Smeg CR324ASX User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN MILIEUTIPS ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN GEBRUIK VAN HET KOELVAK GEBRUIK VAN HET VRIESVAK ONTDOOIEN VAN HET VRIESVAK SCHOONMAKEN VAN HET KOELVAK REINIGING EN ONDERHOUD STORINGEN OPSPOREN KLANTENSERVICE DEZE ZIJN NORMAAL INSTALLATIE
33
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is het raadzaam de gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen, hierin vindt u een beschrijving van het apparaat en adviezen voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen.
MILIEUTIPS
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt het recyclingssymbool. Voor de verwerking moeten de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2.Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen die anders zouden kunnen worden veroorzaakt door onjuiste verwerking van dit product als afval.
Het symbool op het product of op de bijbehorende documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag wo rden behandeld. In plaats daarvan moet het worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparaten. Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt, onbruikbaar door de deuren te verwijderen en de voedingskabel door te snijden. Volg de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking op wanneer u het apparaat afdankt en breng het naar een speciaal verwerkingsbedrijf. Laat het apparaat zelfs niet voor enkele dagen onbewaakt achter, omdat het een bron van gevaar voor kinderen is. Voor nadere informatie o ver d e behandeling, terugwinning en recycling van dit product wordt u verzocht contact op te nemen met het stadskantoor in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft aangeschaft.
1.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de levering van het product van eventuele schade op de hoogte te worden gesteld.
2.
Het is raadzaam minstens twee uur te wachten alvorens het apparaat in werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren.
3.
Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften
4.
Reinig de binnenkant van het product alvorens het in gebruik te nemen.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit bevat R134a) of HFC (het koelcircuit bevat R600a). Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming met de Europese Richtlijn 89/ 109/EEG, 90/128/EEG en 02/72/EEG.
Dit product is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG;
- de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn 89/ 336/EEG gewijzigd door de Richtlijn 93/68/CEE;
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer het op de juiste wijze op een efficiënte werkende installatie is aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard.
34
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Gebruik het koelvak uitsluitend voor het bewaren van verse levensmiddelen en het vriesvak uitsluitend voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Zorg ervoor dat het product na de installatie niet op de voedingskabel staat.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak want deze kunnen barsten.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer het product niet in de buurt van een warmtebron.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt van het product of andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Laat voor een goede ventilatie een ruimte van 1 cm aan beide zijkanten en boven het apparaat vrij.
Houd de ventilatie-openingen in de behuizing van het apparaat of in de omkasting vrij van enige obstructies.
Alle apparaten met ijsmakers en waterdispensers moeten op een waterleidingnet aangesloten worden dat uitsluitend drinkwater levert (met een waterleidingdruk van tussen de 1,7 en 8,1 bar (25 en 117 PSI)). De ijsmakers en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Installeer het product waterpas op een vloer die het gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de klimaatklasse die op het typeplaatje staat aangegeven: Het is mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het voor een lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik.
Klimaatklasse Omg. temp.
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 18 tot 38 Van 64 tot 100
T Van 18 tot 43 Van 64 tot 110
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat om te voorkomen dat de vloer beschadigd raakt (b.v. parket).
Gebruik geen mechanische systemen of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve dan die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Beschadig het interne vloeistofcircuit van de koelkast niet.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de binnenkant van de vriesvakken voor diepvriesproducten, als die van een ander type zijn dan aanbevolen door de fabrikant.
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door jonge kinderen of zieke personen zonder lichamelijke controle.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen niet worden toegestaan in het product te spelen of zich erin te verstoppen.
De voedingskabel mag uitsluitend worden vervangen door een bevoegd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de spanning in uw woning
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in (indien bijgeleverd.
(°C)
Omg. temp.
(°F)
35
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit apparaat is een koelkast met een sterren koelvak.
Het ontdooien van het koelvak is volledig automatisch.
De koelkast kan functioneren bij omgevingstemperaturen tussen de +10° C en +38° C. Optimale prestaties zijn afhankelijk van de op het typeplaatje vermelde klimaatgroep.
Ingebruikneming van het apparaat
Steek de stekker in het stopcontact. Bij apparaten met één compressor kan met de thermostaat in het
koelvak, zowel de temperatuur van het koelvak als de temperatuur van het vriesvak ingesteld worden.
In het geval dat het apparaat twee compressoren heeft, kan de temperatuur van het vriesvak en het koelvak onafhankelijk van elkaar worden ingesteld (zie het produkt-informatieblad).
Instelling van de temperatuur
1.
Voor een goed functioneren van het apparaat en een betere conservering van het voedsel
thermostaat overeenkomstig de aanwijzingen van het bijgaande produkt-informatieblad
2.
Om de temperatuur in het koel/vriesvak te wijzigen, draai de regelknop van de thermostaat:
laagste cijfers 1-2 (MIN)
op de in de vakken wenst;
hoogste cijfers 5-7 (MAX)
op de temperatuur in de vakken wenst.
Thermostaat staat op z: apparaat en verlichting zijn uitgeschakeld.
Opmerking:
De luchttemperatuur van de omgeving, de frequentie waarmee de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op de interne temperatuur van de twee vakken. De thermostaatstand dient op grond van deze factoren te worden gevarieerd .
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding. A Gekookte levensmiddelen B Vis, vlees C Groente en fruit D Flessen EBoter FZuivelprodukten
Opmerkingen:
de afstand tussen de schappen en de binnenwand achter van de koelkast staat een vrije luchtcirculatie toe.
Zet de levensmiddelen niet tegen de achterwand aan.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst afkoelen voordat u ze in de vakken zet.
Sluit flessen, pakken etc. met vloeistof altijd goed af.
Het bewaren van groenten met een hoog watergehalte kan condensvorming veroorzaken: dit beïnvloedt het correct functioneren van het apparaat niet.
adviseren wij u de
in te stellen.
als u een
hogere
als u een
lagere
temperatuur
36
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Het vriesvak heeft sterren. Er kunnen diepvriesprodukten in worden bewaard voor ee n periode die gelijk is aan de conserveringstijd die aangeven staat op de verpakking van het betreffende produkt. Bovendien kunt u vers voedsel invriezen; plaats het verse voedsel op de roosters en plaats de reeds ingevroren levensmiddelen in de onderste mand, zodat ze niet met het nog in te vriezen voedsel in aanraking kunnen komen.
De hoeveelheid vers voedsel, die in 24 uur kan worden ingevroren, is op het typeplaatje aangegeven.
Invriezen van vers voedsel
Bij apparaten met een compressor:
Stel de thermostaatknop op de stand 2-3.
Als het apparaat een invriestoets heeft dient u, om de invriesfunctie in werking te stellen, op deze toets te drukken: het gele lampje gaat aan. Bij modellen met een bedieningspaneel gaat ook een rood lampje branden, dat vanzelf uit gaat wanneer de optimale temperatuur in het vriesvak is bereikt.
Opmerking:
De invriestoets maakt het mogelijk levensmiddelen in te vriezen terwijl tegelijkertijd de temperatuur in het koelvak optimaal wordt gehouden.
Snelvriesfunctie
Bij een apparaat met twee compressoren wordt bij het invriezen van vers voedsel geadviseerd, , 6 uur van tevoren al de snelvriesfunctie in te schakelen, om een maximale invriezing (zie het typeplaatje) te bereiken .
Belangrijk
Wikkel of pak het in te vriezen verse voedsel in: aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic verpakkingen, polyethyleen bakjes met deksel, diepvriesbakken geschikt voor het soort in te vriezen voedsel.
Plaats het in te vriezen voedsel in het bovenste schap, laat rondom de pakjes voldoende ruimte vrij zodat de lucht vrij kan circuleren.
Het invriezen duurt 24 uur.
Druk, om de invriesfunctie uit te schakelen, opnieuw op de invriestoets (het gele lampje gaat uit).
Functie temperatuuralarm
(modellen met bedieningspaneel) Als het vriesvak ingeschakeld is of als er voedsel wordt ingevroren, kan plotseling het sommige modellen klinkt tegelijkertijd ook een
geluidssignaal
bewaartemperatuur in het vriesvak niet optimaal is. Deze situatie kan zich voordoen:
tijdens de inwerkingstelling;
als het apparaat na het ontdooien en reinigen opnieuw ingeschakeld wordt;
als in het vriesvak een te grote hoeveelheid voedsel is geplaatst om in te vriezen;
als de deur van het vriesvak niet goed sluit;
als de “thermostaatknop van het vriesvak” op het bedieningspaneel op een stand wordt gezet die dichtbij het
MAX
Druk op de “Snelvriestoets” om het geluidssignaal uit te zetten. Als de optimale temperatuur is bereikt, gaat het rode lampje
automatisch uit. Schakel hierna de “Snelvriestoets” uit.
), dit is een aanwijzing dat de
” ligt (zeer intensief diepvriezen).
rode lampje
gaan branden (bij
37
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Opmerking:
Het vriesvak behoudt ook bij een stroomuitval de juiste temperatuur voor het bewaren van het voedsel. Het is raadzaam de deur van het vriesvak gedurende die tijd niet te openen.
Belangrijk: in de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel maanden
verse ingevroren levensmiddelen kunnen worden bewaard.
Bij de aankoop van de diepvriesprodukten moet u op de volgende punten letten:
De verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat het produkt anders kan bederven. Als een pakje bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid.
De diepvriesprodukten dienen als laatste te worden gekocht en in isolerende tassen te worden vervoerd.
Bij uw thuiskomst moeten de diepvriesprodukten gelijk in het vriesvak worden gezet.
De gedeeltelijk ontdooide diepvriesprodukten mogen niet opnieuw worden ingevroren maar moeten binnen 24 uur worden geconsumeerd.
Variaties in temperatuur moeten worden vermeden of tot een minimum worden beperkt. De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van diepvriesprodukten dienen altijd te worden opgevolgd.
Verwijderen van de laden
Trek de laden zo ver mogelijk naar buiten, til ze een stukje op en haal ze uit het vriesvak.
MAANDEN VOEDSEL
Opmerking:
om de capaciteit van de vriesvak te vergroten, kunnen de bovenste twee laden verwijderd worden; dit is mogelijk zonder de onderste lade weg te halen.
Plaats de levensmiddelen direct op de roosters. Controleer, na het plaatsen van de levensmiddelen, of de
deur nog goed sluit.
Maken van ijsblokjes
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en zet het in het vriesvak.
Gebruik, indien het ijsbakje aan de bodem van het vriesvak is vastgevroren, geen puntige of of scherpe voorwerpen om het los te maken.
Buig het ijsbakje een beetje om de ijsblokjes makkelijk uit het bakje te kunnen halen.
38
Voordat u begint met reiniging van of onderhoud aan uw vrieskast dient u de stekker uit het stopcontact te halen of de stroom in uw woning uit te schakelen.
Wij raden aan het vriesvak één of twee maal per jaar te ontdooien en in het geval dat zich op de koelroosters van het vriesvak een te dikke ijslaag heeft gevormd. De ijsvorming op de koelroosters is een normaal verschijnsel. De hoeveelheid en de snelheid waarmee zich het ijs vormt hangt af van de omgeving waarin het apparaat zich bevindt en van de frequentie waarmee de deur van het vriesvak wordt geopend. De ijsvorming is het grootst op de bovenste koelroosters van het vriesvak.
Het is raadzaam het vriesvak te ontdooien wanneer u weinig voorraad heeft.
Open de deur en haal alle levensmiddelen uit het vriesvak, wikkel ze strak tegen elkaar in kranten en zet ze op een koele plek of in een isolerende tas.
Laat de deur open, zodat het ijs kan smelten.
Trek de afvoer voor het dooiwater naar buiten en zet er een bak onder.
Maak de binnenwanden schoon met een vochtige spons met lauw water en/of een mild schoonmaakmiddel. Gebruik geen schuurmiddelen.
Spoel hen goed schoon en droog hen zorgvuldig af.
Breng de afvoer voor het dooiwater weer op zijn plaats aan.
Plaats de levensmiddelen weer in het vriesvak.
Sluit de deur van het vriesvak.
Doe de stekker in het stopcontact.
Zet de diepvriezer aan.
SCHOONMAKEN VAN HET KOELVAK
Reinig het koelvak regelmatig. Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
De aanwezigheid van druppels water op de achterwand aan de binnenkant van het koelvak duidt erop dat het koelvak bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt automatisch via een afvoeropening in een opvangbak geleid, waar het verdampt. Reinig regelmatig de afvoeropening van het dooiwater met behulp van het bijgeleverde gereedschap, om een constante afvoer van het dooiwater zeker te stellen. Voordat u begint met reiniging aan het apparaat dient u de stekker uit het stopcontact te halen en de stroom in uw woning uit te schakelen
Gebruik een vochtige spons met lauw water en/of een mild schoonmaakmiddel.
Spoel na en droog met een zachte doek af.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen met schurende bestanddelen
39
REINIGING EN ONDERHOUD
Bij langdurige afwezigheid
1.
Maak het koelvak en het vriesvak leeg.
2.
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
3.
Ontdooi het apparaat en maak de binnenwanden schoon.
4.
Laat de deuren open als het apparaat buiten gebruik is, om te voorkomen dat er zich onaangename geuren vormen en om het vocht binnenin te laten verdampen.
STORINGEN OPSPOREN
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker wel goed in het stopcontact?
Is de tweepolige netschakelaar wel ingeschakeld?
IIs de zekering doorgebrand?
IIs de voedingskabel beschadigd?
Staat de thermostaatknop mischien op de stand z (Stop)?
2. De temperatuur in de beide vakken is niet koud genoeg.
Sluiten de deuren wel goed?
Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
Staat de thermostaat op de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie door de ventilatieopeningen gehinderd?
3. De temperatuur in het koelvak is te koud.
Staat de thermostaat wel op de goede stand?
4. Er staat water op de bodem van het koelvak.
Is de afvoer van het dooiwater misschien verstopt?
5. De binnenverlichting functioneert niet.
Controleer eerst de aanwijzingen onder punt 1, en vervolgens:
Koppel het apparaat van het elektriciteitsnet los. Zie, om bij het lampje te komen, de instructies en de tekening op het bijgaande produkt-informatieblad.
Controleer het lampje en vervang het, zo nodig, door een nieuw exemplaar (max.15W).
6. Het rode lampje op het bedieningspaneel van het vriesvak blijft branden / het geluidssignaal is geactiveerd.
(zie hoofdstuk Gebruik van het vriesvak)
Zijn er kort geleden grote hoeveelheden vers voedsel in het vriesvak geplaatst?
Is de deur van het vriesvak goed gesloten?
Opmerkingen:
• als de voorste rand van de koelkast warm is, is er geen sprake van een defect; dit is een normaal verschijnsel, het voorkomt condensvorming.
• Het koelcircuit kan vreemde geluiden voortbrengen zoals gorgelende of expansiegeluiden;
40
KLANTENSERVICE DEZE ZIJN NORMAAL
Voordat u de Klantenservice inschakelt:
1.
Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen (Zie Storingen opsporen).
2.
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de operatie na een uur.
3.
Als dit ook niet helpt, wend u dan tot onze Klantenservice.
INSTALLATIE
Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron. Installatie in een warme omgeving, blootstelling aan direct zonlicht of plaatsing van het apparaat in de buurt van een warmtebron (kachels, fornuizen) verhogen het energieverbruik en dienen te worden voorkomen.
Mocht dit niet mogelijk zijn, dan moeten de volgende minimumafstanden in acht worden genomen:
30 cm tot kolen- of petroleumfornuizen.
3 cm tot gas- of elektrische fornuizen.
Zet het apparaat op een droge en goed geventileerde plaats.
Maak het apparaat aan de binnenkant schoon (Zie het hoofdstuk "Ontdooien van het vriesvak").
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing;
het model;
het servicenummer (dat is vermeld onder het woord SERVICE op het typeplaatje dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt);
uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Opmerking: het omkeren van de deuren van het apparaat
door onze Klantenservice wordt niet beschouwd als een ingreep die onder de garantie valt.
Elektrische aansluiting
• De elektrische aansluitingen moeten
overeenkomstig de plaatselijke voorschriften worden uitgevoerd.
De gegevens met betrekking tot de spanning en het opgenomen vermogen staan vermeld op het typeplaatje aan de binnenzijde van het apparaat.
De aarding van het apparaat is
verplicht. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen of dieren en/of voor schade aan voorwerpen, die veroorzaakt is door het niet in acht nemen van bovengenoemde voorschriften.
• Als de stekker en het stopcontact niet van
hetzelfde type zijn, moet u de stekker laten vervangen door een gekwalificeerd technicus.
• Gebruikt geen verlengingen of meervoudige
adapters.
wettelijk
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet kunnen worden afgekoppeld door de stekker uit het stopcontact te trekken of via de tweepolige schakelaar die voor het stopcontact is geplaatst.
41
Loading...
+ 18 hidden pages