Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van
de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal.
Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder
“Meegeleverde accessoires” op bladzijde 14 van deze
gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de
verpakking recyclet. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat
u de projector in gebruik neemt.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by 93/68/
EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/
68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la
directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC.
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla
direttiva 93/68/EEC.
Modelnummer: PG-M20S
Serienummer:
Η εγκατάσταση αυτή ανταποκρίνεται στις απαιτήσεις των οδηγιών της Ευρωπαϊκής Ενωσης 89/336/
ΕΟΚ και 73/23/ΕΟΚ, #πως οι κανονισµοί αυτοί συµπληρώθηκαν απ# την οδηγία 93/68/ΕΟΚ.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida
pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de la
93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av 93/68/
EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i direktivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC.
Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä 93/68/EEC.
SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K.
The mains lead of this product is fitted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating a 10A fuse. Should
the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse marked
above, which is also indicated on the pin face of the plug, must be used.
Always refit the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse cover fitted.
In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug supplied, cut off the
mains plug and fit an appropriate type.
DANGER:
The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immediately and disposed of
in a safe manner.
Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 10A socket outlet, as a serious
electric shock may occur.
To fit an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below:
IMPORTANT:
The wires in the mains lead are coloured in accordance with the following code:
Blue: Neutral
Brown: Live
As the colours of the wires in the mains lead of this product may not correspond with the coloured markings
identifying the terminals in your plug, proceed as follows:
• The wire which is coloured blue must be connected to the plug terminal which is marked N or coloured black.
• The wire which is coloured brown must be connected to the plug terminal which is marked L or coloured red.
Ensure that neither the brown nor the blue wire is connected to the earth terminal in your three-pin plug.
Before replacing the plug cover make sure that:
• If the new fitted plug contains a fuse, its value is the same as that removed from the cut-off plug.
• The cord grip is clamped over the sheath of the mains lead, and not simply over the lead wires.
IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN.
or and of the same rating as
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Swedish, Spanish, Italian,
Dutch, Portuguese, Chinese (Traditional Chinese and Simplified Chinese), Korean and Arabic. Carefully read
through the operation instructions before operating the projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch, Schwedisch, Spanisch,
Italienisch, Niederländisch, Portugiesisch, Chinese (Traditionelles Chinesisch und einfaches Chinesisch), Koreanisch
und Arabisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der Verwendung des Projektors sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français, suédois,
espagnol, italien, néerlandais, portugais, chinois (chinois traditionnel et chinois simplifié), coréen et arabe.
Veuillez lire attentivement ces instructions avant de faire fonctionner le projecteur.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska, svenska, spanska,
italienska, holländska, portugisiska, kinesiska (traditionell kinesiska och förenklad kinesiska), koreanska och
arabiska. Läs noga igenom bruksanvisningen innan projektorn tas i bruk.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés, sueco, español,
italiano, holandés, portugués, chino (chino tradicional y chino simplificado), coreano y árabe. Lea
cuidadosamente las instrucciones de operación antes de utilizar el proyector.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, svedese, spagnolo, italiano,
olandese, portoghese, cinese (cinese tradizionale e cinese semplificato), coreano e arabo. Leggere
attentamente le istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Zweeds, Spaans, Italiaans,
Nederlands, Portugees, Chinees (Traditioneel Chinees en Vereenvoudigd Chinees), Koreaans en Arabisch.
Lees de handleiding zorgvuldig door voor u de projector in gebruik neemt.
O CD-ROM fornecido contém instruções de operação em Inglês, Alemão, Francês, Sueco, Espanhol, Italiano,
Holandês, Português, Chinês, Chinês (Tradicional e Chinês Simplificado), Coreano e Árabe. Leia
cuidadosamente todas as instruções de operação antes de operar o projetor.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
Inleiding
NEDERLANDS
Er zijn twee belangrijke redenen om de garantie van uw nieuwe SHARP-projector onmiddellijk in orde te brengen
met de REGISTRATIEKAART die verpakt zit bij de projector.
1. GARANTIE
U komt meteen in aanmerking voor de volledige garantie op onderdelen, service en reparatiewerkzaamheden
die van toepassing is op dit product.
2. CONSUMENT-VEILIGHEIDSWETGEVING
U wordt onmiddellijk op de hoogte gesteld van eventuele veiligheidsbepalingen betreffende inspecties,
modificaties of het terugroepen van producten die door SHARP moeten worden uitgevoerd op basis van de
1972 Consumer Product Safety Act. LEES ZORGVULDIG DE BELANGRIJKE “BEPERKTE GARANTIE”
CLAUSULE.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
: Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kinderen niet
rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
elektrische schok te voorkomen.
Zie de onderkant van dit apparaat.
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN
GEBRUIKER-ONDERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek
maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid
van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in
het inwendige van het apparaat, die zo groot
kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok
kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek
maakt de gebruiker attent op belangrijke
bedienings- en onderhoudsinformatie in de
documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
Inleiding
WAARSCHUWING
: De FCC-bepalingen schrijven voor dat wijzigingen of modificaties in de apparatuur die niet uitdrukkelijk
door de fabrikant zijn goedgekeurd tot gevolg kunnen hebben dat het gebruik van de apparatuur
niet meer toegestaan is.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
INFORMATIE
Deze apparatuur is getest en bleek te voldoen aan de eisen en limieten voor Klasse A digitale apparatuur, overeenkomstig
Deel 15 van de FCC-bepalingen, die ontworpen zijn om redelijke bescherming te verlenen tegen dergelijke storingen bij
gebruik in een commerciële omgeving. In deze apparatuur worden radiogolven opgewekt en verwerkt, en deze golven
kunnen uitgestraald worden. Als bij de installatie en/of het gebruik de instructies in de gebruiksaanwijzing niet strikt
opgevolgd worden, kan de apparatuur storing in radio-ontvangst veroorzaken. Gebruik van deze apparatuur in een
woongebied zal waarschijnlijk storingen veroorzaken. In dat geval dient de gebruiker op zijn/haar eigen kosten alle
maatregelen te nemen die nodig kunnen zijn om de storing op te heffen.
Gebruik met deze apparatuur de meegeleverde computerkabel. Deze kabel zorgt ervoor dat de apparatuur voldoet
aan de voorschriften van FCC Klasse A.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
WAARSCHUWING:
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de
gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
1
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector is uitgezet. Zet daarom bij normaal
gebruik de projector altijd uit met Aan/uit-toets (POWER) op de projector of op de afstandsbediening. Controleer eerst of de
koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt.
SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze projector worden soldeertin en een lamp onder druk die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen
van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie
betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u zich in de Verenigde
Staten bevindt, met de Electronics Industries Alliance:www.eiae.org.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie “Vervangen van de lamp” op bladzijde 71.
LAMP REPLACEMENT CAUTION
BEFORE REMOVING THE SCREW, DISCONNECT POWER CORD.
HOT SURFACE INSIDE. ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP.
REPLACE WITH SAME SHARP LAMP UNIT TYPE BQC-PGM20X//1 ONLY.
UV RADIATION : CAN CAUSE EYE DAMAGE. TURN OFF LAMP BEFORE SERVICING.
MEDIUM PRESSURE LAMP : RISK OF EXPLOSION. POTENTIAL HAZARD OF GLASS
PARTICLES IF LAMP HAS RUPTURED. HANDLE WITH CARE. SEE OPERATION MANUAL.
PRECAUTIONS A OBSERVER LORS
DU REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
DEBRANCHER LE CORDON D’ALIMENTATION AVANT DE RETIRER LES VIS.
L’INTERIEUR DU BOITIER ETANT EXTREMEMENT CHAUD, ATTENDRE 1 HEURE
AVANT DE PROCEDER AU REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
NE REMPLACER QUE PAR UNE LAMPE SHARP DE TYPE BQC-PGM20X//1.
RAYONS ULTRAVIOLETS : PEUVENT ENDOMMAGER LES YEUX.
ETEINDRE LA LAMPE AVANT DE PROCEDER A L’ENTRETIEN.
LAMPE A MOYENNE PRESSION : RISQUE D’EXPLOSION. DANGER POTENTIEL
DE PARTICULES DE VERRE EN CAS D’ECLATEMENT DE LA LAMPE
A MANIPULER AVEC PRECAUTION, SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI.
WEES VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP
MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS DE SCHROEF TE
VERWIJDEREN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN BINNEN IN HET
APPARAAT. LAAT HET APPARAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS
DE LAMP TE VERVANGEN. VERVANG DE LAMP UITSLUITEND
DOOR DEZELFDE SHARP-LAMP VAN HET TYPE BQC-PGM20X//1.
UV-STRALING: KAN OOGLETSEL VEROORZAKEN. ZET DE LAMP
UIT ALVORENS TE BEGINNEN MET ONDERHOUD.
MIDDELMATIGE DRUK AANWEZIG IN DE LAMP:
EXPLOSIEGEVAAR.
INDIEN DE LAMP SPRINGT, KUNNEN ER GEVAARLIJKE
GLASSPLINTERS ZIJN. BEHANDEL VOORZICHTIG. ZIE DE
GEBRUIKSAANWIJZING.
2
Belangrijkste eigenschappen
1.Beeldkwaliteit
•
Superieure beeldkwaliteit met het Fujinon™ optische-lenssysteem.
•
Nieuw ontwikkelde DDR-chip (Double Data Rate) elimineert de
kleuronderbrekingen van DLP™-projectors van de vorige generatie.
•
Nieuw ontwikkelde 12° DMD™-chip zorgt voor een aanzienlijk hogere optische
efficiëntie en een uitstekende contrastverhouding.
2.Licht, compact en uniek slank design
•
Een nieuwe optische motor zorgt voor een uniek slank design en compacte
afmetingen (4,2 liter, 2,6 kg).
3.Superieure computercompatibiliteit
•
Ondersteunt een verversing s frequentie (verticale frequentie) tot 160 Hz en een
breed bereik van synchrone signalen.
•
Dankzij de Advanced Intelligent Compression Technology (geavanceerde
intelligente compressie) kunnen computerbeeldschermen met SXGA+-resolutie
(1.400 × 1.050) nu weergegeven worden met minimale vervorming.
Inleiding
4.Geavanceerde computergestuurde- en video-geïntegreerde composertechnologie
•
Produceert levendige beelden dankzij de nieuwste hoge beeldkwaliteitscircuits.
•
Het nieuwe I/P-omzettingsalgoritme verhoogt het resultaat van de I/P-omzetting voor
bewegingsdetectie.
Sterk verbeterd zaagtandeffect of schuine lijnen in bewegende beelden.
•
Contrastregeling Dynamisch Gamma
Hoger contrast en natuurlijke kleurgradatie door een minimale verandering van kleurtinten.
•
Kleurbeheerfunctie
Ondersteunt sRGB (kleurbeheer).
•
Beeldruisonderdrukking
Zorgt voor een duidelijk beeld, zelfs bij bronsignalen met
veel storingen.
•
Nieuwe upscaling van randen
Vermindert het zaagtandeffect of het flikkeren bij
upscaling van de randen van schuine lijnen, waardoor
Index ............................................................................ 82
Inleiding
5
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw
persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE
SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de
volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de
gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de
toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de
gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden
opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met
schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of
sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet
door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld
in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine,
zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief,
steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een
kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan
het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend
een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant
wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg
voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van
de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires
die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar
rek is gezet, dient dit voorzichtig te
worden verplaatst. Het rek kan namelijk
omvallen bij plotseling stoppen, te hard
duwen of rijden over een ongelijke
ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen
die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking
en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatieopeningen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het
apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten.
Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals
een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede
ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant
zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron
worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg
uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet
zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor
apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere
stroombronnen wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing
die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten
stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u
contact op met uw elektricien.
Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet.
a. Tweedraads (net) stekker.
b. Driedraads geaarde (net) stekker met aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op
gaat staan of dat het snoer door een voorwerp wordt
platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de
stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer
uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het
apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om
beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van
blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen
niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of
een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van
het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die
onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting
kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot
gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat
wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen
of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een
ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie
over aan erkend onderhoudspersoneel.
6
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het
stopcontact trekken en het apparaat door erkend
onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd.
b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terecht
is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of
water.
d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar
het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de
bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing
worden aangegeven. Bij een onjuiste instelling van
andere bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk
beschadigd worden, met tot gevolg dat
reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van
het apparaat door erkend onderhoudspersoneel
moeilijker en duurder kunnen worden.
e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert.
Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan
voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen
gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die
dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen.
Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een
elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te
voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig
functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van
de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals
verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen
(inclusief versterkers) die warmte afgeven.
INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN
BELANGRIJK
LEES HET VOLGENDE ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
•
U bent in het bezit van een apparaat dat software gebruikt dat in licentie is gegeven aan SHARP Corporation door
Lineo, Inc. (“Lineo”).
De software is beschermd door wetten op het auteursrecht, internationale auteursrechtverdragen en andere wetten
en verdragen betreffende intellectuele eigendom. Lineo en haar leveranciers behouden het volledige eigendomsrecht
en de intellectuele eigendomsrechten (met inbegrip van het auteursrecht) op de softwarecomponenten en alle kopieën
ervan, voor zover het evenwel gaat om bepaalde softwarecomponenten die vallen onder de GNU General Public
License (versie 2), die Lineo onderschrijft. U kunt een kopie verkrijgen van de GNU General Public License op http:/
/www.fsf.org/copyleft/gpl.html. Lineo zal de broncode verschaffen voor alle softwarecomponenten die vallen onder
de GNU General Public License. Om een dergelijke broncode te verkrijgen, stuurt u een e-mail naar embedixsupport@lineo.com.
•
OS: Embedix (Embedded Linux) Embedix™ is een geregistreerd handelsmerk van U.S.A. LINEO, Inc.
Inleiding
•
DLP™ (Digital Light Processing) en DMD™ (Digital Micromirror Device) zijn handelsmerken van Texas Instruments, Inc.
•
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
•
PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
•
Adobe Acrobat is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
•
Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
•
Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
•
Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die toebehoren aan
Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen, aanpassen, vertalen, verspreiden,
omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
7
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (vervolg)
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u uw projector
opstelt.
Voorzichtig met de lampeenheid
■
Als de lamp gesprongen is, kunnen
glassplinters gevaar veroorzaken.
Indien de lamp gesprongen is, neemt u
contact op met de dichtstbijzijnde
erkende Sharp projector dealer of
servicecentrum om de lamp te laten
vervangen.
Zie “ Vervangen van de lamp” op
bladzijde 71.
CAUTION
PRECAUCI
PR
BQC-PGM20X//1
CAUTION
N
Voorzichtig bij het opstellen van de projector
■
Met het oog op een minimaal onderhoud en het behoud van
een hoge beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector
te installeren in een ruimte die vrij is van vocht, stof en
sigarettenrook. Wanneer de projector aan vocht, stof of rook
wordt blootgesteld, moet de lens vaker dan normaal worden
gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal
de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig laat reinigen. Het reinigen van het inwendige
gedeelte van de projector mag uitsluitend door een erkende
Sharp projector dealer of servicecentrum worden uitgevoerd.
Stel de projector niet op in ruimten die blootstaan
aan direct zonlicht of fel licht.
■
Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of
kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt,
zal de kleuren doen verbleken en het kijken bemoeilijken.
Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het
scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
De projector mag onder een hoek van maximaal 10
graden worden geplaatst.
■
Het plaatsingsbereik (de
horizontale hoek) moet
binnen de ±10 graden liggen.
Stel de projector niet bloot aan sterke schokken en/
of trillingen.
■
Wees voorzichtig met de lens en vermijd dat het oppervlak
ervan wordt geraakt of beschadigd.
Gun uw ogen af en toe wat rust.
■
Het ononderbroken kijken naar het scherm gedurende uren
zal uw ogen vermoeien. Geef uw ogen af en toe wat rust.
Vermijd plaatsen met hoge of lage temperaturen.
■
De bedrijfstemperatuur voor de projector ligt tussen 41°F en
95°F (+5°C en +35°C)
■
De opslagtemperatuur voor de projector ligt tussen
–4°F en 140°F (–20°C en +60°C)
8
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
■
Laat tenminste 11,8" (30 cm) ruimte tussen de uitlaatopening
en de dichtstbijzijnde wand of ander obstakel.
■
Controleer of de inlaatopening en de ventilatiegleuven niet
geblokkeerd zijn.
■
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een
veiligheidsvoorziening automatisch de projector uitschakelen.
Dit duidt niet op een defect. Trek de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact en wacht meer dan 10 minuten. Plaats de
projector zodanig dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn
geblokkeerd, steek dan de stekker weer in en zet de projector
aan. De projector zal vervolgens weer normaal functioneren.
Voorzichtig bij het vervoeren van de projector
■
Tijdens het vervoer moet u ervoor zorgen dat de projector
niet onderhevig is aan sterke schokken en/of trillingen,
aangezien dit beschadiging kan veroorzaken. Wees bijzonder
voorzichtig met de lens. Alvorens de projector te verplaatsen,
trekt u het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle andere
kabels die erop aangesloten zijn los.
Andere aangesloten apparatuur
■
Bij het aansluiten van een computer of andere audiovisuele
apparatuur op de projector brengt u de aansluitingen tot stand
NADAT u de projector en de aan te sluiten apparatuur hebt
uitgeschakeld.
■
Lees de gebruiksaanwijzingen van de projector en de aan te
sluiten apparatuur door en volg de instructies betreffende
de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
■
De voedingsspanning en de vorm van de stekker kunnen
verschillen afhankelijk van de streek of het land waar u de
projector gebruikt. Wanneer u de projector in het buitenland
gebruikt, dient u het juiste netsnoer te gebruiken voor het
land waar u zich bevindt.
Temperatuur-verklikkerfunctie
■
Wanneer de projector oververhit
raakt vanwege een verkeerde
instelling of geblokkeerde
ventilatiegleuven, gaan “” en
“” links onder in
het beeld knipperen. Als de temperatuur nog verder oploopt,
zal de lamp automatisch uitgaan en zal de Temperatuur indi-
cator (TEMP.) op de projector gaan knipperen. Vervolgens
zal de projector na een afkoelperiode van 90 seconden
zichzelf automatisch uitschakelen. Zie
“Onderhoudsindicators” op bladzijde 70 voor meer informatie.
Info
•
De koelventilator regelt de binnentemperatuur automatisch.
Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens
het gebruik van het apparaat. Dit duidt niet op een defect.
•
Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact tijdens
de projectie of de werking van de koelventilator. Dit kan bescha-
diging veroorzaken door het stijgen van de binnentemperatuur,
aangezien de koelventilator eveneens uitgeschakeld wordt.
Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen
Er staan PDF-gebruiksaanwijzingen in diverse talen op de meegeleverde CD-ROM. Om deze handleiding
te kunnen gebruiken, moet eerst Adobe Acrobat Reader op uw PC (Windows of Macintosh) geïnstalleerd
zijn. Als u Acrobat Reader nog niet heeft geïnstalleerd, kunt u de laatste versie downloaden van het
internet (http://www.adobe.com) of kunt u de versie van de CD-ROM installeren.
Installeren van Acrobat Reader vanaf de CD-ROM
Voor Windows:
1 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op het pictogram “Deze Computer”.
3 Dubbelklik op het “CD-ROM”-station.
4 Dubbelklik op de map “acrobat”.
5 Dubbelklik op de map “windows”.
6 Dubbelklik op het gewenste installatieprogramma
en volg de instructies op uw scherm.
Voor andere besturingssystemen:
Download de juiste versie van Acrobat Reader van het internet (http://www.adobe.com).
Voor andere talen:
Als u liever Acrobat Reader wilt hebben in een versie of in een taal die niet op de CD-ROM staat, dan kunt u
deze van het internet halen.
Openen van de PDF-gebruiksaanwijzingen
Voor Windows:
1 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op het pictogram “Deze Computer”.
3 Dubbelklik op het “CD-ROM”-station.
4 Dubbelklik op de map “manuals”.
5 Dubbelklik op de map “pgm20s”.
6 Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin
u de handleiding wilt lezen.
7 Dubbelklik op het pdf-bestand.
Voor Macintosh:
1 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op het “CD-ROM”-pictogram.
3 Dubbelklik op de map “acrobat”.
4 Dubbelklik op de map “mac”.
5 Dubbelklik op het gewenste installatie-
programma en volg de instructies op uw scherm.
Voor Macintosh:
1 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op het “CD-ROM”-pictogram.
3 Dubbelklik op de map “manuals”.
4 Dubbelklik op de map “pgm20s”.
5 Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin
u de handleiding wilt lezen.
6 Dubbelklik op het pdf-bestand.
Inleiding
Opmerking
•
Als u het gewenste PDF-bestand niet kunt openen door te dubbelklikken met de muis, dient u eerst Acrobat Reader
op te starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het menu “File”, “Open”.
•
Zie het bestand “readme.txt” op de CD-ROM voor belangrijke informatie over de CD-ROM zelf die niet in deze
gebruiksaanwijzingen vermeld staat.
9
Benaming van de onderdelen
Projector (voor- en bovenaanzicht)
Lampindicator (LAMP)
Licht groen op om aan te
geven dat de projector normaal
Vervang de lamp wanneer
werkt.
de indicator rood oplicht.
Bedrijfsindicator (POWER)
Licht rood op wanneer de projector
in stand-by staat. Wanneer het
apparaat wordt ingeschakeld, licht
deze indicator groen op.
Aan/uit-toets (POWER)
Schakelt het apparaat in of uit.
LENS-toets
Voor het afstellen van de
trapeziumcorrectie of de
digitale beeldverschuiving.
Insteltoetsen (
Voor het selecteren van menuitems.
Invoertoets (ENTER)
Voor het instellen van in het menu
geselecteerde of gewijzigde items.
Dempingstoets (AV MUTE)
Voor het tijdelijk uitschakelen van
geluid en beeld.
Zoomknop
)
70
28
28
32
36
36
30
31
Temperatuurindicator
70
(TEMP.)
Wanneer de
binnentemperatuur stijgt,
licht deze indicator rood op.
Ingangsfunctietoets (INPUT)
29
Voor het inschakelen van
ingangsfunctie 1, 2 of 3.
36
MENU-toets
Voor het weergeven van
instelschermen.
VOLUME-toetsen
29
Voor het afstellen van het geluidsniveau van de luidspreker.
Toets voor ongedaan
33
maken (UNDO)
Voor het ongedaan maken van
een bediening of het terugkeren
naar de standaardinstellingen.
Automatische-synchronisa-
44
tietoets (AUTO SYNC)
Voor het automatisch
afstellen van beelden bij
aansluiting op een computer.
Scherpstelring
31
Voetontspanners/stelvoetjes
Voor het afstellen van de
projectorhoogte.
10
16
Bevestigen van het
aansluitingendeksel
Bevestig het aansluitingendeksel door
het op de zijkant van de projector te
plaatsen en op zijn plaats te drukken
zoals getoond op de afbeelding.
10
Aansluitingendeksel
Luidspreker
29
Afstandsbedieningssensor
13
Projector (zijaanzicht)
Inleiding
INPUT 1-aansluiting
Poort voor DVI digitale, computer RGB- en COMPONENTsignalen.
INPUT 2-aansluiting
Aansluiting voor videoapparatuur
met S-VIDEO-aansluiting.
Netingang
Ventilatiegleuven
Kensington Security
Standard-connector
Gebruik van het Kensington-slot
•
Deze projector heeft een Kensington Security Standard-connector voor het gebruik van een Kensington MicroSaver
veiligheidssysteem. Zie de bij het systeem geleverde informatie voor instructies betreffende het gebruik ter beveiliging
van de projector.
69
21
24
20
11
26
USB-aansluiting
Voor het aansluiten van een
computer met een USB-kabel.
INPUT AUDIO-aansluiting
21
Gemeenschappelijke audioaansluiting voor INPUT 1,
INPUT 2 en INPUT 3.
INPUT 3-aansluiting
24
Voor het aansluiten van
videoapparatuur.
Bevestigen van de lensdop
Nadat u het riempje aan de lensdop hebt
vastgemaakt, steekt u het andere uiteinde van
het riempje door de opening op de onderkant
van de projector, naast de lens, zoals getoond
op de afbeelding.
Onderaanzicht
11
Benaming van de onderdelen (vervolg)
Afstandsbediening
Zender van de afstandsbediening
Vooruit/terug-toets
(FORWARD/BACK)
Om vooruit te gaan of terug te keren bij
aansluiting op een computer met een
USB-kabel. Werkt op dezelfde manier
als de toetsen [Page Down] en [Page
Up] op een computertoetsenbord.
Dempingstoets (AV MUTE)
Voor het tijdelijk uitschakelen van
geluid en beeld.
VOLUME-toetsen
Voor het afstellen van het
geluidsniveau van de luidspreker.
INPUT 2-toets
Voor het inschakelen van de
ingangsfunctie INGANG 2.
INPUT 1-toets
Voor het inschakelen van de
ingangsfunctie INGANG 1.
Automatische-synchronisatietoets (AUTO SYNC)
Voor het automatisch afstellen van
beelden bij aansluiting op een computer.
LENS-toets
Voor het afstellen van de
trapeziumvorm-correctie en de
digitale beeldverschuiving.
26
30
29
29
29
44
32
28
49
48
29
46
50
36
36
Aan/uit-toets (POWER)
Schakelt het apparaat in of uit.
ENLARGE-toetsen (vergroten/
verkleinen)
Voor het vergroten of verkleinen van
een deel van het beeld.
Stilstaand-beeldtoets (FREEZE)
Voor het stilzetten van beelden.
INPUT 3-toets
Voor het inschakelen van de
ingangsfunctie INGANG 3.
Schermgrootte-toets (RESIZE)
Voor het veranderen van de schermgrootte
(NORMAAL, KADER, enz.).
GAMMA-toets
Voor het bijstellen van de helderheid
van een beeld, wanneer de
geprojecteerde beelden moeilijk te
bekijken zijn omwille van het felle licht in
de kamer. U kunt kiezen tussen vier
gammafuncties.
MENU-toets
Voor het weergeven van
instelschermen.
Insteltoetsen
Voor het selecteren van menu-items.
( )
Invoertoets (ENTER)
Voor het instellen van in het menu
geselecteerde of gewijzigde items.
12
36
33
Toets voor ongedaan maken
(UNDO)
Voor het ongedaan maken van een
bediening of het terugkeren naar de
standaardinstellingen.
Gebruik van de afstandsbediening
Bereik van de afstandsbediening
■
De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te
bedienen binnen het op de afbeelding aangegeven bereik.
Inleiding
Opmerking
•
Het signaal van de afstandsbediening kan voor het gemak via een scherm
weerkaatst worden. De afstand die door het signaal overbrugd kan worden,
kan echter verschillen afhankelijk van het materiaal van het scherm.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
•
Let erop dat u de afstandsbediening niet laat vallen of blootstelt aan
vocht of hoge temperaturen.
•
De afstandsbediening zal mogelijk niet goed werken onder een
fluorescentielamp. In dat geval plaatst u de projector op een grotere
afstand van de fluorescentielamp.
Plaatsen van de batterijen
De batterijen (twee R-03 batterijen (“AAA”-formaat,
UM/SUM-4, HP-16 of gelijkwaardig)) zitten in de
verpakking.
1Schuif het deksel in de richting
van de pijl om het te openen.
2Plaats de meegeleverde batterijen.
•
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor
dat de poolaanduidingen overeenkomen met
de tekens en in het batterijvak.
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd.
3Schuif het deksel in de richting
van de pijl om het te sluiten.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Signaalzender
30°
30°
Afstandsbediening
45°
23' (7 m)
Afstandsbedieningssensor
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage of ontploffing veroorzaken. Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
Voorzichtig
•
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens en in het batterijvak.
•
Verschillende types van batterijen hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom geen verschillende types van
batterijen tegelijk.
•
Gebruik geen nieuwe en oude batterijen tegelijk.
Dit kan de levensduur van nieuwe batterijen verkorten of lekkage van oude batterijen veroorzaken.
•
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening wanneer ze leeg zijn, zo niet kunnen ze gaan lekken.
Vloeistof die uit batterijen is gelekt is schadelijk voor uw huid. Veeg daarom de batterijen eerst schoon alvorens ze met een
doek te verwijderen.
•
De bij de projector geleverde batterijen zullen mogelijk vlug opgebruikt zijn afhankelijk van de manier waarop ze bewaard
worden. Vervang ze zo vlug mogelijk door nieuwe batterijen.
•
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening voor een lange periode niet gaat gebruiken.
13
Accessoires
Meegeleverde accessoires
Afstandsbediening
RRMCGA013WJSA
Netsnoer 6' (1,8 m)
(1)
Twee R-03 batterijen
(“AAA”-formaat, UM/SUM-4, HP-16 of gelijkwaardig)
(2)(3)
(4)
Voor de V.S., Canada, enz.
QACCDA007WJPZ
Voor Europa, uitgezonderd
het Verenigd Koninkrijk.
QACCV4002CEZZ
Note
•
Afhankelijk van de bestemming zullen de projectors verscheept worden met slechts één netsnoer (zie hierboven).
Gebruik het netsnoer dat geschikt is voor het stopcontact in uw land.
DVI- naar 15-pins D-subkabel 6' (1,8 m)
QCNWGA010WJZZ
Lensdop
(bevestigd)
CCAPHA001WJ01
Lensdopriempje
UBNDT0013CEZZ
USB-kabel 6' (1,8 m)
QCNWG0001WJPZDraagtas
Voor het Verenigd
Koninkrijk, Hong Kong
en Singapore
QACCBA012WJPZ
Aansluitingendeksel
(bevestigd)
GCOVD0103CESA
Voor Australië, NieuwZeeland en Oceanië
QACCL3022CEZZ
<voor IBM-PC, PC9821, en PC98NX-serie>
AN-C10MC
<voor Macintosh-serie>
AN-C10PC
5 BNC- naar 15-pins D-sub-kabel 9' 10" (3,0 m) AN-C3BN
RGB-beeldschermuitgangsadapter 7,9" (20 cm)AN-A1MY
DVI- naar 15-pins D-sub-adapter 7,9" (20 cm)AN-A1DV
•
Als aansluiten niet mogelijk is na het wijzigen van de computerpoorten, moet u de technische gegevens van uw computer nakijken.
Als u nog steeds moeilijkheden ondervindt bij het aansluiten kan een omzettingsstekker (in de handel verkrijgbaar) noodzakelijk zijn.
<voor PC98NX-serie (Uitgezonderd PC9821 en PC98NX-serie)>
Opmerking
14
•
Het is mogelijk dat niet alle kabels beschikbaar zijn in alle streken. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde Sharp projector dealer of servicecentrum.
Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Opstellen
Gebruik van de stelvoetjes
U kunt de hoogte van de projector met de stelvoetjes
instellen wanneer het oppervlak waaop de projector staat oneffen is of het scherm schuin staat.
De projectie van het beeld kan door het verstellen
van de projector worden verhoogd wanneer de projector lager dan het scherm is geplaatst.
1Druk op de voetontspanners.
Voetontspanners
Stelvoetjes
2Zet de projector omhoog tot de
gewenste hoogte. Laat de
voetontspanners los.
3Verdraai de stelvoetjes voor kleine
aanpassingen.
Opmerking
•
Om de projector in zijn oorspronkelijke positie
terug te plaatsen, houdt u de projector stevig
vast, drukt u op de voetontspanners en
verlaagt u de stand van de projector.
•
De projector kan worden versteld tot ongeveer
5,5 graden afwijkend van de standaardpositie.
Info
•
Druk niet op de voetontspanners wanneer de
stelvoetjes uitgetrokken zijn zonder de projector stevig vast te houden.
•
Houd de lens niet vast bij het opwaarts of
neerwaarts verstellen van de projector.
•
Wanneer u de projector neerwaarts verstelt,
moet u erop letten uw vingers niet te klemmen
tussen de stelvoetjes en de projector.
OmhoogOmlaag
16
Opstellen van het scherm
Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen, plaatst u de projector loodrecht ten opzichte van het scherm met alle
stelvoetjes plat en horizontaal op de ondergrond.
Opmerking
•
De lens van de projector moet voor het midden van het scherm worden geplaatst. Als de horizontale lijn die door het
midden van de lens loopt niet loodrecht staat ten opzichte van het scherm, zal het beeld worden vervormd, wat het
bekijken ervan bemoeilijkt.
•
Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat
direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken, wat het bekijken van beelden bemoeilijkt. Doe de gordijnen
dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
•
U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector.
Standaardopstelling (frontprojectie)
■
Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door
u gewenste schermgrootte. (Zie bladzijde 18.)
Voorbeeld van een standaardopstelling
Opstellen en aansluiten
Zijaanzicht
90°
Bovenaanzicht
90°
Publiek
•
De afstand tussen het scherm en de projector
kan verschillen afhankelijk van de schermgrootte.
P.18
•
U kunt de standaardinstellingen gebruiken wanneer
de projector voor het scherm wordt geplaatst. Bij het
projecteren van een spiegelbeeld of omgekeerd beeld
zet u de instelling op “Voor” in het menu “Projectie”.
P.60
•
Plaats de projector zodanig dat de horizontale
lijn die door het midden van de lens loopt
loodrecht staat ten opzichte van het scherm.
17
Opstellen (vervolg)
Schermgrootte en projectie-afstand
Scherm
Basislijn:
Horizontale lijn die door het midden
van de lens loopt.
40" (102 cm) 32" (81 cm)24" (61 cm) 10' 9" (3,3 m) 8' 11" (2,7 m) –8 33/64" (–21,6 cm)
Projection distance (L)
Afstand tussen het midden
van de lens en de onderrand
van het beeld (H)
–108,2 cm
)
De formule voor beeldgrootte en projectieafstand
L1 (voet)
=
(0,082775X – 0,038676) / 0,3048
L2 (voet)
=
(0,068608X – 0,038901) / 0,3048
H (inch) =
– 0,213072X
Opmerking
•
Er zit een afwijking van ongeveer ±3% in bovenstaande formule.
•
Waarden met een minteken (–) geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het beeld
bevindt.
18
Projecteren van een spiegelbeeld/omgekeerd beeld
Projectie van achter het scherm
■
Zet een doorschijnend scherm tussen de projector en het publiek.
■
Draai het beeld spiegelverkeerd door in het menu “Projectie” “Achter”
in te stellen. Zie bladzijde 60 voor het gebruik van deze functie.
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
▼ In-beeld-display
Opstellen en aansluiten
Projectie via een spiegel
■
Plaats een (gewone platte) spiegel voor de lens.
■
Draai het beeld spiegelverkeerd door in het menu “Projectie” “Achter”
in te stellen wanneer de spiegel aan de kant van het publiek is
geplaatst. Zie bladzijde 60 voor het gebruik van deze functie.
Info
•
Wanneer u een spiegel gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat zowel
de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het licht niet
rechtstreeks in de ogen van het publiek schijnt.
Projectie bij plafondmontage
■
Het verdient aanbeveling de optionele Sharp plafondmontagebeugel
te gebruiken voor deze opstelling.
Alvorens de projector aan het plafond te bevestigen, neemt u contact op
met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum
om de aanbevolen plafondmontagebeugel (los verkrijgbaar) aan te
schaffen. (AN-PGCM90 plafondmontagebeugel, zijn AN-EP101B
verlengpijp en AN-JT200 universele beugel, adapter voor installatie op
oneffen plafond (voor de V.S.), BB-M20T plafondadapter, zijn BBNVHOLDER280, BB-NVHOLDER550, BB-NVHOLDER900
plafondmontagesystemen (voor DUITSLAND), of AN-60KT of ANM20T plafondmontagebeugel, zijn AN-M20TK301TK/AN-TK201 en
AN-TKM30220TX/AN-TK202 verlengpijpen (voor andere landen dan
de V.S. en DUITSLAND)
■
Stel de projector zodanig op dat de afstand
(H) van het midden van de lens (zie
bladzijde 18) overeenkomt met de
onderrand van het beeld wanneer u de projector aan het plafond
bevestigt.
■
Zet het beeld op zijn kop
door in het menu
“Projectie”“Plafond +
voor” in te stellen.
Spiegelbeeld
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
▼ In-beeld-display
Spiegelbeeld
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
▼ In-beeld-display
Omgekeerd Het beeld staat
ondersteboven
19
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Alvorens aan te sluiten
Opmerking
•
Alvorens aan te sluiten, moet u ervoor zorgen dat zowel de projector als de aan te sluiten apparaten uitgeschakeld zijn.
Wanneer u alle aansluitingen heeft gemaakt, schakelt u eerst de projector en vervolgens de andere apparaten in.
Bij aansluiting op een computer moet u de computer als laatste inschakelen nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt.
•
Lees de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparaten door alvorens ze aan te sluiten.
Deze projector kan worden aangesloten op:
Een computer met behulp van:
■
Een DVI- naar 15-pins D-sub-kabel (Zie bladzijde 21.)
■
Een DVI-kabel (type AN-C3DV) (los verkrijgbaar)
(Zie bladzijde 22.)
Component-video- of audiovisuele apparatuur:
■
Een DVD-speler of DTV*-decoder (Zie bladzijde 23.)
■
Een videorecorder, of laserdiscspeler of ander audiovisueel
toestel (Zie bladzijde 24.)
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale
televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Een beeldscherm met:
■
Een RGB-beeldschermuitgangsadapter (AN-A1MY) (los verkrijgbaar)
en een RGB-kabel (in de handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde 25.)
Aansluiten van het
Meegeleverd
accessoire
netsnoer
1Steek het meegeleverde netsnoer
in de netingang op de achterkant
van de projector.
Netsnoer
20
Aansluiten van de projector op een computer
Aansluiten op een computer met de DVI- naar
15-pins D-sub-kabel
1Sluit de projector op de computer
aan met de meegeleverde DVInaar 15-pins D-sub-kabel.
•
Zet de stekkers goed vast door de
schroeven aan te halen.
2Om een audiosignaal in te voeren,
sluit u de projector op de computer aan met de ø3,5 mm stereoaudiokabel (in de handel
verkrijgbaar of verkrijgbaar als
Sharp serviceonderdeel QCNW4870CEZZ).
Opmerking
•
Zie bladzijde 75“Tabel met compatibele computers” voor een lijst met computersignalen die
compatibel zijn met de projector. Gebruik van
andere dan de vermelde computersignalen kan
ertoe leiden dat sommige functies niet werken.
•
Bij aansluiting van de projector op een computer
op deze manier kiest u “RGB” als “Signaaltype”
in het menu “Beeld”. Zie bladzijde 40.
•
Voor het gebruik van de projector met sommige
Macintosh-computers kan een Macintosh-adapter
nodig zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde
erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
Meegeleverd
accessoire
Naar RGB-uitgangspoort
Naar audio-uitgangspoort
Notebookcomputer
1
DVI- naar 15-pins D-sub-kabel
DVI- naar 15-pins
D-sub-kabel
2 ø
3,5 mm stereo-audiokabel
(in de handel verkrijgbaar
of verkrijgbaar als Sharp
serviceonderdeel QCNW4870CEZZ)
Opstellen en aansluiten
Aansluiten van de schroefkabels
■
Zorg er bij het aansluiten van de schroefkabel voor dat
de kabel goed in de poort zit. Zet vervolgens de connectors goed vast door de schroeven aan beide zijden
van de stekker aan te halen.
■
Verwijder de ferrietkern die bevestigd is aan de DVI- naar
15-pins D-sub-kabel niet.
Ferrietkern
21
Aansluiten van de projector op andere apparaten (vervolg)
Aansluiten op een
computer met een DVIkabel (los verkrijgbaar)
Deze projector wordt geleverd met een DVI digitale
ingangsaansluiting die het mogelijk maakt digitale
beeldsignalen van een computer rechtstreeks in te voeren.
1Sluit de projector aan op de com-
puter met de DVI kabel.
2Om audiosignalen in te voeren,
sluit u de projector aan op de computer met de ø3,5 mm stereoaudiokabel (in de handel
verkrijgbaar of verkrijgbaar als
Sharp serviceonderdeel QCNW4870CEZZ).
Opmerking
•
Deze DVI-poort is compatibel met DVI versie
1.0. Bijgevolg zal bij de invoer van signalen
van apparatuur die compatibel is met het
kopieerbeveiligingssysteem (DVI versie 2.0)
geen signaal ontvangen worden.
Optionele
kabel
Naar DVI digitale
uitgangspoort
Naar audiouitgangsspoort
Desktopcomputer
1
DVI-kabel
Type: AN-C3DV
2 ø
DVI-kabel
(los verkrijgbaar)
(9' 10" (3, 0 m))
3,5 mm stereo-audiokabel
(in de handel verkrijgbaar
of verkrijgbaar als Sharp
serviceonderdeel
QCNW-4870CEZZ)
“Plug and Play”-functie (bij aansluiting op een 15-pins aansluiting)
■
Deze projector is compatibel met de VESA-standaard DDC 1/DDC 2B. De projector en een VESA DDCcompatibele computer zullen hun vereiste instellingen aan elkaar doorgeven, wat de installatie versnelt en
vergemakkelijkt.
■
Alvorens de “Plug and Play”-functie te gebruiken, moet u de projector als eerste en de computer als laatste aanzetten.
Opmerking
•
De DDC “Plug and Play”-functie van deze projector werkt uitsluitend bij gebruik met een VESA DDC-compatibele
computer.
22
Aansluiten op videoapparatuur
Aansluiten op componentvideoapparatuur
Gebruik een 3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel en
DVI- naar 15-pins D-sub-adapter voor de aansluiting
op INPUT 1 van component-videoapparatuur als
DVD-spelers en DTV*-decoders.
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor
het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde
Staten.
1Sluit de 3 RCA- naar 15-pins D-
sub-kabel aan met de DVI- naar 15pins D-sub-adapter.
2Gebruik de bovenvermelde kabels
om de projector op de
videoapparatuur aan te sluiten.
3Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een ø 3,5mm
naar RCA audiokabel (in de handle
verkrijgbaar).
Optionele
kabels
3
ø 3,5mm naar RCA
audiokabel
(in de handel
verkrijgbaar)
3RCA- naar 15-pins
D-sub-kabel
Type: AN-C3CP
(9' 10" (3,0 m))
DVI- naar 15-pins
D-sub-adapter
Model: AN-A1DV
Naar analoge componentuitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
DVD-speler of
DTV*-decoder
2
1
DVI- naar 15-pins
D-sub-adapter
(los verkrijgbaar)
Opstellen en aansluiten
(7,9" (20 cm))
3 RCA- naar 15-pins
D-sub-kabel
(los verkrijgbaar)
Opmerking
•
Wanneer u de projector op deze manier
aansluit op de videoapparatuur, kiest u “Com-
ponent” als “Signaaltype” in het menu “Beeld”.
Zie bladzijde 40.
•
Een ø 3,5mm stereo ministekker naar RCA
audiokabel (in de handel verkrijgbaar) is nodig
voor de audio ingang.
23
Aansluiten van de projector op andere apparaten (vervolg)
Aansluiten op
videoapparatuur met een
S-VIDEO-, composite
video- of audiokabel
Met een S-VIDEO-, video- of audiokabel kunt u een
videorecorder, laserdiscspeler of andere audiovisuele
apparatuur aansluiten op de INPUT 2-, INPUT 3- en
AUDIO-aansluitingen.
Videorecorder of andere audiovisuele apparatuur
Naar S-VIDEO-uitgangsaansluiting
Naar video-uitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
1Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een SVIDEO-kabel of een composite
videokabel (beide in de handel
verkrijgbaar).
2Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een ø 3,5mm
naar RCA audiokabel (in de handle
verkrijgbaar).
2
ø 3,5mm naar RCA audiokabe (in de
handel verkrijgbaar)
1
Composite video kabel (in de handel
verkrijgbaar)
1
S-VIDEO-kabel (in de handel verkrijgbaar)
Opmerking
•
De S-VIDEO INPUT-aansluiting gebruikt een
videosignaal waarbij het beeld wordt opgesplitst
in een kleursignaal en een luminantiesignaal
om een beeld van hogere kwaliteit te verkrijgen.
Met het oog op een hogere beeldkwaliteit
gebruikt u een in de handel verkrijgbare SVIDEO-kabel en sluit u de S-VIDEO-aansluiting
aan op de projector en de S-VIDEOuitgangsaansluiting op het videoapparaat.
•
Een ø 3,5mm ministekker naar RCA
audiokabel (in de handel verkrijgbaar) is nodig
voor de audio ingang.
24
Aansluiten op een beeldscherm
Beelden tegelijk bekijken
op de projector en een
beeldscherm
U kunt computerbeelden zowel op de projector als
op een afzonderlijk beeldscherm weergeven met
behulp van een RGB-beeldschermuitgangsadapter
en een RGB-kabel.
1Sluit de projector aan op de com-
puter en op het beeldscherm
met behulp van een RGBbeeldschermuitgangsadapter (los
verkrijgbaar) en een RGB-kabel (in
de handel verkrijgbaar).
2In het menu “Opties(1)” selecteert
u “Monitor uit” en vervolgens “Ja
(Y Cable)”.
•
Als “Uitschakelen” wordt geselecteerd, zal
het geprojecteerde beeld doffer zijn. Dit
duidt niet op een defect. Zie bladzijde 58
voor meer informatie.
Zwart: naar het beeldscherm
Blauw: naar de computer
Beeldscherm
RGB-beeldschermuitgangsadapter
Type: AN-A1MY
(7,9" (20 cm))
Opstellen en aansluiten
Notebookcomputer
Naar RGB-uitgangspoort
Opmerking
•
Wanneer u een RGB-beeldschermuitgangsadapter (los verkrijgbaar) gebruikt,
moet u ervoor zorgen dat de kabel is
aangesloten op het beeldscherm.
•
Analoge RGB-signalen, evenals Componentsignalen, kunnen worden uitgevoerd naar het
beeldscherm.
Info
•
Uitsluitend analoge RGB-/componentsignalen
die via de DVI-poort worden ingevoerd, kunnen
worden uitgevoerd.
Signalen van apparatuur die aangesloten is op de
DVI digitale poort kunnen niet worden uitgevoerd.
Gebruik van de INPUT 1aansluiting met het
aansluitingendeksel
bevestigd op de projector
De INPUT 1-aansluiting kan worden gebruikt met het
aansluitingendeksel opengeklapt zoals getoond op de
afbeelding.
25
Aansluiten van de projector op andere apparaten (vervolg)
Gebruik van de draadloze-presentatiefunctie van de
afstandsbediening
De draadloze-presentatiefunctie op de projector werkt op dezelfde manier als de toetsen [Page Up] en
[Page Down] op een computertoetsenbord. U kunt deze functie eveneens gebruiken om vooruit te
gaan of terug te keren bij het bekijken van beelden van presentatiesoftware, bijvoorbeeld Power PointTM.
Gebruik van de draadlozepresentatiefunctie
1Sluit de projector aan op de com-
puter met de meegeleverde USBkabel.
Opmerking
•
Deze functie werkt alleen met de
besturingssystemen Microsoft Windows
en Macintosh. Deze functie werkt echter
niet met de volgende
besturingssystemen, die USB niet
ondersteunen.
•
Vroegere versies dan Windows 95.
•
Vroegere versies dan Windows NT
4.0.
•
Vroegere versies dan Mac OS 8.5.
Meegeleverd
accessoire
USB-kabel
USB-poort
Notebookcomputer
USB-kabel
2Druk op tijdens het gebruik
van presentatiesoftware op uw
computer.
•
Druk op FORWARD om naar de volgende
bladzijde te gaan.
•
Druk op BACK om naar de vorige bladzijde
terug te gaan.
26
Vooruit/terug-toets
(FORWARD/BACK)
Basisbediening
Basisbediening
Beeldprojectie
Basisprocedure
Sluit de nodige externe apparatuur op de projector
aan alvorens de volgende procedures uit te voeren.
De in de fabriek ingestelde taal is Engels.
Wanneer u de taal van het in-beeld-display wilt
veranderen, moet u de taal terugstellen volgens de
procedure beschreven op bladzijde 30.
1
Steek het netsnoer in het
stopcontact.
•
De bedrijfsindicator (POWER) licht rood op
en de projector wordt in stand-by
geschakeld.
2
Druk op
de afstandsbediening.
•
De bedrijfsindicator (POWER) licht groen
op. Na het oplichten van de lampindicator
(LAMP) is de projector klaar voor
bediening.
Opmerking
•
De lampindicator (LAMP) licht op en
geeft de gebruiksstand van de lamp aan.
Groen:
De lamp is klaar voor gebruik.
Groen knipperend:
De lamp is aan het opwarmen.
Rood:
De lamp moet worden vervangen.
•
Als de spanning uitgeschakeld en
onmiddellijk daarna weer ingeschakeld
wordt kan het enige tijd duren voordat
de lampindicator (LAMP) gaat branden.
Kan het even duren voordat de
lampindicator (LAMP) oplicht.
Wanneer “Anti-diefstal” is ingesteld,
verschijnt het sleutelwoordinvoervenster.
•
Voer het sleutelwoord in.
op de projector of
▼ Projectorindicators
Lampindicator (LAMP)
Bedrijfsindicator (POWER)
Aan/uit-toets
(POWER)
Invoertoets (ENTER)
Ingangsfunctietoets
(INPUT)
MENU-toets
-
toetsen
Invoertoets
(ENTER)
Ann/uit-toets
(POWER)
INPUT 1/2/3-toetsen
MENU-toets
-toetsen
Opmerking
•
Wanneer u het sleutelwoord invoert,
moet u op de toetsen drukken die u
eerst op de projector of de
afstandsbediening hebt ingesteld.
Info
•
Wanneer “Anti-diefstal” is ingesteld,
moet u het sleutelwoord invoeren of het
ingangsdisplay verschijnt niet. Zelfs
wanneer het signaal wordt ingevoerd
28
kan het display niet verschijnen.
▼
Sleutelwoord-invoerveld
3 Druk op , of op
de afstandsbediening om de
ingangsfunctie te kiezen.
• Na eenmaal drukken op
u de toets om de gewenste INGANG
te kiezen.
Opmerking
•
Wanneer er geen signaal wordt
ontvangen,verschijnt “GEEN SIGNAAL”
op het display. Wanneer een signaal
wordt ontvangen waarvoor de projector
niet vooraf is ingesteld, verschijnt
“OUGELDIG” op het display.
Meer over de ingangsfuncties
INGANG 1
(RGB/
Component)
INGANG 2
(S-Video)
INGANG 3
(Video)
Wordt gebruikt voor het
projecteren van beelden
vanaf een apparaat dat
RGB- of componentsignalen
zendt via de DVI-DIGITAL/
ANALOG-ingangspoort.
Wordt gebruikt voor het
projecteren van beelden
vanaf een apparaat dat
aangesloten is op de SVIDEO-ingangsaansluiting.
Wordt gebruikt voor
projecteren van
vanaf een apparaat dat
aangesloten is op de
VIDEO-ingangsaansluiting.
gebruikt
het
beelden
▼ In-beeld-display (voorbeeld)
INGANG 1-functie
Met
DVI digitaal
Met Analoog
RGB
Met
component
INGANG 2-functie
Met S-Video
INGANG 3-functie
Met video
➝
➝➝
Basisbediening
4
Druk op of op de afstandsbediening om het volume van de
luidspreker in te stellen.
Opmerking
•
Door te drukken op verhoogt u het
volume.
Door te drukken op verlaagt u het
volume.
•
Op de projector kunt u het volume
instellen door te drukken op
•
, op de projector werken als
cursortoetsen
opstellings- of instellingsfuncties kiest
tijdens het instellen van menu's of de
lens.
(, )
wanneer u
of .
VOLUMEtoetsen
29
Beeldprojectie (vervolg)
5
Druk op om het beeld en het
geluid tijdelijk uit te schakelen.
Opmerking
•
Door nogmaals op te drukken, schakelt
u het beeld en het geluid opnieuw in.
6
Druk op , en druk vervolgens
opnieuw op
bevestigingsbericht wordt
getoond om de projector uit te
schakelen.
Opmerking
•
Als u per ongeluk op heeft gedrukt en
het apparaat niet wilt uitschakelen, wacht
u tot het bevestigingsbericht verdwijnt.
terwijl het
Dempingstoets
(AV MUTE)
Aan/uit-toets
(POWER)
Info
•
Trek tijdens de projectie of de werking van
de koelventilator het netsnoer niet uit. Dit
kan beschadiging veroorzaken door het
stijgen van de binnentemperatuur,
aangezien de koelventilator eveneens
wordt uitgeschakeld.
•
Wanneer de projector aangesloten is op
een apparaat zoals een versterker,
moet u eerst het aangesloten apparaat
uitschakelen en dan pas de projector.
Kiezen van de taal van
het in-beeld-display
•
U kunt het in-beeld-display van de projector
instellen op Engels, Duits, Spaans,
Nederlands, Frans, Italiaans, Zweeds,
Portugees, Chinees, Koreaans of Japans.
1
Druk op
•
Het menu verschijnt op het display.
.
2
Druk op
“Taal” te selecteren.
30
of op
om de
3
Druk op of op om de
gewenste taal te selecteren en
druk dan op
4
Druk op
•
De gewenste taal wordt ingesteld voor het
in-beeld-display.
.
.
Instellen van de lens
U kunt het beeld scherpstellen en instellen op de
gewenste grootte met de scherpstelring of de
zoomknop op de projector.
Zoomknop
Basisbediening
1U kunt scherpstellen door aan de
scherpstelring te draaien.
2Zoomen gebeurt door de
zoomknop te bewegen.
Scherpstelring
Uitzoomen
Inzoomen
31
Correctie van perspectivische vervorming
(trapeziumvorm-correctie)
Correctie van
perspectivische vervorming
Deze functie maakt trapeziumvorm-correctie
(perspectivische vervorming van het schermbeeld)
mogelijk.
Opmerking
•
Trapeziumvorm-correctie is de correctie van
perspectivische vervorming die zich voordoet
wanneer het beeld niet in het midden van het
scherm staat.
•
Perspectivistische vervorming kan worden
gecorrigeerd tot een hoek van ongeveer
graden.
±
35
LENS-toets
Invoertoets
(ENTER)
Normaal scherm
-toetsen
Toets voor
ongedaan maken
(UNDO)
Trapeziumvorm-correctiescherm
1 Druk op
•
Wanneer u nogmaals drukt op
het scherm KADER, REK of SLIMME REK
wordt getoond, wordt de digitale
verschuivingsfunctie ingeschakeld. Zie
bladzijde 33.
2 Druk op
.
of
trapeziumvorm-correctie in te stellen.
•
Als u meer gedetailleerde correcties wilt
maken, drukt u op
weer te geven. Druk vervolgens op
of
om aanpassingen door te voeren.
Opmerking
•
Aangezien de perspectivistische
vervorming tot een hoek van ongeveer
±
35 graden kan worden gecorrigeerd,
kan het beeld eveneens diagonaal tot
die hoek worden ingesteld. (Zie
bladzijde 8 voor nadere bijzonderheden
over de instellingen.)
•
Druk op
correctie te annuleren.
om het testpatroon
om de trapeziumvorm-
terwijl
om de
Comprimeert de bovenkant.
Comprimeert de onderkant.
Testpatroom
3Druk op
Opmerking
•
U kunt voor 16:9 dezelfde instellingen
gebruiken als in de NORMAAL-functie
4:3.
•
Tijdens het instellen van het beeld
kunnen rechte lijnen of de randen van
beelden een zaagtandeffect vertonen.
32
.
Instellen van de digitale
verschuiving
Om het bekijken van beelden te vergemakkelijken, schuift deze
functie het volledige op het scherm geprojecteerde beeld naar boven
of naar onder bij de weergave van 16:9-beelden van DVD-spelers en
DTV*-decoders.
*DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale
televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Druk op om het
geprojecteerde beeld naar
boven te bewegen.
Druk op om het beeld
terug te stellen.
UNDO button
• De digitale verschuivingsfunctie werkt op het scherm KADER, REK of SLIMME REK. Zie bladzijde 47
voor nadere bijzonderheden.
Druk op om het
geprojecteerde beeld naar
onder te bewegen.
Druk op om het beeld
terug te stellen.
Basisbediening
33
Onderdelen van de menubalk
Deze lijst vermeldt de onderdelen die kunnen worden ingesteld op de projector.
■
INGANG 1-functie
HoofdmenuSubmenuHoofdmenuSubmenu
Beeld
Bladzijde 40
Fijn sync.Klok
Bladzijde 42
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Reset
Signaaltype
Progressieve func.
Fase
H-Pos
V-Po s
Reset
Vastleggen
Keuze instel.
Speciale functies
Signaal Informatie
Automat. sync.
Auto-sync dsp [ON/OFF]
+150–150
+150–150
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+3-3
RGB
Component
2D Progressief
3D Progressief
Filmfunctie
+30–30
+60–60
Resolutie Vert. freq.
Resolution
Vert Freq
×
1
1024
768
×
768
60 Hz
75 Hz
Vert Freq
60 Hz
75 Hz
×
640
31,5 KHz
60 Hz
480
2
800 × 600
•
•
7
Resolutie Vert. freq.
Resolution
1
1024
2
800 × 600
•
•
7
Resolutie
640 × 480
1
720 × 480
2
480P
3
7
Resolutie
Hor. freq.
Vert. freq.
OFF
Normaal
Hoge snelheid
Opties (1)
Bladzijde 51
Opties (2)
Bladzijde 58
Taal
Bladzijde 31
Beeld-in-beeld [ON/OFF]
Energiebesparing [ON/OFF]
sRGB[ON/OFF]
Auto zoeken [ON/OFF]
Ruisonderdr.
OSD Display
Beeld vastleggen
Achtergrond
Startbeeld
Auto Power Off [ON/OFF]
Monitor uit
Lamp timer
Pauze timer
Projectie
Niv. toetsvergr.
Wachtwoord
Anti-diefstal
Alles terugstellen
English
Deutsch
Español
Nederlands
Français
Italiano
Svenska
Português
OFF
Niveau 1 Niveau 3
Normaal
Niveau A
Niveau B
Beeld opslaan
Verwijderen
Sharp
Gebruiker
Blauw
Geen
Sharp
Gebruiker
Geen
Uitschakelen
Ja (Y Cable)
Voor
Plafond + voor
Achter
Plafond + achter
Normaal
Niveau A
Niveau B
Oud wachtwoord
Nieuw wachtw
Herbevestigen
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
Status
Bladzijde 66
Opmerking
•
De hierboven weergegeven cijfers voor resolutie, verticale frequentie en horizontale frequentie zijn uitsluitend als
voorbeeld bedoeld.
•
Na het invoeren van DVI digitale signalen in INGANG 1 kan in het menu “Beeld” alleen “Kleurtmp”, “Rood” en “Blauw”
ingesteld worden en in het menu “Fijn sync.” alleen “Signaal informatie”, “Automat. sync.” en “Auto-sync dsp”
weergegeven worden.
•
Wanneer het signaaltype ingesteld is als “Component”, verschijnen in het menu “Beeld” van INGANG 1 “Kleur”, “Tint”
en “Scherpte”.
•
Sommige onderdelen kunt u niet terugstellen, zelfs wanneer “Alles terugstellen” wordt gekozen in het menu “Opties”
(2). Zie bladzijde 65 voor nadere bijzonderheden.
34
■
INGANG 2/3-functie
HoofdmenuSubmenuHoofdmenuSubmenu
Beeld
Bladzijde 40 Bladzijde 58
Opties (1)
Bladzijde 52
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Reset
Progressieve func.
Energiebesparing [ON/OFF]
Auto zoeken[ON/OFF]
Ruisonderdr.
OSD Display
Videosysteem
Achtergrond
Startbeeld
Auto Power Off[ON/OFF]
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+3–3
2D Progressief
3D Progressief
Filmfunctie
OFF
Niveau 1 Niveau 3
Normaal
Niveau A
Niveau B
Auto
PAL (50/60Hz)
SECAM
NTSC4.43
NTSC3.58
PAL-M
PAL-N
Sharp
Gebruiker
Blauw
Geen
Sharp
Gebruiker
Geen
Opties (2)Lamp timer
Pauze timer
Projectie
Niv. toetsvergr.
Wachtwoord
Anti-diefstal
Alles terugstellen
Taal
Bladzijde 31
Status
English
Deutsch
Español
Nederlands
Français
Italiano
Svenska
Português
Bladzijde 66
Voor
Plafond + Voor
Achter
Plafond + Achter
Normaal
Niveau A
Niveau B
Oud wachtwoord
Nieuw wachtw
Herbevestigen
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
Basisbediening
35
Gebruik van het menuscherm
Deze projector heeft twee sets van menuschermen die u in staat stellen het beeld en diverse
projectorinstellingen te regelen.
U kunt deze menuschermen bedienen via de projector zelf of via de afstandsbediening aan de hand
van de volgende procedure.
In-beeld menu voor INGANG 1 RGB-functie
In-beeld menu voor INGANG 2
of INGANG 3-functie
Menubalk
(Hoofdmenu)
Basisbedieningen
(bijstellingen)
1Druk op .
Opmerking
•
Het menuscherm “Beeld” voor de
gekozen ingangsfunctie wordt
weergegeven.
•
Het in-beeld-display rechts wordt
weergegeven wanneer de functie
INGANG 1 gekozen is.
Menubalk
(Hoofdmenu)
MENU-toets
-toetsen
Invoertoets (ENTER)
MENU-toets
36
-toetsen
Invoertoes (ENTER)
▼ In-beeld-display
2Druk op
of
om het menu
te kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
•
Voor bijzonderheden over de menu's,
zie de boomdiagrammen op bladzijden
34 en 35.
3Druk op
of
om het
onderdeel te kiezen dat u wilt
instellen.
Opmerking
•
Om slechts één in te stellen onderdeel
weer te geven, drukt u op
kiezen van het onderdeel. Alleen de
menubalk en het onderdeel dat u wilt
instellen, worden weergegeven.
||
|
||
of
Wanneer u dan op
wordt het volgende onderdeel (“Fase”
volgt op “Klok”) weergegeven.
•
Druk op om terug te keren naar het
vorige scherm.
na het
drukt,
Basisbediening
4Druk op
of
onderdeel in te stellen.
•
Wanneer u
instelling opgeslagen.
5 Druk op
•
Het in-beeld-display verdwijnt.
of
.
om het gekozen
loslaat, wordt de
37
Gebruik van het menuscherm (vervolg)
MENU-toets
Basisbedieningen
(instellingen)
1Druk op
Opmerking
•
Het menuscherm “Beeld” voor de
gekozen ingangsfunctie verschijnt.
•
Het in-beeld-display rechts verschijnt
wanneer de functie INGANG 1 is
gekozen.
2Druk op
te kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
•
Voor bijzonderheden over de menu’s, zie
de drie boomdiagrammen op bladzijden
34 en 35.
3Druk op
onderdeel te kiezen dat u wilt
instellen.
.
of
om het menu
of
-toetsen
Invoertoets (ENTER)
MENU-toets
-toetsen
Invoertoets (ENTER)
▼ In-beeld-display
om het
Opmerking
•
Druk op
vorige scherm.
•
In sommige menu’s moet u het
pictogram slecteren met behulp van
“
38
om terug te keren naar het
”.
Submenu
4Druk op .
•
De cursor verplaatst zich naar het submenu.
5Druk op of om de instelling
van het onderdeel te kiezen dat
wordt weergegeven in het
submenu.
Submenu
Basisbediening
6Druk op .
•
Het gekozen onderdeel wordt ingesteld.
Opmerking
•
Bij sommige onderdelen verschijnt een
bevestigingsbericht.
Wanneer u een onderdeel instelt, drukt
u op
of om “Ja” of “OK” te kiezen
en drukt u vervolgens op
Druk op .
•
Het menu verdwijnt.
7
.
39
Instellen van het beeld
U kunt het beeld van de projector naar uw eigen voorkeur instellen met de volgende beeldinstellingen.
BeeldinstellingBeschrijving
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Voor het instellen van het contrastniveau
Voor het instellen van de helderheid van een beeld
Voor het instellen van de kleurintensiteit van het beeld
Voor het instellen van de tinten van een beeld
Voor scherpere of minder scherpe contouren van beelden
Voor het instellen van het roodniveau
Voor het instellen van het blauwniveau
Voor het instellen van de kleurtemperatuur van een beeld
Instellen van
beeldvoorkeuren
Instellen van het menu “Beeld”➝
Zie bladzijde 36 voor de instellingen.
Opmerking
•
“Kleur”, “Tint” en “Scherpte” verschijnen niet
op het scherm wanneer u INGANG 1 kiest
en het “Signaaltype” “RGB” is.
•
De beeldinstellingen kunnen afzonderlijk
worden opgeslagen in elke ingangsfunctie.
•
Wanneer het signaal dat wordt ingevoerd in
INGANG 1 is ingesteld op Component, kan
“Scherpte” worden aangepast wanneer 480I-,
480P-, 720P- of 1080I-signalen zijn aangesloten.
•
Om alle instelbare onderdelen terug te stellen,
kiest u “Reset” en drukt u op
.
toets
Minder contrast
Minder helder
Minder intense kleuren
Huidtinten worden paarsig
Minder scherp
Minder rood
Minder blauw
Verlaagt de
kleurtemperatuur voor
warmere, roodachtige,
fonkelende beelden.
Meer contrast
Helderder
Intensere kleuren
Huidtinten worden groenig
Scherper
Meer rood
Meer blauw
Verhoogt de kleur-
temperatuur voor
koelere, blauwachtige,
fluorescerende beelden.
toets
Kiezen van het signaaltype
Deze functie maakt het mogelijk om het ingangssignaaltype RGB of Component te kiezen voor INGANG1.
Kies “Signaaltype” in het menu “Beeld” ➝
Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
•
RGB
Wordt ingesteld voor het ontvangen van RGB-signalen.
•
Component
Wordt ingesteld voor het ontvangen van
componentsignalen.
40
Progressieve functie
Deze functie stelt u in staat om de progressieve
weergave van een videosignaal te kiezen. De
progressieve weergave zorgt voor meer soepele
videobeelden.
Kies “Progressieve func.” in het menu“Beeld”➝ Zie bladzijde 38 voor de
instellingen.
Opmerking
•
2D Progressief
Deze functie is bedoeld voor weergave van snel
bewegende beelden zoals sport- of actiescènes.
Bij deze functie wordt het getoonde beeldframe
met optimale kwaliteit weergegeven.
•
3D Progressief
Deze functie is bedoeld voor weergave van
relatief langzaam bewegende beelden zoals
toneelscènes, documentaires e.d.
Deze functie verbetert de beeldkwaliteit door
de beweging in een aantal voorafgaande en
volgende beelden te gebruiken.
•
Filmfunctie
Voor een duidelijke weergave van filmbeelden.
Toont een geoptimaliseerd beeld van film
omgezet met “drie-twee afrollen”- (NTSC en
PAL60Hz) of “twee-twee afrollen”- (PAL50Hz
en SECAM) verbetering in progressieve
weergavebeelden.
* De filmbron is een digitale video-opname
waarbij het origineel onveranderd
gedecodeerd wordt aan 24 frames/seconde.
De projector kan deze filmbron omzetten in
progressieve video aan 60 frames/seconde
met NTSC of PAL60Hz of aan 50 frames/
seconde met PAL50Hz en SECAM om een
hoog gedefinieerd beeld weer te geven.
Basisbediening
•
Bij progressieve ingangen gebeurt de
weergave rechtstreeks en kunt u niet kiezen
voor 2D Progressief, 3D Progressief en de
Filmfunctie. Deze functies kunnen worden
gekozen bij interlace-signalen, met
uitzondering van 1080
•
Zelfs bij het instellen van de 3D Progressieffunctie in NTSC of PAL60Hz zal de “drie-twee
afrollen”-verbetering automatisch worden
ingeschakeld wanneer de filmbron is
ingevoerd.
•
In PAL50Hz of SECAM zal de “twee-twee
afrollen”-verbetering alleen worden
ingeschakeld in de Filmfunctie wanneer de
filmbron is ingevoerd.
I-signalen.
41
Instellen van computerbeelden
Gebruik de Fijn sync.-functie in geval van onregelmatigheden zoals verticale strepen of het flikkeren
van delen van het beeld.
BeeldinstellingBeschrijving
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Wanneer Automat. sync.
op OFF staat
Wanneer “Automat. sync.” op “OFF” staat, kan er
interferentie voorkomen zoals flikkeren of verticale
strepen bij de weergave van beelden met “betegeling”
of verticale strepen. Als dit gebeurt, kunt u de
instellingen “Klok”, “Fase”, “H-Pos” en “V-Pos”
bijstellen om een optimale weergave te bereiken.
Regelt de verticale ruis.
Regelt de horizontale ruis (vergelijkbaar met “tracking” op uw videorecorder).
Centreert het weergegeven beeld door het naar links of naar rechts te verplaatsen.
Centreert het weergegeven beeld door het naar boven of naar onder te verplaatsen.
Selecteer “Klok”, “Fase”, “H-Pos” of “V-Po s ”
in het menu “Fijn sync.” ➝ Zie bladzijde 36
voor de instellingen.
Opmerking
•
U kunt computerbeelden gemakkelijk instellen
door te drukken op
nadere bijzonderheden.
. Zie bladzijde 44 voor
Opslaan van instellingen
Deze projector stelt u in staat om maximaal zeven
instellingen op te slaan om te gebruiken met
verschillende computers.
Selecteer “Vastleggen” in het menu “Fijn
sync.” ➝ Zie bladzijde 38 voor het opslaan.
42
Selecteren van instellingen
De in de projector opgeslagen instellingen zijn
makkelijk toegankelijk.
Selecteer “Keuze Instel.” in het menu “Fijn sync.”➝ Zie bladzijde 38 voor nadere bijzonderheden.
Opmerking
•
Als er geen instellingen zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer in het geheugen, zullen bij dat
nummer geen resolutie en frequentie vermeld staan.
•
Door een opgeslagen instelling op te roepen
met “Keuze instel.” kunt u de projector instellen
op de opgeslagen instellingen.
Instellen van speciale
functies
Normaal gesproken wordt het soort ingangssignaal
gedetecteerd en wordt de juiste resolutie automatisch
ingesteld. Bij sommige signalen kan het echter nodig zijn
om de optimale resolutie-instelling te kiezen in “Speciale
functies” op het menuscherm “Fijn sync.”, in overeen-
stemming met de weergavefunctie van de computer.
Stel de resolutie in door “Speciale functies”
te selecteren in het menu “Fijn sync.” ➝ Zie
bladzijde 38 voor nadere bijzonderheden.
Basisbediening
Opmerking
•
Vermijd de weergave van computergegenereerde patronen die zich om de andere
beeldlijn herhalen (horizontale strepen).
(Het beeld kan hierdoor gaan flikkeren, wat
het erg moeilijk maakt ernaar te blijven kijken.)
•
Wanneer een DVD-speler of digitale video
aangesloten wordt, kiest u 480P als
ingangssignaal.
•
Zie “Controleren van het ingangssignaal”
hieronder voor informatie over het huidige
ingangssignaal.
Controleren van het
ingangssignaal
Deze functie stelt u in staat om de informatie
betreffende het huidige ingangssignaal te controleren.
Selecteer “Signaal informatie” in het menu “Fijn
sync.” ➝ Zie bladzijde 36 voor bevestiging.
Opmerking
•
De projector zal het aantal gescande lijnen
weergeven dat kan worden ingevoerd vanaf
audiovisuele apparatuur zoals een DVDspeler of digitale video.
43
Instellen van computerbeelden (vervolg)
Instellen van de
automatische synchronisatie
Wordt gebruikt om een computerbeeld
automatisch in te stellen.
Selecteer “Automat. sync.” in het menu “Fijn
sync.” ➝ Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
Bij het instellen van “ Normaal” of
“
Hoge snelheid”:
•
De automatische synchronisatie wordt
ingeschakeld wanneer u de projector aanzet
of wanneer de ingangssignalen worden
veranderd wanneer de projector op een
computer is aangesloten.
U moet de instellingen handmatig uitvoeren:
•
Wanneer u geen optimaal beeld kunt
verkrijgen met automatische synchronisatie.
Zie bladzijde 42.
•
Het kan enige tijd duren voordat de
automatische synchronisatie is voltooid,
afhankelijk van het beeld dat door de
aangesloten computer gegenereerd wordt.
•
Wanneer “Automat. Sync.” op “OFF” of “Hoge
snelheid” staat en
automatische synchronisatie in de functie
“Hoge snelheid” uitgevoerd worden. Als de
toets binnen een minuut nogmaals wordt
ingedrukt, wordt de automatische
synchronisatie in de “Normaal” functie
uitgevoerd.
wordt ingedrukt, zal de
Schermdisplay tijdens Automat. Sync.
Automatische-synchronisatietoets (AUTO SYNC)
Automatische synchronisatie
displayfunctie
Wordt gebruikt om het scherm in te stellen dat tijdens
automatische synchronisatie wordt weergegeven.
Selecteer “Auto-sync dsp” in het menu “Fijn
sync.” ➝ Zie bladzijde 36 voor de instellingen.
Opmerking
•
..... Het ingestelde achtergrondbeeld
wordt geprojecteerd.
•
..... Het computerbeeld dat wordt
ingesteld, verschijnt.
44
Gebruiksvriendelijke functies
Gebruiksvriendelijke functies
Kiezen van de beeldweergavefunctie
Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld
te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u kiezen tussen “NORMAAL”, “VOLLEDIG”,
“DOT BY DOT”, “KADER”, “REK” of “SLIMME REK”.
Wijzigen van de
beeldweergave bij
gebruik van verschillende
ingangssignalen
1Druk op
•
Bij iedere druk op verandert het display
zoals weergegeven op bladzijde 47.
Opmerking
•
Bij de “Dot by Dot”-weergave worden de beelden
weergegeven met de oorspronkelijke resolutie
en kunnen ze bijgevolg niet worden vergroot.
•
Om terug te keren naar het standaardbeeld,
drukt u op
op het scherm verschijnt.
.
terwijl “GROOTTE AANPASSEN”
Schermgroottetoets (RESIZE)
Schermdisplay van beeldweergavefunctie
46
COMPUTER
4:3 beeldverhouding
XGA (1024 × 768)
SXGA (1280 × 960)
SVGA (800 × 600)
Andere beeldverhoudingen
•
“NORMAAL” wordt vastgelegd wanneer SVGA-signalen (800 × 600) worden ingevoerd.
SXGA (1280 × 1024)
Ingangssignaal
Lagere resolutie
dan SVGA
4:3 beeldverhouding
SVGA
4:3 beeldverhouding
Hogere resolutie
dan SVGA
4:3 beeldverhouding
SXGA (1280 × 1024)
NORMAAL
800 × 600
800 × 600
800 × 600
750 × 600
NORMAAL
Projecteert het beeld op het
volledige scherm met behoud
van de beeldverhouding.
VOLLEDIG
—
—
—
800 × 600
Weergavebeeld
VOLLEDIG
Projecteert het beeld op het
volledige scherm
ongeacht de beeldverhouding.
DOT BY DOT
—
1024 × 768
1280 × 960
1280 × 1024
DOT BY DOT
Projecteert het beeld met het
oorspronkelijke resolutie-
signaal.
VIDEO
480I, 480P, NTSC
PAL, SECAM
720P, 1080I
•
“REK” wordt vastgelegd wanneer 720P- of1080I-signalen worden ingevoerd.
4:3 beeldverhouding.
Letterbox, compressie
16:9 beeldverhouding
* Bij deze beelden kunt u de digitale verschuivingsfunctie gebruiken.
Ingangssignaal
4:3 beeldverhouding
480I, 480P, NTSC,
PAL, SECAM
Letterbox
Compressie
720P, 1080I
16:9 beeldverhouding
NORMAAL
800 × 600
—
NORMAAL
Projecteert het beeld op het
volledige scherm.
Projecteert het 4:3 beeld volledig
in REK-functie (volgende kolom).
KADER
600 × 450
—
KADER
*
Weergavebeeld
Projecteert het 16:9 beeld
gelijkmatig over het hele scherm
(zwarte balken boven/onder).
REK
800 × 450*
REK
SLIMME REK
800 × 450*
—
SLIMME REK
Projecteert het beeld volledig op een
16:9-scherm door alleen de randen te
vergroten en de 4:3-beeldverhouding te
behouden in het midden van het beeld.
Gebruiksvriendelijke functies
47
Weergeven van een stilstaand beeld
Deze functie stelt u in staat om een bewegend beeld onmiddellijk stil te zetten. Dit is handig om een
beeld van een computer of video stilstaand weer te geven, zodat u meer tijd heeft om aan het publiek
uitleg te geven over het beeld.
Opslaan van een beeld als
stilstaand beeld
1Druk op .
•
Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
Stilstaandbeeldtoets
(FREEZE)
2Druk nogmaals op om terug te
keren naar het bewegend beeld
van het momenteel aangesloten
apparaat.
▼ In-beeld-display
48
Vergroten van een deel van een beeld
Deze functie stelt u in staat om een bepaald deel van een beeld te vergroten. Dit is handig om een
bepaald deel van het beeld gedetailleerd weer te geven.
Weergeven van een
vergroot deel van een beeld
1Druk op .
•
Vergroot het beeld.
•
Door te drukken op of vergroot
of verkleint u het geprojecteerde beeld.
Opmerking
Om te vergroten
×1×4 ×9 ×16 ×36 ×64×2 ×3
ENLARGEtoetsen
(vergroten/
verkleinen)
-toetsen
Om te verkleinen
•
U kunt de plaats van het vergrote beeld
wijzigen met
•
Wanneer een beeld met een hogere
resolutie dan XGA wordt weergegeven,
kunt u “×2” en “×3” niet kiezen.
, , of .
2Druk op om de bewerking te
annuleren, zodat de vergroting
terugkeert naar ×1.
Opmerking
In de volgende gevallen zal het beeld
naar de normale grootte terugkeren (×1).
•
Wanneer de ingangsstand wordt
veranderd.
•
Wanneer u op drukt.
•
Wanneer het ingangssignaal gewijzigd
wordt.
•
Wanneer u de resolutie en de
verversingsratio (verticale frequentie)
van het ingangssignaal wijzigt.
▼ In-beeld-display
Gebruiksvriendelijke functies
49
Gamma-correctiefunctie
Gamma is een functie die de kwaliteit van het beeld verbetert en een rijker beeld creëert door de donkere
gedeelten van het beeld helderder weer te geven zonder de helderheid van de heldere gedeelten te veranderen.
Wanneer u beelden weergeeft met veel donkere scènes, zoals een film of een concert, of wanneer u
beelden weergeeft in een helder verlichte ruimte, kan deze functie de donkere scènes beter zichtbaar
maken en het beeld een grotere diepte geven.
Gekozen functie
STANDAARD
PRESENTATIE
CINEMA
SPEL
Standaardbeeld
Geeft de donkere delen van het beeld helderder weer voor een betere presentatie.
Geeft meer diepte aan de donkere delen van het beeld voor een meer boeiende bioscoopervaring.
Natuurlijke kleurgradatie voor het spelen van spelletjes, enz.
Instellen van de Gammacorrectie
1Druk op
•
Telkens wanneer
de gamma-functie wisselen tussen de
verschillende types.
.
wordt ingedrukt, zal
2Afhankelijk van de ingangsfunctie
en het signaal keert u door te
drukken op
wordt getoond terug naar de
desbetreffende gammastand.
terwijl “GAMMA”
Beschrijving
GAMMA-toets
Toets voor
ongedaan maken
(UNDO)
STANDAARDSPEL
INGANG-functie INGANG-signaal GAMMA-functie
INGANG
INGANG
INGANG
50
1
2S-VideoSTANDAARD
3VideoSTANDAARD
RGB
Component
PRESENTATIE
CINEMA
PRESENTATIECINEMA
Weergeven van twee beelden (beeld-in-beeld)
Met de beeld-in-beeld-functie kunt u twee beelden op hetzelfde scherm weergeven. U kunt het beeld
dat via INPUT 2 of 3, binnenkomt als een inzetbeeld weergeven dat het hoofdbeeld, dat binnenkomt via
INGANG 1 overlapt. (Deze functie kan uitsluitend in het RGB-menu worden ingesteld.)
Weergeven van het
inzetbeeld
Selecteer “Beeld-in-beeld” in het menu “Opties
(1)” ➝ Zie bladzijde 36 voor de weergave.
1Druk op
•
Selecteer om de Beeld-in-beeldfunctie te annuleren.
2Druk op
afstandsbediening of op
en kies .
of
op de
op de
projector om het beeld in het
inzetbeeld te veranderen.
3Druk op
,
,
of
om
de plaats van het inzetbeeld in te
stellen.
•
Druk op
om het frame te laten verdwijnen.
4
Druk op
om het frame te stoppen of
om het inzetbeeld te
verplaatsen.
•
Het inzetbeeld wordt naar het
inzetbeeldkader verplaatst.
Opmerking
•
Het inzetbeeld kan alleen weergegeven
worden met een composiet-video- (NTSC/
PAL/SECAM) of S-Video-signaal.
•
De stilstaand-beeldfunctie kan alleen gebruikt
worden voor het inzetbeeld, wanneer de
beeld-in-beeld-functie ingesteld is.
Beeld-in-beeld werkt niet wanneer het signaal
dat binnenkomt via INGANG 1:
•
Een resolutie heeft die SXGA overschrijdt.
•
Wanneer het ingangssignaal 480I, 480P,
720P of 1080I is.
•
Gewijzigd is in de interlace-functie door het
gebruik van RGB-signalen.
•
Wanneer de beeldweergavefunctie is
ingesteld op “DOT BY DOT”.
•
Wanneer geen signalen verzonden worden
naar INGANG 1 of wanneer de resolutie of
de verversingsrate (vertikale frequentie)
wordt gewijzigd.
•
Druk op of op de afstandsbediening
op de projector om het beeld in het
of
inzetbeeld te veranderen.
Gebruiksvriendelijke functies
51
Kiezen van de spaarstand
Met de spaarstand of de automatische uitschakelfunctie kunt u het stroomverbruik van de projector
beperken.
Instellen van de
spaarstand
Deze functie regelt de hoeveelheid geprojecteerd
licht. Selecteer “ON” of “OFF” om de helderheid
en het stroomverbruik te verminderen of te
vermeerderen.
Beschrijving van de spaarstanden
ON
OFF
Selecteer “Energiebesparing” in het menu
“Opties (1)”➝ Zie bladzijde 36 voor de
instellingen.
De lichthoeveelheid bedraagt 80%.
Het stroomverbruik bedraagt 250 watt.
De lichthoeveelheid bedraagt 100%.
Het stroomverbruik bedraagt 290 watt.
Opmerking
•
De fabrieksinstelling voor de
“Energiebesparingsfunctie” is “OFF”.
Automatische uitschakeling
Als de projector is ingeschakeld “ (Aan)” en er
gedurende meer dan 15 minuten geen
ingangssignaal wordt waargenomen, zal de
projector automatisch uitgeschakeld worden.
De automatische uitschakelfunctie werkt niet
wanneer ze is ingesteld op “
Selecteer “Auto Power Off” in het menu
“Opties (1)”➝ Zie bladzijde 36 voor de
instellingen.
Opmerking
•
Wanneer de automatische uitschakelfunctie
ingesteld is op “
de uitschakeling het bericht “Spanning uit in X
min.” op het scherm verschijnen om de
resterende minuten aan te geven.
(Aan)”, zal 5 minuten voor
(Uit)”.
52
Inschakelen van de sRGB-kleurbeheerfunctie
Deze functie stelt de uitvoer van de projector in overeenkomstig de sRGB-norm (6.500K).
Instellen van de kleuraanpassingsfunctie (sRGB)
Selecteer “sRGB” in het menu “Opties (1)”➝ Zie bladzijde 36 voor de instellingen.
Opmerking
•
Wanneer u sRGB op “ON” instelt, kan het
geprojecteerde beeld donkerder worden; dit
duidt echter niet op een defect.
•
Voor bijkomende informatie over de sRGB-
functie, surf naar “http://www.srgb.com/”.
Info
Wanneer “sRGB” op “ON” staat;
•
Kunt u de gammacorrectie niet instellen.
•
Kunt u “Rood”, “Blauw” of “Kleurtemp.” in
“Beeld” niet instellen.
Automatische zoekfunctie
Deze functie zoekt automatisch en schakelt over naar de ingangsfunctie waarin de signalen worden
ontvangen wanneer de projector wordt ingeschakeld of wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt.
Gebruik van de
automatische zoekfunctie
Selecteer “Auto zoeken” in het menu “Opties
(1)”➝ Zie bladzijde 36 voor de instellingen.
Opmerking
•
ON
Schakelt automatisch over naar de ingangsfunctie
waarin de signalen worden ontvangen wanneer
de projector wordt ingeschakeld of wanneer
op de projector wordt ingedrukt.
•
OFF
In deze stand kunt u handmatig de
ingangsfunctie in volgorde veranderen door
op de projector in te drukken.
•
Om te stoppen met zoeken naar de
ingangsfunctie, drukt u
,
of
op de afstandsbediening in.
Info
•
Zelfs wanneer deze functie aan het zoeken
is naar ingangssignalen, kunt u door het
indrukken van
afstandsbediening overschakelen naar de
desbetreffende ingangsfunctie.
• Zelfs wanneer de functie aan het zoeken is
naar ingangssignalen, kunt u door het
indrukken van een willekeurige toets behalve
Digitale ruisonderdrukking biedt een hoge beeldkwaliteit met minimaal puntverloop en kleurvervorming.
Beeldruisonderdruking
(Ruisonderdr.)
Selecteer “Ruisonderdr.” in het menu “Opties
(1)”➝ Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
•
Stel een niveau in dat een duidelijker beeld
oplevert.
U moet Ruisonderdr. op “OFF” zetten in de
volgende gevallen:
•
Wanneer het beeld wazig is.
•
Wanneer de omtrekken en kleuren van
bewegende beelden uitlopen.
•
Wanneer TV-uitzendingen met zwakke
signalen worden geprojecteerd.
Info
•
Deze functie is beschikbaar met INGANG 1
(de signalen 480
(alle signalen).
I en 480P) en INGANG 2, 3
Instellen van het in-beeld-display
Met deze functie kunt u de berichten die op het scherm verschijnen in- en uitschakelen. Wanneer u
“
Niveau A
op het display verschijnen, zelfs wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt.
Gekozen onderdeel
Normaal
Niveau A
Niveau B
Uitschakelen van het
in-beeld-display
Selecteer “OSD Display” in het menu “Opties
(1)”➝ Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
” of “ Niveau B” instelt in “OSD Display”, zal de ingangsfunctie (bijv. INGANG 1) niet
Beschrijving
Alle schermberichten worden getoond.
Ingang/Stilzetten/Vergroten/Automat.sync./Volume/AV Demping worden niet getoond.
De schermberichten worden niet getoond.
(Met uitzondering van de menuschermberichten die verschijnen wanneer de LENS-toets wordt
ingedrukt en de waarschuwingsaanduidingen (Spanning uit/Temperatuur/Lamp, enz.))
54
Instellen van het videosysteem
De standaardinstelling voor het videosysteem is “Auto”; het is echter mogelijk dat u geen duidelijk
beeld kunt ontvangen van de aangesloten audiovisuele apparatuur omwille van verschillen in het
signaal. In dat geval wijzigt u het videosignaal.
IInstellen van het
videosysteem
Selecteer “Videosysteem” in het menu “Opties
(1)” ➝ Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
•
Het videosignaal kan alleen in de INGANG
2- of INGANG 3-functie worden ingesteld.
•
In “Auto” worden de beelden weergegeven in
PAL, zelfs wanneer er PAL-N of PAL-M
ingangssignalen worden ontvangen.
PA L
SECAM
NTSC4.43
NTSC3.58
Bij aansluiting op PAL-videoapparatuur.
Bij aansluiting op SECAM-videoapparatuur.
Bij weergave van NTSC-signalen met PAL-
videoapparatuur.
Bij aansluiting op NTSC-videoapparatuur.
Gebruiksvriendelijke functies
55
Opslaan van geprojecteerde beelden
•
Met deze projector kunt u geprojecteerde beelden (RGB-signalen) vastleggen en ze instellen als
startbeeld of achtergrondbeeld wanneer er geen signalen worden ontvangen.
•
U kunt de ingevoerde beelden vastleggen met analoge RGB-signalen en digitale DVI SVGA-signalen.
Vastleggen van het beeld
Selecteer “Beeld vastleggen” in het menu
“Opties (1)” ➝ Zie bladzijde 38 voor nadere
bijzonderheden.
1Druk op
Beeld opslaan” te selecteren en
“
druk vervolgens op
•
Het geprojecteerde beeld wordt vastgelegd.
Het vastleggen kan even duren.
11
2
1
Druk op
11
selecteren.
22
2
Druk op
22
Opmerking
•
Deze functie werkt alleen in de 800 x 600
(SVGA) non-interlacemodus.
•
Het opgeslagen beeld wordt herleid tot 256 kleuren.
•
Beelden van apparatuur die aangesloten is
op INPUT 2 of INPUT 3 kunnen niet worden
vastgelegd.
of
of
.
om
.
om “Ja” te
Verwijderen van het
vastgelegde beeld
1
Selecteer “ Verwijderen” en
2
56
druk op
11
1
Druk op
11
te selecteren.
22
2
Druk op
22
.
of
.
om “OK”
Instellen van een achtergrondbeeld
Met deze functie kunt u het beeld kiezen dat wordt weergegeven wanneer er geen signaal door de
projector ontvangen wordt.
Gekozen onderdeel
Sharp
Gebruiker
Blauw
Geen
*1 U kunt een vastgelegd beeld instellen als achtergrondbeeld door “Gebruiker” te kiezen.
*2 Als er interferentie op het ingangssignaal voorkomt, zal het scherm met de interferentie worden weergegeven.
SHARP standaardbeeld
*1
Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het logo van uw bedrijf)
Blauw scherm
Zwart scherm
*2
Beschrijving
Kiezen van een
achtergrondbeeld
Selecteer “Achtergrond” in het menu “Opties
(1)” ➝ Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
•
Wanneer “Gebruiker” wordt gekozen, kunt u
een beeld dat met “Beeld vastleggen” werd
opgeslagen als achtergrondbeeld weergeven.
•
Het standaardbeeld van “Gebruiker” is een
zwart scherm.
Kiezen van een startbeeld
Met deze functie kunt u bepalen welk beeld er zal verschijnen bij het opstarten van de projector.
Gekozen onderdeel
Sharp
Gebruiker *
Geen
* U kunt een vastgelegd beeld instellen als startbeeld door “Gebruiker” te kiezen.
SHARP standaardbeeld
Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het logo van uw bedrijf)
Zwart scherm
Kiezen van een startbeeld
Selecteer “Startbeeld” in het menu “Opties
(1)” ➝ Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
•
Wanneer “Gebruiker” wordt gekozen, kunt u
een beeld dat met “Beeld vastleggen” werd
opgeslagen als startbeeld weergeven.
•
Het standaardbeeld van “Gebruiker” is een
zwart scherm.
Beschrijving
Gebruiksvriendelijke functies
57
Gebruik van een RGB-beeldschermuitgangsadapter
Met een RGB-beeldschermuitgangsadapter (los verkrijgbaar) en een RGB-kabel (in de handel
verkrijgbaar) moet u instelling “ Ja (Y Cable)” kiezen wanneer u computerbeelden zowel op de
projector als op een beeldscherm wilt weergeven.
Gebruik van een RGBbeeldschermuitgangsadapter
Selecteer “Monitor uit” in het menu “Opties
(1)” ➝ Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
•
Kies de instelling “ Uitschakelen” wanneer
u geen RGB-beeldschermuitgangsadapter
gebruikt.
•
Als de instelling niet juist is, kan het beeld
donker, te helder of witachtig zijn. Dit duidt
niet op een defect.
•
Kies de instelling “ Ja (Y Cable)” wanneer
u de RGB-beeldschermuitgangsadapter
gebruikt.
Weergeven van de gebruikstijd van de lamp
Controleren van de
gebruikstijd van de lamp
Met deze functie kunt u de gebruikstijd van de lamp
controleren.
Selecteer het menu “Opties (2)” om de
gebruikstijd van de lamp te bekijken.
Opmerking
•
Het verdient aanbeveling de lamp te
vervangen na ongeveer 1.900 gebruiksuren.
Neem voor de vervanging van de lamp contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp
projector dealer of servicecentrum.
58
Gebruikstijd van
de lamp
Weergeven van de pauzetimer
Weergave en instelling
van de pauzetimer
Selecteer “Pauze timer” in het menu “Opties
(2)” ➝ Zie bladzijde 36 voor nadere
bijzonderheden.
1Wanneer “” verschijnt, drukt u
op
in te stellen.
•
2
Druk op om de pauzetimer te
annuleren.
of
U kunt de timer instellen op een waarde
tussen 1 en 60 minuten (met tussenstappen
van 1 minuut).
om de pauzetimer
"In-beeld-display
Opmerking
•
Tijdens het gebruik van de pauzetimer wordt
de automatische uitschakeling tijdelijk buiten
werking gesteld.
Als er geen signaaltransmissie plaatsvindt
gedurende meer dan 15 minuten nadat de tijd
van de pauzetimer is verstreken, wordt de projector uitgeschakeld.
•
De pauzetimer verschijnt op het startbeeld. Om
het tijdens de pauzetimer getoonde scherm te
wijzigen, verandert u de instelling van het
“Startbeeld” (zie bladzijde 57).
Gebruiksvriendelijke functies
59
De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven in spiegelbeeld
Deze projector is voorzien van een functie om het geprojecteerde beeld om te keren of weer te geven
in spiegelbeeld, wat handig is voor diverse toepassingen.
Gekozen onderdeel
Voor
Plafond + voor
Achter
Plafond + achter
Normaal beeld
Spiegelbeeld
Omgekeerd beeld
Omgekeerd en spiegelbeeld
Instellen van de
projectiestand
Selecteer “Projectie” in het menu “Opties (2)”➝ Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
•
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoerveld wanneer u
“Projectie” selecteert.
•
Deze functie wordt gebruikt bij projectie van
achteren en plafondmontage. Zie bladzijde 19
voor deze opstellingen.
Beschrijving
VoorPlafond + voor AchterPlafond + achter
Vergrendelen van de bedieningstoetsen van de projector
Met deze functie kunt u het gebruik van bepaalde toetsen op de projector vergrendelen.
De volgende drie toetsvergrendelingsniveaus zijn mogelijk.
Toetsvergrendelingsniveau
Normaal
Niveau A
Niveau B
Alle bedieningstoetsen werken.
Alleen de toetsen INPUT/VOLUME/AV MUTE op de projector werken.
Geen enkele toets van de projector werkt.
Instellen van de
toetsvergrendeling
Selecteer “Niv. toetsvergr.” in het menu “Opties
(2)” ➝ Zie bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
•
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoerveld wanneer u “Niv.
toetsvergr.” selecteert.
60
Beschrijving
Annuleren van het
toetsvergrendelingsniveau
Wanneer het toetsvergrendelingsniveau “Normaal”
is ingesteld, werken alle toetsen.
Selecteer “Niv. toetsvergr.” in het menu
Opties (2)” en stel “ Normaal” in. ➝ Zie
bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
•
Wanneer een wachtwoord is ingesteld en
“Niv. toetsvergr.” wordt gekozen, verschijnt het
wachtwoordinvoerveld.
•
Als zowel een wachtwoord als een
toetsvergrendelingsniveau zijn ingesteld, zal
het wachtwoord nodig zijn om het
toetsvergrendelingsniveau te kunnen wijzigen.
Instellen van een wachtwoord
De gebruiker kan een wachtwoord instellen om te voorkomen dat bepaalde instellingen in het menu
“Opties (2)” kunnen worden gewijzigd. Het gebruik van een wachtwoord in combinatie met het
toetsvergrendelingsniveau (bladzijde 60) is effectiever.
Invoeren van het wachtwoord
Selecteer “Wachtwoord” in het menu
“Opties (2)” ➝ Zie bladzijde 38 voor nadere
bijzonderheden.
1Druk op
of
om het
gewenste nummer te selecteren
en druk dan op
.
2Voer de 3 overige cijfers in en druk
op
.
3Voer het wachtwoord nogmaals in
na “Herbevestigen” en druk op
Opmerking
•
Wanneer een wachtwoord is ingesteld,
moet u het wachtwoord invoeren om de
instellingen “Projectie”, “Niv. toetsvergr.”,“Anti-diefstal” en “Alles terugstellen” te
wijzigen.
.
Gebruiksvriendelijke functies
61
Instellen van een wachtwoord (vervolg)
Wijzigen van het wachtwoord
Selecteer “Wachtwoord” in het menu “Opties
(2)” ➝ Zie bladzijde 38 voor het selecteren.
1Druk op
wachtwoord in te voeren in “Oud
wachtwrd” en druk op
2Druk op
nieuwe wachtwoord in te stellen
en druk op
en
en
.
om het
.
om het
3Voer het nieuwe wachtwoord van
4 cijfers nogmaals in na
“Herbevestigen” en druk op
Opmerking
•
Als u geen wachtwoord wenst in te stellen,
laat u de velden in stappen 2 en 3 leeg en
drukt u op
•
Om de wachtwoordinstellingen te annuleren,
klikt u op
.
.
Als u uw wachtwoord
vergeten bent
Als u uw wachtwoord vergeten bent, verwijdert u
het en stelt u een nieuw wachtwoord in aan de
hand van de volgende procedure.
.
1Druk op
62
.
Instellen van de Anti-diefstal
De anti-diefstalfunctie voorkomt dat onbevoegden de projector gebruiken. U kunt kiezen of u deze
functie gebruikt of niet. Als u deze functie niet wenst te gebruiken, voert u gewoon de sleutelcode niet
in. Zodra een andere functie wordt ingeschakeld, dienen gebruikers de juiste sleutelcode in te voeren
telkens wanneer de projector wordt gestart. Zonder de juiste sleutelcode kunnen geen beelden worden
geprojecteerd. Hierna wordt uitgelegd hoe u deze functie gebruikt.
Invoeren van een sleutelcode
• “
Anti-diefstal” kan niet worden geselecteerd tenzij
“Wachtwoord” is ingesteld. (Zie bladzijde 61.)
•
Wanneer “Anti-diefstal” is geselecteerd, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster. Voer eerst het
juiste wachtwoord en dan de sleutelcode in.
Selecteer “ Anti-diefstal” in het menu
“Opties (2)” ➝ Zie bladzijde 38 voor nadere
bijzonderheden.
1Druk op een willekeurige toets op de
afstandsbediening of de projector
om het eerste cijfer in “Nieuwe
code” in te stellen.
Opmerking
•
De volgende toetsen op de afstandsbediening en de projector kunnen niet als
sleutelcodes worden ingesteld:
•
Aan/uit-toets (POWER)
•
Invoertoets (ENTER)
•
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
•
MENU-toets
•
Vooruit-toets (FORWARD)
•
Terug-toets (BACK)
2Voer de overige 3 cijfers in door
willekeurige toetsen in te drukken.
3Voer dezelfde sleutelcode nogmaals
in “Herbevestigen”.
Opmerking
•
De toetsvergrendelingsfunctie wordt
tijdelijk uitgeschakeld.
Gebruiksvriendelijke functies
63
Instellen van de Anti-diefstal (vervolg)
Wanneer “Anti-diefstal” is ingesteld verschijnt
het invoerdeel voor de sleutelcode nadat de
spanning wordt ingeschakeld. Voer dan de
juiste sleutelcode in.
•
Druk op de toetsen op de afstandsbediening als
u met de toetsen van de afstandsbediening de
sleutelcode instelt. Druk op de toetsen op de projector als u met de toetsen van de projector de
sleutelcode instelt.
Info
•
Wanneer de functie is ingeschakeld, moet u de
juiste sleutelcode kennen. Wij raden u aan de
sleutelcode op een veilige plaats te bewaren,
waartoe alleen bevoegde gebruikers toegang
hebben. Als u uw sleutelcode verliest of vergeet,
dient u contact op te nemen met uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer
of servicecentrum (zie blz. 78). Mogelijk moet u
de projector terugbrengen om de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen te laten herstellen
(terugstellen van wachtwoord en sleutelcode).
Wijzigen van de sleutelcode
•
Wanneer “Anti-diefstal” is geselecteerd, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster. Zodra u het
wachtwoord hebt ingevoerd, kunt u de sleutelcode
veranderen.
Selecteer “Anti-diefstal” in het menu “Opties (2)”➝ Zie bladzijde 38 voor nadere bijzonderheden.
1Druk de toetsen op de
afstandsbediening of op de projector in om de vooraf ingestelde
code van 4 cijfers in te voeren na
“Oude code”.
2Druk op een willekeurige toets
van de afstandsbediening of
de projector om de nieuwe
sleutelcode in te stellen.
3
Voer hetzelfde sleutelcode van
4 cijfers nogmaals in “Herbevestigen”
Opmerking
•
Als u geen sleutelcode wenst in te stellen,
laat u de sleutelcodeveld leeg in stappen 2
en 3 en drukt u op
.
64
Initialiseren van de instellingen
Met deze functie kunt u de gemaakte projectorinstellingen initialiseren.
Terugkeren naar de
standaardinstellingen
Selecteer “Alles terugstellen” in het menu
“Opties (2)” ➝ Zie bladzijde 36 voor het
terugstellen.
Opmerking
•
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster wanneer u
“Alles terugstellen” selecteert.
De volgende instellingen kunnen niet worden
geïnitialiseerd.
•
Fijn sync.
•
Speciale functies
•
Signaal informatie
•
Opties
•
Lamp timer
•
Anti-diefstal
•
Taal
•
Beeld opgeslagen met “Beeld vastleggen”
Gebruiksvriendelijke functies
65
Weergeven van alle instellingen
Met deze functie kunt u alle gemaakte instellingen in een lijst op het scherm weergeven.
Overzicht van alle menu
instellingen
Selecteer het menu “Status” en druk op
➝ Zie bladzijde 36 voor nadere
bijzonderheden.
66
Aanhangsel
Aanhangsel
Dragen van de projector
Hoe gebruikt u de
draagtas?
Om de projector te verhuizen, bevestigt u de
lensdop op de lens en plaatst u de projector in de
bijgeleverde draagtas.
1Open het deksel van de draagtas.
2Verwijder de binnenbekleding uit
de draagtas en vouw ze in de
richting van de pijlen.
3Plaats de binnenbekleding
opnieuw in de draagtas.
Info
•
De binnenbekleding moet worden
aangebracht om de lens en de projector te beschermen.
4Plaats de projector en de
accessoires in de draagtas.
Info
•
Vergeet niet de lensdop te bevestigen
om de lens te beschermen.
•
Wacht tot de projector voldoende is
afgekoeld voordat u hem in de draagtas
plaatst.
Info
•
Deze draagtas is enkel bedoeld om de projector op te bergen en te dragen.
•
Verstuur de projector in de draagtas niet als
pakje, want dit kan schade aan de projector
veroorzaken. Als u de projector in de draagtas
als pakje verstuurt, moet u hem in een stevige
doos plaatsen en de doos opvullen met
voldoende schokdempend materiaal om
beschadiging te voorkomen.
•
Stel de draagtas of de projector niet bloot aan
direct zonlicht, plaats ze niet in de nabijheid
van warmtebronnen en laat ze evenmin achter
in een wagen. Dit kan leiden tot verkleuring of
vervorming van de draagtas of de projector.
Lensdop
Verstel de
schouderriem.
68
Onderhoud
Reinigen van de projector
■
Trek het netsnoer uit alvorens de projector te reinigen.
■
De behuizing en het bedieningspaneel zijn van
kunststof. Vermijd het gebruik van benzeen en
verdunner, aangezien deze de behuizing kunnen
beschadigen.
■
Gebruik geen vluchtige middelen, bijvoorbeeld
insecticiden, bij het reinigen van de projector.
Bevestig geen rubber of kunststof voorwerpen op de
projector gedurende een lange tijd.
De effecten van sommige bestanddelen van de
kunststof kunnen de kwaliteit of de afwerking van de
projector negatief beïnvloeden.
Verdun-
ner
Was
■
Veeg vuil voorzichtig weg met een zachte flanellen doek.
Neutraal reinigingsm
iddel
Reinigen van de lens
■
Reinig de lens met een in de handel verkrijgbaar
blaaskwastje of met lensreinigingspapier (voor brillen
en voor cameralenzen). Gebruik geen vloeibare
reinigingsmiddelen, aangezien deze de beschermlaag
op het lensoppervlak kunnen aantasten.
■
Het lensoppervlak wordt makkelijk beschadigd. Let op
dat u er niet tegen stoot of er krassen op maakt.
R
e
in
ig
in
g
s
-
p
a
p
ie
r
Reinigen van de ventilatiegleuven
■
Verwijder stof van de ventilatiegleuven met een
stofzuiger.
Achteraanzicht van de projector
Neutraal reinigingsmiddel
verdund met water
■
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gaat u als
volgt te werk: drenk de doek in een in water opgelost
neutraal reinigingsmiddel, wring hem goed uit en veeg
vervolgens de projector schoon.
Sterke schoonmaakproducten kunnen de afwerking
van de projector doen verkleuren, kromtrekken of
beschadigen.
Probeer het product eerst uit op een klein en verborgen
deel van de projector.
Aanhangsel
69
Onderhoudsindicators
■
De verklikkerlampjes op de projector duiden problemen in de projector aan.
■
Als er zich een probleem voordoet, licht ofwel de temperatuurindicator (TEMP.) ofwel de lampindicator (LAMP)
rood op en wordt de stroom uitgeschakeld. Volg na het uitschakelen van de stroom de onderstaande stappen.
Over de
Bedrijfsindicator
(POWER)
Over de temperatuurindicator (TEMP.)
Als de temperatuur in de projector stijgt als
gevolg van geblokkeerde ventilatiegleuven of
omstandigheden in de installatieplaats, gaat
“
knipperen. Als de temperatuur blijft stijgen,
wordt de lamp uitgeschakeld en gaat de
temperatuurindicator (TEMP.) knipperen, blijft
de koelventilator nog 90 seconden draaien,
waarna de stroom wordt uitgeschakeld. Neem
de volgende maatregelen wanneer
“
” links onder in het beeld
” verschijnt.
Temperatuur
-indicator
(TEMP.)
Lampindicator
(LAMP)
lampindicator
(LAMP)
■
Wanneer de lamp
een totale gebruiksduur van 1.900 uren heeft
overschreden, verschijnt “
het geel op het scherm. Wanneer
een totale gebruiksduur van 2.000
uren is bereikt, wordt “
en worden eerst de lamp en dan de
projector automatisch uitgeschakeld.
Op dat moment zal de lampindicator
(LAMP) rood oplichten.
■
Na de vierde poging om de projector in te schakelen zonder dat de
lamp is vervangen, zal de projector
niet meer kunnen worden
ingeschakeld.
” in
” rood
Onderhoudsindicator
Temperatuur
indicator
(TEMP.)
Lamp-
indicator
(LAMP)
Normaal
Uit
Licht groen op
Groen
knipperend
wanneer de
lamp in
werking is.
Abnormaal
Abnormaal
Licht rood
op/stroom
uit
Knippert
rood
Licht rood
op/stroom
uit
Toestand
De inwendige
temperatuur is
abnormaal hoog.
De lamp is aan
vervanging toe
De lamp gaat niet
branden.
ProbleemMogelijke oplossing
•
•
Geblokkeerde luchtinlaat
•
Defecte koelventilator
•
Interne elektrische
storing
•
Geblokkeerde luchtinlaat
•
Gebruiksduur van de
lamp meer dan 1.900
uur
•
Lamp is doorgebrand
•
Storing in lampcircuit
Verplaats de projector naar een plek
met voldoende ventilatie.
•
Breng de projector naar uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp
projector dealer of servicecentrum
bladzijde 78)
•
Breng de projector naar uw dichtstbijzijnde
erkende Sharp projector dealer of
servicecentrum (zie bladzijde 78) voor
reparatie of voor vervanging van de lamp.
•
Ga voorzichtig te werk wanneer u de
lamp vervangt.
voor reparatie.
(zie
Info
•
Als de temperatuurindicator (TEMP.) oplicht en de stroom wordt uitgeschakeld, voer dan de bovenvermelde mogelijke
oplossingen uit en wacht tot de projector helemaal is afgekoeld voordat u het netsnoer insteekt en de stroom weer
inschakelt. (Minstens 5 minuten.)
•
Als de stroom wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld, bijvoorbeeld tijdens een korte test, is het mogelijk dat de
lampindicator (LAMP) in werking treedt en dat de stroom niet kan worden ingeschakeld. Trek in dat geval de stekker uit
het stopcontact en steek hem er weer in.
•
Om de luchtopeningen te reinigen tijdens het gebruik van de projector, moet u eerst op
drukken en vervolgens,
nadat de stroom is uitgeschakeld en de koelventilator is gestopt, de ventilatieopeningen reinigen.
•
Trek het netsnoer niet uit nadat de stroom is uitgeschakeld terwijl de koelventilator nog werkt. De koelventilator werkt
nog gedurende ongeveer 90 seconden.
70
Over de lamp
Lamp
■
Het verdient aanbeveling de lamp (los verkrijgbaar) te vervangen na ongeveer 1.900 branduren of wanneer de
beeld- en kleurkwaliteit gevoelig verminderten. De gebruikstijd van de lamp kan worden afgelezen op het inbeeld display. Zie bladzijde 58.
■
U kunt de lamp laten vervangen bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
BELANGRIJKE MEDEDELING VOOR KLANTEN IN DE VERENIGDE STATEN:
Voor de lamp die bij deze projector wordt geleverd geldt een beperkte garantie van 90 dagen op onderdelen en werkuren.
Ieder onderhoud aan de projector dat onder de garantie valt, inclusief het vervangen van de lamp, moet worden uitgevoerd
door een erkende Sharp projector dealer of servicecentrum. Voor de naam van de dichtstbijzijnde erkende Sharp projector
dealer of servicecentrum belt u het gratis nummer: 1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277).
Waarschuwing in verband met de lamp
■
Deze projector maakt gebruik van een kwiklamp onder druk. Als u een luid geluid hoort, kan de lamp defect zijn. De
lamp kan defect raken om allerlei redenen zoals: sterke schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of
slijtage van de lamp door overschrijding van de gebruikstijd. Als gevolg van verschillen tussen de lampen en/of in de
gebruiksomstandigheden en de frequentie van het gebruik zal de tijdsduur voordat de lamp defect raakt variëren.
Belangrijke opmerking: defecte lampen barsten vaak.
■
Wanneer de lampindicator (LAMP) en het in-beeld-display branden of knipperen, moet u de lamp onmiddellijk vervangen
door een nieuwe, zelfs als de lamp nog normaal lijkt te werken.
■
Als de lamp breekt, kunnen glassplinters in het lamphuis vliegen of kan er gas van de lamp ontsnappen via de
uitlaatopening van de projector. Het in deze lamp aanwezige gas bevat kwik; verlucht de kamer goed als de lamp
breekt en vermijd blootstelling aan het vrijgekomen gas. Als u wordt blootgesteld aan dit gas, moet u zo snel mogelijk
een dokter raadplegen.
■
Als de lamp breekt, kunnen glassplinters binnen in de projector terechtkomen. Neem in dat geval contact op met uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te verwijderen en veilig
verder te werken.
ALLEEN GELDIG VOOR DE V.S.
Vervangen van de lamp
Let op
•
Verwijder de lampeenheid niet onmiddellijk na gebruik van de projector. De lamp is dan nog erg heet, waardoor u zich
zou kunnen verbranden.
•
Wacht minstens één uur na het uittrekken van het netsnoer zodat het oppervlak van de lampeenheid helemaal kan
afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
■
Als na het vervangen van de lamp de nieuwe lamp niet gaat branden, moet u uw projector naar de dichtstbijzijnde
erkende Sharp projector dealer of servicecentrum brengen voor reparatie. Koop een vervangingslampeenheid
van het type BQC-PGM20X//1 bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum. Vervang
vervolgens voorzichtig de lamp volgens de instructies hierna. Indien gewenst kunt u de lamp laten vervangen
bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
Aanhangsel
71
Over de lamp (vervolg)
Verwijderen en installeren
van de lampeenheid
Info
•
Verwijder de lampeenheid met behulp van de
handgreep. Raak het glas van de
lampeenheid of de binnenkant van de projector niet aan.
•
Volg de onderstaande aanwijzingen
nauwkeurig om letsel en beschadiging van de
lamp te voorkomen.
•
Draai geen andere schroeven los behalve die
voor het deksel van de lampeenheid en de
lampeenheid.
•
Zie de bij de lampeenheid geleverde
handleiding.
1Druk op op de projector om
de stroom uit te schakelen.
•
Wacht tot de koelventilator tot stilstand
komt.
Lampeenheid
BQC-PGM20X//1
POWER-toets
2Trek het netsnoer uit.
•
Trek het netsnoer uit de netingang.
•
Wacht tot de lamp volledig is afgekoeld
(ongeveer 1 uur).
3Verwijder het deksel van de
lampeenheid.
•
Draai de projector om en draai de
gebruiker-onderhoudsschroef waarmee
het deksel van de lampeenheid is
bevestigd los. Schuif vervolgens het deksel
in de richting van de pijl.
72
72
Netingang
Gebruiker-onderhoudsschroef
4Verwijder de lampeenheid.
•
Draai de bevestigingsschroeven van de
lampeenheid los. Neem de lampeenheid
vast bij de handgreep en trek ze in de
richting van de pijl.
5Installeer de nieuwe lampeenheid.
•
Druk de lampeenheid stevig vast in het
lampeenheidvak. Draai de bevestigingsschroeven vast.
Bevestigingsschroef
6Bevestig het deksel van de
lampeenheid.
•
Schuif het deksel van de lampeenheid in
de richting van de pijl. Draai vervolgens
de gebruiker-onderhoudsschroef vast.
Info
•
Als de lampeenheid en het deksel van de
lampeenheid niet correct geïnstalleerd zijn.
Kunt u het toestel niet inschakelen, zelfs als
het netsnoer is aangesloten op de projector.
Terugstellen van de
lamptimer
Stel na het vervangen van de lamp de lamptimer terug.
1Sluit het netsnoer aan.
•
Steek het netsnoer in de netingang van
de projector.
2Stel de lamptimer terug.
•
Druk
, , en op de projec-
tor samen met
•
“LAMP 0000H” verschijnt om aan te geven
dat de lamptimer is teruggesteld.
op de projector in.
Afb #204
Gebruiker-onderhoudsschroef
Netingang
Aan/uit-toets (POWER)
Info
•
Stel de lamptimer alleen terug wanneer u de
lamp vervangt. Anders kan de lamp
beschadigd worden of ontploffen.
toetsen
Invoertoets (ENTER)
Aanhangsel
73
Toekenning van de aansluitpinnen
DVI digitale / analoge INPUT 1-aansluiting: 29-pins connector
* Er kan tijdelijk beeldruis optreden bij verticale frequenties boven 100 Hz als de OSD-functies geactiveerd worden.
Opmerking
•
Het is mogelijk dat deze projector niet in staat blijkt beelden weer te geven van notebookcomputers in de simultane (CRT/LCD)
weergavestand. In dat geval moet u het LCD-display van de notebookcomputer uitschakelen en de weergave op “CRT alleen” instellen.
Raadpleeg voor meer bijzonderheden over het omschakelen van de weergavestand de handleiding van uw notebookcomputer.
•
Wanneer deze projector 640 x 350 VESA-formaat VGA-signalen ontvangt, verschijnt “640 × 400” op het scherm.
Aanhangsel
75
Oplossen van problemen
Probleem
Geen beeld en geen geluid
of de projector start niet.
Wel geluid, maar
geen beeld
De kleurweergave is bleek
of slecht
Het beeld is onscherp; er
verschijnt ruis in het beeld
Controle
•
Het netsnoer van de projector zit niet in het stopcontact.
•
De stroom van de externe apparaten is uitgeschakeld.
•
Er is een verkeerde ingangsfunctie gekozen.
• De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
•
De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg.
•
De externe uitgang is niet ingesteld bij de aansluiting van een notebookcomputer.
•
De aanduiding AV DEMPING verschijnt.
•
De lampeenheid en het deksel van de lampeenheid zijn niet juist geïnstalleerd.
•
De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
•
De instellingen “Helder” is op de minimumstand ingesteld.
•
De beeldinstellingen zijn verkeerd.
(Alleen voor video-ingang)
•
Het video-ingangssysteem is verkeerd ingesteld.
(Alleen voor INGANG1)
•
Het ingangssignaaltype RGB/Component is verkeerd ingesteld.
•
Stel het beeld scherp.
•
De projectieafstand overschrijdt het scherpstelbereik.
(Alleen voor computeringang)
•
Voer de instellingen onder “Fijn sync.” (de instelling “Klok”) uit
•
Voer de instellingen onder “Fijn sync.” (de instelling “Fase”) uit
•
Er verschijnt ruis, afhankelijk van de computer.
•
De instelling “Ruisonderdr.” (digitale ruisonderdrukking) is verkeerd.
• De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
•
Het volume staat in de minimumstand.
Bladzijde
20
—
29
21–26
13
—
30
72
21–26
40
40
55
40
31
17–18
42·44
42
—
54
21–26
29
Wel beeld, maar
geen geluid
Af en toe is een ongewoon
geluid hoorbaar in de
behuizing
Onderhouds-
indicator licht op
Het beeld kan niet worden
vastgelegd
Beeld-in-beeld
werkt niet
76
•
Als het beeld normaal is, is het geluid te wijten aan het krimpen van de
behuizing als gevolg van veranderingen in de kamertemperatuur. Dit zal de
werking of de prestaties niet beïnvloeden.
•
Zie “Onderhoudsindicators”.
•
Het signaal in INGANG 1 is geen analoog RGB/digitaal RGB SVGAsignaal (800 × 600). Er kunnen geen beelden worden vastgelegd bij
ontvangst van andere dan de voornoemde signalen.
•
Het signaal in
•
Het signaal in INGANG 1 verstuurt componentsignalen van 480I, 480P,
720P of 1080I.
•
Het signaal in INGANG 1 is ingesteld op de interlace-functie met RGB-signalen.
INGANG
1 is ingesteld op een hogere resolutie dan SXGA.
—
70
56
51
Stroom kan niet worden
in- of uitgeschakeld met de
Aan/uit-toets (POWER) op
de projector
Het beeld is groen bij
INGANG 1 COMPONENT
Het beeld is roze (geen
groen) bij INGANG 1 RGB
Het beeld is donker
Het beeld is te helder en
witachtig
De VOLUME-toetsen op de
projector werken niet
ControleProbleemBladzijde
•
Het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld.
Als het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld op Niveau B, zijn alle
toetsen vergrendeld. Als het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld op
Niveau A, werken alleen de toetsen INPUT, VOLUME en AV MUTE.
•
Verander de instelling van het ingangssignaaltype.
•
De lampindicator (LAMP) knippert rood. Vervang de lamp.
•
“Monitor uit” is ingesteld op “Uitschakelen” terwijl de RGBbeeldschermuitgangsadapter is aangesloten op de beeldschermuitgang.
•
“Monitor uit” is ingesteld op “Ja (Y Cable)” terwijl de RGBbeeldschermuitgangsadapter niet is aangesloten op de
beeldschermuitgang.
•
De beeldinstellingen zijn verkeerd.
De VOLUME-toetsen werken niet: (probeer VOL+/– op de
afstandsbediening)
•
wanneer het menu wordt getoond
•
wanneer het lensmenu wordt getoond
•
wanneer beeld-in-beeld actief is
•
tijdens het vergroten (meer dan dubbele grootte)
•
wanneer de “dot by dot” schermresolutie groter is dan de paneelresolutie.
60
40
72-73
58
58
40
—
Aanhangsel
77
Voor SHARP Assistance
Als u problemen ondervindt tijdens de installatie of bediening van deze projector, raadpleegt u eerst
het deel “Oplossen van problemen” op bladzijde 76 en 77. Als deze gebruiksaanwijzing geen oplossing
biedt voor uw probleem, neemt u contact op met de hieronder vermelde SHARP serviceafdelingen.
* Er kan tijdelijk beeldruis optreden bij verticale frequenties boven 100 Hz als de OSD-functies geactiveerd worden.
Deze SHARP-projector maakt gebruik van een DMD-paneel. Dit
uiterst geavanceerde paneel bevat 480.000 beeldpunten. Net als
andere hoogwaardige elektronische producten, zoals grootbeeldTV's, videosystemen en videocamera's, moeten projectoren
voldoen aan bepaalde tolerantienormen.
Digitale multimediaprojector
PG-M20S
Model
NTSC 3.58/NTSC 4.43/PAL/PAL-M/PAL-N/PAL 60/SECAM/
DTV480I/DTV480P/DTV720P/DTV1080I
Enkele-chip Digital Micromirror Device™ (DMD™) van Texas Instruments
Paneelformaat: 0,55" (14 mm), 1 chip SVGA DMD
Aantal beeldpunten: 480.000 beeldpunten (800 [H] × 600 [V])
1–1,2 × zoomlens, F1,75-2,04, f = 28,0–33,5 mm
Lens
Ontladingslamp met hoge intensiteit (HID-lamp), DC 210 W
29-pins aansluiting
DVI-ingangssignaal: Digitaal 250–1.000 mV 50 Ω
Y: 1,0 Vp-p, sync negatief, 75 Ω afgesloten
PB: 0,7 Vp-p, 75 Ω afgesloten
PR: 0,7 Vp-p, 75 Ω afgesloten
500TV-lijnen (S-VIDEO)
29-pins aansluiting
RGB gescheiden/synchronisatie op groen type analoge ingang: 0–0,7 Vp-p, positief, 75 Ω afgesloten
HORIZONTAAL SYNC. SIGNAAL: TTL-niveau (positief/negatief)
VERTICAAL SYNC. SIGNAAL: idem als hierboven
4-pins Mini DIN-aansluiting
Y (luminantiesignaal): 1,0 Vp-p, sync negatief, 75 Ω afgesloten
C (kleursignaal): Piek 0,286 Vp-p, 75 Ω afgesloten
RCA-aansluiting: VIDEO, composiet video, 1,0 Vp-p, synchronisatie negatief, 75 Ω
afgesloten
12-120 MHz
43-160 Hz*
15-102kHz
ø3,5 mm ministekker: AUDIO, 0,5 Vrms, meer dan 47 kΩ (stereo)
2,0 W (mono)
4 cm × 3 cm
100-240 V wisselstroom
3,2 A
50/60 Hz
290 W
1.090 BTU/uur
41°F tot 95°F (+5°C tot +35°C)
–4°F tot 140°F (–20°C tot +60°C)
Plastic
38 kHz
8 5⁄8" × 3" × 11 15⁄16" (219 (B) × 76 (H) × 303 (D) mm) (alleen de hoofdbehuizing)
8 3⁄4" × 3 1⁄4" × 12 1⁄2"(223 (B) × 83 (H) × 318 (D) mm) (inclusief stelvoetjes en uitstekende delen)
5,8 lbs. (2,6 kg)
Afstandsbediening, twee R-03batterijen, netsnoer voor V.S., Canada enz. (6' (1,8 m)), netsnoer voor
Europa, uitgezonderd Ver. Kon. (6' (1,8 m)), netsnoer voor Ver. Kon., Hong Kong en Singapore (6' (1,8
m)), netsnoer voor Australië, Nieuw-Zeeland en Oceanië (6' (1,8 m)), DVI- naar 15-pins D-sub-kabel (6'
(1,8 m)), USB-kabel (6' (1,8 m)), draagtas, lensdop (bevestigd), lensdopriem, aansluitingendeksel
(bevestigd), CD-ROM, gebruiksaanwijzing, snelle referentiegidsen
Lampeenheid (Lamp/huismodule)(BQC-PGM20X//1), Afstandsbediening (RRMCGA013WJSA), twee
R-03-batterijen (“AAA”-formaat, UM/SUM-4, HP-16 of gelijkwaardig), netsnoer voor V.S., Canada
enz. (QACCDA007WJPZ), netsnoer voor Europa, uitgezonderd Ver. Kon. (QACCV4002CEZZ),
netsnoer voor Ver. Kon., Hong Kong en Singapore (QACCBA012WJPZ), netsnoer voor Australië,
Nieuw-Zeeland en Oceanië (QACCL3022CEZZ), DVI- naar 15-pins D-sub-kabel (QCNWGA010WJZZ),
USB-kabel (QCNWG0001WJPZ), draagtas (GCASN0005CESA), lensdop (CCAPHA001WJ01),
lensdopriem (UBNDT0013CEZZ), aansluitingendeksel (GCOVD0103CESA), CD-ROM
(UDSKAA009WJZZ), ,gebruiksaanwijzing (TINS-A209WJZZ), snelle referentiegidsen
Analoog 0,7 Vp-p 75 Ω
Dit apparaat heeft enkele, binnen de tolerantienormen vallende,
inactieve beeldpunten die kunnen resulteren in inactieve punten
op het beeldscherm. Dit heeft geen invloed op de beeldkwaliteit
of de levensduur van het apparaat.
Aanhangsel
De technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd.
79
Afmetingen
Eenheden: duim (mm)
Zijaanzicht
12
17
(318)
Achteraanzicht
Bovenaanzichi
/
32
3
8
/4 (223)
5
/8 (219)
8
1
5
/16 (128)
11 15/
(303)
Zijaanzicht
16
Vooraanzicht
Onderaanzicht
3
(80)
(76)
9
/
32
3
3
(83)
1 1/
2
3
1
/
8
(34,2)
9
4
/16 (115,5)
ø54
11
7
/16 (195)
1
3
/4 (82,5)
3
2
/8
(60)
1
/
8
5
/
16
(7,5)
31
1
(37,5)
/
64
M3
(38,7)
M3
1
4
/
(104)
8
5
10
/
(261,5)
16
M3
80
Verklarende woordenlijst
Achtergrondbeeld
Als standaard in te stellen beeld dat geprojecteerd wordt
wanneer er geen ingangssignaal ontvangen wordt.
Anti-diefstal
Wanneer de projector wordt gestolen, kunnen geen
beelden worden geprojecteerd tenzij het juiste
sleutelwoord wordt ingevoerd.
Automatische synchronisatie
Zorgt voor een optimale weergave van computergegenereerde beelden door automatisch bepaalde
instellingen te regelen.
Beeld-in-beeld
Biedt u de mogelijkheid om videobeelden aan een
gegevensscherm toe te voegen, voor nog effectievere
presentaties.
Beeldverhouding
De breedte-hoogteverhouding van een beeld. De
normale beeldverhouding voor computer- en
videobeelden is 4:3. Er bestaan ook
breedbeeldformaten met verhoudingen van 16:9 en
21:9.
Digitale beeldverschuiving
Verschuift het beeld makkelijk naar boven of naar onder
met de toetsen
GROOTTE AANPASSEN van het ingangsbeeld
KADER, REK of SLIMME REK is van de video- of DTVsignalen.
en
wanneer de functie
Dot by dot
Deze functie projecteert beelden in hun oorspronkelijke
resolutie.
DVI (Digital Visual Interface)
Digitale weergave-interface die ook analoge interfaces
ondersteunt.
Fase
Een faseverschil is een verschil in timing tussen
isomorfe signalen met dezelfde resolutie. Bij een onjuist
faseniveau zal het geprojecteerde beeld een typische
horizontale flikkering vertonen.
GAMMA
Functie die de beeldkwaliteit verbetert door het
verhelderen van de donkere delen van het beeld zonder
de helderheid van de heldere delen te veranderen.
U kunt uit vier verschillende instellingen kiezen:
STANDAARD, PRESENTATIE, CINEMA en SPEL.
Geavanceerde intelligente compressie
Via deze kwalitatief hoogstaande methode worden
beelden van een hogere en lagere resolutie aangepast
aan de eigen resolutie van de projector
GROOTTE AANPASSEN
Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te
wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld te
verbeteren. U kunt uit zes verschillende instellingen
kiezen: NORMAAL, VOLLEDIG, DOT BY DOT, KADER,
REK en SLIMME REK.
Kader
Projecteert een 4:3-beeld volledig op een 16:9-scherm
door de 4:3-beeldverhouding te behouden.
Kleurtmp (kleurtemperatuur)
Functie voor het afstellen van de kleurtemperatuur
overeenkomstig het type beeld dat de projector
ontvangt. Verlaag de kleurtemperatuur voor een
warmer, roodachtig beeld met natuurlijke huidskleuren
of verhoog de kleurtemperatuur voor een koeler,
blauwachtig beeld met meer helderheid.
Klok
De klok wordt aangepast om verticale ruis op te heffen
die het gevolg is van een verkeerde klokinstelling.
Progressieve functie
De progressieve weergavefunctie zorgt voor een
gelijkmatiger videobeeld. U kunt uit drie verschillende
instellingen kiezen: 2D Progressief, 3D Progressief en
Filmfunctie.
Rek
Functie die het 4:3-beeld horizontaal uitrekt om het
volledig te kunnen weergeven op een 16:9-scherm.
Slimme rek
Projecteert het beeld volledig op een 16:9-scherm door
alleen de randen te vergroten en de 4:3-beeldverhouding
te behouden in het midden van het beeld.
sRGB
Een internationale norm voor kleurweergave opgesteld
door de IEC (International Electrotechnical Commission). Aangezien het vaste kleurgebied door de IEC is
bepaald, verandert de kleur volgens DLP-functies zodat
de beelden natuurlijk worden weergegeven op basis
van een origineel beeld wanneer u de “sRGB”-functie
inschakelt.
Startbeeld
Het beeld dat verschijnt wanneer de projector wordt
ingeschakeld.
Statusfunctie
Laat de ingestelde waarden zien van elk in te stellen
onderdeel.
Stilstaand beeld
Functie die een bewegend beeld tijdelijk stilzet.
Toetsvergrendelingsniveau
Functie die toetsen kan vergrendelen om ongewenste
bediening te voorkomen.
Trapeziumvorm-correctie
Functie voor het digitaal corrigeren van een vervormd
beeld wanneer de projector onder een hoek staat, het
zaagtandeffect vermindert en het beeld niet alleen
horizontaal maar ook verticaal comprimeert om de 4:3
beeldverhouding te behouden.
Wachtwoord
Een wachtwoord wordt ingesteld om te voorkomen dat
de instellingen van het menu “Opties (2)” kunnen
worden gewijzigd.