Sharp MD-MT80H User Manual [nl]

NEDERLANDS
Inleiding
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit SHARP product. Voor de beste prestaties dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen. Deze vormt uw persoonlijke gids bij de bediening van uw SHARP product.
Inhoud
Speciale opmerkingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Los verkrijgbare accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Namen van bedieningsorganen en indicators. . . . 3-4
Voorzorgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Laden van een MiniDisc . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Aansluitingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-8
-Inleiding/Inhoud-
Opname. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-10
Weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11-12
Belangrijke introducti e
Geavanceerde weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13-14
Geavanceerde opname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15-19
Opname via een microfoon. . . . . . . . . . . . . . . . . 20-22
Controleren van aanduidi ngen op het displ ay . 23-24
Stroomvoorziening via batterijen . . . . . . . . . . . . 25-26
Vergrendelfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
N-1
Belangrijke introductie
Voorbereiding
Basisbediening
Handige functies
NEDERLANDS
Geavanceerde mogelijkheden
Veranderen v an standaardinstellingen . . . . . . . . . 28
Invoeren van namen voor een minidisc . . . . . . .29-32
Monteren van een opgenomen minidisc . . . . . . 33-35
Luisteren via een ander systeem . . . . . . . . . . . . . . 36
Referenties
Overige kenmerken en waarschuwingen . . . . . . . . 37
Beperkingen van het minidiscsysteem. . . . . . . . . . 38
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39-40
Oplossen van problemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41-42
Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43-44
Special e opmerkingen
z
Amerikaanse en andere octrooien in licentie van Dolby Laboratories.
z
De bij de MD-MT80H geleverde netadapter mag beslist niet met andere apparaten worden gebruikt.
z
Wanneer u belangrijke dingen wilt opnemen, kunt u het beste eerst een test maken om er zeker van te kunnen zijn dat alles goed wordt opgenomen.
z
SHARP is niet aansprakelijk voor beschadiging of het verliezen van een opname vanwege een onjuiste wer­king van dit toestel.
z
De tussen haakjes aangegeven letters van het model­nummer tonen uitsluitend de kleur van de draagbare MD-recorder. De bediening en werking zijn hetzelfde.
Accessoires
Oortelefoon x 1 Netadapter (RADPA7045AWZZ) x 1 Aansluitkabel x 1
Opmerkingen:
z
Onderdelen en apparatuur die in deze gebruiksaanwijzing worden vermeld maar niet in de bovenstaande lijst zijn opgenomen, zijn niet bij deze draagbare MD-recorder bijgeleverd.
z
De vorm van de netadapter verschilt mogelijk van de afbeelding hierboven.
Los verkrijgbare accessoires
z
Oplaadbare nikkel-metaal hydride batterij (AD-N70BT)
z
Auto-adapter (AD-CA20X)
z
Cassette-adapter (AD-CT14)
z
Verbindingskabel (voor digitaal opnemen) (AD-M1DC)
z
Verbindingskabel (voor digitaal opnemen) (AD-M2DC)
Belangrijke introducti e
-Speciale opmerkingen/Accessoires/Los verkrijgbare accessoires-
NEDERLANDS
N-2
Namen van bedieningsorganen en indicators
Hoofdtoestel
1.5 V gelijkstroom ingangsaansluiting (7)
2.Optische/lijningangsaansluiti ng (7, 8)
3.Microfoon-ing angsaansluiting (20)
4.Toets voor bass/wissen (12, 30)
5.Toets voor montage/automatisch markeren/tijd­markeren (18, 22, 29)
6.Keuzetoets voor display/tekens (23, 29)
7.Toets voor Functie/laden (14, 25)
8.Toets voor opname/fragmentmarkeren (9, 18)
9.Toets voor volume/cursor/snel vooruit/snel terug/ opnameniveau/titelkeuze (9, 12, 13, 29, 30)
10.Toets voor weergave/pauze (9, 12)
11.Toets voor stoppen/uitschakelen stroom/vergren­delen (10, 12, 27)
12.Toets voor invoeren/versnelde weergave/syn­chroon (14, 15, 17)
13.Oortelefoon/Lijn-uitgangsaansluiting (11, 36)
14.Openknop (6)
15.Batterijklep (25)
Belangrijke introducti e
-Namen van bedieningsorganen en indicators-
N-3
NEDERLANDS
16.Indicator voor tekens/tijdinformatie
6.TOC indicator (10)
7.Synchroonopname-indicator (15)
8.Indicator voor de discfunctie
9.Discnaam-indicator (23)
5.Herhaalde weergave-indicator (14)
3.Indicator voor resterende opnametijd (23)
4.Indicator voor de Mono langspeelfunctie (16)
2.Opname-indicator (9)
10.Indicator voor de fragmentnaam (23)
11.Indicator voor totaal aantal fragmenten (23)
12.Indicator voor versnelde weergave (14)
13.Bat terij-indicator (24)
14.Willekeurige weergave-indicator (14)
15.Fragmentnummer-indicator (23)
Belangrijke introducti e
-Namen van bedieningsorganen en indicators-
1.Niveaumeter (9)
Voorzorgen
Belangrijke introducti e
N-5
Belangrijk
Gebruik de oortelefoon niet wanneer u een straat over-
z
steekt of in de buurt van verkeer be nt. Gebruik de oortelefoon niet wanneer u
z
een voertuig bestuurt en aan het ver­keer deelneemt. Dit zou namelijk ern­stige ongelukken kunne n veroor­zaken en is tevens mogelijk illegaal. Houd u aan de plaatselijk verkeersre­gels.
Beluister geen muziek of geluid met een hoog volume
z
ingesteld. Het langdurig luisteren met een hoog volume kan volgens specialisten het gehoor beschadigen. Verlaag het volume of stop het gebruik wanneer uw oren suizen.
z
Er mogen geen open vuur bron nen, zoals bran dende k aa r-
z
sen op het toestel gez et worden. U dient rekening te houden met het milieu wanneer u bat-
z
terijen weggooit. Het toestel is ontworpen voor gebruik in een gematigd klim aat .
z
-Voorzorgen-
Gebruik dit toestel uitsluit end bij tempe ratu ren tus sen de 0°C - 40°C.
z
Voorkom een elektrische schok en andere mogelijke problemen en let derhalve op de volgende aanwijzingen en voorz or gen.
Demonteer de draagbare MD-recorder niet en maak er
z
geen veranderingen in. Laat de draagbare MD-recorder niet vallen en stel niet
z
aan schokken onderhevig. Gebruik deze draagbare MD-recorder niet in de buurt van
z
een open vuur. Vo orkom dat er vloeistof op de draagbare MD-recorder komt.
z
Gebruik geen andere externe stroombron dan de 5 Volt
z
gelijkstroombron die bij deze draagbare MD-recorder is geleverd. Een andere stroombron kan de draagbare MD­recorder beschadigen. SHARP is niet aansprakelijk voor beschadiging of schade
z
veroorzaakt door een onjuist gebruik. Laat alle reparaties over aan een erk end SHARP onderhoudscentrum.
NEDERLANDS
Bewaren van de draagbare MD-recorder
Laat de draagbare MD-recorder niet op de volgende plaatsen achter.
Plaatsen die lang aan het direc te zon-
z
licht onderhevig zijn (vooral niet in een afgesloten, in de zon gepark eerde auto) en in de buurt van verwarmings-toestel­len. (De behuizing zou anders kunnen vervormen, de kleur zou kunnen veran­deren of de draagbare MD-recorder zal anders niet meer juist f unctioneren.) Zeer stoffige plaatsen.
z
Plaatsen die aan water worden blootge-
z
steld.
Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog of laag is.
z
Zeer vochtige plaatsen (zoals bijvoor-
z
beeld in een badkamer). Plaatsen met sterke magnetische vel-
z
den, zoals bij een TV of luidsprekers. Plaatsen die aan trillingen onderhevig
z
zijn. Plaatsen waar er gemakkel ijk zand in de
z
draagbare MD-recorder kan komen (zo­als bijvoorbeeld op het strand).
Bij gebruik van deze draagbare MD-recorder in de buurt
z
van een radi o of TV, kan het beeld en geluid mogelijk wor­den gestoord. U moet in dat geval deze draagbare MD­recorder verder van dergelijke apparaten vandaan plaat­sen. Voorkom beschadigi ng wanneer u bijvoorbeeld gaat zitten
z
en steek daarom de draagbare MD-recorder of een mini­disc niet in uw achterzak.
Laden van een MiniDisc
1
Verschuif de OPEN hendel om de klep van het compartiment te openen.
2
Til op.
3
Laad een MiniDisc zoals aangegeven.
4
Sluit de klep van het compartiment.
Opmerkingen:
z
Plaats de minidisc niet onder de houder.
z
Forceer de minidisc niet in de draagbare MD-recorder indien u bij het plaatsen weerstand voelt. U zou de draagbare MD-recorder anders kunnen beschadigen. V erwijder de minidisc en plaats juist opnieuw indien de minidisc in eerste instantie niet gemakkelijk kan wor­den geplaatst.
z
De klep kan niet worden geopend als "TOC" wordt getoond, raadpleeg in dat geval de aanwijzingen op bladzijde 10.
Voorbereiding
-Laden van een MiniDisc-
NEDERLANDS
N-6
Aansluitingen
U kunt uw favoriete CD's of cassettes op MD opnemen.
-Aansluitingen-
Voorbereiding
N-7
NEDERLANDS
-Aansluitingen-
Voorbereiding
NEDERLANDS
N-8
Opname
-Opname-
Basisbediening
1
Druk op de REC toets.
2
Begin de weergave op het stereosysteem dat is aangesloten op deze draagbare MD.
3
Druk op de of toets om het opnameniveau in te stellen.
Analoog opnemen
Stel het opnameniveau zo in da t het maxima le geluids­volume van de signaalbron de meter laat uitslaan tus­sen --- 4 dB en 0 dB.
Digitaal opnemen
U kunt het niveau regelen in stappen van 1 dB tussen + 1 2 - --- 1 2 dB .
Wanneer u het digitale opnameniveau eenmaal heeft ingesteld, blijft deze instelling ook na af loop van de op­name onveranderd. (Zie bladzijde 28 voor annule­ringsinstructies.)
4
Druk op de PAUSE toets van de stereo-installatie om de weergavepauzefunctie te activeren.
Hier kunt u het op te nemen fragment opzoeken.
N-9
NEDERLANDS
5
Druk op de PLAY/PAUSE toets om de opname op de minidisc te starten.
6
Start de weergave van de aangesloten stereo-in­stallatie. De opname start nu werkelijk.
Onderbreken van de opname
Druk op de PLAY/ PAUSE toets.
Druk nog eens op de PLAY/PAUSE toets om de opname
z
te hervatten. Elke keer dat de opname wordt onderbroken, zal het frag-
z
mentnummer met een worden verhoogd.
Stoppen van de opname
Druk op de /:OFF toets.
"TOC" (Table of Contents, oftewel Inhoudsopgave) zal na
z
het stoppen van de opname verschijnen. De opname is nog niet op de minidisc vastgelegd wanneer "TOC" ver­schijnt. Om te voorkomen dat de nieuwe opname verloren gaat, is
z
het niet mogelijk de minidisc te verwijderen terwijl "TOC" wordt getoond.
Vastleggen (schrijven) van de opname op de minidisc
Druk tijdens de stopfunctie op de /:OFF toets. De stroom wordt uitgeschakeld nadat de zojuist opgeno­men signalen werkelijk op de minidisc zijn geschreven.
Meer over de TOC
Na gebruik van een opname- of montagefunctie zal "TOC" (inhoudsopgave) worden getoond. Druk op de / :OFF toets om de opname of montage af te sluiten. Ter­wijl dit gebeurt zal "TOC" gaan knipperen en zal "TOC EDIT!" worden getoond. Terwijl er een opname- of mon­tagefunctie wordt gebruikt is de klep van het MiniDisc toestel vergrendeld en kan de MiniDisc niet worden ver­wijderd voor het proces is afgelopen.
Waarschuwing:
Indien de stroombron (batterij/netadapter) wordt ontkop­peld wanneer "TOC" nog op het display wordt getoond, kan de deksel van de MD-recorder pas worden geopend wanneer er weer stroom wordt geleverd en de draagbare MD-recorder ingeschakeld is. Uw zojuist gemaakte opname of montage is in dit geval niet vastgelegd en dus verloren. Daarbij zal de geplaatste minidisc mogelijk niet meer bruikbaar zijn.
Let op:
Volg de onderstaande aanwijzingen wanneer "TOC" of "TOC EDIT!" wordt getoond.
- Beweeg het toestel niet en stoot er niet tegen.
- Maak de stekkers van de netstroomadapter niet los.
- Verwijder de oplaadbare batterij of alkali batterij niet.
- Stel het toestel niet bloot aan schokken. Anders is het mogelijk dat fragmenten niet goed worden
opgenomen.
Opmerkingen:
z
Veranderen van het volume tijdens de opname heeft geen effect op de opname zelf.
z
U kunt de lage tonen niet regelen tijdens de opname.
-Opname-
Basisbediening
NEDERLANDS
N-10
Weergave
-Weergave-
Basisbediening
N-11
NEDERLANDS
1
Doe de stekker van de oortelefoon in de PHONES aansluiting.
2
Plaats een minidisc (bladzijde 6).
3
Druk op de PLAY/PAUSE toets.
De weergave start automatisch indien een weerga­ve-minidisc of een minidisc die tegen het per onge­luk wissen is geplaatst (automatische weergavefunctie).
Onderbreken van de weergave
Druk op de PLAY/ PAUSE toets. Druk nogmaals op de PLAY/PAUSE toets om de weer­gave weer te starten.
Stoppen van de weergave
Druk op de /:OFF toets. De stroom wordt automatisch uitgeschakeld indien u na het stoppen gedurende 2 minuten geen bediening uit­voert.
Uitschakelen van de stroom
Druk tijdens de stopfunctie op de /:OFF toets.
Volumeregeling
Druk op de VOL+ toets om het volume te verhogen en op
---
toets om het volume te verlagen.
de VOL
Regeling lage tonen
Met elke druk op de BASS toets zal de toon als volgt wor­den geregeld.
BASS 1 Lage tonen worden iets verst erkt. BASS 2 Lage tonen worden meer versterkt. BASS 3 Lage tonen worden veel versterkt. BASS OFF Lage tonen worden niet versterkt.
Opmerkingen:
Indien er tijdens weergave met gebruik van de netadapter
z
een stroomonderbreking is, moet u de stekker van de netadapter uit het stopcontact trekken. De weergave zal anders namelijk worden voortgezet wanneer er weer stroom wordt geleverd. Indien u de netadap ter aa ns luit z ond er de opla adb are bat -
z
terij geplaatst, zal de weergave mogelijk automatisch star­ten. U moet de str oom daarom ui t s chakelen. Verlaag het volume a lv o rens de wee rgave te starten. mini-
z
discs hebben in ve rgelijk met normale cassettes zeer wei­nig ruis. Indien u het volume op basis van de ruis instelt, zal bij het werkelijk starten v an de m uz iek het v o lume z ee r hoog zijn waardoor u mogelijk uw gehoor beschadigt. Het geluid dat buiten de oortelefoon hoorbaar is, kan
z
mensen in uw omgeving storen. Verlaag het volume daarom zeker wanneer u op een drukke plaats bent (bij­voorbeeld in een trein of bus).
-Weergave-
Basisbediening
NEDERLANDS
N-12
Geavanceerde weergave
Opzoeken van het gewenste deel
Snel vooruit spoelen met geluid:
Houd de toets ingedrukt tijdens weergave.
Snel terug spoelen met geluid:
Houd de toets ingedrukt tijdens weergave.
z
Handige functies
Normale weergave zal hervatten zodra de of
-Geavanceerde weergave-
toets wordt losgelaten.
z
Indien tijdens de versnelde geluidsweergave in voorwaartse richting het eind van het laatste frag­ment wordt bereikt, zal de weergave worden gepau­zeerd. Indien u tijdens de versnelde geluidsweergave in achterwaartse richting het begin van het eerste fragment bereikt, zal de weergave weer opnieuw starten.
Opzoeken van het begin van een fragment
Naar het begin van het volgende fragment versprin­gen:
Druk op de toets tijdens weergave.
Opnieuw beginnen van het spelende fragment:
Druk op de toets tijdens weergave.
Opzoeken van een volgend fragment:
Druk op de toets terwijl het toestel gestopt is.
Opzoeken van een voorgaand fragment:
Druk op de toets terwijl het toestel gestopt is.
z
Druk net zo vaak op de of toets totdat het ge­wenste fragmentnummer verschijnt.
z
Wanneer u op de PLAY/PAUSE toets drukt, zal de weergave beginnen vanaf het begin van het frag­ment.
N-13
NEDERLANDS
Weergeven met dubbele snelheid
Druk op de ENTER/SYNC toets terwijl er een minidisc die in mono is opgenomen met de langspeelfunctie wordt weergegeven.
z
Indien tijdens de versnelde weergave een fragment wordt bereikt dat met de stereofunctie is opgenomen, zal de versnelde weergavefunctie worden uitgeschakeld.
z
Afhankelijk van de inhoud van de minidisc is het geluid tijdens de versnelde weergave mogelijk niet goed hoorbaar.
Onderbreken van de versnelde weergave
Druk op de PLAY/PAUSE toets tijdens weergave. De versnelde weergave start weer door een volgende druk op de PLAY/PAUSE toets.
Weer instellen van de normale weergave
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Willekeurige weergave of he rh aal de weerga ve
Druk tijdens weergave herhaaldelijk op de MODE/CHRG toets om de gewenste weergavefunctie te kiezen.
RANDOM Weergeven van CD-fragmenten in wil-
RANDOM Herhaalde weergave van de fragmen-
1 Herhaalde weergave van een enkel
Geen aanduiding
Opmerkingen:
Indien een weergavefunctie tijdens de stopfunctie werd
z
gekozen, moet u op PLAY/PAUSE toets drukken om de weergave te starten. Willekeurige of herhaalde weergave is niet mogelijk wan-
z
neer "TOC" wordt getoond. Met willekeurige weergave kiest de draagbare MD-recorder
z
fragmenten voor weergave. (U kunt de volgorde niet zelf bepa­len. De draagbare MD-recorder stopt automatisch nadat alle fragmenten in een willekeurige volgorde zijn weergegeven. Tijdens willekeurige, herhaalde willekeurige weergave of
z
herhaalde weergave van een enkel fragment kunt u uit­sluitend binnen het fragment van de minidisc dat wordt afgespeeld verplaatsen. Tijdens willekeurige weergave kan de draagbare MD-
z
recorder niet later naar het begin van een reeds weerge­gev en fragment terugkeren. De herhaalde weergave gaat door totdat u de stopfunctie
z
activeert.
lekeurig gekozen volgorde
ten in een willekeurige volgorde Herhaalde weergave van alle fragmen-
ten
fragment Normale weergave
NEDERLANDS
Handige functies
-Geavanceerde weergave-
N-14
Geavanceerde opname
Geluidsweergave gestuurde opname
De opname start of pauzeert automatisch al naar gelang er geluidssignalen van de aangesloten stereo-installatie worden ontvangen (synchroonopname).
Handige functies
-Geavanceerd e opname-
1
Druk op de REC toets.
2
Begin de weergave op het stereosysteem dat is aangesloten op deze draagbare MD.
3
Druk op de of toets om het opnameni­veau in te stellen. (Zie blz. 9.)
4
Druk op de PAUSE toets van de stereo-installa­tie om de weergavepauzefunctie te activeren.
Kies het startpunt voor de opname en druk op de PAUSE toets.
5
Druk op de ENTER/SYNC toets.
z
"SYNC" zal worden getoond.
z
Druk op de /:OFF toets om de handeling te an­nuleren.
6
Start de weergave van de stereo-installatie. De opname start automatisch.
Onderbreken van de opname
z
Deze draagbare MD-recorder schakelt in de syn­chroonopname-pauzefunctie wanneer de weergave van de stereo-installatie stopt. De opname wordt weer gestart zodra de weergave wordt voortgezet.
z
Indien er een stilte van 3 seconden of langer is, zal de opname worden gepauzeerd. (De pauzefunctie werkt echter niet gedurende de eerste 10 seconden na het starten van een opname). De opname wordt automa­tisch hervat zodra er weer geluidssignalen worden ontvangen. Een nieuw fragmentnummer wordt aangemaakt wan-
z
neer de opname wordt hervat.
N-15
NEDERLANDS
Lange opname
Wanneer u opneemt met de mono langspeelfunctie, zal de beschikbare opnametijd worden verdubbeld. Mono langspeel-opnamen kunnen worden weergegeven met dubbele snelheid, zie bladzijde 14.
1
Druk op de MODE/CHRG toets terwijl de opna­me gepauzeerd is.
Stereofunctie Mono langspeelfunctie
2
Start de opname.
Opmerkingen:
z
Wanneer het toestel gestopt is nadat er met deze functie een opname is gemaakt, zal de opnamefunctie automatisch terugkeren naar de stereofunctie.
z
Als het ingangssignaal verzorgd wordt door een stereo signaalbron, zullen de geluidssignalen voor de linker en rechter kanalen worden gecombineerd.
z
Alhoewel het geluidssignaal dat u tijdens de opname kunt volgen via de hoofdtelefoon stereo is, zal de opname in mono worden gemaakt.
z
Minidiscs die zijn opgenomen met de mono lang­speelfunctie kunnen mogelijk niet worden afgespeeld op andere MiniDisc-spelers.
Handige functies
-Geavanceerd e opname-
NEDERLANDS
N-16
Geavanceerde opname (vervolg)
Opname starten vanaf een punt in een frag­ment
U kunt een gedeelte van een fragment wissen en een nieuwe opname maken. Alle fragmenten die het nieuw opgenomen fragment vol­gen, zullen worden gewist.
Handige functies
-Geavanceerd e opname-
1
Druk tijdens weergave bij het punt waar u de op­name wilt starten op de PLAY/PAUSE toets.
2
Druk op de REC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annu­leren.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Alle fragmenten en fragmentnamen vanaf het punt waar de weergave wordt gepauzeerd, worden nu gewist.
4
Druk op de PLAY/PAUSE toets.
Alle fragmenten en fragmentnamen vanaf het punt waar de weergave wordt gepauzeerd, worden nu gewist.
Opmerking:
Om een fragment te bewaren dat na het punt ligt waar u een nieuwe opname wilt maken, moet u dat fragment eerst verplaatsen en dan de opname starten. (Zie Monte­ren van een opgenomen minidisc op bladzijde 35.)
N-17
NEDERLANDS
Zelf uw fr agmentnummers markeren
U kunt op de gewenste punten zelf fragmentnummers markeren.
Druk bij het punt waar u een fragmentnummer wilt markeren tijdens opname op de REC toets.
Het fragmentnummer zal vervolgens met één worden verhoogd. Met elke druk op de REC toets zal er een fragmentnum­mer worden toegevoegd.
Opname van fragmenten als een enkel frag­ment
U kunt diverse gedeelten of fragmenten als een enkel fragment opnemen door de automatische markerings­functie te annuleren.
Tijdens opname of tijdens de opnamepauze...
Druk op de EDIT toets.
Opmerking:
Bij het maken van een digitale opname van een CD-spe­ler of minidisc-speler, zullen ongeacht de instelling van de automatische markeringsfunctie automatisch frag­mentnummers worden gemarkeerd.
Voorkomen dat opgenomen minidiscs per ongeluk worden gewist
Schuif het wispreventielipje, aan de zijkant van de mini­disc, in de richting van de pijl. De minidisc is nu beschermd en kan niet zomaar worden gewist.
Wanneer u later toch nog een extra opname op een beschermde minidisc wilt maken, moet u het wispreven­tielipje gewoon weer naar de oorspronkelijke stand terug schuiven.
Tip voor het opplakken van een label
Let op de volgende punten wanneer u een label op een minidisc wilt plakken. Indien een label namelijk niet goed is opgeplakt, zal de minidisc mogelijk in de draagbare MD-recorder vast komen te zitten waardoor het verwijde­ren onmogelijk wordt.
z
Vervang een gedeeltelijk loszittend of krullend label door een nieuw label.
z
Plak geen label over een reeds opge­plakt label.
z
Plak het label uitsluitend op de aan­gegeven plaats.
Handige functies
-Geavanceerd e opname-
NEDERLANDS
N-18
Geavanceerde opname (vervolg)
Meer over fragmentnummers
1. Fragmentnummers worden automatisch tijdens een analoge opname gemarkeerd indien er een stilte van 1 seconde of langer is (automatische markerings­functie). U kunt een aantal fragmenten als een enkel fragment opnemen door de automatische marke­ringsfunctie uit te schakelen (zie bladzijde 18).
2. Wanneer u opneemt van een CD of een minidisc via de digitale aansluiting, zullen de fragmentnummers worden aangemaakt op dezelfde punten als op die CD of minidisc (gesynchroniseerde markeringsfunc­tie).
Handige functies
-Geavanceerd e opname-
z
De fragmentnummers worden bijvoorbeeld door ruis soms niet op de juiste plaatsen gemarkeerd. Dit is afhankelijk van de bron die u opneemt.
z
De fragmentnummers van de weergavebron komen mogelijk niet overeen met de fragmentnummers die op de minidisc worden gemarkeerd.
N-19
NEDERLANDS
z
De fragmentnummers op de minidisc zijn mogelijk niet hetzelfde als de fragmentnummers van de opgeno­men bron indien u fragmenten voor opname heeft geprogrammeerd of handmatig zelf fragmenten voor opname heeft gekozen.
z
Afhankelijk van de aangesloten stereo-installatie wor­den de fragmentnummers mogelijk niet juist aange­bracht.
Meer over de bemo nsteri ngs waar de -conver­ter
Deze draagbare MD-recorder heeft een converter voor de bemonsteringswaarde. Dit betekent dat u ook opname van digitale radio-uitzendingen of DAT-cassetterecorders kunt maken.
Opmerking voor digitale opname
U kunt een minidisc waarop een digitale opname van bij­voorbeeld een andere minidisc of DAT-cassette is gemaakt niet nogmaals digitaal kopiëren. Het SCMS (Serial Copy Management System) beperkt het aantal digitale opnamen ter bescherming van de auteursrech­ten. Analoge opname is in dit geval wel mogelijk.
Opname via een microfoon
Opname via een microfoon
1
Verbind een stereo-microfoon met de MIC IN aansluiting.
2
Plaats een voor opname geschikte minidisc (bladzijde 6 ).
3
Druk op de REC toets.
4
Druk op de of toets om het opnameni­veau in te stellen.
Stel het opnameniveau zo in dat het maximale ge­luidsvolume van de signaalbron de meter laat uit­slaan tussen
5
Druk op de PLAY/PAUSE toets.
Alle fragmenten en fragmentnamen vanaf het punt waar de weergave wordt gepauzeerd, worden nu gewist.
Onderbreken van een opname
Druk tijdens de opname op de PLAY/PAUSE toets.
z
Druk nogmaals op de PLAY/PAUSE toets om de opname voort te zetten. Bij iedere onderbreking van de opname wordt een extra fragmentnummer gemar­keerd.
Stoppen van de opname
Druk op de /:OFF toets.
Vastleggen van de opname op de minidisc
Druk tijdens de stopfunctie op de /:OFF toets.
---
4 dB en 0 dB.
Handige functies
-Opname via een microfoon-
NEDERLANDS
N-20
Opname via een microfoon (vervolg)
Starten wanneer geluidsignaal wordt ont­vangen (microfoon-synchroonopname)
1
Druk op de REC toets.
2
Druk op de of toets om het opnameni­veau in te stellen.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets om de opname­gevoeligheid te kiezen.
MIC SYNC H : Opname start wanneer signalen
Handige functies
-Opname via een microfoon-
MIC SYNC L : Opname start wanneer signalen
4
De opname start automatisch zodra een ge­luidssignaal, bijvoorbeeld de stem van een per-
soon, door de microfoon wordt opgepikt.
---
24 dB of meer worden ont-
van vangen. (Het starten van de op­name op basis van zachte geluiden is nu mogelijk.)
---
12 dB of meer worden ont-
van vangen.
Meer over de pauzefunctie
Deze draagbare MD-recorder pauzeert automatisch de opname indien de microfoon gedurende 3 seconden of langer geen geluidssignaal oppikt. (De pauzefunctie werkt niet gedurende de eerste 10 seconden na het star­ten van een opname.) De opname wordt automatisch weer gestart zodra er een geluidss ignaal wordt ontvan­gen.
Opmerkingen:
z
Voor opname via een microfoon dient er niets op de OPTICAL/LINE IN aansluiting van de draagbare MD­recorder te zijn aangesloten.
z
Gebruik een microfoon van het type dat stroom ont­vangt na het aansluiten ("plug-in power type").
- Indien een plug-in power type microfoon wordt aan­gesloten, zal de draagbare MD-recorder stroom naar de microfoon voor de werking leveren.
- Bij het gebruik van een ander type microfoon, zal de microfoon mogelijk onjuist functioneren of de draag­bare MD-recorder niet goed werken.
z
Steek de stekker goed in de aansluiting. Er wordt geen opname gemaakt indien de stekker niet goed is aangesloten.
z
Gebruik een microfoon met een stereo-ministekker met een diameter van 3,5 mm.
z
Stel de gevoeligheid op "MIC SYNC L" indien de opname te vaak door ongewenste ruis en dergelijke wordt gestart.
z
U kunt de opnamegevoeligheid ook tijdens de opname nog veranderen.
N-21
NEDERLANDS
Intervals tussen fragmenten
Bij opname via de microfoon worden automatisch frag­mentnummers na een bepaald interval (afhankelijk van de standaardinstelling; ongeveer iedere 5 minuten) gemarkeerd. Tijdens een microfoon-synchroonopname pauzeert de draagbare MD-recorder wanneer er een stilte van 3 seconden of langer is en wordt dan een frag­mentnummer aangebracht.
Veranderen van interval tussen fragmenten
1
Druk wanneer de opname is gepauzeerd of tij­dens de opname herhaaldelijk op de EDIT toets.
Het interval tussen de markeringen varieert moge­lijk iets in vergelijking met de werkelijke opnametijd.
2
De fragmentnummers worden automatisch na het bepaalde interval gemarkeerd.
Voorbeeld: Ingesteld op "5 minuten".
Tijdens een handmatige opname via de micro­foon
Fragmentnummers worden automatisch iedere 5 min uten gemarkeerd.
Tijdens een microfoon-synchroonopname
Indien er een stile van 3 seconden of langer is, wordt 5 minuten na de voorgaande markering automatisch een fragmentnummer gemarkeerd.
Handige functies
-Opname via een microfoon-
Handmatig markeren van fragmentnummers
Druk tijdens de opname op de REC toets.
NEDERLANDS
N-22
Controleren van aanduidingen op het display
Controleren van de verstreken tijd en reste­rende tijd van het fragment
Druk tijdens weergave op de DISP toets.
Door iedere druk op de toets verandert het display als volgt.
Opmerkingen:
Handige functies
z
"NO NAME" verschijnt indien er geen naam voor de disc of het fragment op de minidisc is opgenomen.
z
De resterende opnametijd wordt niet getoond bij weer­gave van een minidisc die uitsluitend voor weergave is gefabriceerd.
z
De verstreken weergavetijd en resterende weergave-
-Controleren van aanduidingen op het display-
tijd kunnen iets verschillen van de werkelijke tijd.
Controleren van de resterende opnametijd en totale weergavetijd
Druk op de DISP toets als de stopfunctie is ingesteld.
Door iedere druk op de toets verandert het display als volgt.
N-23
NEDERLANDS
Controleren van de weergavetijd van een bepaald fragment
1
Druk op de of toets terwijl het toestel ge­stopt is om het fragmentnummer en de titel van
het fragment te laten verschijnen.
2
Druk op de DISP toets om de weergavetijd voor dit fragment te tonen.
Met elke druk op de of toets zal de weerga­vetijd van het vorige of volgende fragment worden getoond.
Controleren van het batterijniveau
Het batterijniveau (de resterende hoeveelheid energie) wordt tijdens het gebruik door de batterij-indicator ( ) getoond.
z
Indien de batterij geheel leeg is, zal de batterij-indica­tor knipperen. Laad de batterij dan op of vervang de alkaline batterij door een nieuwe.
z
"BATT EMPTY" verschijnt wanneer de batterij geheel leeg is. De draagbare MD-recorder zal dan vervolgens automatisch worden uitgeschakeld.
Opmerkingen:
z
Bij het gebruik van een batterij die net half opgeladen is, zal " " mogelijk worden getoond. Dit betekent echter niet dat deze batterij dan geheel is opgeladen.
z
De aanduiding van de batterij-indicator is niet juist gedurende de eerste 10 seconden na het inschakelen van de stroom.
z
De batterij-indicator wordt niet getoond wanneer u de netadapter of een los verkrijgbare auto-adapter gebruikt.
z
Het aantal staafjes dat in de batterij-indicator wordt getoond, kan verminderen of vermeerderen al naar gelang de bediening die wordt uitgevoerd. Dit is nor­maal.
Handige functies
-Controleren van aanduidingen op het display-
NEDERLANDS
N-24
Stroomvoorziening via batterijen
Handige functies
-Stroomvoorziening via batterijen-
Opladen van de oplaadbare batterij
Wanneer u voor het eerst een los verkrijgbare oplaad­bare batterij gebruikt, of als u deze langere tijd niet gebruikt heeft, moet u deze volledig opladen.
1
Plaats de oplaadbare batterij.
Oplaadbare batterijen anders dan de AD-N70BT kunnen niet worden opgeladen.
2
Steek de stekker van de netstroomadapter in het stopcontact en steek vervolgens de andere
stekker in de DC IN 5V aansluiting.
3
Druk op de MODE/CHRG toets.
" " gaat knipperen en het laden van de batterij zal beginnen.
z
De oplaadbare batterij wordt bij het opladen of gebruik warm. Dit is normaal.
z
De batterij wordt niet opgeladen wanneer de draag­bare MD-recorder is ingeschakeld en tijdens bedie­ning.
N-25
NEDERLANDS
Meer over de oplaadtijd
Na verloop van ongeveer 3,5 uur zal " " uit gaan. De batterij is ongeveer 90% geladen.
Om de batterij volledig te laden, dient u nog ongeveer 2 uur verder te laden. In dit geval hoeft u niet op de MODE/ CHRG toets te drukken. Ook al drukt u op de MODE/ CHRG toets, " " zal niet verschijnen.
Opmerkingen:
z
Laad de batterij tussen de 5°C - 35°C
z
Het laden is klaar wanneer " " niet knippert wan­neer u de netstroomadapter in het stopcontact doet en op de MODE/CHRG toets drukt.
z
Na het opladen hoeft de functie voor het opladen niet direct te worden uitgeschakeld.
Let op:
z
Gebruik uitsluitend de gespecificeerde AD-N70BT batterij. Laad geen andere batterijen (nikkel-cadmium, alkaline, etc.) dan de gespecificeerde op.
z
Verwijder de behuizing van de oplaadbare batterij niet. Er kan anders warmte vrijko­men met vuur en brand tot gevolg.
z
Dompel de batterij niet in water onder, gooi niet in een vuur en demonteer niet.
z
Het opladen start mogelijk niet indien de polen van de oplaadbare batterij vuil zijn. U moet in dat geval het vuil met een droge doek verwijderen.
z
Demonteer de batterij beslist niet.
Gebruik met de oplaadbare of een alka li bat­terij.
1
Koppel de netstroomadapter los.
2
Doe de oplaadbare of alkali bat­terij in het toestel met de met (+)
gemarkeerde kant.
Gebruik een los in de handel ver­krijgbare LR6, "AA" formaat alkali batterij.
Opmerkingen:
z
Als u het volume tijdens een opname met de oplaad­bare of een alkali batterij op "0" zet, vermindert u het stroomverbruik.
z
Wanneer u het toestel urenlang niet zult gebruiken, kunt u het beste de batterij verwijderen. (De batterij loopt geleidelijk leeg, ook al heeft u het toestel uitge­schakeld.)
z
Dit toestel kan worden gebruikt met de netstroom­adapter wanneer de oplaadbare of een alkali batterij in het toestel zit.
Let op:
Gebruik geen Nikkel-Cadmium batterij.
Handige functies
-Stroomvoorziening via batterijen-
NEDERLANDS
N-26
Vergrendelfunctie
De ingestelde functies worden vergrendeld en veran­deren niet wanneer bijvoorbeeld in een trein per onge­luk een van de toetsen wordt ingedrukt.
-Vergrendelfunctie-
Deze functie kan ook met de stroom uitgeschakeld wor-
Handige functies
den geactiveerd indien u een batterij heeft geplaatst of de netadapter is aangesloten.
Annuleren van de vergrendeling
Houd de HOLD toets tenminste 2 ingedrukt terwijl de toetsen vergrendeld zijn. "HOLD OFF" zal worden getoond.
Indien de vergrendelfunctie wordt geactiveerd met de stroom uitgeschakeld, kan de stroom vervolgens niet per ongeluk worden ingeschakeld zodat er niet onnodig energie van de batterij wordt verbruikt.
N-27
NEDERLANDS
Veranderen van standaardinstellingen
Tijdens de stopfunctie...
1
Houd met een minidisc geplaatst de MODE/CHRG toets tenminste 2 seconden ingedrukt. "SET UP"
zal verschijne n.
"BEEP ON" of "BEEP OFF" za l verschijne n wanneer u de toets loslaat.
2
Druk op de of toets om h et me nu te late n ver ­schijnen.
3
Druk op de MODE/CHRG toets om het gewenste item te kiezen .
4
Druk op de /:OFF toets.
Pieptoon
U kunt de pieptoon die u t er b e vestiging hoort na een druk op een toets ook uitschakelen.
Automatische weergave
U kunt kiezen of u de weergave wel of niet automatisch wilt laten starten nadat u een minidisc plaats die uitsluitend voor weergave geschikt is of nadat u een minidisc die tegen wis­sen beschermd is plaatst.
Automatisc he energiebesparing
Bij gebruik van de draagbare MD-recorder op plaatsen met veel trillingen kan het overslaan van het geluid worden beperkt door de automatische energiebe-sparingsfunctie uit te schakelen. (De batterij zal dan wel sneller leeg raken. )
Wat is de energiebesparingsfunctie?
De automatische stro ombesparing regelt automatisch tussen 5 en 10 seconden hoeveel geluid er in het geheugen wordt opgeslagen, afhankelijk van de weergave-omstandigheden, om de batterijen te sparen. Als het MiniDisc toestel wordt blootgesteld aan heftige trillingen, kan het geheugen vastge­zet worden op 10 seconden ("Psave OFF"). Dit bevordert de prestaties onder moeilijk omstandigheden, maar verbruikt wel meer stroom. (Bij gebruik van de netst roomadapter, is de 10 seconden functie altijd ingeschakeld.)
Digitaal opnameniveau
"D.L MODE 1"
Het door u ingestelde digitale opnameniveau zal ook na het annuleren van de opname behouden blijven.
"D.L MODE 2"
Telkens wanneer u een opname annuleert, zal het niveau terugkeren naar [D.L 0dB].
-Veranderen van standaardinstellingen-
Geavanceerde mogelijkheden
NEDERLANDS
N-28
Invoeren van namen voor een minidisc
Invoeren van namen voor een disc en frag­ment
Doe de minidisc waaraan u een titel wilt geven in het toe­stel. U kunt geen titel geven aan een minidisc die alleen geschikt is voor weergave of die tegen opnemen bevei­ligd is.
1
2
-Invoeren van namen voor een minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
<Disctitel> <Fragmenttitel>
Druk op de EDIT toets terwijl het toestel ge­stopt is om "DISC NA­ME" te selecteren.
Druk op de ENTER/SYNC toets.
z
Het toestel schakelt in de functie voor het invoe­ren van tekens.
z
Druk op de /:OFF toets om de bediening te an­nuleren.
Druk op de EDIT toets terwijl het toestel ge­pauzeerd is om "TRACK NAME" te se­lecteren.
3
4
5
Druk herhaaldelijk op de DISP toets om het ge­wenste soort tekens te kiezen.
De eerste 3 tekens uit de gekozen groep worden ongeveer 1 seconde getoond.
Druk herhaaldelijk op de of toets en se­lecteer de letter.
Druk op de ENTER/SYNC toets om het in te voe­ren.
N-29
NEDERLANDS
6
Herhaal stappen 3 - 5 voor het invoeren van meer tekens (letters).
7
Druk op de EDIT toets wanneer de naam geheel is ingevoerd.
8
"TOC" wordt getoond ten teken dat de verande­ring op de minidisc moet worden vastgelegd.
Druk op de /:OFF toets.
U kunt de minidisc niet verwijderen wanneer "TOC" wordt getoond. "TOC" zal pas doven nadat de ge­gevens op de minidisc zijn geschreven.
Opmerking:
U kunt per disc een disctitel en maximaal 255 fragmentti­tels aanmaken (u kunt maximaal 100 tekens invoeren voor de disctitel en voor een enkele fragmenttitel en een totaal van 1.700 tekens).
Wissen van een teken
Druk op de VOL+ of VOL plaatsen naar het teken dat u wilt wissen en druk vervol­gens op de BASS toets.
Invoeren van een spatie
Druk op de VOL+ toets om de cursor naar rechts te ver­plaatsen.
Tekens (letters, cijfers, symbolen)
---
toets om de cursor te ver-
Spatie
-Invoeren van namen voor een minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
NEDERLANDS
N-30
Invoeren van namen voor een minidisc (vervolg)
Toevoegen van tekens
1
Activeer de functie voor het invoeren van te­kens.
(Voer stappen 1 - 2 van bladzijde 29 uit.)
2
D r u k o p de V O L + of V O L --- t o e t s o m d e cu r s o r t e verplaatsen naar de rechterkant van het teken
waarnaast u een teken wilt toevoegen.
3
Kies het toe te voegen teken.
(Voer stappen 3 - 4 van bladzijde 29 uit.)
4
Druk op de ENTER/SYNC toets.
5
Druk op de EDIT toets.
6
"TOC" wordt getoond ten teken dat de verande-
-Invoeren van namen voor een minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
ring op de minidisc moet worden vastgelegd. Druk op de /:OFF toets.
U kunt de minidisc niet verwijderen wanneer "TOC" wordt getoond. "TOC" zal pas doven nadat de ge­gevens op de minidisc zijn geschreven.
Overbrengen van namen naar een andere minidisc ("stempelen")
Voor het overbrengen
Indien u 2 minidiscs heeft waarop dezelfde fragmenten zijn opgenomen, kunt u de tekens (discnaam en frag­mentnamen) van de master-minidisc overbrengen (stem­pelen) naar de andere minidisc.
1. Wat is een master-minidisc?
Een voor opname geschikte minidisc waarop fragmen­ten en tekens zijn opgenomen. (U kunt gegevens van een minidisc die uitsluitend voor weergave geschikt is niet overbrengen.)
2. Wat is de andere minidisc?
Een minidisc waarop dezelfde fragmenten, in dezelfde volgorde als de master-minidisc zijn opgenomen. (Con­troleer dat het totaal aantal fragmenten van de master­minidisc en de andere minidisc hetzelfde is.)
N-31
NEDERLANDS
Bediening met master-mindisc
1
Plaats een master-min idisc.
Vergis u niet en plaats niet de andere minidisc waar­naar u de tekens wilt overbrengen.
2
Druk op de ED IT to e t s te rw ij l h e t t oe st e l ge stopt is om "NAME STAMP" te selecteren.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF t oets om de bediening te annule ren.
4
Druk op de ENTER/SYNC toets.
5
Verwijder de master-minidisc wanneer "CHANGE MD" op het display van de draagbare MD-recorder
wordt getoond.
Verwijder de minidisc zonder de stroom uit te schake­len. De bediening wordt geannuleerd indien u de stroom uitschakelt.
Bediening met de andere minidisc waarop u de na­men wilt stempelen
6
Plaats de andere minidisc.
7
Druk op de ENTER/SYNC toets.
De draagbare MD-recorder schakelt in de stopfunctie nadat alle gegevens voor d e na men op de di sc zij n ge­stempeld.
Opmerking:
Indien het totaal aantal fragmenten op de master-mini­disc niet overeenkomt met de andere minidisc waarnaar u de namen wilt overbrengen, zal "Can'tSTAMP" op het display van de draagbare MD-recorder verschijnen en de stroom vervolgens worden uitgeschakeld.
U moet in dat geval het aantal fragmenten van de andere minidisc veranderen met een van de montagefuncties zodat het aantal gelijk is.
-Invoeren van namen voor een minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
NEDERLANDS
N-32
Monteren van een opgenomen minidisc
Stuk-voor-stuk wissen van fragmenten
1
Start de weergave van het fragment dat u wilt wissen en druk op de PLAY/PAUSE toets.
2
Druk herhaaldelijk op de EDIT toets om "ERASE" te kiezen.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annu­leren.
4
Druk nogmaals op de ENTER/SYNC toets.
Het fragment wordt nu gewist.
5
Herhaal stappen 1 - 4 voor het wissen van een
-Monteren van een opgenomen minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
ander fragment.
Tegelijkertijd wissen van alle fragmenten
1
Druk tijdens de stopfunctie herhaaldelijk op de EDIT toets om "ALL ERASE" te kiezen.
2
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annu­leren.
3
Druk nogmaals op de ENTER/SYNC toets.
Alle fragmenten worden nu gewist.
Let op: Nadat een fragment eenmaal is gewist, is het voor­goed verloren. Controleer het fragmentnummer goed voordat u het fragment wist.
N-33
NEDERLANDS
Splitsen van een fragment
1
Start de weergave van het fragment dat u wilt splitsen. Druk bij het punt waar u het fragment
wilt splitsen op de PLAY/PAUSE toets.
2
Druk herhaaldelijk op de EDIT toets om "DIVIDE " te kiezen.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annu­leren.
4
Druk nogmaals op de ENTER/SYNC toets.
Het fragment wordt nu gesplitst en de draagbare MD-recorder schakelt bij het begin van het tweede fragment van het oude gesplitste fragment in de pauzefunctie.
Combineren van fragmenten
1
Start de weergave van het laatste fragment van de twee fragmenten die u wilt combineren en
druk op de PLAY/PAUSE toets.
2
Druk herhaaldelijk op de EDIT toets om "COMBINE" te kiezen.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annu­leren.
4
Druk op de ENTER/SYNC toets.
De twee fragmenten worden nu gecombineerd en de draagbare MD-recorder schakelt bij het begin van het gecombineerde fragment in de pauzefunc­tie.
-Monteren van een opgenomen minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
NEDERLANDS
N-34
Monteren van een opgenomen minidisc (vervolg)
Verplaatsen van een fragment Indien een te splitsen fragment een naam
1
Start de weergave van het fragment dat u wilt verplaatsen en druk op de PLAY/PAUSE toets.
2
Druk herhaaldelijk op de EDIT t oets om "MOVE" te kiezen.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annu­leren.
4
Druk op de of toets en kies de richting.
-Monteren van een opgenomen minidisc-
Geavanceerde mogelijkheden
5
Druk nogmaals op de ENTER/SYNC toets.
Het fragment wordt nu verplaatst en de draagbare MD-recorder schakelt bij het begin van het verplaat­ste fragment in de pauzefunctie.
heeft:
De twee nieuwe fragmenten krijgen nu dezelfde naam. Indien de TOC echter vol is (TOC FULL) zal het tweede fragment geen naam krijgen.
Totaal aantal fragmenten dat kan worden gesplitst:
Er kunnen maximaal 255 fragmenten op iedere disc wor­den opgenomen. Het is echter mogelijk dat u geen frag­menten meer kunt splitsen ook al is het aantal fragmenten op de disc nog geen 254.
Combineren van twee fragmenten die niet naast elkaar liggen:
Gebruik eerst de MOVE functie om de twee fragmenten in de gewenste volgorde naast elkaar te plaatsen. Gebruik dan de COMBINE functie om deze twee frag­menten met elkaar te combineren.
Indien een of beide te combineren fragmenten een naam heeft/hebben:
De naam van het eerste fragment wordt gebruikt. Indien het eerste fragment echter geen naam heeft, zal de naam van het tweede fragment worden gebruikt.
De volgende soorten fragmenten kunnen mogelijk niet met elkaar w or den gecombin eer d.
z
Digitaal opgenomen fragment met analoog opgeno­men fragment.
z
Met de verlengde weergavefunctie opgenomen frag­ment met stereo opgenomen fragment.
z
Fragmenten waarvan de opnametijd minder dan 12 seconden is.
N-35
NEDERLANDS
Luisteren via een ander systeem
Beluisteren via een stereo-installatie
Opmerkingen:
z
Wij raden u aan het volume voor de minidisc op het maximum niveau in te stellen wanneer u luistert via een stereosysteem.
z
Voor opname met gebruik van een stereo-installatie, moet u de pieptoon voor bevestiging uitschakelen (bladzijde 28). De pieptoon wordt anders namelijk ook opgenomen.
z
De opname wordt analoog gemaakt.
z
De lekstgegevens wordt niet opgenomen.
Beluisteren via een auto-stereosysteem
Opmerkingen:
z
Stel het volume van zowel deze draagbare MD-recorder als het auto-stereosysteem in.
z
Bedien deze draagbare MD-recorder niet wanneer u een auto bestuurt. U zou uw aandacht voor het ver­keer kunnen verliezen met ernstige ongelukken tot gevolg.
z
Gebruik geen andere auto-adapter dan de los verkrijg­bare AD-CA20X.
z
Verwijder de batterij indien u de draagbare MD-recorder met stroom van de auto-accu voedt.
-Luisteren via een ander systeem-
Geavanceerde mogelijkheden
NEDERLANDS
N-36
Overige kenmerken en waarschuwingen
Automatische voortzetting van de weergave
Indien u de weergave stopt en vervolgens weer start zonder de minidisc te hebben verwijderd, zal de weergave worden hervat vanaf het punt waar u hier­voor was gestopt.
Nadat u de minidisc heeft verwijderd, zal de weer­gave gewoon vanaf het eer ste frag ment starten.
Deze draagbare MD-recorder heeft tevens de vol­gende extra functies wanneer in combinatie met de
Referenties
los verkrijgbare auto-adapter (AD-CA20X) gebruikt (en zonder de oplaadbare of alkaline batterij geplaatst):
1. Bij het afzetten van de motor wordt tevens de draag­bare MD-recorder uitgeschakeld. (Met bepaalde au­to's werkt dit misschien niet.)
2. Bij het weer starten van de motor, zal de weergave
-Overige kenmerken en waarschuwingen-
worden voortgezet vanaf het punt waar hiervoor werd gestopt.
Oplaadbare batterij
z
U kunt uitsluitend een nikkel-metaalhydride batterij gebruiken. Dit soort batterij heeft speciale karakteris­tieken en ook wanneer u de batterij niet gebruikt moet u deze tenminste eens per drie maanden opladen.
z
De oplaadbare batterij kan ongeveer 300 keer worden opgeladen.
z
Indien de gebruikstijd van een geheel opgeladen bat­terij ongeveer de helft van de oorspronkelijke tijd is, moet u de batterij door een nieuwe vervangen (AD­N70BT).
z
De gebruikstijd is mogelijk korter dan normaal wan­neer u de batterij voor het eerst geheel heeft opgela­den of na een lange periode van niet-gebruik heeft opgeladen. De normale gebruikstijd krijgt u weer na enkele malen te hebben opgeladen en ontladen.
z
Voorkom een verkorte levensduur van de batterij en laad de batterij daarom uitsluitend op wanneer deze geheel is ontladen.
z
De gebruikstijd van een opgeladen batterij is korter bij lage temperaturen.
z
Draag de batterij niet in uw zak of tas waarin andere metalen voorwerpen zijn (sleutels, munten, sieraden, etc.). De batterij zou anders kort kunnen sluiten en veel hitte opwekken.
z
Vermijd kortsluiting van de polen daar deze anders zeer heet zullen worden en de batterij mogelijk beschadigen.
z
Laat de batterij niet vallen en stel deze niet aan schok­ken onderhevig.
z
Steek geen voorwerpen (metaal, etc.) in het batterij­vak of in de oplaadbare batterij zelf.
N-37
NEDERLANDS
Beperkingen van het minidiscsysteem
Tijdens het opnemen of monteren heeft de draagbare MD-recorder mogelijk de volgende symptomen. Dit is normaal en betekent niet dat de draagbare MD-recorder defect is.
SYMPTOOM BEPERKINGEN
"DISC FULL" of "TOC FULL" verschijnt maar er is nog tijd voor opname op de minidisc beschikbaar.
De resterende opnametijd wordt niet verhoogd wanneer u fragmenten wist.
Het totaal van de opgenomen tijd en de resterende tijd komt niet overeen met de maximale opnametijd van de mini­disc.
De combineerfunctie werkt niet.
Het geluid slaat tijdens snel terug/voor­uit over.
Er wordt een fragmentnummer ergens in het midden van een fragment gemar­keerd.
U kunt niet meer dan 255 fragmenten (maximum) opnemen, onge­acht de beschikbare opnametijd. Indien u herhaaldelijk heeft opge­nomen of gemonteerd op de minidisc of indien de minidisc krasjes heeft (krasjes door het overslaan tijdens opname), kunt u moglÿk niet het maximale aantal fragmenten op de minidisc opnemen.
De draagbare MD-recorder telt niet-opgenomen gedeeltes van 12 seconden of korter niet bij de resterende opnametijd mee. De tijd wordt derhalve mogelijk niet verhoogd wanneer u korte fragmenten wist.
Een cluster (ongeveer 2 seconden) is de minimale eenheid voor op­name. Een fragment van bijvoorbeeld 3 seconden gebruikt 2 clus­ters (ongeveer 4 seconden). De werkelijke opnametijd is derhalve misschien korter dan de getoonde tijd.
De combineerfunctie kan mogelijk niet worden gebruikt voor een minidisc waarop herhaaldelijk is opgenomen of gemonteerd.
Een fragment wordt gesplitst en op verschillende plaatsen opgeno­men indien er reeds herhaaldelijk op de minidisc is opgenomen of gemonteerd. Het geluid kan in dat geval overslaan.
Er wordt mogelijk een fragmentnummer gemarkeerd indien er kras­jes of vuil op de minidisc zijn.
Referenties
-Beperkingen van het minidiscsysteem-
NEDERLANDS
N-38
Foutmeldingen
Referenties
FOUTMEL-
DING
BATT EMPTY
BLANK MD Can't COPY
Can't EDIT z Een fragment kan niet worden gemonteerd. z Verander de stoppositie van het fragment en probeer ver-
Can't READ (*)
Can't REC z Opname kan niet juist worden uitgevoerd vanwege
Can't STAMP Can't WRITE
-Foutmeldingen-
DEFECT z De disc heeft krassen. z Probeer opnieuw op te nemen indien het geluid niet juist
DISC FULL Er-MD (**) z De microprocessor heeft een systeemfout geconsta-
HOLD z Het toestel is vergrendeld. z Annuleer de vergrendelfunctie. LOCKED z U heeft een MD verwijderd tijdens opname of mon-
NO DISC z Geen disc geplaatst. z Plaats een disc.
z De batterij is uitgeput. z Laad de oplaadbare batterij op of plaats nieuwe alkaline
z Niets opgenomen. z Gebruik een disc waarop iets is opgenomen. z U probeert op te nemen van een tegen kopiëren be-
schermde minidisc.
z De discgegevens kunnen niet worden afgelezen om-
dat de disc of het toestel zelf beschadigd is.
trillingen of schokken.
z Overnemen tekeninformatie is niet mogelijk. z Controleer het aantal fragmenten. z De TOC informatie kan niet correct worden opgesla-
gen op de minidisc. (Groot gedeelte van de disc is beschadigd.)
z Er is geen ruimte meer voor opname op de disc. z Plaats een opname-disc met voldoende opnametijd.
teerd. Het toestel is defect.
tage.
BETEKENIS OPLOSSING
batterij (of voed het toestel met de netadapter).
z Neem op via de analoge kabel.
volgens opnieuw.
z Plaats de disc opnieuw. z Vervang door een andere opgenomen disc.
z Neem opnieuw op of vervang de disc.
z Vervang de minidisc door een andere opname-disc.
klinkt.
z Vervang de minidisc door een andere opname-disc.
z Raadpleeg de plaats van aankoop voor reparatie.
z Schakel de spanning uit en verwijder de minidisc.
N-39
NEDERLANDS
NO SIGNAL
NOT PLAY
PLAY MD POWER ? PROTECTED
SORRY
TEMP OVER TOC FORM (**
TOC FULL
Tr. Protect
? DISC
Op de (*) positie verschijnt een nummer of symbool.
Slechte verbinding van de di gitale kabel.
z
Geen weergavesignalen van het aangesloten
z
toestel. Het ingangssignaal heeft niet de juiste bemon-
z
steringsfrequentie. U probeert een fragment weer te geven dat niet
z
met dit toestel kan worden weergegeven. U probeert op een weergave-disc op te nemen.zVervang door een andere voor opna me geschi kte di sc.
z
Stroomvoorziening ongeschikt.
z
U probeert op te nemen op een MD in het toes tel
z
die alleen geschikt is om afgespeeld te worden. U probeert op een disc op te nemen die uitslui-
z
tend voor weergave geschikt is. Omdat er op dit moment een fragment nummer
z
wordt opgezocht of aange maakt, is het toestel niet in staat uw commando uit te voer en.
De temperatuur is te hoog.
z
Fout opnamesignaal van de disc.
)
z
Geen ruimte over voor opname van tekeninfor-
z
matie (fragmentnamen, discnamen, etc.). Fragment is tegen wissen beschermd.
z
Een disc wordt afgespeeld waarop andere data
z
dan muziek is opgenomen. Fout signaal van de disc.
z
Sluit de digitale kabel go ed aan.
z
Als de draagbare CD-speler een functie heeft om het
z
overslaan van het geluid te voorkomen, dient u deze functie uit te schakelen. Geef weer met het aangesloten toestel.
z
Geef een ander fragment weer.
z
Gebruik een van de opgegeven stroombronnen.
z
Druk het wispreventielipje in de originele stand.
z
Vervang deze door een MD waarop kan worden opge-
z
nomen.
Wacht even en start daarna opnieuw.
z
Schakel de spanning uit en wacht even.
z
Wis alle foute signalen en maak de opname dan op-
z
nieuw. Plaats een opname-disc met voldoende opnametijd.
z
Monteer het fragment me t het toestel waarme e het was
z
opgenomen. Een disc waarop andere data dan normale geluidssig-
z
nalen zijn opgenomen kan niet word en gebruikt. Vervang door een andere opgenomen disc.
z
Referenties
-Foutmeldingen-
NEDERLANDS
N-40
Oplossen van problemen
Voor veel "problemen" he eft u geen vak man nodi g. U kunt deze zelf oplosse n. Control eer vo ordat u ee n erke nd SHARP h an­delaar of onderhoudscent rum raadpleegt eerst de volgende lijst indien het toestel niet juist lijkt te functioneren.
PROBLEEM OORZAAK
Het toestel gaat niet aan.
Geen geluid via de hoofdtelefoon.
Het toestel reageert niet op een d ruk op een toets.
Referenties
Geluid valt af en toe weg.
De minidisc kan niet word en uitge­worpen.
-Oplossen van problemen-
Opname en montage zijn niet moge­lijk.
Is de netadapter ontkoppeld?
z
Is de batterij leeg?
z
Is de vergrendelfunctie geactiveerd?
z
Heeft zich wellicht condens gevormd binnenin het toestel?
z
Is het toestel onderhevig aan een mechanische schok of stat ische elektriciteit?
z
Is het volume te laag ingesteld?
z
Is de oortelefoon aangesloten?
z
Probeert u een disc weer te ge ven waarop andere si gnalen dan geluids signalen
z
zijn opgenomen? Is de vergrendelfunctie geactiveerd?
z
Is de batterij leeg?
z
Is de stekker van de oortelefoon goed aangesloten?
z
Is de batterij leeg?
z
Is het toestel aan sterke trillingen onderhevig?
z
Is het fragmentnummer of de tek eninformatie reeds naar de dis c geschreven?
z
Is het toestel in de opname - of montagefunctie geschakeld?
z
Is de minidisc tegen wissen beveiligd?
z
Is het toestel op de juiste manier met de andere apparatuur verbonden?
z
Is de netadapter ontkopp eld of was e r een spanni ngsonderb reking ti jdens de op-
z
name of montage? Is de vergrendelfunctie geactiveerd?
z
Wordt een optisch signaal van spanningsonderbreking weergegeven? Lees de
z
gebruiksaanwwijzing van het stereosysteem.
N-41
NEDERLANDS
Onderhoud
Bij problemen
Wanneer dit product wordt blootgesteld aan sterke invloeden van buitenaf (mechanische schokken, abnor­male statische elektriciteit, abnormale netspanning als gevolg van blikseminslag enz.) of wanneer het toestel onjuist bediend wordt, is het mogelijk dat er storingen optreden.
Als zich een dergelijk probleem voordoet, dient u het volgende te doen:
1. Ontkoppel de netadapter van het stopcontact.
2. Verwijder de batterij.
3. Laat het toestel ongeveer 30 seconden zonder span­ningstoevoer staan.
4. Verbind de netadapter weer met het stopcontact en probeer de werking opnieuw.
Condensvorming
De signalen kunnen niet van de minidisc worden afgele­zen en het toestel functioneert niet juist indien er con­dens in het toestel is gevormd.
Onder de volgende omstandigheden wordt er mogelijk condens in het toestel gevormd.
z
Kort na het aanzetten van de verwarming.
z
Wanneer het toestel in een zeer vochtige kamer (of ruimte met veel stoom) is geplaatst.
z
Wanneer het toestel van een koude naar een warme ruimte wo rdt verp la atst.
Laat condens verdampen:
U moet de minidisc verwijderen. De condens is na onge­veer 1 uur verdampt en het toestel zal dan weer als nor­maal functioneren.
Reinigen
Indien het toestel vuil is
Reinig het met een zachte doek. Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken bevochtigt u een doek met wa­ter (alleen de ombouw).
Reinig de stekkers en aanstuitingen.
Als de stekker of aansluitingen vuil zijn, kan er ruis ont­staan. Reinigen voorkomt ruis of storing.
Let op:
z
Gebruik geen chemicaliën voor het reinigen (benzine, verfthinner, etc.). De afwerking zou hierdoor kunnen worden aangetast.
z
Olie de binnen- of buitenkant van het toestel niet. Dit kan een onjuiste werking veroorzaken.
Referenties
-Onderhoud-
NEDERLANDS
N-42
Technische gegevens
Als onderdeel van ons streven naar voortdurende verbetering, behoudt SHARP zich het recht voor om ontwerp en technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen ter productverbetering. De technische waarden zijn nominale waarden van de productietoestellen. Er zijn mogelijk kleine verschillen tussen de individuele toestellen.
Algemeen
Voedingsbron:
Referenties
5 V ge­lijkstroom:
1,5 V ge­lijkstroom:
1,2 V ge­lijkstroom:
4,5 V ge­lijkstroom:
Stroomver­bruik:
-Technische gegevens-
Uitgangsver­mogen:
Oplaadtijd:
Netadapter (220-230 V, 50/60 Hz wis­selstroom)
In de handel verkrijgbare "AA" (LR6) formaat alkaline batterij x 1
Los verkrijgbare oplaadbare Nikkel­metaalhydride batterij (AD-N70BT) x 1
Los verkrijgbare auto-adapter, AD­CA20X (voor auto's met 12-24 V ge­lijkstroom, negatief geaard systeem)
7 Watt (Netadapter)
RMS: 20 mW (10 mW + 10 mW) (0,2% T.H.D.) Ongeveer 3,5 uur (90%) Ongeveer 5,5 uur (volledig opgela-
den)(Bij gebruik van de met het toestel meegeleverde netstroomadapter.)
Levensduur batterij:
Bij gebruik van de los ver-
krijgbare oplaadbare bat-
terij (volledig opgeladen)
Doorlopende opname:
Ongeveer 7 uur
Doorlopende weergave:
Ongeveer 12uur
z
De doorlopende opnametijd geldt voor een analoog ingangssignaal met het volume op "VOL 0".
z
De doorlopende weergavetijd toont de waarde met het volume op "VOL 15".
z
De bovenstaande waarden zijn de standaardwaarden wanneer het toestel is opgeladen en wordt gebruikt bij een omgevingstemperatuur van 25°C.
z
De gebruiksduur met een alkali batterij kan afwijken, afhankelijk van het soort en de fabrikant van de batte­rij en van de bedrijfstemperatuur.
Bij gebruik van een los in
de handel verkrijgbare,
hoog-vermogen, "AA" for-
maat (LR6) alkali batterij.
Doorlopende opname:
Ongeveer 3 uur
Doorlopende weergave:
Ongeveer 12uur
N-43
NEDERLANDS
Ingangsgevoeligheid:
Opnameni-
veau MIC H 0,25 mV 10 kOhm MIC L 2,5 mV 10 kOhm
LINE 100 mV 20 kOhm
Uitgangsniveau:
Hoofdtele-
foon
LINE 250 mV (-12
Afmetingen:
Gewicht: Ingangsaan-
sluiting: Uitgangsaan-
sluiting:
Referentie in-
gangsniveau
Opgegeven
uitgangs-
vermogen
- 10 mW + 10 mW32 Ohm
dB)
Breedte: 81,1 mm Hoogte: 19,9 mm Diepte: 92,4 mm 147 g zonder batterij Lijn/optisch digitaal, microfoon (via
hoofdtoestel gevoed) Oortelefoon (impedantie: 32 Ohm)
Ingangsimpedan-
Maximum
uitgangsni-
veau
- 10 kOhm
tie
Laad-impe-
dantie
MiniDisc-recorder
Type: Signaalafle-
zing: Audiokana-
len: Frequentie-
bereik: Rotatiesnel-
heid: Foutcorrec-
tie: Codering:
Opnameme­thode:
Bemon­steringsfre­quentie:
Wow en flut­ter:
Draagbare minidiscrecorder Contactloos, 3-stralen semi-conductor
laser pick-up Stereo 2 kanalen/Mono (verlengde
weergavefunctie) 1 kanaal 20 - 20.000 Hz (±3 dB)
Ongeveer 400 - 900 rpm
ACIRC (Advanced Cross Interleave Reed-Solomon Code)
ATRAC (Adaptive TRansformed Acoustic Coding), 24-bit samengesteld type
Magnetische modulatie overschrijfme­thode
44,1 kHz (32 kHz en 48 kHz signalen worden tot 44,1 kHz omgezet en ver­volgens opgenomen.)
Onmeetbaar (minder dan ±0,001% bij piek)
Referenties
-Technische gegevens-
NEDERLANDS
N-44
Loading...