Smeg CLPI460N User Manual [nl]

Inhoudsopgave
1 Waarschuwingen 148
1.1 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 148
1.2 Deze gebruiksaanwijzing 148
1.3 Beoogd gebruik 148
1.4 Algemene veiligheidswaarschuwingen 148
1.5 Aansprakelijkheid van de constructeur 149
1.6 Identificatieplaatje 149
2 Beschrijving 151
2.1 Algemene beschrijving 151
2.3 Bedieningspaneel 156
2.4 Andere onderdelen 158
2.5 Beschikbare accessoires 158
3 Gebruik 160
3.1 Waarschuwingen 160
3.2 Eerste gebruik 162
3.3 Gebruik van de accessoires 162
3.4 Het gebruik van de kookplaat 165
3.5 Gebruik van de bergruimte 168
3.6 Gebruik van de oven 169
3.7 Advies voor bereidingen 180
4 Reiniging en onderhoud 183
4.1 Waarschuwingen 183
4.2 Schoonmaak van het apparaat 183
4.3 Demontage van de deur 184
4.4 Reiniging van de ruiten van de deur 184
4.5 Demontage van de interne ruiten 184
4.6 De reiniging van de binnenkant van de oven 186
4.7 Pyrolyse: automatische reiniging van de oven 187
4.8 Buitengewoon onderhoud 189
5 Installatie 191
5.1 Elektrische aansluiting 191
NL
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het toestel te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
147
Waarschuwingen
1 Waarschuwingen
1.1 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor:
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten.
Beschrijving
Beschrijving van het toestel en de accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het toestel en de accessoires, kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte schoonmaak en onderhoud van het toestel.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde technici: installatie, inbedrijfstelling en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
• Enkele gebruiksaanwijzing.
1.2 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een integrerend deel van het toestel en moet gedurende de volledige bedrijfsduur intact en op een makkelijk bereikbare plaats worden bewaard.
1.3 Beoogd gebruik
Dit toestel is bestemd voor het bereiden van voedsel in een huisgezin. Elk ander gebruik is oneigenlijk.
Dit toestel mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met verminderde fysische of psychische vermogens, of door personen die geen ervaring hebben in het gebruik van elektrische apparatuur, tenzij dit gebeurt onder toezicht of instructie van volwassenen die voor hun veiligheid instaan.
1.4 Algemene veiligheidswaarschuwingen
Volg altijd de hierna vermelde algemene veiligheidswaarschuwingen voor uw veiligheid en om schade aan het toestel te voorkomen. Algemeen
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door gekwalificeerd personeel overeenkomstig de geldende normen.
• Lees deze gebruiksaanwijzing
aandachtig vóór installatie.
• Voer geen wijzigingen uit op het toestel.
• Probeer nooit om zelf het toestel te
repareren, zonder tussenkomst van een gekwalificeerde technicus.
• Als de stroomkabel beschadigd is, moet
men onmiddellijk contact opnemen met de technische dienst die voor de vervanging van de kabel zal zorgen.
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
148
Waarschuwingen
Voor dit toestel
• Zorg er voor dat de openingen en de spleten voor de ventilatie en de warmte­afvoer niet verstopt raken.
• Plaats geen metalen en puntige voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het toestel.
• Ga niet steunen of zitten op de geopende deur van het toestel.
• Controleer of er geen voorwerpen in de deur vastzitten.
• Gebruik het toestel nooit om de ruimte te verwarmen.
• Als barsten of scheuren opgemerkt worden, of als het oppervlak van de glaskeramische plaat zou breken, moet het toestel onmiddellijk uitgeschakeld worden. Schakel de stroom uit en neem contact op met de Technische Dienst.
• Personen met een pacemaker of een gelijkaardig toestel moeten zich ervan vergewissen dat de werking van deze toestellen niet wordt beïnvloed door het inductieveld, waarvan het frequentiebereik tussen 20 en 50 khz ligt.
• Overeenkomstig de bepalingen van de elektromagnetische compatibiliteit behoort de elektromagnetische inductieplaat tot Groep 2 en Klasse B (EN 55011).
1.5 Aansprakelijkheid van de
constructeur
De constructeur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen en voorwerpen tengevolge:
• ander dan het beoogde gebruik van het toestel,
• niet-naleving van de voorschriften in de
gebruiksaanwijzing,
• het onklaar maken van zelfs maar een enkel onderdeel van het toestel,
• gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
1.6 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de merking. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
1.7 Verwerking
Het toestel moet op het einde van zijn gebruiksduur afzonderlijk
ingezameld worden (richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/ 108/EG). Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
Verwerking van het toestel:
• Verwijder de deuren maar laat de
accessoires (roosters en ovenschalen) in de gebruikspositie, om te voorkomen dat kinderen opgesloten zouden raken binnenin.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Verwijder de elektrische kabel en de
stekker.
• De gebruiker moet de apparatuur dus
op het einde van de gebruiksduur toekennen aan geschikte centra voor gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig toestel wordt gekocht.
NL
149
Waarschuwingen
Het toestel zit verpakt in milieuvriendelijke en recycleerbare materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de betreffende centra voor afvalverwerking.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic zakken van de verpakking.
150
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
Beschrijving
NL
1 Kookplaat 2 Bedieningspaneel 3 Lamp 4 Pakking
5 Deur 6 Ventilator 7 Bergruimte
Vlak voor het rooster/schaalframe.
151
2.2 Kookplaat
Beschrijving
1 Kookzone 200 mm diameter 2 Kookzone 160 mm diameter 3 Bedieningspaneel
1 On/Off-toets - met deze toets kan de kookplaat in- of uitgeschakeld worden.
2 Min-toets voor vermogen: verlaagt het vermogensniveau of verkort de bereidingsduur.
3 Plus-toets voor vermogen: verhoogt het vermogensniveau of verlengt de bereidingsduur.
4 Selectietoets zone: links vooraan. 5 Selectietoets zone: links achteraan. 6 Selectietoets zone: rechts achteraan. 7 Selectietoets zone: rechts vooraan.
Diameter
(mm)
200 2300 3000 160 1300 1400
Max.
geabsorbeerd
vermogen (W)*
Geabsorbeerd
vermogen in
werking P(ower)
*De vermogens zijn alleen bij benadering en afhankelijk van de gebruikte recipiënten of de geselecteerde instellingen.
De kookplaat is voorzien van een inductiegenerator voor elke bereidingszone. Elke generator onder het glaskeramische oppervlak heeft een elektromagnetisch veld dat een thermische stroom veroorzaakt op de onderkant van de pan. De warmte wordt niet overgedragen in de bereidingszone, maar ze wordt direct in het recipiënt gecreëerd door de inductieve stromen.
152
Beschrijving
Voordelen van de inductieplaat
• Energiebesparing, dankzij de rechtstreekse overdracht van energie naar de pan (u moet daarvoor bestemde pannen in magnetiseerbaar materiaal gebruiken) in vergelijking met het traditioneel elektrisch koken.
• grotere veiligheid, dankzij de overdracht van energie naar enkel het recipiënt op de kookplaat.
• hoog rendement bij de overdracht van energie van de bereidingszone naar de onderkant van de pan.
• snelle verwarming.
• kleinere kans op brandwonden, omdat het kookoppervlak enkel wordt verwarmd door de onderkant van de pan; overgekookt voedsel plakt niet.
Herkenning van de pan
Wanneer geen pan op een bereidingszone staat of als de pan te klein is, wordt geen energie verzonden. Als een geschikte pan op de bereidingszone staat, detecteert het herkenningssysteem de aanwezigheid van de pan en schakelt het systeem de plaat op het ingestelde vermogen in. De energieoverdracht wordt ook onderbroken indien de pan van de kookzone wordt verwijderd (het symbool
begint te knipperen). Wanneer de
functie van de herkenning van de pan geactiveerd wordt, ondanks de beperkte afmetingen van de pannen of de potten die zich op de bereidingszone bevinden, wordt enkel de noodzakelijke energie verzonden.
Beperkingen bij de herkenning van de pan: De minimum diameter van de
onderkant van de pan wordt aangeduid door een interne omtrek op de bereidingszone. Pannen met een kleinere diameter worden misschien niet herkend,
waardoor de inductiestroom niet wordt ingeschakeld.
Pannen die voor de inductieplaat kunnen worden gebruikt
Gebruik uitsluitend pannen met een perfect vlakke onderkant, die geschikt zijn voor inductiekookplaten. Het gebruik van pannen met een onregelmatige bodem kan er voor zorgen dat het systeem niet goed werkt of dat het systeem de pan niet herkent.
De pannen en potten die op de inductieplaat worden gebruikt, moeten van metaal zijn en over magnetische kenmerken en een voldoende grote bodem beschikken.
Geschikte recipiënten:
• Recipiënten in geëmailleerd staal met dikke bodem.
• Recipiënten in gietijzer met geëmailleerde bodem.
• Recipiënten in meerlagig roestvrij staal, roestvrij ferritisch staal en aluminium met speciale bodem.
Ongeschikte recipiënten:
• Recipiënten in koper, roestvrij staal, aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek en terracotta.
NL
153
Beschrijving
Om na te gaan of een pot of pan geschikt is, volstaat het om een magneet tegen de onderkant te houden: als de magneet wordt aangetrokken is de pan of pot geschikt voor een inductiekookplaat. Als u niet over een magneet beschikt, kunt u in het recipiënt een kleine hoeveelheid water gieten, het op een bereidingszone plaatsen en de plaat inschakelen. Als op het display in
plaats van het vermogen het symbool verschijnt, is de pan niet geschikt.
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een automatisch systeem dat de werkingsduur beperkt.
Als de instellingen van de bereidingszone niet worden gewijzigd; de maximale werkingsduur van elke zone hangt af van het geselecteerde vermogensniveau.
Wanneer het mechanisme voor de beperking van de werkingsduur wordt geactiveerd, wordt de bereidingszone uitgeschakeld, hoort u een kort
geluidssignaal en wordt het symbool weergegeven op het display.
Ingesteld
vermogensniveau
1 - 2 8 3 - 4 6 5 - 6 5
73 82 91 ½
Maximum bereidingsduur
in uren
Bescherming tegen oververhitting
Wanneer de kookplaat voor een lange periode op het maximale vermogen wordt gebruikt, kan de elektronica moeite hebben om af te koelen als de omgevingstemperatuur hoog is.
154
Het vermogen van de bereidingszone wordt automatisch verlaagd om te vermijden dat in de elektronica een te hoge temperatuur ontstaat.
Als tijdens het normale gebruik van de kookplaat en bij een normale omgevingstemperatuur dikwijls de afkorting E2 wordt weergegeven, is de koeling waarschijnlijk onvoldoende. Dit kan worden veroorzaakt door onvoldoende koelopeningen of door gebrek aan een geschikte afscherming. Controleer waar noodzakelijk de installatie.
Advies om energie te besparen
• De diameter van de basis van de pan moet overeenkomen met de diameter van de bereidingszone.
• Tijdens de aankoop van een pan moet u controleren of de aangeduide diameter de bodem of de bovenkant van het recipiënt betreft, omdat deze laatste bijna altijd groter is dan de bodem.
• Wanneer u gerechten maakt waarvoor lange bereidingstijden noodzakelijk zijn, kunt u tijd en energie besparen door gebruik te maken van een snelkookpan waardoor bovendien de vitamines bewaard blijven die het voedsel bevat.
• Controleer of de snelkookpan voldoende vloeistof bevat, omdat een oververhitting, die veroorzaakt wordt door gebrek aan vloeistof, de pan en de bereidingszone zou kunnen beschadigen.
• Bedek indien mogelijk de pannen steeds met een gepast deksel.
• Kies een pan die geschikt is voor de hoeveelheid voedsel die klaargemaakt moet worden. Wanneer u een grote pan gebruikt die half leeg is, wordt energie verspild.
Beschrijving
Vermogensniveaus
Het vermogen van de bereidingszone kan op verschillende niveaus geregeld worden. In de tabel vindt u de relatieve aanduidingen betreffende de verschillende types van bereidingen.
Ingesteld
vermogensniveau
0 Positie OFF
1 - 2
3 - 4 Bereiding
5 - 6
7 - 8 Braden, fruiten met meel
9 Braden
P
hoeveelheden voedsel (minimaal
hoeveelheden voedsel, het braden
Geschikt voor:
Bereiding van beperkte
vermogen)
Bereidingen van grote
van grotere stukken
Braden / Aanbraden, bakken
(maximaal vermogen)
NL
155
Beschrijving
2.3 Bedieningspaneel
Selectieknop temperatuur (1)
Via deze knop kunt u de klok instellen, een temperatuur selecteren, de duur van de bereiding selecteren en geprogrammeerde bereidingen instellen.
Display (2)
Op het display worden alle gegevens van kookfuncties en parameters zoals de temperatuur en tijd weergegeven.
Selectieknop functie (3)
Met deze draaiknop krijgt u toegang tot de twee werkingscondities van het apparaat of kunt u een functie/recept voor bereiding selecteren.
156
Beschrijving
1 Selecteerbare functies 2 Selecteerbare recepten 3 Geeft het huidige tijdstip weer, of bij
geprogrammeerde bereidingen de resterende tijd van de bereiding of het uur van het einde van de bereiding.
4 Duidt de temperatuur van de bereiding aan die ingesteld werd of die geprogrammeerd is voor het geselecteerde recept of de functie.
5 Als het symbool knippert, wordt de regeling van het uur aangeduid; als het vast oplicht, wordt de weergave van het uur aangeduid.
6 Ingeschakelde kookwekker 7 Duidt op de deurbeveiliging. 8 Wijziging van de parameters voor
recepten die worden bereid. 9 Bereiding met tijdinstelling met vertraagde
start geactiveerd. 10 Bereiding met tijdinstelling geactiveerd. 11 Toestel in fase van bereiding. 12 Kinderbeveiliging ingeschakeld. 13 Het nummer van het vlak dat wordt
aanbevolen op basis van het geselecteerde recept.
NL
157
Beschrijving
2.4 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het toestel beschikt over vlakken om roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes te plaatsen. De plaatsbare hoogtes worden begrepen van laag naar hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Koelventilatie
De ventilator koelt de oven en treedt in werking tijdens de bereiding.
De werking van de ventilator veroorzaakt een normale luchtstroom die aan de achterzijde van het apparaat uitkomt, en die ook na de uitschakeling van het apparaat kort doorgaat.
Interne verlichting
De interne verlichting van de oven wordt ingeschakeld wanneer de deur wordt geopend (bij bepaalde modellen) of wanneer een functie wordt geselecteerd
(behalve de functie e ).
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten met voedsel in bereiding.
Rooster voor ovenplaat
Om op een ovenschaal te zetten, voor het bereiden van voedsel dat kan lekken.
Ovenschaal
2.5 Beschikbare accessoires
Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig.
Rooster
158
Nuttig voor het opvangen van vet dat afkomstig is van het voedsel op het rooster erboven.
Gebruik
Diepe ovenschaal
Nuttig om vet op te vangen afkomstig van voedsel op de bovenstaande grillplaat, of om taarten, pizza's en gebak te bakken.
Steun draaispit
Schraper
Nuttig voor de reiniging van de kookplaat.
De ovenaccessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen conform de van kracht zijnde wetsbepalingen.
De originele bijgeleverde of optionele accessoires kunnen worden aangevraagd bij erkende verdelers. Gebruik enkel de originele accessoires van de constructeur.
NL
Wordt gebruikt als steun voor het braadspit.
Braadspit
Nuttig voor het bereiden van kip of voedsel dat gelijkmatig moet bereid worden.
159
Gebruik
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
Het apparaat wordt heel warm tijdens gebruik.
Gevaar op verbranding
• Houd de deur dicht tijdens gebruik.
• Bescherm de handen met ovenwanten bij het verplaatsen van etenswaren in de oven.
• Raak de verwarmingselementen binnenin het apparaat niet aan.
• Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen.
• Houd kinderen van jonger dan 8 jaar uit de buurt wanneer het toestel in werking is.
• Als er bewerkingen nodig zijn aan de etenswaren of aan het einde van de bereiding, opent u de deur 5 centimeter voor enkele seconden, zodat de stoom ontsnapt. Vervolgens kunt u de deur volledig openen.
De temperatuur in de bergruimte kan hoog oplopen.
Gevaar op verbranding
• Open de bergruimte niet wanneer het apparaat ingeschakeld of warm is.
• Voorwerpen in de bergruimte kunnen heel heet zijn na gebruik van de oven.
Incorrect gebruik.
Gevaar op verbranding
• Controleer of de vlamverdelers correct gemonteerd zijn met hun respectievelijke kappen.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten bij oververhitting. Wees heel aandachtig.
• Let op voor de snelle verwarming van de kookzones. Plaats geen lege potten of pannen op de ingeschakelde plaat. Gevaar op oververhitting.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten als ze oververhit raken. Het is aanbevolen bij het apparaat te blijven tijdens de voorbereiding van voedsel dat olie of vet bevat. Als de oliën of vetten vlam zouden vatten, mag geen water gebruikt worden om te blussen. Plaats het deksel op de pan en schakel de kookzone uit.
• Plaats geen metalen voorwerpen zoals keukengerei of bestek op het kookoppervlak, omdat ze zouden kunnen oververhitten.
• Metalen voorwerpen die rechtstreeks in contact komen met het lichaam kunnen verhitten in de onmiddellijke nabijheid van de kookplaat (bij niet­magnetiseerbare voorwerpen zoals gouden of zilveren ringen bestaat dit gevaar niet).
160
Gebruik
De temperatuur in de bergruimte kan hoog oplopen tijdens gebruik van de oven.
Brand- en ontploffingsgevaar
• Sproei geen spuitbussen in de nabijheid van de oven.
• Laat geen ontvlambare materialen in de nabijheid van de oven of bergruimte.
• Gebruik geen vaatwerk of plastic houders om voedsel te bereiden.
• Plaats geen dichte schotels of houders in de oven.
• Laat het toestel niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waar vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Verwijder alle ongebruikte ovenschalen en roosters uit te oven tijdens gebruik.
Incorrect gebruik.
Beschadiging van de oppervlakken
• Bedek de bodem van de oven niet met aluminiumfolie.
• Bij gebruik van bakpapier moet u er voor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt verhinderd.
• Plaats geen potten of ovenschalen rechtstreeks op de bodem van de oven.
• Gebruik de open deur niet als steun voor potten of schalen te plaatsen op het binnenglas.
• Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen.
• Potten of bakpannen moeten binnen de omtrek van de kookplaat geplaatst worden.
• Alle recipiënten moeten een effen en regelmatige bodem hebben.
• Als er etenswaren overkoken of morsen moet de overtollige vloeistof van de kookplaat worden verwijderd.
• Mors geen zuurhoudende stoffen zoals citroenspa of azijn op de kookplaat.
• Het glaskeramische oppervlak is schokbestendig, maar u dient te voorkomen dat er zware en harde voorwerpen vallen op de kookplaat: die zou kunnen breken als het om puntige voorwerpen gaat.
• Het glaskeramische kookoppervlak mag niet als steunvlak gebruikt worden.
• Plaats geen lege potten of pannen op ingeschakelde kookzones.
NL
161
Loading...
+ 33 hidden pages