SIEMENS WM14N0V2FG User Manual [nl]

Wasmachine
WM14N0V2FG
Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding
nl
Register your product on My Siemens and discover exclusive services and offers.
siemens-home.bsh-group.com/welcome
The future moving in.
nl

Inhoudsopgave

Veiligheid.........................................4
Algemene aanwijzingen ...................4
Bestemming van het apparaat.........4
Inperking van de gebruikers ............5
Veilige installatie...............................5
Veiliger gebruik ................................8
Veilige reiniging en onderhoud ......10
Materiële schade vermijden .........12
Milieubescherming en bespa-
ring.................................................13
Afvoeren van de verpakking ..........13
Zuinig met energie en hulpbron-
nen..................................................13
Energiebesparingsmodus ..............14
Opstellen en aansluiten................14
Apparaat uitpakken ........................14
Inhoud van de verpakking..............15
Vereisten ten aanzien van de
opstelplaats ....................................15
Transportbeveiligingen verwijde-
ren ..................................................17
Apparaat aansluiten .......................18
Stellen van het apparaat ................19
Uw apparaat leren kennen............20
Apparaat.........................................20
Wasmiddellade...............................21
Bedieningselementen.....................21
Display ...........................................22
Toetsen ..........................................24
Wasgoed sorteren..........................30
Mate van verontreiniging................30
Verzorgingsaanwijzingen op ver-
zorgingslabels ................................30
Wasmiddel en wasverzorgings-
middel ............................................31
Wasmiddelaanbeveling ..................31
Wasmiddeldosering .......................32
De Bediening in essentie..............32
Apparaat inschakelen ....................32
Programma instellen ......................33
Programma-instellingen aanpas-
sen..................................................33
Trommel vullen met wasgoed ........33
Doseerhulp voor vloeibaar was-
middel plaatsen..............................34
Wasmiddel en wasverzorgings-
middel doseren ..............................34
Starten van het programma ...........34
Klaar-in tijd voor programmas-
tart aanpassen................................34
Wasgoed inweken..........................35
Wasgoed bijvullen ..........................35
Progr. annuleren.............................35
Programma bij spoelstop hervat-
ten...................................................35
Wasgoed uitnemen ........................35
Apparaat uitschakelen ...................36
Kinderslot ......................................36
Kinderslot inschakelen ...................36
Kinderslot deactiveren....................36
Programma's .................................25
Accessoires...................................28
Voor het eerste gebruik ................28
Wascyclus zonder wasgoed
starten.............................................28
Wasgoed........................................29
Wasgoed voorbereiden..................29
2
Basisinstellingen ..........................37
Overzicht over de basisinstellin-
gen .................................................37
Basisinstellingen wijzigen...............37
Reiniging en onderhoud ...............38
Tips voor onderhoud van het
toestel .............................................38
Trommel reinigen ...........................38
Schoonmaken van de wasmid-
dellade............................................38
Ontkalken .......................................39
Afvoerpomp reinigen......................40
Waterafvoerslang op de sifon
reinigen...........................................42
Zeef in de watertoevoer reinigen ...42
Storingen verhelpen .....................44
Foutcode / foutindicatie / sig-
naal.................................................44
Functiestoringen .............................45
Geluiden .........................................48
Probleem resultaat .........................49
Ondichtheid ....................................49
Geurtjes ..........................................50
Noodontgrendeling.........................51
Transporteren, opslaan en af-
voeren ............................................51
Apparaat demonteren ....................51
Transportbeveiligingen plaatsen ....51
Apparaat opnieuw in gebruik ne-
men.................................................52
Afvoeren van uw oude apparaat....52
nl
Servicedienst.................................53
Productnummer (E-nr.) en pro-
ductienummer (FD) ........................53
AQUA-STOP-garantie .....................53
Verbruikswaarden.........................55
Technische gegevens...................55
3
nl Veiligheid

Veiligheid

Houd de informatie omtrent veiligheid aan, zodat u het apparaat veilig kunt gebruiken.

Algemene aanwijzingen

Hier vindt u algemene informatie over deze gebruiksaanwijzing.
¡ Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt
u het apparaat veilig en efficiënt gebruiken.
¡ Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor de monteur en de ge-
bruiker van het apparaat.
¡ Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in acht. ¡ Bewaar de gebruiksaanwijzing en de productinformatie voor la-
ter gebruik of voor volgende eigenaren.
¡ Controleer het apparaat na het uitpakken. Sluit het apparaat in
geval van transportschade niet aan.

Bestemming van het apparaat

Om het apparaat veilig en op de juiste manier te gebruiken dient u de aanwijzingen over het beoogd gebruik in acht te nemen. Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡ volgens deze opstellingshandleiding en gebruiksaanwijzing. ¡ om wasmachinebestendig textiel en wol voor de handwas vol-
gens het onderhoudsetiket te wassen.
¡ met leidingwater en gangbare, voor de wasmachine geschikte
wasmiddelen en onderhoudsmiddelen.
¡ voor huishoudelijk gebruik en in gesloten ruimtes binnen de hui-
selijke omgeving.
¡ tot een hoogte van maximaal 4000m boven zeeniveau.
4
Veiligheid nl

Inperking van de gebruikers

Voorkom risico's voor kinderen en kwetsbare personen. Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkin­gen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien zij onder toe­zicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het appa­raat en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen indien deze niet onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen tot 3jaar en huisdieren niet bij het appa­raat kunnen komen.

Veilige installatie

Neem de veiligheidsvoorschriften in acht bij het installeren van het apparaat.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de gegevens op het typeplaatje.
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met wisselstroom aansluiten.
Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie moet conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïn­stalleerd. De installatie moet zijn voorzien van een afdoende grote aderdiameter.
Bij het gebruik van een aardlekschakelaar alleen een type met het teken gebruiken.
Nooit het apparaat via een externe schakelinrichting voe­den, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of besturing op af­stand.
5
nl Veiligheid
Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn, of wanneer vrije toegang niet mogelijk is, moet in de vast geplaatste elektrische installatie een alpolige scheidingsinrichting vol­gens de installatievoorschriften worden ingebouwd.
Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het net­snoer niet wordt afgeklemd of beschadigd.
¡ Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaatonderdelen of warmtebronnen in contact brengen.
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of randen in contact brengen.
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of veranderen.
WAARSCHUWING‒Risico van brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en niet-toegestane adapters is gevaarlijk.
Geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten gebrui­ken.
Als het netsnoer te kort is, contact opnemen met de servi­cedienst.
Alleen door de fabrikant goedgekeurde adapters gebruiken.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
¡ Het hoge gewicht van het apparaat kan bij het optillen letsels
veroorzaken.
Het apparaat niet alleen optillen.
¡ Als dit apparaat op ondeskundige wijze in een was-droogzuil
wordt opgesteld, kan het opgestelde apparaat naar beneden vallen.
De droger uitsluitend met de verbindingset van de drogerfa­brikant op een wasmachine stapelen Een andere plaat­singsmethode is niet toegestaan.
Het apparaat niet in een was-droogzuil opstellen als de dro­gerfabrikant geen passende verbindingsset aanbiedt.
Geen apparaten van verschillende fabrikanten en met ver­schillende diepte en breedte in een was-droogzuil opstellen.
6
Veiligheid nl
Geen was-droogzuil op een platform opstellen, de appara­ten kunnen kantelen.
WAARSCHUWING‒Verstikkingsgevaar!
Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het hoofd trekken en hierin verstrikt raken en stikken.
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden.
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor letsel!
¡ Het apparaat kan tijdens het bedrijf trillen of bewegen.
Het apparaat op een schone, vlakke en stevige ondergrond opstellen.
Het apparaat middels de apparaatvoeten en een waterpas horizontaal stellen.
¡ Bij ondeskundig gelegde slangen en netaansluitleidingen be-
staat er struikelgevaar.
De slangen en aansluitkabels zodanig leggen dat men er niet over kan struikelen.
¡ Wanneer het apparaat aan uitstekende onderdelen wordt ver-
plaatst, zoals bijvoorbeeld de vuldeur, dan kunnen de onder­delen afbreken.
Het apparaat niet aan uitstekende onderdelen verplaatsen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor snijwonden!
Scherpe randen aan het apparaat kunnen bij aanrakingen tot snijwonden leiden.
Het apparaat niet aan scherpe randen aanraken.
Veiligheidshandschoenen gebruiken bij installatie en trans­port van het apparaat.
7
nl Veiligheid

Veiliger gebruik

Neem bij gebruik van het apparaat de veiligheidsaanwijzingen in acht.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is ge-
vaarlijk.
Nooit een beschadigde apparaat gebruiken.
Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat van het elektriciteitsnet te scheiden. Altijd aan de stekker van het netsnoer trekken.
Wanneer het apparaat of het netsnoer is beschadigd, dan direct de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen en de kraan sluiten.
"Neem contact op met de servicedienst." →Pagina53
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
¡ Binnendringend vocht kan een elektrische schok veroorzaken.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid.
Geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, slangen of sproeiers gebruiken om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING‒Gezondheidsrisico!
Kinderen kunnen zich in het apparaat opsluiten en in levens­gevaar geraken.
Het apparaat niet opstellen achter een deur die het openen van de apparaatdeur blokkeert of verhindert.
Bij afgedankte apparaten de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen, daarna het netsnoer doorknippen en het slot van de apparaatdeur dusdanig beschadigen, dat de apparaatdeur niet langer sluit.
8
Veiligheid nl
WAARSCHUWING‒Verstikkingsgevaar!
Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen of inslikken en hierdoor stikken.
Kleine onderdelen uit de buurt van kinderen houden.
Kinderen niet met kleine onderdelen laten spelen.
WAARSCHUWING‒Vergiftigingsgevaar!
Was- en verzorgingsmiddelen kunnen bij inname tot vergifti­gingen leiden.
Bij per ongeluk inslikken een arts raadplegen.
Was- en verzorgingsmiddelen buiten bereik van kinderen bewaren.
WAARSCHUWING‒Explosiegevaar!
Wanneer wasgoed met oplosmiddelhoudende reinigingsmid­delen werd voorbehandeld, kan dit in het apparaat tot een ex­plosie leiden.
Voorbehandeld wasgoed voor het wassen grondig met wa­ter spoelen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor letsel!
¡ Bij het op het apparaat klimmen of klauteren kan de afdek-
plaat breken.
Niet op het apparaat klimmen of klauteren.
¡ Bij het zitten of leunen op de geopende deur kan het appa-
raat kantelen.
Niet op de apparaatdeur zitten of leunen.
Geen voorwerpen op de apparaatdeur plaatsen.
¡ Grijpen in de draaiende trommel kan tot letsel aan de handen
leiden.
Wacht tot de trommel volledig stil staat voordat u met uw hand in de trommel grijpt.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor verbranding!
Het glas van de apparaat deur wordt heet bij het wassen met hoge temperaturen.
Raak de hete apparaatdeur niet aan.
Houd kinderen uit de buurt van de hete apparaatdeur.
9
nl Veiligheid
VOORZICHTIG‒Risico van verbranding!
Het sop wordt heet bij het wassen met hoge temperaturen.
Raak het hete sop niet aan.
VOORZICHTIG‒Corrosiegevaar!
Bij het openen van de wasmiddellade kunnen wasmiddel en verzorgingsmiddel uit het apparaat spatten. Contact met ogen of huid kan tot irritaties leiden.
Bij contact met wasmiddelen of verzorgingsmiddelen de ogen of de huid grondig spoelen met schoon water.
Bij per ongeluk inslikken een arts raadplegen.
Was- en verzorgingsmiddelen buiten bereik van kinderen bewaren.

Veilige reiniging en onderhoud

Neem de veiligheidsvoorschriften in acht bij het reinigen en onder­houden van het apparaat.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fa­brikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde per­soon.
¡ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, slangen of sproeiers gebruiken om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
Het gebruiken van niet originele reserveonderdelen en niet originele accessoires is gevaarlijk.
Gebruik uitsluitend originele reserve-onderdelen en originele accessoires van de fabrikant.
10
Veiligheid nl
WAARSCHUWING‒Vergiftigingsgevaar!
Bij het gebruik van oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen kunnen giftige dampen ontstaan.
Geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
11
nl Materiële schade vermijden

Materiële schade vermijden

Materiële schade vermij­den
Materiële schade vermijden
Houd deze aanwijzing aan om materi­ële schade en schade aan het appa­raat te vermijden.
LET OP!
¡ Een verkeerde dosering van was-
verzachters, wasmiddelen, verzor­gingsmiddelen en reinigingsmidde­len kan de werking van het appa­raat beïnvloeden.
De doseeraanbevelingen van de fabrikant aanhouden.
¡ Het overschrijden van de maximale
beladingshoeveelheid heeft invloed op de werking van het apparaat.
De "maximale beladingshoeveel­heid" →Pagina25 voor elk programma aanhouden en niet overschrijden.
¡ Het apparaat is voor transport met
transportbeveiligingen geborgd. Niet verwijderde transportbeveili­gingen kunnen leiden tot materiële schade en schade aan het appa­raat.
Voor inbedrijfstelling alle trans­portbeveiligingen volledig verwij­deren en bewaren.
Voor elk transport alle transport­beveiligingen volledig inbouwen, om transportschade te vermij­den.
¡ De ondeskundige aansluiting van
de watertoevoerslang kan tot mate­riële schade leiden.
De schroefverbindingen aan de watertoevoer handvast aantrek­ken.
De watertoevoerslang het best direct zonder bijkomende ver­bindingselementen, zoals adap­ter, verlengstuk, ventiel of derge­lijke op de waterkraan aanslui­ten.
Erop letten dat de ventielbehui­zing van de watertoevoerslang contactvrij met de omgeving is ingebouwd en niet aan externe krachtinwerking is blootgesteld.
Erop letten dat de binnendiame­ter van de waterkraan minstens 17 mm bedraagt.
Erop letten dat de lengte van de schroefdraad aan de aansluiting naar de waterkraan minstens 10 mm bedraagt.
¡ Een te lage of te hoge waterdruk
kan de apparaatfunctie hinderen.
Zorg ervoor dat de waterdruk aan de watervoorzieningsinstal­latie minimaal 100kPa (1 bar) en maximaal 1000kPa (10bar) bedraagt.
Wanneer de waterdruk de aan­gegeven maximale waarde over­schrijdt, dan moet een reduceer­ventiel tussen de drinkwateraan­sluiting en de slangenset van het apparaat worden geïnstal­leerd.
Het apparaat niet op de meng­kraan van een drukloze geiser of boiler aansluiten.
¡ Veranderde of beschadigde water-
slangen kunnen tot materiële scha­de en schade aan het apparaat lei­den.
Nooit waterslangen knikken, knellen, veranderen of doorsnij­den.
Alleen meegeleverde waterslan­gen of originele reserveslangen gebruiken.
Nooit gebruikte waterslangen hergebruiken.
¡ Het gebruik van het apparaat met
vervuild of te heet water kan mate­riële schade veroorzaken.
Het apparat uitsluitend met koud leidingwater gebruiken.
12
Milieubescherming en besparing nl
¡ Ongeschikte reinigingsmiddelen
kunnen de oppervlakken van het apparaat beschadigen.
Geen scherpe of schurende rei­nigingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende rei­nigingsmiddelen gebruiken.
Geen harde schuur- of afwas­sponsjes gebruiken.
Het apparaat uitsluitend reinigen met water en een zachte, vochti­ge doek.
Bij contact met het apparaat di­rect alle wasmiddelresten, sproeinevelresten of restanten verwijderen.

Milieubescherming en besparing

Milieubescherming en be­sparing
Milieubescherming en besparing
Bescherm het milieu door het appa­raat op een hulpbronnenbesparende manier te gebruiken en herbruikbare materialen op de juiste manier af te voeren.

Afvoeren van de verpakking

De verpakkingsmaterialen zijn milieu­vriendelijk en kunnen worden herge­bruikt.
De afzonderlijke componenten op soort gescheiden afvoeren.
Bij uw dealer en uw gemeente- of deelraadskantoor kunt u informatie verkrijgen over de actuele afvoer­methoden.
Zuinig met energie en hulp­bronnen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, ver­bruikt uw apparaat minder stroom en water.
Programma's met lage temperaturen en langere wastijden gebruiken en de "maximale beladingscapaciteit" →Pagina25 gebruiken.
Het energieverbruik en het water­verbruik zijn het efficiëntst.
Wasmiddel overeenkomstig de mate van verontreiniging van het wasgoed "doseren" →Pagina32.
Voor een lichte tot normale mate van verontreiniging is een geringe hoeveelheid wasmiddel voldoen­de. Houd het doseeradvies van de fabrikant van het wasmiddel aan.
Wastemperatuur bij licht en normaal verontreinigd wasgoed reduceren.
Bij lage temperaturen verbruikt het apparaat weinig energie. Voor een lichte tot normale verontreiniging zijn ook lagere temperaturen dan op het verzorgingslabel vermeld afdoende.
Maximaal toerental instellen, wan­neer het wasgoed aansluitend in de wasdroger gedroogd moet worden.
Droger wasgoed verkort de pro­grammaduur bij het drogen en ver­laagt het energieverbruik. Met een hoger centrifugetoerental vermin­dert de restvochtigheid in de was en het volume van het centrifuge­ren verhoogt.
Wasgoed zonder voorwas wassen.
Het wassen met voorwas verlengt de programmaduur en verhoogt het energie- en waterverbruik.
13
nl Opstellen en aansluiten
Het apparaat beschikt over een bela­dingsautomaat.
De beladingsautomaat past het waterverbruik en de programma­duur optimaal aan de textielsoort en de beladingscapaciteit aan.

Energiebesparingsmodus

Wanneer u het apparaat langere tijd niet bediend, dan schakelt het appa­raat automatisch naar de energiebe­spaarstand. Alle aanwijzingen ver­dwijnen en Start / Pauze knippert. De energiebespaarmodus wordt af­gesloten, wanneer u het apparaat op­nieuw bedient, bijv. de deur opent of sluit.

Opstellen en aansluiten

Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Waar en hoe u het apparaat het bes­te opstelt, komt u hier te weten. Bo­vendien komt u te weten hoe u het apparaat op de watertoevoer en het elektriciteitsnet aansluit.
LET OP!
Voorwerpen die in de trommel ach­terblijven, en die niet voor het gebruik van het apparaat bedoeld zijn, kun­nen tot materiële- en apparaatschade leiden.
Voor gebruik alle deze voorwerpen en de meegeleverde accessoires uit de trommel verwijderen.
1. Verpakkingsmateriaal en bescher-
ming volledig van het apparaat verwijderen.
Voor de milieuvriendelijke afvoer van het verpakkingsmateriaal dient u de informatie over het onderwerp →"Afvoeren van de verpakking", Pagina13 in acht te nemen.
2. Controleer het apparaat op zicht-
bare beschadigingen.
3. De deur openen.
→"De Bediening in essentie", Pagina32
4. De accessoires uit de trommel ver-
wijderen.
5. De deur sluiten.

Apparaat uitpakken

AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
14
1 2 3 4
1
2
3
4
Opstellen en aansluiten nl

Inhoud van de verpakking

Controleer na het uitpakken alle onderdelen op transportschade en de volledig­heid van de levering.
Wasmachine
Begeleidende documenten
Bochtstuk voor het bevestigen van de waterafvoerslang
Afdekkapjes

Vereisten ten aanzien van de opstelplaats

Het apparaat kan bij het centrifuge­ren "wandelen". Houd de aanwijzin­gen voor de opstellocatie aan.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
15
nl Opstellen en aansluiten
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
Het apparaat bevat spanningsvoeren­de delen. Het aanraken van span­ningsvoerende delen is gevaarlijk.
Gebruik het apparaat niet zonder afdekplaat.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Bij gebruik op een sokkel kan het ap­paraat kantelen.
De apparaatvoeten voor inbedrijf­stelling op een sokkel absoluut met de "bevestigingen" →Pagina28 van de fabrikant be­vestigen.
LET OP!
¡ Wanneer het apparaat in vorstge-
vaarlijke zones of buiten wordt op­gesteld, dan kan bevroren restwa­ter het apparaat beschadigen en bevroren slangen kunnen scheu­ren of barsten.
Het apparaat niet op vorstge­voelige plaatsen of buiten plaat­sen en gebruiken.
¡ Het apparaat werd voor het verla-
ten van de fabriek aan een functie­test onderworpen en kan restwater bevatten. Dit restwater kan lekken als het apparaat meer dan 40° wordt gekanteld.
Het apparaat voorzichtig kante­len.
Opstelplaats Eisen
Op een vloer met hou­ten balken
Het apparaat op een waterbestendige hou­ten plaat plaatsen, welke vast met vloer is geschroefd. De hou­ten plaat moet mini­maal 30 mm dik zijn.
In een keuken ¡ Een nisbreedte van
60cm is noodza­kelijk.
¡ Het apparaat al-
leen onder een doorlopend werk­blad plaats, welke vast met de naast­liggende kast is verbonden.
Aan een wand Geen slangen tussen
wand en apparaat in­klemmen.
AanwijzingAls u de wasmachine met een droger als was-droogzuil wilt opstellen, moet voordien het werk­blad van uw wasmachine worden ver­vangen. Voor het vervangen van het werkblad kunt u met onze "klantenservice" →Pagina53 contact opnemen.
Opstelplaats Eisen
Op een sokkel Het apparaat met
"borglippen" →Pagina28 beves- tigen.
16
Transportbeveiligingen ver-
wijderen
Het apparaat is voor transport met transportbeveiligingen aan de achter­zijde van het apparaat geborgd.
Aanwijzingen
¡ Neem de informatie over het on-
derwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw appa­raat veilig te kunnen gebruiken.
¡ Bewaar de transportbeveiligingen,
de bouten en hulzen voor een toe­komstig "transport" →Pagina51.
1. De slangen uit de houders trekken.
Opstellen en aansluiten nl
4. De 4 hulzen verwijderen.
2. Alle bouten van de 4 transportbe-
veiligingen met een steeksleutel SW13 losmaken en verwijderen
⁠.
3. De netaansluitkabel uit de houder
trekken.
5. De 4 afdekkappen plaatsen.
6. De 4 afdekkappen naar beneden
duwen.
17
nl Opstellen en aansluiten
¾˝
min.
min.
10 mm
17 mm

Apparaat aansluiten

Sluit uw apparaat aan op het elektri­citeitsnet, de watertoevoer en de wa­terafvoer.
Watertoevoerslang aansluiten AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
Het apparaat bevat spanningsvoeren­de delen. Het aanraken van span­ningsvoerende delen is gevaarlijk.
De elektrische Aquastop afsluiter niet in water onderdompelen.
1. De watertoevoerslang op de kraan
(26,4 mm = 3/4") aansluiten.
2. De kraan voorzichtig openen en
controleren of de aansluitingen dicht zijn.

Aansluitsoorten waterafvoer

De informatie helpt u dit apparaat op de waterafvoer aan te sluiten.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
LET OP!
Bij het afpompen staat de wateraf­voerslang onder druk en kan van de geïnstalleerde aansluitpositie losra­ken.
De waterafvoerslang tegen onbe­doeld losraken borgen.
Afvoer in een sifon. De aansluitpositie met een slangklem (24-40 mm) borgen.
Afvoer in een wasta­fel. De waterafvoerslang met een "bochtstuk" →Pagina28 fixeren en borgen.
Afvoer in en kunststof standpijp met rubbe­ren mof. De waterafvoerslang met een "bochtstuk" →Pagina28 fixeren en borgen.
18
Apparaat elektrisch aansluiten AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De netstekker van het aansluit-
snoer van het apparaat in een stopcontact in de omgeving van het apparaat steken.
De aansluitgegevens van het ap­paraat vindt u in de "technische gegevens" →Pagina55.
2. De netstekker op vastheid contro-
leren.
Opstellen en aansluiten nl

Stellen van het apparaat

Om geluiden en trillingen te reduce­ren en het wandelen van het appa­raat te vermijden, stelt u het apparaat horizontaal.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De contramoeren met een steek-
sleutel SW17 losdraaien.
2. Om het apparaat te stellen, aan de
apparaatvoetjes draaien. De hori­zontale afstelling van het apparaat met waterpas controleren.
Alle apparaatvoeten moeten stevig op de grond staan.
3. De contramoeren met een steek-
sleutel SW17 handvast tegen de behuizing aantrekken.
Het apparaatvoetje daarbij vast­houden en niet in de hoogte ver­stellen.
19
1
2
4
6
3
5
8
7
7
1
2
3
4
5
6
7
8
nl Uw apparaat leren kennen

Uw apparaat leren kennen

Uw apparaat leren kennen
Uw apparaat leren kennen
Lees meer over de onderdelen van uw apparaat.

Apparaat

Hier vindt u een overzicht van de onderdelen van uw apparaat.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen details op de afbeelding verschillen, bijv. de kleur en de vorm.
"Serviceklep en pomp" →Pagina40
Deur
"Wasmiddellade" →Pagina21
"Bedieningselementen"
→Pagina21
"Waterafvoerslang" →Pagina18
"Netaansluitkabel" →Pagina18
"Transportbeveiligingen" →Pagina17
"Watertoevoerslang" →Pagina18
20
2
3
1
4
1
2
3
4
2
3
1
1
4 4
1
2
3
4
Uw apparaat leren kennen nl

Wasmiddellade

Hier vindt u een overzicht over het verwijderen van de wasmiddellade.
Doseerhulp voor vloeibaar wasmiddel
→"Doseerhulp voor vloeibaar was­middel plaatsen", Pagina34
Wasmiddelbakje II:
¡ Wasmiddel voor de hoofdwas, ¡ Ontharder ¡ Bleekmiddel ¡ Vlekkenzout
Compartiment :
¡ Wasverzachter ¡ Vloeibaar stijfsel ¡ Impregneermiddel
Wasmiddelbakje I:
¡ Wasmiddel voor de voorwas ¡ Hygiënewasmiddel

Bedieningselementen

Via de bedieningselementen kunt u alle functies van uw apparaat instellen en informatie krijgen over de gebruikstoestand.
"Programma's" →Pagina25
"Programmakiezer" →Pagina32
"Display" →Pagina22
"Toetsen" →Pagina24
21
nl Display

Display

Display
Display
Op het display ziet u de actuele instelwaarden, keuzemogelijkheden of aanwij­zingsteksten.
Indicatie Benaming Beschrijving
1
0:40
1
10h
1
7 kg
––– - 1400 Centrifugetoerental Ingestelde centrifugetoerental in omw/min.
Start/Pauze Starten, annuleren of pauzeren
1
Voorbeeld
Programmaduur / res­terende tijd van het pro-
Ongevere verwachte programmaduur of resterende tijd van het programma.
gramma Klaar in tijd Het programma-einde werd vastgelegd en de reste-
rende uren worden aangegeven.
→"Toetsen", Pagina24
Aanbevolen lading Maximale beladingshoeveelheid voor het ingestelde
programma in kg.
→"Toetsen", Pagina24
0: zonder eindcentrifugeren, alleen afpompen –––: Spoelstop, zonder afpompen
¡ brandt: het programma draait en kan worden afge-
broken of gepauzeerd.
¡ knippert: het programma kan worden gestart of
hervat. Wassen Programmastatus Spoelen Programmastatus Centrifugeren Programmastatus
22
Display nl
Indicatie Benaming Beschrijving
––– Spoelstop Programmastatus End Programma-einde Programmastatus
Kinderslot ¡ brandt: het kinderslot is geactiveerd.
¡ knippert: het kinderslot is geactiveerd en de pro-
grammakiezer werd verdraaid.
→"Kinderslot deactiveren", Pagina36
varioSpeed Wassen in kortere tijd is geactiveerd.
→"Toetsen", Pagina24
Deur ¡ brandt: de deur is vergrendeld en kan niet worden
geopend.
¡ knippert: de deur is niet gesloten. ¡ uit: de deur is ontgrendeld en kan worden geo-
pend.
Kraan ¡ Geen waterdruk.
→"Foutcode / foutindicatie / signaal", Pagina44
¡ De waterdruk is te laag.
E:60 / -2B
1
Voorbeeld
1
Fout Foutcode, foutindicatie, signaal.
→"Foutcode / foutindicatie / signaal", Pagina44
23
nl Toetsen

Toetsen

Toetsen
Toetsen
Hier vindt u een overzicht van de buttons en hun instelmogelijkheden. De selectie van de programma-instellingen is afhankelijk van het ingestelde programma. De selectiemogelijkheden voor elk programma ziet u in het over­zicht voor →"Programma's", Pagina25.
Toets Keuze Beschrijving
Start / Pauze ¡ starten
¡ annuleren ¡ pauzeren
vario Speed ¡ activeren
¡ Deactiveren
Klaar in 1 - 24 uur Het programma-einde vastleggen.
Centrifugeren ––– - 1400 Het centrifugetoerental aanpassen of –––
3 sec. ¡ activeren
¡ deactiveren
Programma starten, annuleren of pauzeren.
Wassen met verkorte tijdsduur activeren of deac­tiveren.
AanwijzingHet energieverbruik wordt hoger. Het wasresultaat wordt daardoor niet beïnvloed.
De programmaduur is reeds in het ingestelde aantal uren inbegrepen. Na de start van het programma wordt de pro­grammaduur weergegeven.
(spoelstop) activeren. Met de selectie ––– wordt het water aan het ein­de van de wascyclus niet afgepompt en het cen­trifugeren gedeactiveerd. Het wasgoed blijft in het spoelwater liggen.
Het kinderslot activeren of deactiveren. De bedieningspanelen tegen per ongeluk bedie­nen beveiligen. Werd het kinderslot geactiveerd en het apparaat uitgeschakeld, dan blijft het kinderslot geacti­veerd.
→"Kinderslot", Pagina36
24
Programma's nl
Centrifuge­ren ––– (Spoelstop)
vario Speed
Max. centri­fugetoeren­tal (omw/
1
min)
Max. tempe­ratuur (°C)
max. bela­ding (kg)
1
7 90 1400
7 40 1400
7 1400

Programma's

Programma's
Programma's
Hier vindt u een overzicht van de programma's. U krijgt informatie over de belading en de instelbare program-
mamogelijkheden.
Tip:De verzorgingslabels van het wasgoed geven u extra aanwijzingen voor de programmakeuze.
→"Verzorgingsaanwijzingen op verzorgingslabels", Pagina30
Programma Beschrijving
wassen.
Ook geschikt als verkort programma voor normaal ver-
vuild wasgoed als u vario Speed activeert. Is vario
Speed geactiveerd, dan wordt de maximale beladings-
hoeveelheid gereduceerd tot 4kg.
wassen.
Energiebesparend programma.
AanwijzingOm energie te besparen kan de daadwer-
kelijke wastemperatuur afwijken van de ingestelde tem-
peratuur. De wasresultaat is conform de wettelijke ver-
eisten.
sen.
Geschikt voor normaal verontreinigd textiel.
AanwijzingTextiel dat volgens het onderhoudssymbool
Katoen Stevig textiel van katoen, linnen of gemengde weefsels
Katoen Intensief Stevig textiel van katoen, linnen of gemengde weefsels
Eco 40-60 Textiel van katoen, linnen en gemengde weefsels was-
met 40 °C of met 60 °C wasbaar is, kan samen
worden gewassen. Voor een optimale energie-efficiëntie
Programma-instellingen
1
25
nl Programma's
Centrifuge­ren ––– (Spoelstop)
vario Speed
Max. centri­fugetoeren­tal (omw/
1
min)
Max. tempe­ratuur (°C)
max. bela­ding (kg)
1
7 40 1400
4 40 1400
2 30 800
2 30 800
Programma Beschrijving
26
werd door de fabrikant een optimale wastemperatuur
voor dit programma vastgelegd.
De wastemperatuur is geactiveerd en kan niet worden
veranderd.
wassen.
Programma met voorwas voor sterk verontreinigd was-
goed.
Verdeel het wasmiddel in de wasmiddellade over de
voor- en hoofdwas.
→"Wasmiddellade", Pagina21
Katoen Voorwas Stevig textiel van katoen, linnen of gemengde weefsels
mengde weefsels wassen.
Geschikt voor licht verontreinigd wasgoed.
sche stof wassen.
Kreukherstellend Textiel van synthetisch en gemengd weefsels wassen. 4 40 1200
Snel / Mix Textiel van katoen, linnen, synthetisch materiaal en ge-
Delicaat / Zijde Gevoelig, wasbaar textiel van zijde, viscose en syntheti-
Gebruik een wasmiddel voor fijne was of zijde.
AanwijzingWas bijzonder gevoelig textiel of textiel met
haken, ogen of beugels in een wasnetje.
met en groot wolaandeel wassen.
Om krimp van het wasgoed te vermijden, beweegt de
trommel met textiel bijzonder voorzichtig met lange pau-
zes.
Gebruik een wasmiddel voor wol.
Programma-instellingen
Wol / Handwas Met de hand of in de machine wasbaar textiel van wol of
1
Centrifuge-
ren ––– (Spoelstop)
vario Speed
Max. centri­fugetoeren­tal (omw/
1
min)
Programma's nl
Max. tempe­ratuur (°C)
max. bela­ding (kg)
1
1400
1400
van het water.
4 30 1200
Wanneer u alleen het water wilt afpompen, activeer dan
0. Het wasgoed wordt niet gecentrifugeerd.
stellend textiel, bijv. jeans wassen.
Was het wasgoed binnenste buiten.
Gebruik een vloeibaar wasmiddel.
Programma Beschrijving
Centrifugeren / Afpompen Centrifugeren en water afpompen.
Donkere was Donker en kleurintensief textiel van katoen en kreukher-
1
Spoelen Spoelen met aansluitend centrifugeren en afpompen
Programma-instellingen
27
nl Accessoires

Accessoires

Accessoires
Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn speciaal op uw apparaat afge­stemd. Hier krijgt u een overzicht van de accessoires behorende bij uw appa­raat en de manier waarop ze worden gebruikt.
Gebruik Bestelnummer
Verlenging watertoevoerslang Koudwater- of Aquastop-water-
WZ10131 toevoerslang verlengen (2,50 m).
Bevestigingsbeugels Stevige stand van het apparaat
WX975600 verbeteren.
Langere watertoevoerslang Standaard watertoevoerslang
00353925 dor een langere slang (2,20 m) vervangen.
Bochtstuk Waterafvoerslang fixeren. 00655300 Inzetunits voor vloeibaar was-
Vloeibaar wasmiddel doseren. 00637516
middel

Voor het eerste gebruik

Voor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
Bereid het apparaat voor voor het ge­bruik.

Wascyclus zonder wasgoed starten

Uw apparaat werd voor het verlaten van de fabriek grondig gecontro­leerd. Om eventueel restwater te ver­wijderen, wast u de eerste keer zon­der wasgoed.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De programmakiezer op Katoen
90° zetten.
28
2. De deur sluiten.
3. De wasmiddellade uittrekken.
Wasgoed nl
4. Ca. 1 liter leidingwater in comparti-
ment II gieten.
5. Het poederwasmiddel in comparti-
ment II doen.
Gebruik om schuimvorming te ver­mijden, slechts de helft van de door de wasmiddelfabrikant aan­bevolen hoeveelheid voor lichte verontreiniging. Gebruik geen wol­of fijnwasmiddel.
6. De wasmiddellade erin schuiven.
7. Druk op Start / Pauze om het pro-
gramma te starten.
a Het display toont de resterende
programmaduur.
a Na het programma-einde toont het
display: "End".
8. De eerste wascyclus starten of de
programmakiezer op Uit zetten, om het apparaat uit te schakelen. →"De Bediening in essentie",
Pagina32

Wasgoed

Wasgoed
Wasgoed
U kunt in uw apparaat alle textiel, die door de fabrikant op het textiellabel als geschikt voor de wasmachine staat aangegeven en textiel van handwasbaar wol wassen.

Wasgoed voorbereiden

LET OP!
In het wasgoed achtergebleven voor­werpen kunnen het wasgoed en de trommel beschadigen.
Voor gebruik alle voorwerpen uit de zakken van het wasgoed verwij­deren.
Om uw apparaat en het wasgoed te beschermen, bereidt u het was­goed voor.
– alle zakken legen – Zand uit alle omslagen en zak-
ken borstelen
– Dekbedhoezen en kussenover-
trekken sluiten
– alle ritssluitingen, klittenbandslui-
tingen, haken en ogen sluiten
– Stoffen riemen of banden bij el-
kaar binden of een wasnetje ge­bruiken.
– Gordijnrollers en loodveters ver-
wijderen of een wasnetje gebrui­ken
29
nl Wasgoed
– voor kleine stukken wasgoed,
bijv. kindersokken een wasnetje gebruiken
– Was uit elkaar vouwen en los
maken
– grote en kleine stukken was-
goed door elkaar wassen
– verse vlekken met zeepsop af-
deppen (niet wrijven)
– sommige hardnekkige, inge-
droogde vlekken kunnen door meerdere malen wassen worden verwijderd
Om het wasresultaat te verbeteren en verkleuringen te vermijden, sor­teert u het wasgoed voor het was­sen overeenkomstig de volgende criteria.
– Soort weefsel en soort vezel – witte was – bonte was
Was nieuwe bonte was de eerste keer gescheiden van ander wasgoed.
– "Verontreiniging" →Pagina30 – "Verzorgingsaanwijzingen op
verzorgingslabels" →Pagina30

Wasgoed sorteren

AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.

Mate van verontreiniging

Mate van vervuiling Verontreiniging Voorbeelden
licht ¡ geen verontreinigingen of vlek-
ken zichtbaar
¡ Wasgoed heeft geuren aange-
nomen
normaal Verontreinigingen of lichte vlekken
zijn zichtbaar
sterk Verontreinigingen of vlekken zijn
duidelijk zichtbaar
lichte zomerkleding of sportkel­ding, die slechts enkele uren is ge­dragen
¡ T-shirts, overhemden of blouses
zijn doorzweet, of werden meer-
dere malen gedragen
¡ Handdoeken of beddengoed,
welke tot één week is gebruikt
Theedoeken, babywas of werkkle­ding

Verzorgingsaanwijzingen op verzorgingslabels

De symbolen verwijzen naar het aanbevolen programma en de getalen in de symbolen naar de maximaal aanbevolen wastemperatuur.
Symbool Wasproces Aanbevolen programma
normaal Katoen ⁠ voorzichtig Kreukherst. ⁠ zeer voorzichtig Fijn/ zijde voor handwas
30
Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel nl
Symbool Wasproces Aanbevolen programma
Handwas Wol niet in de wasmachine wasbaar
Tip:Op www.ginetex.ch vindt u meer informatie over verzorgingssymbolen.
Informatie van de fabrikant over ge­bruik en dosering vindt u op de ver­pakking.

Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel

Wasmiddel en wasverzor­gingsmiddel
Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel
Met de juiste selectie en het gebruik van wasmiddelen en verzorgingsmid­delen beschermt u uw apparaat en uw wasgoed. U kunt alle wasmidde­len en verzorgingsmiddelen gebrui­ken, die voor huishoudelijke wasma­chines geschikt zijn.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Aanwijzingen
¡ bij vloeibare wasmiddelen uitslui-
tend zelf stromende vloeibare was­middelen gebruiken
¡ verschillende vloeibare wasmidde-
len niet mengen
¡ wasmiddel en wasverzachter niet
mengen
¡ geen te lang bewaarde en sterk in-
gedikte producten gebruiken
¡ geen oplosmiddelhoudende, bijten-
de of desinfecterende middelen, bijv. bleekwater, gebruiken
¡ Verfstoffen met mate gebruiken,
zout kan RVS aantasten
¡ geen ontkleuringsmiddel in het ap-
paraat gebruiken

Wasmiddelaanbeveling

De informatie helpt u het juiste wasmiddel voor het textiel te kiezen.
Wasmiddel Textiel Programma Temperatuur
Compleet wasmiddel met optische witmakers
Bontwasmiddel zonder bleekmiddel en optische witmakers
Bont/fijnwasmiddel zonder optisch witmiddel
Fijnwasmiddel Gevoelig fijn textiel van zijde
Wolwasmiddel Wol Wol van koud tot 40°C
kookbestendig wit textiel van linnen of katoen
Bont wasgoed van linnen of katoen
Bont wasgoed van kreuk­herstellende vezels of syn­thetische vezels
of viscose
Katoen van koud tot 90°C
Katoen van koud tot 60°C
Kreukherstel-
van koud tot 60°C
lend
Fijne was/zijde van koud tot 40°C
31
nl De Bediening in essentie
Tip:Op www.cleanright.eu vindt u een veelvoud aan verdere informatie omtrent wasmiddelen, verzorgings­middelen en reinigingsmiddelen voor huishoudelijk gebruik.

Wasmiddeldosering

Met de juiste wasmiddeldosering rea­liseert u een optimaal wasresultaat en kunt u hulpbronnen sparen.
De dosering van het wasmiddel is gebaseerd op:
¡ De hoeveelheid wasgoed
Waterhardheid
¡ Mate van vervuiling ¡ Waterhardheid
U kunt de waterhardheid opvragen bij uw plaatselijke waterbedrijf of vaststellen met een waterhardheid­tester.
Hardheidbereik Totale hardheid in mmol/l Duitse hardheid in °dH
zacht (I) 0 - 1,5 0 - 8,4 gemiddeld (II) 1,5 - 2,5 8,4 - 14 hard (III) hoger dan 2,5 hoger dan 14
Voorbeeld van fabrikantinformatie voor wasmiddel
Deze voorbeeldwaarden hebben be­trekking op een standaardbelading van 4-5 kg.
Verontreiniging licht normaal sterk
Waterhardheid: zacht/ gemiddeld 40ml 55ml 80ml Waterhardheid: hard/ zeer hard 55ml 80ml 105ml
De doseerhoeveelheden vindt u op de verpakking van de fabrikant. ¡ Pas de doseerhoeveelheden aan
de daadwerkelijk beladingshoe­veelheid aan.

De Bediening in essentie

De Bediening in essentie
De Bediening in essentie
Hier wordt de bediening van het ap­paraat in essentie beschreven.
32

Apparaat inschakelen

De programmakiezer op een pro­gramma instellen.

Programma instellen

1. Zet de programmakiezer op het
gewenste "programma" →Pagina25.
De Bediening in essentie nl
De programma-instellingen aan­passen.
De programma-instellingen worden niet permanent voor het program­ma opgeslagen.

Trommel vullen met wasgoed

Aanwijzingen
¡ Neem de informatie over het on-
derwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw appa­raat veilig te kunnen gebruiken.
¡ Houd om kreukvorming te voorko-
men de maximale belading van het "programma" →Pagina25 aan.
Voorwaarde:Het wasgoed voorbe­reiden en sorteren. →"Wasgoed", Pagina29
1. De deur openen.
2. Indien nodig, "de programma-in-
stellingen aanpassen" →Pagina33.
Programma-instellingen aan­passen
Afhankelijk van het programma en de programmavoortgang kunt u de be­schikbare instellingen aanpassen of activeren/deactiveren.
AanwijzingOverzicht van alle pro­gramma-instellingen: →"Toetsen", Pagina24
Voorwaarde:Een programma is in­gesteld.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg
is.
3. Het wasgoed uit elkaar gevouwen
in de trommel doen.
4. AanwijzingZorg ervoor dat er
geen kleine stukken wasgoed tus­sen de deur klem zitten.
De deur sluiten.
33
nl De Bediening in essentie
1
2

Doseerhulp voor vloeibaar wasmiddel plaatsen

Wanneer u de doseerhulp als acces­soire bestelt, moet u de doseerhulp plaatsen.
1. Inzetstuk naar beneden drukken
en de wasmiddellade er uit nemen.
2. De doseerhulp plaatsen.
3. De wasmiddellade plaatsen.
Wasmiddel en wasverzor­gingsmiddel doseren
Aanwijzingen
¡ Neem de informatie over het on-
derwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw appa­raat veilig te kunnen gebruiken.
¡ Gebruik de doseerhulp voor vloei-
baar wasmiddel niet bij gel-achtige wasmiddelen, waspoeder, inge­schakelde voorwas of klaar-in tijd.
Voorwaarde:Informeer uzelf over de optimale dosering voor "wasmiddelen en verzorgingsmiddelen." →Pagina31
1. De wasmiddellade uittrekken.
2. Vullen met wasmiddel.
→"Wasmiddellade", Pagina21
3. Indien gewenst vullen met een ver-
zorgingsmiddel.
4. De wasmiddellade erin schuiven.

Starten van het programma

AanwijzingWanneer u de tijd tot het
programma-einde wilt wijzigen, stel dan eerst de klaar-in tijd in.
Druk op Start / Pauze.
a De trommel draait en er vindt een
beladingsherkenning plaats, welke tot wel 2 minuten kan duren en daarna stroomt het water in het ap­paraat.
a In het display wordt of de program-
maduur of de klaar-in tijd weerge­geven.
a Na het programma-einde toont het
display: "End".
34
Klaar-in tijd voor program­mastart aanpassen
U kunt de ingestelde klaar-in tijd voor programmastart opnieuw aanpassen.
1. Op Start / Pauze drukken.
De Bediening in essentie nl
2. Op Klaar in drukken tot op het dis-
play de gewenste klaar-in tijd wordt weergegeven.
3. Op Start / Pauze drukken.

Wasgoed inweken

U kunt het wasgoed voor het wassen in het apparaat inweken, door het programma te pauzeren.
AanwijzingEr is geen extra wasmid­del nodig. Het zeepsop wordt aan­sluitend voor het wassen gebruikt.
1. Het programma starten.
2. Druk om het programma te pauze-
ren, na ca. 10 minuten op Start / Pauze.
3. Druk om het programma te hervat-
ten na de gewenste inweektijd op
Start / Pauze.

Wasgoed bijvullen

AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. Druk op Start / Pauze.
Het apparaat pauzeert en contro­leert of het bijvullen of verwijderen van wasgoed mogelijk is. Let op de programmastatus.
2. Wasgoed uitnemen of bijvullen.
3. De deur sluiten.
4. Druk op Start / Pauze.

Progr. annuleren

Na het starten van het programma kunt u het programma te allen tijde afbreken.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. Druk op Start / Pauze.
2. De deur openen.
Bij hoge temperatuur en hoog wa­terniveau blijft de deur van het ap­paraat om veiligheidsredenen ver­grendeld. – Start bij hoge temperatuur het
programma Spoelen.
– Start bij een hoog waterniveau
het programma Centrifugeren of Afpompen.
3. Het wasgoed uit het apparaat ha-
len.
Programma bij spoelstop her­vatten
1. Stel het programma Centrifugeren
of Afpompen in.
2. Druk op Start / Pauze.

Wasgoed uitnemen

AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De deur openen.
2. Het wasgoed uit het apparaat ha-
len.
35
nl Kinderslot

Apparaat uitschakelen

1. De programmakiezer op Uit zet-
ten.
2. De rubbermanchet droog vegen
en vreemde voorwerpen verwijde­ren.

Kinderslot

Kinderslot
Kinderslot
Beveilig uw apparaat tegen onge­wenst bedienen via de bedieningsele­menten.

Kinderslot inschakelen

Beide toetsen 3 sec.ca. 3 se­conden indrukken.
a Op het display wordt ⁠ weerge-
geven.
a De bedieningselementen zijn ge-
blokkeerd.
a Het kinderslot blijft ook na het uit-
schakelen van het apparaat geacti­veerd.

Kinderslot deactiveren

Voorwaarde:Om het kinderslot te
deactiveren, moet het apparaat zijn ingeschakeld.
Druk ca. 3 seconden op beide but­tons 3 sec..
Om het lopende programma niet te annuleren, moet de programma­kiezer op het uitgangsprogramma staan.
a In het display dooft ⁠ .
3. De deur en wasmiddellade open
laten zodat het restwater kan op­drogen.
36
Basisinstellingen nl

Basisinstellingen

Basisinstellingen
Basisinstellingen
U kunt uw apparaat instellen volgens uw behoeften.

Overzicht over de basisinstellingen

Hier vindt u een overzicht van de basisinstellingen van het apparaat.
Basisinstelling Programmaposi-
Waarde Beschrijving
tie
Signaal 2 0 (uit)
1 (zacht) 2 (gemid­deld) 3 (luid) 4 (zeer luid)
Toetssignaal 3 0 (uit)
1 (zacht) 2 (gemid­deld) 3 (luid) 4 (zeer luid)

Basisinstellingen wijzigen

1. De programmakiezer op stand 1
instellen.
Het volume van het signaal na het program­ma-einde instellen.
Het volume van het signaal bij het kiezen van de buttons instellen.
37
nl Reiniging en onderhoud
2. Druk op Start / Pauzeen draai te-
gelijkertijd de programmakiezer op stand 2.
a Het display geeft de actuele waar-
de aan.
3. De programmakiezer op de ge-
wenste positie instellen. →"Overzicht over de basisinstellin-
gen", Pagina37
4. Druk op Klaar in om de waarde te
wijzigen.
5. Schakel het apparaat uit om de
wijziging op te slaan.

Reiniging en onderhoud

Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er voor te zorgen dat het lang goed blijft werken.

Tips voor onderhoud van het toestel

Houd om de werking van uw appa­raat langdurig te garanderen de tips voor het onderhoud van het apparaat aan.
De behuizing en het bedieningspaneel uit­sluitend met water en een vochtige doek af­nemen.
Verwijder direct alle wasmiddelresten, sproeinevelresten of achtergebleven res­tanten.
De deur van het appa­raat en de wasmiddel­lade na gebruik open laten.
De apparaatdelen blij­ven schoon en hygië­nisch.
Recente afzettingen kunnen makkelijker en zonder resten wor­den verwijderd.
Restwater kan dan verdampen, hetgeen de geurvorming in het apparaat vermindert.

Trommel reinigen

Wanneer u vaak met een wastempe­ratuur van 40°C en lager wast of het apparaat langere tijd niet heeft ge­bruikt, reinig dan de trommel.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel!
Het permanent wassen op lage tem­peraturen en een ontbrekende be­luchting van het apparaat kunnen de trommel beschadigen en kunnen let­sels veroorzaken.
Regelmatig een programma voor de reiniging van de trommel uit­voeren of met temperaturen van minstens 60°C wassen.
Het apparaat na elk gebruik bij een geopende deur en wasmiddel­lade laten drogen.
Draai het programma Katoen 90° zonder wasgoed.
Gebruik een poederwasmiddel.
Schoonmaken van de was­middellade
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De wasmiddellade uittrekken.
2. Inzetstuk naar beneden drukken
en de wasmiddellade er uit nemen.
38
1
2
Reiniging en onderhoud nl
3. Inzetstuk van onderen naar boven
uitdrukken.
4. De wasmiddellade en de inzet met
water en borstel reinigen en dro­gen.
5. Het inzetstuk plaatsen en vastklik-
ken.
6. De opening voor de wasmiddella-
de reinigen.
7. De wasmiddellade erin schuiven.

Ontkalken

Wanneer u wasmiddel correct do­seert, hoeft u uw apparaat niet te ont­kalken. Als u toch ontkalkingsmiddel wilt gebruiken, neem dan de gebruik­sinstructies van de fabrikant in acht.
LET OP!
Door het gebruik van ongeschikte ontkalkingsmiddelen, zoals bijv. voor koffiezetapparaten, kan het apparaat beschadigen.
Gebruik voor dit apparaat slechts een ontkalkingsmiddel dat via de internetsite of de klantenservice van de fabrikant verkrijgbaar is.
39
nl Reiniging en onderhoud

Afvoerpomp reinigen

Reinig de afvoerpomp in geval van storingen, bijv. bij verstoppingen of geklapper.
Afvoerpomp legen AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De kraan sluiten.
2. Het apparaat uitschakelen.
3. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
4. Open de serviceklep.
7. Neem de aftapslang uit de houder.
5. Verwijder de serviceklep.
6. Plaats een opvangbak onder de
opening.
40
8.
VOORZICHTIG-Risico van
verbranding! Het sop wordt heet
bij het wassen met hoge tempera­turen.
Raak het hete sop niet aan. Trek het afsluitstopje los, om het
wassop in de opvangbak te laten stromen.
9. Druk het stopje er weer op.
90°
1
1
2
Reiniging en onderhoud nl
10.De aftapslang in de houder klem-
men.
Afvoerpomp reinigen AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Voorwaarde:"De afvoerpomp is leeg." →Pagina40
1. Omdat er nog restwater in de
pomp kan zitten, het deksel er voorzichtig uit draaien.
2. Binnenruimte, schroefdraad van
het pompdeksel en pomphuis rei­nigen.
3. Verifieer dat de rotor van de pomp
makkelijk ronddraait.
4. Het pompdeksel plaatsen en aan-
draaien.
De greep van het pompdeksel moet verticaal staan.
5. De serviceklep plaatsen en vast-
klikken.
6. De serviceklep sluiten.
41
nl Reiniging en onderhoud

Vóór de volgende keer wassen

Om te voorkomen dat bij de volgen­de wasbeurt wasmiddel ongebruikt in de afvoer stroomt, voert u het pro­gramma Afpompen uit, nadat u de pomp heeft geleegd.
1. De kraan opendraaien.
2. Steek de stekker in het stopcon-
tact.
3. Schakel het apparaat in.
4. Een liter water in compartiment II
gieten.
5. Start het programma Afpompen.

Waterafvoerslang op de sifon reinigen

Wanneer de waterafvoerslang op de sifon is verontreinigd of het sop niet wordt afgepompt, dan moet u deze reinigen.
1. Het apparaat uitschakelen.
2. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
3. De slangklem losmaken en de wa-
terafvoerslang er voorzichtig aftrek­ken.
5. De waterafvoerslang opsteken en
de aansluitklem met de slangklem borgen.
Zeef in de watertoevoer reini­gen
Er kan resterend water uitlopen.
4. De waterafvoerslang en de sifon-
aansluiting reinigen.
42
Reinig de zeef in de watertoevoer in geval van verstoppingen of bij een te lage waterdruk.

Watertoevoerslang legen

Om de zeef te kunnen reinigen, leegt u eerst de watertoevoerslang.
1. De waterkraan sluiten.
2. Een programma instellen, maar
niet Spoelen, Centrifugeren of Af­pompen.
3. Programma starten en ca. 40 se-
conden laten lopen.
4. Het apparaat uitschakelen.
5. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.

Zeef van de waterkraan reinigen

AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Voorwaarde:De watertoevoerslang is leeg.
1. De watertoevoerslang van de wa-
terkraan verwijderen.
2. De zeef met een kleine borstel rei-
nigen.
Reiniging en onderhoud nl
3. De watertoevoerslang aansluiten
en op lekdichtheid controleren.
43
nl Storingen verhelpen

Storingen verhelpen

Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor repa­ratie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een an­dere gekwalificeerde persoon.

Foutcode / foutindicatie / signaal

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Het display is gedoofd en Start / Pauze knippert.
De energiebesparingsmodus is actief.
"E:36 / -10" Afvoerbuis of wateraf-
voerslang is verstopt.
Afvoerbuis of wateraf­voerslang is geknikt of vast­geklemd.
Afvoerpomp is verstopt.
Waterafvoerslang is te hoog aangesloten.
"E:36 / -25 / -26" Afvoerpomp is verstopt.
"E:60 / -2B" Het onbalansherkennings-
systeem heeft het centrifu­geren afgebroken wegens ongelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Waterdruk is laag. Geen oplossing mogelijk.
Druk op een willekeurige button.
a Het display brandt weer.
Reinig de afvoerbuis en de wateraf­voerslang.
Zorg ervoor dat de afvoerbuis en de waterafvoerslang niet geknikt of in­geklemd zijn.
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina40
Monteer de waterafvoerslang op maximaal 1 meter hoogte.
→"Technische gegevens", Pagina56
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina40
Verdeel het wasgoed opnieuw in de trommel.
AanwijzingLeg zo mogelijk grote en kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met verschillende grootte verdeelt zich beter bij het cen­trifugeren.
44
Storingen verhelpen nl
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Zeef in de watertoevoer is
verstopt.
Waterkraan is gesloten.
Watertoevoerslang is ge­knikt of ingeklemd.
"E:35 / -10" Water in de bodembak.
Apparaat lekt.
⁠ brandt. Temperatuur is te hoog.
Waterniveau is te hoog.
Wasgoed is ingeklemd tus­sen de deur.
⁠ knippert. Deur is niet gesloten. 1. Sluit de deur.
Alle andere foutcodes. Storing
"Reinig de zeef in de watertoevoer" →Pagina42.
Open de waterkraan.
Zorg ervoor dat de watertoe­voerslang niet is geknikt of inge­klemd.
Sluit de kraan.
Neem contact op met de klanten­service.
→"Servicedienst", Pagina53
Sluit de kraan.
Neem contact op met de klanten­service.
→"Servicedienst", Pagina53
Wacht tot de temperatuur is ge­daald.
→"Progr. annuleren", Pagina35
Start het programma Afpompen.
1. Open de deur opnieuw.
2. Verwijder ingeklemd wasgoed.
3. Sluit de deur.
4. Om het programma te starten,
drukt u op Start / Pauze.
2. Om het programma te starten,
drukt u op Start / Pauze.
Neem contact op met de klanten­service.
→"Servicedienst", Pagina53

Functiestoringen

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Apparaat werkt niet. Netstekker van de stroomka-
bel is niet ingestoken.
Zekering is defect.
Apparaat aansluiten op het elektri­citeitsnet.
Controleer de zekering in de meter­kast.
45
nl Storingen verhelpen
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Apparaat werkt niet. Stroomvoorziening is uitge-
vallen.
Programma start niet. Start / Pauze werd niet in-
gedrukt. Deur is niet gesloten. 1. Sluit de deur.
Kinderbeveiliging is geacti­veerd.
Klaar in is geactiveerd.
Wasgoed is ingeklemd tus­sen de deur.
Deur kan niet worden geo-
––– is geactiveerd.
pend.
Temperatuur is te hoog.
Waterniveau is te hoog.
Stroomonderbreking.
Waswater wordt niet wegge­pompt.
Afvoerbuis of wateraf­voerslang is verstopt.
Afvoerbuis of wateraf­voerslang is geknikt of vast­geklemd.
Afvoerpomp is verstopt.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
Druk op Start / Pauze.
2. Om het programma te starten,
drukt u op Start / Pauze.
→"Kinderslot deactiveren", Pagina36
Controleer of Klaar in is geacti­veerd.
→"Toetsen", Pagina24
1. Open de deur opnieuw.
2. Verwijder ingeklemd wasgoed.
3. Sluit de deur.
4. Om het programma te starten,
drukt u op Start / Pauze.
Hervat het programma door Centri­fugeren of Afpompen te kiezen en op Start / Pauze te drukken.
→"Programma bij spoelstop her­vatten", Pagina35
Wacht tot de temperatuur is ge­daald.
→"Progr. annuleren", Pagina35
Start het programma Afpompen.
Open de deur met de noodontgren­deling.
→"Noodontgrendeling", Pagina51
Reinig de afvoerbuis en de wateraf­voerslang.
Zorg ervoor dat de afvoerbuis en de waterafvoerslang niet geknikt of in­geklemd zijn.
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina40
46
Storingen verhelpen nl
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Waswater wordt niet wegge­pompt.
Er stroom geen water in het apparaat. Het wasmiddel werd niet ingespoeld.
Meermaals beginnen met centrifugeren.
De programmaduur wijzigt tijdens de wascyclus.
––– is geactiveerd.
Waterafvoerslang is te hoog aangesloten.
Start / Pauze werd niet in­gedrukt.
Zeef in de watertoevoer is verstopt.
Waterkraan is gesloten.
Watertoevoerslang is ge­knikt of ingeklemd.
Het onbalanscontrolesys­teem heft de onbalans op door het wasgoed meer­maals te verdelen.
Het programmaverloop wordt elektronisch geopti­maliseerd. Dat kan leiden tot wijzigingen in de program­maduur.
Het onbalanscontrolesys­teem heft de onbalans op door het wasgoed meer­maals te verdelen.
Schuimcontrolesysteem voert bij te hoge schuimvor­ming een extra spoelbeurt toe.
Hervat het programma door Centri­fugeren of Afpompen te kiezen en op Start / Pauze te drukken.
→"Programma bij spoelstop her­vatten", Pagina35
Monteer de waterafvoerslang op maximaal 1 meter hoogte.
→"Technische gegevens", Pagina56
Druk op Start / Pauze.
"Reinig de zeef in de watertoevoer" →Pagina42.
Open de waterkraan.
Zorg ervoor dat de watertoe­voerslang niet is geknikt of inge­klemd.
Geen fout - geen handeling noodza­kelijk.
AanwijzingLeg bij het beladen zo mo­gelijk grote en kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met verschillende grootte verdeelt zich be­ter bij het centrifugeren.
Geen fout - geen handeling noodza­kelijk.
Geen fout - geen handeling noodza­kelijk.
AanwijzingLeg bij het beladen zo mo­gelijk grote en kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met verschillende grootte verdeelt zich be­ter bij het centrifugeren.
Geen fout - geen handeling noodza­kelijk.
47
nl Storingen verhelpen
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Het water is in de trommel niet zichtbaar.
Trommel schokt na pro­grammastart.
In het compartiment be­vindt zich restwater.
Trillingen en beweging van het apparaat tijdens het cen­trifugeren.
Het water is onder het zicht­bare bereik.
Oorzaak is een interne mo­tortest.
Inzet in compartiment is verstopt.
Het apparaat is niet goed ho­rizontaal gesteld.
Apparaatvoeten zijn niet ge­fixeerd.
Transportbeveiligingen zijn niet verwijderd.
Trommel draait, er stroomt geen water in het apparaat.
Beladingsherkenning is ac­tief.
Sterke schuimvorming. Wasmiddeldosering is te
hoog.
Geen fout - geen handeling noodza­kelijk.
Geen fout - geen handeling noodza­kelijk.
→"Schoonmaken van de wasmid­dellade", Pagina38
Stellen van het apparaat
Zet de apparaatvoeten vast. Stellen van het apparaat
Transportbeveiligingen verwijderen
Geen fout, geen handeling noodza­kelijk.
AanwijzingDe beladingsherkenning kan tot wel 2 minuten duren.
Directe maatregel: meng een eetle­pel wasverzachter met 0,5 l water en giet dit mengsel in het linker compartiment (niet bij outdoor-, sportswear- en donstextiel).
Reduceer bij de volgende wasbeurt met gelijke belading de hoeveel­heid wasmiddel.

Geluiden

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Bruisend, sissend geluid. Water wordt onder druk in
de wasmiddellade gespoeld.
Luid geluid tijdens het centri­fugeren.
Het apparaat is niet goed ho­rizontaal gesteld.
Apparaatvoeten zijn niet ge­fixeerd.
Transportbeveiligingen zijn niet verwijderd.
Geklapper, gerammel in de pomp.
Slurpend, ritmisch zuigge­luid.
48
Er is een vreemd voorwerp in de pomp gekomen.
Pomp is actief, het sop wordt afgepompt.
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
Stellen van het apparaat
Zet de apparaatvoeten vast. Stellen van het apparaat
Transportbeveiligingen verwijderen
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina40
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
Storingen verhelpen nl

Probleem resultaat

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Kreukvorming. Centrifugetoerental is te
hoog.
De beladingshoeveelheid is te hoog.
Voor de textielsoort is het verkeerde programma geko­zen.
Wasmiddel of wasverzachter druppelt van de manchet en verzamelt zich op de deur of
Teveel wasmiddel/wasver­zachter in de wasmiddella­de.
in de manchetplooi.
Centrifugeresultaat is niet naar tevredenheid. Het was-
Laag centrifugetoerental is ingesteld.
goed is te nat / te vochtig.
Het onbalansherkennings­systeem heeft het centrifu­geren afgebroken wegens ongelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Resten wasmiddel op het vochtige wasgoed.
Wasmiddelen kunnen in wa­ter onoplosbare stoffen be­vatten, welke zich op het wasgoed afzetten.
Wasmiddelresten op het dro­ge wasgoed.
Wasmiddelen kunnen in wa­ter onoplosbare stoffen be­vatten, welke zich op het wasgoed afzetten.
Stel bij de volgende wasbeurt een lager centrifugetoerental in.
Reduceer bij de volgende wasbeurt de beladingshoeveelheid.
Kies een geschikt programma voor de textielsoort.
→"Programma's", Pagina25
Let bij het doseren van het vloeiba­re wasmiddel en wasverzachter op de markering in de wasmiddellade en doseer niet daarboven.
Stel bij de volgende wasbeurt een hoger centrifugetoerental in.
Start het programma Centrifuge­ren.
Verdeel het wasgoed opnieuw in de trommel.
AanwijzingLeg zo mogelijk grote en kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met verschillende grootte verdeelt zich beter bij het cen­trifugeren.
Start het programma Centrifuge­ren.
Start het programma Spoelen.
Borstel het wasgoed na het wassen en drogen uit.

Ondichtheid

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Bij de watertoevoerslang lekt water.
De watertoevoerslang is niet correct / vast aangesloten.
1. Sluit de watertoevoerslang correct
aan. Watertoevoerslang aansluiten
2. Draai de koppeling goed aan.
49
nl Storingen verhelpen
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Er lekt water bij de wateraf­voerslang.
Waterafvoerslang is bescha­digd.
Waterafvoerslang is niet cor­rect aangesloten.
Vervang de beschadigde wateraf­voerslang.
Sluit de waterafvoerslang correct aan. Aansluitsoorten waterafvoer

Geurtjes

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
In het apparaat is geurvor­ming opgetreden.
Vochtigheid en wasmiddel­resten kunnen de bacterie­groei stimuleren.
→"Trommel reinigen", Pagina38
Als u het apparaat niet gebruikt, laat dan de deur en wasmiddellade open zodat het restwater kan op­drogen.
50
Transporteren, opslaan en afvoeren nl

Noodontgrendeling

Om het wasgoed bijv. bij een stroom­storing uit het apparaat te halen, kunt u de deur handmatig ontgrendelen.
Deur ontgrendelen Voorwaarde:"De afvoerpomp is
leeg." →Pagina40
1. LET OP! Wegstromend water kan
tot materiële schade leiden.
Open de deur niet als er water achter het glas te zien is.
De noodontgrendeling met behulp van gereedschap naar onderen trekken en loslaten.
2. De
→"Watertoevoerslang legen", Pagina42.
3. Het apparaat uitschakelen.
4. De stekker van het apparaat uit het
stopcontact halen.
5. Resterend sop laten weglopen.
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina40
6. De slangen demonteren.
Transportbeveiligingen plaat­sen
Zeker het apparaat voor transport met de transportbeveiligingen om schade te vermijden.
1. Verwijder de 4 afdekkapjes.
Gebruik indien nodig een
schroevendraaier voor het ver­wijderen van de afdekkapjes.
a Het deurslot is ontgrendeld.
2. De serviceklep plaatsen en vast-
klikken.
3. De serviceklep sluiten.

Transporteren, opslaan en afvoeren

Transporteren, opslaan en afvoeren
Transporteren, opslaan en afvoeren
Hier krijgt u uitleg over de manier waarop u het apparaat voorbereidt voor transport en opslag. Daarnaast leggen we u uit hoe u oude appara­ten dient af te voeren.

Apparaat demonteren

1. De waterkraan sluiten.
Bewaar de afdekkapjes.
2. Plaats de 4 hulzen.
51
nl Transporteren, opslaan en afvoeren
3. Plaats alle bouten van de 4 trans-
portborgingen en draai deze iets aan.
4. Plaats de stroomkabel in de hou-
der en draai alle 4 de bouten van de transportborgingen met een steeksleutel SW13 vast ⁠.
5. Plaats de slang in de houder.

Apparaat opnieuw in gebruik nemen

1. De transportborgingen verwijderen.
2. Ca. 1 liter water in compartiment II
van de wasmiddellade doen.
3. Start het programma Afpompen.
a Het wasmiddel stroomt dan bij de
eerstvolgende wasbeurt niet onge­bruikt in de afvoer.
Afvoeren van uw oude appa­raat
Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen op­nieuw worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gezondheidsrisico!
Kinderen kunnen zich in het apparaat opsluiten en in levensgevaar gera­ken.
Het apparaat niet opstellen achter een deur die het openen van de apparaatdeur blokkeert of verhin­dert.
Bij afgedankte apparaten de stek­ker van het netsnoer uit het stop­contact halen, daarna het netsnoer doorknippen en het slot van de ap­paraatdeur dusdanig beschadigen, dat de apparaatdeur niet langer sluit.
52
1. De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken.
2. Het netsnoer doorknippen.
3. Het apparaat milieuvriendelijk af-
voeren.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Euro­pese richtlijn 2012/19/EU be­treffende afgedankte elektri-
Servicedienst nl
sche en elektronische appara­tuur (waste electrical and elec­tronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terug­neming en verwerking van oude apparaten.

Servicedienst

Servicedienst
Servicedienst
Als u vragen hebt over het gebruik, een storing aan het apparaat niet zelf kunt verhelpen of als het apparaat moet worden gerepareerd, neem dan contact op met onze servicedienst. Veel problemen kunt u via de infor­matie voor het verhelpen van storin­gen in deze gebruiksaanwijzing of op onze website zelf verhelpen. Als dit niet het geval is, neem dan contact op met onze servicedienst. We vinden altijd een passende oplos­sing en proberen onnodig bezoek van de servicetechnicus te vermijden. We zorgen ervoor dat het apparaat zowel binnen de garantieperiode als na het verstrijken van de fabrieksga­rantie met originele reserveonderde­len door geschoolde servicetechnici wordt gerepareerd. Om veiligheidsredenen mag alleen geschoold vakpersoneel reparaties aan het apparaat uitvoeren. De ga­rantieclaim vervalt indien reparaties of ingrepen worden uitgevoerd door personen die daartoe niet door ons zijn gemachtigd, dan wel indien onze apparaten worden voorzien van ver­vangende onderdelen, aanvullende onderdelen of accessoires die geen originele onderdelen zijn en daardoor een defect wordt veroorzaakt. Originele vervangende onderdelen die relevant zijn voor de werking in overeenstemming met de desbetref­fende Ecodesign-verordening kunt u voor de duur van ten minste 10 jaar
vanaf het moment van in de handel brengen van het apparaat binnen de Europese Economische Ruimte bij onze servicedienst verkrijgen.
AanwijzingHet inschakelen van de servicedienst in het kader van de fa­brieksgarantievoorwaarden is gratis.
Gedetailleerde informatie over de ga­rantieperiode en garantievoorwaar­den in uw land kunt u opvragen bij onze servicedienst, uw dealer of op onze website. Als u contact opneemt met de servi­cedienst, hebt u het productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD) van het apparaat nodig. De contactgegevens van de service­dienst vindt u in de meegeleverde servicedienstlijst of op onze website.

Productnummer (E-nr.) en productienummer (FD)

Het productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD) vindt u op het typeplaatje van het apparaat.
Het typeplaatje bevindt zich afhankelijk van het model:
¡ aan de binnenkant van de deur. ¡ aan de binnenkant van de onder-
houdsklep.
¡ aan de achterkant van het appa-
raat.
Om uw apparaatgegevens en de ser­vicedienst-telefoonnummers snel te­rug te kunnen vinden, kunt u de ge­gevens noteren.

AQUA-STOP-garantie

In aanvulling op de garantieaanspra­ken tegen de verkoper op basis van de koopovereenkomst en op onze fa-
53
nl Servicedienst
brieksgarantie wordt u schadeloos gesteld indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan. ¡ Als door een fout in het AquaStop-
systeem waterschade wordt ver­oorzaakt, dan vergoeden wij de schade van particuliere gebruikers. Om het waterbeveiligingssysteem te garanderen moet het apparaat op het elektriciteitsnet zijn aange­sloten.
¡ De aansprakelijkheidsgarantie
geldt voor de levensduur van het apparaat.
¡ Voorwaarde voor aanspraak op
garantie is dat het apparaat met AquaStop vakkundig en overeen­komstig ons installatievoorschrift is opgesteld en aangesloten; hiertoe behoort ook de vakkundig gemon­teerde verlenging van de AquaStop (origineel toebehoren). Onze garantie heeft geen betrek­king op defecte toevoerleidingen of armaturen tot aan de AquaStop­aansluiting op de kraan.
¡ Tijdens het gebruik van een appa-
raat met AquaStop hoeft u er in principe niet bij te blijven resp. na het gebruik om veiligheidsredenen de kraan dicht te draaien. Alleen bij langere afwezigheid, bijvoor­beeld als u een paar weken op va­kantie gaat, moet de kraan worden dichtgedraaid.
54
Verbruikswaarden nl

Verbruikswaarden

Verbruikswaarden
Verbruikswaarden
De volgende informatie wordt conform deEU-Ecodesign-verordening gegeven. De opgegeven waarden voor andere programma's als Eco 40-60 zijn slechts richtwaarden en werden in aansluiting op de geldende norm EN60456 be­paald.
Programma Bela-
ding (kg)
Eco 40-60 Eco 40-60 Eco 40-60
2
2
2
7,0 3:20 1,048 58,0 45 1400 51 3,5 2:38 0,584 43,0 38 1400 53 2,0 2:33 0,292 30,0 24 1400 57
Program­maduur
1
(h:min)
Energie­verbruik (kWh/ cyclus)
1
Water­verbruik (l/ cyclus)
1
Maxima­le tempe­ratuur (°C) 5
1
min
Centrifu­getoe­rental (t/
1
min)
Rest­vocht­gehalte (%)
Katoen20°C 7,0 2:59 0,290 80,0 23 1400 53 Katoen40°C 7,0 2:59 1,050 80,0 44 1400 53 Katoen60°C 7,0 2:59 1,300 80,0 56 1400 53 Katoen Voor-
7,0 3:29 1,070 80,0 44 1400 53
was40°C Kreukherstel-
4,0 2:29 0,770 63,0 43 1200 30
lend40°C Snel / Mix40°C 4,0 1:00 0,620 44,0 41 1400 55 Wol / Hand-
2,0 0:41 0,220 40,0 22 800 25
was 30°C
1
De werkelijke waarden kunnen door de invloed van waterdruk, hardheid en inlaattemperatuur, omgevingstemperatuur, soort, hoeveelheid en vervuiling van het wasgoed, gebruikt reinigingsmid­del, schommelingen van de stroomvoorziening en geselecteerde bijkomende functies van de op­gegeven waarden afwijken.
2
Testprogramma conform de EU-Ecodesignverordening en de EU-energielabelverordening met koud water (15°C).
1

Technische gegevens

Technische gegevens
Technische gegevens
Cijfers en feiten over het apparaat vindt u hier.
Apparaathoogte 85,0cm Apparaatbreedte 60,0cm Apparaatdiepte 55,0cm Gewicht 65 - 70kg
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
1
Maximale belading 7kg netspanning 220 - 240V, 50Hz
Minimale installa-
10A
tiezekering Nominaal vermogen 2300W
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
55
nl Technische gegevens
Opgenomen vermo­gen
¡ Uit-toestand:
0,12W
¡ Niet-uitgeschakel-
de toestand: 0,50W
Waterdruk ¡ Minimaal: 100kPa
(1bar)
¡ Maximaal:
1000kPa (10bar)
Lengte van de water-
150cm
toevoerslang Lengte van de water-
150cm
afvoerslang Lengte van de netaan-
160cm
sluitkabel Maximale afpomp-
100cm
hoogte Minimale afpomp-
60cm
hoogte
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
Overige informatie over uw model vindt u op het internet onder https:// energylabel.bsh-group.com1. Dit we­badres bevat een link naar de officië­le EU-productdatabase EPREL, waar­van de URL ten tijde van het drukken nog niet was gepubliceerd. Volg dan de aanwijzingen bij het zoeken naar het model op. De modelidentificatie bestaat uit het teken voor de slash van het E-nummer (E-Nr.) op het ty­peplaatje. Alternatief vindt u de mo­delidentificatie ook in de eerste regel van het EU-energielabel.
1
Geldt alleen voor landen in de Europese Economische Ruimte
56
BSH Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34 81739 München GERMANY www.siemens-home.bsh-group.com
Gefabriceerd door BSH Hausgeräte GmbH onder handelsmerklicentie van Siemens AG
*9001550298*
9001550298 (000610) nl
Loading...