Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van
de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal.
Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder
“Meegeleverde accessoires” op bladzijde 20 van deze
gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de
verpakking recyclet. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat
u de projector in gebruik neemt.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by 93/68/
EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/
68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la
directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC.
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla
direttiva 93/68/EEC.
Η εγκατάσταση αυτή ανταποκρίνεται στις απαιτήσεις των οδηγιών της Ευρωπαϊκής Ενωσης 89/336/
ΕΟΚ και 73/23/ΕΟΚ, #πως οι κανονισµοί αυτοί συµπληρώθηκαν απ# την οδηγία 93/68/ΕΟΚ.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida
pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de la
93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av 93/68/
EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i direktivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC.
Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä 93/68/EEC.
Modelnummer: PG-M25X
Serienummer:
GyroRemote
This equipment complies with the requirements of Directive 1999/5/EC.
GyroRemote-Fernbedienung
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EU-Richtlinie 1999/5/EG.
GyroRemote
Cet appareil est conforme aux exigences de la directive 1999/5/CE.
GyroRemote
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijn 1999/5/EG.
GyroFjernbetjening
Dette udstyr overholder kravene i direktiv 1999/5/EF.
GyroRemote
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttiva 1999/5/CE.
GyroRemoto
Este equipamento obedece às exigências da directiva 1999/5/CE.
GyroRemote
Este aparato satisface las exigencias de las Directiva 1999/5/CE.
Gyrofjärrkontroll
Denna utrustning uppfyller kraven enligt direktiv 1999/5/EC.
GyroRemote
Dette produktet oppfyller kravene i direktiv 1999/5/EC.
Gyro-kauko-ohjain
Tämä laite täyttää direktiivin 1999/5/EY vaatimukset.
SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K.
The mains lead of this product is fitted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating a 13A fuse. Should
the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse marked
above, which is also indicated on the pin face of the plug, must be used.
Always refit the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse cover fitted.
In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug supplied, cut off the
mains plug and fit an appropriate type.
DANGER:
The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immediately and disposed of
in a safe manner.
Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 13A socket outlet, as a serious
electric shock may occur.
To fit an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below:
IMPORTANT:
The wires in the mains lead are coloured in accordance with the following code:
Blue: Neutral
Brown: Live
As the colours of the wires in the mains lead of this product may not correspond with the coloured markings
identifying the terminals in your plug, proceed as follows:
• The wire which is coloured blue must be connected to the plug terminal which is marked N or coloured black.
• The wire which is coloured brown must be connected to the plug terminal which is marked L or coloured red.
Ensure that neither the brown nor the blue wire is connected to the earth terminal in your three-pin plug.
Before replacing the plug cover make sure that:
• If the new fitted plug contains a fuse, its value is the same as that removed from the cut-off plug.
• The cord grip is clamped over the sheath of the mains lead, and not simply over the lead wires.
IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN.
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Swedish, Spanish, Italian,
Dutch, Portuguese, Chinese and Korean. Carefully read through the operation instructions before operating the
projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch, Schwedisch, Spanisch,
Italienisch, Niederländisch, Portugiesisch, Chinese, und Koreanisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der
Verwendung des Projektors sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français, suédois,
espagnol, italien, néerlandais, portugais, chinois et coréen. Veuillez lire attentivement ces instructions avant de
faire fonctionner le projecteur.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska, svenska, spanska,
italienska, holländska, portugisiska, kinesiska och koreanska. Läs noga igenom bruksanvisningen innan
projektorn tas i bruk.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés, sueco, español,
italiano, holandés, portugués, chino y coreano. Lea cuidadosamente las instrucciones de operación antes de
utilizar el proyector.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, svedese, spagnolo, italiano,
olandese, portoghese, cinese e coreano. Leggere attentamente le istruzioni per l’uso prima di usare il
proiettore.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Zweeds, Spaans, Italiaans,
Nederlands, Portugees, Chinees en Koreaans. Lees de handleiding zorgvuldig door voor u de projector in
gebruik neemt.
O CD-ROM fornecido contém instruções de operação em Inglês, Alemão, Francês, Sueco, Espanhol, Italiano,
Holandês, Português, Chinês e Coreano. Leia cuidadosamente todas as instruções de operação antes de
operar o projetor.
or and of the same rating as
OPMERKING SPECIAAL VOOR GEBRVIKERS IN EUROPE
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
Inleiding
NEDERLANDS
Er zijn twee belangrijke redenen om de garantie van uw nieuwe SHARP-projector onmiddellijk in orde te brengen
met de REGISTRATIEKAART die verpakt zit bij de projector.
1. GARANTIE
U komt meteen in aanmerking voor de volledige garantie op onderdelen, service en reparatiewerkzaamheden
die van toepassing is op dit product.
2. CONSUMENT-VEILIGHEIDSWETGEVING
U wordt onmiddellijk op de hoogte gesteld van eventuele veiligheidsbepalingen betreffende inspecties,
modificaties of het terugroepen van producten die door SHARP moeten worden uitgevoerd op basis van de
1972 Consumer Product Safety Act. LEES ZORGVULDIG DE BELANGRIJKE “BEPERKTE GARANTIE”
CLAUSULE.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
: Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kinderen niet
rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
elektrische schok te voorkomen.
Zie de onderkant van dit apparaat.
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN
GEBRUIKER-ONDERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek
maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid
van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in
het inwendige van het apparaat, die zo groot
kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok
kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek
maakt de gebruiker attent op belangrijke
bedienings- en onderhoudsinformatie in de
documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
Inleiding
WAARSCHUWING
: De FCC-bepalingen schrijven voor dat wijzigingen of modificaties in de apparatuur die niet uitdrukkelijk
door de fabrikant zijn goedgekeurd tot gevolg kunnen hebben dat het gebruik van de apparatuur
niet meer toegestaan is.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
INFORMATIE
Deze apparatuur is getest en bleek te voldoen aan de eisen en limieten voor Klasse A digitale apparatuur, overeenkomstig
Deel 15 van de FCC-bepalingen, die ontworpen zijn om redelijke bescherming te verlenen tegen dergelijke storingen bij
gebruik in een commerciële omgeving. In deze apparatuur worden radiogolven opgewekt en verwerkt, en deze golven
kunnen uitgestraald worden. Als bij de installatie en/of het gebruik de instructies in de gebruiksaanwijzing niet strikt
opgevolgd worden, kan de apparatuur storing in radio-ontvangst veroorzaken. Gebruik van deze apparatuur in een
woongebied zal waarschijnlijk storingen veroorzaken. In dat geval dient de gebruiker op zijn/haar eigen kosten alle
maatregelen te nemen die nodig kunnen zijn om de storing op te heffen.
Gebruik met deze apparatuur de meegeleverde computerkabel. Deze kabel zorgt ervoor dat de apparatuur voldoet
aan de voorschriften van FCC Klasse A.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
WAARSCHUWING:
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de
gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
1
“De bediening is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken, en
(2) dit apparaat moet zelf bestand zijn tegen elke interferentie, ook interferentie die een ongewenste bediening van het apparaat
kan veroorzaken.”
ALLEEN VOOR CANADA
Voor het apparaat met GyroRemote (RRMCG1631CESA)
Dit apparaat is in overeenstemming met deel 15 van de FCC-bepalingen. De bediening is onderworpen aan de volgende twee
voorwaarden:
(1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en
(2) Dit apparaat moet zelf bestand zijn tegen elke interferentie, ook interferentie die een ongewenste bediening kan veroorzaken.
Dit apparaat werkt in de frequentieband van 49,82 tot 49,90 MHz en heeft een RF-uitgangsvermogen van minder dan 30
microwatt EIRP (Effective Isotropic Radiated Power).
Let op
Elke wijziging van dit apparaat die niet uitdrukkelijk is goedgekeurd door de fabrikant kan het recht van de gebruiker om dit
apparaat te gebruiken tenietdoen.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector is uitgezet. Zet daarom bij normaal
gebruik de projector altijd uit met Aan/uit-toets (POWER) op de projector of op de afstandsbediening. Controleer eerst of de
koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt.
SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze projector worden soldeertin en een lamp onder druk die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen
van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie
betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u zich in de Verenigde
Staten bevindt, met de Electronics Industries Alliance:www.eiae.org.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie “Vervangen van de lamp” op bladzijde 111.
LAMP REPLACEMENT CAUTION
BEFORE REMOVING THE SCREW, DISCONNECT POWER CORD.
HOT SURFACE INSIDE. ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP.
REPLACE WITH SAME SHARP LAMP UNIT TYPE BQC-PGM20X//1 ONLY.
UV RADIATION : CAN CAUSE EYE DAMAGE. TURN OFF LAMP BEFORE SERVICING.
MEDIUM PRESSURE LAMP : RISK OF EXPLOSION. POTENTIAL HAZARD OF GLASS
PARTICLES IF LAMP HAS RUPTURED. HANDLE WITH CARE. SEE OPERATION MANUAL.
PRECAUTIONS A OBSERVER LORS
DU REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
DEBRANCHER LE CORDON D’ALIMENTATION AVANT DE RETIRER LES VIS.
L’INTERIEUR DU BOITIER ETANT EXTREMEMENT CHAUD, ATTENDRE 1 HEURE
AVANT DE PROCEDER AU REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
NE REMPLACER QUE PAR UNE LAMPE SHARP DE TYPE BQC-PGM20X//1.
RAYONS ULTRAVIOLETS : PEUVENT ENDOMMAGER LES YEUX.
ETEINDRE LA LAMPE AVANT DE PROCEDER A L’ENTRETIEN.
LAMPE A MOYENNE PRESSION : RISQUE D’EXPLOSION. DANGER POTENTIEL
DE PARTICULES DE VERRE EN CAS D’ECLATEMENT DE LA LAMPE
A MANIPULER AVEC PRECAUTION, SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI.
WEES VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP
MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS DE SCHROEF TE
VERWIJDEREN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN BINNEN IN HET
APPARAAT. LAAT HET APPARAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS
DE LAMP TE VERVANGEN. VERVANG DE LAMP UITSLUITEND
DOOR DEZELFDE SHARP-LAMP VAN HET TYPE BQC-PGM20X//1.
UV-STRALING: KAN OOGLETSEL VEROORZAKEN. ZET DE LAMP
UIT ALVORENS TE BEGINNEN MET ONDERHOUD.
MIDDELMATIGE DRUK AANWEZIG IN DE LAMP:
EXPLOSIEGEVAAR.
INDIEN DE LAMP SPRINGT, KUNNEN ER GEVAARLIJKE
GLASSPLINTERS ZIJN. BEHANDEL VOORZICHTIG. ZIE DE
GEBRUIKSAANWIJZING.
2
Belangrijkste eigenschappen
1.Beeldkwaliteit
• Superieure beeldkwaliteit met het Fujinon™ optische-lenssysteem.
• Nieuw ontwikkelde DDR-chip (Double Data Rate) elimineert de
kleuronderbrekingen van DLP™-projectors van de vorige generatie.
• Nieuw ontwikkelde 12° DMD™-chip zorgt voor een aanzienlijk hogere optische
efficiëntie en een uitstekende contrastverhouding.
2.Licht, compact en uniek slank design
• Een nieuwe optische motor zorgt voor een uniek slank design en compacte
afmetingen (4,2 liter, 2,6 kg).
3.Superieure computercompatibiliteit
• Ondersteunt een verversing s frequentie (verticale frequentie) tot 200 Hz en een
breed bereik van synchrone signalen.
• Dankzij de Advanced Compression Technology (geavanceerde intelligente
compressie) kunnen computerbeeldschermen met UXGA-resolutie (1.600 # 1.200)
nu weergegeven worden met minimale vervorming.
Inleiding
4.Geavanceerde computergestuurde- en video-geïntegreerde composertechnologie
• Produceert levendige beelden dankzij de nieuwste hoge beeldkwaliteitscircuits.
• Het nieuwe I/P-omzettingsalgoritme verhoogt het resultaat van de I/P-omzetting voor
bewegingsdetectie.
Sterk verbeterd zaagtandeffect of schuine lijnen in bewegende beelden.
• Contrastregeling Dynamisch Gamma
Hoger contrast en natuurlijke kleurgradatie door een minimale verandering van kleurtinten.
• Kleurbeheerfunctie
Ondersteunt sRGB (kleurbeheer).
• Beeldruisonderdrukking
Zorgt voor een duidelijk beeld, zelfs bij bronsignalen met veel storingen.
• Nieuwe upscaling van randen
Vermindert het zaagtandeffect of het flikkeren bij upscaling van de randen van schuine lijnen, waardoor
u scherpere beelden krijgt.
3
Belangrijkste eigenschappen (vervolg)
5.Ingebouwde PCMCIA-kaartsleuf (Type II)
• Draadloze presentaties met een draadloze LAN PC-kaart.
Ondersteunt de wereldwijde draadloze LAN-norm IEEE802.11b.
Deze draadloze LAN-kaart is in overeenstemming met de draadloze LAN-normen IEEE802.11b.
Computers met een ingebouwde draadloze LAN PC-kaart die deze standaard ondersteunen, maken een
draadloze aansluiting mogelijk.
Opmerking
• Een draadloze verbinding met alle apparaten die voldoen aan IEEE802.11b wordt niet gegarandeerd.
De projector of computer kan om het even waar worden geplaatst!
Met een draadloze aansluiting kunt u uw presentatiemogelijkheden uitbreiden, bijvoorbeeld door
computerbeelden te projecteren via een aan het plafond gemonteerde projector.
U kunt beelden van meerdere computers projecteren via een draadloze aansluiting.
Effectieve presentaties kunnen nu worden gerealiseerd zonder dat datakabels telkens opnieuw weer moeten
worden aangesloten.
• Presentatie zonder PC met een geheugenkaart.
Door enkel een IC-media (een geheugenkaart) zoals een CompactFlash in de projector te steken m.b.v. een
PCMCIA-kaartadapter (voor Type II) kunt u presentaties of automatische demonstraties maken zonder een
computer te gebruiken.
Opmerking
• Voor draadloze presentaties m.b.v. de draadloze LAN PC-kaart alsmede voor presentaties m.b.v.
geheugenkaart zonder een PC te gebruiken, dient u te refereren aan de Wireless Reality software
gebruiksaanwijzing.
6.GyroRemote
• Met de Gyro-functie (draadloze afstandsbediening) kunt u meer doeltreffende
en geavanceerde presentaties geven.
• De duidelijk zichtbare schermaanwijzer maakt uw presentaties intuïtiever.
• De multi-directionele draadloze afstandsbediening geeft u meer
bewegingsvrijheid en voert dezelfde bewerkingen uit als een USB-muis op een
computer.
Index .......................................................................... 125
Inleiding
7
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw
persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE
SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de
volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de
gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de
toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de
gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden
opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met
schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of
sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet
door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld
in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine,
zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief,
steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een
kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan
het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend
een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant
wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg
voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van
de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires
die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar
rek is gezet, dient dit voorzichtig te
worden verplaatst. Het rek kan namelijk
omvallen bij plotseling stoppen, te hard
duwen of rijden over een ongelijke
ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen
die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking
en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatieopeningen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het
apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten.
Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals
een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede
ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant
zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron
worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg
uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet
zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor
apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere
stroombronnen wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing
die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten
stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u
contact op met uw elektricien.
Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet.
a. Tweedraads (net) stekker.
b. Driedraads geaarde (net) stekker met aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op
gaat staan of dat het snoer door een voorwerp wordt
platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de
stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer
uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het
apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om
beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van
blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen
niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of
een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van
het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die
onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting
kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot
gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat
wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen
of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een
ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie
over aan erkend onderhoudspersoneel.
8
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het
stopcontact trekken en het apparaat door erkend
onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd.
b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terecht
is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of
water.
d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar
het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de
bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing
worden aangegeven. Bij een onjuiste instelling van
andere bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk
beschadigd worden, met tot gevolg dat
reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van
het apparaat door erkend onderhoudspersoneel
moeilijker en duurder kunnen worden.
e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert.
Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan
voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen
gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die
dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen.
Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een
elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te
voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig
functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van
de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals
verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen
(inclusief versterkers) die warmte afgeven.
Inleiding
9
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (vervolg)
INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN
LEES HET VOLGENDE ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
• U bent in het bezit van een apparaat dat software gebruikt dat in licentie is gegeven aan SHARP Corporation door
Lineo, Inc. (“Lineo”).
De software is beschermd door wetten op het auteursrecht, internationale auteursrechtverdragen en andere wetten
en verdragen betreffende intellectuele eigendom. Lineo en haar le veranciers behouden het v olledige eigendomsrecht
en de intellectuele eigendomsrechten (met inbegrip van het auteursrecht) op de softwarecomponenten en alle kopieën
ervan, voor zover het evenwel gaat om bepaalde softwarecomponenten die vallen onder de GNU General Public
License (versie 2), die Lineo onderschrijft. U kunt een k opie verkrijgen van de GNU General Public License op http:/
/www.fsf.org/copyleft/gpl.html. Lineo zal de broncode verschaffen voor alle softwarecomponenten die vallen onder
de GNU General Public License. Om een dergelijke broncode te verkrijgen, stuur t u een e-mail naar embedixsupport@lineo.com.
• OS: Embedix (Embedded Linux) Embedix™ is een geregistreerd handelsmerk van U.S.A. LINEO, Inc.
• DLP™ (Digital Light Processing) en DMD™ (Digital Micromirror De vice) zijn handelsmerk en van Texas Instruments, Inc.
• Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmer ken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
• PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
• Adobe Acrobat is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
• Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken v an hun respectieve eigenaars.
• Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die toebehoren aan
Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen, aanpassen, vertalen, verspreiden,
omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
BELANGRIJK
10
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u uw projector
opstelt.
Inleiding
Voorzichtig met de lampeenheid
■ Als de lamp gesprongen is,
kunnen glassplinters gevaar
veroorzaken. Indien de lamp
gesprongen is, neemt u contact
op met de dichtstbijzijnde
erkende Sharp projector dealer
of servicecentrum om de lamp
te laten vervangen.
CAUTION
PRECAUCI
CAUTION
PR
BQC-PGM20X//1
N
Zie “Vervangen van de lamp” op bladzijde 111.
Voorzichtig bij het opstellen van de projector
■ Met het oog op een minimaal onderhoud en het
behoud van een hoge beeldkwaliteit beveelt
SHARP aan deze projector te installeren in een
ruimte die vrij is van vocht, stof en sigarettenrook.
Wanneer de projector aan vocht, stof of rook
wordt blootgesteld, moet de lens vaker dan
normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van
de projector niet verkorten mits u de projector
regelmatig laat reinigen. Het reinigen van het
inwendige gedeelte van de projector mag
uitsluitend door een erkende Sharp projector
dealer of servicecentrum worden uitgevoerd.
Stel de projector niet op in ruimten die
blootstaan aan direct zonlicht of fel licht.
■ Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct
zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt, zal de kleuren doen
verbleken en het kijken bemoeilijken. Doe de
gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u
het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte
ruimte.
De projector kan zonder gevaar tot een hoek
van maximaal 10 graden worden gekanteld.
■ Het toestel dient binnen een
hoek van ±10 graden te
worden geplaatst.
10
Stel de projector niet bloot aan sterke
schokken en/of trillingen.
■ Wees voorzichtig met de lens en vermijd dat het
oppervlak ervan wordt geraakt of beschadigd.
Gun uw ogen af en toe wat rust.
■ Het ononderbroken kijken naar het scherm
gedurende uren zal uw ogen vermoeien. Geef
uw ogen af en toe wat rust.
Vermijd plaatsen met hoge of lage
temperaturen.
■ De bedrijfstemperatuur voor de projector ligt
tussen 41°F en 95°F (+5°C en +35°C)
■ De opslagtemperatuur voor de projector ligt
tussen –4°F en 140°F (–20°C en +60°C)
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen
niet.
■ Laat tenminste 11,8" (30 cm) ruimte tussen de
uitlaatopening en de dichtstbijzijnde wand of
ander obstakel.
■ Controleer of de inlaatopening en de
ventilatiegleuven niet geblokkeerd zijn.
■ Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een
veiligheidsvoorziening automatisch de projector
uitschakelen. Dit duidt niet op een defect. Haal de
stekker van het netsnoer van de projector uit het
stopcontact en wacht minstens 10 minuten. Plaats
de projector zodanig dat de inlaat- en
uitlaatopeningen niet zijn geblokkeerd, steek dan
de stekker weer in en zet de projector aan. De projector zal vervolgens weer normaal functioneren.
Voorzichtig bij het vervoeren van de projector
■ Tijdens het vervoer moet u ervoor zorgen dat de
projector niet onderhevig is aan sterke schokken
en/of trillingen, aangezien dit beschadiging kan
veroorzaken. Wees bijzonder voorzichtig met de
lens. Voordat u de projector verplaatst dient u
altijd eerst de antenne en de kaart uitwerptoets
in te trekken. Let er ook op de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact te trekken en andere
aangesloten kabels los te maken.
10
11
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (vervolg)
Andere aangesloten apparatuur
■ Bij het aansluiten van een computer of andere
audiovisuele apparatuur op de projector brengt
u de aansluitingen tot stand NADAT u de projector en de aan te sluiten apparatuur hebt
uitgeschakeld.
■ Lees de gebruiksaanwijzingen van de projector
en de aan te sluiten apparatuur door en volg de
instructies betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere
landen
■ De voedingsspanning en de vorm van de stekker
kunnen verschillen afhankelijk van de streek of
het land waar u de projector gebruikt. Wanneer u
de projector in het buitenland gebruikt, dient u
het juiste netsnoer te
gebruiken voor het land waar
u zich bevindt.
Temperatuur-verklikkerfunctie
■
Wanneer de projector oververhit raakt vanwege een
verkeerde instelling of geblokk eerde ventilatiegleuven,
gaan “
knipperen. Als de temperatuur nog verder oploopt, zal
de lamp automatisch uitgaan en zal de
Temperatuurindicator (TEMP.) op de projector gaan
knipperen. Vervolgens zal de projector na een
afkoelperiode van 90 seconden zichzelf automatisch
uitschakelen. Zie “Onderhoudsindicators” op bladzijde
110 voor meer informatie.
• De koelventilator regelt de binnentemperatuur
automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van het
apparaat. Dit duidt niet op een defect.
• Trek de stekker van het netsnoer niet uit het
stopcontact tijdens de projectie of de werking van
de koelventilator . Dit kan beschadiging veroorzaken
door het stijgen van de binnentemperatuur,
aangezien de koelventilator e veneens uitgeschakeld
wordt.
” en “” links onder in het beeld
Info
12
Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen (Windows, Macintosh)
Er staan PDF-gebruiksaanwijzingen in diverse talen op de bijgeleverde CD-ROM, zodat u ook met de
projector kunt werken als u de handleiding niet bij de hand hebt. Om deze gebruiksaanwijzingen te kunnen
gebruiken, moet eerst Adobe Acrobat Reader op uw PC (Windows of Macintosh) geïnstalleerd zijn. Als u
Acrobat Reader nog niet heeft geïnstalleerd, kunt u het programma installeren vanaf de CD-ROM.
Installeren van Acrobat Reader vanaf de CD-ROM
Voor Windows:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het pictogram “Deze computer”.
3
Dubbelklik op het pictogram van het “CD-ROM”-station.
4
Dubbelklik op de map “acrobat”.
5
Dubbelklik op de map “windows”.
6
Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin u
de gebruiksaanwijzing wilt lezen.
7
Dubbelklik op het installatieprogramma en volg de
instructies op het scherm.
Voor andere besturingssystemen:
Download Acrobat Reader van het Internet (http://www.adobe.com).
Voor Macintosh:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het “CD-ROM”-pictogram.
3
Dubbelklik op het pictogram “acrobat”.
4
Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin u
de gebruiksaanwijzing wilt lezen.
5
Dubbelklik op het gewenste installatieprogramma en
volg de instructies op het scherm.
Inleiding
Voor andere talen:
Als u liever Acrobat Reader wilt hebben in een taal die niet op de CD-ROM staat, dan kunt u de gewenste
versie downloaden van het Internet.
Openen van de PDF-gebruiksaanwijzingen
Voor Windows:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het pictogram “Deze computer”.
3
Dubbelklik op het “CD-ROM”-station.
4
Dubbelklik op de map “manuals”.
5
Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin u
de gebruiksaanwijzing wilt lezen.
6
Dubbelklik op het pdf-bestand “m25x” om toegang
te krijgen tot de gebruiksaanwijzingen van de projector.
Dubbelklik op het “soft” pdf bestand om de Wireless
Reality software gebruiksaanwijzing te openen.
Dubbelklik op het “wc11b” pdf bestand om de
Draadloze netwark PC-kaart gebruiksaanwijzing te
openen.
Voor Macintosh:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het “CD-ROM”-pictogram.
3
Dubbelklik op de map “manuals”.
4
Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin u
de gebruiksaanwijzing wilt lezen.
5
Dubbelklik op het pdf-bestand “m25x” om toegang
te krijgen tot de gebruiksaanwijzingen van de projector.
Opmerking
• Als u het gewenste pdf-bestand niet kunt openen door te dubbelklikken met de muis , dient u eerst Acrobat Reader op te
starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het menu “File”, “Open”.
• Zie het bestand “readme.txt” op de CD-ROM voor belangrijke informatie die niet in deze gebruiksaanwijzing vermeld
staat.
13
Benaming van de onderdelen
Nummers in verwijzen naar de hoofdpagina’s in deze gebruiksaanwijzing waar het onderwerp
wordt uitgelegd.
Projector (voor- en bovenaanzicht)
Lampindicator (LAMP)
Licht normaal groen op. Vervang
de lamp wanneer de indicator
rood oplicht.
Bedrijfsindicator (POWER)
Licht rood op wanneer de projector
in stand-by staat. Wanneer het
apparaat wordt ingeschakeld, licht
deze indicator groen op.
Aan/uit-toets (POWER)
Schakelt het apparaat in of uit.
LENS-toets
Voor het afstellen v an de
trapeziumcorrectie of de
digitale beeldverschuiving.
Insteltoetsen ("'\ |)
Voor het selecteren van menuitems.
Invoertoets (ENTER)
Voor het instellen van in het menu
geselecteerde of gewijzigde items.
Dempingstoets (AV MUTE)
Voor het tijdelijk uitschakelen van
geluid en beeld.
110
34
34
38
51
51
36
Temperatuurindicator
110
(TEMP.)
Wanneer de
binnentemperatuur stijgt,
licht deze indicator rood op.
Ingangsfunctietoets (INPUT)
35
Voor het inschakelen van
ingangsfunctie 1, 2, 3 of 4.
MENU-toets
50
Voor het weergeven van
instelschermen.
VOLUME-toetsen
35
V oor het afstellen van het geluidsniveau van de luidspreker .
Toets voor ongedaan
51
maken (UNDO)
V oor het ongedaan mak en v an
een bediening of het terugkeren
naar de standaardinstellingen.
Automatische-synchronisa-
63
tietoets (AUTO SYNC)
Voor het automatisch
afstellen van beelden bij
aansluiting op een computer.
Scherpstelring
37
GyroRemote-antenne
Zoomknop
Voetontspanners/stelvoetjes
Voor het afstellen van de
projectorhoogte.
14
40
37
22
Bevestigen van het
aansluitingendeksel
Bevestig het aansluitingendeksel door
het op de zijkant van de projector te
plaatsen en op zijn plaats te drukken
zoals getoond op de afbeelding.
1432
35
18
Aansluitingendeksel
Luidspreker
Afstandsbedieningssensor
Projector (zijaanzicht)
INPUT 1-aansluiting
DVI-poort voor DVI digitale,
analoge RGB-en
COMPONENT-signalen.
INPUT 2-aansluiting
Aansluiting voor videoapparatuur
met S-VIDEO-aansluiting.
27
30
INPUT 3-poort
30
Voor het aansluiten van
videoapparatuur.
INPUT AUDIO-aansluiting
27
Gedeelde audio-aansluiting
voor INPUT 1, INPUT 2,
INPUT 3 en INPUT 4.
USB-aansluiting
47
Voor het aansluiten v an een
computer met een USB-kabel.
Deze projector heeft een Kensington Security Standard-connector voor het gebruik van een Kensington MicroSaver
veiligheidssysteem. Zie de bij het systeem geleverde inf ormatie voor instructies betreffende het gebruik ter bev eiliging van
de projector.
Bevestigen van de lensdop
Nadat u het riempje aan de lensdop hebt vastgemaakt, steekt u het
andere uiteinde van het riempje door de opening op de onderkant van
de projector, naast de lens, zoals getoond op de afbeelding.
26
11
15
INPUT 4 PC-kaartsleuf
31
Voor insteken van een
draadloze LAN PC-kaart of
een geheugenkaart.
Onderaanzicht
15
Benaming van de onderdelen (vervolg)
GyroRemote
Voorkant
42
Functie 1/2-toetsen
Voor het bepalen van de toetstoewijzingen
voor Functie 1 en Functie 2.
Ingangsfunctietoets (INPUT)
Voor het kiezen van de ingangsfuncties
1, 2, 3 en 4.
Toets voor links klikken/invoer
(L-CLICK/ENTER)
Voor het invoeren van menu-items of voor
het uitvoeren van een linkse klik bij
gebruik van de draadloze muis.
Aan/uit-toets (POWER)
Schakelt het apparaat in of uit.
LENS-toets
Voor het afstellen van de trapeziumvormcorrectie en de digitale beeldverschuiving.
Functie 3/4-toetsen
Voor het bepalen van de toetstoewijzingen
voor Functie 3 en Functie 4.
Aanleertoets (TEACH)
Gebruikt voor het registreren van de
GyroRemote in de projector.
41
35
47
34
38
41
43
44
47
54
35
41
42
LED-indicator
Licht op wanneer de GyroRemote in
beweging is.
Aanwijzertoets (POINTER)
Houd deze toets ingedrukt om een
aanwijzer op het scherm te doen
verschijnen.
Toets voor rechts klikken/ongedaan
maken (R-CLICK/UNDO)
Om een bewerking ongedaan te maken
of voor het uitvoeren van een rechtse klik
bij gebruik van de draadloze muis.
MENU-toets
Voor het weergeven v an de
instelschermen.
VOLUME-toetsen
Voor het afstellen van het geluidsniveau
van de luidspreker.
Toewijzingstoets (ASSIGN)
Kiest de functiegroep voor het toewijzen
van toetsen.
RF CH+-toets
Wordt gebruikt om het huidige RF-kanaal
te bekijken en om het kanaal te
veranderen.
Achterkant
16
GYRO ACTIVE-toets
44
Wordt gebruikt om de
GyroRemote te bewegen
voor bewerkingen als het
verplaatsen van toolpictogrammen (bv. stempel),
het selecteren van menu’s in
het OSD of het verplaatsen
van de cursor met de
draadloze muis.
De batterijen (Vier R-03 batterijen (“AAA”-formaat, UM/
SUM-4, HP-16 of gelijkwaardig)) zitten in de verpakking.
Inleiding
1Schuif het deksel in de richting
van de pijl om het te openen.
2Plaats de meegeleverde batterijen.
• Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor
dat de poolaanduidingen overeenkomen met
de tekens
en
in het batterijvak.
Info
•
Bij het inleggen van de batterijen in het batterijvak van de
GyroRemote dient u ero p te letten dat u de batterijen op de
trekbanden legt zodat u de batterijen in de toek omst makkelijk
kan uitnemen. Zo niet kan het moeilijk zijn om oude batter ijen
te verwijderen wanneer deze moeten worden vervangen.
3Schuif het deksel in de richting
van de pijl om het te sluiten.
Opmerking
• Slaapfunctie van de GyroRemote
Als de GyroRemote gedurende vijf minuten niet
wordt gebruikt, gaat de slaapfunctie aan om de
batterijen te sparen. Als de GyroRemote niet kan
worden bediend, drukt u eenmaal op
de GyroRemote om deze opnieuw te activeren.
van
Trekbanden voor
het verwijderen
van de batterijen
LEDindicator
Vervangen van de batterijen
De LED-indicator gaat knipperen wanneer
de batterijen dienen te worden vervangen.
•
Let erop de batterijen te vervangen door nieuwe zo
snel mogelijk nadat de LED-indicator gaat knipperen.
• Let erop dat u alkaline batterijen gebruikt.
Opmerking
• Als de GyroRemote voor vijf minuten niet w ordt gebruikt
gaat de slaapfunctie aan om de batterijen te sparen.
De GyroRemote wordt geactiveerd door indrukken van
willekeurig welke toets.
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage of ontploffing veroorzaken. Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
Voorzichtig
• Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens en in het batterijvak.
• Verschillende types van batterijen hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom geen verschillende types van batterijen tegelijk.
• Gebruik geen nieuwe en oude batterijen tegelijk.
Dit kan de levensduur van nieuwe batterijen verkorten of lekkage van oude batterijen veroorzaken.
• Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening wanneer ze leeg zijn, zo niet kunnen ze gaan lekken.
Vloeistof die uit batterijen is gelekt is schadelijk voor uw huid. V eeg daarom de batterijen eerst schoon alvorens ze met een doek te v erwijderen.
• Afhankelijk van hoelang en hoe ze werden opgeslagen kunnen de batterijen die met de projector meegeleverd worden binnen korte tijd
uitgeput raken. Vervang ze zo vlug mogelijk door nieuwe batterijen.
• Verwijder de batterijen uit de GyroRemote als u de afstandsbediening voor een lange periode niet gaat gebruiken.
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
17
De GyroRemote (vervolg)
Kenmerken van de GyroRemote
Deze projector maakt gebruik van de GyroRemote-technologie, die ten opzichte van de gewone infraroodafstandsbedieningen de volgende voordelen biedt.
RF-technologie
Gewone afstandsbedieningen hebben een beperkt bereik vanwege hun
richtinggevoeligheid; zij werken niet als er zich een obstakel be vindt tussen
de projector en de afstandsbediening.
De GyroRemote werkt tot op een afstand van 59,1 voet (18m) doordat hij
RF-signalen verstuurt naar de projector.
Opmerking
• Het bedieningsbereik is gemeten met een volledig uitgetrokken projectorantenne.
• Het is mogelijk dat bij het eigenlijke gebruik het bedieningsbereik niet optimaal is, afhankelijk van de plaats van de
projector.
Let op
Gebruik de GyroRemote niet op plaatsen waar dit verboden is, bv. in ziekenhuizen.
• Signalen van de GyroRemote kunnen elektronische apparatuur of medische elektronische apparatuur verstoren en
aldus ongelukken veroorzaken.
• Wanneer u de GyroRemote in medische instellingen gebruikt, dient u steeds de richtlijnen van de desbetreffende instelling
te volgen.
Bedieningsbereik: tot 18 m
Besturing van meerdere projectors
Deze projector beschikt over een GyroRemote-identificatiefunctie, die u in staat stelt div erse bewerkingen uit te voeren,
zoals hieronder beschreven.
■ Geen interferentie, ook niet als andere projectors van hetzelfde type zich binnen het bedieningsbereik van de
GyroRemote bevinden.
■ Meerdere projectors kunnen worden bediend met één GyroRemote.
■ Eén projector kan worden bediend met meerdere GyroRemotes.
• Refereer aan pagina 40 voor details aangaande de GyroRemote.
18
Gebruik van de
GyroRemote
Info
• De GyroRemote verstuurt bedieningssignalen
afhankelijk van de hoek waaronder de
GyroRemote wordt bediend.
• U kunt de GyroRemote met eenvoudige
polsbewegingen bedienen.
• De bewegingen van de GyroRemote sturen
signalen naar de projector als u
achterkant van de GyroRemote ingedrukt
houdt.
• Als u
bewegingen van de GyroRemote geen
signalen naar de projector.
• Als u
GyroRemote continu signalen sturen naar de
projector. Druk nogmaals op om terug
te keren naar de normale werking van de
GyroRemote.
niet ingedrukt houdt, sturen de
tweemaal indrukt, zal de
op de
Inleiding
Kalibreren van de
GyroRemote
Wanneer de GyroRemote wordt blootgesteld aan
sterke temperatuurschommelingen of na het
vervangen van de batterijen kan de muiscursor of
de aanwijzer uit zichzelf bewegen, zonder dat een
bewerking wordt uitgevoerd. In dat geval moet u
de GyroRemote kalibreren aan de hand van de
volgende procedure.
1Druk tweemaal op
op de
achterkant van de GyroRemote.
2Kijk of de LED-indicator oplicht en
plaats de GyroRemote op een
vlakke ondergrond.
• Raak de GyroRemote niet aan gedurende
6 seconden. De kalibrering van de
GyroRemote is nu voltooid.
3Druk op
mote gedurende 6 seconden niet
is aangeraakt.
• De kalibrering is voltooid nadat de
GyroRemote gedurende 6 seconden niet
is aangeraakt.
nadat de Gyro-Re-
GYRO ACTIVE-toets
19
Accessoires
Meegeleverde accessoires
GyroRemote
(1) Voor V.S, Canada, enz.
RRMCG1631CESA
(2) Voor Europa, Australië,
Oceanië en Azië
RRMCG1653CESA
Netsnoer 6' (1,8 m)
(1)
Vier R-03-batterijen
(“AAA”-formaat, UM/SUM-4,
HP-16 of gelijkwaardig)
(2)(3)
Twee Draadloze netwerk PC-kaarten
AN-WC11B
(RUNTKA025WJZZ)
(4)
Voor de V.S., Canada, enz.
QACCDA007WJPZ
Voor Europa, uitgezonderd
het V erenigd Koninkrijk.
QACCV4002CEZZ
Voor het Verenigd
Koninkrijk en Hong Kong
QACCB5024CENA
Voor Australië, NieuwZeeland en Oceanië
QACCL3022CEZZ
Opmerking
• Afhankelijk van de bestemming zullen de projectors verscheept worden met slechts één netsnoer (zie hierboven).
Gebruik het netsnoer dat geschikt is voor het stopcontact in uw land.
DVI- naar 15-pins D-subkabel 6' (1,8 m)
QCNWGA010WJZZ
<Voor IBM-PC, PC9821, en PC98NX systemen>
AN-C10PC
<voor PC98 systemen (Uitgezonderd PC9821 en PC98NX systemen)>
5 BNC- naar 15-pins D-sub-kabel 9' 10" (3,0 m) AN-C3BN
RGB-beeldschermuitgangsadapter 7,9" (20 c m )AN-A1MY
DVI- naar 15-pins D-sub-adapter 7,9" (20 cm)AN-A1DV
• Als uw computer een andere uitgangsaansluiting heeft, kan een omzettingsstekker (in de handel verkrijgbaar) noodzakelijk zijn.
Draadloze netwerk PC-KaartAN-WC11B
Opmerking
20
• Het is mogelijk dat niet alle kabels beschikbaar zijn in alle streken. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde Sharp projector dealer of servicecentrum.
Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Opstellen
Gebruik van de stelvoetjes
U kunt de hoogte van de projector met de stelvoetjes
instellen wanneer het oppervlak waaop de projector staat oneffen is of het scherm schuin staat.
De projectie van het beeld kan door het verstellen
van de projector worden verhoogd wanneer de projector lager dan het scherm is geplaatst.
1Druk op de voetontspanners.
Voetontspanners
Stelvoetjes
2Zet de projector omhoog tot de
gewenste hoogte. Laat de
voetontspanners los.
3Verdraai de stelvoetjes voor kleine
aanpassingen.
Opmerking
• Om de projector in zijn oorspronkelijke positie
terug te plaatsen, houdt u de projector stevig
vast, drukt u op de voetontspanners en
verlaagt u de stand van de projector.
• De projector kan worden versteld tot ongeveer
5,5 graden afwijkend van de standaardpositie.
Info
• Druk niet op de voetontspanners wanneer de
stelvoetjes uitgetrokken zijn zonder de projector stevig vast te houden.
• Houd de lens niet vast bij het opwaarts of
neerwaarts verstellen van de projector.
• Wanneer u de projector neerwaarts verstelt,
moet u erop letten uw vingers niet te klemmen
tussen de stelvoetjes en de projector.
OmhoogOmlaag
22
Opstellen van het scherm
Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen, plaatst u de projector loodrecht ten opzichte van het scherm met alle
stelvoetjes plat en horizontaal op de ondergrond.
Opmerking
• De lens van de projector moet voor het midden van het scherm worden geplaatst. Als de horizontale lijn die door het
midden van de lens loopt niet loodrecht staat ten opzichte van het scherm, zal het beeld worden vervormd, wat het
bekijken ervan bemoeilijkt.
• V oor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het zich niet in direct z onlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat
direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken, wat het bekijken van beelden bemoeilijkt. Doe de gordijnen
dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
• U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector.
Opstellen en aansluiten
Standaardopstelling (frontprojectie)
■ Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door
u gewenste schermgrootte. (Zie bladzijde 24.)
Voorbeeld van een standaardopstelling
Zijaanzicht
90°
Bovenaanzicht
90°
• De afstand tussen het scherm en de projector
kan verschillen afhankelijk van de schermgrootte.
• U kunt de standaardinstellingen gebruiken wanneer
de projector voor het scherm wordt geplaatst. Bij het
Publiek
projecteren van een spiegelbeeld of omgekeerd beeld
zet u de instelling op “Voor” in het menu “Projectie”.
• Plaats de projector zodat een denkbeeldige
horizontale lijn die door het centrum van de lens
loopt, loodrecht op (d.w.z. met een hoek v an 90º)
het scherm staat.
P.24
P.98
23
Opstellen (vervolg)
Schermgrootte en projectie-afstand
Scherm
Basislijn:
Horizontale lijn die door het midden
van de lens loopt.
De formule voor beeldgrootte en
projectie-afstand
L1 (voet)
L2 (voet)
H (inch) = 0,100X
= (0,064719X – 0,037278)/0,3048
= (0,053563X – 0,037561)/0,3048
Opmerking
• Er zit een afwijking van ongeveer ±3% in bovenstaande formule.
• Waarden met een minteken (–) geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het beeld
bevindt.
24
Projecteren van een spiegelbeeld/omgekeerd beeld
Projectie van achter het scherm
■ Zet een doorschijnend scherm tussen de projector en het publiek.
■ Draai het beeld spiegelverkeerd door in het menu “Projectie” “Achter”
in te stellen. Zie bladzijde 98 voor het gebruik van deze functie.
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
▼ In-beeld-display
Opstellen en aansluiten
Projectie via een spiegel
■ Plaats een (gewone platte) spiegel voor de lens.
■ Draai het beeld spiegelverkeerd door in het menu “Projectie” “Achter”
in te stellen wanneer de spiegel aan de kant van het publiek is
geplaatst. Zie bladzijde 98 voor het gebruik van deze functie.
Info
• Wanneer u een spiegel gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat zowel
de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het licht niet
rechtstreeks in de ogen van het publiek schijnt.
Projectie bij plafondmontage
■ Het verdient aanbeveling de optionele Sharp plafondmontagebeugel
te gebruiken voor deze opstelling.
Alvorens de projector aan het plafond te bevestigen, neemt u contact op
met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum
om de aanbevolen plafondmontagebeugel (los verkrijgbaar) aan te
schaffen. (AN-PGCM90 plafondmontagebeugel, zijn AN-EP101B
verlengpijp en AN-JT200 universele beugel, adapter voor installatie op
oneffen plafond (voor de V.S.), BB-M20T plafondadapter, zijn BBNVHOLDER280, BB-NVHOLDER550, BB-NVHOLDER900
plafondmontagesystemen (voor DUITSLAND), of AN-60KT
plafondmontagebeugel, zijn TK301TK/AN-TK201 en AN-TKM302/
AN-TK202 verlengpijpen (voor andere landen dan de V.S. en
DUITSLAND)
■ Stel de projector zodanig op dat de afstand
(H) van het midden van de lens (zie
bladzijde 24) overeenkomt met de
onderrand van het beeld wanneer u de projector aan het plafond
bevestigt.
■ Zet het beeld op zijn kop
door in het menu
“Projectie”“Plafond +
voor” in te stellen.
Spiegelbeeld
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
▼ In-beeld-display
Spiegelbeeld
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
▼ In-beeld-display
Omgekeerd Het beeld staat
ondersteboven
25
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Alvorens aan te sluiten
Opmerking
• Alvorens aan te sluiten, moet u ervoor zorgen dat zowel de projector als de aan te sluiten appar aten uitgeschak eld zijn.
Wanneer u alle aansluitingen heeft gemaakt, schakelt u eerst de projector en vervolgens de andere apparaten in.
Bij aansluiting op een computer moet u de computer als laatste inschakelen nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt.
• Lees de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparaten door alvorens ze aan te sluiten.
Deze projector kan worden aangesloten op:
Een computer met behulp van:
■ Een DVI- naar 15-pins D-sub-kabel (Zie bladzijde 27.)
■ Een DVI-kabel (type AN-C3DV) (los verkrijgbaar)
(Zie bladzijde 28.)
■ Een draadloze LAN PC-kaart (zie pagina 68).
Component-video- of audiovisuele apparatuur:
■ Een DVD-speler of DTV*-decoder (Zie bladzijde 29.)
■ Een videorecorder, of laserdiscspeler of ander audiovisueel
toestel (Zie bladzijde 30.)
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale
televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Een beeldscherm met:
■ Een RGB-beeldschermuitgangsadapter (AN-A1MY) (los verkrijgbaar)
en een RGB-kabel (in de handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde 32.)
Aansluiten van het
netsnoer
Meegeleverd
accessoire
1Steek het meegeleverde netsnoer
in de netingang op de achterkant
van de projector.
Netsnoer
26
Aansluiten van de projector op een computer
Aansluiten op een computer met de DVI- naar
15-pins D-sub-kabel
1Sluit de projector op de computer
aan met de meegeleverde DVInaar 15-pins D-sub-kabel.
• Zet de stekkers goed vast door de
schroeven aan te halen.
2Om een audiosignaal in te voeren,
sluit u de projector op de computer aan met de ø3,5 mm stereoaudiokabel (in de handel
verkrijgbaar of verkrijgbaar als
Sharp serviceonderdeel QCNW4870CEZZ).
Opmerking
• Zie bladzijde 115“Tabel met compatibele com-
puters” voor een lijst met computersignalen die
compatibel zijn met de projector. Gebr uik van
andere dan de vermelde computersignalen kan
ertoe leiden dat sommige functies niet werken.
• Bij aansluiting van de projector op een computer
op deze manier kiest u “RGB” als “Signaaltype”
in het menu “Beeld”. Zie bladzijde 59.
• Voor het gebruik van de projector met sommige
Macintosh-computers kan een Macintosh-adapter
nodig zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde
erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
Zie pagina 118.
Meegeleverd
accessoire
Naar audio-uitgangspoort
Notebookcomputer
DVI- naar 15-pins
D-sub-kabel
Naar RGB-uitgangspoort
Opstellen en aansluiten
2 ø3,5 mm stereo-audiokabel
(in de handel verkrijgbaar of
verkrijgbaar als Sharp
serviceonderdeel QCNW4870CEZZ)
1 DVI- naar 15-pins D-sub-kabel
Aansluiten van de schroefkabels
■ Zorg er bij het aansluiten van de schroefkabel voor dat
de kabel goed in de poort zit. Zet vervolgens de connectors goed vast door de schroeven aan beide zijden
van de stekker aan te halen.
■ V erwijder de ferrietkern die bev estigd is aan de D VI- naar
15-pins D-sub-kabel niet.
Ferrietkern
27
Aansluiten van de projector op andere apparaten (vervolg)
Aansluiten op een computer met een DVI- kabel
Optioneel
accessoire
(los verkrijgbaar)
Deze projector wordt geleverd met een DVI digitale
ingangsaansluiting die het mogelijk maakt digitale
beeldsignalen van een computer rechtstreeks in te voeren.
1Sluit de projector aan op de com-
puter met de DVI kabel.
2Om audiosignalen in te voeren,
sluit u de projector aan op de computer met de ø3,5 mm stereoaudiokabel (in de handel
verkrijgbaar of verkrijgbaar als
Sharp serviceonderdeel QCNW4870CEZZ).
Opmerking
• Deze DVI-ingangspoort is compatibel met DVI
versie 1.0. Bijgevolg zal bij de invoer van
signalen van apparatuur die compatibel is met
het kopieerbeveiligingssysteem (DVI versie
2.0) geen signaal ontvangen worden.
Naar DVI digitale
uitgangspoort
Naar audiouitgangsspoort
Desktopcomputer
1
DVI-kabel
Type: AN-C3DV
2
ø3,5 mm stereo-audiokabel
(in de handel verkrijgbaar of
verkrijgbaar als Sharp
serviceonderdeel
QCNW-4870CEZZ)
DVI-kabel
(los verkrijgbaar)
(9' 10" (3, 0 m))
“Plug and Play”-functie (bij aansluiting op een 15-pins aansluiting)
■ Deze projector is compatibel met de VESA-standaard DDC 1/DDC 2B. De projector en een VESA DDC-
compatibele computer zullen hun vereiste instellingen aan elkaar doorgeven, wat de installatie versnelt en
vergemakkelijkt.
■ Alvorens de “Plug and Play”-functie te gebruiken, moet u de projector als eerste en de computer als laatste aanzetten.
Opmerking
• De DDC “Plug and Play”-functie van deze projector werkt uitsluitend bij gebruik met een VESA DDC-compatibele
computer.
28
Aansluiten op videoapparatuur
Aansluiten op componentvideoapparatuur
Gebruik een 3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel en
DVI- naar 15-pins D-sub-adapter voor de aansluiting
op INPUT 1 van component-videoapparatuur als
DVD-spelers en DTV*-decoders.
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor
het nieuwe digitale televisiesysteem in de
Verenigde Staten.
1
Sluit de 3 RCA- naar 15-pins Dsub-kabel aan met de DVI- naar 15pins D-sub-adapter.
2
Gebruik de bovenvermelde kabels
om de projector op de
videoapparatuur aan te sluiten.
3
Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een ø 3,5mm
naar RCA audiokabel (in de handel
verkrijgbaar).
Optioneel
accessoire
3
ø 3,5mm naar RCA
audiokabel
(in de handel verkrijgbaar)
3RCA- naar 15-pins
D-sub-kabel
Type: AN-C3CP
(9' 10" (3,0 m))
DVI- naar 15-pins
D-sub-adapter
Model: AN-A1DV
(7,9" (20 cm))
Naar analoge componentuitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
DVD-speler of
DTV*-decoder
2
Een 3RCA-naar 15-
1
DVI- naar 15-pins
D-sub-adapter
(los verkrijgbaar)
pins D-sub-kabel
(los verkrijgbaar)
Opstellen en aansluiten
Opmerking
• Wanneer u de projector op deze manier
aansluit op de videoapparatuur, kiest u “Component” als “Signaaltype” in het menu “Beeld”.
Zie bladzijde 59.
• Een ø 3,5mm stereo ministekker naar RCA
audiokabel (in de handel verkrijgbaar) is nodig
voor de audio ingang.
29
Aansluiten van de projector op andere apparaten (vervolg)
Aansluiten op
videoapparatuur met een
S-VIDEO-, composite
video- of audiokabel
Met een S-VIDEO-, video- of audiokabel kunt u een
videorecorder, laserdiscspeler of andere audiovisuele
apparatuur aansluiten op de INPUT 2-, INPUT 3- en
AUDIO-aansluitingen.
Videorecorder of andere audiovisuele apparatuur
Naar S-VIDEO-uitgangsaansluiting
Naar video-uitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
1Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een SVIDEO-kabel of een composite
videokabel (beide in de handel
verkrijgbaar).
2Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een ø 3,5mm
naar RCA audiokabel (in de handel
verkrijgbaar).
2
ø 3,5mm naar RCA audiokabel
(in de handel verkrijgbaar)
1
Composite videokabel (in de handel
verkrijgbaar)
1
S-VIDEO-kabel (in de handel verkrijgbaar)
Opmerking
• De S-VIDEO INPUT-aansluiting gebruikt een
videosignaal waarbij het beeld wordt opgesplitst
in een kleursignaal en een luminantiesignaal
om een beeld van hogere kwaliteit te verkrijgen.
Met het oog op een hogere beeldkwaliteit
gebruikt u een in de handel verkrijgbare SVIDEO-kabel en sluit u de S-VIDEO-aansluiting
aan op de projector en de S-VIDEOuitgangsaansluiting op het videoapparaat.
• Een ø 3,5mm stereo ministekker naar RCA
audiokabel (in de handel verkrijgbaar) is nodig
voor de audio ingang.
30
Invoeren/verwijderen van een PC-kaart
Uitwerpknop
Invoeren van de PC-kaart in
de INPUT 4 PC-kaartsleuf
Voer een PC-kaart, bv. een draadloze LAN-kaart of
een geheugenkaart, in zoals rechts getoond.
Info
• Het wordt aanbevolen dat u de uitwerptoets
intrekt voordat u een PC-kaart insteekt.
Hierdoor wordt onverhoeds uitwerpen van de
PC-kaart tijdens de bediening voorkomen.
• De ingangsfunctie verandert automatisch in
INGANG 4 nadat de PC-kaart is ingevoerd in de
INPUT 4 PC-kaartsleuf.
Verwijderen van de PCkaart
1
Selecteer “PC-kaart uitwerpen” in
het menu Kaart. Zie bladzijde 68
voor nadere bijzonderheden.
2
Verwijder de kaart.
Uitwerpknop
Inkeping
Zorg ervoor dat de
uitwerpknop niet uitgedrukt is
en dat de inkeping op de
kaart zich links bevindt
wanneer u de kaart invoert.
Let op bij het invoeren: de
kaart heeft een boven- en
een onderkant.
Druk op de uitwerpknop
1
De uitwerpknop springt naar
buiten.
Opstellen en aansluiten
Opmerking
• Om instabiele werking te voorkomen wordt
aanbevolen dat u de PC-kaart uitwerpen
functie in het “Kaart” menu gebruikt voordat u
de PC-kaart uitwerpt.
Info
• Als de kaart wordt verwijderd zonder “PC-kaart
uitwerpen” te selecteren in stap 1 hierboven,
kunnen de op een geheugenkaart opgeslagen
gegevens verloren gaan of kan de PC-kaart
worden beschadigd.
• Wanneer u de projector transporteert, dient u
er op te letten dat de PC-kaart verwijderd is
en dat de uitwerpknop niet uitgedrukt is. Het
verplaatsen van de projector met uitgedrukte
uitwerpknop kan de projector beschadigen.
Verwijder de kaart uit de
sleuf en bewaar ze op
een veilige plaats. Als
de uitwerpknop
uitgedrukt is, drukt u er
nogmaals op om hem
opnieuw in zijn juiste
stand te brengen.
Druk.Springt naar
Druk nogmaals op de
2
uitwerpknop. De PC-kaart
komt uit de kaartsleuf van de
computer.
Druk.
buiten.
De kaart komt
iets naar
buiten
31
Aansluiten van de projector op andere apparaten (vervolg)
Aansluiten op een beeldscherm
Beelden tegelijk bekijken
op de projector en een
beeldscherm
U kunt computerbeelden zowel op de projector als
op een afzonderlijk beeldscherm weergeven met
behulp van een RGB-beeldschermuitgangsadapter
en een RGB-kabel.
1Sluit de projector aan op de com-
puter en op het beeldscherm
met behulp van een RGBbeeldschermuitgangsadapter (los
verkrijgbaar) en een RGB-kabel (in
de handel verkrijgbaar).
2In het menu “Opties(1)” selecteert
u “Monitor uit” en vervolgens “Ja
(Y Cable)”.
• Als “Uitschakelen” wordt geselecteerd, zal
het geprojecteerde beeld doffer zijn. Dit
duidt niet op een defect. Zie bladzijde 96
voor meer informatie.
Zwart: naar het beeldscherm
Blauw: naar de computer
RGB-beeldschermuitgangsadapter
Type: AN-A1MY
(7,9" (20 cm))
Notebookcomputer
Naar RGB-uitgangspoort
Opmerking
• Uitsluitend analoge RGB-/componentsignalen
die via de DVI-poort worden ingevoerd, kunnen
worden uitgevoerd naar het beeldscherm.
• Analoge RGB-signalen, evenals Componentsignalen, kunnen worden uitgevoerd naar het
beeldscherm.
Info
• Uitsluitend analoge RGB-/componentsignalen
die via de DVI-poort worden ingev oerd, kunnen
worden uitgevoerd naar het beeldscherm.
Signalen van apparatuur die aangesloten is op de
DVI digitale poort kunnen niet worden uitgevoerd.
Gebruik van de INPUT 1aansluiting met het
aansluitingendeksel
bevestigd op de projector
De INPUT 1-aansluiting kan worden gebruikt met
het aansluitingendeksel opengeklapt zoals getoond
op de afbeelding.
32
Basisbediening
Basisbediening
Beeldprojectie
Basisprocedure
Sluit de nodige externe apparatuur op de projector aan alvorens de volgende procedures uit te
voeren.
Details zijn te vinden in de gebruiksaanwijzing van
de projector.
Info
• De taal die op de fabriek is ingesteld is Engels.
Om de taal van het in-beeld-display te
veranderen, stelt u de taal opnieuw in volgens
de procedure op bladzijde 37.
1
Steek het netsnoer in het stopcontact.
•
De bedrijfsindicator (POWER) licht rood op
en de projector wordt in stand-by geschakeld.
2
Druk op
• De bedrijfsindicator (POWER) licht groen
op. Na het oplichten van de lampindicator
(LAMP) is de projector klaar voor
bediening.
op de projector of op
op de GyroRemote.
▼ Projectorindicators
Lampindicator (LAMP)
Bedrijfsindicator (POWER)
Aan/uit-toets
(POWER)
Ingangsfunctietoets
(INPUT)
VOLUMEtoetsen
Opmerking
• De lampindicator (LAMP) licht op en
geeft de gebruiksstand van de lamp aan.
Groen: De lamp is klaar voor gebruik.
Groen knipperend: De lamp is aan
Rood knipperend: De lamp moet
Rood: De lamp moet onmiddellijk
• Als de spanning uitgeschakeld en
onmiddellijk daarna weer ingeschakeld
wordt kan het enige tijd duren voordat
de lampindicator (LAMP) gaat branden.
Kan het even duren voordat de
lampindicator (LAMP) oplicht.
3
Wanneer “Anti-diefstal” (Zie bladzijde
worden vervangen.
het opwarmen.
weldra worden
vervangen.
102) is ingesteld, verschijnt het
sleutelwoordinvoervenster.
• Voer het sleutelwoord in.
Opmerking
•
Wanneer u het sleutelwoord invoert, moet u op
de toetsen drukken die u eerst op de projector
of de GyroRemote hebt ingesteld.
Ingangsfunctietoets
(INPUT)
Aan/uit-toets
(POWER)
VOLUMEtoetsen
▼Sleutelwoord-invoerveld
Info
•
Wanneer “Anti-diefstal” is ingesteld, moet u
het sleutelwoord invoeren of het
ingangsdisplay verschijnt niet. Zelfs wanneer
het signaal wordt ingevoerd kan het display
niet verschijnen (Zie bladzijde 102).
34
4
Druk op
en selecteer de
ingangsfunctie.
• Bij elke druk verandert de functie in deze
volgorde:
→ INGANG 1 → INGANG 2 → INGANG 3 → INGANG 4
• U kunt ook
afstandsbediening gebruiken.
op de gyro-
"In-beeld-display (voorbeeld)
INGANG 1-functie
Met
DVI digitaal
INGANG 2-functie
Met S-Video
Opmerking
• Wanneer er geen signaal wordt
ontvangen,verschijnt “GEEN SIGNAAL ” op het
display . W anneer een signaal wordt ontvangen
waarvoor de projector niet vooraf is ingesteld,
verschijnt “OUGELDIG” op het display.
• Wanneer Auto zoeken ingeschakeld AAN is
kunnen de ingangsfuncties met signalen
wordt ingesteld (zie pagina 90).
• Bij insteken van een PC-kaart wordt de
invoer automatisch overgeschakeld naar
INGANG 4.
• U kunt de ingangsfunctie direct instellen
m.b.v. de toetstoewijzingsfunctie op de
GyroRemote (Zie pagina 41).
Meer over de ingangsfuncties
INGANG 1
(RGB/
Component)
INGANG 2
(S-Video)
INGANG 3
(Video)
INGANG 4
(PC-kaart)
• De transmissie wordt stopgezet als de
ingang wordt veranderd wanneer een
draadloze netwerk PC-kaart in INPUT 4
wordt geplaatst en de projector is
aangesloten op een computer.
Wordt gebruikt voor het
projecteren van beelden vanaf
een apparaat dat RGB- of
componentsignalen zendt via
de DVI-DIGITAL/ANALOGingangspoort.
Wordt gebruikt voor het
projecteren van beelden vanaf
een apparaat dat aangesloten
is op de S-VIDEOingangsaansluiting.
Wordt gebruikt voor het
projecteren van beelden
vanaf een apparaat dat
aangesloten is op de VIDEOingangsaansluiting.
Voor projecties vanaf een
draadloze netwerk PC-kaart of
geheugenkaart.
Met Analoge
RGB
Met
component
INGANG 3-functie
Met video
INGANG 4-functie
Geheugenkaart
ingevoerd
Basisbediening
5
Druk op
of
op de projector om
het volume af te stellen.
Opmerking
•
Door te drukken op “+” verhoogt u het volume.
Door te drukken op “
• Op de GyroRemote kunt u het volume
instellen door te drukken op
• Wanneer de PC-kaart geïnstalleerd is,
werken
op de gyro-afstandsbediening als
cursortoetsen (\, |) wanneer het OSD
menu actief is.
–
” verlaagt u het volume.
,
op de projector zelf of
.
35
Beeldprojectie (vervolg)
6
Druk op
het beeld en het geluid tijdelijk uit
te schakelen.
Opmerking
•
Door nogmaals op
u het beeld en het geluid opnieuw in.
•
Als u het geluid tijdelijk wilt dempen met
de GyroRemote, stel dan MUTE in
m.b.v. de toetstoewijzingsfunctie (Button Assign) (Zie pagina 41).
•
Als u het geluid tijdelijk wilt dempen, stel dan
Dempen in m. b.v. d e toe tsto ewij zingsfunctie
(Zie pagina 41).
op de projector om
te drukken, schakelt
Aan/uit-toets
(POWER)
MENU-toets
VOLUMEtoetsen
Dempingstoets
(AV MUTE)
7
Druk op
op de projector of op
op de GyroRemote.
Wanneer het bevestigingsscherm
verschijnt, drukt u nogmaals op
of
Opmerking
• Als u per ongeluk op
gedrukt en het apparaat niet wilt
uitschakelen, wacht u tot het
bevestigingsbericht verdwijnt.
Info
• T rek tijdens de projectie of de werking van
de koelventilator het netsnoer niet uit. Dit
kan beschadiging veroorzaken door het
stijgen van de binnentemperatuur,
aangezien de koelventilator eveneens
wordt uitgeschakeld.
• Wanneer de projector aangesloten is op
een apparaat zoals een versterker,
moet u eerst het aangesloten apparaat
uitschakelen en dan pas de projector.
.
of
heeft
36
Kiezen van de taal van
Inzoom
en
Uitzoomen
het in-beeld-display
• U kunt het in-beeld-display van de projector
instellen op Engels, Duits, Spaans,
Nederlands, Frans, Italiaans, Zweeds,
Portugees, Chinees, Koreaans of Japans.
• De volgende verklaring gebruikt de bediening
van de projector als voorbeeld.
1Druk op .
• Het menu verschijnt op het display.
2Druk op
te selecteren.
3Druk op
gewenste taal te selecteren en
druk dan op
of op
of op
.
om de “Taal”
om de
4Druk op .
• De gewenste taal wordt ingesteld voor het
in-beeld-display.
Instellen van de lens
U kunt het beeld scherpstellen en instellen op de
gewenste grootte met de scherpstelring of de
zoomknop op de projector.
Basisbediening
Zoomknop
Scherpstelring
1U kunt scherpstellen door aan de
scherpstelring te draaien.
2Zoomen gebeurt door de
zoomknop te bewegen.
37
Correctie van perspectivische vervorming
(trapeziumvorm-correctie)
Correctie van
perspectivische vervorming
Deze functie maakt trapeziumvorm-correctie
(perspectivische vervorming van het
schermbeeld) mogelijk.
In de uitleg hieronder worden bewerkingen op de
projector als voorbeeld genomen.
Opmerking
• Wanneer het beeld vanaf de bovenkant of de
onderkant onder een hoek op het scherm wordt
geprojecteerd, treedt een trapeziumvormige
(perspectivische) vertekening van het beeld op.
De functie voor de correctie van perspectivische
vervorming verhelpt dit probleem.
• Perspectivische vervorming kan worden
gecorrigeerd tot een hoek van ongeveer ±35
graden.
• De projector kan tot maximaal 10 graden
worden bijgesteld.
Invoertoets (ENTER)
LENS-toets
Normaal scherm
Insteltoesten
"'\ |"'\ |
(
"'\ |
"'\ |"'\ |
)
Toets voor
ongedaan
maken
(UNDO)
Trapeziumvorm-correctiescherm
1 Druk op
• W anneer u nogmaals drukt op
het scherm RAND, REK of SLIMME REK
wordt getoond, wordt de digitale
verschuivingsfunctie ingeschakeld. Zie
bladzijde 39.
U kunt ook
•
2 Druk op
.
op de GyroRemote gebruiken
of
de trapeziumvorm-correctie in te
stellen.
• Als u meer gedetailleerde correcties wilt
maken, drukt u op
weer te geven. Druk vervolgens op
of
voeren.
• Bijstellingen kunnen ook worden
uitgevoerd met de of
de GyroRemote.
Opmerking
• Aangezien de perspectivistische
vervorming tot een hoek van ongeveer
±35 graden kan worden gecorrigeerd,
kan het beeld eveneens diagonaal tot
die hoek worden ingesteld.
• Druk op
correctie te annuleren.
• U kunt wissen m.b.v. de toets op de
GyroRemote.
om het testpatroon
om aanpassingen door te
toets op
om de trapeziumvorm-
terwijl
.
om
Comprimeert de bovenkant.
Comprimeert de onderkant.
38
3
Druk op
.
Opmerking
•
U kunt voor 16:9 dezelfde instellingen
gebruiken als in de NORMAAL-functie
4:3.
• Tijdens het instellen van het beeld
kunnen rechte lijnen of de randen van
beelden een zaagtandeffect vertonen.
Instellen van de digitale
verschuiving
Opmerking
Bij gebruik van de GyroRemote
• U kunt de toets gebruiken om het scherm omhoog en omlaag te bewegen.
• Druk op om terug te keren naar de oorspronkelijke positie.
∗ De digitale verschuivingsfunctie werkt op het scherm KADER, REK of SLIMME REK. Zie bladzijde 83
voor nadere bijzonderheden.
Om het bekijken van beelden te vergemakkelijken, schuift deze
functie het volledige op het scherm geprojecteerde beeld naar boven
of naar onder bij de weergave van 16:9-beelden van DVD-spelers en
DTV*-decoders.
*DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale
televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Druk op om het
geprojecteerde beeld naar
boven te bewegen.
Druk op om het beeld
terug te stellen.
UNDO button
Druk op om het
geprojecteerde beeld naar
onder te bewegen.
Druk op om het beeld
terug te stellen.
Basisbediening
39
Gebruik van de GyroRemote
Alvorens de GyroRemote
te gebruiken
Zorg ervoor dat de antenne op de projector volledig
uitgetrokken is alvorens de projector te bedienen
met de GyroRemote.
Info
• Het is mogelijk dat het bedieningsbereik bij het
eigenlijke gebruik niet optimaal is. Dit hangt
af van de plaats van de projector en van de
radiosignaalomgeving.
• Druk op
GyroRemote niet werkt.
van de GyroRemote als de
Bediening door middel van
1
polsbewegingen (selecteren
van OSD-menu’s, bedienen
van presentatietools)
De GyroRemote volgt nauwgezet uw
handbewegingen in de lucht terwijl u hem
vasthoudt en voert de volgende bewerkingen uit.
11
1 Heldere en duidelijk zichtbare
11
schermaanwijzer. (Zie bladzijde 44.)
22
2 Bedien het menu met een eenvoudige
22
wuivende handbeweging. (Zie bladzijde
54, 55.)
33
3
Selecteer de functie die is toegewezen met de
33
functietoetsen 1-4 door de toetstoewijzingsfunctie
te selecteren uit de 5 toetstoewijzingsfunctiegroepen.
Met elke druk op
toetstoewijzingsfunctie-groepen.
44
4 Met de GyroRemote kunt u uw computer
44
bedienen met hetzelfde gevoel als
wanneer u hem met een muis bedient
door de projector en de computer met
elkaar te verbinden via de bijgeleverde
USB-kabel. (Zie bladzijde 47.)
wisselt u de 5
2
3
Functie 1-toets
Functie 3-toets
Functie 4-toets
4
Functie 2toets
Toewijzingstoets
(ASSIGN)
Muisbesturing
40
Functies toewijzen
De toetstoewijzingsfunctie op de GyroRemote
bestaat uit 5 items (1/5 tot en met 5/5) die elk nog
eens vier functietoetsen (Functie 1 tot en met 4)
bevatten.
Het instellen van functietoetsen voor het toewijzen
van items wordt via de projector gedaan.
Functie 3toets
1Druk op op de GyroRemote.
• Telkens wanneer u op drukt, verandert
de selectie van toetstoewijzingen als volgt.
→ 1/5 → 2/5 → 3/5 → 4/5 → 5/5
• Het display voor de selectie van
toetstoewijzingen verdwijnt.
.
Alle selecties van toetstoewijzingen
• De lijst kan ook worden weergegeven met
:
Toewijzingstoets (ASSIGN)
:Toets voor links klikken/invoeren
.
(LEFT-CLICK/ENTER)
:
Toets voor rechts klikken/ongedaan maken
(RIGHT-CLICK/ENTER)
41
Gebruik van de GyroRemote (vervolg)
RF-kanaalinstelling of
controleren van de GyroRemote
De GyroRemote maakt gebruik van radiosignalen, die
onder bepaalde omstandigheden verstoord kunnen
worden. Om interferentie te voorkomen, moet u bij
gebruik van meerdere GyroRemotes een verschillend
kanaal voor elke GyroRemote registreren in de projector. De gyro-afstandsbediening heeft 8 kanalen
voor de V.S., Canada, enz. en 4 kanalen voor Europa,
Australië, Oceanië en Azië.
1Druk op
afstandsbediening.
•
Het momenteel gebruikte kanaal wordt rechts
onderaan op het scherm weergegeven.
U kunt ook merken welk RF-kanaal is
ingesteld aan de hand van het aantal malen
dat de LED-indicator knippert. (Bv .: RF-kanaal
3 als de LED-indicator driemaal knippert.)
2Druk
• Telkens u deze toets langer dan 1 sec.
indrukt, verandert het RF-kanaal in de
hieronder getoonde volgorde.
• Het veranderde kanaal wordt rechts
onderaan op het scherm weergegeven.
Voor de V.S., Canada, enz.
→ 1 → 2 → 3 → 4 → 5 → 6 → 7 → 8
Op de gyro-
langer dan 1 sec. in.
RF CH+-toets
RF KANAAL : 3
Iinsteltoetsen
"'\ |"'\ |
(
"'\ |)
"'\ |"'\ |
LEDindicator
Voor Europa, Australië, Oceanië en Azië→ 1 → 2 → 3 → 4
Registreren van de GyroRemote
in de projector
Wanneer u één GyroRemote gebruikt met meerdere
projectors of één projector met meerdere
GyroRemotes, moet(en) de GyroRemote(s) worden
opgeslagen in de projector.
Info
• Als de GyroRemote op een kabel is
aangesloten, moet u eerst de kabel verwijderen
alvorens de GyroRemote te registreren.
1Selecteer “R/C registreren” in het
menu Optie (2).
2
Wanneer het bericht “Wilt u de
aanleerfunctie starten?” verschijnt,
selecteert u “Ja” met
drukt u op
42
.
of
en
Invoertoets (ENTER)
3
Druk op
op de GyroRemote
die u wilt registreren.
•
De LED-indicator op de GyroRemote knipperend.
• “Registreren” verschijnt gedurende enkele
seconden onder aan het scherm en de
registratie begint.
Zodra het opslaan is voltooid, verschijnt
“Aanleerfunctie”.
Opmerking
• Als geen bediening plaats vindt voor
langer dan 5 minuten wordt de
Aanleerfunctie verlaten.
LEDindicator
Aanleertoets
(TEACH)
4Druk op .
• Hiermee is de registratiemodus voltooid.
Registreren van meerdere
GyroRemotes in één projector
Maximaal 8 GyroRemotes kunnen worden
geregistreerd voor.
1Stel hetzelfde kanaal in voor het
RF-kanaal van de GyroRemote die
u wilt registreren.
• Zie pagina 42 voor details aangaande de
instelling.
2Volg stap 3 onder “Registreren van
de GyroRemote in de projector”
en druk op
registreren GyroRemotes.
• Bij doorlopende registratie van andere
GyroRemotes, gaat u na het registreren
van elke GyroRemote en nadat het bericht
van de registratiemodus is verschenen,
voort met de volgende GyroRemote.
• Nadat 8 GyroRemotes geregisteerd zijn,
wordt de registratiemodus automatisch
beëindigd.
op de te
Registreren
Basisbediening
Invoertoets (ENTER)
Aanleertoets (TEACH)
3Druk op
wanneer het aantal
geregistreerde GyroRemotes
dan 8.
• Hiermee is de registratiemodus voltooid.
Opmerking
• Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp Projector Dealer of servicecentrum voor een
extra GyroRemote.
minder is
43
Gebruik van de presentatietools
De GyroRemote is uitgerust met de volgende presentatietools. Deze zijn zeer handig om een hoofdpunt
te benadrukken tijdens een presentatie.
• Aanwijzerfunctie
• Stempelfunctie
• Lijnfunctie
LED-indicator
Functie 1-toets
Gebruik van de aanwijzer
Invoertoets (ENTER)
1Neem de GyroRemote vast en
beweeg hem terwijl u op
drukt.
• De aanwijzer volgt de bewegingen van de
GyroRemote.
• De aanwijzer verdwijnt wanneer u
loslaat.
Opmerking
• Wanneer u de GyroRemote met
meerdere projectors gebruikt, kan de
positie van de aanwijzer lichtjes
afwijken bij elke projector. Dit is
normaal.
Info
• Houd de GyroRemote vast en beweeg
hem vrij in de lucht. De aanwijzer op
het scherm volgt precies de
bewegingen van de GyroRemote in uw
hand. V oor een optimaal resultaat houdt
u uw arm in een vaste positie en draait
u vrij met uw pols.
Functie 3-toets
Functie 4-toets
GYRO ACTIVEtoets
Functie 2toets
Aanwijzertoets
(POINTER)
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Toewijzingstoets
(ASSIGN)
44
Gebruik van de
stempelfunctie
1Druk op op de GyroRemote
en selecteer vervolgens “Toets
toew. 1/5”.
• De toewijzingsfunctie verschijnt rechts
onder aan het scherm.
2Druk op op de GyroRemote.
• Het stempeltype verandert telkens
wanneer u op
getoond.
drukt, zoals rechts
3Druk op
op de GyroRemote om
de kleur te selecteren.
• De stempelkleur verandert telkens
wanneer u op
getoond.
drukt, zoals rechts
4Beweeg de GyroRemote terwijl u
ingedrukt houdt.
• De stempel beweegt op het scherm.
5Laat
u de stempel op het scherm wilt
weergeven en druk op
• De stempel blijft op die plaats staan.
• Om een andere stempel weer te geven,
herhaalt u stappen 2 t/m 5.
• Druk op
lijn te wissen.
• Druk op
• Zelfs als u de GyroRemote beweegt,
werkt hij niet als u niet indrukt.
los op de plaats waar
.
Opmerking
om een zopas ingevoegde
om alle lijnen te wissen.
RoodGroenBlauwGeel
ZwartWitPaars
Lichtblauw
Basisbediening
45
Gebruik van de presentatietools (vervolg)
Gebruik van de lijnfunctie
Met de GyroRemote kunt u diverse vormen op het
scherm tekenen, zoals kaders, cirkels, horizontale,
verticale, loodrechte en vrije lijnen.
1Druk op op de GyroRemote en
selecteer vervolgens “Toets toew. 1/5”.
• De toewijzingsfunctie verschijnt rechts
onder aan het scherm.
2Druk op op de GyroRemote.
•
Het type tekening verandert telkens wanneer
u op drukt, zoals rechts getoond.
3Druk op
op de GyroRemote om
Diagonale
lijn
Horizontale
of verticale
lijn
KaderCirkelVrije lijn
de kleur te selecteren.
• De lijnkleur verandert telkens wanneer u
op
drukt, zoals rechts getoond.
RoodGroenBlauwGeel
ZwartWitPaars
4Beweeg de cursor naar de
startpositie terwijl u
GyroRemote ingedrukt houdt.
op de
Lichtblauw
Opmerking
• Om een andere lijn weer te geven,
herhaalt u stappen 2 t/m 4.
5Laat
en druk op
op de GyroRemote los
.
6Beweeg de cursor naar de
eindpositie terwijl u
GyroRemote ingedrukt houdt en
druk op
• Om een andere vorm of lijn te tekenen,
herhaalt u stappen 2 t/m 6.
• Druk op
vorm of horizontale, verticale of vrije lijn
te wissen.
• Druk op om alle vormen of lijnen te
wissen.
.
Opmerking
om een pas ingevoegde
op de
Hoe lijnen en vormen tekenen
1
2
1
1
2
1
2
46
2
1
:
StartpuntEindpuntTekenrichting
2
:
:
2
Gebruik van de draadloze muisfunctie van de GyroRemote
De GyroRemote kan muisbewerkingen uitvoeren op een computerscherm dat wordt geprojecteerd op
een scherm.
Gebruik als draadloze
muis
1Sluit de projector aan op de com-
puter met de meegeleverde USBkabel.
Opmerking
• Deze functie werkt alleen met de
besturingssystemen Microsoft Windows
en Macintosh. Deze functie werkt echter
niet met de volgende
besturingssystemen, die USB niet
ondersteunen.
• Vroegere versies dan Windows 95.
• Vroegere versies dan Windows NT
4.0.
• Vroegere versies dan Mac OS 8.5.
2Beweeg de GyroRemote terwijl u
ingedrukt houdt. De LED-
indicator brandt.
3Druk op
hetzelfde als de toetsen op een op
de computer aangesloten muis.
• Wanneer slechts één muisknop wordt
gebruikt (bv. op een Macintosh), hebben
zowel
klikken op deze knop.
of
als
hetzelfde effect als het
. Dit werkt
Meegeleverd
accessoire
Toets voor
links klikken
(L-CLICK)
Computer
ab
-k
B
S
U
LED-indicator
Toets voor rechts
klikken (R-CLICK)
GYRO ACTIVEtoets
USB-kabel
l
e
USB-poort
Basisbediening
47
Gebruik van de draadloze muisfunctie van de GyroRemote (vervolg)
Aansluiten van de
GyroRemote met een
kabel
Sluit de GyoroRemote en de projector op elkaar
aan m.b.v. een kabel daar waar signaalontvangst
zwak is.
Opmerking
• De GyroRemote schakelt zichzelf uit als hij
wordt losgemaakt van de besturingskabel voor
een afstandsbediening met draad van ø 2,5 tot
ø 3,5 mm. Om hem opnieuw te gebruiken, drukt
u op
• Neem a.u.b. contact op met een erkende Sharp
Projector dealer of een onderhoudscentrum bij
het aanschaffen van een ø 2,5 tot ø 3,5 mm
afstandsbedieningskabel.
om hem opnieuw te activeren.
ø 3,5 ministekkerkabel (verkrijgbaar
in de vakhandel of verkrijgbaar als
Sharp onderdeel QCNW-4870CEZZ)
ø 2,5 tot ø 3,5 afstandsbedieningskabel
verkrijgbaar als Sharp
onderdeel QCNW5943CEZZ
48
Uitschakelen van de
GyroRemote
Caution
• Schakel de GyroRemote uit wanneer u zich
aan boord van een vliegtuig bevindt of op
andere plaatsen waar het gebruik van
radiosignalen verboden is.
Schakel de GyroRemote uit wanneer u de projector niet gebruikt, om ongewenste bediening te
voorkomen. Zo spaart u ook de batterijen van de
GyroRemote.
1Druk op
en
aan de
binnenkant van de onderdeksel
van de GyroRemote.
• De LED-indicator knippert driemaal en de
GyroRemote wordt uitgeschakeld.
Wanneer u daarna op om het even welke
toets drukt (uitgezonderd
geen signalen verstuurd.
2Druk op
op de GyroRemote
), worden
om de GyroRemote in te
schakelen.
Opmerking
• Slaapfunctie van de GyroRemote
Als de GyroRemote gedurende vijf
minuten niet wordt gebruikt, gaat de
slaapfunctie aan om de batterijen te
sparen. Als de GyroRemote niet kan
worden bediend, drukt u eenmaal op
van de GyroRemote om deze
opnieuw te activeren.
Aanleertoets (TEACH)
Basisbediening
Aan/uit-toets
(POWER)
RF CH+-toets
49
Gebruik van het menuscherm
Deze projector heeft twee sets van menuschermen die u in staat stellen het beeld en diverse
projectorinstellingen te regelen.
U kunt deze menuschermen bedienen via de projector zelf of via de GyroRemote aan de hand van de
volgende procedure.
In-beeld menu voor INGANG 1 RGB-functie
In-beeld menu voor INGANG 2
of INGANG 3-functie
Menubalk
(Hoofdmenu)
In-beeld menu voor INGANG 4 RGB-functie
Menu instellingen op de
projector (bijstellingen)
1Druk op
• Het menuscherm verschijnt.
•
Het menuscherm “Beeld” verschijnt in
ingangsfuncties 1, 2 en 3 en het menu
“Kaart” verschijnt in de functie INGANG
4.
• Het in-beeld-display rechts wordt
weergegeven wanneer de functie
INGANG 1 gekozen is.
.
Opmerking
Menubalk
(Hoofdmenu)
MENU-toets
Insteltoesten
"'\ |"'\ |
(
"'\ |)
"'\ |"'\ |
Invoertoets (ENTER)
▼ Menuscherm
50
2Druk op
of
om het menu te
kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
• Als u de GyroRemote gebruikt om door
een menu te bladeren, zie bladzijde 56
en 58.
• Als u de GyroRemote gebruikt om door
een menu te bladeren, zie bladzijde 54.
3Druk op
of
om het
onderdeel te kiezen dat u wilt
instellen.
Opmerking
• Om slechts één in te stellen onderdeel
weer te geven, drukt u op
kiezen van het onderdeel. Alleen de
menubalk en het onderdeel dat u wilt
instellen, worden weergegeven.
Wanneer u dan op
drukt, wordt het volgende onderdeel
(“Fase” volgt op “Klok”) weergegeven.
||
|
||
• Druk op
vorige scherm.
om terug te keren naar het
na het
of
Basisbediening
4Druk op
of
om het
geselecteerde item in te stellen.
• De instelling wordt opgeslagen.
5 Druk op
• Het in-beeld-display verdwijnt.
.
51
Gebruik van het menuscherm (vervolg)
Menu instellingen op de
projector (instellingen)
1Druk op
• Het menuscherm verschijnt.
Opmerking
•
Het menuscherm “Beeld” verschijnt in
ingangsfuncties 1, 2 en 3 en het menu
“Kaart” verschijnt in de functie INGANG 4.
• Het in-beeld-display rechts verschijnt
wanneer de functie INGANG 1 is
gekozen.
2Druk op
kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
• V oor bijzonderheden ov er de menu’s, zie
de drie boomdiagrammen op bladzijden
56 en 58.
• Als u de GyroRemote gebruikt om door
een menu te bladeren, zie bladzijde 55.
.
of
om het menu te
MENU-toets
Insteltoetsen
"'\ |"'\ |
(
"'\ |)
"'\ |"'\ |
Invoertoets (ENTER)
▼ Menuscherm
3
Druk op
of
om het
onderdeel te kiezen dat u wilt
instellen.
Opmerking
• Druk op om terug te keren naar
het vorige scherm.
In sommige menu’s moet u het pictog ram
•
slecteren met behulp van
52
of
Submenu
.
4Druk op
• De cursor verplaatst zich naar het submenu.
.
Submenu
5Druk op
of
om de
instelling van het onderdeel te
kiezen dat wordt weergegeven in
het submenu.
6Druk op .
• Het gekozen onderdeel wordt ingesteld en
de bijstelling wordt opgeslagen.
Opmerking
• Het gekozen onderdeel wordt ingesteld
en de instelling wordt opgeslagen.
Wanneer u een onderdeel instelt, drukt
u op
of om “Ja” of “OK” te kiezen
en drukt u vervolgens op
.
Basisbediening
7Druk op
• Het menu verdwijnt.
.
53
Gebruik van het menuscherm (vervolg)
Gebruik van de GyroRemote
om het in-beeld menu
(bijstellingen) te navigeren
1Druk op
• Het menuscherm verschijnt.
• Het menuscherm “Beeld” verschijnt in
ingangsfuncties 1, 2 en 3 en het
menuscherm “Geheugenkaart”
verschijnt in de functie INGANG 4.
• Het rechts getoonde scherm is het
scherm van de functie INGANG1.
11
2
1
Beweeg de GyroRemote links en
11
rechts om het menu te selecteren
terwijl u
• De
ingedrukt gehouden wordt.
• Als tweemaal ingedrukt wordt, blijft
de GYRO ACTIVE functie actief zonder
dat u
LED indicator blijft branden.)
Als nogmaals ingedrukt wordt,
wordt de GYRO ACTIVE functie
ontgrendeld en gaat de LED indicator uit.
• U kunt het menu selecteren door
op
menubalk wordt getoond.
22
2
Beweeg de GyroRemote omhoog of
22
omlaag om een item te selecteren
terwijl u
33
3
Beweeg de GyroRemote naar links
33
en rechts om het geselecteerde
item bij te stellen (in te stellen)
terwijl u
.
Opmerking
ingedrukt houdt.
Opmerking
GyroRemote
werkt niet als niet
ingedrukt blijft houden. (De
te drukken terwijl de
ingedrukt houdt.
ingedrukt houdt.
MENU-toets
In-beeld menu voor de functie INGANG 1
Menubalk
(Hoofdmenu)
GYRO ACTIVEtoets
1
(Achterkant)
2
Opmerking
• De bijstelling wordt opgeslagen.
• Bijstellingen kunnen ook uitgevoerd
worden door op
3Druk op
• Het scherm verdwijnt.
54
.
te drukken.
GYRO ACTIVEtoets
3
Gebruik van de
GyroRemote
om het inbeeld menu (instellingen)
te navigeren
MENU-toets
1Druk op
• Het menuscherm verschijnt.
• Het menuscherm “Beeld” verschijnt in
ingangsfuncties 1, 2 en 3 en het
menuscherm “Geheugenkaart”
verschijnt in de functie INGANG 4.
• Het rechts getoonde scherm is het
scherm van de functie INGANG1.
11
2
1
Beweeg de GyroRemote links en
11
.
Opmerking
rechts om het menu te selecteren
terwijl u
Opmerking
• De GyroRemote werkt niet als niet
ingedrukt gehouden wordt.
• Als tweemaal ingedrukt wordt, blijft
de GYRO ACTIVE functie actief zonder
dat u
LED indicator blijft branden.)
Als nogmaals ingedrukt wordt,
wordt de GYRO ACTIVE functie
ontgrendeld en gaat de LED indicator uit.
• U kunt het menu selecteren door
op
menubalk wordt getoond.
ingedrukt houdt.
ingedrukt blijft houden. (De
te drukken terwijl de
In-beeld menu voor de functie INGANG 1
Menubalk
(Hoofdmenu)
GYRO ACTIVEtoets
Basisbediening
22
2
Beweeg de GyroRemote omhoog of
22
omlaag om een item te selecteren
terwijl u
33
3
Beweeg de GyroRemote naar
33
rechts terwijl u
houdt.
• De cursor zal zich verplaatsen naar het
submenu.
44
4
4 Beweeg de GyroRemote omhoog
44
of omlaag om items te selecteren
in het submenu terwijl u ingedrukt
houdt en druk op
• De bijstelling wordt opgeslagen.
3Druk op
• Het scherm verdwijnt.
1
ingedrukt houdt.
ingedrukt
(Achterkant)
2
GYRO ACTIVEtoets
.
.
3
55
Onderdelen van de menubalk
Deze lijst vermeldt de onderdelen die kunnen worden ingesteld op de projector.
+150–150
Fase
H-Pos
V-Pos
Reset
Vastleggen
Keuze instel.
Speciale functies
Signaal Informatie
Automat. sync.
Auto-sync dsp [ON/OFF]
+150–150
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30–30
+60–60
+3-3
RGB
Component
2D Progressief
3D Progressief
Filmfunctie
Resolutie Vert. freq.
Resolution
×
1
1024
768
2
800 × 600
•
•
7
Resolutie Vert. freq.
Resolution
×
1
768
1024
2
800 × 600
•
•
7
Resolutie
×
640
480
1
×
480
720
2
480P
3
•
•
7
Resolutie
Hor. freq.
Vert. freq.
OFF
Normaal
Hoge snelheid
Vert Freq
60 Hz
75 Hz
Vert Freq
60 Hz
75 Hz
640 × 480
31,5 KHz
60 Hz
Opties (1)
Bladzijde 87
Opties (2)
Bladzijde 96
Taal
Bladzijde 37
Beeld-in-beeld [ON/OFF]
Energiebesparing [ON/OFF]
sRGB[ON/OFF]
Auto zoeken [ON/OFF]
Ruisonderdr.
OSD Display
Beeld vastleggen
Achtergrond
Startbeeld
Auto Power Off [ON/OFF]
Monitor uit
Lamp timer
Pauze timer
Projectie
R/C registreren
Niv. toetsvergr.
Wachtwoord
Anti-diefstal
Alles terugstellen
English
Deutsch
Español
Nederlands
Français
Italiano
Svenska
Português
OFF
Level 1
Normaal
Niveau A
Niveau B
Beeld opslaan
Verwijderen
Sharp
Gebruiker
Blauw
Geen
Sharp
Gebruiker
Geen
Uitschakelen
Ja (Y Cable)
Voor
Plafond + voor
Achter
Plafond + achter
Normaal
Niveau A
Niveau B
Oud wachtwrd
Nieuw wachtw
Herbrestigen
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
Level 3
Status
Bladzijde 106
Opmerking
• De hierboven weergegeven cijfers voor resolutie, verticale frequentie en horizontale frequentie zijn uitsluitend als
voorbeeld bedoeld.
• Na het invoeren van DVI digitale signalen in INGANG 1 kan in het menu “Beeld” alleen “Kleurtmp”, “Rood” en “Blauw”
ingesteld worden en in het menu “Fijn sync.” alleen “Signaal informatie”, “Automat. sync.” en “Auto-sync dsp”
weergegeven worden.
• Wanneer het signaaltype ingesteld is als “Component”, verschijnen in het menu “Beeld” van INGANG 1 “Kleur”, “Tint”
en “Scherpte”.
• Sommige onderdelen kunt u niet terugstellen, zelfs wanneer “Alles terugstellen” wordt gekozen in het menu Opties (2).
Zie bladzijde 105voor nadere bijzonderheden.
English
Deutsch
Español
Nederlands
Français
Italiano
Svenska
Português
Voor
Plafond + voor
Achter
Plafond + achter
Normaal
Niveau A
Niveau B
Oud wachtwrd
Nieuw wachtw
Herbevestigen
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
Opmerking
• Sommige onderdelen kunt u niet terugstellen, zelfs wanneer Alles terugstellen wordt gekozen in het menu Opties (2).
Zie bladzijde 105 voor nadere bijzonderheden.
58
Instellen van het beeld
U kunt het beeld van de projector naar uw eigen voorkeur instellen met de volgende beeldinstellingen.
Beeldinstelling
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Voor het instellen van het contrastniveau
Voor het instellen van de helderheid van een beeld
Voor het instellen van de kleurintensiteit van het beeld
Voor het instellen van de tinten van een beeld
Voor scherpere of minder scherpe contouren van beelden
Voor het instellen van het roodniveau
Voor het instellen van het blauwniveau
Voor het instellen van de kleurtemperatuur van een beeld
Beschrijving
Instellen van beeldvoorkeuren
Instellen van het menu “Beeld” op het
menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• “Kleur”, “Tint” en “Scherpte” verschijnen niet
op het scherm wanneer u INGANG 1 kiest
en het “Signaaltype” “RGB” is.
• De beeldinstellingen kunnen afzonderlijk
worden opgeslagen in elke ingangsfunctie.
• Wanneer het signaaltype in INGANG 1 op
Component is ingesteld, kunt u “Scherpte”
instellen bij het invoeren van 480I-, 480P-,
720P- of 1080
• Wanneer “sRGB” in het menu “Opties (2)” is
ingesteld op “ON”, kunnen “Rood”, “Blauw” en“Kleurtmp” niet worden ingesteld.
• Om alle instelbare onderdelen terug te stellen,
kiest u “Reset” en drukt u op
I-signalen.
.
toets
Minder contrast
Minder helder
Minder intense kleuren
Huidtinten worden paarsig
Minder scherp
Minder rood
Minder blauw
Verlaagt de
kleurtemperatuur voor
warmere, roodachtige,
fonkelende beelden.
Meer contrast
Helderder
Intensere kleuren
Huidtinten worden groenig
Scherper
Meer rood
Meer blauw
Verhoogt de kleur-
temperatuur voor
koelere, blauwachtige,
fluorescerende beelden.
toets
Basisbediening
Kiezen van het signaaltype
Deze functie maakt het mogelijk om het ingangssignaaltype RGB of Component te kiezen voor INGANG1.
Kies “Signaaltype” in het menu “Beeld” op
het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
• RGB
Wordt ingesteld voor het ontv angen van RGB-signalen.
• Component
Wordt ingesteld voor het ontvangen van
componentsignalen.
59
Instellen van het beeld (vervolg)
Progressieve functie
Deze functie stelt u in staat om de progressieve
weergave van een videosignaal te kiezen. De
progressieve weergave zorgt voor meer soepele
videobeelden.
Kies “Progressieve func.” in het menu
“Beeld” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• 2D Progressief
Deze functie is bedoeld voor weergave van snel
bewegende beelden zoals sport- of
actiescènes. Bij deze functie wordt het getoonde
beeldframe met optimale kwaliteit
weergegeven.
3D Progressief
•
Deze functie is bedoeld voor weergave van
relatief langzaam bewegende beelden zoals
toneelscènes, documentaires e.d.
Deze functie verbetert de beeldkwaliteit door
de beweging in een aantal voorafgaande en
volgende beelden te gebruiken.
Filmfunctie
•
Voor een duidelijke weergave van
filmbeelden. Toont een geoptimaliseerd beeld
van film omgezet met “drie-twee afrollen”-
(NTSC en PAL60Hz) of “twee-twee afrollen”-
(PAL50Hz en SECAM) verbetering in
progressieve weergavebeelden.
* De filmbron is een digitale video-opname
waarbij het origineel onveranderd
gedecodeerd wordt aan 24 frames/seconde.
De projector kan deze filmbron omzetten in
progressieve video aan 60 frames/seconde
met NTSC of PAL60Hz of aan 50 frames/
seconde met PAL50Hz en SECAM om een
hoog gedefinieerd beeld weer te geven.
• Bij progressieve ingangen gebeurt de
weergave rechtstreeks en kunt u niet kiezen
voor 2D Progressief, 3D Progressief en de
Filmfunctie. Deze functies kunnen worden
gekozen bij interlace-signalen, met
uitzondering van 1080
• Zelfs bij het instellen van de 3D Progressieffunctie in NTSC of P AL60Hz zal de “drie-twee
afrollen”-verbetering automatisch worden
ingeschakeld wanneer de filmbron is
ingevoerd.
• In PAL50Hz of SECAM zal de “twee-twee
afrollen”-verbetering alleen worden
ingeschakeld in de Filmfunctie wanneer de
filmbron is ingevoerd.
I-signalen.
60
Instellen van computerbeelden
Gebruik de Fijn sync.-functie in geval van onregelmatigheden zoals verticale strepen of het flikkeren
van delen van het beeld.
BeeldinstellingBeschrijving
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Wanneer Automat. sync.
op OFF staat
Wanneer “Automat. sync.” op “OFF” staat, kan er
interferentie voorkomen zoals flikkeren of verticale
strepen bij de weergave van beelden met “betegeling”
of verticale strepen. Als dit gebeurt, kunt u de
instellingen “Klok”, “Fase”, “H-Pos” en “V- Po s”
bijstellen om een optimale weergave te bereiken.
Regelt de verticale ruis.
Regelt de horizontale ruis (vergelijkbaar met “tracking” op uw videorecorder).
Centreert het weergegeven beeld door het naar links of naar rechts te verplaatsen.
Centreert het weergegeven beeld door het naar boven of naar onder te verplaatsen.
Basisbediening
Selecteer “Klok”, “Fase”, “H-Pos” of “V-
Pos” in het menu “ Fijn sync.” op het
menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• U kunt computerbeelden gemakkelijk instellen
door te drukken op
nadere bijzonderheden.
. Zie bladzijde 63 voor
Opslaan van instellingen
Deze projector stelt u in staat om maximaal zeven
instellingen op te slaan om te gebruiken met
verschillende computers.
Selecteer “Vastleggen” in het menu “Fijn
sync.” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
61
Instellen van computerbeelden (vervolg)
Selecteren van instellingen
De in de projector opgeslagen instellingen zijn
makkelijk toegankelijk.
Selecteer “Keuze Instel.” in het menu “Fijn
sync.” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
•
Als er geen instellingen zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer in het geheugen, zullen bij dat
nummer geen resolutie en verticale frequentie
vermeld staan.
• Door een opgeslagen instelling op te roepen
met “Keuze instel.” kunt u de projector
instellen op de opgeslagen instellingen.
Instellen van speciale
functies
Normaal gesproken wordt het soort ingangssignaal
gedetecteerd en wordt de juiste resolutie automatisch
ingesteld. Bij sommige signalen kan het echter nodig zijn
om de optimale resolutie-instelling te kiezen in “Speciale
functies” op het menuscherm “Fijn sync.”, in overeenstemming met de weergavefunctie van de computer.
Stel de resolutie in door “Speciale functies”
te selecteren in het menu “Fijn sync.” op
het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• Vermijd de weergave van computergegenereerde patronen die zich om de andere
beeldlijn herhalen (horizontale strepen).
(Het beeld kan hierdoor gaan flikkeren, wat
het erg moeilijk maakt ernaar te blijven kijken.)
• Wanneer een DVD-speler of digitale video
aangesloten wordt, kiest u 480P als
ingangssignaal.
• Zie “Controleren van het ingangssignaal” op
pagina 63 voor informatie over het huidige
0ingangssignaal.
62
Controleren van het
ingangssignaal
Deze functie stelt u in staat om de informatie
betreffende het huidige ingangssignaal te
controleren.
Selecteer “Signaal informatie” in het menu“Fijn sync.” op het menuscherm ➝ Voor
bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• De projector zal het aantal gescande lijnen
weergeven dat kan worden ingevoerd vanaf
audiovisuele apparatuur zoals een DVDspeler of digitale video.
Instellen van de
automatische synchronisatie
Wordt gebruikt om een computerbeeld
automatisch in te stellen.
Selecteer “Automat. sync.” in het menu “Fijn
sync.” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Basisbediening
Opmerking
Bij het instellen van “ Normaal” of
“
Hoge snelheid”:
• De automatische synchronisatie wordt
ingeschakeld wanneer u de projector aanzet
of wanneer de ingangssignalen worden
veranderd wanneer de projector op een computer is aangesloten.
• “Normaal” voert de automatische
synchronisatie nauwkeuriger uit dan “Hoge
snelheid”. Daardoor kan de automatische
synchronisatie iets langer duren.
U moet de instellingen handmatig uitvoeren:
• Wanneer u geen optimaal beeld kunt
verkrijgen met automatische synchronisatie.
Zie bladzijde 61.
• Het kan enige tijd duren voordat de
automatische synchronisatie is voltooid,
afhankelijk van het beeld dat door de
aangesloten computer gegenereerd wordt.
• Wanneer u instellingen maakt met AUTO
SYNC op de projector.
• Wanneer “Automat. Sync.” op “OFF” of “Hoge
snelheid” staat en
automatische synchronisatie in de functie
“Hoge snelheid” uitgevoerd worden. Als de
toets binnen een minuut nogmaals wordt
ingedrukt, wordt de automatische
synchronisatie in de “Normaal” functie
uitgevoerd.
• Instellingen kunnen ook worden gemaakt door
“Auto Sync” te kiezen met de functie
toetstoewijzing.
wordt ingedrukt, zal de
Schermdisplay tijdens Automat. Sync.
63
Instellen van computerbeelden (vervolg)
Automatische synchronisatie
displayfunctie
Wordt gebruikt om het scherm in te stellen dat tijdens
automatische synchronisatie wordt weergegeven.
Selecteer “Auto-sync dsp” in het menu “Fijn
sync.” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
•
Het ingestelde achtergrondbeeld wordt
geprojecteerd.
•
Het computerbeeld dat wordt ingesteld,
verschijnt.
64
Gebruiksvriendelijke functies
Gebruiksvriendelijke functies
Gebruiken van het netwerk
Voordat u het netwerk instelt
Dit hoofdstuk geeft een verklaring van de items die ingesteld kunnen worden bij een netwerk. Een draadloze aansluiting
is niet mogelijk als deze items niet correct worden ingesteld.
Daarnaast dient u uw netwerkadministrator te raadplegen omdat er waarden ingevoerd dienen te worden in een
voorgeconfigureerd draadloos netwerk.
IP-adres
■ Wat is een IP-adres?
Het IP-adres is een nummer voor het identificeren van apparaten die aangesloten zijn op het netwerk. Een IP-adres
dient m.b.v. netwerkwaarden te worden toegewezen aan elk apparaat.
Aansluiten van de projector en een computer via een draadloze afstandsbediening is hetzelfde als dat de computer en
de projector aangesloten zijn op een draadloos LAN netwerk. Daarom als aan de projector (en de computer) geen IPadres wordt toegewezen, kunnen deze apparaten niet worden geïdentificeerd waardoor draadloze aansluiting niet
mogelijk is.
192.168.150.151
192.168.150.150
192.168.150.152
■ Toewijzen van IP-adressen
Bij het creëren van een lokaal netwerk waarin de projector en een computer aangesloten zijn op een draadloze omgeving,
kunnen 192.168.0.1 tot en met 192.168.255.254 toegewezen worden als IP-adressen voor een lokaal netwerk aan
apparaten die aangesloten zijn op dat netwerk.
Het IP-adres van de projector is 192.168.0.1 en zolang er zich geen conflicten voordoen, hoe v en de default instellingen
niet te worden veranderd.
Voorbeeld
• Projector ...................192.168.150.150
• Computer (nr. 1) .......192.168.150.151
• Computer (nr. 2) .......192.168.150.152
Voor instellingen, zie pagina 70.
Deze projector is voorzien van een DHCP functie die automatisch IP-adressen toe wijst aan apparaten die aangesloten
worden op het netwerk.
Zie pagina 73 voor details.
192.168.150.153
192.168.150.154
Opmerking
• Het bereik van IP-adressen dat toegewezen kan worden in een lokaal netwerk is vastgesteld.
• IP is een afkorting van Internet Protocol.
-
66
DHCP serverfunctie
■ Wat is een DHCP-serverfunctie?
De DHCP serverfunctie wijst automatisch IP-adressen toe aan apparaten aangesloten op het netwerk. Wanneer de
netwerkinstellingen op de computer ingesteld zijn op automatisch instellen van IP adressen (DHCP server mogelijk)
zal de projector automatisch IP adressen toewijzen.
1
92
.16
8.15
0
.1
5
2
192.168.150.153
192.168.150.154192.168.150.151
Voer de volgende instellingen uit wanneer u deze functie gebruikt
1 Zet de DHCP funcrie van de projector op ON (aan).
2 Stel de startwaarde van het toegewezen IP-adres en het verwachte aantal IP-adressen dat automatisch wordt
toegewezen (maximaal aantal dat dient te worden toegewezen).
Zie pagina 73 voor instellingen.
Opmerking
• DHCP is een afkorting van Dynamic Host Configuration Protocol.
Draadloze kanalen
■ Wat is een draadloos kanaal?
Een draadloos kanaal is een frequentie die gebruikt wordt door LAN-kaarten wanneer ze communiceren. V oor de standaard
IEEE802.11b kunnen 14 kanalen worden gebruikt. Mochten andere draadloze LAN netwerken zich in de buurt van de
projector bevinden, zorg er dan voor dat andere kanalen worden gekozen om onderlinge storing te voorkomen.
ch
1
ch
6
ch
11
■ Toegewezen draadloze kanalen
Mochten er zich geen andere netwerken in de buurt bevinden die eventueel storing zouden kunnen veroorzaken, stel
dan 1, 6 of 11 in.
Zolang er zich geen conflicten voordoen op 11 kanaalinstellingen, is er geen reden om de defaultinstellingen te
veranderen.
Zie pagina 71 voor instellingen.
-
67
Gebruiksvriendelijke functies
Gebruik van een draadloze netwerk PC-kaart
Wanneer u een draadloze netwerk PC-kaart invoert in de INPUT 4 PC-kaartsleuf op de projector, kunt u
beelden naar de projector ontvangen en ze projecteren via een draadloze verbinding.
Invoeren van een
draadloze netwerk PC-kaart
1
Voer de draadloze netwerk PC-kaart in in
de INPUT 4 PC-kaartsleuf op de projector.
•
Zie pagina 31 voor details aangaande het installeren
van een kaart.
•
Na het invoeren van de kaart verandert de
ingangsfunctie automatisch in INGANG 4.
Info
•
Zorg ervoor dat u eerst de projector inschakelt
wanneer u beelden in de projector ontvangt met
een draadloze netwerk PC-kaart. Zodra “Stand-by”
op het scherm verschijnt, zet u de computer aan.
Opmerking
•
Zie pagina 75 voor het invoeren van een geheugenkaart in
de projector.
•
Het installeren dient te worden uitgevoerd nadat “Standby” wordt getoond.
Uitwerpen van de kaart
Zorg ervoor de volgende procedures uit te voeren
voordat u de kaart verwijdert. Selecteer "PC-kaart
uitwerpen" in het menu Kaart op het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
1Selecteer “PC-kaart uitwerpen” en
druk op
•
Na enkele seconden verschijnt het bericht “U kunt de
PC-kaart veilig uitwerpen”.
.
2Verwijder de kaart.
•
Verwijder de kaart nadat het bericht is verschenen.
•
Zie pagina 31 voor meer informatie over het verwijderen
van de kaart.
Info
• Als de kaart wordt verwijderd zonder “PC-kaart
uitwerpen” te selecteren in stap 1 hierboven,
kunnen de op een geheugenkaart opgeslagen
gegevens verloren gaan of kan de PC-kaart
worden beschadigd.
• Wanneer u de projector transporteert, dient u er
op te letten dat de PC-kaart uitgeworpen is en
dat de uitwerptoets geheel ingedrukt is. De
projector kan schade opiopen ais de uitwerptoets
uit staat en de projector verplaats wordt.
68
-68
Netwerkinstellingen
•
Om beelden te projecteren via een draadloze aansluiting, moet u de nodige netwerkinstellingen maken op de computer
en op de projector.
•
Raadpleeg de Wireless Reality software gebruiksaanwijzing voor meer informatie over het instellen van de computer.
•
Er moeten eveneens waarden worden ingevoerd in een vooraf geconfigureerd netwerk. Neem hiervoor contact op met
uw netwerkbeheerder.
Instellen van een projectornaam
Deze netwerkinstelling wijst een naam toe aan de projector.
De default instelling is “MY_PROJECTOR”.
•
De projectornaam wordt getoond wanneer de
projector is gevonden via de computer en u
kunt de naam naar wens instellen.
Wanneer u “Projector” selecteert in het
menu Netwerk op het menuscherm
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
1
Druk op
of
om “Pro-
jector” te selecteren en druk
vervolgens op
Opmerking
• Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt het
wachtwoordinvoervak wanneer u “Projector”
selecteert.
2
Druk op
3
Druk op
.
in “Naam”.
of
om de
tekens te selecteren die u wilt instellen.
Opmerking
•
De volgende karakters kunnen w orden ingevoerd:
Letters (A - Z), cijfers (0 - 9) en symbolen (-, _,( ) ).
•
Door indrukken van
de onderstaande procedures over en w eer geschakeld.
of
wordt tussen
Gebruiksvriendelijke functies
•
Wilt u het karakter links uitwissen, selecteer
dan “BS” door indrukken van
en druk vervolgens op .
of
-
69
Netwerkinstellingen (vervolg)
4Druk op
om de cursor te
verplaatsen naar het volgende
teken.
Opmerking
•
Om een letter of een symbool te corrigeren, drukt
u op
of
om de cursor te verplaatsen naar
het te corrigeren teken en drukt u op
om het teken te corrigeren.
•
U kunt ook tekens selecteren met
de GyroRemote.
•
Om de instellingen te annuleren, drukt u op
5
Herhaal de stappen 3 en 4 om de
of
op
.
resterende gewenste karakters in
te voeren.
Opmerking
•
U kunt maximaal 16 tekens invoeren.
6
Druk op .
•
De instellingen worden opgeslagen en zijn actief.
Instellen van TCP/IP
Stel het IP-adres, de Gateway en het Subnet Mask
van de projector in.
Selecteer “TCP/IP” in het menu Netwerk op
het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
1
Druk op
IP te selecteren en druk
vervolgens op
Opmerking
•
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt het
wachtwoordinvoervak wanneer u "TCP/IP"
selecteert.
2
Druk op
adres”, “Gateway” of “Subnet
Mask” te selecteren en druk
vervolgens op
3
Druk op of
waarden te selecteren die u wilt
instellen.
70
-70
of
of
om TCP/
.
om “IP-
.
om de
4
Druk op
te verplaatsen naar het te
corrigeren cijfer.
Opmerking
•
U kunt de cursor ook verplaatsen met
op de GyroRemote.
•
Om de instellingen te annuleren, drukt u op
5
Herhaal stappen 3 en 4 om alle
cijfers in te stellen.
6
Druk op .
of
om de cursor
.
Instellen van het
draadloze LAN-kanaal
⁄ Instellen van het kanaal
Stel het draadloze LAN kanaal zodanig in dat geen
onderlinge storing optreedt met een ander
draadloos kanaal.
Selecteer “Draadloos” in het menu Netwerk op
het menuscherm.
Voor bediening van het menuscherm, zie
➝
pagina’s 50 t/m 55.
1
Druk op
“Draadloos” te selecteren en druk
daarna op
Opmerking
•
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt het
wachtwoordinvoervak wanneer u "Draadloos
LAN" selecteert.
2
Druk op
“Kanaal” te selecteren en druk
vervolgens op
3
Druk op of
nummer van het draadloze kanaal
te selecteren dat u wilt instellen.
Opmerking
•
Afhankelijk van het land en de geografische
ligging zijn de bruikbare draadloze kanalen
beperkt. Lees de Draadloze netwerk PC-kaart
gebruiksaanwijzing betreffende de draadloze
kanalen die gebruikt kunnen worden.
of
.
of
.
om het
om
Gebruiksvriendelijke functies
om
4
Druk op .
-
71
Netwerkinstellingen (vervolg)
¤ Instellen van de Ingest. ID
Stel de Ingest. ID van de projector in.
De standaardinstelling is “SHARP PRJ”.
Selecteer “Draadloos” in het menu Netwerk
op het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
1
Druk op
“Draadloos” te selecteren en druk
vervdgens op
of
om
.
2Druk op
of
om “In-
gest. ID” te selecteren en druk
of
.
om de
vervolgens op
3
Druk op
tekens te selecteren die u wilt
instellen.
Opmerking
•
De volgende karakters kunnen worden
ingevoerd: Letters (A tot en met Z), cijfers (0
tot en met 9) en symbolen (-, _,( ) ).
•
Door indrukken van
de onderstaande procedures over en w eer geschakeld.
•
Wilt u het karakter links uitwissen, selecteer
dan “BS” en druk vervolgens op
4
Druk op
•
U kunt de cursor ook verplaatsen met
op de GyroRemote.
Opmerking
•
Om een letter of een symbool te corrigeren, drukt
of
wordt tussen
.
.
u op
naar het te corrigeren teken en drukt u op
of
•
Om de instellingen te annuleren, drukt u op
5
of
om de cursor te verplaatsen
om het teken te corrigeren.
Herhaal stappen 3 en 4 om alle
tekens in te stellen.
Opmerking
•
U kunt maximaal 16 tekens invoeren.
6
Druk op .
•
De instellingen worden ingeschakeld.
72
-72
.
Instellen van de DHCP-server
Deze functie wordt ingesteld bij gebruik van de
DHCP-server op de projector.
Selecteer “DHCP-server” in het menu
Netwerk op het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
•
U kunt de toewijzing van het “Startadres” en
“Max. lease” instellen wanneer de DHCP-
serverfunctie is ingesteld op OFF.
•
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt het
wachtwoordinvoervak wanneer u "DHCPserver" selecteert.
⁄⁄
Inschakelen van de DHCP-serverfunctie
⁄
⁄⁄
Stel “Server” in het submenu in op “OFF”.
¤¤
¤ Instellen van de toewijzing van het
¤¤
“Startadres”
Stel de toewijzing van het startadres in onder
Startadres in het submenu.
Zie de procedure voor het Instellen van
TCP/IP (pagina 70) om het startadres in
te stellen.
‹‹
‹ Toewijzen van een maximumaantal IP-
‹‹
adressen
Deze functie dient om het maximumaantal IPadressen in te stellen die vanaf het startadres
automatisch kunnen worden toegewezen.
Zorg ervoor dat het aantal dat u instelt
ongeveer overeenkomt met het aantal
computers dat op het draadloze LAN wordt
aangesloten. Een instelling van 1 tot 250
computers is mogelijk.
Selecteer “Ja” (Yes).
Gebruiksvriendelijke functies
Opmerking
•
IP-adressen worden niet toegewezen als hun
laatste drie cijfers een hoger getal vormen
dan 255.
››
› Om de DHCP-serverfunctie in te
››
schakelen, zet u “Server” in het
submenu op “ON”.
Opmerking
• Wanneer de DHCP-serverfunctie van de projector is ingesteld in een draadloos LAN waar
een andere DHCP-server (inclusief de projector) is aangesloten, is het mogelijk dat het
netwerk niet correct werkt. Neem contact op
met uw netwerkbeheerder als een andere
DHCP-server is aangesloten.
-
73
Netwerkinstellingen (vervolg)
Terugstellen van de
netwerkinstellingen
Hiermee zet u de netwerkinstellingen terug op hun
standaardwaarden.
Selecteer “Reset” in het menu Netwerk op
het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
•
IP-adressen worden niet toegewezen als hun
laatste drie cijfers een hoger getal vormen
dan 255.
Draadloze netwerk PC-kaart: Oplossen van problemen
Controleer het volgende als u niet op het netwerk kunt aansluiten m.b.v. uw draadloze
netwerk
PC-
kaart.
1.
Brandt de Link indicator op de draadloze netwerk PC-kaart?
• Brandt : werkt normaal.
• Knippert: De draadloze netwerk PC-kaart werkt niet correct. Raadpleeg de dichtstbijzijnde dealer.
• Uit: De kaart werkt niet. Zorg ervoor dat de kaart correct geïnstalleerd is.
2.
Zijn de Ingest. ID- en kanaalinstellingen van de projector en van de computer dezelfde?
• Als de Ingest. ID- en kanaalinstellingen van de computer niet hetzelfde zijn, dan kunnen de apparaten niet onderling
communiceren.
• Zorg er voor dat de transmissiefunctie ingesteld staat op de 802.11 ad hoc functie.
3.
Controleer de projector- en computernetwerkinstellingen.
● Wanneer de “DHCP Server” bij de projector op “OFF” staat:
Controleer nogmaals het IP-adres en de subnet mask en gateway waarden van zowel de projector als de computer.
● Wanneer de “DHCP Server” bij de projector op “ON” staat:
Controleer de warden van het IP-adres, subnet mask en DHCP-startadres van de projector.
Als een deel van het IP-adres of het DHCP- startadres niet identiek is aan de waarden in het subnet mask, dan
kan toewijzen van het IP-adres niet correct plaatsvinden.
IP-adres
Subnet mask
Startadres
Startadres
192.168.150.120
255.255.255.0
192.168.
192.168.
150.100...correct
050.100...Incorrect
4.
Schakel eerst de projector in voordat u het scherm naar de projector stuurt.
Schakel de spanning in wanneer Stand-by aangegeven wordt op het beeldscherm.
Als de bovenstaande procedure uitgev oerd is en de dr aadloze netw erk PC-kaart werkt nog steeds niet, raadpleeg dan
de Wireless Reality software gebruiksaanwijzing.
-
74
Gebruik van een geheugenkaart
Wanneer een geheugenkaart wordt ingevoerd, kunnen de op de geheugenkaart opgeslagen beelden
worden geprojecteerd. Als op de geheugenkaart presentatiebestanden zijn opgenomen, kunt u
presentaties geven met alleen maar de projector en de geheugenkaart, zonder computer.
De inhoud van de kaart
weergeven als index
1
Voer de geheugenkaart in in de INPUT 4 PC-kaartsleuf op de projector.
• Zie pagina 31 voor details aangaande het
installeren van de kaart.
• De op de kaart opgeslagen bestanden
worden weergegeven als index
(indexmodus). Autorun zal echter werken als
Autorun is ingesteld op “
Diavoorst.”(pagina 79).
of “
Opmerking
•
Zie pagina 121 voor details aangaande de
bruikbare geheugenkaarten.
•
Zie pagina’s 76en 77 voor details aangaande
het displayformaat van de indexfunctie.
•
Zie pagina 68 voor details aangaande het installeren
van de draadloze netwerk PC-kaart in de projector.
•
Hieronder volgen de bestanden die deze
projector kan afhandelen.
De bestandsnamen worden weergegeven als
8 tekens met hun extensies (3 tekens).
Scriptbestand”
Gebruiksvriendelijke functies
Uitwerpen van de kaart
Zorg ervoor de volgende procedures uit te voeren
voordat u de kaart verwijdert.
Opmerking
•
Als de kaart wordt verwijderd zonder dat deze
procedures zijn uitgevoerd, kunnen de op de
kaart opgeslagen gegevens verloren gaan.
Selecteer “PC-kaart uitwerpen” in het menu
Kaart op het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Info
• Selecteer voordat u de PC-kaart verwijdert
“PC-kaart uitwerpen” in het menu Kaart.
• Als de kaart wordt verwijderd zonder “PC-kaart
uitwerpen” te selecteren in stap 1 hierboven,
kunnen de op een geheugenkaart opgeslagen
gegevens verloren gaan of kan de PC-kaart
worden beschadigd.
-
75
Gebruik van een geheugenkaart (vervolg)
1
Selecteer “PC-kaart uitwerpen” en
druk op
• Na enkele seconden verschijnt het bericht
“U kunt de PC-kaart veilig uitwerpen”.
2
Verwijder de kaart.
• Zie pagina’s 31 en 68voor meer informatie
over het verwijderen van de kaart.
Instellen van de
miniatuurweergave
U kunt JPEG-bestanden en VQ-bestanden voor
diavoorstellingen weergeven als miniaturen.
Sommige bestanden worden mogelijk niet als
thumbnails getoond.
Van beeldbestanden die niet als miniaturen kunnen
worden weergegeven of niet-beeldbestanden zal
alleen de bestandsnaam worden weergegeven.
• Andere bestandsmamen die geen mappen,
beeldbestanden of scriptbestanden zijn, zullen
in het grijs worden weergegeven.
• Mappen worden weergegeven tussen [ ].
• De bestandsnamen worden weergegeven als
8 tekens met hun extensies (3 tekens).
• Als de bestands- of mapnaam uit andere tekens
dan letters of cijfers bestaat, verschijnt “?”.
.
Opmerking
• JPEG thumbnail beelden worden getoond bij
het tonen van bestanden die aangemaakt zijn
met een digitale camera die voldoet aan de
PCF standaarden.
Verplaatsen van mappen
• Druk op
,
,
of
om
het bestand te selecteren en druk op
.
De map één niveau hoger plaatsen
• Selecteer
en druk op .
Veranderen van de weergegeven pagina
• Selecteer
of en druk op .
-76
-
76
Projecteren van een bestand
Druk op
•
,
,
of
om het
bestand te selecteren en druk op
• Het beeld van het geselecteerde bestand
wordt getoond.
.
• Het submenu wordt getoond als u op
drukt terwijl het beeld wordt
getoond.
• Volgende
Gaat door naar de volgende pagina.
• Vorige
Gaat één pagina terug.
• Draaien (rechts)
Draait het beeld met 90º naar rechts.
• Draaien (links)
Draait het beeld met 90º naar links.
• Index-modus
Verlaat de functie voor het automatisch
tonen van beelden. Het scherm keert terug
naar de indexfunctie.
Instellen van de lijstweergave
U kunt de bestanden ook in lijsten weergeven.
Zie pagina 79 voor een lijst van de lijstinstellingen.
Verplaatsen van mappen
• Druk op
de map te selecteren en druk op
,
,
of
om
.
De map één niveau hoger plaatsen
• Selecteer
en druk op
.
Veranderen van de weergegeven pagina
• Selecteer
of en druk op
.
Projecteren van een bestand
of
• Druk op
beeldbestand te selecteren en druk
op
.
• Het geselecteerde beeld wordt getoond.
• Het submenu wordt getoond als u op
drukt terwijl het beeld wordt
getoond.
• Volgende
Gaat door naar de volgende pagina.
• Vorige
Gaat één pagina terug.
• Draaien (rechts)
Draait het beeld met 90º naar rechts.
• Draaien (links)
Draait het beeld met 90º naar links.
• Index-modus
Verlaat de functie voor het automatisch
tonen van beelden. Het scherm keert terug
naar de indexfunctie.
om het
Gebruiksvriendelijke functies
-
77
Instellingen van de geheugenkaart
Instellen van bestanden
U kunt de weergave van bestanden in de
indexmodus beperken op basis van hun type.
Selecteer Bestand in het menu Kaart op het
menuscherm
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
•
Alle best.
Alle bestanden en mappen worden weergegev en
•
Beeldbestand
Alleen beeldbestanden en mappen worden
weergegeven. De volgende bestandstypes kunnen
worden weergegeven: JPEG, VQ, TIFF, BMP.
•
Scriptbestand (.SSF)
Alleen scriptbestanden en mappen van
diavoorstellingen worden weergegeven
.
Instellen van de
weergavevolgorde van bestanden
U kunt de volgorde van de bestanden die worden
weergegeven in de indexmodus instellen.
Selecteer “Sorteren” in het menu Kaart op
het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
• Naam
alfabetische volgorde
• Datum (Nieuw)
volgens nieuwe datum
• Datum (Oud)
volgens oude datum
• Geg. type
volgens bestandstype
-78
-
78
Instellen van het
weergaveformaat van de
indexmodus
Selecteer “Beeld” in het menu Kaart op het
menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
•
Miniatuurweergave
Om de inhoud van de geheugenkaart als
miniaturen weer te geven.
•
Lijstweergave
Om de inhoud van de geheugenkaart in een
lijst weer te geven.
Gebruik van Autorun
De Autorun functie werkt onder de volgende
omstandigheden:
• Wanneer de projector ingeschakeld is met de
geheugenkaart geïnstalleerd.
• Bij installeren van de geheugenkaart terwijl de
projector aan staat.
Selecteer “Autorun” in het menu Kaart op
het menuscherm
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
“OFF”
Om de Autorun-functie uit te schakelen
“Scriptbestand”
Wanneer de scriptbestanden die gecreëerd
zijn met de Slide Manager van de bij uw projector geleverde Wireless Reality opgeslagen
zijn in de geheugenkaart, zal AutoRun
automatisch de scriptbestanden laden en de
beeldbestanden dan in de volgorde van de
scriptbestanden projecteren.
•
Het tijdsinterval tussen de beelden is ingesteld
in het scriptbestand.
•
Slechts één bestand per geheugenkaart kan
de instelling Autorun hebben.
•
De weergave wordt een inde xweergave als er
geen scriptbestanden of SHARP PRJ-mappen
zijn of als Autorun niet is ingesteld, ook al staan
er scriptbestanden op de kaart.
“Diavoorst.”
De beeldbestanden die opgeslagen zijn in het
hoofddirectory in de geheugenkaart worden
automatisch in volgorde geprojecteerd.
•
De weergave wordt een inde xweergave als er
geen beeldbestanden of SHARP PRJ-mappen
zijn of als Autorun niet is ingesteld, ook al staan
er scriptbestanden op de kaart.
Gebruiksvriendelijke functies
-79
-
79
Instellingen van de geheugenkaart (vervolg)
Instellen van het
weergave-interval voor de
beeldbestanden
U kunt het weergave-interval instellen voor de
bestanden van de diavoorstelling (beeldbestanden) .
Stel “Interval” in het menu Kaart op het
menuscherm in
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Druk op de toets
de beelden met de Autorun-functie om het
submenu weer te geven.
• Volgende
Om naar de volgende pagina te gaan.
• Vorige
Om naar de vorige pagina te gaan.
• Index-modus
Sluit de automatische weergave van beelden af.
Het scherm keert terug naar de indexmodus.
Info
Als de volgende bewerkingen worden
uitgevoerd tijdens A utorun, dan zal de Autorunfunctie stoppen.
•
AV DEMPING, Pauze timer, INGANG, LENS.
•
Druk op
Opmerking
•
Tijdens de Diavoorst. weergave verschijnt de
OSD melding “Even geduld.” tussen de dia’s.
Deze melding kan geëlimineerd worden door
Niveau A” of “ Niveau B” in “OSD Dis-
“
play” te selecteren. Zie pagina 92 om OSD
meldingen uit te schakelen.
•
Afhankelijk van het type geheugenkaart en de
grootte van het beeldbestand, kan de tijd
tussen de beelden langer zijn dan de
ingestelde tijd.
tijdens de projectie van
om de Index-modus te selecteren.
80
80
Weergeven van een stilstaand beeld
Deze functie stelt u in staat om een bewegend beeld onmiddellijk stil te zetten. Dit is handig om een
beeld van een computer of video stilstaand weer te geven, zodat u meer tijd heeft om aan het publiek
uitleg te geven over het beeld.
Stilzetten van een beeld
Functie 2-toets
1
Druk op om “Toets toew.
2/5” weer te geven.
• De toewijzingsfunctie wordt rechts onder
aan het scherm weergegeven.
2
Druk op .
• Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
Toewijzingstoets
(ASSIGN)
3
Druk nogmaals op om terug
te keren naar het bewegend beeld
van het momenteel aangesloten
apparaat.
Info
•
De stilstaand-beeldfunctie werkt niet in
INGANG 4.
▼ In-beeld-display
Gebruiksvriendelijke functies
81
Kiezen van de beeldweergavefunctie
Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld
te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u kiezen tussen “NORMAAL”, “VOLLEDIG”,“DOT BY DOT”, “KADER”, “REK” of “SLIMME REK”.
Wijzigen van de
beeldweergave bij
gebruik van verschillende
ingangssignalen
1
Druk op om “Toets toew.
4/5” weer te geven.
•
De toewijzingsfunctie wordt rechts onder
aan het scherm weergegeven.
Functie 3-toets
Toewijzingstoets
(ASSIGN)
2
Druk op .
Info
•
Tijdens de “DOT BY DOT” functie worden
beelden weergegeven in hun oorspronkelijke
resolutie en ze worden dus niet vergroot.
•
Wanneer XGA-signalen (1024 x 768) zijn
ingevoerd of bij gebruik van de INGANG 4functie, worden deze als NORMAAL
vastgelegd.
•
“REK” wordt vastgelegd wanneer 720Pof1080I-signalen worden ingevoerd.
•
Om naar de vorige functie terug te gaan druk
terwijl “GROOTTE AANPASSEN” op het
op
scherm wordt getoond.
Schermweergave van de beeldweergavemodus
82
82
COMPUTER
SVGA (800 × 600)
4:3 beeldverhouding
XGA (1024 × 768)
SXGA (1280 × 960)
UXGA (1600 × 1200)
Andere beeldverhoudingen
•
Wanneer XGA-signalen (1024 x 768) zijn inge v oerd of bij gebruik van de INGANG 4-functie , worden dez e als NORMAAL vastgelegd.
•“REK” wordt vastgelegd wanneer 720P- of1080
* Bij deze beelden kunt u de digitale verschuivingsfunctie gebruiken.
Ingangssignaal
4:3 beeldverhouding
I, 480P, NTSC,
480
PAL, SECAM
Letterbox
NORMAAL
1024 × 768
—
I-signalen worden ingevoerd.
NORMAAL
Projecteert het beeld op het
volledige scherm.
KADER
768 × 576*
—
Weergavebeeld
KADER
Projecteert het 4:3 beeld volledig
in REK-functie (volgende kolom).
REK
1024 × 576*
REK
Projecteert het 16:9 beeld
gelijkmatig over het hele scherm
(zwarte balken boven/onder).
SLIMME REK
1024 × 576*
—
SLIMME REK
Projecteert het beeld volledig op een
16:9-scherm door alleen de randen te
vergroten en de 4:3-beeldverhouding te
behouden in het midden van het beeld.
Gebruiksvriendelijke functies
720P, 1080
Compressie
I
16:9 beeldverhouding
83
Kiezen van de beeldweergavefunctie (vervolg)
Deze functie stelt u in staat om een bepaald deel van een beeld te vergroten. Dit is handig om een
bepaald deel van het beeld gedetailleerd weer te geven.
Weergeven van een
vergroot deel van een beeld
1
Druk op om “Toets toew.
3/5” in de display te verkrijgen.
•
De toewijzingsfunctie wordt rechts onder
aan het scherm weergegeven.
2Druk op om het beeld te
vergroten.
• Druk op
vergrootte beeld te verkleinen.
×1×4 ×9 ×16 ×36 ×64×2 ×3
• Wanneer een SXGA+- of UXGA-beeld
(zie bladziijde 115) wordt weergegeven,
kunt u ‘‘×2’’ en ‘‘×3’’ niet kiezen.
om de afmetingen van het
Opmerking
Om te vergroten
Om te verkleinen
Functie 1-toets
Functie
3-toets
▼ In-beeld-display
Functie 2-toets
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Toewijzingstoets (ASSIGN)
84
84
Schermverplaatsindicator
3Houd ingedrukt en beweeg de
GyroEemote om het vergrootte
beeld te verplaatsen.
•
Druk als de schermverplaatsindicator
verdwenen is op
schermverplaatsindicator te verkrijgen en
verplaats vervolgens het beeld.
Info
•
Als OSD Display in het menu “Opties (1)”
is ingesteld op “Niveau A” of “Niveau B”,
moet u de instelling “Normaal” kiezen. Als
“Niveau A” of “Niveau B” is ingesteld, zal
de schermverplaatsindicator niet worden
weergegeven en kan de “Screen Pan” niet
worden uitgevoerd.
Opmerking
•
U kunt de positie van het vergrootte beeld
om de
ook verplaatsen d.m.v.
of
op de projector.
4Druk op
om de bediening te
annuleren waarna de vergroting
terugkeert naar ×1.
Opmerking
• In de volgende gevallen keert het
vergrootte beeld terug naar de
oorspronkelijke grootte (×1).
• Bij overschakelen naar een andere
ingang.
• Wanneer
ingedrukt is.
• Wanneer van ingangssignaal is
veranderd.
• Wanneer het beeld wordt vervangen
tijdens Autorun.
(ongedaan maken, undo)
of
Gebruiksvriendelijke functies
85
Gamma-correctiefunctie
Gamma is een functie die de kwaliteit van het beeld verbetert en een rijker beeld creëert door de donkere
gedeelten van het beeld helderder weer te geven zonder de helderheid van de heldere gedeelten te veranderen.
Wanneer u beelden weergeeft met veel donkere scènes, zoals een film of een concert, of wanneer u
beelden weergeeft in een helder verlichte ruimte, kan deze functie de donkere scènes beter zichtbaar
maken en het beeld een grotere diepte geven.
Gekozen functie
STANDAARD
PRESENTATIE
CINEMA
SPEL
Standaardbeeld
Geeft de donkere delen van het beeld helderder weer voor een betere presentatie.
Geeft meer diepte aan de donkere delen van het beeld voor een meer boeiende bioscoopervaring.
Natuurlijke kleurgradatie voor het spelen van spelletjes, enz.
Instellen van de Gammacorrectie
1Druk op om “Toets toew.
4/5” weer te geven.
•
De toewijzingsfunctie wordt rechts onder
aan het scherm weergegeven.
2Druk op .
•
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert het type gammacorrectie.
Opmerking
•
Wanneer “sRGB” in het menu “Opties (1)” is
ingesteld op “ON”, kan geen gammacorrectie
worden uitgevoerd voor INGANG 1 en
INGANG 4.
Beschrijving
Functie 1-toets
Toets voor
ongedaan
maken (UNDO)
Toewijzingstoets
(ASSIGN)
3Om terug te keren naar de
standaardinstellingen, drukt u op
wanneer “Gamma” wordt
aangegeven.
Opmerking
•
T erugkeren naar de v olgende gamma-functies.
INGANG-functie INGANG-signaal GAMMA-functie
INGANG1
INGANG2S-VideoSTANDAARD
INGANG3VideoSTANDAARD
INGANG4
86
86
RGB
Component
PRESENTATIE
CINEMA
PRESENTATIE
STANDAARDSPEL
PRESENTATIECINEMA
Kiezen van de spaarstand
Met de spaarstand of de automatische uitschakelfunctie kunt u het stroomverbruik van de projector
beperken.
Instellen van de spaarstand
Selecteer “Energiebesparing” in het menu
“Opties (1)” op het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Beschrijving van de spaarstanden
ON
OFF
•
Deze staat gewoonlijk “OFF”.
•
De fabrieksinstelling voor de “Energiebesparingsfunctie” is “OFF”.
•
Wanneer de spaarstand is uitgeschakeld “ON”
wordt het geprojecteerde beeld donker.
De lichthoeveelheid bedraagt 80%.
Het stroomverbruik bedraagt 255 watt.
De lichthoeveelheid bedraagt 100%.
Het stroomverbruik bedraagt 295 watt.
Opmerking
Automatische uitschakeling
Als deze instelling op “ (Aan)” staat en geen
bewerking wordt uitgevoerd gedurende meer dan
15 minuten of één van de onderstaande gevallen
zich voordoet, wordt de spanning automatisch
uitgeschakeld.
• Wanneer INGANG 1 t/m INGANG 3 wordt
gekozen: als het ingangssignaal niet kan
worden herkerd.
• Wanneer INGANG 4 wordt gekozen: als er geen
kaart is.
De automatische uitschakelfunctie werkt niet
wanneer ze is ingesteld op “
Selecteer “Auto Power Off” in het menu
“Opties (1)”
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
op het menuscherm.
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• Wanneer de automatische uitschakelfunctie
ingesteld is op “
de uitschakeling het bericht “Spanning uit in X
min.” op het scherm verschijnen om de
resterende minuten aan te geven.
(Aan)”, zal 5 minuten voor
(Uit)”.
Gebruiksvriendelijke functies
87
Weergeven van twee beelden (beeld-in-beeld)
Met de beeld-in-beeld-functie kunt u twee beelden op hetzelfde scherm weergeven. U kunt het beeld
dat via INPUT 2 of 3, binnenkomt als een inzetbeeld weergeven dat het hoofdbeeld, dat binnenkomt via
INGANG 1 overlapt. (Deze functie kan uitsluitend in het RGB-menu worden ingesteld.)
Weergeven van het inzetbeeld
Selecteer “Beeld-in-beeld” in het menu “Opties
(1)” op het menuscherm. Zorg ervoor dat u
deze bewerking uitvoert nadat signalen zijn
ingevoerd in INGANG 1, INGANG 2 en
INGANG 3.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
1
Druk op
• Kies om de beeld-in-beeld modus op
te heffen.
en kies .
Ingangsfunctietoets
(INPUT)
Insteltoesten
'"\ |
(
)
Opmerking
•
Druk bij bediening met de GyroRemote
om “Toets toew 3/5”
2
Druk op
op
te tonen en druk op
•
De beeld-in-beeld-functie werkt niet met
INGANG 4.
4
.
om het beeld in het
inzetbeeld te wijzigen.
3
Druk op
,
,
of
om de plaats van het inzetbeeld
in te stellen.
• Druk op
om het frame te laten verdwijnen.
•
Houd
GyroRemote in alle richtingen bij
verplaatsen van inzetbeeld m.b.v. de
GyroRemote.
om het frame te stoppen of
Opmerking
ingedrukt en beweeg de
Invoertoets
(ENTER)
Toets voor
ongedaan
maken
(UNDO)
88
88
4
Druk op
om het inzetbeeld te
verplaatsen.
• Het inzetbeeld wordt naar het
inzetbeeldkader verplaatst.
Opmerking
• Het inzetbeeld kan alleen weergegeven
worden met een composiet-video- (NTSC/
PAL/SECAM) of S-Video-signaal.
• De stilstaand-beeldfunctie kan alleen gebruikt
worden voor het inzetbeeld, wanneer de beeldin-beeld-functie ingesteld is.
Beeld-in-beeld werkt niet wanneer het signaal
dat binnenkomt via INGANG 1:
• Een resolutie heeft die SXGA overschrijdt.
•
Wanneer het ingangssignaal 480I, 480P,
720P of 1080
• Gewijzigd is in de interlace-functie door het
gebruik van RGB-signalen.
• Wanneer de beeldweergavefunctie is
ingesteld op “DOT BY DOT”.
• Wanneer geen signalen verzonden worden
naar INGANG 1 of wanneer de resolutie of
de verversingsrate (vertikale frequentie)
wordt gewijzigd.
• U kunt het inzetbeeld wijzigen met
de GyroRemote of met
I
is.
op
op de projector.
Inschakelen van de sRGB-kleurbeheerfunctie
Deze functie stelt de uitvoer van de projector in overeenkomstig de “sRGB-norm (6.500K)”.
Instellen van de kleuraanpassingsfunctie (sRGB)
Selecteer “sRGB” in het menu “Opties (1)”
op het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• Voor bijkomende informatie over de sRGBfunctie, surf naar “http://www.srgb.com/”.
Info
• Wanneer u sRGB op “ON” instelt, kan het
geprojecteerde beeld donkerder worden; dit
duidt echter niet op een defect.
Wanneer “sRGB” op “ON” staat;
• Kunt u de gammacorrectie niet instellen.
• Kunt u “Rood”, “Blauw” of “Kleurtemp” in
“Beeld” niet instellen.
Gebruiksvriendelijke functies
89
Automatische zoekfunctie
Deze functie zoekt automatisch en schakelt over naar de ingangsfunctie waarin de signalen worden
ontvangen wanneer de projector wordt ingeschakeld of wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt. Deze
functie werkt niet met de functie INGANG 4.
Gebruik van de
automatische zoekfunctie
Selecteer “ Auto zoeken” in het menu
“Opties (1)” op het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• ON
Schakelt automatisch over naar de ingangsfunctie
waarin de signalen worden ontvangen wanneer
de projector wordt ingeschakeld of wanneer
op de projector wordt ingedrukt.
• Selecteer een willekeurige ingangsbron m.b.v .
toetstoewijzing van de GyroRemote wanneer
de autozoekfunctie “ON” (AAN) gezet is.
OFF
•
In deze stand kunt u handmatig de
ingangsfunctie in volgorde veranderen door
op de projector in te drukken.
• Om te stoppen met zoeken naar de
ingangsfunctie, drukt u
Digitale ruisonderdrukking biedt een hoge beeldkwaliteit met minimaal puntverloop en kleurvervorming.
Beeldruisonderdruking
Selecteer “ Ruisonderdr.” in het menu
“Opties (1)” op het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• Stel een niveau in dat een duidelijker beeld
oplevert.
U moet Ruisonderdr. op “OFF” zetten in de
volgende gevallen:
• Wanneer het beeld wazig is.
• Wanneer de omtrekken en kleuren van
bewegende beelden uitlopen.
• Wanneer TV-uitzendingen met zwakke
signalen worden geprojecteerd.
Info
• Let erop een instelling te maken wanneer
signalen ingevoerd worden via INPUT 2 of
INPUT 3.
• Deze functie is beschikbaar met INGANG 1
(de signalen 480
(alle signalen).
I en 480P) en INGANG 2, 3
Gebruiksvriendelijke functies
91
Instellen van het in-beeld-display
Met deze functie kunt u de berichten die op het scherm verschijnen in- en uitschakelen. Wanneer u
Niveau B” instelt in “OSD Display”, zal de ingangsfunctie (bijv. INGANG 1) niet op het display
“
verschijnen, zelfs wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt.
Gekozen onderdeel
Normaal
Niveau A
Niveau B
Alle schermberichten worden getoond.
Ingang/Stilzetten/Vergroten/Automat.sync./Volume/AV Demping worden niet getoond.
De schermberichten worden niet getoond.
(Met uitzondering van de menuschermberichten die verschijnen wanneer de LENS-toets wordt
ingedrukt en de waarschuwingsaanduidingen (Spanning uit/Temperatuur/Lamp, enz.))
Uitschakelen van het
in-beeld-display
Selecteer “OSD Display” in het menu “Opties (1)”.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• De volgende meldingen verschijnen ongeacht
het “OSD display” niveau.
• “Stand-by” wanneer een draadloze netwerk
PC-kaart is geïnstalleerd in de INPUT 4 PCkaartsleuf.
• “Wacht even” wanneer een PC-kaart is
geïnstalleerd of bij het ontvangen en lezen
van bestanden van een geheugenkaart.
Beschrijving
92
92
Instellen van het videosignaal
De standaardinstelling voor het videosysteem is “Auto”; het is echter mogelijk dat u geen duidelijk
beeld kunt ontvangen van de aangesloten audiovisuele apparatuur omwille van verschillen in het
signaal. In dat geval wijzigt u het videosignaal.
Instelling van het videosignaal
Selecteer “Videosysteem” in het menu
“Opties (1)”
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• Het videosignaal kan alleen in de INGANG 2of INGANG 3-functie worden ingesteld.
• In “Auto” worden de beelden weergegeven in
PAL, zelfs wanneer er PAL-N of PAL-M
ingangssignalen worden ontvangen.
op het menuscherm.
PAL
SECAM
NTSC4.43
NTSC3.58
Bij aansluiting op PAL-videoapparatuur.
Bij aansluiting op SECAM-videoapparatuur.
Bij weergave van NTSC-signalen met PAL-
videoapparatuur.
Bij aansluiting op NTSC-videoapparatuur .
Gebruiksvriendelijke functies
93
Opslaan van geprojecteerde beelden
• Met deze projector kunt u geprojecteerde beelden (RGB-signalen) vastleggen en ze instellen als
startbeeld of achtergrondbeeld wanneer er geen signalen worden ontvangen.
• U kunt de ingevoerde beelden vastleggen met analoge RGB-signalen en digitale RGB XGA-signalen.
Vastleggen van het beeld
Selecteer “Beeld vastleggen” in het menu
“Opties (1)”
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
1
op het menuscherm.
Druk op
“
Beeld opslaan” te selecteren
en druk vervolgens op
• Het geprojecteerde beeld wordt vastgelegd.
Het vastleggen kan even duren.
of
om
.
11
2
1 Druk op
11
of
om “Ja” te
selecteren.
22
2 Druk op
22
Opmerking
• De volgende beelden kunnen worden
vastgelegd:
• XGA (1024 × 768) interlacesignalen in
INGANG 1.
• XGA (1024 × 768) beeldbestanden op de
geheugenkaart in INGANG 4.
XGA (1024 × 768) beelden ontvangen via de
•
draadloze netwerk PC-kaart in
• Het opgeslagen beeld wordt herleid tot 256
kleuren.
.
INGANG
4.
Verwijderen van het
vastgelegde beeld
1
Selecteer “ Verwijderen” en
druk op
.
11
2
1 Druk op
11
te selecteren.
22
2 Druk op
22
94
94
of
.
om “OK”
Instellen van een achtergrondbeeld
Met deze functie kunt u het beeld kiezen dat wordt weergegeven wanneer er geen signaal door de
projector ontvangen wordt.
Gekozen onderdeel
Sharp
Gebruiker
Blauw
Geen
*1 Door “Gebruiker” te kiezen kunt u een vastgelegd beeld als achtergrondbeeld instellen (zie pagina 94).
*2 Als er interferentie op het ingangssignaal voorkomt, zal het scherm met de interferentie worden weergegeven.
SHARP standaardbeeld
*1
Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het logo van uw bedrijf)
Blauw scherm
Zwart scherm
*2
Beschrijving
Kiezen van een
achtergrondbeeld
Selecteer “Achtergrond” in het menu “Opties (1)”
op het menuscherm.
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• Wanneer “Gebruiker” wordt gekozen, kunt u
een beeld dat met “Beeld vastleggen” werd
opgeslagen als achtergrondbeeld weergeven.
(zie pagina 94)
Het standaardbeeld van “Gebruiker” is een
•
zwart scherm.
Kiezen van een startbeeld
Met deze functie kunt u bepalen welk beeld er zal verschijnen bij het opstarten van de projector.
Gekozen onderdeel
Sharp
Gebruiker *
Geen
*U kunt een vastgelegd beeld instellen als startbeeld door "Gebruiker" te selecteren.
SHARP standaardbeeld
Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het logo van uw bedrijf)
Zwart scherm
Kiezen van een startbeeld
Selecteer “Startbeeld” in het menu “Opties
(1)”
op het menuscherm.
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• Wanneer “Gebruiker” wordt gekozen, kunt u
een beeld dat met “Beeld vastleggen” werd
opgeslagen als startbeeld weergeven.
•
Een "Gebruiker"-beeld is vooraf ingesteld
als zwart scherm.
Beschrijving
Gebruiksvriendelijke functies
95
Gebruik van een RGB-beeldschermuitgangsadapter
Met een RGB-beeldschermuitgangsadapter (los verkrijgbaar) en een RGB-kabel (in de handel
verkrijgbaar) moet u instelling “ Ja (Y Cable)” kiezen wanneer u computerbeelden zowel op de
projector als op een beeldscherm wilt weergeven.
Gebruik van een RGBbeeldschermuitgangsadapter
Selecteer “Monitor uit” in het menu “Opties
(1)” op het menuscherm.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• Kies de instelling “ Uitschakelen” wanneer u
geen RGB-beeldschermuitgangsadapter gebruikt
(los verkocht).
• Als de instelling niet juist is, kan het beeld
donker, te helder of witachtig zijn. Dit duidt niet
op een defect.
• Kies de instelling “
de RGB-beeldschermuitgangsadapter gebruikt
(los verkocht).
Ja (Y Cable)” wanneer u
Controleren van de gebruikstijd van de lamp
Controleren van de
gebruikstijd van de lamp
Met deze functie kunt u de gebruikstijd van de lamp
controleren.
Selecteer het menu “Opties (2)” om de
gebruikstijd van de lamp te bekijken.
➝
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 50 t/m 55.
Opmerking
• Het verdient aanbeveling de lamp te
vervangen na ongeveer 1.900 gebruiksuren.
Neem voor de vervanging van de lamp contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp
projector dealer of servicecentrum.
Gebruikstijd van
de lamp
96
96
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.