1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID .................................................................... 61
2. GEBRUIK WAARVOOR DE KOELKAST IS BESTEMD ....................................................... 61
3. INSTALLATIE EN AANSLUITING ......................................................................................... 62
3.1 De keuze van de juiste plaats ....................................................................................................................... 62
3.2 Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat ............................................................................................ 62
4.3 Afvoer van het dooiwater van de koelruimte ................................................................................................. 63
4.4 Fruit- en groentelade ..................................................................................................................................... 63
4.5 Balkonvakjes en bakjes in de deur ................................................................................................................ 63
5. PLAATSING VAN HET VOEDSEL IN DE KOELRUIMTE ..................................................... 64
6. REGELING EN KEUZE VAN DE KOELTEMPERATUUR ..................................................... 64
7. REGELING EN KEUZE VAN DE KOELTEMPERATUUR IN HET VRIESGEDEELTE ......... 65
8. HET INVRIEZEN VAN VOEDSEL ......................................................................................... 66
8.1 Conservering van het diepvriesvoedsel ........................................................................................................ 66
8.2 Ontdooien van diepvriesvoedsel ................................................................................................................... 66
8.3 IJsblokjes maken ........................................................................................................................................... 66
9. ONDERHOUD EN REINIGEN ............................................................................................... 67
9.1 Ontdooien van de koelruimte ........................................................................................................................ 67
9.2 Ontdooien van de vriesruimte ....................................................................................................................... 67
9.3 Reinigen van de koelkast .............................................................................................................................. 67
9.4 Uitschakelen van de koelkast ........................................................................................................................ 67
9.5 Aanwijzingen voor het schoonmaken. ........................................................................................................... 68
9.6 Praktische wenken om energie te besparen. ................................................................................................ 68
9.8 Opsporen en verhelpen van mogelijke defecten tijdens het gebruik ............................................................. 68
9.9 Vervanging van het lampje in de koelkast ..................................................................................................... 68
10. LEIDRAAD VOOR HET OPSPOREN VAN DE PROBLEMEN ............................................ 69
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u de aanwijzingen voor het gebruik, de beschrijving
van de bedieningsorganen en de correcte handelingen voor het reinigen en onderhouden van het
apparaat
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de bevoegde technicus die voor de
installatie, de inwerkingstelling en het uittesten van het apparaat moet zorgen
59
Page 2
Waarschuwingen voor de veiligheid
INSTRUCTIES VOOR DE AFVALVERWERKING – ONZE ZORG VOOR HET MILIEU
Wij gebruiken voor de verpakking van onze koelkasten niet-vervuilende en dus milieuvriendelijke en
recyclebare materialen. Wij vragen om uw medewerking door te zorgen voor een juiste verwerking van
het verpakkingsmateriaal. De adressen van de centra voor het verzamelen, de recyclage of de
verwerking zijn beschikbaar bij uw wederverkoper of bij de plaatselijke betrokken instanties.
Laat de verpakking of delen ervan niet zomaar ergens achter. Dit kan gevaar van verstikking opleveren
voor kinderen, vooral de plastic zakjes.
U moet ook zorgen voor een correcte verwerking van het oude apparaat.
Belangrijk: bezorg het apparaat bij het plaatselijk erkende bedrijf voor de verzameling van niet meer
gebruikte huishoudelijke apparaten. Met een correcte verwerking kunnen waardevolle materialen op
intelligente wijze worden gerecycled. Koelapparaten bevatten gassen die gevaarlijk kunnen zijn voor het
milieu. U moet er daarom voor zorgen dat de leidingen van het koelcircuit niet worden beschadigd
voordat de hiermee belaste dienst zich over het huishoudelijke apparaat heeft ontfermd.
Voordat u uw koelkast wegdoet is het belangrijk dat u de deuren verwijderd en de rekken in de
gebruiksstand laat, om te voorkomen dat spelende kinderen opgesloten raken in de meubels. Verder
moet u de elektrische voedingskabel afsnijden en hem samen met de stekker verwijderen.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN
2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR –
AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE
AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE
EUROPESE UNIE.
60
Page 3
Waarschuwingen voor de veiligheid
1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie met betrekking tot de installatie, het gebruik en het
onderhoud van de koelkast en moet heel zorgvuldig worden bewaard. Bij het bewaren van de
gebruiksaanwijzing moet u er rekening mee houden dat hij aan eventuele latere eigenaars van het
apparaat moet kunnen worden overgedragen.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijk wanneer de volgende waarschuwingen niet in acht
worden genomen:
- Schakel geen machine in die beschadigd is: wendt u zich, in geval van twijfel, tot de wederverkoper.
- Bij de aansluiting op het elektriciteitsnet en de installatie van het apparaat moet u zich zorgvuldig
houden aan de aanwijzingen in de handleiding. De omstandigheden van de elektrische aansluiting
moeten overeenstemmen met de gegevens op het typeplaatje dat links onderin de koelruimte isaangebracht. De elektrische veiligheid van het apparaat wordt uitsluitend gegarandeerd wanneer de
aardaansluiting van het elektriciteitsnet in het huis voldoet aan de normen.
- Verzeker u ervan dat de reparaties en het onderhoud uitsluitend door technici wordt uitgevoerd diebevoegd zijn door de technische servicedienst van Smeg. Bij storingen, onderhoud en reinigen
of voor de vervanging van het lampje moet u het apparaat altijd van het elektriciteitsnet loskoppelen.
Gebruik voor het ontdooien nooit elektrische apparaten of stoomreinigers. Verwijder de rijp of het ijs
nooit met scherpe voorwerpen, om onherstelbare beschadigingen van de wanden van de
koelkast te voorkomen.
- Probeer nooit om de koelkast te verplaatsen door aan de deur of de handgreep te trekken.
- Bewaar sterke drank hermetisch afgesloten en de flessen uitsluitend recht overeind. Bewaar in het
vriesvak nooit vloeistoffen in blikjes of glazen flessen en vooral geen dranken die kooldioxide
bevatten. Bewaar in de diepvriezers geen producten die gas, ontvlambare drijfgassen en explosieve
stoffen bevatten: gevaar voor ontploffing!
- Blokkeer of bedek op geen enkele wijze de luchtcirculatieleidingen om de correcte werking van de
koelkast niet te verhinderen.
- Stop de uit de diepvriezer gehaalde ingevroren producten niet rechtstreeks in de mond en raak ze
niet aan. Gevaar voor brandwonden, als gevolg van de zeer lage temperaturen.
- Nuttig geen voedsel dat er niet normaal uitziet of vreemd ruikt
- Laat kinderen niet met de koelkast spelen en gebruik de laden, rekken of andere onderdelen
ervan uitsluitend zoals aangegeven in deze handleiding; gebruik ze niet op een andere wijze
dan die waarvoor ze zijn ontwikkeld.
Bij een stroomuitval moet u de deur/en zo min mogelijk openen. Geheel of gedeeltelijk ontdooid
ingevroren voedsel mag niet weer opnieuw worden ingevroren.
Aandacht:
deze koelkast met diepvries bevat een kleine hoeveelheid isobutaan (R600a), een koelgas zonder
CFC. Tijdens het transport, de installatie, de reiniging en de herstelling van de koelkast moet
opgelet worden dat de delen van het koelcircuit niet beschadigd worden, zodat geen gas kan
lekken. In geval van beschadigingen mag geen vuur aangestoken worden, moeten vonken
vermeden worden, mogen geen elektrische toestellen of de verlichting aangeschakeld worden,
en moet de ruimte waarin zich het toestel bevindt goed verlucht worden.
2. GEBRUIK WAARVOOR DE KOELKAST IS BESTEMD
Het apparaat is specifiek ontwikkeld voor een huishoudelijk gebruik en is daarom geschikt voor het
koelen en conserveren van vers en diepvriesvoedsel en de productie van ijsblokjes. Het apparaat is niet
ontworpen en gefabriceerd voor een professioneel gebruik. Smeg kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade als gevolg van een niet correct gebruik van het apparaat. De koelkast is onderworpen aan
de noodzakelijke dichtingstests van het koelcircuit en is conform de veiligheidsnormen voor elektrische
apparaten.
Let op:
de fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als
gevolg van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van
wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en van het
gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
61
Page 4
Instructies voor de installateur
3. INSTALLATIE EN AANSLUITING
3.1De keuze van de juiste plaats
Plaats de koelkast altijd in een droge omgeving en met voldoende luchtverversing. Stel hem niet bloot
aan direct zonlicht en plaats hem niet buiten. Afhankelijk van de klimaatklasse waartoe hij behoort
(aangegeven op het typeplaatje in de koelkast) kan het apparaat onder verschillende
temperatuursomstandigheden worden gebruikt:
KlasseKamertemperatuur
SN (Sub-normaal)van +10° C t/m +32° C
N (Normaal)van +16° C t/m +32° C
ST (Subtropisch)van + 18° C t/m +38° C
T (Tropisch)van + 18° C t/m + 43° C
Plaats de koelkast niet in de buurt van warmtebronnen. Wanneer dit onvermijdelijk mocht blijken moet u
een geschikt isolatiepaneel gebruiken om de correcte werking van het product niet in gevaar te brengen.
Anders moet u het apparaat op tenminste 3 cm van elektrische of gasfornuizen en op tenminste 30 cm
van verwerkingssystemen middels verbranding of radiatoren plaatsen.
Om verzekerd te zijn van een correcte afkoeling van de condensator mag u de
koelkast niet al te dicht op de muur plaatsen. Om dit te voorkomen is het
product uitgerust met twee plastic afstandsstukken, die op het bovenste deel
van de condensator moeten worden geplaatst. Bij plaatsing van de koelkast
onder een schap, moet de vrije ruimte tenminste 5 cm bedragen.
Let, bij installatie van het apparaat op parket of linoleum, goed op, om te
voorkomen dat de vloer bekrast of beschadigd raakt. Indien noodzakelijk kunt u
tijdens het plaatsen de koelkast op stukjes hout of vloerbedekking laten glijden
tot de plek is bereikt waarop hij op het elektriciteitsnet moet worden aangesloten.
3.2Plaatsing en waterpas zetten van het apparaat
Zet de koelkast op een stabiele en vlakke ondergrond. Om de oneffenheden van de vloer te
compenseren is het apparaat uitgerust met twee regelbare voetjes aan de voorkant en met twee
regelbare voetjes aan de achterkant. De regeling van de voetjes aan de voorkant kan met de hand
geschieden, terwijl voor die van de achterkant een speciale sleutel beschikbaar is: draai de contramoer
voor de blokkering los, regel de hoogte van het voetje en blokkeer vervolgens de contramoer om het
voetje in de bepaalde stand vast te zetten.
62
3.3Elektrische aansluiting
Voordat u de koelkast voor het eerst inschakelt moet u hem tenminste twee uur lang rechtop laten staan.
Verbind vervolgens de voedingskabel van het apparaat met een geaard stopcontact dat moet zijn
geïnstalleerd volgens de veiligheidsnormen. De nominale spanning en de frequentie staan vermeld op
het etiket met de technische specificaties in de koelruimte. Bij de aansluiting op het elektriciteitsnet en
de aarding moet u de van toepassing zijnde normen en voorschriften inachtnemen. Het apparaat kan
korte spanningsstoten verwerken van niet lager dan 15% en niet hoger dan 10% ten opzichte van
nominale spanningswaarde zoals vermeld op het plaatje. Een eventueel noodzakelijke vervanging van
de voedingskabel mag uitsluitend worden uitgevoerd door een bevoegd technicus van de technische
servicedienst van Smeg.
3.4Hoe beschermt u de kwaliteit van de houten delen van uw nieuwe product.
Om de houten delen van uw nieuwe koelkast te beschermen tegen de natuurlijke
verouderingsprocessen (verandering van de kleur, barsten enz.), of om structurele problemen te
voorkomen, wordt het aanbevolen om hem niet in het directe zonlicht te zetten.
Droog eventuele water- of stoomdruppels of vloeistofresten in het algemeen, die zich op de
buitenoppervlakken van de koelkast of aan de binnenkant van de deur zouden kunnen hebben afgezet,
onmiddellijk af.
De houten delen van uw nieuwe koelkast zijn behandeld met doorzichtige lakken op waterbasis, die
onder normale temperatuur en vochtomstandigheden een betere bescherming garanderen; om de
effenheid van de structuur ervan niet aan te tasten wordt het echter aanbevolen om uw nieuwe koelkast
niet in overdreven vochtige of droge omgevingen te plaatsen.
Page 5
Instructies voor de gebruiker
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Koelkast (A): ruimte voor het bewaren van vers voedsel
Vriesgedeelte (B): ruimte voor het bewaren van diepvriesvoedsel De
verschillende soorten voedsel kunnen in de geleverde laden worden
geplaatst. In het onderste gedeelte van de ruimte (achterin) vindt u
een sleuf (D) voor het verzamelen en afvoeren van het dooiwater (zie
hoofdstuk “Onderhoud en reinigen”).
Bedieningspaneel (C): externe bedieningsorganen voor de regeling
van de werking van de vriezer
4.1Rekken
iedere koelkast wordt geleverd met meerdere rekken die op verschillende hoogten in de geleiders
kunnen worden geplaatst. Ieder rek heeft een bescherming om te voorkomen dat hij er volledig of per
ongeluk wordt uitgetrokken. Om het rek uit het apparaat te verwijderen moet u hem van achteren optillen
en hem er vervolgens uittrekken. Daarna kunnen ze naar behoefte op een andere hoogte worden gezet.
Om het verwijderen van de interne accessoires te vergemakkelijken moet u de deur volledig openen.
4.2Flessenrek
Net als de platte rekken, kan ook het flessenrek op verschillende hoogtes
worden geplaatst.
In de koelruimte bestaan twee installatiemogelijkheden: horizontaal, met
het voorste gedeelte iets omhoog om de flessen schuin te kunnen leggen.
Om het flessenrek te verwijderen moet u hem van achteren optillen en naar
buiten trekken.
Let op: wanneer u flessen van meer dan normale lengte in het
flessenrek wilt leggen moet u hem op een hoogte plaatsen die de
correcte sluiting van de deur niet belemmert.
4.3Afvoer van het dooiwater van de koelruimte
Achterin de koelruimte vindt u, onder de koelplaat, een sleuf en een opening voor het verzamelen van
het dooiwater. Deze opening mag op geen enkele wijze worden verstopt om de correcte werking van de
koelkast niet te verhinderen. Wij raden daarom aan om hem met een zekere regelmaat te controleren en
te reinigen, en hiervoor een stijf metalen filter te gebruiken.
4.4Fruit- en groentelade
deze bak (bij het model FAB 32 zijn het er 2) bevindt zich onderin de koelruimte waar een speciaal
glazen schap zorgt het verse voedsel afschermt dat voor de correcte conservering constante
vochtigheidsomstandigheden nodig heeft.
4.5Balkonvakjes en bakjes in de deur
Aan de binnenzijde van de deur vinden we speciale balkonvakjes en bakjes voor het bewaren van
eieren, boter, zuivelproducten, tubes, conserven en andere kleine pakjes. In het onderste gedeelte van
de deur vinden daarentegen een rek om flessen rechtop in te kunnen zetten. Om te voorkomen dat die
bij het openen en sluiten van de deur vallen, moeten ze worden tegengehouden met het speciale
meegeleverde hulpstuk om de flessen mee te blokkeren.
63
Page 6
Instructies voor de gebruiker
Alle balkonvakjes en bakjes kunnen worden verwijderd om ze te reinigen. Om ze uit de deur te
verwijderen moet u ze eerst aan één kant en vervolgens aan de andere kant met de hand van beneden
naar boven lostikken op de plaats waar ze zijn vastgeklemd. Zet geen zware flessen in de flessenhouder
en laat de flessen bij het wegzetten niet op de bodem vallen (Fig. 1).Trek de flessen er niet schuin uit om
formering van de flessenblokkeerstaaf te vermijden (Fig. 2).
Fig. 1) Fig. 2)
4.6Kaasbakje
Standaard (afhankelijk van het model) wordt een speciaal bakje met deksel geleverd voor het bewaren
van kaas. Een dergelijk bakje kan naar behoefte op de verschillende rekken worden gezet.
4.7Binnenverlichting
Bij het openen van de deur van de koelkast gaat het lampje branden om te blijven branden tot de deur
weer volledig is gesloten. Het lampje gaat ook branden wanneer de thermostaat van de koelkast in de
"0" stop stand is gezet, hetgeen overeenkomt met het uitschakelen van de koelkast.
5. PLAATSING VAN HET VOEDSEL IN DE KOELRUIMTE
Leg het voedsel op de verschillende rekken en zorg ervoor dat u het goed inpakt of hermetisch afsluit.
Dit maakt het mogelijk om:
- het aroma, het vochtgehalte en de versheid van het voedsel te bewaren;
- te voorkomen dat de geur en smaak van het voedsel ander voedsel besmet;
- een overmatige opeenhoping van vocht in de ruimte, als gevolg van de normale transpiratie van het
voedsel (in het bijzonder fruit en verse groenten) te voorkomen, wat onder bepaalde
werkingsomstandigheden (verhoging van de temperatuur en het vochtgehalte in de omgeving, meer
frequentere opening van de deur), zou kunnen leiden tot de vorming van condens op de rekken.
Gebruik uitsluitend recipiënten die geschikt zijn voor de conservering van voedsel. Laat warme
gerechten en dranken altijd eerst afkoelen tot op de kamertemperatuur alvorens ze in de ruimte te
zetten.
Bewaar geen explosieve stoffen in het apparaat en bewaar sterke drank uitsluitend goed afgesloten en
recht overeind.
6. REGELING EN KEUZE VAN DE KOELTEMPERATUUR
De knop rechtsbovenin de koelkast dient voor de regeling van de koeltemperatuur,
zowel in het koel- als in het vriesgedeelte.
De stand 0 (“stop”) stemt overeen met de uitschakeling van het toestel.
De functie-instellingen kunnen worden geregeld van 1 tot en met 7.
Er bestaat geen rechtstreeks verband tussen de ingestelde regeling en de
temperatuur in de ruimten. Bij een toename van het bij de instelling horende
nummer zal de temperatuur in de ruimten afnemen. Selecteer de hoogste
instellingen (6-7) uitsluitend indien noodzakelijk: in die standen kunnen in het
koelgedeelte temperaturen in de buurt van de 0°C worden bereikt en is het elektriciteitsverbruik hoger.
Onder normale gebruiksomstandigheden wordt een tussenliggende instelling (2-3) aanbevolen die
volstaat voor een correcte conservering van het verse voedsel in het koelgedeelte en van het
diepvriesvoedsel in het vriesgedeelte.
Belangrijk
Wijzigingen in de klimaatsomstandigheden (temperatuur en vochtigheidsgraad) en de regelmaat
waarmee de deuren van de verschillende ruimten worden geopend kunnen de
gebruikstemperaturen van de koelkast beïnvloeden.
64
Page 7
Instructies voor de gebruiker
7. REGELING EN KEUZE VAN DE KOELTEMPERATUUR IN HET
VRIESGEDEELTE
Voor de regeling van de vriestemperatuur zijn aan de voorkant van het apparaat twee schakelaars en
een keuzeknop aangebracht.
7.0.1 Bedieningspaneel
1 56
1 Dit product is uitgerust met een anticondensinrichting die vanaf het bedieningspaneel kan worden
ingeschakeld. Deze inrichting zal het oppervlak van de deur van de diepvriezer verwarmen en dankzij
deze warmte kan de condens die zich in deze zone zou kunnen vormen, worden verdampt. Mocht u
desondanks condens aantreffen dan zal het hoe dan ook volstaan dit te verwijderen met een vel
absorberend papier. Om de anticondensinrichting in- en uit te schakelen hoeft u alleen maar de
drukknop in te drukken.
2 Rood controlelampje: signaleert een temperatuur in de diepvriezer die hoger is dan de ingestelde
temperatuur. Hij zal uitgaan wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt;
3 Schakelaar snel invriezen;
4 Schakelaar inschakeling vriesgedeelte;
5 Temperatuurregelaar;
6 Externe thermometer temperatuur vriesgedeelte.
Om het vriesgedeelte in te schakelen moet u schakelaar 1 indrukken. Wanneer het groene
controlelampje brandt werkt de diepvriezer. Stel vervolgens de thermostaat af met de speciale regelaar
(4). De verlaging van de temperatuur in het vriesgedeelte wordt verkregen door de regeling “min.” op de
stand “max.” te zetten. Onder normale gebruiksomstandigheden raden wij aan om de regelaar op een
tussenliggende stand te laten en om hem slechts op de maximale stand te zetten voor een versnelde
invriezing van het ingevoerde voedsel. De standen in de buurt van de “min.” stand worden aangeraden
wanneer het vriesgedeelte slechts weinig voedsel bevat.
Belangrijk
Wijzigingen in de klimaatsomstandigheden (temperatuur en vochtigheidsgraad) en de regelmaat
waarmee de deur wordt geopend kunnen de gebruikstemperaturen van de diepvriezer
beïnvloeden.
7.0.2 Snel invriezen
Om deze functie in te schakelen moet u schakelaar 3, beschreven in paragraaf “7. Regeling en keuze
van de koeltemperatuur in het vriesgedeelte” indrukken.
Wanneer het oranje controlelampje brandt is de functie ingeschakeld. Wanneer deze functie wordt
ingesteld zal het koelsysteem continu werken en kunnen snel grote hoeveelheden vers voedsel worden
ingevroren. Kleine hoeveelheden vers voedsel (tot ongeveer 2 kg) kunnen ook zonder de snel invriezen
functie worden ingevroren.
Indien niet noodzakelijk, en om onnodige verspilling van elektrische energie te vermijden, moet u deze
functie niet langdurig ingeschakeld laten. Wij raden aan om bij de eerste inwerkingstelling van de
diepvriezer of in ieder geval iedere keer na een periode van stilstand, ook de snel invriezen schakelaar in
te schakelen om het afkoelen van het bewuste gedeelte te versnellen. Plaats geen vers of diepgevroren
voedsel voordat het rode controlelampje (2) beschreven in paragraaf “7. Regeling en keuze van de
koeltemperatuur in het vriesgedeelte”, dat aangeeft dat de ingestelde temperatuur nog niet volledig is
bereikt, zal zijn uitgegaan.
Externe thermometer
Geeft bij benadering de temperatuur aan in het vriesgedeelte. De wijziging in de instelling van de
thermostaatknop wordt pas enkele uren later door de thermometer aangegeven als gevolg van de
thermische inertie van de meter.
Belangrijk
Het wordt aangeraden om de koeltemperatuur zo in te stellen dat de door de thermometer
aangegeven temperatuur gelijk is aan of lager is dan -18°C. Dit is het meest geschikte gebied
voor de juiste conservering van diepvriesproducten en ingevroren voedsel.
65
Page 8
Instructies voor de gebruiker
8. HET INVRIEZEN VAN VOEDSEL
Voor een correcte conservering en invriezing van het voedsel raden wij aan om fruit en groenten te verdelen in
porties van maximaal 1 kg en vlees en vis in porties van maximaal 2 kg. Kleinere hoeveelheden voedsel zullen
sneller invriezen en maken een beter behoud van de voedingseigenschappen en de smaak mogelijk, ook na het
ontdooien en het bereiden. Gebruik uitsluitend speciale diepvrieszakjes, aluminiumfolie, polyethyleenfolie voor
gebruik met levensmiddelen en diepvriesbakjes. Gebruik geen papieren zakjes, of cellofaanzakjes die niet bestemd
zijn voor levensmiddelen en boodschappentasjes of reeds gebruikte diepvrieszakjes. Verpak het voedsel in
hermetische verpakkingen en probeer om de lucht er volledig uit te krijgen. Zakjes moet u met de speciale rubberen
ringen en geplastificeerde draadjes afsluiten. Laat het voedsel altijd eerst tot op de kamertemperatuur afkoelen
voordat u het in de diepvriezer doet en zorg ervoor dat reeds ingevroren voedsel niet in aanraking komt met het in te
vriezen verse voedsel. Vermeld altijd de invriesdatum, de hoeveelheid en de aard van het product en controleer of
het voedsel vers en intact is. De maximale hoeveelheid vers voedsel dat in een tijdsbestek van 24 uur kan worden
ingevroren staat aangegeven op het typeplaatje. Overschrijd de aangegeven hoeveelheid niet: dit zal de goede
werking van de diepvriezer en de capaciteit om het reeds aanwezige ingevroren voedsel te bewaren negatief
beïnvloeden.
8.1Conservering van het diepvriesvoedsel
Bij de aanschaf van diepvriesproducten moet u altijd goed opletten of de verpakking niet is beschadigd, of de
vervaldatum niet is overschreden en of de thermometer van de diepvriezer waarin ze voor de verkoop liggen
uitgestald, geen hogere temperatuur dan –18°C aangeeft. Let voorts goed op de aanwijzingen van de fabrikant over
de temperatuur, de houdbaarheid en de consumptiewijzen. Wij bevelen tevens aan om het aangeschafte voedsel
tijdens het vervoer te beschermen met speciale thermische recipiënten om ontdooiing ervan uit te sluiten. Een
verhoging van de temperatuur zou de houdbaarheid kunnen verkorten en de kwaliteit beïnvloeden.
Koop geen diepvriesproducten met een excessieve hoeveelheid rijp: die zouden nl. al ontdooid kunnen zijn geweest.
Om wijzigingen van de kwaliteit van het ingevroren voedsel te voorkomen moet u de afhankelijk
van het product toegestane houdbaarheidsdatum niet overschrijden.
66
8.2Ontdooien van diepvriesvoedsel
Het wordt aanbevolen om gedeeltelijk ontdooid voedsel zo snel mogelijk te gebruiken. Kou conserveert voedsel,
maar zal de na het ontdooien geactiveerde micro-organismes die de bewaarde producten kunnen doen bederven,
niet vernietigen. Wanneer de geur en het aanzien van het ingevroren voedsel ongewijzigd blijkt kunt u de gerechten
bereiden door ze te koken en kunt u ze na het afkoelen weer invriezen.
Voor een correcte ontdooiing van het ingevroren voedsel kunt u, afhankelijk van het type, ontdooien bij
kamertemperatuur, in de koelkast, in de elektrische oven (statisch of geventileerd) of in de magnetron met de
daarvoor bestemde functie.
8.3IJsblokjes maken
Vul het speciale meegeleverde bakje voor 2/3 met koud water of een andere vloeistof die u wenst in te vriezen. Zet
hem in de vriesruimte en controleer of de bodem droog is om te voorkomen dat hij aan het rek van de diepvriezer
vastkleeft. Om de blokjes te verwijderen moet u het bakje iets verwringen of hem enkele seconden onder stromend
water houden.
Page 9
Instructies voor de gebruiker
9. ONDERHOUD EN REINIGEN
9.1Ontdooien van de koelruimte
De koelruimte is uitgerust met een automatisch ontdooiingssysteem. Tijdens het normale gebruik van de
koelkast zal zich op de achterwand tijdens de werking van de compressor een rijplaag vormen die zal
smelten als die laatste niet werkt. Wanneer de compressor niet werkt zal de rijplaag tegen de
achterwand smelten en zal het water in de speciale opening achterin de ruimte stromen. Waarna het
naar het bakje bovenop de compressor wordt geleid om vervolgens te verdampen.
Let op
De vorming van ijs tegen de achterwand kan variëren met wijzigingen in de klimaatsomstandigheden
(temperatuur en vochtigheidsgraad), met de regelmaat waarmee de deur wordt geopend, met de
gebruikstemperatuur van het apparaat, met de aanwezige hoeveelheid vers voedsel (vooral fruit en
groente).
9.2Ontdooien van de vriesruimte
De vriesruimte moet met de hand worden ontdooid. Wanneer de rijp of het ijs op de rekken meer dan 2
cm dik is wordt het aanbevolen om hem te ontdooien. Zet de speciale knop van de thermostaat een paar
uur voordat u met ontdooien begint op MAX, om de ingevroren producten nog verder af te koelen.
Vervolgens met de speciale schakelaar de werking van de diepvriezer uitschakelen en de stekker
loskoppelen van het elektriciteitsnet.
Verwijder de diepvriesproducten uit de vriesruimte en bescherm ze tijdens het reinigen tegen het
ontdooien.
Het speciale meegeleverde slangetje in de sleuf onderin de ruimte steken. Plaats onder het slangetje
een bak om het dooiwater in op te vangen.
9.3Reinigen van de koelkast
Alvorens met het reinigen te beginnen moet u de stekker uit het voedingsnet trekken. Voor het reinigen
van de buitenkant dient u uitsluitend water en een gewoon vloeibaar schoonmaakmiddel voor afwasbare
oppervlakten te gebruiken (bijvoorbeeld een detergent voor ruiten). Gebruik voor de gelakte of geverfde
delen geen producten die schurende of bijtende substanties, zoals zuren of chemische oplosmiddelen
bevatten. Gebruik een spons of zachte doek.
Gebruik voor het reinigen van de binnenkant geen stoomreinigers. Wij bevelen het gebruik van speciale
desinfecterende producten aan. Bij onze Klantenservicecentra vindt u specifiek voor het reinigen van
staal bestemde producten met het SMEG merk.
Verwijder de rekken en deuraccessoires waarbij u ervoor moet opletten dat u ze tijdens het uittrekken
niet forceert. Volg de aanwijzingen in het gedeelte “Balkonvakjes en bakjes van de deur” zorgvuldig op.
Was de verwijderbare plastic delen niet in een vaatwasser, maar gewoon met lauw water en
afwasmiddel of met water en azijn. Voorkom dat het water of de schoonmaakmiddelen in aanraking
komen met de elektrische delen van de verlichting.
Voor het reinigen van de pakkingen moet u lauw water gebruiken waarna u ze moet afdrogen.
Voor een correcte werking van de koelkast moet u periodiek ook de condensator
die aan de achterzijde is geplaatst met een borstel of stofzuiger schoonmaken.
Controleer van tijd tot tijd ook het bakje bovenop de compressor en maak hem
indien nodig schoon.
9.4Uitschakelen van de koelkast
Bij een langdurige stilstand van de koelkast moet u op dezelfde wijze als aangegeven te werk gaan om
het koelgedeelte uit te schakelen en moet u de speciale schakelaar op de display van de bedieningen
indrukken om het vriesgedeelte uit te schakelen. Maak vervolgens de ruimten leeg, ontkoppel hem van
het elektriciteitsnet en droog, na het ontdooien, de overgebleven vochtresten op. Laat de deur op een
kier om te voorkomen dat vocht en stilstaande lucht voor een kwalijke reuk zorgen.
67
Page 10
Instructies voor de gebruiker
9.5Aanwijzingen voor het schoonmaken.
Voor de normale reiniging van de houten oppervlakken volstaat een schone, met water bevochtigde
doek of, indien dit niet volstaat, met een oplossing van water en neutrale zeep. Haal dus een alleen maar
met water bevochtigde doek over het oppervlak en droog het vervolgens af met een droge en schone
lap.
Let op:
trichloorethyleen of ammoniak: het gebruik van dergelijke producten zou de oppervlakbehandeling van
het hout kunnen beschadigen. Om deze reden raden wij aan om een schone doek te gebruiken en geen
lap die al is gebruikt voor het schoonmaken van andere delen van de keuken van bijvoorbeeld staal, glas
of plastic, met specifieke reinigingsmiddelen.
Gebruik absoluut geen schurende doeken of sponzen.
9.6Praktische wenken om energie te besparen.
- Installeer de koelkast in een frisse en geventileerde ruimte, afgeschermd tegen de rechtstreekse
- Zorg ervoor dat u geen warm voedsel in de koelkast of vriesruimte zet. Wacht tot het voedsel en de
- Beperk de duur en het aantal malen dat u de deur/en opent om een excessieve verwarming van de
- Maak de condensator regelmatig schoon (achterkant van de koelkast) om een verlies van efficiëntie
- Bij de modellen die zijn uitgerust met een intensieve koeling en snel invriezen functie moet u die
- Bij een langdurige stilstand van de koelkast, verdient het aanbeveling om hem leeg te maken en uit te
- Ontdooi de diepvriesproducten in het koelgedeelte om de door de ingevroren producten opgehoopte
9.7Werkingsgeluiden
De afkoeling van de koelkast en diepvriezer vindt plaats door middel van een compressiesysteem. De
compressor treedt in werking om de geselecteerde temperatuur in de ruimten te bewaren, en als het
moet kan hij, afhankelijk van de noodzakelijke afkoeling, continu werken. Bij het inwerking treden van de
compressor wordt een gezoem hoorbaar die na enkele minuten afneemt. Een ander geluid dat
verbonden is met de normale werking van de koelkast is een gegorgel als gevolg van de passage van de
koelvloeistof in de leidingen van het circuit. Dit geluid is normaal en geen teken dat het apparaat slecht
werkt. Een te hard geluid kan ook andere oorzaken hebben. U moet daarom controleren of:
- de koelkast correct waterpas op de vloer staat en niet trilt tijdens de werking van de compressor:
- de laden, rekken en de bakjes in de deur correct zijn aangebracht op de daarvoor bestemde
- de flessen en bakken op de verschillende rekken stabiel zijn geplaatst en elkaar niet
- Zorg ervoor dat de koelkast niet in aanraking komt met meubels of andere huishoudelijke
9.8Opsporen en verhelpen van mogelijke defecten tijdens het gebruik
Uw nieuwe koelkast is ontworpen en gebouwd aan de hand van strenge kwaliteitsstandaards. Met deze
sectie beogen wij u in staat te stellen om bij afwijkingen tijdens de werking zelf de oorzaak van het
probleem op te sporen, voordat u zich tot Technische Servicedienst van Smeg wendt.
9.9Vervanging van het lampje in de koelkast
Controleer, voordat u het lampje vervangt of de storing niet werd
veroorzaakt doordat hij niet goed was zat in de fitting. Om
veiligheidsredenen moet u in ieder geval, zowel voor de controle van de
correcte plaatsing als wanneer u de lamp wilt vervangen, de stekker uit
het stopcontact trekken. Druk met de vingers op het kapje (in de richting
van pijl 1) om hem uit zijn behuizing te laten komen. Verwijder hem (trek
in richting 2) en vervang het lampje (E14, max 10 W).
gebruik voor het schoonmaken geen agressieve chemische middelen zoals alcohol,
stralen van de zon en uit de buurt van warmtebronnen;
dranken zijn afgekoeld tot op kamertemperatuur voordat u ze op de rekken zet;
ruimten te voorkomen;
van het apparaat te voorkomen;
functie niet langer dan werkelijk nodig is ingeschakeld laten;
zetten;
koude terug te winnen en te gebruiken voor het koelgedeelte.
zorg voor een correcte regeling van de meegeleverde voetjes;
plaatsen: zorg ervoor dat ze allemaal correct zijn geplaatst;
aanraken: de trilling als gevolg van de werking van de compressor zou voor een bepaalde
Lawaaiige werking- zie sectie “werkingsgeluiden”
De compressor treedt te vaak in
werking of draait continu:
De compressor treedt niet in werking: - regelaar van de temperatuur op
Onvoldoende afkoeling van de
koelruimte:
Aanwezigheid van water onderin de
koelruimte:
Deur gaat vlak na het sluiten moeilijk
open:
- onvoldoende koeling van de
compressor en de condensator:
- toename van de
buitentemperatuur;
- frequente of langdurige opening
van de deuren;
- er is een excessieve hoeveelheid
aan vers voedsel in gezet
stand 0 (stop). Bij de FAB 32 is de
schakelaar van de diepvriezer
uitgeschakeld;
- voedingskabel niet verbonden met
het elektriciteitsnet;
- het stopcontact levert geen
stroom.
- de thermostaat voor de regeling
van de interne temperatuur staat
op een te lage stand (1-2)
(overeenkomstig een hogere
temperatuur in de ruimte);
- frequente of langdurige opening
van de deur;
- de deur sluit niet goed af
- toename van de
buitentemperatuur;
- De “condensafvoersleuf” is
verstopt of dichtgevroren
- controleer of de achterkant correct
wordt gelucht zoals aangegeven
in de paragraaf “3.1 De keuze van
de juiste plaats” en of de
condensator niet overmatig vies
is;
- vries per keer minder voedsel in;
- sluit de voedingskabel aan;
- wendt u zich tot de
elektriciteitsleverancier.
- Zet de speciale regelaar op een
tussenliggende stand (4-5).
- open de deur minder vaak en zo
kort mogelijk;
- controleer of het voedsel op
correcte wijze op de rekken is
gelegd en de correcte sluiting van
de deur niet belemmert en of de
koelkast correct waterpas staat op
de vloer;
- controleer of de pakking correct
sluit en niet beschadigd is.
- Maak de “condensafvoersleuf” vrij
- wanneer u probeert om een deur
onmiddellijk na sluiting ervan weer
te openen moet u (vooral bij de
deur van de diepvriezer), veel
kracht gebruiken. Dit is het gevolg
van de decompressie als gevolg
van de afkoeling van de warme
lucht die in het compartiment is
binnengedrongen.
De temperatuur in de vriesruimte
maakt een correcte invriezing van het
voedsel niet mogelijk:
- de thermostaat voor de regeling
van de binnentemperatuur staat
op een te lage stand;
- frequente of langdurige opening
van de deur;
- de deur sluit niet hermetisch af;
- Zet de speciale regelaar op een
tussenliggende stand (4-5). Bij
mod. FAB32: moet u de speciale
regelaar op de externe display
naar de “max.” stand draaien.
Wanneer het rode controlelampje
brandt is de temperatuur in het
compartiment hoger dan de
ingestelde waarde;
- open de deur minder vaak en zo
kort mogelijk;
- controleer of het voedsel op
correcte wijze op de rekken is
gelegd, of de pakking correct
afsluit en niet is beschadigd, en of
de koelkast correct waterpas op
de vloer staat;
Een excessieve condensvorming in
de koelruimte
De temperatuur in de koelruimte is te
laag - bevriezing van het verse
voedsel:
- het suikergehalte in het in te
vriezen voedsel is te hoog
- controleer of de deurpakkingen
hermetisch aansluiten op de
koelkast;
- frequente of langdurige opening
van de deur;
- er is een excessieve hoeveelheid
vers voedsel (fruit en groenten) op
de rekken gelegd.
- Het voedsel is niet correct
afgedekt of hermetisch bewaard
- de regelaar van de
koeltemperatuur staat op een te
hoge stand (overeenkomstig een
lagere temperatuur in de ruimte);
- sommige soorten voedsel kunnen
niet volledig worden ingevroren,
tenzij bij zeer lage temperaturen
(ijs, geconcentreerde sappen)
- Wanneer er spleten zichtbaar zijn
moet u proberen om de pakking te
verzachten door er met de hand
aan te trekken en de gesloten
vingers over het binnengedeelte te
laten lopen;
- open de deur minder vaak en zo
kort mogelijk, vooral bij gebruik in
een warm en vochtig klimaat;
- stop minder voedsel in de
koelruimte;
- Bedek de recipiënten en sluit het
voedsel hermetisch af.
- Zet de speciale regelaar op een
lagere stand (1-2).
70
- bedek het voedsel met speciale
zakjes en bakjes;
- zorg ervoor dat u er geen
excessief vochtig fruit en groente
in legt
- leg het voedsel niet tegen de
achterwand in de koelkast.
Excessieve ijsvorming tegen de
achterwand van de koelruimte (laag
rijp dikker dan 1 cm):
Een excessieve ijsvorming in de
diepvriezer
De voorkant van het meubel voelt
warm aan
Slechte uitlijning van de deuren
(uitgezonderd mod. FAB28)
- de regelaar van de
koeltemperatuur staat op een te
hoge stand (overeenkomstig een
lagere temperatuur in de ruimte);
- frequente of langdurige opening
van de deur;
- de thermostaat voor de regeling
van de binnentemperatuur staat
op een te lage temperatuur;
- - de koelkast werkt naar behoren.
- - Controleer de correcte
- Zet de speciale regelaar in een
lagere stand (1-2) om de
temperatuur in de ruimte iets te
verhogen;
- controleer de correcte dichting
van de pakkingen;
- open de deur minder vaak en
korter;
- toename van de temperatuur en
vochtigheidsgraad in de
atmosfeer;
- stop geen warme drankjes of
voedsel in de koelkast;
- Zet de speciale regelaar in een
lagere stand (1-2) om de
temperatuur in de ruimte iets te
verhogen;
- controleer de correcte dichting
van de pakkingen: wanneer er
spleten zichtbaar zijn moet u
proberen om de pakking te
verzachten door er met de hand
aan te trekken en de gesloten
vingers over het binnengedeelte te
laten lopen;
- open de deur minder vaak en
korter;
- toename van de temperatuur en
vochtigheidsgraad in de
atmosfeer;
- stop geen warme drankjes of
voedsel in de diepvriezer;
In het meubel is een
oppervlakteverwarmingssysteem
voorzien waarmee de
condensvorming in de
sluitingszone van de deurpakking
kan worden beperkt.
waterpasstand van de koelkast en
verstel, indien nodig, ook de twee
voetjes achter. Controleer of na
een wijziging van de afstelling van
de vier voetjes de uitlijning beter
is.
Vorming van condens op de pakking
van het deurtje van de vriesruimte
(FAB28) of op de wand van de
koelruimte naast het deurtje
KLANTENSERVICEDIENST – LEZEN TYPEPLAATJE
WANNEER U DE PROBLEMEN DIE U MET HET PRODUCT HEEFT GEHAD NIET IN DE BOVENSTAANDE
LIJST KUNT VINDEN EN WANNEER U MEER INFORMATIE NODIG HEEFT, KUNT U ZICH WENDEN TOT DE
ERKENDE TECHNISCHE SERVICEDIENST. HET ADRES EN TELEFOONNUMMER STAAN VERMELD IN HET
TELEFOONBOEK VAN UW PROVINCIE ONDER DE NOEMER SMEG.
- De pakking sluit niet correct aan
op de ruimte.
- Stel, indien noodzakelijk, de
bevestigingsscharnier af: draai de
schroeven los en verschuif de
scharnier, naar behoefte, iets naar
boven of naar beneden. Schroef
de schroeven vervolgens goed
vast om hem te blokkeren.
Wanneer het condens zich
bovenin vormt moet u de
scharnier naar boven verschuiven,
wanneer het onderin is moet u
hem naar beneden verschuiven.;
- open de deur minder vaak en zo
kort mogelijk, vooral bij gebruik in
een warm en vochtig klimaat
VOOR EEN SNELLERE EN MEER EFFICIËNTE SERVICEVERLENING VERZOEKEN WIJ U OM ONZE
TELEFOONOPERATORS HET MODEL VAN HET AANGESCHAFTE PRODUCT ALSMEDE HET
BIJBEHORENDE SERIENUMMER TE VERSCHAFFEN, ZOALS VERMELD OP DE STICKER MET DE
TECHNISCHE KARAKTERISTIEKEN DAT BINNENIN DE KOELRUIMTE IS AANGEBRACHT. BIJ VOORBAAT
HARTELIJK DANK VOOR DE MEDEWERKING.
72
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.