GEBRUIKSAANWIJZING (voor printer en scanner)
DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM
|
Pagina |
• INLEIDING ............................. |
1 |
• INHOUD ................................. |
2 |
• AFDRUKKEN......................... |
3 |
• PRINTER DELEN................. |
11 |
• SCANNEN............................ |
15 |
• PROGRAMMA'S VOOR DE |
|
HOOFDOPERATOR ............ |
26 |
• PROBLEMEN OPLOSSEN.... |
28 |
• TECHNISCHE GEGEVENS .... |
32 |
Deze handleiding beschrijft de printeren scannerfuncties van het digitaal multifunctioneel systeem.
Opmerking
•Voor informatie over het laden van papier, vervangen van tonercartridges, oplossen van papierstoringen, gebruiken van randapparatuur en andere kopieerfuncties, verwijzen we u naar de "Gebruiksaanwijzing (voor akgemene informatie en kopieermachine)" die bij het apparaat is geleverd.
•Voor informatie over het installeren van de stuurprogramma's en software die in deze handleiding wordt genoemd, verwijzen we u naar de afzonderlijke "Software-installatiegids".
•Zie voor informatie betreffende het besturingssysteem, de handleiding van uw besturingssysteem of de on-line Helpfunctie.
•De schermafdrukken en procedures die in deze handleiding voorkomen zijn hoofdzakelijk bedoeld voor Windows XP. De schermafdrukken in andere versies van Windows kunnen afwijken van die in uw handleiding.
•In deze handleiding verwijst "RSPF" naar de Zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer en "SPF" naar de Eenmalig doorvoerende origineelinvoer.
Tenzij uitdrukkelijk vermeld, verwijst "SPF" zowel naar de RSPF als de SPF.
•Waar "AR-XXXX" verschijnt in deze handleiding, vervang "XXXX" door de naam van uw model.
•In sommige regio's is het "Handboek voor de hoofdoperator" dat wordt genoemd in deze gids een losse handleiding, terwijl het handboek in andere regio's deel uitmaakt van de "Gebruiksaanwijzing (voor akgemene informatie en kopieermachine)".
•Het in de handleiding genoemde "Tweevoudige functieboard" is op sommige modellen als optie geïnstalleerd en op andere modellen standaard voorgeïnstalleerd. Zie voor meer informatie "3. RANDAPPARATUUR EN SUPPLIES" in de "Gebruiksaanwijzing (voor akgemene informatie en kopieermachine)".
Handelsmerkinformatie
•Sharpdesk is een handelsmerk van Sharp Corporation.
•Microsoft®, Windows®, Windows® 95, Windows® 98, Windows® Me, Windows NT® 4.0, Windows® 2000, Windows® XP en Internet Explorer® zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
•IBM, PC/AT en PowerPC zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
•Acrobat® Reader Copyright © 1987-2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe, het Adobe logo, Acrobat en het Acrobat-logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
•Alle andere handelsmerken en auteursrechten behoren toe aan hun desbetreffende eigenaren.
De schermafbeeldingen, berichten en toetsbenamingen uit deze handleiding kunnen afwijken van die van het apparaat vanwege productverbeteringenen aanpassingen.
1
INLEIDING ................................................................................................................................................. |
1 |
1 |
AFDRUKKEN |
|
STANDAARD AFDRUKKEN ............................. |
3 |
|
● ALS DE PAPIERLADE OPRAAKT TIJDENS |
|
|
|
HET AFDRUKKEN............................................ |
4 |
● EEN AFDRUKTAAK ONDERBREKEN............. |
4 |
|
● ALS "PAPIERINVOERBRON" STAAT |
|
|
|
INGESTELD OP [AUTOMATISHE KEUZE] ......... |
4 |
●WAARIN [HANDINVOER] VERSCHILT VAN [BYPASS HANDMATIG] BIJ HET INSTELLEN
VAN DE "PAPIERINVOERBRON" ...................... |
4 |
HET PRINTERDRIVER-PROGRAMMA |
|
OPENEN MET DE [START] KNOP ................... |
5 |
INSTELLINGEN PRINTERDRIVER................... |
6 |
● DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN (ALLEEN VOOR |
|
MODELLEN DIE DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN |
|
ONDERSTEUNEN)........................................... |
7 |
● MEERDERE PAGINA'S OP EEN PAGINA |
|
AFDRUKKEN.................................................... |
7 |
● DE AFDRUK AANPASSEN AAN HET PAPIER ....... |
8 |
● HET AFDRUKBEELD 180 GRADEN DRAAIEN ...... |
9 |
● EEN WATERMERK AFDRUKKEN ................... |
9 |
OVERZICHT VAN HET VENSTER |
|
AFDRUKSTATUS ............................................ |
10 |
3 SCANNEN |
|
SCANOVERZICHT .......................................... |
15 |
SCANNEN VANUIT EEN |
|
TWAIN-COMPATIBELE TOEPASSING.......... |
16 |
●INSTELLINGEN SCANNERSTUURPROGRAMMA ................. 18
SCANNEN VANUIT EEN WIA-COMPATIBELE |
||
TOEPASSING (WINDOWS XP) ...................... |
20 |
|
SCANNEN VIA DE "WIZARD SCANNER EN |
|
|
CAMERA" (WINDOWS XP)............................. |
21 |
|
SCANNEN VIA DE TOETSEN OP HET |
|
|
APPARAAT ..................................................... |
23 |
|
BUTTON MANAGER....................................... |
24 |
|
● INSTELLINGEN BUTTON MANAGER .......... |
25 |
|
4 |
PROGRAMMA'S VOOR DE HOOFDOPERATOR |
|
LIJST HOOFDOPERATORPROGRAMMA'S ..... |
26 |
|
WERKEN MET DE |
|
|
HOOFDOPERATORPROGRAMMA'S ............ |
27 |
2 PRINTER DELEN |
|
PRINTER DELEN MET BEHULP VAN |
|
WINDOWS NETWORKING ............................. |
11 |
● INSTELLINGEN GEDEELDE PRINTER......... |
12 |
● INSTELLINGEN CLIENT ................................ |
13 |
5 |
PROBLEMEN OPLOSSEN |
|
PROBLEMEN OPLOSSEN ............................. |
28 |
|
● AFDRUKPROBLEMEN.................................. |
28 |
|
● SCANPROBLEMEN ...................................... |
30 |
|
6 |
TECHNISCHE GEGEVENS |
|
2
In dit hoofdstuk wordt de standaard procedure voor het afdrukken uitgelegd en het selecteren van instellingen van de printerdriver voor verschillende doeleinden.
• |
De mogelijke papiersoorten en de procedures om papier bij te vullen zijn hetzelfde als bij het kopiëren. Zie de |
Opmerking |
"Gebruiksaanwijzing (voor akgemene informatie en kopieermachine)". |
Indien de tweevoudige functieboard is geïnstalleerd
•Voordat u het apparaat in USB 2.0 hi-speedfunctie gebruikt, lees "USB2.0-MODUS" en "Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie)" in het "Handboek voor de hoofoperator".
In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt printen vanuit WordPad.
Kijk voordat u gaat printen of het voor uw document juiste formaat papier in het apparaat is geladen.
1 Kijk of het ON LINE-indicatielampje op het bedieningspaneel brandt.
Brandt het ON LINE-indicatielampje niet, schakel de printerfunctie dan in door op de toets [PRINT] te drukken en druk vervolgens op de toets [ ] om "Online" te selecteren.
KOPIEËN
Gereed v. printen
ON LINE DATA
|
Online |
SCANNEN |
Offline |
|
De status van de printerfunctie wordt aangegeven door de indicatielampjes ON LINE en DATA boven de toets [PRINT].
|
ON LINE-indicatie |
DATA-indicatie |
|
|
|
|
|
|
Het apparaat is |
Het geheugen bevat |
|
Brandt |
online. |
te printen gegevens |
|
Afdrukken is |
die nog niet zijn |
||
|
|||
|
mogelijk. |
afgedrukt. |
|
|
|
|
|
|
Er wordt een |
Er wordt geprint of |
|
|
er worden |
||
Knippert |
afdruktaak |
||
gegevens |
|||
|
geannuleerd. |
||
|
ontvangen. |
||
|
|
||
|
|
|
|
|
Het apparaat is |
Het geheugen |
|
Uit |
offline. |
bevat of ontvangt |
|
Afdrukken is niet |
geen te printen |
||
|
|||
|
mogelijk. |
gegevens. |
|
|
|
|
2 Start WordPad en open het document dat u wilt afdrukken.
3 Kies [Afdrukken] in het menu [Bestand] van de toepassing.
Het dialoogvenster "Afdrukken" verschijnt.
4 Kijk of de "SHARP AR-XXXX" wel is geselecteerd als printer. Klik op de knop [Voorkeursinstellingen] als u afdrukinstellingen wilt wijzigen (in
Windows 95/98/Me/NT 4.0 is dat de knop [Eigenschappen]).
Het instelscherm voor de printerdriver verschijnt nu.
In Windows 2000 zult u de knop [Voorkeursinstellingen] niet zien in dit dialoogvenster. Selecteer de gewenste instellingen op elk van de tabbladen in het instelscherm.
INSTELLINGEN PRINTERDRIVER (pagina 6), DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN (ALLEEN VOOR MODELLEN DIE DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN ONDERSTEUNEN) (pagina 7),
MEERDERE PAGINA'S OP EEN PAGINA AFDRUKKEN (pagina 7),
DE AFDRUK AANPASSEN AAN HET PAPIER (pagina 8),
HET AFDRUKBEELD 180 GRADEN DRAAIEN (pagina 9),
EEN WATERMERK AFDRUKKEN (pagina 9)
3
AFDRUKKEN
|
|
|
|
|
5 |
Klik op de knop [Afdrukken] ([OK] |
|
Opmerking |
Indien de taakscheidingslade is |
|
geïnstalleerd |
|||
|
knop in Windows 95/98/Me/NT 4.0). |
|
|
|
|
|
|
U kunt de uitvoerlade kiezen wanneer u |
|
|
Het printen begint. Wanneer het printen begint, |
|
|
|
|
|
|
gaat printen en de afdrukinstellingen |
|
|
opent het Afdrukstatusvenster automatisch. |
|
|
|
|
|
|
selecteert. U kunt een andere lade kiezen |
|
|
OVERZICHT VAN HET VENSTER |
|
|
door de gewenste lade te selecteren in |
|
AFDRUKSTATUS (pagina 10) |
|
|
"Uitvoer" op het tabblad [Papier] van het |
|
De afdrukopdracht wordt naar de uitvoerlade |
|
|
instelscherm van de printerdriver. |
|
gestuurd met het papier op een iets andere |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
positie dan bij de vorige opdracht (offset-functie). |
|
|
|
Vul papier bij in de lege lade of in de handinvoerlade. Als u papier bijvult in de handinvoerlade, druk dan op de toets [PRINT] op het apparaat om de printerfunctie te activeren en selecteer "Handinvoer". Het printen wordt vervolgd. Houd er rekening mee dat indien de instelling "LADE AUTOMATISCH OMSCHAKELEN" is geselecteerd bij "INGEST PAP FORM" (te openen door op de toets [SPECIALE FUNCTIE] te drukken) en er in een andere lade papier van hetzelfde formaat ligt, het apparaat automatisch overschakelt naar de andere lade en doorgaat met afdrukken.
U onderbreekt een afdruktaak door op de toets [PRINT] op het apparaat te drukken om de printerfunctie te activeren en vervolgens "Offline" te selecteren met de toets [ ]. Het apparaat onderbreekt de afdruktaak en gaat offline.
•U annuleert een afdruktaak door op de [C] toets ( ) te drukken.
•U vervolgt het printen door met de [] toets "ONLINE" te selecteren.
Als "Papierinvoerbron" is ingesteld op [Automatishe keuze] in het tabblad [Papier] van het instelscherm van de printerdriver en er geen papier van het juiste papierformaat is geladen in het apparaat, dan hangt de afdrukprocedure af van de instelling "PRINTUITVOER FORCEREN" (pagina 26) in de programma's voor de hoofdoperator.
Wanneer "PRINTUITVOER FORCEREN" is uitgeschakeld
Vul papier bij in de handinvoerlade, druk op de toets [PRINT] op het apparaat om de printerfunctie te activeren en selecteer "Handinvoer". Het printen wordt vervolgd.
Wanneer "PRINTUITVOER FORCEREN" is ingeschakeld
Het papier dat het formaat het beste benadert, in een andere lade dan de handinvoerlade, wordt voor het printen gebruikt.
Indien de tweevoudige functieboard is geïnstalleerd
Opmerking |
• |
Als de oriëntatie van het papier afwijkt van het afdrukbeeld, wordt de afdruk automatisch 90 graden gedraaid |
|
||
|
|
en aangepast aan het papier. (Behalve bij de handinvoerlade.) |
|
Indien de tweevoudige functieboard niet is geïnstalleerd |
|
|
• |
Verzeker u ervan dat u het papierformaat instelt voor iedere lade bij "Ladestatus instellen" op het tabblad |
|
|
"Configuratie" van het instelscherm van de printerdriver. (Zie "PRINTERSTUURPROGRAMMA |
|
|
CONFIGUREREN" in "3. PROBLEMEN OPLOSSEN EN NUTTIGE INFORMATIE" in de |
|
|
"Software-installatiegids". |
Zorg er bij het afdrukken voor dat u een lade niet instelt op "Automatishe keuze" bij "Papierinvoerbron" op het tabblad "Papier" van het instelscherm van de printerdriver.
U kunt kiezen uit twee handinvoerwijzen bij "Papierinvoerbron" op het tabblad [Papier] van het instelscherm van de printerdriver:
•Indien [Handinvoer] is geselecteerd, wordt automatisch geprint op papier in de handinvoerlade.
•Indien [Bypass Handmatig] is geselecteerd, wordt de afdruktaak pas uitgevoerd wanneer er papier wordt ingebracht in de handinvoerlade. Zit er al papier in de handinvoerlade, verwijder dit dan en voer het opnieuw in om het printen te starten.
4
Volg onderstaande stappen om de instellingen voor de printerdriver te wijzigen. Instellingen die aldus zijn aangepast, gelden als de standaardinstellingen wanneer u vanuit een toepassing print. (Als u de instellingen in het instelscherm voor de printerdriver wijzigt wanneer u gaat printen, worden de standaardinstellingen weer van kracht wanneer u de toepassing verlaat.)
Windows 2000/XP
1 Klik op [start] en kies vervolgens [Configuratiescherm].
Klik in Windows 2000 op de toets [Start] en selecteer vervolgens [Instellingen].
2 Klik [Printers en andere hardware] en dan [Printers en faxapparaten].
Klik in Windows 2000 op [Printers].
3 Klik op het pictogram van de [SHARP AR-XXXX] printerdriver en selecteer [Eigenschappen] in het menu [Bestand].
4 Klik op de toets [Voorkeursinstellingen] in het tabblad [Algemeen].
Het instelscherm voor de printerdriver verschijnt nu.
INSTELLINGEN PRINTERDRIVER (pagina 6)
Windows 95/98/Me/NT 4.0
1 Klik op de toets [Start], selecteer [Instellingen] en klik vervolgens op 1 [Printers].
2 Klik op het pictogram van de [SHARP AR-XXXX] printerdriver en selecteer [Eigenschappen] in het menu [Bestand].
Opmerking |
Open in Windows NT 4.0 het instelscherm |
printerdriver door [Standinstellingen voor |
|
|
document] te selecteren. |
3 Klik in Windows 95/98/Me op het tabblad [Instellen].
Het instelscherm voor de printerdriver verschijnt nu.
INSTELLINGEN PRINTERDRIVER (pagina 6)
5
U kunt Help voor een instelling bekijken door op de toets in de rechterbovenhoek van het venster en vervolgens op de instelling te klikken.
Er bestaan enkele beperkingen voor de combinaties van instellingen die u kunt selecteren in het instelscherm printerdriver. Wanneer een beperking van kracht is, verschijnt er een informatie-pictogram ( ) naast de instelling. Klik op het pictogram als u uitleg over de beperking wilt bekijken.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
(1)Tabblad
De instellingen staan gegroepeerd op tabbladen. U kunt een tabblad naar voren brengen door erop te klikken.
(2)Selectievakje
Klik op een selectievakje als u een functie wilt activeren of deactiveren.
(3)Afdrukbeeld
Dit laat het effect van de geselecteerde afdrukinstellingen zien.
(4)Vervolgkeuzelijst
Hiermee kunt u een keuze maken uit een lijst van mogelijkheden.
(5)Keuzerondje
Hiermee kunt u één item selecteren uit een lijst van opties.
(6)Weergave papierladen
De lade die in "Papierinvoerbron" op het tabblad [Papier] is aangevinkt, verschijnt in het blauw. U kunt ook een lade selecteren door erop te klikken.
(7)[OK] knop
Klik op deze knop als u uw instellingen wilt opslaan en het dialoogvenster wilt verlaten.
(8)[Annuleren] knop
Klik op deze knop als u het dialoogvenster wilt verlaten zonder wijzigingen aan te brengen in de instellingen.
(9)[Toepassen] knop
Klik hierop om uw instellingen op te slaan zonder het dialoogvenster te sluiten.
• Windows NT 4.0 heeft geen knop Opmerking [Toepassen].
•De knop [Toepassen] verschijnt niet wanneer u dit venster opent vanuit een toepassing.
(10)[Help] knop
Klik op deze knop als u het Help-bestand voor de printerdriver wilt weergeven.
De instellingen en de afbeelding van het apparaat kunnen per model verschillen. Als er een lade of
Opmerking taakscheidingslade is geïnstalleerd, raadpleeg dan "PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN" in "3. PROBLEMEN OPLOSSEN EN NUTTIGE INFORMATIE" in de "Software-installatiegids" om de instellingen voor de betreffende optie te configureren.
6
AFDRUKKEN
Op modellen die beschikken over de functie voor dubbelzijdig afdrukken is het mogelijk om op beide zijden van het papier te printen.
U kunt deze functie gebruiken door het instelscherm van de printerdriver te openen en [Dubbelzijdig (Boek)] te selecteren of [Dubbelzijdig (Schrijfblok)] te selecteren bij "Documenttype" op het tabblad [Algemeen].
Zie "STANDAARD AFDRUKKEN" (pagina 3) voor het openen van de printerdriver.
• |
U kunt de volgende papierformaten gebruiken voor dubbelzijdig printen: A3, A4, A5, B4, B5, Ledger, Letter, |
1 |
Opmerking |
Legal en Foolscap. |
|
• |
Bij dubbelzijdig printen kan geen gebruik worden gemaakt van de handinvoerlade. |
Het volgende voorbeeld toont het resultaat wanneer u data staand print op beide zijden van het papier.
Afdrukresultaat
Afdrukgegevens
|
|
|
|
|
|
|
Dubbelzijdig (Boek) |
Dubbelzijdig (Schrijfblok) |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De pagina's worden zo afgedrukt dat er aan de rand ruimte is voor het inbinden.
De pagina's worden zo afgedrukt dat er bovenaan ruimte is voor het inbinden.
Met deze functie kunt u een document verkleinen en twee of vier pagina's op één vel papier afdrukken.
Om deze functie te gebruiken, gaat u naar het instelscherm van de printerdriver en kiest u [2 pagina's op 1 vel] of [4 pagina's op 1 vel] voor "X pagina's-op-1vel afdr" op het tabblad [Algemeen].
Zie "STANDAARD AFDRUKKEN" (pagina 3) voor het openen van de printerdriver.
De instelling "X pagina's-op-1vel afdr" is niet beschikbaar wanneer [Aanpassen pagina] is geselecteerd.
Opmerking |
DE AFDRUK AANPASSEN AAN HET PAPIER (pagina 8) |
|
|
|
|
|
|
|
X pagina's |
Rand |
Rand |
[2 pagina's op 1 vel]
[4 pagina's op 1 vel]
Als u het selectievakje [Rand] aanvinkt, worden er rond iedere pagina randen geprint.
7
AFDRUKKEN
De printerdriver kan het formaat van de te printen afbeelding aanpassen aan het formaat van het papier dat in het apparaat is geladen.
Volg voor het gebruik van deze functie stapsgewijs onderstaande instructies. Bij onderstaande uitleg wordt ervan uitgegaan dat u een document van het formaat A3 of ledger wilt afdrukken op papier van het formaat A4 of letter. Zie "STANDAARD AFDRUKKEN" (pagina 3) voor het openen van de printerdriver.
De instelling "Aanpassen aan pagina" is niet beschikbaar wanneer "X pagina's-op-1vel afdr" is geselecteerd.
Opmerking |
MEERDERE PAGINA'S OP EEN PAGINA AFDRUKKEN (pagina 7) |
|
1 Klik op het tabblad [Papier] in het instelscherm van de printerdriver.
2 Selecteer het oorspronkelijke formaat van de te printen afbeelding (A3 of Ledger) bij "Papierformaat".
3 Vink het selectievakje [Aanpassen pagina] aan.
4 Selecteer bij "Aanpassen aan pagina" het formaat papier (A4 of Letter) waarmee het apparaat is gevuld.
Het formaat van de te printen afbeelding wordt automatisch aangepast aan het papier dat in de papiercassettes is geladen.
Papierformaat: A3 of Ledger
Aanpassen aan pagina: A4 of Letter
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Document van A3of |
|
|
A4of |
||||||||
|
Ledger-formaat |
Letter-papierformaat |
|||||||||
|
(Papierformaat) |
(Aanpassen aan |
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
pagina) |
8
AFDRUKKEN
U kunt het afdrukbeeld 180 graden draaien.
Deze functie keert het afdrukbeeld 180 graden om, zodat u correct kunt printen op papier dat maar in één richting geladen kan worden.
Selecteer voor deze functie de beeldafstelling "Afdrukstand" op het tabblad [Papier] en vink dan het selectievakje [180 graden draaien] aan.
Zie "STANDAARD AFDRUKKEN" (pagina 3) voor het openen van de printerdriver.
Afdrukresultaat |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Liggend |
Liggend |
|
|
|
1 |
||||
180 graden draaien |
180 graden draaien |
|
||
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ABCD
ABCD
De procedure voor het laden van papier wordt uitgelegd in de "Gebruiksaanwijzing (voor akgemene informatie
Opmerking |
en kopieermachine)". |
|
U kunt op uw document een watermerk printen, bijvoorbeeld "VERTROUWELIJK". Wilt u een watermerk printen, open dan het instelscherm van de printerdriver, klik op het tabblad [Watermerken] en volg onderstaande stappen. Zie "STANDAARD AFDRUKKEN" (pagina 3) voor het openen van de printerdriver.
Afdrukken van watermerken
Kies in de "Watermerk" vervolgkeuzelijst het watermerk dat u wenst af te drukken (bijvoorbeeld "VERTROUWELIJK") en start met afdrukken.
Afdrukvoorbeeld
VERTROUWELIJK
U kunt tekst intypen en zo uw eigen watermerk creëren. Kijk in Help voor de printerdriver voor nadere bijzonderheden over watermerk-instellingen.
INSTELLINGEN PRINTERDRIVER (pagina 6)
9
Wanneer het printen begint, opent het Afdrukstatusvenster automatisch.
Afdrukstatus is een hulpprogramma dat de status van het apparaat weergeeft en de naam toont van het document dat wordt afgedrukt en mogelijke foutmeldingen.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(1)Statusvenster
Biedt informatie over de huidige status van de printer.
(2)Statuspictogrammen
Het statuspictogram verschijnt om u attent te maken op eventuele printerfouten. Bij een normale afdrukprocedure verschijnt er niets.
De pictogrammen worden hieronder beschreven. Volg de instructies in het statusvenster om het probleem op te lossen.
Pictogram Afdrukstatus
Er is een fout opgetreden die u onmiddellijk dient te verhelpen.
Er is een fout opgetreden die u spoedig dient te verhelpen.
(3)Tabblad
Klik op een tabblad om het naar voren te brengen. Op het tabblad [Opties] kunt u de opties voor het venster Afdrukstatus selecteren.
(4)Naam van het Document
Toont de naam van het document dat wordt afgedrukt.
(5)[Opdracht annuleren] knop
De afdrukopdracht kan met deze knop geannuleerd worden voordat de opdracht wordt verzonden naar het apparaat.
(6)[Help] knop
Klik op deze knop om het helpbestand voor de Afdrukstatus te bekijken.
(7)[Sluiten] knop
Klik op deze knop om de Afdrukstatus af te sluiten.
10