Smeg C92IPX User Manual [nl]

Inhoudsopgave
1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK .................................................................... 100
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE AFVALVERWERKING .................................................. 101
2.1 Onze zorg voor het milieu ........................................................................................................................... 101
2.2 Uw zorg voor het milieu ............................................................................................................................... 101
3. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID .................................................................. 102
4. KEN UW FORNUIS ............................................................................................................. 103
5. VÓÓR DE INSTALLATIE ..................................................................................................... 103
6. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN VAN HET FRONTPANEEL .............................. 104
7. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ............................................................................... 106
7.1 Kookzones .................................................................................................................................................. 106
7.2 Verwarmingsversneller ................................................................................................................................ 106
7.3 Functie Power ............................................................................................................................................. 106
7.5 Types van pannen ....................................................................................................................................... 107
8. HET GEBRUIK VAN DE OVEN ........................................................................................... 110
8.2 Koelventilatie ............................................................................................................................................... 110
8.3 Het gebruik van de elektrische grill ............................................................................................................. 110
8.4 Bergruimte (enkel bij sommige modellen) ................................................................................................... 112
8.5 Beschrijving van de selecteerbare functies ................................................................................................. 113
9. ELEKTRONISCHE PROGRAMMEEREENHEID ................................................................ 114
9.1 Regeling van het uur ................................................................................................................................... 114
9.2 Halfautomatische bereiding ......................................................................................................................... 114
9.3 Automatische bereiding ............................................................................................................................... 114
9.4 Einde van de bereiding ............................................................................................................................... 115
9.5 Kookwekker ................................................................................................................................................. 115
9.6 Regeling van het volume van het geluidssignaal ........................................................................................ 115
9.7 Desactivering van het geluidssignaal .......................................................................................................... 115
9.8 Het wissen van de ingestelde gegevens ..................................................................................................... 115
9.9 Het wijzigen van de ingestelde gegevens ................................................................................................... 115
10. BESCHIKBARE ACCESSOIRES ...................................................................................... 116
11. REINIGING EN ONDERHOUD ......................................................................................... 117
11.1 Dagelijkse reiniging ................................................................................................................................... 117
11.2 Reiniging van de onderdelen van de kookplaat ........................................................................................ 117
11.3 De reiniging van de oven .......................................................................................................................... 118
11.4 Reiniging van de ruiten van de deur ......................................................................................................... 118
11.5 Pyrolyse: automatische reiniging van de oven .......................................................................................... 118
11.6 Vóór de start van de automatische reinigingscyclus ................................................................................. 118
11.7 Programmering van de automatische reinigingscyclus ............................................................................. 119
12. BUITENGEWOON ONDERHOUD .................................................................................... 120
12.1 Smering van de gaskranen en de thermostaat van de gasoven ............................................................... 120
12.2 Vervanging van de lamp van de binnenverlichting .................................................................................... 120
12.3 Demontage van de deur ............................................................................................................................ 120
12.4 Demontage van de pakking ...................................................................................................................... 120
13. INSTALLATIE VAN HET TOESTEL .................................................................................. 121
13.1 Elektrische aansluiting .............................................................................................................................. 121
13.2 Plaatsing en nivellering van het toestel (enkel op sommige modellen) ..................................................... 122
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: deze duiden advies voor het gebruik, de beschrijvingen van de bedieningen en de correcte handelingen voor de reiniging en het onderhoud van het toestel aan.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die moet zorgen voor de nauwkeurige controle van het gascircuit, de installatie, de inwerkingstelling en de keuring van het toestel.
99
Waarschuwingen voor het gebruik

1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK

DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DE HANDLEIDING MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS INTACT EN BINNEN HANDBEREIK WORDEN BEWAARD. WE RADEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET TOESTEL IN GEBRUIK WORDT GENOMEN. ALLE BIJGELEVERDE STRAALPIJPEN ZULLEN EVENEENS MOETEN BEWAARD WORDEN. DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL, EN DOOR DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE RESPECTEREN. DIT TOESTEL IS BESTEMD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK, EN IS CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE
NORMEN. HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING EN VERWARMING VAN VOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK BESCHOUWD
WORDEN. DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
GEBRUIK DIT TOESTEL NIET VOOR HET VERWARMEN VAN DE WONING.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEWAAKT ACHTER IN DE HUISHOUDELIJKE OMGEVING. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN AFKOMSTIG VAN DE VERPAKKING, EN BRENG ZE NAAR HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/ 96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE). DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE EUROPESE UNIE.
ZORG ER VOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN DE WARMTE­AFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN HET MERK IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT IN DE BERGRUIMTE.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
VERWIJDER ALLE VERWIJDERBARE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VAN DE BUITEN­EN BINNENKANT VAN HET TOESTEL.
GEBRUIK ABSOLUUT GEEN METALEN SPONZEN OF SCHERPE KRABBERS ZODAT DE OPPERVLAKKEN NIET WORDEN BESCHADIGD. GEBRUIK NORMALE EN NIET-SCHURENDE PRODUCTEN VOOR STAAL, EN EVENTUEEL HOUTEN OF PLASTIC GEREEDSCHAPPEN. SPOEL GOED, EN DROOG MET EEN ZACHTE DOEK OF MET EEN ZEEMVEL. VERMIJD OM ETENSRESTEN OP SUIKERBASIS (BV. JAM) TE LATEN OPDROGEN IN DE OVEN. WANNEER HET TE LANG OPDROOGT, KAN HET EMAIL IN DE OVEN BESCHADIGD WORDEN.
DE CONSTRUCTEUR KAN NIET AANSPRAKELIJK GESTELD WORDEN VOOR LETSELS AAN PERSONEN OF MATERIËLE SCHADE ALS GEVOLG VAN HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DEZE VOORSCHRIFTEN, OF DOOR HET ONKLAAR MAKEN VAN ZELFS MAAR ÉÉN ENKEL ONDERDEEL VAN HET TOESTEL, OF DOOR HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE RESERVEONDERDELEN.
100
Het milieu - Waarschuwingen voor de recyclage

2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE AFVALVERWERKING

2.1 Onze zorg voor het milieu

Aldus de Richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG in verband met de beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische toestellen, en ook de verwerking van afval. Het symbool van de doorkruiste vuilbak, aangebracht op de apparatuur, duidt aan dat het product op het einde van zijn gebruiksduur afzonderlijk verzameld moet worden. De gebruiker moet de apparatuur dus op het einde van de gebruiksduur toekennen aan geschikte centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw overeenkomstig toestel wordt gekocht. Een gepaste gescheiden afvalinzameling voor de volgende recyclage van de apparatuur en voor de behandeling en de ecologisch compatibele verwerking draagt bij tot het vermijden van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en voor de gezondheid, en bevordert het recycleren van het materiaal waarvan de apparatuur gemaakt is. Wanneer de gebruiker het product illegaal verwerkt, zullen administratieve sancties getroffen worden. Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.

2.2 Uw zorg voor het milieu

Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende materialen gebruikt die het milieu niet belasten, en die recycleerbaar zijn. Wij verzoeken om hieraan mee te werken, en om te zorgen voor een correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar de adressen van inzamel-, afvalverwerkings- en recyclagecentra.
GOOI DE VERPAKKING, OF DELEN ERVAN, NIET ZOMAAR WEG. DEZE KUNNEN VOOR KINDEREN GEVAAR OP VERSTIKKING VORMEN; VOORAL PLASTIC ZAKKEN ZIJN GEVAARLIJK.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden. Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die verantwoordelijk is voor de inzameling van afgedankte huishoudtoestellen. Met een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden. Voordat u het toestel weggooit, is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de werkvlakken niet verwijdert; dit om te vermijden dat kinderen zich al spelend in de oven zouden kunnen opsluiten. Bovendien moet de stroomkabel doorgesneden worden en samen met de stekker verwijderd worden.
101
Waarschuwingen voor de veiligheid

3. WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE DE VEILIGHEID

ELEKTRISCHE AANSLUITING: GEBRUIK ALS REFERENTIE DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE BETREFFENDE HET GAS EN DE STROOMTOEVOER, EN DE VEREISTEN VOOR DE VENTILATIE. VOOR VEILIGHEIDSREDENEN EN VOOR UW BELANG BEPAALT DE WET DAT DE HANDELINGEN VAN DE INSTALLATIE EN HET ONDERHOUD VAN ALLE HUISHOUDTOESTELLEN DIE OP GAS WERKEN MOETEN UITGEVOERD WORDEN DOOR VAKKUNDIG PERSONEEL, EN CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN EN REGLEMENTERINGEN. DE INSTALLATEURS MOETEN VOLGENS OPTIMALE STANDAARDS WERKEN. HET LOSKOPPELEN VAN DE HUISHOUDELIJKE GAS- EN ELEKTRISCHE APPARATEN MOET STEEDS UITGEVOERD WORDEN DOOR DESKUNDIG PERSONEEL.
DE STEKKER DIE WORDT AANGESLOTEN OP DE STROOMKABEL EN HET RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN. HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN. DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE VLAKKEN.
DE AARDING MOET VERPLICHT AANGEBRACHT WORDEN VOLGENS DE VOORZIENE VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET TOESTEL KORT TESTEN VOLGENS DE AANWIJZINGEN DIE VERVOLGENS WORDEN AANGEDUID. IN GEVAL VAN EEN SLECHTE WERKING MOET HET TOESTEL LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET, EN MOET U HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE ASSISTENTICENTRUM INLICHTEN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN. PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT EFFEN EN REGELMATIGE BODEM HEBBEN OP DE
ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
GEBRUIK GEEN RECIPIËNTEN OF VLEESROOSTERS DIE GROTER ZIJN DAN DE BUITENOMTREK VAN HET VLAK.
PLAATS NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: WANNEER DE OVEN TOEVALLIG AANGESCHAKELD ZOU WORDEN, KAN BRAND ONTSTAAN.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET TOESTEL ERG HEET. RAAK DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AAN.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN INBEGREPEN) MET VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT ONDER TOEZICHT OF INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK VAN DE OVEN STEEDS OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN POSITIE 0 (UIT) STAAN.
VOORDAT U HET TOESTEL IN WERKING STELT, MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET TOESTEL AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN.
HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING EN VERWARMING VAN VOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK BESCHOUWD WORDEN.
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid voor letsels aan personen of materiële schade af die worden veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar één enkel onderdeel van het toestel, of door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
102
Aanwijzingen voor de gebruiker

4. KEN UW FORNUIS

KOOKPLAAT
BEDIENINGSPANEEL
HOOFDZAKELIJKE OVEN / OVEN
HULPOVEN
RECHAUD

5. VÓÓR DE INSTALLATIE

Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbeheerd achter in de huiselijke omgeving. sorteer de verschilende afvalmaterialen van de verpakking, en breng ze naar het dischtstbijzijnde centrum voor gescheiden afvalinzameling.
Nadat u al het overtollige heeft verwijderd, wordt aangeraden om de binnenkant van het toestel schoon te maken. Voor meer informatie in verband met de reiniging, raadpleegt u het hoofdstuk "11. REINIGING EN ONDERHOUD".
Wanneer de oven en de grill voor het eerst worden gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen. Na een stroomonderbreking zal het display met regelmatige onderbrekingen knipperen en aangeven. Voor de regeling moet de paragraaf " " geraadpleegd worden.
103
Aanwijzingen voor de gebruiker
A
12 3012 30
P
0000 0000 00
50
100
150
125
175
220
225
250
275
75

6. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN VAN HET FRONTPANEEL

Alle bedieningen en controlelampen zijn zichtbaar op het frontpaneel. De volgende tabel geeft een beschrijving van de gebruikte symbolen.
OVENTHERMOSTAAT KOOKZONE LINKSACHTER
FUNCTIES HOOFDOVEN CENTRALE KOOKZONE
BEDIENDINGEN HULPOVEN KOOKZONE RECHTSACHTER
KOOKZONE LINKSVOOR KOOKZONE RECHTSVOOR
Voordat u de oven/hoofdzakelijke oven gebruikt, moet gecontroleerd worden of op het display van de elektronische programmeereenheid het symbool verschijnt; raadpleeg de paragraaf " ".
BEDIENINGSKNOP BRANDERS KOOKPLAAT
Met deze draaiknoppen kunnen de zones van de inductieplaat bediend worden. Boven elke draaiknop wordt de bediende plaat aangegeven. De tekening duidt de draaiknop van de linker zone vooraan aan. Draai de knop naar rechts om het werkingsvermogen van de plaat te regelen, van een minimum van 1 tot een maximum van 9. Het werkingsvermogen wordt aangeduid door een display op de kookplaat.
FUNCTIEKNOP
De verschillende functies van de elektrische oven zijn geschikt voor verschillende bereidingswijzen. Nadat u de gewenste functie geselecteerd heeft, moet u de bereidingstemperatuur instellen met de thermostaatknop.
104
BOVENSTE EN ONDERSTE
GRILLELEMENT + VENTILATIE
VERWARMINGSELEMENT ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + GEVENTILEERD VERWARMINGSELEMENT
BREED GRILLELEMENT GEVENTILEERD
VERWARMINGSELEMENT
GRILL-ELEMENT FUNCTIE ONTDOOIEN
Aanwijzingen voor de gebruiker
THERMOSTAATKNOP
De keuze van de bereidingstemperatuur wordt uitgevoerd door de knop in wijzerszin op de gewenste waarde te draaien, tussen 50° en 260°C. Het oplichten van de controlelamp meldt dat de oven aan het voorverwarmen is. Wanneer deze controlelamp uitgaat, werd de ingestelde temperatuur bereikt. Het regelmatig knipperen duidt aan dat de temperatuur in de oven continu op het ingestelde niveau wordt gehouden.
THERMOSTAATKNOP VAN DE HULPOVEN
De keuze van de bereidingstemperatuur wordt uitgevoerd door de knop in wijzerszin op de gewenste waarde te draaien, tussen 50° en 245°C. Het oplichten van de controlelamp meldt dat de oven aan het voorverwarmen is. Wanneer deze controlelamp uitgaat, werd de ingestelde temperatuur bereikt. Het regelmatig knipperen duidt aan dat de temperatuur in de oven continu op het ingestelde niveau wordt gehouden.
FUNCTIE VAN DE LAMP GRILL-ELEMENT
BOVENSTE EN ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT
CONTROLELAMP DEURBLOKKERING
Tijdens de automatische reinigingscyclus "pyrolyse" van de oven gaat dit lampje branden om de werking van de blokkering van de ovendeur aan te geven.
BREED GRILLELEMENT
105
Aanwijzingen voor de gebruiker

7. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT

Metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, mogen niet op de kookplaat geplaatst worden omdat ze heet zouden kunnen worden.
Wanneer de plaat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.

7.1 Kookzones

Het toestel is voorzien van 5 kookzones met verschillende diameters en vermogens. Hun positie wordt duidelijk aangegeven door cirkels, en de warmte wordt afgebakend binnen de diameters die op het glas zijn aangebracht. Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel die gevoed wordt door een elektronisch systeem, en die een variabel magnetisch veld creëert. Wanneer in een dergelijk magnetisch veld een pan wordt geplaatst, richten de hogefrequentiestromen zich rechtstreeks op de pan en wordt de warmte geproduceerd die nodig is voor de bereiding van het voedsel.
Op elke kookzone is een binnenomtrek aangegeven. Deze cirkel duidt de toegelaten minimum pandiameter voor die kookzone aan. Omdat pannen met een kleinere diameter mogelijk niet worden herkend, zou de inductiestroom niet ingeschakeld kunnen worden.

7.2 Verwarmingsversneller

Elke kookzone heeft een verwarmingsversneller. Met dit systeem kan de plaat werken aan het maximum vermogen voor een tijd die evenredig is aan het geselecteerde vermogen. Om de verwarmingsversneller te starten: draai de knop naar links, selecteer de positie “A”, en laat de knop los. De letter “A” zal op het display van de kookplaat verschijnen. Nu heeft u 3 seconden om de gewenste verwarmingspositie te kiezen. Nadat de positie tussen 1 en 9 geregeld werd, zullen de letter “A” en de geselecteerde positie om de beurt op het display knipperen. Tijdens de werking van de verwarmingsversneller kan de verwarmingsintensiteit op elk moment verhoogd worden. De periode van het "maximum vermogen" wordt bijgevolg gewijzigd. Wanneer het vermogen daarentegen beperkt wordt, wordt de optie “A” automatisch gedesactiveerd wanneer de knop in tegenwijzerszin wordt gedraaid.

7.3 Functie Power

Wanneer deze functie wordt gebruikt, is het mogelijk om elke verwarmingszone continu aan het maximum vermogen voor maximum 10 minuten te doen werken. Met deze functie kan bijvoorbeeld een grote hoeveelheid water snel aan de kook gebracht worden, of vlees bereid worden. Draai de knop in wijzerszin en stel de verwarmingsintensiteit in op positie 9, selecteer door middel van de draaiknop de positie “P”, en laat los. Op het display van de overeenkomstige zone verschijnt “P”. Na 10 minuten vermindert automatisch het vermogen, keert het terug naar positie 9, en “P” verdwijnt. De functie Power kan alleszins onderbroken worden door op eender welk moment de verwarmingsintensitieit te verminderen. Wanneer de optie Power geselecteerd wordt op een plaat (bijvoorbeeld de linker plaat vooraan), kan het geabsorbeerd vermogen van de tweede plaat (links achteraan) beperkt blijken om de beschikbare maximum energie naar de eerste plaat te voeren. Voor dezelfde reden heeft de functie Power de prioriteit tegenover de verwarmingsversneller. Wanneer een recipiënt van de kookzone wordt verwijderd tijdens de inschakeling van de functie Power, wordt de functie gestopt.
106
Loading...
+ 16 hidden pages