één enkele afbeelding, kan het zijn dat het bestand van de afbeelding beschadigd is, ook al zijn de gegevens van het miniatuurvoorbeeld goed.
c
Dit apparaat kan een bestand dat niet uitwisselbaar is met DCF misschien niet weergeven of afdrukken, ook al kan een computer het wel weergeven.
• Verschijnt het merkteken dat
hieronder wordt weergegeven in de indexweergave?
c
Als het links getoonde merkteken verschijnt, kan het zijn dat dit apparaat het beeldbestand niet ondersteunt, bijvoorbeeld omdat het een JPEG:­bestand is dat is gemaakt met de computer. Ook kan het zijn dat het beeldbestand wordt ondersteund, maar dat het geen gegevens van de miniatuur bevat.
• Zijn de afbeeldingen
gemaakt met een applicatie op een computer?
Selecteer het merkteken, druk op en schakel over naar het scherm met weergave van één afbeelding. Wanneer het apparaat de afbeelding weergeeft, kunt u het ook afdrukken. Als het links getoonde merkteken aanwezig blijft in de weergave enkele afbeelding, ondersteunt dit apparaat het beeldbestand niet en kan het het ook niet weergeven of afdrukken.
• Verschijnt het merkteken dat
hieronder wordt weergegeven in de indexweergave?
c
Als het links getoonde merkteken verschijnt, ondersteunt dit apparaat het beeldbestand maar kunnen de gegevens van de miniatuurafbeeldingen of de afbeeldingen zelf niet worden geopend. Selecteer het merkteken, druk op en schakel over naar het scherm met weergave van één afbeelding. Wanneer het apparaat de afbeelding weergeeft, kunt u het ook afdrukken. Als het links getoonde merkteken aanwezig blijft in de weergave enkele afbeelding, ondersteunt dit apparaat het beeldbestand niet en kan het het ook niet weergeven of afdrukken.
92
NL
Page 93
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Sommige afbeeldingen worden niet weergegeven of niet afgedrukt.
• Zijn er meer dan 4.999 afbeeldingen opgeslagen op de geheugenkaart?
• Hebt u het bestand met een computer of een ander apparaat een andere naam gegeven?
c
Dit apparaat kan tot 4.999 bestanden van afbeeldingen afspelen, afdrukken, opslaan, verwijderen of anderszins verwerken.
c
Als u het bestand op uw computer een naam hebt gegeven of een andere naam hebt gegeven en de bestandsnaam bevat andere tekens dan de alfanumerieke tekens, kan dit apparaat de afbeelding misschien niet weergeven.
De bestandsnaam wordt niet juist weergegeven.
• Heeft de map-hiërarchie van de geheugenkaart vijf niveaus of meer?
• Hebt u het bestand met een computer of een ander apparaat een andere naam gegeven?
c
Dit apparaat kan geen afbeeldingen weergeven die zijn opgeslagen in een map die meer dan vijf niveaus diep ligt.
c
Als u het bestand op uw computer een naam hebt gegeven of een andere naam hebt gegeven en de bestandsnaam bevat andere tekens dan alfanumerieke tekens, kan dit apparaat de bestandsnaam misschien niet goed weergeven.
In het menu Bewerken zijn lege gedeelten aanwezig aan de onder- en bovenkant van het afdrukvoorbeeld van de afbeelding.
• Is het afdrukvoorbeeld van de afbeelding misschien horizontaal of verticaal buitengewoon uitgerekt?
c
Als een afbeelding extreem hoog of breed is, kunnen er lege gedeelten aanwezig zijn in het menu Bewerken.
c
De standaard beeldverhouding van een opname met een digitale camera is 3:4. Wanneer u een ander dan dit apparaat gebruikt om een afbeelding te bewerken of op te slaan, wordt het opgeslagen als een meer horizontale afdrukafbeelding en worden de boven- en onderranden afgesneden en zwart weergegeven.
De afbeelding draait niet automatisch wanneer u dit apparaat in de portretstand plaatst.
• Is de [Autoweerg.stand]­instelling van dit apparaat op [Uit] gezet?
• Geeft de rotatie-informatie op het scherm voor de afbeeldinginformatie [Geen rot.] weer?
c
Stel de [Autoweerg.stand]-instelling in op [Aan]. (
.
pagina 66)
c
Wanneer de rotatie-informatie [Geen rot.] weergeeft, kunt u de afbeelding handmatig roteren. (
.
Als er problemen zijn
pagina 52)
Vervolg
93
NL
Page 94
Afbeeldingen opslaan en verwijderen
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Kan een afbeelding niet opslaan.
Kan een afbeelding niet verwijderen.
U hebt per ongeluk een afbeelding verwijderd.
• Is de geheugenkaart tegen
schrijven beveiligd?
• Staat de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de "LOCK"-stand?
• Is de geheugenkaart vol?
• Is het interne geheugen vol?
• Hebt u afbeeldingen vanaf
een computer opgeslagen in het interne geheugen zonder dat u een map hebt aangemaakt in het interne geheugen?
• Is de geheugenkaart tegen
schrijven beveiligd?
• Staat de schakelaar voor de
schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de "LOCK"-stand?
• Gebruikt u een "Memory
Stick-ROM"?
• Is deze afbeelding beveiligd?
c
Hef de schrijfbeveiliging op en probeer nogmaals op te slaan.
c
Schuif de schakelaar voor de schrijfbeveiliging in de stand waarin wegschrijven van afbeeldingen weer mogelijk is.
c
Vervang de geheugenkaart door één met voldoende vrije ruimte. Of verwijder eventueel afbeeldingen die u niet meer wilt bewaren. (
c
Verwijder alle afbeeldingen die u niet meer wilt bewaren. (
c
Als u niet een map aanmaakt, kunt u niet meer dan 512 afbeeldingen opslaan. Daarnaast kan het aantal afbeeldingen afnemen afhankelijk van de lengte van de bestandsnaam of het type afbeelding. Maak, wanneer u afbeeldingen vanaf een computer opslaat in het interne geheugen, een map aan in het interne geheugen en sla de afbeeldingen in deze map op.
c
Hef de schrijfbeveiliging op met behulp van het apparaat dat u gebruikt en probeer opnieuw afbeeldingen te verwijderen.
c
Schuif de schakelaar voor de schrijfbeveiliging in de stand waarin wegschrijven van afbeeldingen weer mogelijk is.
c
Het is niet mogelijk een "Memory Stick­ROM" te formatteren of een afbeelding ervan te verwijderen.
c
Controleer de informatie over de afbeelding in de stand enkele weergave. (
.
pagina 16) Een afbeelding met een -merkteken is ingesteld op Alleen Lezen. U kunt het niet verwijderen van dit apparaat.
c
U kunt een afbeelding wanneer deze is verwijderd, niet meer terughalen.
.
pagina 47)
.
pagina 47)
94
NL
Page 95
Afstandsbediening
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Er gebeurt niets, ook niet als u de afstandsbediening gebruikt.
• Is de batterij goed in de afstandsbediening gezet?
• Is het beschermvel in de afstandsbediening aanwezig?
c
Vervang de batterij. (.pagina 20)
c
Zet een batterij in. (.pagina 20)
c
Zet een batterij op juiste wijze in. (.pagina 20)
c
Wijs met de bovenzijde van de afstandsbediening naar de sensor van de afstandsbediening op dit apparaat. (
.
pagina 20)
c
Verwijder eventuele obstakels tussen de afstandsbediening en de sensor van de afstandsbediening.
c
Trek het beschermvel uit de afstandsbediening. (
Afdrukken
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Er wordt geen papier ingevoerd.
• Is het papier goed in de papierlade gelegd?
• Gebruikt u afdrukpapier dat niet bedoeld is voor dit apparaat?
c
Als het afdrukpapier niet goed in het apparaat is gelegd, kunnen er moeilijkheden met de printer ontstaan. (
.
pagina 34)
Controleer de volgende punten.
• Plaats het juiste afdrukpapier in combinatie met het juiste inktlint.
• Plaats het afdrukpapier in de juiste richting in de lade.
• U kunt maximaal 20 vellen afdrukpapier in de lade plaatsen. Als er meer dan 20 vellen in de lade liggen, neem het overtollige papier dan uit.
• Schud het afdrukpapier grondig los en plaats het in de lade.
• Buig of vouw het afdrukpapier niet vóór het afdrukken, hierdoor kan er storing in dit apparaat ontstaan.
c
Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor dit apparaat. Als u ongeschikt afdrukpapier gebruikt, kan er storing in dit apparaat ontstaan. (
.
Over de afdrukpakketten)
.
pagina 20)
Als er problemen zijn
Vervolg
95
NL
Page 96
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukproces gedeeltelijk te voorschijn.
• Is de perforatie van het afdrukpapier verwijderd?
• Gebruikt u afdrukpapier dat niet bedoeld is voor dit apparaat?
c
Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor dit apparaat. Als u ongeschikt afdrukpapier gebruikt, kan er storing in dit apparaat ontstaan. (
.
Over de afdrukpakketten)
Afdrukresultaten
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
De afgedrukte beelden zijn inferieur van kwaliteit.
• Hebt u afdrukvoorbeelden van afbeeldingen afgedrukt?
• Hebt u een afbeelding afgedrukt waarvan de afmeting (breedte of hoogte) kleiner is dan 480 beeldpunten?
• Hebt u het menu Bewerken gebruikt voor het vergroten van de afbeelding?
c
Afhankelijk van het type digitale camera dat u gebruikt, is het mogelijk in de miniaturenlijst afdrukvoorbeelden van afbeeldingen weer te geven naast de eigenlijke afbeeldingen. De afdrukkwaliteit van de afdrukvoorbeelden van afbeeldingen zal niet zo goed zijn als de eigenlijke afbeeldingen. Let op: als u de afdrukvoorbeelden van de afbeeldingen verwijdert, kunnen de gegevens van de eigenlijke afbeeldingen beschadigd raken.
c
Wanneer een afbeelding op klein formaat wordt afgebeeld in een zwart kader, is de afdrukkwaliteit grof als gevolg van het kleine formaat van de afbeelding.
c
Een vergrote afbeelding wordt, afhankelijk van de afmeting van de afbeelding, afgedrukt in een mindere beeldkwaliteit.
96
NL
Page 97
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
De beeldkwaliteit en de kleuren van het afdrukvoorbeeld op het scherm verschillen van die van de afdruk.
c
Dit is geen storing, maar wordt veroorzaakt door variaties in het kleurreproductiesysteem of LCD­eigenschappen. Afbeeldingen worden zo goed mogelijk aangepast aan het kleurreproductiesysteem en de eigenschappen. U kunt de instellingen voor de beeldkwaliteit als volgt veranderen. – MENU knop - [Instellingen] -
[Afdrukinstellingen] - [Kleurinstelling] (
.
pagina 69)
– Het aanpassen van de beeldkwaliteit is
uitsluitend mogelijk in het menu Creatief afdrukken. Voor details raadpleegt u pagina 61.
De afgedrukte afbeelding, die direct wordt afgedrukt vanaf een geheugenkaart
c
De afgedrukte afbeeldingen zullen verschillen en dit wordt veroorzaakt door de verschillen tussen de interne verwerking van dit apparaat en de softwareverwerking van de computer.
of het interne geheugen verschilt van de afdruk die wordt gemaakt via een computer.
De datum kan niet worden afgedrukt.
• Is [Datumafdruk] ingesteld op [Datum] of [Datum/ Tijd]?
• Ondersteunt de afbeelding DCF?
c
Druk op de knop MENU, selecteer [Instellingen] en stel [Datumafdruk] in de Afdrukinstellingen in op [Datum] of op [Datum/Tijd]. (
c
De functie Datumafdruk van dit apparaat
.
pagina 68)
ondersteunt een afbeelding die geschikt is voor de DCF-criteria.
• Drukt u af in de stand diashow?
c
De indeling van het LCD scherm wordt afgedrukt zoals hij is, en daarom is de instelling Datumafdruk ongeldig.
Als er problemen zijn
Vervolg
97
NL
Page 98
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
De datum wordt onbedoeld afgedrukt.
• Is [Datumafdruk] ingesteld
op [Uit]?
• Is de datum opgeslagen bij
de afbeelding toen deze werd vastgelegd met de digitale
c
Druk op de knop MENU, selecteer [Instellingen] en stel [Datumafdruk] in de Afdrukinstellingen op [Uit]. (
.
pagina 68)
c
Wanneer de datum is opgeslagen bij de afbeelding, kunt u geen afdruk maken zonder een datum.
camera?
De afbeelding kan niet volledig worden afgedrukt binnen het afdrukbereik. Randen blijven aanwezig.
• Hebt u in het menu
Afdrukinstelling [Rand 1] of [Rand 2] geselecteerd voor [Randen]?
• Is de beeldverhouding van
de afbeelding juist?
c
Druk op de knop MENU, selecteer [Instellingen] en stel in [Geen rand] door [Afdrukinstellingen] - [Randen] te selecteren. (
c
Afhankelijk van het type digitale camera
.
pagina 68)
dat u hebt gebruikt, verschilt de beeldverhouding van de vastgelegde afbeelding, en daardoor wordt de afbeelding misschien niet over het volledige afdrukbare gebied afgedrukt.
Hoewel [Geen rand] voor [Randen] is geselecteerd in de Afdrukinstellingen, wordt de afbeelding afgedrukt met randen aan beide kanten.
• Drukt u af in de stand
diashow?
c
Wanneer u afdrukt in de stand diashow, wordt de indeling van het LCD scherm zoals hij is, en daarom is de instelling Afdrukken zonder rand ongeldig.
c
Wanneer u een ander dan dit apparaat gebruikt voor het bewerken of opslaan van een afbeelding, worden de lege gebieden rondom een afbeelding ook als onderdeel van de afbeelding opgeslagen. Ook als u zulke afbeeldingen afdrukt met de Geen rand-instelling, kunt u de randen aan beide zijden van een afdruk niet wegnemen. (
.
pagina 68)
c
Het is niet mogelijk het gehele gebied van een afbeelding af
• Hebt u [Rand 1] ingesteld in
de Afdrukinstellingen?
U kunt het hele gebied van een afbeelding afdrukken als u [Rand 1] selecteert in het menu Afdrukinstellingen. (
.
pagina 68)
te drukken.
c
De afbeelding wordt afgedrukt
• Is de papierlade wel goed
ingezet?
Zet de papierlade stevig opnieuw in zover als mogelijk is.
onder een hoek.
98
NL
Page 99
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Er staan witte lijnen of stippen op de afgedrukte beelden.
Het beeld is te helder, te donker, te rood, te geel of te groen.
c
Misschien is de afdrukkop of het papierpad vuil. Reinig de kop en het pad met behulp van de geleverde reinigingscartridge en het geleverde reinigingsvel. (
c
Stel de beeldkwaliteit in op het betreffende scherm. Het aanpassen van de beeldkwaliteit is uitsluitend mogelijk in het menu Creatief afdrukken. Voor details raadpleegt u pagina 61.
.
Instellingen
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
De instellingen [Geen rand] en [Rand 1/2] werken niet.
• Werkt u met het menu Creatief afdrukken?
c
In het menu Creatief afdrukken worden sjablonen gebruikt en u kunt niet rand/ randloos afdrukken selecteren.
Aansluiten op een computer
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
De computer geeft de afbeeldingen op de geheugenkaart die u in dit apparaat hebt gestoken, niet weer.
U hebt de geleverde cd-rom niet meer en u wilt een nieuwe aanvragen.
Het printerstuur­programma kan niet worden geïnstalleerd.
• Weet u zeker dat u de installatieprocedures goed hebt doorlopen?
• Is er een ander applicatieprogramma actief?
c
Dit apparaat biedt niet de functie voor het bekijken van de afbeeldingen op de geheugenkaart vanaf de computer.
c
Download het printerstuurprogramma van de website voor Klantenondersteuning. Of neem contact op met uw Sony-dealer.
c
Doorloop de procedures in de bedieningsinstructies en installeer het printerstuurprogramma ( Start de computer opnieuw, als er zich een fout voordoet en voer de installatieprocedures opnieuw uit.
c
Sluit alle applicaties af en installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
pagina 104)
.
Als er problemen zijn
pagina 77).
Vervolg
99
NL
Page 100
Symptoom Controleer onderdeel Oorzaak/Oplossingen
Het printerstuur­programma kan niet worden geïnstalleerd.
• Hebt u de cd-rom op juiste
wijze als de installatie­cd-rom opgegeven?
c
Dubbelklik op "Computer (Mijn Computer)" en vervolgens op het cd-rompictogram in het geopende venster. Doorloop de procedures in de bedieningsinstructies en installeer het printerstuurprogramma.
c
Het USB-stuurprogramma is misschien niet goed geïnstalleerd. Volg de bedieningsinstructies en installeer het USB-stuurprogramma opnieuw.
Het printerstuurprogra mma kan niet
• Is er een anti-
virusprogramma of een ander programma actief op het systeem?
• Hebt u ingelogd met een
Administrator­gebruikersaccount?
c
Als er een anti-virusprogramma of een ander programma actief is op het systeem, sluit dat dan af en begin met het installeren van het stuurprogramma.
c
Log in in Windows met een Administrator-gebruikersaccount en installeer het stuurprogramma.
worden geïnstalleerd.
c
Dit apparaat reageert niet op de opdracht tot afdrukken van de computer.
Als het Windows-bureaublad geen moeilijkheden laat zien, kijk dan op het LCD-scherm. Ga als volgt te werk als dit apparaat moeilijkheden geeft.
1. Zet de toets
1
(Aan / Standby) van dit
apparaat op Uit.
2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact, wacht 5 tot 10 seconden en steek de stekker weer in het stopcontact.
3. Start uw computer opnieuw op.
Als hiermee het probleem niet wordt verholpen, vraag dan advies aan uw Sony­dealer of aan een Sony-servicecentrum.
Hoewel "Geen rand" is geselecteerd, wordt de afbeelding afgedrukt met randen.
• Gebruikt u software van een andere applicatie dan PMB?
c
Wanneer u een andere applicatie gebruikt dan PMB, kan een afbeelding worden afgedrukt met randen ook al hebt u een randloze afdruk geselecteerd. Wanneer u met randen/randloos kunt instellen met een applicatie, stelt u een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in in het afdrukbereik, ook al wordt de afbeelding tot buiten het bereik afgedrukt.
100
NL
Loading...