Sharp AR-M205, AR-M160 OPERATION MANUAL [nl]

Page 1
MODEL
AR-M160 AR-M205
DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM
GEBRUIKSAANWIJZING
Pagina
AR-M160
VOORDAT U DE MACHINE
GAAT GEBRUIKEN
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PROBLEEMOPLOSSING
PERIODIEK ONDERHOUD
RANDAPPARATUUR EN ONDERDELEN
BIJLAGE
8
18
32
38
42
52
71
74
77
AR-M205
Page 2
Maak geen kopieën van documenten die volgens de wetgeving niet mogen worden gekopieerd. De volgende items mogen normaal gesproken volgens de wet niet worden gekopieerd. Ook het kopiëren van andere documenten kan verboden zijn volgens lokale wetgeving.
Geld Postzegels Bonds Aandelen Bankpapieren
Cheques Paspoorten Rijbewijzen
Page 3
INHOUD
VEILIGHEIDSMAATREGELEN................................................................................................................. 3
VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK......................................................................................... 3
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ DE KEUZE VAN EEN INSTALLATIEPLEK .......................................... 3
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T TRANSPORT ...................................................................................... 4
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T. DE LASER ..........................................................................................4
INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU ................................................................................................................... 5
HET GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING ..................................................................................................5
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN.................................................................................... 5
DE BETEKENIS VAN "R" IN HET ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT INDICATIES ..................................... 5
INTERNATIONALE REGELS IN DEZE HANDLEIDING .................................................................................. 6
SPF EN RSPF .................................................................................................................................................. 6
VERSCHILLEN TUSSEN DE MODELLEN....................................................................................................... 6
HOOFDKENMERKEN ............................................................................................................................... 7
1
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES ... 8
BEDIENINGSPANEEL....................................10
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN ............ 12
INSCHAKELEN...............................................12
UITSCHAKELEN ............................................12
PAPIER BIJVULLEN ....................................... 13
PAPIER...........................................................13
PAPIER BIJVULLEN.......................................14
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
LADE WIJZIGEN ............................................16
2 KOPIEERFUNCTIES
NORMAAL KOPIEREN ................................... 18
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN ............. 21
PAPIERLADEKEUZE .....................................21
AANTAL KOPIEËN INSTELLEN ....................23
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM............... 23
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE .............23
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE ....24
HET AFZONDERLIJK SELECTEREN VAN DE
HORIZONTALE EN VERTICALE
KOPIEERFACTOREN ....................................24
DUBBELZIJDIG KOPIEREN MET
HANDINVOERLADE........................................ 27
AUTOMATISCH DUBBELZIJDIG KOPIEREN 28
BEELDDRAAIING BIJ DUBBELZIJDIG
KOPIEREN .....................................................30
BOEKKOPIEEN............................................... 31
EEN KOPIEERPROCES ONDERBREKEN..... 32
3
BEELDRAAIING VAN 90 GRADEN................ 32
KOPIEEN SORTEREN EN GROEPEREN ...... 32
HET KOPIEREN VAN MEERDERE ORIGINELEN OP EEN ENKELZIJDIG VEL
PAPIER ............................................................ 34
HET INSTELLEN VAN KANTLIJNEN TIJDENS
HET KOPIEREN .............................................. 36
SCHADUWEN RONDOM DE KANTLIJNEN VAN DE
KOPIE WISSEN.........................................................37
4
DE PRINTERFUNCTIE GEBRUIKEN ............. 39
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN ........... 40
SCANNEN MET BEHULP VAN DE MACHINE-
SCANNEN VANAF UW COMPUTER............ 41
BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN
SCANNERFUNCTIES...................................... 41
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN .................39
TOETSEN ...................................................... 40
1
Page 4
5 GEBRUIKERSINSTELLINGEN
8
RANDAPPARATUUR EN ONDERDELEN
DE AUTOMATISCHE BELICHTINGSFUNCTIE
AANPASSEN................................................... 42
TONER BESPARINGSFUNCTIE ACTIVEREN43
INSTELLINGEN AANPASSEN........................ 44
GEBRUIKERSPROGRAMMA’S .....................44
INSTELLINGEN VOOR EEN
GEBRUIKERSPROGRAMMA SELECTEREN........47
INSTELLINGEN VOOR ACCOUNTREGELING .......48
ACCOUNTREGELING....................................48
ACCOUNTREGELING-INSTELLINGEN ......................48
ACCOUNTREGELINGFUNCTIE-INSTELLINGEN SELECTEREN
...........................................................49
6 PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEEMOPLOSSING................................ 52
MACHINE- EN KOPIEERPROBLEMEN.........53
PRINTER- SCANNERPROBLEMEN......................56
INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN ....... 62
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN..... 63
PAPIERSTORING IN DE SPF/RSPF .............63
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE...... 64
PAPIERSTORING IN DE KOPIEERMACHINE ......65
PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE PAPIERLADE .68
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE PAPIERLADE (alleen bij de AR-M205)
TONERCARTRIDGE VERVANGEN................ 70
............................................69
RANDAPPARATUUR...................................... 74
EENMALIG DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER/ ZELF-OMKERENDE EENMALIG DOORVOERENDE
ORIGINEELINVOER...................................... 75
250-VEL PAPIERINVOEREENHEID/ 2 X 250-VEL
PAPIERINVOEREENHEID .....................................75
TWEEVOUDIG FUNCTIEBOARD ..........................76
OPSLAG VAN ONDERDELEN ....................... 76
CORRECTE OPSLAG VAN ONDERDELEN. 76
9 BIJLAGE
TECHNISCHE SPECIFICATIES...................... 77
SOFTWARELICENTIE .................................... 80
INDEX .............................................................. 82
7 PERIODIEK ONDERHOUD
CONTROLE VAN DE TOTALE
UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU ......... 71
CONTROLE VAN DE TOTALE UITVOERTELLING ................71
TONERNIVEAU CONTROLEREN .................72
PERIODIEK ONDERHOUD ............................. 72
REINIGING VAN DE ORIGINEELPLAAT EN
SPF/RSPF-ORIGINEELKLEP ........................72
REINIGING VAN DE PAPIERINVOERROL
VAN DE HANDINVOERLADE ........................73
REINIGING VAN DE TRANSPORTLADE ..............73
2
Page 5
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Volg de hieronder beschreven veiligheidsmaatregelen wanneer u deze machine gebruikt.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK
Waarschuwing:
• Het fuseergebied is heet. Wees voorzichtig in dit gebied bij het verwijderen van vastgelopen papier.
• Kijk niet direct in de lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
Let op:
• Zet de machine niet snel na elkaar aan en uit. Wacht 10 tot 15 seconden na het uitzetten van de machine en zet deze daarna weer aan.
• Plaats de machine op een stevige en vlakke ondergrond.
• Installeer de machine niet in een vochtige of stoffige ruimte.
• Schakel de kopieermachine uit wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, bijv. tijdens de vakantieperiode, en verwijder de stekker uit het stopcontact.
• Zet de kopieermachine uit voordat u deze gaat verplaatsen en verwijder de stekker uit het stopcontact.
• Bedek de machine niet met een stofkap, kleed of plasticfolie terwijl de stroom ingeschakeld is. Hierdoor wordt de warmte-uitstraling verhindert, waardoor de machine kan beschadigen.
• Het gebruik van andere besturingen of procedures dan beschreven in deze handleiding kunnen een schadelijke blootstelling aan straling tot gevolg hebben.
• De AC contactdoos moet in de nabijheid van de apparatuur zijn geïnstalleerd en eenvoudig toegankelijk zijn.
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ DE KEUZE VAN EEN INSTALLATIEPLEK
Onjuiste installatie kan leiden tot schade aan de machine. Volg de onderstaande aanwijzingen tijdens installatie of verplaatsing van de machine.
Let op
Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
vochtig, dampig of erg stoffig zijn
slecht geventileerd zijn
Wanneer de machine wordt verplaatst van een koele ruimte naar een warme ruimte, kan er zich condens vormen in de machine. Gebruik van de machine in zulke omstandigheden kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en storingen. Laat de machine gedurende 2 uren en bij kamertemperatuur staan alvorens deze te gebruiken.
aan direct zonlicht worden blootgesteld
onderhevig zijn aan extreme temperatuurwisselingen of veranderingen in de luchtvochtigheid, zoals in de nabijheid van een airconditioningapparaat of radiator.
3
Page 6
De kopieermachine moet in de nabijheid van een toegankelijk stopcontact worden geïnstalleerd zodat de stekker gemakkelijk kan worden verwijderd en weer aangesloten.
Zorg ervoor dat de voedingskabel uitsluitend wordt aangesloten op een stopcontact dat voldoet aan de gespecificeerde stroom- en voltagevereisten. Zorg er ook voor dat het stopcontact goed is geaard.
Opmerking
Laat voldoende ruimte vrij rond de kopieermachine voor
Sluit de machine aan op een leeg stopcontact dat niet wordt gebruikt door andere elektrische apparatuur. Wanneer er een verlichtingsrail op hetzelfde stopcontact wordt aangesloten, kan de verlichting gaan flikkeren.
20cm (8")
onderhoud en goede ventilatie.
20cm
(8")
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T TRANSPORT
Houd rekening met de onderstaande aanwijzingen tijdens het verplaatsen om het prestatievermogen van de machine te behouden.
Machine niet laten vallen, blootstellen aan schokken of tegen andere voorwerpen aanstoten. Bewaar reserve-tonercartridges in de originele verpakking op een donkere plaats.
• Wanneer deze aan direct zonlicht worden blootgesteld, kunnen er vlekken op de kopieën ontstaan.
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte).
• Krassen of vlekken op de drum kunnen leiden tot vlekkerige kopieën.
20cm
(8")
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T. DE LASER
Golflengte 785 nm + 10 nm/-15 nm
Impulstijden (8.141 µs ± 0.1 µs)/7 mm
Uitgangsvermogen 0.14 mW - 0.22 mW
Informatie over de genoemde handelsmerken
•Microsoft® Windows® besturingssysteem is een handelsmerk of copyright van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Windows® 95, Windows® 98, Windows® Me, Windows NT® 4.0, Windows® 2000, and Windows® XP zijn handelsmerken of copyrights van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• IBM en PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
Acrobat® Reader Copyright© 1987- 2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe, het Adobe-logo, Acrobat en het Acrobat-logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
• Alle andere handelsmerken en copyrights zijn het eigendom van de respectievelijke eigenaars.
4
Page 7
INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU
ENERGY STAR
Als
ENERGY STAR
USB 2.0 compatible (tweevoudig functieboard)
Lees de “Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie)” (p.38) om te controleren of uw systeem en machine-instellingen correct zijn geconfigureerd voordat u de kopieermachine aansluit via de USB 2.0 (Hi-Speed functie).
®
Partner, heeft SHARP vastgelegd dat dit product voldoet aan de
®
richtlijnen voor een efficiënt energieverbruik.
HET GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING
Deze machine is ontworpen om kopieerwerkzaamheden te vergemakkelijken met een minimale inname van bedrijfsruimte en een maximaal bedieningsgemak. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden raden wij u aan deze handleiding goed door te lezen. Bewaar deze handleiding op een gemakkelijk te bereiken plaats, zodat deze vlug ingekeken kan worden.
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN
U vindt de volgende gebruiksaanwijzingen bij de machine:
Gebruiksaanwijzing (Digitaal multifunctioneel systeem) (deze gebruiksaanwijzing)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als kopieermachine.
Online handboek (op de bijgeleverde CD-Rom)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van de procedures om de machine te gebruiken als printer of scanner.
Software installatiehandleiding (aparte handleiding)
Deze handleiding bevat de instructies voor het installeren van de software waarmee de kopieermachine kan worden gebruikt in combinatie met uw computer en de procedures voor het instellen van de printer begininstellingen.
DE BETEKENIS VAN "R" IN HET ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT INDICATIES
Een "R" onderaan het origineel of papierformaat (B5R, A4R (5-1/2" x 8-1/2"R, 8-1/2" x 11"R), etc.) betekent dat het origineel of het kopieerpapier in de liggen afdrukstand is geplaatst zoals op de onderstaande afbeelding.
<Horizontale (Liggende) afdrukstand>
Formaten die uitsluitend in de horizontale (liggende) afdrukstand kunnen worden geplaatst (B4, A3 (8-1/2" x 14", 11" x 17")) bevatten geen "R" in de afdrukstand.
5
Page 8
INTERNATIONALE REGELS IN DEZE HANDLEIDING
Waarschuwing
Deze regels waarschuwen de gebruiker voor letsel wanneer de inhoud van de waarschuwing niet correct worden opgevolgd.
Waarschuwt de gebruiker voor beschadigingen aan de machine of onderdelen als gevolg van het
Let op
verkeerd uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen.
De opmerkingen geven nuttige informatie over de specificaties, functies, prestaties, bediening e.d
Opmerking
van de machine.
SPF EN RSPF
Deze gebruiksaanwijzing verwijst naar de eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "SPF" en naar de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "RSPF".
VERSCHILLEN TUSSEN DE MODELLEN
Deze handleiding geldt voor de volgende modellen.
Model AR-M205 AR-M160
(Met RSPF geïnstalleerd)
Uiterlijk
De bovenstaande afbeelding wordt gebruikt wanneer een functie en/of de bediening van de machine gelijk is op de twee
Kopieersnelheid 20KPM 16KPM Automatisch dubbelzijdig
kopiëren/afdrukken
Origineelplaatklep/SPF/RSPF
• Origineelplaatklep (AR-VR5) [Optioneel]
• Zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer
Beschikbaar Niet beschikbaar
• Origineelplaatklep (AR-VR5) [Standaard]
• Eenmalig doorvoerende origineelinvoer (AR-SP6) [Optioneel]
(AR-RP6) [Optioneel]
Papierinvoereenheden Twee (250 x 2) Een (250 x 1)
Verwijzingen voor de AB series (metrisch) en de inch series
Indien van toepassing worden beide specificaties vermeld.
A3
Bijvoorbeeld:
Pagina 15, stap 1 .................B4 en A3 (8-1/2" x 14" en 11" x 17")
Pagina 77 .............................50%, 70%, 81%, 86%, 100%, 115%, 122%, 141%,
200% (50%, 64%, 77%, 95%, 100%, 121%, 129%, 141%, 200%)
A4 A4 A5 B4
EXTRA
[Inch-serie][AB-serie]
11X17
X
X
8½ 8½
X
X
EXTRA
14 11 5½ 11
Ondanks het feit dat in deze handleiding de indicaties van de AB serie op het bedieningspaneel worden getoond, worden op de inch serie machines de inch indicaties weergegeven.
6
Page 9
HOOFDKENMERKEN
Kopiëren op hoge snelheid
• Duur van de eerste kopie*1 op 300 dpi*2 is slechts 7.2 seconden.
• Kopieersnelheid is 20/16 kopieën per minuut, dit is ideaal voor bedrijfsgebruik en levert een grote bijdrage aan de productiviteit op het kantoor.
*1De kopieertijd in het geval het apparaat wordt ingeschakeld en het kopiëren met gebruik van de origineelplaat onmiddellijk
gestart wordt nadat de energiebesparingsindicator gedoofd is (A4 (8-1/2" x 11"), papier aangevoerd vanaf de papierlade). De eerste-kopie tijd kan variëren afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het apparaat en de omgevingscondities zoals de temperatuur.
*2"dpi" ("dots per inch") is een maateenheid die wordt gebruikt om de resolutie te meten. De resolutie is de dichtheid van de
beeldpunten die worden weergegeven op een afgedrukte of gescande afbeelding.
Digitale afbeeldingen op hoge kwaliteit
• Hoge kwaliteit kopieën op 600 dpi wordt uitgevoerd.
• Als aanvulling op de automatische belichtingsfunctie kunnen er origineelfuncties worden geselecteerd: "HANDMAT" voor originelen met alleen tekst en "FOTO" voor foto's. De belichting kan binnen elke functie op vijf niveaus worden ingesteld.
Met de fotofunctie kunt u heldere kopieën maken van verfijnde halftintoriginelen zoals zwart-wit foto’s en kleurenfoto’s.
Geavanceerde kopieerkenmerken
• Kopieën kunnen worden vergroot van 25% tot 400% in stappen van 1%. (Wanneer de SPF/RSPF wordt gebruikt, is het bereik van de kopievergroting 50% tot 200%.)
• U kunt tot 999 kopieën continu afdrukken. (Dit aantal kan in de gebruikersprogramma’s worden gewijzigd naar een maximum van 99 kopieën.)
• In de gebruikersprogramma's kunt u de machine-instellingen en het machinebeheer aanpassen. Toegang tot de machine kan worden geregeld door de accountregeling te activeren.
• Het optionele tweevoudige functieboard kan worden geïnstalleerd om het gebruik van beelddraaiing en andere handige functies mogelijk te maken.
A
Kopie wissen* Kantlijnverschuiving* 2-in-1 kopie* 4-in-1 kopie*
A
AA
BoekkopieBeelddraaiing* XY-ZOOM kopiering
* Wanneer de tweevoudige
functieboard is geïnstalleerd
Één keer scannen/meerdere malen afdrukken
Deze machine is uitgerust met een geheugenbuffer waardoor u de machine één keer een origineel laat scannen en vervolgens de gescande afbeelding tot 999 kunt afdrukken. Dit verhoogt de werksnelheid, reduceert de ruisfactor van de machine en vermindert slijtage van het scanmechanisme, hetgeen leidt tot een hogere betrouwbaarheid.
Laserprinterfunctie
• De bijgeleverde printer driver kan worden geïnstalleerd om de machine te gebruiken als printer. (Raadpleeg de bijgeleverde software installatiehandleiding voor meer informatie.)
Kleurenscannerfunctie
Wanneer u de bijgeleverde scanner driver installeert en de machine aansluit op een computer via een USB-kabel, kunt u de machine gebruiken als scanner. (Raadpleeg de bijgeleverde software installatiehandleiding voor meer informatie.)
Netwerkaansluiting (optie)
• De optioneel verkrijgbare netwerkuitbreidingskit kan geïnstalleerd worden om het apparaat als een netwerkprinter en netwerkscanner te kunnen gebruiken. (Gebruiksaanwijzing van netwerkuitbreidingskit)
Milieu- en gebruiksvriendelijk ontwerp
• De machine is voorzien van voorverwarming en stroom uitschakelfuncties om het stroomverbruik te minimaliseren wanneer de machine niet wordt gebruikt.
• Het universele ontwerp van de machine maakt het gebruik ervan eenvoudig, zelfs voor onervaren gebruikers.
7
Page 10
1
Dit hoofdstuk bevat belangrijke basisinformatie die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Hoodfstuk 1
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
1
17
1
6
5
15
16
14
1
Origineel toevoerklep (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd) /origineelklep (wanneer de origineelklep is geïnstalleerd)
Open deze klep om originelen op de origineelplaat te plaatsen. (p.18)
2
Origineelplaat
Plaats hier de originelen die u wilt scannen met de kopiezijde naar beneden. (p.18)
3
Handgrepen
Worden gebruikt bij het verplaatsen van de machine.
4
Hoofdschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de machine aan en uit te zetten. (p.12)
5
Bedieningspaneel
Bevat bedieningstoetsen en indicatorlampjes. (p.10)
6
Kopie-uitvoerlade
Kopieën en afdrukken komen in deze lade terecht.
7
Voorklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren (p.65, p.70)
2
3
4
7
8
8
Papierladen
Elke lade kan 250 vellen papier bevatten. (p.14)
9
Zijklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren. (p.64, p.73)
10
Zijklep handgreep
Opentrekken om zijklep te openen.) (p.64)
11
Papiergeleiders van de handinvoerlade
Pas deze aan de breedte van het papier aan. (p.15)
12
Handinvoerlade
Speciaal papier (zoals transparante film) kunnen in de handinvoerlade worden ingevoerd. (p.
13
Verlenging van de handinvoerlade
Trek de verlenging uit bij grote papierformaten zoals B4 en A3 (8-1/2" x 14" en 11" x 17"). (p.15)
14
Laderreiniger
Gebruik deze voor de reiniging van de transportlader (p.73)
15
USB 1.1 poort
Aansluiting voor computer om de scanner- en printerfuncties te gebruiken. (Software installatiehandleiding)
11
12 13
15,
3
9
10
p.26)
8
Page 11
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
24
25
16
Parallel poort
Aansluiting voor computer om de printerfunctie te gebruiken. (Software installatiehandleiding)
17
USB 2.0 (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Aansluiting voor computer om de scanner- en printerfuncties te gebruiken. (Software installatiehandleiding)
18
Origineelinvoerlade (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Plaats hier de originelen die u wilt scannen met de kopiezijde naar boven. Kan tot 40 originelen bevatten.
19
Origineelgeleiders (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Pas deze aan het formaat van de originelen aan.
20
Klep van de invoerrol (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Open deze klep om vastgelopen originelen te verwijderen. (p.63)
21
Rechter zijklep (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Open deze klep om vastgelopen originelen te verwijderen. (p.63)
22
Uitvoergedeelte (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
De originelen worden hier uitgevoerd na het kopiëren/scannen.
23
Omkeerlade (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Trek deze klep open om vastgelopen originelen te verwijderen. (p.64)
24
Ontgrendelhendel van de tonercartridge
Vervang de tonercartridge door deze hendel in te drukken en de tonercartridge uit te trekken.
19
26 27
2018
22 23
2928
25
Tonercartridge
21
Bevat de toner. (p.70)
26
Draaiknop van de rollen
Draai deze knop om vastgelopen papier te verwijderen. (p.65, p.66)
27
Ontgrendelingen van de fuseereenheid
Druk op deze ontgrendelingen om vastgelopen papier uit de fuseereenheid te verwijderen. (p.66)
Waarschuwing
De fuseereenheid is heet. Raak de fuseereenheid niet tijdens het verwijderen van vastgelopen papier. Dit kan brandwonden of letsel veroorzaken.
28
Fotogeleidende drum
Kopieerafbeeldingen worden gevormd op de fotogeleidende drum.
29
Papiergeleider van de fuseereenheid
Open deze geleider om vastgelopen papier te verwijderen.
Opmerking
De modelbenaming kunt u vinden op de voorklep van de machine.
1
9
Page 12
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEEL
12 34 56
1
2
AR-M160
1 2 3
(Allen bij de
4
AR-M205)
5 6
29
1
SCANMENU-toets
26
Dit menu wordt gebruikt om te scannen via de bijgeleverde Knoppenbeheersoftware. (p.41)
2
SCAN-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om de scannerfunctie van de machine te activeren en te scannen via de bijgeleverde Knoppenbeheersoftware.
(p.39)
De indicator knippert gedurende het scannen en tijdens de overdracht van de scangegevens.
3
ON LINE-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om te switchen tussen de on line en off line functie van de machine. De indicator licht op wanneer de machine on line is en gaat uit bij de off line stand. De indicator knippert wanneer de machine afdrukgegevens ontvangt en wanneer het afdrukken in de pauzestand staat. (p.39)
4
ORIGINEEL NAAR KOPIE-toets en -indicators (alleen bij de AR-M205)
Druk op deze toets om de enkelzijdige of dubbelzijdige kopieerfunctie te selecteren. (p.28)
Dubbelzijdig kopiëren vanaf enkelzijdige
originelen.
Dubbelzijdig kopiëren vanaf dubbelzijdige
originelen.
Enkelzijdig kopiëren vanaf dubbelzijdige
originelen.
5
BOEK KOPIEER-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om afzonderlijke kopieën te maken van twee pagina's van een open boek of andere originelen met twee pagina's. (p.30)
6
X/Y-ZOOM-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk te wijzigen. (p.24)
7
SORTEREN/GROEPEREN-toets ( / ) en
-indicator (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Druk op deze toets om de functies "SORTEREN" of "GROEPEREN" te selecteren. (p.32)
8
ORIGINEEL GEGEVENS-indicator ( ) (wanneer
DATA
het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Deze indicator knippert wanneer het geheugen vol raakt met scangegevens van de origineelafbeelding. (p.33, p.35)
9
2-IN-1 / 4-IN-1-toets (
/
) en indicators (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Druk op deze toets om de functie "2 IN 1" of "4 IN 1" te selecteren. (p.34)
10
WIS-toets ( / ) en indicators (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Druk op deze toets om de functies "KANTLIJNVERWIJDERING", "BINNENKANTLIJNVERWIJDERING" of "KANTLIJN + BINNENKANTLIJNVERWIJDERING" te selecteren. (p.37)
11
KANTLIJNVERSCHUIVING-toets( ) en
-indicator (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Hiermee kunt u de tekst of de afbeelding op de kopie verschuiven om een vaste marge in de kantlijn van de kopie vrij te maken. (p.36)
12
AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO-toets ( / / ) en -indicators
AUTO
Met deze toets kunt u de volgende belichtingsfuncties selecteren: "AUTOMATISCHE", "HANDMAT" of "FOTO". (p.21)
13
ACCOUNT WIS-toets ( )
ACC.#-C
Hiermee sluit u een geopend account. (p.51)
14
AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE-indicator ( )
AUTO
Wanneer deze indicator oplicht wordt het papier met het juiste formaat automatisch geselecteerd afhankelijk van het formaat van het origineel en de geselecteerde kopieerfactor. (p.19)
15
Waarschuwingsindicators
[ ] Onderhoud-vereist-indicator (p.62) [ ] Tonercartridge-vervangingsindicator (p.62) [ ] Ontwikkelaar vervangingsindicator
(p.62) [ ] Papier-bijvulindicator (p.62) [ ] Papierstoring-indicator (p.62)
10
Page 13
7 8
9
10 11 12
13 14 15 16
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
18 19 20 21
17
EXTRA
ENTER
A3 A4 A4 A5 B4
AUTO
AUTO
%
DATA
16
ENERGIEBESPARING-indicator ( )
ACC.#-C
AUTO
135
22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Deze licht op wanneer de machine in de energiebesparingsfunctie staat. (p.12)
17
Display
Toont het aantal ingestelde kopieën, de kopieerfactor, gebruikersprogrammafunctie of instelcode, of een foutcode wanneer er een fout optreedt. Wanneer de [SCAN] toets
()
wordt ingedrukt om de scanfunctie te openen, toont de display de gebruikte communicatiepoort (U_1 voor USB 1.1 of U_2 voor USB 2.0). Wanneer de Knoppenbeheersoftware wordt gebruikt, toont de display een programmanummer. (p.22, p.39, p.47)
18
Kopieerfactordisplay-toets ( )
Houd deze toets ingedrukt wanneer de machine niet wordt gebruikt om de kopieerfactor in de display weer te geven. (p.24)
19
ZOOM-indicator
Deze gaat branden wanneer er een zoomfactor is ingesteld. (p.24)
20
Zoomtoetsen ( , ) Deze worden gebruikt om de kopieerfactor te verkleinen of
te vergroten van 25% tot 400% in stappen van 1%. (p.24)
21
ONDERBREKING-toets ( ) en -indicator
Onderbreekt het kopiëren. (p.31)
22
Licht- en donkertoetsen ( , ) en belichtingsniveau-indicators
Deze toetsen worden gebruikt om het belichtingsniveau van HANDMAT of FOTO aan te passen. (p.21)
23
ORIGINEELFORMAAT INSTEL-toets ( ) en ORIGINEELFORMAAT-indicators
ENTER
Gebruik deze toets om het formaat van het origineel in te stellen. (p.16) De geselecteerde origineelformaat-indicator zal gaan branden.
24
PAPIERFORMAAT-indicators
Deze gaan branden wanneer het papierformaat is geselecteerd. (p.16)
25
PAPIERFORMAATINSTEL-toets ( )
Gebruik deze toets om het papierformaat in de papierladen in te stellen. (p.16)
26
SPR/RSPF-indicator (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Deze gaat branden wanneer de originelen in de origineelinvoerlade zijn ingesteld. (p.19)
25 400%
ZOOM
200
% 141 122 115
100
%
86 81 70 50
%
READ-END
27
PAPIERLADEKEUZE-toets ()
INTERRUPT
Met deze toets kunt u handmatig een papierlade selecteren. (p.21)
28
AUTO IMAGE-toets ( ) en -indicator
AUTO
%
Druk op deze toets om automatische kopieerfactorselectie te activeren. (p.22)
29
Papierinvoerbronindicators/ papierstoringsplaats-indicators
De geselecteerde papierinvoerbron wordt aangegeven door de brandende indicator( ). (p.21)
De hoofdlocatie van het vastgelopen papier wordt aangegeven door een knipperende rode indicator ( ). (p.63)
30
VASTE KOPIEERFACTOR-keuzetoetsen ( en -indicators
Gebruik deze toetsen om de vaste kopieerfactor voor verkleining/vergroting te selecteren. (p.23)
31
[] toets
Gebruik deze toets om het aantal gescande pagina’s te controleren. (p.71)
32
Cijfertoetsen
Gebruik deze toetsen om het gewenste aantal kopieën te selecteren of om een gebruikersprogramma in te voeren. (p.22)
Houd de [0] toets ingedrukt om het totale aantal pagina’s van de kopie-uitvoer van de machine weer te geven. (p.71)
33
STOP LEZEN-toets ( )
Druk op deze toets om het totale aantal gemaakte kopieën te controleren (p.71). Voor het starten met afdrukken nadat het origineel is gescand voor tweezijdige kopieën of andere kopieën waarmee de origineelplaat wordt gebruikt. (p.28, p.33, p.34)
34
START-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om het kopiëren te starten (p.18). Druk ook op deze toets om de "automatische uitschakelfunctie" te verlaten en een gebruikersprogramma in te stellen. Kopiëren is mogelijk wanneer deze indicator brandt.
35
WIS ALLES-toets ( )
Wist alle geselecteerde instellingen en herstelt de begininstellingen van de machine. (p.12)
36
WIS-toets ( )
Wist het aantal kopieën in de display of beëindigd een kopieeropdracht.
1
,
)
11
Page 14
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN
Begininstellingen
De machine gebruikt de begininstellingen wanneer deze voor het eerst wordt aangezet, wanneer de [ALLES WISSEN]-toets ( ) wordt ingedrukt en na ongeveer 1 minuut nadat de laatste kopie, ongeacht in welke functie, is gemaakt.
Kopieerfactor
: 100%,
Belichting
: Automatisch
Aantal kopieën
: 0,
Alle speciale kopieerfuncties
: Uit
Automatisch papierkeuze
: Aan,
Papierinvoerstation
: De geselecteerde "Standaard papierlade-instelling" in de gebruikersprogramma's.(p.46)
De hoofdschakelaar bevindt zich aan de linkerkant van de kopieermachine.
INSCHAKELEN
Zet de hoofdschakelaar op "ON".
Het duurt ongeveer 45 seconden voordat de machine is opgewarmd. Terwijl de machine bezig is met opwarmen, zal de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) knipperen. (Als de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) uitgaat is de machine klaar
om te kopiëren.) Desondanks kunt u tijdens het opwarmen van de machine de gewenste instellingen invoeren en op de [START]-toets ( ) drukken. Het kopiëren wordt dan gestart nadat de machine is opgewarmd.
Opmerking
• Het apparaat keert terug naar de begininstellingen wanneer dit voor het eerst wordt ingeschakeld, wanneer de [WIS ALLES]-toets ( ) wordt ingedrukt of wanneer geen toetsen worden ingedrukt voor de vooringestelde "Automatische wisfunctie" tijd volgend op het eind van een kopieertaak. Wanneer het apparaat naar de begininstellingen terugkeert, zullen alle instellingen en functies die tot aan dat punt geselecteerd werden geannuleerd worden. De "Automatische wisfunctie" tijd kan veranderd worden in de gebruikersinstellingen. (p.44)
• De machine is aanvankelijk ingesteld om automatisch over te gaan op de energiebesparingsfunctie wanneer deze gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt voor kopiëren, afdrukken of scannen. Deze instelling kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.44)
UITSCHAKELEN
Verzeker u ervan dat de machine uitstaat en zet vervolgens de hoofdschakelaar op "OFF".
Wanneer de kopieermachine wordt uitgeschakeld terwijl deze in bedrijf is, kan er een papier storing optreden en wordt de kopieertaak van dat
moment geannuleerd. Voer de onderstaande controles uit om er zeker van zijn dat de machine niet in bedrijf is:
De START-indicator brandt. (Beginstand)
De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) brandt. ("Voorverwarmingstijd" of "Automatische uitschakel"-functie)
Energiebesparingsfuncties
De machine is voorzien van twee energiebesparingsfuncties om het totale stroomverbruik te verminderen en op die manier de kosten te beperken. Bovendien behoudt deze energiebesparing de natuurlijke bronnen en helpt milieuvervuiling te verminderen. De twee energiebesparingsfunctie zijn "Voorverwarmingstijd" en "Automatische uitschakelfunctie".
Voorverwarmingstijd
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een lager stroomverbruik wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) gaat branden, maar de toetsen op het bedieningspaneel kunnen nog wel worden gebruikt. De normale werking wordt automatisch hervat wanneer er een toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt, een origineel wordt geplaatst, of een afdrukopdracht wordt ontvangen.
Automatische uitschakelfunctie
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een nog lager stroomverbruik dan bij de voorverwarmfunctie wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. Alle lampjes gaan uit, behalve de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) en de ON LINE-indicator ( ). Druk op de [Start]-toets ( ) om de normale werking te hervatten. De normale werking wordt ook automatisch hervat wanneer er een afdrukopdracht wordt ontvangen of er wordt gescand vanaf een computer. Wanneer de machine in de automatische uitschakelfunctie staat, kunnen geen van de toetsen worden gebruikt (met uitzondering van de [START]-toets ( )).
Opmerking
De activering van de voorverwarmingsfunctie en de "Automatische uitschakeltijd" kunnen worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. Wij raden u aan deze tijden aan te passen aan het gebruik van de machine op uw locatie. (p.44)
12
Page 15
PAPIER BIJVULLEN
De papier bijvulindicator ( ) zal gaan branden wanneer er geen kopieerpapier meer in het geselecteerde papierinvoerstation aanwezig is, of wanneer de geselecteerde papierlade niet of onjuist is geïnstalleerd.
PAPIER
Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurd papier te gebruiken.
Type papierlade Papiersoort Formaat Gewicht Capaciteit
Papierlade 250-vel papier invoereenheid 2x250-vel papier invoereenheid
Handinvoerlade Standaardpapier
Standaardpapier Gerecycleerd papier
Gerecycleerd papier
Dik papier Transparante film
Etiketten Enveloppen International DL
1
A5* B5 A4 B4 A3 (5-1/2" x 8-1/2" (8-1/2" x 11" (Letter)) (8-1/2" x 13" (Foolscap)) (8-1/2" x 14" (Legal)) (11" x 17" (Ledger))
A6R tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" (Invoice) tot 11" x 17" (Ledger))
(110 mm x 220 mm) International C5 (162 mm x 229 mm) Commercial 9 (3-7/8" x 8-7/8") Commercial 10 (4-1/8" x 9-1/2")
1
*
(Invoice))
56 g/m (15 lbs. tot 24 lbs.)*
56 g/m (15 lbs. tot 20 lbs.)
Max. 200 g/m2 (54 lbs.)
2
tot 90 g/m
2
tot 80 g/m
2
2
*
250 vel
2
(Vul papier bij tot onder de streep op de lade)
2
100 vel
Laad vellen van dit papier één voor één in de handinvoerlade.
5 vel
3
*
1
*1A5 (5-1/2" x 8-1/2") kan uitsluitend in de bovenste papierlade en niet in de andere laden worden geplaatst (ook niet in de
optionele papiertoevoereenheid).
2
Verwijder de kopieën uit de papier uitvoerlade nadat er ongeveer 100 pagina’s zijn afgedrukt wanneer u grote aantallen
*
kopieën afdrukt op papier van 90 dat de uitvoerlade deze niet goed opstapelt.
3
Het aantal vellen papier dat kan worden geplaatst hangt af van het gewicht van het papier.
*
2
g/m
(24 lbs.). Wanneer u meer dan 100 pagina’s van dit soort papier uitvoert, kan het zijn
Speciaal papier
Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier.
Gebruik SHARP goedgekeurde transparante film en etiketvellen. Gebruik van papier dat niet door SHARP is goedgekeurd kan leiden tot papierstoringen of vlekken op de kopieën. Wanneer u papier gebruikt dat niet door SHARP is goedgekeurd, plaats dan één vel per keer met behulp van de handinvoerlade (probeer niet continu te kopiëren of af te drukken met dit soort papier)
Er zijn veel verschillende soorten papier op de markt en niet elke papiersoort kan in deze machine worden gebruikt. Neem contact op met uw service leverancier voordat u speciaal papier gaat gebruiken.
Maak eerst een testkopie met het speciale papier om te controleren of dit geschikt is voordat u papier dat niet is goedgekeurd door SHARP gaat gebruiken.
13
Page 16
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
PAPIER BIJVULLEN
Zorg ervoor dat de machine niet bezig is met kopiëren of afdrukken en volg daarna de onderstaande stappen om het papier bij te vullen.
Papierlade bijvullen
Til de lade iets op en trek deze uit tot
1
aan het eindpunt.
Druk de drukplaat naar beneden totdat
2
deze vastklikt.
Druk de drukplaat in het midden naar beneden totdat deze vastklikt.
Waai het papier los.
3
Wanneer het papier niet wordt losgewaaid is er kans op dubbele vel invoer of papierstoringen.
Druk de papierlade weer voorzichtig
5
terug in de machine.
Opmerking
Raadpleeg het hoofdstuk "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN" (p.16) wanneer het papierformaat verschilt van de eerdere papierstapel in de lade.
Plaats het papier in de lade.
4
Opmerking
• Maak de stapel niet hoger dan de streep op de lade (tot 250 vellen).
• Zorg ervoor dat de papierstapel onder het uitsteeksel aan de rechterkant van de lade blijft.
• Controleer of de papierstapel recht ligt alvorens deze te laden. Wanneer u papier aan een bestaande stapel wilt toevoegen, haal dan de bestaande stapel uit de lade, voeg het papier toe en plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de lade.
14
Page 17
Handinvoerlade bijvullen
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Trek de handinvoerlade uit.
1
Trek de verlenging van de handinvoerlade uit wanneer u grote formaten zoals A3 en B4 (8-1/2" x 14" en 11" x 17") wilt invoeren.
Pas de papiergeleiders aan de breedte
2
van het papier aan.
Plaats het papier (afdrukzijde naar
3
beneden) helemaal in de handinvoerlade.
Controleer nogmaals of de papiergeleiders aan de breedte van het papier zijn aangepast om papierstoringen te voorkomen.
Opmerking
Druk op de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) nadat u het papier hebt geplaatst om de handinvoerlade te selecteren. De handinvoerlade wordt niet automatisch geselecteerd.
1
Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de handinvoerlade
• U kunt tot 100 vellen standaard kopieerpapier in de handinvoerlade plaatsen.
• Zorg ervoor dat u de papierformaten A6, A5 of 5-1/2" x 8-1/2" of enveloppen horizontaal plaatst zoals afgebeeld in het onderstaande diagram ( ).
• Zorg er bij het plaatsen van enveloppen voor dat deze glad en vlak zijn en, afgezien van de sluitklep, geen losse lijmdelen bevatten.
• Speciaal papier, met uitzondering van SHARP goedgekeurde transparante film, etiketten en enveloppen moeten één vel per keer in de handinvoerlade worden geplaatst.
• Wanneer u papier wilt toevoegen, haal dan eerst het reeds geplaatste papier uit de handinvoerlade, voeg dit aan de nieuwe stapel toe en plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de handinvoerlade. Het papier dat wordt toegevoegd moet van hetzelfde formaat zijn.
• Gebruik geen papierformaat dat kleiner is dan het origineel. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
• Gebruik geen papier dat is bedrukt door een laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
15
Page 18
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Enveloppen
Gebruik niet de onderstaande envelopsoorten. Dit zal leiden tot papierstoringen.
• Enveloppen met metalen plaatjes, gespen, linten, gaten of schermen.
• Enveloppen met ruwe vezels, carbonpapier of gladde oppervlakken.
• Enveloppen met twee of meer flappen.
• Enveloppen met plakband, folie of waarbij er papier aan de flap is bevestigd.
• Enveloppen met een vouw in de flap.
• Enveloppen met lijm aan de flap die moet worden natgemaakt om de enveloppen te sluiten.
• Enveloppen met etiketten of postzegels.
• Enveloppen die enigszins zijn gevuld met lucht
• Enveloppen met lijm die buiten het lijmgedeelte uitsteekt.
• Enveloppen waarbij een deel van het lijmgedeelte loslaat.
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN
Volg de onderstaande stappen om het papierformaatinstelling van een lade te wijzigen.
Opmerking
Houd de [PAPIERFORMAAT
1
INSTEL]-toets ( ) gedurende meer dan vijf seconden ingedrukt om het
• De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd wanneer de machine tijdelijk is gestopt als gevolg van papiertekort, papierstoring of tijdens een onderbreking van het kopiëren.
• Tijdens het afdrukken (zelfs in de kopieerfunctie) kan de papierformaatinstelling niet worden gewijzigd.
• Het papierformaat A5 (5-1/2" x 8-1/2") kan alleen worden geselecteerd voor de bovenste papierlade.
• Plaats geen papier met een ander formaat dan de papierformaatinstelling. Anders is kopiëren niet mogelijk.
Gebruik de [ORIGINEELFORMAAT
3
INSTEL]-toets ( ) om het
papierformaat te selecteren. geselecteerde papierformaat in te stellen.
De huidig geselecteerde papierinvoerbron-indicator gaat knipperen en de bijbehorende papierformaat-indicator (die op dat moment is ingesteld) gaat ononderbroken branden. Alle andere indicators gaan uit.
ENTER
De indicator van het geselecteerde papierformaat gaat branden.
Gebruik de
2
[PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om de papierlade te selecteren waarvan u de papierformaatinstelling wilt wijzigen.
Elke keer wanneer de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) wordt ingedrukt wordt er een papierlade aangegeven met een knipperende papierinvoerbron-indicator.
16
Page 19
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Druk de grendelhendel van de voorste
4
geleider samen en schuif de voorste geleider zodat deze aansluit bij de breedte van het papier. Plaats vervolgens de linker geleider in de juiste groef op de lade.
Linker geleider
Voorgeleider
• De voorste geleider is een schuifgeleider. Neem de vergrendelknop op de geleider en schuif de geleider naar de indicatorlijn van het te laden papierformaat.
• De linker geleider is een invoeggeleider. Verplaats deze naar de indicatorlijn van het te laden papierformaat.
• Bewaar de linker geleider in de uitsparing aan de linker voorkant van de papierlade wanneer u uitsluitend A3 (11" x 17") papierformaat gaat gebruiken.
Belangrijke punten wanneer u de printerfunctie gebruikt
• Zorg ervoor dat de papierladeinstelling overeenkomt met de papierladeinstelling in de printer driver. Wanneer de papierlade bijvoorbeeld is ingesteld op A4R (8-1/2" x 11"R), stel dan de "Papierformaat instelling" in op "A4-R" ("Letter-R"). Raadpleeg “DE PRINTER DRIVER CONFIGUREREN” (p.11) in de “Software installatiehandleiding” voor meer informatie.
• Wanneer het tweevoudig functieboard niet is geïnstalleerd, zal het afdrukken niet correct plaatsvinden wanneer het papierformaat in de lade is ingesteld op A4R (8-1/2" x 11"R). Specificeer de lade die moet worden gebruikt en stel het papierformaat van deze lade in de printer driver in op A4R (8-1/2" x 11"R) om onjuiste afdrukken te voorkomen bij een papierformaatinstelling van A4R (8-1/2" x 11"R).
1
Druk op de [START]-toets ( ) en
5
vervolgens op de [PAPIERFORMAAT INSTEL]-toets ( ).
Herhaal de stappen 2 en 3 nadat u op de [START] toets ( ) hebt gedrukt om de papierformaatinstelling van een andere papierlade te wijzigen.
Opmerking
Plaats het papierformaatetiket voor het geselecteerde papierformaat in stap 3 op de etiketpositie aan de rechterzijde van de lade.
17
Page 20
2
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de basiskopieerfuncties zoals normaal kopiëren, verkleinen of vergroten en aanpassing van de belichting.
NORMAAL KOPIEREN
Dit gedeelte beschrijft hoe u een normale kopie kunt maken. Voer uw 3-cijferig accountnummer in wanneer de "Accountregeling" is geactiveerd (p.51).
Kopiëren vanaf de origineelplaat
Hoofdstuk 2
KOPIEERFUNCTIES
Open de origineelklep/SPF/RSPF en
1
plaats het origineel.
Plaats het origineel op de kopieerplaat met de kopiezijde naar beneden. Leg het origineel binnen de juiste schaalverdeling.
Opmerking
Originelen met afmetingen tot A3 (11" x 17") kunnen op de origineelplaat worden geplaatst.
Druk op de [ORIGINEELFORMAAT
3
INSTEL]-toets ( ) en selecteer het origineelformaat.
Verzeker u ervan dat de PAPIERFORMAAT-indicator gaat branden. Als deze indicator niet brandt, is er geen lade met hetzelfde
papierformaat. Plaats papier van het vereiste formaat in de lade of selecteer [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om te kopiëren via de handinvoerlade. De handinvoerlade moet handmatig worden geselecteerd.
Om kopieën te maken op papier van een ander formaat dan
het origineel, selecteert u het papier met de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ).
Stel het aantal kopieën in.
4
ENTER
Nadat het origineelformaat is geselecteerd zal de lade met hetzelfde formaat papier automatisch worden geselecteerd.
Sluit de origineelklep/SPF/RSPF
2
18
Druk op de [START]-toets ( ) om het
5
kopiëren te starten.
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
De kopie-uitvoerlade kan tot 250 vel papier bevatten.
Ongeveer een minuut nadat het kopiëren is beëindigd, wordt de "Automatische wisfunctie" geactiveerd waardoor alle kopieerinstellingen weer terug worden gezet naar de begininstelling (p.12). De instellingen voor "Automatische terugsteltijd" kunnen worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.44)
Druk op [WIS]-toets ( ) om het kopieerproces te onderbreken.
Page 21
Kopiëren vanaf de SPF/RSPF
KOPIEERFUNCTIES
Verzeker u ervan dat het origineel niet
1
achterblijft op de kopieerplaat. Sluit de SPF/RSPF.
Pas de origineelgeleiders aan het
2
origineelformaat aan.
Plaats het origineel (of de originelen)
3
met de kopiezijde naar boven in de origineelinvoerlade.
Plaats het origineel zo ver mogelijk in de origineelinvoerlade. Wanneer het origineel is ingesteld, zal de SPF/RSPF-indicator gaan branden.
De ORIGINEELFORMAAT-indicator die overeenkomt met het formaat van het origineel zal gaan branden.
Verzeker u ervan dat de PAPIERFORMAAT-indicator gaat branden. (Wanneer automatisch dubbelzijdig kopiëren wordt ondersteund.)
Verzeker u ervan dat de PAPIERFORMAAT-indicator brandt.
Als deze indicator niet brandt, is er geen lade met hetzelfde papierformaat. Plaats papier van het vereiste formaat in de lade of selecteer [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om te kopiëren via de handinvoerlade.
De handinvoerlade moet handmatig worden geselecteerd.
Om kopieën te maken op papier van een ander formaat dan het origineel, selecteert u het papier met de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ).
Druk op de [START]-toets ( ) om het
5
kopiëren te starten.
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade. De standaard uitvoermodus voor het kopiëren van de SPF/RSPF is de sorteermodus (p.33). De standaard uitvoermodus kan veranderd worden met behulp van "Autom. selectie sorteren" in de gebruikersprogramma's (p.46).
Opmerking
De kopie-uitvoerlade kan tot 250 vel papier bevatten.
Ongeveer een minuut nadat het kopiëren is beëindigd, wordt de "Automatische terugstelfunctie" geactiveerd waardoor alle kopieerinstellingen weer terug worden gezet naar de begininstelling (p.12). De instellingen voor "Automatische terugsteltijd" kunnen worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.44)
• Druk op [WIS]-toets ( ) om het kopieerproces te onderbreken.
• Open eerst de klep van de invoerrol en verwijder het origineel als u het moeilijk vindt om het origineel uit de origineelinvoerlade te verwijderen. Wanneer u het origineel verwijdert zonder de klep van de invoerrol te openen, kan het origineel bevuild raken.
2
Opmerking
Stel het aantal kopieën in.
4
Plaats geen originelen van verschillende formaten in de origineelinvoerlade. Dit kan leiden papierstoringen.
19
Page 22
KOPIEERFUNCTIES
Automatisch papierkeuze
Wanneer de AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE-indicator ( ) brandt is de “automatische papierkeuzefunctie” geactiveerd. Deze functie selecteert automatisch papier met hetzelfde formaat als het origineel (A5, B5, B5R, A4, A4R, B4, A3 (5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2 x 13", 8-1/2" x 14" en 11" x 17")). papierkeuze" kan worden uitgezet in de gebruikersprogramma’s. (p.45)
• De papierformaten die kunnen worden geladen verschillen per land en regio.
• Wanneer er een zoominstelling wordt ingesteld nadat er een origineel is geplaatst, zal het papierformaat dat overeenkomt met de zoominstelling automatisch worden geselecteerd.
• "Automatische paperkeuze" wordt geannuleerd wanneer de automatische kopieerfactorselectie is geactiveerd (p.22) of wanneer er een papierlade wordt geselecteerd met de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ). De automatische papierkeuze wordt hervat wanneer de [WIS ALLES]-toets ( ) wordt ingedrukt of wanneer de "Automatische wisfunctie" wordt geactiveerd.
AUTO
"Automatische
Verwijderen van de origineelklep
Verwijder de origineelklep om kopieën te maken van grote originelen, zoals bijvoorbeeld kranten. Til de origineelklep recht omhoog zoals getoond op de afbeelding. Om de origineelklep weer te plaatsen doet u het tegenovergestelde. De SPF/RSPF kan niet worden verwijderd.
Het kopiëren van boeken of originelen met vouwen of kreukels
Druk tijdens het kopiëren op de origineelklep/SPF/RSPF zoals op de afbeelding. Wanneer de origineelklep/SPF/RSPF niet volledig gesloten is kunnen er schaduwen ontstaan op de kopie of kan de afdruk vaag zijn. Alvorens de originelen te plaatsen de vouwen of kreuken goed gladstrijken.
Originelen die kunnen worden gebruikt in de SPF/RSPF.
Originelen met de formaten A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17") en 56 g/m tot 24 lbs.) kunnen worden gebruikt. Er kunnen maximaal 40 pagina's in een keer worden geplaatst. Voor originelen van het formaat B4 (8-1/2" x 14") of groter (B4, A3 (8-1/2" x 14", 11" x 17")), kunnen er maximaal 30 pagina’s in één keer worden geplaatst.
Opmerking
• Verzeker u ervan dat er geen paperclips of nietjes in de originelen aanwezig zijn.
• Strijk gekreukte originelen glad voordat u deze in de origineelinvoerlade plaatst. Gekreukte originelen kunnen papierstoringen veroorzaken.
• Controleer nauwkeurig de positie van de marges wanneer u gebruikmaakt van de kantlijnverschuiving. (p.36)
2
tot 90 g/m2. (15 lbs.
Originelen die niet kunnen worden gebruikt in de SPF/RSPF
De onderstaande originelen kunnen niet worden gebruikt. Dit kan leiden tot papierstoringen, vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
• Projecties, blauwdrukpapier, ander transparant of doorschijnend papier en foto’s.
• Carbonpapier, thermisch kopieerpapier.
• Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of gescheurd.
• Gelijmde originelen, uitgesneden originelen.
• Originelen met ringbandgaten.
• Originelen die zijn afgedrukt met een inktlint (thermal transfer print), originelen op thermaal afdrukpapier.
20
Ononderbroken-invoerfunctie
Wanneer de "Ononderbroken-invoerfunctie" is geactiveerd in de gebruikersprogramma's (p.44), zal de SPF/RSPF-indicator gedurende ongeveer 5 seconden knipperen nadat de originelen zijn ingevoerd. Wanneer er op dat moment een nieuw origineel in de SPF/RSPF worden geplaatst, wordt het origineel automatisch ingevoerd en zal het kopiëren starten.
Page 23
KOPIEERFUNCTIES
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN
Automatische belichtingsafstelling is vanaf het begin geactiveerd. Deze functie stelt automatisch het beeld van de kopie gelijk aan dat van het origineel. Volg de onderstaande stappen om zelf het belichtingsniveau te selecteren. (U kunt kiezen uit twee origineelsoorten en vijf belichtingsniveau’s voor elk origineeltype). Het belichtingsniveau in de automatische belichtingafstelling kan ook worden gewijzigd. (""DE AUTOMATISCHE BELICHTINGSFUNCTIE AANPASSEN"" (p.42))
Origineelltypen
AUTOMATISCHEAutomatische belichtingafstelling wordt geactiveerd en de belichting wordt automatisch
aangepast aan het origineel dat wordt gekopieerd. De belichting wordt verminderd voor gekleurde gebieden en achtergrondschaduwen.
HANDMAT ... De belichting wordt vermeerderd voor lichte gebieden en verminderd voor donkere gebieden
zodat tekst gemakkelijker te lezen is.
FOTO........... Halftinten in de foto worden helderder weergegeven.
Druk op de
1
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-toets ( / / ) om het origineeltype te
AUTO
selecteren.
Houd de HANDMAT-toets ingedrukt en wacht totdat de HANDMAT-indicator ( ) gaat branden om de belichting van de originele tekst handmatig aan te passen. Druk op FOTO-toets en wacht totdat de FOTO-indicator ( ) gaat branden om een foto te kopiëren.
Opmerking
AUTO
Houd de automatische-toets ingedrukt en wacht totdat de AUTOMATISCHE-indicator ( ) gaat branden om de automatische
AUTO
aanpassing te selecteren.
Druk op de [Licht]-toets ( ) of de
2
[Donker]-toets ( ) om de belichting aan te passen.
Druk op de [Donker]-toets ( )
AUTO
Opmerking
135
Belichtingswaarden richtlijnen
1 - 2 Donkere originelen zoals kranten 3 Normale originelen 4 - 5 Gekleurde tekst of tekst geschreven
met potlood
om de afbeelding donkerder te maken. Druk op de [Licht]-toets ( ) om de afbeelding lichter te maken. Wanneer de belichtingsniveau’s 2 of 4 worden geselecteerd, zullen de twee indicators gaan branden.
PAPIERLADEKEUZE
De automatische papierkeuzefunctie (p.20) werkt normaal (tenzij deze functie is gedeactiveerd) en wanneer het origineel dus op de origineelplaat is geplaatst en het origineelformaat is geselecteerd, of wanneer het origineel in de SPF/RSPF is geplaatst, zal de lade met hetzelfde formaat papier automatisch worden geselecteerd. Druk op de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om de gewenste papierlade te selecteren, wanneer u een andere papierlade wilt gebruiken dan de automatisch geselecteerde lade (bijvoorbeeld wanneer u de kopie wilt verkleinen of vergroten of de handinvoerlade wilt gebruiken).
2
Opmerking
Vervang het papier in de lade met het juiste papierformaat wanneer de gewenste PAPIERFORMAAT-indicator niet gaat branden.
• De automatische kopieerfactorkeuze (p.22) werkt niet wanneer de handinvoerlade of een papierlade voor een speciaal papierformaat is ingesteld.
Automatische papierlade-omschakeling
Wanneer het papier in de papierlade tijdens het kopiëren opraakt en er een andere papierlade met exact hetzelfde papierformaat en invoerrichting (horizontaal of verticaal) aanwezig is, wordt deze lade automatisch geselecteerd en kan het kopiëren doorgaan. "Automatische papierlade-omschakeling" kan worden uitgezet in de gebruikersprogramma's. (p.45)
21
Page 24
KOPIEERFUNCTIES
AUTO
%
AANTAL KOPIEËN INSTELLEN
Druk op de cijfertoetsen om het aantal kopieën in te stellen.
Belangrijke opmerking bij het maken van grote aantallen kopieën
Het maximale aantal kopieën kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.46) Wanneer het maximum aantal pagina's in de papieruitvoerlade (ongeveer 250 pagina’s) is bereikt, zal het kopiëren tijdelijk stoppen. Verwijder
Het ingestelde aantal kopieën verschijnt in de display. U kunt maximaal 999 kopieën (fabrieksinstelling) instellen. Wanneer u een enkele kopie wilt maken is dit mogelijk
wanneer er een "0" op de display verschijnt.
de kopieën en druk op de toets [START] ( ) om het kopiëren te hervatten. Het kopiëren stopt ook na ongeveer 500 en 750 pagina's. Verwijder de kopieën en hervat het kopiëren op dezelfde manier.
Opmerking
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het verkeerde aantal hebt ingevoerd en voer vervolgens het juiste aantal in.
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
De zoomfunctie maakt het mogelijk de kopieerfactor te verkleinen of te vergroten van 25% tot 400% in stappen van 1%. Hieronder worden drie manieren beschreven om kopieën te vergroten en te verkleinen.
Verklein- en vergrootfactoren kunnen automatisch worden geselecteerd met de [AUTO IMAGE]-toets ( ).
"AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE" (onder)
Verklein- en vergrootfactoren kunnen handmatig worden geselecteerd met de [VASTE KOPIEERFACTOR]-toets. ( , ) en/of de [ZOOM]-toetsen ( , ).
"HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE" (p.23)
Voor de horizontale en verticale kopieerfactoren kunnen afzonderlijke instellingen worden geselecteerd.
"HET AFZONDERLIJK SELECTEREN VAN DE HORIZONTALE EN VERTICALE KOPIEERFACTOREN" (p.24)
De selectie van de kopieerfactoren variëren bij plaatsing van het origineel op origineelplaat of in de SPF/RSPF.
Positie van het origineel Mogelijke kopieerfactorkeuze
Origineelplaat 25% - 400%
SPF/RSPF 50% - 200%
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE
Plaats het origineel (of originelen) in de
1
origineelinvoerlade of op de origineelplaat.
Selecteer het origineelformaat
2
wanneer het origineel op de origineelplaat is geplaatst. (p.18)
Opmerking
Automatische factorkeuze kan worden gebruikt met de origineelformaten A5, B5, A4, A4R, B4, A3 (5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x 13", "8-1/2" x 14" of 11" x 17"). De papierformaten die kunnen worden geladen verschillen per land en regio. Voor andere formaten kan de automatische factorkeuze niet worden gebruikt.
22
Gebruik de [PAPIERLADEKEUZE]-toets
3
( ) om de papierlade met het gewenste papierformaat te selecteren.
Deze functie werkt niet wanneer u niet-standaard kopieerpapier of de handinvoerlade gebruikt.
Page 25
KOPIEERFUNCTIES
Druk op de [AUTO IMAGE]-toets ( ).
4
AUTO
%
Stel het aantal kopieën en andere
5
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
Druk nogmaals op de [AUTO IMAGE]-toets ( ) om de automatische
AUTO
%
kopieerfactorkeuze te annuleren.
Opmerking
De AUTO IMAGE-indicator ( ) gaat branden en
AUTO
%
AUTO %
• Wijzig de richting van het geplaatste origineel wanneer de ORIGINEELFORMAAT-indicator knippert.
• Wanneer de kopie wordt gemaakt terwijl de VASTE KOPIEERFACTORKEUZE-indicator knippert, kan de gekopieerde afbeelding van de pagina aflopen.
de factor die overeenkomt met het origineel- en papierformaat wordt geselecteerd. (De indicator van de geselecteerde kopieerfactor gaat branden.)
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE
Kopieën kunnen worden verkleind tot 25% of vergroot tot 400%. U kunt de [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets ( , ) indrukken om snel een keuze te maken uit 8 vooringestelde factoren. Bovendien kunnen de [Zoom]-toetsen ( , ) worden ingedrukt om de kopieerfactor in stappen van 1% te selecteren.
2
Plaats het origineel in de handinvoerlade
1
of op de origineelplaat.
Selecteer het origineelformaat wanneer
2
het origineel op de origineelplaat is geplaatst. (p.18)
Gebruik de [VASTE
3
KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen ( ,
) en de [Zoom]-toetsen ( , ) om de
gewenste kopieerfactor te selecteren.
Een vaste kopieerfactor selecteren
Druk op de [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets ( ) om een bovenliggende vaste kopieerfactor te kiezen. Druk op de [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets ( ) om een onderliggende vaste kopieerfactor te kiezen.
de factor te vergroten of te verkleinen. Houd de [Zoom]-toetsen ( of ) ingedrukt om de zoomfactor snel te verhogen of te verkleinen. Wanneer een [Zoom]-toets ( or ) wordt ingedrukt, zal de ZOOM-indicator gaan branden en de zoomfactor gedurende twee seconden in de display verschijnen.
Opmerking
Houd de [Kopieerfactor display]-toets ( ) ingedrukt om een zoominstelling te controleren zonder de zoomfactor te wijzigen. Wanneer u de toets weer loslaat verschijnt het aantal kopieën weer op de display.
• Wanneer de kopie wordt gemaakt terwijl er een VASTE KOPIEERFACTORKEUZE-indicator of de ZOOM-indicator knippert, kan de gekopieerde afbeelding van de pagina afgelopen. Om er voor te zorgen dat de afbeelding past op de pagina, verlaagt u de kopieerfactor totdat de indicator stopt met knipperen en continu brandt. Wanneer de PAPIERFORMAAT-indicator niet
• brandt, is er geen geschikt papier aanwezig. Plaats geschikt papier in de papierlade (p.14).
Fijnafstelling van de kopieerfactor
Elke factor tussen 25 en 400% kan worden ingesteld (in stappen van 1%).
Druk op een [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets ( or ) om de factor bij benadering in te stellen en druk vervolgens op de [Zoom]-toetsen ( or ) om
Stel het aantal kopieën en andere
4
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
Druk op de [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets ( ) or ) totdat de 100% indicator gaan branden om terug te keren naar een kopieerfactor van 100%.
23
Page 26
KOPIEERFUNCTIES
HET AFZONDERLIJK SELECTEREN VAN DE HORIZONTALE EN VERTICALE KOPIEERFACTOREN
(XY-ZOOM kopiëren)
Met de functie XY-ZOOM kunt u de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk wijzigen.
Voorbeeld:
Opmerking
De factoren die kunnen worden geselecteerd hangen af van de positie van het origineel.
1
Kopie uitsluitend verkleinen in de horizontale afdrukstand.
Orgineel Kopie
• Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met de functies "2-IN-1" of "4-IN-1". (p.34)
• Stel allereerst de BOEK KOPIEER-functie en daarna de XY-ZOOM-functie in om de XY-ZOOM-functie in combinatie met de BOEK KOPIEER-functie te gebruiken.
• De XY-ZOOM-functie kan niet worden gebruikt in combinatie met de AUTO IMAGE-functie.
Positie van het origineel
Origineelplaat 25% - 400%
SPF/RSPF 50% - 200%
Mogelijke
kopieerfactorkeuze
Plaats het origineel (of originelen) in de origineelinvoerlade of op de origineelplaat.
Gebruik de [VASTE
4
KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen ( , ) en de [Zoom]-toetsen ( , ) om kopieerfactor in de verticale
Selecteer het origineelformaat
2
afdrukstand te wijzigen. wanneer het origineel op de origineelplaat is geplaatst. (p.18)
25 400%
Druk op de [XY-ZOOM]-toets ( ).
3
De XY-ZOOM-indicator ( ) gaat branden. De huidige waarde voor de verticale afdrukstand verschijnt op de display.
Druk op een [VASTE KOPIEERFACTOR]­keuzetoets ( or ) om de factor bij benadering in te stellen en druk vervolgens op de [Zoom]-toetsen ( or ) om de factor te vergroten of te verkleinen. De kopieerfactor verschijnt in de display.
24
Druk op de
5
[Kopieerfactordisplay]-toets ( ).
De geselecteerde factor voor de verticale afdrukstand wordt ingevoerd.
Page 27
Gebruik de [VASTE
6
KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen ( , ) en de [Zoom]-toetsen( , ) om kopieerfactor in de horizontale afdrukstand te wijzigen.
Druk op een [VASTE KOPIEERFACTOR]
-keuzetoets ( or ) om de factor bij benadering in te stellen en druk vervolgens op de [Zoom]-toetsen ( or ) om de factor te vergroten of te verkleinen. De kopieerfactor verschijnt in de display.
Druk op de
7
[Kopieerfactordisplay]-toets ( ).
De geselecteerde factor voor de verticale afdrukstand wordt ingevoerd en de display geeft het aantal kopieën weer.
KOPIEERFUNCTIES
2
Stel het aantal kopieën en andere
8
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
• Houd de [Kopieerfactor display]-toets ( ) ingedrukt om de zoomfactoren te controleren. De verticale en horizontale factoren worden afwisselend getoond.
• Druk op de [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen ( , ) en de [Zoom]-toetsen ( om de factoren terug te zetten op de beginstand en opnieuw in te stellen, beginnend met de verticale afdrukstand. (stap 4)
• Druk op de [XY-ZOOM]-toets ( ) om de XY-ZOOM-kopie te annuleren. Als de XY-ZOOM indicator ( ) uitgaat is de functie geannuleerd.
, )
25
Page 28
DUBBELZIJDIG KOPIEREN MET HANDINVOERLADE
Volg de onderstaande stappen om handmatig dubbelzijdige kopieën te maken.
Voorbeeld: Het kopiëren van originelen A en B op elke zijde van één vel papier
Kopieer origineel A.
1
1
Kopie van origineel A
1
Kopie van origineel A
1
Origineel A
1
Origineel A
12
Origineel A
Origineel B
1
Kopie
Draai origineel A om en, zonder de
3
positie van de rand die naar u is gericht te wijzigen, plaatst u deze in de handinvoerlade.
Plaats het papier volledig in de handinvoerlade.
1
Origineel B
1
Origineel B
2
2
1
Kopie van origineel A
1
Kopie van origineel A
Plaats origineel B zoals hieronder
2
afgebeeld.
Origineel in verticale afdrukstand:
Plaats het origineel in
2
Origineel B
2
Origineel B
dezelfde richting als origineel A wanneer het origineel een verticale afdrukstand heeft.
Origineel in horizontale afdrukstand:
Plaats het origineel met de boven- en onderzijde en rechter- en linkerzijde in de tegenovergestelde richting van origineel A.
Opmerking
Selecteer de handinvoerlade met de
4
• Kopieën op de achterzijde van het papier moeten altijd één voor één worden gemaakt met behulp van de handinvoerlade.
• Strijk gekreukte of golvende vellen papier glad voordat u deze gebruikt. Gekruld papier kan papierstoringen, vouwen of afbeeldingen van slechte kwaliteit veroorzaken.
[PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
26
Page 29
AUTOMATISCH DUBBELZIJDIG KOPIEREN
(alleen bij de AR-M205)
Op modellen die automatisch dubbelzijdig kopiëren ondersteunen kunnen twee originelen die op de origineelplaat zijn geplaatst op één enkel vel papier worden gekopieerd. Bovendien kan de RSPF worden gebruikt om twee originelen op één vel papier, een dubbelzijdig origineel op twee vellen papier of een dubbelzijdig origineel beide zijden van een vel papier af te drukken.
Origineel Kopie Geschikte formaten
Enkelzijdige originelen Dubbelzijdige kopieën
A5 tot A3
Origineelplaat
(5-1/2" x 11" tot 11" x 17")
• De handinvoerlade kan hierbij niet worden gebruikt.
2
RSPF
Opmerking
Enkelzijdige originelen Dubbelzijdige kopieën
• De papierformaten die kunnen worden geladen verschillen per land en regio.
• Raadpleeg "DUBBELZIJDIG KOPIEREN MET HANDINVOERLADE" (p.26) voor het gebruik van de handinvoerlade bij het maken van dubbelzijdige kopieën.
• Wanneer u automatische dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen maakt, of enkelzijdige kopieën van een dubbelzijdig origineel, kan de afbeelding op de achterzijde 180 graden worden gedraaid om de onder- en bovenzijden om te keren (Beeldraaiing bij dubbelzijdig kopiëren). Volg de instructies in het hoofdstuk "BEELDDRAAIING BIJ DUBBELZIJDIG KOPIEREN" (p.29) of in de gebruikersprogramma’s (p.44) om de afbeelding 180 graden te draaien en volg daarna de onderstaande stappen. Wanneer een enkelzijdig, verticaal (staand) origineel is geplaatst in een horizontale afdrukstand (B4 of A3 (8-1/2" x 14" of 11" x 17 formaat) om hiervan dubbelzijdige kopieën te maken, zullen de boven- en onderkant van de afbeeldingen op de voor- en achterzijde tegenover elkaar liggen en dankzij deze functie op eenvoudige wijze worden gelijkgesteld.
B4 of A3 (8-1/2" x 14" of 11" x 17") staand origineel
Dubbelzijdig origineel Enkelzijdige kopieën
Dubbelzijdig origineel Dubbelzijdige kopieën
Normaal automatisch dubbelzijdig kopiëren
A5, B5, B5R, A4, A4R, B4, A3 (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14", 11" x 17")
• Speciaal papier 5-1/2" x 8-1/2" kan hierbij niet worden gebruikt.
• De handinvoerlade kan uitsluitend worden gebruikt bij enkelzijdig kopieën vanaf dubbelzijdige originelen.
Na beelddraaiing van de dubbelzijdige kopie
1
1
Richting van het
2
origineel
De boven- en onderzijde van de afbeeldingen op de voor- en achterzijde zijn ongelijk.
2
De boven- en onderzijde van de afbeeldingen op de voor- en achterzijde zijn gelijkgesteld.
27
Page 30
KOPIEERFUNCTIES
De origineelplaat gebruiken
Plaats het origineel dat u wilt kopiëren
1
met de voorzijde op de origineelplaat en sluit de origineelklep.
Selecteer het formaat van het
2
origineel. (p.18)
Druk op de [ORIGINEEL NAAR
3
KOPIE]-toets, en verzeker u ervan dat de indicator brandt.
Stel het aantal kopieën en andere
4
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De indicator knippert en het origineel wordt gescand en in het geheugen geplaatst.
Opmerking
Verwijder het eerste origineel en plaats
5
vervolgens het origineel dat u op de achterzijde wilt kopiëren op de origineelplaat wanneer de start-indicator brandt. Sluit de origineelklep.
1
• Druk op de [WIS]-toets ( ) als u de scangegevens in het geheugen wilt wissen.
• Druk op de [STOP LEZEN]-toetsen ( ) als u het dubbelzijdig kopiëren wilt annuleren en gewoon een kopie van het eerste origineel wilt maken.
Plaats het tweede origineel in dezelfde richting als het eerste
2
origineel.
De RSPF gebruiken
Plaats de originelen in de RSPF. (p.19)
1
Wanneer u een oneven aantal originelen plaatst voor eenzijdige of dubbelzijdige kopieën, zal de achterzijde van de laatste kopie leeg zijn.
Opmerking
Druk op de [ORIGINEEL NAAR
2
KOPIE]-toets en selecteer de dubbelzijdige kopieerfunctie die u wilt gebruiken.
Stel het aantal kopieën en andere
3
kopieerinstellingen in en druk op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
Wanneer de machine is ingesteld op dubbelzijdig kopiëren vanaf tweezijdige originelen of eenzijdige kopieën vanaf tweezijdige originelen, kan het origineelformaat 5-1/2" x 8-1/2" niet worden gebruikt. (dit komt omdat een 5-1/2" x 8-1/2" originelen niet kunnen worden omgedraaid).
• Dubbelzijdige kopieën vanaf een-zijdige originelen
• Dubbelzijdige kopieën vanaf dubbelzijdige originelen
• Enkelzijdige kopieën vanaf dubbelzijdige originelen
Druk op de [ALLES WISSEN]-toets ( ) om het automatisch dubbelzijdig kopiëren te annuleren.
• Raak de omkeerlade niet aan tijdens het automatisch dubbelzijdig kopiëren.
Eerste origineel
Druk op de [START]-toets ( ).
6
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Tweede origineel
28
Page 31
KOPIEERFUNCTIES
BEELDDRAAIING BIJ DUBBELZIJDIG KOPIEREN
Deze functie wordt gebruikt om de boven- en onderzijde van de afbeelding aan de voorzijde van de kopie om te draaien tijdens het dubbelzijdig kopiëren.
Houd de [ORIGINEEL NAAR
1
KOPIE]-toets ingedrukt totdat de
indicator knippert.
De huidige instelcode knippert in het eerste getal van het aantal kopieën in de display.
Druk op een cijfertoets om de code in
2
te stellen.
Druk op de [1]-toets om de instelling te activeren. Druk op de [0]-toets om de instelling te deactiveren. De fabrieksinstelling is "0". Het ingevoerde getal verschijnt in het eerste getal in de display van het aantal kopieën.
Druk op de [START]-toets ( ).
3
De geselecteerde code stopt met knipperen en brandt ononderbroken. Hiermee is de instelling voltooid.
2
Druk op de [ORIGINEEL NAAR
4
KOPIE]-toets om de instelling te verlaten.
De display geeft weer gewoon het aantal kopieën weer.
Opmerking
"Beelddraaiing bij dubbelzijdig kopiëren" kan ook worden geactiveerd in de gebruikersprogramma's. (p.45)
29
Page 32
BOEKKOPIEEN
Kopieën van boekoriginelen kunnen automatisch worden verdeeld in twee aparte pagina’s. De functie is handig om afzonderlijke kopieën te maken van twee pagina's van een open boek of andere originelen met twee pagina's.
Origineel Kopie
Opmerking
Plaats het origineel op de origineelplaat
1
• Voor boekkopieën wordt A4-papier (8-1/2" x 11") gebruikt.
• Wanneer beeldraaiing is geactiveerd (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd) kunt u ook A4R-papier (8-1/2" x 11"R) gebruiken.
• Boekkopiëren kan worden geactiveerd wanneer dubbelzijdig kopiëren is geactiveerd.
• Boekkopiëren kan worden geactiveerd wanneer Sorteren/Groeperen kopiëren (p.32) is geactiveerd.
• Wanneer boekkopiëren wordt gebruikt in combinatie met XY-ZOOM kopiëren is vergroting niet mogelijk.
• Boekkopiëren kan worden gebruikt in combinatie met de volgende functies:
• Vergroting
• 2-IN-1 / 4-IN-1 kopiëren (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
• Binnenkantlijnverwijdering (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
• De Automatische kopieerfactorkeuze kan niet worden gebruikt wanneer boekkopiëren wordt gebruikt.
• Boekkopiëren kan niet worden geselecteerd wanneer een origineel in de SPF/RSPF is geplaatst.
waarbij u de scheiding tussen de pagina’s op de juiste scheidingslijn legt met behulp van de formaatmarkering (81/2))
Opmerking
. Sluit de origineelklep/SPF/RSPF.
A4 81/
2
Zorg er tijdens het boekkopiëren van meerdere pagina’s voor dat het u laagste paginanummer van het origineel op de origineelplaat altijd aan de rechterkant plaatst om de pagina’s in de juiste volgorde uit de machine te laten komen.
(A4
Het kopiëren begint met de pagina aan de rechterzijde van de formaatmarkering.
Zorg ervoor dat de papierlade met A4
4
(8-1/2" x 11") papierformaat is geselecteerd.
Stel het aantal kopieën en andere
5
kopieerinstellingen in en druk op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
Druk op de [BOEK KOPIEER]-toets ( ) om de boek kopieerfunctie te annuleren. Als de BOEK KOPIEER-indicator ( ) uitgaat, is de functie geannuleerd.
Stel het origineelformaat in op A3
2
(11" x 17").
Druk op de [BOEK KOPIEER]-toets
3
( ) en verzeker u ervan dat de BOEK KOPIEER-indicator ( ) brandt.
30
Page 33
EEN KOPIEERPROCES ONDERBREKEN
INTERRUPT
(Het kopiëren onderbreken)
Een kopieerproces kan tijdelijk worden onderbroken om een andere kopieeropdracht uit te voeren. Nadat de andere kopieeropdracht is uitgevoerd, kan het kopieerproces met dezelfde instellingen worden hervat.
Opmerking
Druk op de [ONDERBREKING]-toets
1
Het onderbreken van een kopieerproces is niet mogelijk wanneer de gebruikersprogramma’s worden geconfigureerd, een automatische dubbelzijdige kopieeropdracht of een 2-IN-1 / 4-IN-1 kopieer-, scan- of afdrukopdracht wordt uitgevoerd
( ) om het kopieerproces te onderbreken.
De ONDERBREKING­indicator zal gaan branden en de machine keert terug naar de begininstellingen. (p.12) De ONDERBREKING-indicator zal knipperen totdat de huidige kopieeropdracht stopt.
Opmerking
• Wanneer meerdere groepen kopieën worden gemaakt met behulp van de SPF/RSPF, zal het apparaat niet op de onderbrekingsmodus worden ingesteld totdat alle originelen gescand zijn.
Wanneer de "Accountregeling" is
geactiveerd:
Verschijnt er "- - -" in de aantal kopieën display. Voer uw 3-cijferige accountnummer in. Kopiëren is pas mogelijk nadat er een geldig accountnummer is ingevoerd. (p.51)
Druk op de [ONDERBREKING]-toets
4
( ) nadat de onderbrekende kopieeropdracht is beëindigd en verwijder het origineel (originelen).
Als de ONDERBREKING-indicator uitgaat is de onderbrekingsfunctie niet meer actief. De kopieerinstellingen van het onderbroken kopieerproces worden automatisch hervat.
Herplaats het vorige origineel
5
(originelen) en druk op de [START]-toets ( ).
Het onderbroken kopieerproces wordt hervat.
2
Verwijder het vorige origineel (of
2
originelen) en plaats het origineel (originelen) van de onderbrekende kopieeropdracht.
Stel het aantal kopieën en andere
3
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
C
B
A
A: Kopieën voordat het kopieerproces werd onderbroken B: Kopieën van de onderbrekende kopieeropdracht C: Kopieën na de onderbrekende kopieeropdracht
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade lichtelijk verschoven ten opzichte van de kopieën van het onderbroken kopieerproces. (Staffelfunctie) Deze staffelfunctie kan worden uitgezet in de gebruikersprogramma's. (p.45)
31
Page 34
3
Hoofdstuk 3
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
Dit hoofdstuk beschrijft de aangepaste kopieerfuncties die u kunt gebruiken wanneer het tweevoudige functieboard (AR-EB7) is geïnstalleerd.
BEELDRAAIING VAN 90 GRADEN
(Beelddraaiing)
Wanneer de "Automatische papierkeuzefunctie" of "automatische kopieerfactorkeuze" is geactiveerd en het origineel in een andere richting is geplaatst (verticaal of horizontaal) ten opzichte van het papier, wordt het origineel automatisch 90 graden gedraaid om een juiste afdruk kunnen te maken. Deze functie is zeer handig bij het kopiëren van originelen op de formaten B4 of A3 (8-1/2" x 14" of 11" x 17"), die alleen horizontaal kunnen worden geplaatst ten opzichte van de kopieën die verticaal worden geplaatst. De functie beelddraaiing is vanaf het begin geactiveerd. Deze kan worden uitgezet in de gebruikersprogramma's. (p.45)
Opmerking
• Beeldraaiing werkt niet wanneer een kopie wordt vergroot tot een papierformaat groter dan A4 (8-1/2" x 11"). Plaats in zulke gevallen het origineel in dezelfde richting als de kopieën.
• Wanneer u de 2-IN-1 / 4-IN-1-functie gebruikt (p.34), werkt beelddraaiing zelfs wanneer deze in de gebruikersprogramma’s is uitgezet.
Richting van het
origineel
Richting van het
geladen papier
Kopie
KOPIEEN SORTEREN EN GROEPEREN
Kopieën van meerdere originelen kunnen worden gesorteerd in series. (Kopieën sorteren)
Kopieën van meerdere originelen kunnen worden gegroepeerd op paginanummer. (Kopieën groeperen)
Opmerking
Het tweevoudige functieboard kan ongeveer 100 standaard originelen (A4 (8-1/2" x 11")) scannen, maar dit aantal varieert voor foto’s en andere origineelsoorten.
32
3
2
1
Kopieën sorteren
1
2 3
1
2 3
1 2 3
3
2
1
Kopieën groeperen
1
1 1
2 2 2
3
3 3
Page 35
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
Staffelfunctie
Wanneer de staffelfunctie uitstaat
De origineelplaat gebruiken
Plaats het eerste origineel. (p.18)
1
Selecteer het formaat van het origineel. (p.18)
2
Druk op de [SORTEREN/GROEPEREN]-toets
3
( / ) om de gewenste functie te selecteren.
De functies zijn geselecteerd in de volgorde "SORTEREN" ( ), "GROEPEREN" (), "Uit".
Stel het aantal kopieën en andere
4
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( )
De ORIGINEEL GEGEVENS-indicator ( ) knippert en het origineel wordt gescand en in het geheugen geplaatst.
De SPF/RSPF gebruiken
Plaats de originelen. (p.19)
1
Normaal is de sorteermodus de standaard uitvoermodus en dus lichten de SPF/RSPF en SORT indicators op.
Opmerking
Druk op de
2
[SORTEREN/GROEPEREN]-toets ( / ) om de gewenste functie te selecteren.
DATA
Als "Autom. selectie sorteren" ingesteld is op "1: UIT" in de gebruikersprogramma's, voor het selecteren van de sorteermodus onderstaande stappen volgen.
"Autom. selectie sor teren" kan ook worden gebruikt voor het veranderen van de standaard uitvoermodus (p.46).
De functies zijn geselecteerd in de volgorde "SORTEREN" ( ), "GROEPEREN" (), "Uit".
3
Vervang het origineel met het volgende
5
origineel en druk op de [START]-toets ( ) wanneer de start-indicator gaat branden.
Herhaal stap 5 totdat alle originelen in het geheugen zijn gescand.
Opmerking
Druk op de [STOP LEZEN]-toets ( )
6
Druk op de [WIS]-toets het geheugen te wissen.
om de gegevens in
()
wanneer alle originelen zijn gescand.
De kopieën komen terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
• Druk op de [WIS]-toets sorteer- of groepeeropdracht te annuleren.
• Druk herhaaldelijk op de [SORTEREN/GROEPEREN]-toets ( / ) totdat de SORTEREN/GROEPEREN-indicators ( / ) beide niet meer branden.
om de
()
Stel het aantal kopieën en andere
3
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopieën komen terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
Druk op de [WIS]-toets groepeeropdracht te annuleren.
Druk herhaaldelijk op de [SORTEREN/GROEPEREN]-toets ( / ) totdat de SORTEREN/GROEPEREN-indicators ( / ) beide niet meer branden.
Wanneer het geheugen volraakt
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, zal de ORIGINEEL GEGEVENS-indicator ( ) knipperen, de melding "FUL" in de display
DATA
verschijnen en de machine stopt met kopiëren.
•Druk op de gescande originelen af te drukken.
Druk op de [ALLES WISSEN]-toets ( ) of de [WISSEN]-toets ( ) om de aanwezige scangegevens uit het geheugen te wissen.
[START]-toets ( )
Wanneer de kopie-uitvoerlade volraakt
Wanneer het maximum aantal pagina's in de papieruitvoerlade (ongeveer 250 pagina’s) is bereikt, zal het kopiëren tijdelijk stoppen. Verwijder de kopieën en druk op de toets [START] ( ) om het kopiëren te hervatten.
om de sorteer- of
()
om de reeds
Staffelfunctie tijdens de sorteer- of groepeeropdracht
De staffelfunctie verschuift de positie van elke groep kopieën in de kopie-uitvoerlade om het verdelen te vergemakkelijken. De staffelfunctie kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.45)
1
3
2
1
1
2
1
3
2
1
1
1
33
Page 36
HET KOPIEREN VAN MEERDERE ORIGINELEN OP EEN ENKELZIJDIG VEL PAPIER
(2-IN-1 / 4-IN-1-kopieën)
Meerdere originelen kunnen worden gekopieerd op een enkelzijdige kopie volgens een vooraf geselecteerd lay-outpatroon. Deze functie is handig bij het samenstellen van referentiemateriaal van meerdere pagina’s op één compact formaat, of het maken van een overzicht met alle pagina’s van een document op een enkele kopie.
2-IN-1 kopieën
Opmerking
Patroon 1
Selecteer allereerst het lay-outpatroon zoals beschreven in "Het lay-outpatroon instellen" (p.35) en de scheidingslijn voor 2-IN-1 / 4-IN-1 (ononderbroken- of stippellijn) in de gebruikersprogramma’s (p.44). Volgende onderstaande stappen wanneer u daarmee klaar bent.
Er zal automatisch een bijpassende kopieerfactor worden geselecteerd op basis van het origineelformaat, het papierformaat en het geselecteerde aantal originelen. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van de origineelplaat, is er een verkleining tot 25% mogelijk. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van de SPF/RSPF, is er een verkleining tot 50% mogelijk. Sommige combinaties van origineelformaat, papierformaat en aantal afbeeldingen kunnen leiden tot het afbreken van afbeeldingen.
• De originele afbeeldingen kunnen, indien nodig, worden geroteerd afhankelijk van de richting van deze afbeeldingen en de afdrukstand van het kopieerpapier.
• 2-IN-1 / 4-IN-1-kopiëren kan niet worden gebruikt in combinatie met boekkopieën (p.30), XY-Zoom (p.24), kantlijnverschuiving (p.36) of kopie wissen. (p.37)
Patroon 2
De origineelplaat gebruiken
Plaats het eerste origineel. (p.18)
1
Selecteer het formaat van het origineel. (p.18)
2
Opmerking
Wanneer er geen origineelformaat is geselecteerd in stap 2, kan de 2-IN-1 / 4-IN-1 kopieerfunctie niet worden gebruikt.
4-IN-1 kopieën
Patroon 1 Patroon 2 Patroon 3 Patroon 4
Vervang het origineel met het
5
volgende origineel en druk op de [START]-toets ( ) wanneer de start-indicator gaat branden.
Herhaal stap 5 totdat alle originelen in het geheugen zijn gescand.
Opmerking
Druk op de [WIS]-toets () om de gegevens in het geheugen te wissen.
Druk op de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets (/)
3
om de gewenste functie te selecteren.
De functies zijn geselecteerd in de volgorde "2-IN-1" ( ), "4-IN-1" ( ), "Uit".
Stel het aantal kopieën en andere
4
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De ORIGINEEL GEGEVENS-indicator ( ) knippert en het origineel wordt gescand en in het geheugen geplaatst.
34
DATA
Druk op de [STOP LEZEN]-toets ( )
6
wanneer alle originelen zijn gescand.
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
De 2-IN-1 / 4-IN-1 kopieerfunctie in combinatie met kopieën sorteren
Kopieën sorteren kan worden gebruikt wanneer het origineel op de origineelplaat is geplaatst. Druk op de [SORTEREN/GROEPEREN]-toets kopieën sorteren te selecteren en voer vervolgens 1 tot 6 uit. De 2-IN-1 / 4-IN-1 kopieën worden gesorteerd.
• Druk op de [WIS]-toets ().om de 2-IN-1
/ 4-IN-1 kopieeropdracht te annuleren.
• Druk herhaaldelijk op de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets ( / ) totdat de 2-IN-1/ 4-IN-1 indicators ( / ) beide niet meer branden om de 2-IN-1 / 4-IN-1 kopieerfunctie te annuleren.
(/)
om
Page 37
De SPF/RSPF gebruiken
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
Plaats de originelen. (p.19)
1
Druk op de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets
2
( / ) om de functie te selecteren.
De functies zijn geselecteerd in de volgorde "2-IN-1" ( ), "4-IN-1" ( ), "Uit".
Stel het aantal kopieën en andere
3
instellingen in en druk op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
Wanneer het geheugen volraakt
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen
van de originelen, zal de ORIGINEEL GEGEVENS-indicator ( ) knipperen, de melding "FUL" in de display verschijnen en de machine stoppen met kopiëren.
Druk op de [START]-toets ( ) om de reeds
gescande originelen af te drukken.
Druk op de [ALLES WISSEN]-toets ( ) of de
[WISSEN]-toets ( ) om de aanwezige scangegevens uit het geheugen te wissen.
• Druk op de [WIS]-toets ()om de 2-IN-1 / 4-IN-1 kopieeropdracht te annuleren.
• Druk herhaaldelijk op de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets ( / ) totdat de 2-IN-1 / 4-IN-1 indicators ( / ) beide niet meer branden om de 2-IN-1 / 4-IN-1 kopieerfunctie te annuleren.
DATA
Het lay-outpatroon instellen
U kunt het lay-outpatroon selecteren voor het kopiëren van 2 of 4 originelen op één vel papier. De beschikbare lay-outpatronen worden getoond op de eerste pagina van dit onderdeel.
3
Opmerking
Gebruik de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets
1
Het lay-outpatroon kan ook worden geselecteerd in de gebruikersprogramma's. (p.45)
( / ) om de functie te openen.
Selecteer de lay-out voor de 2-IN-1 kopie
Houd, terwijl de 2-IN-1 / 4-IN-1 indicators uit staan, de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets ( / ) ingedrukt totdat de 2-IN-1indicator ( ) knippert.
De huidige patrooncode knippert in het eerste getal van het aantal kopieën in de display.
Selecteer de lay-out voor de 4-IN-1 kopie
Houd, terwijl de 2-IN-1 indicator brandt ( ), de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets ( / ) ingedrukt totdat de 4-IN-1 indicator ( ) knippert.
De huidige patrooncode knippert in het eerste getal van het aantal kopieën in de display.
Selecteer de instelcode door op de
2
cijfertoetsen te drukken.
Druk op de [2]-toets om "Patroon 2" te selecteren.
Functie Instelcode (p.45)
2-IN-1-layout
4-IN-1-layout
De fabrieksinstellingen zijn gemarkeerd door een " * ". Het ingevoerde getal knippert in het eerste getal in de display van het aantal kopieën.
Druk op de [START]-toets ( ).
3
De geselecteerde code stopt met knipperen en brandt ononderbroken. Hiermee is de instelling voltooid.
* 1 (Patroon 1)
2 (Patroon 2)
* 1 (Patroon 1)
2 (Patroon 2) 3 (Patroon 3) 4 (Patroon 4)
Gebruik de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets
4
( / ) om de functie te sluiten.
De display geeft weer gewoon het aantal kopieën weer.
35
Page 38
HET INSTELLEN VAN KANTLIJNEN TIJDENS HET KOPIEREN
(Kantlijnverschuiving)
De standaard KANTLIJNVERSCHUIVING-FUNCTIE verschuift automatisch de tekst of de afbeelding met ongeveer 10mm (1/2") om de kantlijn te verbreden. De plaats van de kantlijn kan worden ingesteld aan de linker- of bovenzijde van de pagina (alleen bij de AR-M205).
Voorbeeld: Onderstaand model dat automatisch dubbelzijdig kopiëren ondersteund
Marge
Marge
A
A
A
Origineel
Opmerking
Plaats één of meerdere originelen.
1
Selecteer het origineelformaat
2
wanneer het origineel op de origineelplaat is geplaatst. (p.18)
Verzeker u ervan dat de juiste ORIGINEELFORMAAT-indicator gaat branden wanneer u de SPF/RSPF gebruikt.
Druk op de
3
[KANTLIJNVERSCHUIVING]-toets ( ).
• Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met de functies "2 IN 1" of "4 IN 1".
• U kunt ook wisselen van linkerkantlijn en bovenkantlijn in de gebruikersprogramma’s. (p.45)
• De kantlijnbreedte kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.45)
• Let erop dat de kantlijn wordt bepaald door de verschuiving van de afbeelding. Wanneer de afbeelding dus te ver wordt verschoven kan de afbeelding worden afgebroken.
Roteer het origineel zo dat deze in dezelfde richting als de knipperende ORIGINEEL FORMAAT-indicator is geplaatst wanneer de ORIGINEEL FORMAAT-indicator knippert wanneer de kantlijnverschuiving is geselecteerd.
Wanneer u de origineelplaat gebruikt, plaats dan de zijde van het origineel waar u de kantlijn wilt instellen aan de rechterkant van de origineelplaat.
Wanneer u de SPF/RSPF gebruikt, plaats dan de zijde van het origineel waar u de kantlijn wilt instellen aan de linkerkant van de SPF/RSPF.
De KANTLIJNVERSCHUIVING­indicator ( ) gaat branden.
Linkerkantlijn Bovenkantlijn
Stel het aantal kopieën en andere
4
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
Druk herhaaldelijk op de [KANTLIJNVERSCHUIVING]-toets ( ) totdat de KANTLIJNVERSCHUIVING-indicator ( ) niet meer brandt om de kantlijnverschuiving te annuleren.
Wanneer de kantlijnverschuiving wordt gebruikt in combinatie met automatisch dubbelzijdig kopiëren, wordt de kantlijn ook automatisch aan de achterzijde aangemaakt, direct achter de kantlijn van de voorzijde.
Selecteer de plaats van de kantlijn (alleen bij de AR-M205)
Volg de onderstaande stappen wanneer uw model automatisch dubbelzijdig kopiëren ondersteunt. Voor andere modellen ga naar de volgende stap.
Houd de [KANTLIJNVERSCHUIVING]-toets
1
ingedrukt totdat de KANTLIJNVERSCHUIVING-indicator
De huidige instelcode voor de kantlijnverschuiving knippert in de display.
1: Linkerkantlijn 2: Bovenkantlijn
Druk op de [1]- of [2]-toets en vervolgens
2
op de [START]-toets ( ).
De geselecteerde instelcode voor de kantlijnverschuiving brandt.
Druk op de
3
[KANTLIJNVERSCHUIVING]-toets
De KANTLIJNVERSCHUIVING-indicator ( ) stopt met knipperen.
()
()
knippert.
().
36
Page 39
SCHADUWEN RONDOM DE KANTLIJNEN VAN DE KOPIE WISSEN
(Kopie wissen)
Deze functie wordt gebruikt om schaduwen rondom de kantlijnen van kopieën vanaf boeken of andere dikke originelen te wissen. De schaduwen die worden gewist zijn afhankelijk van het papierformaat. (KANTLIJNVERWIJDERING)
Deze functie wordt gebruikt om schaduwen die verschijnen in het midden van kopieën vanaf boeken of andere dikke originelen te wissen. (BINNENKANTLIJNVERWIJDERING)
De fabrieksinstelling voor de breedte van het wisgebied is ongeveer 10 mm (1/2"). Deze wisbreedte kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.45)
KANTLIJNVERWIJDERING
AA
Origineel Kopie
BINNENKANTLIJNVERWIJDERING
AB
Origineel Kopie
Opmerking
Plaats één of meerdere originelen.
1
(p.18)
Selecteer het origineelformaat
2
wanneer het origineel op de origineelplaat is geplaatst. (p.18)
Verzeker u ervan dat de juiste ORIGINEELFORMAAT-indicator gaat branden wanneer u de SPF/RSPF gebruikt.
Druk op de [WIS]-toets ( / ) om
3
de gewenste wisfunctie te selecteren.
• Binnenkantlijnverwijdering kan niet worden gebruikt in combinatie met boekkopieën.
• Deze wisfunctie kan niet worden gebruikt in combinatie met de 2-IN-1 /4-IN-1-functie. (p.34)
• De kopie wissen functie kan worden gebruikt met speciale papierformaten of kopiëren met de handinvoerlade. Let erop dat wanneer de breedte van de uitwissing te groot is, de rand van de afbeelding gedeeltelijk kan worden gewist.
Druk op de [WIS]-toets (/ ) om de "KANTLIJN + BINNENKANTLIJNVER WIJDERING"-functie te selecteren totdat de KANTLIJN­( ) en de BINNENKANTLIJN-indi­cators ( ) beide gaan branden.
AB
KANTLIJN + BINNENKANTLIJNVERWIJDERING
AB
Origineel
Stel het aantal kopieën en andere
4
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
• Druk herhaaldelijk op de [WIS]-toets ( / ) totdat de WIS-indicators ( / ) beide niet meer branden om de wisfunctie te annuleren.
• Wanneer er geen origineelformaat is geselecteerd in stap 2, kan de wis kopie-functie niet worden gebruikt.
AB
Kopie
3
37
Page 40
4
Hoofdstuk 4
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
De kopieermachine is standaard voorzien van een USB 1.1 poort en een parallelpoort. Hierop kan een computer worden aangesloten om de machine te gebruiken als printer of scanner. Wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd kunnen de onderstaande functies worden gebruikt in aanvulling op de standaard printer- en scannerfuncties.
• Hoge snelheid gegevensoverdracht (wanneer aangesloten op een USB 2.0 poort)
•ROPM*-functie
• Automatische rotatieafdrukken Om de kopieermachine te kunnen gebruiken als printer of scanner, moet er eerst een printer driver of scanner driver worden geïnstalleerd. Raadpleeg hiervoor de "Software installatiehandleiding".
* ROPM is een afkorting voor het "Rip Once Print Many" proces. De ROPM-functie slaat meerdere pagina’s met afdrukgegevens
op in het geheugen voordat deze worden afgedrukt. Dit voorkomt dat de computer herhaaldelijk de afdrukgegevens moet verzenden wanneer er meerdere afdrukken worden gemaakt.
Opmerking
raadpleeg "PROBLEEMOPLOSSING" als er zich problemen voordoen tijdens de printer- of scannerfunctie. (p.52)
Twee printer drivers worden bijgeleverd voor de machine: Een standaard printer driver en een printer driver die wordt gebruikt wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd. Installeer de juiste printer afhankelijk van het feit of het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd of niet. Wanneer de juiste printer driver niet wordt geïnstalleerd, kan het afdrukken onjuist verlopen. (Raadpleeg de “Software installatiehandleiding” voor meer informatie over het installeren van de printer drivers.)
• Om de printer driver te kunnen gebruiken voor het tweevoudige functieboard, moet uw computer op de kopieermachine worden aangesloten op de USB 2.0 poort. Wanneer de USB 1.1 poort wordt gebruikt, zal de machine niet de volledige afdruksnelheid of andere functies van het tweevoudige functieboard uitvoeren.
• Installeer geen printer driver voor het tweevoudige functieboard wanneer deze laatste niet is geïnstalleerd. Wanneer dit wordt gedaan zal er een waarschuwingsbericht worden afgedrukt en het afdrukken worden geannuleerd.
De scanfucntie is uitsluitend beschikbaar onder Windows 98/Me/2000/XP met een USB verbinding. Voor Windows 95/NT
4.0-gebruikers, of gebruikers van een parallelverbinding , is alleen de printerfunctie beschikbaar.
Wanneer er een onderbrekende kopieeropdracht wordt uitgevoerd is afdrukken of scannen niet mogelijk.
Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie)
Het onderstaande systeem is vereist voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie):
• Uw computer draait onder Windows XP / Windows 2000 en de Microsoft USB 2.0 driver is voorgeïnstalleerd, of de USB 2.0 driver voor Windows XP / Windows 2000 moet worden geïnstalleerd met behulp van de Microsoft Windows Update service.
• De “USB 2.0 functieomschakeling”-INSTELLING in de gebruikersprogramma’s van de machine moeten op “Hi-Speed” worden gezet. Raadpleeg “USB 2.0 functieomschakeling” in de gebruikersprogramma’s om de instelling te wijzigen. (p.46).
* Zelfs wanneer de Microsoft USB 2.0 driver is geïnstalleerd, zijn sommige USB 2.0 uitbreidingskaarten niet in
staat om de snelheid zoals vermeld bij de Hi-Speed standaard te halen. Dit probleem kan meestal worden opgelost door de installatie van een meer recente driver voor de betreffende kaart. Neem contact op met de fabrikant van de kaart om de meest recente driver in uw bezit te krijgen.
38
Page 41
DE PRINTERFUNCTIE GEBRUIKEN
De procedure voor het plaatsen van printpapier is hetzelfde als voor het laden van kopieerpapier. Zie "PAPIER BIJVULLEN" (p.13)
Opmerking
BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN
Hieronder volgt een uitleg van de basisprocedure voor afdrukken. Raadpleeg het "Online handboek" of de printer driver helpbestanden om de aangepaste printerfuncties te gebruiken.
Printopdrachten die worden ontvangen terwijl de machine bezig is met kopiëren of scannen, worden opgeslagen in het geheugen. De printopdrachten zullen worden uitgevoerd nadat kopieer- of scanopdracht is beëindigd.
• Afdrukken is niet mogelijk wanneer de voor- of zijklep is geopend voor machineonderhoud, er een papierstoring plaatsvindt, de papierladen of tonercartridges leeg zijn of wanneer de drumcartridge aan vervanging toe is.
• Wanneer er een papierstoring van het origineel plaatsvindt in de SPF/RSPF, zal afdrukken niet mogelijk zijn totdat het vastgelopen origineel wordt verwijderd en de SPF/RSPF weer bruikbaar wordt gemaakt.
Verzeker u ervan dat er papier
1
aanwezig is in de papierlade.
De procedure voor het plaatsen van printpapier is hetzelfde als voor het laden van kopieerpapier. Raadpleeg ervoor dat het gewenste papierformaat is geladen.
Opmerking
Zorg ervoor dat de ON LINE-indicator
2
"PAPIER BIJVULLEN" (p.13)
Zorg ervoor dat de papierformaatinstelling in de kopieermachine overeenkomt met het papierformaat in de printer driver.
en zorg
( ) op het bedieningspaneel brandt.
Druk op de [ON LINE]-toets ( ) wanneer de ON LINE-indicator ( ) niet brandt. Wanneer deze indicator niet brandt, is de machine off line en kan deze niet afdrukken. Wanneer deze indicator knippert wordt er een afdrukopdracht naar de machine gestuurd.
Open het bestand dat u wilt afdrukken
3
en selecteer "Afdrukken" uit het menu Bestand.
Verzeker u ervan dat de printer driver
4
voor de kopieermachine is geselecteerd en selecteer de printerinstellingen in de printer driver.
Raadpleeg het "Online handboek", de Software installatiehandleiding of de printer driver helpbestanden voor meer informatie over de instellingen in de printer driver.
Klik op de "Afdrukken"-knop of de
5
"OK"-knop om het afdrukken te starten.
De afdrukopdracht komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
4
Belangrijke punten voor het instellen van het papierformaat
Zorg ervoor dat de papierladeinstelling overeenkomt met de papierladeinstelling in de printer driver. Wanneer de papierlade bijvoorbeeld is ingesteld op A4R (8-1/2" x 11"R), stel dan de "Papierformaat instelling" in op "A4-R" ("Letter-R"). Raadpleeg “DE PRINTER DRIVER CONFIGUREREN” (p.11) in de “Software installatiehandleiding” voor meer informatie.
Wanneer het tweevoudig functieboard niet is geïnstalleerd, zal het afdrukken niet correct plaatsvinden wanneer het papierformaat in de lade is ingesteld op A4R (8-1/2" x 11"R). Specificeer de lade die moet worden gebruikt en stel het papierformaat van deze lade in de printer driver in op A4R (8-1/2" x 11"R) om onjuiste afdrukken te voorkomen bij een papierformaatinstelling van A4R (8-1/2" x 11"R).
Afdrukopdracht pauzeren
Druk op de [ON LINE]-toets ( ) op het bedieningspaneel om de machine in de off line stand te zetten wanneer u de afdrukopdracht tijdelijk wilt onderbreken. De afdrukopdracht zal worden onderbroken en de ON LINE-indicator ( ) knippert. Druk op de [WIS]-toets ( ) of de [WIS ALLES]-toets ( ) om een afdrukopdracht te annuleren. Druk op de [ON LINE]-toets ( ) om de machine in de on line stand te zetten en het afdrukken te hervatten.
Wanneer de "Gelijkend papierformaat gebruiken"-functie (p.46) uitstaat
Zal de PAPIERFORMAAT-indicator op het bedieningspaneel knipperen. Druk op de [PAPIERLADEKUZE]-toets ( ) voor het met de hand selecteren van de lade en druk vervolgens op de [ON LINE]-toets ( ). Het afdrukken zal beginnen. Als u de handinvoerlade selecteert, het papier in de handinvoerlade plaatsen.
Wanneer de functie "Gelijkend papierformaat gebruiken" is geactiveerd
Het afdrukken wordt voortgezet met een papierformaat dat lijkt op het formaat van de afdrukafbeelding.
Opmerking
• Wanneer het tweevoudig functieboard is geïnstalleerd, wordt de afdrukafbeelding automatisch geroteerd zo dat deze past op het papier wanneer het geladen papier in een andere richting is geplaatst dan de afdrukafbeelding. Raadpleeg "BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES" voor de beperkingen met betrekking tot het kopiëren met
• de printerfunctie, scannerfunctie en de beperkingen voor de printerfunctie in de kopieer- en scanfunctie. (p.41)
39
Page 42
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN
1
2
12
De procedure voor het plaatsen van het origineel is hetzelfde als voor het kopiëren. Zie "
Opmerking
De scannerfunctie kan niet worden gebruikt in de volgende situaties:
• Wanneer er een papierstoring optreedt (papier- of origineelstoring in de SPF/RSPF).
• Er gebruikersprogramma's worden gebruikt.
• De papierformaatlade wordt ingesteld.
• De Automatische belichtingsafstelling bezig is.
• Wanneer de toner besparingsfunctie is geactiveerd.
• De kopieermachine wordt gebruikt in de kopieerfunctie.
• De voor- of zijkleppen openstaan.
"NORMAAL KOPIEREN" (p.18)
SCANNEN MET BEHULP VAN DE MACHINE-TOETSEN
Hieronder volgt een uitleg van de procedure voor scannen met de [SCAN]-toets ( ) en de [SCAN MENU]-toets. Wanneer het scannen via deze methode wordt uitgevoerd, zal de toepassing die in het Knoppenbeheer is ingesteld automatisch starten en de gescande afbeelding in deze toepassing worden geplakt.
Opmerking
Druk op de [SCAN]-toets ( ).
1
Druk op de [SCAN]-toets ( ) wanneer de machine in de kopieerfunctie staat en deze in de scannerfunctie te zetten en de eerder ingestelde kopieerinstellingen te wissen.
Druk op een van de [SCAN MENU]-toetsen
3
om het scannen de starten.
Wanneer de SCAN-indicator gaat branden, staat de machine in de scanfunctie.
Wanneer de machine in de scanfunctie wordt gezet verschijnt één van de displays hier links, afhankelijk van de poort die wordt gebruikt voor de verbinding.
Druk één of meerdere keren op de scan-toets om de gewenste poort te selecteren wanneer zowel de USB 1.1 als de USB 2.0 poort is aangesloten. De poorten zijn geselecteerd in de volgorde "U_2", "U_1", "Scanfunctie uit".
Plaats het origineel in de handinvoerlade
2
of op de origineelplaat.
Opmerking
De display geeft het cijfer weer van het [SCAN MENU] dat u heeft ingevoerd en dit cijfer brandt en de SCAN-indicator knippert.
• Druk op de [SCAN]-toets ( ) of op de [WIS ALLES]-toets ( ) om vanuit de scannerfunctie terug te keren naar de kopieerfunctie.
• Raadpleeg "BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES" voor de beperkingen met betrekking tot het kopiëren en afdrukken met de scannerfunctie en de beperkingen voor de scanfunctie tijdens het kopiëren of afdrukken.
• Open eerst de klep van de invoerrol en verwijder het origineel als u het moeilijk vindt om het origineel uit de origineelinvoerlade te verwijderen. Wanneer u het origineel verwijdert zonder de klep van de invoerrol te openen, kan het origineel bevuild raken.
(p.41)
40
Page 43
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
[SCAN MENU]-toetsen en het Knoppenbeheer ScanMenu
De zes [SCAN MENU]-toetsen kunnen worden apart geconfigureerd in Knoppenbeheer voor computers aangesloten op de USB 1.1 poort en computers aangesloten op de USB 2.0 poort. De fabrieksinstellingen voor de [SCAN MENU]-toetsen en het Knoppenbeheer zijn als volgt. Raadpleeg de Knoppenbeheer helpbestanden voor informatie over de instellingen van het Knoppenbeheer.
Het kan handig zijn om de Knoppenbeheer-instellingen te noteren voor
12 34 5 6
1
2
computers aangesloten op de USB 1.1 poort aan de rechterkant van het cijfer computers aangesloten op de USB 2.0 poort aan de rechterkant van het cijfer
en voor
.
Toetspositie
1 (meest linkse toets) SC1 ScanMenu SC1 Sharpdesk
2 (2de toets van links) SC2 ScanMenu SC2 E-mail
3 (3de toets van links) SC3 ScanMenu SC3 FAX
4 (4de toets van links) SC4 ScanMenu SC4 OCR
5 (5de toets van links) SC5 ScanMenu SC5 Microsoft Word
6 (meest rechtse toets) SC6 ScanMenu SC6 Filing
Naam in de
display
Knoppenbeheer-menu Toepassing die wordt gestart
SCANNEN VANAF UW COMPUTER
De machine ondersteunt de TWAIN-standaard, waarmee het mogelijk wordt te scannen vanuit TWAIN-compatibele toepassingen. De machine ondersteunt ook WIA (Windows Image Acquisition), waarmee het mogelijk wordt te scannen met behulp van de "Scanner en Camera Wizard" in Windows XP. Raadpleeg het online handboek voor de TWAIN en WIA scanprocedures. Meer informatie over de TWAIN en WIA instellingen vindt u in de helpbestanden van de scanner driver of de Windows Help.
BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
4
Sommige handelingen kunnen niet tegelijkertijd worden uitgevoerd wanneer de machine in de kopieer-, printer- of scannerfunctie staat.
Functies Kopiëren Afdrukken
Kopie
Printer Tijdens het afdrukken Ja*
Scanner
*1Kan worden gebruikt nadat er op de [ONDERBREKING]-toets ( ) is gedrukt.
2
Het afdrukken zal beginnen wanneer er op de [WIS ALLES]-toets ( ) wordt gedrukt nadat de kopieeropdracht is beëindigd, of
*
wanneer erop de [ON LINE]-toets ( ) wordt gedrukt om de machine in de online stand te zetten. Het afdrukken begint ook nadat de automatische terugsteltijd stopt, of 60 seconden nadat de "Automatische terugsteltijd" is gedeactiveerd.
3
De afdrukopdracht wordt onderbroken en het kopiëren begint.
* *4De scanopdracht wordt opgeslagen en het scannen begint nadat de afdrukopdracht is beëindigd.
5
De afdrukopdracht wordt opgeslagen in de computer en het afdrukken begint nadat de scanopdracht is beëindigd.
*
Kopieertoets-invoer Ja Ja Ja Nee
Tijdens kopiëren Ja*
Tijdens scanvoorbeeld/ tijdens scannen
Nee Nee*
1
3
2
Nee*
Nee Ja*
5
Scannen vanaf
een computer
Nee Nee
4
Nee Nee
Scannen vanaf
de
kopieermachine
4
Ja*
41
Page 44
5
135
Dit hoofdstuk beschrijft de hoe u de aangepaste functies kunt instellen die de fijnafstelling van de machinehandelingen regelen, zoals de automatische belichtingsfunctie, de toner besparingsfunctie en de gebruikersprogramma’s.
DE AUTOMATISCHE BELICHTINGSFUNCTIE AANPASSEN
De belichtingsfunctie die wordt gebruikt in de Automatische belichtingsfunctie en waarbij de kopiebelichting automatisch wordt aangepast aan het origineel, kan worden aangepast. Volg de onderstaande stappen om de automatische belichtingsfunctie aan te passen wanneer kopieën te donker of te licht worden afgedrukt in de automatische belichtingsfunctie. Het automatische belichtingsniveau kan afzonderlijk worden ingesteld voor de origineelplaat en de SPF/RSPF.
Hoofdstuk 5
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Opmerking
Plaats een origineel in de SPF/RSPF
1
om de automatische belichtingsfunctie in de SPF/RSPF aan te passen. (p.19)
Verzeker u ervan dat de SPF/RSPF-indicator brandt.
Opmerking
Druk op de
2
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]­toets ( / / ) om "FOTO" te selecteren.
Houd de
3
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/PHOTO]­toets ( / / ) ingedrukt totdat de AUTO-indicator ( ) knippert.
AUTO
De kopie-, scanner- en printerfuncties kunnen niet worden gebruikt terwijl het automatische belichtingsniveau wordt aangepast.
Ga verder met stap 2 om de automatische belichtingsfunctie voor kopieën vanaf de origineelplaat aan te passen.
AUTO
AUTO
AUTO
De belichtingsniveau-
135
indicators tonen de huidige instelling.
Druk op de [Licht]-toets ( ) of de
4
[Donker]-toets ( ) om het gewenste automatische belichtingsniveau in te stellen.
135
Druk op de
5
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]­toets ( / / ) om de instelling te voltooien.
The AUTOMATISCHE-indicator ( ) stopt met knipperen en brandt ononderbroken.
Opmerking
AUTO
AUTO
Wij raden u aan om na het aanpassen van het automatische belichtingsniveau een testkopie te maken om het nieuwe niveau te controleren.
42
Page 45
TONER BESPARINGSFUNCTIE
135
ACTIVEREN
U kunt de toner besparingsfunctie activeren om het tonerverbruik met ongeveer 10% te verminderen.
Druk op de
1
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]­toets ( / / ) om "HANDMAT" te selecteren ( ).
Houd de
2
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]­toets ( / / ) ingedrukt totdat de FOTO-indicator ( ) knippert.
AUTO
AUTO
AUTO
135
13
De belichtingsniveau­indicators tonen de huidige instelling
Druk op de [Licht]-toets ( ) om de
3
toner besparingsfunctie te activeren. Druk op de [Donker]-toets ( ) om de toner besparingsfunctie uit te zetten.
Wanneer u de tonerbesparingsmodus activeert, er op letten dat "1" oplicht. Wanneer u de tonerbesparingsmodus deactiveert, er op letten dat "5" oplicht.
Druk op de
4
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]­toets ( / / ) om de instelling te voltooien.
De FOTO-indicator ( ) stopt met knipperen en brandt ononderbroken.
AUTO
5
43
Page 46
INSTELLINGEN AANPASSEN
(Gebruikersprogramma’s)
In de gebruikersprogramma's kunt u de machine-instellingen aan uw wensen aanpassen.
GEBRUIKERSPROGRAMMA’S
Programma-
nummer
1
2 Voorverwarmingstijd
3
4
5
6
*1Op modellen met een SPF/RSPF. *2Op modellen met een tweevoudig functieboard.
Programmanaam
Automatische terugsteltijd
Automatische uitschakeltijd
Ononderbroken-invoer
*1
functie
Automatische uitschakelinstelling
Scheidingslijn voor 2-IN-1 / 4-IN-1
*2
(de fabrieksinstelling is
1: UIT 2: 10 sec. 3: 20 sec.
4: 60 sec.
5: 90 sec. 6: 120 sec.
1: 1 min
2: 5 min 3: 30 min 4: 60 min 5: 120 min 6: 240 min
1: 5 min
2: 30 min 3: 60 min 4: 120 min 5: 240 min
0: UIT
1: AAN
0: UIT
1: AAN
1: UIT
2: Ononderbroken lijn 3: Stippellijn
Instelcodes
vetgedrukt)
Uitleg
"Automatische terugsteltijd" zet de kopieerinstellingen automatisch terug naar de begininstellingen (p.12) binnen een bepaalde periode nadat er een kopie is gemaakt. In dit programma kan de terugsteltijd ingesteld worden. De "automatische terugsteltijd" kan ook worden uitgezet.
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een lager stroomverbruik wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) gaat branden, maar de toetsen op het bedieningspaneel kunnen nog wel worden gebruikt. De normale werking wordt automatisch hervat wanneer er een toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt, een origineel wordt geplaatst, een afdrukopdracht wordt ontvangen of er wordt gescand vanaf een computer.
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in
• een nog lager stroomverbruik dan bij de voorverwarmfunctie wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. Alle lampjes gaan uit, behalve de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) en de ON LINE-indicator ( ). Druk op de [Start]-toets ( ) om de normale werking te hervatten. De normale werking wordt ook automatisch hervat wanneer er een afdrukopdracht wordt ontvangen of er wordt gescand vanaf een computer. Wanneer de machine in de automatische uitschakelfunctie staat, kunnen geen van de toetsen worden gebruikt (met uitzondering van de [START]-toets ( )).
Wanneer er wordt gekopieerd in de SPF/RSPF kunt u, tijdens het knipperen van de SPF/RSPF-indicator nadat een origineel is gescand (gedurende ongeveer 5 seconden), het daaropvolgende origineel plaatsen die vervolgens automatisch in de machine wordt gevoerd.
Gebruik deze instelling om de automatische uitschakelfunctie aan of uit te zetten.
Wanneer u meerdere originelen op een enkel vel papier wilt kopiëren (2-IN-1 / 4-IN-1 kopie), kunt u deze functie gebruiken om een ononderbroken- of stippellijn rondom elke afbeelding af te drukken.
44
Page 47
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
ENTER
Programma-
nummer
7
8
9
10
tot 15 Accountregeling -
16
17
18
19
20
21
22
23
*2Op modellen met een tweevoudig functieboard.
3
Op modellen met automatisch dubbelzijdig kopiëren.
*
Programmanaam
Beelddraaiing
Automatisch papierkeuze
Automatische papierlade-omschakeling
Wisbreedte-instelling
Lay-out in 2-IN-1 kopieën
Lay-out in 4-IN-1 kopieën
Staffelfunctie van kopie-uitvoerlade
Beelddraaiing bij dubbelzijdig kopiëren
Plaats van de kantlijn
Kantlijnbreedte
Resolutie in de Auto/Handmat-functie
*2
*2
*2
*3
*2,*3
*2
(de fabrieksinstelling is
0: UIT
1: AAN
0: UIT
1: AAN
0: UIT
1: AAN
1: 0 mm (0") 2: 5 mm (1/4")
*2
3: 10 mm (1/2")
4: 15 mm (3/4") 5: 20 mm (1")
1: Patroon 1
2: Patroon 2
1: Patroon 1
2: Patroon 2 3: Patroon 3 4: Patroon 4
0: UIT
1: AAN
0: UIT
1: AAN
1: Linkerkantlijn
2: Bovenkantlijn
1: 0 mm (0") 2: 5 mm (1/4")
3: 10 mm (1/2")
4: 15 mm (3/4") 5: 20 mm (1")
1: 300dpi
2: 600dpi
Instelcodes
vetgedrukt)
Uitleg
Wanneer de automatische papierkeuzefunctie is geactiveerd en er geen papier aanwezig is in hetzelfde formaat of dezelfde richting als het origineel, selecteert deze functie automatisch papier van hetzelfde formaat dat is geladen in de tegenovergestelde richting en roteert vervolgens de afbeelding met 90 graden zodat de afbeelding in de correcte richting op het papier wordt gekopieerd.
Wanneer de automatische kopieerfactorfunctie actief is en het origineel en het kopieerpapier in tegengestelde richting wordt geladen, roteert deze functie de afbeelding zo dat de afbeelding in de correcte richting op het papier wordt gekopieerd.
Deze functie selecteert automatisch papier van hetzelfde formaat als het origineel dat is geplaatst in de SPF/RSPF, of papier van hetzelfde formaat zoals geselecteerd met de [ORIGINEELFORMAAT INSTEL]-toets ( ). Deze functie kan worden uitgezet.
Wanneer het papier in de papierlade tijdens het kopiëren opraakt en er een andere papierlade is met hetzelfde papierformaat en invoerrichting, schakelt deze functie automatisch over op deze papierlade (met uitzondering van de handinvoerlade). Deze functie kan worden uitgezet.
Zie "ACCOUNTREGELING-INSTELLINGEN". (p.48)
Gebruik deze functie om de wisbreedte van
• schaduwen rondom de kantlijnen en boekbanden in te stellen wanneer een boek of gelijksoortige originelen worden gekopieerd.
Gebruik deze instelling om het lay-outpatroon te selecteren
• wanneer twee originelen worden gekopieerd op een enkelzijdige kopie (zie pagina 34 voor de lay-outpatronen).
Gebruik deze instelling om het lay-outpatroon te selecteren wanneer vier originelen worden gekopieerd op een enkelzijdige kopie (zie pagina 34 voor de lay-outpatronen).
Indien geactiveerd verschuift de staffelfunctie de positie van onderbrekende kopieeropdrachten in de kopie-uitvoerlade kopiesets tijdens sorteer/groepeer kopieeropdrachten.
Wanneer een enkelzijdig, verticaal "staand" origineel
• is geplaatst in een horizontale richting B4 of A3 (8-1/2" x 14" of 11" x 17 formaat) om hiervan dubbelzijdige kopieën te maken, zullen de boven- en onderkant van de abeeldingen op de voor- en achterzijde tegenover elkaar liggen. Met deze functie kunnen de boven- en onderkant op eenvoudige wijze worden gelijkgesteld.
Gebruik deze instelling om te wisselen tussen de
• bovenkantlijn en de linkerkantlijn.
• Gebruik deze instelling om de breedte van de kantlijn in te stellen.
Deze instelling wordt gebruikt om de kopieerresolutie naar AUTOMATISCHE te veranderen en de HANDMAT modus van 600 x 300 dpi naar 600 x 600 dpi (hoge kwaliteit modus) te veranderen. Het scannen wordt langzamer wanneer de hoge kwaliteitsmodus gebruikt wordt.
5
45
Page 48
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Programma-
nummer
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
Programmanaam
Toegewezen geheugen voor de printerfunctie*
2
Toets automatische herhaling
Toetsdruktijd
Geluidssignaalvolume
Basisinstelling geluidssignaal
Aantal kopieën limiet
Gelijkend papierformaat gebruiken
Standaard papierlade-instelling
Standaard belichtingsfunctie
USB 2.0 functiewisseling*
Autom. selectie sorteren*
5
1,*2
Instelcodes
(de fabrieksinstelling is
vetgedrukt)
1: 30% 2: 40%
3: 50%
4: 60% 5: 70%
0: UIT
1: AAN
1: Minimum (huidige
responssnelheid) 2: 0,5 sec. 3: 1,0 sec. 4: 1,5 sec. 5: 2,0 sec.
1: Korte pieptoon
2: Lange pieptoon 3: UIT
0: UIT
1: AAN
1: 99 kopieën
2: 999 kopieën
0: UIT
1: AAN
1: Bovenste papierlade*
2: Onderste papierlade*
4
4
3: 250-vel
papierinvoereenheid/ Bovenste papierlade van 2 x 250-vel papierinvoereenheid*
4
4: Onderste papierlade van 2 x
250-vel papierinvoereenheid*
5: Handinvoerlade*
4
4
1: AUTOMATISCHE
2: HANDMAT 3: FOTO
1: Volledige snelheid
2: Hoge snelheid
1: UIT
2: Sorteren
3: Groeperen
Uitleg
• Gebruik deze instelling om de grootte van het machinegeheugen in te stellen voor de printerfunctie.
Gebruik deze instelling om al dan niet de herhaling van het indrukken
• van een toets te selecteren. Voor toetsen die normaliter een instelwaarde verhogen wanneer deze worden ingedrukt (bijvoorbeeld het ingedrukt houden van de [ZOOM]-toets (
,
)), kunt u dit programma gebruiken om te bepalen of de instelwaarde wel of niet wordt gewijzigd wanneer de toets ingedrukt gehouden wordt.
Gebruik deze instelling om de duur te selecteren waarbinnen de invoer van een bepaalde toetsdruk wordt geaccepteerd. Door een langere duur in te stellen voorkomt u dat instellingen worden gewijzigd door het per ongeluk indrukken van een toets.
• Deze instelling regelt het volume van de piepsignalen. (p.47)
Gebruik deze instelling om een piepgeluid te laten horen wanneer een basisinstelling wordt geselecteerd. (p.47)
Gebruik deze instelling het maximale aantal kopieën
• (99 of 999) dat kan worden gemaakt in te stellen.
Wanneer u deze functie activeert, zal het afdrukken in de printerfunctie automatisch worden voortgezet met een ander, gelijkend papierformaat wanneer het ingestelde papierformaat in geen enkele lade meer aanwezig is. Deze functie werkt niet in de kopieerfunctie.
• Gebruik dit programma om de standaard papierlade te selecteren. Deze papierlade wordt automatisch geselecteerd elke keer wanneer de machine wordt ingeschakeld of elke keer wanneer de machine wordt teruggezet in de begininstelling.
Gebruik dit programma om "AUTOMATISCHE", "HANDMAT", of "FOTO" als standaard belichtingsfunctie in te stellen.
Hiermee wordt de USB 2.0 overdrachtsnelheid ingesteld. Om de
• hoogste snelheid te behalen via de USB 2.0 poort, controleer eerst of uw systeem voldoet aan de systeemeisen (besturingssysteem en driver) en gebruik vervolgens dit programma om de USB 2.0 functie op "Hi-Speed" te zetten. Let op: deze instelling mag niet worden gewijzigd wanneer er een TWAIN driver actief is. (Zie "Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie) op p.38 voor de systeemeisen.)
• Gebruik deze instelling voor het selecteren van de standaard uitvoermodus voor het kopiëren van een SPF of RSPF.
*1Op modellen met een SPF/RSPF. *2Op modellen met een tweevoudig functieboard.
4
AR-M160 is als volgt:
*
Bovenste papierlade (fabrieksinstelling), 2: 250-vel papierinvoereenheid/Bovenste papierlade van 2 x 250-vel papierinvoereenheid,
1: 3: Onderste papierlade van 2 x 250-vel papierinvoereenheid, 5: Handinvoerlade
5
De scansnelheid wordt verhoogd wanneer de USB 2.0 functie op "Hi-Speed" wordt gezet, maar de afdruksnelheid wordt niet sterk verhoogd.
*
46
Page 49
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
INSTELLINGEN VOOR EEN GEBRUIKERSPROGRAMMA SELECTEREN
Houd de [Licht]-toets ( ) ingedrukt
1
totdat de alarm- indicators ( , , ,
, ) knipperen.
Op de display verschijnt "- -" waarbij het linker streepje knippert.
Voer een programmanummer in met
2
de cijfertoetsen.
Zie "GEBRUIKERSPROGRAMMA’S" (p.44 tot p.46) voor de programmanummers.
Het geselecteerde programmanummer knippert.
Druk op de [1]-toets om de "Automatische terugsteltijd" te selecteren.
Voer de gewenste instelcode in door
4
op een cijfertoets te drukken.
Zie "GEBRUIKERSPROGRAMMA’S" voor de instelcodes. (p.44 tot p.46)
De geselecteerde instelcode knippert.
Druk op de [5]-toets om 90 seconden te selecteren.
Opmerking
Druk op de [START]-toets ( ).
5
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het verkeerde nummer hebt ingevoerd en ga terug naar stap 2.
De geselecteerde code stopt met knipperen en brandt ononderbroken.
Opmerking
Druk op de [START]-toets ( ).
3
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het verkeerde nummer hebt ingevoerd en voer vervolgens het juiste nummer in.
• Het geselecteerde programmanummer stopt met knipperen en brandt ononderbroken.
• De huidige instelcode knippert in het eerste getal van de display.
Opmerking
Druk op de [Licht]-toets ( ) om de
6
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u een instelling voor een ander programma wilt invoeren en ga terug naar stap 2.
instellingen te voltooien.
De alarm-indicators ( , , , , ) gaan af en de display geeft weer het aantal kopieën weer.
Geluidssignalen (toetsinvoer-piep, ongeldige toets-piep, basisinstelling-piep)
De machine kan drie verschillende piepsignalen laten horen: een toetsinvoer-piep die klinkt wanneer een geldige toets wordt ingedrukt, een ongeldige toets-piep die klinkt wanneer een ongeldige toets wordt ingedrukt en een basisinstelling-piep die klinkt wanneer een instelling hetzelfde is als de basisinstelling (de basisinstellingen worden hieronder beschreven). Het basisinstelling geluidssignaal staat aanvankelijk uit. Zie "basisinstelling geluidssignaal" op pagina 46 om de basisinstelling-piep te activeren. Zie "Volume geluidssignalen" op pagina 46 om het volume van de geluidssignalen te wijzigen of uit te zetten. De pieppatronen van elk geluidssignaal zijn als volgt:
Toetsinvoer-piep ........................ Eén piep
Ongeldige toetsinvoer-piep.Twee piepen
Basisinstelling-piep ...............Drie piepen
Basisinstellingen
De basisinstellingen zijn vooringestelde standaardselecties voor elke kopieerinstelling. Deze basisinstellingen zijn als volgt:
Kopieerfactor ................................... 100%
Licht- en donkertoets-indicators .......... 3
Papierinvoerbron .... B ovenste papierlade
ORIGINEELFORMAAT.......A4 (8-1/2" x 11")
AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO ( / / )
............................................................ AUTO
AUTO
5
47
Page 50
INSTELLINGEN VOOR ACCOUNTREGELING
ACCOUNTREGELING
Wanneer de "accountregeling" is geactiveerd, wordt het aantal kopieën van elk account bijgehouden (er kunnen maximaal 20 accounts worden aangemaakt). Deze tellingen kunnen, indien nodig, worden weergegeven en opgeteld. In de "accountregeling" verschijnt er "- - -" op de display waarna er een driecijferig accountnummer ingevoerd moet worden om de machine te kunnen gebruiken voor kopieerwerkzaamheden.
Opmerking
De beheerder van de kopieermachine moet de volgende instellingen invoeren:
• De "accountregeling" activeren (p.50)
• Accountnummers invoeren (p.50)
ACCOUNTREGELING-INSTELLINGEN
Programm
anummer
10 Accountregeling
11
12
13
14
Programmanaam
Accountnummers invoeren
Accountnummers wijzigen
Accountnummers verwijderen
Aantal kopieën per account
Instelcodes
(de fabrieksinstellingen
zijn vetgedrukt)
0: UIT
1: AAN
Geen
Geen
0: Eén accountnummer
verwijderen
1: Alle
accountnummers verwijderen
Geen
Gebruik dit programma om de "Accountregeling" aan of uit te zetten. "Accountregeling" staat aanvankelijk uit.
Gebruik dit programma om de accountnummers in te voeren. U kunt maximaal 20 accounts invoeren.
Gebruik dit programma om accountnummers te wijzigen.
Gebruik dit programma om accountnummers te verwijderen. U kunt één accountnummer of alle accountnummers verwijderen.
Dit geeft het aantal gemaakte kopieën per account weer. Het maximale aantal is 49.999. Wanneer dit aantal wordt overschreden wordt de stand teruggezet op 0.
Uitleg
15 Account resetten
48
0: Eén account resetten
1: Alle accounts
resetten
Gebruik dit programma om het aantal gemaakte kopieën van een account op 0 te zetten. U kunt het aantal kopieën van één enkel account of alle accounts resetten.
Page 51
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
ACCOUNTREGELINGFUNCTIE-INSTELLINGEN SELECTEREN
Houd de [Licht]-toets ( ) ingedrukt
1
totdat de alarm- indicators ( , , ,
, ) knipperen.
Op de display verschijnt "- -" waarbij het linker streepje knippert.
Voer een programmanummer in met
2
de cijfertoetsen.
•Zie "ACCOUNTREGELING
-INSTELLINGEN" (p.48) voor de programmanummers.
• Het geselecteerde programmanummer knippert.
• Voer "10" in om "Accountregeling" te selecteren.
Druk op de [Licht]-toets ( ) om de
5
instellingen te voltooien.
De alarm-indicators ( , , , , ) gaan af en de display geeft weer het aantal kopieën weer.
Opmerking
Druk op de [START]-toets ( ).
3
Voer de gewenste instelcode voor het
4
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het verkeerde nummer hebt ingevoerd en voer vervolgens het juiste nummer in.
• Het geselecteerde programmanummer stopt met knipperen en brandt ononderbroken.
• De huidige instelcode knippert in het eerste getal van de display.
programma in zoals wordt beschreven in de gedetailleerde procedure op de volgende pagina’s.
Zie "ACCOUNTREGELING­INSTELLINGEN" voor de instelcodes. (p.48)
Opmerking
• Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het verkeerde nummer hebt ingevoerd en ga terug naar stap 2.
• Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer de "E" (error code) knippert in het eerste getal van de display en ga terug naar stap 2.
5
49
Page 52
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Accountregeling
(programmanummer 10)
1
Druk op de [1]-toets om de "Accountregelingfunctie" te activeren of de [0]-toets om deze uit te zetten en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
Opmerking
2 Druk op de [WIS]-toets ( ).
Gebruik de "Accountnummerinvoer" nadat u de "Accountregelingfunctie"hebt geactiveerd om accountnummers aan te maken voor elk account (tot 20 accounts kunnen worden aangemaakt).
Accountnummers invoeren
(programmanummer 11)
Wanneer er al 20 accountnummers zijn aangemaakt, verschijnt de foutcode "11E" in de display.
1
Gebruik de cijfertoetsen om een 3-cijferig nummer (alle nummers zijn mogelijk, behalve "000") in te voeren en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
Opmerking
2 Druk op de [WIS]-toets ( ).
Wanneer u "000" of een reeds bestaand accountnummer invoert zal dit nummer knipperen in de display. Voer een ander nummer in. (Tot 20 accounts kunnen worden aangemaakt.)
Herhaal deze procedure voor de andere accountnummers die u wilt instellen.
Wij raden u aan een lijst bij te houden met alle accountnummers en bijbehorende groepen (accountnamen kunnen niet worden opgeslagen en een dergelijke lijst voorkomt verwarring bij de totaalopmaak van de accounttellingen).
Accountnummers wijzigen
(programmanummer 12)
Gebruik deze procedure een accountnummer te wijzigen. Wanneer er nog geen accountnummers zijn aangemaakt, verschijnt de foutcode "12E" in de display.
1 Druk op de [Kopieerfactor display]-toets
( ) om het accountnummer te selecteren dat uw wilt wijzigen en druk op de [START]-toets ( ).
In de display verschijnen 3 knipperende streepjes "- - -".
2 Druk op de cijfertoetsen om een nieuw
accountnummer (alle nummers zijn mogelijk, behalve "000") in te voeren en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
Opmerking
3 Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u
klaar bent.
• Wanneer u "000" of een reeds bestaand accountnummer invoert zal dit nummer knipperen in de display. Voer een ander nummer in.
• Herhaal de stappen 1 en 2 om een ander accountnummer te wijzigen.
Accountnummers verwijderen
(programmanummer 13)
Gebruik deze procedure om een accountnummer te verwijderen. U kunt één accountnummer of alle accountnummers ineens verwijderen.
Wanneer er nog geen accountnummers zijn aangemaakt , verschijnt de foutcode "13E" in de display.
[Alle accountnummers ineens verwijderen] Druk op de [1]-toets en vervolgens op de
[START]-toets ( ).
Alle accountnummers worden verwijderd.
[Eén accountnummer verwijderen] 1 Druk op de [0]-toets en vervolgens op de
[START]-toets ( ).
2 Selecteer het accountnummer dat u wilt
wissen met de [Kopieerfactor display]-toets ( ) en druk op de [START]-toets ( ).
Opmerking
Voer het programmanummer (13) in om een ander accountnummer te verwijderen en herhaal de procedure “Eén accountnummer verwijderen”.
Aantal kopieën per account
(programmanummer 14)
Gebruik deze procedure om het aantal kopieën van een accountnummer weer te geven. Wanneer er nog geen accountnummers zijn aangemaakt, verschijnt de foutcode "14E" in de display.
1 Selecteer het accountnummer door op de
[Kopieerfactordisplay]-toets ( ) te drukken.
2 Houd de [0]-toets ingedrukt.
Het aantal kopieën van het geselecteerde account verschijnt op de display wanneer u de [0]-toets ingedrukt houdt. Het aantal kopieën wordt opeenvolgend weergegeven zoals hieronder afgebeeld.
Voorbeeld: 12.345 kopieën
Opmerking
3 Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u
klaar bent.
• Elke pagina op A3 (11" x 17") formaat wordt geteld als twee pagina's.
• Herhaal de stappen 1 en 2 om het aantal kopieën van een ander accountnummer te bekijken.
50
Page 53
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
ACC.#-C
Account resetten
(programmanummer 15)
Het aantal kopieën van een enkel account of alle accounts kunnen worden teruggezet naar 0. Wanneer er nog geen accountnummers zijn aangemaakt , verschijnt de foutcode "15E" in de display.
[Alle accounts resetten] Druk op de [1]-toets en vervolgens op de
[START]-toets ( ).
Het aantal kopieën van alle accounts worden verwijderd.
[Eén accountnummer resetten] 1 Selecteer het accountnummer door op de
[Kopieerfactordisplay]-toets ( ) te drukken.
2 Selecteer het accountnummer dat u wilt
resetten met de [Kopieerfactor display]-toets ( ) en druk op de [START]-toets ( ).
Opmerking
Voer het programmanummer (15) in om een ander accountnummer te resetten en herhaal de procedure “Eén accountnummer resetten”.
Kopiëren wanneer "Accountregeling" is geactiveerd
Wanneer de "Accountregelingfunctie" is geactiveerd verschijnt er "- -" in de display.
Voer uw 3-cijferige accountnummer in
1
met de cijfertoetsen.
Wanneer u uw accountnummer invoert verschijnt er "0" in de display om aan te geven dat kopiëren mogelijk is.
Opmerking
Volg de juiste stappen om een kopie
2
te maken.
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u een ongeldig nummer hebt ingevoerd en voer vervolgens het juiste nummer in.
Opmerking
Druk op de [ACCOUNT WIS]-toets
3
( ) wanneer u klaar bent.
Opmerking
Wanneer u een onderbrekende kopieeropdracht uitvoert (p.31), zorg er dan voor dat u op de [ONDERBREKING]-toets ( ) drukt nadat de onderbrekende kopieeropdracht is beëindigd.
ACC.#-C
Wanneer er een papierstoring plaatsvindt tijdens het kopiëren zal de sessie niet stoppen, zelfs niet wanneer u de [ACCOUNT WIS]-toets ( ) indrukt.
ACC.#-C
5
51
Page 54
6
Dit hoofdstuk beschrijft de probleemoplossing en het verwijderen van vastgelopen papier.
PROBLEEMOPLOSSING
Raadpleeg deze probleemoplossing voordat u de helpdesk belt wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van de kopieermachine. Veel problemen kunnen namelijk eenvoudig door de gebruiker zelf worden opgelost. Zet de hoofdschakelaar uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw service leverancier wanneer u het probleem niet met behulp van deze probleemoplossing kunt verhelpen.
MACHINE- EN KOPIEERPROBLEMEN
Hoofdstuk 6
PROBLEEMOPLOSSING
De machine werkt niet..................................................................................................................................... 53
Kopieën zijn te donker of te licht. .................................................................................................................... 53
Blanco kopieën................................................................................................................................................ 53
Het gebruikte kopieerpapierformaat verschilt van de geselecteerde papierformaatinstelling. ........................ 53
Er verschijnen kreukels in het papier of de afbeelding vervaagt op sommige plaatsen.................................. 54
Papierstoring................................................................................................................................................... 54
Origineelformaat wordt niet automatisch geselecteerd................................................................................... 54
Kopieën zijn vlekkerig of vuil........................................................................................................................... 55
Er verschijnen witte of zwarte strepen op de kopieën..................................................................................... 55
Het papierformaat voor een papierlade kan niet worden ingesteld.................................................................55
Een kopieeropdracht stopt voortijdig............................................................................................................... 55
De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) brandt. .......................................................................................... 55
Eén van de alarm-indicators ( ,,, ,) brandt of knippert............................................................ 55
De verlichtingsrail flikkert. ............................................................................................................................... 55
PRINTER- SCANNERPROBLEMEN
De machine print niet. (ON LINE-indicator ( ) knippert niet)......................................................................... 56
De machine print niet. (ON LINE-indicator ( ) heeft geknipperd)..................................................................56
Het afdrukken gaat langzaam. ........................................................................................................................ 57
De afdruk is te licht en ongelijkmatig............................................................................................................... 57
De afdruk is vuil............................................................................................................................................... 57
De afdruk is scheef of valt buiten het papier. .................................................................................................. 58
Eén van de alarm-indicators ( ,,, ,) brandt of knippert............................................................ 58
Gebrekkige scankwaliteit. ............................................................................................................................... 59
Afbeelding kan niet worden gescand. ............................................................................................................. 60
Overdracht van scangegevens gaat langzaam............................................................................................... 60
Kennisgevingpagina wordt afgedrukt.............................................................................................................. 61
Software verwijderen....................................................................................................................................... 61
INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN........................................................ 62
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN...................................................... 63
TONERCARTRIDGE VERVANGEN................................................................. 70
52
Page 55
PROBLEEMOPLOSSING
MACHINE- EN KOPIEERPROBLEMEN
De onderstaande problemen zijn gerelateerd aan de algemene werking van de machine en het kopiëren.
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
De machine werkt niet.
De machine is niet aangesloten op een stopcontact.
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact.
Hoofdschakelaar staat op OFF.
Zet de hoofdschakelaar op ON.
De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) knippert.
Dit betekent dat de machine bezig is met opwarmen. Er kunnen
geen kopieën worden gemaakt voordat de machine is opgewarmd.
De voor- of zijklep is niet volledig gesloten.
Sluit de voor- of zijklep.
De machine staat in de automatische uitschakelfunctie.
In de automatische uitschakelfunctie zijn alle lampjes uit, behalve
de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) en de ON LINE-indicator ( ). Druk op de [START] toets ( ) om de normale werking te hervatten.
De ORIGINEELFORMAAT-indicator knippert.
Roteer het origineel zo dat deze in dezelfde richting als de
knipperende ORIGINEEL FORMAAT-indicator is geplaatst wanneer de ORIGINEEL FORMAAT-indicator knippert wanneer de kantlijnverschuiving is geselecteerd.
De PAPIERFORMAAT indicator knippert.
Een knipperende PAPIERFORMAAT indicator betekent dat het formaat van het papier dat in de lade is geplaatst verschillend is van de papierformaatinstelling voor de lade. Verander de papierformaatinstelling. Voer voor het wissen van de display een van de volgende procedures uit:
• Gebruik de [PAPIERLADEKUZE]-toets ( ) voor het veranderen van de ladeselectie.
• Open en sluit de lade.
• Druk op de [WIS ALLES]-toets ( ).
-
12
12
-
12
36
16, 21
Kopieën zijn te donker of te licht.
Blanco kopieën.
Het gebruikte kopieerpapierformaat verschilt van de geselecteerde papierformaatinstelling.
(een gedeelte van de afbeelding is afgebroken of er is te veel witruimte.)
Selecteer het juiste origineeltype voor het origineel.
Selecteer AUTOMATISCHE met de
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-toets of druk op de [Licht]-toets ( ) en de [Donker]-toets ( ) om handmatig de belichting in te stellen.
Pas het automatische belichtingsniveau aan wanneer, ondanks
dat AUTOMATISCHE is geselecteerd met de [AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-toets ( / / ), de kopie te licht of te donker is.
AUTO
Het origineel in de SPF/RSPF is niet geplaatst met de kopieerzijde naar boven of op de origineelplaat met de kopieerzijde naar beneden.
Plaats het origineel in de SPF/RSPF met de kopieerzijde naar
boven of op de origineel plaat met de kopieerzijde naar beneden.
Het origineel is niet in de correcte positie geplaatst.
Plaats het origineel in de correcte positie.
Er is geen correcte kopieerfactor gebruikt voor het origineelformaat en het kopieformaat.
Druk op de [AUTO IMAGE]-toets ( ) om de juiste
kopieerfactor voor het origineel en de kopie te selecteren.
Het papierformaat in een lade is gewijzigd zonder dat het papierformaat is gewijzigd.
Zorg ervoor dat u het papierformaat instelt elke keer wanneer u
het papierformaat in een lade wijzigt.
AUTO
%
21
42
18, 19
18, 19
23
16
6
53
Page 56
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
Er verschijnen kreukels in het papier of de afbeelding vervaagt op sommige plaatsen.
Het papier valt buiten het gespecificeerde formaat en gewicht.
Gebruik kopieerpapier dat overeenkomt met de gespecificeerde
instellingen.
Het papier is gekreukeld of vochtig.
Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Vervang het papier
door nieuw, droog kopieerpapier. Verwijder het papier uit de papierlade en bewaar het in een zak op een donkere plaats om vochtabsorptie te voorkomen wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
Papierstoring.
Zie "VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN" om het
vastgelopen papier te verwijderen.
Het papier valt buiten het gespecificeerde formaat en gewicht.
Gebruik kopieerpapier dat overeenkomt met de gespecificeerde
instellingen.
Het papier is gekreukeld of vochtig.
Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Vervang het papier
door nieuw, droog kopieerpapier. Verwijder het papier uit de papierlade en bewaar het in een zak op een donkere plaats om vochtabsorptie te voorkomen wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
13
-
63
13
-
Papierstoring.
Het papier is niet goed geladen.
Verzeker u ervan dat het papier goed is geplaatst.
Er zijn er papierdelen aanwezig in de machine.
Verwijder alle vastgelopen papierdelen.
Er is teveel papier geladen in de papierlade.
Verklein de papierstapel wanneer de papierstapel hoger is dan
de hoogte-indicator op de lade en herplaatst de stapel zo dat deze onder de hoogte-indicator blijft.
Sommige vellen papier plakken aan elkaar.
Waai het papier goed los voordat u het laadt.
De geleiders van de handinvoerlade zijn niet aangepast aan de breedte van het papier.
Pas de geleiders aan de breedte van het papier aan.
De verlenging van de handinvoerlade is niet uitgetrokken.
Trek deze verlenging uit wanneer u grote formaten laadt.
De papierinvoerrol van de handinvoerlade is smerig.
Reinig de invoerrol.
Er is A5 (5-1/2"x8-1/2") papier in de onderste papierlade, de 250-vel of de 2 x 250-vel papierinvoereenheid geladen.
A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat kan alleen worden geladen in de
bovenste papierlade of in de handinvoerlade.
Origineel is gekreukt.
Het origineelformaat kan niet correct worden gedetecteerd
wanneer het origineel is gekreukt. Strijk het origineel glad.
14
63
14
14
15
15
73
13, 14
-
Origineelformaat wordt niet automatisch geselecteerd.
(wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd.)
54
Het origineel bevat grote zwarte gebieden.
Wanneer het origineel grote zwarte gebieden bevat, kan het
voorkomen dat het origineelformaat niet automatisch wordt gedetecteerd. Gebruik de [ORIGINEELFORMAAT INSTEL]-toets om het papierformaat te selecteren.
ENTER
De machine wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
Plaats de machine op een plaats waar deze niet aan direct
zonlicht wordt blootgesteld.
-
-
Page 57
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
Kopieën zijn vlekkerig of vuil.
De origineelplaat of de onderkant van de SPF/RSPF-origineelklep is smerig.
Reinig deze regelmatig.
Het origineel is vlekkerig of vuil.
Gebruik een schoon origineel.
PROBLEEMOPLOSSING
72
-
Er verschijnen witte of zwarte strepen op de kopieën.
Het papierformaat voor een papierlade kan niet worden ingesteld.
Een kopieeropdracht stopt voortijdig.
Het scannerglas van de SPF/RSPF is vuil.
Reinig het lange, smalle scannerglas.
De transportlade is smerig.
Reinig van de transportlade.
De machine is bezig met kopiëren of afdrukken.
Stel het papierformaat in nadat het kopiëren of afdrukken is beëindigd.
De machine is tijdelijk gestopt als gevolg van papiertekort of papierstoring.
Plaats papier in de lade of verwijder het vastgelopen papier en
stel vervolgens het papierformaat in.
De machine is bezig met een onderbrekende kopieeropdracht.
Stel het papierformaat in nadat de onderbrekende
kopieeropdracht is beëindigd.
De display of de ORIGINEEL GEGEVENS-indicator ( ) knippert.
DATA
Er zijn gegevens in het geheugen opgeslagen. Druk de gegevens
af of verwijder deze uit het geheugen.
De kopie-uitvoerlade is vol.
Grote kopieeropdrachten worden automatisch onderbroken na
250 kopieën. Verwijder papier uit de kopie-uitvoerlade en druk op de toets [START] ( ) om het kopiëren te hervatten.
"FUL" verschijnt in de display.
Het geheugen is volgeraakt tijdens een sorteren/groeperen of
een "2-IN-1" of "4-IN-1" kopieeropdracht. Kopieer alleen de originelen die tot dan toe zijn gescand of annuleer de opdracht en wis het geheugen.
Geen papier meer aanwezig in de papierlade.
Vul papier bij.
72
73
-
14, 63
32
33, 35
23
33, 35
6
14
De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) brandt.
Eén van de alarm-indicators ( , , , , ) brandt of knippert.
De verlichtingsrail flikkert.
Er branden nog andere indicators.
Wanneer er nog andere indicators branden, staat de machine in
de "voorverwarmingsfunctie". Druk op een willekeurige toets op het bedieningspaneel om de normale werking te hervatten.
Alleen de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) brandt.
Wanneer alleen de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) brandt,
staat de machine in de automatische uitschakelfunctie. Druk op de [START] toets ( ) om de normale werking te hervatten.
Zie "INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN" om betekenis van de alarm-indicator en de foutmelding in de display te achterhalen en voer vervolgens de bijbehorende handeling uit.
De machine is aangesloten op hetzelfde stopcontact als de verlichtingsrail.
Sluit de machine aan op een stopcontact dat niet wordt gebruikt
door andere elektrische apparatuur.
12
12
62
-
55
Page 58
PROBLEEMOPLOSSING
PRINTER- SCANNERPROBLEMEN
Als aanvulling op dit onderdeel kunt u ook informatie over probleemoplossing vinden in de LEESMIJ bestanden van alle softwareprogramma’s. Raadpleeg de bijgeleverde “software installatiehandleiding” om het LEESMIJ bestand te openen.
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
De machine staat in de off line-functie.
Druk op de [ON LINE]-toets ( ) om de ON LINE-indicator ( )
aan te zetten.
Is de printerkabel correct aangesloten tussen de machine en uw computer?
Controleer de beide uiteinden van de printerkabel en zorg ervoor
dat deze correct zijn aangesloten. Plaats een kabel van goede kwaliteit. Zie "TECHNISCHE SPECIFICATIES" voor informatie over kabels.
39
78
De machine print niet.
(ON LINE-indicator ( ) knippert niet.)
De machine is bezig met een kopieeropdracht.
Wacht totdat de machine klaar is met de kopieeropdracht.
De poortinstelling is niet correct.
Het afdrukken is niet mogelijk wanneer de printer driver poort niet
correct is ingesteld. Stel de poort correct in.
Uw kopieermachine is niet correct geselecteerd in het huidige softwareprogramma voor deze printopdracht.
Zorg ervoor dat er een "SHARP AR-XXXX" printer is
geselecteerd (waarbij XXXX staat voor de modelnaam van uw machine) in het dialoogvenster "Afdrukken" wanneer u "Afdrukken" kiest uit het menu "Bestand" in het softwareprogramma.
De printer driver is niet correct geïnstalleerd.
Volg de onderstaande stappen om te controleren of de printer
driver is geïnstalleerd. 1 Klik op "Start", "Configuratiescherm", "Printers en Andere
Hardware" en vervolgens op "Printers en Faxapparaten". (In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, klik op "Start", "Instellingen" en vervolgens op "Printers".)
2 De "SHARP AR-XXXX" printer driver icoon wordt niet getoond
(waarbij XXXX staat voor de modelnaam van uw machine)
3 Wanneer het icoon wel wordt getoond, maar u nog steeds niet
kunt printen kan het zijn dat de printer driver niet correct is geïnstalleerd. Verwijder en herinstalleer in zulke gevallen de AR-M160/M205 SOFTWARE.
-
Software
installatie-
handleiding
-
-
De machine print niet. (ON LINE-indicator ( ) heeft
geknipperd.)
56
De papierformaatinstellingen in de kopieermachine zijn niet hetzelfde als in de printer driver.
Zorg ervoor dat dezelfde papierlade is ingesteld in zowel de
kopieermachine als in de printer driver. Raadpleeg de Software installatiehandleiding om de papierformaatinstelling in de printer driver te wijzigen.
Het correcte papierformaat is niet geladen.
Laad het gespecificeerde papierformaat in de papierlade.
De PAPIERFORMAAT-indicator knippert.
Wanneer de "gelijkend papierformaat gebruiken"-functie
(gebruikersprogramma) uitstaat, zal de PAPIERFORMAAT-indicator op het bedieningspaneel knipperen. U kunt op de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) drukken om handmatig een papierlade te selecteren of papier in de handmatige invoerlade te plaatsen en vervolgens op de [ON LINE]-toets ( ) te drukken om het afdrukken te starten.
Wanneer de "gelijkend papierformaat gebruiken"-functie is
geactiveerd, zal het afdrukken worden voortgezet met een papierformaat dat lijkt op het formaat van de afdrukafbeelding.
16
Software
installatie-
handleiding
14
14, 21
-
Page 59
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
Het afdrukken gaat langzaam.
De afdruk is te licht en ongelijkmatig.
De afdruk is vuil.
PROBLEEMOPLOSSING
Er zijn twee of meer softwareprogramma’s tegelijkertijd actief.
Sluit alle geopende softwareprogramma’s die niet actief zijn en
hervat het afdrukken.
Het papier is zo geladen dat de afbeelding op de voorzijde van het papier wordt afgedrukt.
Sommige papiertypen hebben een voor- en achterzijde. Wanneer
het papier zo is geladen dat de afbeelding op de achterzijde van het papier wordt afgedrukt, zal de toner niet goed op het papier hechten waardoor de afdruk vaag wordt.
U gebruikt papier dat buiten het gespecificeerde formaat en gewicht valt.
Gebruik kopieerpapier dat overeenkomt met de gespecificeerde
instellingen.
Het papier is gekreukeld of vochtig.
Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Vervang het papier
door nieuw, droog kopieerpapier. Verwijder het papier uit de papierlade en bewaar het in een zak op een donkere plaats om vochtabsorptie te voorkomen wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
-
14
13
-
De marge-instelling in uw softwareprogramma zijn onvoldoende.
De boven- en onderzijde van het papier kan vuil worden als de
marges buiten het gespecificeerde printgebied vallen.
Stel de marges in het softwareprogramma zo in dat deze binnen
het printgebied vallen.
-
6
57
Page 60
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
De afdruk is scheef of valt buiten het papier.
Het papierformaat in de lade komt niet overeen met de instellingen in de printer driver.
Controleer of de "Papierformaat"-opties overeenkomen met het
papier in de lade.
Wanneer de "Aanpassen aan papierformaat"-functie is
geactiveerd, zorg er dan voor dat het geselecteerde papierformaat uit het rolmenu overeenkomt met het papierformaat in de papierlade.
De afdrukstand van het document is niet correct ingesteld.
Klik op het tabblad "Papier" in de printer driver set-up en
controleer of de "Afdrukstand" juist is.
-
-
Eén van de alarm-indicators ( , , , , ) brandt of knippert.
Het papier is niet goed geladen.
Verzeker u ervan dat het papier goed is geladen.
De marges zijn niet correct gespecificeerd in het gebruikte softwareprogramma.
Controleer de lay-out van de documentmarges en de
papierformaatinstellingen in het gebruikte softwareprogramma. Controleer ook of de printinstellingen correct zijn ingesteld en overeenkomen met het papierformaat.
Zie "INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN" om betekenis van de alarm-indicator en de foutmelding in de display te achterhalen en voer vervolgens de bijbehorende handeling uit.
14
-
62
58
Page 61
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
De origineelplaat of de onderkant van de SPF/RSPF-origineelklep is smerig.
Reinig deze regelmatig.
72
Gebrekkige scankwaliteit.
Het origineel is vlekkerig of vuil.
Gebruik een schoon origineel.
U heeft niet de correcte resolutie ingesteld.
Zorg ervoor dat de resolutie-instelling in de scanner driver
aansluit bij het origineel.
U scant een groot gebied (bijvoorbeeld een volledig A3 (11" x 17") vel) op een hoge resolutie.
Wanneer u een groot gebied op een hoge resolutie probeert te
scannen en er onvoldoende geheugen in de machine aanwezig voor de scangegevens, zal het scannen worden uitgevoerd op een lagere resolutie en versterkt de scanner driver de gegevens voor deze lagere resolutie. De kwaliteit van deze versterkte afbeelding is echter niet zo hoog als de kwaliteit van een hoge resolutie. Gebruik een lagere resolutie of scan een kleiner gebied.
U Heeft geen passende waarde voor de "Zwart/wit drempel" ingesteld.
Wanneer u scant met een TWAIN-compatible toepassing en
gebruik maakt van de "Wit-", "Rood-", "Groen-" of "Blauw"-functie in het menu "Lichtbron", zorg dan voor passende waarde van de "Zwart/wit drempel". Een hogere drempelwaarde maakt het resultaat donkerder en een lagere waarde het resultaat lichter. Klik op de knop "Auto drempel" op het tabblad "Afbeelding" in het scherm "Professional" om de drempel automatisch aan te passen.
-
-
-
-
De helderheid- en contrastinstellingen zijn niet correct.
Wanneer u scant met een TWAIN-compatible toepassing en het
resultaat niet de goede helderheid of contrast heeft (bijvoorbeeld een te lichte afbeelding), activeer dan de "Automatische afstelling van contrast/helderheid" op het tabblad "Kleur", in het scherm "Professional". Klik op de knop "Helderheid/contrast" om de helderheid en het contrast aan te passen terwijl u het scanresultaat op het scherm ziet. Wanneer u scant met een TWAIN-compatible toepassing of de "Scanner en Camera’s Wizard", klik dan op "De kwaliteit van de gescande foto aanpassen"of "Aangepaste instellingen" en pas de helderheid en het contrast aan in het scherm dat verschijnt.
Het origineel in de SPF/RSPF is niet geplaatst met de kopieerzijde naar boven of op de origineelplaat met de kopieerzijde naar beneden.
Plaats het origineel in de SPF/RSPF met de kopieerzijde naar
boven of op de origineel plaat met de kopieerzijde naar beneden.
Het origineel is niet in de correcte positie geplaatst.
Plaats het origineel in de correcte positie.
De optie "Snel scannen" is geselecteerd.
Wanneer er wordt gescand terwijl de optie "Snel scannen" is
geselecteerd, kan de kwaliteit minder zijn. Dit komt omdat de scangegevens worden overgedragen met behulp van JPEG-compressie. Voer opnieuw een scanopdracht uit zonder de optie "Snel scannen" wanneer de afbeelding van mindere kwaliteit is. (De optie "Snel scannen" is niet standaard geselecteerd.)
-
18, 19
18, 19
-
6
59
Page 62
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
Zet uw computer en de hoofdschakelaar van de kopieermachine uit en haal de stekker van de kopieermachine uit het stopcontact wanneer scannen niet mogelijk is. Start vervolgens uw computer en de kopieermachine opnieuw op en probeer de afbeelding nogmaals te scannen. Controleer de onderstaande mogelijkheden wanneer het scannen nog steeds niet mogelijk is.
Uw toepassing is niet TWAIN/WIA compatible.
Wanneer uw toepassing niet TWAIN/WIA compatible is, is
scannen niet mogelijk. Zorg ervoor dat uw toepassing TWAIN/WIA compatible is.
-
-
Afbeelding kan niet worden gescand.
Overdracht van scangegevens gaat langzaam
U heeft niet de scanner driver van de machine in uw toepassing geselecteerd.
Verzeker u ervan dat de scanner driver voor de kopieermachine
is geselecteerd in uw TWAIN/WIA compatible toepassing.
Niet alle scangegevens zijn correct ingevoerd.
Het scannen van een groot gebied in kleur en op een hoge
resolutie heeft een groot aantal scangegevens en een langere scantijd tot gevolg. De scaninstellingen moeten worden aangepast aan het origineeltype dat wordt gescand (bijv. Tekst: Tekst/Afbeeldingen, Foto: Kleur of zwart/wit.)
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar in de machine.
De scanresolutie kan variëren afhankelijk van het scangebied en de omvang van het geïnstalleerde geheugen in de kopieermachine. Voor het scannen van een A3 (11" x 17") origineel met volledige kleuren op 600 dpi zonder vergroting, is het tweevoudige functieboard en 256 MB (AR-SM5) geheugen vereist.
Uw computer voldoet niet aan de systeemeisen voor de USB 2.0 interface (Hi-Speedfunctie).
Raadpleeg de “Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie)”
(p.38) om uw systeem te configureren voor USB 2.0 en stel vervolgens de “USB 2.0 functieomschakeling” in het gebruikersprogramma in op “Hi-Speed”.
-
-
-
38, 46
60
Page 63
PROBLEEMOPLOSSING
Notificatie pagina wordt afgedrukt
Wanneer er aan het einde van een afdrukopdracht een notificatie pagina wordt afgedrukt, betekent dit dat de ontvangen printgegevens van de computer niet zijn afgedrukt zoals gespecificeerd. Verhelp het probleem zoals hieronder beschreven en probeer vervolgens opnieuw af te drukken.
Wat te doen wanneer er een notificatie pagina wordt afgedrukt, 1
De notificatie pagina hierboven wordt afgedrukt wanneer u probeert af te drukken met de printer driver voor het tweevoudige functieboard terwijl deze laatste niet is geïnstalleerd. Wijzig de standaard printer driver en probeer het opnieuw. Raadpleeg de Software installatiehandleiding wanneer de standaard printer driver niet is geïnstalleerd.
Wat te doen wanneer er een notificatie pagina wordt afgedrukt, 2
De notificatie pagina hierboven wordt afgedrukt wanneer de gegevens van een afdrukopdracht, die naar de kopieermachine worden gezonden, niet volledig in het geheugen van het tweevoudige functieboard kunnen worden geplaatst. Zet de ROPM-functie uit om dit probleem te verhelpen. Zet de afdrukkwaliteit in de printer driver op "Concept" of verhoog de geheugencapaciteit van het tweevoudige functieboard.
Opmerking
Het IMC-geheugen wordt gebruikt om de gegevens tijdelijk te bewaren wanneer de ROPM-functie wordt gebruikt. Dit geheugen wordt ook gebruikt om tijdelijk de afbeelding van het origineel te bewaren tijdens het kopiëren. De grootte van het IMC-geheugen dat is toegewezen aan de printerfunctie kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma’s van de kopieerfunctie. Raadpleeg het gebruikersprogramma "Toegewezen geheugen voor de printerfunctie". (p.46) Het is ook mogelijk dit geheugen uit te breiden met in de winkel verkrijgbare geheugenmodules. Neem contact op met uw service leverancier voor meer informatie over geheugenuitbreiding.
6
Software verwijderen
Volg de onderstaande stappen om de software te verwijderen.
Klik op "Start" en kies vervolgens
1
"Configuratiescherm".
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, klik op "Start", "Instellingen" en vervolgens op "Configuratiescherm".
Klik op "Software’s
2
installeren/verwijderen".
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, dubbelklikt u op het icoon "Software".
Selecteer het "SHARP
3
AR-M160/M205/5220 Series MFP Driver" en het Knoppenbeheer uit de lijst en verwijder de software.
Raadpleeg de handleiding of de helpbestanden van uw besturingssoftware voor meer informatie.
61
Page 64
INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN
Papierstoring-indicator
Papier-bijvulindicator
Onderhoud-vereist-indicator
Tonercartridge-vervangingsindicator
Ontwikkelaar vervangingsindicator
Display
Controleer de betekenis van de indicator of displaymelding in de onderstaande tabel wanneer een van de volgende indicators gaat branden of een van de volgende meldingen op de display verschijnt en voer de bijbehorende handeling uit.
Indicator Oorzaak en oplossing Pagina
Onderhoud­vereist-indicator
Ontwikkelaar vervangingsindicator
Tonercartridge­vervangingsindicator
Papier-bijvulindic ator
Papierstoring­indicator
ORIGINEELFORMAAT-indicator
PAPIERFORMAAT-indicator
[CH] verschijnt in de display.
Letters en getallen verschijnen in de display
"FUL" verschijnt in de display.
Wanneer "Gelijkend papierformaat" uitstaat
A3 A4 A4 A5 B4
EXTRA
Papierstoring-indicator gaat branden bij de optionele 2 x 250-vel/250-vel papierinvoereenheid
Brandt
ononder-
broken
Brandt
ononder-
broken
Brandt
ononder-
broken
Knippert
Brandt
ononder-
broken
Knippert
Knippert
Knippert
Brandt
ononder-
broken
Knippert
Onderhoud door een SHARP erkende onderhoudstechnicus is vereist.
Ontwikkelaar is vereist. Neem contact op met uw service leverancier.
Vervanging van de tonercartridge is binnenkort nodig. Maak een nieuwe cartridge gereed..
Tonercartridge moet worden vervangen. Vervang de toner door een nieuwe.
Geen papier meer aanwezig in de papierlade. Vul papier bij. Ook is het mogelijk dat de papierlade niet volledig in de machine is geplaatst. Zorg ervoor dat de lade goed is geplaatst.
Er is een papierstoring opgetreden. Zie "VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN" om het vastgelopen papier te verwijderen.
Roteer het origineel zo dat deze in dezelfde richting als de knipperende ORIGINEEL FORMAAT-indicator is geplaatst wanneer de ORIGINEEL FORMAAT-indicator knippert.
Een knipperende PAPIERFORMAAT indicator betekent dat het formaat van het papier dat in de lade is geplaatst verschillend is van de papierformaatinstelling voor de lade. Verander de papierformaatinstelling. Voer voor het wissen van de display een van de volgende procedures uit:
• Gebruik de [PAPIERLADEKUZE]-toets ( ) voor het veranderen van de ladeselectie.
• Open en sluit de lade.
• Druk op de [WIS ALLES]-toets ( ).
De voor- of zijklep staat open. Sluit de voor- of zijklep.
De tonercartridge is niet correct geplaatst. Plaats de tonercartridge opnieuw. Neem contact op met uw service leverancier wanneer [CH] hierna nog steeds knippert.
Schakel de machine uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet deze daarna weer aan. Wanneer dezelfde melding verschijnt na het uit en aanzetten van de machine, is de kopieermachine mogelijk aan onderhoud toe. Neem in zo’n geval contact op met uw service leverancier.
Er zijn gegevens in het geheugen opgeslagen. Druk de gegevens af of verwijder deze uit het geheugen.
De PAPIERFORMAAT-indicator op het bedieningspaneel knippert. Druk op de [PAPIERLADEKUZE]-toets ( ) voor het met de hand selecteren van de lade en druk vervolgens op de [ON LINE]-toets ( ). Het afdrukken zal beginnen. Als u de handinvoerlade selecteer t, het papier in de handinvoerlade plaatsen.
De zijklep van de 2 x 250-vel/250-vel papierinvoereenheid staat open. Sluit de zijklep.
-
-
-
70
14
63
36
16, 21
-
70
-
-
Online
handboek
-
62
Page 65
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
Wanneer er een papierstoring optreedt zal de Papierstoring-indicator ( ) en een papierstoringlocatie-indicator ( ) knipperen en de machine automatisch stoppen. Controleer de plaats die word aangegeven door de Papierstoringplaats-indicator en verwijder het papier.
Opmerking
Het papier kan scheuren wanneer u het verwijdert. Zorg er in zulke gevallen voor dat alle papierdelen uit de machine worden verwijderd en let er hierbij op dat u niet de fotogeleidende drum (groene gedeelte) aanraakt. Krassen op het oppervlak van deze drum kunnen leiden tot vlekkerige kopieën.
AR-M205
(p.63)
(p.64)
(p.68) (p.69)
AR-M160
PAPIERSTORING IN DE SPF/RSPF
Verwijder het vastgelopen origineel.
1
Controleer de onderdelen A, B, en C zoals op de afbeelding op de volgende pagina en verwijder het vastgelopen origineel.
Onderdeel B
Open de SPF/RSPF en draai de twee ontgrendelrollen in de richting van de pijl om het origineel uit te voeren. Sluit de SPF/RSPF en verwijder het origineel.
(p.63)
(p.64)
(p.68)
Onderdeel A
Open de klep van de invoerrol en verwijder het vastgelopen origineel uit de origineelinvoerlade. Sluit de klep van de invoerrol.
Klep van de invoerrol
Rol
6
Wanneer een klein papierformaat A5 (5-1/2" x 8-1/2", etc.) vastloopt of er papier vastloopt in de omkeerlade van de RSPF (indien geïnstalleerd), open dan de rechter zijklep en verwijder het origineel. Sluit de rechter zijklep.
Rechter zijklep
63
Page 66
PROBLEEMOPLOSSING
Onderdeel C
Verwijder het vastgelopen origineel uit het uitvoergedeelte.
Open het beweegbare onderdeel van de origineelinvoer wanneer het origineel niet eenvoudig kan worden verwijderd uit het uitvoergedeelte.
Wanneer een RSPF is geïnstalleerd verwijdert u de omkeerlade en verwijdert u vervolgens het origineel.
Open en sluit de SPF/RSPF waarna de
2
Papierstoringplaats-indicator stopt met knipperen.
U kunt deze indicator ook laten stoppen met knipperen door de klep van de invoerrol of de rechter zijklep te open en dicht te doen.
Plaats het aantal originelen in de
3
origineelinvoerlade zoals aangegeven door het minteken in de display en druk op de [START]-toets ( ).
Het kopiëren zal worden hervat met de overgebleven originelen van voor de papierstoring.
Opmerking
Zorg ervoor dat de omkeerlade weer goed op het uitvoergedeelte (wanneer de RSPF is geïnstalleerd) wordt geplaatst nadat het vastgelopen papier is verwijderd.
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
1
papier.
Open en sluit de zijklep.
2
Opmerking
• Druk de hendels naar beneden wanneer u de zijklep sluit.
• Controleer de machine op achtergebleven stukken papier wanneer de Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met knipperen.
De Papierstoring-indicator ( ) gaat uit.
64
Page 67
PROBLEEMOPLOSSING
PAPIERSTORING IN DE KOPIEERMACHINE
Open handinvoerlade en de zijklep.
1
Raadpleeg "C. Papierstoring in het doorvoergebied" wanneer het papier op deze plaats zichtbaar
Raadpleeg "A. Papierstoring in het papierinvoergedeelte" wanneer het papier op deze plaats is vastgelopen.
2
A. Papierstoring in het papierinvoergedeelte
Druk voorzichtig op beide uiteinden
1
van de voorplaat.
3
Controleer de plaats van de papierstoring. Verwijder het vastgelopen papier voor elke plaats zoals beschreven in de afbeelding hieronder.
Raadpleeg "B. Papierstoring in het fuseergebied" wanneer het papier op deze plaats is vastgelopen.
Sluit de voor- en zijklep.
De Papierstoring-indicator ( ) gaat uit.
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
2
papier. Draai de draaiknop van de rollen in de richting van de pijl om het verwijderen te vergemakkelijken.
Draaiknop van de rollen
Waarschuwing
Let op
De fuseereenheid is heet. Raak de fuseereenheid niet tijdens het verwijderen van vastgelopen papier. Dit kan brandwonden of letsel veroorzaken.
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte) wanneer u het papier verwijdert. Krassen of vlekken op de drum kunnen leiden tot vlekkerige kopieën.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Opmerking
6
• Druk op beide uiteinden van de voorklep wanneer u deze sluit.
• Druk op de hendel wanneer u de zijklep sluit.
• Controleer de machine op achtergebleven stukken papier wanneer de Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met knipperen.
65
Page 68
PROBLEEMOPLOSSING
Draaiknop van de rollen
Ontgrendeling van de fuseereenheid
B. Papierstoring in het fuseergebied
Druk voorzichtig op beide uiteinden
1
van de voorplaat.
Draai de draaiknop van de rollen in de
2
richting van de pijl.
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
3
papier. Haal de ontgrendelingen van de fuseereenheid naar beneden om het verwijderen van het papier te vergemakkelijken.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Haal de ontgrendelingen van de
4
fuseereenheid omhoog om deze weer in hun oorspronkelijke positie terug te brengen.
Sluit de voor- en zijklep.
5
De Papierstoring-indicator ( ) gaat uit.
Opmerking
• Druk op beide uiteinden van de voorklep wanneer u deze sluit.
• Druk op de hendel wanneer u de zijklep sluit.
• Controleer de machine op achtergebleven stukken papier wanneer de Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met knipperen.
Waarschuwing
Let op
66
De fuseereenheid is heet. Raak de fuseereenheid niet tijdens het verwijderen van vastgelopen papier. Dit kan brandwonden of letsel veroorzaken.
• Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte) wanneer u het papier verwijdert. Krassen of vlekken op de drum kunnen leiden tot vlekkerige kopieën.
• Zorg ervoor dat het vastgelopen papier of de losse toner niet uw handen of kleren bevuilt.
Page 69
C. Papierstoring in het doorvoergebied
Open de papiergeleider van de
1
fuseereenheid door de uitsteeksels aan beide zijden van de geleider naar beneden te drukken en vervolgens het vastgelopen papier te verwijderen.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
PROBLEEMOPLOSSING
Waarschuwing
Wanneer het papier bij de vorige stap
2
De fuseereenheid is heet. Raak de fuseereenheid niet tijdens het verwijderen van vastgelopen papier. Dit kan brandwonden of letsel veroorzaken.
niet verwijderd kan worden, maar zichtbaar is in het papieruitvoergedeelte, verwijder dan het papier door het naar het papieruitvoergedeelte te trekken.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Sluit de zijklep.
3
6
Opmerking
De Papierstoring-indicator ( ) gaat uit.
• Druk op de hendel wanneer u de zijklep sluit.
• Zorg ervoor dat er geen stukken papier achterblijven in de machine wanneer het papier scheurt.
• Controleer de machine op achtergebleven stukken papier wanneer de Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met knipperen.
67
Page 70
PROBLEEMOPLOSSING
PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE PAPIERLADE
Opmerking
Til de bovenste papierlade omhoog,
1
Verzeker u ervan dat er geen vastgelopen papier aanwezig is in de papierlade voordat u deze uittrekt. (p.65)
open de lade en verwijder het vastgelopen papier.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Open en sluit de zijklep.
2
De Papierstoring-indicator ( ) gaat uit.
Opmerking
Sluit de bovenste papierlade.
3
• Druk op de hendel wanneer u de zijklep sluit.
• Controleer de machine op achtergebleven stukken papier wanneer de Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met knipperen.
Druk de bovenste papierlade goed dicht.
68
Page 71
PROBLEEMOPLOSSING
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE PAPIERLADE
(alleen bij de AR-M205)
Opmerking
Open de onderste zijklep.
1
Verwijder het vastgelopen papier.
2
• Verzeker u ervan dat er geen vastgelopen papier aanwezig is in de papierlade voordat u deze uittrekt. (p.65)
• Volg de onderstaande procedure om vastgelopen papier te verwijderen in de optionele 2 x 250-vel/250-vel x 2 papierinvoereenheid.
Open de zijklep met de hendel.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Sluit de onderste papierlade.
5
Wanneer u het papier niet kunt zien
3
nadat u stap 2 hebt uitgevoerd, open dan de onderste papierlade en verwijder het vastgelopen papier.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Sluit de onderste zijklep.
4
De Papierstoring-indicator ( ) gaat uit.
6
Opmerking
Controleer de machine op achtergebleven stukken papier wanneer de Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met knipperen.
69
Page 72
TONERCARTRIDGE VERVANGEN
Tonercartridge Ontgrendelhendel
Schuifdeksel
tape
4 of 5 keer
Wanneer de tonercartridge-vervangingsindicator ( ) gaan branden, moet de tonercartridge spoedig worden vervangen. Schaf een nieuwe cartridge aan. Wanneer de tonercartridge-vervangingsindicator ( ) knippert, moet de tonercartridge worden vervangen voordat het kopiëren kan worden hervat. Volg de onderstaande procedure om de tonercartridge te vervangen.
Opmerking
Druk op de beide uiteinden van de
1
Wanneer de tonercartridge-vervangingsindicator ( ) oplicht, is er zeer weinig toner aanwezig en kunnen de kopieën vaag worden.
voorplaat en open deze.
Druk op de ontgrendelingshendel en
2
trek de tonercartridge uit de machine.
Druk op de ontgrendelhendel en
4
plaats de tonercartridge in de geleiders totdat deze vastklikt.
Verwijder vuil en stof voordat u de tonercartridge plaats.
Verwijder de tape van het
5
schuifdeksel. Trek het schuifdeksel uit de tonercartridge.
Gooi het schuifdeksel weg.
Niet op de toner cartridge kloppen en niet
Let op
Haal de nieuwe tonercartridge uit de
3
schudden na verwijdering. Dit kan lekkage van de toner cartridge veroorzaken. Plaats de oude cartridge meteen in de lege verpakking van de nieuwe cartridge. Oude tonercartridges weggooien conform de lokale wetgeving.
verpakking. Pak de cartridge bij de uiteinden vast en schud deze 4 of 5 keer in horizontale richting. Verwijder de tape na het schudden.
• Pak de cartridge vast bij het handvat. Houd
Let op
de cartridge niet vast bij het schuifdeksel.
• Schud de cartridge VOORDAT de tape is verwijderd.
Sluit de afdekplaat.
6
Opmerking
• Zelfs nadat de tonercartridge is geplaatst kan de tonercartridge-vervangingsindicator ( ) nog steeds branden, hetgeen betekent dat het kopiëren niet kan worden hervat (omdat de tonertoevoer onvoldoende is). Open en sluit in dit geval de afdekplaat. De machine zal vervolgens gedurende twee minuten de tonertoevoer weer op gang brengen waarna het kopiëren kan worden hervat.
• Verzeker u ervan dat de tonercartridge goed is geplaatst voordat u de voorklep sluit.
• Druk op beide uiteinden van de voorklep wanneer u deze sluit.
De Tonercartridge­vervangingsindicator ( ) gaat uit.
70
Page 73
7
READ-END
READ-END
READ-END
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de machine in een goede conditie kunt houden, inclusief het bekijken van kopieer- en scantelling, de tonerniveau-indicator en het reinigen van de machine.
CONTROLE VAN DE TOTALE UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU
CONTROLE VAN DE TOTALE UITVOERTELLING
Hieronder volgt een beschrijving hoe u de totale uitvoertelling, de totale kopieertelling en de totale scantelling kunt controleren vanaf de "0" display. De totale uitvoertelling bevat alle pagina's (voor zowel het printen als het kopiëren) die door de machine zijn afgedrukt. Deze totale uitvoertelling kan tot 999,999 uitvoeren bevatten.
Hoofdstuk 7
PERIODIEK ONDERHOUD
[Totale uitvoertelling]
Houd de [0]-toets ingedrukt.
De totale uitvoertelling verschijnt opeenvolgend in twee gedeelten in de display terwijl u de [0]-toets ingedrukt houdt.
Voorbeeld:De totale uitvoertelling is 12.345 pagina's.
Opmerking
• Elke pagina op A3 (11" x 17") formaat wordt geteld als twee pagina's.
• Wanneer u drukt op de [0]-toets tijdens een kopieerproces, wordt het aantal gekopieerde pagina's weergegeven en niet de totale uitvoertelling.
[Totale kopieertelling]
Houd de [STOP LEZEN]-toets ( ) ingedrukt.
De totale kopieertelling verschijnt in de display terwijl u deze toets ingedrukt houdt. De tellingdisplay en tellingmethode zijn hetzelfde als voor de totale uitvoertelling.
Opmerking
Het totale aantal afgedrukte pagina's in de printerfunctie kan worden berekend door het totale aantal gekopieerde pagina's van de totale uitvoertelling af te trekken.
[Totale scantelling]
Houd de [ ]-toets ingedrukt.
De totale scantelling verschijnt in de display terwijl u deze toets ingedrukt houdt. De tellingdisplay en tellingmethode zijn hetzelfde als voor de totale uitvoertelling.
71
Page 74
PERIODIEK ONDERHOUD
TONERNIVEAU CONTROLEREN
Het tonerniveau wordt weergegeven door een 6-schalige display. Gebruik dit als richtlijn voor het vervangen van de tonercartridge.
Houd de [Licht]-toets ( ) ingedrukt
1
totdat de alarm- indicators ( , , ,
, ) knipperen.
In de display verschijnt "- -".
Houd de [Kopieerfactordisplay]-toets ( )
2
gedurende meer dan 5 seconden ingedrukt.
Druk op de [Licht]-toets ( ) om terug
3
te keren naar de normale display.
De alarmindicators ( , , , , ) gaat uit. De display geeft weer gewoon het aantal kopieën weer.
PERIODIEK ONDERHOUD
De geschatte hoeveelheid toner wordt als percentage in de display weergegeven. ("100", "75", "50", "25", "10" verschijnt op de display.) Wanneer het percentage minder is dan 10%, verschijnt er "LO" in de display.
REINIGING VAN DE ORIGINEELPLAAT EN SPF/RSPF-ORIGINEELKLEP
Wanneer de origineelplaat, de SPF/RSPF onderaan de origineelplaat of de scanner voor originelen vanaf de SPF/RSPF (het lange, dunne glazen oppervlak aan de rechterkant van de origineelplaat) bevuild raken, kan dit vuil zich afzetten op de kopieën. Houd deze onderdelen dus altijd schoon.
Vlekken of vuil op de origineelplaat/SPF/RSPF worden ook gekopieerd. Reinig de origineelplaat, het SPF/RSPF-gedeelte van de origineelklep en het scanvenster op de origineelplaat met een zachte, schone doek. Maak, indien nodig, de doek vochtig met water. Gebruik geen verdunner, benzeen of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Waarschuwing
72
Gebruik geen brandbare reinigingsspray. Gas van de spray kan in contact komen met de interne elektrische onderdelen zoals de hoge-temperatuur onderdelen van de fuseereenheid, waardoor het gevaar van brand of een elektrische schok ontstaat.
Page 75
PERIODIEK ONDERHOUD
REINIGING VAN DE PAPIERINVOERROL VAN DE HANDINVOERLADE
Reinig de papierinvoerrol bij de invoergleuf met een zachte, schone doek met alcohol of water wanneer er regelmatig papierstoringen optreden bij het invoeren van enveloppen, dik papier etc., in de handinvoerlade.
Papierinvoerrol
REINIGING VAN DE TRANSPORTLADE
Wanneer de kopieën streperig of vlekkerig worden kan het zijn dat de transportlade smerig is. Volg de onderstaande procedure om de transportlade te reinigen.
Zet de hoofdschakelaar op OFF.
1
Open handinvoerlade en de zijklep.
2
Til de bovenste papierlade en open
3
deze.
Plaats de ladereiniger op de
5
transportlade en schuif de reiniger 2 of 3 keer voorzichtig in de aangegeven richting van de pijl.
Reinig het witte plaatijzer met een zachte, schone doek wanneer deze is bevuild met toner.
Opmerking
Plaats de ladereiniger in de
6
oorspronkelijke positie. Sluit de bovenste papierlade. Sluit de zijklep door de hendel naar beneden te drukken.
Schuif de ladereiniger langs de groef van de transportlade heen en weer van het ene uiteinde naar de andere. Wanneer de reiniger onderweg wordt gestopt kunnen er vlekken op de kopieën voorkomen.
7
Neem de transportlade uit met behulp
4
van het lipje.
Laderrei niger
Zet de hoofdschakelaar op ON.
7
73
Page 76
8
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de apparatuur en de extra onderdelen. Neem contact op met de SHARP servicedesk om optionele apparatuur en onderdelen te bestellen.
RANDAPPARATUUR
Hoofdstuk 8
RANDAPPARATUUR EN ONDERDELEN
Opmerking
AR-M205 AR-M160
Kan optioneel worden geïnstalleerd op beide modellen
• Als onderdeel van ons beleid voor continue verbetering, behouden wij van SHARP ons het recht voor om, zonder kennisgeving vooraf, specificatie- en ontwerpwijzigingen aan te brengen. De genoemde specificatiecijfers van de prestaties zijn nominale waarden van productie-eenheden. Deze waarden kunnen afwijken van de waarden van individuele eenheden.
• Sommige optionele apparaten kunnen niet beschikbaar zijn in sommige landen of regio’s.
Kan optioneel worden geïnstalleerd op de AR-M205
Zelfomkerende eenmalig
doorvoerende origineelinvoer
(AR-RP6)
Origineelplaatklep
(AR-VR5)
Kan optioneel worden geïnstalleerd op de AR-M160
Eenmalig doorvoerende
origineelinvoer (AR-SP6)
250-vel papierinvoereenheid
(AR-D24)
74
2 x 250-vel papierinvoereenheid
(AR-D25)
Netwerkuitbreidingskit (AR-NB2/AR-NB2 N)
Tweevoudige functieboard (AR-EB7)
256 MB optioneel geheugen (AR-SM5)
Page 77
RANDAPPARATUUR EN ONDERDELEN
Laden
Zijklep
Zijklep
Lade
AR-D24
AR-D25
250-vel papierinvoereenheid 2 x 250-vel papierinvoereenheid
EENMALIG DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER/ ZELF-OMKERENDE EENMALIG DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER
Zie "ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES" voor de namen van de SPF/RSPF onderdelen. (p.8)
Technische specificaties
AR-SP6
(Eenmalig doorvoerende origineelinvoer)
2
Gewicht 56 g/m
A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
Mogelijk
origineelformaat
Detecteerbare
origineelformaten*
Gewicht 5,0 kg (11.1 lbs.) 5.4 kg (12.0 lbs.)
Afmetingen
* De detecteerbare origineelformaten verschillen per land en regio.
Formaat
Capaciteit
(origineelformaten van 5-1/2 x 8-1/2" kunnen niet worden gebruikt in de duplex
Tot 40 vellen (Dikte 4 mm (5/32") of dunner)
Voor B4 (8-1/2" x 13") en grotere formaten, tot 30 vellen
5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R,8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14", 11" x 17"
583 mm (B) x 435 mm (D) x 133 mm (H)
(22-61/64" (B) x 17-9/64" (D) x 5-1/4" (H))
tot 90 g/m2 (15 lbs. tot 24 lbs.)
kopieerfunctie.)
A5, B5, B5R, A4, A4R, B4, A3
(Zelfomkerende eenmalig
doorvoerende origineelinvoer)
AR-RP6
250-VEL PAPIERINVOEREENHEID/ 2 X 250-VEL PAPIERINVOEREENHEID
Deze papierinvoereenheden zijn geschikt voor het maken van grote aantallen afdrukken en bieden een ruimere keuze in bestaande kopieerformaten. De AR-D24 is voorzien van een 250-vel papierinvoerlade en de AR-D25 bevat twee 250-vel papierinvoerladen.
Onderdeelnamen
Technische specificaties
AR-D24 (250-vel papierinvoereenheid) AR-D25 (2 x 250-vel papierinvoereenheid)
Papierformaat B5 tot A3 (8-1/2" x 11" tot 11" x 17")
Papiercapaciteit
Papiergewicht 56 g/m
Stroomtoevoer Afgenomen van de kopieermachine
Afmetingen
Eén lade met een capaciteit van 250 vellen
van 90 g/m
590 mm (B) x 471 mm (D) x 88 mm (H)
(23-15/64" (B) x16-27/64" (D) x 3-15/32" (H))
2
(24 lbs.) schrijfpapier
Twee laden met een capaciteit van 250
vellen van 90 g/m2 (24 lbs.) schrijfpapier
2
tot 90 g/m2 (15 lbs. tot 24 lbs.)
590 mm (B) x 471 mm (D) x 173,5 mm (H) (23-15/64" (B) x16-27/64" (D) x 6-27/32" (H))
8
Gewicht 4,7 kg (10,4 lbs.) 9,1 kg (20,1 lbs.)
75
Page 78
RANDAPPARATUUR EN ONDERDELEN
TWEEVOUDIG FUNCTIEBOARD
Een tweevoudig functieboard kan worden geïnstalleerd om de reeks kopieerfuncties uit te breiden en de printer driver te laten printen via het tweevoudige functieboard. Deze printer driver is uitgebreider dan bij de standaard printer driver. Zie "AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES" voor de mogelijkheden. (p.32)
Technische specificaties
AR-EB7 (Tweevoudig functieboard)
Kopieën sorteren, kopieën groeperen, 2-IN-1 / 4-IN-1 kopiëren, beeldraaiing,
Toegevoegde functies
Elektronische compressiemethode voor sortering
Elektronisch sorteergeheugen
Elektronische sortering van scanbare pagina’s
Buiten- en binnenkantlijnverwijdering, kantlijnverschuiving, USB 2.0 poort printerfunctie voor het tweevoudig functieboard, ROPM-functie, Hoge snelheid gegevensoverdracht (wanneer aangesloten op een USB 2.0 poort).
JBIG
16 MB
100 standaard A4 (8-1/2" x 11") originelen
OPSLAG VAN ONDERDELEN
Standaardonderdelen voor dit product die door de gebruiker moeten worden vervangen zijn kopieerpapier en de tonercartridge.
Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurde producten te gebruiken. Alleen authentieke SHARP verbruiksartikelen zijn voorzien van het Authentieke Onderdelenetiket.
GENUINE SUPPLIES
CORRECTE OPSLAG VAN ONDERDELEN
Sla de onderdelen op in een ruimte die:
schoon en droog is, een stabiele temperatuur heeft, niet aan direct zonlicht worden blootgesteld
Sla het papier op in de originele verpakking en leg het papier plat neer.
Papier dat buiten de originele verpakking of staand wordt opgeslagen kan gaan krullen of vochtig worden, hetgeen leidt tot papierstoringen.
76
Page 79
9
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Model AR-M160 AR-M205 Type Digitaal multifunctioneel systeem, Desktop Fotogeleiding type OPC drum Origineelplaattype Vast Reproductiemethode Laser elektrostatische reproductie Originelen Papiervellen, gebonden originelen Origineelformaten Max. A3 (11" x 17")
Kopieerformaat
Kopieersnelheid (eenzijdig kopiëren met een kopieerfactor van 100%)
Continu kopiëren Max. 999 kopieën; subtractieve teller Duur eerste kopie* Ongeveer 7.2 sec. Opwarmtijd* Ongeveer 45 sec.
Kopieerfactor
Belichtingsysteem
Papierinvoer
Fuseersysteem Verwarmings rollen Ontwikkelingssysteem Magnetische borstelontwikkeling Lichtbron Koude-kathode fluorescerende lamp
Resolutie
Verloop
Stroomtoevoer Stroomafname Max. 1.2 kW
Hoodfstuk 9
BIJLAGE
Max. (A3") 11" x 17" Min. A6 (5-1/2" x 8-1/2") Afbeeldingverlies:Max. 4 mm(5/32") (boven- en onderkant)
Max. 4 mm(5/32") (langs het totaal van alle overige kanten)
9 kopieën/min. 10 kopieën/min. 11 kopieën/min. 12 kopieën/min. 14 kopieën/min. 16 kopieën/min.
Variabel: 25% tot 400%, in stappen van 1% (totaal 376 stappen) Vaste voorinstelling: 50%, 70%, 81%, 86%, 100%, 115%, 122%, 141%, 200%
(50%, 64%, 77%, 95%, 100%, 121%, 129%, 141%, 200%)
Origineelklep: Bewegende optische bron, glijdende belichting (vaste kant) met
SPF/RSPF: Bewegend origineel Een automatische papierinvoerlade (250
vellen) + handinvoerlade (100 vellen)
Scannen: 600 x 300 dpiOutput: 600 x 600 dpi (AUTO/HANDMAT-functie) Scannen: 600 x 600 dpiOutput: 600 x 600 dpi (FOTO-functie)
Scannen: 256 Printen: 2 waarde Lokaal voltage ±10% (zie de naamplaat achterop de kopieermachine voor de stroomtoevoereisen.)
A3 (11" x 17") B4 (8-1/2" x 14") 8-1/2" x 13" A4R (8-1/2" x 11"R) B5R A4, B5, A5 (8-1/2" x 11", 5-1/2" x 8-1/2")
automatische belichting
10 kopieën/min. 11 kopieën/min. 12 kopieën/min. 14 kopieën/min. 15 kopieën/min. 16 kopieën/min 20 kopieën/min.
Twee automatische papierinvoerladen (elk 250 vellen) + handinvoerlade (100 vellen)
11" x 17" A3 B4 (8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13") A4R 8-1/2" x 11"R B5R A4, B5, A5 (8-1/2" x 11", 5-1/2" x 8-1/2")
77
Page 80
BIJLAGE
Globale afmetingen (met handinvoerlade
590 mm (B) x 577 mm (D) (23-15/64" (B) x 22-23/32" (D))
ingeklapt)
Gewicht
Afmetingen
Ongeveer. 31.3 kg (69.1 lbs.) (exclusief tonercartridge)
590 mm (B) x 577 mm (D) x 470 mm (H) (23-15/64" (B) x 22-23/32" (D) x 18-33/64" (H))
Ongeveer. 35,1 kg (77,4 lbs.) (exclusief tonercartridge)
590 mm (B) x 577 mm (D) x 555 mm (H) (23-15/64" (B) x 22-23/32" (D) x 21-55/64" (H))
Bedrijfscondities Temperatuur: 15°C tot 30°C (59°F tot 86°F), Luchtvochtigheid: 20% tot 85%
wA
Geluidsvermogensniveau L
(1B=10dB) Kopiëren: 6.2[B] Stand-by: 3,1[B] Geluidsdrukniveau LpA (omstanderpositie)
Geluidsniveau
Kopiëren: 48[dB(A)] Stand-by: 16[dB(A)] Geluidsdrukniveau LpA
(operatorpositie) Kopiëren: 50[dB(A)] Stand-by: 18[dB(A)] Meting van geluidsemissie conform ISO 7779.
Geluidsemissie-concen­tratie (gemeten volgens de RAL-UZ62: Editie
Ozon: 0.02 mg/m Stof: 0,075 mg/m Styreen: 0,07 mg/m
3
of minder
3
of minder
3
of minder
Jan.2002)
* De kopieertijd in het geval het apparaat wordt ingeschakeld en het kopiëren met gebruik van de origineelplaat onmiddellijk
gestart wordt nadat de energiebesparingsindicator gedoofd is (A4 (8-1/2" x 11"), papier aangevoerd vanaf de papierlade). De eerste-kopie tijd kan variëren afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het apparaat en de omgevingscondities zoals de temperatuur.
Printerfunctie
Printsnelheid
Resolutie 600 dpi
Geheugen AR-M160: 16 MB, AR-M205: 32MB
Emulatie
Geheugenuitbreiding
Interfacepoort
Interfacekabels
AR-M205 Max. 20ppm / AR-M160 Max. 16 ppm (Het Tweevoudig functieboard moet zijn geïnstalleerd)
SHARP GDI/SPLC (Sharp Printer Language with Compression, tweevoudige functieboard moet zijn geïnstalleerd)
Tot 256 MB kan alleen worden toegevoegd met de installatie van 256 MB optioneel geheugen (AR-SM5) in een DIMM expansieslot (tweevoudig functieboard moet zijn geïnstalleerd)
IEEE1284 parallel poort/ USB poort (USB1.1), USB poort (USB2.0, tweevoudig functieboard moet zijn geïnstalleerd)
[Parallel kabel] Beschermd bidirectionele (IEEE1284) kabel (max. lengte 3 m (10 feet)) Schaf een commercieel verkrijgbare parallel kabel aan. [USB kabel (uitsluitend geschikt voor verbindingen met USB 1.1 poort)] Beschermd getwist aderpaar kabel (max. lengte 3 m (10 feet)) [USB kabel (uitsluitend geschikt voor verbindingen met USB 2.0 poort)] Beschermd getwist aderpaar kabel (max. lengte 3 m (10 feet), met USB 2.0 ondersteuning) Schaf een commercieel verkrijgbare USB kabel aan.
78
Page 81
Scannerfunctie
Type Flatbedscanner Scanmethode Origineelplaat / SPF/RSPF Lichtbron Koude-kathode fluorescerende lamp
Resolutie*
Origineelltypen Magazines, boeken Effectief scangebied 297 mm (11.17") (over de gehele lengte) x 431 mm (17") (breedte) Scansnelheid 2.88 msec/regel Gegevensinvoer 1 bit of 12 bit Gegevensuitvoer 1 bit of 8 bit Scankleuren Zwart en wit 2 waarde, Grijstinten, Volledig kleur Protocol TWAIN / WIA (alleen Windows XP) / STI
Poort
Kleuruitval Ja
Ondersteunde besturingssystemen
leeg gebied
Interfacekabels
Basis: 600 dpi x 1200 dpi Instellingbereik: 50dpi - 9600dpi
USB poort (USB 1.1) USB poort (USB 2.0, tweevoudig functieboard moet zijn geïnstalleerd)
Windows98/Me Windows 2000 Professional/Windows XP Home Edition/Professional (Raadpleeg de bijgeleverde software installatiehandleiding voor meer informatie.)
Boven- en onderkant 2.5 mm (7/64") vanwege de scanner driver Rechter- en linkerkantlijnen 3.0 mm (1/8")
[USB kabel (uitsluitend geschikt voor verbindingen met USB 1,1 poort)] Beschermd getwist aderpaar kabel (max. lengte 3 m (10 feet)) [USB kabel (uitsluitend geschikt voor verbindingen met USB 2.0 poort)] Beschermd getwist aderpaar kabel (max. lengte 3 m (10 feet), met USB 2.0 ondersteuning) Schaf een commercieel verkrijgbare USB kabel aan.
BIJLAGE
* De resolutie kan worden vergroot door de scanner driver afhankelijk van het scangebied en de omvang van het geïnstalleerde
geheugen in de kopieermachine.
Opmerking
Als onderdeel van ons beleid om voortdurend te streven naar verbeteringen, behoudt SHARP het recht voor veranderingen aan te brengen in het ontwerp en de technische gegevens ten behoeve van productverbeteringen zonder voorafgaande kennisgeving. De vermelde prestatiegegevens zijn nominale waarden voor productie-eenheden. Het is mogelijk dat afzonderlijke apparaten enigszinsafwijken van deze waarden.
9
79
Page 82
SOFTWARELICENTIE
LEES DEZE LICENTIE ZORGVULDIG ALVORENS DE SOFTWARE IN GEBRUIK TE NEMEN. DOOR INGEBRUIKNEMING VAN DE SOFTWARE BENT U DOOR OVEREENKOMST GEBONDEN AAN DE VOORWAARDEN VAN DEZE LICENTIE.
1. Licentie.
hetzij op diskette, in ROM geheugen of op enige andere media (de "software") en hiermee verband houdende documentatie worden door SHARP onder licentie aan u geleverd. U bent de eigenaar van de diskette waarop de software staat geregistreerd, echter SHARP en/of SHARP's licentiehouders behouden het eigendomsrecht op de software en de hiermee verband houdende documentatie. Deze licentie staat u toe de software te gebruiken op een of meerdere computers die op één enkele printer zijn aangesloten en, voor uitsluitend reservebestand-doeleinden, om één kopie van de software in machine-leesbare vorm te maken. Op een dergelijke kopie dient u de SHARP copyright-mededeling, de copyright-mededeling van SHARP's licentiegever en alle overige eigendomsrechtelijke onderschriften van SHARP en/of van zijn licentiegevers aan te brengen die op de oorspronkelijke kopie van de software waren aangebracht. Ook is het mogelijk al uw licentierechten voor de software, de reservekopie van de software, de hiermee verband houdende documentatie en een kopie van deze licentie aan een andere partij over te dragen, mits de andere partij de voorwaarden en condities van deze licentie leest en daarmee akkoord gaat.
2. Beperkingen. De software bevat materiaal waarop copyright rust, handelsgeheimen en overig eigendomsrechtelijk materiaal waarvan SHARP en/of zijn licentiegevers de bezitter is (zijn). Ter bescherming hiervan is het niet toegestaan de samenstelling van de software te veranderen, om te bouwen, te demonteren of op andere wijze de software tot een menselijk-waarneembare vorm te reduceren. Het is niet toegestaan afgeleide bewerkingen die op de software als geheel of op een gedeelte ervan gebaseerd zijn te wijzigen, in een netwerk te gebruiken, te verhuren, te leasen, uit te lenen of te verspreiden. Het is niet toegestaan de software op elektronische wijze van de ene computer naar de andere of via een netwerk te verzenden.
De toepassing, demonstratie, het systeem en de overige software die bij deze licentie behoort,
3. Beëindiging. Deze licentie is van kracht tot aan de beëindiging ervan. U mag deze licentie te allen tijde beëindigen door de software en de hiermee verband houdende documentatie alsmede alle kopieën ervan te vernietigen. Deze licentie zal onmiddellijk zonder nadere kennisgeving door SHARP en/of zijn licentiegevers beëindigd worden, indien u zich niet houdt aan de voorwaarden waaronder deze licentie wordt geleverd. Bij beëindiging dient u de software en de hiermee verband houdende documentatie alsmede alle kopieën ervan te vernietigen.
4. Uitvoerrechtelijke verzekeringen. U gaat ermee akkoord en verklaart dat zowel de software als overige van SHARP ontvangen technische gegevens of de rechtstreeks daaruit voortkomende producten niet buiten de Verenigde Staten uitgevoerd worden, behalve met vergunning en goedkeuring zoals toegestaan door de wetten en bepalingen van de Verenigde Staten. Indien u de software rechtmatig buiten de Verenigde Staten hebt betrokken, gaat u ermee akkoord de software en overige van SHARP ontvangen technische gegevens of de rechtstreeks daaruit voortkomende producten niet nogmaals uit te voeren, behalve met vergunning en goedkeuring zoals toegestaan door de wetten en bepalingen van de Verenigde Staten en de wetten en bepalingen van het rechtsgebied waarin u de software betrokken hebt.
5. Eindgebruikers in de regering. Indien u de software hebt verkregen ten behoeve van enig onderdeel of bureau van de regering van de Verenigde Staten, zijn de volgende voorwaarden van toepassing. De regering gaat ermee akkoord dat: (i) Indien de software wordt geleverd aan het Departement van Defensie (DoD), de software geclassificeerd wordt als "Commerciële Computersoftware" en de regering uitsluitend "beperkte rechten" verkrijgt in de software en de hiermee verband houdende documentatie op grond van de voorwaarden zoals bepaald in clausule 252.227-701 3 (c)(1) (Oktober 1988) van de DFARS; en (ii) Indien de software wordt geleverd aan enig ander onderdeel of bureau van de regering van de Verenigde Staten dan het DoD, de rechten van de regering ten aanzien van de software en de hiermee verband houdende documentatie zijn zoals bepaald in clausule 52.227-19 (c)(2) van de FAR of, in het geval van de NASA, in clausule 18-52.227-86 (d) van het NASA-supplement op de FAR.
80
Page 83
6. Beperkte garantie op media.
materiaaldefecten en productiefouten onder normaal gebruik voor een periode van negentig (90) dagen vanaf de datum van aankoop, op grond van overlegging van een kopie van het ontvangstbewijs. De volledige aansprakelijkheid van SHARP en/of zijn licentiegevers en uw exclusieve schadeloosstelling bestaat uit vervanging van de diskette die niet voldoet aan de beperkte garantie bepaald in deze clausule 6. Een diskette wordt vervangen als deze naar SHARP of een erkende vertegenwoordiging van SHARP met een kopie van het ontvangstbewijs wordt teruggestuurd. SHARP stelt zich niet verantwoordelijk voor de vervanging van een diskette die per ongeluk of door verkeerd gebruik of verkeerde toepassing beschadigd is. ALLE INCLUSIEVE GARANTIES OP DE DISKETTES, MET INBEGRIP VAN DE INCLUSIEVE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, ZIJN IN DUUR BEPERKT TOT NEGENTIG (90) DAGEN VANAF DE DATUM VAN ONTVANGST. DEZE GARANTIE GEEFT U BEPAALDE WETTELIJKE RECHTEN. ALSMEDE IS HET MOGELIJK DAT U OVERIGE RECHTEN HEBT DIE VAN RECHTSGEBIED TOT RECHTSGEBIED KUNNEN VERSCHILLEN.
SHARP garandeert dat de diskettes waarop de software geregistreerd is, vrij zijn van
7. Afwijzing van garantie op de software.
geheel voor uw eigen risico is. De software en de hiermee verband houdende documentatie worden "ALS ZODANIG" en zonder garantie van enigerlei aard geleverd en SHARP en SHARP's licentiehouder(s) (voor het doel van de bepalingen 7 en 8, zullen SHARP en SHARP's licentiehouder(s) collectief worden aangeduid als "SHARP") WIJZEN UITDRUKKELIJK ALLE GARANTIES, UITDRUKKELIJK GESTELDE OF INCLUSIEVE, MET INBEGRIP VAN, ECHTER NIET BEPERKT TOT, DE INCLUSIEVE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL AF. SHARP STELT ZICH NIET GARANT DAT DE FUNCTIES OPGENOMEN IN DE SOFTWARE AAN UW EISEN VOLDOEN, OF DAT HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE ONONDERBROKEN OF VRIJ VAN FOUTEN IS, OF DAT DEFECTEN IN DE SOFTWARE GECORRIGEERD ZULLEN WORDEN. VERDER STELT SHARP ZICH NIET GARANT OF AANSPRAKELIJK TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK OF DE RESULTATEN VAN HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE OF DE HIERMEE VERBAND HOUDENDE DOCUMENTATIE IN TERMEN VAN HUN JUISTHEID, NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF ANDERSZINS. GEEN MONDELINGE OF SCHRIFTELIJKE INFORMATIE OF ADVIES VERSTREKT DOOR SHARP OF EEN ERKENDE SHARP-VERTEGENWOORDIGING ZAL TOT GARANTIE STREKKEN OF OP ENIGERLEI WIJZE HET GELDIGHEIDSBEREIK VAN DEZE GARANTIE UITBREIDEN. INDIEN DE SOFTWARE DEFECTEN BLIJKT TE BEVATTEN ZULLEN DE VOLLEDIGE KOSTEN VAN ELK(E) NOODZAKELIJK(E) ONDERHOUD, REPARATIE OF CORRECTIE TEN LASTE VAN U (EN NIET VAN SHARP OF EEN ERKENDE SHARP-VERTEGENWOORDIGING) KOMEN. IN BEPAALDE RECHTSGEBIEDEN IS UITSLUITING VAN INCLUSIEVE GARANTIES NIET TOEGESTAAN, ZODAT DE HIERBOVEN GESTELDE UITSLUITING MOGELIJK NIET OP U VAN TOEPASSING IS.
8. Beperking van aansprakelijkheid.
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE, SPECIALE OF CONSEQUENTIËLE SCHADE DIE HET GEVOLG IS VAN HET GEBRUIK OF HET ONVERMOGEN TOT GEBRUIK VAN DE SOFTWARE OF DE HIERMEE VERBAND HOUDENDE DOCUMENTATIE, OOK IN HET GEVAL DAT SHARP OF EEN ERKENDE SHARP-VERTEGENWOORDIGING IN KENNIS IS GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. IN BEPAALDE RECHTSGEBIEDEN IS BEPERKING OF UITSLUITING VAN AANSPRAKELIJKHEID VOOR INCIDENTELE OF CONSEQUENTIËLE SCHADE NIET TOEGESTAAN, ZODAT DE HIERBOVEN GESTELDE BEPERKING OF UITSLUITING MOGELIJK NIET OP U VAN TOEPASSING IS. In geen enkel geval zal SHARP's totale aansprakelijkheid ten aanzien van u voor alle beschadiging, verlies en oorzaken van handeling (hetzij in contract, benadeling (inclusief nalatigheid) of anderszins) het totale bedrag dat u voor de software betaald hebt overschrijden.
U geeft uitdrukkelijk te kennen en gaat akkoord dat het gebruik van de software
ONDER GEEN ENKELE OMSTANDIGHEID, INCLUSIEF NALATIGHEID, IS SHARP
9. Controlerende wetgeving en ongeldigheidverklaring.
Microsoft Windows, is deze licentie voor wat betreft wettelijke regeling en interpretatie gebonden aan de wetgeving van respectievelijk de Staat Californië en Washington. Indien om enige reden een gerechtshof van een bevoegd rechtsgebied enige bepaling van deze licentie of een onderdeel ervan als niet van kracht bevindt, zal dat onderdeel van deze licentie tot aan het maximum toegestane bereik van kracht zijn ter uitvoering van het voornemen van de partijen, terwijl het resterende deel van de licentie volledig van kracht in effect zal blijven.
10. Volledige overeenkomst.
gebruik van de software en de hiermee verband houdende documentatie en vervangt alle voorafgaande of gelijktijdig gemaakte afspraken of overeenkomsten, geschreven of mondeling, betreffende een dergelijke inhoud. Geen amendement op of wijziging van deze licentie zal bindend zijn, tenzij deze op schrift is gesteld en ondertekend door een erkende vertegenwoordiger van SHARP.
Deze licentie omvat de volledige overeenkomst tussen de partijen met betrekking tot het
Voor een gedeelte van de software bij Apple Macintosh en
81
Page 84
INDEX
2
2-IN-1 / 4-IN-1-kopieën ............................... 34, 44, 45
2-IN-1 / 4-IN-1-indicator .................................... 10, 34
2-IN-1 / 4-IN-1-toets .......................................... 10, 34
2 x 250-vel papierinvoereenheid ............................. 75
250-vel papierinvoereenheid................................... 75
A
Aantal kopieën instellen .......................................... 22
ACCOUNT WIS-toets.............................................. 10
Accountregeling ................................................ 45, 48
- Instelling........................................................... 49
AUTO/HANDMAT/FOTO-toets ............. 10, 21, 42, 43
AUTO IMAGE-indicator..................................... 11, 23
AUTO IMAGE-toets........................................... 11, 23
Automatische belichtingsmodus aanpassen ........... 42
Automatische dubbelzijdig kopiëren........................ 27
- Origineelplaat ................................................... 28
- RSPF ............................................................... 28
Automatische papierkeuze functie .................... 20, 45
AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE-indicator..... 10, 20
Automatische papierlade-omschakeling ........... 21, 45
Automatische terugsteltijd ................................. 12, 44
Automatische uitschakelfunctie......................... 12, 44
B
Basisinstellingen ............................................... 46, 47
Basisprocedure voor printen ................................... 38
Bediening van kopieer-, printer- en scannerfuncties 41
Bedieningspaneel................................................ 8, 10
Beelddraaiing bij dubbelzijdig kopiëren............. 29, 45
Beelddraaiing .................................................... 32, 45
Begininstellingen ..................................................... 12
Belichtingsniveau-indicator, donker .................. 11, 21
Belichtingsniveau-indicator, licht ....................... 11, 21
Bijlage ..................................................................... 77
BOEK KOPIEER-indicator .................................10, 30
BOEK KOPIEER-toets ...................................... 10, 30
C
Cijfertoetsen .......................................... 11, 22, 47, 49
Controle van de totale uitvoertelling........................ 71
Controle van het tonerniveau .................................. 72
D
Display .............................................................. 11, 40
Donkertoets....................................................... 11, 21
Draaiknop van de rollen ................................ 9, 65, 66
Dubbelzijdig kopiëren met handinvoerlade ............. 26
E
Eenmalig doorvoerende origineelinvoer (SPF) ... 6, 75
ENERGIEBESPARING-indicator ................ 11, 12, 55
Energiebesparingsfuncties...................................... 12
F
Fotogeleidende drum ................................................ 9
G
Gebruikersprogramma's......................................... 44
- Instelling selecteren ........................................ 47
Gebruikersinstellingen............................................ 42
Geluidssignaalvolume ...................................... 46, 47
H
Handgrepen ............................................................. 8
Handinvoerlade bijvullen ........................................ 15
Handinvoerlade ...................................... 8, 13, 15, 26
Handleiding gebruiken ............................................. 5
Hoofdkenmerken...................................................... 7
Hoofdschakelaar ................................................ 8, 12
I
Indicators en displaymeldingen.............................. 62
Informatie m.b.t. het milieu....................................... 5
Informatie over de gebruiksaanwijzingen................. 5
- Online handboek ............................................... 5
- Gebruiksaanwijzing ........................................... 5
- Software installatiehandleiding.......................... 5
Inschakelen ........................................................ 8, 12
Internationale regels in deze handleiding................. 6
K
Kantlijnbreedte .................................................. 36, 45
Kantlijnverschuiving ............................................... 36
KANTLIJNVERSCHUIVING-indicator .............. 10, 36
KANTLIJNVERSCHUIVING-toets.................... 10, 36
Kennisgevingpagina............................................... 61
Klep van de invoerrol ............................................. 63
Knoppenbeheer scanmenu .................................... 41
Kopie donkerder of lichter maken .......................... 21
Kopie wissen .......................................................... 37
Kopieerfactordisplay-toets.......................... 11, 24, 72
Kopieerfuncties ...................................................... 18
Kopie-uitvoerlade ..................................................... 8
L
Laderreiniger ...................................................... 8, 73
Lay-outpatroon instellen......................................... 35
Lichttoets...................... 11, 21, 42, 43, 47, 49, 53, 72
N
Normaal kopiëren................................................... 18
- Origineelplaat .................................................. 18
- SPF/RSPF....................................................... 19
O
Omkeerlade........................................................ 9, 64
ON LINE-indicator ............................................ 10, 39
ON LINE-toets.................................................. 10, 39
ONDERBREKING-indicator ............................. 11, 31
ONDERBREKING-toets ................................... 11, 31
Onderdeelbenamingen en functies .......................... 8
- Bedieningspaneel.............................................. 8
Onderhoud-vereist-indicator............................. 10, 62
Onderste zijklep ..................................................... 69
Ononderbroken-invoerfunctie........................... 20, 44
Ontgrendelhendel van de tonercartridge............ 9, 70
82
Page 85
Ontgrendeling van de fuseereenheid ...................9, 66
Ontwikkelaar vervangingsindicator ................... 10, 62
Opslag van onderdelen ........................................... 76
ORIGINEEL GEGEVENS-indicator............. 10, 33, 35
ORIGINEEL NAAR KOPIE-indicator........... 10, 28, 29
ORIGINEEL NAAR KOPIE-toets................. 10, 28, 29
Origineel toevoerklep ................................................ 8
ORIGINEELFORMAAT INSTEL-toets ........ 11, 16, 18
ORIGINEELFORMAAT-indicator ...................... 11, 19
Origineelgeleiders ............................................... 9, 19
Origineelinvoerlade ............................................. 9, 19
Origineelklep ............................................................. 8
Origineelplaat ................................................ 8, 18, 30
Origineeltypen ......................................................... 21
- AUTO ............................................................... 21
- FOTO ............................................................... 21
- HANDMAT ....................................................... 21
P
Papier bijvullen........................................................ 13
Papier...................................................................... 13
Papier-bijvulindicator................................... 10, 13, 62
PAPIERFORMAAT INSTEL-toets..................... 11, 16
PAPIERFORMAAT-indicator....................... 11, 16, 18
Papierformaatinstelling van een lade wijzigen ........ 16
Papiergeleider van de fuseereenheid ..................... 67
Papiergeleider van de fuseereenheid ....................... 9
Papiergeleiders van de handinvoerlade.................... 8
Papierinvoerbronindicators ..................................... 11
Papierinvoerrol van de handinvoerlade................... 73
Papierlade bijvullen ................................................. 14
Papierlade ............................................... 8, 14, 68, 69
Papierladekeuze ..................................................... 21
PAPIERLADEKEUZE-toets. 11, 15, 16, 18, 19, 21, 22
Papierstoring-indicator ................................ 10, 62, 63
Papierstoringplaats-indicator....................... 11, 62, 63
Parallel poort ............................................................. 9
Periodiek onderhoud ......................................... 71, 72
Plaats van de kantlijn ........................................ 36, 45
Printer- en scannerfuncties ..................................... 38
Printerfunctie gebruiken .......................................... 39
Probleemoplossing.................................................. 52
- Machine- en kopieerproblemen ....................... 53
- Printer- scannerproblemen .............................. 56
R
Randapparatuur ...................................................... 74
Rechter zijklep..................................................... 9, 63
Reiniging
- Origineelklep .................................................... 72
- Origineelplaat ................................................... 72
- Papierinvoerrol van de handinvoerlade ........... 73
- SPF/RSPF ....................................................... 72
- Transportlade ................................................... 73
SCAN-toets ................................................ 10, 40, 41
Software verwijderen.............................................. 61
Softwarelicentie...................................................... 80
SORTEREN/GROEPEREN-indicator............... 10, 33
SORTEREN/GROEPEREN-toets ...................... 10, 3
SPR/RSPF-indicator .............................................. 11
Staffelfunctie van kopie-uitvoerlade ....................... 45
START-indicator............................................... 11, 12
START-toets .................................. 11, 12, 18, 19, 47
STOP LEZEN-toets........................ 11, 28, 33, 34, 71
Stroomtoevoer........................................................ 12
T
Technische specificaties ........................................ 77
Toner besparingsfunctie activeren ......................... 43
Tonercartridge vervangen ................................ 70, 72
Tonercartridge.................................................... 9, 70
Tonercartridge-vervangingsindicator.......... 10, 62, 70
Totale kopieertelling ............................................... 71
Totale scantelling ................................................... 71
Totale uitvoertelling ................................................ 71
Transportlade ......................................................... 73
Tweevoudig functieboard .................................. 32, 76
U
Uitschakelen....................................................... 8, 12
Uitvoergedeelte ........................................................ 9
USB 1.1 poort........................................................... 8
USB 2.0 poort............................................... 9, 38, 46
V
VASTE KOPIEERFACTOR-keuzeindicator ..... 11, 23
VASTE KOPIEERFACTOR-keuzetoetsen 11, 22, 23, 24, 25 Vastgelopen papier verwijderen
- Bovenste papierlade ....................................... 68
- Handinvoerlade ............................................... 64
- Kopieermachine .............................................. 65
- Onderste papierlade........................................ 69
- SPF/RSPF....................................................... 63
Veiligheidsmaatregelen............................................ 3
- Installatieplek .................................................... 3
- Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik ............. 3
- Veiligheidsmaatregelen m.b.t de laser ............... 4
- Veiligheidsmaatregelen m.b.t transport.............. 4
Verkleinen/Vergroten/zoom.................................... 22
- Automatische kopieerfactorkeuze ................... 22
- Handmatige kopieerfactorkeuze ..................... 23
- XY-ZOOM kopiëren......................................... 24
Verlenging van de handinvoerlade..................... 8, 15
Verschillen tussen de modellen ............................... 6
Verwijderen van de origineelklep ........................... 20
Voordat u de machine gaat gebruiken ..................... 8
Voorklep ................................................................... 8
Voorverwarmingstijd......................................... 12, 44
S
SCAN-indicator ................................................. 10, 40
SCANMENU-toets....................................... 10, 40, 41
Scannen met behulp van de machine-toetsen........ 40
Scannen vanaf uw computer................................... 41
Scannerfunctie gebruiken ....................................... 40
83
Page 86
W
Waarschuwingsindicators ................10, 47, 49, 62, 72
WIS-indicators....................................................10, 37
WIS-toets ...........................................................10, 37
X
X/Y-ZOOM-indicator.......................................... 10, 24
X/Y-ZOOM-toets ............................................... 10, 24
INDEX PER THEMA
Z
Zelfomkerende eenmalig doorvoerende
origineelinvoer (RSPF)....................................... 6, 75
Zijklep handgreep..................................................... 8
Zijklep....................................................................... 8
ZOOM-indicator................................................ 11, 23
Zoomtoetsen .............................................. 11, 23, 24
Kopiëren
Aantal kopieën instellen .......................................... 23
Automatisch dubbelzijdig kopiëren
- Boven- en onderkant omkeren......................... 30
- Origineelklep .................................................... 29
- SPF/RSPF ....................................................... 29
Automatische kopieerfactorkeuze ........................... 23
Belichting aanpassen .............................................. 21
Belichting selecteren ............................................... 21
Boek kopiëren ......................................................... 31
Dubbelzijdig kopiëren met de handinvoerlade ........ 27
Handmatige kopieerfactorkeuze ............................. 24
Kopieerproces onderbreken.............................. 18, 19
Kopiëren, starten............................................... 18, 19
Kopiëren onderbreken............................................. 32
Origineelplaat verwijderen....................................... 20
Origineelformaat specificeren ................................. 18
Origineel plaatsen
- Origineelklep .................................................... 19
- SPF/RSPF ....................................................... 23
Papierladekeuze ..................................................... 21
Vergroting/verkleining ............................................. 23
XY-zoom ................................................................. 25
Aangepaste kopieerfuncties
2-in-1 / 4-in-1-kopiëren
- -Origineelklep ................................................... 34
- -SPF/RSPF ...................................................... 35
Beelddraaiing .......................................................... 32
Binnenkantlijnverwijdering....................................... 37
Kantlijnverwijdering ................................................. 37
Lay-out instellen ...................................................... 35
Sorteren/groeperen
- Origineelklep .................................................... 33
- SPF/RSPF ....................................................... 33
Machine-instellingen
Accountregeling
- Instellingen ...................................................... 48
- Instelprocedures.............................................. 49
- Kopieën maken ............................................... 51
Automatische belichtingsmodus instellen............... 42
Gebruikersprogramma’s......................................... 44
- Instellingen ...................................................... 44
- Instelprocedures.............................................. 47
Toner besparingsfunctie......................................... 43
Probleemoplossing
Papierstoringen
- Handinvoerlade ............................................... 64
- Machine (fuseergebied) .................................. 66
- Machine (papierinvoergedeelte)...................... 65
- Machine (transportgedeelte) ........................... 67
- Papierlade (bovenste lade) ............................. 68
- Papierlade (onderste lade 250 vel /
250 vel x 2-vel papierinvoereenheid) ............. 69
- SPF/RSPF....................................................... 63
Probleemoplossing................................................. 52
Indicators, branden en knipperen
[]Onderhoud-vereist-indicator ........................ 62
[]Ontwikkelaar vervangingsindicator ............. 62
[]Papier-bijvulindicator.............................. 62, 13
[]Papierstoring-indicator ........................... 62, 63
[]Tonercartridge-vervangingsindicator
- Brandt ononderbroken ....................... 62, 70
- Knippert.............................................. 62, 70
84
Page 87
Page 88
Page 89
Page 90
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASERAPPARAT
CLASS 1
LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
Page 91
Page 92
SHARP CORPORATION
Gedrukt op 100% gerecycleerd papier
GEDRUKT IN JAPAN
2004C DSC1
CINSH0916QS52
Loading...