Hartelijk dank voor de aanschaf van dit SHARP product. Voor de beste prestaties dient u deze handleiding zorgvuldig
te lezen. Deze vormt uw persoonlijke gids bij de bediening van uw SHARP product.
Amerikaanse en andere octrooien in licentie van
Dolby Laboratories.
z
De bij de MD-MT80H geleverde netadapter mag
beslist niet met andere apparaten worden gebruikt.
z
Wanneer u belangrijke dingen wilt opnemen, kunt u
het beste eerst een test maken om er zeker van te
kunnen zijn dat alles goed wordt opgenomen.
z
SHARP is niet aansprakelijk voor beschadiging of het
verliezen van een opname vanwege een onjuiste werking van dit toestel.
z
De tussen haakjes aangegeven letters van het modelnummer tonen uitsluitend de kleur van de draagbare
MD-recorder. De bediening en werking zijn hetzelfde.
Accessoires
Oortelefoon x 1Netadapter (RADPA7045AWZZ) x 1Aansluitkabel x 1
Opmerkingen:
z
Onderdelen en apparatuur die in deze gebruiksaanwijzing worden vermeld maar niet in de bovenstaande lijst zijn
opgenomen, zijn niet bij deze draagbare MD-recorder bijgeleverd.
z
De vorm van de netadapter verschilt mogelijk van de afbeelding hierboven.
11.Toets voor stoppen/uitschakelen stroom/vergrendelen (10, 12, 27)
12.Toets voor invoeren/versnelde weergave/synchroon (14, 15, 17)
13.Oortelefoon/Lijn-uitgangsaansluiting (11, 36)
14.Openknop (6)
15.Batterijklep (25)
Belangrijke introducti e
-Namen van bedieningsorganen en indicators-
N-3
NEDERLANDS
16.Indicator voor tekens/tijdinformatie
6.TOC indicator (10)
7.Synchroonopname-indicator (15)
8.Indicator voor de discfunctie
9.Discnaam-indicator (23)
5.Herhaalde weergave-indicator (14)
3.Indicator voor resterende opnametijd (23)
4.Indicator voor de Mono langspeelfunctie (16)
2.Opname-indicator (9)
10.Indicator voor de fragmentnaam (23)
11.Indicator voor totaal aantal fragmenten (23)
12.Indicator voor versnelde weergave (14)
13.Bat terij-indicator (24)
14.Willekeurige weergave-indicator (14)
15.Fragmentnummer-indicator (23)
Belangrijke introducti e
-Namen van bedieningsorganen en indicators-
1.Niveaumeter (9)
Voorzorgen
Belangrijke introducti e
N-5
„
Belangrijk
Gebruik de oortelefoon niet wanneer u een straat over-
z
steekt of in de buurt van verkeer be nt.
Gebruik de oortelefoon niet wanneer u
z
een voertuig bestuurt en aan het verkeer deelneemt. Dit zou namelijk ernstige ongelukken kunne n veroorzaken en is tevens mogelijk illegaal.
Houd u aan de plaatselijk verkeersregels.
Beluister geen muziek of geluid met een hoog volume
z
ingesteld. Het langdurig luisteren met een hoog volume
kan volgens specialisten het gehoor beschadigen.
Verlaag het volume of stop het gebruik wanneer uw oren suizen.
z
Er mogen geen open vuur bron nen, zoals bran dende k aa r-
z
sen op het toestel gez et worden.
U dient rekening te houden met het milieu wanneer u bat-
z
terijen weggooit.
Het toestel is ontworpen voor gebruik in een gematigd klim aat .
z
-Voorzorgen-
Gebruik dit toestel uitsluit end bij tempe ratu ren tus sen de 0°C - 40°C.
z
Voorkom een elektrische schok en andere mogelijke problemen
en let derhalve op de volgende aanwijzingen en voorz or gen.
Demonteer de draagbare MD-recorder niet en maak er
z
geen veranderingen in.
Laat de draagbare MD-recorder niet vallen en stel niet
z
aan schokken onderhevig.
Gebruik deze draagbare MD-recorder niet in de buurt van
z
een open vuur.
Vo orkom dat er vloeistof op de draagbare MD-recorder komt.
z
Gebruik geen andere externe stroombron dan de 5 Volt
z
gelijkstroombron die bij deze draagbare MD-recorder is
geleverd. Een andere stroombron kan de draagbare MDrecorder beschadigen.
SHARP is niet aansprakelijk voor beschadiging of schade
z
veroorzaakt door een onjuist gebruik. Laat alle reparaties
over aan een erk end SHARP onderhoudscentrum.
NEDERLANDS
„
Bewaren van de draagbare MD-recorder
Laat de draagbare MD-recorder niet op de volgende
plaatsen achter.
Plaatsen die lang aan het direc te zon-
z
licht onderhevig zijn (vooral niet in een
afgesloten, in de zon gepark eerde auto)
en in de buurt van verwarmings-toestellen. (De behuizing zou anders kunnen
vervormen, de kleur zou kunnen veranderen of de draagbare MD-recorder zal
anders niet meer juist f unctioneren.)
Zeer stoffige plaatsen.
z
Plaatsen die aan water worden blootge-
z
steld.
Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog of laag is.
z
Zeer vochtige plaatsen (zoals bijvoor-
z
beeld in een badkamer).
Plaatsen met sterke magnetische vel-
z
den, zoals bij een TV of luidsprekers.
Plaatsen die aan trillingen onderhevig
z
zijn.
Plaatsen waar er gemakkel ijk zand in de
z
draagbare MD-recorder kan komen (zoals bijvoorbeeld op het strand).
Bij gebruik van deze draagbare MD-recorder in de buurt
z
van een radi o of TV, kan het beeld en geluid mogelijk worden gestoord. U moet in dat geval deze draagbare MDrecorder verder van dergelijke apparaten vandaan plaatsen.
Voorkom beschadigi ng wanneer u bijvoorbeeld gaat zitten
z
en steek daarom de draagbare MD-recorder of een minidisc niet in uw achterzak.
Laden van een MiniDisc
1
Verschuif de OPEN hendel om de klep van het
compartiment te openen.
2
Til op.
3
Laad een MiniDisc zoals aangegeven.
4
Sluit de klep van het compartiment.
Opmerkingen:
z
Plaats de minidisc niet onder de houder.
z
Forceer de minidisc niet in de draagbare MD-recorder
indien u bij het plaatsen weerstand voelt. U zou de
draagbare MD-recorder anders kunnen beschadigen.
V erwijder de minidisc en plaats juist opnieuw indien de
minidisc in eerste instantie niet gemakkelijk kan worden geplaatst.
z
De klep kan niet worden geopend als "TOC" wordt
getoond, raadpleeg in dat geval de aanwijzingen op
bladzijde 10.
Voorbereiding
-Laden van een MiniDisc-
NEDERLANDS
N-6
Aansluitingen
U kunt uw favoriete CD's of cassettes op MD opnemen.
-Aansluitingen-
Voorbereiding
N-7
NEDERLANDS
-Aansluitingen-
Voorbereiding
NEDERLANDS
N-8
Opname
-Opname-
Basisbediening
1
Druk op de REC toets.
2
Begin de weergave op het stereosysteem dat is
aangesloten op deze draagbare MD.
3
Druk op de of toets om het opnameniveau in
te stellen.
Analoog opnemen
Stel het opnameniveau zo in da t het maxima le geluidsvolume van de signaalbron de meter laat uitslaan tussen --- 4 dB en 0 dB.
Digitaal opnemen
U kunt het niveau regelen in stappen van 1 dB tussen
+ 1 2 - --- 1 2 dB .
Wanneer u het digitale opnameniveau eenmaal heeft
ingesteld, blijft deze instelling ook na af loop van de opname onveranderd. (Zie bladzijde 28 voor annuleringsinstructies.)
4
Druk op de PAUSE toets van de stereo-installatie
om de weergavepauzefunctie te activeren.
Hier kunt u het op te nemen fragment opzoeken.
N-9
NEDERLANDS
5
Druk op de PLAY/PAUSE toets om de opname op
de minidisc te starten.
6
Start de weergave van de aangesloten stereo-installatie. De opname start nu werkelijk.
Onderbreken van de opname
Druk op de PLAY/ PAUSE toets.
Druk nog eens op de PLAY/PAUSE toets om de opname
z
te hervatten.
Elke keer dat de opname wordt onderbroken, zal het frag-
z
mentnummer met een worden verhoogd.
Stoppen van de opname
Druk op de /:OFF toets.
"TOC" (Table of Contents, oftewel Inhoudsopgave) zal na
z
het stoppen van de opname verschijnen. De opname is
nog niet op de minidisc vastgelegd wanneer "TOC" verschijnt.
Om te voorkomen dat de nieuwe opname verloren gaat, is
z
het niet mogelijk de minidisc te verwijderen terwijl "TOC"
wordt getoond.
Vastleggen (schrijven) van de opname op de
minidisc
Druk tijdens de stopfunctie op de /:OFF toets.
De stroom wordt uitgeschakeld nadat de zojuist opgenomen signalen werkelijk op de minidisc zijn geschreven.
Meer over de TOC
Na gebruik van een opname- of montagefunctie zal
"TOC" (inhoudsopgave) worden getoond. Druk op de /
:OFF toets om de opname of montage af te sluiten. Terwijl dit gebeurt zal "TOC" gaan knipperen en zal "TOC
EDIT!" worden getoond. Terwijl er een opname- of montagefunctie wordt gebruikt is de klep van het MiniDisc
toestel vergrendeld en kan de MiniDisc niet worden verwijderd voor het proces is afgelopen.
Waarschuwing:
Indien de stroombron (batterij/netadapter) wordt ontkoppeld wanneer "TOC" nog op het display wordt getoond,
kan de deksel van de MD-recorder pas worden geopend
wanneer er weer stroom wordt geleverd en de draagbare
MD-recorder ingeschakeld is. Uw zojuist gemaakte
opname of montage is in dit geval niet vastgelegd en dus
verloren. Daarbij zal de geplaatste minidisc mogelijk niet
meer bruikbaar zijn.
Let op:
Volg de onderstaande aanwijzingen wanneer "TOC" of
"TOC EDIT!" wordt getoond.
-Beweeg het toestel niet en stoot er niet tegen.
-Maak de stekkers van de netstroomadapter niet los.
-Verwijder de oplaadbare batterij of alkali batterij niet.
-Stel het toestel niet bloot aan schokken.
Anders is het mogelijk dat fragmenten niet goed worden
opgenomen.
Opmerkingen:
z
Veranderen van het volume tijdens de opname heeft
geen effect op de opname zelf.
z
U kunt de lage tonen niet regelen tijdens de opname.
-Opname-
Basisbediening
NEDERLANDS
N-10
Weergave
-Weergave-
Basisbediening
N-11
NEDERLANDS
1
Doe de stekker van de oortelefoon in de
PHONES aansluiting.
2
Plaats een minidisc (bladzijde 6).
3
Druk op de PLAY/PAUSE toets.
De weergave start automatisch indien een weergave-minidisc of een minidisc die tegen het per ongeluk wissen is geplaatst (automatische
weergavefunctie).
Onderbreken van de weergave
Druk op de PLAY/ PAUSE toets.
Druk nogmaals op de PLAY/PAUSE toets om de weergave weer te starten.
Stoppen van de weergave
Druk op de /:OFF toets.
De stroom wordt automatisch uitgeschakeld indien u na
het stoppen gedurende 2 minuten geen bediening uitvoert.
Uitschakelen van de stroom
Druk tijdens de stopfunctie op de /:OFF toets.
„
Volumeregeling
Druk op de VOL+ toets om het volume te verhogen en op
---
toets om het volume te verlagen.
de VOL
„
Regeling lage tonen
Met elke druk op de BASS toets zal de toon als volgt worden geregeld.
BASS 1Lage tonen worden iets verst erkt.
BASS 2Lage tonen worden meer versterkt.
BASS 3Lage tonen worden veel versterkt.
BASS OFFLage tonen worden niet versterkt.
Opmerkingen:
Indien er tijdens weergave met gebruik van de netadapter
z
een stroomonderbreking is, moet u de stekker van de
netadapter uit het stopcontact trekken. De weergave zal
anders namelijk worden voortgezet wanneer er weer
stroom wordt geleverd.
Indien u de netadap ter aa ns luit z ond er de opla adb are bat -
z
terij geplaatst, zal de weergave mogelijk automatisch starten. U moet de str oom daarom ui t s chakelen.
Verlaag het volume a lv o rens de wee rgave te starten. mini-
z
discs hebben in ve rgelijk met normale cassettes zeer weinig ruis. Indien u het volume op basis van de ruis instelt,
zal bij het werkelijk starten v an de m uz iek het v o lume z ee r
hoog zijn waardoor u mogelijk uw gehoor beschadigt.
Het geluid dat buiten de oortelefoon hoorbaar is, kan
z
mensen in uw omgeving storen. Verlaag het volume
daarom zeker wanneer u op een drukke plaats bent (bijvoorbeeld in een trein of bus).
-Weergave-
Basisbediening
NEDERLANDS
N-12
Geavanceerde weergave
„
Opzoeken van het gewenste deel
Snel vooruit spoelen met geluid:
Houd de toets ingedrukt tijdens weergave.
Snel terug spoelen met geluid:
Houd de toets ingedrukt tijdens weergave.
z
Handige functies
Normale weergave zal hervatten zodra de of
-Geavanceerde weergave-
toets wordt losgelaten.
z
Indien tijdens de versnelde geluidsweergave in
voorwaartse richting het eind van het laatste fragment wordt bereikt, zal de weergave worden gepauzeerd. Indien u tijdens de versnelde
geluidsweergave in achterwaartse richting het begin
van het eerste fragment bereikt, zal de weergave
weer opnieuw starten.
„
Opzoeken van het begin van een fragment
Naar het begin van het volgende fragment verspringen:
Druk op de toets tijdens weergave.
Opnieuw beginnen van het spelende fragment:
Druk op de toets tijdens weergave.
Opzoeken van een volgend fragment:
Druk op de toets terwijl het toestel gestopt is.
Opzoeken van een voorgaand fragment:
Druk op de toets terwijl het toestel gestopt is.
z
Druk net zo vaak op de of toets totdat het gewenste fragmentnummer verschijnt.
z
Wanneer u op de PLAY/PAUSE toets drukt, zal de
weergave beginnen vanaf het begin van het fragment.
N-13
NEDERLANDS
„
Weergeven met dubbele snelheid
Druk op de ENTER/SYNC toets terwijl er een minidisc
die in mono is opgenomen met de langspeelfunctie wordt
weergegeven.
z
Indien tijdens de versnelde weergave een fragment wordt
bereikt dat met de stereofunctie is opgenomen, zal de
versnelde weergavefunctie worden uitgeschakeld.
z
Afhankelijk van de inhoud van de minidisc is het geluid
tijdens de versnelde weergave mogelijk niet goed
hoorbaar.
Onderbreken van de versnelde weergave
Druk op de PLAY/PAUSE toets tijdens weergave.
De versnelde weergave start weer door een volgende
druk op de PLAY/PAUSE toets.
Weer instellen van de normale weergave
Druk op de ENTER/SYNC toets.
„
Willekeurige weergave of he rh aal de weerga ve
Druk tijdens weergave herhaaldelijk op de MODE/CHRG
toets om de gewenste weergavefunctie te kiezen.
RANDOMWeergeven van CD-fragmenten in wil-
RANDOMHerhaalde weergave van de fragmen-
1Herhaalde weergave van een enkel
Geen aanduiding
Opmerkingen:
Indien een weergavefunctie tijdens de stopfunctie werd
z
gekozen, moet u op PLAY/PAUSE toets drukken om de
weergave te starten.
Willekeurige of herhaalde weergave is niet mogelijk wan-
z
neer "TOC" wordt getoond.
Met willekeurige weergave kiest de draagbare MD-recorder
z
fragmenten voor weergave. (U kunt de volgorde niet zelf bepalen. De draagbare MD-recorder stopt automatisch nadat alle
fragmenten in een willekeurige volgorde zijn weergegeven.
Tijdens willekeurige, herhaalde willekeurige weergave of
z
herhaalde weergave van een enkel fragment kunt u uitsluitend binnen het fragment van de minidisc dat wordt
afgespeeld verplaatsen.
Tijdens willekeurige weergave kan de draagbare MD-
z
recorder niet later naar het begin van een reeds weergegev en fragment terugkeren.
De herhaalde weergave gaat door totdat u de stopfunctie
z
activeert.
lekeurig gekozen volgorde
ten in een willekeurige volgorde
Herhaalde weergave van alle fragmen-
ten
fragment
Normale weergave
NEDERLANDS
Handige functies
-Geavanceerde weergave-
N-14
Geavanceerde opname
„
Geluidsweergave gestuurde opname
De opname start of pauzeert automatisch al naar gelang
er geluidssignalen van de aangesloten stereo-installatie
worden ontvangen (synchroonopname).
Handige functies
-Geavanceerd e opname-
1
Druk op de REC toets.
2
Begin de weergave op het stereosysteem dat is
aangesloten op deze draagbare MD.
3
Druk op de of toets om het opnameniveau in te stellen. (Zie blz. 9.)
4
Druk op de PAUSE toets van de stereo-installatie om de weergavepauzefunctie te activeren.
Kies het startpunt voor de opname en druk op de
PAUSE toets.
5
Druk op de ENTER/SYNC toets.
z
"SYNC" zal worden getoond.
z
Druk op de /:OFF toets om de handeling te annuleren.
6
Start de weergave van de stereo-installatie. De
opname start automatisch.
Onderbreken van de opname
z
Deze draagbare MD-recorder schakelt in de synchroonopname-pauzefunctie wanneer de weergave
van de stereo-installatie stopt. De opname wordt weer
gestart zodra de weergave wordt voortgezet.
z
Indien er een stilte van 3 seconden of langer is, zal de
opname worden gepauzeerd. (De pauzefunctie werkt
echter niet gedurende de eerste 10 seconden na het
starten van een opname). De opname wordt automatisch hervat zodra er weer geluidssignalen worden
ontvangen.
Een nieuw fragmentnummer wordt aangemaakt wan-
z
neer de opname wordt hervat.
N-15
NEDERLANDS
„
Lange opname
Wanneer u opneemt met de mono langspeelfunctie, zal
de beschikbare opnametijd worden verdubbeld. Mono
langspeel-opnamen kunnen worden weergegeven met
dubbele snelheid, zie bladzijde 14.
1
Druk op de MODE/CHRG toets terwijl de opname gepauzeerd is.
StereofunctieMono langspeelfunctie
2
Start de opname.
Opmerkingen:
z
Wanneer het toestel gestopt is nadat er met deze
functie een opname is gemaakt, zal de opnamefunctie
automatisch terugkeren naar de stereofunctie.
z
Als het ingangssignaal verzorgd wordt door een stereo
signaalbron, zullen de geluidssignalen voor de linker
en rechter kanalen worden gecombineerd.
z
Alhoewel het geluidssignaal dat u tijdens de opname
kunt volgen via de hoofdtelefoon stereo is, zal de
opname in mono worden gemaakt.
z
Minidiscs die zijn opgenomen met de mono langspeelfunctie kunnen mogelijk niet worden afgespeeld
op andere MiniDisc-spelers.
Handige functies
-Geavanceerd e opname-
NEDERLANDS
N-16
Geavanceerde opname (vervolg)
„
Opname starten vanaf een punt in een fragment
U kunt een gedeelte van een fragment wissen en een
nieuwe opname maken.
Alle fragmenten die het nieuw opgenomen fragment volgen, zullen worden gewist.
Handige functies
-Geavanceerd e opname-
1
Druk tijdens weergave bij het punt waar u de opname wilt starten op de PLAY/PAUSE toets.
2
Druk op de REC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annuleren.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Alle fragmenten en fragmentnamen vanaf het punt
waar de weergave wordt gepauzeerd, worden nu
gewist.
4
Druk op de PLAY/PAUSE toets.
Alle fragmenten en fragmentnamen vanaf het punt
waar de weergave wordt gepauzeerd, worden nu
gewist.
Opmerking:
Om een fragment te bewaren dat na het punt ligt waar u
een nieuwe opname wilt maken, moet u dat fragment
eerst verplaatsen en dan de opname starten. (Zie Monteren van een opgenomen minidisc op bladzijde 35.)
N-17
NEDERLANDS
„
Zelf uw fr agmentnummers markeren
U kunt op de gewenste punten zelf fragmentnummers
markeren.
Druk bij het punt waar u een fragmentnummer wilt
markeren tijdens opname op de REC toets.
Het fragmentnummer zal vervolgens met één worden
verhoogd.
Met elke druk op de REC toets zal er een fragmentnummer worden toegevoegd.
„
Opname van fragmenten als een enkel fragment
U kunt diverse gedeelten of fragmenten als een enkel
fragment opnemen door de automatische markeringsfunctie te annuleren.
Tijdens opname of tijdens de opnamepauze...
Druk op de EDIT toets.
Opmerking:
Bij het maken van een digitale opname van een CD-speler of minidisc-speler, zullen ongeacht de instelling van
de automatische markeringsfunctie automatisch fragmentnummers worden gemarkeerd.
„
Voorkomen dat opgenomen minidiscs per
ongeluk worden gewist
Schuif het wispreventielipje, aan de zijkant van de minidisc, in de richting van de pijl.
De minidisc is nu beschermd en kan niet zomaar worden
gewist.
Wanneer u later toch nog een extra opname op een
beschermde minidisc wilt maken, moet u het wispreventielipje gewoon weer naar de oorspronkelijke stand terug
schuiven.
„
Tip voor het opplakken van een label
Let op de volgende punten wanneer u een label op een
minidisc wilt plakken. Indien een label namelijk niet goed
is opgeplakt, zal de minidisc mogelijk in de draagbare
MD-recorder vast komen te zitten waardoor het verwijderen onmogelijk wordt.
z
Vervang een gedeeltelijk loszittend of
krullend label door een nieuw label.
z
Plak geen label over een reeds opgeplakt label.
z
Plak het label uitsluitend op de aangegeven plaats.
Handige functies
-Geavanceerd e opname-
NEDERLANDS
N-18
Geavanceerde opname (vervolg)
„
Meer over fragmentnummers
1. Fragmentnummers worden automatisch tijdens een
analoge opname gemarkeerd indien er een stilte van
1 seconde of langer is (automatische markeringsfunctie). U kunt een aantal fragmenten als een enkel
fragment opnemen door de automatische markeringsfunctie uit te schakelen (zie bladzijde 18).
2. Wanneer u opneemt van een CD of een minidisc via
de digitale aansluiting, zullen de fragmentnummers
worden aangemaakt op dezelfde punten als op die
CD of minidisc (gesynchroniseerde markeringsfunctie).
Handige functies
-Geavanceerd e opname-
z
De fragmentnummers worden bijvoorbeeld door ruis
soms niet op de juiste plaatsen gemarkeerd. Dit is
afhankelijk van de bron die u opneemt.
z
De fragmentnummers van de weergavebron komen
mogelijk niet overeen met de fragmentnummers die op
de minidisc worden gemarkeerd.
N-19
NEDERLANDS
z
De fragmentnummers op de minidisc zijn mogelijk niet
hetzelfde als de fragmentnummers van de opgenomen bron indien u fragmenten voor opname heeft
geprogrammeerd of handmatig zelf fragmenten voor
opname heeft gekozen.
z
Afhankelijk van de aangesloten stereo-installatie worden de fragmentnummers mogelijk niet juist aangebracht.
„
Meer over de bemo nsteri ngs waar de -converter
Deze draagbare MD-recorder heeft een converter voor
de bemonsteringswaarde. Dit betekent dat u ook opname
van digitale radio-uitzendingen of DAT-cassetterecorders
kunt maken.
„
Opmerking voor digitale opname
U kunt een minidisc waarop een digitale opname van bijvoorbeeld een andere minidisc of DAT-cassette is
gemaakt niet nogmaals digitaal kopiëren. Het SCMS
(Serial Copy Management System) beperkt het aantal
digitale opnamen ter bescherming van de auteursrechten. Analoge opname is in dit geval wel mogelijk.
Opname via een microfoon
„
Opname via een microfoon
1
Verbind een stereo-microfoon met de MIC IN
aansluiting.
2
Plaats een voor opname geschikte minidisc
(bladzijde 6 ).
3
Druk op de REC toets.
4
Druk op de of toets om het opnameniveau in te stellen.
Stel het opnameniveau zo in dat het maximale geluidsvolume van de signaalbron de meter laat uitslaan tussen
5
Druk op de PLAY/PAUSE toets.
Alle fragmenten en fragmentnamen vanaf het punt
waar de weergave wordt gepauzeerd, worden nu
gewist.
Onderbreken van een opname
Druk tijdens de opname op de PLAY/PAUSE toets.
z
Druk nogmaals op de PLAY/PAUSE toets om de
opname voort te zetten. Bij iedere onderbreking van
de opname wordt een extra fragmentnummer gemarkeerd.
Stoppen van de opname
Druk op de /:OFF toets.
Vastleggen van de opname op de minidisc
Druk tijdens de stopfunctie op de /:OFF toets.
---
4 dB en 0 dB.
Handige functies
-Opname via een microfoon-
NEDERLANDS
N-20
Opname via een microfoon (vervolg)
„
Starten wanneer geluidsignaal wordt ontvangen (microfoon-synchroonopname)
1
Druk op de REC toets.
2
Druk op de of toets om het opnameniveau in te stellen.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets om de opnamegevoeligheid te kiezen.
MIC SYNC H :Opname start wanneer signalen
Handige functies
-Opname via een microfoon-
MIC SYNC L :Opname start wanneer signalen
4
De opname start automatisch zodra een geluidssignaal, bijvoorbeeld de stem van een per-
soon, door de microfoon wordt opgepikt.
---
24 dB of meer worden ont-
van
vangen. (Het starten van de opname op basis van zachte
geluiden is nu mogelijk.)
---
12 dB of meer worden ont-
van
vangen.
Meer over de pauzefunctie
Deze draagbare MD-recorder pauzeert automatisch de
opname indien de microfoon gedurende 3 seconden of
langer geen geluidssignaal oppikt. (De pauzefunctie
werkt niet gedurende de eerste 10 seconden na het starten van een opname.) De opname wordt automatisch
weer gestart zodra er een geluidss ignaal wordt ontvangen.
Opmerkingen:
z
Voor opname via een microfoon dient er niets op de
OPTICAL/LINE IN aansluiting van de draagbare MDrecorder te zijn aangesloten.
z
Gebruik een microfoon van het type dat stroom ontvangt na het aansluiten ("plug-in power type").
- Indien een plug-in power type microfoon wordt aangesloten, zal de draagbare MD-recorder stroom naar
de microfoon voor de werking leveren.
- Bij het gebruik van een ander type microfoon, zal de
microfoon mogelijk onjuist functioneren of de draagbare MD-recorder niet goed werken.
z
Steek de stekker goed in de aansluiting. Er wordt
geen opname gemaakt indien de stekker niet goed is
aangesloten.
z
Gebruik een microfoon met een stereo-ministekker
met een diameter van 3,5 mm.
z
Stel de gevoeligheid op "MIC SYNC L" indien de
opname te vaak door ongewenste ruis en dergelijke
wordt gestart.
z
U kunt de opnamegevoeligheid ook tijdens de opname
nog veranderen.
N-21
NEDERLANDS
„
Intervals tussen fragmenten
Bij opname via de microfoon worden automatisch fragmentnummers na een bepaald interval (afhankelijk van
de standaardinstelling; ongeveer iedere 5 minuten)
gemarkeerd. Tijdens een microfoon-synchroonopname
pauzeert de draagbare MD-recorder wanneer er een
stilte van 3 seconden of langer is en wordt dan een fragmentnummer aangebracht.
Veranderen van interval tussen fragmenten
1
Druk wanneer de opname is gepauzeerd of tijdens de opname herhaaldelijk op de EDIT toets.
Het interval tussen de markeringen varieert mogelijk iets in vergelijking met de werkelijke opnametijd.
2
De fragmentnummers worden automatisch na
het bepaalde interval gemarkeerd.
Voorbeeld: Ingesteld op "5 minuten".
Tijdens een handmatige opname via de microfoon
Fragmentnummers worden automatisch iedere 5 min uten
gemarkeerd.
Tijdens een microfoon-synchroonopname
Indien er een stile van 3 seconden of langer is, wordt 5
minuten na de voorgaande markering automatisch een
fragmentnummer gemarkeerd.
Handige functies
-Opname via een microfoon-
Handmatig markeren van fragmentnummers
Druk tijdens de opname op de REC toets.
NEDERLANDS
N-22
Controleren van aanduidingen op het display
„
Controleren van de verstreken tijd en resterende tijd van het fragment
Druk tijdens weergave op de DISP toets.
Door iedere druk op de toets verandert het display als
volgt.
Opmerkingen:
Handige functies
z
"NO NAME" verschijnt indien er geen naam voor de
disc of het fragment op de minidisc is opgenomen.
z
De resterende opnametijd wordt niet getoond bij weergave van een minidisc die uitsluitend voor weergave is
gefabriceerd.
z
De verstreken weergavetijd en resterende weergave-
-Controleren van aanduidingen op het display-
tijd kunnen iets verschillen van de werkelijke tijd.
„
Controleren van de resterende opnametijd
en totale weergavetijd
Druk op de DISP toets als de stopfunctie is
ingesteld.
Door iedere druk op de toets verandert het display als
volgt.
N-23
NEDERLANDS
„
Controleren van de weergavetijd van een
bepaald fragment
1
Druk op de of toets terwijl het toestel gestopt is om het fragmentnummer en de titel van
het fragment te laten verschijnen.
2
Druk op de DISP toets om de weergavetijd voor
dit fragment te tonen.
Met elke druk op de of toets zal de weergavetijd van het vorige of volgende fragment worden
getoond.
„
Controleren van het batterijniveau
Het batterijniveau (de resterende hoeveelheid energie)
wordt tijdens het gebruik door de batterij-indicator ()
getoond.
z
Indien de batterij geheel leeg is, zal de batterij-indicator knipperen. Laad de batterij dan op of vervang de
alkaline batterij door een nieuwe.
z
"BATT EMPTY" verschijnt wanneer de batterij geheel
leeg is. De draagbare MD-recorder zal dan vervolgens
automatisch worden uitgeschakeld.
Opmerkingen:
z
Bij het gebruik van een batterij die net half opgeladen
is, zal "" mogelijk worden getoond. Dit betekent
echter niet dat deze batterij dan geheel is opgeladen.
z
De aanduiding van de batterij-indicator is niet juist
gedurende de eerste 10 seconden na het inschakelen
van de stroom.
z
De batterij-indicator wordt niet getoond wanneer u de
netadapter of een los verkrijgbare auto-adapter
gebruikt.
z
Het aantal staafjes dat in de batterij-indicator wordt
getoond, kan verminderen of vermeerderen al naar
gelang de bediening die wordt uitgevoerd. Dit is normaal.
Handige functies
-Controleren van aanduidingen op het display-
NEDERLANDS
N-24
Stroomvoorziening via batterijen
Handige functies
-Stroomvoorziening via batterijen-
„
Opladen van de oplaadbare batterij
Wanneer u voor het eerst een los verkrijgbare oplaadbare batterij gebruikt, of als u deze langere tijd niet
gebruikt heeft, moet u deze volledig opladen.
1
Plaats de oplaadbare batterij.
Oplaadbare batterijen anders dan de AD-N70BT
kunnen niet worden opgeladen.
2
Steek de stekker van de netstroomadapter in
het stopcontact en steek vervolgens de andere
stekker in de DC IN 5V aansluiting.
3
Druk op de MODE/CHRG toets.
"" gaat knipperen en het laden van de batterij
zal beginnen.
z
De oplaadbare batterij wordt bij het opladen of gebruik
warm. Dit is normaal.
z
De batterij wordt niet opgeladen wanneer de draagbare MD-recorder is ingeschakeld en tijdens bediening.
N-25
NEDERLANDS
„
Meer over de oplaadtijd
Na verloop van ongeveer 3,5 uur zal "" uit
gaan. De batterij is ongeveer 90% geladen.
Om de batterij volledig te laden, dient u nog ongeveer 2
uur verder te laden. In dit geval hoeft u niet op de MODE/
CHRG toets te drukken. Ook al drukt u op de MODE/
CHRG toets, "" zal niet verschijnen.
Opmerkingen:
z
Laad de batterij tussen de 5°C - 35°C
z
Het laden is klaar wanneer "" niet knippert wanneer u de netstroomadapter in het stopcontact doet en
op de MODE/CHRG toets drukt.
z
Na het opladen hoeft de functie voor het opladen niet
direct te worden uitgeschakeld.
Let op:
z
Gebruik uitsluitend de gespecificeerde AD-N70BT
batterij. Laad geen andere batterijen (nikkel-cadmium,
alkaline, etc.) dan de gespecificeerde op.
z
Verwijder de behuizing van de oplaadbare
batterij niet. Er kan anders warmte vrijkomen met vuur en brand tot gevolg.
z
Dompel de batterij niet in water onder, gooi
niet in een vuur en demonteer niet.
z
Het opladen start mogelijk niet indien de polen van de
oplaadbare batterij vuil zijn. U moet in dat geval het
vuil met een droge doek verwijderen.
z
Demonteer de batterij beslist niet.
„
Gebruik met de oplaadbare of een alka li batterij.
1
Koppel de netstroomadapter los.
2
Doe de oplaadbare of alkali batterij in het toestel met de met (+)
gemarkeerde kant.
Gebruik een los in de handel verkrijgbare LR6, "AA" formaat alkali
batterij.
Opmerkingen:
z
Als u het volume tijdens een opname met de oplaadbare of een alkali batterij op "0" zet, vermindert u het
stroomverbruik.
z
Wanneer u het toestel urenlang niet zult gebruiken,
kunt u het beste de batterij verwijderen. (De batterij
loopt geleidelijk leeg, ook al heeft u het toestel uitgeschakeld.)
z
Dit toestel kan worden gebruikt met de netstroomadapter wanneer de oplaadbare of een alkali batterij in
het toestel zit.
Let op:
Gebruik geen Nikkel-Cadmium batterij.
Handige functies
-Stroomvoorziening via batterijen-
NEDERLANDS
N-26
Vergrendelfunctie
De ingestelde functies worden vergrendeld en veranderen niet wanneer bijvoorbeeld in een trein per ongeluk een van de toetsen wordt ingedrukt.
-Vergrendelfunctie-
Deze functie kan ook met de stroom uitgeschakeld wor-
Handige functies
den geactiveerd indien u een batterij heeft geplaatst of
de netadapter is aangesloten.
Annuleren van de vergrendeling
Houd de HOLD toets tenminste 2 ingedrukt terwijl de
toetsen vergrendeld zijn.
"HOLD OFF" zal worden getoond.
Indien de vergrendelfunctie wordt geactiveerd met de
stroom uitgeschakeld, kan de stroom vervolgens niet
per ongeluk worden ingeschakeld zodat er niet onnodig
energie van de batterij wordt verbruikt.
N-27
NEDERLANDS
Veranderen van standaardinstellingen
„
Tijdens de stopfunctie...
1
Houd met een minidisc geplaatst de MODE/CHRG
toets tenminste 2 seconden ingedrukt. "SET UP"
zal verschijne n.
"BEEP ON" of "BEEP OFF" za l verschijne n wanneer u
de toets loslaat.
2
Druk op de of toets om h et me nu te late n ver schijnen.
3
Druk op de MODE/CHRG toets om het gewenste
item te kiezen .
4
Druk op de /:OFF toets.
Pieptoon
U kunt de pieptoon die u t er b e vestiging hoort na een druk op
een toets ook uitschakelen.
„
Automatische weergave
U kunt kiezen of u de weergave wel of niet automatisch wilt
laten starten nadat u een minidisc plaats die uitsluitend voor
weergave geschikt is of nadat u een minidisc die tegen wissen beschermd is plaatst.
„
Automatisc he energiebesparing
Bij gebruik van de draagbare MD-recorder op plaatsen met
veel trillingen kan het overslaan van het geluid worden
beperkt door de automatische energiebe-sparingsfunctie uit
te schakelen. (De batterij zal dan wel sneller leeg raken. )
Wat is de energiebesparingsfunctie?
De automatische stro ombesparing regelt automatisch tussen
5 en 10 seconden hoeveel geluid er in het geheugen wordt
opgeslagen, afhankelijk van de weergave-omstandigheden,
om de batterijen te sparen. Als het MiniDisc toestel wordt
blootgesteld aan heftige trillingen, kan het geheugen vastgezet worden op 10 seconden ("Psave OFF"). Dit bevordert de
prestaties onder moeilijk omstandigheden, maar verbruikt
wel meer stroom. (Bij gebruik van de netst roomadapter, is de
10 seconden functie altijd ingeschakeld.)
„
Digitaal opnameniveau
"D.L MODE 1"
Het door u ingestelde digitale opnameniveau zal ook na het
annuleren van de opname behouden blijven.
"D.L MODE 2"
Telkens wanneer u een opname annuleert, zal het niveau
terugkeren naar [D.L 0dB].
-Veranderen van standaardinstellingen-
Geavanceerde mogelijkheden
NEDERLANDS
N-28
Invoeren van namen voor een minidisc
„
Invoeren van namen voor een disc en fragment
Doe de minidisc waaraan u een titel wilt geven in het toestel. U kunt geen titel geven aan een minidisc die alleen
geschikt is voor weergave of die tegen opnemen beveiligd is.
1
2
-Invoeren van namen voor een minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
<Disctitel><Fragmenttitel>
Druk op de EDIT toets
terwijl het toestel gestopt is om "DISC NAME" te selecteren.
Druk op de ENTER/SYNC toets.
z
Het toestel schakelt in de functie voor het invoeren van tekens.
z
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annuleren.
Druk op de EDIT toets
terwijl het toestel gepauzeerd is om
"TRACK NAME" te selecteren.
3
4
5
Druk herhaaldelijk op de DISP toets om het gewenste soort tekens te kiezen.
De eerste 3 tekens uit de gekozen groep worden
ongeveer 1 seconde getoond.
Druk herhaaldelijk op de of toets en selecteer de letter.
Druk op de ENTER/SYNC toets om het in te voeren.
N-29
NEDERLANDS
6
Herhaal stappen 3 - 5 voor het invoeren van
meer tekens (letters).
7
Druk op de EDIT toets wanneer de naam geheel
is ingevoerd.
8
"TOC" wordt getoond ten teken dat de verandering op de minidisc moet worden vastgelegd.
Druk op de /:OFF toets.
U kunt de minidisc niet verwijderen wanneer "TOC"
wordt getoond. "TOC" zal pas doven nadat de gegevens op de minidisc zijn geschreven.
Opmerking:
U kunt per disc een disctitel en maximaal 255 fragmenttitels aanmaken (u kunt maximaal 100 tekens invoeren
voor de disctitel en voor een enkele fragmenttitel en een
totaal van 1.700 tekens).
„
Wissen van een teken
Druk op de VOL+ of VOL
plaatsen naar het teken dat u wilt wissen en druk vervolgens op de BASS toets.
„
Invoeren van een spatie
Druk op de VOL+ toets om de cursor naar rechts te verplaatsen.
„
Tekens (letters, cijfers, symbolen)
---
toets om de cursor te ver-
Spatie
-Invoeren van namen voor een minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
NEDERLANDS
N-30
Invoeren van namen voor een minidisc (vervolg)
„
Toevoegen van tekens
1
Activeer de functie voor het invoeren van tekens.
(Voer stappen 1 - 2 van bladzijde 29 uit.)
2
D r u k o p de V O L + of V O L --- t o e t s o m d e cu r s o r t e
verplaatsen naar de rechterkant van het teken
waarnaast u een teken wilt toevoegen.
3
Kies het toe te voegen teken.
(Voer stappen 3 - 4 van bladzijde 29 uit.)
4
Druk op de ENTER/SYNC toets.
5
Druk op de EDIT toets.
6
"TOC" wordt getoond ten teken dat de verande-
-Invoeren van namen voor een minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
ring op de minidisc moet worden vastgelegd.
Druk op de /:OFF toets.
U kunt de minidisc niet verwijderen wanneer "TOC"
wordt getoond. "TOC" zal pas doven nadat de gegevens op de minidisc zijn geschreven.
„
Overbrengen van namen naar een andere
minidisc ("stempelen")
Voor het overbrengen
Indien u 2 minidiscs heeft waarop dezelfde fragmenten
zijn opgenomen, kunt u de tekens (discnaam en fragmentnamen) van de master-minidisc overbrengen (stempelen) naar de andere minidisc.
1. Wat is een master-minidisc?
Een voor opname geschikte minidisc waarop fragmenten en tekens zijn opgenomen. (U kunt gegevens van
een minidisc die uitsluitend voor weergave geschikt is
niet overbrengen.)
2. Wat is de andere minidisc?
Een minidisc waarop dezelfde fragmenten, in dezelfde
volgorde als de master-minidisc zijn opgenomen. (Controleer dat het totaal aantal fragmenten van de masterminidisc en de andere minidisc hetzelfde is.)
N-31
NEDERLANDS
Bediening met master-mindisc
1
Plaats een master-min idisc.
Vergis u niet en plaats niet de andere minidisc waarnaar u de tekens wilt overbrengen.
2
Druk op de ED IT to e t s te rw ij l h e t t oe st e l ge stopt is
om "NAME STAMP" te selecteren.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF t oets om de bediening te annule ren.
4
Druk op de ENTER/SYNC toets.
5
Verwijder de master-minidisc wanneer "CHANGE
MD" op het display van de draagbare MD-recorder
wordt getoond.
Verwijder de minidisc zonder de stroom uit te schakelen. De bediening wordt geannuleerd indien u de
stroom uitschakelt.
Bediening met de andere minidisc waarop u de namen wilt stempelen
6
Plaats de andere minidisc.
7
Druk op de ENTER/SYNC toets.
De draagbare MD-recorder schakelt in de stopfunctie
nadat alle gegevens voor d e na men op de di sc zij n gestempeld.
Opmerking:
Indien het totaal aantal fragmenten op de master-minidisc niet overeenkomt met de andere minidisc waarnaar
u de namen wilt overbrengen, zal "Can'tSTAMP" op het
display van de draagbare MD-recorder verschijnen en de
stroom vervolgens worden uitgeschakeld.
U moet in dat geval het aantal fragmenten van de andere
minidisc veranderen met een van de montagefuncties
zodat het aantal gelijk is.
-Invoeren van namen voor een minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
NEDERLANDS
N-32
Monteren van een opgenomen minidisc
„
Stuk-voor-stuk wissen van fragmenten
1
Start de weergave van het fragment dat u wilt
wissen en druk op de PLAY/PAUSE toets.
2
Druk herhaaldelijk op de EDIT toets om "ERASE"
te kiezen.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annuleren.
4
Druk nogmaals op de ENTER/SYNC toets.
Het fragment wordt nu gewist.
5
Herhaal stappen 1 - 4 voor het wissen van een
-Monteren van een opgenomen minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
ander fragment.
„
Tegelijkertijd wissen van alle fragmenten
1
Druk tijdens de stopfunctie herhaaldelijk op de
EDIT toets om "ALL ERASE" te kiezen.
2
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annuleren.
3
Druk nogmaals op de ENTER/SYNC toets.
Alle fragmenten worden nu gewist.
Let op:
Nadat een fragment eenmaal is gewist, is het voorgoed verloren. Controleer het fragmentnummer goed
voordat u het fragment wist.
N-33
NEDERLANDS
„
Splitsen van een fragment
1
Start de weergave van het fragment dat u wilt
splitsen. Druk bij het punt waar u het fragment
wilt splitsen op de PLAY/PAUSE toets.
2
Druk herhaaldelijk op de EDIT toets om "DIVIDE "
te kiezen.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annuleren.
4
Druk nogmaals op de ENTER/SYNC toets.
Het fragment wordt nu gesplitst en de draagbare
MD-recorder schakelt bij het begin van het tweede
fragment van het oude gesplitste fragment in de
pauzefunctie.
„
Combineren van fragmenten
1
Start de weergave van het laatste fragment van
de twee fragmenten die u wilt combineren en
druk op de PLAY/PAUSE toets.
2
Druk herhaaldelijk op de EDIT toets om "COMBINE"
te kiezen.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annuleren.
4
Druk op de ENTER/SYNC toets.
De twee fragmenten worden nu gecombineerd en
de draagbare MD-recorder schakelt bij het begin
van het gecombineerde fragment in de pauzefunctie.
-Monteren van een opgenomen minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
NEDERLANDS
N-34
Monteren van een opgenomen minidisc (vervolg)
„
Verplaatsen van een fragmentIndien een te splitsen fragment een naam
1
Start de weergave van het fragment dat u wilt
verplaatsen en druk op de PLAY/PAUSE toets.
2
Druk herhaaldelijk op de EDIT t oets om "MOVE"
te kiezen.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annuleren.
4
Druk op de of toets en kies de richting.
-Monteren van een opgenomen minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
5
Druk nogmaals op de ENTER/SYNC toets.
Het fragment wordt nu verplaatst en de draagbare
MD-recorder schakelt bij het begin van het verplaatste fragment in de pauzefunctie.
heeft:
De twee nieuwe fragmenten krijgen nu dezelfde naam.
Indien de TOC echter vol is (TOC FULL) zal het tweede
fragment geen naam krijgen.
Totaal aantal fragmenten dat kan worden
gesplitst:
Er kunnen maximaal 255 fragmenten op iedere disc worden opgenomen. Het is echter mogelijk dat u geen fragmenten meer kunt splitsen ook al is het aantal
fragmenten op de disc nog geen 254.
Combineren van twee fragmenten die niet
naast elkaar liggen:
Gebruik eerst de MOVE functie om de twee fragmenten
in de gewenste volgorde naast elkaar te plaatsen.
Gebruik dan de COMBINE functie om deze twee fragmenten met elkaar te combineren.
Indien een of beide te combineren fragmenten
een naam heeft/hebben:
De naam van het eerste fragment wordt gebruikt. Indien
het eerste fragment echter geen naam heeft, zal de
naam van het tweede fragment worden gebruikt.
De volgende soorten fragmenten kunnen
mogelijk niet met elkaar w or den gecombin eer d.
z
Digitaal opgenomen fragment met analoog opgenomen fragment.
z
Met de verlengde weergavefunctie opgenomen fragment met stereo opgenomen fragment.
z
Fragmenten waarvan de opnametijd minder dan 12
seconden is.
N-35
NEDERLANDS
Luisteren via een ander systeem
„
Beluisteren via een stereo-installatie
Opmerkingen:
z
Wij raden u aan het volume voor de minidisc op het
maximum niveau in te stellen wanneer u luistert via
een stereosysteem.
z
Voor opname met gebruik van een stereo-installatie,
moet u de pieptoon voor bevestiging uitschakelen
(bladzijde 28). De pieptoon wordt anders namelijk ook
opgenomen.
z
De opname wordt analoog gemaakt.
z
De lekstgegevens wordt niet opgenomen.
„
Beluisteren via een auto-stereosysteem
Opmerkingen:
z
Stel het volume van zowel deze draagbare MD-recorder
als het auto-stereosysteem in.
z
Bedien deze draagbare MD-recorder niet wanneer u
een auto bestuurt. U zou uw aandacht voor het verkeer kunnen verliezen met ernstige ongelukken tot
gevolg.
z
Gebruik geen andere auto-adapter dan de los verkrijgbare AD-CA20X.
z
Verwijder de batterij indien u de draagbare MD-recorder
met stroom van de auto-accu voedt.
-Luisteren via een ander systeem-
Geavanceerde mogelijkheden
NEDERLANDS
N-36
Overige kenmerken en waarschuwingen
„
Automatische voortzetting van de weergave
Indien u de weergave stopt en vervolgens weer start
zonder de minidisc te hebben verwijderd, zal de
weergave worden hervat vanaf het punt waar u hiervoor was gestopt.
Nadat u de minidisc heeft verwijderd, zal de weergave gewoon vanaf het eer ste frag ment starten.
Deze draagbare MD-recorder heeft tevens de volgende extra functies wanneer in combinatie met de
Referenties
los verkrijgbare auto-adapter (AD-CA20X) gebruikt
(en zonder de oplaadbare of alkaline batterij
geplaatst):
1. Bij het afzetten van de motor wordt tevens de draagbare MD-recorder uitgeschakeld. (Met bepaalde auto's werkt dit misschien niet.)
2. Bij het weer starten van de motor, zal de weergave
-Overige kenmerken en waarschuwingen-
worden voortgezet vanaf het punt waar hiervoor werd
gestopt.
„
Oplaadbare batterij
z
U kunt uitsluitend een nikkel-metaalhydride batterij
gebruiken. Dit soort batterij heeft speciale karakteristieken en ook wanneer u de batterij niet gebruikt moet
u deze tenminste eens per drie maanden opladen.
z
De oplaadbare batterij kan ongeveer 300 keer worden
opgeladen.
z
Indien de gebruikstijd van een geheel opgeladen batterij ongeveer de helft van de oorspronkelijke tijd is,
moet u de batterij door een nieuwe vervangen (ADN70BT).
z
De gebruikstijd is mogelijk korter dan normaal wanneer u de batterij voor het eerst geheel heeft opgeladen of na een lange periode van niet-gebruik heeft
opgeladen. De normale gebruikstijd krijgt u weer na
enkele malen te hebben opgeladen en ontladen.
z
Voorkom een verkorte levensduur van de batterij en
laad de batterij daarom uitsluitend op wanneer deze
geheel is ontladen.
z
De gebruikstijd van een opgeladen batterij is korter bij
lage temperaturen.
z
Draag de batterij niet in uw zak of tas waarin andere
metalen voorwerpen zijn (sleutels, munten, sieraden,
etc.). De batterij zou anders kort kunnen sluiten en
veel hitte opwekken.
z
Vermijd kortsluiting van de polen daar deze anders
zeer heet zullen worden en de batterij mogelijk
beschadigen.
z
Laat de batterij niet vallen en stel deze niet aan schokken onderhevig.
z
Steek geen voorwerpen (metaal, etc.) in het batterijvak of in de oplaadbare batterij zelf.
N-37
NEDERLANDS
Beperkingen van het minidiscsysteem
Tijdens het opnemen of monteren heeft de draagbare MD-recorder mogelijk de volgende symptomen. Dit is normaal en
betekent niet dat de draagbare MD-recorder defect is.
SYMPTOOMBEPERKINGEN
"DISC FULL" of "TOC FULL" verschijnt
maar er is nog tijd voor opname op de
minidisc beschikbaar.
De resterende opnametijd wordt niet
verhoogd wanneer u fragmenten wist.
Het totaal van de opgenomen tijd en de
resterende tijd komt niet overeen met
de maximale opnametijd van de minidisc.
De combineerfunctie werkt niet.
Het geluid slaat tijdens snel terug/vooruit over.
Er wordt een fragmentnummer ergens
in het midden van een fragment gemarkeerd.
U kunt niet meer dan 255 fragmenten (maximum) opnemen, ongeacht de beschikbare opnametijd. Indien u herhaaldelijk heeft opgenomen of gemonteerd op de minidisc of indien de minidisc krasjes
heeft (krasjes door het overslaan tijdens opname), kunt u moglÿk
niet het maximale aantal fragmenten op de minidisc opnemen.
De draagbare MD-recorder telt niet-opgenomen gedeeltes van 12
seconden of korter niet bij de resterende opnametijd mee. De tijd
wordt derhalve mogelijk niet verhoogd wanneer u korte fragmenten
wist.
Een cluster (ongeveer 2 seconden) is de minimale eenheid voor opname. Een fragment van bijvoorbeeld 3 seconden gebruikt 2 clusters (ongeveer 4 seconden). De werkelijke opnametijd is derhalve
misschien korter dan de getoonde tijd.
De combineerfunctie kan mogelijk niet worden gebruikt voor een
minidisc waarop herhaaldelijk is opgenomen of gemonteerd.
Een fragment wordt gesplitst en op verschillende plaatsen opgenomen indien er reeds herhaaldelijk op de minidisc is opgenomen of
gemonteerd. Het geluid kan in dat geval overslaan.
Er wordt mogelijk een fragmentnummer gemarkeerd indien er krasjes of vuil op de minidisc zijn.
Referenties
-Beperkingen van het minidiscsysteem-
NEDERLANDS
N-38
Foutmeldingen
Referenties
FOUTMEL-
DING
BATT EMPTY
BLANK MD
Can't COPY
Can't EDIT z Een fragment kan niet worden gemonteerd.z Verander de stoppositie van het fragment en probeer ver-
Can't READ (*)
Can't REC z Opname kan niet juist worden uitgevoerd vanwege
Can't STAMP
Can't WRITE
-Foutmeldingen-
DEFECTz De disc heeft krassen.z Probeer opnieuw op te nemen indien het geluid niet juist
DISC FULL
Er-MD (**) z De microprocessor heeft een systeemfout geconsta-
HOLDz Het toestel is vergrendeld.z Annuleer de vergrendelfunctie.
LOCKEDz U heeft een MD verwijderd tijdens opname of mon-
NO DISCz Geen disc geplaatst.z Plaats een disc.
z De batterij is uitgeput.z Laad de oplaadbare batterij op of plaats nieuwe alkaline
z Niets opgenomen.z Gebruik een disc waarop iets is opgenomen.
z U probeert op te nemen van een tegen kopiëren be-
schermde minidisc.
z De discgegevens kunnen niet worden afgelezen om-
dat de disc of het toestel zelf beschadigd is.
trillingen of schokken.
z Overnemen tekeninformatie is niet mogelijk.z Controleer het aantal fragmenten.
z De TOC informatie kan niet correct worden opgesla-
gen op de minidisc. (Groot gedeelte van de disc is
beschadigd.)
z Er is geen ruimte meer voor opname op de disc.z Plaats een opname-disc met voldoende opnametijd.
teerd. Het toestel is defect.
tage.
BETEKENISOPLOSSING
batterij (of voed het toestel met de netadapter).
z Neem op via de analoge kabel.
volgens opnieuw.
z Plaats de disc opnieuw.
z Vervang door een andere opgenomen disc.
z Neem opnieuw op of vervang de disc.
z Vervang de minidisc door een andere opname-disc.
klinkt.
z Vervang de minidisc door een andere opname-disc.
z Raadpleeg de plaats van aankoop voor reparatie.
z Schakel de spanning uit en verwijder de minidisc.
N-39
NEDERLANDS
NO SIGNAL
NOT PLAY
PLAY MD
POWER ?
PROTECTED
SORRY
TEMP OVER
TOC FORM (**
TOC FULL
Tr. Protect
? DISC
Op de (*) positie verschijnt een nummer of symbool.
Slechte verbinding van de di gitale kabel.
z
Geen weergavesignalen van het aangesloten
z
toestel.
Het ingangssignaal heeft niet de juiste bemon-
z
steringsfrequentie.
U probeert een fragment weer te geven dat niet
z
met dit toestel kan worden weergegeven.
U probeert op een weergave-disc op te nemen.zVervang door een andere voor opna me geschi kte di sc.
z
Stroomvoorziening ongeschikt.
z
U probeert op te nemen op een MD in het toes tel
z
die alleen geschikt is om afgespeeld te worden.
U probeert op een disc op te nemen die uitslui-
z
tend voor weergave geschikt is.
Omdat er op dit moment een fragment nummer
z
wordt opgezocht of aange maakt, is het toestel
niet in staat uw commando uit te voer en.
De temperatuur is te hoog.
z
Fout opnamesignaal van de disc.
)
z
Geen ruimte over voor opname van tekeninfor-
z
matie (fragmentnamen, discnamen, etc.).
Fragment is tegen wissen beschermd.
z
Een disc wordt afgespeeld waarop andere data
z
dan muziek is opgenomen.
Fout signaal van de disc.
z
Sluit de digitale kabel go ed aan.
z
Als de draagbare CD-speler een functie heeft om het
z
overslaan van het geluid te voorkomen, dient u deze
functie uit te schakelen.
Geef weer met het aangesloten toestel.
z
Geef een ander fragment weer.
z
Gebruik een van de opgegeven stroombronnen.
z
Druk het wispreventielipje in de originele stand.
z
Vervang deze door een MD waarop kan worden opge-
z
nomen.
Wacht even en start daarna opnieuw.
z
Schakel de spanning uit en wacht even.
z
Wis alle foute signalen en maak de opname dan op-
z
nieuw.
Plaats een opname-disc met voldoende opnametijd.
z
Monteer het fragment me t het toestel waarme e het was
z
opgenomen.
Een disc waarop andere data dan normale geluidssig-
z
nalen zijn opgenomen kan niet word en gebruikt.
Vervang door een andere opgenomen disc.
z
Referenties
-Foutmeldingen-
NEDERLANDS
N-40
Oplossen van problemen
Voor veel "problemen" he eft u geen vak man nodi g. U kunt deze zelf oplosse n. Control eer vo ordat u ee n erke nd SHARP h andelaar of onderhoudscent rum raadpleegt eerst de volgende lijst indien het toestel niet juist lijkt te functioneren.
PROBLEEMOORZAAK
Het toestel gaat niet aan.
Geen geluid via de hoofdtelefoon.
Het toestel reageert niet op een d ruk
op een toets.
Referenties
Geluid valt af en toe weg.
De minidisc kan niet word en uitgeworpen.
-Oplossen van problemen-
Opname en montage zijn niet mogelijk.
Is de netadapter ontkoppeld?
z
Is de batterij leeg?
z
Is de vergrendelfunctie geactiveerd?
z
Heeft zich wellicht condens gevormd binnenin het toestel?
z
Is het toestel onderhevig aan een mechanische schok of stat ische elektriciteit?
z
Is het volume te laag ingesteld?
z
Is de oortelefoon aangesloten?
z
Probeert u een disc weer te ge ven waarop andere si gnalen dan geluids signalen
z
zijn opgenomen?
Is de vergrendelfunctie geactiveerd?
z
Is de batterij leeg?
z
Is de stekker van de oortelefoon goed aangesloten?
z
Is de batterij leeg?
z
Is het toestel aan sterke trillingen onderhevig?
z
Is het fragmentnummer of de tek eninformatie reeds naar de dis c geschreven?
z
Is het toestel in de opname - of montagefunctie geschakeld?
z
Is de minidisc tegen wissen beveiligd?
z
Is het toestel op de juiste manier met de andere apparatuur verbonden?
z
Is de netadapter ontkopp eld of was e r een spanni ngsonderb reking ti jdens de op-
z
name of montage?
Is de vergrendelfunctie geactiveerd?
z
Wordt een optisch signaal van spanningsonderbreking weergegeven? Lees de
z
gebruiksaanwwijzing van het stereosysteem.
N-41
NEDERLANDS
Onderhoud
„
Bij problemen
Wanneer dit product wordt blootgesteld aan sterke
invloeden van buitenaf (mechanische schokken, abnormale statische elektriciteit, abnormale netspanning als
gevolg van blikseminslag enz.) of wanneer het toestel
onjuist bediend wordt, is het mogelijk dat er storingen
optreden.
Als zich een dergelijk probleem voordoet, dient u het
volgende te doen:
1. Ontkoppel de netadapter van het stopcontact.
2. Verwijder de batterij.
3. Laat het toestel ongeveer 30 seconden zonder spanningstoevoer staan.
4. Verbind de netadapter weer met het stopcontact en
probeer de werking opnieuw.
„
Condensvorming
De signalen kunnen niet van de minidisc worden afgelezen en het toestel functioneert niet juist indien er condens in het toestel is gevormd.
Onder de volgende omstandigheden wordt er mogelijk
condens in het toestel gevormd.
z
Kort na het aanzetten van de verwarming.
z
Wanneer het toestel in een zeer vochtige kamer (of
ruimte met veel stoom) is geplaatst.
z
Wanneer het toestel van een koude naar een warme
ruimte wo rdt verp la atst.
Laat condens verdampen:
U moet de minidisc verwijderen. De condens is na ongeveer 1 uur verdampt en het toestel zal dan weer als normaal functioneren.
„
Reinigen
Indien het toestel vuil is
Reinig het met een zachte doek. Voor het verwijderen
van hardnekkige vlekken bevochtigt u een doek met water (alleen de ombouw).
Reinig de stekkers en aanstuitingen.
Als de stekker of aansluitingen vuil zijn, kan er ruis ontstaan. Reinigen voorkomt ruis of storing.
Let op:
z
Gebruik geen chemicaliën voor het reinigen (benzine,
verfthinner, etc.). De afwerking zou hierdoor kunnen
worden aangetast.
z
Olie de binnen- of buitenkant van het toestel niet. Dit
kan een onjuiste werking veroorzaken.
Referenties
-Onderhoud-
NEDERLANDS
N-42
Technische gegevens
Als onderdeel van ons streven naar voortdurende verbetering, behoudt SHARP zich het recht voor om ontwerp en
technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen ter productverbetering. De technische waarden
zijn nominale waarden van de productietoestellen. Er zijn mogelijk kleine verschillen tussen de individuele toestellen.
„
Algemeen
Voedingsbron:
Referenties
5 V gelijkstroom:
1,5 V gelijkstroom:
1,2 V gelijkstroom:
4,5 V gelijkstroom:
Stroomverbruik:
-Technische gegevens-
Uitgangsvermogen:
Oplaadtijd:
Netadapter (220-230 V, 50/60 Hz wisselstroom)
In de handel verkrijgbare "AA" (LR6)
formaat alkaline batterij x 1
Los verkrijgbare oplaadbare Nikkelmetaalhydride batterij (AD-N70BT) x 1
Los verkrijgbare auto-adapter, ADCA20X (voor auto's met 12-24 V gelijkstroom, negatief geaard systeem)
7 Watt (Netadapter)
RMS: 20 mW (10 mW + 10 mW)
(0,2% T.H.D.)
Ongeveer 3,5 uur (90%)
Ongeveer 5,5 uur (volledig opgela-
den)(Bij gebruik van de met het toestel
meegeleverde netstroomadapter.)
Levensduur batterij:
Bij gebruik van de los ver-
krijgbare oplaadbare bat-
terij (volledig opgeladen)
Doorlopende opname:
Ongeveer 7 uur
Doorlopende weergave:
Ongeveer 12uur
z
De doorlopende opnametijd geldt voor een analoog
ingangssignaal met het volume op "VOL 0".
z
De doorlopende weergavetijd toont de waarde met het
volume op "VOL 15".
z
De bovenstaande waarden zijn de standaardwaarden
wanneer het toestel is opgeladen en wordt gebruikt bij
een omgevingstemperatuur van 25°C.
z
De gebruiksduur met een alkali batterij kan afwijken,
afhankelijk van het soort en de fabrikant van de batterij en van de bedrijfstemperatuur.
Bij gebruik van een los in
de handel verkrijgbare,
hoog-vermogen, "AA" for-
maat (LR6) alkali batterij.
Doorlopende opname:
Ongeveer 3 uur
Doorlopende weergave:
Ongeveer 12uur
N-43
NEDERLANDS
Ingangsgevoeligheid:
Opnameni-
veau
MIC H0,25 mV10 kOhm
MIC L2,5 mV10 kOhm
LINE100 mV20 kOhm
Uitgangsniveau:
Hoofdtele-
foon
LINE250 mV (-12
Afmetingen:
Gewicht:
Ingangsaan-
sluiting:
Uitgangsaan-
sluiting:
Referentie in-
gangsniveau
Opgegeven
uitgangs-
vermogen
-10 mW + 10 mW32 Ohm
dB)
Breedte: 81,1 mm
Hoogte: 19,9 mm
Diepte: 92,4 mm
147 g zonder batterij
Lijn/optisch digitaal, microfoon (via