Sharp PG-M20S User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
MODEL
PG-M20S
Inleiding
Opstellen en aansluiten
Basisbediening
DIGITALE MULTIMEDIA­PROJECTOR
Gebruiksvriendelijke functies
BELANGRIJK
Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal. Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Meegeleverde accessoires” op bladzijde 14 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by 93/68/ EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/ 68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC.
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla direttiva 93/68/EEC.
Modelnummer: PG-M20S
Serienummer:
Η εγκατάσταση αυτή ανταποκρίνεται στις απαιτήσεις των οδηγιών της Ευρωπαϊκής Ενωσης 89/336/ ΕΟΚ και 73/23/ΕΟΚ, #πως οι κανονισµοί αυτοί συµπληρώθηκαν απ# την οδηγία 93/68/ΕΟΚ.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de la 93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av 93/68/ EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i direktivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC.
Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä 93/68/EEC.
SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K.
The mains lead of this product is fitted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating a 10A fuse. Should the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse marked above, which is also indicated on the pin face of the plug, must be used. Always refit the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse cover fitted. In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug supplied, cut off the mains plug and fit an appropriate type.
DANGER:
The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immediately and disposed of in a safe manner. Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 10A socket outlet, as a serious electric shock may occur. To fit an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below:
IMPORTANT:
The wires in the mains lead are coloured in accordance with the following code:
Blue: Neutral
Brown: Live As the colours of the wires in the mains lead of this product may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug, proceed as follows:
The wire which is coloured blue must be connected to the plug terminal which is marked N or coloured black.
The wire which is coloured brown must be connected to the plug terminal which is marked L or coloured red.
Ensure that neither the brown nor the blue wire is connected to the earth terminal in your three-pin plug. Before replacing the plug cover make sure that:
If the new fitted plug contains a fuse, its value is the same as that removed from the cut-off plug.
The cord grip is clamped over the sheath of the mains lead, and not simply over the lead wires.
IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN.
or and of the same rating as
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Swedish, Spanish, Italian, Dutch, Portuguese, Chinese (Traditional Chinese and Simplified Chinese), Korean and Arabic. Carefully read through the operation instructions before operating the projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch, Schwedisch, Spanisch, Italienisch, Niederländisch, Portugiesisch, Chinese (Traditionelles Chinesisch und einfaches Chinesisch), Koreanisch und Arabisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der Verwendung des Projektors sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français, suédois, espagnol, italien, néerlandais, portugais, chinois (chinois traditionnel et chinois simplifié), coréen et arabe. Veuillez lire attentivement ces instructions avant de faire fonctionner le projecteur.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska, svenska, spanska, italienska, holländska, portugisiska, kinesiska (traditionell kinesiska och förenklad kinesiska), koreanska och arabiska. Läs noga igenom bruksanvisningen innan projektorn tas i bruk.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés, sueco, español, italiano, holandés, portugués, chino (chino tradicional y chino simplificado), coreano y árabe. Lea cuidadosamente las instrucciones de operación antes de utilizar el proyector.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, svedese, spagnolo, italiano, olandese, portoghese, cinese (cinese tradizionale e cinese semplificato), coreano e arabo. Leggere attentamente le istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Zweeds, Spaans, Italiaans, Nederlands, Portugees, Chinees (Traditioneel Chinees en Vereenvoudigd Chinees), Koreaans en Arabisch. Lees de handleiding zorgvuldig door voor u de projector in gebruik neemt.
O CD-ROM fornecido contém instruções de operação em Inglês, Alemão, Francês, Sueco, Espanhol, Italiano, Holandês, Português, Chinês, Chinês (Tradicional e Chinês Simplificado), Coreano e Árabe. Leia cuidadosamente todas as instruções de operação antes de operar o projetor.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.

Inleiding

NEDERLANDS
Er zijn twee belangrijke redenen om de garantie van uw nieuwe SHARP-projector onmiddellijk in orde te brengen met de REGISTRATIEKAART die verpakt zit bij de projector.
1. GARANTIE
U komt meteen in aanmerking voor de volledige garantie op onderdelen, service en reparatiewerkzaamheden die van toepassing is op dit product.
2. CONSUMENT-VEILIGHEIDSWETGEVING
U wordt onmiddellijk op de hoogte gesteld van eventuele veiligheidsbepalingen betreffende inspecties, modificaties of het terugroepen van producten die door SHARP moeten worden uitgevoerd op basis van de 1972 Consumer Product Safety Act. LEES ZORGVULDIG DE BELANGRIJKE “BEPERKTE GARANTIE” CLAUSULE.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
: Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kinderen niet
rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
elektrische schok te voorkomen.
Zie de onderkant van dit apparaat.
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN
GEBRUIKER-ONDERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van het apparaat, die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
Inleiding
WAARSCHUWING
: De FCC-bepalingen schrijven voor dat wijzigingen of modificaties in de apparatuur die niet uitdrukkelijk
door de fabrikant zijn goedgekeurd tot gevolg kunnen hebben dat het gebruik van de apparatuur niet meer toegestaan is.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
INFORMATIE
Deze apparatuur is getest en bleek te voldoen aan de eisen en limieten voor Klasse A digitale apparatuur, overeenkomstig Deel 15 van de FCC-bepalingen, die ontworpen zijn om redelijke bescherming te verlenen tegen dergelijke storingen bij gebruik in een commerciële omgeving. In deze apparatuur worden radiogolven opgewekt en verwerkt, en deze golven kunnen uitgestraald worden. Als bij de installatie en/of het gebruik de instructies in de gebruiksaanwijzing niet strikt opgevolgd worden, kan de apparatuur storing in radio-ontvangst veroorzaken. Gebruik van deze apparatuur in een woongebied zal waarschijnlijk storingen veroorzaken. In dat geval dient de gebruiker op zijn/haar eigen kosten alle maatregelen te nemen die nodig kunnen zijn om de storing op te heffen.
Gebruik met deze apparatuur de meegeleverde computerkabel. Deze kabel zorgt ervoor dat de apparatuur voldoet aan de voorschriften van FCC Klasse A.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
WAARSCHUWING:
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
1
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector is uitgezet. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd uit met Aan/uit-toets (POWER) op de projector of op de afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze projector worden soldeertin en een lamp onder druk die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u zich in de Verenigde Staten bevindt, met de Electronics Industries Alliance:www.eiae.org.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie Vervangen van de lamp op bladzijde 71.
LAMP REPLACEMENT CAUTION
BEFORE REMOVING THE SCREW, DISCONNECT POWER CORD.
HOT SURFACE INSIDE. ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP.
REPLACE WITH SAME SHARP LAMP UNIT TYPE BQC-PGM20X//1 ONLY.
UV RADIATION : CAN CAUSE EYE DAMAGE. TURN OFF LAMP BEFORE SERVICING.
MEDIUM PRESSURE LAMP : RISK OF EXPLOSION. POTENTIAL HAZARD OF GLASS
PARTICLES IF LAMP HAS RUPTURED. HANDLE WITH CARE. SEE OPERATION MANUAL.
PRECAUTIONS A OBSERVER LORS DU REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
DEBRANCHER LE CORDON D’ALIMENTATION AVANT DE RETIRER LES VIS.
L’INTERIEUR DU BOITIER ETANT EXTREMEMENT CHAUD, ATTENDRE 1 HEURE
AVANT DE PROCEDER AU REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
NE REMPLACER QUE PAR UNE LAMPE SHARP DE TYPE BQC-PGM20X//1.
RAYONS ULTRAVIOLETS : PEUVENT ENDOMMAGER LES YEUX.
ETEINDRE LA LAMPE AVANT DE PROCEDER A L’ENTRETIEN.
LAMPE A MOYENNE PRESSION : RISQUE D’EXPLOSION. DANGER POTENTIEL
DE PARTICULES DE VERRE EN CAS D’ECLATEMENT DE LA LAMPE
A MANIPULER AVEC PRECAUTION, SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI.
WEES VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP
MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS DE SCHROEF TE VERWIJDEREN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN BINNEN IN HET APPARAAT. LAAT HET APPARAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS DE LAMP TE VERVANGEN. VERVANG DE LAMP UITSLUITEND DOOR DEZELFDE SHARP-LAMP VAN HET TYPE BQC-PGM20X//1. UV-STRALING: KAN OOGLETSEL VEROORZAKEN. ZET DE LAMP UIT ALVORENS TE BEGINNEN MET ONDERHOUD. MIDDELMATIGE DRUK AANWEZIG IN DE LAMP: EXPLOSIEGEVAAR. INDIEN DE LAMP SPRINGT, KUNNEN ER GEVAARLIJKE GLASSPLINTERS ZIJN. BEHANDEL VOORZICHTIG. ZIE DE GEBRUIKSAANWIJZING.
2

Belangrijkste eigenschappen

1. Beeldkwaliteit
Superieure beeldkwaliteit met het Fujinon™ optische-lenssysteem.
Nieuw ontwikkelde DDR-chip (Double Data Rate) elimineert de kleuronderbrekingen van DLP™-projectors van de vorige generatie.
Nieuw ontwikkelde 12° DMD™-chip zorgt voor een aanzienlijk hogere optische efficiëntie en een uitstekende contrastverhouding.
2. Licht, compact en uniek slank design
Een nieuwe optische motor zorgt voor een uniek slank design en compacte afmetingen (4,2 liter, 2,6 kg).
3. Superieure computercompatibiliteit
Ondersteunt een verversing s frequentie (verticale frequentie) tot 160 Hz en een breed bereik van synchrone signalen.
Dankzij de Advanced Intelligent Compression Technology (geavanceerde
intelligente compressie) kunnen computerbeeldschermen met SXGA+-resolutie
(1.400 × 1.050) nu weergegeven worden met minimale vervorming.
Inleiding
4. Geavanceerde computergestuurde- en video-geïntegreerde composer­technologie
Produceert levendige beelden dankzij de nieuwste hoge beeldkwaliteitscircuits.
Het nieuwe I/P-omzettingsalgoritme verhoogt het resultaat van de I/P-omzetting voor bewegingsdetectie.
Sterk verbeterd zaagtandeffect of schuine lijnen in bewegende beelden.
Contrastregeling Dynamisch Gamma
Hoger contrast en natuurlijke kleurgradatie door een minimale verandering van kleurtinten.
Kleurbeheerfunctie
Ondersteunt sRGB (kleurbeheer).
Beeldruisonderdrukking
Zorgt voor een duidelijk beeld, zelfs bij bronsignalen met veel storingen.
Nieuwe upscaling van randen
Vermindert het zaagtandeffect of het flikkeren bij upscaling van de randen van schuine lijnen, waardoor
u scherpere beelden krijgt.
3

Inhoud

Inleiding
Belangrijkste eigenschappen ..................................... 3
Inhoud ........................................................................... 4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ....... 6
Toegang krijgen tot de PDF-handleidingen ............... 9
Benaming van de onderdelen ................................... 10
Projector (voor- en bovenaanzicht)................................... 10
Projector (zijaanzicht) ....................................................... 11
Afstandsbediening............................................................ 12
Gebruik van de afstandsbediening .......................... 13
Bereik van de afstandsbediening ..................................... 13
Plaatsen van de batterijen ................................................ 13
Accessoires ................................................................ 14
Opstellen en aansluiten
Opstellen ..................................................................... 16
Gebruik van de stelvoetjes ............................................... 16
Opstellen van het scherm ................................................. 17
Schermgrootte en projectie-afstand ................................. 18
Projecteren van een spiegelbeeld/omgekeerd beeld ...... 19
Aansluiten van de projector op andere apparaten ..... 20
Alvorens aan te sluiten...................................................... 20
Deze projector kan worden aangesloten op: ................... 20
Aansluiten van het netsnoer ............................................. 20
Aansluiten van de projector op een computer .......... 21
Aansluiten op videoapparatuur ................................. 23
Aansluiten op een beeldscherm ............................... 25
Gebruik van de draadloze-presentatiefunctie
van de afstandsbediening ................................... 26
Basisbediening
Instellen met de toetsen
Beeldprojectie ............................................................ 28
Basisprocedure ................................................................ 28
Kiezen van de taal van het in-beeld-display .................... 30
Instellen van de lens ......................................................... 31
Correctie van perspectivische vervorming
(trapeziumvorm-correctie) .................................. 32
Instellen met de menu’s
Onderdelen van de menubalk ................................... 34
Gebruik van het menuscherm................................... 36
Basisbedieningen (bijstellingen) ...................................... 36
Basisbedieningen (instellingen) ....................................... 38
Instellen van het beeld............................................... 40
Instellen van beeldvoorkeuren.......................................... 40
Kiezen van het signaaltype............................................... 40
Progressieve functie ......................................................... 41
Instellen van computerbeelden ................................ 42
Wanneer Automat. sync. op OFF staat ............................. 42
Opslaan van instellingen .................................................. 42
Selecteren van instellingen ............................................... 43
Instellen van speciale functies.......................................... 43
Controleren van het ingangssignaal ................................. 43
Instellen van de automatische synchronisatie .................. 44
Automatische synchronisatie displayfunctie .................... 44
Gebruiksvriendelijke functies
Kiezen van de beeldweergavefunctie ....................... 46
Weergeven van een stilstaand beeld........................ 48
Vergroten van een deel van een beeld ..................... 49
Gamma-correctiefunctie ............................................ 50
Weergeven van twee beelden (beeld-in-beeld)........ 51
Kiezen van de spaarstand ......................................... 52
Instellen van de spaarstand ............................................. 52
Automatische uitschakeling .............................................. 52
Inschakelen van de sRGB-kleurbeheerfunctie ........ 53
Automatische zoekfunctie......................................... 53
Digitaal beeldruisonderdrukkingssysteem
(Ruisonderdr.) ...................................................... 54
Instellen van het in-beeld-display............................. 54
Instellen van het videosysteem ................................ 55
Opslaan van geprojecteerde beelden ...................... 56
Vastleggen van het beeld ................................................. 56
Verwijderen van het vastgelegde beeld ........................... 56
Instellen van een achtergrondbeeld ......................... 57
Kiezen van een startbeeld ......................................... 57
Gebruik van een RGB-beeldschermuitgangsadapter ....58
Weergeven van de gebruikstijd van de lamp........... 58
Weergeven van de pauzetimer .................................. 59
De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven
in spiegelbeeld ..................................................... 60
Vergrendelen van de bedieningstoetsen
van de projector ................................................... 60
Instellen van de toetsvergrendeling ................................. 60
Annuleren van het toetsvergrendelingsniveau ................. 61
Instellen van een wachtwoord .................................. 61
Invoeren van het wachtwoord ........................................... 61
Wijzigen van het wachtwoord ........................................... 62
Als u uw wachtwoord vergeten bent ................................ 62
4
Instellen van de Anti-diefstal .................................... 63
Invoeren van een sleutelcode........................................... 63
Wijzigen van de sleutelcode ............................................. 64
Initialiseren van de instellingen ................................ 65
Weergeven van alle instellingen ............................... 66
Aanhangsel
Dragen van de projector ............................................ 68
Onderhoud.................................................................. 69
Onderhoudsindicators............................................... 70
Over de lamp .............................................................. 71
Lamp ................................................................................. 71
Waarschuwing in verband met de lamp ........................... 71
Vervangen van de lamp .................................................... 71
Verwijderen en installeren van de lampeenheid ............... 72
Terugstellen van de lamptimer.......................................... 73
Toekenning van de aansluitpinnen .......................... 74
Tabel met compatibele computers ........................... 75
Oplossen van problemen .......................................... 76
Voor SHARP Assistance............................................ 78
Technische gegevens ................................................ 79
Afmetingen ................................................................. 80
Verklarende woordenlijst........................................... 81
Index ............................................................................ 82
Inleiding
5

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatie­openingen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met uw elektricien. Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet.
a. Tweedraads (net) stekker. b. Driedraads geaarde (net) stekker met aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
6
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd. b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terecht
is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of
water.
d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar
het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Bij een onjuiste instelling van andere bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk beschadigd worden, met tot gevolg dat reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van het apparaat door erkend onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen worden.
e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert.
Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN
BELANGRIJK
LEES HET VOLGENDE ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
U bent in het bezit van een apparaat dat software gebruikt dat in licentie is gegeven aan SHARP Corporation door Lineo, Inc. (“Lineo”). De software is beschermd door wetten op het auteursrecht, internationale auteursrechtverdragen en andere wetten en verdragen betreffende intellectuele eigendom. Lineo en haar leveranciers behouden het volledige eigendomsrecht en de intellectuele eigendomsrechten (met inbegrip van het auteursrecht) op de softwarecomponenten en alle kopieën ervan, voor zover het evenwel gaat om bepaalde softwarecomponenten die vallen onder de GNU General Public License (versie 2), die Lineo onderschrijft. U kunt een kopie verkrijgen van de GNU General Public License op http:/ /www.fsf.org/copyleft/gpl.html. Lineo zal de broncode verschaffen voor alle softwarecomponenten die vallen onder de GNU General Public License. Om een dergelijke broncode te verkrijgen, stuurt u een e-mail naar embedix­support@lineo.com.
OS: Embedix (Embedded Linux) Embedix™ is een geregistreerd handelsmerk van U.S.A. LINEO, Inc.
Inleiding
DLP™ (Digital Light Processing) en DMD™ (Digital Micromirror Device) zijn handelsmerken van Texas Instruments, Inc.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
Adobe Acrobat is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die toebehoren aan Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen, aanpassen, vertalen, verspreiden, omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
7
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (vervolg)
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u uw projector opstelt.
Voorzichtig met de lampeenheid
Als de lamp gesprongen is, kunnen glassplinters gevaar veroorzaken. Indien de lamp gesprongen is, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de lamp te laten vervangen. Zie Vervangen van de lamp op bladzijde 71.
CAUTION
PRECAUCI PR
BQC-PGM20X//1
CAUTION
N
Voorzichtig bij het opstellen van de projector
Met het oog op een minimaal onderhoud en het behoud van een hoge beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector te installeren in een ruimte die vrij is van vocht, stof en sigarettenrook. Wanneer de projector aan vocht, stof of rook wordt blootgesteld, moet de lens vaker dan normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de pro­jector regelmatig laat reinigen. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een erkende Sharp projector dealer of servicecentrum worden uitgevoerd.
Stel de projector niet op in ruimten die blootstaan aan direct zonlicht of fel licht.
Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken en het kijken bemoeilijken. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
De projector mag onder een hoek van maximaal 10 graden worden geplaatst.
Het plaatsingsbereik (de horizontale hoek) moet binnen de ±10 graden liggen.
Stel de projector niet bloot aan sterke schokken en/ of trillingen.
Wees voorzichtig met de lens en vermijd dat het oppervlak ervan wordt geraakt of beschadigd.
Gun uw ogen af en toe wat rust.
Het ononderbroken kijken naar het scherm gedurende uren zal uw ogen vermoeien. Geef uw ogen af en toe wat rust.
Vermijd plaatsen met hoge of lage temperaturen.
De bedrijfstemperatuur voor de projector ligt tussen 41°F en 95°F (+5°C en +35°C)
De opslagtemperatuur voor de projector ligt tussen –4°F en 140°F (–20°C en +60°C)
8
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Laat tenminste 11,8" (30 cm) ruimte tussen de uitlaatopening
en de dichtstbijzijnde wand of ander obstakel.
Controleer of de inlaatopening en de ventilatiegleuven niet
geblokkeerd zijn.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een
veiligheidsvoorziening automatisch de projector uitschakelen.
Dit duidt niet op een defect. Trek de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact en wacht meer dan 10 minuten. Plaats de
projector zodanig dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn
geblokkeerd, steek dan de stekker weer in en zet de projector
aan. De projector zal vervolgens weer normaal functioneren.
Voorzichtig bij het vervoeren van de projector
Tijdens het vervoer moet u ervoor zorgen dat de projector
niet onderhevig is aan sterke schokken en/of trillingen,
aangezien dit beschadiging kan veroorzaken. Wees bijzonder
voorzichtig met de lens. Alvorens de projector te verplaatsen,
trekt u het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle andere
kabels die erop aangesloten zijn los.
Andere aangesloten apparatuur
Bij het aansluiten van een computer of andere audiovisuele
apparatuur op de projector brengt u de aansluitingen tot stand
NADAT u de projector en de aan te sluiten apparatuur hebt
uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzingen van de projector en de aan te
sluiten apparatuur door en volg de instructies betreffende
de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De voedingsspanning en de vorm van de stekker kunnen
verschillen afhankelijk van de streek of het land waar u de
projector gebruikt. Wanneer u de projector in het buitenland
gebruikt, dient u het juiste netsnoer te gebruiken voor het
land waar u zich bevindt.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Wanneer de projector oververhit
raakt vanwege een verkeerde
instelling of geblokkeerde
ventilatiegleuven, gaan en
links onder in
het beeld knipperen. Als de temperatuur nog verder oploopt,
zal de lamp automatisch uitgaan en zal de Temperatuur indi-
cator (TEMP.) op de projector gaan knipperen. Vervolgens
zal de projector na een afkoelperiode van 90 seconden
zichzelf automatisch uitschakelen. Zie
Onderhoudsindicators op bladzijde 70 voor meer informatie.
Info
De koelventilator regelt de binnentemperatuur automatisch.
Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens
het gebruik van het apparaat. Dit duidt niet op een defect.
Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact tijdens
de projectie of de werking van de koelventilator. Dit kan bescha-
diging veroorzaken door het stijgen van de binnentemperatuur,
aangezien de koelventilator eveneens uitgeschakeld wordt.

Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen

Er staan PDF-gebruiksaanwijzingen in diverse talen op de meegeleverde CD-ROM. Om deze handleiding te kunnen gebruiken, moet eerst Adobe Acrobat Reader op uw PC (Windows of Macintosh) geïnstalleerd zijn. Als u Acrobat Reader nog niet heeft geïnstalleerd, kunt u de laatste versie downloaden van het internet (http://www.adobe.com) of kunt u de versie van de CD-ROM installeren.
Installeren van Acrobat Reader vanaf de CD-ROM
Voor Windows:
1 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 2 Dubbelklik op het pictogram “Deze Computer”. 3 Dubbelklik op het “CD-ROM-station. 4 Dubbelklik op de map “acrobat”. 5 Dubbelklik op de map “windows”. 6 Dubbelklik op het gewenste installatieprogramma
en volg de instructies op uw scherm.
Voor andere besturingssystemen:
Download de juiste versie van Acrobat Reader van het internet (http://www.adobe.com).
Voor andere talen:
Als u liever Acrobat Reader wilt hebben in een versie of in een taal die niet op de CD-ROM staat, dan kunt u deze van het internet halen.
Openen van de PDF-gebruiksaanwijzingen
Voor Windows:
1 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 2 Dubbelklik op het pictogram “Deze Computer”. 3 Dubbelklik op het “CD-ROM-station. 4 Dubbelklik op de map “manuals”. 5 Dubbelklik op de map “pgm20s”. 6 Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin
u de handleiding wilt lezen.
7 Dubbelklik op het pdf-bestand.
Voor Macintosh:
1 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 2 Dubbelklik op het “CD-ROM”-pictogram. 3 Dubbelklik op de map “acrobat”. 4 Dubbelklik op de map “mac”. 5 Dubbelklik op het gewenste installatie-
programma en volg de instructies op uw scherm.
Voor Macintosh:
1 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 2 Dubbelklik op het “CD-ROM”-pictogram. 3 Dubbelklik op de map “manuals”. 4 Dubbelklik op de map “pgm20s”. 5 Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin
u de handleiding wilt lezen.
6 Dubbelklik op het pdf-bestand.
Inleiding
Opmerking
Als u het gewenste PDF-bestand niet kunt openen door te dubbelklikken met de muis, dient u eerst Acrobat Reader op te starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het menu “File”, “Open”.
Zie het bestand readme.txt op de CD-ROM voor belangrijke informatie over de CD-ROM zelf die niet in deze gebruiksaanwijzingen vermeld staat.
9

Benaming van de onderdelen

Projector (voor- en bovenaanzicht)

Lampindicator (LAMP)
Licht groen op om aan te geven dat de projector normaal
Vervang de lamp wanneer
werkt. de indicator rood oplicht.
Bedrijfsindicator (POWER)
Licht rood op wanneer de projector in stand-by staat. Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, licht deze indicator groen op.
Aan/uit-toets (POWER)
Schakelt het apparaat in of uit.
LENS-toets
Voor het afstellen van de trapeziumcorrectie of de digitale beeldverschuiving.
Insteltoetsen (
Voor het selecteren van menu­items.
Invoertoets (ENTER)
Voor het instellen van in het menu geselecteerde of gewijzigde items.
Dempingstoets (AV MUTE)
Voor het tijdelijk uitschakelen van geluid en beeld.
Zoomknop
)
70
28
28
32
36
36
30
31
Temperatuurindicator
70
(TEMP.)
Wanneer de binnentemperatuur stijgt, licht deze indicator rood op.
Ingangsfunctietoets (INPUT)
29
Voor het inschakelen van ingangsfunctie 1, 2 of 3.
36
MENU-toets
Voor het weergeven van instelschermen.
VOLUME-toetsen
29
Voor het afstellen van het geluids­niveau van de luidspreker.
Toets voor ongedaan
33
maken (UNDO)
Voor het ongedaan maken van een bediening of het terugkeren naar de standaardinstellingen.
Automatische-synchronisa-
44
tietoets (AUTO SYNC)
Voor het automatisch afstellen van beelden bij aansluiting op een computer.
Scherpstelring
31
Voetontspanners/stelvoetjes
Voor het afstellen van de projectorhoogte.
10
16
Bevestigen van het aansluitingendeksel
Bevestig het aansluitingendeksel door
het op de zijkant van de projector te plaatsen en op zijn plaats te drukken zoals getoond op de afbeelding.
10
Aansluitingendeksel
Luidspreker
29
Afstandsbedieningssensor
13

Projector (zijaanzicht)

Inleiding
INPUT 1-aansluiting
Poort voor DVI digitale, compu­ter RGB- en COMPONENT­signalen.
INPUT 2-aansluiting
Aansluiting voor videoapparatuur met S-VIDEO-aansluiting.
Netingang
Ventilatiegleuven
Kensington Security Standard-connector
Gebruik van het Kensington-slot
Deze projector heeft een Kensington Security Standard-connector voor het gebruik van een Kensington MicroSaver veiligheidssysteem. Zie de bij het systeem geleverde informatie voor instructies betreffende het gebruik ter beveiliging van de projector.
69
21
24
20
11
26
USB-aansluiting
Voor het aansluiten van een computer met een USB-kabel.
INPUT AUDIO-aansluiting
21
Gemeenschappelijke audio­aansluiting voor INPUT 1, INPUT 2 en INPUT 3.
INPUT 3-aansluiting
24
Voor het aansluiten van videoapparatuur.
Bevestigen van de lensdop
Nadat u het riempje aan de lensdop hebt vastgemaakt, steekt u het andere uiteinde van het riempje door de opening op de onderkant van de projector, naast de lens, zoals getoond op de afbeelding.
Onderaanzicht
11
Benaming van de onderdelen (vervolg)

Afstandsbediening

Zender van de afstandsbediening
Vooruit/terug-toets (FORWARD/BACK)
Om vooruit te gaan of terug te keren bij aansluiting op een computer met een USB-kabel. Werkt op dezelfde manier als de toetsen [Page Down] en [Page Up] op een computertoetsenbord.
Dempingstoets (AV MUTE)
Voor het tijdelijk uitschakelen van geluid en beeld.
VOLUME-toetsen
Voor het afstellen van het geluidsniveau van de luidspreker.
INPUT 2-toets
Voor het inschakelen van de ingangsfunctie INGANG 2.
INPUT 1-toets
Voor het inschakelen van de ingangsfunctie INGANG 1.
Automatische-synchroni­satietoets (AUTO SYNC)
Voor het automatisch afstellen van beelden bij aansluiting op een computer.
LENS-toets
Voor het afstellen van de trapeziumvorm-correctie en de digitale beeldverschuiving.
26
30
29
29
29
44
32
28
49
48
29
46
50
36
36
Aan/uit-toets (POWER)
Schakelt het apparaat in of uit.
ENLARGE-toetsen (vergroten/ verkleinen)
Voor het vergroten of verkleinen van een deel van het beeld.
Stilstaand-beeldtoets (FREEZE)
Voor het stilzetten van beelden.
INPUT 3-toets
Voor het inschakelen van de ingangsfunctie INGANG 3.
Schermgrootte-toets (RESIZE)
Voor het veranderen van de schermgrootte (NORMAAL, KADER, enz.).
GAMMA-toets
Voor het bijstellen van de helderheid van een beeld, wanneer de geprojecteerde beelden moeilijk te bekijken zijn omwille van het felle licht in de kamer. U kunt kiezen tussen vier gammafuncties.
MENU-toets
Voor het weergeven van instelschermen.
Insteltoetsen
Voor het selecteren van menu-items.
( )
Invoertoets (ENTER)
Voor het instellen van in het menu geselecteerde of gewijzigde items.
12
36
33
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
Voor het ongedaan maken van een bediening of het terugkeren naar de standaardinstellingen.

Gebruik van de afstandsbediening

Bereik van de afstandsbediening

De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te bedienen binnen het op de afbeelding aangegeven bereik.
Inleiding
Opmerking
Het signaal van de afstandsbediening kan voor het gemak via een scherm weerkaatst worden. De afstand die door het signaal overbrugd kan worden, kan echter verschillen afhankelijk van het materiaal van het scherm.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Let erop dat u de afstandsbediening niet laat vallen of blootstelt aan vocht of hoge temperaturen.
De afstandsbediening zal mogelijk niet goed werken onder een fluorescentielamp. In dat geval plaatst u de projector op een grotere afstand van de fluorescentielamp.

Plaatsen van de batterijen

De batterijen (twee R-03 batterijen (AAA-formaat, UM/SUM-4, HP-16 of gelijkwaardig)) zitten in de verpakking.
1 Schuif het deksel in de richting
van de pijl om het te openen.
2 Plaats de meegeleverde batterijen.
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens en in het batterijvak.
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd.
3 Schuif het deksel in de richting
van de pijl om het te sluiten.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Signaal­zender
30°
30°
Afstandsbediening
45°
23' (7 m)
Afstands­bedienings­sensor
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage of ontploffing veroorzaken. Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
Voorzichtig
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens en in het batterijvak.
Verschillende types van batterijen hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom geen verschillende types van batterijen tegelijk.
Gebruik geen nieuwe en oude batterijen tegelijk. Dit kan de levensduur van nieuwe batterijen verkorten of lekkage van oude batterijen veroorzaken.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening wanneer ze leeg zijn, zo niet kunnen ze gaan lekken. Vloeistof die uit batterijen is gelekt is schadelijk voor uw huid. Veeg daarom de batterijen eerst schoon alvorens ze met een doek te verwijderen.
De bij de projector geleverde batterijen zullen mogelijk vlug opgebruikt zijn afhankelijk van de manier waarop ze bewaard worden. Vervang ze zo vlug mogelijk door nieuwe batterijen.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening voor een lange periode niet gaat gebruiken.
13

Accessoires

Meegeleverde accessoires
Afstandsbediening RRMCGA013WJSA
Netsnoer 6' (1,8 m)
(1)
Twee R-03 batterijen (AAA-formaat, UM/SUM-4, HP-16 of gelijkwaardig)
(2) (3)
(4)
Voor de V.S., Canada, enz. QACCDA007WJPZ
Voor Europa, uitgezonderd het Verenigd Koninkrijk. QACCV4002CEZZ
Note
Afhankelijk van de bestemming zullen de projectors verscheept worden met slechts één netsnoer (zie hierboven). Gebruik het netsnoer dat geschikt is voor het stopcontact in uw land.
DVI- naar 15-pins D-sub­kabel 6' (1,8 m) QCNWGA010WJZZ
Lensdop (bevestigd) CCAPHA001WJ01
Lensdopriempje UBNDT0013CEZZ
USB-kabel 6' (1,8 m) QCNWG0001WJPZ Draagtas
Voor het Verenigd Koninkrijk, Hong Kong en Singapore QACCBA012WJPZ
Aansluitingendeksel (bevestigd) GCOVD0103CESA
Voor Australië, Nieuw­Zeeland en Oceanië QACCL3022CEZZ
GCASN0005CESA
CD-ROM UDSKAA009WJZZ
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding)
Snelle referentiegidsen
Optionele kabels
DVI-kabel 9' 10" (3,0 m) AN-C3DV 3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel 9' 10" (3,0 m) AN-C3CP Computer RGB-kabel 32' 10" (10,0 m) AN-C10BM
<voor IBM-PC, PC9821, en PC98NX-serie> AN-C10MC <voor Macintosh-serie> AN-C10PC
5 BNC- naar 15-pins D-sub-kabel 9' 10" (3,0 m) AN-C3BN RGB-beeldschermuitgangsadapter 7,9" (20 cm) AN-A1MY DVI- naar 15-pins D-sub-adapter 7,9" (20 cm) AN-A1DV
Als aansluiten niet mogelijk is na het wijzigen van de computerpoorten, moet u de technische gegevens van uw computer nakijken. Als u nog steeds moeilijkheden ondervindt bij het aansluiten kan een omzettingsstekker (in de handel verkrijgbaar) noodzakelijk zijn.
<voor PC98NX-serie (Uitgezonderd PC9821 en PC98NX-serie)>
Opmerking
14
Het is mogelijk dat niet alle kabels beschikbaar zijn in alle streken. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sharp projector dealer of servicecentrum.

Opstellen en aansluiten

Opstellen en aansluiten

Opstellen

Gebruik van de stelvoetjes

U kunt de hoogte van de projector met de stelvoetjes instellen wanneer het oppervlak waaop de projec­tor staat oneffen is of het scherm schuin staat. De projectie van het beeld kan door het verstellen van de projector worden verhoogd wanneer de pro­jector lager dan het scherm is geplaatst.
1 Druk op de voetontspanners.
Voetontspanners
Stelvoetjes
2 Zet de projector omhoog tot de
gewenste hoogte. Laat de voetontspanners los.
3 Verdraai de stelvoetjes voor kleine
aanpassingen.
Opmerking
Om de projector in zijn oorspronkelijke positie terug te plaatsen, houdt u de projector stevig vast, drukt u op de voetontspanners en verlaagt u de stand van de projector.
De projector kan worden versteld tot ongeveer 5,5 graden afwijkend van de standaardpositie.
Info
Druk niet op de voetontspanners wanneer de stelvoetjes uitgetrokken zijn zonder de projec­tor stevig vast te houden.
Houd de lens niet vast bij het opwaarts of neerwaarts verstellen van de projector.
Wanneer u de projector neerwaarts verstelt, moet u erop letten uw vingers niet te klemmen tussen de stelvoetjes en de projector.
Omhoog Omlaag
16

Opstellen van het scherm

Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen, plaatst u de projector loodrecht ten opzichte van het scherm met alle stelvoetjes plat en horizontaal op de ondergrond.
Opmerking
De lens van de projector moet voor het midden van het scherm worden geplaatst. Als de horizontale lijn die door het midden van de lens loopt niet loodrecht staat ten opzichte van het scherm, zal het beeld worden vervormd, wat het bekijken ervan bemoeilijkt.
Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken, wat het bekijken van beelden bemoeilijkt. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector.
Standaardopstelling (frontprojectie)
Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door u gewenste schermgrootte. (Zie bladzijde 18.)
Voorbeeld van een standaardopstelling
Opstellen en aansluiten
Zijaanzicht
90°
Bovenaanzicht
90°
Publiek
De afstand tussen het scherm en de projector kan verschillen afhankelijk van de schermgrootte.
P.18
U kunt de standaardinstellingen gebruiken wanneer de projector voor het scherm wordt geplaatst. Bij het projecteren van een spiegelbeeld of omgekeerd beeld zet u de instelling op “Voor” in het menu “Projectie”.
P.60
Plaats de projector zodanig dat de horizontale lijn die door het midden van de lens loopt loodrecht staat ten opzichte van het scherm.
17
Opstellen (vervolg)

Schermgrootte en projectie-afstand

Scherm
Basislijn: Horizontale lijn die door het midden van de lens loopt.
Midden van de lens
90°
H
L: projectie-afstand
NORMAAL-stand (4:3)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand (L)
Diag. (X) Breedte Hoogte Maximum (L1) Minimum (L2)
300"(762 cm) 240"(610 cm) 180"(457 cm) – 50' 6" (15,4 m) –25 28/64" (–64,6 cm)
250"(635 cm) 200"(508 cm) 150"(381 cm) 50' 10"(15,5 m) 42' 1" (12,8 m) –21 13/64" (–53,8 cm)
200"(508 cm) 160"(406 cm) 120"(305 cm) 40' 7" (12,4 m) 33' 8" (10,3 m) –16 61/64" (–43,1 cm)
150"(381 cm) 120"(305 cm) 90" (229 cm) 30' 5" (9,3 m) 25' 2" (7,7 m) –12 46/64" (–32,3 cm)
100"(254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 20' 3" (6,2 m) 16' 9" (5,1 m) –8 31/64" (–21,5 cm)
84" (213 cm) 67" (170 cm) 50" (127 cm) 17' 0" (5,2 m) 14' 1" (4,3 m) –7 8/64" (–18,1 cm)
72" (183 cm) 58" (147 cm) 43" (109 cm) 14' 6" (4,4 m) 12' 0" (3,7 m) –6 7/64" (–15,5 cm)
60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 12' 1" (3,7 m) 10' 0" (3,0 m) –5 6/64" (–12,9 cm)
40" (102 cm) 32" (81 cm) 24" (61 cm) 8' 0" (2,4 m) 6' 8" (2,0 m) –3 25/64" (–8,6 cm)
Afstand tussen het midden
van de lens en de onderrand
van het beeld (H)
REK-stand (16:9)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand (L)
Diag. (X) Breedte Hoogte Maximum (L1) Minimum (L2)
250" (635 cm) 218"(554 cm) 123"(312 cm) – 45'10" (14,0 m) –43 34/64" (
225" (572 cm) 196"(498 cm) 110"(279 cm) 49' 10"(15,2 m) 41' 3" (12,6 m) –39 11/64" (–99,5 cm)
200" (508 cm) 174"(442 cm) 98" (249 cm) 44' 3" (13,5 m) 36' 8" (11,2 m) –34 52/64" (–88,4 cm)
150" (381 cm) 131"(333 cm) 74" (188 cm) 33' 2" (10,1 m) 27' 6" (8,4 m) –26 7/64" (–66,3 cm)
133" (338 cm) 116"(295 cm) 65" (165 cm) 29' 5" (9,0 m) 24' 4" (7,4 m) –23 10/64" (–58,8 cm)
106" (269 cm) 92" (234 cm) 52" (132 cm) 23' 5" (7,1 m) 19' 4" (5,9 m) –18 29/64" (–46,9 cm)
100" (254 cm) 87" (221 cm) 49" (124 cm) 22' 1" (6,7 m) 18' 3" (5,6 m) –17 26/64" (–44,2 cm)
92" (234 cm) 80" (203 cm) 45" (114 cm) 20' 3" (6,2 m) 16' 10"(5,1 m) –16 1/64" (–40,7 cm)
84" (213 cm) 73" (185 cm) 41" (104 cm) 18' 6" (5,6 m) 15' 4" (4,7 m) –14 40/64" (–37,1 cm)
72" (183 cm) 63" (160 cm) 35" (89 cm) 15' 10"(4,8 m) 13' 1" (4,0 m) –12 34/64" (–31,8 cm)
60" (152 cm) 52" (132 cm) 29" (74 cm) 13' 2" (4,0 m) 10' 11" (3,3 m) –10 29/64" (–26,5 cm)
40" (102 cm) 35" (89 cm) 20" (51 cm) 8' 9" (2,7 m) 7' 3" (2,2 m) –6 62/64" (–17,7 cm)
Afstand tussen het midden
van de lens en de onderrand
van het beeld (H)
–110,6 cm
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand L1 (voet)
=
(0,062081X – 0,038676) / 0,3048
L2 (voet)
=
(0,051456X – 0,038901) / 0,3048
H (inch) =
– 0,0848X
X: Beeldgrootte (diagonaal) (inch) L: Projectie-afstand (m) L1: Maximale projectie-afstand (voet) L2: Minimale projectie-afstand (voet) H: Afstand tussen het midden van de
lens en de onderrand van het beeld (inch)
De formule voor beeldgrootte en projectie-afstand
)
L1 (voet)
=
(0,067635X – 0,038676) / 0,3048
L2 (voet)
=
(0,056060X – 0,038901) / 0,3048
H (inch) =
– 0,1741X
KADER-stand (4:3)
Beeld-(scherm-)grootte
Diag. (X) Breedte Hoogte Maximum (L1) Minimum (L2)
200" (508 cm) 160"(406 cm) 120"(305 cm) – 44' 11"(13,7 m) –42 39/64" (
180" (457 cm) 144"(366 cm) 108"(274 cm) 48' 9" (14,9 m) 40' 5" (12,3 m) –38 23/64" (–97,4 cm)
150" (381 cm) 120"(305 cm) 90" (229 cm) 40' 7" (12,4 m) 33' 8" (10,3 m) –31 61/64" (–81,2 cm)
100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 27' 0" (8,2 m) 22' 5" (6,8 m) –21 20/64" (–54,1 cm)
84" (213 cm) 67" (170 cm) 50" (127 cm) 22' 8" (6,9 m) 18' 9" (5,7 m) –17 57/64" (–45,5 cm)
72" (183 cm) 58" (147 cm) 43" (109 cm) 19' 5" (5,9 m) 16' 1" (4,9 m) –15 22/64" (–39,0 cm)
60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 16' 2" (4,9 m) 13' 5" (4,1 m) –12 50/64" (–32,5 cm)
40" (102 cm) 32" (81 cm) 24" (61 cm) 10' 9" (3,3 m) 8' 11" (2,7 m) –8 33/64" (–21,6 cm)
Projection distance (L)
Afstand tussen het midden
van de lens en de onderrand
van het beeld (H)
–108,2 cm
)
De formule voor beeldgrootte en projectie­afstand L1 (voet)
=
(0,082775X – 0,038676) / 0,3048
L2 (voet)
=
(0,068608X – 0,038901) / 0,3048
H (inch) =
– 0,213072X
Opmerking
Er zit een afwijking van ongeveer ±3% in bovenstaande formule.
Waarden met een minteken (–) geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het beeld bevindt.
18

Projecteren van een spiegelbeeld/omgekeerd beeld

Projectie van achter het scherm
Zet een doorschijnend scherm tussen de projector en het publiek.
Draai het beeld spiegelverkeerd door in het menu “Projectie” “Achter” in te stellen. Zie bladzijde 60 voor het gebruik van deze functie.
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
In-beeld-display
Opstellen en aansluiten
Projectie via een spiegel
Plaats een (gewone platte) spiegel voor de lens.
Draai het beeld spiegelverkeerd door in het menu ProjectieAchter in te stellen wanneer de spiegel aan de kant van het publiek is geplaatst. Zie bladzijde 60 voor het gebruik van deze functie.
Info
Wanneer u een spiegel gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat zowel de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het licht niet rechtstreeks in de ogen van het publiek schijnt.
Projectie bij plafondmontage
Het verdient aanbeveling de optionele Sharp plafondmontagebeugel te gebruiken voor deze opstelling. Alvorens de projector aan het plafond te bevestigen, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de aanbevolen plafondmontagebeugel (los verkrijgbaar) aan te schaffen. (AN-PGCM90 plafondmontagebeugel, zijn AN-EP101B verlengpijp en AN-JT200 universele beugel, adapter voor installatie op oneffen plafond (voor de V.S.), BB-M20T plafondadapter, zijn BB­NVHOLDER280, BB-NVHOLDER550, BB-NVHOLDER900 plafondmontagesystemen (voor DUITSLAND), of AN-60KT of AN­M20T plafondmontagebeugel, zijn AN-M20TK301TK/AN-TK201 en AN-TKM30220TX/AN-TK202 verlengpijpen (voor andere landen dan de V.S. en DUITSLAND)
Stel de projector zodanig op dat de afstand (H) van het midden van de lens (zie bladzijde 18) overeenkomt met de onderrand van het beeld wanneer u de pro­jector aan het plafond bevestigt.
Zet het beeld op zijn kop door in het menu Projectie Plafond + voor in te stellen.
Spiegelbeeld
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
In-beeld-display
Spiegelbeeld
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
In-beeld-display
Omgekeerd Het beeld staat
ondersteboven
19

Aansluiten van de projector op andere apparaten

Alvorens aan te sluiten

Opmerking
Alvorens aan te sluiten, moet u ervoor zorgen dat zowel de projector als de aan te sluiten apparaten uitgeschakeld zijn. Wanneer u alle aansluitingen heeft gemaakt, schakelt u eerst de projector en vervolgens de andere apparaten in. Bij aansluiting op een computer moet u de computer als laatste inschakelen nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt.
Lees de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparaten door alvorens ze aan te sluiten.

Deze projector kan worden aangesloten op:

Een computer met behulp van:
Een DVI- naar 15-pins D-sub-kabel (Zie bladzijde 21.)
Een DVI-kabel (type AN-C3DV) (los verkrijgbaar) (Zie bladzijde 22.)
Component-video- of audiovisuele apparatuur:
Een DVD-speler of DTV*-decoder (Zie bladzijde 23.)
Een videorecorder, of laserdiscspeler of ander audiovisueel toestel (Zie bladzijde 24.)
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Een beeldscherm met:
Een RGB-beeldschermuitgangsadapter (AN-A1MY) (los verkrijgbaar) en een RGB-kabel (in de handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde 25.)
Aansluiten van het
Meegeleverd accessoire
netsnoer
1 Steek het meegeleverde netsnoer
in de netingang op de achterkant van de projector.
Netsnoer
20

Aansluiten van de projector op een computer

Aansluiten op een com­puter met de DVI- naar 15-pins D-sub-kabel
1 Sluit de projector op de computer
aan met de meegeleverde DVI­naar 15-pins D-sub-kabel.
Zet de stekkers goed vast door de schroeven aan te halen.
2 Om een audiosignaal in te voeren,
sluit u de projector op de com­puter aan met de ø3,5 mm stereo­audiokabel (in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNW­4870CEZZ).
Opmerking
Zie bladzijde 75 Tabel met compatibele com­puters voor een lijst met computersignalen die compatibel zijn met de projector. Gebruik van andere dan de vermelde computersignalen kan ertoe leiden dat sommige functies niet werken.
Bij aansluiting van de projector op een computer op deze manier kiest u “RGB” als Signaaltype in het menu “Beeld”. Zie bladzijde 40.
Voor het gebruik van de projector met sommige Macintosh-computers kan een Macintosh-adapter nodig zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
Meegeleverd accessoire
Naar RGB-uitgangspoort
Naar audio-uitgangspoort
Notebookcomputer
1
DVI- naar 15-pins D-sub-kabel
DVI- naar 15-pins D-sub-kabel
2 ø
3,5 mm stereo-audiokabel (in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNW­4870CEZZ)
Opstellen en aansluiten
Aansluiten van de schroefkabels
Zorg er bij het aansluiten van de schroefkabel voor dat de kabel goed in de poort zit. Zet vervolgens de con­nectors goed vast door de schroeven aan beide zijden van de stekker aan te halen.
Verwijder de ferrietkern die bevestigd is aan de DVI- naar 15-pins D-sub-kabel niet.
Ferrietkern
21
Aansluiten van de projector op andere apparaten (vervolg)
Aansluiten op een computer met een DVI­kabel (los verkrijgbaar)
Deze projector wordt geleverd met een DVI digitale ingangsaansluiting die het mogelijk maakt digitale beeldsignalen van een computer rechtstreeks in te voeren.
1 Sluit de projector aan op de com-
puter met de DVI kabel.
2 Om audiosignalen in te voeren,
sluit u de projector aan op de com­puter met de ø3,5 mm stereo­audiokabel (in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNW­4870CEZZ).
Opmerking
Deze DVI-poort is compatibel met DVI versie
1.0. Bijgevolg zal bij de invoer van signalen van apparatuur die compatibel is met het kopieerbeveiligingssysteem (DVI versie 2.0) geen signaal ontvangen worden.
Optionele kabel
Naar DVI digitale uitgangspoort
Naar audio­uitgangsspoort
Desktopcomputer
1
DVI-kabel Type: AN-C3DV
2 ø
DVI-kabel (los verkrijgbaar)
(9' 10" (3, 0 m))
3,5 mm stereo-audiokabel (in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNW-4870CEZZ)
Plug and Play-functie (bij aansluiting op een 15-pins aansluiting)
Deze projector is compatibel met de VESA-standaard DDC 1/DDC 2B. De projector en een VESA DDC­compatibele computer zullen hun vereiste instellingen aan elkaar doorgeven, wat de installatie versnelt en vergemakkelijkt.
Alvorens de “Plug and Play-functie te gebruiken, moet u de projector als eerste en de computer als laatste aanzetten.
Opmerking
De DDC Plug and Play-functie van deze projector werkt uitsluitend bij gebruik met een VESA DDC-compatibele computer.
22

Aansluiten op videoapparatuur

Aansluiten op component­videoapparatuur
Gebruik een 3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel en DVI- naar 15-pins D-sub-adapter voor de aansluiting op INPUT 1 van component-videoapparatuur als DVD-spelers en DTV*-decoders.
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
1 Sluit de 3 RCA- naar 15-pins D-
sub-kabel aan met de DVI- naar 15­pins D-sub-adapter.
2 Gebruik de bovenvermelde kabels
om de projector op de videoapparatuur aan te sluiten.
3 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een ø 3,5mm naar RCA audiokabel (in de handle verkrijgbaar).
Optionele kabels
3
ø 3,5mm naar RCA audiokabel (in de handel verkrijgbaar)
3RCA- naar 15-pins D-sub-kabel Type: AN-C3CP
(9' 10" (3,0 m))
DVI- naar 15-pins D-sub-adapter Model: AN-A1DV
Naar analoge component­uitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
DVD-speler of DTV*-decoder
2
1
DVI- naar 15-pins D-sub-adapter (los verkrijgbaar)
Opstellen en aansluiten
(7,9" (20 cm))
3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel (los verkrijgbaar)
Opmerking
Wanneer u de projector op deze manier aansluit op de videoapparatuur, kiest u “Com- ponent als Signaaltype” in het menu Beeld”. Zie bladzijde 40.
Een ø 3,5mm stereo ministekker naar RCA audiokabel (in de handel verkrijgbaar) is nodig voor de audio ingang.
23
Aansluiten van de projector op andere apparaten (vervolg)
Aansluiten op videoapparatuur met een S-VIDEO-, composite video- of audiokabel
Met een S-VIDEO-, video- of audiokabel kunt u een videorecorder, laserdiscspeler of andere audiovisuele apparatuur aansluiten op de INPUT 2-, INPUT 3- en AUDIO-aansluitingen.
Videorecorder of andere audiovisuele apparatuur
Naar S-VIDEO-uitgangsaansluiting
Naar video-uitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
1 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een S­VIDEO-kabel of een composite videokabel (beide in de handel verkrijgbaar).
2 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een ø 3,5mm naar RCA audiokabel (in de handle verkrijgbaar).
2
ø 3,5mm naar RCA audiokabe (in de handel verkrijgbaar)
1
Composite video kabel (in de handel verkrijgbaar)
1
S-VIDEO-kabel (in de handel verkrijgbaar)
Opmerking
De S-VIDEO INPUT-aansluiting gebruikt een videosignaal waarbij het beeld wordt opgesplitst in een kleursignaal en een luminantiesignaal om een beeld van hogere kwaliteit te verkrijgen. Met het oog op een hogere beeldkwaliteit gebruikt u een in de handel verkrijgbare S­VIDEO-kabel en sluit u de S-VIDEO-aansluiting aan op de projector en de S-VIDEO­uitgangsaansluiting op het videoapparaat.
Een ø 3,5mm ministekker naar RCA audiokabel (in de handel verkrijgbaar) is nodig voor de audio ingang.
24

Aansluiten op een beeldscherm

Beelden tegelijk bekijken op de projector en een beeldscherm
U kunt computerbeelden zowel op de projector als op een afzonderlijk beeldscherm weergeven met behulp van een RGB-beeldschermuitgangsadapter en een RGB-kabel.
1 Sluit de projector aan op de com-
puter en op het beeldscherm met behulp van een RGB­beeldschermuitgangsadapter (los verkrijgbaar) en een RGB-kabel (in de handel verkrijgbaar).
2 In het menu “Opties(1)” selecteert
u Monitor uit” en vervolgens “Ja (Y Cable)”.
Als “Uitschakelen” wordt geselecteerd, zal het geprojecteerde beeld doffer zijn. Dit duidt niet op een defect. Zie bladzijde 58 voor meer informatie.
Optionele kabel
Naar RGB-ingangspoort
RGB-kabel (in de handel verkrijgbaar)
1
RGB-beeldschermuit­gangsadapter (los verkrijgbaar)
Zwart: naar het beeldscherm Blauw: naar de computer
Beeldscherm
RGB-beeldscherm­uitgangsadapter Type: AN-A1MY
(7,9" (20 cm))
Opstellen en aansluiten
Notebookcomputer
Naar RGB-uitgangspoort
Opmerking
Wanneer u een RGB-beeldschermuit­gangsadapter (los verkrijgbaar) gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de kabel is aangesloten op het beeldscherm.
Analoge RGB-signalen, evenals Component­signalen, kunnen worden uitgevoerd naar het beeldscherm.
Info
Uitsluitend analoge RGB-/componentsignalen die via de DVI-poort worden ingevoerd, kunnen worden uitgevoerd. Signalen van apparatuur die aangesloten is op de DVI digitale poort kunnen niet worden uitgevoerd.
Gebruik van de INPUT 1­aansluiting met het aansluitingendeksel bevestigd op de projector
De INPUT 1-aansluiting kan worden gebruikt met het aansluitingendeksel opengeklapt zoals getoond op de afbeelding.
25
Aansluiten van de projector op andere apparaten (vervolg)

Gebruik van de draadloze-presentatiefunctie van de afstandsbediening

De draadloze-presentatiefunctie op de projector werkt op dezelfde manier als de toetsen [Page Up] en [Page Down] op een computertoetsenbord. U kunt deze functie eveneens gebruiken om vooruit te gaan of terug te keren bij het bekijken van beelden van presentatiesoftware, bijvoorbeeld Power PointTM.
Gebruik van de draadloze­presentatiefunctie
1 Sluit de projector aan op de com-
puter met de meegeleverde USB­kabel.
Opmerking
Deze functie werkt alleen met de besturingssystemen Microsoft Windows en Macintosh. Deze functie werkt echter niet met de volgende besturingssystemen, die USB niet ondersteunen.
Vroegere versies dan Windows 95.
Vroegere versies dan Windows NT
4.0.
Vroegere versies dan Mac OS 8.5.
Meegeleverd accessoire
USB-kabel
USB-poort
Notebookcomputer
USB-kabel
2 Druk op tijdens het gebruik
van presentatiesoftware op uw computer.
Druk op FORWARD om naar de volgende bladzijde te gaan.
Druk op BACK om naar de vorige bladzijde terug te gaan.
26
Vooruit/terug-toets (FORWARD/BACK)

Basisbediening

Basisbediening

Beeldprojectie

Basisprocedure

Sluit de nodige externe apparatuur op de projector aan alvorens de volgende procedures uit te voeren. De in de fabriek ingestelde taal is Engels. Wanneer u de taal van het in-beeld-display wilt veranderen, moet u de taal terugstellen volgens de procedure beschreven op bladzijde 30.
1
Steek het netsnoer in het stopcontact.
De bedrijfsindicator (POWER) licht rood op en de projector wordt in stand-by geschakeld.
2
Druk op
de afstandsbediening.
De bedrijfsindicator (POWER) licht groen op. Na het oplichten van de lampindicator (LAMP) is de projector klaar voor bediening.
Opmerking
De lampindicator (LAMP) licht op en geeft de gebruiksstand van de lamp aan.
Groen:
De lamp is klaar voor gebruik.
Groen knipperend:
De lamp is aan het opwarmen.
Rood:
De lamp moet worden vervangen.
Als de spanning uitgeschakeld en onmiddellijk daarna weer ingeschakeld wordt kan het enige tijd duren voordat de lampindicator (LAMP) gaat branden. Kan het even duren voordat de lampindicator (LAMP) oplicht.
Wanneer “Anti-diefstal” is ingesteld, verschijnt het sleutelwoordinvoervenster.
Voer het sleutelwoord in.
op de projector of
Projectorindicators
Lampindicator (LAMP)
Bedrijfsindicator (POWER)
Aan/uit-toets (POWER)
Invoertoets (ENTER)
Ingangsfunc­tietoets (INPUT)
MENU-toets
-
toetsen
Invoertoets (ENTER)
Ann/uit-toets (POWER)
INPUT 1/2/3-toetsen
MENU-toets
-toetsen
Opmerking
Wanneer u het sleutelwoord invoert, moet u op de toetsen drukken die u eerst op de projector of de afstandsbediening hebt ingesteld.
Info
Wanneer “Anti-diefstal” is ingesteld, moet u het sleutelwoord invoeren of het ingangsdisplay verschijnt niet. Zelfs wanneer het signaal wordt ingevoerd
28
kan het display niet verschijnen.
Sleutelwoord-invoerveld
3 Druk op , of op
de afstandsbediening om de ingangsfunctie te kiezen.
Na eenmaal drukken op u de toets om de gewenste INGANG te kiezen.
Opmerking
Wanneer er geen signaal wordt ontvangen,verschijnt “GEEN SIGNAAL op het display. Wanneer een signaal wordt ontvangen waarvoor de projector niet vooraf is ingesteld, verschijnt OUGELDIG op het display.
Meer over de ingangsfuncties
INGANG 1 (RGB/ Component)
INGANG 2 (S-Video)
INGANG 3 (Video)
Wordt gebruikt voor het projecteren van beelden vanaf een apparaat dat RGB- of componentsignalen zendt via de DVI-DIGITAL/ ANALOG-ingangspoort.
Wordt gebruikt voor het projecteren van beelden vanaf een apparaat dat aangesloten is op de S­VIDEO-ingangsaansluiting.
Wordt gebruikt voor projecteren van vanaf een apparaat dat aangesloten is op de VIDEO-ingangsaansluiting.
gebruikt
het
beelden
In-beeld-display (voorbeeld)
INGANG 1-functie
Met DVI digitaal
Met Analoog RGB
Met component
INGANG 2-functie
Met S-Video
INGANG 3-functie
Met video
➝➝
Basisbediening
4
Druk op of op de afstands­bediening om het volume van de luidspreker in te stellen.
Opmerking
Door te drukken op verhoogt u het volume. Door te drukken op verlaagt u het volume.
Op de projector kunt u het volume
instellen door te drukken op
, op de projector werken als
cursortoetsen opstellings- of instellingsfuncties kiest tijdens het instellen van menu's of de lens.
( , )
wanneer u
of .
VOLUME­toetsen
29
Beeldprojectie (vervolg)
5
Druk op om het beeld en het
geluid tijdelijk uit te schakelen.
Opmerking
Door nogmaals op te drukken, schakelt u het beeld en het geluid opnieuw in.
6
Druk op , en druk vervolgens opnieuw op bevestigingsbericht wordt getoond om de projector uit te schakelen.
Opmerking
Als u per ongeluk op heeft gedrukt en het apparaat niet wilt uitschakelen, wacht u tot het bevestigingsbericht verdwijnt.
terwijl het
Dempingstoets (AV MUTE)
Aan/uit-toets (POWER)
Info
Trek tijdens de projectie of de werking van de koelventilator het netsnoer niet uit. Dit kan beschadiging veroorzaken door het stijgen van de binnentemperatuur, aangezien de koelventilator eveneens wordt uitgeschakeld.
Wanneer de projector aangesloten is op een apparaat zoals een versterker, moet u eerst het aangesloten apparaat uitschakelen en dan pas de projector.

Kiezen van de taal van het in-beeld-display

U kunt het in-beeld-display van de projector instellen op Engels, Duits, Spaans, Nederlands, Frans, Italiaans, Zweeds, Portugees, Chinees, Koreaans of Japans.
1
Druk op
Het menu verschijnt op het display.
.
2
Druk op Taal” te selecteren.
30
of op
om de
3
Druk op of op om de gewenste taal te selecteren en druk dan op
4
Druk op
De gewenste taal wordt ingesteld voor het in-beeld-display.
.
.

Instellen van de lens

U kunt het beeld scherpstellen en instellen op de gewenste grootte met de scherpstelring of de zoomknop op de projector.
Zoomknop
Basisbediening
1 U kunt scherpstellen door aan de
scherpstelring te draaien.
2 Zoomen gebeurt door de
zoomknop te bewegen.
Scherpstelring
Uitzoomen
Inzoomen
31

Correctie van perspectivische vervorming (trapeziumvorm-correctie)

Correctie van perspectivische vervorming
Deze functie maakt trapeziumvorm-correctie (perspectivische vervorming van het schermbeeld) mogelijk.
Opmerking
Trapeziumvorm-correctie is de correctie van perspectivische vervorming die zich voordoet wanneer het beeld niet in het midden van het scherm staat.
Perspectivistische vervorming kan worden gecorrigeerd tot een hoek van ongeveer graden.
±
35
LENS-toets
Invoertoets (ENTER)
Normaal scherm
-toetsen
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
Trapeziumvorm-correctiescherm
1 Druk op
Wanneer u nogmaals drukt op
het scherm KADER, REK of SLIMME REK wordt getoond, wordt de digitale verschuivingsfunctie ingeschakeld. Zie bladzijde 33.
2 Druk op
.
of
trapeziumvorm-correctie in te stellen.
Als u meer gedetailleerde correcties wilt maken, drukt u op
weer te geven. Druk vervolgens op
of
om aanpassingen door te voeren.
Opmerking
Aangezien de perspectivistische vervorming tot een hoek van ongeveer ±
35 graden kan worden gecorrigeerd, kan het beeld eveneens diagonaal tot die hoek worden ingesteld. (Zie bladzijde 8 voor nadere bijzonderheden over de instellingen.)
Druk op
correctie te annuleren.
om het testpatroon
om de trapeziumvorm-
terwijl
om de
Comprimeert de bovenkant.
Comprimeert de onderkant.
Testpatroom
3 Druk op
Opmerking
U kunt voor 16:9 dezelfde instellingen gebruiken als in de NORMAAL-functie 4:3.
Tijdens het instellen van het beeld kunnen rechte lijnen of de randen van beelden een zaagtandeffect vertonen.
32
.
Instellen van de digitale
verschuiving
Om het bekijken van beelden te vergemakkelijken, schuift deze functie het volledige op het scherm geprojecteerde beeld naar boven of naar onder bij de weergave van 16:9-beelden van DVD-spelers en DTV*-decoders. *DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale
televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Druk op om het geprojecteerde beeld naar boven te bewegen. Druk op om het beeld terug te stellen.
UNDO button
De digitale verschuivingsfunctie werkt op het scherm KADER, REK of SLIMME REK. Zie bladzijde 47 voor nadere bijzonderheden.
Druk op om het geprojecteerde beeld naar onder te bewegen. Druk op om het beeld terug te stellen.
Basisbediening
33

Onderdelen van de menubalk

Deze lijst vermeldt de onderdelen die kunnen worden ingesteld op de projector.
INGANG 1-functie
Hoofdmenu Submenu Hoofdmenu Submenu
Beeld
Bladzijde 40
Fijn sync. Klok
Bladzijde 42
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Reset
Signaaltype
Progressieve func.
Fase
H-Pos
V-Po s
Reset
Vastleggen
Keuze instel.
Speciale functies
Signaal Informatie
Automat. sync.
Auto-sync dsp [ON/OFF]
+150–150
+150–150
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+3-3
RGB Component
2D Progressief 3D Progressief Filmfunctie
+30–30
+60–60
Resolutie Vert. freq.
Resolution
Vert Freq
×
1
1024
768
×
768
60 Hz 75 Hz
Vert Freq
60 Hz 75 Hz
×
640 31,5 KHz 60 Hz
480
2
800 × 600
7
Resolutie Vert. freq.
Resolution
1
1024
2
800 × 600
7
Resolutie
640 × 480
1
720 × 480
2
480P
3
7
Resolutie Hor. freq. Vert. freq.
OFF Normaal Hoge snelheid
Opties (1)
Bladzijde 51
Opties (2)
Bladzijde 58
Taal
Bladzijde 31
Beeld-in-beeld [ON/OFF]
Energiebesparing [ON/OFF]
sRGB [ON/OFF]
Auto zoeken [ON/OFF]
Ruisonderdr.
OSD Display
Beeld vastleggen
Achtergrond
Startbeeld
Auto Power Off [ON/OFF]
Monitor uit
Lamp timer
Pauze timer
Projectie
Niv. toetsvergr.
Wachtwoord
Anti-diefstal
Alles terugstellen
English Deutsch Español Nederlands Français Italiano Svenska Português
OFF Niveau 1 Niveau 3
Normaal Niveau A Niveau B
Beeld opslaan Verwijderen
Sharp Gebruiker Blauw Geen
Sharp Gebruiker Geen
Uitschakelen Ja (Y Cable)
Voor Plafond + voor Achter Plafond + achter
Normaal Niveau A Niveau B
Oud wachtwoord Nieuw wachtw Herbevestigen
Oude code Nieuwe code Herbevestigen
Status
Bladzijde 66
Opmerking
De hierboven weergegeven cijfers voor resolutie, verticale frequentie en horizontale frequentie zijn uitsluitend als voorbeeld bedoeld.
Na het invoeren van DVI digitale signalen in INGANG 1 kan in het menu Beeld alleen Kleurtmp, Rood en Blauw ingesteld worden en in het menu Fijn sync.” alleen “Signaal informatie”, “Automat. sync. en “Auto-sync dsp” weergegeven worden.
Wanneer het signaaltype ingesteld is als Component, verschijnen in het menu “Beeld” van INGANG 1 Kleur, Tint en Scherpte”.
Sommige onderdelen kunt u niet terugstellen, zelfs wanneer Alles terugstellen wordt gekozen in het menu Opties (2). Zie bladzijde 65 voor nadere bijzonderheden.
34
INGANG 2/3-functie
Hoofdmenu Submenu Hoofdmenu Submenu
Beeld
Bladzijde 40 Bladzijde 58
Opties (1)
Bladzijde 52
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Reset
Progressieve func.
Energiebesparing [ON/OFF]
Auto zoeken [ON/OFF]
Ruisonderdr.
OSD Display
Videosysteem
Achtergrond
Startbeeld
Auto Power Off [ON/OFF]
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+3–3
2D Progressief 3D Progressief Filmfunctie
OFF Niveau 1 Niveau 3
Normaal Niveau A Niveau B
Auto PAL (50/60Hz) SECAM NTSC4.43 NTSC3.58 PAL-M PAL-N
Sharp Gebruiker Blauw Geen
Sharp Gebruiker Geen
Opties (2) Lamp timer
Pauze timer
Projectie
Niv. toetsvergr.
Wachtwoord
Anti-diefstal
Alles terugstellen
Taal
Bladzijde 31
Status
English Deutsch Español Nederlands Français Italiano Svenska Português
Bladzijde 66
Voor Plafond + Voor Achter Plafond + Achter
Normaal Niveau A Niveau B
Oud wachtwoord Nieuw wachtw Herbevestigen
Oude code Nieuwe code Herbevestigen
Basisbediening
35

Gebruik van het menuscherm

Deze projector heeft twee sets van menuschermen die u in staat stellen het beeld en diverse projectorinstellingen te regelen. U kunt deze menuschermen bedienen via de projector zelf of via de afstandsbediening aan de hand van de volgende procedure.
In-beeld menu voor INGANG 1 RGB-functie
In-beeld menu voor INGANG 2 of INGANG 3-functie
Menubalk (Hoofdmenu)

Basisbedieningen (bijstellingen)

1 Druk op .
Opmerking
Het menuscherm “Beeld” voor de gekozen ingangsfunctie wordt weergegeven.
Het in-beeld-display rechts wordt weergegeven wanneer de functie INGANG 1 gekozen is.
Menubalk (Hoofdmenu)
MENU-toets
-toetsen
Invoertoets (ENTER)
MENU-toets
36
-toetsen
Invoertoes (ENTER)
In-beeld-display
2 Druk op
of
om het menu
te kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
Voor bijzonderheden over de menu's, zie de boomdiagrammen op bladzijden
34 en 35.
3 Druk op
of
om het onderdeel te kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
Om slechts één in te stellen onderdeel weer te geven, drukt u op kiezen van het onderdeel. Alleen de menubalk en het onderdeel dat u wilt instellen, worden weergegeven.
||
|
||
of
Wanneer u dan op
wordt het volgende onderdeel (Fase volgt op Klok) weergegeven.
Druk op om terug te keren naar het
vorige scherm.
na het
drukt,
Basisbediening
4 Druk op
of
onderdeel in te stellen.
Wanneer u
instelling opgeslagen.
5 Druk op
Het in-beeld-display verdwijnt.
of
.
om het gekozen
loslaat, wordt de
37
Gebruik van het menuscherm (vervolg)
MENU-toets

Basisbedieningen (instellingen)

1 Druk op
Opmerking
Het menuscherm Beeld voor de gekozen ingangsfunctie verschijnt.
Het in-beeld-display rechts verschijnt wanneer de functie INGANG 1 is gekozen.
2 Druk op
te kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
Voor bijzonderheden over de menu’s, zie de drie boomdiagrammen op bladzijden
34 en 35.
3 Druk op
onderdeel te kiezen dat u wilt instellen.
.
of
om het menu
of
-toetsen
Invoertoets (ENTER)
MENU-toets
-toetsen
Invoertoets (ENTER)
In-beeld-display
om het
Opmerking
Druk op
vorige scherm.
In sommige menus moet u het pictogram slecteren met behulp van
38
om terug te keren naar het
.
Submenu
4 Druk op .
De cursor verplaatst zich naar het submenu.
5 Druk op of om de instelling
van het onderdeel te kiezen dat wordt weergegeven in het submenu.
Submenu
Basisbediening
6 Druk op .
Het gekozen onderdeel wordt ingesteld.
Opmerking
Bij sommige onderdelen verschijnt een bevestigingsbericht. Wanneer u een onderdeel instelt, drukt u op
of om “Ja” of “OK” te kiezen
en drukt u vervolgens op
Druk op .
Het menu verdwijnt.
7
.
39

Instellen van het beeld

U kunt het beeld van de projector naar uw eigen voorkeur instellen met de volgende beeldinstellingen.
Beeldinstelling Beschrijving
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Voor het instellen van het contrastniveau
Voor het instellen van de helderheid van een beeld
Voor het instellen van de kleurintensiteit van het beeld
Voor het instellen van de tinten van een beeld
Voor scherpere of minder scherpe contouren van beelden
Voor het instellen van het roodniveau
Voor het instellen van het blauwniveau
Voor het instellen van de kleurtemperatuur van een beeld

Instellen van beeldvoorkeuren

Instellen van het menu “Beeld” Zie bladzijde 36 voor de instellingen.
Opmerking
Kleur, Tint en Scherpte verschijnen niet op het scherm wanneer u INGANG 1 kiest en het Signaaltype” “RGB” is.
De beeldinstellingen kunnen afzonderlijk worden opgeslagen in elke ingangsfunctie.
Wanneer het signaal dat wordt ingevoerd in INGANG 1 is ingesteld op Component, kan Scherpte worden aangepast wanneer 480I-, 480P-, 720P- of 1080I-signalen zijn aangesloten.
Om alle instelbare onderdelen terug te stellen, kiest u Reset en drukt u op
.
toets
Minder contrast
Minder helder
Minder intense kleuren
Huidtinten worden paarsig
Minder scherp
Minder rood
Minder blauw Verlaagt de
kleurtemperatuur voor warmere, roodachtige, fonkelende beelden.
Meer contrast
Helderder
Intensere kleuren
Huidtinten worden groenig
Scherper
Meer rood
Meer blauw Verhoogt de kleur-
temperatuur voor koelere, blauwachtige, fluorescerende beelden.
toets

Kiezen van het signaaltype

Deze functie maakt het mogelijk om het ingangs­signaaltype RGB of Component te kiezen voor INGANG1.
Kies “Signaaltype” in het menu “Beeld” Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
RGB
Wordt ingesteld voor het ontvangen van RGB-signalen.
Component
Wordt ingesteld voor het ontvangen van componentsignalen.
40

Progressieve functie

Deze functie stelt u in staat om de progressieve weergave van een videosignaal te kiezen. De progressieve weergave zorgt voor meer soepele videobeelden.
Kies Progressieve func.” in het menu Beeld Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
2D Progressief Deze functie is bedoeld voor weergave van snel bewegende beelden zoals sport- of actiescènes. Bij deze functie wordt het getoonde beeldframe met optimale kwaliteit weergegeven.
3D Progressief Deze functie is bedoeld voor weergave van relatief langzaam bewegende beelden zoals toneelscènes, documentaires e.d. Deze functie verbetert de beeldkwaliteit door de beweging in een aantal voorafgaande en volgende beelden te gebruiken.
Filmfunctie Voor een duidelijke weergave van filmbeelden. Toont een geoptimaliseerd beeld van film omgezet met drie-twee afrollen- (NTSC en PAL60Hz) of twee-twee afrollen- (PAL50Hz en SECAM) verbetering in progressieve weergavebeelden. * De filmbron is een digitale video-opname
waarbij het origineel onveranderd gedecodeerd wordt aan 24 frames/seconde. De projector kan deze filmbron omzetten in progressieve video aan 60 frames/seconde met NTSC of PAL60Hz of aan 50 frames/ seconde met PAL50Hz en SECAM om een hoog gedefinieerd beeld weer te geven.
Basisbediening
Bij progressieve ingangen gebeurt de weergave rechtstreeks en kunt u niet kiezen voor 2D Progressief, 3D Progressief en de Filmfunctie. Deze functies kunnen worden gekozen bij interlace-signalen, met uitzondering van 1080
Zelfs bij het instellen van de 3D Progressief­functie in NTSC of PAL60Hz zal de drie-twee afrollen-verbetering automatisch worden ingeschakeld wanneer de filmbron is ingevoerd.
In PAL50Hz of SECAM zal de twee-twee afrollen-verbetering alleen worden ingeschakeld in de Filmfunctie wanneer de filmbron is ingevoerd.
I-signalen.
41

Instellen van computerbeelden

Gebruik de Fijn sync.-functie in geval van onregelmatigheden zoals verticale strepen of het flikkeren van delen van het beeld.
Beeldinstelling Beschrijving
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos

Wanneer Automat. sync. op OFF staat

Wanneer Automat. sync.” op “OFF” staat, kan er interferentie voorkomen zoals flikkeren of verticale strepen bij de weergave van beelden met “betegeling” of verticale strepen. Als dit gebeurt, kunt u de instellingen Klok, Fase, H-Pos” en “V-Pos” bijstellen om een optimale weergave te bereiken.
Regelt de verticale ruis.
Regelt de horizontale ruis (vergelijkbaar met “tracking” op uw videorecorder).
Centreert het weergegeven beeld door het naar links of naar rechts te verplaatsen.
Centreert het weergegeven beeld door het naar boven of naar onder te verplaatsen.
Selecteer “Klok”, “Fase”, “H-Pos” of “V-Po s ” in het menu “Fijn sync.” Zie bladzijde 36 voor de instellingen.
Opmerking
U kunt computerbeelden gemakkelijk instellen door te drukken op
nadere bijzonderheden.
. Zie bladzijde 44 voor

Opslaan van instellingen

Deze projector stelt u in staat om maximaal zeven instellingen op te slaan om te gebruiken met verschillende computers.
Selecteer Vastleggen in het menu “Fijn sync. Zie bladzijde 38 voor het opslaan.
42

Selecteren van instellingen

De in de projector opgeslagen instellingen zijn makkelijk toegankelijk.
Selecteer “Keuze Instel.” in het menu “Fijn sync. Zie bladzijde 38 voor nadere bijzonderheden.
Opmerking
Als er geen instellingen zijn opgeslagen onder een bepaald nummer in het geheugen, zullen bij dat nummer geen resolutie en frequentie vermeld staan.
Door een opgeslagen instelling op te roepen met “Keuze instel.” kunt u de projector instellen op de opgeslagen instellingen.

Instellen van speciale functies

Normaal gesproken wordt het soort ingangssignaal gedetecteerd en wordt de juiste resolutie automatisch ingesteld. Bij sommige signalen kan het echter nodig zijn om de optimale resolutie-instelling te kiezen in Speciale functies” op het menuscherm “Fijn sync.”, in overeen- stemming met de weergavefunctie van de computer.
Stel de resolutie in door “Speciale functies” te selecteren in het menu “Fijn sync. Zie bladzijde 38 voor nadere bijzonderheden.
Basisbediening
Opmerking
Vermijd de weergave van computer­gegenereerde patronen die zich om de andere beeldlijn herhalen (horizontale strepen). (Het beeld kan hierdoor gaan flikkeren, wat het erg moeilijk maakt ernaar te blijven kijken.)
Wanneer een DVD-speler of digitale video aangesloten wordt, kiest u 480P als ingangssignaal.
Zie Controleren van het ingangssignaal hieronder voor informatie over het huidige ingangssignaal.

Controleren van het ingangssignaal

Deze functie stelt u in staat om de informatie betreffende het huidige ingangssignaal te controleren.
Selecteer “Signaal informatie” in het menu “Fijn sync. Zie bladzijde 36 voor bevestiging.
Opmerking
De projector zal het aantal gescande lijnen weergeven dat kan worden ingevoerd vanaf audiovisuele apparatuur zoals een DVD­speler of digitale video.
43
Instellen van computerbeelden (vervolg)
Instellen van de
automatische synchronisatie
Wordt gebruikt om een computerbeeld automatisch in te stellen.
Selecteer Automat. sync.” in het menu “Fijn sync. Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
Bij het instellen van Normaal of
Hoge snelheid”:
De automatische synchronisatie wordt ingeschakeld wanneer u de projector aanzet of wanneer de ingangssignalen worden veranderd wanneer de projector op een computer is aangesloten.
U moet de instellingen handmatig uitvoeren:
Wanneer u geen optimaal beeld kunt verkrijgen met automatische synchronisatie. Zie bladzijde 42.
Het kan enige tijd duren voordat de automatische synchronisatie is voltooid, afhankelijk van het beeld dat door de aangesloten computer gegenereerd wordt.
Wanneer “Automat. Sync.” op “OFF” of “Hoge snelheid staat en
automatische synchronisatie in de functie Hoge snelheid uitgevoerd worden. Als de toets binnen een minuut nogmaals wordt ingedrukt, wordt de automatische synchronisatie in de Normaal functie uitgevoerd.
wordt ingedrukt, zal de
Schermdisplay tijdens Automat. Sync.
Automatische-synchroni­satietoets (AUTO SYNC)

Automatische synchronisatie displayfunctie

Wordt gebruikt om het scherm in te stellen dat tijdens automatische synchronisatie wordt weergegeven.
Selecteer Auto-sync dsp” in het menu Fijn sync. Zie bladzijde 36 voor de instellingen.
Opmerking
..... Het ingestelde achtergrondbeeld
wordt geprojecteerd.
..... Het computerbeeld dat wordt
ingesteld, verschijnt.
44

Gebruiksvriendelijke functies

Gebruiksvriendelijke functies

Kiezen van de beeldweergavefunctie

Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u kiezen tussen “NORMAAL”, “VOLLEDIG”, “DOT BY DOT”, “KADER”, “REK” of “SLIMME REK”.
Wijzigen van de beeldweergave bij gebruik van verschillende ingangssignalen
1 Druk op
Bij iedere druk op verandert het display zoals weergegeven op bladzijde 47.
Opmerking
Bij de “Dot by Dot”-weergave worden de beelden weergegeven met de oorspronkelijke resolutie en kunnen ze bijgevolg niet worden vergroot.
Om terug te keren naar het standaardbeeld, drukt u op
op het scherm verschijnt.
.
terwijl “GROOTTE AANPASSEN
Schermgrootte­toets (RESIZE)
Schermdisplay van beeldweergavefunctie
46
COMPUTER
4:3 beeldverhouding
XGA (1024 × 768)
SXGA (1280 × 960)
SVGA (800 × 600)
Andere beeldverhoudingen
NORMAAL” wordt vastgelegd wanneer SVGA-signalen (800 × 600) worden ingevoerd.
SXGA (1280 × 1024)
Ingangssignaal
Lagere resolutie
dan SVGA
4:3 beeldverhouding
SVGA
4:3 beeldverhouding
Hogere resolutie
dan SVGA
4:3 beeldverhouding
SXGA (1280 × 1024)
NORMAAL
800 × 600
800 × 600
800 × 600
750 × 600
NORMAAL
Projecteert het beeld op het
volledige scherm met behoud
van de beeldverhouding.
VOLLEDIG
800 × 600
Weergavebeeld
VOLLEDIG
Projecteert het beeld op het
volledige scherm
ongeacht de beeldverhouding.
DOT BY DOT
1024 × 768
1280 × 960
1280 × 1024
DOT BY DOT
Projecteert het beeld met het
oorspronkelijke resolutie-
signaal.
VIDEO
480I, 480P, NTSC
PAL, SECAM
720P, 1080I
REK wordt vastgelegd wanneer 720P- of1080I-signalen worden ingevoerd.
4:3 beeldverhouding.
Letterbox, compressie
16:9 beeldverhouding
* Bij deze beelden kunt u de digitale verschuivingsfunctie gebruiken.
Ingangssignaal
4:3 beeldverhouding
480I, 480P, NTSC,
PAL, SECAM
Letterbox
Compressie
720P, 1080I
16:9 beeldverhouding
NORMAAL
800 × 600
NORMAAL
Projecteert het beeld op het
volledige scherm.
Projecteert het 4:3 beeld volledig in REK-functie (volgende kolom).
KADER
600 × 450
KADER
*
Weergavebeeld
Projecteert het 16:9 beeld
gelijkmatig over het hele scherm
(zwarte balken boven/onder).
REK
800 × 450*
REK
SLIMME REK
800 × 450*
SLIMME REK
Projecteert het beeld volledig op een
16:9-scherm door alleen de randen te vergroten en de 4:3-beeldverhouding te behouden in het midden van het beeld.
Gebruiksvriendelijke functies
47

Weergeven van een stilstaand beeld

Deze functie stelt u in staat om een bewegend beeld onmiddellijk stil te zetten. Dit is handig om een beeld van een computer of video stilstaand weer te geven, zodat u meer tijd heeft om aan het publiek uitleg te geven over het beeld.
Opslaan van een beeld als stilstaand beeld
1 Druk op .
Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
Stilstaand­beeldtoets (FREEZE)
2 Druk nogmaals op om terug te
keren naar het bewegend beeld van het momenteel aangesloten apparaat.
In-beeld-display
48

Vergroten van een deel van een beeld

Deze functie stelt u in staat om een bepaald deel van een beeld te vergroten. Dit is handig om een bepaald deel van het beeld gedetailleerd weer te geven.
Weergeven van een vergroot deel van een beeld
1 Druk op .
Vergroot het beeld.
Door te drukken op of vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
Opmerking
Om te vergroten
×1 ×4 ×9 ×16 ×36 ×64×2 ×3
ENLARGE­toetsen (vergroten/ verkleinen)
-toetsen
Om te verkleinen
U kunt de plaats van het vergrote beeld wijzigen met
Wanneer een beeld met een hogere resolutie dan XGA wordt weergegeven, kunt u ×2 en ×3” niet kiezen.
, , of .
2 Druk op om de bewerking te
annuleren, zodat de vergroting terugkeert naar ×1.
Opmerking
In de volgende gevallen zal het beeld naar de normale grootte terugkeren (×1).
Wanneer de ingangsstand wordt veranderd.
Wanneer u op drukt.
Wanneer het ingangssignaal gewijzigd wordt.
Wanneer u de resolutie en de verversingsratio (verticale frequentie) van het ingangssignaal wijzigt.
In-beeld-display
Gebruiksvriendelijke functies
49

Gamma-correctiefunctie

Gamma is een functie die de kwaliteit van het beeld verbetert en een rijker beeld creëert door de donkere gedeelten van het beeld helderder weer te geven zonder de helderheid van de heldere gedeelten te veranderen. Wanneer u beelden weergeeft met veel donkere scènes, zoals een film of een concert, of wanneer u beelden weergeeft in een helder verlichte ruimte, kan deze functie de donkere scènes beter zichtbaar maken en het beeld een grotere diepte geven.
Gekozen functie
STANDAARD
PRESENTATIE
CINEMA
SPEL
Standaardbeeld
Geeft de donkere delen van het beeld helderder weer voor een betere presentatie.
Geeft meer diepte aan de donkere delen van het beeld voor een meer boeiende bioscoopervaring.
Natuurlijke kleurgradatie voor het spelen van spelletjes, enz.
Instellen van de Gamma­correctie
1 Druk op
Telkens wanneer
de gamma-functie wisselen tussen de verschillende types.
.
wordt ingedrukt, zal
2 Afhankelijk van de ingangsfunctie
en het signaal keert u door te drukken op
wordt getoond terug naar de desbetreffende gammastand.
terwijl “GAMMA”
Beschrijving
GAMMA-toets
Toets voor
ongedaan maken
(UNDO)
STANDAARD SPEL
INGANG-functie INGANG-signaal GAMMA-functie
INGANG
INGANG INGANG
50
1
2 S-Video STANDAARD 3 Video STANDAARD
RGB
Component
PRESENTATIE
CINEMA
PRESENTATIE CINEMA

Weergeven van twee beelden (beeld-in-beeld)

Met de beeld-in-beeld-functie kunt u twee beelden op hetzelfde scherm weergeven. U kunt het beeld dat via INPUT 2 of 3, binnenkomt als een inzetbeeld weergeven dat het hoofdbeeld, dat binnenkomt via INGANG 1 overlapt. (Deze functie kan uitsluitend in het RGB-menu worden ingesteld.)
Weergeven van het inzetbeeld
Selecteer “Beeld-in-beeld” in het menu “Opties (1) Zie bladzijde 36 voor de weergave.
1 Druk op
Selecteer om de Beeld-in-beeld­functie te annuleren.
2 Druk op
afstandsbediening of op
en kies .
of
op de
op de
projector om het beeld in het inzetbeeld te veranderen.
3 Druk op
,
,
of
om de plaats van het inzetbeeld in te stellen.
Druk op
om het frame te laten verdwijnen.
4
Druk op
om het frame te stoppen of
om het inzetbeeld te
verplaatsen.
Het inzetbeeld wordt naar het inzetbeeldkader verplaatst.
Opmerking
Het inzetbeeld kan alleen weergegeven worden met een composiet-video- (NTSC/ PAL/SECAM) of S-Video-signaal.
De stilstaand-beeldfunctie kan alleen gebruikt worden voor het inzetbeeld, wanneer de
beeld-in-beeld-functie ingesteld is. Beeld-in-beeld werkt niet wanneer het signaal dat binnenkomt via INGANG 1:
Een resolutie heeft die SXGA overschrijdt.
Wanneer het ingangssignaal 480I, 480P, 720P of 1080I is.
Gewijzigd is in de interlace-functie door het gebruik van RGB-signalen.
Wanneer de beeldweergavefunctie is ingesteld op DOT BY DOT”.
Wanneer geen signalen verzonden worden naar INGANG 1 of wanneer de resolutie of de verversingsrate (vertikale frequentie) wordt gewijzigd.
Druk op of op de afstandsbediening
op de projector om het beeld in het
of
inzetbeeld te veranderen.
Gebruiksvriendelijke functies
51

Kiezen van de spaarstand

Met de spaarstand of de automatische uitschakelfunctie kunt u het stroomverbruik van de projector beperken.

Instellen van de spaarstand

Deze functie regelt de hoeveelheid geprojecteerd licht. Selecteer ON of OFF om de helderheid en het stroomverbruik te verminderen of te vermeerderen.
Beschrijving van de spaarstanden
ON
OFF
Selecteer Energiebesparing in het menu Opties (1) Zie bladzijde 36 voor de instellingen.
De lichthoeveelheid bedraagt 80%. Het stroomverbruik bedraagt 250 watt.
De lichthoeveelheid bedraagt 100%. Het stroomverbruik bedraagt 290 watt.
Opmerking
De fabrieksinstelling voor de
Energiebesparingsfunctie is OFF.

Automatische uitschakeling

Als de projector is ingeschakeld (Aan) en er gedurende meer dan 15 minuten geen ingangssignaal wordt waargenomen, zal de projector automatisch uitgeschakeld worden. De automatische uitschakelfunctie werkt niet wanneer ze is ingesteld op
Selecteer Auto Power Off in het menu Opties (1) Zie bladzijde 36 voor de instellingen.
Opmerking
Wanneer de automatische uitschakelfunctie
ingesteld is op
de uitschakeling het bericht Spanning uit in X
min. op het scherm verschijnen om de
resterende minuten aan te geven.
(Aan), zal 5 minuten voor
(Uit)”.
52
Inschakelen van de sRGB-kleurbeheerfunctie
Deze functie stelt de uitvoer van de projector in overeenkomstig de sRGB-norm (6.500K).
Instellen van de kleuraan­passingsfunctie (sRGB)
Selecteer “sRGB” in het menu “Opties (1)” Zie bladzijde 36 voor de instellingen.
Opmerking
Wanneer u sRGB op “ON” instelt, kan het
geprojecteerde beeld donkerder worden; dit
duidt echter niet op een defect.
Voor bijkomende informatie over de sRGB-
functie, surf naar http://www.srgb.com/”.
Info
Wanneer sRGB” op “ON” staat;
Kunt u de gammacorrectie niet instellen.
Kunt u Rood”, “Blauw of Kleurtemp. in
Beeld niet instellen.

Automatische zoekfunctie

Deze functie zoekt automatisch en schakelt over naar de ingangsfunctie waarin de signalen worden ontvangen wanneer de projector wordt ingeschakeld of wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt.
Gebruik van de automatische zoekfunctie
Selecteer “Auto zoeken” in het menu “Opties (1) Zie bladzijde 36 voor de instellingen.
Opmerking
ON Schakelt automatisch over naar de ingangsfunctie waarin de signalen worden ontvangen wanneer de projector wordt ingeschakeld of wanneer
op de projector wordt ingedrukt.
OFF In deze stand kunt u handmatig de ingangsfunctie in volgorde veranderen door
op de projector in te drukken.
Om te stoppen met zoeken naar de ingangsfunctie, drukt u
,
of
op de afstandsbediening in.
Info
Zelfs wanneer deze functie aan het zoeken is naar ingangssignalen, kunt u door het indrukken van
afstandsbediening overschakelen naar de desbetreffende ingangsfunctie.
Zelfs wanneer de functie aan het zoeken is naar ingangssignalen, kunt u door het indrukken van een willekeurige toets behalve
,
en
terugkeren naar de vorige
ingangsfunctie.
op de projector of
,
of
op de
Gebruiksvriendelijke functies
53

Digitaal beeldruisonderdrukkingssysteem (Ruisonderdr.)

Digitale ruisonderdrukking biedt een hoge beeldkwaliteit met minimaal puntverloop en kleurvervorming.
Beeldruisonderdruking (Ruisonderdr.)
Selecteer “Ruisonderdr.” in het menu “Opties (1) Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
Stel een niveau in dat een duidelijker beeld oplevert.
U moet Ruisonderdr. op OFF zetten in de volgende gevallen:
Wanneer het beeld wazig is.
Wanneer de omtrekken en kleuren van bewegende beelden uitlopen.
Wanneer TV-uitzendingen met zwakke signalen worden geprojecteerd.
Info
Deze functie is beschikbaar met INGANG 1 (de signalen 480 (alle signalen).
I en 480P) en INGANG 2, 3

Instellen van het in-beeld-display

Met deze functie kunt u de berichten die op het scherm verschijnen in- en uitschakelen. Wanneer u
Niveau A
op het display verschijnen, zelfs wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt.
Gekozen onderdeel
Normaal
Niveau A
Niveau B
Uitschakelen van het in-beeld-display
Selecteer “OSD Display” in het menu “Opties (1) Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
of Niveau B instelt in “OSD Display, zal de ingangsfunctie (bijv. INGANG 1) niet
Beschrijving
Alle schermberichten worden getoond.
Ingang/Stilzetten/Vergroten/Automat.sync./Volume/AV Demping worden niet getoond.
De schermberichten worden niet getoond. (Met uitzondering van de menuschermberichten die verschijnen wanneer de LENS-toets wordt ingedrukt en de waarschuwingsaanduidingen (Spanning uit/Temperatuur/Lamp, enz.))
54

Instellen van het videosysteem

De standaardinstelling voor het videosysteem is “Auto”; het is echter mogelijk dat u geen duidelijk beeld kunt ontvangen van de aangesloten audiovisuele apparatuur omwille van verschillen in het signaal. In dat geval wijzigt u het videosignaal.
IInstellen van het videosysteem
Selecteer “Videosysteem” in het menu “Opties (1) Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
Het videosignaal kan alleen in de INGANG 2- of INGANG 3-functie worden ingesteld.
In Auto” worden de beelden weergegeven in PAL, zelfs wanneer er PAL-N of PAL-M ingangssignalen worden ontvangen.
PA L SECAM NTSC4.43
NTSC3.58
Bij aansluiting op PAL-videoapparatuur. Bij aansluiting op SECAM-videoapparatuur. Bij weergave van NTSC-signalen met PAL-
videoapparatuur. Bij aansluiting op NTSC-videoapparatuur.
Gebruiksvriendelijke functies
55

Opslaan van geprojecteerde beelden

Met deze projector kunt u geprojecteerde beelden (RGB-signalen) vastleggen en ze instellen als startbeeld of achtergrondbeeld wanneer er geen signalen worden ontvangen.
U kunt de ingevoerde beelden vastleggen met analoge RGB-signalen en digitale DVI SVGA-signalen.

Vastleggen van het beeld

Selecteer Beeld vastleggen in het menuOpties (1) Zie bladzijde 38 voor nadere
bijzonderheden.
1 Druk op
Beeld opslaan te selecteren en
druk vervolgens op
Het geprojecteerde beeld wordt vastgelegd. Het vastleggen kan even duren.
11
2
1
Druk op
11
selecteren.
22
2
Druk op
22
Opmerking
Deze functie werkt alleen in de 800 x 600 (SVGA) non-interlacemodus.
Het opgeslagen beeld wordt herleid tot 256 kleuren.
Beelden van apparatuur die aangesloten is op INPUT 2 of INPUT 3 kunnen niet worden vastgelegd.
of
of
.
om
.
om “Ja” te

Verwijderen van het vastgelegde beeld

1
Selecteer Verwijderen” en
2
56
druk op
11
1
Druk op
11
te selecteren.
22
2
Druk op
22
.
of
.
om “OK”

Instellen van een achtergrondbeeld

Met deze functie kunt u het beeld kiezen dat wordt weergegeven wanneer er geen signaal door de projector ontvangen wordt.
Gekozen onderdeel
Sharp
Gebruiker
Blauw
Geen
*1 U kunt een vastgelegd beeld instellen als achtergrondbeeld door Gebruiker” te kiezen. *2 Als er interferentie op het ingangssignaal voorkomt, zal het scherm met de interferentie worden weergegeven.
SHARP standaardbeeld
*1
Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het logo van uw bedrijf)
Blauw scherm
Zwart scherm
*2
Beschrijving
Kiezen van een achtergrondbeeld
Selecteer “Achtergrond” in het menu “Opties (1) Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
Wanneer Gebruiker wordt gekozen, kunt u een beeld dat met Beeld vastleggen werd opgeslagen als achtergrondbeeld weergeven.
Het standaardbeeld van Gebruiker is een zwart scherm.
Kiezen van een startbeeld
Met deze functie kunt u bepalen welk beeld er zal verschijnen bij het opstarten van de projector.
Gekozen onderdeel
Sharp
Gebruiker *
Geen
* U kunt een vastgelegd beeld instellen als startbeeld door Gebruiker te kiezen.
SHARP standaardbeeld
Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het logo van uw bedrijf)
Zwart scherm

Kiezen van een startbeeld

Selecteer Startbeeld” in het menu Opties (1) Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
Wanneer Gebruiker wordt gekozen, kunt u een beeld dat met Beeld vastleggen werd opgeslagen als startbeeld weergeven.
Het standaardbeeld van Gebruiker is een zwart scherm.
Beschrijving
Gebruiksvriendelijke functies
57

Gebruik van een RGB-beeldschermuitgangsadapter

Met een RGB-beeldschermuitgangsadapter (los verkrijgbaar) en een RGB-kabel (in de handel verkrijgbaar) moet u instelling Ja (Y Cable) kiezen wanneer u computerbeelden zowel op de projector als op een beeldscherm wilt weergeven.
Gebruik van een RGB­beeldschermuitgangsadapter
Selecteer “Monitor uit” in het menu “Opties (1) Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
Kies de instelling Uitschakelen wanneer u geen RGB-beeldschermuitgangsadapter gebruikt.
Als de instelling niet juist is, kan het beeld donker, te helder of witachtig zijn. Dit duidt niet op een defect.
Kies de instelling Ja (Y Cable)” wanneer u de RGB-beeldschermuitgangsadapter gebruikt.

Weergeven van de gebruikstijd van de lamp

Controleren van de gebruikstijd van de lamp
Met deze functie kunt u de gebruikstijd van de lamp controleren.
Selecteer het menu “Opties (2)” om de gebruikstijd van de lamp te bekijken.
Opmerking
Het verdient aanbeveling de lamp te vervangen na ongeveer 1.900 gebruiksuren. Neem voor de vervanging van de lamp con­tact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
58
Gebruikstijd van de lamp

Weergeven van de pauzetimer

Weergave en instelling van de pauzetimer
Selecteer “Pauze timer” in het menu “Opties (2)” Zie bladzijde 36 voor nadere bijzonderheden.
1 Wanneer “ ” verschijnt, drukt u
op
in te stellen.
2
Druk op om de pauzetimer te annuleren.
of
U kunt de timer instellen op een waarde tussen 1 en 60 minuten (met tussenstappen van 1 minuut).
om de pauzetimer
"In-beeld-display
Opmerking
Tijdens het gebruik van de pauzetimer wordt de automatische uitschakeling tijdelijk buiten werking gesteld. Als er geen signaaltransmissie plaatsvindt gedurende meer dan 15 minuten nadat de tijd van de pauzetimer is verstreken, wordt de pro­jector uitgeschakeld.
De pauzetimer verschijnt op het startbeeld. Om het tijdens de pauzetimer getoonde scherm te wijzigen, verandert u de instelling van het “Startbeeld” (zie bladzijde 57).
Gebruiksvriendelijke functies
59

De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven in spiegelbeeld

Deze projector is voorzien van een functie om het geprojecteerde beeld om te keren of weer te geven in spiegelbeeld, wat handig is voor diverse toepassingen.
Gekozen onderdeel
Voor
Plafond + voor
Achter
Plafond + achter
Normaal beeld
Spiegelbeeld
Omgekeerd beeld
Omgekeerd en spiegelbeeld
Instellen van de projectiestand
Selecteer “Projectie” in het menu “Opties (2)” Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt het wachtwoordinvoerveld wanneer u Projectie selecteert.
Deze functie wordt gebruikt bij projectie van achteren en plafondmontage. Zie bladzijde 19 voor deze opstellingen.
Beschrijving
Voor Plafond + voor Achter Plafond + achter

Vergrendelen van de bedieningstoetsen van de projector

Met deze functie kunt u het gebruik van bepaalde toetsen op de projector vergrendelen. De volgende drie toetsvergrendelingsniveaus zijn mogelijk.
Toetsvergrendelingsniveau
Normaal
Niveau A
Niveau B
Alle bedieningstoetsen werken.
Alleen de toetsen INPUT/VOLUME/AV MUTE op de projector werken.
Geen enkele toets van de projector werkt.

Instellen van de toetsvergrendeling

Selecteer “Niv. toetsvergr.” in het menu “Opties (2) Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt het wachtwoordinvoerveld wanneer u Niv. toetsvergr.” selecteert.
60
Beschrijving

Annuleren van het toetsvergrendelingsniveau

Wanneer het toetsvergrendelingsniveau “Normaal” is ingesteld, werken alle toetsen.
Selecteer Niv. toetsvergr.” in het menu Opties (2) en stel Normaal in. Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
Wanneer een wachtwoord is ingesteld en Niv. toetsvergr.” wordt gekozen, verschijnt het wachtwoordinvoerveld.
Als zowel een wachtwoord als een toetsvergrendelingsniveau zijn ingesteld, zal het wachtwoord nodig zijn om het toetsvergrendelingsniveau te kunnen wijzigen.

Instellen van een wachtwoord

De gebruiker kan een wachtwoord instellen om te voorkomen dat bepaalde instellingen in het menu Opties (2) kunnen worden gewijzigd. Het gebruik van een wachtwoord in combinatie met het toetsvergrendelingsniveau (bladzijde 60) is effectiever.

Invoeren van het wachtwoord

Selecteer Wachtwoord in het menuOpties (2) Zie bladzijde 38 voor nadere
bijzonderheden.
1 Druk op
of
om het gewenste nummer te selecteren en druk dan op
.
2 Voer de 3 overige cijfers in en druk
op
.
3 Voer het wachtwoord nogmaals in
na “Herbevestigen” en druk op
Opmerking
Wanneer een wachtwoord is ingesteld, moet u het wachtwoord invoeren om de instellingen “Projectie”, “Niv. toetsvergr.”, Anti-diefstal en Alles terugstellen te wijzigen.
.
Gebruiksvriendelijke functies
61
Instellen van een wachtwoord (vervolg)

Wijzigen van het wachtwoord

Selecteer “Wachtwoord” in het menu Opties (2) Zie bladzijde 38 voor het selecteren.
1 Druk op
wachtwoord in te voeren in Oud wachtwrd en druk op
2 Druk op
nieuwe wachtwoord in te stellen en druk op
en
en
.
om het
.
om het
3 Voer het nieuwe wachtwoord van
4 cijfers nogmaals in na Herbevestigen en druk op
Opmerking
Als u geen wachtwoord wenst in te stellen, laat u de velden in stappen 2 en 3 leeg en drukt u op
Om de wachtwoordinstellingen te annuleren, klikt u op
.
.

Als u uw wachtwoord vergeten bent

Als u uw wachtwoord vergeten bent, verwijdert u het en stelt u een nieuw wachtwoord in aan de hand van de volgende procedure.
.
1 Druk op
62
.

Instellen van de Anti-diefstal

De anti-diefstalfunctie voorkomt dat onbevoegden de projector gebruiken. U kunt kiezen of u deze functie gebruikt of niet. Als u deze functie niet wenst te gebruiken, voert u gewoon de sleutelcode niet in. Zodra een andere functie wordt ingeschakeld, dienen gebruikers de juiste sleutelcode in te voeren telkens wanneer de projector wordt gestart. Zonder de juiste sleutelcode kunnen geen beelden worden geprojecteerd. Hierna wordt uitgelegd hoe u deze functie gebruikt.

Invoeren van een sleutelcode

Anti-diefstal kan niet worden geselecteerd tenzij
Wachtwoord is ingesteld. (Zie bladzijde 61.)
Wanneer “Anti-diefstal” is geselecteerd, verschijnt het wachtwoordinvoervenster. Voer eerst het juiste wachtwoord en dan de sleutelcode in.
Selecteer Anti-diefstal in het menuOpties (2) Zie bladzijde 38 voor nadere
bijzonderheden.
1 Druk op een willekeurige toets op de
afstandsbediening of de projector om het eerste cijfer in “Nieuwe code in te stellen.
Opmerking
De volgende toetsen op de afstands­bediening en de projector kunnen niet als sleutelcodes worden ingesteld:
Aan/uit-toets (POWER)
Invoertoets (ENTER)
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
MENU-toets
Vooruit-toets (FORWARD)
Terug-toets (BACK)
2 Voer de overige 3 cijfers in door
willekeurige toetsen in te drukken.
3 Voer dezelfde sleutelcode nogmaals
in Herbevestigen”.
Opmerking
De toetsvergrendelingsfunctie wordt tijdelijk uitgeschakeld.
Gebruiksvriendelijke functies
63
Instellen van de Anti-diefstal (vervolg)
Wanneer “Anti-diefstal” is ingesteld verschijnt het invoerdeel voor de sleutelcode nadat de spanning wordt ingeschakeld. Voer dan de juiste sleutelcode in.
Druk op de toetsen op de afstandsbediening als u met de toetsen van de afstandsbediening de sleutelcode instelt. Druk op de toetsen op de pro­jector als u met de toetsen van de projector de sleutelcode instelt.
Info
Wanneer de functie is ingeschakeld, moet u de juiste sleutelcode kennen. Wij raden u aan de sleutelcode op een veilige plaats te bewaren, waartoe alleen bevoegde gebruikers toegang hebben. Als u uw sleutelcode verliest of vergeet, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum (zie blz. 78). Mogelijk moet u de projector terugbrengen om de oorspronkelijke fabrieksinstellingen te laten herstellen (terugstellen van wachtwoord en sleutelcode).

Wijzigen van de sleutelcode

Wanneer “Anti-diefstal” is geselecteerd, verschijnt het wachtwoordinvoervenster. Zodra u het wachtwoord hebt ingevoerd, kunt u de sleutelcode veranderen.
Selecteer “Anti-diefstal” in het menu “Opties (2)” Zie bladzijde 38 voor nadere bijzonderheden.
1 Druk de toetsen op de
afstandsbediening of op de pro­jector in om de vooraf ingestelde code van 4 cijfers in te voeren na Oude code.
2 Druk op een willekeurige toets
van de afstandsbediening of de projector om de nieuwe sleutelcode in te stellen.
3
Voer hetzelfde sleutelcode van 4 cijfers nogmaals in “Herbevestigen”
Opmerking
Als u geen sleutelcode wenst in te stellen, laat u de sleutelcodeveld leeg in stappen 2 en 3 en drukt u op
.
64

Initialiseren van de instellingen

Met deze functie kunt u de gemaakte projectorinstellingen initialiseren.
Terugkeren naar de standaardinstellingen
Selecteer Alles terugstellen in het menuOpties (2) Zie bladzijde 36 voor het
terugstellen.
Opmerking
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt het wachtwoordinvoervenster wanneer u Alles terugstellen selecteert.
De volgende instellingen kunnen niet worden geïnitialiseerd.
Fijn sync.
Speciale functies
Signaal informatie
Opties
Lamp timer
Anti-diefstal
Taal
Beeld opgeslagen met Beeld vastleggen
Gebruiksvriendelijke functies
65

Weergeven van alle instellingen

Met deze functie kunt u alle gemaakte instellingen in een lijst op het scherm weergeven.
Overzicht van alle menu instellingen
Selecteer het menu “Status” en druk op
Zie bladzijde 36 voor nadere bijzonderheden.
66

Aanhangsel

Aanhangsel

Dragen van de projector

Hoe gebruikt u de draagtas?
Om de projector te verhuizen, bevestigt u de lensdop op de lens en plaatst u de projector in de bijgeleverde draagtas.
1 Open het deksel van de draagtas.
2 Verwijder de binnenbekleding uit
de draagtas en vouw ze in de richting van de pijlen.
3 Plaats de binnenbekleding
opnieuw in de draagtas.
Info
De binnenbekleding moet worden aangebracht om de lens en de projec­tor te beschermen.
4 Plaats de projector en de
accessoires in de draagtas.
Info
Vergeet niet de lensdop te bevestigen om de lens te beschermen.
Wacht tot de projector voldoende is afgekoeld voordat u hem in de draagtas plaatst.
Info
Deze draagtas is enkel bedoeld om de pro­jector op te bergen en te dragen.
Verstuur de projector in de draagtas niet als pakje, want dit kan schade aan de projector veroorzaken. Als u de projector in de draagtas als pakje verstuurt, moet u hem in een stevige doos plaatsen en de doos opvullen met voldoende schokdempend materiaal om beschadiging te voorkomen.
Stel de draagtas of de projector niet bloot aan direct zonlicht, plaats ze niet in de nabijheid van warmtebronnen en laat ze evenmin achter in een wagen. Dit kan leiden tot verkleuring of vervorming van de draagtas of de projector.
Lensdop
Verstel de schouder­riem.
68

Onderhoud

Reinigen van de projector
Trek het netsnoer uit alvorens de projector te reinigen.
De behuizing en het bedieningspaneel zijn van kunststof. Vermijd het gebruik van benzeen en verdunner, aangezien deze de behuizing kunnen beschadigen.
Gebruik geen vluchtige middelen, bijvoorbeeld insecticiden, bij het reinigen van de projector. Bevestig geen rubber of kunststof voorwerpen op de projector gedurende een lange tijd. De effecten van sommige bestanddelen van de kunststof kunnen de kwaliteit of de afwerking van de projector negatief beïnvloeden.
Verdun-
ner
Was
Veeg vuil voorzichtig weg met een zachte flanellen doek.
Neutraal reinigingsm
iddel
Reinigen van de lens
Reinig de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje of met lensreinigingspapier (voor brillen en voor cameralenzen). Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen, aangezien deze de beschermlaag op het lensoppervlak kunnen aantasten.
Het lensoppervlak wordt makkelijk beschadigd. Let op dat u er niet tegen stoot of er krassen op maakt.
R
e
in
ig
in
g
s
-
p
a
p
ie
r
Reinigen van de ventilatiegleuven
Verwijder stof van de ventilatiegleuven met een stofzuiger.
Achteraanzicht van de projector
Neutraal reinigingsmiddel
verdund met water
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gaat u als volgt te werk: drenk de doek in een in water opgelost neutraal reinigingsmiddel, wring hem goed uit en veeg vervolgens de projector schoon. Sterke schoonmaakproducten kunnen de afwerking van de projector doen verkleuren, kromtrekken of beschadigen. Probeer het product eerst uit op een klein en verborgen deel van de projector.
Aanhangsel
69

Onderhoudsindicators

De verklikkerlampjes op de projector duiden problemen in de projector aan.
Als er zich een probleem voordoet, licht ofwel de temperatuurindicator (TEMP.) ofwel de lampindicator (LAMP) rood op en wordt de stroom uitgeschakeld. Volg na het uitschakelen van de stroom de onderstaande stappen.
Over de
Bedrijfsindicator (POWER)
Over de temperatuurindicator (TEMP.)
Als de temperatuur in de projector stijgt als gevolg van geblokkeerde ventilatiegleuven of omstandigheden in de installatieplaats, gaat
knipperen. Als de temperatuur blijft stijgen, wordt de lamp uitgeschakeld en gaat de temperatuurindicator (TEMP.) knipperen, blijft de koelventilator nog 90 seconden draaien, waarna de stroom wordt uitgeschakeld. Neem de volgende maatregelen wanneer
links onder in het beeld
verschijnt.
Temperatuur
-indicator (TEMP.)
Lampindicator (LAMP)
lampindicator (LAMP)
Wanneer de lamp een totale gebruiks­duur van 1.900 uren heeft overschreden, verschijnt het geel op het scherm. Wanneer een totale gebruiksduur van 2.000 uren is bereikt, wordt en worden eerst de lamp en dan de projector automatisch uitgeschakeld. Op dat moment zal de lampindicator (LAMP) rood oplichten.
Na de vierde poging om de projec­tor in te schakelen zonder dat de lamp is vervangen, zal de projector niet meer kunnen worden ingeschakeld.
in
rood
Onderhoudsindicator
Temperatuur
indicator
(TEMP.)
Lamp-
indicator
(LAMP)
Normaal
Uit
Licht groen op
Groen
knipperend
wanneer de
lamp in
werking is.
Abnormaal
Abnormaal
Licht rood op/stroom uit
Knippert rood
Licht rood op/stroom uit
Toestand
De inwendige temperatuur is abnormaal hoog.
De lamp is aan vervanging toe
De lamp gaat niet branden.
Probleem Mogelijke oplossing
Geblokkeerde luchtinlaat
Defecte koelventilator
Interne elektrische storing
Geblokkeerde luchtinlaat
Gebruiksduur van de lamp meer dan 1.900 uur
Lamp is doorgebrand
Storing in lampcircuit
Verplaats de projector naar een plek met voldoende ventilatie.
Breng de projector naar uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum bladzijde 78)
Breng de projector naar uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum (zie bladzijde 78) voor reparatie of voor vervanging van de lamp.
Ga voorzichtig te werk wanneer u de lamp vervangt.
voor reparatie.
(zie
Info
Als de temperatuurindicator (TEMP.) oplicht en de stroom wordt uitgeschakeld, voer dan de bovenvermelde mogelijke oplossingen uit en wacht tot de projector helemaal is afgekoeld voordat u het netsnoer insteekt en de stroom weer inschakelt. (Minstens 5 minuten.)
Als de stroom wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld, bijvoorbeeld tijdens een korte test, is het mogelijk dat de lampindicator (LAMP) in werking treedt en dat de stroom niet kan worden ingeschakeld. Trek in dat geval de stekker uit het stopcontact en steek hem er weer in.
Om de luchtopeningen te reinigen tijdens het gebruik van de projector, moet u eerst op
drukken en vervolgens,
nadat de stroom is uitgeschakeld en de koelventilator is gestopt, de ventilatieopeningen reinigen.
Trek het netsnoer niet uit nadat de stroom is uitgeschakeld terwijl de koelventilator nog werkt. De koelventilator werkt nog gedurende ongeveer 90 seconden.
70

Over de lamp

Lamp

Het verdient aanbeveling de lamp (los verkrijgbaar) te vervangen na ongeveer 1.900 branduren of wanneer de beeld- en kleurkwaliteit gevoelig verminderten. De gebruikstijd van de lamp kan worden afgelezen op het in­beeld display. Zie bladzijde 58.
U kunt de lamp laten vervangen bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
BELANGRIJKE MEDEDELING VOOR KLANTEN IN DE VERENIGDE STATEN:
Voor de lamp die bij deze projector wordt geleverd geldt een beperkte garantie van 90 dagen op onderdelen en werkuren. Ieder onderhoud aan de projector dat onder de garantie valt, inclusief het vervangen van de lamp, moet worden uitgevoerd door een erkende Sharp projector dealer of servicecentrum. Voor de naam van de dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum belt u het gratis nummer: 1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277).

Waarschuwing in verband met de lamp

Deze projector maakt gebruik van een kwiklamp onder druk. Als u een luid geluid hoort, kan de lamp defect zijn. De lamp kan defect raken om allerlei redenen zoals: sterke schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of slijtage van de lamp door overschrijding van de gebruikstijd. Als gevolg van verschillen tussen de lampen en/of in de gebruiksomstandigheden en de frequentie van het gebruik zal de tijdsduur voordat de lamp defect raakt variëren. Belangrijke opmerking: defecte lampen barsten vaak.
Wanneer de lampindicator (LAMP) en het in-beeld-display branden of knipperen, moet u de lamp onmiddellijk vervangen door een nieuwe, zelfs als de lamp nog normaal lijkt te werken.
Als de lamp breekt, kunnen glassplinters in het lamphuis vliegen of kan er gas van de lamp ontsnappen via de uitlaatopening van de projector. Het in deze lamp aanwezige gas bevat kwik; verlucht de kamer goed als de lamp breekt en vermijd blootstelling aan het vrijgekomen gas. Als u wordt blootgesteld aan dit gas, moet u zo snel mogelijk een dokter raadplegen.
Als de lamp breekt, kunnen glassplinters binnen in de projector terechtkomen. Neem in dat geval contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te verwijderen en veilig verder te werken.
ALLEEN GELDIG VOOR DE V.S.

Vervangen van de lamp

Let op
Verwijder de lampeenheid niet onmiddellijk na gebruik van de projector. De lamp is dan nog erg heet, waardoor u zich zou kunnen verbranden.
Wacht minstens één uur na het uittrekken van het netsnoer zodat het oppervlak van de lampeenheid helemaal kan afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
Als na het vervangen van de lamp de nieuwe lamp niet gaat branden, moet u uw projector naar de dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum brengen voor reparatie. Koop een vervangingslampeenheid van het type BQC-PGM20X//1 bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum. Vervang vervolgens voorzichtig de lamp volgens de instructies hierna. Indien gewenst kunt u de lamp laten vervangen bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
Aanhangsel
71
Over de lamp (vervolg)

Verwijderen en installeren van de lampeenheid

Info
Verwijder de lampeenheid met behulp van de handgreep. Raak het glas van de lampeenheid of de binnenkant van de projec­tor niet aan.
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwkeurig om letsel en beschadiging van de lamp te voorkomen.
Draai geen andere schroeven los behalve die voor het deksel van de lampeenheid en de lampeenheid.
Zie de bij de lampeenheid geleverde handleiding.
1 Druk op op de projector om
de stroom uit te schakelen.
Wacht tot de koelventilator tot stilstand komt.
Lamp­eenheid
BQC-PGM20X//1
POWER-toets
2 Trek het netsnoer uit.
Trek het netsnoer uit de netingang.
Wacht tot de lamp volledig is afgekoeld (ongeveer 1 uur).
3 Verwijder het deksel van de
lampeenheid.
Draai de projector om en draai de gebruiker-onderhoudsschroef waarmee het deksel van de lampeenheid is bevestigd los. Schuif vervolgens het deksel in de richting van de pijl.
72
72
Netingang
Gebruiker-onderhoudsschroef
4 Verwijder de lampeenheid.
Draai de bevestigingsschroeven van de lampeenheid los. Neem de lampeenheid vast bij de handgreep en trek ze in de richting van de pijl.
5 Installeer de nieuwe lampeenheid.
Druk de lampeenheid stevig vast in het lampeenheidvak. Draai de bevestigings­schroeven vast.
Bevestigings­schroef
6 Bevestig het deksel van de
lampeenheid.
Schuif het deksel van de lampeenheid in de richting van de pijl. Draai vervolgens de gebruiker-onderhoudsschroef vast.
Info
Als de lampeenheid en het deksel van de lampeenheid niet correct geïnstalleerd zijn. Kunt u het toestel niet inschakelen, zelfs als het netsnoer is aangesloten op de projector.

Terugstellen van de lamptimer

Stel na het vervangen van de lamp de lamptimer terug.
1 Sluit het netsnoer aan.
Steek het netsnoer in de netingang van de projector.
2 Stel de lamptimer terug.
Druk
, , en op de projec-
tor samen met
LAMP 0000H verschijnt om aan te geven dat de lamptimer is teruggesteld.
op de projector in.
Afb #204
Gebruiker-onderhoudsschroef
Netingang
Aan/uit-toets (POWER)
Info
Stel de lamptimer alleen terug wanneer u de lamp vervangt. Anders kan de lamp beschadigd worden of ontploffen.
toetsen
Invoertoets (ENTER)
Aanhangsel
73

Toekenning van de aansluitpinnen

DVI digitale / analoge INPUT 1-aansluiting: 29-pins connector
DVI digitale RGB-ingang
•••••••••
•••••••••
~
9
••••
21
17
••••
18 23
DVI analoge RGB-ingang
Pin nr. Signaal Pin nr. Signaal
1 Niet aangesloten 16 Spanning-plug detectie 2 Niet aangesloten 17 Niet aangesloten 3 Niet aangesloten 18 Niet aangesloten 4 Niet aangesloten 19 Niet aangesloten 5 Niet aangesloten 20 Niet aangesloten 6 DDC klok 21 Niet aangesloten 7 DDC data 22 Niet aangesloten 8 Verticale sync. 23 Niet aangesloten
9 Niet aangesloten 24 Niet aangesloten 10 Niet aangesloten C1 Analoge ingang rood 11 Niet aangesloten C2 Analoge ingang groen 12 Niet aangesloten C3 Analoge ingang blauw 13 Niet aangesloten C4 Horizontale sync. 14 +5V 15 Aarde
voeding
16
••••
~
87
C1 C2
C4
C5 C3
24
••••
~
C5 Aarde
Pin nr. Signaal Pin nr. Signaal
1 T.M.D.S data 2– 16 Spanning-plug detectie 2 T.M.D.S data 2+ 17 T.M.D.S data 0– 3 T.M.D.S data 2 afscherming 18 T.M.D.S data 0+ 4 Niet aangesloten 19 T.M.D.S data 0 afscherming 5 Niet aangesloten 20 Niet aangesloten 6 DDC klok 21 Niet aangesloten 7 DDC data 22 T.M.D.S klok-afscherming 8 Niet aangesloten 23 T.M.D.S klok+
9 T.M.D.S data 1– 24 T.M.D.S klok– 10 T.M.D.S data 1+ C1 Niet aangesloten 11 T.M.D.S data 1 afscherming C2 Niet aangesloten 12 Niet aangesloten C3 Niet aangesloten 13 Niet aangesloten C4 Niet aangesloten 14 +5V 15 Aarde
DVI analoge component-ingang
Pin nr. Signaal Pin nr. Signaal
1 Niet aangesloten 16 Niet aangesloten 2 Niet aangesloten 17 Niet aangesloten 3 Niet aangesloten 18 Niet aangesloten 4 Niet aangesloten 19 Niet aangesloten 5 Niet aangesloten 20 Niet aangesloten 6 Niet aangesloten 21 Niet aangesloten 7 Niet aangesloten 22 Niet aangesloten 8 Niet aangesloten 23 Niet aangesloten 9 Niet aangesloten 24 Niet aangesloten
10 Niet aangesloten C1 Analoge ingang Pr/Cr 11 Niet aangesloten C2 Analoge ingang Y 12 Niet aangesloten C3 Analoge ingang Pb/Cb 13 Niet aangesloten C4 Niet aangesloten 14 Niet aangesloten C5 Aarde 15 Aarde
voeding
C5 Aarde
USB-aansluiting: 4-pins B-type USB-aansluiting
12
Pin nr. Signaal Naam
1 VCC USB 2 USB– USB data– 3 USB+ USB data+ 4 SG Signaalaarde
43
74
voeding

Tabel met compatibele computers

Ondersteuning van meerdere signalen Horizontale frequentie: 15–102 kHz Verticale frequentie: 43–160 Hz* Pixelkloksnelheid: 12–120 MHz
Compatibel met sync. op groen en samengestelde sync. signalen
Compatibel met SXGA+, SXGA en XGA bij geavanceerde intelligente compressie
AICS-technologie (Advanced Intelligent Compression and Expansion System) voor aanpassing van de grootte
Hierna volgt een lijst van functies die voldoen aan VESA. Deze projector ondersteunt echter ook andere signalen die geen VESA-standaarden zijn.
PC/ MAC/ WS
PC
VGA
SVGA
XGA
Resolutie
640 × 350
720 × 350
640 × 400
720 × 400
640 × 480
800 × 600
1.024 × 768
Horizontale
frequentie
(kHz)
27,0 60 31,5 37,9 27,0 31,5 27,0 31,5 37,9 27,0 31,5 37,9 26,2 31,5 34,7 37,9 37,5 43,3 47,9 53,0 61,8 78,5 80,9 31,4 35,1 37,9 44,5 48,1 46,9 53,7 56,8 64,0 77,2 98,3
102,1
35,5 40,3 48,4 56,5 58,1 60,0 68,7 73,5 77,2 80,6
Verticale
frequentie
(Hz)
70 85 60 70 60 70 85 60 70 85 50 60 70 72 75 85
90 100 120 150 160
50
56
60
70
72
75
85
90 100 120 150 160
43
50
60
70
72
75
85
90
96 100
DVI-
VESA
onder-
Standard
steuning
✔ ✔ ✔
✔ ✔
✔ ✔ ✔
✔✔ ✔
✔✔ ✔
✔ ✔ ✔ ✔
✔ ✔ ✔
✔ ✔
✔ ✔ ✔
Display
Upscale
Tru e
Geavanceerde
intelligente
compressie
PC/
MAC/
WS
PC
PC/
MAC 13
PC/
MAC 19
MAC
16 MAC 21 PC (WS) SGI (WS)
SUN (WS)
Resolutie
1.152 × 864
SXGA
1.152 × 882
1.280 ×1.024
+
SXGA
1.400 ×1.050
640 × 480 34,9 67
VGA
XGA
1.024 × 768
800
×
SVGA
SXGA
SXGA
600
832
×
624
1.152
×
870
1.280
×
960
1.280×1,024
1.152
×
900
Horizontale
frequentie
Verticale
VESA
frequentie
Standard
(kHz)
54,3 64,0 64,1 67,5 75,7 80 54,8 65,9 67,4 64,0 64,0 60
48,4 60 ✔✔
60,0 75 ✔✔
46,8 75 49,6 75 68,5 75 60,0 60 53,5 50 60,9 66 71,9 76
(Hz)
60 70 72 75
60 72 74 60
steuning
DVI-
onder-
Display
Geavanceerde
intelligente
compressie
Upscale
Geavanceerde
intelligente
compressie
Tr u e
Geavanceerde
intelligente
compressie
* Er kan tijdelijk beeldruis optreden bij verticale frequenties boven 100 Hz als de OSD-functies geactiveerd worden.
Opmerking
Het is mogelijk dat deze projector niet in staat blijkt beelden weer te geven van notebookcomputers in de simultane (CRT/LCD) weergavestand. In dat geval moet u het LCD-display van de notebookcomputer uitschakelen en de weergave op CRT alleen” instellen. Raadpleeg voor meer bijzonderheden over het omschakelen van de weergavestand de handleiding van uw notebookcomputer.
Wanneer deze projector 640 x 350 VESA-formaat VGA-signalen ontvangt, verschijnt “640 × 400 op het scherm.
Aanhangsel
75

Oplossen van problemen

Probleem
Geen beeld en geen geluid
of de projector start niet.
Wel geluid, maar
geen beeld
De kleurweergave is bleek
of slecht
Het beeld is onscherp; er
verschijnt ruis in het beeld
Controle
Het netsnoer van de projector zit niet in het stopcontact.
De stroom van de externe apparaten is uitgeschakeld.
Er is een verkeerde ingangsfunctie gekozen.
De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg.
De externe uitgang is niet ingesteld bij de aansluiting van een notebookcomputer.
De aanduiding AV DEMPING verschijnt.
De lampeenheid en het deksel van de lampeenheid zijn niet juist geïnstalleerd.
De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
De instellingen “Helder” is op de minimumstand ingesteld.
De beeldinstellingen zijn verkeerd.
(Alleen voor video-ingang)
Het video-ingangssysteem is verkeerd ingesteld.
(Alleen voor INGANG1)
Het ingangssignaaltype RGB/Component is verkeerd ingesteld.
Stel het beeld scherp.
De projectieafstand overschrijdt het scherpstelbereik.
(Alleen voor computeringang)
Voer de instellingen onder “Fijn sync.” (de instelling “Klok”) uit
Voer de instellingen onder “Fijn sync.” (de instelling “Fase”) uit
Er verschijnt ruis, afhankelijk van de computer.
De instelling “Ruisonderdr.” (digitale ruisonderdrukking) is verkeerd.
De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
Het volume staat in de minimumstand.
Bladzijde
20
29
21–26
13
30 72
21–26
40
40
55
40
31
17–18
42·44
42
54
21–26
29
Wel beeld, maar
geen geluid
Af en toe is een ongewoon
geluid hoorbaar in de
behuizing
Onderhouds-
indicator licht op
Het beeld kan niet worden
vastgelegd
Beeld-in-beeld
werkt niet
76
Als het beeld normaal is, is het geluid te wijten aan het krimpen van de behuizing als gevolg van veranderingen in de kamertemperatuur. Dit zal de werking of de prestaties niet beïnvloeden.
Zie “Onderhoudsindicators”.
Het signaal in INGANG 1 is geen analoog RGB/digitaal RGB SVGA­signaal (800 × 600). Er kunnen geen beelden worden vastgelegd bij ontvangst van andere dan de voornoemde signalen.
Het signaal in
Het signaal in INGANG 1 verstuurt componentsignalen van 480I, 480P, 720P of 1080I.
Het signaal in INGANG 1 is ingesteld op de interlace-functie met RGB-signalen.
INGANG
1 is ingesteld op een hogere resolutie dan SXGA.
70
56
51
Stroom kan niet worden
in- of uitgeschakeld met de
Aan/uit-toets (POWER) op
de projector
Het beeld is groen bij
INGANG 1 COMPONENT
Het beeld is roze (geen
groen) bij INGANG 1 RGB
Het beeld is donker
Het beeld is te helder en
witachtig
De VOLUME-toetsen op de
projector werken niet
ControleProbleem Bladzijde
Het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld. Als het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld op Niveau B, zijn alle toetsen vergrendeld. Als het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld op Niveau A, werken alleen de toetsen INPUT, VOLUME en AV MUTE.
Verander de instelling van het ingangssignaaltype.
De lampindicator (LAMP) knippert rood. Vervang de lamp.
Monitor uit is ingesteld op Uitschakelen terwijl de RGB­beeldschermuitgangsadapter is aangesloten op de beeldschermuitgang.
Monitor uit is ingesteld op Ja (Y Cable) terwijl de RGB­beeldschermuitgangsadapter niet is aangesloten op de beeldschermuitgang.
De beeldinstellingen zijn verkeerd.
De VOLUME-toetsen werken niet: (probeer VOL+/– op de afstandsbediening)
wanneer het menu wordt getoond
wanneer het lensmenu wordt getoond
wanneer beeld-in-beeld actief is
tijdens het vergroten (meer dan dubbele grootte)
wanneer de dot by dot” schermresolutie groter is dan de paneelresolutie.
60
40
72-73
58
58
40
Aanhangsel
77

Voor SHARP Assistance

Als u problemen ondervindt tijdens de installatie of bediening van deze projector, raadpleegt u eerst het deel “Oplossen van problemen” op bladzijde 76 en 77. Als deze gebruiksaanwijzing geen oplossing biedt voor uw probleem, neemt u contact op met de hieronder vermelde SHARP serviceafdelingen.
USA Sharp Electronics Corporation
1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277) lcdsupport@sharpsec.com http://www.sharplcd.com
Canada Sharp Electronics of Canada Ltd.
(905) 568-7140 http://www.sharp.ca
Mexico Sharp Electronics Corporation
Mexico Branch
(525) 716-9000 http://www.sharp.com.mx
Latijns-Amerika Sharp Electronics Corp. Latin
American Group
(305) 264-2277 www.servicio@sharpsec.com http://www.siempresharp.com
Duitsland Sharp Electronics (Europe)
GMBH
01805-234675 http://www.sharp.de
Ver. Koninkrijk Sharp Electronics (U.K.) Ltd.
0161-205-2333 custinfo@sharp-uk.co.uk http://www.sharp.co.uk
Italië Sharp Electronics (Italy) S.P.A.
(39) 02-89595-1 http://www.sharp.it
Frankrijk Sharp Electronics France
01 49 90 35 40 hotlineced@sef.sharp-eu.com http://www.sharp.fr
Spanje Sharp Electronica Espana, S.A.
93 5819700 sharplcd@sees.sharp-eu.com http://www.sharp.es
Zwitserland Sharp Electronics (Schweiz) AG
0041 1 846 63 11 cattaneo@sez.sharp-eu.com http://www.sharp.ch
Zweden Sharp Electronics ( Nordic ) AB
(46) 8 6343600 vision.support@sen.sharp-eu.com http://www.sharp.se
Oostenrijk Sharp Electronics Austria
(Ges.m.b.H.)
0043 1 727 19 123 pogats@sea.sharp-eu.com http://www.sharp.at
Australië Sharp Corporation of
Australia Pty. Ltd.
1300-135-022 http://www.sharp.net.au
Nieuw-Zeeland Sharp Corporation of New
Zealand
(09) 634-2059, (09) 636-6972 http://www.sharpnz.co.nz
Singapore Sharp-Roxy Sales (S) Pte.
Ltd.
65-226-6556 ckng@srs.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.sg
Hongkong Sharp-Roxy (HK) Ltd.
(852) 2410-2623 dcmktg@srh.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.hk
Maleisië Sharp-Roxy Sales & Service Co.
(60) 3-5125678
V.A.E. Sharp Middle East Fze
971-4-81-5311 helpdesk@smef.global.sharp.co.jp
Thailand Sharp Thebnakorn Co. Ltd.
02-236-0170 svc@stcl.global.sharp.co.jp http://www.sharp-th.com
Korea Sharp Electronics Incorporated of
korea
(82) 2-3660-2002 webmaster@sharp-korea.co.kr http://www.sharp-korea.co.kr
India Sharp Business Systems
(India) Limited
(91) 11- 6431313 service@sharp-oa.com
78

Technische gegevens

Producttype
Videosysteem
Weergavemethode
DMD-paneel
Projectielamp
Component-ingangssignaal
(INPUT 1)
Horizontale resolutie
Computer RGB-ingangssignaal
(INPUT 1)
S-video-ingangssignaal
(INPUT 2)
Video-ingangssignaal
(INPUT 3)
Beeldpuntklok
Verticale frequentie
Horizontale frequentie
Audio-ingangssignaal
Audio-uitgang
Luidsprekersysteem
Nominale spanning
Ingangsstroom
Nominale frequentie
Stroomverbruik
Warmteafvoer
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Behuizing
I/R-dragerfrequentie
Afmetingen (bij benadering)
Gewicht (bij benadering)
Meegeleverde accessoires
Vervangingsonderdelen
* Er kan tijdelijk beeldruis optreden bij verticale frequenties boven 100 Hz als de OSD-functies geactiveerd worden.
Deze SHARP-projector maakt gebruik van een DMD-paneel. Dit uiterst geavanceerde paneel bevat 480.000 beeldpunten. Net als andere hoogwaardige elektronische producten, zoals grootbeeld­TV's, videosystemen en videocamera's, moeten projectoren voldoen aan bepaalde tolerantienormen.
Digitale multimediaprojector PG-M20S
Model
NTSC 3.58/NTSC 4.43/PAL/PAL-M/PAL-N/PAL 60/SECAM/ DTV480I/DTV480P/DTV720P/DTV1080I Enkele-chip Digital Micromirror Device™ (DMD™) van Texas Instruments Paneelformaat: 0,55" (14 mm), 1 chip SVGA DMD Aantal beeldpunten: 480.000 beeldpunten (800 [H] × 600 [V]) 1–1,2 × zoomlens, F1,75-2,04, f = 28,0–33,5 mm
Lens
Ontladingslamp met hoge intensiteit (HID-lamp), DC 210 W 29-pins aansluiting DVI-ingangssignaal: Digitaal 250–1.000 mV 50
Y: 1,0 Vp-p, sync negatief, 75 afgesloten PB: 0,7 Vp-p, 75 afgesloten PR: 0,7 Vp-p, 75 afgesloten 500TV-lijnen (S-VIDEO) 29-pins aansluiting RGB gescheiden/synchronisatie op groen type analoge ingang: 0–0,7 Vp-p, positief, 75 afgesloten HORIZONTAAL SYNC. SIGNAAL: TTL-niveau (positief/negatief) VERTICAAL SYNC. SIGNAAL: idem als hierboven 4-pins Mini DIN-aansluiting Y (luminantiesignaal): 1,0 Vp-p, sync negatief, 75 afgesloten C (kleursignaal): Piek 0,286 Vp-p, 75 afgesloten RCA-aansluiting: VIDEO, composiet video, 1,0 Vp-p, synchronisatie negatief, 75 afgesloten 12-120 MHz 43-160 Hz* 15-102kHz ø3,5 mm ministekker: AUDIO, 0,5 Vrms, meer dan 47 k (stereo) 2,0 W (mono) 4 cm × 3 cm 100-240 V wisselstroom 3,2 A 50/60 Hz 290 W
1.090 BTU/uur 41°F tot 95°F (+5°C tot +35°C) –4°F tot 140°F (–20°C tot +60°C) Plastic 38 kHz 8 5⁄8" × 3" × 11 15⁄16" (219 (B) × 76 (H) × 303 (D) mm) (alleen de hoofdbehuizing) 8 3⁄4" × 3 1⁄4" × 12 1⁄2"(223 (B) × 83 (H) × 318 (D) mm) (inclusief stelvoetjes en uitstekende delen) 5,8 lbs. (2,6 kg) Afstandsbediening, twee R-03batterijen, netsnoer voor V.S., Canada enz. (6' (1,8 m)), netsnoer voor Europa, uitgezonderd Ver. Kon. (6' (1,8 m)), netsnoer voor Ver. Kon., Hong Kong en Singapore (6' (1,8 m)), netsnoer voor Australië, Nieuw-Zeeland en Oceanië (6' (1,8 m)), DVI- naar 15-pins D-sub-kabel (6' (1,8 m)), USB-kabel (6' (1,8 m)), draagtas, lensdop (bevestigd), lensdopriem, aansluitingendeksel (bevestigd), CD-ROM, gebruiksaanwijzing, snelle referentiegidsen Lampeenheid (Lamp/huismodule)(BQC-PGM20X//1), Afstandsbediening (RRMCGA013WJSA), twee R-03-batterijen (“AAA”-formaat, UM/SUM-4, HP-16 of gelijkwaardig), netsnoer voor V.S., Canada enz. (QACCDA007WJPZ), netsnoer voor Europa, uitgezonderd Ver. Kon. (QACCV4002CEZZ), netsnoer voor Ver. Kon., Hong Kong en Singapore (QACCBA012WJPZ), netsnoer voor Australië, Nieuw-Zeeland en Oceanië (QACCL3022CEZZ), DVI- naar 15-pins D-sub-kabel (QCNWGA010WJZZ), USB-kabel (QCNWG0001WJPZ), draagtas (GCASN0005CESA), lensdop (CCAPHA001WJ01), lensdopriem (UBNDT0013CEZZ), aansluitingendeksel (GCOVD0103CESA), CD-ROM (UDSKAA009WJZZ), ,gebruiksaanwijzing (TINS-A209WJZZ), snelle referentiegidsen
Analoog 0,7 Vp-p 75
Dit apparaat heeft enkele, binnen de tolerantienormen vallende, inactieve beeldpunten die kunnen resulteren in inactieve punten op het beeldscherm. Dit heeft geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
Aanhangsel
De technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd.
79

Afmetingen

Eenheden: duim (mm)
Zijaanzicht
12
17
(318)
Achteraanzicht
Bovenaanzichi
/
32
3
8
/4 (223)
5
/8 (219)
8
1
5
/16 (128)
11 15/
(303)
Zijaanzicht
16
Vooraanzicht
Onderaanzicht
3
(80)
(76)
9
/
32
3
3
(83)
1 1/
2
3
1
/
8
(34,2)
9
4
/16 (115,5)
ø54
11
7
/16 (195)
1
3
/4 (82,5)
3
2
/8
(60)
1
/
8
5
/
16
(7,5)
31
1
(37,5)
/
64
M3
(38,7)
M3
1
4
/
(104)
8
5
10
/
(261,5)
16
M3
80

Verklarende woordenlijst

Achtergrondbeeld
Als standaard in te stellen beeld dat geprojecteerd wordt wanneer er geen ingangssignaal ontvangen wordt.
Anti-diefstal
Wanneer de projector wordt gestolen, kunnen geen beelden worden geprojecteerd tenzij het juiste sleutelwoord wordt ingevoerd.
Automatische synchronisatie
Zorgt voor een optimale weergave van computer­gegenereerde beelden door automatisch bepaalde instellingen te regelen.
Beeld-in-beeld
Biedt u de mogelijkheid om videobeelden aan een gegevensscherm toe te voegen, voor nog effectievere presentaties.
Beeldverhouding
De breedte-hoogteverhouding van een beeld. De normale beeldverhouding voor computer- en videobeelden is 4:3. Er bestaan ook breedbeeldformaten met verhoudingen van 16:9 en 21:9.
Digitale beeldverschuiving
Verschuift het beeld makkelijk naar boven of naar onder met de toetsen
GROOTTE AANPASSEN van het ingangsbeeld KADER, REK of SLIMME REK is van de video- of DTV­signalen.
en
wanneer de functie
Dot by dot
Deze functie projecteert beelden in hun oorspronkelijke resolutie.
DVI (Digital Visual Interface)
Digitale weergave-interface die ook analoge interfaces ondersteunt.
Fase
Een faseverschil is een verschil in timing tussen isomorfe signalen met dezelfde resolutie. Bij een onjuist faseniveau zal het geprojecteerde beeld een typische horizontale flikkering vertonen.
GAMMA
Functie die de beeldkwaliteit verbetert door het verhelderen van de donkere delen van het beeld zonder de helderheid van de heldere delen te veranderen. U kunt uit vier verschillende instellingen kiezen: STANDAARD, PRESENTATIE, CINEMA en SPEL.
Geavanceerde intelligente compressie
Via deze kwalitatief hoogstaande methode worden beelden van een hogere en lagere resolutie aangepast aan de eigen resolutie van de projector
GROOTTE AANPASSEN
Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld te verbeteren. U kunt uit zes verschillende instellingen kiezen: NORMAAL, VOLLEDIG, DOT BY DOT, KADER, REK en SLIMME REK.
Kader
Projecteert een 4:3-beeld volledig op een 16:9-scherm door de 4:3-beeldverhouding te behouden.
Kleurtmp (kleurtemperatuur)
Functie voor het afstellen van de kleurtemperatuur overeenkomstig het type beeld dat de projector ontvangt. Verlaag de kleurtemperatuur voor een warmer, roodachtig beeld met natuurlijke huidskleuren of verhoog de kleurtemperatuur voor een koeler, blauwachtig beeld met meer helderheid.
Klok
De klok wordt aangepast om verticale ruis op te heffen die het gevolg is van een verkeerde klokinstelling.
Progressieve functie
De progressieve weergavefunctie zorgt voor een gelijkmatiger videobeeld. U kunt uit drie verschillende instellingen kiezen: 2D Progressief, 3D Progressief en Filmfunctie.
Rek
Functie die het 4:3-beeld horizontaal uitrekt om het volledig te kunnen weergeven op een 16:9-scherm.
Slimme rek
Projecteert het beeld volledig op een 16:9-scherm door alleen de randen te vergroten en de 4:3-beeldverhouding te behouden in het midden van het beeld.
sRGB
Een internationale norm voor kleurweergave opgesteld door de IEC (International Electrotechnical Commis­sion). Aangezien het vaste kleurgebied door de IEC is bepaald, verandert de kleur volgens DLP-functies zodat de beelden natuurlijk worden weergegeven op basis van een origineel beeld wanneer u de sRGB-functie inschakelt.
Startbeeld
Het beeld dat verschijnt wanneer de projector wordt ingeschakeld.
Statusfunctie
Laat de ingestelde waarden zien van elk in te stellen onderdeel.
Stilstaand beeld
Functie die een bewegend beeld tijdelijk stilzet.
Toetsvergrendelingsniveau
Functie die toetsen kan vergrendelen om ongewenste bediening te voorkomen.
Trapeziumvorm-correctie
Functie voor het digitaal corrigeren van een vervormd beeld wanneer de projector onder een hoek staat, het zaagtandeffect vermindert en het beeld niet alleen horizontaal maar ook verticaal comprimeert om de 4:3 beeldverhouding te behouden.
Wachtwoord
Een wachtwoord wordt ingesteld om te voorkomen dat de instellingen van het menu Opties (2) kunnen worden gewijzigd.
Aanhangsel
81

Index

2D Progressief .............................................................. 41
3D Progressief .............................................................. 41
Aan/uit-toets (POWER) ................................................ 28
Aansluitingendeksel ..................................................... 10
Achtergrondbeeld ......................................................... 57
Afstandsbediening ........................................................ 12
Afstandsbedieningssensor ........................................... 13
Alles terugstellen .......................................................... 65
Anti-diefstal ................................................................... 63
Automatische synchronisatie display ........................... 44
Automatische uitschakeling.......................................... 52
Automatische zoekfunctie ............................................ 53
Automatische-synchronisatietoets ............................... 44
Batterijen....................................................................... 13
Bedrijfsindicator ............................................................ 28
Beeld vastleggen .......................................................... 56
Beeld-in-beeld .............................................................. 51
Beelden omkeren/weergeven in spiegelbeeld ............. 60
Beeldinstellingen .......................................................... 40
Beeldverhouding........................................................... 47
Component-ingang ....................................................... 23
Dempingstoets (AV MUTE) .......................................... 30
Digitale ruisonderdrukking (DNR) ................................ 54
Digitale verschuivingsfunctie ........................................ 33
DOT BY DOT ................................................................ 47
Draadloze presentatie .................................................. 26
Draagtas ....................................................................... 68
DVI- naar 15-pins D-sub-kabel .................................... 21
ENLARGE-toetsen (vergroten/verkleinen)................... 49
Fase .............................................................................. 42
Fijn sync (Fijne synchronisatie).................................... 42
Filmfunctie .................................................................... 41
GAMMA-toets ............................................................... 50
INGANG – 3 functies .................................................... 29
INPUT 1-aansluiting ..................................................... 21
INPUT 2-aansluiting ..................................................... 24
INPUT 3-aansluiting ..................................................... 24
INPUT AUDIO-aansluiting ............................................ 21
INPUT-toets .................................................................. 29
Instellen van computerbeelden .................................... 42
Instellen van de automatische synchronisatie ............. 44
Instellen van de lens..................................................... 31
Instellen van speciale functies ..................................... 43
Insteltoetsen ................................................................. 36
Invoertoets (ENTER) .................................................... 36
KADER.......................................................................... 47
Kensington Security Standard-connector .................... 11
Keuze instel. ................................................................. 43
Kleurtmp (kleurtemperatuur) ........................................ 40
Klok ............................................................................... 42
Lamp ............................................................................. 71
Lamp timer .................................................................... 58
Lampindicator (LAMP).................................................. 70
LENS-toets ................................................................... 32
Lensdop ........................................................................ 68
Lensdopriem ................................................................. 11
Luidspreker ................................................................... 29
Meegeleverde accessoires .......................................... 14
MENU-toets .................................................................. 36
Monitor uit ..................................................................... 58
Netingang ..................................................................... 20
Netsnoer ....................................................................... 20
NORMAAL .................................................................... 47
Optionele accessoires .................................................. 14
OSD Display (In-beeld-display).................................... 54
PDF ................................................................................. 9
Plafondmontage ........................................................... 19
Progressieve functie ..................................................... 41
Projectie ........................................................................ 60
REK............................................................................... 47
Schermgrootte-toets (RESIZE) .................................... 46
Scherpstelring............................................................... 31
Signaal informatie......................................................... 43
Signaaltype ................................................................... 40
SLIMME REK................................................................ 47
Spaarstand ................................................................... 52
sRGB ............................................................................ 53
Startbeeld ..................................................................... 57
Status ............................................................................ 66
Stelvoetjes .................................................................... 16
Stilstaand-beeldtoets (FREEZE) .................................. 48
Taalkeuze...................................................................... 30
Temperatuurindicator (TEMP.) ..................................... 70
Terug-toets (BACK) ...................................................... 26
Toets voor ongedaan maken (UNDO).......................... 33
Toetsvergrendelingsniveau .......................................... 60
Trapeziumvorm-correctie ............................................. 32
Uitlaatopening............................................................... 69
USB-kabel..................................................................... 26
USB-poort ..................................................................... 26
Vastleggen .................................................................... 42
Ventilatiegleuven .......................................................... 69
Vervangen van de lamp................................................ 71
Videosysteem ............................................................... 55
Voetontspanners........................................................... 16
VOLLEDIG .................................................................... 47
VOLUME-toetsen ......................................................... 29
Vooruit-toets (FORWARD) ........................................... 26
Wachtwoord .................................................................. 60
Zender van afstandsbediening..................................... 12
Zoomknop ..................................................................... 31
82
SHARP CORPORATION
Loading...