Sharp AR-M205, AR-M160 OPERATION MANUAL [nl]

MODEL
AR-M160 AR-M205
DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM
GEBRUIKSAANWIJZING
Pagina
AR-M160
VOORDAT U DE MACHINE
GAAT GEBRUIKEN
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PROBLEEMOPLOSSING
PERIODIEK ONDERHOUD
RANDAPPARATUUR EN ONDERDELEN
BIJLAGE
8
18
32
38
42
52
71
74
77
AR-M205
Maak geen kopieën van documenten die volgens de wetgeving niet mogen worden gekopieerd. De volgende items mogen normaal gesproken volgens de wet niet worden gekopieerd. Ook het kopiëren van andere documenten kan verboden zijn volgens lokale wetgeving.
Geld Postzegels Bonds Aandelen Bankpapieren
Cheques Paspoorten Rijbewijzen
INHOUD
VEILIGHEIDSMAATREGELEN................................................................................................................. 3
VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK......................................................................................... 3
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ DE KEUZE VAN EEN INSTALLATIEPLEK .......................................... 3
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T TRANSPORT ...................................................................................... 4
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T. DE LASER ..........................................................................................4
INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU ................................................................................................................... 5
HET GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING ..................................................................................................5
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN.................................................................................... 5
DE BETEKENIS VAN "R" IN HET ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT INDICATIES ..................................... 5
INTERNATIONALE REGELS IN DEZE HANDLEIDING .................................................................................. 6
SPF EN RSPF .................................................................................................................................................. 6
VERSCHILLEN TUSSEN DE MODELLEN....................................................................................................... 6
HOOFDKENMERKEN ............................................................................................................................... 7
1
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES ... 8
BEDIENINGSPANEEL....................................10
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN ............ 12
INSCHAKELEN...............................................12
UITSCHAKELEN ............................................12
PAPIER BIJVULLEN ....................................... 13
PAPIER...........................................................13
PAPIER BIJVULLEN.......................................14
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
LADE WIJZIGEN ............................................16
2 KOPIEERFUNCTIES
NORMAAL KOPIEREN ................................... 18
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN ............. 21
PAPIERLADEKEUZE .....................................21
AANTAL KOPIEËN INSTELLEN ....................23
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM............... 23
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE .............23
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE ....24
HET AFZONDERLIJK SELECTEREN VAN DE
HORIZONTALE EN VERTICALE
KOPIEERFACTOREN ....................................24
DUBBELZIJDIG KOPIEREN MET
HANDINVOERLADE........................................ 27
AUTOMATISCH DUBBELZIJDIG KOPIEREN 28
BEELDDRAAIING BIJ DUBBELZIJDIG
KOPIEREN .....................................................30
BOEKKOPIEEN............................................... 31
EEN KOPIEERPROCES ONDERBREKEN..... 32
3
BEELDRAAIING VAN 90 GRADEN................ 32
KOPIEEN SORTEREN EN GROEPEREN ...... 32
HET KOPIEREN VAN MEERDERE ORIGINELEN OP EEN ENKELZIJDIG VEL
PAPIER ............................................................ 34
HET INSTELLEN VAN KANTLIJNEN TIJDENS
HET KOPIEREN .............................................. 36
SCHADUWEN RONDOM DE KANTLIJNEN VAN DE
KOPIE WISSEN.........................................................37
4
DE PRINTERFUNCTIE GEBRUIKEN ............. 39
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN ........... 40
SCANNEN MET BEHULP VAN DE MACHINE-
SCANNEN VANAF UW COMPUTER............ 41
BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN
SCANNERFUNCTIES...................................... 41
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN .................39
TOETSEN ...................................................... 40
1
5 GEBRUIKERSINSTELLINGEN
8
RANDAPPARATUUR EN ONDERDELEN
DE AUTOMATISCHE BELICHTINGSFUNCTIE
AANPASSEN................................................... 42
TONER BESPARINGSFUNCTIE ACTIVEREN43
INSTELLINGEN AANPASSEN........................ 44
GEBRUIKERSPROGRAMMA’S .....................44
INSTELLINGEN VOOR EEN
GEBRUIKERSPROGRAMMA SELECTEREN........47
INSTELLINGEN VOOR ACCOUNTREGELING .......48
ACCOUNTREGELING....................................48
ACCOUNTREGELING-INSTELLINGEN ......................48
ACCOUNTREGELINGFUNCTIE-INSTELLINGEN SELECTEREN
...........................................................49
6 PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEEMOPLOSSING................................ 52
MACHINE- EN KOPIEERPROBLEMEN.........53
PRINTER- SCANNERPROBLEMEN......................56
INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN ....... 62
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN..... 63
PAPIERSTORING IN DE SPF/RSPF .............63
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE...... 64
PAPIERSTORING IN DE KOPIEERMACHINE ......65
PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE PAPIERLADE .68
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE PAPIERLADE (alleen bij de AR-M205)
TONERCARTRIDGE VERVANGEN................ 70
............................................69
RANDAPPARATUUR...................................... 74
EENMALIG DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER/ ZELF-OMKERENDE EENMALIG DOORVOERENDE
ORIGINEELINVOER...................................... 75
250-VEL PAPIERINVOEREENHEID/ 2 X 250-VEL
PAPIERINVOEREENHEID .....................................75
TWEEVOUDIG FUNCTIEBOARD ..........................76
OPSLAG VAN ONDERDELEN ....................... 76
CORRECTE OPSLAG VAN ONDERDELEN. 76
9 BIJLAGE
TECHNISCHE SPECIFICATIES...................... 77
SOFTWARELICENTIE .................................... 80
INDEX .............................................................. 82
7 PERIODIEK ONDERHOUD
CONTROLE VAN DE TOTALE
UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU ......... 71
CONTROLE VAN DE TOTALE UITVOERTELLING ................71
TONERNIVEAU CONTROLEREN .................72
PERIODIEK ONDERHOUD ............................. 72
REINIGING VAN DE ORIGINEELPLAAT EN
SPF/RSPF-ORIGINEELKLEP ........................72
REINIGING VAN DE PAPIERINVOERROL
VAN DE HANDINVOERLADE ........................73
REINIGING VAN DE TRANSPORTLADE ..............73
2
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Volg de hieronder beschreven veiligheidsmaatregelen wanneer u deze machine gebruikt.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK
Waarschuwing:
• Het fuseergebied is heet. Wees voorzichtig in dit gebied bij het verwijderen van vastgelopen papier.
• Kijk niet direct in de lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
Let op:
• Zet de machine niet snel na elkaar aan en uit. Wacht 10 tot 15 seconden na het uitzetten van de machine en zet deze daarna weer aan.
• Plaats de machine op een stevige en vlakke ondergrond.
• Installeer de machine niet in een vochtige of stoffige ruimte.
• Schakel de kopieermachine uit wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, bijv. tijdens de vakantieperiode, en verwijder de stekker uit het stopcontact.
• Zet de kopieermachine uit voordat u deze gaat verplaatsen en verwijder de stekker uit het stopcontact.
• Bedek de machine niet met een stofkap, kleed of plasticfolie terwijl de stroom ingeschakeld is. Hierdoor wordt de warmte-uitstraling verhindert, waardoor de machine kan beschadigen.
• Het gebruik van andere besturingen of procedures dan beschreven in deze handleiding kunnen een schadelijke blootstelling aan straling tot gevolg hebben.
• De AC contactdoos moet in de nabijheid van de apparatuur zijn geïnstalleerd en eenvoudig toegankelijk zijn.
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ DE KEUZE VAN EEN INSTALLATIEPLEK
Onjuiste installatie kan leiden tot schade aan de machine. Volg de onderstaande aanwijzingen tijdens installatie of verplaatsing van de machine.
Let op
Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
vochtig, dampig of erg stoffig zijn
slecht geventileerd zijn
Wanneer de machine wordt verplaatst van een koele ruimte naar een warme ruimte, kan er zich condens vormen in de machine. Gebruik van de machine in zulke omstandigheden kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en storingen. Laat de machine gedurende 2 uren en bij kamertemperatuur staan alvorens deze te gebruiken.
aan direct zonlicht worden blootgesteld
onderhevig zijn aan extreme temperatuurwisselingen of veranderingen in de luchtvochtigheid, zoals in de nabijheid van een airconditioningapparaat of radiator.
3
De kopieermachine moet in de nabijheid van een toegankelijk stopcontact worden geïnstalleerd zodat de stekker gemakkelijk kan worden verwijderd en weer aangesloten.
Zorg ervoor dat de voedingskabel uitsluitend wordt aangesloten op een stopcontact dat voldoet aan de gespecificeerde stroom- en voltagevereisten. Zorg er ook voor dat het stopcontact goed is geaard.
Opmerking
Laat voldoende ruimte vrij rond de kopieermachine voor
Sluit de machine aan op een leeg stopcontact dat niet wordt gebruikt door andere elektrische apparatuur. Wanneer er een verlichtingsrail op hetzelfde stopcontact wordt aangesloten, kan de verlichting gaan flikkeren.
20cm (8")
onderhoud en goede ventilatie.
20cm
(8")
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T TRANSPORT
Houd rekening met de onderstaande aanwijzingen tijdens het verplaatsen om het prestatievermogen van de machine te behouden.
Machine niet laten vallen, blootstellen aan schokken of tegen andere voorwerpen aanstoten. Bewaar reserve-tonercartridges in de originele verpakking op een donkere plaats.
• Wanneer deze aan direct zonlicht worden blootgesteld, kunnen er vlekken op de kopieën ontstaan.
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte).
• Krassen of vlekken op de drum kunnen leiden tot vlekkerige kopieën.
20cm
(8")
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T. DE LASER
Golflengte 785 nm + 10 nm/-15 nm
Impulstijden (8.141 µs ± 0.1 µs)/7 mm
Uitgangsvermogen 0.14 mW - 0.22 mW
Informatie over de genoemde handelsmerken
•Microsoft® Windows® besturingssysteem is een handelsmerk of copyright van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Windows® 95, Windows® 98, Windows® Me, Windows NT® 4.0, Windows® 2000, and Windows® XP zijn handelsmerken of copyrights van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• IBM en PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
Acrobat® Reader Copyright© 1987- 2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe, het Adobe-logo, Acrobat en het Acrobat-logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
• Alle andere handelsmerken en copyrights zijn het eigendom van de respectievelijke eigenaars.
4
INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU
ENERGY STAR
Als
ENERGY STAR
USB 2.0 compatible (tweevoudig functieboard)
Lees de “Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie)” (p.38) om te controleren of uw systeem en machine-instellingen correct zijn geconfigureerd voordat u de kopieermachine aansluit via de USB 2.0 (Hi-Speed functie).
®
Partner, heeft SHARP vastgelegd dat dit product voldoet aan de
®
richtlijnen voor een efficiënt energieverbruik.
HET GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING
Deze machine is ontworpen om kopieerwerkzaamheden te vergemakkelijken met een minimale inname van bedrijfsruimte en een maximaal bedieningsgemak. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden raden wij u aan deze handleiding goed door te lezen. Bewaar deze handleiding op een gemakkelijk te bereiken plaats, zodat deze vlug ingekeken kan worden.
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN
U vindt de volgende gebruiksaanwijzingen bij de machine:
Gebruiksaanwijzing (Digitaal multifunctioneel systeem) (deze gebruiksaanwijzing)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als kopieermachine.
Online handboek (op de bijgeleverde CD-Rom)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van de procedures om de machine te gebruiken als printer of scanner.
Software installatiehandleiding (aparte handleiding)
Deze handleiding bevat de instructies voor het installeren van de software waarmee de kopieermachine kan worden gebruikt in combinatie met uw computer en de procedures voor het instellen van de printer begininstellingen.
DE BETEKENIS VAN "R" IN HET ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT INDICATIES
Een "R" onderaan het origineel of papierformaat (B5R, A4R (5-1/2" x 8-1/2"R, 8-1/2" x 11"R), etc.) betekent dat het origineel of het kopieerpapier in de liggen afdrukstand is geplaatst zoals op de onderstaande afbeelding.
<Horizontale (Liggende) afdrukstand>
Formaten die uitsluitend in de horizontale (liggende) afdrukstand kunnen worden geplaatst (B4, A3 (8-1/2" x 14", 11" x 17")) bevatten geen "R" in de afdrukstand.
5
INTERNATIONALE REGELS IN DEZE HANDLEIDING
Waarschuwing
Deze regels waarschuwen de gebruiker voor letsel wanneer de inhoud van de waarschuwing niet correct worden opgevolgd.
Waarschuwt de gebruiker voor beschadigingen aan de machine of onderdelen als gevolg van het
Let op
verkeerd uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen.
De opmerkingen geven nuttige informatie over de specificaties, functies, prestaties, bediening e.d
Opmerking
van de machine.
SPF EN RSPF
Deze gebruiksaanwijzing verwijst naar de eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "SPF" en naar de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "RSPF".
VERSCHILLEN TUSSEN DE MODELLEN
Deze handleiding geldt voor de volgende modellen.
Model AR-M205 AR-M160
(Met RSPF geïnstalleerd)
Uiterlijk
De bovenstaande afbeelding wordt gebruikt wanneer een functie en/of de bediening van de machine gelijk is op de twee
Kopieersnelheid 20KPM 16KPM Automatisch dubbelzijdig
kopiëren/afdrukken
Origineelplaatklep/SPF/RSPF
• Origineelplaatklep (AR-VR5) [Optioneel]
• Zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer
Beschikbaar Niet beschikbaar
• Origineelplaatklep (AR-VR5) [Standaard]
• Eenmalig doorvoerende origineelinvoer (AR-SP6) [Optioneel]
(AR-RP6) [Optioneel]
Papierinvoereenheden Twee (250 x 2) Een (250 x 1)
Verwijzingen voor de AB series (metrisch) en de inch series
Indien van toepassing worden beide specificaties vermeld.
A3
Bijvoorbeeld:
Pagina 15, stap 1 .................B4 en A3 (8-1/2" x 14" en 11" x 17")
Pagina 77 .............................50%, 70%, 81%, 86%, 100%, 115%, 122%, 141%,
200% (50%, 64%, 77%, 95%, 100%, 121%, 129%, 141%, 200%)
A4 A4 A5 B4
EXTRA
[Inch-serie][AB-serie]
11X17
X
X
8½ 8½
X
X
EXTRA
14 11 5½ 11
Ondanks het feit dat in deze handleiding de indicaties van de AB serie op het bedieningspaneel worden getoond, worden op de inch serie machines de inch indicaties weergegeven.
6
HOOFDKENMERKEN
Kopiëren op hoge snelheid
• Duur van de eerste kopie*1 op 300 dpi*2 is slechts 7.2 seconden.
• Kopieersnelheid is 20/16 kopieën per minuut, dit is ideaal voor bedrijfsgebruik en levert een grote bijdrage aan de productiviteit op het kantoor.
*1De kopieertijd in het geval het apparaat wordt ingeschakeld en het kopiëren met gebruik van de origineelplaat onmiddellijk
gestart wordt nadat de energiebesparingsindicator gedoofd is (A4 (8-1/2" x 11"), papier aangevoerd vanaf de papierlade). De eerste-kopie tijd kan variëren afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het apparaat en de omgevingscondities zoals de temperatuur.
*2"dpi" ("dots per inch") is een maateenheid die wordt gebruikt om de resolutie te meten. De resolutie is de dichtheid van de
beeldpunten die worden weergegeven op een afgedrukte of gescande afbeelding.
Digitale afbeeldingen op hoge kwaliteit
• Hoge kwaliteit kopieën op 600 dpi wordt uitgevoerd.
• Als aanvulling op de automatische belichtingsfunctie kunnen er origineelfuncties worden geselecteerd: "HANDMAT" voor originelen met alleen tekst en "FOTO" voor foto's. De belichting kan binnen elke functie op vijf niveaus worden ingesteld.
Met de fotofunctie kunt u heldere kopieën maken van verfijnde halftintoriginelen zoals zwart-wit foto’s en kleurenfoto’s.
Geavanceerde kopieerkenmerken
• Kopieën kunnen worden vergroot van 25% tot 400% in stappen van 1%. (Wanneer de SPF/RSPF wordt gebruikt, is het bereik van de kopievergroting 50% tot 200%.)
• U kunt tot 999 kopieën continu afdrukken. (Dit aantal kan in de gebruikersprogramma’s worden gewijzigd naar een maximum van 99 kopieën.)
• In de gebruikersprogramma's kunt u de machine-instellingen en het machinebeheer aanpassen. Toegang tot de machine kan worden geregeld door de accountregeling te activeren.
• Het optionele tweevoudige functieboard kan worden geïnstalleerd om het gebruik van beelddraaiing en andere handige functies mogelijk te maken.
A
Kopie wissen* Kantlijnverschuiving* 2-in-1 kopie* 4-in-1 kopie*
A
AA
BoekkopieBeelddraaiing* XY-ZOOM kopiering
* Wanneer de tweevoudige
functieboard is geïnstalleerd
Één keer scannen/meerdere malen afdrukken
Deze machine is uitgerust met een geheugenbuffer waardoor u de machine één keer een origineel laat scannen en vervolgens de gescande afbeelding tot 999 kunt afdrukken. Dit verhoogt de werksnelheid, reduceert de ruisfactor van de machine en vermindert slijtage van het scanmechanisme, hetgeen leidt tot een hogere betrouwbaarheid.
Laserprinterfunctie
• De bijgeleverde printer driver kan worden geïnstalleerd om de machine te gebruiken als printer. (Raadpleeg de bijgeleverde software installatiehandleiding voor meer informatie.)
Kleurenscannerfunctie
Wanneer u de bijgeleverde scanner driver installeert en de machine aansluit op een computer via een USB-kabel, kunt u de machine gebruiken als scanner. (Raadpleeg de bijgeleverde software installatiehandleiding voor meer informatie.)
Netwerkaansluiting (optie)
• De optioneel verkrijgbare netwerkuitbreidingskit kan geïnstalleerd worden om het apparaat als een netwerkprinter en netwerkscanner te kunnen gebruiken. (Gebruiksaanwijzing van netwerkuitbreidingskit)
Milieu- en gebruiksvriendelijk ontwerp
• De machine is voorzien van voorverwarming en stroom uitschakelfuncties om het stroomverbruik te minimaliseren wanneer de machine niet wordt gebruikt.
• Het universele ontwerp van de machine maakt het gebruik ervan eenvoudig, zelfs voor onervaren gebruikers.
7
1
Dit hoofdstuk bevat belangrijke basisinformatie die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Hoodfstuk 1
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
1
17
1
6
5
15
16
14
1
Origineel toevoerklep (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd) /origineelklep (wanneer de origineelklep is geïnstalleerd)
Open deze klep om originelen op de origineelplaat te plaatsen. (p.18)
2
Origineelplaat
Plaats hier de originelen die u wilt scannen met de kopiezijde naar beneden. (p.18)
3
Handgrepen
Worden gebruikt bij het verplaatsen van de machine.
4
Hoofdschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de machine aan en uit te zetten. (p.12)
5
Bedieningspaneel
Bevat bedieningstoetsen en indicatorlampjes. (p.10)
6
Kopie-uitvoerlade
Kopieën en afdrukken komen in deze lade terecht.
7
Voorklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren (p.65, p.70)
2
3
4
7
8
8
Papierladen
Elke lade kan 250 vellen papier bevatten. (p.14)
9
Zijklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren. (p.64, p.73)
10
Zijklep handgreep
Opentrekken om zijklep te openen.) (p.64)
11
Papiergeleiders van de handinvoerlade
Pas deze aan de breedte van het papier aan. (p.15)
12
Handinvoerlade
Speciaal papier (zoals transparante film) kunnen in de handinvoerlade worden ingevoerd. (p.
13
Verlenging van de handinvoerlade
Trek de verlenging uit bij grote papierformaten zoals B4 en A3 (8-1/2" x 14" en 11" x 17"). (p.15)
14
Laderreiniger
Gebruik deze voor de reiniging van de transportlader (p.73)
15
USB 1.1 poort
Aansluiting voor computer om de scanner- en printerfuncties te gebruiken. (Software installatiehandleiding)
11
12 13
15,
3
9
10
p.26)
8
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
24
25
16
Parallel poort
Aansluiting voor computer om de printerfunctie te gebruiken. (Software installatiehandleiding)
17
USB 2.0 (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Aansluiting voor computer om de scanner- en printerfuncties te gebruiken. (Software installatiehandleiding)
18
Origineelinvoerlade (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Plaats hier de originelen die u wilt scannen met de kopiezijde naar boven. Kan tot 40 originelen bevatten.
19
Origineelgeleiders (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Pas deze aan het formaat van de originelen aan.
20
Klep van de invoerrol (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Open deze klep om vastgelopen originelen te verwijderen. (p.63)
21
Rechter zijklep (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Open deze klep om vastgelopen originelen te verwijderen. (p.63)
22
Uitvoergedeelte (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
De originelen worden hier uitgevoerd na het kopiëren/scannen.
23
Omkeerlade (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Trek deze klep open om vastgelopen originelen te verwijderen. (p.64)
24
Ontgrendelhendel van de tonercartridge
Vervang de tonercartridge door deze hendel in te drukken en de tonercartridge uit te trekken.
19
26 27
2018
22 23
2928
25
Tonercartridge
21
Bevat de toner. (p.70)
26
Draaiknop van de rollen
Draai deze knop om vastgelopen papier te verwijderen. (p.65, p.66)
27
Ontgrendelingen van de fuseereenheid
Druk op deze ontgrendelingen om vastgelopen papier uit de fuseereenheid te verwijderen. (p.66)
Waarschuwing
De fuseereenheid is heet. Raak de fuseereenheid niet tijdens het verwijderen van vastgelopen papier. Dit kan brandwonden of letsel veroorzaken.
28
Fotogeleidende drum
Kopieerafbeeldingen worden gevormd op de fotogeleidende drum.
29
Papiergeleider van de fuseereenheid
Open deze geleider om vastgelopen papier te verwijderen.
Opmerking
De modelbenaming kunt u vinden op de voorklep van de machine.
1
9
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEEL
12 34 56
1
2
AR-M160
1 2 3
(Allen bij de
4
AR-M205)
5 6
29
1
SCANMENU-toets
26
Dit menu wordt gebruikt om te scannen via de bijgeleverde Knoppenbeheersoftware. (p.41)
2
SCAN-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om de scannerfunctie van de machine te activeren en te scannen via de bijgeleverde Knoppenbeheersoftware.
(p.39)
De indicator knippert gedurende het scannen en tijdens de overdracht van de scangegevens.
3
ON LINE-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om te switchen tussen de on line en off line functie van de machine. De indicator licht op wanneer de machine on line is en gaat uit bij de off line stand. De indicator knippert wanneer de machine afdrukgegevens ontvangt en wanneer het afdrukken in de pauzestand staat. (p.39)
4
ORIGINEEL NAAR KOPIE-toets en -indicators (alleen bij de AR-M205)
Druk op deze toets om de enkelzijdige of dubbelzijdige kopieerfunctie te selecteren. (p.28)
Dubbelzijdig kopiëren vanaf enkelzijdige
originelen.
Dubbelzijdig kopiëren vanaf dubbelzijdige
originelen.
Enkelzijdig kopiëren vanaf dubbelzijdige
originelen.
5
BOEK KOPIEER-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om afzonderlijke kopieën te maken van twee pagina's van een open boek of andere originelen met twee pagina's. (p.30)
6
X/Y-ZOOM-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk te wijzigen. (p.24)
7
SORTEREN/GROEPEREN-toets ( / ) en
-indicator (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Druk op deze toets om de functies "SORTEREN" of "GROEPEREN" te selecteren. (p.32)
8
ORIGINEEL GEGEVENS-indicator ( ) (wanneer
DATA
het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Deze indicator knippert wanneer het geheugen vol raakt met scangegevens van de origineelafbeelding. (p.33, p.35)
9
2-IN-1 / 4-IN-1-toets (
/
) en indicators (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Druk op deze toets om de functie "2 IN 1" of "4 IN 1" te selecteren. (p.34)
10
WIS-toets ( / ) en indicators (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Druk op deze toets om de functies "KANTLIJNVERWIJDERING", "BINNENKANTLIJNVERWIJDERING" of "KANTLIJN + BINNENKANTLIJNVERWIJDERING" te selecteren. (p.37)
11
KANTLIJNVERSCHUIVING-toets( ) en
-indicator (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Hiermee kunt u de tekst of de afbeelding op de kopie verschuiven om een vaste marge in de kantlijn van de kopie vrij te maken. (p.36)
12
AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO-toets ( / / ) en -indicators
AUTO
Met deze toets kunt u de volgende belichtingsfuncties selecteren: "AUTOMATISCHE", "HANDMAT" of "FOTO". (p.21)
13
ACCOUNT WIS-toets ( )
ACC.#-C
Hiermee sluit u een geopend account. (p.51)
14
AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE-indicator ( )
AUTO
Wanneer deze indicator oplicht wordt het papier met het juiste formaat automatisch geselecteerd afhankelijk van het formaat van het origineel en de geselecteerde kopieerfactor. (p.19)
15
Waarschuwingsindicators
[ ] Onderhoud-vereist-indicator (p.62) [ ] Tonercartridge-vervangingsindicator (p.62) [ ] Ontwikkelaar vervangingsindicator
(p.62) [ ] Papier-bijvulindicator (p.62) [ ] Papierstoring-indicator (p.62)
10
7 8
9
10 11 12
13 14 15 16
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
18 19 20 21
17
EXTRA
ENTER
A3 A4 A4 A5 B4
AUTO
AUTO
%
DATA
16
ENERGIEBESPARING-indicator ( )
ACC.#-C
AUTO
135
22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Deze licht op wanneer de machine in de energiebesparingsfunctie staat. (p.12)
17
Display
Toont het aantal ingestelde kopieën, de kopieerfactor, gebruikersprogrammafunctie of instelcode, of een foutcode wanneer er een fout optreedt. Wanneer de [SCAN] toets
()
wordt ingedrukt om de scanfunctie te openen, toont de display de gebruikte communicatiepoort (U_1 voor USB 1.1 of U_2 voor USB 2.0). Wanneer de Knoppenbeheersoftware wordt gebruikt, toont de display een programmanummer. (p.22, p.39, p.47)
18
Kopieerfactordisplay-toets ( )
Houd deze toets ingedrukt wanneer de machine niet wordt gebruikt om de kopieerfactor in de display weer te geven. (p.24)
19
ZOOM-indicator
Deze gaat branden wanneer er een zoomfactor is ingesteld. (p.24)
20
Zoomtoetsen ( , ) Deze worden gebruikt om de kopieerfactor te verkleinen of
te vergroten van 25% tot 400% in stappen van 1%. (p.24)
21
ONDERBREKING-toets ( ) en -indicator
Onderbreekt het kopiëren. (p.31)
22
Licht- en donkertoetsen ( , ) en belichtingsniveau-indicators
Deze toetsen worden gebruikt om het belichtingsniveau van HANDMAT of FOTO aan te passen. (p.21)
23
ORIGINEELFORMAAT INSTEL-toets ( ) en ORIGINEELFORMAAT-indicators
ENTER
Gebruik deze toets om het formaat van het origineel in te stellen. (p.16) De geselecteerde origineelformaat-indicator zal gaan branden.
24
PAPIERFORMAAT-indicators
Deze gaan branden wanneer het papierformaat is geselecteerd. (p.16)
25
PAPIERFORMAATINSTEL-toets ( )
Gebruik deze toets om het papierformaat in de papierladen in te stellen. (p.16)
26
SPR/RSPF-indicator (wanneer de SPF/RSPF is geïnstalleerd)
Deze gaat branden wanneer de originelen in de origineelinvoerlade zijn ingesteld. (p.19)
25 400%
ZOOM
200
% 141 122 115
100
%
86 81 70 50
%
READ-END
27
PAPIERLADEKEUZE-toets ()
INTERRUPT
Met deze toets kunt u handmatig een papierlade selecteren. (p.21)
28
AUTO IMAGE-toets ( ) en -indicator
AUTO
%
Druk op deze toets om automatische kopieerfactorselectie te activeren. (p.22)
29
Papierinvoerbronindicators/ papierstoringsplaats-indicators
De geselecteerde papierinvoerbron wordt aangegeven door de brandende indicator( ). (p.21)
De hoofdlocatie van het vastgelopen papier wordt aangegeven door een knipperende rode indicator ( ). (p.63)
30
VASTE KOPIEERFACTOR-keuzetoetsen ( en -indicators
Gebruik deze toetsen om de vaste kopieerfactor voor verkleining/vergroting te selecteren. (p.23)
31
[] toets
Gebruik deze toets om het aantal gescande pagina’s te controleren. (p.71)
32
Cijfertoetsen
Gebruik deze toetsen om het gewenste aantal kopieën te selecteren of om een gebruikersprogramma in te voeren. (p.22)
Houd de [0] toets ingedrukt om het totale aantal pagina’s van de kopie-uitvoer van de machine weer te geven. (p.71)
33
STOP LEZEN-toets ( )
Druk op deze toets om het totale aantal gemaakte kopieën te controleren (p.71). Voor het starten met afdrukken nadat het origineel is gescand voor tweezijdige kopieën of andere kopieën waarmee de origineelplaat wordt gebruikt. (p.28, p.33, p.34)
34
START-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om het kopiëren te starten (p.18). Druk ook op deze toets om de "automatische uitschakelfunctie" te verlaten en een gebruikersprogramma in te stellen. Kopiëren is mogelijk wanneer deze indicator brandt.
35
WIS ALLES-toets ( )
Wist alle geselecteerde instellingen en herstelt de begininstellingen van de machine. (p.12)
36
WIS-toets ( )
Wist het aantal kopieën in de display of beëindigd een kopieeropdracht.
1
,
)
11
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN
Begininstellingen
De machine gebruikt de begininstellingen wanneer deze voor het eerst wordt aangezet, wanneer de [ALLES WISSEN]-toets ( ) wordt ingedrukt en na ongeveer 1 minuut nadat de laatste kopie, ongeacht in welke functie, is gemaakt.
Kopieerfactor
: 100%,
Belichting
: Automatisch
Aantal kopieën
: 0,
Alle speciale kopieerfuncties
: Uit
Automatisch papierkeuze
: Aan,
Papierinvoerstation
: De geselecteerde "Standaard papierlade-instelling" in de gebruikersprogramma's.(p.46)
De hoofdschakelaar bevindt zich aan de linkerkant van de kopieermachine.
INSCHAKELEN
Zet de hoofdschakelaar op "ON".
Het duurt ongeveer 45 seconden voordat de machine is opgewarmd. Terwijl de machine bezig is met opwarmen, zal de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) knipperen. (Als de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) uitgaat is de machine klaar
om te kopiëren.) Desondanks kunt u tijdens het opwarmen van de machine de gewenste instellingen invoeren en op de [START]-toets ( ) drukken. Het kopiëren wordt dan gestart nadat de machine is opgewarmd.
Opmerking
• Het apparaat keert terug naar de begininstellingen wanneer dit voor het eerst wordt ingeschakeld, wanneer de [WIS ALLES]-toets ( ) wordt ingedrukt of wanneer geen toetsen worden ingedrukt voor de vooringestelde "Automatische wisfunctie" tijd volgend op het eind van een kopieertaak. Wanneer het apparaat naar de begininstellingen terugkeert, zullen alle instellingen en functies die tot aan dat punt geselecteerd werden geannuleerd worden. De "Automatische wisfunctie" tijd kan veranderd worden in de gebruikersinstellingen. (p.44)
• De machine is aanvankelijk ingesteld om automatisch over te gaan op de energiebesparingsfunctie wanneer deze gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt voor kopiëren, afdrukken of scannen. Deze instelling kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.44)
UITSCHAKELEN
Verzeker u ervan dat de machine uitstaat en zet vervolgens de hoofdschakelaar op "OFF".
Wanneer de kopieermachine wordt uitgeschakeld terwijl deze in bedrijf is, kan er een papier storing optreden en wordt de kopieertaak van dat
moment geannuleerd. Voer de onderstaande controles uit om er zeker van zijn dat de machine niet in bedrijf is:
De START-indicator brandt. (Beginstand)
De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) brandt. ("Voorverwarmingstijd" of "Automatische uitschakel"-functie)
Energiebesparingsfuncties
De machine is voorzien van twee energiebesparingsfuncties om het totale stroomverbruik te verminderen en op die manier de kosten te beperken. Bovendien behoudt deze energiebesparing de natuurlijke bronnen en helpt milieuvervuiling te verminderen. De twee energiebesparingsfunctie zijn "Voorverwarmingstijd" en "Automatische uitschakelfunctie".
Voorverwarmingstijd
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een lager stroomverbruik wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) gaat branden, maar de toetsen op het bedieningspaneel kunnen nog wel worden gebruikt. De normale werking wordt automatisch hervat wanneer er een toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt, een origineel wordt geplaatst, of een afdrukopdracht wordt ontvangen.
Automatische uitschakelfunctie
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een nog lager stroomverbruik dan bij de voorverwarmfunctie wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. Alle lampjes gaan uit, behalve de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) en de ON LINE-indicator ( ). Druk op de [Start]-toets ( ) om de normale werking te hervatten. De normale werking wordt ook automatisch hervat wanneer er een afdrukopdracht wordt ontvangen of er wordt gescand vanaf een computer. Wanneer de machine in de automatische uitschakelfunctie staat, kunnen geen van de toetsen worden gebruikt (met uitzondering van de [START]-toets ( )).
Opmerking
De activering van de voorverwarmingsfunctie en de "Automatische uitschakeltijd" kunnen worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. Wij raden u aan deze tijden aan te passen aan het gebruik van de machine op uw locatie. (p.44)
12
PAPIER BIJVULLEN
De papier bijvulindicator ( ) zal gaan branden wanneer er geen kopieerpapier meer in het geselecteerde papierinvoerstation aanwezig is, of wanneer de geselecteerde papierlade niet of onjuist is geïnstalleerd.
PAPIER
Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurd papier te gebruiken.
Type papierlade Papiersoort Formaat Gewicht Capaciteit
Papierlade 250-vel papier invoereenheid 2x250-vel papier invoereenheid
Handinvoerlade Standaardpapier
Standaardpapier Gerecycleerd papier
Gerecycleerd papier
Dik papier Transparante film
Etiketten Enveloppen International DL
1
A5* B5 A4 B4 A3 (5-1/2" x 8-1/2" (8-1/2" x 11" (Letter)) (8-1/2" x 13" (Foolscap)) (8-1/2" x 14" (Legal)) (11" x 17" (Ledger))
A6R tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" (Invoice) tot 11" x 17" (Ledger))
(110 mm x 220 mm) International C5 (162 mm x 229 mm) Commercial 9 (3-7/8" x 8-7/8") Commercial 10 (4-1/8" x 9-1/2")
1
*
(Invoice))
56 g/m (15 lbs. tot 24 lbs.)*
56 g/m (15 lbs. tot 20 lbs.)
Max. 200 g/m2 (54 lbs.)
2
tot 90 g/m
2
tot 80 g/m
2
2
*
250 vel
2
(Vul papier bij tot onder de streep op de lade)
2
100 vel
Laad vellen van dit papier één voor één in de handinvoerlade.
5 vel
3
*
1
*1A5 (5-1/2" x 8-1/2") kan uitsluitend in de bovenste papierlade en niet in de andere laden worden geplaatst (ook niet in de
optionele papiertoevoereenheid).
2
Verwijder de kopieën uit de papier uitvoerlade nadat er ongeveer 100 pagina’s zijn afgedrukt wanneer u grote aantallen
*
kopieën afdrukt op papier van 90 dat de uitvoerlade deze niet goed opstapelt.
3
Het aantal vellen papier dat kan worden geplaatst hangt af van het gewicht van het papier.
*
2
g/m
(24 lbs.). Wanneer u meer dan 100 pagina’s van dit soort papier uitvoert, kan het zijn
Speciaal papier
Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier.
Gebruik SHARP goedgekeurde transparante film en etiketvellen. Gebruik van papier dat niet door SHARP is goedgekeurd kan leiden tot papierstoringen of vlekken op de kopieën. Wanneer u papier gebruikt dat niet door SHARP is goedgekeurd, plaats dan één vel per keer met behulp van de handinvoerlade (probeer niet continu te kopiëren of af te drukken met dit soort papier)
Er zijn veel verschillende soorten papier op de markt en niet elke papiersoort kan in deze machine worden gebruikt. Neem contact op met uw service leverancier voordat u speciaal papier gaat gebruiken.
Maak eerst een testkopie met het speciale papier om te controleren of dit geschikt is voordat u papier dat niet is goedgekeurd door SHARP gaat gebruiken.
13
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
PAPIER BIJVULLEN
Zorg ervoor dat de machine niet bezig is met kopiëren of afdrukken en volg daarna de onderstaande stappen om het papier bij te vullen.
Papierlade bijvullen
Til de lade iets op en trek deze uit tot
1
aan het eindpunt.
Druk de drukplaat naar beneden totdat
2
deze vastklikt.
Druk de drukplaat in het midden naar beneden totdat deze vastklikt.
Waai het papier los.
3
Wanneer het papier niet wordt losgewaaid is er kans op dubbele vel invoer of papierstoringen.
Druk de papierlade weer voorzichtig
5
terug in de machine.
Opmerking
Raadpleeg het hoofdstuk "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN" (p.16) wanneer het papierformaat verschilt van de eerdere papierstapel in de lade.
Plaats het papier in de lade.
4
Opmerking
• Maak de stapel niet hoger dan de streep op de lade (tot 250 vellen).
• Zorg ervoor dat de papierstapel onder het uitsteeksel aan de rechterkant van de lade blijft.
• Controleer of de papierstapel recht ligt alvorens deze te laden. Wanneer u papier aan een bestaande stapel wilt toevoegen, haal dan de bestaande stapel uit de lade, voeg het papier toe en plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de lade.
14
Handinvoerlade bijvullen
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Trek de handinvoerlade uit.
1
Trek de verlenging van de handinvoerlade uit wanneer u grote formaten zoals A3 en B4 (8-1/2" x 14" en 11" x 17") wilt invoeren.
Pas de papiergeleiders aan de breedte
2
van het papier aan.
Plaats het papier (afdrukzijde naar
3
beneden) helemaal in de handinvoerlade.
Controleer nogmaals of de papiergeleiders aan de breedte van het papier zijn aangepast om papierstoringen te voorkomen.
Opmerking
Druk op de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) nadat u het papier hebt geplaatst om de handinvoerlade te selecteren. De handinvoerlade wordt niet automatisch geselecteerd.
1
Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de handinvoerlade
• U kunt tot 100 vellen standaard kopieerpapier in de handinvoerlade plaatsen.
• Zorg ervoor dat u de papierformaten A6, A5 of 5-1/2" x 8-1/2" of enveloppen horizontaal plaatst zoals afgebeeld in het onderstaande diagram ( ).
• Zorg er bij het plaatsen van enveloppen voor dat deze glad en vlak zijn en, afgezien van de sluitklep, geen losse lijmdelen bevatten.
• Speciaal papier, met uitzondering van SHARP goedgekeurde transparante film, etiketten en enveloppen moeten één vel per keer in de handinvoerlade worden geplaatst.
• Wanneer u papier wilt toevoegen, haal dan eerst het reeds geplaatste papier uit de handinvoerlade, voeg dit aan de nieuwe stapel toe en plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de handinvoerlade. Het papier dat wordt toegevoegd moet van hetzelfde formaat zijn.
• Gebruik geen papierformaat dat kleiner is dan het origineel. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
• Gebruik geen papier dat is bedrukt door een laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
15
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Enveloppen
Gebruik niet de onderstaande envelopsoorten. Dit zal leiden tot papierstoringen.
• Enveloppen met metalen plaatjes, gespen, linten, gaten of schermen.
• Enveloppen met ruwe vezels, carbonpapier of gladde oppervlakken.
• Enveloppen met twee of meer flappen.
• Enveloppen met plakband, folie of waarbij er papier aan de flap is bevestigd.
• Enveloppen met een vouw in de flap.
• Enveloppen met lijm aan de flap die moet worden natgemaakt om de enveloppen te sluiten.
• Enveloppen met etiketten of postzegels.
• Enveloppen die enigszins zijn gevuld met lucht
• Enveloppen met lijm die buiten het lijmgedeelte uitsteekt.
• Enveloppen waarbij een deel van het lijmgedeelte loslaat.
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN
Volg de onderstaande stappen om het papierformaatinstelling van een lade te wijzigen.
Opmerking
Houd de [PAPIERFORMAAT
1
INSTEL]-toets ( ) gedurende meer dan vijf seconden ingedrukt om het
• De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd wanneer de machine tijdelijk is gestopt als gevolg van papiertekort, papierstoring of tijdens een onderbreking van het kopiëren.
• Tijdens het afdrukken (zelfs in de kopieerfunctie) kan de papierformaatinstelling niet worden gewijzigd.
• Het papierformaat A5 (5-1/2" x 8-1/2") kan alleen worden geselecteerd voor de bovenste papierlade.
• Plaats geen papier met een ander formaat dan de papierformaatinstelling. Anders is kopiëren niet mogelijk.
Gebruik de [ORIGINEELFORMAAT
3
INSTEL]-toets ( ) om het
papierformaat te selecteren. geselecteerde papierformaat in te stellen.
De huidig geselecteerde papierinvoerbron-indicator gaat knipperen en de bijbehorende papierformaat-indicator (die op dat moment is ingesteld) gaat ononderbroken branden. Alle andere indicators gaan uit.
ENTER
De indicator van het geselecteerde papierformaat gaat branden.
Gebruik de
2
[PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om de papierlade te selecteren waarvan u de papierformaatinstelling wilt wijzigen.
Elke keer wanneer de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) wordt ingedrukt wordt er een papierlade aangegeven met een knipperende papierinvoerbron-indicator.
16
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Druk de grendelhendel van de voorste
4
geleider samen en schuif de voorste geleider zodat deze aansluit bij de breedte van het papier. Plaats vervolgens de linker geleider in de juiste groef op de lade.
Linker geleider
Voorgeleider
• De voorste geleider is een schuifgeleider. Neem de vergrendelknop op de geleider en schuif de geleider naar de indicatorlijn van het te laden papierformaat.
• De linker geleider is een invoeggeleider. Verplaats deze naar de indicatorlijn van het te laden papierformaat.
• Bewaar de linker geleider in de uitsparing aan de linker voorkant van de papierlade wanneer u uitsluitend A3 (11" x 17") papierformaat gaat gebruiken.
Belangrijke punten wanneer u de printerfunctie gebruikt
• Zorg ervoor dat de papierladeinstelling overeenkomt met de papierladeinstelling in de printer driver. Wanneer de papierlade bijvoorbeeld is ingesteld op A4R (8-1/2" x 11"R), stel dan de "Papierformaat instelling" in op "A4-R" ("Letter-R"). Raadpleeg “DE PRINTER DRIVER CONFIGUREREN” (p.11) in de “Software installatiehandleiding” voor meer informatie.
• Wanneer het tweevoudig functieboard niet is geïnstalleerd, zal het afdrukken niet correct plaatsvinden wanneer het papierformaat in de lade is ingesteld op A4R (8-1/2" x 11"R). Specificeer de lade die moet worden gebruikt en stel het papierformaat van deze lade in de printer driver in op A4R (8-1/2" x 11"R) om onjuiste afdrukken te voorkomen bij een papierformaatinstelling van A4R (8-1/2" x 11"R).
1
Druk op de [START]-toets ( ) en
5
vervolgens op de [PAPIERFORMAAT INSTEL]-toets ( ).
Herhaal de stappen 2 en 3 nadat u op de [START] toets ( ) hebt gedrukt om de papierformaatinstelling van een andere papierlade te wijzigen.
Opmerking
Plaats het papierformaatetiket voor het geselecteerde papierformaat in stap 3 op de etiketpositie aan de rechterzijde van de lade.
17
2
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de basiskopieerfuncties zoals normaal kopiëren, verkleinen of vergroten en aanpassing van de belichting.
NORMAAL KOPIEREN
Dit gedeelte beschrijft hoe u een normale kopie kunt maken. Voer uw 3-cijferig accountnummer in wanneer de "Accountregeling" is geactiveerd (p.51).
Kopiëren vanaf de origineelplaat
Hoofdstuk 2
KOPIEERFUNCTIES
Open de origineelklep/SPF/RSPF en
1
plaats het origineel.
Plaats het origineel op de kopieerplaat met de kopiezijde naar beneden. Leg het origineel binnen de juiste schaalverdeling.
Opmerking
Originelen met afmetingen tot A3 (11" x 17") kunnen op de origineelplaat worden geplaatst.
Druk op de [ORIGINEELFORMAAT
3
INSTEL]-toets ( ) en selecteer het origineelformaat.
Verzeker u ervan dat de PAPIERFORMAAT-indicator gaat branden. Als deze indicator niet brandt, is er geen lade met hetzelfde
papierformaat. Plaats papier van het vereiste formaat in de lade of selecteer [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om te kopiëren via de handinvoerlade. De handinvoerlade moet handmatig worden geselecteerd.
Om kopieën te maken op papier van een ander formaat dan
het origineel, selecteert u het papier met de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ).
Stel het aantal kopieën in.
4
ENTER
Nadat het origineelformaat is geselecteerd zal de lade met hetzelfde formaat papier automatisch worden geselecteerd.
Sluit de origineelklep/SPF/RSPF
2
18
Druk op de [START]-toets ( ) om het
5
kopiëren te starten.
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
De kopie-uitvoerlade kan tot 250 vel papier bevatten.
Ongeveer een minuut nadat het kopiëren is beëindigd, wordt de "Automatische wisfunctie" geactiveerd waardoor alle kopieerinstellingen weer terug worden gezet naar de begininstelling (p.12). De instellingen voor "Automatische terugsteltijd" kunnen worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.44)
Druk op [WIS]-toets ( ) om het kopieerproces te onderbreken.
Kopiëren vanaf de SPF/RSPF
KOPIEERFUNCTIES
Verzeker u ervan dat het origineel niet
1
achterblijft op de kopieerplaat. Sluit de SPF/RSPF.
Pas de origineelgeleiders aan het
2
origineelformaat aan.
Plaats het origineel (of de originelen)
3
met de kopiezijde naar boven in de origineelinvoerlade.
Plaats het origineel zo ver mogelijk in de origineelinvoerlade. Wanneer het origineel is ingesteld, zal de SPF/RSPF-indicator gaan branden.
De ORIGINEELFORMAAT-indicator die overeenkomt met het formaat van het origineel zal gaan branden.
Verzeker u ervan dat de PAPIERFORMAAT-indicator gaat branden. (Wanneer automatisch dubbelzijdig kopiëren wordt ondersteund.)
Verzeker u ervan dat de PAPIERFORMAAT-indicator brandt.
Als deze indicator niet brandt, is er geen lade met hetzelfde papierformaat. Plaats papier van het vereiste formaat in de lade of selecteer [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om te kopiëren via de handinvoerlade.
De handinvoerlade moet handmatig worden geselecteerd.
Om kopieën te maken op papier van een ander formaat dan het origineel, selecteert u het papier met de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ).
Druk op de [START]-toets ( ) om het
5
kopiëren te starten.
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade. De standaard uitvoermodus voor het kopiëren van de SPF/RSPF is de sorteermodus (p.33). De standaard uitvoermodus kan veranderd worden met behulp van "Autom. selectie sorteren" in de gebruikersprogramma's (p.46).
Opmerking
De kopie-uitvoerlade kan tot 250 vel papier bevatten.
Ongeveer een minuut nadat het kopiëren is beëindigd, wordt de "Automatische terugstelfunctie" geactiveerd waardoor alle kopieerinstellingen weer terug worden gezet naar de begininstelling (p.12). De instellingen voor "Automatische terugsteltijd" kunnen worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.44)
• Druk op [WIS]-toets ( ) om het kopieerproces te onderbreken.
• Open eerst de klep van de invoerrol en verwijder het origineel als u het moeilijk vindt om het origineel uit de origineelinvoerlade te verwijderen. Wanneer u het origineel verwijdert zonder de klep van de invoerrol te openen, kan het origineel bevuild raken.
2
Opmerking
Stel het aantal kopieën in.
4
Plaats geen originelen van verschillende formaten in de origineelinvoerlade. Dit kan leiden papierstoringen.
19
KOPIEERFUNCTIES
Automatisch papierkeuze
Wanneer de AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE-indicator ( ) brandt is de “automatische papierkeuzefunctie” geactiveerd. Deze functie selecteert automatisch papier met hetzelfde formaat als het origineel (A5, B5, B5R, A4, A4R, B4, A3 (5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2 x 13", 8-1/2" x 14" en 11" x 17")). papierkeuze" kan worden uitgezet in de gebruikersprogramma’s. (p.45)
• De papierformaten die kunnen worden geladen verschillen per land en regio.
• Wanneer er een zoominstelling wordt ingesteld nadat er een origineel is geplaatst, zal het papierformaat dat overeenkomt met de zoominstelling automatisch worden geselecteerd.
• "Automatische paperkeuze" wordt geannuleerd wanneer de automatische kopieerfactorselectie is geactiveerd (p.22) of wanneer er een papierlade wordt geselecteerd met de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ). De automatische papierkeuze wordt hervat wanneer de [WIS ALLES]-toets ( ) wordt ingedrukt of wanneer de "Automatische wisfunctie" wordt geactiveerd.
AUTO
"Automatische
Verwijderen van de origineelklep
Verwijder de origineelklep om kopieën te maken van grote originelen, zoals bijvoorbeeld kranten. Til de origineelklep recht omhoog zoals getoond op de afbeelding. Om de origineelklep weer te plaatsen doet u het tegenovergestelde. De SPF/RSPF kan niet worden verwijderd.
Het kopiëren van boeken of originelen met vouwen of kreukels
Druk tijdens het kopiëren op de origineelklep/SPF/RSPF zoals op de afbeelding. Wanneer de origineelklep/SPF/RSPF niet volledig gesloten is kunnen er schaduwen ontstaan op de kopie of kan de afdruk vaag zijn. Alvorens de originelen te plaatsen de vouwen of kreuken goed gladstrijken.
Originelen die kunnen worden gebruikt in de SPF/RSPF.
Originelen met de formaten A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17") en 56 g/m tot 24 lbs.) kunnen worden gebruikt. Er kunnen maximaal 40 pagina's in een keer worden geplaatst. Voor originelen van het formaat B4 (8-1/2" x 14") of groter (B4, A3 (8-1/2" x 14", 11" x 17")), kunnen er maximaal 30 pagina’s in één keer worden geplaatst.
Opmerking
• Verzeker u ervan dat er geen paperclips of nietjes in de originelen aanwezig zijn.
• Strijk gekreukte originelen glad voordat u deze in de origineelinvoerlade plaatst. Gekreukte originelen kunnen papierstoringen veroorzaken.
• Controleer nauwkeurig de positie van de marges wanneer u gebruikmaakt van de kantlijnverschuiving. (p.36)
2
tot 90 g/m2. (15 lbs.
Originelen die niet kunnen worden gebruikt in de SPF/RSPF
De onderstaande originelen kunnen niet worden gebruikt. Dit kan leiden tot papierstoringen, vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
• Projecties, blauwdrukpapier, ander transparant of doorschijnend papier en foto’s.
• Carbonpapier, thermisch kopieerpapier.
• Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of gescheurd.
• Gelijmde originelen, uitgesneden originelen.
• Originelen met ringbandgaten.
• Originelen die zijn afgedrukt met een inktlint (thermal transfer print), originelen op thermaal afdrukpapier.
20
Ononderbroken-invoerfunctie
Wanneer de "Ononderbroken-invoerfunctie" is geactiveerd in de gebruikersprogramma's (p.44), zal de SPF/RSPF-indicator gedurende ongeveer 5 seconden knipperen nadat de originelen zijn ingevoerd. Wanneer er op dat moment een nieuw origineel in de SPF/RSPF worden geplaatst, wordt het origineel automatisch ingevoerd en zal het kopiëren starten.
KOPIEERFUNCTIES
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN
Automatische belichtingsafstelling is vanaf het begin geactiveerd. Deze functie stelt automatisch het beeld van de kopie gelijk aan dat van het origineel. Volg de onderstaande stappen om zelf het belichtingsniveau te selecteren. (U kunt kiezen uit twee origineelsoorten en vijf belichtingsniveau’s voor elk origineeltype). Het belichtingsniveau in de automatische belichtingafstelling kan ook worden gewijzigd. (""DE AUTOMATISCHE BELICHTINGSFUNCTIE AANPASSEN"" (p.42))
Origineelltypen
AUTOMATISCHEAutomatische belichtingafstelling wordt geactiveerd en de belichting wordt automatisch
aangepast aan het origineel dat wordt gekopieerd. De belichting wordt verminderd voor gekleurde gebieden en achtergrondschaduwen.
HANDMAT ... De belichting wordt vermeerderd voor lichte gebieden en verminderd voor donkere gebieden
zodat tekst gemakkelijker te lezen is.
FOTO........... Halftinten in de foto worden helderder weergegeven.
Druk op de
1
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-toets ( / / ) om het origineeltype te
AUTO
selecteren.
Houd de HANDMAT-toets ingedrukt en wacht totdat de HANDMAT-indicator ( ) gaat branden om de belichting van de originele tekst handmatig aan te passen. Druk op FOTO-toets en wacht totdat de FOTO-indicator ( ) gaat branden om een foto te kopiëren.
Opmerking
AUTO
Houd de automatische-toets ingedrukt en wacht totdat de AUTOMATISCHE-indicator ( ) gaat branden om de automatische
AUTO
aanpassing te selecteren.
Druk op de [Licht]-toets ( ) of de
2
[Donker]-toets ( ) om de belichting aan te passen.
Druk op de [Donker]-toets ( )
AUTO
Opmerking
135
Belichtingswaarden richtlijnen
1 - 2 Donkere originelen zoals kranten 3 Normale originelen 4 - 5 Gekleurde tekst of tekst geschreven
met potlood
om de afbeelding donkerder te maken. Druk op de [Licht]-toets ( ) om de afbeelding lichter te maken. Wanneer de belichtingsniveau’s 2 of 4 worden geselecteerd, zullen de twee indicators gaan branden.
PAPIERLADEKEUZE
De automatische papierkeuzefunctie (p.20) werkt normaal (tenzij deze functie is gedeactiveerd) en wanneer het origineel dus op de origineelplaat is geplaatst en het origineelformaat is geselecteerd, of wanneer het origineel in de SPF/RSPF is geplaatst, zal de lade met hetzelfde formaat papier automatisch worden geselecteerd. Druk op de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om de gewenste papierlade te selecteren, wanneer u een andere papierlade wilt gebruiken dan de automatisch geselecteerde lade (bijvoorbeeld wanneer u de kopie wilt verkleinen of vergroten of de handinvoerlade wilt gebruiken).
2
Opmerking
Vervang het papier in de lade met het juiste papierformaat wanneer de gewenste PAPIERFORMAAT-indicator niet gaat branden.
• De automatische kopieerfactorkeuze (p.22) werkt niet wanneer de handinvoerlade of een papierlade voor een speciaal papierformaat is ingesteld.
Automatische papierlade-omschakeling
Wanneer het papier in de papierlade tijdens het kopiëren opraakt en er een andere papierlade met exact hetzelfde papierformaat en invoerrichting (horizontaal of verticaal) aanwezig is, wordt deze lade automatisch geselecteerd en kan het kopiëren doorgaan. "Automatische papierlade-omschakeling" kan worden uitgezet in de gebruikersprogramma's. (p.45)
21
KOPIEERFUNCTIES
AUTO
%
AANTAL KOPIEËN INSTELLEN
Druk op de cijfertoetsen om het aantal kopieën in te stellen.
Belangrijke opmerking bij het maken van grote aantallen kopieën
Het maximale aantal kopieën kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.46) Wanneer het maximum aantal pagina's in de papieruitvoerlade (ongeveer 250 pagina’s) is bereikt, zal het kopiëren tijdelijk stoppen. Verwijder
Het ingestelde aantal kopieën verschijnt in de display. U kunt maximaal 999 kopieën (fabrieksinstelling) instellen. Wanneer u een enkele kopie wilt maken is dit mogelijk
wanneer er een "0" op de display verschijnt.
de kopieën en druk op de toets [START] ( ) om het kopiëren te hervatten. Het kopiëren stopt ook na ongeveer 500 en 750 pagina's. Verwijder de kopieën en hervat het kopiëren op dezelfde manier.
Opmerking
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het verkeerde aantal hebt ingevoerd en voer vervolgens het juiste aantal in.
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
De zoomfunctie maakt het mogelijk de kopieerfactor te verkleinen of te vergroten van 25% tot 400% in stappen van 1%. Hieronder worden drie manieren beschreven om kopieën te vergroten en te verkleinen.
Verklein- en vergrootfactoren kunnen automatisch worden geselecteerd met de [AUTO IMAGE]-toets ( ).
"AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE" (onder)
Verklein- en vergrootfactoren kunnen handmatig worden geselecteerd met de [VASTE KOPIEERFACTOR]-toets. ( , ) en/of de [ZOOM]-toetsen ( , ).
"HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE" (p.23)
Voor de horizontale en verticale kopieerfactoren kunnen afzonderlijke instellingen worden geselecteerd.
"HET AFZONDERLIJK SELECTEREN VAN DE HORIZONTALE EN VERTICALE KOPIEERFACTOREN" (p.24)
De selectie van de kopieerfactoren variëren bij plaatsing van het origineel op origineelplaat of in de SPF/RSPF.
Positie van het origineel Mogelijke kopieerfactorkeuze
Origineelplaat 25% - 400%
SPF/RSPF 50% - 200%
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE
Plaats het origineel (of originelen) in de
1
origineelinvoerlade of op de origineelplaat.
Selecteer het origineelformaat
2
wanneer het origineel op de origineelplaat is geplaatst. (p.18)
Opmerking
Automatische factorkeuze kan worden gebruikt met de origineelformaten A5, B5, A4, A4R, B4, A3 (5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x 13", "8-1/2" x 14" of 11" x 17"). De papierformaten die kunnen worden geladen verschillen per land en regio. Voor andere formaten kan de automatische factorkeuze niet worden gebruikt.
22
Gebruik de [PAPIERLADEKEUZE]-toets
3
( ) om de papierlade met het gewenste papierformaat te selecteren.
Deze functie werkt niet wanneer u niet-standaard kopieerpapier of de handinvoerlade gebruikt.
KOPIEERFUNCTIES
Druk op de [AUTO IMAGE]-toets ( ).
4
AUTO
%
Stel het aantal kopieën en andere
5
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
Druk nogmaals op de [AUTO IMAGE]-toets ( ) om de automatische
AUTO
%
kopieerfactorkeuze te annuleren.
Opmerking
De AUTO IMAGE-indicator ( ) gaat branden en
AUTO
%
AUTO %
• Wijzig de richting van het geplaatste origineel wanneer de ORIGINEELFORMAAT-indicator knippert.
• Wanneer de kopie wordt gemaakt terwijl de VASTE KOPIEERFACTORKEUZE-indicator knippert, kan de gekopieerde afbeelding van de pagina aflopen.
de factor die overeenkomt met het origineel- en papierformaat wordt geselecteerd. (De indicator van de geselecteerde kopieerfactor gaat branden.)
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE
Kopieën kunnen worden verkleind tot 25% of vergroot tot 400%. U kunt de [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets ( , ) indrukken om snel een keuze te maken uit 8 vooringestelde factoren. Bovendien kunnen de [Zoom]-toetsen ( , ) worden ingedrukt om de kopieerfactor in stappen van 1% te selecteren.
2
Plaats het origineel in de handinvoerlade
1
of op de origineelplaat.
Selecteer het origineelformaat wanneer
2
het origineel op de origineelplaat is geplaatst. (p.18)
Gebruik de [VASTE
3
KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen ( ,
) en de [Zoom]-toetsen ( , ) om de
gewenste kopieerfactor te selecteren.
Een vaste kopieerfactor selecteren
Druk op de [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets ( ) om een bovenliggende vaste kopieerfactor te kiezen. Druk op de [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets ( ) om een onderliggende vaste kopieerfactor te kiezen.
de factor te vergroten of te verkleinen. Houd de [Zoom]-toetsen ( of ) ingedrukt om de zoomfactor snel te verhogen of te verkleinen. Wanneer een [Zoom]-toets ( or ) wordt ingedrukt, zal de ZOOM-indicator gaan branden en de zoomfactor gedurende twee seconden in de display verschijnen.
Opmerking
Houd de [Kopieerfactor display]-toets ( ) ingedrukt om een zoominstelling te controleren zonder de zoomfactor te wijzigen. Wanneer u de toets weer loslaat verschijnt het aantal kopieën weer op de display.
• Wanneer de kopie wordt gemaakt terwijl er een VASTE KOPIEERFACTORKEUZE-indicator of de ZOOM-indicator knippert, kan de gekopieerde afbeelding van de pagina afgelopen. Om er voor te zorgen dat de afbeelding past op de pagina, verlaagt u de kopieerfactor totdat de indicator stopt met knipperen en continu brandt. Wanneer de PAPIERFORMAAT-indicator niet
• brandt, is er geen geschikt papier aanwezig. Plaats geschikt papier in de papierlade (p.14).
Fijnafstelling van de kopieerfactor
Elke factor tussen 25 en 400% kan worden ingesteld (in stappen van 1%).
Druk op een [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets ( or ) om de factor bij benadering in te stellen en druk vervolgens op de [Zoom]-toetsen ( or ) om
Stel het aantal kopieën en andere
4
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
Druk op de [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets ( ) or ) totdat de 100% indicator gaan branden om terug te keren naar een kopieerfactor van 100%.
23
KOPIEERFUNCTIES
HET AFZONDERLIJK SELECTEREN VAN DE HORIZONTALE EN VERTICALE KOPIEERFACTOREN
(XY-ZOOM kopiëren)
Met de functie XY-ZOOM kunt u de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk wijzigen.
Voorbeeld:
Opmerking
De factoren die kunnen worden geselecteerd hangen af van de positie van het origineel.
1
Kopie uitsluitend verkleinen in de horizontale afdrukstand.
Orgineel Kopie
• Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met de functies "2-IN-1" of "4-IN-1". (p.34)
• Stel allereerst de BOEK KOPIEER-functie en daarna de XY-ZOOM-functie in om de XY-ZOOM-functie in combinatie met de BOEK KOPIEER-functie te gebruiken.
• De XY-ZOOM-functie kan niet worden gebruikt in combinatie met de AUTO IMAGE-functie.
Positie van het origineel
Origineelplaat 25% - 400%
SPF/RSPF 50% - 200%
Mogelijke
kopieerfactorkeuze
Plaats het origineel (of originelen) in de origineelinvoerlade of op de origineelplaat.
Gebruik de [VASTE
4
KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen ( , ) en de [Zoom]-toetsen ( , ) om kopieerfactor in de verticale
Selecteer het origineelformaat
2
afdrukstand te wijzigen. wanneer het origineel op de origineelplaat is geplaatst. (p.18)
25 400%
Druk op de [XY-ZOOM]-toets ( ).
3
De XY-ZOOM-indicator ( ) gaat branden. De huidige waarde voor de verticale afdrukstand verschijnt op de display.
Druk op een [VASTE KOPIEERFACTOR]­keuzetoets ( or ) om de factor bij benadering in te stellen en druk vervolgens op de [Zoom]-toetsen ( or ) om de factor te vergroten of te verkleinen. De kopieerfactor verschijnt in de display.
24
Druk op de
5
[Kopieerfactordisplay]-toets ( ).
De geselecteerde factor voor de verticale afdrukstand wordt ingevoerd.
Gebruik de [VASTE
6
KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen ( , ) en de [Zoom]-toetsen( , ) om kopieerfactor in de horizontale afdrukstand te wijzigen.
Druk op een [VASTE KOPIEERFACTOR]
-keuzetoets ( or ) om de factor bij benadering in te stellen en druk vervolgens op de [Zoom]-toetsen ( or ) om de factor te vergroten of te verkleinen. De kopieerfactor verschijnt in de display.
Druk op de
7
[Kopieerfactordisplay]-toets ( ).
De geselecteerde factor voor de verticale afdrukstand wordt ingevoerd en de display geeft het aantal kopieën weer.
KOPIEERFUNCTIES
2
Stel het aantal kopieën en andere
8
kopieerinstellingen in en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
• Houd de [Kopieerfactor display]-toets ( ) ingedrukt om de zoomfactoren te controleren. De verticale en horizontale factoren worden afwisselend getoond.
• Druk op de [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen ( , ) en de [Zoom]-toetsen ( om de factoren terug te zetten op de beginstand en opnieuw in te stellen, beginnend met de verticale afdrukstand. (stap 4)
• Druk op de [XY-ZOOM]-toets ( ) om de XY-ZOOM-kopie te annuleren. Als de XY-ZOOM indicator ( ) uitgaat is de functie geannuleerd.
, )
25
DUBBELZIJDIG KOPIEREN MET HANDINVOERLADE
Volg de onderstaande stappen om handmatig dubbelzijdige kopieën te maken.
Voorbeeld: Het kopiëren van originelen A en B op elke zijde van één vel papier
Kopieer origineel A.
1
1
Kopie van origineel A
1
Kopie van origineel A
1
Origineel A
1
Origineel A
12
Origineel A
Origineel B
1
Kopie
Draai origineel A om en, zonder de
3
positie van de rand die naar u is gericht te wijzigen, plaatst u deze in de handinvoerlade.
Plaats het papier volledig in de handinvoerlade.
1
Origineel B
1
Origineel B
2
2
1
Kopie van origineel A
1
Kopie van origineel A
Plaats origineel B zoals hieronder
2
afgebeeld.
Origineel in verticale afdrukstand:
Plaats het origineel in
2
Origineel B
2
Origineel B
dezelfde richting als origineel A wanneer het origineel een verticale afdrukstand heeft.
Origineel in horizontale afdrukstand:
Plaats het origineel met de boven- en onderzijde en rechter- en linkerzijde in de tegenovergestelde richting van origineel A.
Opmerking
Selecteer de handinvoerlade met de
4
• Kopieën op de achterzijde van het papier moeten altijd één voor één worden gemaakt met behulp van de handinvoerlade.
• Strijk gekreukte of golvende vellen papier glad voordat u deze gebruikt. Gekruld papier kan papierstoringen, vouwen of afbeeldingen van slechte kwaliteit veroorzaken.
[PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
26
Loading...
+ 64 hidden pages