Sharp XV-Z17000 User Manual [nl]

XV-Z17000
DEUTSCH
PROJEKTOR PROJEKTOR PROIETTORE PROJECTOR
BEDIENUNGSANLEITUNG BRUKSANVISNING MANUALE DI ISTRUZIONI GEBRUIKSAANWIJZING
SVENSKA ITALIANO NEDERLANDS
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.

Inleiding

BELANGRIJK
• Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal.
• Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Bijgeleverde accessoires” op blz. 9 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet.
Modelnummer: XV-Z17000
Serienummer:
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kin-
deren niet rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke elektrische schok te voorkomen.
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN. GEEN SCHROEVEN VERWIJ-
DEREN, BEHALVE DE VOORGE-
SCHREVEN GEBRUIKER-ON-
DERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE
VERMINDEREN, MAG DE BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET.
WAARSCHUWING:
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD
ONDERHOUDSPERSONEEL.
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de ge­bruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van het apparaat, die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
NEDERLANDS
-1
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze product worden soldeertin en een lamp die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten, de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org, de lamp recycling organisatie www.lamprecycle.org of neem contact op met SHARP via 1-800-BE-SHARP.
ALLEEN VOOR DE V.S.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
In deze projector wordt een hogedruk-kwiklamp gebruikt. Wanneer de lamp doorbrandt, hoort u mogelijk een luid
geluid. De lamp kan defect raken als gevolg van diverse oorzaken zoals: harde schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of overschrijding van de levensduur. De periode tot het defect raken van de lamp varieert afhankelijk van de lamp en/of de toestand en frequentie van gebruik. Houd er rekening mee dat de lamp bij het defect raken vaak zal barsten. Wanneer de lampvervangingsindicator en het beeldscherm-pictogram branden, raden wij u aan de lamp meteen door
een nieuwe te vervangen, ook wanneer de lamp normaal lijkt te werken. Mocht de lamp barsten, dan bestaat de kans dat er glassplinters in het inwendige van de projector verspreid worden.
In dat geval verdient het aanbeveling contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te laten ver wijderen zodat een veilige werking gewaarborgd is. Mocht de lamp barsten, dan kunnen de glassplinters in het lamphuis verspreid worden of het gas dat in de lamp is
kan via de uitlaatopening in de kamer terechtkomen. Aangezien het gas dat in deze lamp is kwik bevat, moet u de ruimte goed ventileren wanneer de lamp barst en tevens blootstelling aan het ontsnapte gas voorkomen. Indien u toch aan het gas wordt blootgesteld, dient u meteen de hulp van een arts in te roepen.
Let op
Verwijder de lamp niet meteen nadat u de projector hebt gebruikt. De lamp zal zeer heet zijn en kan
• brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Wacht minstens één uur nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken zodat het oppervlak van de lampeenheid helemaal kan afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
Raak niet het glas van het lamphuis of onderdelen in het inwendige van de projector aan.
Draai geen andere schroeven los dan die van het lamphuisdeksel en het lamphuis.
De lamptimer mag alleen na het vervangen van de lamp worden teruggesteld. Als u de lamptimer terugstelt en dan dezelfde lamp blijft gebruiken, kan de lamp beschadigd worden of exploderen.
Vervang de lamp door de volgende aanwijzingen nauwkeurig op blz. 62 tot 64.
* U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum laten vervangen.
* Als de nieuwe lamp niet brandt nadat u deze a angebracht hebt, dient u de projector voor reparatie naar uw dichtstbijzijnde offi c i ë l e
Sharp projectordealer of servicecentrum te brengen.
Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Unie
SHARP ELECTRONICS (Europe) GmbH Sonninstraße 3, D-20097 Hamburg
-2
ALLEEN E.U.-LANDEN

Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen

2
De technische gegevens verschillen een weinig, afhankelijk van het model. U kunt echter alle modellen op dezelfde wijze aansluiten en bedienen. De afbeeldingen en schermaanduidingen in deze gebruiksaanwijzing zijn vereenvoudigd om de uitleg te
• vergemakkelijken en kunnen enigszins afwijken van de feitelijke aanduidingen die u ziet.
Gebruik van het menuscherm
Inleiding
MENU toets
Insteltoetsen (//?/_)
ENTER toets
RETURN toets
Menu-selecties (Afstellingen)
U kunt de bedieningshandelingen ook uitvoeren met de toetsen op de projector.
1 Druk op MENU.
Het “Beeld” menuscherm voor de gekozen ingangsfunctie verschijnt.
2
Druk op Q of O om het menus­cherm te selecteren en bijstellin­gen te maken op de menubalk.
Voorbeeld:
Menuscherm “Beeld” wanneer COMPONENT is geselecteerd vor inputmodus
SEL/INS TERUG
SIG-INS
SCH-INS
0 0 0 0 0 0 0 0
Hoge helderh. Aan Uit
ENTER END
Beeld
Beeldmodus Standaard
Contrast Helder Kleur Tint Scherpte Rood Blauw Kleurtmp IRIS1 (Manual) IRIS2 (Autom) Eco + Stil Geavanceerd Reset
ENTER toets
Insteltoetsen (//?/_)
MENU toets
RETURN toets
Druk op RETURN om terug te keren naar het vorige scherm wanneer het menu wordt weergegeven.
PRJ-INS
Menubalk
voorzieningen
Handige
Toetsen die bij deze bediening gebruikt worden
Toetsen die in deze bedieningsstap gebruikt worden
Beeldschermdisplay
-35
................ Hier worden veiligheidsmaatregelen gegeven voor het gebruik van de projector.
Info
..... Hier wordt extra informatie verschaft voor de instelling en bediening van de projector.
Belangrijke bladzijden
Onderhoud
Blz. 59
Problemen oplossen
Blz. 72 tot 74
Index
Blz. 78
-3

Inhoudsopgave

Voorbereiding
Inleiding
Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen
Inhoudsopgave ................................................4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Accessoires ......................................................9
Benaming en functie van de onderdelen .....10
De afstandsbediening gebruiken .................13
De batterijen plaatsen .......................................... 13
Bruikbaar bereik .................................................. 13
Snelstartgids
Snelstartgids ..................................................14
Gebruik
Basisbediening
De projector in- en uitschakelen ..................23
Het netsnoer aansluiten ....................................... 23
De projector inschakelen ..................................... 23
De projector uitschakelen
(de projector in de ruststand zetten) .............. 23
Beeldprojectie ................................................24
Instellen van het geprojecteerde beeld ................. 24
Trapeziumvorm-correctie ..................................... 25
Kiezen van de ingangsfunctie .............................. 27
Bijstellen van de verticale en horizontale positie
van het beeld ................................................. 27
Tijdelijk tonen van het Zwarte Scherm .................28
Een bewegend beeld stilzetten ............................ 28
Automat. sync. (Automatische synchronisatie) ..... 28
Kiezen van de beeldmodus ................................. 28
Weergeven van een vergroot deel van een beeld
De iris-instelling omschakelen .............................. 29
Tijdelijk verbergen van het menu (Menu Hide) ...... 29
In- en uitschakelen van de Eco+stille modus ....... 29
Functie grootte aanpassen .................................. 30
Handige voorzieningen
Onderdelen menubalk ...................................32
Gebruik van het menuscherm ......................35
Menu-selecties (Afstellingen) ............................... 35
Beeldinstellingen (“Beeld” menu) ................37
Kiezen van de beeldmodus ................................. 37
Instellen van het beeld ......................................... 37
De iris-instelling omschakelen .............................. 38
Eco + Stil ............................................................ 38
De geavanceerde instelling (“Geavanceerd”)
gebruiken...................................................... 38
Corrigeren van de beeldnuancering (Gamma
Correctie) ...................................................... 38
Instellen van de kleuren ....................................... 38
De Wit benadr. bijstellen ...................................... 40
De fi lmmodus selecteren ..................................... 40
Instellen van detailverbetering (detailverb.) ........... 40
Afbeeldingsruis verminderen (DNR) ..................... 40
Vermindering zoemgeluid (MNR) .......................... 40
Alle bijstellingsitems terugstellen .......................... 40
Bijstelling computerafbeelding (“SIG-INS”
menu) ........................................................41
De computerafbeelding bijstellen ......................... 41
Instellen van de Resolutie .................................... 41
Automat. sync. (Automatische synchronisatie-
instelling) ....................................................... 41
Instelling signaaltype ........................................... 41
-4
...3
...6
... 29
Installatie
De projector opstellen ..................................16
De projector opstellen ......................................... 16
Standaardopstelling (projectie voorkant) .............. 16
Projectiemodus (PRJ) .......................................... 17
Bevestigen aan het plafond ................................. 17
Schermformaat en projectie-afstand.................... 18
Aansluitingen
Voorbeelden van kabels voor aansluiting ...19
Aansluiten op videoapparatuur ....................20
Aansluiten op een computer ........................21
De projector bedienen met een computer ..22
De instellingvideosysteem omschakelen .............. 42
Video-instelling .................................................... 42
Het dynamische bereik bijstellen .......................... 42
Signaal info ......................................................... 42
Instellen van het geprojecteerde beeld
(“SCH-INS” menu) ....................................43
Instellen van de Grootte Aanpassen functie ......... 43
Instellen van de beeldpositie ................................ 43
De overscan bijstellen .......................................... 43
Auto V-Trapezium Correctie ................................. 44
Trap. Modus ........................................................ 44
In/uitschakelen van het beeldschermdisplay ........ 45
Instellen van de helderheid van het menuscherm
Kiezen van het achtergrondbeeld ........................ 45
Selecteren van de positie van het menuscherm ... 45 De geprojecteerde beelden draaien/in
spiegelbeeld weergeven ................................. 45
Kiezen van de taal voor de beeldscherm-
aanduidingen (OSD)....................................... 45
Instellen van de projectorfunctie
(“PRJ-INS” menu) ....................................46
Auto Power Off functie (Automatische
uitschakelfunctie) ........................................... 46
Instellen van de stroombesparingsfunctie
(Spaarfunctie) ................................................ 46
Instellen van éénknopsbediening,
Systeemstandby en Invoernaam ................... 46
Instellen van de Demo-modus ............................. 47
Selecteren van de transmissiesnelheid
(RS-232C)..................................................... 47
Ventilatormodus-instelling .................................... 47
Terugkeren naar de standaardinstellingen ............ 47
De status van de lampduur controleren ............... 47
Genieten van 3D-weergave……………….… 48
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van
de 3D-bril...................................................... 48
Voorzorgsmaatregelen voor het kijken naar
3D-beelden ................................................... 48
Meegeleverde toebehoren voor de 3D-bril ........... 50
Naam van de onderdelen .................................... 50
Voor gebruik van de 3D-bril ................................. 51
Het vervangen van de knoopcelbatterij ................ 51
Bevestigen van de neusbrug ............................... 52
Bevestigen van het koordje van de 3D-bril ........... 52
Het gebruik van de 3D-bril................................... 52
Gebruiksreikwijdte van de 3D-bril ........................ 52
Het bekijken van 3D-beelden .............................. 53
3D-instellingen (“3D-MENU”) ............................... 55
Instellen van het menu 3D-formaat ...................... 56
Specifi caties – 3D-bril .......................................... 58
... 45
Referentie
Aanhangsel
Onderhoud .....................................................59
Onderhoudsindicators ..................................60
Betreffende de lamp ......................................62
Lamp .................................................................. 62
Belangrijke opmerkingen betreffende de lamp ..... 62
Vervangen van de lamp ....................................... 62
Verwijderen en aanbrengen van de lampeenheid
Terugstellen van de lamptimer ............................. 64
DLP® en het DLP-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Texas Instruments.
Microsoft en/of in andere landen.
PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
Macintosh landen.
HDMI, het HDMI-logo en High-Defi nition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handels­merken van HDMI Licensing LLC. Alle andere namen van fi rma’s of producten zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de re-
• spectievelijke ondernemingen. Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die toebehoren
• aan Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen, aanpassen, vertalen, verspre­iden, omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
®
en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of in andere
... 63
Opdrachten verbindingspinnen ....................65
RS-232C Specifi caties en
opdrachtinstellingen ................................66
Compatibiliteitskaart .....................................70
Problemen oplossen .....................................72
Voor assistentie van SHARP .........................75
Technische gegevens ....................................76
Afmetingen .....................................................77
Index ...............................................................78
Inleiding
-5

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

LET OP:
Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1.
Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatieopeningen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen, wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met uw elektricien. Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet. a. Tweedraads(net)stekker. b. Driedraads geaarde(net)stekker met aardingspen. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer niet door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14.
Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan, kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd. b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat is
terechtgekomen. c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of water. d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar
het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de
bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing worden
aangegeven. Bij een onjuiste instelling van andere
bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk beschadigd
worden, met tot gevolg dat reparatiewerkzaamheden
voor een juiste werking van het apparaat door erkend
onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen
worden. e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is beschadigd. f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert. Dit
duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
-6
Neem de volgende veiligheidsinformatie in acht wanneer u de projector gaat installeren.
Inleiding
Belangrijke informatie betreffende de lamp
Als de lamp gesprongen is, kunnen de glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie veroorzaken. Wanneer de lamp springt, moet u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voor een nieuwe lamp. Zie “Betreffende de lamp” op blz. 62.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Voor minimaal onderhoud en het behouden van een optimale beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector in een ruimte te installeren die niet vochtig, stoffi g en rokerig is. Bij gebruik van de projector in dit soort ruimten moeten de ventilatieopeningen en de lens vaker dan normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig reinigt. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum worden gedaan.
Zet de projector niet op een plaats die blootgesteld staat aan direct zonlicht of een andere sterke lichtbron.
Plaats het scherm zodanig dat dit niet in direct zonlicht staat of aan andere sterke verlichting is blootgesteld. Licht dat rechtstreeks op het scherm valt, zal de kleuren fl ets maken waardoor het kijken moeilijker wordt. Sluit de gordijnen en dim de verlichting wanneer het scherm in een erg zonnige of heldere kamer wordt opgesteld.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Plaats de projector op een horizontale ondergrond binnen het afstelbereik (9 graden) van het stelvoetje.
Wanneer de projector de eerste maal wordt ingeschakeld, kan er een vreemde geur via de ventilator naar buiten komen. Dit is normaal en duidt niet op een storing. De geur zal verdwijnen nadat de projector een poosje is gebruikt.
Gebruik van de projector op grote hoogte, zoals in de bergen (hoogten van meer dan 4.900 voet (1.500 meter))
Wanneer u de projector op grote hoogte gebruikt waar de lucht ijl is, dient u de “Ventilatormodus” op “Hoog” te zetten. Indien dit wordt verzuimd, kan dit de levensduur van het optische systeem nadelig beïnvloeden.
Gebruik de projector op hoogtes van 7.500 voet (2.300 meter) of minder.
Waarschuwing betreffende het opstellen van de projector op een hoge plaats
Als u de projector op een hoge plaats opstelt, moet u er goed op letten dat de projector stevig staat, om te voorkomen dat de projector letsel veroorzaakt wanneer deze zou vallen.
Stel de projector niet aan harde stoten en/of hevige trillingen bloot.
Wees voorzichtig met de lens zodat u deze niet beschadigt of er hard tegen stoot.
Laat uw ogen af en toe rusten.
Langdurig ononderbroken naar het scherm kijken kan resulteren in vermoeidheid van de ogen. U moet uw ogen regelmatig laten rusten.
Vermijd plaatsen die blootgesteld staan aan extreme temperaturen.
Het bereik voor de beschijfstemperatuur van de projector loopt van 41°F tot 95°F (+5°C tot +35°C).
Het bereik voor de opslagtemperatuur van de projector loopt van –4°F tot 140°F (–20°C tot +60°C).
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Houd minimaal 11 13/16" (30 cm) ruimte vrij tussen de uitlaatopening en de dichtstbijzijnde muur of ander obstakel.
Zorg dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn afgedekt.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening ervoor zorgen dat de projector automatisch in de ruststand (standby) wordt gezet, om beschadiging als gevolg van oververhitting te voorkomen. Dit duidt niet op een storing. (Zie blz. 60.) Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht tenminste 10 minuten. Zet de projector vervolgens op een plaats waar de inlaat­en uitlaatopeningen niet geblokkeerd worden, steek de stekker weer in het stopcontact en schakel de projector in. De projector zal vervolgens weer normaal werken.
Belangrijke informatie betreffende het gebruik van de projector
Als u de projector lange tijd niet gebruikt, of als u de projector verplaatst, ontkoppel dan het snoer voor netspanning van het stopcontact en ontkoppel alle andere kabels.
Draag de projector niet aan de lens.
Zorg ervoor dat u de lensdeksel sluit wanneer u de
projector opbergt.
Stel de projector niet bloot aan direct zonlicht en plaats deze ook niet in de buurt van een hittebron. Dit kan namelijk resulteren in verkleuring van de behuizing of vervorming van de plastic afdekking.
-7
Aansluiten van andere apparatuur
Wanneer u een computer of andere audiovisuele apparatuur op de projector aansluit, mag u de aansluitingen pas maken NADAT u het netsnoer van de projector uit het stopcontact hebt gehaald en de apparatuur die wordt aangesloten hebt uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzing van de projector en van de apparatuur die wordt aangesloten voor nadere bijzonderheden betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De netspanning en de uitvoering van de netstekker kunnen variëren, afhankelijk van het gebied of het land waar de projector wordt gebruikt. Als u de projector in het buitenland gebruikt, zorg dan dat deze op de juiste netspanning en met het voorgeschreven netsnoer wordt aangesloten.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Als de temperatuur binnenin de projector stijgt doordat de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn of door een verkeerde plaatsing van het toestel, dan zal de temperatuurwaarschuwingsindicator gaan knipperen. Als de temperatuur blijft stijgen zal “ ” gaan branden in de linker onderhoek van het beeld en zal de temperatuurwaarschuwingsindicator blijven knipperen. Als deze toestand blijft voortduren, gaat de lamp uit, gaat de koelventilator draaien en gaat de projector in de ruststand (standby) staan. Zie “Onderhoudsindicators” op blz. 60 en 61 voor verdere informatie.
Info
De koelventilator regelt de inwendige temperatuur
automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van de projector. Dit duidt niet op een storing.
Volg de volgende veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van de 3D-bril.
Voorkom doorslikken
Houd de batterijen en het koord buiten bereik van kleine kinderen. Kleine kinderen kunnen deze onderdelen per ongeluk doorslikken.
– Raadpleeg onmiddellijk een arts als een kind een van
deze onderdelen per ongeluk heeft doorgeslikt.
Niet uit elkaar halen
De 3D-bril mag niet uit elkaar worden gehaald of worden aangepast
Waarschuwing met betrekking tot de lithiumbatterij
Batterijen mogen niet worden blootgesteld aan overmatige warmte, zoals direct zonlicht of vuur.
Vervang de batterijen uitsluitend voor hetzelfde type of een vergelijkbaar type batterijen. Als de batterij niet goed is geplaatst, kan deze exploderen.
Pas op dat de batterijpolen (+ en –) tijdens het plaatsen van de batterij niet worden verwisseld. Volg de juiste procedure tijdens het plaatsen van de batterij. (Zie blz.
51.) Een niet goed geplaatste batterij kan beschadigen of vloeistof gaan lekken, wat kan leiden tot brand, letsel, of beschadiging.
Hanteren van de 3D-bril
De 3D-bril niet laten vallen, geen druk er op toepassen, en er niet op gaan staan. Hierdoor kan het glasgedeelte beschadigd raken, waardoor letsel kan ontstaan.
Pas op dat uw vinger niet vast komt te zitten bij het scharniergedeelte van de 3D-bril. Hierdoor kan letsel ontstaan.
– Let in het bijzonder op wanneer kinderen dit product
gebruiken.
Het gebruik van de 3D-bril
Ouders/verzorgers dienen kinderen in de gaten te houden’om te voorkomen dat zij dit product langdurig zonder rustperiodes gebruiken.
Gebruik alleen de 3D-bril die voor dit product wordt aanbevolen.
Gebruik de 3D-bril alleen voor het beoogde doel.
Loop tijdens het dragen van de 3D-bril niet heen en
weer. Omdat de omliggende omgeving donker lijkt, kan dit resulteren in vallen of andere ongelukken die letsel kunnen veroorzaken.
Verzorging van de 3D-bril
Gebruik voor het reinigen van de glazen alleen de doek die met de 3D-bril is meegeleverd. Verwijder stof en vuil van de doek. Stof en ander vuil kunnen krassen op de glazen veroorzaken. Gebruik geen reinigingsmiddelen zoals benzine, of thinner, omdat de afwerklaag hierdoor kan loslaten.
Zorg dat de glazen tijdens het reinigen van de 3D-bril niet in contact komen met water of ander vloeistof.
Berg de 3D-bril na gebruik altijd op in de bijgeleverde hoes.
Vermijd bij het opbergen van de 3D-bril zeer vochtige of warme locaties.
Het bekijken van 3D-beelden
Stop onmiddellijk met het kijken door de 3D-bril en laat uw ogen tot rust komen als u tijdens het bekijken van 3D-beelden last krijgt van duizeligheid, misselijkheid, of ander ongemak.
Gebruik de 3D-bril niet als de glazen ervan gebarsten of gebroken zijn.
-8

Accessoires

Bijgeleverde accessoires
Inleiding
Afstandsbediening
<RRMCGA929WJSA> Netsnoer* (1)
Voor de Verenigde
Staten, Canada enz.
<QACCDA007WJPZ>
*1 Zie blz. 50 tot 52 voor informatie over de 3D-bril en de toebehoren. *2 Welke netsnoeren meegeleverd worden met uw projector hangt af van de regio. Gebruik het netsnoer dat
Gebruiksaanwijzingen <TINS-E931WJZZ>
Codes tussen “< >” zijn onderdeelnummers voor vervangbare onderdelen.
2
(2)
Voor Europa, behalve
Groot-Brittannië
(6' (1,8 m))
bedoeld is voor het stopcontact in uw land.
(6' (1,8 m))
<QACCVA011WJPZ>
Twee AA-size batterijen
<UBATUA020WJZZ>
(3)
Voor Groot-Brittannië en
Singapore
(6' (1,8 m))
<QACCBA036WJPZ>
Twee 3D-brillen*1
<KOPTLA002WJN1>
(4)
Voor Australië, Nieuw-
Zeeland en Oceanië
(6' (1,8 m))
<QACCLA018WJPZ>
Los verkrijgbare accessoires
Lampeenheid AN-K15LP
Plafond-montage adapter AN-60KT
Plafondmontagebeugel AN-XRCM30 (alleen voor de V.S.)
Plafond-montage unit AN-TK201 <voor AN-60KT> AN-TK202 <voor AN-60KT>
Plafondgemonteerde verlengbuis AN-EP101B <voor AN-XRCM30> (alleen voor de V.S.)
3 RCA naar 15-pins mini D-sub-kabel (10' (3,0 m)) AN-C3CP2 3D-bril AN-3DG10-S
AN-3DG10-R AN-3DG10-A
Het is mogelijk dat sommige van deze los verkrijgbare accessoires niet in uw land worden verkocht. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voor verdere informatie.
-9

Benaming en functie van de onderdelen

De nummers aangegeven in verwijzen naar de bladzijde in deze gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Projector
121110 13 14
1
2
3
4
5
15 1716
6
Voorkant
1 Uitlaatopening 2 Zoomring
Voor het vergroten/verkleinen van het beeld.
3 Scherpstelring
Voor het scherpstellen van het beeld.
4 Lensdeksel 5 Infraroodafgifte
Geeft een infraroodsignaal wanneer 3D-beelden
worden geprojecteerd.
6 Stelpoot 7 Afstandsbedieningssensor 8 HEIGHT ADJUST hendel 9 Inlaatopening
59
15, 24
15, 24
23, 28, 63
52
15, 24
13
24
59
8 9
7
19 20 21
18
Bovenkant
10 Temperatuur-waarschuwingsindicator 11 Lampindicator 12 Spanningsindicator 13 STANDBY/ON toets
Voor het in- en uitschakelen (standby) van de
projector.
14 3D MENU toets
Voor het weergeven van het 3D-MENU-scherm.
15 PICTURE MODE toets
Voor het kiezen van het juiste beeld.
16 ENTER toets
Voor het invoeren van de selecties of instellingen die in
het menu zijn gemaakt.
17 INPUT toetsen (P/R)
Voor het kiezen van de ingangsfunctie.
18 RESIZE toets
Voor het omschakelen van het schermformaat
(NORMAAL, 16:9 enz.).
19 MENU toets
Voor de weergave van schermen voor bijstellingen/
instellingen.
20 RETURN toets
Voor terugkeren naar het vorige menuscherm tijdens
menubediening.
21 Insteltoetsen (P/R/O/Q)
Voor het selecteren van de menu-onderdelen.
23, 60
23, 60
14, 23
53
28
35
27
30
35
35
35
60
-10
Projector (achteraanzicht)
Inleiding
123 5
Gebruik van de draaghendel
Draag deze bij de draaghendel aan de zijkant wanneer u de de projector vervoert.
Sluit het lensdeksel altijd om schade
• aan de lens te voorkomen wanneer u de projector vevoert. Beur de projector niet op en draag hem
• niet rond door hem bij de lens beet te pakken daar dit schade kan toebrengen aan de lens.
4
6
11
79 108
Aansluitingen
1 RS-232C aansluiting
Aansluitbus voor de bediening van de projector met behulp van een computer.
2 COMPONENT aansluitingen
Aansluiting voor het aansluiten van video apparatuur met een component uitgangsaansluiting.
22
19
3 COMPUTER/COMPONENT
ingangsaansluiting
Aansluiting voor computer RGB- en YPbPr-signalen.
4 HDMI1, 2 aansluitingen
Aansluiting voor het verbinden van video apparatuur op de HDMI uitgangsaansluiting.
Gebruik van het Kensington slot
Deze projector is uitgerust met een Kensington standaard veiligheidsaansluiting voor gebruik met een Kensington MicroSaver beveiligingssysteem. Raadpleeg de documentatie die bij het beveiligingssysteem wordt geleverd voor instructies betreffende het beveiligen van de projector.
19, 21
19, 20
5 S-VIDEO ingangsaansluiting
Aansluitbus voor videoapparatuur die is uitgerust met een S-video-aansluiting.
6 VIDEO ingangsaansluiting
Aansluitbus voor videoapparatuur.
7 Draaghendel
Voor het dragen van de projector.
8 Afstandsbedien ingssensor 9 Netstroomaansluiting
Sluit hierop het bijgeleverde netsnoer aan.
10 Kensington standaard veiligheidsaansluiting 11 Veil ig hei ds sta ng
19, 20
19
13
23
-11
Benaming en functie van de onderdelen (vervolg)
De nummers aangegeven in verwijzen naar de bladzijde in deze gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Afstandsbediening
1
2
3
4
5 13
6
7
8
9
10
11 12
14
15
16 17
18
19 20
1 ON toets
Voor het inschakelen van de stroom.
2 STANDBY toets
Om de projector in de ruststand (standby) te zetten.
3 HDMI1, 2, COMPONENT, S-VIDEO, VIDEO,
COMPUTER toetsen
Voor overschakelen naar de respectievelijke invoermodi.
4 FREEZE toets
Voor het stilzetten van het beeld.
5 MAGNIFY toetsen
Voor het vergroten/verkleinen van een deel van het beeld.
6 KEYSTONE toets
Voor het inschakelen van de trapeziumvorm­correctiefunctie.
7 Insteltoetsen (P/R/O/Q)
Voor het selecteren van de menu-onderdelen.
8 RETURN toets
Voor terugkeren naar het vorige menuscherm tijdens menubediening.
9 INPUT toets
Voor het kiezen van de ingangsfunctie.
10 3D ON/OFF toets
Voor het wisselen tussen 2D- en 3D-modi.
11 AUTO SYNC toets
Voor het automatisch instellen van het beeld wanneer de projector op een computer is aangesloten.
12 PICTURE MODE toets
Voor het kiezen van het juiste beeld.
13 IRIS 1, 2 toetsen
Voor heen en weer schakelen tussen “Hoge helderh.” en “Hoog contrast”.
14 IMAGE SHIFT toets
Om beelden horizontaal en verticaal te verschuiven.
15 ENTER toets
Voor het invoeren van de selecties of instellingen die in het menu zijn gemaakt.
16 MENU HIDE toets
Om het menuscherm tijdelijk te verbergen.
17 MENU toet s
Voor de weergave van schermen voor bijstellingen/ instellingen.
18 RESIZE toets
Voor het omschakelen van het schermformaat (NORMAAL, 16:9 enz.).
19 3D MENU toets
Voor het weergeven van het 3D-MENU-scherm.
20 ECO+QUIET toets
Voor het reduceren van het geluid van de koelventilator en het verlengen van de levensduur van de lamp.
14, 23
15, 23
15, 27
28
29
25
35
35
27
53, 54
28
28
29
27
35
29
35
30
53
29
-12

De afstandsbediening gebruiken

2
30°
30°
30°
30°
2
)
23' (7 m)
)
23' (7 m)
30°
30°
30°
30°
-
Afstandsbedienings-
s
sensoren
-
Afstandsbedienings-
s
signaalzenders
g
Afstandsbediening

De batterijen plaatsen

1 Trek het lipje op de deksel
omlaag en verwijder de deksel in de richting van de pijl.
2 Plaats de geleverde batteijen en
plaats de deksel terug.
Zorg ervoor dat de polariteiten overeenstemmen met de markeringen
en n binnenin het batterijvak.
m
Wanneer u de deksel correct terugplaatst, voelt u hem op zijn plaats klikken.

Bruikbaar bereik

De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te bedienen binnen het bereik zoals getoond in de afbeelding.
Inleiding
23' (7 m
De sensor van de afstandsbediening bevindt zich aan zowel de voorkant als de achterkant van de projector.
Het signaal van de afstandsbediening kan op een scherm worden weerkaatst voor eenvoudige bediening. De daadwerkelijke afstand van het signaal kan echter variëren naargelang het materiaal van het scherm.
3' (7 m
Afstandsbedienings
ensoren
De afstandsbediening gebruiken:
Niet laten vallen of blootstellen aan vocht of hoge temperaturen.
De afstandsbediening kan slecht werken onder een tl-buis. Plaats de projector in dat geval uit de buurt van de tl-buis.
Bij verkeerd gebruik kunnen de batterijen lekken of ontploffen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Let op
De batterij kan ontploffen als deze verkeerd wordt geplaatst. Alleen vervangen door alkaline of magnesium batterijen.
Plaats de batterijen met de m en n pool overeenkomstig de aanduidingen in de batterijhouder.
Batterijen van een verschillend type hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom niet gelijktijdig batterijen van een verschillend type.
Meng geen nieuwe en oude batterijen door elkaar. Dit kan resulteren in een kortere levensduur van de nieuwe batterijen of de oude batterijen kunnen gaan lekken. Neem de batterijen uit de afstandsbediening wanneer deze leeg zijn, want anders kunnen ze gaan lekken.
• De vloeistof uit lekkende batterijen is schadelijk voor de huid, dus veeg bij lekkage de batterijen met een doek af en verwijder de batterijen daarna ook met de doek. De batterijen die bij deze projector zijn geleverd kunnen een kortere levensduur hebben dan normaal, afhankelijk
• van hoe lang ze opgeslagen zijn geweest. Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk door nieuwe batterijen. Neem de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening geruime tijd niet denkt te gebruiken.
• Neem de plaatselijke wetgeving (voorschriften) in acht wanneer u de batterijen weggooit.
Afstandsbedienin
Afstandsbedienings signaalzender
-13

Snelstartgids

Dit gedeelte toont u een voorbeeld van hoe u de projector aansluit op videoapparatuur die voorzien is van een HDMI-uitgangsaansluiting, samen met een korte toelichting op de stappen, van de aansluiting tot de projectie van afbeeldingen. Voor meer informatie raadpleegt u de pagina's die in elke stap worden vermeld.
3, 7 STANDBY/ON
toets
6 Zoomring
7 STANDBY toets 3 ON toets 5 Selectietoetsen
inputmodus
6 Scherpstelring
6 Stelpoten
5 INPUT toets
1. Plaats de projector met de voorkant naar een scherm
2.
Sluit de projector aan op de videoapparatuur en steek het netsnoer in de netstroomaansluiting op de projector
Blz. 16
Blz. 19-23
3.
Open het lensdeksel volledig en schakel de projector vervolgens in
Op de projector
-14
2
STANDBY/ON toets
1
Druk op STANDBY/ON op de projector of op ON op de afstandsbediening terwijl u deze op de projector richt.
Op de afstandsbediening
ON toets
Blz. 23
2
4. Schakel de videoapparatuur in en start het afspelen
Afspelen
5. Selecteer de Inputmodus
Druk op de HDMI1 toets op de afstandsbediening om “HDMI1” te selecteren als de Inputmodus.
HDMI1
YPbPr
HDMI1 toets
Druk op HDMI1, HDMI2, COMPONENT, S-VIDEO, VIDEO en COMPUTER op de afstandsbediening om de ingangsmodus te schakelen.
Druk op P of R om de gewenste ingangsmodus te selecteren wanneer u op INPUT op de afstands- bediening drukt of op de projector.
1080P
6. Stel de hoek, scherpte en zoom bij
1. De scherpte wordt bijgesteld
door aan de scherpstelring te draaien.
Scherpstelring
2. Het zoomen wordt bijgesteld door aan de zoomring te draaien.
Zoomring
3. De projectorhoek wordt bijgesteld door de stelpoot te gebruiken.
Blz. 27
Blz. 24
Snelstartgids
Stelpoten
Wanneer het beeld als een trape­zium vervormd wordt, is trapezi­umvorm-correctie nodig.
(Zie blz. 25.)
7. Schakel de stroom uit
Druk op STANDBY/ON op de projector of op STANDBY op de afstandsbediening en druk dan nogmaals op de toets terwijl de bevestigingboodschap getoond word tom de projector in de ruststand (standby) te zetten.
Op de projector
1
STANDBY/ON toets
2
Op de afstandsbediening
1
STANDBY toets
Beeldschermdisplay
Blz. 23
-15

De projector opstellen

De projector opstellen

Voor optimale afbeeldingskwaliteit plaatst u de projector loodrecht tegenover het scherm met de stelpoten van de projector in vlakke en horizontale stand.
De projectorlens moet in het midden van het scherm geplaatst zijn. Als de horizontale lijn die door het midden van de lens loopt, niet verticaal op het scherm staat, dan zal de afbeelding vervormen, wat het bekijken bemoeilijkt.
Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het niet in direct contact met het zonlicht of de ka­merverlichting staat. Licht dat direct op het scherm valt, vervaagt de kleuren, wat het bekijken bemoeilijkt. Sluit de gordijnen en dim de lichten wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of heldere kamer.

Standaardopstelling (projectie voorkant)

Plaats de projector op de vereiste afstand tot het scherm, in overeenstemming met het gewenste afbeeld­ingsformaat.
Voorbeeld van een standaardopstelling
Zijaanzicht
Scherm
H
90°
Midden van de lens
L
Zie blz. 18 voor verdere informatie over “Schermformaat en projectie-afstand”.
-16

Projectiemodus (PRJ)

De projector kan een van de 4 projectiemodi gebruiken, zoals afgebeeld in de onderstaande schets. Selecteer de meest geschikte modus voor de projectie-instelling die u gebruikt. (U kunt de PRJ-modus in het “SCH-INS”-menu instellen. Zie blz. 45.)
Tafelmontage, projectie voorkant
Menu-item ➞ “Voor”
Tafelmontage, projectie achterkant
(met een doorzichtig scherm)
Menu-item ➞ “Achter”
Plafondmontage, projectie voorkant
Menu-item ➞ “Plafond+voor”
Plafondmontage, projectie achterkant (met een doorzichtig scherm)
Menu-item ➞ “Plafond+achter”

Bevestigen aan het plafond

De optionele Sharp plafond-montage adapter en unit wordt aanbevolen voor deze installatie. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projector- dealer of servicecentrum voordat u de projector monteert om de plafond-montage adapter en unit te verkrijgen (wordt los verkocht).
Installatie
Indicatie van het geprojecteerde afbeeldingsformaat en projectie-afstand
Voor meer informatie verwijzen wij u naar “Schermformaat en projectie-afstand” op blz. 18.
Voorbeeld: Bij gebruik van een breed scherm (16:9)
Afbeeldingsformaat
500" (1270 cm)
200" (508 cm)
100" (254 cm)
80" (203 cm) 40" (102 cm)
70"×39"
(177 cm × 100 cm)
35"×20" (89 cm × 50 cm)
4'1" ~ 4'9"
(1,3 m ~ 1,4 m)
174"×98" (443 cm
87"×49"
(221 cm × 125 cm)
8'3" ~ 9'6" (2,5 m ~ 2,9 m)
436 (1107 cm
×
249 cm)
10'4" ~ 11'11"
20'7" ~ 23'9"
(3,1 m ~ 3,6 m)
(6,3 m ~ 7,2 m)
"
×245
"
×
51'6"
623
cm )
(15,7 m)
Projectie-afstand
-17
De projector opstellen (vervolg)

Schermformaat en projectie-afstand

Bij gebruik van een breed scherm (16:9): Wanneer u de afbeelding (16:9) afbeeldt over het hele scherm (16:9).
Afbeeldingsformaat (Schermformaat) Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte
500" (1270 cm) 436" (1107 cm) 245" (623 cm) 51'6" (15,7 m)
Minimaal [L1]
Maximaal [L2]
400" (1016 cm) 349" (886 cm) 196" (498 cm) 41'2" (12,6 m) 47'6" (14,5 m) 31 300" (762 cm) 261" (664 cm) 147" (374 cm) 30'11" (9,4 m) 35'8" (10,9 m) 23 250" (635 cm) 218" (553 cm) 123" (311 cm) 25'9" (7,9 m) 29'8" (9,1 m) 19 200" (508 cm) 174" (443 cm) 98" (249 cm) 20'7" (6,3 m) 23'9" (7,2 m) 15 150" (381 cm) 131" (332 cm) 74" (187 cm) 15'5" (4,7 m) 17'10" (5,4 m) 11 120" (305 cm) 105" (266 cm) 59" (149 cm) 12'4" (3,8 m) 14'3" (4,3 m) 9 100" (254 cm) 87" (221 cm) 49" (125 cm) 10'4" (3,1 m) 11'11" (3,6 m) 7 80" (203 cm) 70" (177 cm) 39" (100 cm) 8'3" (2,5 m) 9'6" (2,9 m) 6 60" (152 cm) 52" (133 cm) 29" (75 cm) 6'2" (1,9 m) 7'2" (2,2 m) 4 40" (102 cm) 35" (89 cm) 20" (50 cm) 4'1" (1,3 m) 4'9" (1,4 m) 3
x : Afbeelding (Scherm) diagonale afmeting: 40" – 500" L : Projectie-afstand (voet/m) L1 : Minimale projectie-afstand (voet/m) L2 : Maximale projectie-afstand (voet/m) H :
Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld (duim/cm)
De formule voor beeldformaat en projectie-afstand [Voet/duim] L1 (voet) = 0,0314 x / 0,3048 L2 (voet) = 0,0362 x / 0,3048 H (duim) = 0,2 x / 2,54
Bij gebruik van een normaal scherm (4:3): Wanneer u de afbeelding (4:3) afbeeldt over het hele scherm (4:3).
Afbeeldingsformaat (Schermformaat) Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte
400" (1016 cm) 320" (813 cm) 240" (610 cm) 50'5" (15,4 m)
Minimaal [L1]
Maximaal [L2]
300" (762 cm) 240" (610 cm) 180" (457 cm) 37'10" (11,5 m) 43'7" (13,3 m) 28 250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm) 31'6" (9,6 m) 36'4" (11,1 m) 24 200" (508 cm) 160" (406 cm) 120" (305 cm) 25'3" (7,7 m) 29'1" (8,9 m) 19 150" (381 cm) 120" (305 cm) 90" (229 cm) 18'11" (5,8 m) 21'10" (6,6 m) 14 120" (305 cm) 96" (244 cm) 72" (183 cm) 15'2" (4,6 m) 17'5" (5,3 m) 11 100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 12'7" (3,8 m) 14'6" (4,4 m) 9 80" (203 cm) 64" (163 cm) 48" (122 cm) 10'1" (3,1 m) 11'8" (3,5 m) 7 70" (178 cm) 56" (142 cm) 42" (107 cm) 8'10" (2,7 m) 10'2" (3,1 m) 6 60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 7'7" (2,3 m) 8'9" (2,7 m) 5 40" (102 cm) 32" (81 cm) 24" (61 cm) 5'1" (1,5 m) 5'10" (1,8 m) 3
x : Afbeelding (Scherm) diagonale afmeting: 40" – 400" L : Projectie-afstand (voet/m) L1 : Minimale projectie-afstand (voet/m) L2 : Maximale projectie-afstand (voet/m) H :
Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld (duim/cm)
De formule voor beeldformaat en projectie-afstand [Voet/duim] L1 (voet) = 0,03843 x / 0,3048 L2 (voet) = 0,0443 x / 0,3048 H (duim) = 0,24477 x / 2,54
Bij gebruik van een normaal scherm (4:3): Wanneer u de afbeelding (16:9) afbeeldt over de hele horizontale breedte van het scherm (4:3).
Diag. [χ] Breedte Hoogte
500" (1270 cm) 400" (1016 cm) 300" (762 cm) 47'3" (14,4 m) 400" (1016 cm) 320" (813 cm) 240" (610 cm) 37'10" (11,5 m) 43'7" (13,3 m) 28 300" (762 cm) 240" (610 cm) 180" (457 cm) 28'4" (8,6 m) 32'8" (10,0 m) 21 250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm) 23'8" (7,2 m) 27'3" (8,3 m) 18 200" (508 cm) 160" (406 cm) 120" (305 cm) 18'11" (5,8 m) 21'10" (6,6 m) 14 150" (381 cm) 120" (305 cm) 90" (229 cm) 14'2" (4,3 m) 16'4" (5,0 m) 10 120" (305 cm) 96" (244 cm) 72" (183 cm) 11'4" (3,5 m) 13'1" (4,0 m) 8 100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 9'5" (2,9 m) 10'11" (3,3 m) 7 80" (203 cm) 64" (163 cm) 48" (122 cm) 7'7" (2,3 m) 8'9" (2,7 m) 5 70" (178 cm) 56" (142 cm) 42" (107 cm) 6'7" (2,0 m) 7'8" (2,3 m) 5 60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 5'8" (1,7 m) 6'6" (2,0 m) 4 40" (102 cm) 32" (81 cm) 24" (61 cm) 3'9" (1,2 m) 4'4" (1,3 m) 2
x : Diagonale afmeting van het scherm: 40" – 500" L : Projectie-afstand (voet/m) L1 : Minimale projectie-afstand (voet/m) L2 : Maximale projectie-afstand (voet/m) H :
Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld (duim/cm)
Schermformaat Projectie-afstand [L]
Minimaal [L1]
Maximaal [L2]
De formule voor schermformaat en projectieafstand [Voet/duim] L1 (voet) = 0,02882 x / 0,3048 L2 (voet) = 0,03323 x / 0,3048 H (duim) = 0,18358 x / 2,54
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
39
3
/8" (100 cm)
1
/2" (80 cm)
5
/8" (60 cm)
11
/16" (50 cm)
3
/4" (40 cm)
13
/16" (30 cm)
29
/64" (24 cm)
7
/8" (20 cm)
19
/64" (16 cm)
23
/32" (12 cm)
5
/32" (8 cm)
[m/cm] L1 (m) = 0,0314 x L2 (m) = 0,0362 x H (cm) = 0,2 x
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
38 35/64" (98 cm)
29
/32" (73 cm)
3
/32" (61 cm)
17
/64" (49 cm)
29
/64" (37 cm)
9
/16" (29 cm)
41
/64" (24 cm)
45
/64" (20 cm)
3
/4" (17 cm)
25
/32" (15 cm)
55
/64" (10 cm)
[m/cm] L1 (m) = 0,03843 x L2 (m) = 0,0443 x H (cm) = 0,24477 x
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
36
9
/64" (92 cm)
29
/32" (73 cm)
11
/16" (55 cm)
1
/16" (46 cm)
29
/64" (37 cm)
27
/32" (28 cm)
43
/64" (22 cm)
15
/64" (18 cm)
25
/32" (15 cm)
1
/16" (13 cm)
11
/32" (11 cm)
57
/64" (7 cm)
[m/cm] L1 (m) = 0,02882 x L2 (m) = 0,03323 x H (cm) = 0,18358 x
Zie blz. 16 voor “Projectie-afstand [L]” en “Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld [H]”.
In de waarden in de bovenstaande diagrammen moet u rekening houden met een kleine foutenmarge.
-18

Voorbeelden van kabels voor aansluiting

Voor meer informatie over aansluiting en kabel verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van de aan te
• sluiten apparatuur. U hebt wellicht andere kabels of connectors nodig die hieronder niet worden vermeld.
Apparatuur
Videoapparatuur
Aansluiting op
aan te sluiten
apparatuur
HDMI-
uitgangsaansluiting
Component-video­uitgangsaansluiting
HDMI-kabel (los verkrijgbaar) HDMI1, 2
Componentkabel (los verkrijgbaar) COMPONENT
Kabel
Aansluiting op de
projector
( Blz. 20)
Fotocamera/videospel
3 RCA naar 15-pins mini D-sub-kabel (optioneel, AN-C3CP2)
S-video-
uitgangsaansluiting
Video-
uitgangsaansluiting
Component-
video-
uitgangsaansluiting
S-video-
uitgangsaansluiting
Video-
uitgangsaansluiting
S-videokabel (los verkrijgbaar) S-VIDEO
Videokabel (los verkrijgbaar) VIDEO
Kabels voor een camera of videospel/3 RCA naar 15­pins mini D-sub-kabel (optioneel, AN-C3CP2)
Kabels voor een camera of videospel S-VIDEO
Kabels voor een camera of videospel VIDEO
COMPUTER/ COMPONENT

Aansluitingen

( Blz. 20)
COMPUTER/ COMPONENT
RCA adapterstekker (los verkrijgbaar)
Computer
RGB-
uitgangsaansluiting
HDMI-
uitgangsaansluiting
RGB-kabel (los verkrijgbaar) COMPUTER/
HDMI-kabel (los verkrijgbaar) HDMI1, 2
COMPONENT
( Blz. 21)
-19

Aansluiten op videoapparatuur

Voordat u apparatuur aansluit, moet u de netstroomaansluiting van de projector uit het Netsnoerstopcontact trekken en de apparaten uitschakelen die u wilt gaan aansluiten. Nadat u alle aansluitingen hebt gemaakt, schakelt u de projector in en daarna de andere apparaten.
Apparatuur met HDMI-uitgangsaansluiting aansluiten op de HDMI-aansluiting op de projector
Voor videoaansluiting gebruikt u een kabel die voldoet aan HDMI-normen. Het gebruik van kabel die niet voldoen aan HDMI-normen kan storingen veroorzaken.
HDMI-compatibel apparaat
HDMI-compatibel apparaat
Naar HDMI-uitgangsaansluiting
Naar HDMI-uitgangsaansluiting
HDMI-kabel (type A)
HDMI-kabel (type A) (los verkrijgbaar)
(los verkrijgbaar)
Naar HDMI1- of 2-aansluiting
Naar HDMI1- of 2-aansluiting
Afhankelijk van de specifi caties van de videoapparatuur of de DVIÙHDMI digitalekabel kan het zijn dat
het signaal niet goed wordt overgebracht. (De HDMI-specifi catie ondersteunt niet alle verbindingen met videoapparatuur met digitale HDMI-uitgangsaansluiting met gebruik van een DVIÙHDMI digitalekabel.)
HDMI (High-Defi nition Multimedia Interface) is een digitale AV-interface die een videosignaal met hoge
resolutie kan afl everen, tegelijk met een multikanaals audiosignaal en bidirectioneel controlesignaal, en dit alles in slechts één kabel.
• Omdat het digitale videosignaal compatibel is met het HDCP-systeem (High-bandwidth Digital Content
Protection), verzwakt het niet wanneer het verzonden wordt en kunt u genieten van een afbeelding van hoge kwaliteit met behulp van slechts één eenvoudige aansluiting.
Apparatuur aansluiten met S-video-uitgangsaansluiting.
DVD-speler, etc.
Naar S-video-uitgangsaansluiting
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Naar S-VIDEO-aansluiting
Zie “Voorbeelden van kabels voor aansluiting” op blz. page 19 voor het aansluiten van andere apparatuur.
-20

Aansluiten op een computer

Zorg ervoor dat de computer het laatste apparaat is dat wordt ingeschakeld als alle aansluitingen eenmaal zijn gemaakt.
Aansluiten op een computer met de RGB-kabel
Computer
Naar RGB-uitgangsaansluiting
RGB-kabel (los verkrijgbaar)
Raadpleeg “Compatibiliteitskaart” op blz. 70 voor een lijst met computersignalen die compatibel zijn
met de projector. Gebruik met computersignalen die niet staan vermeld kan storing in sommige functies veroorzaken.
Het is mogelijk dat u voor sommige Macintosh computers een Macintosh adapter nodig hebt. Neem contact
op met uw dichtstbijzijnde Macintosh handelaar.
Afhankelijk van de computer die u gebruikt, kan een afbeelding niet geprojecteerd worden, als de
externe outputpoort van uw computer niet is ingeschakeld. (bijv. Druk tegelijkertijd de toetsen “Fn” en “F5” in wanneer u een SHARP-notebookcomputer gebruikt). Wij verwijzen u naar de specifi eke
aanwijzingen in de bedieningshandleiding van uw computer om de externe outputpoort van uw computer in te schakelen.
Naar de COMPUTER/COMPONENT aansluiting
Aansluitingen
-21

De projector bedienen met een computer

Wanneer de RS-232C-aansluiting op de projector is aangesloten op een computer, dan kan de computer worden gebruikt om de projector te bedienen en om de status van de projector te controleren.
Aansluiting maken met een computer met behulp van een seriële RS-232C-controlekabel
Computer
Naar RS-232C-aansluiting
Naar RS-232C-aansluiting
Seriële RS-232C-controlekabel (haaks type, los verkrijgbaar)
De RS-232C-functie kan wellicht niet werken als uw computerterminal niet correct is opgesteld. Wij verwijzen
u naar de bedieningshandleiding van de computer voor meer informatie.
Voor informatie over RS-232C-specifi caties en -opdrachten verwijzen wij u naar blz. 66.
Info
Sluit de RS-232C-kabel alleen aan op de RS-232C-aansluiting op de computer. Anders kunt u schade aan
uw computer of projector veroorzaken.
• U mag een seriële RS-232C-controlekabel niet op de computer aansluiten of van de computer losmaken
als de computer is ingeschakeld. Anders kunt u schade aan uw computer veroorzaken.
-22

De projector in- en uitschakelen

Het netsnoer aansluiten

Stop het netsnoer in de netstroomaansluiting aan de achterkant van de projector.
De spanningsdicator licht rood op en de projector
• schakelt in standby-modus.
Netsnoer (meegeleverde)

De projector inschakelen

Voordat u de onderstaande aanwijzingen uitvoert, moet u eerst alle externe apparatuur aansluiten en de stekker in het stopcontact steken. (Zie blz. 20 tot 23.)
Open het lensdeksel volledig en druk op STANDBY/ON op de projector of op ON op de afstandsbediening.
De spanningsindicator licht groen op.
Na het oplichten van de lampindicator is de projector klaar voor bediening.
Wanneer het lensdeksel gesloten is, knippert de spanningsindicator beurtelings groen en oranje en de projector wordt niet ingeschakeld.
Betreffende de lampindicator
De lampindicator geeft de status van de lamp aan.
Groen: De lamp is aan. Knippert groen: De lamp is aan het opwarmen. Rood: De lamp wordt op een abnormale
wijze uitgeschakeld of de lamp
Wanneer de projector wordt ingeschakeld, kan het
beeld enigszins fl ikkeren gedurende de eerste minuut dat de lamp is ingeschakeld. Dit is normaal en wordt veroorzaakt door de regelcircuits van de lamp die de uitgangskarakteristieken van de lamp stabiliseren. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
Als de projector in de ruststand (standby) wordt gezet en dan meteen weer wordt ingeschakeld, kan het even duren voordat de lamp gereed is om te beginnen met projecteren.
moet vervangen worden.
Info
Bij het verlaten van de fabriek is de taal op
• Engels ingesteld. Als u een andere taal voor het beeldschermdisplay wilt instellen, moet u de taal wijzigen zoals beschreven op blz. 45.
Spanningsindicator
STANDBY/ON toets
Lampindicator
Lensdeksel
STANDBY toets
ON toets

Basisbediening

De projector uitschakelen (de projector in de ruststand zetten)

Druk op STANDBY/ON van de projector of op STANDBY van de afstandsbediening en druk dan nog een keer op die toets terwijl de bevestigingsmelding wordt aangegeven om de projector in de ruststand (standby) te schakelen.
De projector kan niet aangezet worden tijdens het koelen.
Direct Uit functie:
U kunt de stekker uit het stopcontact halen ook als de koelventilator nog draait.
Beeldschermdisplay
Info
-23
Loading...
+ 56 hidden pages