U hebt gekozen voor een premium
wasmachine van het merk Siemens.
Neem a.u.b. een paar minuten de tijd om
dit te lezen en zo de voordelen van uw
wasmachine te leren kennen.
Om aan de hoge kwaliteitsstandaard
van het merk Siemens te voldoen, is de
werking en de onberispelijke toestand
van elke wasmachine die onze fabriek
verlaat, zorgvuldig getest.
Verdere informatie over onze producten,
toebehoren, reserveonderdelen en
Service onder www.siemens-home.bshgroup.com of neem contact op met onze
Servicedienst.
Waar de gebruiksaanwijzing/
installatievoorschrift verschillende
modellen beschrijft, wordt op de
desbetreffende punten op de verschillen
gewezen.
De wasmachine pas na het lezen van de
gebruiksaanwijzing en
installatievoorschrift in gebruik nemen!
Weergaveregels
: Waarschuwing!
Deze combinatie van symbool en
signaalwoord wijst op een mogelijke
gevaarlijke situatie. Niet aanhouden kan
de dood of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Attentie!
Dit signaalwoord wijst op een mogelijk
gevaarlijke situatie. Niet aanhouden kan
materiële schade of schade aan het
milieu tot gevolg hebben.
Aanwijzing/tip
Aanwijzingen voor optimaal gebruik van
het apparaat / nuttige informatie.
1. 2. 3. / a) b) c)
Handelingsstappen wroden
voorafgegaan door getallen of letters.
■/ -
Opsommingen worden door een vakje
of een schuine streep voorafgegaan.
textiel dat in de machine en voor wol
die in zeepsop, met de hand,
gewassen mag worden.
■Voor gebruik met koud leidingwater
en in de handel verkrijgbare
wasmiddelen die geschikt zijn voor
de wasmachine.
■Neem bij de dosering van alle was-,
hulp-, verzorgings- en
reinigingsmiddelen beslist de
aanwijzingen van de fabrikant in
acht.
■De wasmachine kan worden
bediend door kinderen vanaf 8 jaar,
door personen met fysieke,
sensorische of psychische
beperkingen of door personen met
gebrekkige ervaring of kennis, indien
deze onder toezicht staan of door
een verantwoordelijke persoon zijn geïnstrueerd.
Kinderen mogen zonder toezicht
geen reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden
uitvoeren.
■Houd kinderen onder de 3 jaar uit de
buurt van de wasmachine.
■Dit apparaat is bestemd voor
gebruik tot op hoogten van
maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
■Houd huisdieren uit de buurt van de
wasmachine.
Voordat u het apparaat in gebruik
neemt: lees de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en alle andere met
de wasmachine meegeleverde
informatie en handel overeenkomstig.
Bewaar alle gegevens voor later
gebruik.
4
Veiligheidsvoorschriften nl
(Veiligheidsvoorschrifte
n
Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die
onder spanning staan bestaat
het risico van een elektrische
schok.
■De stekker nooit aanraken
met natte handen.
■Trek wanneer u de machine
van de stroom haalt altijd
aan de stekker en niet aan
het snoer, omdat dit
beschadigd kan raken.
Kans op letsel
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■Wanneer de wasmachine
wordt opgetild aan
uitstekende onderdelen (bijv.
de vuldeur), kunnen deze
onderdelen afbreken en
letsel veroorzaken.
De wasmachine niet optillen
aan uitstekende onderdelen.
Risico van letsel!
■Wanneer iemand op de
wasmachine gaat staan, kan
het werkblad breken en
letsel veroorzaken.
Niet op de wasmachine gaan
staan.
Risico van letsel!
■Bij het leunen/steunen op de
geopende vuldeur kan de
wasmachine kantelen en
letsel veroorzaken.
Leun niet op de geopende
vuldeur.
Risico van letsel!
■Wanneer u met uw handen in
de draaiende trommel komt,
kunnen deze letsel oplopen.
Niet met uw handen in de
draaiende trommel komen.
Wacht tot de trommel niet
meer draait.
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Bij het wassen met hoge
temperaturen kunnen er bij
aanraking met heet zeepsop,
bijv. wanneer er heet zeepsop
in een wastafel wordt gepompt,
brandwonden ontstaan.
Kom niet met uw handen in het
hete zeepsop.
5
nl Veiligheidsvoorschriften
Veiligheid voor kinderen
:Waarschuwing
Levensgevaar!
■Kinderen kunnen bij het
spelen met de wasmachine
in levensgevaarlijke situaties
raken of letsel oplopen.
– Kinderen nooit zonder
toezicht bij de
wasmachine laten!
– Kinderen niet met de
wasmachine laten spelen!
Levensgevaar!
■Kinderen kunnen zichzelf
opsluiten in apparaten en in
levensgevaar komen.
Bij afgedankte apparaten:
– de stekker uit het
stopcontact halen.
– aansluitkabel doorknippen
en samen met de stekker
verwijderen.
– het slot van de vuldeur
onklaar maken.
:Waarschuwing
Kans op stikken!
Kinderen kunnen zich bij het
spelen in verpakkingen/folie en
verpakkingsdelen wikkelen of
deze over hun hoofd trekken en
stikken.
Houd verpakkingen, folie en
verpakkingsdelen uit de buurt
van kinderen.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Was- en verzorgingsmiddelen
kunnen bij inname tot
vergiftigingen leiden.
Bewaar was- en
wasverzorgingsmiddelen buiten
bereik van kinderen.
:Waarschuwing
Oog-/huidirritaties!
Contact met was- en
verzorgingsmiddelen kan leiden
tot oog-/huidirritaties.
Bewaar was- en
wasverzorgingsmiddelen buiten
bereik van kinderen.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
Bij het wassen op hoge
temperaturen wordt het glas
van de vuldeur heet.
Voorkom dat kinderen de hete
vuldeur aanraken.
6
Milieubescherming nl
7 Milieubescherming
Milieubescherming
Verpakking/Oude apparaat
)
Besparingstips
■Maximale hoeveelheid wasgoed bij
■Normaal verontreinigd wasgoed
■U kunt bij licht en normaal
■De dosering van het wasmiddel met
■Zie de textiellabels voor de keuze
■Opmerking over het energie- en
De verpakking milieuvriendelijk
(laten) afvoeren.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte
elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical
and electronic equipment WEEE).De richtlijn geeft het
kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en
verwerking van oude
apparaten.
het betreffende programma
gebruiken.
Programma-overzicht ~ bijblad
over gebruikershandleiding en
installatievoorschrift
wassen zonder voorwas.
verontreinigde was besparen op
energie en wasmiddel. ~ Blz. 14
het intelligente doseersysteem (iDos) helpt wasmiddel en water te
besparen.
van de temperatuur. De temperatuur
in de machine kan hiervan afwijken
om een optimale combinatie van
energiebesparing en wasresultaat te
waarborgen.
waterverbruik:
De indicaties geven informatie over
de relatieve hoogte van het energie
resp. waterverbruik in de gekozen
programma's.
Hoe meer indicatiesegmenten
zichtbaar zijn, des te hoger is het
betreffende verbruik.
Zo kunt u de verbruiken in de
programma's bij de kiezen van
verschillende programmainstellingen vergelijken en eventueel
kiezen voor een energie- resp.
waterbesparende programmainstelling.
– ¡ Energieverbruik
– Ô Waterverbruik
■Energiezuinige modus: de
verlichting van het Touch-Display
dooft na enkele minuten, Toets ‹
knippert.
Voor het activeren van de verlichting
op het Touch-Display tippen.
De energiebesparings-modus wordt
niet geactiveerd, wanneer er een
programma loopt.
■Automatisch uitschakelen (alleen
voor Programmastart resp. na
programma-einde) wanneer het
apparaat langere tijd niet bediend
wordt, schakelt het zich automatisch
uit om energie te besparen. Om het
apparaat weer in te schakelen weer
op de hoofdschakelaar drukken.
■Als het wasgoed aansluitend in de
wasdroger wordt gedroogd:
centrifugetoerental kiezen volgens
de gebruiksaanwijzing bij de
droogautomaat.
Met de toets # schakelt u het
apparaat aan en uit.
0 Programmakiezer
De programmakiezer kunt u in
beide richtingen (links en rechts)
draaien.
8 Touch-Display
Hier worden voor u de
programma-informatie en
selectiemogelijkheden voor
instellingen getoond en kunt u de
instellingen door aanraken van de
omrande of onderstreepte zones
selecteren.
Het apparaat leren kennen nl
9
nl Het apparaat leren kennen
Inhoud van het Touch-Display
10
Het apparaat leren kennen nl
Display- en bedieningsveldenDisplay voor in-
stelwaarden
90°, 60° ü, 40°ü, 30°, 20°, —Temperatuur in °C; — = koud
1400*, 1200, 800, 600, 400, 0Centrifugetoerental; 0 = zonder centrifugeren
i-Dos ßX, Y, Z, uitDoseersterkte voor wasmiddel
i-Dos iX, Y, Z, uitDoseersterkte voor wasverzachter
( SpeedSpeedPerfect
¦ EcoEcoPerfect
«+1, +2, +3 , uitWater&Spoelen+; + extra spoelbeurten
SAnti-kreuk
!Voorwas
w 3 secKinderbeveiliging / blokkering van het bedie-
|Waterkraan gesloten / Waterdruk te laag
oSchuim gedetecteerd
ÒÒ : ÒÒProgrammaduur bijv. 1:51; Klaar in tijd bijv. f 8,5 h; aanbevolen belading bijv.
8,0 kg; programmastatus bijv. Einde; basisdoseerhoeveelheid bijv. 36 ml
11
nl Wasgoed
Z Wasgoed
Wasgoed
Wasgoed voorbereiden
Attentie!
Beschadiging van het apparaat/textiel
Vreemde voorwerpen (bijv. munten,
paperclips, naalden, spijkers) kunnen
het wasgoed, of onderdelen van de
wasmachine beschadigen.
Neem daarom de volgende
aanwijzingen in acht bij de
voorbereiding van uw was:
■Zakken leegmaken.
■Metalen voorwerpen (zoals
paperclips) verwijderen.
■Tere weefsels wassen in een
wasnet/zak (panty’s, beugel-BH's).
■Ritssluitingen sluiten, overtrekken
dichtknopen.
■Zand uit zakken en omslagen
borstelen.
■Rollertjes van vitrage verwijderen of
in een apart netje / aparte zak doen.
Wasgoed sorteren
Houdt u bij het sorteren van het
wasgoed aan de aanwijzingen voor de
verzorging en aan de opgaven van de
producent, zoals aangegeven op de
waslabels:
■soort weefsel/vezels
■kleur
Aanwijzing: Wasgoed kan
verkleuren of niet goed schoon
worden. Witte en bonte was dient u
apart te wassen.
Nieuw bont wasgoed de eerste keer
afzonderlijk wassen.
■mate van verontreiniging
Kies steeds wasgoed dat in
dezelfde mate verontreinigd is.
Enkele voorbeelden voor de mate
van verontreiniging vindt u hier:
~ Blz. 14.
– licht: niet voorwassen, eventueel
instelling ( Speed kiezen
– normaal
– sterk: minder wasgoed in de
wasautomaat doen, programma
met voorwas kiezen
– vlekken: vlekken zolang ze nog
'vers' zijn, verwijderen/
voorbehandelen. Eerst met een
sopje afdeppen/niet inwrijven.
Wasgoed hierna wassen met een
geschikt programma.
Hardnekkige/ingedroogde
vlekken verdwijnen pas na
meerdere keren wassen.
■Symbolen op de verzorgingslabels
Aanwijzing: Getallen in de
symbolen verwijzen naar de
maximaal in te stellen temperatuur
van de wasautomaat.
MGeschikt voor normaal
wasproces,
bijv. programma Katoen
NVoorzichtig wasproces nodig,
bijv. programma
Kreukherstellend
OBijzonder voorzichtig
wasprogramma nodig, bijv.
programma Fijn/Zijde
WGeschikt voor handwas, bijv.
programma W Wol
ŽWas niet in de wasautomaat
wassen.
12
Wasmiddel nl
Stijven
Aanwijzing: Het wasgoed mag niet met
wasverzachter gespoeld zijn.
1. Apparaat inschakelen.
2. Programma Spoelen kiezen.
3. Vloeibaar stijfsel volgens opgave
van de fabrikant handmatig in het
linker compartiment (eventueel eerst
reinigen) doseren.
4. Raak bedieningspaneel ‹ aan.
Verven/Ontkleuren
Verf uitsluitend hoeveelheden die in het
huishouden gebruikelijk zijn. Zout kan
roestvrijstaal aantasten! Neem de
instructies van de producent van de verf
in acht!
Wasgoed niet in de machine
ontkleuren!
Inweken
1. Apparaat inschakelen.
2. Programma Katoen 30 °C kiezen.
3. Wasmiddel met i-Dos doseren of
volgens instructies van de fabrikant
in het linker compartiment doseren.
4. Raak bedieningspaneel ‹ aan. Het
programma start.
5. Na ca. 10 minuten‹ tippen, om het
programma te stoppen.
6. Na gewenste inweektijd opnieuw ‹
aanraken, wanneer het programma
hervat moet worden of programma
wijzigen.
Aanwijzingen
■Wasgoed van dezelfde kleur in de
trommel doen.
■Geen extra wasmiddel nodig, het
inweeksop wordt ook gebruikt voor
het wassen.
C Wasmiddel
Wasmiddel
Juiste wasmiddelkeuze
Voor de juiste wasmiddelkeuze,
temperatuur en behandeling van het
wasgoed is het waslabel
doorslaggevend. ~ zie ook
www.sartex.ch
Op de website www.cleanright.eu vindt
u veel aanvullende informatie over was-,
verzorgings- en reinigingsmiddelen voor
huishoudelijk gebruik.
■Totaal wasmiddel met optische
witmakers
geschikt voor kookbestendige witte
was van linnen of katoen
Programma: Katoen /
Cold °C - max. 90 °C
■Bontwasmiddel zonder
bleekmiddel en optische witmakers
geschikt voor bonte was van linnen
of katoen
Programma: Katoen /
Cold°C - max. 60°C
■Bonte-/fijnwasmiddel zonder
optisch witmiddel
geschikt voor bonte was van
kreukherstellende vezels,
synthetische materialen
Programma: Kreukherstellend /
Cold °C - max. 60°C
■Fijnwasmiddel
geschikt voor kwetsbaar, fijn textiel,
zijde of viscose
Programma: Fijn/Zijde /
Cold °C - max. 40°C
■Wolwasmiddel
geschikt voor wol
Programma Wol /
Cold °C - max. 40°C
13
nl Programmavoorinstellingen
Energie en wasmiddel
besparen
U kunt bij licht en normaal
verontreinigde was besparen op
energie (lagere wastemperatuur) en
wasmiddel.
BesparenMate van verontreiniging /
Lagere temperatuur en minder
wasmiddel volgens doseeradvies
Temperatuur volgens het waslabel
en wasmiddelhoeveelheid volgens
doseeradvies /
sterk verontreinigd
Aanwijzing
licht
Geen verontreiniging of vlekken zichtbaar. Kledingstukken
hebben lichaamsgeur aangenomen, bijv.:
■lichte zomer-/sportkle-
ding (enkele uren gedragen)
■T-shirts, overhemden ,
blouses, (max. 1 dag
gedragen)
■Beddengoed en handdoe-
ken van gasten (1 dag
gebruikt)
normaal
Verontreiniging zichtbaar / of
een paar lichte vlekken herkenbaar, bijv.:
De programma-voorinstellingen worden
na keuze van het programma op het
Touch-Display weergegeven en kunnen
worden gewijzigd.
Een overzicht van alle mogelijke
programma-instellingen vindt u op het
extra blad bij de gebruiksaanwijzing en
plaatsingshandleiding.
Temperatuur
Voor en tijdens het programma kunt u
afhankelijk van de
programmavoortgang de ingestelde
temperatuur wijzigen.
De maximaal in te stellen temperatuur
hangt af van het gekozen programma.
Centrifugetoerental
Voor en tijdens het programma kunt u
afhankelijk van de
programmavoortgang het
centrifugetoerental (in omw./min.;
omwentelingen per minuut) wijzigen.
Instelling0 : Zonder centrifugeren, het
water wordt nu afgepompt. Het
wasgoed blijft nat in de trommel liggen,
bijv. voor wasgoed dat niet
gecentrifugeerd mag worden.
Het maximaal in te stellen toerental
hangt af van het gekozen programma
en het model.
Aanwijzing: Bij dosering van alle was-/
hulp-/verzorgings- en reinigingsmiddelen
moet u absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant en de overige aanwijzingen in
acht nemen.
~ Blz. 19
14
Programmavoorinstellingen nl
Klaar in tijd
Na de programmakeuze wordt de
programmaduur weergegeven, bijv.
1:51 (in h:min (uren:minuten)).
Voor de programmastart kunt u het
tijdstip van het gewenste programmaeinde, in stappen van 30 minuten tot
maximaal 24h (h=uur) uitstellen.
Na de programmastart wordt de
gekozen tijd, bijv. 8.5h weergegeven en
deze telt af totdat het wasprogramma
begint. Dan wordt de programmaduur
weergegeven.
Aanwijzing: De programmaduur wordt
bij een lopend programma automatisch
aangepast. Wijzigingen in de
programma-voorinstelling resp.
programma-instellingen,
schuimdetectie, onbalansdetectie, de
belading of verontreiniging kunnen ook
tot wijzigingen in de programmaduur
leiden.
Na de start van het programma, terwijl
de gekozen tijd aftelt, kunt u deze als
volgt wijzigen:
1. Het bedieningsveld ‹ aanraken.
2. Door N of M aan te raken de tijd
wijzigen.
3. En weer op ‹ tippen.
i-Dos-Instellingen
Uw wasmachine is voorzien van een
intelligent doseringssysteem voor
vloeibaar wasmiddel en wasverzachter.
De wasmiddel en
wasverzachterdosering vindt in de
meeste programma's van uw
wasautomaat automatisch plaats.
Af fabriek vooringesteld voor:
■ß i-Dos: X
Wasmiddel voor licht vervuild
wasgoed
■i i-Dos: Y
Wasverzachter voor normaal zacht
wasgoed
i-Dosß voor wasmiddel
Instelwaarden voor de doseersterkte
Xlicht:
voor licht vervuild wasgoed
Ygemiddeld:
voor normaal vervuild wasgoed
Z sterk:
voor bijzonder sterk vervuild
wasgoed resp. wasgoed met
vlekken
uitautomatische dosering
gedeselecteerd,
handmatige dosering ~ Blz. 24
Na programmastart, terwijl de
programmaduur verstrijkt, kunt u indien
nodig wasgoed bijvullen of uitnemen.
~ Blz. 20
Voor aanvang van het wasprogramma
en tijdens de voorwas (indien
geselecteerd) kunt u de instellingen
voor de automatische
wasmiddeldosering wijzigen. Raak
hiervoor het bedieningspaneel i-Dos ß
aan.
Instructies omtrent de mate van
verontreiniging vindt u op ~ Blz. 14.
15
nl Extra programma-instellingen
i-Dosi voor wasverzachter
Instelwaarden voor doseersterkten
Xlicht:
voor niet erg zacht wasgoed
Ygemiddeld:
voor normaal zacht wasgoed
Z sterk:
voor bijzonder zacht wasgoed
uitautomatische dosering
gedeselecteerd
Afhankelijk van de
programmavoortgang kunt u de
instellingen voor automatische
wasverzachterdosering wijzigen. Raak
hiervoor het bedieningspaneel i-Dos i
aan.
Memory Programma
â
Hier kunt u een geselecteerd
programma met uw favoriete
instellingen opslaan.
Voor het opslaan:
1. Apparaat inschakelen.
2. Programma selecteren.
3. Instellingen wijzigen en/of extra
instellingen kiezen.
4. Op het bedieningspaneel â tippen
en ca. 3 seconden vasthouden.
Het programma is opgeslagen wanneer
kortstondig alle instellingen knipperen.
Om het opgeslagen programma te
gebruiken tipt u na het inschakelen van
de wasmachine kort op â.
Voor het wijzigen van het opgeslagen
programma tipt u na keuze van de
nieuwe instellingen weer op â en houdt
u deze ca. 3 seconden ingedrukt.
\ Extra programma-
instellingen kiezen
Extra programma-instellingen
Een overzicht van alle afhankelijk van
het programma te kiezen extra
instellingen vindt u op het extra blad bij
de gebruiksaanwijzing en
plaatsingshandleiding.
SpeedPerfect
( Speed
Voor het wassen in kortere tijd met
vergelijkbaar wasresultaat, maar met
hoger energieverbruik dan het gekozen
programma zonder instelling
SpeedPerfect.
Aanwijzing: De maximale belading
mag niet overschreden worden.
EcoPerfect
¦ Eco
Energiezuinig wassen door
tempertuurreductie bij vergelijkbaar
wasresultaat bij het gekozen
programma zonder instelling
EcoPerfect.
Anti-kreuk
S
Beperkt de kreukvorming door een
speciale centrifugemethode met
aansluitend losser maken en een
verlaagd centrifugetoerental.
Hoger waterpeil en extra spoelcycli
afhankelijk van het programma, langere
programmaduur. Bijzonder bij gevoelige
huid en/of voor gebieden met zeer
zacht water.
Voorwas
!
Voor sterk verontreinigd wasgoed.
Aanwijzingen
■Bij geselecteerde intelligente
dosering wordt het wasmiddel
automatisch voor de voor- en
hoofdwas gedoseerd.
■Bij sterk verontreinigd wasgoed is bij
een programmakeuze met voorwas
doorgaans de i-Dos-dosering
gemiddeld voldoende.
■Bij handmatige dosering wasmiddel
verdelen over voor- en hoofdwas.
Wasmiddel voor voorwas in de
trommel doen en het
poederwasmiddel voor de hoofdwas
in het linker compartiment.
1 Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Wasmachine voorbereiden
Aanwijzing: De wasmachine moet
deskundig opgesteld en aangesloten
zijn. vanaf ~ Blz. 36
1. Stekker in de wandcontactdoos
steken.
2. Kraan opendraaien.
3. Vuldeur openen.
4. Controleren of de trommel geheel
leeg is. Eventueel leegmaken.
Apparaat inschakelen /
Programma kiezen
Op toets # drukken. Het apparaat is
ingeschakeld.
Aansluitend wordt altijd het af fabriek
vooringestelde programma Katoen
weergegeven.
De actuele instellingen en programmainformatie gaat branden met maximale
helderheid ‹ knippert.
De selecteerbare instellingen gaan
branden met halve helderheid.
Aanwijzingen
■Kort knipperen van de indicatie ä,
wijst u er op spoedig het programma
Trommelreiniging of een ander
willekeurig programma met minimaal
60 °C wastemperatuur uit te voeren.
17
nl Apparaat bedienen
■Wanneer de indicatie w 3 sec
knippert, dan is het kinderslot actief.
U moet deze eerst deactiveren,
voordat u instellingen gaat wijzigen,
resp. het programma kunt starten.
~ Blz. 19
Bij apparaten met trommelverlichting:
Na inschakeling van het apparaat, na
het openen en sluiten van de vuldeur en
na de programmastart gaat de
trommelverlichting aan. De verlichting
gaat automatisch weer uit.
U kunt:
■dit programma gebruiken en het
wasgoed er in leggen. ~ Blz. 18
■of een ander programma kiezen.
Een overzicht van alle programma's
vindt u op het extra blad bij de
gebruiksaanwijzing en
plaatsingshandleiding.
■of de programma-voorinstelling
wijzigen. ~ Blz. 18
■en/of extra programma-instellingen
kiezen. ~ Blz. 18
Programmavoorinstellingen
wijzigen
Voor het wijzigen van de actuele
instellingen raakt u het gewenste
bedieningspaneel aan, de bijbehorende
indicatie schakelt naar de maximale
helderheid.
De Klaar in-tijd wijzigt u door aanraken
van N of M.
Aanwijzing: De i-Dos-instellingen
blijven tot de volgende wijziging ook na
het uitschakelen van de wasmachine
behouden.
Extra programma-instellingen
kiezen
Door het kiezen van extra instellingen
kunt u het wasprogramma nog beter
aanpassen aan uw wasgoed.
Raak hiervoor het gewenste
bedieningspaneel aan, de bijbehorende
indicatie schakelt naar de maximale
helderheid.
Extra programma-instellingen
~ Blz. 16
wasgoed in de trommel doen
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Wasgoed dat vóór het wassen met een
reinigingsmiddel met oplosmiddel (bijv.
vlekkenmiddel of wasbenzine) is
behandeld, kan nadat het in de
wastrommel is gedaan tot een explosie
leiden.
Spoel het wasgoed van te voren
grondig met de hand uit.
Aanwijzingen
■Doe grote en kleine stukken
wasgoed door elkaar. Stukken
wasgoed van verschillende grootte
worden bij het centrifugeren beter
verdeeld. Afzonderlijke stukken
wasgoed kunnen tot onbalans
leiden.
■Houdt u aan de aangegeven max.
belading. Overbelading vermindert
het wasresultaat en bevordert
kreukvorming.
1. Voorgesorteerd wasgoed uit elkaar
gevouwen in de trommel doen.
Programmavoorinstellingen ~ Blz. 14
18
Apparaat bedienen nl
2. Let erop dat er geen wasgoed
tussen vuldeur en rubberen manchet
ingeklemd raakt en sluit de vuldeur.
Vullen met was- en
wasverzorgingsmiddel
De wasmiddel- en
wasverzachterdosering vindt in de
meeste programma's van uw
wasmachine automatisch plaats, is in
deze programma's af fabriek
vooringesteld en kan gewijzigd worden.
Washulpmiddelen (bijv. ontharder, bleek
of vlekkenzout) kunt u naar behoefte
extra bij de intelligente dosering in het
linker compartiment toevoegen.
In programma's zonder intelligente
dosering of indien gewenst (dan
intelligente dosering op uit zetten) het
wasmiddel handmatig in het linker
compartiment toevoegen.
Starten van het programma
Raak bedieningspaneel ‹ aan.
Het programma start en de indicatie ‹
gaat permanent branden.
De vuldeur wordt vergrendeld en de
bijbehorende indicatie ® brandt.
Tijdens het programma wordt de
actuele programma-informatie
weergegeven:
■Klaar in-tijd resp. na het begin van
het wasprogramma de
programmaduur
■en de indicaties voor de
programmavoortgang gaan branden.
~ Blz. 10
Informatie over de volgende
programmastappen en instellingen die
tijdens het programmaverloop nog
gewijzigd kunnen worden, branden met
halve helderheid.
Aanwijzing: Schuimdetectie
Wanneer tevens de indicatie o brandt,
dan heeft de wasmachine te veel
schuim tijdens het wasprogramma
herkend en vervolgens automatisch
extra spoelcycli om de schuimvorming
te verhelpen toegevoegd.
Doseer bij de volgende wasbeurt met
gelijke belading minder wasmiddel.
Wilt u het programma tegen onbedoeld
wijzigen beveiligen, kies dan als volgt
de kinderbeveiliging.
Kinderbeveiliging/ Blokkering
van de bediening
w 3 sec
U kunt de wasmachine op het
bedieningspaneel beveiligen tegen het
per ongeluk wijzigen van de ingestelde
functies.
Voor het activeren/deactiveren van het
kinderslot het bedieningspaneel
w 3 sec aanraken en gedurende
ca. 3 seconden vasthouden. Het display
schakelt over naar de maximale
helderheid.
Wordt bij een ingeschakeld kinderslot
de programmakiezer gedraaid of een
bedieningspaneel aangeraakt, kan
knippert kort de weergave w 3 sec en
er klinkt een signaal. Het programma
loopt ongewijzigd door tot het
programma-einde.
19
nl Apparaat bedienen
Aanwijzingen
■Om het wasgoed uit te nemen aan
het einde van het programma het
kinderslot uitschakelen.
■Het kinderslot kan in elke toestand
van het apparaat worden
geactiveerd.
■De kinderbeveiliging blijft ook na het
uitschakelen van het apparaat actief.
■Wordt het apparaat bij een lopend
programma en geactiveerde
kinderbeveiliging uitgeschakeld, dan
wordt bij het weer inschakelen het
programma hervat.
Wasgoed bijvullen
Na programmastart kunt u indien
gewenst wasgoed bijvullen of uitnemen.
Raak hiervoor het bedieningspaneel ‹
aan.
De indicatie knippert. De machine
bevindt zich in de pauze-toestand en
controleert of bijvullen mogelijk is.
Wanneer de indicatie ® dooft dan is
bijvullen mogelijk. De vuldeur is dan
ontgrendeld en kan geopend worden.
Raak voor het hervatten van het
programma weer ‹ aan. Het
programma wordt automatisch hervat.
Aanwijzingen
■Laat bij het bijvulllen de vuldeur niet
langere tijd open staan - er kan
water uit het wasgoed naar buiten
lopen.
■Bij een hoog waterniveau, een hoge
temperatuur of een draaiende
trommel blijft de vuldeur om
veiligheidsredenen vergrendeld en is
bijvullen niet mogelijk. Instructies op
het display in acht nemen.
■De beladingsindicatie is tijdens het
bijvullen niet actief.
Programma wijzigen
Wanneer u per ongeluk een verkeerd
programma heeft gestart, kunt u dit als
volgt wijzigen:
1. Het bedieningsveld ‹ aanraken.
2. Een ander programma kiezen.
3. En weer op ‹ tippen. Het nieuwe
programma begint van voren af aan.
Afbreken van het programma
Bij programma’s met hoge temperatuur:
1. Het bedieningsveld ‹ aanraken.
2. Voor het afkoelen van het wasgoed:
Spoelen kiezen.
3. En weer op ‹ tippen.
20
Bij programma’s met lage temperatuur:
1. Op ‹ tippen.
2. Centrifugeren/Afpompen of
Afpompen kiezen.
3. En weer op ‹ tippen.
Intelligent doseringssysteem nl
Einde van het programma
Op het display brandt nu Einde en de
indicaties ‹ en ® zijn uit.
Aanwijzing: Knipperen van de indicatie
ä, wijst u er op spoedig het
programma Trommelreiniging of een
willekeurig ander programma met
minimaal 60 °C wastemperatuur uit te
voeren.
Wasgoed uitnemen / apparaat
uitschakelen
1. Vuldeur openen en wasgoed eruit
halen.
2. Apparaat uitschakelen.
3. Kraan dichtdraaien.
Aanwijzing: Niet nodig bij modellen
met Aquastop.
Aanwijzingen
■Geen wasgoed achterlaten in de
trommel. Dit kan bij de volgende
wasbeurt krimpen of andere stukken
verkleuren.
■Eventueel aanwezige voorwerpen uit
de trommel en de rubbermanchet
verwijderen – roestgevaar.
■Rubber manchet droogvegen.
a Intelligent
doseersysteem
Intelligent doseringssysteem
Intelligent doseringssysteem
in de wasmiddellade
i-Dos Intelligent doseersysteem
Uw wasmachine is voorzien van een
intelligent doseringssysteem voor
vloeibaar wasmiddel en wasverzachter.
Hiervoor heeft u de beschikking over de
i-Dos compartimenten ß en i in de
wasmiddellade.
( Compartiment ß (1,3 l) voor
vloeibaar wasmiddel
0 Compartiment i (0,5 l) voor
wasverzachter
8 Linker compartiment voor
handmatige dosering ~ Blz. 24
Afhankelijk van het gekozen
programma en instellingen worden via
het i-Dos-reservoir de optimale
hoeveelheden wasmiddel/
wasverzachter gedoseerd.
■Vuldeur en wasmiddellade open
laten zodat het restwater kan
opdrogen.
■Altijd wachten tot het programma is
afgelopen, omdat het apparaat dan
nog vergrendeld kan zijn.
Vervolgens het apparaat inschakelen
en wachten op de ontgrendeling.
Inbedrijfstelling/
doseerreservoir vullen
Bij de keuze van wasmiddel en
wasverzorgingsmiddel de aanwijzingen
van de fabrikant op de verpakking in
acht nemen. Wij adviseren zelf
vloeiende, vloeibare totaal-, universeelen Colorwasmiddelen voor alle in de
machine wasbare, gekleurde textiel van
katoen en synthetische weefsels.
21
nl Intelligent doseringssysteem
Aanwijzingen
■Alleen zelfvloeiende vloeibare
producten gebruiken die voor
dosering in een wasmiddellade door
de fabrikant aanbevolen worden.
■Verschillende vloeibare
wasmiddelen niet mengen. Het
doseerreservoir geheel leegmaken
en reinigen wanneer men van
wasmiddel verandert (type, fabrikant,
...). ~ Blz. 27
■Geen oplosmiddelhoudende,
bijtende of desinfecterende
middelen (bijv. bleekwater)
gebruiken.
■Wasmiddel en wasverzachter niet
mengen.
■Geen te lang bewaarde en sterk
ingedikte producten gebruiken.
■Om opdrogen te voorkomen het
vuldeksel niet langere tijd open laten
staan.
Doseerbakjes vullen:
De doseerreservoirs in de
wasmiddellade zijn hiervoor aan de
hand van overeenkomstige vuldeksels
gemarkeerd.
■ß Totaal-/universeel-wasmiddel
■i Wasverzachter
1. Wasmiddellade opentrekken.
2. Vuldeksel openen.
3. Wasmiddel/wasverzachter bijvullen.
Bakje maximaal tot de markering
max vullen.
4. Vuldeksel sluiten.
5. Wasmiddellade langzaam helemaal
dichtschuiven.
Bij volledig ingeschoven wasmiddellade
is de indicatie Ó bij ingeschakeld
apparaat uit.
In het dagelijkse gebruik
Indicaties:
■Indicatie brandt, wanneer de
intelligente dosering voor het
reservoir is gekozen.
■De indicatie voor de instelwaarde
bijv. Yknippert, wanneer bij
gekozen intelligente dosering het
minimale peil voor het reservoir is
onderschreden.
Intelligente dosering selecteren/
deselecteren en dosering aanpassen:
De intelligente dosering van wasmiddel
en wasverzachter is in alle programma’s
waarbij automatische dosering mogelijk
is, in de fabriek gekozen.
Een overzicht van alle mogelijke
programma-instellingen vindt u op het
extra blad bij de gebruiksaanwijzing en
plaatsingshandleiding.
De dosering voor wasmiddel ß is op X
(licht verontreinigd wasgoed) en voor
wasverzachter i op Y (normaal zacht
wasgoed) vooringesteld en kan per
programma individueel worden
gewijzigd.
Naast de intelligente dosering kunnen,
indien nodig, andere
wasverzorgingsmiddelen (bijv.
vlekkenzout) met de hand in het linker
compartiment gedoseerd worden.
~ Blz. 24
~ Blz. 15
22
Intelligent doseringssysteem nl
Aanwijzing: Het kiezen (aan/uit)
alsmede de steeds gekozen
doseersterkte van i-Dos i en i-Dos ß
blijven per programma tot de volgende
wijziging behouden, ook wanneer de
wasautomaat wordt uitgeschakeld.
Wasmiddel/wasverzachter bijvullen:
Het knipperen van de bijbehorende
indicatie bij geselecteerde intelligente
dosering geeft aan, dat het minimale
niveau is onderschreden. Inhoud is nog
voldoende voor ca. 3 wasbeurten.
U kunt altijd bijvullen met hetzelfde
wasmiddel of dezelfde wasverzachter.
Bij overstappen op een ander product/
fabrikant adviseren wij de bakjes eerst
schoon te maken. ~ Blz. 27
Eventueel de basisdosering aanpassen.
Basisinstellingen
De basisdoseerhoeveelheden zijn:
■bij wasmiddel - de aanbeveling van
de producent voor normale
verontreiniging en de lokale
waterhardheid.
■bij wasverzachter - de aanbeveling
van de producent voor gemiddelde
zachtheid.
De gegevens vindt u op de verpakking
van het wasmiddel of de wasverzachter
of u kunt ze direct opvragen bij de
fabrikant.
Gebruik een teststrookje om de
waterhardheid in uw regio te bepalen of
vraag de gegevens op bij uw
waterleidingbedrijf.
Mijn waterhardheid:
Hier is een voorbeeld van een
wasmiddeldosering op een
verpakkingsetiket:
Mate van verontreiniging
→
Waterhardheid ↓
zacht/gemiddeld
licht
nor-maal
sterk
zeer sterk
55 ml 75 ml 120 ml160
ml
hard/zeer hard 75 ml 95 ml 150 ml180
ml
De basisdoseerhoeveelheid af fabriek is
regiospecifiek vooringesteld (bijv. 75 ml
wasmiddel en 36 ml wasverzachter).
Stel de basisdoseerhoeveelheid
wasmiddel in, overeenkomstig de
aanwijzingen op de verpakking van uw
wasmiddel. Houd daarbij rekening met
uw waterhardheid.
De basisdoseerhoeveelheid voor
wasverzachter naar wens voor de
zachtheid van uw wasgoed kiezen.
De wijziging van een
basisdoseerhoeveelheid heeft effect
voor alle drie doseersterkten.
23
nl Intelligent doseringssysteem
Aanwijzingen
■Bij sterk geconcentreerde
wasmiddelen de basisdosering
verminderen.
■Mocht er zich herhaaldelijk tijdens
het wassen sterke schuimvorming
optreden, controleer dan a.u.b. de
instelling van de
basisdoseerhoeveelheid en
doseersterkte.
Bovendien kunnen sommige
vloeibare wasmiddelen tot sterke
schuimvorming neigen. Wanneer de
instelling van de
basisdoseerhoeveelheid en
doseersterkte wel juist is, dan is het
aan te bevelen een ander vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Basisdoseerhoeveelheden wijzigen:
1. Op het betreffende i-Dos-
bedieningspaneel (ß of i) tippen en
gedurende ca. 3 seconden
vasthouden. De vooringestelde
basisdoseerhoeveelheid wordt
weergegeven.
2. Door te tippen op N of M de
gewenste basisdoseerhoeveelheid
instellen. De instelling is zonder
bevestiging actief.
3. Tip nogmaals op het betreffende i-
Dos-bedieningspaneel, om naar de
uitgangstoestand terug te keren.
Aanwijzing: De instellingen blijven
tot de volgende wijziging behouden,
ook wanneer de automaat
uitgeschakeld wordt.
handmatige dosering
Bij programma’s waarbij geen
intelligente dosering mogelijk is, of
indien men dit wenst (dan intelligente
dosering op Uit zetten), wordt het
wasmiddel toegevoegd via het linker
wasmiddelcompartiment.
Bovendien kunnen hier (ter aanvulling
op de intelligente dosering)
washulpmiddelen zoals ontharder,
bleekmiddel of vlekkenzout worden
gedoseerd.
:Waarschuwing
Oog-/huidirritaties!
Als de wasmiddellade tijdens het
gebruik wordt geopend, kan er was-/
wasverzorgingsmiddel uit spetteren.
Open de wasmiddellade voorzichtig.
Spoel bij contact met was-/
verzorgingsmiddelen goed de ogen uit,
resp. de huid af.
Raadpleeg bij per ongeluk innemen een
arts.
24
Apparaatinstellingen nl
Attentie!
Schade aan het apparaat
Reinigingsmiddelen en middelen voor
het voorbehandelen van was (bijv.
vlekkenmiddelen, voorwas-sprays,...)
kunnen het oppervlak van de
wasautomaat aantasten wanneer ze
hiermee in aanraking komen.
Breng deze middelen niet in contact
met de oppervlakken van de
wasautomaat. Eventueel
sproeinevelresten en andere restanten/
druppels direct met een vochtige doek
afnemen.
Aanwijzingen
■Bij dosering van alle was-, hulp- en
reinigingsmiddelen beslist de
aanwijzingen van de fabrikant in acht
nemen.
■Bij handmatige dosering van
wasmiddel geen extra wasmiddel
doseren via de intelligente dosering
(de intelligente dosering op uit
zetten); zo wordt overdosering en
schuimvorming voorkomen
■Verdun stroperige wasverzachter en
textielversteviger met water, dat
voorkomt verstoppingen.
Wasmiddel doseren en toevoegen:
1. Wasmiddellade uittrekken.
Q Apparaatinstellingen
Apparaatinstellingen
De volgende instellingen kunt u in het
bedienings- en displayveld wijzigen:
■het volume van de instructiesignalen
(bijv. aan programma-einde),
■het volume van de
bedieningssignalen,
■de helderheid van het bedienings-
en displayveld,
■de herinneringsfunctie voor
trommelverzorging in-/uitschakelen.
Voor het wijzigen van de instellingen
moet u eerst altijd de instelmodus
activeren.
Instelmodus activeren
1. Het apparaat inschakelen. De
instellingen voor het actueel
gekozen programma worden
weergegeven.
2. Het bedieningsveld à aanraken.
De instelmodus is geactiveerd en de
indicatie voor de instructiesignalen Q
en het vooringestelde volume.
U kunt nu de instellingen wijzigen:
Signaalvolume wijzigen
Tip hiervoor op het bedieningspaneel
N of M totdat de gewenste
instelwaarde voor het volume van de
instructiesignalen verschijnt:
2. Doseren in het linker compartiment
overeenkomstig:
– mate van vervuiling,
– waterhardheid (informeer bij uw
waterleidingbedrijf),
– hoeveelheid wasgoed,
– de gegevens van de fabrikant op
de verpakking.
3. Wasmiddellade sluiten.
Instelwaarden:
0uit
1zacht
2gemiddeld
3luid
4zeer luid
25
nl Sensoren
Instelmodus afronden of:
Tip weer op à. De indicatie voor de
bedieningssignalen C en het
vooringestelde volume gaan branden.
Met tippen op N of M de instelwaarde
(zoals hierboven) wijzigen.
Instelmodus afronden of:
Helderheid van het TouchDisplay wijzigen
Tip weer op à. De indicaties voor de
helderheid van het Touch-Displays B
en de vooringestelde helderheid gaan
branden.
Met tippen op N of M de instelwaarde
wijzigen:
Instelwaarden:
1minder licht
2normaal licht
3licht
4zeer licht
Instelmodus afronden of:
Herinneringsfunctie voor
trommelverzorging in-/
uitschakelen
Tip weer op à. De indicatie voor de
herinneringsfunctie voor de
trommelreiniging ä brandt.
Door tippen op N of M de
herinneringsfunctie aan (on)- of
uitschakelen (oFF).
Instelmodus afronden
H Sensoren
Sensoren
Beladingsautomaat
Afhankelijk van het soort textiel en de
belading past de beladingsautomaat het
waterverbruik optimaal aan elk
programma aan.
Onbalans-controlesysteem
Het automatische onbalanscontrolesysteem herkent onbalans en
zorgt door meermaals
aanloopcentrifugeren voor een
gelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Bij een zeer ongunstige verdeling van
het wasgoed wordt om
veiligheidsredenen het toerental
verlaagd of wordt er niet
gecentrifugeerd.
Aanwijzing: Kleine en grote stukken
wasgoed in de trommel doen.
~ Blz. 33
VoltMonitor
afhankelijk van model
De dubbele punt van het Klaar in-tijddisplay:
■knippert, wanneer er momenteel
sprake is van een
spanningsonderschrijding.
■pulseert, wanneer er tijdens het
programma een
spanningsonderschrijding werd
gedetecteerd.
Voor het beëindigen en opslaan van de
instellingen:
■ca. 15 minuten wachten of
■tip nog een laatste keer op à of
■Apparaat uitschakelen. De gekozen
instellingen zijn actief bij de
volgende keer inschakelen.
26
Aanwijzing:
Spanningsonderschrijdingen kunnen
bijv. tot programmaverlenging en / of
een niet bevredigend
centrifugeerresultaat leiden.
Reinigen en onderhouden nl
2 Reinigen en
onderhouden
Reinigen en onderhouden
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onder spanning staande
onderdelen bestaat er
elektrocutiegevaar.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Door oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen zoals wasbenzine
kunnen giftige dampen ontstaan.
Gebruik geen oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen.
Attentie!
Schade aan het apparaat
Oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen, zoals bijv.
wasbenzine, kunnen oppervlakken en
onderdelen van het apparaat aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen.
Zo voorkomt u biofilmvorming en
geuroverlast:
Aanwijzingen
■Zorg voor een goede ventilatie van
de ruimte waarin de wasautomaat is
geplaatst.
■Laat de vuldeur en de
wasmiddellade iets open staan
wanneer de wasautomaat niet
gebruikt wordt.
■Was af en toe met een Katoen
60 °C-programma, gebruik makend
van een poederwasmiddel voor
hoofdwas.
Buitenkant van het apparaat/
Bedieningspaneel
■Neem de behuizing en het
bedieningspaneel af met een zachte,
vochtige doek.
■Wasmiddelresten onmiddellijk
verwijderen.
■Reinigen met een waterstraal
verboden.
Wastrommel
Gebruik een chloorvrij reinigingsmiddel,
geen staalwol.
Bij geurvorming in de wasmachine,
resp. om de trommel te reinigen, het
programma Trommelreiniging 90 °C
zonder wasgoed draaien. Gebruik
daarbij een poederwasmiddel.
Ontkalken
Bij een correcte dosering van het
wasmiddel is ontkalken niet nodig.
Indien toch: te werk gaan volgens de
opgaven van de fabrikant van het
ontkalkingsmiddel. Geschikte
ontkalkingsmiddelen zijn verkrijgbaar
via onze website of via de
klantenservice. ~ Blz. 35
i-Dos-Wasmiddellade en hun
behuizing
1. Doseerreservoir legen:
De doseerbakjes hebben aan de
voorkant openingen met
uitneembare stopjes. Voor het legen
van het doseerreservoir eerst de
greep zoals getoond er af halen:
27
nl Reinigen en onderhouden
a) Wasmiddellade opentrekken.
b) Ontgrendelingshendel (A) aan de
achterkant van de greep van de
lade (midden onder) iets naar u
toe trekken en tegelijkertijd de de
ontgrendelde greep van de lade
(B) naar boven trekken.
c) Om de doseerbakjes te legen de
afsluitdopjes voorzichtig eraf
trekken en de inhoud in een
geschikte bak laten leeglopen.
Aanwijzing: Greep van de lade pas
na het reinigen weer erop zetten.
b) Lade opentrekken.
c) Ontgrendelingshendel indrukken
en de lade er helemaal uithalen.
d) Deksel van de lade voorzichtig
eraf halen.
Attentie!
De wasmiddellade kan beschadigd
worden!
De wasmiddellade bevat elektrische
componenten. Bij contact met water
kunnen deze beschadigd raken.
– Deksel niet in de afwasmachine
reinigen en niet in water
dompelen.
d) Afsluitdopje tot de aanslag weer
erin schuiven.
2. Doseerbakjes/wasmiddellade
reinigen:
De wasmiddellade kan er helemaal
uitgehaald worden om de geleegde
doseerbakjes te reinigen.
a) Doseerbakje legen voordat u het
eruit haalt.
28
– Voorkom dat de stekker aan de
achterkant van de lade in
aanraking komt met vocht,
wasmiddel of resten
wasverzachter, buitenkanten
eventueel met een zacht, vochtig
doekje reinigen. Vóór het
inschuiven drogen.
Reinigen en onderhouden nl
e) Lade en deksel met een zacht,
vochtig doekje of de handdouche
reinigen. Binnenkanten eveneens
met een zacht, vochtig doekje
reinigen.
f) Lade en deksel afdrogen en weer
in elkaar zetten.
g) Greep van de lade van boven af
erop schuiven tot deze hoorbaar
vast klikt.
h) Behuizing van de wasmiddellade
van binnen reinigen.
i) Wasmiddellade helemaal erin
schuiven.
Laat het zeepsop afkoelen.
1. De waterkraan dichtdraaien, zodat er
geen water meer toestroomt dat via
de afvoerpomp afgevoerd moet
worden.
2. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
de wandcontactdoos nemen.
3. Onderhoudsklep openen en eraf
halen.
4. Aftapslang uit de houder halen.
Stopje verwijderen, zeepsop in een
geschikte opvangbak laten stromen.
Stopje erin drukken en aftapslang in
de houder plaatsen.
Afvoerpomp verstopt,
noodlediging
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Zeepsop wordt heet bij het wassen op
hoge temperaturen. Door contact met
heet zeepsop kunnen brandwonden
ontstaan.
5. Pompdeksel voorzichtig
losschroeven, er kan restwater uit
lopen.
Binnenruimte, schroefdraad van het
pompdeksel en pomphuis reinigen.
De waaier van de pomp moet
gedraaid kunnen worden.
Pompdeksel weer plaatsen en
vastschroeven. De handgreep moet
verticaal staan.
29
nl Reinigen en onderhouden
6. Serviceklep plaatsen, inklikken en
sluiten.
Aanwijzing: Om te voorkomen dat bij
de volgende wasbeurt wasmiddel
ongebruikt in de afvoer wegstroomt giet
u 1 liter water in het linker compartiment
en start u programma Afpompen .
Afvoerslang aan de sifon
verstopt
1. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
het stopcontact halen.
2. Slangenklem losmaken. Afvoerslang
er voorzichtig aftrekken, er kan
resterend water uit lopen.
3. Afvoerslang en aansluitstuk op de
sifon schoonmaken.
Zeef in de watertoevoer
verstopt.
1. Waterdruk in de toevoerslang
verminderen:
a) Kraan dichtdraaien.
b) Willekeurig programma kiezen
seconden laten lopen.
d) Apparaat uitschakelen.
e) Stekker uit het stopcontact halen.
2. Zeef reinigen:
a) Slang loskoppelen van de kraan.
Zeef met een borsteltje reinigen.
b) Bij de modellen Standard en
Aqua-Secure de zeef aan de
achterkant van het apparaat
reinigen:
Slang aan de achterkant van het
apparaat eraf halen,
Zeef met een tang eruit halen en
schoonmaken.
4. Afvoerslang weer erop steken en de
aansluiting met een slangklem
vastzetten.
30
c) Slang weer aansluiten en op
dichtheid controleren.
Storingen, wat te doen? nl
3 Storingen, wat te
doen?
Storingen, wat te doen?
Noodontgrendeling
bijv. bij stroomstoring.
Het programma loopt door als er weer
stroom is.
Als het wasgoed toch uit de trommel
gehaald moet worden, dan kan de
vuldeur geopend worden zoals hierna
beschreven:
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Bij het wassen met hoge temperaturen
kunnen er bij aanraking met heet sop
en wasgoed brandwonden ontstaan.
Eventueel eerst laten afkoelen.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
Wanneer u in de draaiende trommel uw
hand erin steekt, kunt u handletsel
oplopen.
Niet met uw handen in de draaiende
trommel komen.
Wacht tot de trommel niet meer draait.
Attentie!
Waterschade
Wegstromend water kan tot
waterschade leiden.
De vuldeur niet openen zolang er water
achter het glas te zien is.
1. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
het stopcontact halen.
2. Zeepsop laten weglopen
~ Blz. 29
3. Noodontgrendeling met een tang of
iets dergelijks naar onderen trekken
en loslaten.
Hierna kan de vuldeur geopend
worden.
.
Aanwijzingen op het display
IndicatieOorzaak/Oplossing
® uitDe vuldeur is ontgrendeld, aan het programma-einde of in de pauze-toestand, wan-
neer wasgoed bijgevuld kan worden.
® brandt■Tijdens het programma. Vuldeur vergrendeld.
■in de pauze-toestand: temperatuur te hoog. Wachten tot de temperatuur is
gedaald.
■in de pauze-toestand: centrifugetoerental te hoog. Wachten tot de trommel stil
staat.
■in de pauze toestand: waterpeil te hoog. Bijvullen van wasgoed niet mogelijk.
Voor het hervatten van het programma op ‹ tippen.
® knippert■langzaam: vuldeur kan momenteel niet ver- of ontgrendeld worden. Wachttijd
nodig.
■snel: vuldeur sluiten, omdat water uit het wasgoed kan lopen.
‹ uitbij programma-einde, bij geopende vuldeur
31
nl Storingen, wat te doen?
IndicatieOorzaak/Oplossing
‹ brandtna programmastart
‹ knippertvoor programmastart, in pauze-toestand
i-Dos-Instelwaarde
bijv. Y knippert
Ó brandtWasmiddellade is uitgeschoven.
| brandtWaterdruk te laag kan de programmaduur verlengen.
| knippertGeen watertoevoer:
w 3 sec brandtKinderbeveiliging geactiveerd; deactiveren. ~ Blz. 19
w 3 sec knippertKinderslot geactiveerd, programmakiezer gedraaid of een op een bedieningspaneel
ä knippertProgramma Trommelreiniging 90 °C of een 60 °C-programma voor reiniging en
o brandtTe veel schuim herkend, extra spoelbeurten toegevoegd. Doseer bij de volgend
E:10 afgewisseld met
- 00, - 10 of - 20
E:60 afwisselend met
- 2b en Einde
E:35 afgewisseld met
- 10
E: 36 afgewisseld
met
- 10
Andere indicatiesApparaat uitschakelen, 5 seconden wachten en weer inschakelen. Verschijnt de
Minimale peil in bijbehorend reservoir gedetecteerd, bijvullen. ~ Blz. 23
■Kraan helemaal opendraaien.
■Toevoerslang geknikt/afgeklemd,
■eventueel zeef reinigen. ~ Blz. 30
getipt.
verzorging van de trommel en interieur uitvoeren.
Aanwijzingen
■Programma zonder wasgoed draaien.
■Gebruik een poederwasmiddel of een bleekmiddelhoudend wasmiddel. Ter
voorkoming van schuimvorming slechts de helft van de door de wasmiddelproducent aanbevolen hoeveelheid wasmiddel gebruiken. Gebruik geen wol- of
fijnwasmiddel.
■Instructiesignaal in-/uitschakelen
wasbeurt met gelijke belading minder wasmiddel.
Fout in het i-Dos-systeem. De i-Dos-functie is automatisch gedeactiveerd.
De machine kan met handmatige dosering normaal worden gebruikt.
Voor reparatie van het i-Dos-systeem a.u.b. contact opnemen met de Servicedienst.
aan het einde van het programma.
Geen fout van de machine - Het onbalans controlesysteem heeft het centrifugeren
vanwege een ongelijkmatige verdeling van het wasgoed afgebroken.
Kleine en grote stukken wasgoed verdelen over de trommel. Eventueel wasgoed
nogmaals centrifugeren.
Water in de bodemplaat, lekkage van het apparaat. Kraan dichtdraaien. Servicedienst inschakelen! ~ Blz. 35
■ Ó brandt. Wasmiddellade is niet volledig ingeschoven. Wasmiddellade cor-
rect erin schuiven.
Geen storing - bij het starten van het wasprogramma kan kortstondig een
schokbeweging van de trommel optreden, als gevolg van een interne motortest.
■ Afvoerpomp schoonmaken. ~ Blz. 29
■ Afvoerpijp en/of afvoerslang schoonmaken.
Geen fout – het water bevindt zich onderin en is daardoor niet te zien.
■ Geen fout - het onbalans controlesysteem heeft het centrifugeren afgebro-
ken wegens ongelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Kleine en grote stukken wasgoed verdelen over de trommel.
■ Anti-kreuk gekozen? ~ Blz. 16
■ Te laag centrifugetoerental gekozen?
Geen fout – het onbalans controlesysteem heft de onbalans op.
■ Geen fout - het onbalans controlesysteem heft de onbalans op door het
wasgoed meermaals te verdelen.
■ Geen fout – schuimcontrolesysteem actief – er wordt een extra spoelbeurt
uitgevoerd.
33
nl Storingen, wat te doen?
StoringenOorzaak/Oplossing
De programmaduur verandert tijdens de wascyclus.
Restwater in het linker
compartiment voor wasverzorgingsmiddelen.
Geurvorming in de wasautomaat.
Indicatie o brandt op het
Touch-Display. Er komt
eventueel schuim uit de
wasmiddellade.
Herhaaldelijke sterke
schuimvorming.
Wasmiddel/wasverzachter druppelt van de manchet en verzamelt zich op
het venster of in de manchetplooi.
Harde geluiden, trillingen
en „wandelen” tijdens het
centrifugeren.
Touch-Display functioneert tijdens het bedrijf
niet.
Wasmiddelresten op het
wasgoed.
In de pauze toestand knippert ‹ en ® brandt.
In de pauze toestand knippert ‹ en ® is uit.
Wanneer u een storing niet zelf kunt verhelpen (na uit-/inschakelen) of wanneer een reparatie noodzakelijk
is:
■ Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
■ Kraan dichtdraaien en de servicedienst inschakelen.
Geen fout – het programmaverloop wordt geoptimaliseerd voor het betreffende
wasproces. Dit kan leiden tot een verandering van de programmaduur op het
display.
■ Geen fout - werking van het verzorgingsmiddel wordt niet beïnvloed.
Programma Trommelreiniging of Katoen 90 °C zonder wasgoed draaien.
Gebruik daarbij een poederwasmiddel of een bleekmiddelhoudend wasmiddel.
Aanwijzing: Ter voorkoming van schuimvorming slechts de helft van de door
de wasmiddelproducent aanbevolen hoeveelheid wasmiddel gebruiken. Gebruik geen wol- of fijnwasmiddel.
Teveel wasmiddel gebruikt?
Een eetlepel wasverzachter met 1/2 l water mengen en in het linker comparti-
ment doen (niet bij outdoor- en sportkleding en textiel met dons!).
Bij de volgende was minder wasmiddel gebruiken.
■ Basisdoseerinstelling en doseersterkte controleren.
■ Eventueel een ander vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Te veel wasmiddel/wasverzachter in de doseerreservoirs. Markering max in de
doseerreservoirs in acht nemen.
■ Is het apparaat afgesteld? Apparaat afstellen. ~ Blz. 40
■ Zijn de voetjes vastgezet? Voetjes van het apparaat vastzetten. ~ Blz. 40
■ Doet de storing zich vaker voor, servicedienst inschakelen.
■ Soms bevatten fosfaatvrije wasmiddelen resten die niet in water oplosbaar
zijn.
■ Spoelen kiezen of wasgoed na het wassen uitborstelen.
■ Waterniveau te hoog. Bijvullen van wasgoed niet mogelijk. Eventueel vul-
deur direct sluiten.
■ Voor het voortzetten van het programma op ‹ tippen.
De vuldeur is ontgrendeld. Bijvullen van wasgoed mogelijk.
34
Servicedienst nl
4 Servicedienst
Servicedienst
Neem wanneer u de storing niet zelf
kunt verhelpen a.u.b. contact op met
onze Servicedienst. ~ Omslagpagina
Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om een onnodig bezoek
van de monteur te voorkomen.
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het
typenummer (E-Nr.) en het
fabricagenummer (FD) op.
(1U)'
E-nr.Typenummer
FDFabricagenummer
Deze gegevens vindt u *afhankelijk van
het model:
aan de binnenkant van de vuldeur* / de
geopende serviceklep* en aan de
achterkant van het apparaat.
Vertrouw op de competentie van de
fabrikant.
Neem contact met ons op. Zo weet u
zeker dat de reparatie door goed
opgeleide servicemonteurs wordt
uitgevoerd die de beschikking hebben
over de originele reserve-onderdelen.
J Technische gegevens
Technische gegevens
Afmetingen:
850 x 600 x 590 mm
(hoogte x breedte x diepte)
Gewicht:
70 - 85 kg (afhankelijk van het model)
Netaansluiting:
Netspanning 220-240 V, 50 Hz
Nominale stroom 10 A
Nominaal vermogen 1900-2300 W
Waterdruk:
100 - 1000 kPa (1 - 10 bar)
Opgenomen vermogen in
uitgeschakelde toestand:
0,1 W
Opgenomen vermogen in nietuitgeschakelde toestand:
0,43 W
35
nl Plaatsen en aansluiten
5 Plaatsen en aansluiten
Plaatsen en aansluiten
Leveringsomvang
Aanwijzing: Controleer de machine op
transportschade. Een beschadigd
apparaat nooit in gebruik nemen. Voor
klachten kunt u terecht bij de winkel
waar u het apparaat hebt aangeschaft
of bij onze servicedienst.
#
+
3
( Aansluitkabel
0 Zak:
■ Gebruiksaanwijzing en
installatievoorschrift
■ Overzicht servicediensten*
■ Garantie*
■ Afdekkappen voor openingen, na het
verwijderen van de
transportbeveiligingen
■ Steeksleutel*
8 Watertoevoerslang bij model
Aquastop
@ Waterafvoerslang
H Bochten voor het fixeren van de
waterafvoerslang*
P Watertoevoerslang bij de modellen
Standard/Aqua-Secure
* afhankelijk van het model
Daarnaast is bij het aansluiten van de
waterafvoerslang op een sifon een
slangenklem ∅ 24 - 40 mm (vakhandel)
nodig.
Nuttig gereedschap
■ Waterpas voor het stellen
■ Steeksleutel met:
– SW13 voor het losdraaien van de
transportbeveiligingen en
– SW17 voor het stellen van de
apparaatvoetjes
Veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■ De wasmachine is zwaar.
Wees voorzichtig bij het tillen/
transporteren van de wasmachine.
■ Wanneer de wasmachine wordt
opgetild aan uitstekende onderdelen
(bijv. de vuldeur), kunnen deze
onderdelen afbreken en letsel
veroorzaken.
De wasmachine niet optillen aan
uitstekende onderdelen.
■ Wanneer de slangleidingen en de
aansluitkabel onjuist worden
aangelegd, bestaat er struikel- en
letselgevaar.
Slangen en kabels zodanig leggen
dat u er niet over kunt struikelen.
Attentie!
Schade aan het apparaat
Bevroren slangen kunnen barsten/
springen.
De wasmachine niet op vorstgevoelige
plaatsen en/of buiten zetten.
36
Plaatsen en aansluiten nl
Attentie!
Waterschade
De aansluitingen van de watertoevoeren waterafvoerslang staan onder druk
van het water. Om lekkage of
waterschade te voorkomen dient u zich
absoluut te houden aan de
aanwijzingen in dit hoofdstuk.
Aanwijzingen
■ Naast de hier vermelde aanwijzingen
kunnen speciale voorschriften van
het waterleiding- en energiebedrijf in
uw regio van toepassing zijn.
■ In geval van twijfel de aansluiting
door een vakkundig monteur laten
uitvoeren.
De juiste plaats
Aanwijzing: Stabilliteit is belangrijk,
zodat de wasmachine niet gaat
"wandelen"!
■ De ondergrond moet stevig en
waterpas zijn.
■ Niet geschikt voor zachte
vloerbedekking.
Plaatsing op een sokkel of op
een houten vloer
Attentie!
Schade aan het apparaat
De wasmachine kan tijdens het
centrifugeren gaan schuiven en van zijn
sokkel kantelen/vallen.
Bevestig de apparaatvoeten absoluut
met bevestigingsbeugels.
Bestelnummer WMZ 2200, WX 9756,
Z 7080X0
Onderbouw/inbouw van het
apparaat in een rij
keukenmeubelen
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die onder
spanning staan bestaat het risico van
een elektrische schok.
De afdekplaat van het apparaat niet
verwijderen.
Aanwijzingen
■ Noodzakelijke nisbreedte 60 cm.
■ Plaats de wasmachine uitsluitend
onder een doorlopend werkblad dat
vast verbonden is met de
keukenmeubelen ernaast.
Transportbeveiligingen
verwijderen.
Attentie!
Schade aan het apparaat
■ De machine is voor transport met
transportbeveiligingen geborgd. Niet
verwijderde transportbeveiligingen
kunnen bij gebruik van de machine
bijv. de trommel beschadigen.
Verwijder voorafgaand aan het
eerste gebruik absoluut de vier
transportborgingen. Bewaar de
transport- beveiligingen.
■ Om bij later transport
transportschade te voorkomen, moet
u de transportbeveiligingen voor het
transport beslist weer aanbrengen.
37
nl Plaatsen en aansluiten
Aanwijzing: Bewaar schroeven en
hulzen.
1. Slangen uit de houders halen.
2. De vier
transportbeveiligingsschroeven
losdraaien en verwijderen.
Hulzen verwijderen. Hierbij de
aansluitkabel uit de houders halen.
Lengte van de slangen en de
aansluitkabel
■ Aansluiting aan de linkerkant
aFP
aFP
aFP
PD[FP
■ Aansluiting aan de rechterkant
aFP
aFP
aFP
PD[FP
3. Afdekkingen plaatsen. Afdekkingen
vast vergrendelen door op de
sluithaak te drukken.
38
Tip: Bij de vakhandel/servicedienst de
volgende onderdelen verkrijgbaar:
■ een verlenging voor de Aquastop-
resp. koudwatertoevoerslang (ca.
2,50 m); bestelnr. WMZ2380,
WZ10130, CZ11350, Z7070X0
■ een langere toevoerslang (ca. 2,20
m) voor model Standard.
Watertoevoer
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die onder
spanning staan bestaat het risico van
een elektrische schok.
Plaatsen en aansluiten nl
Aquastop-veiligheidssysteem niet in
water dompelen (bevat een elektrisch
ventiel).
Let bij het aansluiten op het volgende
Aanwijzingen
■ Gebruik voor de wasmachine alleen
koud leidingwater.
■ Sluit de machine niet aan op de
mengkraan van een drukloos
heetwatertoestel.
■ Gebruik uitsluitend de meegeleverde
of bij een geautoriseerde
vakhandelaar gekochte
toevoerslang, geen gebruikt
exemplaar.
■ De watertoevoerslang niet knikken,
platdrukken, veranderen of
doorsnijden (dan is de sterkte niet
meer gegarandeerd).
■ Draai de schroefkoppelingen slechts
handvast aan. Worden ze te stevig
met een stuk gereedschap (tang)
vastgedraaid, dan kunnen de
schroefdraden beschadigd raken.
Optimale waterdruk in de waterleiding
minimaal 100 kPa (1 bar)
maximaal 1000 kPa (10 bar)
Uit de geopende kraan stroomt
tenminste 8 liter water per minuut.
Bij een hogere waterdruk een
drukreduceerventiel inbouwen.
Aansluiting
Sluit de watertoevoerslang aan op de
waterkraan (¾" = 26,4 mm) en het
apparaat (bij modellen met Aquastop
niet nodig, vast geïnstalleerd):
■ Model: Standard
■ Model: Aqua-Secure
■ Model: Aquastop
Aanwijzing: Kraan voorzichtig
opendraaien en daarbij de aansluitingen
op dichtheid controleren. De
schroefkoppeling staat onder druk van
de waterleiding.
Waterafvoer
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Bij het wassen met hoge temperaturen
kunnen er bij aanraking met heet
zeepsop, bijv. wanneer er heet zeepsop
in een wastafel wordt gepompt,
brandwonden ontstaan.
Kom niet met uw handen in het hete
zeepsop.
Attentie!
Waterschade
Wanneer de afvoerslang door de hoge
druk van het water tijdens het afpompen
uit de wastafel of van de aansluiting
glijdt, kan het wegstromende water
schade veroorzaken.
Borg de afvoerslang zodanig dat deze
er niet uit kan schieten.
39
nl Plaatsen en aansluiten
Attentie!
Beschadiging van het apparaat/textiel
Wanneer het uiteinde van de
afvoerslang in het weggepompte water
komt, kan het water in het apparaat
worden teruggezogen en het apparaat /
textiel beschadigd raken.
Let erop dat:
■ de stop van de wastafel de afvoer
niet afsluit.
■ het uiteinde van de afvoerslang niet
in het weggepompte water is
gedompeld.
■ het water snel genoeg wegstroomt.
Aanwijzing: De waterafvoerslang niet
knikken of in de lengte uitrekken.
Aansluiting
■ Afvoer in een wastafel
■ Afvoer in een sifon
De aansluiting moet met een
slangklem, ∅ 24-40 mm (ijzerhandel
of bouwmarkt) worden geborgd.
■ Afvoer in en kunststof standpijp
met rubberen mof of in een
afvoerputje
Stellen
Stel het apparaat horizontaal m.b.v. een
waterpas.
Sterke geluidsontwikkeling, vibraties en
„lopen” kunnen het gevolg zijn van het
niet correct stellen van het apparaat!
1. Contramoeren met een steeksleutel
losdraaien met de wijzers van de
klok mee.
2. De stand van de wasmachine met
een waterpas controleren, eventueel
corrigeren. De hoogte veranderen
door aan het voetje van het apparaat
te draaien.
Alle vier de voetjes moeten stevig op
de grond staan.
3. Contramoer tegen de onderkant van
het apparaat vastdraaien.
Het voetje hierbij vasthouden en niet
in de hoogte verstellen.
De contramoeren van alle vier de
voetjes moeten vast tegen de
onderkant van het apparaat zijn
geschroefd!
40
Plaatsen en aansluiten nl
Elektrische aansluiting
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die onder
spanning staan bestaat het risico van
een elektrische schok.
■ De stekker nooit aanraken met natte
handen.
■ Trek wanneer u de machine van de
stroom haalt altijd aan de stekker en
niet aan het snoer, omdat dit
beschadigd kan raken.
■ Nooit de stekker uit het stopcontact
trekken tijdens het gebruik.
Houd u aan de volgende instructies en
zorg ervoor dat:
Aanwijzingen
■ De netspanning en aangegeven
spanning op de wasmachine
(typeplaatje) met elkaar
overeenstemmen.
De aansluitwaarde en de vereiste
zekering staan vermeld op het
typeplaatje.
■ De aansluiting van de wasmachine
uitsluitend plaats vindt op
wisselstroom, via een volgens de
voorschriften geïnstalleerd
stopcontact met randaarde.
■ De stekker overeenkomt met het
stopcontact.
■ De doorsnede van de elektrische
kabel groot genoeg is.
■ Het aardingssysteem volgens
voorschrift is geïnstalleerd.
■ Vervanging van de aansluitkabel
(indien nodig) alleen plaaatsvindt
door een vakkundig monteur. Een
nieuwe kabel is bij de Servicedienst
tegen meerprijs verkrijgbaar.
■ Er geen meervoudige stekkers/
contactdozen of verlengkabels
worden gebruikt.
■ Bij gebruik van een
aardlekschakelaar alleen een type
met dit symbool z wordt gebruikt.
Alleen dit symbool garandeert dat
aan de momenteel geldende
voorschriften is voldaan.
■ De stekker altijd bereikbaar is.
■ Aansluitkabel niet knikken,
afklemmen, wijzigen, doorsnijden of
met warmtebronnen in aanraking
laten komen.
Vóór de eerste was
De wasautomaat is voor het verlaten
van de fabriek grondig getest. Om
eventuele restjes water van het testen te
verwijderen, de wasautomaat de eerste
keer zonder wasgoed laten draaien.
Aanwijzingen
■ Wasmachine moet deskundig
opgesteld en aangesloten zijn.
vanaf ~ Blz. 36
■ Neem een beschadigde
wasautomaat nooit in gebruik. Neem
contact op met de servicedienst.
Voorbereidende werkzaamheden:
1. Apparaat controleren.
2. Doseerreservoirs ß en i/ vullen.
~ Blz. 21
3. Folie van het bedieningspaneel
verwijderen.
4. Stekker in wandcontactdoos doen.
5. Kraan opendraaien.
Programma zonder wasgoed draaien:
1. Apparaat inschakelen.
2. Vuldeur sluiten (trommel niet vullen
met wasgoed!).
3. Programma
Trommelreiniging 90 °C instellen.
4. Wasmiddellade openen.
5. Ca. 1 liter water in het linker
compartiment gieten.
6. Hoofdwasmiddel in het linker
compartiment doen.
41
nl Plaatsen en aansluiten
Aanwijzing: Ter voorkoming van
schuimvorming slechts de helft van
de door de wasmiddelproducent
aanbevolen hoeveelheid wasmiddel
gebruiken. Gebruik geen wol- of
fijnwasmiddel.
7. Wasmiddellade sluiten.
8. Programma starten.
9. Aan het einde van het programma
apparaat uitschakelen.
Uw wasautomaat is nu gebruiksklaar.
Transporteren
bijv. bij verhuizing
Attentie!
Gevaar voor schade aan het apparaat
door uitlopend wasmiddel/
wasverzachter uit de doseerreservoirs
Overstromend wasmiddel/
wasverzachter kan de werking van het
apparaat negatief beïnvloeden, bijv.
door beschadiging van de elektronica.
Vóór het transporteren van het apparaat
eerst de doseerreservoirs legen.
Voorbereidende werkzaamheden:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Waterdruk in de toevoerslang
reduceren: ~ Blz. 30; reinigen en
onderhouden - Zeef in watertoevoer
verstopt
3. Wasmachine van de stroom halen.
4. Resterend sop weg laten stromen:
~ Blz. 29; reinigen en
onderhouden - Soppomp verstopt,
noodlediging
5. Slangen demonteren.
6. Doseerbakjes legen. ~ Blz. 27
Transportbeveiligingen monteren:
1. Afdekkingen eraf halen en bewaren.
Eventueel een schroevendraaier
gebruiken.
2. Alle 4 de hulzen erin zetten.
Aansluitkabel op de houders
vastklemmen.
Transportbeveiligingsschroeven
plaatsen en met een steeksleutel
SW13 aandraaien.
Vóór het opnieuw in gebruik nemen:
Aanwijzingen
■ absoluut de transportbeveiligingen
verwijderen!
■ Om te voorkomen dat bij de
volgende keer wassen wasmiddel
ongebruikt in de afvoer stroomt: ca.
1 liter water in het linker
compartiment gieten en programma
Afpompen kiezen en starten.
42
r Aqua-Stop-garantie
Aqua-Stop-garantie
Alleen voor apparaten met Aqua-Stop
Als aanvulling op de garantieregeling
wordt u schadeloos gesteld als aan
onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
1. Als door een fout in het Aqua-Stop-
systeem waterschade wordt
veroorzaakt, dan vergoeden wij de
schade van particuliere gebruikers.
2. De aansprakelijkheidsgarantie geldt
voor de levensduur van het
apparaat.
3. Voorwaarde voor aanspraak op
garantie is dat het apparaat met
Aqua-Stop vakkundig en
overeenkomstig ons
installatievoorschrift is opgesteld en
aangesloten; hiertoe behoort ook de
vakkundige verlenging van de AquaStop (origineel toebehoren).
Onze garantie heeft geen betrekking
op defecte toevoerleidingen of
armaturen tot aan de Aquastopaansluiting op de kraan.
4. Tijdens het gebruik van een
apparaat met Aqua-Stop hoeft u er in
principe niet bij te blijven resp. na
het gebruik om veiligheidsredenen
de kraan dicht te draaien.
Alleen bij langere afwezigheid,
bijvoorbeeld als u een paar weken
op vakantie gaat, moet de kraan
worden dichtgedraaid.
Aqua-Stop-garantie nl
43
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4020
B070 222 142
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
BSH Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München
GERMANY