Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor
dat het apparaat onder toezicht gebruikt
wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten
ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.siemens-home.bsh-group.com en in de onlineshop: www.siemens-home.bsh-group.com/eshops
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte leggen. ~ "Toebehoren"
op pagina 13
4
Page 5
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangr i j ke vei l i ghei dsvoor sc hr i f t en
Algemeen
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen vlam
vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte. Open nooit de deur
wanneer er sprake is van rookontwikkeling
in het apparaat. Het toestel uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■ Losse voedselresten, vet en vleessap
kunnen in brand vliegen. Voor gebruik dient
u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires
vrij te maken van grove verontreiniging.
Risico van brand!
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier
kan dan de verwarmingselementen raken
en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen
mag er nooit bakpapier los op de
toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier
altijd met een vorm. Bakpapier alleen op
het benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd met
behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken
die een hoog percentage alcohol bevatten.
Alleen kleine hoeveelheden drank met een
hoog alcoholpercentage gebruiken. De
deur van het toestel voorzichtig openen.
:Waarschuwing – Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■ Bij het openen van de deur van het
apparaat kan hete stoom vrijkomen.
Afhankelijk van de temperatuur is er geen
stoom te zien. Tijdens het openen niet te
dicht bij het apparaat staan. De deur van
het apparaat voorzichtig openen. Zorg
ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
Kans op verbrandingen!
■ Door water in de hete binnnruimte kan hete
waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete
binnenruimte gieten.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur bewegen de scharnieren zich
en kunnen ze klem komen te zitten. Kom
niet met uw handen bij de scharnieren.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ De kabelisolatie van hete toestelonderdelen
kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit
aansluitkabels van elektrische toestellen in
contact komen met hete onderdelen van
het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar door
magnetisme!
In het bedieningspaneel of de
bedieningselementen bevinden zich
permanente magneten. Deze kunnen
elektronische implantaten, zoals pacemakers,
of insulinepompen beïnvloeden. Dragers van
elektronische implantaten dienen een afstand
van minstens 10 cm tot het bedieningspaneel
aan te houden.
5
Page 6
nl Oorzaken van schade
Stoom
:Waarschuwing – Risico van verbranding!!
■ Het water in de tank kan sterk worden verhit
wanneer het apparaat de volgende keer
wordt gebruikt. Na gebruik van de
stoomfunctie moet de tank altijd worden
leeggemaakt.
Risico van verbranding!!
■ Er ontstaat hete damp in de binnenruimte.
Tijdens het gebruik van de stoomfunctie
mag u niet met uw handen in de
binnenruimte komen.
Risico van verbranding!
■ Tijdens het uitnemen van de toebehoren
kan hete vloeistof over de rand stromen.
Hete toebehoren voorzichtig uitnemen, met
de ovenhandschoen.
:Waarschuwing – Risico van letsel en
verbranding!!
Brandbare vloeistoffen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten (explosieve
verbranding). Doe geen ontvlambare
vloeistoffen (bijv. alcoholhoudende dranken) in
de watertank. Vul de watertank uitsluitend met
water of de door ons aanbevolen
ontkalkingspoplossing.
Braadthermometer
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Bij gebruik van een verkeerde
braadthermometer kan de isolatie beschadigd
raken. Gebruik alleen de braadthermometer
die bestemd is voor het toestel.
Reinigingsfunctie
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
; De buitenkant van het apparaat wordt zeer
heet tijdens het reinigen. Nooit de
apparaatdeur aanraken. Het apparaat laten
afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in
de buurt zijn.
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Algemeen
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de
bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op
de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de
bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op
de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is.
Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De
bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email
wordt beschadigd.
■ Aluminiumfolie: aluminiumfolie in de binnenruimte
mag niet in contact komen met de deurruit. Hierdoor
kunnen permanente verkleuringen van de ruit
optreden.
■ Vormen van silicone: geen bakvormen van silicone
of silicone-achtige, herbruikbare bakfolie,
afdekkingen of accessoires gebruiken.De baksensor
kan dan beschadigd raken.
Bakpapier dat van een laagje silicone is voorzien
kan worden gebruikt.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de
hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan
waterdamp. Door de verandering van temperatuur
kan schade aan het email ontstaan.
■ Blijft er gedurende langere tijd vocht in de
binnenruimte, dan kan dit leiden tot corrosie. De
binnenruimte na gebruik laten drogen. Bewaar
gedurende langere tijd geen levensmiddelen in de
gesloten binnenruimte. Bewaar geen gerechten in
de binnenruimte.
■ Koelen met de apparaatdeur open: na een bereiding
met hoge temperaturen de binnenruimte laten
afkoelen met de deur gesloten. Zorg ervoor dat er
niets tussen de apparaatdeur beklemd raakt. Ook
wanneer de deur slechts op een kier staat, kunnen
naburige voorzijden van meubels in de loop van de
tijd beschadigd raken.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
laten drogen met de deur open.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig
vruchtengebak niet te overvloedig bedekken.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat
vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere
braadslede.
■ Ovenreiniger: nooit ovenreiniger in de warme
binnenruimte gebruiken. Er kan schade aan het
email ontstaan. Vóór het volgende opwarmen resten
uit de binnenruimte en van de toesteldeur volledig
verwijderen.
■ Sterk vervuilde dichting: wanneer de dichting sterk
vervuild is, sluit de apparaatdeur niet goed meer. De
aangrenzende voorzijden van meubels kunnen dan
beschadigd raken. Zorg ervoor dat de dichting altijd
schoon is.
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te
plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of
plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of
toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
6
Page 7
Milieubescherming nl
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type
toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de
deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de
binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de
deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep
houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet
en kan afbreken.
Stoom
Attentie!
■ Bakvormen: de vormen dienen hitte- en
stoombestendig te zijn. Bakvormen van silicone zijn
niet geschikt voor gecombineerd gebruik met stoom.
■ Kookgerei met roestplekken: gebruik geen
kookgerei met roestplekken. De kleinste plekken
kunnen al corrosie in de binnenruimte veroorzaken.
■ Vrijkomende vloeistof: plaats bij het stomen met een
bak met gaatjes altijd de bakplaat, de braadslede of
de bak zonder gaatjes eronder. Vrijkomende
vloeistof wordt opgevangen.
■ Heet water in de watertank: heet water kan de pomp
beschadigen. Vul de watertank uitsluitend met koud
water.
■ Schade aan het email: start geen programma of
functie wanneer zich water op de bodem van de
binnenruimte bevindt. Dit water dient voor gebruik te
worden verwijderd.
■ Ontkalkingsoplossing: zorg ervoor dat er geen
ontkalkingsoplossing op het bedieningspaneel of
andere oppervlakken van het apparaat komt. De
oppervlakken raken dan beschadigd. Gebeurt dit
toch, verwijder de ontkalkingsoplossing dan direct
met water.
■ Watertank reinigen: watertank niet in de
afwasmachine reinigen. De tank raakt dan
beschadigd. Reinig de watertank met een zachte
doek en een in de handel gebruikelijk
schoonmaakmiddel.
7Milieubescherming
Milieubescherming
Uw nieuwe apparaat is bijzonder energie-efficiënt. Hier
krijgt u tips over de manier waarop u bij het gebruik van
uw apparaat nog meer kunt besparen op energie en het
apparaat op de juiste manier afvoert.
Energiebesparing
■ Het apparaat alleen voorverwarmen als dit in het
recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is
opgegeven.
■ Laat diepvrieslevensmiddelen eerst ontdooien
voordat u ze in de binnenruimte plaatst.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde
bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Verwijder de accessoires die u niet nodig heeft uit
de binnenruimte.
7
Page 8
nl Milieubescherming
■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na
elkaar bakken. De binnenruimte is dan nog warm.
Hierdoor is de baktijd voor het tweede gerecht
korter. U kunt ook twee rechthoekige vormen naast
elkaar in de binnenruimte plaatsen.
■ Bij langere bereidingstijden kunt u het apparaat
10 minuten voor het einde van de bereidingstijd
uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het
afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
8
Page 9
Het apparaat leren kennen nl
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over de indicaties en
bedieningselementen. Daarnaast leert u verschillende
functies van uw apparaat kennen.
Aanwijzing: Afhankelijk van het apparaattype zijn kleur-
en detailafwijkingen mogelijk.
'KHWHOXFKW
POPGG
NFOVTUBSUTUPQ
Bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel stelt u met behulp van toetsen
en een draaiknop de verschillende functies van uw
apparaat in. Het display geeft de actuele instellingen
weer.
&
6WRRPWRHYRHU
#
( Toetsen
De toetsen links en rechts van de draaiknop
hebben een drukpunt. Druk op de toets om deze
in werking te stellen.
0 Draaiknop
U kunt de draaiknop naar rechts of naar links
draaien.
8 Touch-display
Op het touch-display ziet u de actuele
instelwaarden, keuzemogelijkheden en
aanwijzingen. Om in te stellen tipt u op het
betreffende tekstveld. Afhankelijk van de keuze
veranderen de tekstvelden.
@ Touch-veld
Door op het veld te tippen gaat het schakelfront
open. U kunt de watertank uitnemen.
Bedieningselementen
De afzonderlijke bedieningselementen zijn afgestemd
op de verschillende functies van uw apparaat. Zo kunt u
het apparaat eenvoudig en direct instellen.
Toetsen
De betekenis van de verschillende toetsen wordt hier
kort uitgelegd.
ToetsenBetekenis
on/offApparaat in- en uitschakelen
menuMenuFunctiekeuze-menu openen
l/Informatie
Kinderslot
0TijdfunctiesMenu Tijdfuncties openen
Aanwijzingen laten weergeven
Kinderslot activeren en deactive-
ren
cSnel voorverwar-
men
XPaneel openenWatertank vullen of leegmaken
start/stopWerking starten, stoppen of afbre-
--------
Draaiknop
Met de draaiknop wijzigt u de instelwaarden die op het
display zijn weergegeven,
Bij de meeste keuzelijsten, bijv. de
verwarmingsmethoden, begint na het laatste punt het
eerste weer. Bij de temperatuur moet u de draaiknop
bijv. weer terugdraaien wanneer de minimale of
maximale temperatuur bereikt is.
Snel voorverwarmen in- en uitschakelen
~ "Watertank vullen"
op pagina 20
ken
Display
Het display is zo gestructureerd dat u de opgaven met
één blik kunt aflezen.
De waarde die u kunt instellen staat in focus. Hij wordt
in het wit weergegeven tegen een donkere achtergrond.
Statusregel
De statusregel bevindt zich boven in het display. Hier
worden de tijd en de ingestelde tijdfuncties
weergegeven.
Voortgangslijn
Aan de hand van de voortgangslijn ziet u bijv. hoever
de oven al is opgewarmd of de tijdsduur afgelopen is.
De rechte lijn onder de waarde in focus wordt met het
9
Page 10
nl Het apparaat leren kennen
voortschrijden van de werking van links naar rechts
gevuld.
Tijdsafloop
Wanneer u het apparaat heeft gestart zonder een
tijdsduur in te voeren, kunt u rechtsboven in de
statusregel zien hoelang het programma al loopt.
Wanneer u een tijdsduur heeft ingesteld die vervolgens
gewist is, wordt vanaf het moment dat de tijdsduur
afgelopen is verder geteld.Zo kunt u altijd controleren
hoelang het programma al loopt.
Temperatuurregeling
De balken in de temperatuurregeling geven de
opwarmingsfasen of de restwarmte in de binnenruimte
aan.
Verwarmingscontrole
Restwarmte-indicatie
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.Tijdens het
opwarmen kunt u met de toets ² de actuele
opwarmtemperatuur opvragen.
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurverhoging in de binnenruimte weer. Wanneer alle
balken vol zijn, is het optimale tijdstip bereikt om
het gerecht in te schuiven.
Bij de grill- en reinigingsstanden verschijnen de
balken niet.
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft de
temperatuurregeling de restwarmte in de binnenruimte weer.De weergave verdwijnt wanneer de
temperatuur tot ca. 60 °C gedaald is.
Functiekeuze-menu
Het menu is onderverdeeld in verschillende functies. Zo
kunt u snel naar de gewenste functie gaan.
Naargelang het apparaattype zijn er veel verschillende
functies. In de statusregel rechtsboven ziet u hoeveel
bladzijden het functie-menu beslaat. Staat er 1/2 in de
statusregel dan bent u op de eerste van twee
bladzijden.
FunctieGebruik
VerwarmingsmethodenVoor de bereiding van uw gerecht
zijn er vele fijn afgestemde verwarmingsmethoden.
Gerechten ~ "Gerechten"
op pagina 40
Stomen ~ "Stoom"
op pagina 18
Ontkalken
~ "Reinigingsfunctie"
op pagina 31
Drogen ~ "Stoom"
op pagina 18
Reinigingsfunctie
~ "Reinigingsfunctie"
op pagina 31
Instellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 24
Home Connect ~ "Home
Connect" op pagina 26
--------
Hier vindt u voor veel gerechten
de juiste, al geprogrammeerde
instelwaarden.
Voor de bereiding van uw gerecht
zijn er vele fijn afgestemde verwarmingsmethoden met gebruik
van stoom.
Hierdoor verwijdert u de kalk uit
de verdamper.
Altijd gebruiken na het bereiden
met stoom.
Met de reinigingsfunctie wordt uw
oven vrijwel zelfstandig gereinigd.
U kunt de basisinstellingen van
uw apparaat aanpassen aan uw
gewoontes.
Met deze functie kunt u de oven
verbinden met een mobiel eindapparaat.
Verwarmingsmethoden
Om de juiste verwarmingsmethode voor uw gerecht te
kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
VerwarmingsmethodenTemperatuurGebruik
:
%
‘
4D hetelucht *30-250 °CVoor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Boven- en onderwarmte * 30-250 °CVoor het traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor gebak
met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Hetelucht eco30-250°CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zonder voor-
verwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achter-
kant in de binnenruimte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 125-250 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de cir-
culatieluchtmodus en de energie-efficiëntieklasse gebruikt.
Bij zeer hoge temperaturen wordt de temperatuur na
langere tijd enigszins verlaagd door het apparaat.
10
Page 11
Het apparaat leren kennen nl
+
4
(
*
;
&
.
$
'
Boven- en onderwarmte
eco
Circulatiegrillen *30-250 °CVoor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Grill, grootGrillstanden:
Grill, kleinGrillstanden:
Pizzastand30-250 °CVoor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig heb-
Intensieve warmte30-250 °CVoor gerechten met een knapperige bodem.
Langzaam garen70-120 °CVoor het langzaam garen van aangebraden, zachte stukken vlees in open vormen.
Onderwarmte30-250 °CVoor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
Drogen30-150 °CVoor het drogen van kruiden, fruit en groente.
30-250°CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 150-250 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de con-
ventionele modus gebruikt.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator wervelt
de hete lucht rond de gerechten.
Voor het grillen van platte stukken zoals steaks, worstjes of toast en voor het gratine1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
ren.
Het hele oppervlak van het grillelement wordt heet.
Voor het grillen van kleine hoeveelheden, zoals steaks, worstjes of toast en om te gra-
tineren.
Het middelste deel onder het grillelement wordt heet.
ben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achter-
wand zijn ingeschakeld.
De warmte komt van boven en bijzonder sterk van beneden.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven en van onderen.
De warmte komt van onderen.
R
Warmhouden *60-100 °CVoor het warmhouden van bereide gerechten.
,
coolStart-functie30-250 °CVoor de snelle bereiding van diepvriesproducten op hoogte 1. De temperatuur is
afhankelijk van de opgaven van de fabrikant. Gebruik de hoogste temperatuur die op
de verpakking staat aangegeven. De bereidingstijd is zoals aangegeven of korter.Het
heeft geen zin om voor te verwarmen
Servies voorverwarmen30-70 °CVoor het opwarmen van servies.
ˆ
* Bereiden met stoom bij deze verwarmingsmethode mogelijk (gebruik alleen met gevulde watertank)
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende bereik veranderen.
Stoom
Om altijd de juiste verwarmingsmethode met gebruik
van stoom voor uw gerecht te kunnen bepalen, geven
wij hier uitleg over de verschillen en toepassingen.
VerwarmingsmethodeTemperatuurGebruik
Stomen30-100 °CVoor groente, vis, bijgerechten, voor het uitpersen van fruit en om te blancheren
P
W
Regenereren 80-180 °CVoor het opnieuw verwarmen van gerechten en het opbakken van gebak.
Door de toegevoerde stoom drogen de gerechten niet uit
11
Page 12
nl Het apparaat leren kennen
R
?
--------
Deegrijsstand 30-50 °COm gist- en zuurdeeg deeg te laten rijzen en yoghurt te laten rijpen.
Het deeg rijst sneller dan bij kamertemperatuur. Het oppervlak van het deeg
droogt niet uit
Ontdooien30-60 °CVoor groente, vlees, vis en fruit
Door het vocht wordt de warmte behoedzaam overgedragen op de gerechten. De
gerechten drogen niet uit en vervormen niet
Meer informatie
In de meeste gevallen biedt het apparaat u
aanwijzingen en meer informatie over de zojuist
uitgevoerde actie.Druk hiervoor op de toets l.De
aanwijzing wordt enkele seconden weergegeven.
Vele aanwijzingen verschijnen automatisch, bijv. ter
bevestiging of als oproep of waarschuwing.
Functies voor de binnenruimte
Enkele functies vergemakkelijken het gebruik van uw
apparaat. Zo wordt bijv. de binnenruimte volledig
verlicht en een koelventilator beschermt het apparaat
voor oververhitting.
Apparaatdeur openen
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Bij het sluiten van de deur
wordt de werking voortgezet.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, schakelt de
binnenruimteverlichting in. Blijft de deur langer dan
15 minuten open, dan schakelt de binnenverlichting
weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de
binnenruimteverlichting in zodra c wordt gestart.
Wanneer het programma beëindigd is, schakelt de
verlichting uit.
Watertank
Het apparaat is voorzien van een watertank. De
watertank bevindt zich achter het bedieningspaneel.
Voor de bereiding met stoom de tank vullen met water.
~ "Stoom" op pagina 18
( Tankdeksel
0 Opening om te vullen
8 Greep om de watertank uit te nemen en te
plaatsen
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u vastleggen
dat de binnenruimteverlichting bij gebruik niet
inschakelt.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de
oven oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen instellen
hoelang de koelventilator naloopt.
~ "Basisinstellingen" op pagina 24
12
Page 13
Toebehoren nl
_Toebehoren
Toebehoren
Bij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Meegeleverde toebehoren
Uw apparaat is voorzien van de volgende toebehoren:
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken en diepvriesgerechten.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan worden gebruikt om het vet op te
vangen, als u direct op het rooster grilt.
Bij gebruik van stoom kan hij ook als
opvangbak voor afdruipend water worden gebruikt.
Stoombak met gaatjes, grootte S
Voor het stomen van groente, het uitpersen van kleinfruit en het ontdooien
Toebehoren inschuiven
De binnenruimte heeft drie inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
Bij de inschuifhoogtes 2 en 3 de toebehoren altijd
tussen de beide geleidestangen van een inschuifhoogte
schuiven.
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen. Met
de uitschuifrails op hoogte 1 kunt u de toebehoren
verder naar buiten trekken.
Let erop dat de toebehoren zich achter het lipje ‚ op de
uitschuifrails bevinden.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
Stoombak zonder gaatjes, groote S
Voor het garen van rijst, peulvruchten en
granen
Stoombak met gaatjes, grootte XL
Voor het stomen van grote hoeveelheden.
Braadthermometer
Maakt het mogelijk het eindresultaat
exact op uw wensen af te stellen.
In het betreffende hoofdstuk kunt u
lezen hoe deze te gebruiken.
~ "Braadthermometer" op pagina 29
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in
de vakhandel of via Internet.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden,
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
Aanwijzing: U kunt de stoombakken onbeperkt met
alle stoommethodes gebruiken. Wanneer u anders
verwarmingsmethodes met hoge temperaturen wilt
instellen, neemt u de stoombak uit de binnenruimte.
Hoge temperaturen leiden tot permanente
verkleuringen en vervormingen van de stoombak.
De uitschuifrails vergrendelen wanneer ze helemaal
uitgetrokken zijn. Zo kunnen de toebehoren er
gemakkelijk op worden geplaatst.Om de uitschuifrails te
ontgrendelen schuift u ze met een lichte druk terug in
de binnenruimte.
Aanwijzingen
■ Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
■ Schuif de toebehoren altijd volledig in de
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
13
Page 14
nl Toebehoren
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De open kant moet naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden ¾
wijzen.
D
D
Let er bij het inschuiven van platen op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De schuine kant van de toebehoren ƒ
moet van voren naar de apparaatdeur wijzen.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
E
Toebehoren combineren
U kunt het rooster gelijktijdig met de braadslede
inschuiven, om afdruipende vloeistof op te vangen.
Let er bij het plaatsen vanhet rooster op dat beide
afstandhouders ‚ op de achterste rand staan. Bij het
inschuiven van de braadslede bevindt het rooster zich
boven de bovenste geleidestang van de inschuifhoogte.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
D
Kleine stoombakken kunnen alleen met het rooster in
de binnenruimte worden geplaatst.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of via het internet. U vindt een uitgebreid
aanbod voor uw apparaat in onze folders of op internet.
De beschikbaarheid en de mogelijkheid om online te
bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in
uw verkoopdocumenten.
Aanwijzing: Niet alle extra toebehoren passen bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop altijd de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
~ "Servicedienst" op pagina 40
Speciale accessoires
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen en voor braad- en grillstukken.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te vangen, als u direct op
het rooster grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Inzetrooster
Voor vlees, gevogelte en vis.
Om in de braadslede te plaatsen en afdruipend vet en vleesssap op te
vangen.
Braadslede met antiaanbaklaag
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Gebak en vlees laten gemakkelijker los van de braadslede.
Bakplaat met antiaanbaklaag
Voor plaatgebak en klein gebak.
Het gebak laat gemakkelijker los van de bakplaat.
Grote braadpan met inzetrooster
Voor het klaarmaken van grote hoeveelheden.
Deksel voor de grote braadpan
De deksel maakt van de grote braadpan een professionele pan.
Pizzaplaat
Voor pizza's en groot, rond gebak.
Grillplaat
Om te grillen, in plaats van het rooster, of als bescherming tegen spetters. Alleen gebruiken in de braadslede.
Baksteen
Voor zelfgemaakt brood, broodjes en pizza's die een knapperige
bodem moeten hebben.
De baksteen moet tot de aanbevolen temperatuur worden voorverwarmd.
Glazen braadpan
Voor stoofgerechten en ovenschotels.
Bij uitstek geschikt voor de verwarmingsmethode “Gerechten”.
Glazen schaal
Voor grote braadstukken, vochtig gebak en ovenschotels.
Stoombak, met gaatjes, grootte XL
Voor het stomen van grote hoeveelheden.
14
Page 15
Voor het eerste gebruik nl
Stoombak, met gaatjes, grootte S
Voor het stomen van groente, het uitpersen van kleinfruit en het ontdooien.
Stoombak, zonder gaatjes, grootte S
Voor het koken van rijst, peulvruchten en granen.
Porseleinen bak, zonder gaatjes, grootte S
Voor het stomen en serveren van vlees, vis en groente.
Porseleinen bak, zonder gaatjes, grootte L
Voor het stomen en serveren van vlees, vis en groente.
Uittreksysteem enkelvoudig
Met de uitschuifbare rails op hoogte 1 kunt u de accessoires verder
naar buiten trekken, zonder dat ze kantelen.
Decorlijsten
Voor het afdekken van vakbodems van meubels en de grondplaat van
het apparaat.
--------
KVoor het eerste gebruik
Voo r het eers t e gebrui k
Voordat u uw nieuwe apparaat kunt gebruiken moet u
enkele instellingen uitvoeren: Reinig daarnaast de
binnenruimte en de toebehoren.
Voor het eerste gebruik
Informeer voor de eerste ingebruikneming bij uw
waterbedrijf naar de waterhardheid van uw leidingwater.
Om ervoor te zorgen dat het apparaat u er op het juiste
moment aan kan herinneren dat u dient te ontkalken,
dient u de juiste waterhardheid in te stellen.
Attentie!
■ Schade aan het apparaat door gebruik van
ongeschikte vloeistoffen.
Gebruik geen gedistilleerd water, geen sterk
chloridehoudend leidingwater (> 40 mg/l) of andere
vloeistoffen.
Gebruik uitsluitend vers, koud leidingwater, onthard
water of mineraalwater zonder koolzuur.
■ Kans op functiestoringen bij het gebruik van gefilterd
of gedemineraliseerd water.
Het apparaat vraagt eventueel om na te vullen terwijl
de watertank vol is, of de stoomfunctie wordt na
ongeveer 2 minuten afgebroken.
Meng gefilterd of gedemineraliseerd water eventueel
met mineraalwater zonder koolzuur, in de
verhouding één op één.
Aanwijzingen
■ Is het water zeer kalkhoudend, dan raden wij u aan
om onthard water te gebruiken.
■ Gebruikt u uitsluitend onthard water, dan kunt u als
waterhardheid ''onthard“ instellen.
■ Gebruikt u mineraalwater, stel dan waterhardheid “4
zeer hard“ in.
■ Gebruikt u mineraalwater, dan mag dit geen
koolzuur bevatten.
WaterhardheidInstelling
00 onthard
1 (tot 1,3 mmol/l)1 zacht
2 (1,3 - 2,5 mmol/l)2 gemiddeld
3 (2,5 - 3,8 mmol/l)3 hart
4 (meer dan 3,8 mmol/l)4 zeer hard
15
Page 16
nl Voor het eerste gebruik
Eerste gebruik
Na de stroomaansluiting of een stroomonderbreking
verschijnen in het display de instellingen voor het eerste
gebruik.
Aanwijzing: U kunt deze instellingen op elk moment in
de basisinstellingen wijzigen. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 24
Taal instellen
De taal “Deutsch” is standaard ingesteld.
1. Met de draaiknop de gewenste taal instellen.
2. Op de pijl Æ tippen.
De volgende instelling verschijnt.
Tijd instellen
De tijd start bij 12:00 uur.
1. Met de draaiknop de actuele tijd instellen.
2. Op de pijl Æ tippen
Datum instellen
Standaard is de datum 1.1.2014 ingesteld.
1. Tip steeds op de pijl Æ voor de volgende instelling.
2. Met de draaiknop de actuele dag, de maand en het
jaar instellen.
Waterhardheid instellen
Als waterhardheid is “zeer hard“ vooraf ingesteld.
Wijzig deze instelling wanneer het water zachter is.
Informeer bij uw waterleidingbedrijf wat de
waterhardheid is.
1. Met de draaiknop de waterhardheid instellen.
2. Op de pijl Æ tippen.
Op het display verschijnt een melding dat het eerste
gebruik is afgesloten
Met Home Connect
1. Tip op “Met Assistent instellen”.
2. Meer aanwijzingen in het hoofdstuk ~ "Home
Connect" op pagina 26
Apparaat kalibreren en binnenruimte
reinigen.
De kooktemperatuur van het water is afhankelijk van de
luchtdruk. Bij het kalibreren stelt het apparaat zich in op
de drukverhoudingen van de plaats van opstelling.Dit
gebeurt automatisch bij de eerste keer dat stoom wordt
gebruikt. Hierbij ontwikkelt zich veel stoom.
Kalibreren voorbereiden
1. Neem het toebehoren uit de binnenruimte.
2. Verwijder verpakkingsresten, zoals korreltjes
piepschuim, uit de binnenruimte.
3. Neem voor het kalibreren de gladde oppervlakken in
de binnenruimte af met een zachte, vochtige doek.
Apparaat kalibreren en binnenruimte reinigen
Aanwijzingen
■ Het kalibreren kan alleen worden gestart wanneer de
binnenruimte koud is (kamertemperatuur).
■ Tijdens het kalibreren de apparaatdeur niet openen.
Het kalibreren wordt anders afgebroken.
1. Schakel het apparaat in met de toets on/off.
2. U dient de watertank te vullen. ~ "Watertank vullen"
op pagina 20
3. Stel de opgegeven verwarmingsmethode,
temperatuur en tijdsduur voor het kaliberen in en
start het programma. ~ "FullSteam - Bereiden met
stoom" op pagina 18
Kalibreren
VerwarmingsmethodeStomen P
Temperatuur100 °C
Tijdsduur30 minuten
4. Warm het apparaat na het kalibreren op.
Attentie!
Schade aan het email
Geen programma in werking zetten wanneer zich
water op de bodem van de binnenruimte bevindt. Dit
water dient voor gebruik van de binnenruimte te
worden verwijderd.
5. Maak de binnenruimte droog.
6. Stel de opgegeven verwarmingsmethode en
temperatuur voor het opwarmen in en start het
programma.
Opwarmen
Verwarmingsmethode4D-hetelucht :
Temperatuurmaximaal
Tijdsduur30 minuten
7. Zorg ervoor dat de keuken geventileerd is zolang het
apparaat opwarmt.
8. Beëindig de werking van het apparaat na de
opgegeven tijdsduur. Schakel het apparaat uit met
de toets on/off.
9. Wacht tot de binnenruimte is afgekoeld.
10. Reinig de gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
11. Maak de watertank leeg en de binnenruimte droog.
~ "Na gebruik met stoom altijd:" op pagina 21
Aanwijzingen
■ Om ervoor te zorgen dat het apparaat zich na een
verhuizing aanpast aan de nieuwe plaats van
opstelling, zet u het terug naar de
fabrieksinstellingen. Herhaal de eerste
ingebruikneming en het kalibreren.
■ Het apparaat slaat de instellingen van het kalibreren
ook op na een stroomonderbreking of bij afsluiting
van de elektriciteit. Het kalibreren hoeft niet herhaald
te worden.
Toebehoren reinigen
16
Reinig de toebehoren grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje of een zachte borstel.
Page 17
Apparaat bedienen nl
1Apparaat bedienen
App a r aa t bedi enen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt. U komt te weten wat er bij het in- en
uitschakelen gebeurt en hoe u de functies instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
Uw apparaat moet eerst ingeschakeld worden voordat
u iets kunt instellen.
Uitzondering: het kinderslot en de kookwekker kunnen
ook worden ingesteld als het apparaat uitgeschakeld is.
Indicaties op het display of aanwijzingen, bijv. voor de
restwarmte-indicatie in de binnenruimte, blijven ook
zichtbaar wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet gebruikt.
Wanneer er langere tijd niets is ingesteld, schakelt het
apparaat automatisch uit.
Apparaat inschakelen
Met de toets on/off schakelt u het apparaat in.
on/off boven de toets wordt blauw verlicht.
Op het display verschijnt het Siemens-logo en
vervolgens een verwarmingsmethode en een
temperatuur.
Functie instellen
Wanneer u een functie kiest, moet het apparaat
ingeschakeld zijn.
1. Toets menu indrukken..
Het functie-menu wordt geopend.
2. Tip op de gewenste functie.
Afhankelijk van de functie zijn er verschillende
keuzemogelijkheden beschikbaar.
3. Met de draaiknop de keuze veranderen.
Naar keuze andere instellingen veranderen
4. Met de toets start/stop starten.
Op het display verschijnt een tijdsafloop. De
instellingen en de voortgangslijn zijn zichtbaar.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Nadat het apparaat is ingeschakeld verschijnt de
ingestelde verwarmingsmethode met temperatuur. U
kunt deze instelling direct met de toets start/stop
starten. Wilt u een andere verwarmingsmethode
instellen, ga dan als volgt te werk.
Voor andere instellingen kunt u de waarden op de
volgende manier veranderen.
Het voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte
met 180°C.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
welke functie-menu er na het inschakelen moet
verschijnen.
Apparaat uitschakelen.
Met de toets on/off schakelt u het apparaat uit.
De verlichting boven de toets verdwijnt.
Een ingestelde functie wordt afgebroken.
Op het display verschijnt de tijd.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
of de tijd wel of niet wordt weergegeven wanneer het
apparaat uitgeschakeld is.
Werking starten of onderbreken
Om de werking te starten of te onderbreken drukt u op
de toets start/stop. Nadat de werking onderbroken is,
kan de koelventilator doorlopen.
Om alle instellingen te wissen, drukt u op de toets on/
off.
Wanneer u tijdens het gebruik de deur van de
binnenruimte opent, wordt de werking onderbroken.
Om de werking voort te zetten de deur van de
binnenruimte sluiten.
1. Met de draaiknop de verwarmingsmethode
veranderen.
&
%RYHQRQ
2. Op de voorgestelde temperatuur tippen.
3. Met de draaiknop de temperatuur veranderen.
GHUZDUPWH
6WRRPWRHYRHU
PLQV
&
%RYHQRQ
4. Starten met de toets start/stop.
GHUZDUPWH
6WRRPWRHYRHU
PLQV
&
%RYHQRQ
GHUZDUPWH
6WRRPWRHYRHU
Op het display worden de ingestelde
verwarmingsmethode en de temperatuur weergegeven.
17
Page 18
nl Stoom
Snel voorverwarmen
Met de toets c kunt u de binnenruimte bijvonder snel
opwarmen.
Het snel voorverwarmen is niet bij alle
verwarmingsmethoden mogelijk.
Geschikte verwarmingsmethoden:
:4D-hetelucht
%Boven- en onderwarmte
&Intensieve warmte
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht en de accessoires pas in de binnenruimte
wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is.
Instellen
Let erop dat u een geschikte verwarmingsmethode
kiest. De temperatuur moet op meer dan 100 °C zijn
ingesteld, anders start het snel voorverwarmen niet.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. Toets c indrukken.
PLQV
`Stoom
St o o m
Met behulp van stoom kunt u de gerechten op een zeer
gezonde manier bereiden.Bij sommige
verwarmingsmethoden kunt u gerechten bereiden met
toevoeging van stoom. Daarnaast kunt u de
verwarmingsmethoden Deeg laten rijzen, Regenereren
en Ontdooien gebruiken.
:Waarschuwing – Kans op verbrandingen!
Bij het openen van de deur van het apparaat kan hete
stoom vrijkomen. Afhankelijk van de temperatuur is er
geen stoom te zien. Tijdens het openen niet te dicht bij
het apparaat staan. De deur van het apparaat
voorzichtig openen. Zorg ervoor dat kinderen uit de
buurt blijven.
Geluiden
Pomp
Tijdens het gebruik en na uitschakeling hoort u een
brommend geluid. Het geluid ontstaat doordat de
werking van de pomp wordt gecontroleerd.Dit is
normaal.
ꑛ
&
%RYHQRQ
Links naast de temperatuur verschijnt het symbool c.
De temperatuurregeling begint zich te vullen.
Wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is, klinkt er
een signaal. Het symbool c verdwijnt.Plaats het
gerecht in de binnenruimte.
Aanwijzingen
■ Een ingestelde tijdsduur loopt onafhankelijk van de
■ Tijdens het snel voorverwarmen kunt u met de toets
Afbreken
Toets c indrukken.Het symbool c verdwijnt van het
display.
GHUZDUPWH
functie Snel voorverwarmen direct na de start af.
l de actuele temperatuur van de binnenruimte
opvragen.
6WRRPWRHYRHU
Paneel
Tijdens het openen van het paneel hoort u een
brommend of klikkend geluid. Het geluid ontstaat door
het uitschuiven van het paneel. Dit zijn normale
gebruiksgeluiden.
FullSteam - Bereiden met stoom
Tijdens de bereiding met stoom worden de gerechten
omsloten door hete waterdamp, zodat de
voedingsstoffen in de levensmiddelen behouden
blijven. De vorm, de kleur en het typische aroma van de
gerechten blijven bij deze bereidingsmethode intact.
Aanwijzing: Wanneer de watertank tijdens de bereiding
met stoom leegraakt, wordt de werking onderbroken.
Vul de watertank.
Starten
1. Watertank vullen.
Aanwijzing: Schakel de functie Stomen alleen in
wanneer de binnenruimte volledig is afgekoeld
(kamertemperatuur).
2. Menutoets indrukken.
3. Tip op het veld “Stomen”.
4. Met de draaiknop “Stomen P” instellen.
5. Op het veld “Temperatuur” tippen en met de
draaiknop de temperatuur instellen.
6. Op het veld “Tijdsduur” tippen en met de draaiknop
de temperatuur instellen.
7. Starten met de toets start/stop.
Het apparaat warmt op.
18
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt het signaal voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Page 19
Stoom nl
Afbreken
Om de werking af te breken, tipt u op de toets start/
stop.
Afsluiten
Om het apparaat uit te schakelen, tipt u op de toets on/
off.
Menu garen
Met behulp van stoom kunt u complete menu's, met
volledig behoud van de eigen smaak, gelijktijdig
klaarmaken. ~ "Voor u in onze kookstudio uitgetest."
op pagina 42
Bereiden met gebruik van stoom
Bij de bereiding met stoom wordt met verschillende
tussenpozen en intensiteiten stoom in de binnenruimte
geleid. Hierdoor krijgt u een beter bereidingsresultaat.
Uw gerecht
■ krijgt een knapperig korstje
■ krijgt een glanzend oppervlak
■ wordt van binnen sappig en zacht
■ en het volume wordt slechts minimaal gereduceerd
De gewenste combinatie van verwarmingsmethode en
stoomintensiteit stelt u zelf in. Gebruik de opgaven in de
tabellen of kies een programma om een geschikte
verwarmingsmethode en stoomintensiteit te kiezen.
Stoomintensiteit
Voor de stoomtoevoer staan u verschillende
intensiteiten ter beschikking:
■ laag
■ gemiddeld
■ sterk
Geschikte verwarmingsmethoden
Bij deze verwarmingsmethoden kunt u ook stoom
inschakelen:
■ 4D-hetelucht :
■ Boven- en onderwarmte %
■ Circulatiegrillen 4
■ Warmhouden R
Starten
1. Watertank vullen.
2. Met de draaiknop de verwarmingsmethode instellen.
3. Op de temperatuur tippen en met de draaiknop de
temperatuur instellen.
4. Op het veld “Stoomtoevoer” tippen en met de
draaiknop de stoomintensiteit instellen.
5. Starten met de toets start/stop.
Het apparaat warmt op.
Aanwijzing: Als de watertank tijdens gebruik met
stoom leegraakt, verschijnt de melding op het display
dat hij gevuld moet worden. De werking wordt zonder
gebruik van stoom voortgezet.
Toevoer van stoom afbreken
Om de stoomtoevoer voortijdig uit te schakelen tipt u
op het veld “Stoomtoevoer”. Met de draaiknop “Uit”
instellen.
Aanwijzing: De werking wordt zonder gebruik van
stoom voortgezet.
Werking van het apparaat afbreken
Om de werking af te breken, tipt u op de toets start/
stop.
Afsluiten
Om het apparaat uit te schakelen, tipt u op de toets on/
off.
Regenereren
Met de verwarmingsmethode "Regenereren W" kunt u
al bereide gerechten op een gezonde manier opnieuw
opwarmen of bakwaren van de vorige dag opbakken.
De stoom wordt er automatisch bij ingeschakeld.
Aanwijzing: Wanneer de watertank tijdens het
regenereren leegraakt, wordt de werking onderbroken.
U dient de watertank te vullen.
Starten
1. Watertank vullen.
2. Op de menutoets tippen.
3. Tip op het veld “Stomen”.
4. Met de draaiknop “Regenereren W” instellen.
5. Op de temperatuur tippen en met de draaiknop de
temperatuur instellen.
6. Op de tijdsduur tippen en met de draaiknop de
tijdsduur instellen.
7. Starten met de toets start/stop.
Het apparaat warmt op.
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt het signaal voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Afbreken
Om de werking af te breken, tipt u op de toets start/
stop.
Afsluiten
Om het apparaat uit te schakelen, tipt u op de toets on/
off.
Deeg laten rijzen
Met de verwarmingsmethode "Deeg laten rijzen R“ rijst
het deeg duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur en
het droogt niet uit.
Gebruik de opgaven in de tabellen om de juiste
instelling te kiezen. ~ "Voor u in onze kookstudio
uitgetest." op pagina 42
Aanwijzing: Wanneer de watertank leegraakt terwijl het
deeg rijst, wordt de werking onderbroken.U dient de
watertank te vullen.
19
Page 20
nl Stoom
Starten
1. Watertank vullen.
Aanwijzing: Schakel de stand Deeg laten rijzen
alleen in wanneer de binnenruimte volledig is
afgekoeld (kamertemperatuur).
2. Op de menutoets tippen.
3. Tip op het veld “Stomen”.
4. Met de draaiknop “Deeg laten rijzen R” instellen..
5. Op de temperatuur tippen en met de draaiknop de
temperatuur instellen.
6. Op de tijdsduur tippen en met de draaiknop de
tijdsduur instellen.
7. Starten met de toets start/stop.
Het apparaat warmt op.
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt het signaal voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Afbreken
Om de werking af te breken, tipt u op de toets start/
stop.
Afsluiten
Om het apparaat uit te schakelen, tipt u op de toets on/
off.
Ontdooien
Gebruik de verwarmingsmethode “Ontdooien ?” voor
het ontdooien van diepvriesproducten.
Aanwijzing: Wanneer de watertank tijdens het
ontdooien leegraakt, wordt de werking onderbroken. U
dient de watertank te vullen.
Starten
1. Watertank vullen.
2. Op de menutoets tippen.
3. Tip op het veld “Stomen”.
4. Met de draaiknop “Ontdooien ?” instellen.
5. Op de temperatuur tippen en met de draaiknop de
temperatuur instellen.
6. Op de tijdsduur tippen en met de draaiknop de
tijdsduur instellen.
7. Starten met de toets start/stop.
Het apparaat warmt op.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op. Op het
display staat de tijdsduur 00m 00s.
Watertank vullen
De watertank bevindt zich achter het paneel. Voordat u
een programma met stoom start, dient u het paneel te
openen en water in de watertank te doen.
Zorg ervoor dat u de waterhardheid correct heeft
ingesteld. ~ "Basisinstellingen" op pagina 24
:Waarschuwing – Risico van letsel en
verbranding!!
Vul de watertank uitsluitend met water of de door ons
aanbevolen ontkalkingsoplossing. Doe geen
ontvlambare vloeistoffen (bijv. alcoholhoudende
dranken) in de watertank. Door hete oppervlakken in de
binnenruimte kunnen dampen van brandbare
vloeistoffen vlam vatten (explosieve verbranding). De
apparaatdeur kan openspringen. Er kunnen hete
dampen en steekvlammen naar buiten treden.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Tijdens het gebruik van het apparaat kan de watertank
heet worden. Heeft u het apparaat zojuist gebruikt,
wacht dan tot de watertank is afgekoeld. Neem de
watertank uit de tankschacht.
Attentie!
Schade aan het apparaat door gebruik van ongeschikte
vloeistoffen.
Gebruik geen gedistilleerd water, geen sterk
chloridehoudend leidingwater (> 40 mg/l) of andere
vloeistoffen.
Gebruik uitsluitend vers, koud leidingwater, onthard
water of mineraalwater zonder koolzuur.
Attentie!
Kans op functiestoringen bij het gebruik van gefilterd of
gedemineraliseerd water.
Het apparaat vraagt eventueel om na te vullen terwijl de
watertank vol is of de stoomfunctie wordt na ongeveer 2
minuten afgebroken.
Meng gefilterd of gedemineraliseerd water eventueel
met mineraalwater zonder koolzuur, in de verhouding
één op één.
1. Op het veld X tippen.
Het paneel wordt automatisch naar voren
geschoven.
2. Paneel met beide handen naar voren trekken en
vervolgens naar boven schuiven tot het vergrendelt
(Afb. !).
3. Watertank optillen en uit de tankschacht nemen
(Afb. ").
Afbreken
Om de werking af te breken, tipt u op de toets start/
stop.
Afsluiten
Om het apparaat uit te schakelen, tipt u op de toets on/
off.
20
1
4. Deksel bij de afdichting aandrukken, zodat er geen
water uit de watertank kan lopen.
2I
Page 21
Stoom nl
5. Afdekking ‚ verwijderen (Afb. #).
Aanwijzing: De afdekking ‚ is al naar gelang het
apparaattype aanwezig.
6. Watertank tot de markering "max" vullen met koud
water (Afb. $).
D
7. Afdekking ‚ weer aanbrengen in de opening van de
watertank.
8. De gevulde watertank terugplaatsen (Afb. %). Let
erop dat de watertank achter beide houders ƒ
vergrendelt (Afb.
I
&).
E
E
:Waarschuwing – Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt heet tijdens de bereiding. Laat het
voor de reiniging afkoelen.
Attentie!
Schade aan het email: start geen programma of functie
wanneer zich water op de bodem van de binnenruimte
bevindt. Dit water dient voor gebruik te worden
verwijderd.
Na de bereiding met stoom wordt het restwater
teruggepompt in de watertank. Maak de watertank leeg
en droog hem vervolgens. In de binnenruimte blijft
vocht achter. U kunt de binnenruimte handmatig
droogmaken of met behulp van de functie “Drogen”.
Aanwijzingen
■ Na uitschakeling van het apparaat is het veld X wat
langer verlicht, om u eraan te herinneren de
watertank leeg te maken.
■ Kalkvlekken verwijderen met een in azijn gedrenkte
doek, afnemen met helder water en drogen met een
zachte doek.
Watertank leegmaken
Attentie!
■ De watertank niet laten drogen in de hete
binnenruimte. De tank raakt dan beschadigd.
■ De watertank niet reinigen in de vaatwasmachine.De
tank raakt dan beschadigd.
9. Paneel langzaam naar beneden schuiven,
vervolgens naar achteren drukken tot het volledig
gesloten is.
De watertank is gevuld. U kunt nu stoom gebruiken
bij de bereiding.
Watertank bijvullen
Aanwijzingen
■ Programma's waarbij stoom wordt gebruikt lopen
zonder toevoeging van stoom door.
■ Wanneer de watertank tijdens het gebruik van
stoom, het laten rijzen van deeg, het regenereren of
ontdooien leegraakt, wordt de werking onderbroken.
U dient de watertank te vullen.
1. Paneel openen.
2. Watertank uitnemen en bijvullen.
3. Plaats de gevulde watertank terug en het paneel
sluiten.
Na gebruik met stoom altijd:
:Waarschuwing – Kans op verbrandingen!
Bij het openen van de deur van het apparaat kan hete
stoom vrijkomen. Afhankelijk van de temperatuur is er
geen stoom te zien. Tijdens het openen niet te dicht bij
het apparaat staan. De deur van het apparaat
voorzichtig openen. Zorg ervoor dat kinderen uit de
buurt blijven.
1. Paneel openen.
2. Watertank uitnemen.
3. Deksel van de watertank voorzichtig afnemen.
4. Watertank leegmaken, schoonmaken met
afwasmiddel en grondig uitspoelen met helder
water.
5. Alle onderdelen drogen met een zachte doek.
6. Dichting van het deksel na gebruik droogwrijven.
7. Met het deksel eraf laten drogen.
8. Deksel op de watertank plaatsen en aandrukken.
9. Watertank terugplaatsen en paneel sluiten.
Druipgoot droogmaken
1. Apparaat laten afkoelen.
2. Apparaatdeur openen.
3. Water in de druipgoot ‚ voorzichtig opnemen met
een schoonmaakdoekje (Afb. !).
Let er bij het droogmaken op dat de dichting ƒ niet
losraakt van de druipgoot (Afb. ").
1
2
E
D
21
Page 22
nl Tijdfuncties
De druipgoot ‚ bevindt zich onder de binnenruimte
(Afb.
#).
D
Aanwijzing: Is de dichting losgeraakt, maak hem
dan weer vast aan de druipgoot. ~ "Apparaatdeur"
op pagina 36
Het drogen starten
Tijdens het drogen wordt de binnenruimte verwarmd,
zodat er vocht in de binnenruimte verdampt. Open
vervolgens de apparaatdeur, zodat de waterdamp uit
de binnenruimte verdwijnt.
Attentie!
Schade aan het email: start geen programma of functie
wanneer zich water op de bodem van de binnenruimte
bevindt. Dit water dient voor gebruik te worden
verwijderd.
1. Het apparaat af laten koelen.
2. Grove verontreiniging in de binnenruimte direct
verwijderen en vocht van de bodem afnemen.
3. Zo nodig op de toets on/off tippen om het apparaat
in te schakelen.
4. Op de menutoets drukken.
De keuzelijst met de functies verschijnt.
5. Tip op het veld “Verder”.
6. Tip op het veld ”Droogfunctie”.
7. Op de toets start/stop drukken.
Het drogen wordt gestart en na 10 minuten
automatisch beëindigd.
8. Apparaatdeur openen en 1 tot 2 minuten open laten,
zodat het vocht uit de binnenruimte kan ontsnappen.
De binnenruimte handmatig schoonmaken
1. Apparaat laten afkoelen.
2. Vervuiling uit de binnenruimte verwijderen.
3. Binnenruimte met een spons droogmaken.
4. Apparaatdeur 1 uur open laten, zodat de
binnenruimte helemaal droog wordt.
OTijdfuncties
Ti j df un c t i es
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties.
TijdfunctieGebruik
QKookwekkerDe kookwekker functioneert als een eier-
wekker. Na afloop van de ingestelde tijd
klinkt een signaal.
+TijdsduurNa afloop van een ingestelde tijd klinkt
een signaal. Het apparaat schakelt automatisch uit.
*EindtijdStel een tijdsduur en een eindtijd in. Het
apparaat schakelt automatisch in, zodat
de werking op het gewenste tijdstip beëindigd is.
Aanwijzingen
■ Een tijdsduur tot één uur kunt u op de minuut
precies instellen.
Een tijdsduur van langer dan een uur kunt u instellen
in stappen van 5 minuten.
■ Afhankelijk van de richting waarin u de draaiknop
draait, begint de tijdsduur bij een voorgestelde
waarde: links 10 minuten,
rechts 30 minuten.
■ Aan het einde van elke tijdsfunctie klinkt een signaal
en in de statusregel staat "Beëindigd".
■ Met de toets l kunt u tussentijds informatie
opvragen, die dan kort op het display verschijnt.
Kookwekker
U kunt de wekker op elk moment instellen, ook
wanneer het apparaat uitgeschakeld is. Hij loopt parallel
aan de andere tijdinstellingen en heeft een eigen
signaal. Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur
afgelopen is.
U kunt maximaal 24 uur instellen.
1. Toets 0 indrukken.
Het veld voor de wekker gaat open.
2. Met de draaiknop de wekkertijd instellen.
Na enkele seconden start de wekker.
Het symbool U voor de wekker en de aflopende tijd
wordt links in de statusregel weergegeven.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Er klinkt een signaal. Op het display verschijnt
“Kookwekker afgelopen”. U kunt het signaal met de
toets 0 voortijdig uitschakelen.
22
Wekkertijd afbreken
Met toets 0 het menu Tijdfuncties openen en de tijd
terugdraaien. Het menu met de toets 0 sluiten.
Wekkertijd veranderen
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen en met
de draaiknop in de volgende seconden de wekkertijd
wijzigen. Met de toets 0 de wekker starten.
Page 23
Tijdfuncties nl
Tijdsduur
Wanneer u een tijdsduur (bereidingstijd) voor uw
gerecht instelt, wordt de werking na deze tijd
automatisch beëindigd. De oven warmt niet meer op.
U kunt maximaal 23 uur en 59 minuten instellen.
Voorwaarde: er zijn een verwarmingsmethode en een
temperatuur ingesteld.
Voorbeeld: instelling voor 4D-hetelucht, 180 °C,
tijdsduur 45 minuten.
1. Toets 0 indrukken.
Het menu Tijdfuncties gaat open.
ꑘ
ꑘ
:HNNHU
:HNNHU
PLQV
ꑖ
2. Met de draaiknop de tijdsduur instellen.
ꑖ PLQV
ꑗ
1. Tip op het veld “Einde y”
De eindtijd wordt weergegeven.
ꑘ
:HNNHU
ꑖ
PLQV
ꑗ
2. Met de draaiknop de eindtijd op een later tijdstip
zetten.
ꑘ
:HNNHU
ꑖ PLQV
ꑗ
3. Met de toets start/stop bevestigen.
ꑗ$SSDUDDWVWDUW KPLQ
&
'
KHWHOXFKW
6WRRPWRHYRHU
3. Starten met de toets start/stop.
Het verloop van de tijdsduur x is te zien in de
statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel staat “Beëindigd". U kunt het signaal
voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Tijdsduur afbreken
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen. De
tijdsduur terugdraaien. Op het display worden nu de
ingestelde verwarmingsmethode en temperatuur
weergegeven.
Tijdsduur veranderen
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen. Met de
draaiknop de tijdsduur veranderen.
Eindtijd
Verandert u de eindtijd, let er dan op dat
levensmiddelen die snel bederven niet te lang in de
binnenruimte mogen staan.
Voorwaarde: de ingestelde functie is niet gestart. Er is
een tijdsduur ingesteld. Het menu Tijdfuncties 0 is
geopend.
Voorbeeld in de afbeelding: u plaatst het gerecht om
9.30 uur in de oven. De bereidingsduur bedraagt 45
minuten en het gerecht is om 10.15 uur klaar. U wilt
echter dat het om 12.45 uur klaar is.
De oven bevindt zich in de wachtstand. In de
statusregel verschijnt het symbool y en het tijdstip
waarop de werking beëindigd is. De werking start op
het juiste tijdstip. Het verloop van de tijdsduur is te zien
in de statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel staat “Beëindigd". U kunt het signaal
voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Eindtijd corrigeren
Dit is mogelijk zolang de oven zich in de wachtstand
bevindt. Het menu Tijdfuncties met de toets 0 openen,
op “Einde y” tippen en met de draaiknop de eindtijd
corrigeren. Het menu met de toets 0 sluiten.
Eindtijd afbreken
Dit is mogelijk zolang de oven zich in de wachtstand
bevindt. Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen.
Op “Einde y” tippen en met de draaiknop de eindtijd
terugdraaien. De tijdsduur loopt direct af.
23
Page 24
nl Kinderslot
AKinderslot
Kinder s l ot
Om te voorkomen dat kinderen het apparaat per
ongeluk inschakelen of instellingen wijzigen, is het
voorzien van een kinderslot.
Het bedieningsveld wordt geblokkeerd en er kan niets
worden ingesteld. Het apparaat kan alleen met de toets
on/off worden uitgeschakeld.
Activeren en deactiveren
U kunt het kinderslot activeren en deactiveren terwijl het
apparaat uitgeschakeld is.
Druk steeds ca. 4 seconden lang op de toets /. Op
het display verschijnt een aanwijzing ter bevestiging en
in de statusregel verschijnt het symbool /.
QBasisinstellingen
Bas i si ns t e l l i n g e n
Er zijn verschillende instellingen beschikbaar om uw
apparaat optimaal en eenvoudig te kunnen bedienen. U
kunt nu deze instellingen naar wens wijzigen:
Instellingen veranderen
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. Functie “Instellingen” kiezen.
De eerste basisinstelling verschijnt:
3. Met de draaiknop de waarden veranderen.
4. Op de pijl Æ tippen om naar de volgende
basisinstellingen te gaan.
5. Om op te slaan de menutoets indrukken..
Op het display verschijnt afwijzen of opslaan.
Lijst met instellingen
U vindt in de lijst alle basisinstellingen en de
mogelijkheden om te wijzigen. Afhankelijk van de
uitvoering van uw apparaat worden op het display
alleen de instellingen weergegeven die bij uw apparaat
passen.
U kunt de volgende instellingen veranderen:
InstellingKeuze
Taal kiezenAndere talen mogelijk
TijdActuele tijd instellen
DatumActuele datum instellen
Waterhardheid0 (onthard)
1 (zacht)
2 (gemiddeld)
3 (hard)
4 (zeer hard)
Geluidssignaal tijdsduurkort (30 s)
gemiddeld (1 m)
lang (5 m)
ToetssignaalUitgeschakeld (toetssignaal bij in- en uit-
schakelen met on/off blijft)
Ingeschakeld
Display-helderheidIn te stellen in 5 stappen
TijdsindicatieDigitaal met datum
Analoog
Uit
VerlichtingIn gebruik aan
In gebruik uit
Kinderslot*Deurvergrendeling + toetsblokkering
Alleen toetsblokkering
Werking na inschakelenHoofdmenu
Verwarmingsmethoden
Stomen
Gerechten*
24
Page 25
Sabbatinstelling nl
NachtverduisteringUitgeschakeld
Ingeschakeld (display verduisterd tussen
22:00 en 5:59 uur)
MerklogoWeergeven
Niet weergeven.
Ventilator-nalooptijdAanbevolen
Minimaal
UittreksysteemNiet achteraf aangebracht
Achteraf aangebracht
SabbatinstellingIngeschakeld
Uitgeschakeld
Home ConnectWifi in- of uitschakelen ~ "Home
Connect" op pagina 26
FabrieksinstellingenTerugzetten
Niet terugzetten
*) Beschikbaar, afhankelijk van het apparaattype
Attentie!
Bij rekjes en 1-voudig uittreksysteem: instelling “niet
achteraf aangebracht”.
Bij 2- en 3-voudig uittreksysteem: instelling "achteraf
aangebracht".
Aanwijzing: Wijzigingen aan de instellingen van de taal,
het toetssignaal en de display-helderheid hebben direct
effect. Alle andere gaan pas in nadat de instellingen zijn
opgeslagen.
--------
Tijd wijzigen
In de basisinstellingen kunt u de tijd veranderen.
Voorbeeld: de tijd wijzigen van zomer- in wintertijd.
FSabbatinstelling
Sabbati nst el l i ng
Met de sabbatinstelling kunt u een tijdsduur tot 74 uur
instellen.De gerechten in de oven blijven warm, zonder
dat u deze hoeft in of uit te schakelen.
Sabbatinstelling starten
Voorwaarde: u heeft in de basisinstellingen
“Sabbatinstelling ingeschakeld“ geactiveerd.
~ "Basisinstellingen" op pagina 24
De binnenruimte warmt op met boven- en onderwarmte
en een temperatuur tussen 85 °C en 140 °C.
1. Toets on/off indrukken.
Op het display worden een verwarmingsmethode en
een temperatuur voorgesteld.
2. De draaiknop naar links draaien en de
verwarmingsmethode “Sabbatinstelling” kiezen.
3. Op de voorgestelde temperatuur tippen en de
temperatuur met de draaiknop instellen.
4. Met de toets 0 het tijdfunctie-menu openen en op
het veld “Tijdsduur” tippen.
Er wordt 25:00 uur voorgesteld.
5. Met de draaiknop de gewenste tijdsduur instellen.
6. Starten met de toets start/stop.
Het verloop van de tijdsduur is te zien in de
statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel verschijnt “Beëindigd".
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Het is niet mogelijk de eindtijd op een later tijdstip te
zetten.
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. Op “Instellingen” tippen.
3. Met de pijl Æ naar “Tijd” tippen.
4. Met de draaiknop de tijd wijzigen.
5. Menutoets indrukken.
Op het display verschijnt opslaan of afwijzen.
Stroomuitval
Na een lange stroomonderbreking verschijnen op het
display de instellingen voor het eerste gebruik.
Stel de taal, de tijd en de datum opnieuw in.
Sabbatinstelling afbreken
Toets on/off indrukken. Alle instellingen zijn gewist. U
kunt opnieuw instellen.
25
Page 26
nl Home Connect
oHome Connect
Home Connect
Dit apparaat is geschikt voor Wi-Fi en kan op afstand
worden bestuurd met een mobiel apparaat.
Wanneer het apparaat niet is verbonden met het
thuisnetwerk, dan werkt het apparaat op dezelfde
manier als een oven zonder netwerkverbinding en kan
nog steeds worden bediend via het display.
De beschikbaarheid van de Home Connect functie
hangt af van de beschikbaarheid van de Home Connect
services in uw land. Home Connect services zijn niet in
elk land beschikbaar. U kunt meer informatie vinden
over dit onderwerp op www.home-connect.com.
Aanwijzingen
■ Zorg ervoor dat u veiligheidsinstructies in deze
gebruikshandleiding opvolgt en hieraan voldoet,
zelfs wanneer u niet thuis bent en het apparaat via
de Home Connect app bedient. U moet tevens de
instructies in de Home Connect app
opvolgen.~ "Belangrijke veiligheidsvoorschriften"
op pagina 5
■ Het bedienen van het apparaat direct op het
apparaat heeft altijd de prioriteit. Gedurende deze
tijd is het niet mogelijk het apparaat te bedienen via
de Home Connect app.
3. WPS toets op de router indrukken.
Wacht tot er op het display “Netwerkverbinding
geslaagd” staat.
'
1HWZHUNYHUELQGLQJ
1HWZHUNYHUELQGLQJJHVODDJG
4. Op “Met app verbinden” tippen.
'
$VVLVWHQW
EHsLQGLJHQ
0HWDSS
YHUELQGHQ
Apparaat gereed voor verbinding met app.
5. App op het mobiele eindapparaat starten en de
aanwijzingen voor de automatische
netwerkaanmelding opvolgen.
De aanmeldingsprocedure is afgesloten wanneer “Met
app verbinden geslaagd” op het display staat.
9DQKHWQHW
ZHUNORVPDNHQ
Instellen
Om instellingen via Home Connect te kunnen uitvoeren,
moet de Home Connect app op uw mobiele
eindapparaat geïnstalleerd en geconfigureerd zijn.
Zie hiervoor de meegeleverde documentatie van Home
Connect.
Om de instellingen uit te voeren, volgt u de stappen die
de app aangeeft.
Voor het configureren moet de app geopend zijn.
Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk
Aanwijzingen
■ U heeft een router met WPS functionaliteit nodig.
■ U kunt de Home Connect Assistent starten tijdens de
eerste ingebruikname of via het menu.
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Home Connect Assistent” tippen.
Apparaat gereed voor het tot stand brengen van de
automatische netwerkverbinding.
Op het display staan de SSID en de sleutel van het
ovennetwerk.
26
+DQGPYHUELQGHQ$VVLVWDIEUHNHQ
'
1HWZHUNYHUELQGLQJ
+DQGPDWLJHQHWZHUNYHUELQGLQJ
66,'+RPH&RQQHFW
.H\+RPH&RQQHFW
PLQV
$XWRPYHUELQGLQJ$VVLVWDIEUHNHQ
Page 27
Home Connect nl
4. Mobiel eindapparaat met de SSID “HomeConnect”
aanmelden bij het ovennetwerk met de sleutel
“HomeConnect”.
Wachten tot “Netwerkverbinding geslaagd” op het
display staat.
'
1HWZHUNYHUELQGLQJ
1HWZHUNYHUELQGLQJJHVODDJG
Starten op afstand
Wilt u een ovenfunctie starten via uw mobiele
eindapparaat, dan moet Starten op afstand worden
geactiveerd.
Aanwijzingen
■ “Starten op afstand” is alleen te zien wanneer de
Home Connect Assistent met succes is afgesloten.
■ Houd er rekening mee dat enkele functies niet op
afstand gestart kunnen worden.
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Starten op afstand” tippen.
Op het display verschijnt C
In de volgende situaties wordt het starten op afstand
automatisch gedeactiveerd:
■ Ovendeur openen 15 min. na het activeren van
Starten op afstand.
■ Ovendeur openen 15 min. nadat de ovenfunctie
beëindigd is.
■ 24 uur na het activeren van Starten op afstand.
Wanneer u de ovenfunctie direct aan het apparaat start,
wordt automatisch Starten op afstand geactiveerd.
Hiermee kunt u wijzigingen op het mobiele apparaat
uitvoeren of een nieuw programma starten.
Home Connect instellingen
U kunt Home Connect op elk moment aan uw wensen
aanpassen.
5. Op “Met app verbinden” tippen.
'
$VVLVWHQW
EHsLQGLJHQ
0HWDSS
YHUELQGHQ
Apparaat gereed voor verbinding met app.
6. App op het mobiele eindapparaat starten en de
aanwijzingen voor de handmatige
netwerkaanmelding opvolgen.
De aanmeldingsprocedure is afgesloten wanneer “Met
app verbinden geslaagd” op het display staat.
9DQKHWQHW
ZHUNORVPDNHQ
0HWDSSYHUELQGHQ
9HUELQGLQJPHWDSSJHVODDJG
Aanwijzing: Druk in de Home Connect instellingen op
de toets l om het netwerk en de apparaatinformatie
weer te geven.
WiFi
Is WiFi geactiveerd, dan kunt u gebruikmaken van de
Home Connect functionaliteit.
Aanwijzing: Bij de functie Gereed voor bedrijf heeft uw
apparaat binnen het netwerk max 3 W nodig.
1. Menutoets indrukken
2. Op “Instellingen” tippen.
3. Op “Home Connect” tippen.
4. Op “WiFi” tippen, om de radiomodule in of uit te
schakelen.
'
:L)L
7HUXJQDDU
LQVWHOOLQJHQ
+RPH&RQQHFWLQVWHOOLQJHQ
9DQKHWQHW
DDQ
ZHUNORVPDNHQ
0HWDSS
YHUELQGHQ
$IVWEHGLHQLQJ
DDQ
Loskoppelen van het netwerk
Loskoppel en van het net werk
U kunt uw oven op elk moment losmaken van het
netwerk.
Aanwijzing: Wanneer uw oven losgemaakt is van het
netwerk, kan hij niet via Home Connect worden
bediend.
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Instellingen” tippen.
27
Page 28
nl Home Connect
3. Op “Home Connect” tippen.
4. Op “V. Netwerk losmaken” tippen.
'
:L)L
7HUXJQDDU
LQVWHOOLQJHQ
+RPH&RQQHFWLQVWHOOLQJHQ
9DQKHWQHW
DDQ
ZHUNORVPDNHQ
0HWDSS
YHUELQGHQ
$IVWEHGLHQLQJ
DDQ
Netwerk verbinden
Net we r k ver bi nden
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Instellingen” tippen.
3. Op “Home Connect” tippen.
4. Op “Netwerk verbinden” tippen.
5. Op “Handmatig verbinden” of
“Automatisch verbinden” tippen.
6. Aanwijzingen in het hoofdstuk
“Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk” of
“Automatische aanmelding bij het thuisnetwerk”
opvolgen.
Met app verbinden
Wanneer de Home Connect app op uw mobiele
eindapparaat is geïnstalleerd, kunt u het verbinden met
uw oven.
Aanwijzing: Het apparaat moet verbonden zijn met het
netwerk.
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Instellingen” tippen.
3. Op “Home Connect” tippen.
4. Op “Met app verbinden” tippen.
'
+RPH&RQQHFWLQVWHOOLQJHQ
1. Menutoets indrukken.
2. Op “Instellingen” tippen.
3. Op “Home Connect” tippen.
4. Op “Starten op afstand” tippen, om de bediening via
de Home Connect app in of uit te schakelen.
'
:L)L
DDQ
7HUXJQDDU
LQVWHOOLQJHQ
+RPH&RQQHFWLQVWHOOLQJHQ
9DQKHWQHW
ZHUNORVPDNHQ
$IVWEHGLHQLQJ
0HWDSS
YHUELQGHQ
DDQ
Afstandsdiagnose
Bij storingen kan de servicedienst toegang tot uw
apparaat krijgen om een diagnose op afstand uit te
voeren.
Neem contact op met de servicedienst en zorg ervoor
dat uw apparaat met de Home Connect-server is
verbonden. Controleer of de dienst diagnose op afstand
in uw land beschikbaar is.
Aanwijzing: Ga voor meer informatie naar Help &
Support op de Home Connect-website van uw land:
www.home-connect.com. Daar kunt u ook zien of de
dienst diagnose op afstand in uw land beschikbaar is.
Aanwijzing voor gegevensbeveiliging
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
verbonden met een WLAN-netwerk dat op het internet is
aangesloten, geeft het de volgende
gegevenscategorieën door aan de Home Connect
server (eerste registratie):
:L)L
DDQ
7HUXJQDDU
LQVWHOOLQJHQ
9DQKHWQHW
ZHUNORVPDNHQ
0HWDSS
YHUELQGHQ
$IVWEHGLHQLQJ
DDQ
Afstandsbediening
U kunt met de Home Connect app gemakkelijk toegang
krijgen tot de functies van uw oven.
Aanwijzingen
■ De bediening direct aan het apparaat heeft altijd
voorrang.Gedurende deze tijd is de bediening via de
Home Connect app niet mogelijk.
■ Bij levering is de afstandsbediening geactiveerd.
■ Is de afstandsbediening gedeactiveerd, dan worden
in de Home Connect app alleen de
bedrijfstoestanden weergegeven.
■ De afstandsbediening wordt automatisch
geactiveerd bij activering van Starten op afstand.
■ Eenduidige identificatie van het apparaat (bestaande
uit apparaatsleutels en het MAC addres van de
gewijzigde Wi-Fi communicatiemodule).
■ Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi
communicatiemodule (voor de informatietechnische
beveiliging van de verbinding).
■ De actuele software- en hardwareversie van uw
huishoudelijke apparaat.
■ Status van een eventuele eerdere reset naar de
fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het gebruik van de Home
Connect functionaliteiten voorbereid. Deze registratie
dient pas te worden uitgevoerd op het moment dat u
voor het eerst van de Home Connect functionaliteiten
gebruik wilt maken.
Aanwijzing: Houd er rekening mee dat de Home
Connect functionaliteiten alleen kunnen worden
gebruikt in verbinding met de Home Connect app.
Informatie over gegevensbeveiliging kan in de Home
Connect app worden opgevraagd.
28
Page 29
Braadthermometer nl
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart BSH Hausgeräte GmbH dat het
apparaat met Home Connect functionaliteit voldoet aan
de fundamentele vereisten en de overige toepasselijke
bepalingen van de richtlijn 2014/53/EU.
Een uitvoerige RED conformiteitsverklaring vindt u op
het internet onder www.siemens-home.bsh-group.com
op de productpagina van uw apparaat bij de
aanvullende documenten.
2,4 GHz band: 100 mW max.
5 GHz band: 100 mW max.
BEBGCZDKNLEEIEEL
ESFRHRITCYLVLTLU
y
HUMTNLATPLPTROSI€
SKFISEUKNOCHTR
5 GHz WLAN (Wi-Fi): alleen voor het gebruik binnenshuis
@Braadthermometer
Braadt her momet er
Met de braadthermometer Plus kunt u het eindresultaat
exact op uw wensen afstellen. Hij meet de temperatuur
binnen in het gerecht. Zodra de ingestelde temperatuur
bereikt is, schakelt het apparaat automatisch uit.
Verwarmingsmethoden
Wanneer u de braadthermometer in de binnenruimte
heeft geplaatst, staan u de volgende
verwarmingsmethoden ter beschikking.
:4D-hetelucht
‘Hetelucht eco
%Boven- en onderwarmte
+Boven- en onderwarmte eco
;Pizzastand
4Circulatiegrillen
&Intensieve warmte
PStomen
WRegenereren
Aanwijzingen
■ De braadthermometer meet de temperatuur binnen
in het gerecht tussen 30 °C en 99 °C..
■ Gebruik uitsluitend de meegeleverde
braadthermometer. Deze kunt u als accessoire bij
de klantenservice bestellen.
■ Verwijder de braadthermometer na gebruik altijd uit
de binnenruimte. Bewaar deze nooit in de
binnenruimte.
Temperatuur van de binnenruimte
Stel de temperatuur niet hoger in dan 250°C, zodat de
braadthermometer niet beschadigd raakt.
De ingestelde temperatuur van de binnenruimte moet
minstens 10°C hoger zijn dan de ingestelde
kerntemperatuur.
29
Page 30
nl Braadthermometer
De braadthermometer in het gerecht steken
Steek de braadthermometer in het gerecht voordat u
het in de binnenruimte plaatst.
De braadthermometer heeft drie meetpunten. Zorg
ervoor dat het middelste meetpunt in het gerecht steekt.
Vlees: bij grotere stukken steekt u de thermometer van
boven schuin tot de aanslag in het vlees.
Bij kleinere stukken steekt u hem aan de zijkant in, op
de dikste plaats.
Gevogelte: steek de braadthermometer door de dikste
plaats van de borst van het gevogelte in tot de aanslag.
Steek de braadthermometer schuin of in de lengte in
het gevogelte, afhankelijk van de vorm. Draai het
gevogelte vervolgens en leg het met de borstzijde naar
beneden op het rooster.
afstand tussen grillelement en braadthermometer
enkele centimeters bedragen. Het vlees kan tijdens de
bereiding uitzetten.
Kerntemperatuur instellen
Verwarmingsmethoden
1. Apparaat inschakelen.
2. Braadthermometer in de bus links in de
binnenruimte plaatsen.
3. Met de draaiknop de verwarmingsmethode kiezen.
4. Op de voorgestelde temperatuur tippen en de
temperatuur met de draaiknop instellen.
5. Op het veld “Kerntemperatuur” tippen en deze met
de draaiknop instellen.
6. Naar wens op het veld “Stoomtoevoer” tippen en
met de draaiknop de stoomintensiteit instellen.
7. Starten met de toets start/stop.
De voortgangslijn geeft de stijging van de
kerntemperatuur weer.
Stomen
1. Apparaat inschakelen.
2. Braadthermometer in de bus links in de
binnenruimte plaatsen.
3. Menutoets indrukken.
4. Op het veld “Stomen” tippen en met de draaiknop
de verwarmingsmethode instellen.
5. Op het veld “Kerntemperatuur” tippen en deze met
de draaiknop instellen.
6. Starten met de toets start/stop.
De voortgangslijn geeft de stijging van de
kerntemperatuur weer.
Vis: steek de braadthermometer in achter de kop, in de
richting van de middelste graten tot de aanslag. Hele
vis met behulp van een halve aardappel in de
''zwemstand'' op het rooster plaatsen.
Product keren: Wilt u het product keren, verwijder de
braadthermometer dan niet. Controleer na het keren of
de braadthermometer goed in het product is geplaatst.
Verwijdert u de braadthermometer tijdens het gebruik,
dan worden alle instellingen teruggezet en moeten
vervolgens opnieuw worden uitgevoerd.
Attentie!
Zorg ervoor dat het snoer van de braadthermometer
niet ingeklemd raakt.
Om te voorkomen dat de braadthermometer
beschadigd raakt door een te intensieve hitte, moet de
Gerechten
1. Apparaat inschakelen.
2. Braadthermometer in de bus links in de
binnenruimte plaatsen.
3. Menutoets indrukken.
4. Tip op het veld “Gerechten”.
5. Met de draaiknop en het veld “Verder”het gewenste
gerecht kiezen.
6. Naar wens op het veld “Aanpassen” tippen en met
de draaiknop de instellingen aanpassen.
7. Starten met de toets start/stop.
De voortgangslijn geeft de stijging van de
kerntemperatuur weer.
De ingestelde kerntemperatuur is bereikt
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U
kunt de braadthermometer uit de bus nemen. Het
symbool . verdwijnt.
Kerntemperatuur wijzigen
U kunt de kerntemperatuur op elk moment wijzigen.
Afbreken
Neem de braadthermometer uit de bus.
:Waarschuwing – U kunt zich branden!
De ovenruimte en de kerntemperatuurmeter worden
zeer heet. Gebruik ovenwanten voor het aansluiten en
verwijderen van de kerntemperatuurmeter.
30
Page 31
Reinigingsfunctie nl
:Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Bij gebruik van een verkeerde kerntemperatuur kan de
isolatie beschadigd raken. Alleen de voor dit toestel
bestemde kerntemperatuursensor.
Kerntemperaturen van verschillende
levensmiddelen
Gebruik geen diepvriesproducten.De opgaven in de
tabel zijn richtwaarden. Ze zijn afhankelijk van de
kwaliteit en de aard van de levensmiddelen.
Uitgebreide opgaven over de verwarmingsmethode en
temperatuur vindt u aan het einde van de
gebruiksaanwijzing. ~ "Voor u in onze kookstudio
uitgetest." op pagina 42
LevensmiddelenKerntemperatuur in
°C
Gevogelte
Kip80-85
Kipfilet75-80
Eend80-85
Eendenborst, rosé55-60
Kalkoen80-85
Kalkoenfilet80-85
Gans80-90
Varkensvlees
Varkensnek85-90
Varkensfilet, rosé62-70
Varkensrug, doorbakken72-80
Rundvlees
Rosbief of rundvlees, kort gebakken45-52
Rosbief of runderfilet, rosé55-62
Rosbief of runderfilet, doorbakken65-75
.Reinigingsfunctie
Reini gingsfuncti e
Uw apparaat beschikt over de “Reingingsfunctie” en de
functie “Ontkalken”.. Met de reinigingsfunctie worden
de zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte
gereinigd. Met de functie “Ontkalken” verwijdert u kalk
uit de verdamper.
Reinigingsfunctie
De zelfreinigende oppervlakken (achterwand, plafond
en zijwanden) zijn voorzien van een laagje poreuze,
matte keramiek. Spetters tijdens het bakken, braden en
grillen worden door deze laag opgezogen en
afgebroken als de oven in bedrijf is. Als de
oppervlakken niet meer voldoende worden gereinigd en
er donkere vlekken ontstaan, kunnen de oppervlakken
m.b.v. de reinigingsfunctie worden gereinigd.
Aanwijzing: De toepassingen worden door het
apparaat geregistreerd. Het apparaat geeft aan
wanneer er een reiniging wordt aanbevolen. Deze
melding wordt weergegeven tot de reiniging volledig is
uitgevoerd.
Wanneer u hieraan geen gehoor geeft, kan er schade
aan de zelfreinigende oppervlakken ontstaan.
Is uw apparaat al voortijdig sterk vervuild of ziet u
donkere vlekken op de achterwand, wacht dan niet met
de reiniging tot deze melding verschijnt. Hoe vaker de
reiniging namelijk wordt uitgevoerd, des te langer is
gegarandeerd dat de zelfreinigende oppervlakken
gereinigd kunnen worden. U kunt uw apparaat op elk
moment naar wens reinigen m.b.v. de reinigingsfunctie.
Attentie!
Is uw apparaat voorzien van een stoomfunctie, dan
kunnen de meldingen over het ontkalken en de
reinigingsfunctie elkaar overlappen. Volg dan de
melding om het apparaat te ontkalken. Pas na het
ontkalken verschijnt ook weer de melding om de
reinigingsfunctie te gebruiken.
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees of schouderstuk, mager 75-80
Gebraden kalfsvlees, schouder75-80
Kalfsschenkel85-90
Lamsvlees
Lamsbout, rosé60-65
Lamsbout, doorbakken70-80
Lamsrug, rosé55-60
Vis
Vis, heel65-70
Visfilet60-65
Diversen
Gebraden gehakt, alle vleessoorten80-90
Gerechten opwarmen, regenereren65-75
Voor de reiniging
Neem de rekjes, uitschuifrails, toebehoren en vormen
uit de binnenruimte.
De bodem van de binnenruimte en de binnendeur van
het apparaat reinigen
Verwijder grove verontreiniging die zich op de bodem
en bij de verlichting van de binnenruimte en op de
binnendeur van het apparaat bevindt.Anders ontstaan
er mogelijk vlekken die niet meer verwijderd kunnen
worden.
Attentie!
Gebruik geen ovensprays voor de zelfreinigende
oppervlakken. De oppervlakken raken dan beschadigd.
Wanneer er toch ovenspray op deze oppervlakken
terechtkomt, direct afnemen met water en een
vaatdoekje. Niet wrijven en geen schurende
reingingshulp gebruiken.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
; De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet
tijdens het reinigen. Nooit de apparaatdeur aanraken.
31
Page 32
nl Reinigingsfunctie
Het apparaat laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
Reinigingsfunctie instellen
De reiniging duurt 60 minuten.
De tijdsduur kan niet worden veranderd.
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. De “Reinigingsfunctie” kiezen.
Wanneer u het veld “Verder” aantipt, krijgt u
informatie over de reiniging.
3. Met de toets start/stop de reiniging starten.
Het verloop van de tijdsduur is te zien in de
statusregel.
Zorg ervoor dat de keuken geventileerd wordt zolang
de reiniging loopt.
Na afloop van de reiniging
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel verschijnt “Beëindigd". U kunt het signaal
met de toets 0 uitschakelen.
Reiniging afbreken
Toets on/off indrukken. Alle instellingen zijn gewist. U
kunt opnieuw instellen.
Attentie!
Het reinigingsadvies wordt niet teruggezet. Op het
display verschijnt de melding dat de reinigingsfunctie
moet worden gebruikt.
U kunt de reiniging 's nachts laten aflopen
In het hoofdstuk Tijdinstellingen kunt u nalezen hoe u
de eindtijd op een later tijdstip zet. Zo kunt u de oven
op elk moment van de dag gebruiken. ~ "Tijdfuncties"
op pagina 22
Na de reinigingsfunctie
Nadat hij afgekoeld is, de binnenruimte eventueel met
een vochtig doekje afnemen.
Aanwijzing: Tijdens het gebruik en de reiniging kunnen
er roodachtige vlekken op het oppervlak ontstaan. Dit is
geen roest, het gaat om resten van levensmiddelen.
Deze vlekken vormen geen risico voor de gezondheid
en het reinigingsvermogen van de zelfreinigende
oppervlakken wordt hierdoor niet beperkt.
Ontkalken
Voor een goede werking dient u het apparaat
regelmatig te ontkalken.
Het ontkalken gebeurt in een paar stappen. Om
hygiënische redenen is het apparaat pas weer
gebruiksklaar nadat het ontkalken helemaal voltooid is.
In totaal duurt het ontkalken ca. 70 - 95 minuten.
■ Ontkalken (ca. 55 - 70 minuten), maak vervolgens
de watertank leeg en vul hem opnieuw
■ Eerste keer spoelen (ca. 9 - 12 minuten), maak
vervolgens de watertank leeg en vul hem opnieuw
■ Tweede keer spoelen (ca. 9 - 12 minuten), maak
vervolgens de watertank leeg en droog hem
Wordt het ontkalken onderbroken (bijv. door een
stroomonderbreking of uitschakeling van het apparaat),
dan wordt u nadat het apparaat opnieuw ingeschakeld
is gevraagd om twee keer te spoelen. Tot aan het einde
van de tweede spoelcyclus blijft het apparaat
geblokkeerd voor andere toepassingen.
Hoe vaak het apparaat moet worden ontkalkt, hangt af
van de waterhardheid van het gebruikte water. Zodra er
nog 5 of minder keer stoom kan worden gebruikt, wordt
op het display vermeld dat u dient te ontkalken. Het
aantal keren dat gebruik met stoom nog mogelijk is,
wordt na het inschakelen weergegeven. Zo kunt u het
ontkalken op tijd voorbereiden.
Starten
Attentie!
■ Schade aan het apparaat: gebruik voor het
ontkalken uitsluitend het door ons aanbevolen
vloeibare ontkalkingsmiddel. De inwerkingstijden
tijdens het ontkalken zijn afgestemd op het
ontkalkingsmiddel.Andere ontkalkingsmiddelen
kunnen schade aan het apparaat veroorzaken.
Ontkalkingsmiddel bestelnr. 311 680
■ Ontkalkingsoplossing: zorg ervoor dat er geen
ontkalkingsoplossing of ontkalkingsmiddel op het
bedieningspaneel of andere oppervlakken van het
apparaat komt. De oppervlakken raken dan
beschadigd. Gebeurt dit toch, verwijder de
ontkalkingsoplossing dan direct met water.
Wanneer u voor het ontkalken een functie met stoom
heeft gebruikt, dient u het apparaat eerst uit te
schakelen. Dan kan het restwater uit het stoomsysteem
worden gepompt.
1. 400 ml water en 200 ml vloeibaar ontkalkingsmiddel
mengen tot een ontkalkingsoplossing.
2. Toets on/off indrukken.
3. Watertank verwijderen en vullen met de
ontkalkingsoplossing.
4. De met de ontkalkingsoplossing gevulde watertank
volledig inschuiven.
5. Paneel sluiten
6. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
7. De functie Ontkalken kiezen.
Wanneer u het veld “Verder” aantipt, krijgt u
informatie over de reiniging.
De duur van het ontkalken wordt weergegeven.Deze
kan niet worden veranderd.
8. Met de toets start/stop de reiniging starten.
Het apparaat wordt ontkalkt. In de statusregel is het
verloop van de tijdsduur te zien. Zodra het ontkalken
beëindigd is, klinkt er een signaal.
Het apparaat spoelt. Zodra de spoelcyclus
beëindigd is, klinkt er een signaal.
Nareinigen
1. Paneel openen.
2. Watertank leegmaken en drogen.
3. Apparaat uitschakelen.
Het ontkalken is afgesloten en het apparaat is weer
klaar voor gebruik.
DSchoonmaakmiddelen
Sch oo n maakmiddelen
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen we uit hoe u het apparaat
goed onderhoudt en schoonmaakt.
Geschikte schoonmaakmiddelen
Let op de opgaven in de tabellen om te voorkomen dat
de verschillende oppervlakken door verkeerde
schoonmaakmiddelen worden beschadigd. Afhankelijk
van het apparaattype zijn bij uw apparaat niet alle
voorzieningen beschikbaar.
Attentie!
Oppervlakteschade
Gebruik geen
■ scherpe of schurende schoonmaakmiddelen,
■ sterk alcoholhoudende schoonmaakmiddelen,
■ harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■ hogedrukreiniger of stoomreiniger of
■ speciale schoonmaakmiddelen voor de
warmtereiniging.
Was nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uit.
Tip: Bijzonder aanbevelenswaardige schoonmaak- en
verzorgingsmiddelen kunt u kopen bij de servicedienst.
Houd u aan de betreffende aanwijzingen van de
fabrikant.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de
binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
BereikSchoonmaken
Buitenzijde apparaat
Voorzijde van
roestvrij staal
KnststofWarm zeepsop:
Gelakte oppervlakken
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken onmiddellijk
verwijderen. Onder zulke vlekken kan corrosie
ontstaan.
Bij de servicedienst of in de vakhandel zijn speciale schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt zijn voor warme
oppervlakken. Het schoonmaakmiddel heel dun
opbrengen met een zachte doek.
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
33
Page 34
nl Schoonmaakmiddelen
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Als er ontkalkingsmiddel op het bedieningspaneel
komt, dit direct afnemen. Anders ontstaan er
mogelijk vlekken die niet meer verwijderd kunnen
worden.
Ruiten van de
deur
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen schraper of schuursponsjes van roestvrij
staal gebruiken.
DeurgreepWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Als er ontkalkingsmiddel op de deurgreep komt,
direct afnemen. Anders ontstaan er mogelijk vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden.
Binnenzijde apparaat
Emaillen oppervlakken en zelfrei-
Let op de aanwijzingen voor de oppervlakken van
de binnenruimte aan het einde van de tabel.
nigende
oppervlakken
Glazen kapje van
de binnenruimteverlichting
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Bij sterke vervuiling ovenspray gebruiken.
Deurdichting
Niet afnemen!
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Niet schuren.
Deurafscherming van roestvrijstaal:
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal gebruiken.
Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Geen schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal
gebruiken.
van kunststof:
Met warm zeepsop en een schoonmaakdoekje
reinigen. Met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.
Deurafscherming afnemen om hem schoon te
maken.
RekjesWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaak-
doekje of borstel.
UittreksysteemWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonma-
ken.
Verwijder het smeervet niet van de uitschuifrails.
U kunt ze het beste reinigen wanneer ze inge-
schoven zijn. Niet afwassen in de vaatwasma-
chine.
ToebehorenWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaak-
doekje of borstel.
Verontreinigingen op roestvrijstalen vormen door
levensmiddelen die maïzena bevatten (bijv. rijst)
verwijderen met azijnwater.
WatertankWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en grondig
naspoelen met schoon water, om resten van
schoonmaakmiddel te verwijderen.
Met een zachte doek nadrogen. Met het deksel
eraf laten drogen. Dichting van het deksel na
gebruik droogwrijven.
Niet afwassen in de vaatwasmachine.
Braadthermometer
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken.
Niet afwassen in de vaatwasmachine.
--------
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van het
apparaat ontstaan door gebruik van verschillende
materialen, zoals glas, kunststof en metaal.
■ Donkere plekken bij de ruiten van de deur, lijkend op
vegen, zijn lichtreflexen van de verlichting van de
binnenuimte.
■ Het email wordt ingebrand op zeer hoge
temperaturen.Hierdoor kunnen er kleine
kleurverschillen ontstaan. Dit is normaal en heeft
geen nadelige invloed op de werking.
De smalle randen van de bakplaten kunnen niet
volledig worden geëmailleerd. Ze kunnen daarom
ruw zijn. De bescherming tegen corrosie blijft hierbij
intact.
Oppervlakken in de binnenruimte
Achterwand, plafond en zijwanden van de binnenruimte
zijn zelfreinigend. Dit kunt u zien aan het ruwe
oppervlak.
De bodem van de binnenruimte is geëmailleerd en
heeft een gladoppervlak.
Emaillen vlakken reinigen
Reinig de gladde emaillen vlakken met een
schoonmaakdoekje en warm zeepsop of azijnwater.
Met een zachte doek nadrogen.
Ingebrande voedselresten met een vochtige doek en
zeepsop losweken. Bij sterke verontreiniging een
schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger
gebruiken.
Attentie!
Nooit ovenreiniger in de warme binnenruimte
gebruiken. Er kan schade aan het email ontstaan. Vóór
het volgende opwarmen resten uit de binnenruimte en
van de toesteldeur volledig verwijderen.
De binnenruimte na het schoonmaken open laten om te
drogen.
Aanwijzing: Door levensmiddelresten kan witte aanslag
ontstaan. Deze zijn ongevaarlijk en hebben geen
invloed op de werking. Indien nodig kunt u de resten
met citroenzuur verwijderen.
Zelfreinigende oppervlakken schoonmaken
De zelfreinigende oppervlakken zijn voorzien van een
laagje poreuze, matte keramiek. Spatten van het
34
Page 35
Rekjes nl
bakken en braden worden door deze laag opgezogen
en afgebroken terwijl het apparaat in gebruik is.
Wanneer de zelfreinigende oppervlakken zichzelf niet
meer voldoende reinigen en er donkere vlekken
ontstaan, kunnen ze met de reinigingsfunctie worden
schoongemaakt. Volg hiervoor de aanwijzingen in het
betreffende hoofdstuk op. ~ "Reinigingsfunctie"
op pagina 31
Attentie!
Gebruik geen ovensprays voor de zelfreinigende
oppervlakken. De oppervlakken raken dan beschadigd.
Wanneer er toch ovenreiniger op deze oppervlakken
komt, direct afnemen met water en een vaatdoekje. Niet
wrijven en geen schurende reinigingsmiddelen
gebruiken.
Apparaat schoon houden
Om te voorkomen dat er hardnekkig vuil ontstaat, dient
u het apparaat altijd schoon te houden en vuil direct te
verwijderen.
:Waarschuwing – Risico van brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen. Voor gebruik dient u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Tips
■ De binnenruimte na gebruik altijd schoonmaken. Zo
kan er geen vuil inbranden.
■ Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd
onmiddellijk.
■ Voor het bereiden van zeer vochtig gebak de
braadslede gebruiken.
■ Gebruik geschikt gerei om te braden, bijv. een
braadpan.
pRekjes
Rek j e s
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de rekjes kunt
verwijderen en schoonmaken.
Rekjes verwijderen en bevestigen
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
De rekjes worden heel heet. Nooit de hete rekjes
aanraken. Het apparaat altijd laten afkoelen. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Rekjes verwijderen
1. Het rekje aan de voorkant een beetje optillen ‚ en
verwijderen ƒ (Afb. !).
2. Vervolgens het hele rekje naar voren trekken en
uitnemen (Afb.
1
Maak de rekjes schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een
borstel.
Rekjes ophangen
De rekjes passen alleen links of rechts.De uitschuifbare
rails moeten er naar voren kunnen worden uitgetrokken.
").
2
D
E
1. Het rekje eerst in het midden van de achterste bus
steken ‚, tot het aansluit op de wand van de
binnenruimte, en naar achteren drukken ƒ (Afb. !).
2. Het rekje vervolgens in de voorste bus steken„, tot
het ook hier aansluit op de wand van de
binnenruimte en naar beneden drukken … (Afb. ").
1
D
E
2
F
G
35
Page 36
nl Apparaatdeur
qApparaatdeur
Apparaat deur
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de
apparaatdeur kunt verwijderen en schoonmaken.
Apparaatdeur verwijderen en inbrengen
Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren,
kunt u de apparaatdeur verwijderen.
De scharnieren van de apparaatdeur zijn alle voorzien
van een blokkeerhendel.
Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt (Afb. !),
is de apparaatdeur beveiligd. Hij kan niet worden
verwijderd.
Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen van
de apparaatdeur opengeklapt zijn (Afb. "), zijn de
scharnieren beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen.
21
Apparaatdeur inbrengen
1. Dichting ‚ langs de druipgoot aandrukken (Afb. !),
omdat deze ‚tijdens de reiniging kan losraken.
1
D
2. De apparaatdeur in de omgekeerde volgorde weer
inbrengen.
Let er bij het inbrengen van de apparaatdeur op dat
beide scharnieren recht in de opening worden geleid
(Afb. ").
Leg beide scharnieren tegen de onderkant van de
buitenste ruit en gebruik deze bij de geleiding.
Let erop dat de scharnieren in de juiste opening
worden geschoven. Dit moet gemakkelijk gaan,
zonder merkbare weerstand. Voelt u weerstand,
controleer dan of de scharnieren in de juiste opening
zijn geschoven.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■ Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, kunnen
ze met grote kracht dichtklappen.Let erop dat de
blokkeerhendels altijd helemaal dichtgeklapt zijn, of
bij het verwijderen van de apparaatdeur helemaal
opengeklapt.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur
bewegen de scharnieren zich en kunnen ze klem
komen te zitten. Kom niet met uw handen bij de
scharnieren.
Apparaatdeur verwijderen
1. Apparaatdeur in de richting van het apparaat
helemaal open drukken.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afb. !).
3. Apparaatdeur sluiten tot de aanslag ‚. Met beide
handen links en rechts vastpakken ƒ en iets naar
boven trekken (Afb. ").
2
3. Apparaatdeur helemaal openen.Beide
blokkeerhendels weer dichtklappen (Afb. #).
4. Deur van de binnenruimte sluiten.
1I
36
2
E
D
E
Page 37
Apparaatdeur nl
Deurafscherming afnemen
De roestvrijstalen inlegger in de deurafscherming kan
verkleuren. Om de deur grondig schoon te maken kunt
u de afscherming verwijderen.
1. Apparaatdeur een beetje openen.
2. Links en rechts op de afscherming drukken (Afb. !).
3. Afscherming afnemen (Afb. ").
Apparaatdeur voorzichtig sluiten.
1
Aanwijzing: De roestvrijstalen inlegger in de
afscherming schoonmaken met een middel voor
roestvrij staal. De rest van de deurafscherming
schoonmaken met warm zeepsop en een zachte
doek.
4. Apparaatdeur weer een beetje openen De
afscherming plaatsen en aandrukken tot hij hoorbaar
vergrendelt (Afb. #).
2
4. De schroeven links en rechts van de apparaatdeur
losdraaien en verwijderen (Afb. #).
5. Klem er voordat u de deur weer sluit, een
samengevouwen vaatdoek tussen (Afb. $).
De ruit aan de voorkant er naar boven uittrekken en
met de deurgreep naar beneden op een egaal
oppervlak leggen.
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur
bewegen de scharnieren zich en kunnen ze klem
komen te zitten. Kom niet met uw handen bij de
scharnieren.
5. Apparaatdeur sluiten.
Deurruiten verwijderen en inbrengen
Om ze gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten
van de apparaatdeur afnemen.
Van het apparaat verwijderen
1. Apparaatdeur een beetje openen.
2. Links en rechts op de afscherming drukken (Afb. !).
3. Afscherming afnemen (Afb. ").
21
Inbrengen in het apparaat
1. Voorste ruit in de houders geleiden (Afb. !).
2. Voorste ruit sluiten tot de beide bovenste haken zich
tegenover de opening bevinden (Afb. ").
1
3. Tegen de onderkant van de onderste ruit tot hij
hoorbaar vergrendelt (Afb. #)
4. Apparaatdeur weer een beetje openen en vaatdoek
verwijderen.
5. De beide schroeven links en rechts weer
vastdraaien.
6. De afscherming plaatsen en aandrukken tot hij
hoorbaar vergrendelt (Afb. $).
2
37
Page 38
nl Wat te doen bij storingen?
7. Apparaatdeur sluiten.
Attentie!
Gebruik de binnenruimte pas weer wanneer de ruiten
naar behoren zijn ingezet.
3Wat te doen bij storingen?
Wat te doen bij st or i ngen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een
kleinigheid. Probeer voordat u contact opneemt met de
servicedienst de storing zelf op te lossen met behulp
van de tabel.
Aanwijzing: Lukt een gerecht niet helemaal, kijk dan in
het tabellendeel aan het einde van de
gebruiksaanwijzing Hier vindt u vele tips en
aanwijzingen. ~ "Voor u in onze kookstudio uitgetest."
op pagina 42
:Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en
de vervanging van beschadigde aansluitleidingen
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die
zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact
of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact
opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar voor letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.Nooit proberen
het apparaat zelf te repareren. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice. Bij defect van het
apparat met de servicedienst contact opnemen;
Storingentabel
Bij foutmeldingen met E, bijv. E0111, het apparaat uiten inschakelen. Neem contact op met de servicedienst
wanneer de melding weer verschijnt.
StoringMogelijke oorzaakAanwijzing/Oplossing
Het apparaat werkt nietZekering defectControleer in de meterkast of de zekering voor het
apparaat in orde is
StroomuitvalControleer of andere keukenapparaten functioneren
Het ingeschakelde apparaat kan niet
bediend worden, op het display wordt
het symbool 1 weergegeven
De binnenruimte warmt niet op en op
het display staat “Demonstratiemodus ingeschakeld”
Het apparaat start niet en op het display verschijnt “Binnenruimte te heet”
De verlichting in de binnenruimte is
uitgevallen
Home Connect functioneert niet correct.
Het gebruik met stoom of het ontkalken start niet of loopt niet verder
Het apparaat vraagt u te spoelenTijdens het ontkalken is de stroomtoevoer onderbro-
Het kinderslot is geactiveerd.De toets 1 indrukken tot het symbool 1 verdwijnt
Het apparaat bevindt zich in de demonstratiemodus.De zekering in de meterkast uitschakelen en na ca.
10 seconden weer inschakelen. Apparaat inschakelen en in de instellingen “Demonstratiemodus uitgeschakeld” kiezen.
De binnenruimte is te heet voor het gekozen gerecht
of de verwarmingsmethode
LED-lamp defectContact opnemen met de servicedienst.
Watertank leegWatertank vullen
Afscherming is openAfscherming sluiten
Door het ontkalken wordt het gebruik met stoom
geblokkeerd
Sensor defectContact opnemen met de servicedienst
ken of het apparaat uitgeschakeld
Binnenruimte laten afkoelen en opnieuw starten
Ga naar www.home-connect.com
Ontkalken uitvoeren
Nadat het apparaat weer ingeschakeld is, twee keer
spoelen
38
Page 39
Wat te doen bij storingen? nl
Het apparaat vraagt u te ontkalken,
zonder dat eerst de teller verschijnt
Toetsen knipperenNormaal verschijnsel door condenswater achter het
Het bereidingsresultaat bij toepassingen met stoom is te vochtig of te
droog geworden
De melding "Watertank vullen“ verschijnt, hoewel de tank gevuld is
De afscherming voor het uitnemen
van de tank gaat niet open
Tijdens de bereiding komt er stoom
vrij door de ontluchtingssleuven
Bij het stomen ontstaat extreem veel
stoom
Bij het stomen ontstaat herhaaldelijk
extreem veel stoom
Tijdens het gebruik is een plofgeluidje
hoorbaar
--------
De ingestelde waterhardheid is te laagOntkalken uitvoeren
bedieningspaneel
Er is een verkeerde stoomintensiteit gekozenEen lagere of hogere stoomintensiteit kiezen
Afscherming is openAfscherming sluiten
Watertank niet vergrendeldWatertank vergrendelen
Sensor defectContact opnemen met de servicedienst
Watertank is gevallen. Als gevolg van de trillingen zijn
er onderdelen in de watertank losgekomen, hierdoor
raakt hij lek.
Stekker is niet in het stopcontact gestokenApparaat aansluiten op het elektriciteitsnet
StroomuitvalControleer of andere keukenapparaten functioneren
Zekering defectControleer in de meterkast of de zekering voor het
Sensor van het veld X defectContact opnemen met de servicedienst
Normale procedureNiet mogelijk
Apparaat wordt automatisch gekalibreerdNormale procedure
Apparaat kan bij te korte bereidingstijden niet automatisch worden gekalibreerd
Koud/warmeffect bij diepvriesproducten, veroorzaakt
door de waterdamp
Ingestelde waterhardheid controleren en eventueel
aanpassen
Zodra het condenswater verdampt is, knipperen de
toetsen niet meer
~ "Stoom" op pagina 18
nieuwe watertank bestellen
apparaat in orde is
Zo nodig de watertank leegmaken: apparaatdeur openen, de afscherming rechts en links vastpakken en de
afscherming eruit trekken
Apparaat terugzetten naar de fabrieksinstelling en
opnieuw kalibreren
Niet mogelijk
Maximale gebruiksduur overschreden
Uw apparaat beëindigt het gebruik automatisch
wanneer er geen tijdsduur is ingesteld en de instelling
lang niet veranderd is.
Het moment waarop dit gebeurt, is afhankelijk van de
ingestelde temperatuur of grillstand.
Op het display wordt weergegeven dat de werking
automatisch beëindigd is. Vervolgens wordt de werking
afgebroken.
Om het apparaat weer te gebruiken dient u het eerst uit
te schakelen. Schakel het apparaat vervolgens weer in
en stel de gewenste functie in.
Tip: Om te voorkomen dat het apparaat niet ongewenst
uitschakelt, bijv. bij zeer lange bereidingstijden, kunt u
een tijdsduur instellen. Het apparaat warmt op totdat de
ingestelde tijdsduur is afgelopen.
Lampen van de binnenruimte
Voor de verlichting van de binnenruimte beschikt uw
apparaat over een of meerdere duurzame LED-lampen.
Mocht een LED-lamp of het glazen kapje toch eens
defect zijn, neem dan contact op met de servicedienst.
Het kapje van de lamp mag niet verwijderd worden.
39
Page 40
nl Servicedienst
4Servicedienst
Servi cedi enst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat
onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van
medewerkers van de servicedienst te voorkomen.
E-nummer en FD-nummer
Geef aan de servicedienst altijd het volledige
productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van uw apparaat op, zodat wij u goed van dienst
kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers vindt u
wanneer u de apparaatdeur opendoet.
Bij enkele apparaten die werken met stoom vindt u het
typeplaatje achter de afdekking.
=1U)'(1U
7\SH
Om niet te lang te hoeven zoeken kunt u hier direct de
gegevens van uw apparaat en het telefoonnummer van
de servicedienst invullen.
E-nr.
FD-nr.
Servicedienst O
Houd er rekening mee dat een bezoek van
medewerkers van de servicedienst in het geval van een
verkeerde bediening ook tijdens de garantieperiode
kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4020
B070 222 142
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent
u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd
door ervaren technici die gebruikmaken van de
originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
PGerechten
Gerecht en
Met de functie “Gerechten” kunt u de meest
uiteenlopende gerechten bereiden. Het apparaat kiest
de optimale instelling voor u.
Om goede resultaten te bereiken, mag de binnenruimte
niet te heet zijn voor de gekozen gerechten. Is dit wel
het geval, dan krijgt u een aanwijzing op het display.
Laat de binnenruimte afkoelen en start nogmaals.
Aanwijzingen bij de instellingen
■ Het bereidingsresultaat is afhankelijk van de kwaliteit
van de levensmiddelen en de grootte en de aard van
de vormen. Gebruik voor een optimaal
bereidingsresultaat alleen ongeschonden
levensmiddelen en vlees op koelkasttemperatuur.
Gebruik bij diepvriesgerechten alleen
levensmiddelen die direct uit de diepvries komen.
■ Bij enkele gerechten wordt een temperatuur,
verwarmingsmethode en bereidingstijd voorgesteld.
U kunt de temperatuur en bereidingstijd aanpassen
aan uw behoeften
■ Bij andere gerechten wordt u gevraagd het gewicht
in te voeren. Voer altijd het totale gewicht in, tenzij
het apparaat iets anders aangeeft. Hier regelt het
apparaat de tijd- en temperatuurinstellingen voor u.
Het is niet mogelijk gewichten in te stellen buiten het
betreffende gewichtsbereik.
■ Bij vleesgerechten waarbij het apparaat de
temperatuurkeuze voor u regelt, kunnen
temperaturen tot 300 °C worden bereikt. Let er
daarom op dat u vormen gebruikt die voldoende
hittebestendig zijn.
■ U krijgt bijv. aanwijzingen over de vorm, de
inschuifhoogte of het toevoegen van vloeistof aan
vlees. Vele gerechten moeten tijdens de bereiding
bijv. worden gekeerd of omgeroerd. Dit wordt kort na
de start weergegeven op het display. U wordt hier
op het juiste tijdstip door een signaal aan herinnerd.
■ Aan het einde van de gebruiksaanwijzing vindt u
aanwijzingen voor geschikte vormen en tips en trucs
voor de bereiding. ~ "Voor u in onze kookstudio
uitgetest." op pagina 42
Bereiding met stoom
Bij enkele gerechten wordt automatisch de
stoomfunctie geactiveerd. Algemene aanwijzingen voor
de stoomfunctie vindt u in het betreffende hoofdstuk.
~ "Stoom" op pagina 18
40
:Waarschuwing – Kans op verbrandingen!
Bij het openen van de deur van het apparaat kan hete
stoom vrijkomen. Afhankelijk van de temperatuur is er
geen stoom te zien. Tijdens het openen niet te dicht bij
het apparaat staan. De deur van het apparaat
voorzichtig openen. Zorg ervoor dat kinderen uit de
buurt blijven.
Page 41
Gerechten nl
Braadthermometer
Bij enkele gerechten kunt u ook de braadthermometer
gebruiken. Zodra u de braadthermometer in het
apparaat heeft gestoken, krijgt u bijbehorende
gerechten te zien.U kunt de temperatuur van de
binnenruimte en de kerntemperatuur wijzigen.
~ "Braadthermometer" op pagina 29
Gerecht kiezen
De gerechten zijn op dezelfde manier opgebouwd:
■ Categorie
■ Voedingswaar
■ Gerecht
In de volgende tabellen staan de categorieën met de
bijbehorende etenswaar vermeld. Achter alle
etenswaren vindt u een of meerdere gerechten.
CategorieënEtenswaar
Gebak
Klein gebak
Gebak, brood, pizza
Ovenschotels, soufflés
Diepvriesproducten
Gevogelte
Vlees
Vis
Koekjes
Brood
Broodjes
Hartig gebak, pizza, quiche
Ovenschotel, hartig, vers, gegaarde ingrediënten
Lasagne, vers
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten, 4 cm
hoog
Ovenschotel, zoet, vers
Soufflé in portievormen
Pizza
Ovenschotels
Aardappelproducten
Vlees, gevogelte
Groente
Kip
Eend, gans
Kalkoen
Varkensvlees
Rundvlees
Kalfsvlees
Lamsvlees
Wildbraad
Vleesgerechten
Vis, heel
Visfilets
Viskoteletten
Visgerechten
Zeevruchten
CategorieënEtenswaar
Aardappels
Rijst
Granen
Bijgerechten, groente
Peulvruchten
Pasta, balletjes
Eieren
Crème caramel
Gistknoedels
Desserts, compote
Yoghurt in potten
Rijstepap
Vruchtencompote
Inmaken
Inmaken, uitpersen,
ontsmetten
Uitpersen
Flesjes ontsmetten
Menu
Regenereren, opbakken
Gebak
Bijgerechten
Etenswaar ontdooien
Fruit, groente
Baksensor
Uw apparaat beschikt over een baksensor. Deze wordt
automatisch geactiveerd, zodra u gebak uit de
volgende categorieën van de keuzelijst kiest. Wanneer
de baksensor geactiveerd is, verschijnt het symbool H
op het display.
CategorieGerechtenGerechten
Gebak in vormen
Gebak
Gebak, brood,
pizza
Klein gebak
Hartig gebak, pizza,
quiche
Diepvriesproduc-
AardappelproductenAardappelproducten
ten
De rest wordt door het apparaat geregeld. Het
bakproces verloopt vervolgens volledig automatisch, u
hoeft verder niets in te stellen. Zodra het gebak klaar is,
gaat het apparaat vanzelf uit. Er klinkt een signaal. De
tijdsduur komt ongeveer overeen met het recept van uw
gerecht en wordt niet weergegeven. De baksensor kan
alleen worden gestart als de oven afgekoeld is.
Alle overige gebakcategorieën worden niet door de
sensor geregeld. Hier krijgt u een gebruikelijke
instelling met aanpassingsmogelijkheden aangeboden.
Geschikt zijn donkere metalen bakvormen. Gebruik
geen bakvormen van silicone of accessoires die
silicone bevatten. De baksensor raakt dan beschadigd.
Gebak op de plaat
Zwitserse wähe/taart
Bladerdeeggebak
Muffins
Gistdeeggebak
Hartig gebak, quiche
Pizza
Flammkuchen
41
Page 42
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Zolang op het display “Deur niet openen” wordt
weergegeven, is de baksensor actief. De apparaatdeur
niet openen, omdat de instellingen dan worden
afgebroken. Het apparaat biedt u de functie Nagaren.
Het apparaat warmt verder op en u kunt de
voorgestelde tijd aanpassen. U dient zelf toezicht te
houden op de voortgang.
Gerecht instellen
U wordt volledig door het instelproces van het door u
gekozen gerecht geleid. Tip steeds op het veld
“Verder”.
1. Menutoets indrukken.
Het functie-menu wordt geopend.
2. De functie “Gerechten” kiezen.
Op het display verschijnt de eerste categorie.
3. Met de draaiknop de gewenste categorie kiezen.
4. Op het veld “Verder” tippen.
5. Met de draaiknop het gerecht kiezen.
6. Op het veld “Verder” tippen.
7. Met de draaiknop het gerecht kiezen.
8. Op het veld “Verder” tippen.
9. Met de draaiknop het gewicht instellen.
Aanwijzing: Tipt u op het veld “Tip”, dan krijgt u
informatie over de inschuifhoogte, het bakgerei etc.
10. Starten met de toets start/stop.
JVoor u in onze kookstudio
uitgetest.
Voo r u in onze kook st udi o ui t get est .
U vindt hier een keur aan gerechten en de daarbij
behorende optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest
geschikt zijn voor uw gerecht. U krijgt informatie over de
juiste toebehoren en de hoogte waarop ze ingeschoven
dienen te worden. U krijgt tips over vormen en de
bereiding.
Aanwijzing: Bij het bereiden van levensmiddelen kan
veel waterdamp in de binnenruimte ontstaan.
Uw apparaat is heel energie-efficiënt en geeft tijdens de
werking slechts weinig warmte naar buiten af. Op grond
van de hoge temperatuurverschillen tussen de
binnenruimte en de buitenste delen van het apparaat
kan er condenswater op de deur, het bedieningspaneel
of nabijgelegen meubelfronten neerslaan. Dit is een
normaal natuurkundig verschijnsel. Door
voorverwarmen of de deur voorzichtig te openen, kan
het condensaat worden gereduceerd.
Bij stomen of een toepassing met stoom is het gewenst
dat er veel waterdamp in de binnenruimte ontstaat.
Veeg na het garen de binnenruimte droog nadat deze is
afgekoeld.
Heeft u alle instellingen uitgevoerd, start dan met de
toets start/stop.
Bij een instelling met stoom start het apparaat pas na
het opwarmen.
Instelling is beëindigd
Er klinkt een signaal. In de statusregel verschijnt
“Beëindigd". De oven warmt niet meer op. U kunt het
signaal voortijdig met de toets 0 uitschakelen.
Bent u niet tevreden met het resultaat, dan kunt u de
bereidingstijd nogmaals verlengen. Tip op het veld
“Nagaren”. Er wordt een tijdsduur voorgesteld, die u
echter kunt veranderen.
Bent u tevreden met het resultaat, tip dan op
“Beëindigen”. Op het display verschijnt “Eet smakelijk”.
Instelling afbreken
Toets on/off indrukken. Alle instellingen zijn gewist. U
kunt opnieuw instellen.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Bij enkele gerechten kunt u de eindtijd op een later
tijdstip zetten.In de tijdfuncties ziet u hoe u de eindtijd
op een later tijdstip kunt zetten. ~ "Tijdfuncties"
op pagina 22
Heeft u een eindtijd ingesteld, dan verschijnt de
wachttijd op het display. In de statusregel staat het
tijdstip waarop de werking eindigt. Er kunnen geen
instellingen worden gewijzigd. Houd er rekening mee
dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in de
binnenruimte mogen staan.
Geen vormen van silicone gebruiken
Voor een optimaal kookresultaat raden wij u aan
donkere bakvormen van metaal te gebruiken.
Attentie!
Geen bakvormen van silicone of silicone-achtige,
herbruikbare bakfolie, afdekkingen of accessoires
gebruiken. De baksensor kan dan beschadigd raken.
Ook wanneer de baksensor niet wordt gebruikt, kan hij
beschadigd raken.
Uitzonderingen:
■ Bakpapier dat van een laagje silicone is voorzien
kan worden gebruikt.
■ Wanneer er een braadthermometer is meegeleverd,
kan deze worden gebruikt.
Gebak en klein gebak
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van gebak en klein gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bakken met stoom
Bepaald gebak (bijv. gebak van gistdeeg) krijgt met
stoom een knapperig korstje en een glanzend
oppervlak. Het gebak droogt minder uit.
Bakken met stoom is alleen in één niveau mogelijk.
42
Page 43
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Sommige gerechten lukken het best wanneer ze in
meerdere stappen worden gebakken. Deze zijn in de
tabel aangegeven.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogte voor het bakken
op één niveau:
■ Hoogte 1
Bakken op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruik bij vochtig gebak de braadslede, zodat bij
overlopend vocht de binnenruimte niet vuil wordt.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Voor het bakken met stoom dienen de bakvormen hitteen stoombestendig te zijn.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse soorten gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de
kwaliteit van het deeg. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Gebak of klein gebak
zou dan alleen van buiten gaar, maar van binnen niet
goed doorbakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is het nodig om voor te
verwarmen, dit staat in de tabel aangegeven. Plaats uw
gerecht en de accessoires pas na het voorverwarmen
in de binnenruimte.
Wilt u volgens eigen recept bakken, ga dan te werk
volgens de beschrijving van soortgelijk gebak in de
tabel.Bijkomende informatie vindt u onder de tips voor
het bakken na de insteltabel.
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ & Intensieve warmte
De standen van de stoomintensiteit zijn met behulp van
cijfers in de tabel aangegeven:
■ 1 = laag
■ 2 = gemiddeld
■ 3 = hoog
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in °C
Stoom-intensiteit
Duur in
min.
thode
Gebak in vormen
Cake, eenvoudigKrans/rechthoekige vorm1%150-170-55-70
Cake, eenvoudigKrans/rechthoekige vorm1:150-160150-70
Cake, fijnKrans/rechthoekige vorm1%150-170-60-80
Vruchtentaart van roerdeeg, fijnTulband-/springvorm1%160-180-45-60
Taartbodem van roerdeegTaartbodemvorm1%150-170-20-40
Taartbodem van roerdeegTaartbodemvorm2:160-170125-35
* voorverwarmen
** 5 min. voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken.
43
Page 44
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Vruchten- of kwarktaart met bodem van
zandtaartdeeg
Cake met bedekkingBakplaat1%160-180-20-40
Cake met bedekkingBakplaat1:160-170130-40
Cake, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1:150-170-35-50
Zandtaartdeeggebak met droge bedekking
Zandtaartdeeggebak met droge bedekking, 2 niveaus
Zandtaartdeeggebak met vochtige
bedekking
Zwitserse vruchtentaartBraadslede1&200-210-40-50
Gistdeeggebak met droge bedekkingBakplaat1%160-180-15-25
Gistdeeggebak met droge bedekkingBakplaat1:150-160125-35
Gistdeeggebak met vochtige bedekking Braadslede1%180-200-30-45
Gistdeeggebak met droge bedekking,
2 niveaus
Gistdeeggebak met vochtige bedekking, 2 niveaus
Broodvlecht, gistdeegkransBakplaat1:150-160-35-45
Broodvlecht, gistdeegkransBakplaat1:150-170230-40
BiscuitrolBakplaat1%190-210*-10-15
BiscuitrolBakplaat1:190-210*110-15
Kerststol van 500 g bloemBraadslede1:150-160-50-60
Kerststol van 500 g bloemBraadslede1:140-150280-90
Strudel, zoetBraadslede1:170-180-40-60
Strudel, zoetBraadslede1:180-190250-60
Strudel, diepvriesBraadslede1:190-210-35-50
Strudel, diepvriesBraadslede1:180-190135-45
* voorverwarmen
** 5 min. voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken.
Bakplaat1&180-200-25-30
Braadslede + bakplaat3+1:150-170-40-55
Braadslede1%160-180-60-80
Braadslede + bakplaat3+1:160-170-25-35
Braadslede + bakplaat3+1:150-160-45-60
44
Page 45
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Klein gebak
Small cakesBakplaat1%160**-25-35
Small cakesBakplaat1:150**-25-35
Small cakes, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1:150**-25-35
MuffinsMuffinplaat1%170-190-15-30
MuffinsMuffinplaat1:150-160125-30
Muffins, 2 niveausMuffinplaten3+1:150-170*-20-30
Klein gebak van gistdeegBakplaat1%160-170-30-40
Klein gebak van gistdeegBakplaat1:160-180225-35
BladerdeeggebakBakplaat2:170-190*-20-45
BladerdeeggebakBakplaat1:200-220*115-25
Bladerdeeggebak, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1:170-190*-20-45
Deeg van bijv. soesjesBakplaat1%200-220-30-45
Deeg van bijv. soesjesBakplaat1:200-220*125-35
PlunderdeeggebakBakplaat1:160-180-20-30
PlunderdeeggebakBakplaat1:160-180225-35
* voorverwarmen
** 5 min. voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken.
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Stoom-intensiteit
Duur in
min.
Tips voor gebak en klein gebak
U wilt vaststellen, of het gebak doorgebakken is.
Het gebak zakt in.Gebruik de volgende keer minder vloeistof. Of stel de temperatuur 10 °C lager in en verleng de baktijd. Let op
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik de volgende keer de braadslede.
Klein gebak plakt bij het bakken aan
elkaar.
Het gebak is te droog.Stel de temperatuur 10 °C hoger in en verkort de baktijd.
Het gebak is over het geheel te licht.Zijn de inschuifhoogte en de toebehoren juist, verhoog dan evt. de temperatuur of houd een langere baktijd
Het gebak is aan de bovenkant te
licht, maar onder te donker.
Het gebak is aan de bovenkant te
donker, maar onder te licht.
Het gebak wordt te donker aan de
achterkant.
Steek met een houten prikker op de hoogste plaats in het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker
zit, is het gebak klaar.
de aangegeven ingrediënten en bereidingsaanwijzingen in het recept.
Vet alleen de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig los met een mes.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2cm te zijn. Zo is er voldoende plaats om het gebak goed
te laten rijzen en helemaal bruin te laten worden.
aan.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau hoger.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager. Kies een lagere temperatuur en verleng de baktijd.
Zet de bakvorm niet direct tegen de achterwand maar midden op de toebehoren.
45
Page 46
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Het gebak is over het geheel te don-
Kies de volgende keer een lagere temperatuur en verleng evt. de baktijd.
ker.
Het gebak is ongelijkmatig bruin
geworden.
Kies een wat lagere temperatuur.
Ook bakpapier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het
goed past.
Let erop dat de bakvorm niet direct voor de openingen in de achterwand van de binnenruimte staat.
Bij het bakken van klein gebak moet u indien mogelijk gelijke groottes en diktes aanhouden.
U hebt op meerdere niveaus gebakken. Op de bovenste plaat is het
Kies voor het bakken op meerdere niveaus altijd 4D-hetelucht. Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven
worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
gebak donkerder dan op de onderste.
Het gebak ziet er goed uit, maar is binnen niet goed doorgebakken.
Bak iets langer bij een wat lagere temperatuur en voeg evt. minder vloeistof toe. Bij gebak met een vochtige
bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag
erop.
Het gebak laat niet los wanneer u het
uit de vorm wilt storten.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen. Als het er nog steeds niet uit komt, maakt u de
rand voorzichtig los met een mes. Stort het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met een natte,
koude doek. Vet de vorm de volgende keer in en bestrooi hem met paneermeel.
Brood en broodjes
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van brood en broodjes. In de insteltabellen
vindt u optimale instellingen voor vele gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bakken met stoom
Brood en broodjes krijgen met stoom een knapperig
korstje en een glanzend oppervlak. Het gebak droogt
minder uit.
Bakken met stoom is alleen in één niveau mogelijk.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogte voor het bakken
op één niveau:
■ Hoogte 1
Bakken op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Voor het bakken met stoom dienen de bakvormen hitteen stoombestendig te zijn.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse broden en broodjes de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de
kwaliteit van het deeg. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
46
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Het brood of de
broodjes zouden alleen van buiten gaar, maar van
binnen niet goed doorgebakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
Page 47
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is het nodig om voor te
verwarmen, dit staat in de tabel aangegeven. Plaats uw
gerecht en de accessoires pas na het voorverwarmen
in de binnenruimte. Sommige gerechten lukken het best
wanneer ze in meerdere stappen worden gebakken.
Deze zijn in de tabel aangegeven.
De instelwaarden voor brooddeeg gelden zowel voor
deeg op de bakplaat als voor deeg in een rechthoekige
Attentie!
Nooit water in de hete binnenruimte gieten of vormen
met water op de bodem van de oven plaatsen. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ * Grill, klein
vorm.
Wilt u volgens eigen recept bakken, ga dan te werk
volgens de beschrijving van soortgelijk gebak in de
tabel.
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
De standen van de stoomintensiteit zijn met behulp van
cijfers in de tabel aangegeven:
■ 1 = laag
■ 2 = gemiddeld
■ 3 = hoog
spaart u tot 20 procent energie.
GerechtAccessoiresInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in
°C / grillstand
Stoom-intensiteit
Duur in
min.
thode
Brood
Wit brood, 750 gBraadslede of rechthoekige vorm1:210-220*-10-15
180-190-25-35
Wit brood, 750 gBraadslede of rechthoekige vorm1:210-220310-15
180-190-25-35
Gemengd brood, 1,5 kgBraadslede of rechthoekige vorm1:210-220*-10-15
180-190-40-50
Gemengd brood, 1,5 kgBraadslede of rechthoekige vorm1:210-220310-15
180-190-45-55
Volkorenbrood, 1 kgBraadslede1:210-220*-10-15
180-190-40-50
Volkorenbrood, 1 kgBraadslede1:210-220310-15
180-190-40-50
Plat rond broodBraadslede1%220-240-25-35
Plat rond broodBraadslede2%220-230320-30
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken pizza, quiche en hartig gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bakken met stoom
Bepaald gebak (bijv. gebak van gistdeeg) krijgt met
stoom een knapperig korstje en een glanzend
oppervlak. Het gebak droogt minder uit.
Bakken met stoom is alleen in één niveau mogelijk.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruik de braadslede bij dik belegde pizza's.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogte voor het bakken
op één niveau:
■ Hoogte 1
Voor het bakken met stoom dienen de bakvormen hitteen stoombestendig te zijn.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Bakken op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
48
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het
deeg. Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Probeer het eerst met de lagere waarden. Bij een lage
Page 49
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
temperatuur wordt het gerecht gelijkmatiger bruin. Stel
de oven indien nodig de volgende keer hoger in.
Wilt u volgens eigen recept bakken, ga dan te werk
volgens de beschrijving van soortgelijk gebak in de
tabel.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Het gerecht zou alleen
van buiten gaar, maar van binnen niet goed
doorgebakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is het nodig om voor te
verwarmen, dit staat in de tabel aangegeven. Plaats uw
gerecht en de accessoires pas na het voorverwarmen
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ ; Pizzastand
■ & Intensieve warmte
■ , coolStart-functie
De standen van de stoomintensiteit zijn met behulp van
cijfers in de tabel aangegeven:
* voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
Ovenschotel en soufflé
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van ovenschotels en soufflé. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
49
Page 50
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Inschuifhoogtes
Gebruik altijd de aangegeven inschuifhoogtes.
U kunt op een niveau in vormen of met de braadslede
bakken.
■ Vormen op het rooster: hoogte 1
■ Braadslede: hoogte 1
Voor soufflés gebruikt u de stoomfunctie. U heeft geen
waterbad nodig. Plaats geen vormpjes in de stoombak
met gaatjes, maat XXL, of op het rooster.
Dek levensmiddelen die gewoonlijk au-bain-marie
worden bereid met folie af.
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie besparen. Plaats de vormen naast
elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede
De braadslede er voorzichtig tot de aanslag inschuiven,
met de afgeschuinde kant naar de deur van het
apparaat.
Vormen
Gebruik voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
een platte, brede vorm. In een smalle, hoge vorm
hebben de gerechten meer tijd nodig en worden
donkerder aan de bovenkant.
Voor het bakken met stoom dienen de vormen hitte- en
stoombestendig te zijn.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse ovenschotels en
soufflés de optimale verwarmingsmethode.
Temperatuur en bereidingstijd zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en het recept. De bereidingstoestand van
een ovenschotel is afhankelijk van de grootte van de
vorm en de hoogte van het gerecht. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Bij een lage temperatuur wordt het
gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig
de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De bereidingstijden kunnen niet door
hogere temperaturen worden ingekort. De ovenschotel
of soufflé zou allen van buiten gaar zijn, maar van
binnen rauw.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
bereidingstijden worden enkele minuten korter wanneer
u voorverwarmt.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten in de tabel.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ 4 Circulatiegrillen
■ ; Pizzastand
■ , coolStart-functie
■ P Stomen
De standen van de stoomintensiteit zijn met behulp van
cijfers in de tabel aangegeven:
* voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
Gevogelte
Gebruik een open vorm. De vormen dienen hitte- en
stoombestendig te zijn.
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van gevogelte. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor enkele gerechten.
Braden op het rooster
Het braden op het rooster is bijzonder geschikt voor
groot gevogelte of meerdere stukken tegelijk.
Schuif de braadslede met het rooster in de aangegeven
inschuifhoogte. Let erop dat het rooster goed op de
braadslede ligt. ~ "Toebehoren" op pagina 13
Giet afhankelijk van de grootte en het soort gevogelte
tot ^ liter water in de braadslede. Afdruipend vet wordt
opgevangen. Uit dit braadvocht kunt u een saus
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de
binnenruimte schoner.
Braden in vormen
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de
bakoven. Controleer of de vorm in de binnenruimte
past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. Het gevogelte gaart langzamer en
wordt minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/
of langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Open vorm
Gebruik voor het braden van gevogelte het beste een
hoge vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u
geen geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Schakel de stoomfunctie in, zoals aangegeven in de
insteltabel. Sommige gerechten lukken het best
wanneer ze in meerdere stappen worden gegaard.
Deze zijn in de tabel aangegeven.
Stomen
In tegenstelling tot de toepassing met stoom worden
stukken gevogelte met de stoomfunctie behoedzamer
bereid. Zij blijven bijzonder mals. Als smaakvariant kunt
u stukken gevogelte voor het stomen kort bakken,
hierdoor wordt de bereidingsduur korter.
Voor grotere stukken is een langere opwarmtijd en een
langere bereidingsduur nodig. Wanneer u meerdere
gelijk grote stukken gebruikt, verlengt de opwarmtijd
zich, maar niet de bereidingsduur.
Stukken gevogelte hoeven niet gekeerd te worden.
Gebruik de stoombak met gaatjes, maat XL, en plaats
de braadslede eronder. U kunt ook een glazen schaal
gebruiken en deze op het rooster plaatsen.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Leg het vlees op het rooster. Plaats bovendien de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur ten minste één inschuifhoogte eronder.
Uitdruipend vet wordt zo opgevangen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Gevogelte kan ook in een gesloten braadslede
knapperig worden. Gebruik hiervoor een braadslede
met glazen deksel en stel een hogere temperatuur in.
Braden met stoom
Bepaalde gerechten worden bij de bereiding met stoom
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Braadthermometer
Met de braadthermometer kunt u exact garen. Lees de
belangrijke instructies voor het gebruik van de
braadthermometer na in het betreffende hoofdstuk. U
vindt daar gegevens over het insteken van de
braadthermometer, de mogelijke
verwarmingsmethoden en verdere informatie.
~ "Braadthermometer" op pagina 29
knapperiger. Zij krijgen een glanzend oppervlak en
droger minder uit.
51
Page 52
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor het gevogelte de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit en
temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor ongevuld, braadklaar
gevogelte op koelkasttemperatuur dat in de
onverwarmde binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
bereidingstijden worden enkele minuten korter wanneer
u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor gevogelte met
voorgesteld gewicht. Wanneer u zwaarder gevogelte
wilt bereiden, gebruik dan in elk geval de lage
temperatuur. Bij meerdere stukken oriënteert u zich aan
het zwaarste stuk om de bereidingsduur te bepalen. De
afzonderlijke stukken dienen ongeveer even groot te
zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter het gevogelte, des te
lager de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Gevogelte na ca. ^ tot Z van de aangegeven tijd
keren.
Aanwijzing: Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is
voor de gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed past.
Tips
■ Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in. Zo
kan het vet weglopen.
■ Snij bij eendenborst de huid in. Keer de eendenborst
niet.
■ Let er bij het keren van gevogelte op dat eerst de
borstzijde resp. de huidzijde onder is.
■ Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het
tegen het einde van de bereidingstijd bestrijkt met
boter, zout water of sinaasappelsap.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ , coolStart-functie
■ P Stomen
De standen van de stoomintensiteit zijn met behulp van
cijfers in de tabel aangegeven:
■ 1 = laag
■ 2 = gemiddeld
■ 3 = hoog
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in
°C / grillstand
Stoomintensiteit
Duur in
min.
thode
Kip
Kip, 1 kgRooster14200-220-60-70
Kip, 1 kgRooster14200-220250-60
Kipfilet, à 150 g (grillen)Rooster2(3*-15-20
Kipfilet (stomen)Stoombak 2+1P100-15-25
Kleine kipdelen, à 250 gRooster24220-230-30-35
Kleine kipdelen, à 250 gRooster24200-220230-45
Kipsticks, nuggets, diepvries**Braadslede2, - - Poularde, 1,5 kgRooster14200-220-70-90
Poularde, 1,5 kgRooster14180-200265-75
Kalkoenfilet, zonder been, 1 kgGesloten vorm1%240-250-80-110
Kalkoendij, met been, 1 kgRooster14180-200-80-100
Kalkoendij, met been, 1 kgRooster14170-180280-100
* 5 min voorverwarmen
** Houd u aan de instructies op de verpakking
Vlees
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vlees. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
Braden en stoven
Bestrijk mager vlees naar wens met vet of leg er
reepjes spek op.
Snij een zwoerd kruisgewijs in. Let er bij het keren van
braadvlees op dat eerst de zwoerd onder is.
Als het braadvlees klaar is, moet het nog 10 minuten in
de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte blijven
liggen. Zo kan het vleessap zich beter verdelen. Wikkel
het braadvlees evt. in aluminiumfolie. Bij de opgegeven
bereidingstijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
Braden op het rooster
Op het rooster wordt vlees van alle kanten bijzonder
knapperig.
Giet afhankelijk van de grootte en het soort vlees tot ^
liter water in de braadslede. Afdruipend vet en vleessap
wordt opgevangen. Uit dit braadvocht kunt u een saus
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de
binnenruimte schoner.
Schuif de braadslede met het rooster in de aangegeven
inschuifhoogte. Let erop dat het rooster goed op de
braadslede ligt. ~ "Toebehoren" op pagina 13
Braden en stoven in een vorm
Het braden en stoven in een vorm is comfortabeler. U
kunt het braadvlees met de vorm eenvoudiger uit de
binnenruimte nemen en de saus direct in de vorm
bereiden.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de werking
oven. Controleer of de vorm in de binnenruimte past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. In
glazen vormen moet de bodem van de vorm ca. ^ cm
hoog bedekt zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort
vlees en het materiaal van de vormen en of u een
deksel gebruikt. Wanneer u vlees in geëmailleerde of
donkere braadvormen klaarmaakt, is er wat meer
vloeistof nodig dan in glazen vormen.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. Het vlees gaart langzamer en wordt
minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of
langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Open vorm
Gebruik voor het braden van vlees het beste een hoge
vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u geen
geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
De afstand tussen het vlees en het deksel moet
minstens 3 cm bedragen. Het vlees kan tijdens het
garen uitzetten.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Voor het stoven, braadt u het vlees naar wens eerst
aan. Voeg er voor het braadsap water, wijn, azijn of iets
dergelijks aan toe. De bodem van de vorm dient ca 1-2
cm bedekt te zijn.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Vlees kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Braden en stoven met stoom
Bepaalde gerechten worden bij de bereiding met stoom
knapperiger en drogen minder uit.
Verwarmingsmethode
4170-180-20-30
Temperatuur in
°C / grillstand
Stoomintensiteit
Duur in
min.
53
Page 54
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Gebruik een open vorm. De vormen dienen hitte- en
stoombestendig te zijn.
Het braadvlees hoeft niet gekeerd te worden.
Schakel de stoomfunctie in, zoals aangegeven in de
insteltabel. Sommige gerechten lukken het best
wanneer ze in meerdere stappen worden gegaard.
Deze zijn in de tabel aangegeven.
Stomen
In tegenstelling tot de bereiding met stoom wordt het
vlees met de functie stomen behoedzamer bereid, maar
krijgt het geen korstje. Het blijft bijzonder mals. Als
smaakvariant kunt u stukken vlees voor het stomen kort
bakken, de bereidingsduur wordt korter.
Voor grotere stukken is een langere opwarmtijd en een
langere bereidingsduur nodig. Wanneer u meerdere
gelijk grote stukken gebruikt, verlengt de opwarmtijd
zich, maar niet de bereidingsduur.
Stukken vlees hoeven niet gekeerd te worden.
Gebruik de stoombak met gaatjes, maat XL, en plaats
de braadslede eronder. U kunt ook een glazen schaal
gebruiken en deze op het rooster plaatsen.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Leg het vlees op het rooster. Plaats bovendien de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur ten minste één inschuifhoogte eronder.
Uitdruipend vet wordt zo opgevangen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
Zout het vlees pas na het grillen. Zout onttrekt water
aan het vlees.
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor vlees op
koelkasttemperatuur dat in de onverwarmde
binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u tot 20 procent
energie sparen. De aangegeven bereidingstijden
worden enkele minuten korter wanneer u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor stukken braadvlees
met voorgesteld gewicht. Wanneer u een zwaar stuk wilt
braden, gebruik dan in elk geval de lage temperatuur.
Bij meerdere stukken oriënteert u zich aan het zwaarste
stuk om de bereidingsduur te bepalen. De afzonderlijke
stukken dienen ongeveer even groot te zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter het braadvlees, des
te lager de temperatuur en des te langer de
bereidingstijd.
Braadvlees en grillvlees na ca. ^ tot Z van de
aangegeven tijd keren.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten.
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor braden,
stoven en grillen" na de insteltabel.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ P Stomen
De standen van de stoomintensiteit zijn met behulp van
cijfers in de tabel aangegeven:
■ 1 = laag
■ 2 = gemiddeld
■ 3 = hoog
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Braadthermometer
Met de braadthermometer kunt u exact garen. Lees de
belangrijke instructies voor het gebruik van de
braadthermometer na in het betreffende hoofdstuk. U
vindt daar gegevens over het insteken van de
braadthermometer, de mogelijke
verwarmingsmethoden en verdere informatie.
~ "Braadthermometer" op pagina 29
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor talrijke vleesgerechten de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit
en temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
54
Page 55
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Varkensvlees
Gebraden varkensvlees zonder
zwoerd, bijv. halsstuk, 1,5 kg
Gebraden varkensvlees zonder
zwoerd, bijv. halsstuk, 1,5 kg
Gebraden varkensvlees met zwoerd,
bijv. schouderstuk, 2 kg
Gebraden varkensvlees met zwoerd,
bijv. schouderstuk, 2 kg
* voorverwarmen
** Bij aanvang ca. 100 ml vloeistof in de vorm bijvoegen; watertank moet tijdens het bedrijf worden bijgevuld
*** Braadslede op inschuifhoogte 1 eronder plaatsen
**** na 2/3 van de totale tijd keren
***** zonder keren
Rooster14170-190-50-70
55
Page 56
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Lamsbout zonder been, medium,
1,5 kg
Lamszadel met been*****Rooster14180-190-40-50
Lamszadel met been*****Open vorm14200-210*125-30
Lamskotelet***Rooster2(3-12-18
* voorverwarmen
** Bij aanvang ca. 100 ml vloeistof in de vorm bijvoegen; watertank moet tijdens het bedrijf worden bijgevuld
*** Braadslede op inschuifhoogte 1 eronder plaatsen
**** na 2/3 van de totale tijd keren
***** zonder keren
Open vorm14170-180180-90
Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur in
°C / grillstand
Stoom-intensiteit
Duur in
min.
Tips voor het braden, stoven en grillen
De binnenruimte wordt erg vuil.Bereid het product in een gesloten braadslede of gebruik het grillrooster. Wanner u het grillrooster gebruikt,
behaalt u een optimaal braadresultaat. U kunt het grillrooster als speciaal toebehoren kopen.
Het braadvlees is te donker en de
korst is op enkele plaatsen verbrand
en/of het braadvlees is te droog.
De korst is te dun.Verhoog de temperatuur of schakel na afloop van de braadtijd de grill even in.
Het braadvlees ziet er goed uit, maar
de jus is aangebrand.
Het braadvlees ziet er goed uit, maar
de jus is te licht en te waterig.
Bij het stoven brandt het vlees aan.Het deksel moet goed op de braadvorm passen en goed sluiten.
Het grillproduct wordt te droog.Het vlees pas na het grillen zouten. Zout onttrekt water aan het vlees. Steek tijdens het keren niet in het grill-
Vis
Uw apparaat biedt diverse verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vis. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis
in de zwemstand, met de rugvin naar boven, in de
binnenruimte. Een ingesneden aardappel of een kleine
ovenvaste vorm in de buik van de vis zorgt voor
stabiliteit.
U kunt herkennen dat de vis gaar is, wanneer de rugvin
gemakkelijk loslaat.
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur. Kies de volgende keer een lagere temperatuur en verkort
evt. de braadtijd.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei en voeg evt. meer vloeistof toe.
Neem de volgende keer groter braadgerei en voeg evt. minder vloeistof toe.
Reduceer de temperatuur en voeg indien gewenst tijdens het stoven nog vloeistof toe.
product. Gebruik een grilltang.
Braden en grillen op het rooster
Leg het vlees op het rooster. Plaats bovendien de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur ten minste één inschuifhoogte eronder.
Giet afhankelijk van de grootte en de soort vis tot ^ liter
water in de braadslede. Vrijkomende vloeistof wordt
opgevangen. Er ontstaat zo minder rook en de
binnenruimte blijft schoner.
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in de vis prikt, verliest hij sap en wordt hij
droog.
56
Page 57
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Braden en stomen in een vorm
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de werking
oven. Controleer of de vorm in de binnenruimte past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. De vis gaart langzamer en wordt
minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of
langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Open vorm
Gebruik voor het bereiden van hele vis het beste een
hoge vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u
geen geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Doe voor het stomen twee tot drie eetlepels vloeistof en
wat citroensap in de vorm.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Vis kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Braden met stoom
Bepaalde gerechten worden bij de bereiding met stoom
knapperiger en drogen minder uit.
Gebruik een open vorm. De vormen dienen hitte- en
stoombestendig te zijn.
De vis hoeft niet gekeerd te worden.
Schakel de stoomfunctie in, zoals aangegeven in de
insteltabel. Sommige gerechten lukken het best
wanneer ze in meerdere stappen worden gegaard.
Deze zijn in de tabel aangegeven.
Stomen
Met de functie stomen wordt de vis behoedzamer
bereid en blijft bijzonder mals.
Voor grotere stukken is een langere opwarmtijd en een
langere bereidingsduur nodig. Wanneer u meerdere
gelijk grote stukken gebruikt, verlengt de opwarmtijd
zich, maar niet de bereidingsduur.
Vis hoeft niet gekeerd te worden.
Gebruik de stoombak met gaatjes, maat XL, en plaats
de braadslede eronder. U kunt ook een glazen schaal
gebruiken en deze op het rooster plaatsen.
Dek levensmiddelen die gewoonlijk au-bain-marie
worden bereid met folie af.
Braadthermometer
Met de braadthermometer kunt u exact garen. Lees de
belangrijke instructies voor het gebruik van de
braadthermometer na in het betreffende hoofdstuk. U
vindt daar gegevens over het insteken van de
braadthermometer, de mogelijke
verwarmingsmethoden en verdere informatie.
~ "Braadthermometer" op pagina 29
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor visgerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit en
temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor vis op
koelkasttemperatuur die in de onverwarmde
binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u tot 20 procent
energie sparen. De aangegeven bereidingstijden
worden enkele minuten korter wanneer u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor vis met voorgesteld
gewicht. Wanneer u een zwaardere vis wilt bereiden,
gebruik dan in elk geval de lage temperatuur. Bij
meerdere vissen oriënteert u zich aan de zwaarste vis
om de bereidingsduur te bepalen. De afzonderlijke
vissen dienen ongeveer even groot te zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter een vis, des te lager
de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Vis die niet in de zwemstand is na ca. ^ tot Z van de
aangegeven tijd keren.
Aanwijzing: Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is
voor de gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed past.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ 4 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ ; Pizzastand
■ , coolStart-functie
■ P Stomen
De standen van de stoomintensiteit zijn met behulp van
cijfers in de tabel aangegeven:
* voorverwarmen
** Braadslede op inschuifhoogte 1 eronder plaatsen
*** Houd u aan de instructies op de verpakking
Groente, bijgerechten en ei
Vormen
Wanneer u vormen gebruikt, plaats deze dan op het
Hier vindt u gegevens voor het stomen van verse en
diepvriesgroente, aardappelen, rijst, granen en eieren.
Bovendien krijgt u ook informatie over het bakken van
bijv. diepvries-patates frites.
Stomen
Gebruik alleen originele toebehoren. Plaats bij het
stomen in de stoombak met gaatjes, maat XL, altijd de
braadslede eronder. Vrijkomende vloeistof wordt
opgevangen.
Stomen op één niveau
Gebruik de in de insteltabellen aangegeven
inschuifhoogtes.
Stomen op twee niveaus
Stomen op twee niveaus is uitstekend geschikt om
gelijktijdig bijv. broccoli en aardappels te bereiden. Bij
verschillende bereidingstijden het levensmiddel met de
kortere bereidingstijd er later inschuiven.
■ Rooster en opgehangen stoombak, maat S, met en/
of zonder gaatjes: hoogte 3
■ Stoombak met gaatjes, maat XL: hoogte 2
rooster of in de stoombak met gaatjes plaatsen, maat
XL.
De vormen dienen hitte- en stoombestendig te zijn. Bij
dikke vormen worden de bereidingstijden langer.
Dek levensmiddelen die gewoonlijk au-bain-marie
worden bereid met folie af.
Bereidingstijd en hoeveelheid
De bereidingstijden bij het stomen zijn afhankelijk van
de stuksgrootte, maar onafhankelijk van de totale
hoeveelheid. Bij een grotere totale hoeveelheid,
verlengt de opwarmtijd zich, maar niet de
bereidingsduur.
Voor grotere stukken is een langere opwarmtijd en een
langere bereidingsduur nodig. Wanneer u meerdere
gelijk grote stukken gebruikt, verlengt de opwarmtijd
zich, maar niet de bereidingsduur.
Houd u aan de stuksgrootten die in de insteltabel
worden aangegeven. Bij kleinere stukken is de
bereidingstijd korter en bij grotere stukken langer. De
kwaliteit en graad van rijpheid hebben ook invloed op
de bereidingstijd. Daarom zijn de aangegeven
instelwaarden slechts richtlijnen.
58
Page 59
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Verspreid de levensmiddelen altijd gelijkmatig in de
vormen. Als de hoogte van de lagen verschillend is,
wordt het bereidingsresultaat ongelijkmatig. Zorg ervoor
dat de hoogte van drukgevoelige levensmiddelen in de
bak beperkt blijft. Wordt het te hoog, dan kunt u beter
twee bakken gebruiken.
Rijst en granen
Voeg water of vloeistof in de aangegeven verhouding
toe. Bijv. betekent 1:1,5 per 100 g rijst 150 ml vloeistof
toevoegen.
Bakken en grillen
Gebruik alleen originele toebehoren.
Bereiden op één niveau
Gebruik de in de insteltabellen aangegeven
inschuifhoogtes.
Bereiden op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten die gelijktijdig in de
oven worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde
moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
■ Bakplaat: hoogte 1
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, de vorm en de kwaliteit
van de levensmiddelen. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. De
aangegeven tijden worden enkele minuten korter
wanneer u voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is het nodig om voor te
verwarmen, dit staat in de tabel aangegeven. Plaats uw
gerecht en de accessoires pas na het voorverwarmen
in de binnenruimte.
Wilt eigen recepten gebruiken, ga dan te werk volgens
de beschrijving van soortgelijke gerechten in de tabel.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ ( Grill, groot
■ , coolStart-functie
■ P Stomen
De standen van de stoomintensiteit zijn met behulp van
cijfers in de tabel aangegeven:
Met uw apparaat kunt u heel eenvoudig verschillende
desserts bereiden.
Yoghurt maken
Neem rekjes en accessoires uit de binnenruimte. De
binnenruimte moet leeg zijn. De apparaatdeur niet
openen tijdens het gebruik.
1. 1 Liter melk (3,5 % vet) op de kookplaat tot 90 °C
verwarmen en vervolgens tot 40 °C laten afkoelen.
Bij houdbare melk is het verwarmen tot 40 °C
voldoende.
2. Hier 150 g yoghurt (koelkasttemperatuur) door
roeren.
3. Hiermee koppen of kleine potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
4. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van
de binnenruimte zetten en instellen zoals
aangegeven in de tabel.
5. De yoghurt na de bereiding in de koelkast laten
afkoelen.
Rijstepap klaarmaken
1. Rijst wegen en 2,5-voudige hoeveelheid melk
toevoegen.
2. Rijst en melk max. 2,5 cm hoog in een schaal vullen.
Voor grotere hoeveelheden kunt u ook de
braadslede gebruiken.
3. Instellen zoals aangegeven in de tabel.
4. Na het garen doorroeren.
De resterende melk wordt snel opgezogen.
Compote
Weeg de vruchten af, voeg ca. Y van de hoeveelheid
water toe. Naar smaak suiker en kruiden toevoegen.
Instellen zoals aangegeven in de tabel.
Crème caramel en crème brûlée
Vul de vormpjes tot 2-3 cm hoog met het mengsel.
Plaats de vormpjes direct in de stoombak met gaatjes,
maat XL. Een waterbad is niet nodig. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Dek levensmiddelen die gewoonlijk au-bain-marie
worden bereid af met folie.
Bij vormpjes van zeer dik materiaal kan een langere
bereidingstijd nodig zijn.
Gestoomde knoedels
Bereid het gistdeeg volgens uw recept zonder
bereidingstijd. Leg de gevormde knoedels in een
ingevette, stoombak met gaatjes, maat XL, en laat ze
rijzen. Instellen zoals aangegeven in de tabel.
In uw apparaat kunt u complete menu's met behoud
van de eigen smaak en het eigen aroma tegelijkertijd
garen.
Stomen
De totale bereidingstijd wordt bij het menugaren met
stoom wat langer, omdat bij het openen van de deur
telkens wat stoom ontsnapt en het apparaat opnieuw
opgewarmd moet worden.
Plaats de gerechten met de langste bereidingstijd eerst
in de binnenruimte en zet de overige gerechten er
daarna op het juiste tijdstip erbij. Zo zijn ze alle
tegelijkertijd klaar.
Neem de aanwijzingen in de desbetreffende paragrafen
in dit hoofdstuk in acht:
■ De opwarmtijd varieert afhankelijk van de grootte en
het gewicht van de spijzen
■ De bereidingstijd is onafhankelijk van de grootte
■ Stoombestendige vormen gebruiken
■ Soufflé met folie afdekken
■ De braadslede altijd op hoogte 1 plaatsen
61
Page 62
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Inschuifhoogtes van de accessoires
Schuif de accessoires altijd in de aangegeven volgorde
naar binnen:
■ Hoogte 3: rooster met stoombak, grootte S
■ Hoogte 2: stoombak, grootte XL
■ Hoogte 1: braadslede
Aanbevolen instelwaarden
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ P Stomen
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Zalmfilet, diepvriesStoombak zonder gaatjes, maat S3P10020
BroccoliStoombak met gaatjes, maat XL2P1009
Gekookte aardappels, gekwartStoombak met gaatjes, maat S3P10025
Eco-verwarmingsmethoden
Hetelucht Eco en boven- en onderwarmte Eco zijn
intelligente verwarmingsmethoden voor het gezond
bereiden van vlees, vis en gebak. Het apparaat regelt
de energietoevoer in de binnenruimte optimaal.Het
product wordt in fases bereid met behulp van
restwarmte. Zo blijft het sappiger en wordt het minder
bruin. Afhankelijk van de bereiding en het product kan
energie worden bespaard. Als u tijdens het bereiden
vroegtijdig de ovendeur opent of door het
voorverwarmen verdwijnt dit effect.
Gebruik alleen de originele accessoires die bij uw
apparaat horen. Deze zijn optimaal op de binnenruimte
en de functies afgestemd.Niet gebruikte accessoires
verwijderen uit de binnenruimte.
Plaats de gerechten in de onverwarmde, lege
binnenruimte. Kies een temperatuur bij hete lucht Eco
tussen 125-250 °C en bij boven-/onderwarmte Eco
tussen 150-250 °C. Houd de deur van het apparaat
tijdens de bereiding gesloten. Gebruik slechts één
niveau.
De verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van
het energieverbruik in de circulatieluchtmodus en de
energie-efficiëntieklasse gebruikt. De
verwarmingsmethode boven-/onderwarmte Eco wordt
voor het bepalen van het energieverbruik in de
conventionele modus gebruikt.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakvormen en vormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Hierdoor kunt u tot 35 procent energie sparen.
Vormen van edelstaal of aluminium reflecteren de
warmte als een spiegel. Niet-reflecterende vormen van
email, hittebestendig glas of gecoat, drukgegoten
aluminium is beter geschikt.
Lichte vormen, keramische vormen of vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
Hier vindt u gegevens voor verschillende gerechten.
Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. Daarom zijn
er instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Bij een lage temperatuur wordt het
gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig
de volgende keer hoger in.
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Duur in
min.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Het rooster met de open kant naar de deur van de
binnenruimte en met de welving naar beneden
inschuiven. Plaats de vormen altijd op het rooster.
62
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Gebak of klein gebak
zou dan alleen van buiten gaar, maar van binnen niet
goed doorgebakken zijn.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ ‘ Hetelucht eco
■ + Boven- en onderwarmte eco
Page 63
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in °C
Duur in
min.
thode
Gebak in vormen
Cake in de vormKrans/rechthoekige vorm1‘140-16060-80
Taartbodem van roerdeegTaartbodemvorm1‘140-16020-40
Biscuitbodem, 2 eieren Taartbodemvorm1‘150-17020-30
Biscuittaart, 3 eierenSpringvorm Ø 26 cm1‘160-17025-35
Biscuittaart, 6 eierenSpringvorm Ø 28 cm1‘150-16050-60
Gistdeegtulband Tulbandvorm1+150-16065-75
Gebak op de plaat
Cake met droge bedekkingBakplaat1‘160-18020-40
Zandtaartdeeggebak met droge bedekkingBakplaat1‘170-18025-35
Broodvlecht, gistdeegkransBakplaat1+150-16035-45
Gistdeeggebak met droge bedekkingBakplaat1+150-17020-35
Klein gebak
MuffinsMuffinplaat2‘160-18015-30
Small cakesBakplaat1‘150-16025-35
BladerdeeggebakBakplaat2‘170-19025-50
Branddeeggebak, bijv. soesjesBakplaat1‘200-22035-45
KoekjesBakplaat2‘140-16015-30
SpritsBakplaat2‘140-15025-40
Klein gistgebakBakplaat1+150-16030-40
Tips voor een acrylamidearme bereiding van gerechten
KoekjesMet boven- en onderwarmte, max. 190 °C.
Met hete lucht max. 170 °C.
Ei of eigeel vermindert de vorming van acrylamide.
Oven-fritesGelijkmatig en in één laag over de plaat verdelen. Minstens 400g per plaat bakken, zodat de aardappels
niet uitdrogen.
Langzaam garen
Langzaam garen is garen bij lage temperatuur. Het
wordt daarom ook garen bij lage temperatuur
genoemd.
Het langzaam garen is ideaal voor alle fijne stukken
vlees (bijv. malse delen van het rund, kalf, varken, lam
en gevogelte), die rosé of à point (medium) gegaard
moeten worden. Het vlees blijft zeer sappig, mals en
zacht.
U heeft veel speelruimte bij de menuplanning, want
langzaam gegaard vlees kan probleemloos worden
warmgehouden. Tijdens het garen hoeft u het vlees niet
te keren. Houd de deur van het apparaat gesloten om
een gelijkmatig bereidingsklimaat te krijgen.
Gebruik uitsluitend vers en hygiënisch perfect vlees
zonder bot. Verwijder pezen en vetranden zorgvuldig.
Vet ontwikkelt bij het langzaam garen een sterke eigen
smaak. U kunt ook gekruid of gemarineerd vlees
gebruiken. Gebruik geen ontdooid vlees.
Het vlees kan direct na het langzaam garen in stukken
worden gesneden. Het hoeft niet te rusten. Door de
speciale bereidingsmethode ziet het vlees er rosé uit
maar het is niet rauw of niet gaar genoeg.
Aanwijzing: Een starttijdvoorkeuze met eindtijd is bij de
verwarmingsmethode langzaam garen niet mogelijk.
Vormen
Gebruik een vlakke vorm, bijv. een serveerplaat van
porselein of glas. Plaats de vorm voor het
voorverwarmen ook in de binnenruimte.
Plaats de open vorm altijd op hoogte 1 op het rooster.
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor
langzaam garen", na de insteltabel.
Uw apparaat beschikt over de verwarmingsmethode
langzaam garen. Start de werking alleen wanneer de
binnenruimte geheel is afgekoeld. Laat de binnenruimte
met de vorm ca. 10 minuten goed doorwarmen.
Braad het vlees op de kookplaat even zeer heet en lang
genoeg aan alle kanten, ook de uiteinden. Doe het
onmiddellijk in de voorverwarmde vorm. De vorm met
het vlees weer in de binnenruimte plaatsen en
langzaam garen.
Aanbevolen instelwaarden
De temperatuur en de tijdsduur voor langzaam garen
zijn afhankelijk van de grootte, dikte en kwaliteit van het
vlees. Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ . Langzaam garen
GerechtVormenInschuif-
hoogte
Gevogelte
Eendenborst, rosé, à 300 gOpen vorm1.6-895*45-60
Kipfilet, à 200 g, doorbakkenOpen vorm1.4120*45-60
Kalkoenfilet, zonder been, 1 kg, doorbakken
Varkensvlees
Gebraden varkenslende, 5-6 cm dik,
1,5 kg
Varkenshaas, heelOpen vorm1.4-885*45-70
Rundvlees
Gebraden rundvlees (heupstuk), 67 cm dik, 1,5 kg, doorbakken
Runderfilet, 1 kgOpen vorm1.4-685*90-120
Rosbief, 5-6 cm dikOpen vorm1.6-885*120-180
Rundermedaillons/rumpsteak, 4 cm
dik
* voorverwarmen
Open vorm1.6-8120*100-130
Open vorm1.6-885*130-180
Open vorm1.6-8100*150-190
Open vorm1.485*40-60
Verwarmingsmethode
Aanbraadduur in min.
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in min.
64
Page 65
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtVormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Aanbraadduur in min.
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in min.
thode
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees, 4-5 cm dik,
Open vorm1.6-885*100-130
1,5 kg
Gebraden kalfsvlees, 7-10 cm dik,
Open vorm1.6-885*150-210
1,5 kg
Kalfsfilet, heel, 800 gOpen vorm1.4-685*70-120
Kalfsmedaillons, 4 cm dikOpen vorm1.480*40-60
Lamsvlees
Lamszadels, zonder been, à 200 gOpen vorm1.485*30-45
Lamsbout zonder been, medium, 1 kg
Open vorm1.6-895*120-180
ingebonden
* voorverwarmen
Tips voor het langzaam garen
Eendenborst langzaam garen.Leg de eendenborst koud in de pan en braad eerst de huidzijde aan. Na het langzaam garen gedurende 3 tot
5 minuten knapperig grillen.
Het langzaam gegaarde vlees is niet
zo heet als vlees dat op de gebruike-
Om ervoor te zorgen dat het gebraden vlees niet te snel afkoelt, kunt u de borden van te voren opwarmen en
de sauzen zeer heet opdienen.
lijke manier is gebraden.
Drogen
Uw apparaat beschikt over een verwarmingsmethode
drogen, waarmee u uitstekend fruit, groente en kruiden
kunt drogen. Bij deze soort conservering worden
■ 2 roosters: hoogte 3+1
Fruit en groente met veel vocht enkele malen keren. Het
gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van
het papier.
aromastoffen door het onttrekken van water
geconcentreerd.
Gebruik uitsluitend fruit, groente en kruiden zonder
gebreken en was deze grondig. Bedek de braadslede
en het rooster met bak- of perkamentpapier. Laat de
vruchten goed afdruipen en maak ze droog.
Snij ze eventueel in even grote stukken of dunnen
plakjes. Leg ongeschild fruit op de schaal met de
snijvlakken naar boven. Let erop dat zowel fruit als
paddenstoelen niet op elkaar liggen.
Rasp de groente en blancheer het vervolgens. Laat de
geblancheerde groente afdruipen en verdeel het
gelijkmatig over het rooster.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u de instellingen voor het drogen van
verschillende levensmiddelen. Temperatuur en tijdsduur
zijn afhankelijk van de soort, vochtigheid, rijpheid en
dikte van de te drogen levensmiddelen. Hoe langer u
de te drogen levensmiddelen laat drogen, des te beter
zijn ze geconserveerd. Hoe dunner men snijdt, des te
sneller is het einde van de droogtijd bereikt en des te
aromatischer blijft het gedroogde levensmiddel.
Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Indien u nog meer levensmiddelen wilt drogen, dan
oriënteert u zich aan soortgelijke levensmiddelen in de
tabel.
Droog kruiden met de steel. Leg de kruiden gelijkmatig
in kleine hoopjes op het rooster.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ ' Drogen
Gebruik de volgende inschuifhoogte voor het drogen:
■ 1 rooster: hoogte 2
GerechtToebehorenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in uren
thode
Pitvruchten (appelringen, 3 mm dik, per roos-
Rooster2'806-8
ter 200 g)
Steenvruchten (pruimen)Rooster2'808-10
Wortelgewassen (wortelen), geraspt, geblan-
Rooster2'806-9
cheerd
Paddenstoelen in plakjesRooster2'606-8
Kruiden, schoongemaakt1-2 Roosters-'602-6
65
Page 66
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Inmaken, en uitpersen
Uw apparaat is ook geschikt voor inmaken en
uitpersen.
Inmaken
In uw apparaat kunt u fruit en groente inmaken.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
Wanneer de levensmiddelen niet goed zijn ingekookt,
kunnen de inmaakpotten barsten. Volg de aanwijzingen
voor het inkoken.
Potten
Gebruik uitsluitend schone en onbeschadigde
weckflessen. Gebruik uitsluitend hittebestendige,
schone en onbeschadigde rubber afdichtringen.
Klemmen en veren van tevoren controleren.
Tip: Voor het reinigen van de flessen kunt u de functie
ontsmetten gebruiken.
Gebruik bij een inmaakproces alleen weckflessen van
gelijke grootte en met dezelfde levensmiddelen. In de
binnenruimte kunt u de inhoud van maximaal zes
weckflessen met ^, 1 of 1^ liter tegelijkertijd inmaken.
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels
zouden kunnen springen.
De weckflessen mogen tijdens het inkoken in de
binnenruimte niet met elkaar in contact komen.
Fruit en groente voorbereiden
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken.
Was het grondig.
Fruit resp. groente afhankelijk van de soort, schillen,
pitten verwijderen en kleinmaken en in weckflessen tot
ca. 2 cm onder de rand vullen.
Fruit: de vruchten in de weckflessen met hete,
afgeschuimde suikeroplossing vullen (ca. 400 ml voor
1-literfles). Op één liter water:
■ ca. 250 g suiker bij zoet fruit
■ ca. 500 g suiker bij zuur fruit
Groente: de groente in de weckflessen vullen met heet,
afgekookt water.
De glazen randen schoonmaken. Leg op elke pot een
natte rubberen ring en een deksel. Sluit de potten af
met klemmen. Zet de flessen zó in de stoombak met
gaatjes, maat XL, dat ze elkaar niet raken. 500 ml heet
water (ca. 80 °C) in de braadslede gieten. Instellen
zoals aangegeven in de tabel.
Inmaken beëindigen
De apparaatdeur na de aangegeven bereidingstijd weer
openen. De inmaakpotten pas uit de binnenruimte
nemen wanneer ze volledig afgekoeld zijn.
Veeg daarna de binnenruimte droog.
Uitpersen
Het kleinfruit voor het uitpersen in een kom doen en
suiker toevoegen. Minstens een uur laten staan, zodat
het sap er kan intrekken.
Het kleinfruit in de bak met gaatjes, maat XL, doen en
op hoogte 2 inschuiven. Voor het opvangen van het
sap, de braadslede eronder plaatsen. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Na de bereidingstijd het kleinfruit in een doek doen en
de rest van het sap uitpersen.
Veeg daarna de binnenruimte droog.
Aanbevolen instelwaarden
De aangegeven tijden in de insteltabel zijn richtwaarden
voor het inmaken van fruit en groente en voor het
uitpersen van fruit. Deze kunnen worden beïnvloed door
de omgevingstemperatuur, het aantal potten, de
hoeveelheid, de temperatuur en de kwaliteit van de
inhoud. De gegeven hebben betrekking op ronde
potten van 1 liter.
U kunt met uw apparaat heel eenvoudig vormen en
babyflesjes ontsmetten. Deze manier komt overeen met
de gebruikelijke wijze van uitkoken.
66
Flesjes ontsmetten
De flesjes altijd direct na het drinken schoonmaken met
een flessenborstel. Vervolgens in de vaatwasmachine
reinigen.
Zet de flesjes zó in de stoombak met gaatjes, maat XL,
dat ze elkaar niet raken. Start het programma
“Ontsmetten”. Maak het apparaat na het ontsmetten
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Duur in
min.
Page 67
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
droog. Droog de flesjes na het ontsmetten met een
schone doek.
Hygiëne
Uw apparaat is ook geschikt voor het voorbereiden van
marmelade- of inmaakpotten en de bijbehorende
deksels.
Aanbevolen instelwaarden
Gebruik alleen schone potten en deksels, die in goede
staat verkeren. Reinig deze vooraf in de
vaatwasmachine. De vormen dienen hitte- en
stoombestendig te zijn.
De aanbevolen tijden zijn afhankelijk van de gebruikte
potten.
Ook het nabehandelen van marmelade is mogelijk. Dat
verbetert de houdbaarheid van de marmelade.
GerechtToebehorenInschuif-
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ P Stomen
Verwar-
hoogte
mings-
Temperatuur in °C
Duur in
min.
methode
Hygiëne
Marmelade- en inmaakpotten voorbereidenStoombak XL1P10010-15
Marmeladepotten nabehandelenStoombak XL1P10015-20
Schone vorm kiemvrij makken*Stoombak XL1P10015-20
* Deze manier komt overeen met de gebruikelijke wijze van uitkoken.
Deeg laten rijzen
Afzonderlijke gaarheid
Plaats het gebak op de inschuifhoogte die in de tabel is
Met de verwarmingsmethode "Deeg laten rijzen “ rijst
het deeg duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur en
het droogt niet uit. Start de werking alleen wanneer de
binnenruimte geheel is afgekoeld.
Laat gistdeeg altijd twee maal rijzen. Let op de
gegevens in de insteltabellen voor het 1e en 2e rijzen
(gaarheid van het deeg en afzonderlijke gaarheid).
Gaarheid van deeg
aangegeven.
Wis voor het bakken de vochtigheid uit de
binnenruimte.
Aanbevolen instelwaarden
Temperatuur en duur van het gisten zijn afhankelijk van
de soort en hoeveelheid van de ingrediënten. Daarom
zijn de opgaven in de insteltabel richtwaarden.
Zet de deegkom op het rooster voor de gaarheid van
deeg. Instellen zoals aangegeven in de tabel.
Open tijdens het gisten de apparaatdeur niet omdat er
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ R Deeg laten rijzen
anders vochtigheid ontwijkt. Het deeg niet afdekken.
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
StapTempera-
thode
Gistdeeg, zoet
Bijv. gistdeeltjesKom1RGaarheid van
deeg
Braadslede1RAfzonderlijke
gaarheid
Vetrijk deeg, bijv. panettoneKom1RGaarheid van
deeg
Vorm op rooster1RAfzonderlijke
gaarheid
Gistdeeg, pikant
Bijv. pizzaKom1RGaarheid van
deeg
Braadslede1RAfzonderlijke
gaarheid
Duur in
tuur in °C
min.
35-4030-45
35-4010-20
35-4020-40
35-4010-20
40-4540-90
40-4530-60
67
Page 68
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Brooddeeg
Wit broodKom1RGaarheid van
Braadslede1RAfzonderlijke
Gemengd broodKom1RGaarheid van
Braadslede1RAfzonderlijke
BroodjesKom1RGaarheid van
Braadslede1RAfzonderlijke
Ontdooien
De stoomfunctie ontdooien is geschikt voor het
ontdooien van diepvries fruit, groente en gebak. Voor
het ontdooien van gebak gebruikt u de
verwarmingsmethode 4D-hetelucht. Gevogelte, vlees en
vis het beste in de koelkast ontdooien.
Neem het te ontdooien product uit de verpakking.
Plaats diepvries fruit en groente in de stoombak met
gaatjes, maat XL, en plaats de braadslede eronder. Zo
blijft het levensmiddel niet in het ontdooiwater en wordt
het vocht opgevangen. Bij diepvriesproducten waarbij
de vloeistof in het gerecht moet blijven, bijv. diepvries
"Spinazie à la crème", gebruikt u de braadslede of een
vorm op het rooster.
Plaats het gebak op het rooster.
Aanbevolen instelwaarden
De tijdgegevens in de tabel zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit, vriestemperatuur (- 18 °C)
en de aard van de levensmiddelen. Er zijn tijdintervallen
aangegeven. Stel eerst de kortste tijd in en verleng
deze zo nodig.
Tip: Vlak bevroren of geportioneerde stukken
ontdooien sneller dan wanneer zij als blok werden
bevroren.
Klein fruitStoombak 2?30-4010-15
GroenteStoombak 2?40-5015-50
Regenereren
Met de verwarmingsmethode regenereren worden
gerechten behoedzaam met stoom opnieuw verwarmd.
Ze smaken en zien eruit als vers klaargemaakt. Ook
bakwaren van de vorige dag kunnen zo goed worden
opgebakken.
Gebruik indien mogelijk vlakke, brede en
temperatuurbestendige vormen. Koude vormen
verlengen het regeneratieproces.
Regenereer, zo mogelijk, alleen gerechten van dezelfde
soort en grootte. Als dat niet mogelijk is, richt de tijd
zich naar de component met de langste regeneratietijd.
Dek de gerechten tijdens het regeneren niet af.
Plaats de gerechten in een vorm op het rooster of leg
ze direct op het rooster in hoogte 1.
Open tijdens de werking de apparaatdeur niet omdat er
anders veel stoom ontwijkt.
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Duur in
min.
68
Page 69
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
instelling. De tijdgegevens zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de vorm, de kwaliteit, de temperatuur en
de aard van de levensmiddelen. Er zijn tijdintervallen
bepaalden gerechten is voorverwarmen nodig, dit staat
in de tabel aangegeven.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal kookresultaat en
spaart u energie.
aangegeven. Stel eerst de kortste tijd in en verleng
deze zo nodig.
De waarden in de tabel gelden voor gerechten die in de
U kunt gegaarde gerechten met de
verwarmingsmethode boven- en onderwarmte warm
houden. Door de verschillende vochtigheidsniveaus
kunt u voorkomen, dat reeds gegaarde gerechten
uitdrogen.
Dek de gerechten niet af.
Houd de gegaarde gerechten nooit langer dan twee uur
warm. Let erop dat sommige gerechten tijdens het
warm houden verder garen. Dek de gerechten niet af.
De verschillende stoomstanden zijn geschikt voor het
warm houden van:
■ Stand 1: stukken braadvlees en kort gebraden vlees
■ Stand 2: ovenschotels en bijgerechten
■ Stand 3: eenpansgerechten en soep
69
Page 70
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Testgerechten
braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de
springvorm in.
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten
om het controleren en testen van het apparaat te
vergemakkelijken.
Volgens EN 60350-1.
Bakken
Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven worden
geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te
zijn.
Inschuifhoogtes bij het bakken op twee niveaus:
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
Bedekte appeltaart
Bedekte appeltaart op een niveau: donkere
springvormen diagonaal naast elkaar plaatsen.
Aanwijzingen
■ De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst.
■ Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in
de tabellen in acht. De instelwaarden gelden zonder
snel voorverwarmen.
■ Gebruik bij het bakken eerst de laagste opgegeven
temperatuur.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ : 4D-hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ ; Pizzastand
■ & Intensieve warmte
De standen van de stoomintensiteit zijn met behulp van
cijfers in de tabel aangegeven:
Gebak in springvormen van blank metaal: met bovenen onderwarmte op één niveau bakken. Gebruik de
■ 1 = laag
■ 2 = gemiddeld
■ 3 = hoog
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Stoomintensiteit
Duur in
min.
Bakken
SpritsBakplaat1%150-160*-25-40
SpritsBakplaat1:140-150*-25-35
Sprits, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1:140-150*-30-40
Small cakesBakplaat1%160*-25-35
Small cakesBakplaat1:150*-25-35
Small cakes, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1:150*-25-35
WaterbiscuitSpringvorm Ø 26 cm1%160-170**-25-35
WaterbiscuitSpringvorm Ø 26 cm1:160-170**-25-35
WaterbiscuitSpringvorm Ø 26 cm1:150-160110
* 5 min. voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken
** voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken
70
Page 71
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Stomen
Schuif de braadslede onder de stoombak met gaatjes,
maat XL, wanneer dit in de tabel is aangegeven.
Vrijkomende vloeistof wordt opgevangen.
Inschuifhoogtes bij stomen op één niveau (maximaal
2,5 kg gebruiken):
■ stoombak met gaatjes, maat XL: hoogte 2
GerechtAccessoires Inschuif-
Inschuifhoogtes bij stomen op twee niveaus (maximaal
1,8 kg per niveau gebruiken):
■ stoombak met gaatjes, maat XL: hoogte 3
■ stoombak met gaatjes, maat XL: hoogte 2
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ P Stomen
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in °C
Duur in
min.
thode
Stomen
Erwten, diepvries, twee bakken, à 1,8 kg2 x stoombak XL + braadslede3+2+1P1003-15**
Broccoli, vers, 300 gStoombak XL2P100*6-7***
Broccoli, vers, een bakStoombak XL2P100*6-7***
* voorverwarmen
** De controle is beëindigd wanneer op de koudste plek 85°C is bereikt (zie IEC 60350-1)
*** Een vergelijkbare gaartegraad tussen referentiemonster en hoofdmonster wordt bereikt wanneer de referentiemon-
ster 5 minuten (uitgevoerd zoals beschreven in IEC 60350-1) wordt gekookt.