Sharp AR-NS1 User Manual [nl]

Bewaar deze gebruiksaanwijzing a.u.b. aangezien die hieronder vermelde informatie zeer belangrijk is.
AR-NS1
APPLICATIE­NUMMER
MACHINE­SERIE­NUMMER
PRODUCT­NUMMER
Sharpdesk Licentienummers
(voor 10 gebruikers)
MODEL
MODEL
AR-BD14
AR-NS1
DIGITAAL
KOPIEERAPPARAAT
NETWERKSCANNER-
UITBREIDINGSKAART
GEBRUIKSAANWIJZING
• INLEIDING
• OM TE BEGINNEN
• GEBRUIK VAN DE NETWERKSCANNER
• KEY-OPERATOR­PROGRAMMA
• CD-ROM MET NETWERKSCANNER­HULPPROGRAMMA’S
• STORINGZOEKEN
• TECHNISCHE GEGEVENS
• VERKLARENDE WOORDENLIJST
.......................................1
..........................3
...................14
...............................22
..................25
.......................33
.......................... 39
...........38
.
Garantie
Hoewel alles in het werk is gesteld om dit document zo nauwkeurig en behulpzaam mogelijk te maken, wordt door SHARP Corporation geen enkele garantie geboden m.b.t. de inhoud. Alle informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving veranderd worden. SHARP is niet aansprakelijk voor eventueel direct of indirect verlies dat resulteert uit of gerelateerd is aan het gebruik van deze gebruiksaanwijzing.
© Copyright SHARP Corporation 2000. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, aanpassing of vertaling zonder voorafgaande toestemming is verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht.
Handelsmerken
Sharpdesk is een handelsmerk van Sharp Corporation. Microsoft Windows, MS-DOS en Windows NT zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de
V.S. en in andere landen. IBM en PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation. Pentium is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation. Acrobat
Systems In corpor ated. NetWare is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Novell, Inc. Alle andere handelsmerken en auteursrechten zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren.
®
is een handelsmerk (een wettig gedeponeerd handelsmerk in bepaalde landen) van Adobe
Tekstconventies
In deze gebruiksaanwijzing zijn de volgende tekstconventies toegepast.
VOORZICHTIG
Duidt op een waarschuwing die in acht moet worden genomen om de printer naar behoren te laten werken. Indien de waarschuwing niet in acht wordt genomen, zal de printer geen schade oplopen maar zal hij niet naar behoren of op verwachte wijze werken.
OPMERKING
Duidt op een opmerking die niet essentieel is voor de werking van de printer, maar die vermeld wordt om een andere manier aan te geven voor het volbrengen van een taak of om over een bepaald onderwerp verdere informatie te verschaffen.
Toepasselijke modellen
De netwerkscanner-uitbreidingskaart AR-NS1 kan in de volgende modellen kopieerapparaten worden aangebracht (vanaf maart 2000):
AR-507, AR-407, AR-337, AR-287
i
INHOUD
Hoofdstuk 1 Inleiding ...................................................................................................................1
Overzicht..................................................................................................................................... 1
Basiskennis van de bediening ..................................................................................................... 2
Door Sharp geleverde componenten:.......................................................................................2
Netwerkcomponenten:.............................................................................................................2
Hoofdstuk 2 Om te beginnen........................................................................................................ 3
Instellen van de wachtwoorden.................................................................................................... 3
Instellen van status- en waarschuwingsmededelingen voor netwerkscan- en E-Mailfunctie .......... 6
Instellen van de scanner-bestemmingsprofielen...........................................................................9
Instellen van E-Mail-bestemmingsprofielen ............................................................................ 11
Instellen van FTP-bestemmingsprofielen................................................................................ 12
Instellen van bureaublad-bestemminginstellingen...................................................................13
Hoofdstuk 3 Gebruik van de netwerkscanner........................................................................... 14
Instellen van het scannen..........................................................................................................17
Instellen van de kwaliteit........................................................................................................17
Instellen van het formaat........................................................................................................ 18
Origineelinstellingen............................................................................................................... 19
Afdrukrichting van het beeld en plaatsingsrichting van het origineel........................................... 21
Hoofdstuk 4 Key-operator-programma ...................................................................................... 22
Openen van het Scanner-standaardinstellingenscherm ............................................................. 22
Hoofds tuk 5 Cd-rom met netw erkscanner-hulppro gramma’s...................................................... 25
Systee mv ereisten..................................................................................................................25
Softwareprogramma’s voor het beheren van bureaublad-bestanden; Sharpdesk...................... 26
Gebruikershandleiding van Sharpdesk................................................................................... 26
Network Scanner Tool............................................................................................................... 26
Installeren van de cliëntsoftwareprogramma’s ...........................................................................27
Installatie van Sharpdesk.......................................................................................................27
Installeren van Sharp d esk...................................................................................................... 27
Verwij d e re n v a n Sharpdesk................................................................................................... 28
Installeren en instellen van Network Scanner Tool ................................................................. 28
Hoofdstuk 6 Storingzoeken........................................................................................................ 33
Foutmededeling van een communicatiestoring....................................................................... 35
Aanvullende informatie over het gebruik van Scan naar E-Mail...............................................36
Hoofdstuk 7 Technische gegevens............................................................................................ 38
Hoofdstuk 8 Verklarende woordenlijst ...................................................................................... 39
ii
Hoofdstuk 1 Inleiding
)
Overzicht
De AR-NS1 netwerkscanner-uitbreidingskaart breidt Sharp kopieerapparaten uit met een netwerkscanner-modus. Met deze toegevoegde netwerkscan-mogelijkheid, kan gedrukte media, zoals foto’s, papieren documenten of platte tekst, worden gescand en verspreid over een lokaal netwerk (LAN = Local Area Network), een intranet of het internet. Drie bestemmingstypen zijn beschikbaar en worden hieronder afgebeeld.
1. Gescande informatie kan naar ontvangers worden geë-maild. (In deze gebruiksaanwijzing wordt dit bestemmingstype “Scan naar E-mail” genoemd.)
VOORZICHTIG
Alvorens Scan naar E-mail te gebruiken, leest u bladzijden 36 en 37.
2. Gescande informatie kan over een
netwerk worden verstuurd naar een opgegeven directory van een FTP-server. (In deze gebruiksaanwijzing wordt dit bestemmingstype “Scan naar FTP” genoemd.)
Gescande informatie kan worden verstuurd naar een
3.
opgegeven bureaublad van een computer (In deze gebruiksaanwijzing wordt dit bestemmingstype “Scan naar desktop” genoemd.)
Om dit bestemmingstype te kunnen gebruiken is het noodzakelijk eerst de softwareprogramma’s Sharpdesk en Network Scanner Tool te installeren. (Zie bladzijde 26 voor verdere informatie.
Merk op dat de bestemmingen van de gescande data of foutmededelingen uitsluitend kunnen worden ingesteld met behulp van een standaard webbrowser (Netscape Navigator 4.0 of later, of Internet Explorer 4.0 of later) die is geïnstalleerd op een computer die met het netwerk is verbonden. Deze bestemmingen kunnen niet worden ingesteld met behulp van het bedieningspaneel van Sharp digitale kopieerapparaten. (Zie bladzijde 6 voor verdere informatie.)
1
Hoofdstuk 1 Inleiding
Basiskennis van de bediening
De onderstaande hoofdcomponenten vormen het Sharp netwerkscansysteem.
Door Sharp geleverde componenten:
AR-serie digitaal kopieerapparaat
De AR-PB2A printer-uitbreidingskaart (geïnstalleerd in het kopieerapparaat) met in totaal 48 mb uitgebreid geheugen (standaard 16 mb).
AR-NC3D netwerkinterfacekaart (geïnstalleerd in het kopieerapparaat)
AR-NS1 netwerkscanner-uitbreidingskaart
AR-NS1 netwerkscanner-hulpprogramma’s (cd-rom) met Sharpdesk softwareprogramma voor het beheren van bureaublad-bestanden, Network Scanner Tool, enz.
Netwerkcomponenten:
E-Mailserver (alleen vereist voor het bestemmingstype “Scan naar E-Mail”)
FTP-server (alleen vereist voor het bestemmingstype “Scan naar FTP”)
Computers (vereist voor het bestemmingstype “Scan naar desktop” en andere)
Vaststellen van het netwerkadres van het kopieerapparaat
Alvorens te beginnen met het instellen van het netwerkscansysteem, moet u eerst het netwerkadres (IP-adres) vaststellen dat aan iedere computer is toegewezen. Dit IP-adres is hetzelfde als dat is ingesteld in de printer-uitbreidingskaart AR-PB2A, en kan worden gevonden op de Printerconfiguratiepagina met behulp van het bedieningspaneel van het kopieerapparaat.
1. Druk op de AFDRUKKEN-toets op het bedieningspaneel van het kopieerapparaat.
2. Kies “OFF-LINE”.
3. Druk op de “MENU” toets.
4. Kies “TESTPAGINA AFDRUKKEN”.
5. Kies “CONFIGURATIEPAGINA AFDRUKKEN”. Het kopieerapparaat drukt de Printerconfiguratiepagina af.
2
Hoofdstuk 2 Om te beginnen
Dit hoofdstuk beschrijft de configuratieprocedures van het netwerkscannen die het servicepersoneel van de dealer, of het MIS-personeel van de eindgebruiker dienen uit te voeren alvorens het netwerkscansysteem in gebruik te nemen. Deze instelprocedures bestaan uit drie stappen.
Instellen wachtwoord
1.
Hiermee kunt u het administratiewachtwoord en het gebruikerswachtwoord voor deze softwareprogramma’s instellen.
OPMERKING
De beheerder van dit softwareprogramma kan de wachtwoorden (een administratiewachtwoord en een gebruikerswachtwoord) instellen om de toegang tot de webpagina’s, zoals de Instellen van status- en waarschuwingsmededelingen voor netwerkscan- en E-Mailfunctie Webpagina of de Managementfunctie voor netwerkscanner webpagina, te beheren ten behoeve van de beveiliging van de instellingen op deze webpagina’s. Als deze beveiligingsmaatregel niet noodzakelijk is, kunt u de Instellen van wachtwoorden­procedure overslaan. Hierdoor zullen de toegangsinstellingen van de webpagina’s voor alle gebruikers toegankelijk zijn.
2. Instellen van status- en waarschuwi ngsmededelingen voor netwerkscan- en E-Mailfunctie
Hiermee kunt u het netwerkscannen en de status- en waarschuwingsmededelingen via e-mail
3. Instellen van de scanbestemming
Hiermee kunt u de standaardparameters voor het scannen als een bestemming instellen op het apparaat dat het gescande beeld of de gescande data verstuurt.
OPMERKING
Wanneer u instellingen maakt op webpagina’s, zoals Instellen van status- en waarschuwingsmededelingen voor netwerkscan- en e-mailfunctie, kunnen de volgende tekens niet op de webpagina’s worden ingevoerd. * Tekens die niet kunnen worden ingevoerd: < > & “ * Voorbeelden van onjuiste invoer: <abc> <abc “abc” “abc abc” < >.
De ingevoerde tekens zijn hoofdlettergevoelig.
Instellen van de wachtwoorden
De netwerkbeheerder dient de enige te zijn die de twee wachtwoorden kan registreren: het gebruikerswachtwoord en het administratiewachtwoord. Een gebruikerswachtwoord is vereist om bestemmingen aan te maken, te veranderen en te wissen. Een administratiewachtwoord geeft u toegang tot dezelfde functies als een gebruiker, maar is tevens vereist voor het maken van systeeminstellingen, zoals:
Instellen wachtwoorden
Instellen van status- en waarschuwingsmededelingen voor netwerkscan- en E-Mailfunctie
Instellen van status- en waarschuwingsmededelingen via e-mail
Wanneer u het netwerkscansysteem voor het eerst installeert, zijn beide soorten wachtwoorden uitgeschakeld. Om een gebruikerswachtwoord en/of een administratiewachtwoord in te stellen, dient de netwerkbeheerder de onderstaande stappen uit te voeren.
Start een webbrowser op, zoals Netscape Navigator 4.0 of later, of Internet Explorer 4.0 of
1
later. Voer het IP-adres in dat eerder werd ingevoerd in het ADRES veld in de webbrowser.
2
Voer het IP-adres in dat is ingesteld in de printer-uitbreidingskaart AR-PB2A. (Om het IP-adres te controleren, leest u het tekstblok “Vaststellen van het netwerkadres van het kopieerapparaat” op bladzijde 2.) Nadat de verbinding tot stand gebracht is, wordt de Machine-informatie webpagina afgebeeld.
3
Hoofdstuk 2 Om te beginnen
Klik op de Instellen knop op de SharpHTTP homepage-webpagina.
3
Klik op de Instellen wachtwoord knop. Hierdoor wordt de Instellen wachtwoord pagina
4
afgebeeld.
4
Hoofdstuk 2 Om te beginnen
Op deze pagina is de systeembeheerder in staat wachtwoorden te registreren voor de gehele
5
website (zie de volgende tabel). Voer een gebruikerswachtwoord in in het veld Toegang gebruikers tot bestemmingenlijst en/of voer een administratiewachtwoord in in het veld Netwerkbeheer voor E-Mail en scannen.
Voor gebruiker en beheerder kan elk afzonderlijk één wachtwoord worden ingevoerd. Nadat u zowel het gebruikerswachtwoord als het administratiewachtwoord hebt ingevoerd in zowel het invoerveld als het bevestigingsveld, kruist u het aankruisvakje Wachtwoordbeveiliging van deze website in werking stellen. aan en klikt u op de Indienen knop om de wachtwoorden te registreren.
Wanneer u de wachtwoordbeveiliging in werking stelt zonder een gebruikerswachtwoord of een administratiewachtwoord in te voeren, zal het wachtwoord Sharp automatisch worden ingevoerd
.
OPMERKING
1. Het invoeren van het wachtwoord is hoofdlettergevoelig. (Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.)
2. Beide wachtwoorden moeten worden ingevoerd alvorens op de Indienen-knop te klikken. Als slechts één wachtwoord wordt ingevoerd en bevestigd, zal het andere worden ingesteld op “Sharp” nadat u op de Indienen-knop hebt geklikt.
3. De wachtwoorden moeten worden geregistreerd door het gebruikerswachtwoord in zowel het veld "Toegang gebruikers tot bestemmingenlijst" als het veld "Bevestig wachtwoord" in te voeren, en/of het administratiewachtwoord in zowel het veld "Netwerkbeheer voor E-Mail en scannen" als het veld "Bevestig wachtwoord" in te voeren, en vervolgens op de Indienen knop te klikken om de wachtwoorden te registreren.
Nadat de wachtwoorden zijn geregistreerd, zult u iedere keer als u de webpagina’s van het netwerkscansysteem oproept om de gebruikersnaam en het gebruikerswachtwoord gevraagd worden. De gebruikersnaam voor gebruikersniveau zal altijd “user” zijn en die voor netwerkbeheerdersniveau zal altijd “admin” zijn.
Naam Beschrijving
Wachtwoordbeveiliging van deze website in werking stellen
Toegang gebruikers tot bestemmingenlijst Bevestig wachtwoord Voer het gebruikerswachtwoord nogmaals in om het te bevestigen. Netwerkbeheer voor e-mail en scannen Bevestig wachtwoord Voer het administratiewachtwoord nogmaals in om het te
Om de wachtwoordbeveiliging in te schakelen, klikt u in het aankruisvakje zodat een afvinkteken wordt afgebeeld, en klikt u vervolgens op de Indienen-knop. Om de wachtwoordbeveiliging uit te schakelen, klikt u nogmaals op het aankruisvakje zodat het afvinkteken verdwijnt, en klikt u vervolgens op de Indienen-knop. Voer een gebruikerswachtwoord van maximaal 10 tekens in.
Voer een administratiewachtwoord van maximaal 10 tekens in.
bevestigen.
5
Hoofdstuk 2 Om te beginnen
Instellen van status- en waarschuwingsmededelingen voor netwerkscan- en E-Mailfunctie
Hieronder wordt beschreven hoe u de basisstatus van het versturen van E-Mail kunt instellen, inclusief de definitie van de bestandsnamen voor de beelddata die aan het E-Mailbericht moeten worden gehangen, enz., en hoe u het netwerkscannen kunt instellen. Bij de E-Mailstatus en ­waarschuwingen wordt SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) gebruikt om de E-Mailberichten te versturen. Deze instellingen moeten door een netwerkbeheerder worden gemaakt die over de benodigde netwerkkennis beschikt.
Start een webbrowser op, zoals Netscape Navigator 4.0, of later of Internet Explorer 4.0 of later.
1
Voer het IP-adres in dat eerder werd ingevoerd in het ADRES veld in de webbrowser.
2
Voer het IP-adres in dat is ingesteld in de printer-uitbreidingskaart AR-PB2A. (Om het IP-adres te controleren, leest u het tekstblok “Vaststellen van het netwerkadres van het kopieerapparaat” op bladzijde 2.) Nadat de verbinding tot stand is gekomen, zal de hieronder afgebeelde pagina Machine-informatie worden afgebeeld. Deze pagina beeldt een navigatiebalk af voor het oproepen van andere lokale webpagina’s, waardoor u statusinformatie van het gehele apparaat kunt verkrijgen.
Klik op de Scannen knop.
3
Hierdoor wordt de Managementfunctie voor de netwerkscanner webpagina afgebeeld. Deze pagina fungeert als de hoofdpagina voor het toevoegen, wissen en wijzigen van scanbestemmingen.
Klik op de Instellen van status- en waarschuwingsmededelingen voor netwerkscan- en E-
4
Mailfunctie knop.
6
Hoofdstuk 2 Om te beginnen
Hierdoor wordt de Instellen van status- en waarschuwingsmededelingen voor netwerkscan- en
5
E-Mailfunctie webpagina afgebeeld. Op deze pagina kunt u de items veranderen die in de volgende tabel staan.
E-Mail in s tellingen
Item Beschrijving
Naam Voer een unieke naam voor de machine in van maximaal 50 tekens. Machinecode Dit veld wordt bij normaal gebruik niet gebruikt. Bepaalde softwareprogramma’s
kunnen dit veld gebruiken om de machine te identificeren. Machinelokatie Voer een unieke lokatie voor de machine in van maximaal 100 tekens. Primaire E-Mail
server
(*1)
Secondaire E-Mail server
E-Mail timeout Voer de tijdsduur van de timeout in tussen 0 en 60 seconden, gedurende welke het
Antwoordadres
(*2)
Tijdzone Kies de tijdzone van het gebied waarin het netwerkscansysteem wordt gebruikt. Een
Voer een IP-adres in voor de primaire E-Mailserver of voer een hostnaam.
Voer een IP-adres in voor de primaire E-Mailserver of voer een hostnaam in. U hoeft
dit niet in te vullen als geen tweede E-Mailserver in gebruik is.
systeem zal wachten terwijl het probeert een verbinding met de primaire E-Mailserver
tot stand te brengen. De standaardinstelling is 20 seconden. Als na de timeout geen
verbinding tot stand gekomen is, zal het systeem proberen een verbinding met de
secundaire E-Mailserver tot stand te brengen indien deze is ingesteld. Als geen
secundaire E-Mailserver is ingesteld, zal het systeem stoppen met proberen een
verbinding tot stand te brengen.
Voer een E-Mailadres in waarnaar de machine een onbestelbaar-bericht kan
versturen indien een E-Mailbericht niet kon worden afgeleverd. Slechts 1 E-Mailadres
kan worden ingevoerd. Het ingevoerde e-mailadres wordt tevens gebruikt als het
afzender-e-mailadres.
bepaalde tijdzone wordt ingesteld nadat u hebt gekozen.
Als geen e-mailserver wordt gebruikt in het netwerk, voert u in dit veld “0” in.
*1, 2:
7
Hoofdstuk 2 Om te beginnen
Instellen netwerkscannen
Item Beschrijving
Activeer het afleveren van gescande beelden op:
Kruis het aankruisvakje van het gewenste bestemmingstype aan, waarnaar de gescande beelddata moet worden verstuurd. Als het afvinkteken niet wordt afgebeeld, zal de interactieve display van het kopieerapparaat geen enkele bestemmingsnaam afbeelden van het gekozen bestemmingstype.
Onderwerp
Voer een onderwerp van maximaal 80 tekens in voor het E­Mailbericht, in het geval u het bestemmingstype Scan naar E-Mail hebt gekozen.
Bestandsnaam De bestandsnamen voor mededelingen per E-Mail en voor bestanden
op de FTP-server worden automatisch samengesteld uit de gekozen elementen. U kunt de elementen kiezen door de aankruisvakjes ervan aan te kruisen. Het meest linkse gekozen element zal het eerste element van de bestandsnaam zijn. Het element Bestemmingsnaam is gekozen in de standaardinstelling. Als geen enkel element is gekozen, zal de bestandsnaam alleen uit de extensie (.tif of .pdf) bestaan. Aangezien een dergelijke bestandsnaam een onverwachte verwerking van het ontvangende besturingssysteem of E-Mailsoftwareprogramma kan veroorzaken, zorgt u ervoor dat één van beide elementen is gekozen. De elementen Bestemmingsnaam en Datum en tijd worden uit de huidige informatie afgeleid. Het element Sessiepaginateller wordt tevens uit de huidige informatie afgeleid, maar wordt teruggesteld bij het opstarten van de machine. Het element Unieke identificatie garandeert een unieke bestandsnaam door het serienummer van de machine, een tellernummer en de datum en tijd in de bestandsnaam te verwerken. Wanneer dezelfde data meerdere malen naar dezelfde ontvanger wordt verstuurd, is het raadzaam het aankruisvakje Unieke identificatie aan te kruisen om te voorkomen dat eerder verstuurde data wordt overschreven door nieuwe data doordat de bestandsnaam hetzelfde is.
Primaire domeinnaamserver (DNS)
Secundaire domeinnaamserver (DNS)
(Dit is vereist als u een DNS-hostnaam gebruikt.) Voer een IP-adres in voor de primaire domeinnaamserver (DNS) van maximaal 15 tekens. Het IP-adres moet van de vorm “XXX.XXX.XXX.XXX” zijn.
(Dit is vereist als u een DNS-hostnaam gebruikt.) Voer een IP-adres in voor de secundaire domeinnaamserver (DNS) van maximaal 15 tekens. Het IP-adres moet van de vorm “XXX.XXX.XXX.XXX” zijn.
OPMERKING
Als niets wordt ingevoerd in de velden “Primaire E-Mailserver” en “Antwoordadres” van de e-mailinstellingen (zie blz. 7), kan de plaats van het afvinkteken achter “Bestandsnaam” niet worden veranderd. Om de bestandsnaaminstelling te veranderen terwijl de eerder genoemde twee velden blanco zijn in het geval dat “Scan naar e-mail” niet is gekozen, voert u “0” in als nepwaarde in beide velden.
8
Hoofdstuk 2 Om te beginnen
Instellen van de scanner-bestemmingsprofi elen
Dit sub-hoofdstuk beschrijft hoe u ieder van de onderstaande scanbestemmingen kunt instellen.
E-Mail
FTP-server
Bureaublad
Om het gescande beeld door de netwerkscanner te laten versturen, moet de benodigde informatie, zoals het adres van de ontvanger, als een bestemmingsprofiel worden geregistreerd. Nadat deze is geregistreerd, wordt het bestemmingsprofiel als een kiesbare knop afgebeeld op de interactieve display van het digitale kopieerapparaat.
1. E-Mail en FTP-server scanbestemmingen: stel deze in door de SharpHTTP homepage-webpagina in de ingebouwde webserver van het kopieerapparaat te openen met behulp van een webbrowser op een computer die met het netwerk is verbonden. (Zie de hieronder aangegeven processen.)
2. Bureaublad-scanbestemmingen: het wordt aanbevolen deze in te stellen door de Wizard instellen te gebruiken in het Network Scanner Tool softwareprogramma, dat apart kan worden geïnstalleerd tijdens het installeren van Sharpdesk (zie bladzijde 27). Desalniettemin kan het aanmaken, wijzigen en wissen van opgeslagen bureaublad-bestemmingen uitgevoerd worden door de ingebouwde webserver van het kopieerapparaat te openen met behulp van een webbrowser op een computer die met het netwerk is verbonden.
Start een webbrowser op, zoals Netscape Navigator 4.0 of later, of Internet Explorer 4.0 of
1
later. Voer het IP-adres in dat eerder werd ingevoerd in het ADRES veld in de webbrowser.
2
Voer het IP-adres in dat is ingesteld in de printer-uitbreidingskaart AR-PB2A. (Om het IP-adres te controleren, leest u het tekstblok “Vaststellen van het netwerkadres van het kopieerapparaat” op bladzijde 2.) Nadat de verbinding tot stand is gekomen, zal de Machine-informatie webpagina, afgebeeld in bedieningsstap 2 op bladzijde 6, worden afgebeeld. Deze pagina beeldt een navigatiebalk af voor het oproepen van andere inwendige webpagina’s, waardoor u statusinformatie van het gehele apparaat kunt verkrijgen.
Klik op de Scannen knop.
3
Hierdoor wordt de Managementfunctie voor de netwerkscanner webpagina afgebeeld. Deze pagina fungeert als de hoofdpagina voor het toevoegen, wissen en wijzigen van scanbestemmingen.
Klik op de SELECTEER knop van Bestemmingen.
4
9
Hoofdstuk 2 Om te beginnen
OPMERKING
* Om een nieuwe bestemming aan te maken, klikt u op de SELECTEER knop terwijl “nieuw” wordt afgebeeld in het veld links naast de SELECTEER knop. Om een geregistreerd bestemmingsprofiel te wijzigen of te wissen, selecteert u de gewenste bestemming en klikt u op de SELECTEER knop (WIS knop in het geval van wissen). * Om een bestemmingsprofiel te wissen, controleert u dat het bestemmingsprofiel niet op de interactieve display van het kopieerapparaat wordt afgebeeld. Bestemmingsprofielen die op de interactieve display van het kopieerapparaat worden afgebeeld kunnen niet worden gewist. Als u een nieuw bestemmingsprofiel invoert, wordt de Instellen van scanner-bestemmingsprofielen webpagina afgebeeld (aangegeven in stap 5 hieronder). Als u een reeds ingevoerd bestemmingsprofiel wilt wijzigen, wordt de instelpagina van het geselecteerde bestemmingsprofiel afgebeeld, en als u een bestemmingsprofiel wilt wissen, wordt een bevestigingsmededeling voor het wissen afgebeeld. (Onderstaande stap 5 is niet noodzakelijk voor het wijzigen of wissen van een reeds bestaand bestemmingsprofiel.)
Hierdoor wordt de Instellen van scanner-bestemmingen webpagina afgebeeld. Klik op dit
5
scherm op de knop die overeenkomt met de gewenste bestemming.
OPMERKING
Voor de volgende bedieningsstappen volgt u de beschrijving van het gewenste bestemmingsprofiel.
10
Hoofdstuk 2 Om te beginnen
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
Instellen van E-Mail-bestemmingsprofielen
De E-Mail-bestemmingen worden beschreven op de E-Mailbestemmingsinstellingen webpagina. Om deze scanbestemming in te stellen, voert u informatie in de velden in overeenkomstig de parameters in de tabel die volgt op de E-Mail bestemming webpagina. Nadat u alle benodigde informatie hebt ingevoerd, klikt u op de Indienen knop om de nieuwe bestemming toe t e voegen en terug te keren naar de Managementfunctie voor netwerkscanner webpagina. Tezamen met de andere twee soorten bestemmingen kunnen in totaal ongeveer 100 bestemmingen(*1) worden geregistreerd.
U kunt nu toegang krijgen tot deze bestemming vanaf het bedieningspaneel van het kopieerapparaat.
Item Beschrijving Standaardinstelling
E-Mailbestemmingsnaam
E-Mailadres
Voer hier de bestemmin maximaal 18 tekens per bestemmin De profielnaam die hier wordt in wordt af van het kopieerapparaat. Voer hier niet een bestemmin
eregistreerd (met name niet een
bestemmin
eregistreerd voor de andere twee soorten
bestemmingen). Veld voor een onbeperkt aantal tekens voor
het invoeren van meerdere E-Mailadressen van bestemmingen. U kunt meerdere E­Mailadressen invoeren door deze van elkaar te scheiden middels het standaard E­Mailnaam-scheidingsteken van uw E­Mailsysteem (*2). Sommi gebruiken een komma “,” of een puntkomma “;”. U ma Voer alleen volledige en kwalificerende E­Mail-bestemmin
user@sharp-usa.com
*1 en *2: Als meerdere E-Mailadressen worden ingevoerd met behulp
ebeeld op de interactieve display
snaam in die reeds is snaam die reeds is
hier geen bijnamen invoeren.
snamen in. Voorbeeld:
van een enkele E-Mailbestemming, is het mogelijk dat minder dan 100 bestemmingen kunnen worden geregistreerd.
snaam in met
snaam.
evoerd
e E-Mailsystemen
Tekst
Unlimited number of E-Mail addresses
11
Hoofdstuk 2 Om te beginnen
Instellen van FTP-bestemmingsprofielen
De FTP-bestemmingen worden beschreven op de FTP-bestemmingsinstellingen webpagina. Om deze scanbestemming in te stellen, voert u informatie in de velden in overeenkomstig de parameters in de tabel die volgt op de FTP-bestemminginstellingen webpagina. Nadat u alle benodigde informatie hebt ingevoerd, klikt u op de Indienen knop om de nieuwe bestemming toe te voegen en terug te keren naar de Management functie voor netwerkscanner webpagina. Tezamen met de andere twee soorten bestemmingen kunnen in totaal ongeveer 100 bestemmingen (zie voetnoot *1 en *2 op bladzijde 11) worden geregistreerd.
U kunt nu toegang krijgen tot deze bestemming vanaf het bedieningspaneel van het kopieerapparaat.
Item Beschrijving Standaardinstelling
FTP­bestemmingsnaam
Hostnaam of IP­adres
FTP-gebruikersnaam (mag worden weggelaten)
Wachtwoord (mag worden weggelaten)
Directory (mag worden weggelaten)
Activeer de hyperlink naar de FTP server als referentie in het E-Mailbericht
Voer hier de bestemmingsnaam in met maximaal 18 tekens per bestemmingsnaam. De profielnaam die hier wordt ingevoerd wordt afgebeeld op de interactieve display van het kopieerapparaat. Voer hier niet een bestemmingsnaam in die reeds is geregistreerd (met name niet een bestemmingsnaam die reeds is geregistreerd voor de andere twee soorten bestemmingen).
Veld voor het invoeren van de FTP-servernaam in de vorm van een IP-adres of een hostnaam.
Veld voor het invoeren van de FTP-gebruikersnaam van maximaal 50 tekens.
Veld voor het invoeren van het FTP-wachtwoord van maximaal 50 tekens.
Veld voor het invoeren van een directory op de FTP-server van maximaal 200 tekens.
Hierdoor wordt de ontvanger van een bestand door middel van een E-Mailbericht in kennis gesteld dat het bestand op de FTP-server is verstuurd. Voor deze kennisgeving moet u hier het E-Mailadres van de ontvanger invoeren en het aankruisvakje aankruisen. De FTP-servernaam van de ontvanger wordt beschreven in het hyperlink-formaat in het E­Mailbericht.
Niet aangekruist
12
Hoofdstuk 2 Om te beginnen
Instellen van bureaublad-bestemminginstellingen
Nadat u op de Scan naar desktop knop hebt geklikt in bedieningsstap 5 op bladzijde 10, wordt het hieronder afgebeelde scherm afgebeeld. Aangezien de Bureaublad-bestemmingsinstellingen gemaakt moeten worden tijdens of na de installatie van Sharpdesk (Network Scanner Tool) in de computer van de bestemming, zoals beschreven op bladzijde 27, hoeft u dit niet opnieuw in te stellen op dit scherm.
zal nadat u een ander digitaal kopieerapparaat waarin de AR-NS1 is aangebracht toevoegt aan hetzelfde netwerk om daarmee Scan naar bureaublad uit te voeren naar dezelfde bestemming die is geregistreerd in het huidige digitale kopieerapparaat, dient u de Bureaublad-bestemmingen in te stellen vanaf deze webpagina.
Voor het instellen kiest u de gewenste bestemming voor Scan naar desktop in bedieningsstap 4 op bladzijde 9 en voert u dezelfde inhoud van het scherm dat wordt afgebeeld in op het hieronder afgebeelde scherm van de toegevoegde machine.
Indienen knop om de informatie te registreren. Als u meerdere bestemmingen wilt overbrengen, herhaalt u deze bedieningsstap het gewenste aantal keren. Tezamen met de andere twee soorten bestemmingen kunnen in totaal ongeveer 100 bestemmingen (zie voetnoot *1 en *2 op bladzijde 11) worden geregistreerd.
Nadat u alle items hebt ingevoerd, klikt u op de
In een dergelijk geval echter,
Item Beschrijving
Bureaublad­bestemmingsnaam
Hostnaam of IP-adres Voer hier het IP-adres of de DNS-naam in van de computer van de bestemming.
Bureaublad poortnummer
Procesdirectory Voer hier de naam in van de procesdirectory in de computer van de bestemming.
Voer hier de naam in van de bestemming die u wilt registreren. Deze wordt op het bedieningspaneel van het kopieerapparaat afgebeeld. Voer hier niet een bestemmingsnaam in die reeds is geregistreerd (met name niet een bestemmingsnaam die reeds is geregistreerd voor de andere twee soorten bestemmingen).
(Als een DNS-naam wordt ingevoerd, is het noodzakelijk dat een domeinnaamserver (DNS) is ingesteld in het Instellen van E-Mail en instellen van netwerkscannen scherm (zie bladzijde 7).
Voer hier een poortnummer in dat voor het versturen van de data moet worden gebruikt op de computer van de bestemming. (De standaardinstelling van het poortnummer is 21.)
Een proces, dat na ontvangst op de computer van de bestemming automatisch moet gaan draaien, is toegewezen aan deze directory. Als geen procesdirectory is ingevoerd, zal Sharpdesk Desktop automatisch worden opgestart. (Zie bedieningsstap 3 op bladzijde 30.)
OPMERKING
Invoeren (en wijzigen of wissen) van een bureaublad-bestemminginstellingen kan worden uitgevoerd met behulp van de Wizard instellen in het Network Scanner Tool softwareprogramma, dat apart kan worden geïnstalleerd tijdens het installeren van Sharpdesk (zie bladzijde 27). Desalniettemin kan het wissen van opgeslagen bureaublad-bestemmingsprofielen tevens uitgevoerd worden vanaf de Management functie voor de netwerkscanner webpagina (zie stap 4 op bladzijde 9).
13
Hoofdstuk 3 Gebrui k van de net werkscanner
Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van het netwerkscansysteem vanaf het bedieningspaneel van het kopieerapparaat. Het netwerkscansysteem stelt u in staat afgedrukte media, zoals papieren documenten of platt e tekst, om te zetten in beelddata en deze data te verspreiden over een lokaal netwerk (LAN = Local Area Network), een intranet of het internet.
Om het originele beeld te versturen met behulp van het netwerkscansysteem, kiest u een bestemming vanaf het bedieningspaneel (de interactieve display) van het kopieerapparaat. Zie bladzijde 10 voor informatie over het vinden van een bestemming. De onderstaande drie bestemmingen zijn beschikbaar.
1. Verstuur een gescand beeld naar een E-Mailadres (Scan naar E-Mail)
2. Verstuur een gescand beeld naar een FTP-server (Scan naar FTP)
3. Verstuur een gescand beeld naar het bureaublad van een computer (Scan naar desktop)
Alvorens een beeld te versturen, kunnen diverse instellingen gemaakt worden, zoals dubbelzijdig scannen, grootte van het beeld, resolutie, gescand beeldtype (formaat), en compressieformaat van het bestand.
Scan naar E-mail
Scan naar FTP
Scan naar desktop
OPMERKING
Om het bestemmingstype Scan naar bureaublad te kunnen gebruiken, is het noodzakelijk eerst de softwareprogramma’s Sharpdesk en Network Scanner Tool te installeren.
VOORZICHTIG
De grootte van het gescande beeld kan enorm worden afhankelijk van de scanresolutie en het dataformaat. Als u met behulp van Scan naar E-Mail de beelddata aan een E-Mailbericht hangt en verstuurt, let u erop dat de bestandsgrootte niet groter is dan het maximum dat de netwerkbeheerder heeft goedgekeurd. Zie bladzijden 36 en 37.
1
Plaats het origineel in de RADF of RSPF, of op de glasplaat van het kopieerapparaat.
OPMERKING
Het is mogelijk dat origineelformaten kleiner dan A5­formaat niet juist of in het geheel niet worden afgebeeld op het papierkeuze-scherm. Als u dubbelzijdige originelen scant met gebruik van de RADF of de RSPF, moet u de origineelstijl van tevoren instellen in de origineelinstellingen (zie bladzijde 19).
14
2
Druk op de SCAN-toets.
GEBRUIKSKLAAR.
1.
2.
A4
A3
ORIGINEEL
A4R
106~200g/m
Hoofdstuk 3 Gebruik van de netwerkscanner
A4
2
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
3
Indien noodzakelijk, kies KWALITEIT/FORMAAT/ORIGINEEL. Indien niet noodzakelijk, ga verder met bedieningsstap 4. Zie bladzijde 17 voor instructies over deze instellingsmethode.
4
Druk op de BESTEMMINGSLIJST-toets.
AUTO
A4
100%
KIES DE BESTEMMING.
BESTEMMINGS­LIJST
D5: 300dpi
KWALITEIT
5
Kies een bestemming door op de toets op het scherm te drukken die de gewenste bestemming afbeeldt. Om Scan naar FTP of Scan naar desktop te kiezen, drukt u op de overeenkomstige toets.
TIFF G4
AUTO
FORMAAT ORIGINEEL
KIES DE BESTEMMING.
Advertentie Marketing Productie
Betrouwbrhd.
E-MAIL
300dpi
D5:
KWALITEIT
Ontwerpafd. Planningafd. Kwaliteit
Verkoop
OK
1/2
FTP BUREAUBLAD
TIFF G4
AUTO
FORMAAT ORIGINEEL
De display kan worden omgeschakeld door op de of toets te drukken.
OPMERKING
Om het bestemmingstype Scan naar bureaublad te kunnen gebruiken, is het noodzakelijk eerst het softwareprogramma Network Scanner Tool te installeren en juist in te stellen.
15
Hoofdstuk 3 Gebruik van de netwerkscanner
C
CA
GEBRUIKSKLAAR VOOR SCANNEN. NAAR: Planningafd. (E-MAIL)
Marketing Productie
Betrouwbrhd.
Ontwerpafd.Advertentie
Planningafd.
Kwaliteit
Verkoop
OK
1/2
U kunt slechts één bestemming tegelijkertijd kiezen. Als u naar meerdere bestemmingen wilt ver sturen, herhaalt u de bedieningsstappen 4 tot en met 6 voor iedere bestemming.
E-MAIL
300dpi
D5:
KWALITEIT
6
Druk op de -toets.
Het volgende scherm wordt afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR VOOR SCANNEN. NAAR: Planningafd. (E-MAIL)
D5: 300dpi
KWALITEIT
7
Druk op de START-toets.
FTP BUREAUBLAD
TIFF G4
AUTO
FORMAAT ORIGINEEL
BESTEMMINGS­LIJST
TIFF G4
AUTO
FORMAAT ORIGINEEL
Wanneer u de RADF of de RSPF gebruikt, begint het versturen nadat alle originelen zijn gescand. Vanaf de glasplaat kunt u slechts één origineel tegelijkertijd versturen. Als u naar meerdere bestemmingen wilt versturen, herhaalt u de bovenstaande bedieningsstappen voor ieder origineel. Vervang het origineel op de glasplaat (of draai een dubbelzijdig origineel om) en druk op de START-toets voordat de automatische terugstelfunctie in werking treedt. De automatische terugstelfunctie wordt door middel van een key-operator-programma in het kopieerapparaat ingesteld (de fabrieksinstelling is 60 seconden). Als de automatische terugstelfunctie tijdens het scannen in werking is getreden, dient u de bovenstaande bedieningsstappen 4 tot en met 7 opnieuw uit te voeren.
16
Hoofdstuk 3 Gebruik van de netwerkscanner
Instellen van het scannen
U kunt de onderstaande drie groepen scaninstellingen kiezen:
Kwaliteitsinstellingen Dit omvat de origineelbeeldsoortkeuze, intensiteitsinstelling, contrastinstelling, en resolutiekeuze.
Formaatinstellingen Dit omvat de bestandstypekeuze van het gescande beeld, compressieformaat, en bestandssamenstelling (één pagina per bestand of alle pagina’s in één bestand).
Origineelinstellingen Dit omvat de origineelstijlkeuze en de gewenste origineelscangebiedkeuze.
Instellen van de kwaliteit
1
Druk op de KWALITEIT-toets.
KIES DE BESTEMMING.
TEKST
TEKST/FOTO
KWALITEIT
2
Om de origineelbeeldsoort te kiezen, drukt u op de TEKST-toets of op de TEKST/FOTO-toets, afhankelijk van het soort origineelbeeld.
TEKST Origineel met normale tekst TEKST/FOTO Origineel met een combinatie van tekst en foto’s
3
Om de intensiteit in te stellen, drukt u op de INTENSITEIT toets voor lichtere afdrukken en op de INTENSITEIT
4
Om het contrast in te stellen, drukt u op de CONTRAST toets voor een lager contrast en op de CONTRAST
TEKST-instelling is gekozen, het contrast niet kan worden ingesteld.
INTENSITEIT(I)
CONTRAST(C)
TIFF G4
FORMAAT ORIGINEEL
toets voor een hoger contrast. Merk op dat als in bedieningsstap 2 de
OK
200dpi
300dpi
600dpi
AUTO
toets voor donkerdere afdrukken.
5
Om de resolutie in te stellen, drukt u op één van de resolutieknoppen 200dpi, 300dpi of 600dpi.
6
Druk op de OK-toets.
17
Hoofdstuk 3 Gebruik van de netwerkscanner
Instellen van het formaat
1
Druk op de FORMAAT-toets
KIES DE BESTEMMING.
OK
TIFF G4
PDF G4
TIFF G3-1d
PDF G3-1d
TIFF ONGECOMPR ÉÉN PAGINA PER BESTAND
AUTOD5: 300dpi
KWALITEIT
2
Kies het bestandstype en het compressieformaat waarin de beelddata moet worden aangemaakt vanaf het gescande beeld.
Het bestandstype van de aangemaakte beelddata kan TIFF of PDF zijn. Als TIFF is gewenst, kan het compressieformaat worden gekozen uit G4, G3-1d en NIET-GECOMPRImeerd. Als PDF is gewenst, kan het compressieformaat worden gekozen uit G4 en G3-1d.
OPMERKING
Om het gescande beeld te kunnen openen zonder de softwareprogramma’s Sharpdesk of Network Scanner Tool te hoeven gebruiken, moet een weergave-softwareprogramma zijn geïnstalleerd dat het gekozen beeldtype (formaat) ondersteunt. In de standaardinstelling is het beeldtype (formaat) gekozen dat de beelddata het kleinst maakt. Als u het beeldbestand niet kunt openen, kan het veranderen van het te versturen beeldtype (formaat) het probleem oplossen.
3
Kies de bestandssamenstelling van de beelddata. Als u meervoudige originelen scant, kunt u ervoor kiezen alle pagina’s gezamenlijk in één
bestand op te slaan, of de pagina’s te scheiden in een aantal bestanden met één pagina per bestand. Als het aankruisvakje ÉÉN PAGINA PER BESTAND is aangekruist, worden meervoudige originelen opgeslagen als één-paginabestanden. Als dit aankruisvakje niet is aangekruist, worden de meervoudige originelen opgeslagen als een gezamenlijk meervoudig­paginabestand.
FORMAAT ORIGINEEL
4
Druk op de OK-toets.
18
Origineel instellingen
1
Druk op de ORIGINEEL-toets.
KIES DE BESTEMMING.
Hoofdstuk 3 Gebruik van de netwerkscanner
OK
ENKEL­ZIJDIG
DRAAI HET BEELD 90 GRADEN.
STIJL
D5: 300dpi
KWALITEIT
2
Druk op de STIJL-tab om de origineelstijl te kiezen. Kies ENKELZIJDIG, DUBBELZDG of DUBBLEZDG SCHR.BLOK, afhankelijk van het te scannen origineel, zoals hieronder is aangegeven.
DUBBELZDG BOEKJE
AB INCH EXTRA
TIFF G4
FORMAAT ORIGINEEL
Dubbelzijdig boekje Dubbelzijdig schrijfblok
DUBBELZDG SCHR.BLOK
Inbindkant
A
E
A B
C
G
Inbindkant
E F
Wanneer u A3-formaat, B4-formaat of Legal-formaat staande originelen scant, drukt u op het aankruisvakje DRAAI HET BEELD 90 GRADEN. en plaatst u de originelen vervolgens zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding.
OPMERKING
De bovenstaande afbeelding laat voorbeelden zien van originelen in de staande afdrukrichting. Zie bladzijde 21 “Afdrukrichting van het beeld en plaatsingsrichting van het origineel” voor informatie over hoe u de originelen op de glasplaat en in de origineellade van de origineelinvoer moet plaatsen.
19
Hoofdstuk 3 Gebruik van de netwerkscanner
3
Kies de grootte het gewenste origineelscangebied. Het scangebied van het origineel kan tevens worden gekozen. Wanneer u bijvoorbeeld een A4-
formaat origineel gebruikt, kunt u voor het te scannen gebied een andere grootte kiezen, zoals B5. Om de grootte van het scangebied te kiezen, kiest u een vooraf bepaalde grootte op het AB-tabblad of op het INCH-tabblad, of voert u een zelfgekozen grootte in op het EXTRA­tabblad.
KIES DE BESTEMMING.
A
3
A
4 R B 5 R
A
5
STIJL
A
B 5
5 R
AB
D5: 300dpi
KWALITEIT
A
4B 4
INCH
TIFF G4
FORMAAT ORIGINEEL
KIES DE BESTEMMING.
11x17
1
8 x11
2
141
7 x10 R
2
1
8 x14
1
8 x11R
121
5 x8
STIJL
D5: 300dpi
KWALITEIT
2
2
2
AB
1
8 x13
2
141
7 x10
121
5 x8 R
2
INCH
TIFF G4
FORMAAT ORIGINEEL
KIES DE BESTEMMING.
OK
SCANGEBIED­KEUZE
AUTO
EXTRA
OK
SCANGEBIED­KEUZE
2
AUTO
EXTRA
OK
SCANGEBIED­KEUZE
AUTO
Als u een vooraf bepaalde grootte van het scangebied op het AB-tabblad of op het INCH-tabblad wilt kiezen, drukt u eerst op de AB-tab of op de INCH-tab, en vervolgens drukt u op de toets van de gewenste grootte.
Wanneer u een zelfgekozen grootte wilt invoeren, drukt u eerst op de EXTRA-tab en vervolgens op de X-toets en de Y-toets om de horizontale, respectievelijk verticale, richtingen afzonderlijk in te
stellen met behulp van de en toetsen. Het bereik van de waarden die in de X en Y velden ingevoerd kunnen worden is als volgt:
STIJL
D5: 300dpi
KWALITEIT
4
Druk op de OK-toets.
AB
INCH
EXTRA
TIFF G4
FORMAAT ORIGINEEL
AB-systeem INCH­systeem
XY
10 – 432mm 10 –297mm 1/2” – 17” 1/2” – 11-5/8”
OPMERKING
Om de gekozen grootte van het scangebied te annuleren, drukt u op de AUTO-toets onder SCANGEBIEDKEUZE. Hierdoor wordt de huidige keuze van de grootte van het scangebied geannuleerd en wordt de automatische groottevaststellingsfunctie in werking gesteld.
20
Hoofdstuk 3 Gebruik van de netwerkscanner
Afdrukrichting van het beeld en plaatsingsrichting van het origineel
Plaats het origineel op de glasplaat of in de origineellade van de origineelinvoer zoals hieronder is aangegeven (de bovenrand naar achteren gericht en de onderrand naar voren gericht). Als het origineel in een andere richting geplaatst wordt, is het mogelijk dat de beelddata niet juist wordt afgebeeld ter plaatse van de ontvanger (ondersteboven, de lange en korte kanten omgekeerd, enz.).
Op de glasplaat In de origineellade van
de origineelinvoer
Bovenrand
Onderrand
Bovenrand
Onderrand
Bovenrand
Onderrand
Bovenrand
Onderrand
OPMERKING
De bovenstaande afbeelding geldt voor het gebruik van de RADF. Als u de RSPF gebruikt, moet het origineel in dezelfde richting, maar met de bedrukte kant naar onderen gericht, worden geplaatst.
21
Hoofdstuk 4 Key-operator-programma
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de standaardinstellingen van de scanner (resolutie, bestandscompressie, kwaliteit, formaat, origineel, enz.) kunt wijzigen met behulp van een key­operator-programma. U kunt instellingen zoals resolutie, bestandscompressie, kwaliteit, formaat en origineel wijzigen door het Scanner-standaardinstellingenscherm te openen.
OPMERKING
Voor algemene informatie over het verkrijgen van toegang tot key-operator-programma’s, inclusief het registreren van een key-operator-codenummer en het instellen van key-operator-programma’s voor gebruik als een kopieerapparaat, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van het kopieerapparaat.
Openen van het Scanner-standaardinstellingenscherm
U kunt het Scanner-standaardinstellingenscherm openen op dezelfde manier als u andere kopieerapparaat-instelschermen opent. (Voor verdere informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van het kopieerapparaat.) U kunt dit scherm openen door de onderstaande bedieningsstappen uit te voeren vanuit de KOPIEERAPPARAAT-modus of vanuit de PRINTER-modus.
1
Druk op de -toets.
KEY-OPERATOR PROGRAMMA'S
2
Druk op de
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
DISPLAYCONTRAST KEY-OPERATOR
AUTO
BELICHTING
AUTO
A4
PAPIERFORMAAT
-toets.
VERLATEN
PROGRAMMA'S
100%
KOPIEERFACTOR
22
Hoofdstuk 4 Key-operator-programma
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
3
Voer met behulp van de cijfertoetsen het 5-cijferig key-operator-codenummer is.
De streepjes op de interactieve display veranderen één voor één in sterretjes tijdens het invoeren van de cijfers van het key-operator-codenummer.
KEY-OPERATOR PROGRAMM VOER KEY-OPERATOR-CODENUMMER IN.
KEY-OPERATOR-CODENUMMER
4
Druk op de
KEY-OPERATOR PROGRAMMA'S
KOPIEER­APPARAAT
TOTAAL AANTAL GEMAAKTE KOPIEËN
A'S
SCANNER
-toets.
PRINTER
PROGRAMMALIJST AFDRUKKEN.
VERLATEN
VERLATEN
SCANNER
Het STANDAARDINSTELLING VAN DE SCANNER­scherm wordt afgebeeld.
23
Hoofdstuk 4 Key-operator-programma
5
Druk op de OPSLAAN VAN NIEUWE STANDAARDINSTELLINGEN-toets.
KEY-OPERATOR PROGRAMMA'S
STANDAARDINSTELLING VAN DE SCANNER.
STEL DE STANDAARDTOESTAND IN.
OPSLAAN VAN NIEUWE STANDAARDINSTELLINGEN
TERUGSTELLEN OP DE FABRIEKSINSTELLINGEN
6
Druk achtereenvolgens op de KWALITEIT-, FORMAAT- of ORIGINEEL-toetsen om de gewenste instellingen te maken.
OK
STEL DE GEWENSTE STANDAARDINSTELLINGEN IN EN DRUK OP [OK].
D5: 300dpi
KWALITEIT
7
Druk op de OK-toets.
De instellingen die u in bedieningsstap 6 hebt gemaakt zijn nu de nieuwe standaardinstellingen.
OPMERKING
Om de standaardinstellingen van de scanner-modus terug te stellen op de fabrieksinstellingen, drukt u op de TERUGSTELLEN OP DE FABRIEKSINSTELLINGEN-toets afgebeeld in bedieningsstap 5.
TIFF G4
FORMAAT ORIGINEEL
OK
AUTO
24
Hoofdstuk 5 Cd-rom met netwerkscanner-hulpprogramma’ s
De cd-rom van de AR-NS1 netwerkscanner-hulpprogramma’s bevat de noodzakelijke bestanden die u in staat stellen de softwareprogramma’s Sharpdesk en Network Scanner Tool te installeren en toegang te krijgen tot hun documentatie met Software Licentieovereenkomst.
Map Compositielijst met bestanden Beschrijving
/sharpdesk
/manual
/trial /acrobat / (root)
Één AR-NS1 netwerkscanner-uitbreidingskaart bevat een licentie voor 10 gebruikers. Wanneer meer dan 10 gebruikers de softwareprogramma’s die op de cd- rom staan willen gebruiken, neemt u contact op met uw erkende Sharp dealer.
OPMERKING
Extra informatie die niet in deze gebruiksaanwijzing staat, kan worden gevonden in het LeesMij-bestand en in de gebruiksaanwijzingen op de cd-rom.
AR-NS1 cliëntsoftware­installatieprogramma
Gebruikershandleidingen De gebruikershandleidingen van Sharpdesk en
Type Reader Pro Ver. 5.0 test maker Expert Vision Acrobat Reader Installatieprogramma van Adobe Acrobat Reader LEESMIJ De hele cd-rom wordt beschreven.
Installatieprogramma van de softwareprogramma’s Sharpdesk en Network Scanner Tool
Network Scanner Tool
Systeemvereisten
Alvorens de bijgeleverde softwareprogramma’s te installeren, controleert u de alle computers aan de volgende criteria voldoen:
Computer
IBM PC/AT compatibele machines
CPU: Pentium 100 mHz of sneller (Pentium 200 mHz of sneller wordt aanbevolen.) RAM: Meer dan 32 mb (64 mb of meer wordt aanbevolen) Vereiste vrije ruimte op de harde schijf: Meer dan 80 mb (inclusief een
voorbeeldbestand/help-bestand)
Video: SVGA of beter, 256 kleuren of meer (True Color wordt aanbevolen)
Besturingssysteem
Microsoft Windows 95 en WinSock2 zijn vereist voor de automatische detectiefunctie van Network Scanner Tool. Microsoft Windows 98 Microsoft Windows NT 4.0, Service Pack 4 is vereist
Netwerkprotocol
TCP/IP is vereist voor Network Scanner Tool.
25
Hoofdstuk 5 Cd-rom met netwerkscanner-hulpprogramma’s
Softwareprogramma’s voor het beheren van bureaublad­bestanden; Sharpdesk
Met Sharpdesk bent u in staat een variëteit aan elektronische informatie te beheren, zoals gescande beelddata van een digitale multifunctionele printer (MFP) of bestanden gemaakt met een tekstverwerker- of spreadsheet-applicatiesoftware.
Sharpdesk werkt samen met uw scanner zoda t u papieren documen ten kunt inlez en op de computer
door middel van een uitgebreide set aan scangereedschappen e n -opties.
Sharpdesk biedt u netwe rkscanins telli ngen door middel van Network Scanner Tool.
Sharpdesk maakt het gemakkelijk om uw documenten op de computermonitor te bekijken en te
bewerken .
Tekstbeelden di e in Sharpdesk worden gescand kunnen worden o mgezet in tekst die u in uw
favoriete tekstverwerker kunt bewerken. Sharpdesk maakt gebruik van geavanceerde optische tekenherkenning (OCR ) w aa rbij z elfs de documentopmaak be waard blijft.
Distribueer een document via E-Mail of druk het document af door he t eenvoudigweg op een
icoon te slepen i n de Sharpdesk Uitvoerzone.
Gebruikershandleiding van Sharpdesk
Deze gebruikershandleiding beschrijft hoe u het Sharpdesk softwareprogramma kunt installeren, instellen en gebruiken, De gebruikershandleiding wordt als een PDF-bestand (PDF = Portable Document Format) geleverd op de cd-rom.
Network Scanner Tool
Met Network Scanner Tool bent u in staat gescande beelden in uw computer te ontvangen vanaf een digitale multifunctionele printer (MFP). U kunt tevens de noodzakelijke instellingen op het kopieerapparaat en de computer configureren om data te ontvangen. Bovendien zal Network Scanner Tool automatisch Sharpdesk opstarten zodra beelddata is ontvangen.
De beelddata die in de computer is ontvangen kan automatisch worden...
opgeslagen in een map;
doorgegeven aan een softwa rep rog r amma met een comman dor egel;
verstuurd als E-Mail;
doorgegeven aan Sharpdesk voor teks to mz etting, beeldverw erking en bureaublad-documentbeheer.
26
Hoofdstuk 5 Cd-rom met netwerkscanner-hulpprogramma’s
Installeren van de cliëntsoftwareprogramma’s
Dit sub-hoofdstuk beschrijft installatieprocedures voor de Sharpdesk en Network Scanner Tool softwareprogramma’s. Sharpdesk en Network Scanner Tool worden automatisch tezamen geïnstalleerd, behalve als u opdracht geeft dit niet te doen. Voor aanvullende installatie-instructies voor Sharpdesk, raadpleegt u de Sharpdesk User’s Guide. Voor aanvullende installatie-instructies voor Network Scanner Tool, raadpleegt u de Network Scanner Tool User’s Guide.
Installatie van Sh arpdesk
Het installeren van het Sharpdesk softwareprogramma is een eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen proces. Als u Sharpdesk installeert, wordt tevens Network Scanner Tool op uw computer geïnstalleerd.
Standaard wordt het Sharpdesk softwareprogramma geïnstalleerd op de standaardopstartschijf (normaal gesproken c:\) in een map genaamd Sharpdesk (waarvan de volledige padnaam is: c:\Program Files\Sharp\Sharpdesk\), behalve wanneer u een andere harde schijf en/of map opgeeft tijdens het installeren. Het installatieproces verandert tevens enkele systeembestanden op de computer zodat alle Sharpdesk-componenten goed kunnen werken.
U kunt tevens de plaats opgeven waar de bestanden waarmee u in Sharpdesk werkt worden opgeslagen. Behalve wanneer u anders opgeeft, maakt het installatieprogramma een nieuw Sharpdesk-bureaubladmap en submappen aan op de standaardopstartschijf (normaal gesproken c:\). Als u een andere plaats opgeeft voor uw databestanden, moet u deze over het algemeen niet opslaan in dezelfde map of submap als het Sharpdesk softwareprogramma, aangezien alle Sharpdesk mappen zullen worden gewist in het geval Sharpdesk wordt verwijderd.
Installeren van Sharpdesk
Sharpdesk kan worden geïnstalleerd met behulp van de Sharpdesk installatie-cd-rom. Om vanaf de Sharpdesk installatie-cd-rom te installeren voert u de onderstaande bedieningsstappen uit.
1. Als er een Windows softwareprogramma open is, sluit u deze af om ervoor te zorgen dat de software op de juis te wijz e word t g eï n st a llee rd.
2. Plaat s de installatie-cd-rom in de cd-rom-schijfeenheid. Na enkele seconden wordt het Kies installatietaalscherm automatisch op uw computermonitor afgebeeld. Als dit scherm niet wordt afgebeeld (bijvoorbeeld omdat u de Windows AutoRun-functie hebt uitgeschakeld), draait u het Setup.exe programma vanaf de cd-rom.
Klik op de OK knop nadat u de gewenste taal hebt gekozen. Indien gewenst kunt u een andere dan de afgebeelde taal kiezen uit het taalmenu.
Nadat u de taal hebt gekozen en op de OK knop hebt geklikt, wordt het Sharpdesk installatie-openingsscherm op uw computermonitor afgebeeld.
27
Hoofdstuk 5 Cd-rom met netwerkscanner-hulpprogramma’s
Welkomsscherm van het installatieprogramma van Sharpdesk
3. Voer de instructies op de computermonitor uit om de installatieprocedure te voltooien. Het Gebruikersinformatie-scherm wordt eerst afgebeeld waarop u gevraagd wordt uw Naam, Bedrijfsnaam en Serienummer in te voeren. Als serienummer voert u één van de Sharpdesk licentienummers in die op de voorkaft van deze gebruiksaanwijzing staan afgedrukt. Vervolgens wordt de “Softwarelicentieovereenkomst” afgebeeld. Lees deze informatie zorgvuldig. Om Sharpdesk te kunnen installeren, moet u deze overeenkomst accepteren.
4. Nadat de installatieprocedure is voltooid, wordt u gevraagd de computer te herstarten. Als hierom gevraagd wordt, moet u de computer herstarten om het Sharpdesk softwareprogramma te kunnen gebruiken.
Nadat de computer is herstart, wordt u in de gelegenheid gesteld de “Sharpdesk Tour” te maken, of om rechtstreeks met Sharpdesk te gaan werken.
Tijdens de installatie of wanneer u de computer herstart, wordt een map aangemaakt in de directory Programmabestanden, of op de plaats die u tijdens de installatie hebt opgegeven, waarin zich alle softwarebestanden van Sharpdesk bevinden. Daarnaast zult u een Sharp item vinden in de lijst Programma’s onder het Start-menu, waarin de Sharpdesk softwareprogramma’s zich bevinden. Ten slotte is een Sharp­snelkoppeling op het bureaublad geplaatst waardoor gemakkelijk toegang tot de software wordt verkregen.
Verwijderen van Sharpdesk
Als u het Sharpdesk softwareprogramma van u w comput e r wilt verwijderen, gebru ikt u het hulpprogramma Programma’s toevoegen/verwijderen op uw computer dat zich in Configuratiescherm bevindt. Voor verdere informatie raadpleegt u de documentatie van het besturingssysteem van de computer.
Installeren en instellen van Network Scanner Tool
Network Scanner Tool wordt geïnstalleerd tijdens de installatie van het Sharpdesk softwareprogramma, behalve als u opdracht geeft dit niet te doen. Network Scanner Tool lokaliseert en configureert automatisch alle geconfigureerde netwerkscanner-kopieerapparaten op het netwerk en voegt vervolgens een Sharpdesk host toe die het mogelijk maakt gescande beelden op te slaan die door de computer worden ontvangen vanaf een kopieerapparaat op het netwerk. Sharpdesk maakt tevens een Network Scanner Tool item in de lijst Programma’s onder het Start-menu op het bureaublad van de computer.
Alvorens Network Scanner Tool te gebruiken, dient u het netwerkscannen in te stellen door het aankruisvakje Scan naar FTP & scan naar desktop aan te kruisen op de webpagina Instellen van status- en waarschuwingsmededelingen voor netwerkscan- en E-Mailfunctie (zie bladzijde 7).
28
Hoofdstuk 5 Cd-rom met netwerkscanner-hulpprogramma’s
Voor verdere informatie over Sharpdesk en Network Scanner Tool, raadpleegt u de bijgeleverde Sharpdesk User’s Guide of het on-line Help-bestand van Network Scanner Tool.
Om een bureaublad-bestemming in te stellen met behulp van Network Scanner Tool, gebruikt u de Sharp Wizard Network Scanner Tool Setup (die hieronder wordt beschreven), of draai Network Scanner Tool en stel een nieuwe link in.
Herstart de computer. Nadat de Sharp Wizard Network Scanner Tool Setup wordt afgebeeld, klikt
1
u op de OK-knop nadat u gecontroleerd heeft dat het kopieerapparaat op het netwerk is aangesloten. Stel Network Scanner Tool in door de instructies die op de computermonitor worden afgebeeld uit te voeren. Als u aanvullende informatie nodig hebt, klikt u op de Help-knop.
Voer, indien nood z a k e lijk , h e t
2
Voorvoegsel voor Procesdefinitie
in en klik op de Volgende>-
knop. Klik op de Help-knop voor uitgebreide informatie.
OPMERKING
Het Network Scanner Tool softwareprogramma wordt geleverd met drie voorgeprogrammeerde instructiesets, Procesdefinities genaamd.
-OCR conversie,
-E-mail verzenden,
bestand via E-Mail kan worden verstuurd.
-SharpDesk Desktop,
standaardinstelling.
waarmee u een gescand bestand kunt omzetten in een bewerkbaar document.
waarmee u uw standaard E-Mailsoftwareprogramma’s kunt laten openen zodat het
waarmee u Sharp Desktop-softwareprogramma’s kunt laten openen. Dit is de
Procesdefinities bevatten de instructies voor verdere verwerking van het gescande beeldbestand nadat het op de computer is ontvangen. Deze instructies bestaan uit beeldcorrectie, optische tekenherkenning (OCR), verplaatsen van het bestand naar verschillende directories, en het opstarten van softwareprogramma’s. Extra procesdefinities kunnen worden aangemaakt met behulp van de Nieuw... knop.
Als u één van de drie naam van de bureaublad-bestemming een combinatie zijn van dit voorvoegsel en iedere
procesdefinitie
procesdefinities
naam.
Bijvoorbeeld, als u het voorvoegsel “Sharp” invoert en de
, beschreven in onderstaande bedieningsstap 3, kiest, zal de
procesdefinitie
“E-mail verzenden”
kiest, zal de naam van de bureaublad-bestemming die op de interactieve display van het
29
Hoofdstuk 5 Cd-rom met netwerkscanner-hulpprogramma’s
kopieerapparaat wordt afgebeeld “Sharp-E-mail verzenden” zijn. (Met behulp van dit voorvoegsel kunt u op de interactieve display van het kopieerapparaat aangeven naar welke bureaublad-bestemming het bestand moet worden verstuurd.)
Wees daarom voorzichtig wanneer u het voorvoegsel verandert, dat u niet hetzelfde voorvoegsel invoert als dat van andere gebruikers.
Stel de Procesdefinitie in en klik op de Volgende>-knop.
3
Met dit scherm bent u in staat van tevoren te definiëren hoe de ontvangen beelddata via de bureaublad­bestemming in de volgende stappen moeten worden verwerkt. U kunt bijvoorbeeld het E­Mailsoftwareprogramma laten opstarten nadat gescande data is ontvangen om dit vervolgens aan een E­Mailbericht te hangen en te versturen, of u kunt bijvoorbeeld door de OCR (optische tekenherkenning) de data automatisch laten omzetten in tekstdata. Aangezien de kunt u deze op dit moment in de standaardinstelling laten staan.
procesdefinitie
later kan worden gewijzigd,
30
Hoofdstuk 5 Cd-rom met netwerkscanner-hulpprogramma’s
Kies de naam van het kopieerapparaat dat u als een netwerkscanner wilt gebruiken en klik op
4
de Volgende>-knop. De afgebeelde naam is gebaseerd op de machinenaam die tijdens het installeren van de netwerkscansysteem werd ingevoerd. Zie “Instellen van status- en waarschuwingsmededelingen voor netwerkscan- en E-Mailfunctie webpagina” op bladzijde 7 om deze naam te veranderen.
Wanneer Windows 98 of Windows NT 4.0 met Service Pack 4 of later wordt gebruikt, zal het kopieerapparaat dat op het netwerk is aangesloten automatisch worden vastgesteld. Deze automatische vaststellingsfunctie is niet beschikbaar wanneer Windows 95 wordt gebruikt (de “Automatische detectie” knop is grijs en werkt niet).Klik op de Nieuw-knop en voer het IP-adres in. (Om het IP-adres te controleren, leest u de tekst onder “Vaststellen van het netwerkadres van het kopieerapparaat” op bladzijde 2.) van het kopieerapparaat dat als een netwerkscanner moet worden gebruik. Zelfs wanneer u Windows 95 gebruikt, zal de automatische vaststelling beschikbaar zijn als u Winsock2 hebt bijgewerkt (Windows Winsocket 2). (Zie bladzijde 20 van de gebruiksaanwijzing van de AR-PB2A Printer­uitbreidingskaart voor aanvullende informatie over het bijwerken ervan.)
De instellingen in de bovenstaande bedieningsstappen 3 en 4 kunnen later worden gewijzigd. Om deze te wijzigen, klikt u op de Windows Start-knop, daarna kiest u Programma’s, vervolgens kiest u Sharpdesk, en ten slotte kiest u Configuratie van Network Scanner Tool. Voor gedetailleerde informatie over deze instellingen, leest u het on-line Help-bestand of de gebruikershandleiding van Network Scanner Tool dat op de bijgeleverde cd-rom staat.
31
Hoofdstuk 5 Cd-rom met netwerkscanner-hulpprogramma’s
Wanneer het eindescherm wordt afgebeeld, klikt u op de Voltooien-knop.
5
32
Hoofdstuk 6 Stor ingzoeken
Wanneer zich problemen of vragen voordoen met betrekking tot de bediening van het kopieerapparaat, probeert u de situatie op te lossen met behulp van de informatie uit de onderstaande storingzoekentabel. Als de problemen aanhouden, neemt u contact op met een erkend Sharp servicecentrum voor verdere instructies.
Probleem: Kan het beeld niet scannen. Controleer:
Oplossing:
Probleem: Een moiré (gestreept patroon) wordt op het gescande beeld afgebeeld. Controleer:
Oplossing:
Probleem: Het gescande beeld is wazig of heeft vlekken. Controleer:
Oplossing:
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst op de glasplaat of in de origineellade van de origineelinvoer? Plaats het origineel met de bedrukte kant naar beneden gericht op de glasplaat. Als u de origineelinvoer gebruikt, plaatst u het origineel met de bedrukte kant naar beneden gericht in de origineellade van de RSPF en met de bedrukte kant naar boven gericht in de origineellade van de RADF. Als de scanfunctie niet beschikbaar is ondanks dat u op de “SCAN”-toets hebt gedrukt, neemt u contact op met een erkende Sharp dealer voor technische ondersteuning.
Is de scanresolutie juist ingesteld? Verander de scanresolutie. Tevens kan het veranderen van de plaatsingspositie of de plaatsingshoek van het origineel het voorkomen van moiré verminderen.
Zijn de glasplaat en de origineelhouder van het kopieerapparaat schoon? Maak de glasplaat en de origineelhouder schoon volgens de instructies in de gebruiksaanwijzing die bij het kopieerapparaat werd geleverd.
Probleem: Het gescande beeld is afgesneden. Controleer:
Oplossing:
Probleem: Het gescande beeld staat ondersteboven of heeft een verkeerde richting. Controleer:
Oplossing:
Probleem: Het gescande beeld van de tegenovergestelde kant van het origineel wordt afgebeeld. Controleer:
Oplossing:
Is de grootte van het scangebied kleiner ingesteld dan het origineelformaat? Stel de grootte van het scangebied in op het werkelijke origineelformaat (zie bladzijde 14).
Als de grootte van het scangebied opzettelijk kle iner is ingest eld dan het werkelijke origineelformaat, plaatst u het origineel op de glasplaat langs de ori ginee lform aatma rker ingen d ie over een komen met de grootte van het scangebied. Wanneer u bijvoor beeld een A4-formaat origineel scant vanaf de glasplaat terwijl de grootte van het scangebied is ingesteld op B5-formaat, lijnt u het origineel uit met de schaalverdeling langs de linkerk ant aan de glasp laat, zoda nig da t het t e s can nen geb ied van he t origineel binnen de B5-origine elformaatmarkeringen valt.
Is het origineel in de juiste richting geplaatst? Plaats het origineel in de juiste richting (zie bladzijde 21).
Is het origineel links-rechts omgedraaid? Plaats het origineel in de juiste richting (zie bladzijde 21).
33
Hoofdstuk 6 Storingzoeken
Probleem: Het beelddatabestand kan niet worden geopend op de ontvangende computer. Controleer:
Oplossing:
Probleem: De verstuurde data bereikt de ontvangende computer niet. Controleer:
Oplossing:
Probleem: De via E-Mail verstuurde data (Scan naar E-Mail) bereikt de ontvangende computer niet. Controleer:
Oplossing:
Het softwareprogramma dat op de ontvangende computer is geïnstalleerd, zoals de viewer, ondersteunt het formaat van de ontvangen beelddata niet. Verander het bestandsformaat (TIFF of PDF) en het compressieformaat (ongecomprimeerd, G3­1d of G4) in de “Instellen van het formaat” instelling van de bestemming (zie bladzijde 18). U kunt tevens het bestand openen met behulp van Sharpdesk of een softwareprogramma dat het bestandstype en het compressieformaat ondersteunt.by using the Sharpdesk or the software that accepts the file type and compression format.
Wordt de data naar de juiste ontvangende computer verstuurd? Is het geregistreerde adres (E-
Mailadres of FTP-adres) correct? Registreer en selecteer de juiste ontvangende computer (het correcte adres). (Zie bladzijde 11.)
* In het geval van mislukte dataoverdracht via E-Mail (Scan naar E-Mail), kunnen foutmededelingen, inclusief het niet-afgeleverde E-Mailbericht, naar het vooraf geregistreerde E­Mailadres van de netwerkbeheerder worden verstuurd. Controleer deze onbestelbaar-berichten om de reden waarom de data niet kon worden afgeleverd te achterhalen (zie bladzijde 7).
* Wanneer u naar het bureaublad verstuurt met behulp van Scan naar desktop, moet Network Scanner Tool zijn geïnstalleerd (zie bladzijde 27).
Het is mogelijk dat het E-Mailbericht groter is dan de maximale bestandsgrootte die de netwerkbeheerder heeft ingesteld. Als het E-Mailbericht groter is dan deze maximale bestandsgrootte, zal het niet afgeleverd worden bij de ontvangende computer. Maak de bestandsgrootte van het E-Mailbericht kleiner (verlaag het aantal gescande pagina’s). Neem contact op met de netwerkbeheerder om te controleren of er een maximale bestandsgrootte is ingesteld voor E-Mailberichten.
Probleem: Het versturen van een E-Mailbericht duurt erg lang. Controleer:
Oplossing:
Hoe groter de hoeveelheid beelddata, hoe groter het bestand. Hierdoor kan te vereiste tijdsduur
om een E-Mailbericht te versturen sterk toenemen. Stel de resolutie en de compressie in op een toepasselijk niveau dat in overeenstemming is met het doel van het versturen, daarbij lettend op de volgende instellingen zodat beelddata ontstaat waarin kwaliteit en bestandsgrootte met elkaar in evenwicht zijn.
De ‘TEKST’- en de ‘TEKST/FOTO’-instelling
Als het origineel geen foto’s, illustraties of andere halftoonbeelden bevat, kiest u de TEKST­instelling om een meer praktisch beeld te verkrijgen (met name voor OCR). Gebruik de TEKST/FOTO-instellin g wanneer u een origineel scant dat foto’s of andere halftoonbeelden bevat en de kwaliteit van de foto voorrang heeft.
Resolutie
Voor een algemeen tekstorigineel, zal 200 dpi of 300 dpi een goed leesbaar beeld opleveren (*200 dpi is gelijkwaardig aan de fijn-kwaliteitsinstelling van een faxapparaat).
Kies alleen 600 dpi wanneer een reproductie met een hogere resolutie is vereist van het beeld van gedetailleerde originelen met foto’s, illustr aties of andere halftoonbeelden (OCR vereist 300 dpi).
Merk op dat de bestandsgrootte toeneemt wanneer een hogere resolutie wordt ingesteld. Tevens bestaat de kans dat een groot bestand de ontvangende computer niet zal bereiken, als de server niet voldoende vrije ruimte op de harde schijf heeft, of de netwerkbeheerder een maximale bestandsgrootte heeft ingesteld. Wanneer dit gebeurt, verlaagt u het aantal te scannen pagina’s, of verkleint u het te scannen gebied op de originelen.
34
Hoofdstuk 6 Storingzoeken
/
Probleem: Kan geen verbinding maken met het netwerk. Controleer:
Oplossing:
De Netwerkinterfacekaart (NIC) werkt niet goed of is niet goed aangesloten. Controleer dat de NIC goed werkt en is aangesloten op de netwerkkabel. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de netwerkbeheerder of een erkend Sharp servicecentrum voor verdere instructies.
Foutmededelin g van een communicatiestoring
Nadat een communicatiestoring is opgetreden tijdens het versturen van gescande beelddata, zal de onderstaande foutmededeling met een foutcode worden afgebeeld op de interactieve display van het kopieerapparaat.
FOUT. NEEM CONTACT OP MET UW APPARAAT-
NETWERKBEHEERDER. CODE: NN-NN
Foutcodetabel
Foutcode Beschrijving van de fout CE-01 Een los verkrijgbare netwerkinterfacekaart (Print Server Card) is niet aangebracht of
buiten bedrijf. CE-02 De opgegeven E-Mailserver of FTP-server kan niet worden gevonden. CE-03 De server was niet on-line tijdens het scannen van het origineel. CE-04 Een ongeldige accountnaam of een ongeldig wachtwoord voor de FTP-server werd
ingevoerd. CE-05 Een ongeldige directory van de FTP-server werd ingevoerd. CE-00 Er is een andere fout dan de bovenvermelde fouten opgetreden.
35
Hoofdstuk 6 Storingzoeken
Aanvullende informatie over het gebruik van Scan naar E-Mail
Let er goed op dat het formaat van het gescande beeld niet te groot is.
De maximale bestandsgrootte van een E-Mailbericht via uw E-Mailserver kan door de netwerkbeheerder zijn beperkt. Wanneer een bestand dat aan een E-Mailbericht is gehangen groter is dan de beperking die in gebruik is, zal het E-Mailbericht met aanhangsel niet naar de bestemming worden verstuurd. Zelfs als u een groot bestand zonder een dergelijke beperking kan versturen, is het mogelijk dat het ontvangende netwerk schade oploopt als gevolg van de zware belasting, inclusief een veel langere overdrachttijd om de data te ontvangen onder bepaalde (internet) netwerkomstandigheden. Bovendien kan het continu versturen van grote beelddatabestanden leiden tot een extreme belasting van het netwerk waardoor alle communicatie, inclusief andere dataoverdrachten, langzamer zullen verlopen, of in het ergste geval zelfs de E-Mailserver of het hele netwerk kan uitvallen.
Richtlijnen voor de grootte van de beelddatabestanden die door de AR-NS1 netwerkscanner worden gescand, worden hieronder gegeven. Raadpleeg deze richtlijnen wanneer u bepaalde originelen scant.
In het geval van een A4-formaat origineelbeeld, zullen de bestandsgrootte die moet worden verstuurd, en de verwachte overdrachttijd via Scan naar E-Mail overeenkomen zoals beschreven in de onderstaande tabel.
Aantal originel en
1 10
Resolutie
300dpi 600dpi 300dpi 600dpi
Scannen van origineelbeeld A in de TEKST-instelling
Bestandsgrootte : Overdrachttijd Bestandsgrootte : Overdrachttijd
Ong. 44 kb : ong. 8 sec. Ong. 1340 kb : ong. 36 sec. Ong. 84 kb : ong. 11 sec. Ong. 5043 kb : ong. 120 sec. Ong. 441 kb : ong. 33 sec. Ong. 846 kb : ong. 68 sec.
Scannen van origineelbeeld B in de TEKST/FOTO-instelling
In dit geval worden zowel de bestandsgrootte als de overdrachttijd veel te hoog en moeten worden afgeraden.
OPMERKING
Bestandsgrootte:
formaat wordt aangemaakt. De waarden voor 10 originelen gelden als de gescande beelddata van de 10 originelen in een enkel bestand worden opgeslagen.
Overdrachttijd:
START-toets te drukken, tot aan de ontvangst ervan op de eerste E-Mailserver. De waarden voor 10 originelen zijn gebaseerd op het scannen met behulp van de origineelinvoer. Alle waarden zijn gebaseerd op het gebruik van een standaard mailserver in een normale LAN-omgeving. Beschouw deze waarden slechts als een richtlijn, aangezien de overdrachttijd aanzienlijk kan variëren afhankelijk van de omgevingsomstandigheden.
De bovenstaande waarden zijn gebaseerd op een beeld dat met behulp van het TIFF G4
Dit geeft de benodigde tijd aan vanaf het begin van het scannen van de beelden door op de
36
Hoofdstuk 6 Storingzoeken
Voorbeelden van origineelbeelden
De onderstaande voorbeelden van origineelbeelden dienen slechts als referentie bij de beschrijvingen op de voorgaande bladzijde en zijn niet de daadwerkelijke origineelbeelden. (Het werkelijke origineelformaat zou A4-formaat moeten zijn voor de gegeven waarden op de voorgaande bladzijde.)
Origineelbeeld A
Origineelbeeld B
37
Hoofdstuk 7 Technische g egevens
Model Maximaal origineelformaat
Maximaal aantal scanpagina’s per taak
Origineelinvoersnelheid (in FPM = bedrukte kanten per minuut) Paginavolgorde bij meervoudige originelen Uitgangsresolutie
Schalen Halftoonproces
Beeldformaat en compressie
Dubbelzijdig origineel
Scanbestemmingen
Ondersteunde SMTP-server Ondersteunde FTP -s er ver
Systeeminstellingen Ondersteunde webbrowser
Netwerkprotocollen Mailoverdrachtprotocol LAN-verbinding
Aantal bestemmi nge n
AR-NS1 Afhankelijk van het model kopieerapparaat en de aangebrachte los verkrijgbare accessoires. Maximaal 120 pagina’s (maximaal 60 pagina’s wanneer u A4­formaat of grotere originelen scant met een resolutie van 600 dpi) Afhankelijk van het model kopieerapparaat en de aangebrachte los verkrijgbare accessoires. 1 – N
Scannen: 400 dpi Uitvoer: 200, 300, 600 dpi Geen
-Foutdiffusie (200/300/600dpi)
-TIFF
G.3-1d/G.4/ongecomprimeerd
-PDF
G.3-1d/G.4 Afhankelijk van het kopieerapparaat en de aangebrachte los verkrijgbare accessoires. Naar bureaublad (via FTP-protocol) Naar E-Mailadres (via SMTP-protocol) Naar FTP-server (via FTP-protocol)
SMTP-compatibele E-Mailsystemen FTP-compatibele systemen Werkt via een ingebedde webserver
- Internet Explorer 4.0 of later
- Netscape Navigator 4.0 of later
TCP/IP SMTP 10Base-T 100Base-TX Maximaal 100 bestemmingen (Het maximale aantal bestemmingen kan lager zijn afhankelijk van het aantal tekens in de opgeslagen bestemmingen.)
De technische gegevens zijn onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving. Veranderingen in de technische gegevens zijn normaal gesproken het gevolg van verbeteringen en uitbreidingen van de eigenschappen en prestaties van de AR-NS1.
38
Hoofdstuk 8 Verklarende woordenlijst
Inleiding
De onderstaande termen en definities kunnen u helpen tijdens het gebruik van het netwerkscansysteem.
A
Apparaten
Een apparaat is een stuk hardware, zoals een scanner, printer, faxapparaat, digitale camera of kopieerapparaat.
ASCII
Acroniem voor American Standard Code for Information Interchange (Amerikaanse standaardcode voor informatie-uitwisseling). Een groep difinities voor de bit-samenstelling van tekens en symbolen. ASCII beschrijft 128 tekens en symbolen door middel van 7 binaire bits en 1 pariteitsbit.
B
Beeld
Afwisselend gebruikt met bestand. Commando’s en functies werken exact hetzelfde ongeacht of het item in kwestie een .TIF-bestand, of een .DOC-bestand is.
Browser
Een softwareprogramma, zoals Microsoft’s Internet Explorer, dat u in staat stelt HTML-bestanden af te beelden.
C
Computerfax
Een elektronische manier om faxen te versturen vanaf en te ontvangen in een computer. Een computerfax wordt verstuurt vanaf of ontvangen in een computer.
D
DPI
Dots Per Inch (punten per inch). Een maateenheid die de resolutie van de printer aangeeft.
G
Grafisch element
Een geschreven, gedrukt of elektronisch afgebeeld symbool of tekening. Tevens, tekens of tekst die zijn gegenereerd door een grafisch softwareprogramma op een computer.
Grijsschaal
Een kleur in zwart-wit als resultaat van verschillende intensiteiten van zwart.
L
Liggende richting
De horizontale richting van een beeld langs de lengte van de pagina. Dit is het tegenovergestelde van de staande richting.
39
Hoofdstuk 8 Verklarende woordenlijst
O
OCR
Optical Character Recognition (optische tekenherkenning). Een technologie die u in staat stelt een papieren document om te zetten in een bewerkbaar elektronisch bestand.
P
Papierinvoer
De beweging van een vel papier in de papierweg van de printer.
Printerdriver
Software die de afdrukinstructies naar de printer stuurt. De printerdriver houdt de eigenschappen van een printer bij en de codes die een softwareprogramma moet versturen om die eigenschappen te kunnen gebruiken.
S
Staande richting
De verticale richting van een beeld langs de breedte van de pagina. Dit is het tegenovergestelde van de liggende richting.
Standaardinstelling
Een systeeminstelling die in de fabriek gemaakt is en permanent in het softwareprogramma is geregistreerd. Tevens, een waarde of instelling die de software aanneemt totdat of behalve wanneer u een andere waarde opgeeft.
T
TWAIN
Zowel een protocol als een applicatieprogrammeur’s interface (API) dat u in staat stelt beelddata rechtstreeks in te voeren vanuit iedere bron (bijvoorbeeld: tafelscanners en draagbare scanners, videovangkaarten, digitale camera’s, en andere beeldapparatuur) zonder dat u het softwareprogramma hoeft te verlaten. Het zorgt voor compatibiliteit tussen beeldinvoerapparatuur en softwareprogramma’s door als een verbinding te werken tussen hardwareapparatuur en softwareprogramma’s. Twain, de bedrijfstakstandaard, werd ontwikkeld door de TWAIN-werkgroep die bestaat uit vertegenwoordigers van vele leiders in de hardware- en software-industrie.
40
2000G DSC2
CINSH2015FC51
Hoofdstuk 8 Verklarende woordenlijst
AR-NS1
AR-NS1
SHARP CORPORATION
GEDRUKT IN JAPAN
2000G DSC2
CINSH2015FC51
Loading...