Smeg SCB66XPZ5 User Manual [nl]

Inhoudsopgave
1. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ............................................................................................. 40
2. INSTRUCTIES VOOR DE VERNIETIGING – ONS MILIEUBELEID ..................................... 41
3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ......................................................................................... 42
4. GEBRUIKSBESTEMMING .................................................................................................... 43
5. UW FORNUIS ........................................................................................................................ 43
6. INSTRUCTIES VOORAF AAN HET EERSTE GEBRUIK ..................................................... 43
7. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN OP HET PANEEL AAN DE VOORKANT .... 44
8. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ......................................................................................... 46
8.1 Kookzones .................................................................................................................................................... 46
9. GEBRUIK VAN DE OVEN ..................................................................................................... 47
9.1 Verwittigingen en algemene raadgevingen ................................................................................................... 47
9.3 Het gebruik van de grill ................................................................................................................................. 47
9.4 Gebruik van de “pizza” functie ...................................................................................................................... 48
9.5 Opbergruimte ................................................................................................................................................ 48
10. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES ...................................................................................... 49
11. ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR ............................................................................. 50
11.1 Instelling van de tijd ..................................................................................................................................... 50
11.2 Semi-automatisch koken ............................................................................................................................. 50
11.3 Automatisch koken ...................................................................................................................................... 50
11.4 Einde van het koken .................................................................................................................................... 51
11.5 Minuterie ..................................................................................................................................................... 51
11.6 Regeling van het volume van het akoestisch signaal ................................................................................. 51
11.7 Afzetten van het geluidssignaal .................................................................................................................. 51
11.8 Annuleren van de ingestelde gegevens ...................................................................................................... 51
11.9 Wijziging van de ingestelde gegevens ........................................................................................................ 51
12. REINIGING EN ONDERHOUD ........................................................................................... 52
12.1 Reiniging van het roestvrij staal .................................................................................................................. 52
12.2 Reiniging van de glaskeramische kookplaat ............................................................................................... 52
12.3 Reiniging van de oven ................................................................................................................................. 53
12.4 Ruit van de deur .......................................................................................................................................... 53
13. BUITENGEWOON ONDERHOUD ...................................................................................... 54
13.1 Vervanging van het lampje .......................................................................................................................... 54
13.2 Demontage van de deur .............................................................................................................................. 54
13.3 Pakking ovendeur ....................................................................................................................................... 54
14. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT ................................................................................. 55
14.1 Elektrische aansluiting ................................................................................................................................ 55
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen, beschrijving van de bedieningen en de juiste reinigings- en onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die de gasinstallatie moet controleren en de installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het apparaat moet uitvoeren.
39
Gebruiksvoorschriften

1. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN

DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET DERHALVE IN ZIJN GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS. WIJ ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN ERIN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE FORNUIS TE GEBRUIKEN. HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE GELDENDE NORMEN DIE OP DIT MOMENT VAN KRACHT ZIJN. HET APPARAAT IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN: BEREIDING EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDERSOORTIGE GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK GEBRUIK TE WORDEN BESCHOUWD. DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDER GEBRUIK DAN IS AANGEGEVEN, AF.
GEBRUIK DIT APPARAAT NIET VOOR HET VERWARMEN VAN RUIMTEN.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE VERPAKKING EN OVERHANDIG HEN AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR – AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE). DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE.
LAAT DE OPENINGEN, DE VENTILATIESLEUVEN OF OPENINGEN VOOR WARMTEAFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR BINNEN IN DE OPBERGRUIMTE VAN HET FORNUIS GEPLAATST.
DEZE PLAAT MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
GEBRUIK BESLIST GEEN METALEN SPONSJES OF SCHERPE SCHRAPERS, OM DE OPPERVLAKKEN NIET TE BESCHADIGEN. GEBRUIK NORMALE PRODUCTEN VOOR STAAL, NIET SCHUREND, EN MAAK EVENTUEEL GEBRUIK VAN HOUTEN OF KUNSTSTOF WERKTUIGEN. NAUWKEURIG AFNEMEN EN DROGEN MET EEN ZACHTE DOEK OF EEN ZEEM VAN DAMHERTENLEER. ZORG ERVOOR DAT ER IN DE OVEN GEEN ETENSRESTEN OP SUIKERBASIS (BIJV. JAM) OPDROGEN. ALS DEZE SUBSTANTIES TE LANG OPDROGEN IN DE OVEN ZOUDEN ZE DE EMAILBEKLEDING VAN DE BINNENKANT VAN DE OVEN KUNNEN BESCHADIGEN.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR PERSOONLIJK LETSEL OF MATERIËLE SCHADE OF DIE VEROORZAAKT WORDEN DOOR HET VERONACHTZAMEN VAN BOVENSTAANDE VOORSCHRIFTEN OF DOOR HET ONKLAAR MAKEN VAN AFZONDERLIJKE ONDERDELEN VAN HET APPARAAT, OF DOOR GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE VERVANGINGSONDERDELEN.
40
Veiligheidsvoorschriften

2. INSTRUCTIES VOOR DE VERNIETIGING – ONS MILIEUBELEID

Voor de verpakking van onze huishoudelijke apparaten gebruiken wij niet-vervuilende, en dus milieuvriendelijke en recyclebare materialen. Wij vragen om uw medewerking door te zorgen voor een juiste verwerking van het verpakkingsmateriaal. De adressen van de centra voor het verzamelen, de recyclage of de verwerking zijn beschikbaar bij uw wederverkoper of bij de plaatselijke betrokken instanties. Laat de verpakking of delen ervan niet zomaar ergens achter. Dit kan gevaar van verstikking opleveren voor kinderen, vooral de plastic zakjes. U moet ook zorgen voor een correcte verwerking van het oude apparaat. Belangrijk: bezorg het apparaat bij het plaatselijk bevoegde bedrijf voor de verzameling van niet meer gebruikte huishoudelijke apparaten. Met een correcte verwerking kunnen waardevolle materialen op intelligente wijze worden gerecycled. Koelapparaten bevatten gassen die gevaarlijk kunnen zijn voor het milieu. U moet er daarom voor zorgen dat de leidingen van het koelcircuit niet worden beschadigd zolang de hiermee belaste dienst zich nog niet over het huishoudelijke apparaat heeft ontfermd. Voordat u uw huishoudelijke apparaat wegdoet is het belangrijk dat u de deuren verwijderd en de schappen in de gebruiksstand laat, om te voorkomen dat spelende kinderen erin opgesloten raken. Verder moet u de elektrische voedingskabel afsnijden en hem samen met de stekker verwijderen.
41
Veiligheidsvoorschriften

3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

ELEKTRISCHE AANSLUITING: U DIENT U TE HOUDEN AAN DE INSTALLATIE-INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET GAS EN DE ELEKTRISCHE VOEDING EN DE VENTILATIEVEREISTEN. OM VEILIGHEIDSREDENEN EN IN UW BELANG IS WETTELIJK BESLOTEN DAT DE INSTALLATIE VAN EN DE ASSISTENTIE VOOR ALLE HUISHOUDELIJKE GASAPPARATEN MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR DESKUNDIG PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE VAN TOEPASSING ZIJNDE NORMEN EN REGLEMENTEN. DE BIJ CORGI INGESCHREVEN INSTALLATEURS ZIJN ERTOE VERPLICHT OM VOLGENS OPTIMALE STANDAARDS TE WERKEN. DE LOSKOPPELING VAN DE HUISHOUDELIJKE GAS- EN ELEKTRISCHE APPARATEN MOET ALTIJD WORDEN UITGEVOERD DOOR DESKUNDIG PERSONEEL.
DE STEKKER DIE AAN DE VOEDINGSKABEL EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN WORDEN BEVESTIGD, MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN, EN AAN DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN VOLDOEN. BIJ EEN INGEBOUWD APPARAAT MOET HET STOPCONTACT BEREIKBAAR ZIJN.
TREK DE STEKKER NOOIT AAN DE KABEL UIT HET STOPCONTACT.
DIT APPARAAT MAG NIET OP EEN VERHOOGD PLATFORM WORDEN GEÏNSTALLEERD.
EEN AARDING IS VERPLICHT VOLGENS DE TOEPASSELIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
U MOET ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE HET TOESTEL KORT INSPECTEREN EN UITTESTEN, VOLGENS DE ONDERSTAANDE INSTRUCTIES. INDIEN HET TOESTEL NIET MOCHT FUNCTIONEREN, DAN MOET U HET LOSKOPPELEN VAN DE VOEDINGSBRON EN HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM WAARSCHUWEN.
PROBEER NOOIT ZELF HET TOESTEL TE REPAREREN. ZET GEEN PANNEN MET EEN ONREGELMATIGE OF RUWE BODEM OP DE ROOSTERS VAN DE
KOOKPLAAT.
LET OP: WANNEER U EEN BARST CONSTATEERT IN DE GLASKERAMISCHE PLAAT, MOET U HET APPARAAT ONMIDDELLIJK LOSKOPPELEN VAN DE ELEKTRISCHE VOEDING EN HET DICHTSTBIJZIJNDE SERVICECENTRUM BELLEN.
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: ALS DEZE ONOPZETTELIJK AANGEZET ZOU WORDEN, ZOU ER BRAND KUNNEN ONTSTAAN.
HET APPARAAT WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE VERHITTENDE ELEMENTEN BINNENIN DE OVEN NIET AANRAAKT.
HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR VOLWASSENEN. STA HET KINDEREN NIET TOE IN DE BUURT VAN HET APPARAAT TE KOMEN OF ERMEE TE SPELEN. ALS DE GRILL IN WERKING IS KUNNEN DE DELEN DIE AANGERAAKT KUNNEN WORDEN HEEL HEET WORDEN: HOUD KINDEREN UIT DE BUURT.
NA ELK GEBRUIK DIENT U ALTIJD TE CONTROLEREN OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND (UIT) STAAN.
42
VOORDAT U HET APPARAAT IN WERKING STELT MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET APPARAAT AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN
Instructies voor de Gebruiker

4. GEBRUIKSBESTEMMING

HET APPARAAT IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN: BEREIDING EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDERSOORTIGE GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK
GEBRUIK TE WORDEN BESCHOUWD.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af voor persoonlijk letsel of materiële schade of die veroorzaakt worden door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.

5. UW FORNUIS

BEDIENINGSPANEEL
OVENRUIMTE
OVENVENTILATOR
OVENVERLICHTING
OVENDEUR
HANDGREEP VAN DE DEUR
RICHEL VAN DE OVEN VOOR BAKBLIK EN PAN
UITNEEMBAAR DEKSEL VOOR PIZZAPLAAT

6. INSTRUCTIES VOORAF AAN HET EERSTE GEBRUIK

Laat de resten van de verpakking niet onbewaakt in huis achter. scheid de verschillende afvalmaterialen van de verpakking en overhandig hen aan het dichtstbijzijnde centrum voor gescheiden afvalverwerking.
Voor het verwijderen van alle fabricageresten wordt het aanbevolen om de binnenkant van het apparaat schoon te maken. Voor meer informatie over het reinigen, verwijzen wij naar sectie "12. REINIGING EN ONDERHOUD"
Als de oven en de grill voor het eerst worden gebruik is het wenselijk hen te verwarmen tot de maximum temperatuur (260°C) voor een duur die voldoende is om eventuele olieresiduen die bij de productie zijn achtergebleven te verwijderen, die het voedsel een onaangename geur zouden kunnen geven. Na een
stroomuitval knippert het display van de oven regelmatig met . Zie voor de instelling paragraaf “11. ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR ”.
43
Instructies voor de Gebruiker

7. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN OP HET PANEEL AAN DE VOORKANT

lle bedieningen en controles van de oven zijn verzameld op het frontale bedienigsbord. In de onderstaande tabel vindt u een beschrijving van de gebruikte symbolen.
THERMOSTAAT ELEKTRISCHE OVEN KOOKZONE LINKSVOOR
FUNCTIEKOP ELEKTRISCHE OVEN KOOKZONE LINKSACHTER
KOOKZONE RECHTSACHTER
KOOKZONE RECHTSVOOR
Als het fornuis een elektronische programmator heeft, controleer dan voordat u de oven gaat gebruiken of het symbool op het display verschijnt, zie paragraaf “11. ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR”.
BEDIENINGSKNOP KOOKPLAAT
Standaard verhitting
De cirkel naast iedere knop verwijst naar de kookzone die hij bedient. Om de zone in te schakelen moet u de knop indrukken en op de gewenste stand draaien. De regeling is traploos zodat het toestel ook in elke tussenliggende stand zal functioneren. Om hem uit te schakelen moet u de knop weer
terugzetten op .
Dubbele verhitting
De cirkel naast iedere knop verwijst naar de kookzone die hij bedient. Om de interne kookzone te verwarmen moet u de knop indrukken en op de gewenste stand zetten. Om zowel de binnenste als de buitenste kookzones te verhitten moet u de knop draaien naar / ; en hem daarna weer loslaten. De knop zal dan weer terugkeren in de maximumstand. Om de intensiteit van de verhitting te regelen moet u de knop linksom in de gewenste stand zetten. Om terug te keren naar de verhitting van uitsluitend
de binnenste zone, moet u de knop terugzetten op en hem vervolgens in de gewenste stand draaien. Om hem uit
te schakelen moet u de knop weer terugzetten op .
44
Instructies voor de Gebruiker
THERMOSTAATKNOP ELEKTRISCHE OVEN
De bereidingstemperatuur wordt gekozen door de kop met de klok mee op de gewenste temperatuur te draaien, tussen 50° en 260°C. Als het apparaat is uitgerust met een elektrische oven, signaleert het controlelampje door te gaan branden dat de oven verwarmd wordt. Als het lampje uitgaat wil dat zeggen dat de ingestelde temperatuur is bereikt. Als het lampje regelmatig knippert betekent dat, dat de temperatuur in de oven constant op het ingestelde niveau gehouden wordt.
FUNCTIEKNOP GEVENTILEERDE ELEKTRISCHE OVEN
De verschillende functies van de elektrische oven zijn voor meerdere kookwijzen geschikt. Stel, na de gewenste functie te hebben geselecteerd, de kooktemperatuur in met behulp van de thermostaatknop.
VERWARMINGSELEMENT BOVEN EN ONDER.
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT VERWARMINGSELEMENT
GRILL-ELEMENT + ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT PIZZA FUNCTIE
GRILL-ELEMENT ONTDOOIEN
CONTROLELAMPJE THERMOSTAAT
Het aansteken van het seinlampje duidt erop dat de oven zich in de verwarmingsfase bevindt. Het uitgaan duidt erop dat de ingestelde temperatuur werd bereikt. Een regelmatige onderbreking duidt erop dat de temperatuur aan de binnenkant van de oven constant op het ingestelde niveau behouden blijft.
GRILL-ELEMENT + VENTILATIE
BOVEN EN ONDER + VERWARMINGSELEMENT GEVENTILEERD
VERWARMINGSELEMENT GEVENTILEERD
45
Instructies voor de Gebruiker

8. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT

8.1 Kookzones

Het toestel is uitgerust met 4/5 kookzones met verschillende diameters en vermogens. Hun positie wordt duidelijk aangegeven door cirkels en de afgegeven hitte wordt aangegeven door de merktekens op het oppervlak. De 5 kookzones zijn van het HIGH-LIGHT type en worden een paar seconden na inschakeling warm. U kunt de intensiteit van de verhitting van het minimum tot aan het maximum regelen met de knoppen op het frontpaneel.
De twee kookzones met concentrische cirkels ( ) en een cirkel + vispan hebben een dubbele verhitting, of binnenin de binnenste
cirkel of in beide cirkels.
De 4 controlelampjes tussen de kookzones gaan branden wanneer de temperatuur van één of meer van de kookzones hoger is dan 60°C. De lampjes zullen uitgaan zodra de temperatuur tot beneden de circa 60°C daalt.
Bij het eerste gebruik wordt het aanbevolen om de kookplaat net zo lang op de maximumtemperatuur te verhitten totdat alle mogelijke olieachtige fabricageresten zijn verbrand, om te voorkomen dat de lucht ervan in het voedsel trekt.
Voor de beste resultaten en om energie te besparen moet u uitsluitend voor elektrisch koken geschikte potten en pannen gebruiken:
• De bodem van deze pannen moet zeer dik en perfect plat zijn; voordat u ze op de kookplaat zet moet u controleren of ze perfect schoon en droog zijn, net als de kookplaat zelf.
• Om krassen op de kookplaat te voorkomen mag u nooit gietijzeren pannen of pannen met een ruwe bodem gebruiken.
• Om energieverspilling te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de diameter van de panbodem even groot is als die van de op de kookplaat aangebrachte cirkel.
Zorg ervoor dat u nooit suiker of zoetigheid op de hete kookplaat laat vallen. Leg nooit smeltbare materialen of substanties (plastic of aluminiumfolie) op de kookplaat. Indien dit tóch mocht gebeuren, dan moet u de plaat onmiddellijk uitschakelen en het gesmolten materiaal met de bijgesloten krabber van de nog warme top verwijderen om beschadiging ervan te voorkomen. Het nalaten van het onmiddellijke reinigen van de glaskeramische kookplaat zou kunnen leiden tot onmogelijk te verwijderen aankoekingen, zodra de kookplaat eenmaal is afgekoeld.
Belangrijk.
Let op voor kinderen in de buurt: zij kunnen de controlelampjes voor de restwarmte namelijk niet zien. Ook na te zijn uitgeschakeld zal de kookplaat nog geruime tijd warm blijven. Zorg ervoor dat kinderen de kookplaat nooit aanraken.
46
Instructies voor de Gebruiker

9. GEBRUIK VAN DE OVEN

Als het fornuis een elektronische programmator heeft, controleer dan voordat u de oven gaat gebruiken of het symbool op het display verschijnt, zie paragraaf “11. ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR”.
tijdens het gebruik wordt het apparaat bijzonder heet. voor iedere handeling wordt het aanbevolen om speciale thermische handschoenen te dragen.

9.1 Verwittigingen en algemene raadgevingen

Als de oven en de grill voor het eerst worden gebruik is het wenselijk hen te verwarmen tot de maximum temperatuur (260°C) voor een duur die voldoende is om eventuele olieresiduen die bij de productie zijn achtergebleven te verwijderen, die het voedsel een onaangename geur zouden kunnen geven. Na een
stroomuitval knippert het display van de oven regelmatig met . Zie voor de instelling paragraaf “11. ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR”.
De ovenaccessoires die in aanraking kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen die voldoen aan de voorschriften van de geldende richtlijn.
Bedek, tijdens het koken, de bodem van de oven niet met aluminiumfolie of vergelijkbare materialen en plaats er geen pannen of ovenschotels op om beschadigingen van het email te voorkomen. Bij gebruik van ovenpapier moet u ervoor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt beïnvloed.
Teneinde te voorkomen dat de eventuele damp binnen in de oven last veroorzaakt, de ovendeur in twee ogenblikken openen: de deur half open houden (ongeveer 5 cm.) gedurende 4-5 seconden, en ze daarna volledig openen. Indien het nodig is de gerechten tijdens het koken te behandelen, moet men de ovendeur zo kort mogelijk open laten teneinde te vermijden dat de temperatuur binnen in de oven afkoelt zodanig dat een goede afloop van het koken risico loopt. Bij het openen van de deur wordt de binnenventilatie van de oven automatisch uitgeschakeld om bij het sluiten ervan weer te worden hervat.

9.2 Koelventilator

Het apparaat is uitgerust met een koelsysteem dat enkele minuten na de inschakeling van de oven in werking treedt. De werking van de ventilator veroorzaakt een normale luchtstroom die boven de deur naar buiten komt, en die nog korte tijd nadat de oven is uitgeschakeld, door kan gaan.

9.3 Het gebruik van de grill

Laat na de inschakeling de oven 5 minuten opwarmen alvorens er voedsel in te zetten. Het voedsel moet voor de bereiding gearomatiseerd worden. Ook moet het worden ingestreken met olie of vloeibaar gemaakt boter voordat de bereiding begint. Gebruik de ovenplaat om de jus op te vangen. Het voedsel dat gekookt moet worden moet op het ovenrooster worden gezet dat op één van de geleiders moet worden geplaatst die bij de verschillende types ovens horen, volgens onderstaande aanwijzingen:
VOEDSEL
Plat, dun vlees 3
Rollades 2 - 3
Gevogelte ame 2 - 3
• Deze kookwijze mag in ieder geval niet langer dan 60 minuten duren.
• De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven
• Tijdens en na het gebruik van de grill kunnen de aanraakbare onderdelen heel heet geworden zijn, en kinderen moeten dus uit de buurt worden gehouden.
• Als u de oven gebruikt moet u alle niet-gebruikte schalen en roosters verwijderen.
ROOSTER OP HET
SCHAP
47
Instructies voor de Gebruiker

9.4 Gebruik van de “pizza” functie

Dit apparaat is uitgerust met een speciaal voor het bakken van pizza's bestudeerde functie. Die functie is herkenbaar aan het symbool op de functieknop van de oven.
Om de pizza te bakken moet u als volgt te werk gaan. Bij een koude oven moet u het ronde deksel van de bodem van de oven verwijderen (fig. 1) en vervangen door de pizzaplaat (Fig. 2).
1) 2)
Zet de functieknop van de oven op het symbool en de thermostaatknop op het symbool . Verwarm de oven in deze staat 15 minuten vooraf, en leg de pizza vervolgens op de speciale plaat. Voor een optimaal resultaat moet u de pizza gewoonlijk niet langer dan 3 minuten laten bakken ook al zal deze tijd kunnen variëren afhankelijk van het gebruikte deeg of de smaak van de gebruiker.

9.4.1 Waarschuwingen voor wat betreft het gebruik van de pizzaplaat

• Verwijder het ronde deksel en breng de pizzaplaat altijd aan bij een uitgeschakelde en koude oven.
• Gebruik de pizzaplaat niet op andere dan de beschreven wijzen (gebruik hem bijvoorbeeld niet op gas- of glaskeramische kookplaten of op ovens die niet voor dit accessoire zijn uitgerust.
• Tijdens het gebruik wordt het apparaat bijzonder heet. voor iedere handeling wordt het aanbevolen om speciale thermische handschoenen te dragen.
• Wanneer u de pizza met olie op smaak wenst te brengen, verdient het aanbeveling dit te doen nadat u hem uit de oven heeft gehaald omdat eventuele olievlekken het aanzien en de werking van de pizzaplaat zouden kunnen aantasten.

9.5 Opbergruimte

Onder in het fornuis, onder de oven, zit een opbergruimte. Deze kan worden geopend door boven aan het deurtje te trekken. Bewaar er beslist geen ontvlambare materialen zoals doeken, papier e.d. in, maar eventueel alleen de metalen accessoires van het apparaat.
Open het bergvak niet als de oven brandt of nog heet is. Deze ruimte kan van binnen namelijk erg heet worden.
48
Instructies voor de Gebruiker

10.VERKRIJGBARE ACCESSOIRES

De oven beschikt over 4 richels om de braadsleden en de roosters op verschillende hoogten te plaatsen.
Rooster: nuttig om schalen met te bereiden voedsel op te zetten.
Rooster voor ovenschaal: kan boven op een ovenschaal worden
gelegd voor het bereiden van voedsel dat vloeistof kan verliezen.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van vet dat afkomstig is van voedsel dat op het rooster erboven is gelegd.
Gebakschaal: voor taarten en ovengebak.
Pizzaplaat: speciaal ontworpen voor het bakken van pizza's. Moet
worden gebruikt zoals beschreven in paragraaf “9.4 Gebruik van de “pizza” functie”
Pizzaschep: om de pizza gemakkelijk op de speciale plaat in de oven te kunnen leggen.
Houder van de pizzaplaat: om de nog hete pizzaplaat niet rechtstreeks op de tafel of andere delicate oppervlakken te hoeven leggen.
Op enkele modellen zijn niet alle accessoires aanwezig.
Accessoires op verzoek
Via de erkende assistentiecentra is het mogelijk originele accessoires te bestellen.
49
Instructies voor de Gebruiker

11.ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR

LIJST FUNCTIES
TIJDSCHAKELAAR
DRUKKNOP TIJD VAN HET KOKEN
DRUKKNOP EINDE VAN HET KOKEN
DRUKKNOP VERMINDERING WAARDE
DRUKKNOP VERHOGING WAARDE

11.1 Instelling van de tijd

Wanneer men de oven voor de eerste keer gebruikt, ofwel, na een onderbreking van de electriciteit, blikt de display met een regelmatige onderbreking en duidt aan. Druk tegelijkertijd op de toetsen en en druk tegelijk ook de wijzigingstoetsen van de cijfers of in: elke druk op de toets betekent
een minuut meer of minder.
Voor elke instelling van de programmeur moeten de functie en de gewenste temperatuur worden ingesteld.

11.2 Semi-automatisch koken

Deze instelling laat het automatisch afslaan van de oven toe wanneer de kookfase beëindigd is. Indien men op de toets drukt wordt de display verlicht die dan de cijfers aanduidt; men moet de toets ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering waarde of bedienen teneinde
de duur van het koken in te stellen. Als men de toets loslaat, zal het aftellen beginnen van de geprogrammeerde kooktijd en op de display zal het lopende uur verschijnen samen met de symbolen A en .

11.3 Automatisch koken

Deze regeling laat het aansteken en uitdoen van de oven op een totaal automatische wijze mogelijk. Door op de toets te drukken wordt de display verlicht die de cijfers oont; de toets ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering waarde of bedienen om de duurtijd van het koken in te stellen. Door op de toets te drukken zal op de display de som verschijnen van het lopende uur + de kookduur: ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering waarde of bedienen om het tijdstip voor het einde van het koken te regelen. Wanneer men de toets los laat, zal het
geprogrammeerde aftellen beginnen en op de display zal het lopende uur verschijnen samen met de symbolen A en .
Om na de instelling de resterende bereidingstijd te kunnen zien moet op de toets worden gedrukt; voor het tijdstip van het einde van de bereiding drukt u op de toets . Instellingen met inconsequente
waarden wordt logisch verhinderd (bijv. een tegenstelling tussen het einde van de bereidingstijd en een langere duur wordt niet door de programmeur geaccepteerd).
50
Instructies voor de Gebruiker

11.4 Einde van het koken

Op het einde van het koken zal de oven automatisch uitgaan en tegelijkertijd begint een intermitterend akoestisch signaal te werken. Na het uitschakelen van het akoestisch signaal, zal de display opnieuw
het lopend uur tonen samen met het symbool , die de terugkeer aanduidt van de conditie van manuele bediening van de oven.

11.5 Minuterie

De programmakiezer kan ook als eenvoudige minuterie gebruikt worden. Door op de toets te drukken verschijnen op de display de cijfers ; ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering
waarde of bedienen. Als de toets wordt losgelaten, begint de geprogrammeerde telling en verschijnt het huidige tijdstip op het display en het symbool .
Druk op de toets om na de instelling de resterende tijd te laten weergeven. Het gebruik als minuterie onderbreekt de werking van de oven niet aan het einde van de ingestelde tijd.

11.6 Regeling van het volume van het akoestisch signaal

Het geluidssignaal beschikt over 3 verschillende volumeniveaus. Om het niveau te wijzigen moet u op het eind van de kookwekkerfunctie, wanneer het geluidssignaal
afgaat, toets indrukken.

11.7 Afzetten van het geluidssignaal

Het geluidssignaal stopt automatisch na zeven minuten. Het is mogelijk het signaal met de hand af te zetten door tegelijkertijd de toetsen en in te drukken. Om het apparaat uit te schakelen moet u
vervolgens de knoppen in de stand 0 zetten.

11.8 Annuleren van de ingestelde gegevens

Terwijl het programma ingesteld is, de toets van de functie die men wenst te annuleren ingedrukt houden terwijl men tegelijkertijd de waarde bekomt met de toetsen verandering waarde of
. De annulering van de kookduur zal door de programmakiezer geïnterpreteerd worden als einde van de kooktijd.

11.9 Wijziging van de ingestelde gegevens

De gegevens die ingesteld zijn voor de bereiding kunnen op elk moment worden gewijzigd door de toets van de functie ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de toetsen of voor verandering van de
waarden te drukken.
51
Instructies voor de Gebruiker

12.REINIGING EN ONDERHOUD

Vóór alle werkzaamheden op het toestel moet u de elektrische voeding naar het toestel loskoppelen.
Gebruik voor het reinigen van het apparaat geen stoomstraal.

12.1 Reiniging van het roestvrij staal

Om het roestvrij staal in goede staat te houden moet het regelmatig worden schoongemaakt na elk gebruik van het fornuis, nadat dit is afgekoeld.

12.1.1Gewone dagelijkse reiniging

Gebruik voor het schoonmaken en conserveren van de roestvrij stalen oppervlakken altijd specifieke producten die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis bevatten. Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en maak hiermee het oppervlak schoon, nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte doek of een zeem van damhertenleer.

12.1.2Voedselvlekken of -restanten

Gebruik beslist geen metalen sponsjes of scherpe schrapers, om de oppervlakken niet te beschadigen. Gebruik normale producten voor staal, niet schurend, en maak eventueel gebruik van houten of kunststof werktuigen. Nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte doek of een zeem van damhertenleer. Zorg ervoor dat er in de oven geen etensresten op suikerbasis (bijv. jam) opdrogen. Als deze substanties te lang opdrogen in de oven zouden ze de emailbekleding van de binnenkant van de oven kunnen beschadigen.

12.2 Reiniging van de glaskeramische kookplaat

De kookplaat moet regelmatig worden schoongemaakt; bij voorkeur na ieder gebruik, zodra de lampjes voor de restwarmte zijn gedoofd.
Vlekken van pannen met aluminium bodems kunnen gemakkelijk worden gereinigd met een met azijn bevochtigde doek. Verwijder alle verbrande resten na het koken met de bijgesloten krabber; spoel de plaat af met water en droog hem af met een schone lap. Het regelmatige gebruik van de krabber zal de behoefte aan chemische reinigingsmiddelen voor het dagelijkse reinigen van de kookplaat sterk verminderen. Gebruik nooit schurende of bijtende detergenten (bijv, reinigingspoeders, ovensprays, vlekkenmiddelen, staalwol).
52
Instructies voor de Gebruiker

12.3 Reiniging van de oven

Om de oven in goede staat te houden, moet hij regelmatig worden schoongemaakt, nadat hij is afgekoeld. Haal alle delen die verwijderd kunnen worden, weg.
• Maak de ovenroosters schoon met warm water en niet-schurende reinigingsmiddelen, spoel hen af en maak hen droog.
• Tijdens het reinigen moet het ronde deksel op zijn plaats worden gelaten en moet hij snel worden afgedroogd om te voorkomen dat er vloeistoffen onder terecht komen. Mocht dit toch gebeuren dan moet u het onderliggende gedeelte afdrogen na het deksel te hebben verwijderd en na de voeding
van het apparaat te hebben losgekoppeld.
• De pizzaplaat moet apart met een metalen niet schurend, in citroen of azijn gedrenkt sponsje worden schoongemaakt: hij mag niet in de vaatwasser en met een gewoon detergent worden
gewassen.

12.4 Ruit van de deur

Het wordt geadviseerd deze altijd goed schoon de houden. Gebruik absorberend keukenpapier of was de ruit, in geval van hardnekkig vuil, met een vochtige spons en een gewoon reinigingsmiddel.
Tijdens het reinigen moet het apparaat zorgvuldig worden afgedroogd omdat resten water en reinigingsmiddel de goede werking en het aanzien van het apparaat zouden kunnen compromitteren.
53
Instructies voor de Gebruiker

13.BUITENGEWOON ONDERHOUD

De oven vereist zo nu en dan kleine onderhoudsingrepen of vervanging van onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage, zoals pakkingen, lampjes, enz. Hier volgen de specifieke instructies voor alle ingrepen van deze aard.
Voor de werkzaamheden moet altijd de elektrische voeding naar het apparaat worden uitgeschakeld.

13.1 Vervanging van het lampje

Het beschermingsdeksel A wegnemen. door het los te vijzen tegen de wijzers van de klok in, de lamp B vervangen met een andere van hetzelfde type (25 W). Het beschermingsdeksel A terugplaatsen.
Uitsluitend lampen voor ovens gebruiken (T 300°C).

13.2 Demontage van de deur

De deur aan de twee zijden met beide handen vastnemen dicht bij de scharnieren A en de krukken B opheffen. De ovendeur naar boven opheffen door een hoek van ongeveer 45° te vormen en ze eruit trekken. Om de deur terug te plaatsen, de scharnieren A in de daartoe bestemde gleuven plaatsen, ze vervolgens naar beneden toe laten steunen en de krukken B loslaten.

13.3 Pakking ovendeur

De pakking van de deur kan worden verwijderd om de ovens accuraat schoon te maken. Alvorens de pakkingen te verwijderen moeten de ovendeuren worden gedemonteerd zoals eerder beschreven. Til, als de deur verwijderd is, de lipjes op de hoeken op, zoals te zien is op de afbeelding.
54
Instructies voor de Installateur

14.INSTALLATIE VAN HET APPARAAT

Het apparaat dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd technicus, in overeenstemming met de geldende normen. Het fornuis kan tegen wanden worden geplaatst waarvan er één hoger is dan de kookplaat zoals afgebeeld in de tekening met betrekking tot de installatieklassen. De minimumafstand voor boven de kookplaat gemonteerde schappen of afzuigkappen is 750 mm.

14.1 Elektrische aansluiting

Het aansluiten van Smeg apparatuur. Alle Smeg apparaten die Smeg Nederland verkoopt moeten op 220-240 volt worden aangesloten. Geen van de apparaten mag op 380 volt worden aangesloten. Dit in tegenstelling van wat er in de diverse gebruiksaanwijzingen staat. Apparaten die op 380 volt worden aangesloten kunnen beschadigd raken. De spanning bij 380 volt installaties noemt men krachtstoom. Ook bij krachtstroom heeft men 220-240 volt, die meet men alleen tussen de fase en de nul. Waar het echter fout gaat, is dat de spanning tussen 2 fasen in Nederland 380 volt is, bij een aantal apparaten kunnen componenten doorbranden. In Nederland komt bij de meeste woningen maar één fase, één nul en één aarde draad binnen. Deze inkomende leiding wordt door het energiebedrijf voor de meter afgezekerd met een hoog Ampèrage zekering en na de meter wordt deze onderverdeeld in meerdere groepen van 16 amp. Als men nu tussen de fase en de nul meet men nog steeds 220 volt, maar als je op de onderlinge groepen meet wordt er geen waarden aangegeven. Hier is geen spanningsverschil aanwezig. Een zekering van 16 ampère kan met een vermogen van 3520 Watt tot 3840 Watt belast worden. (afhankelijk van de spanning (220/240 Volt)). Dit houdt in dat als een apparaat een aansluitwaard van 6,60 KW heeft, er gezekerd moet worden met minimaal 2 zekeringen van ieder 16 Ampère. Deze zekeringen moeten geschakeld zijn, zodat ze altijd samen uit of samen aan gaan. De wandcontactdoos dient een Perilex aansluiting te zijn Apparaten die op een geschakelde zekering (ovengroep) worden aangesloten dienen een Perilexstekker te hebben. In de volgende catalogi wordt bij ieder apparaat de benodigde spanning vermeld, dus altijd 220/240 Volt.
Vergewis u ervan dat het voltage en de dimensionering van de voedingslijn corresponderen met de eigenschappen die vermeld worden op de plaat in de opbergruimte voor voedsel.
Deze plaat mag nooit worden verwijderd.
Als het apparaat met een vaste aansluiting op het net wordt aangesloten moet er op de voedingslijn een meerpolig uitschakelmechanisme met een openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm worden voorzien die op een gemakkelijk te bereiken positie in de buurt van het apparaat moet worden geplaatst.
Het apparaat kan vast of met een stekker en stopcontact worden aangesloten op het net. In het tweede geval moeten de stekker en het stopcontact geschikt zijn voor de gebruikte kabel en voldoen aan de geldende voorschriften. Voor elk type aansluiting moet het apparaat beslist geaard worden. Alvorens het aan te sluiten dient te worden gecontroleerd of de voedingslijn naar behoren is geaard.
Gebruik geen reducties, adapters of omleidingen.
55
Instructies voor de Installateur
Het apparaat heeft aan de achterkant een klemmenbord. Voor de elektrische aansluiting verwijzen wij naar het volgende schema. Het is toegankelijk als u het carter achter verwijdert.
Werking op 380-415V3N ˜: gebruik een vijfpolige kabel van het type
2
H05RR-F (kabel van 5 x 2.5 mm
Werking op 380-415V2N
H05RR-F (kabel van 4 x 4 mm
˜
).
: gebruik een 4 polige kabel van het type
2
).
Werking op 220-240V
H05RR-F (kabel van 3 x 6 mm
Het uiteinde dat verbonden moet worden met het apparaat moet een (geel-groene) aardingsdraad hebben die minstens 20 mm langer is.
Voor de aansluiting op het elektrische voedingsnet moet u een vijfpolige stekker van afdoende capaciteit gebruiken (zie typeplaatje) of, bij gebruik met een elektrische voeding van 220-240V~, met een driepolige stekker. Controleer of de stekker en het stopcontact van hetzelfde type zijn en in overeenstemming met de van toepassing zijnde voorschriften. Zorg ervoor dat het toestel naar behoren is geaard. Controleer, alvorens de elektrische spanning in te schakelen, of de voedingslijn naar behoren is geaard. Vermijd het gebruik van adapters of shunts.
: gebruik een driepolige kabel van het type
˜
2
).
14.2 Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat (Afhankelijk van de
modellen)
Na de elektrische en gasaansluiting moet u de oven waterpas stellen op de vloer met behulp van de vier regelbare voetjes. Voor goede kookresultaten moet het apparaat absoluut waterpas worden gesteld op de vloer. Afhankelijk van het door u aangeschafte model kan de regeling van de hoogte van de pootjes variëren van 70 t/m 95 mm en van 110 t/m 160mm. Deze hoogten verwijzen naar de afstand van het hoogste punt (vaste gedeelte) naar het laagste punt van het pootje (regelbare gedeelte dat op de grond rust).
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af voor persoonlijk letsel of materiële schade of die veroorzaakt worden door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
56
914772466/ C
Loading...