Sharp AR-C330 User Manual [nl]

MODEL
AR-C330
Maak u vertrouwd met dit handboek om optimaal van het product te kunnen profiteren.
Lees de eisen voor de installatie en de waarschuwingen voor u dit product installeert.
Houd alle gebruiksaanwijzingen incl. deze gebruiksaanwijzing, de "Gebruiksaanwijzing" en gebruiksaanwijzingen voor de geïnstalleerde optionele apparatuur binnen handbereik.
Bij de modellen voor sommige landen zijn de posities van de netschakelaar (POWER) aangegeven met I en in plaats van ON en OFF. Het symbool bij de netschakelaar betekent dat het kopieerapparaat standby staat en niet volledig van het lichtnet is losgekoppeld. Indien de netschakelaar van deze opschriften is voorzien, dient u “I” voor ON en voor OFF te lezen.
LET OP: Trek de stekker uit het stopcontact om het kopieerapparaat volledig van het lichtnet los te koppelen.
Let op!
Het stopcontact moet zich dicht bij het kopieerapparaat bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn.
Waarschuwing:
Dit is een product van de A-klasse. In een huiselijke omgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. In dit geval moet de gebruiker eventueel overeenkomstige maatregelen treffen.
OPMERKINGEN
Er werd bijzonder zorgvuldig te werk gegaan bij het samenstellen van deze gebruiksaanwijzing. Indien u opmerkingen of zorgen heeft over de gebruiksaanwijzing, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling. Dit product was onderhevig aan een strenge kwaliteitscontrole en inspectieprocedures. Wanneer er niettemin een defect of een ander probleem wordt ontdekt, neem dan contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling. Naast de wettelijk geregelde gevallen is SHARP niet aansprakelijk voor storingen tijdens het gebruik van het product of de optionele producten, noch voor fouten die voortvloeien uit de verkeerde bediening van het product en de opties, noch voor andere fouten, of schade die optreedt als gevolg van het gebruik van dit product.
De in de gebruiksaanwijzing weergegeven schermen, berichten en toetsnamen kunnen verschillen van de werkelijke weergave van de schermen op de machine als gevolg van productverbetering en wijzigingen.
Garantie
Hoewel alles in het werk is gesteld om dit document zo nauwkeurig en nuttig mogelijk te maken, geeft SHARP Corporation geen enkele garantie ten aanzien van de inhoud. Alle informatie in dit document kan worden gewijzigd zonder kennisgeving. SHARP is niet verantwoordelijk voor enig verlies of schade, direct of indirect, voortvloeiende uit of gerelateerd aan het gebruik van deze handleiding.
© Copyright SHARP Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden. Het reproduceren, wijzigen of vertalen van dit document is verboden zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming, uitgezonderd zoals toegestaan door de wetten ten aanzien van het auteursrecht.
Erkenning van handelsmerken
Microsoft®, Windows®, Windows® 95, Windows® 98, Windows® Me, Windows NT® 4.0, Windows® 2000, Windows® XP en Internet Explorer® zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. IBM, PC/AT en PowerPC zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation. Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation. PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company. Photoshop® is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Acrobat® Reader Copyright© 1987-2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe, het Adobe logo, Acrobat en het Acrobat logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. NetWare is een gedeponeerd handelsmerk van Novell, Inc. Alle andere productnamen en auteursrechten zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren.
VOORBEELDEN VAN KLEURENKOPIEËN
Op de volgende bladzijden staan voorbeelden van de diverse kleurenkopieerfuncties beschreven in deze gebruiksaanwijzing. De voorbeelden zijn bedoeld om een indruk te geven van het brede scala aan mogelijkheden en toepassingen van het Sharp AR-C330 digitaal kleurenkopieerapparaat.
Merk op dat de voorbeelden op bladzijden 1 t/m 8 geen kopieën zijn die daadwerkelijk door het AR-C330 kopieerapparaat zijn gemaakt. De afgebeelde kleuren kunnen verschillen van die van werkelijke kopieën.
Kleurenkopiëren met speciale functies
1. Enkele kleur-kopiëren (zie blz. 3-26)
De ENKELE KLEUR-functie wordt gebruikt om kopieën te maken met behulp van een enkele gekozen kleur.
Rood
Paars
Origineel
Groen
Oranje
Blauw
Bruin
1
2. Neg./pos. omkering (zie blz. 3-28)
De NEG./POS. OMKERING-functie wordt gebruikt om een kleurenorigineel om te zetten in zijn complementaire kleuren. Wanneer deze functie wordt gekozen in de zwart-witfunctie, zullen de zwarte en witte delen van het origineel worden omgekeerd.
Origineel
Kleurenkopie
Zwart-witkopie
3. Fotoherhaling (zie blz. 3-32)
De FOTOHERHALING-functie wordt gebruikt om meerdere kopieën te maken van een foto op een enkel vel kopieerpapier.
Kopie (A4-formaat)
Origineel
(90mm x 130mm)
Origineel (100mm x 150mm)
Kopie (A3-formaat)
2
4. Multi-vel vergroting (zie blz. 3-36)
Deze functie wordt gebruikt om een origineelbeeld te vergroten tot een formaat groter dan A3-formaat en om delen van het origineelbeeld te kopiëren op meerdere vellen kopieerpapier.
Kopieën (2 vellen van A3-formaat)
Origineel (A4-formaat)
Origineel (A3-formaat)
Kopieën (4 vellen van A3-formaat)
3
Instellingen voor kleurenkopiëren
K
E
Y
O
P
E
R
A
T
O
R
C
O
D
E
N
U
M
B
E
R
A
k
e
y
o
p
e
r
a
t
o
r
c
o
d
e
n
u
m
b
e
r
m
u
s
t
b
e
r
e
g
i
s
t
e
r
e
d
b
e
f
o
r
e
a
k
e
y
o
p
e
r
a
t
o
r
p
r
o
g
r
a
m
c
a
n
b
e
u
s
e
d
.
T
h
e
k
e
y
o
p
e
r
a
t
o
r
m
u
s
t
r
e
m
e
m
b
e
r
t
h
i
s
n
u
m
b
e
r
.
O
n
l
y
t
h
i
s
r
e
g
i
s
t
e
r
e
d
n
u
m
b
e
r
w
i
l
l
a
l
l
o
w
a
c
c
e
s
s
t
o
t
h
e
k
e
y
o
p
e
r
a
t
o
r
p
r
o
g
r
a
m
s
.
R
e
g
i
s
t
e
r
i
n
g
t
h
e
k
e
y
o
p
e
r
a
t
o
r
c
o
d
e
n
u
m
b
e
r
1
P
r
e
s
s
t
h
e
C
U
S
T
O
M
S
E
T
T
I
N
G
S
k
e
y
.
P
h
o
t
o
1. Afstellen van de belichting (zie blz. 2-16)
De belichtingsfunctie moet worden gekozen aan de hand van het soort originelen dat wordt gekopieerd: TEKST/ AFGED.FOTO, TEKST/FOTO, TEKST,FOTO, AFGEDRUKTE FOTO of MAP. Daarnaast kan KLEUR VERBETERING worden ingesteld.
Tekst/afged.foto-belichtingsfunctie, Tekst/foto-belichtingsfunctie:
Deze belichtingsfuncties bieden het beste resultaat bij het kopiëren van originelen waarop tekst, afgedrukte foto’s en fotos staan.
Tekst-belichtingsfunctie:
Deze belichtingsfunctie is handig voor het donkerder maken van zeer lichte delen van een origineel, of het lichter maken van zeer donkere achtergronden van een origineel.
KEY OPERATOR CODE NUMBER
A key operator code number must be registered
before a key operator program can be used. The key operator must remember this number. Only
this registered number will allow access to the key operator programs.
Registering the key operator code number.
1 Press the CUSTOM SETTINGS key.
Foto-belichtingsfunctie: Afgedrukte-foto-belichtingsfunctie:
Deze belichtingsfunctie biedt het beste resultaat bij het kopiëren van foto’s met fijne details.
Deze belichtingsfunctie is handig voor het kopiëren van reeds afgedrukte foto’s.
Kleur verbetering:
Deze belichtingsfunctie wordt gebruikt om een vierkleurenbeeld levendiger te maken.
Origineel Kopie
4
2. RGB instelling (zie blz. 3-16)
De RGB-instelling wordt gebruikt om de algehele hoeveelheid van een enkele primaire kleur te verhogen of te verlagen. De mate van verandering verschilt afhankelijk van de eigenschappen van het origineel dat wordt gekopieerd. Over het algemeen worden lichter getinte delen van het origineel sterker beïnvloed dan donkerder getinte delen.
Origineel
Rood +
Rood -
Groen +
Groen -
Blauw +
Blauw -
5
3. Scherpte (zie blz. 3-18)
Deze functie wordt gebruikt om de beeldcontouren harder of zachter te maken.
Origineel
Zachter
Harder
4. Achtergrond-onderdrukking (zie blz. 3-20)
Dit kopieerapparaat is in staat ongewenste achtergrondkleuren in het origineelbeeld te onderdrukken tijdens het kopiëren. Deze functie wordt gebruikt om de donkerheidsgraad van achtergrondkleuren die moeten worden uitgewist in te stellen.
Origineel Kopie
6
5. Kleurbalans instellen (zie bladzijde 3-22)
Door middel van de kleurbalansinstelling bent u in staat de sterkte van de kleuren in te stellen. Voorbeelden van aangepaste kleuren zijn hieronder afgebeeld.
Origineel
Cyaan-instelling + Magenta-instelling +
Cyaan-instelling -
Magenta-instelling -
Geel-instelling +
Geel-instelling -
Zwart-instelling +
Zwart-instelling -
7
6. Helderheid/intensiteit/contrast (zie blz. 3-24)
Dit kopieerapparaat stelt u in staat het niveau van de helderheid, intensiteit en contrast van beelden in te stellen. Wanneer helderheid is gekozen, kunt u de kleurtint lichter of donkerder maken. Wanneer intensiteit is gekozen, kan het niveau van de kleurverzadiging worden gevarieerd tussen levend en vaal. Wanneer contrast is gekozen, kan het contrast tussen twee delen van het beeld hoger of lager worden ingesteld.
Origineel
Contrast +Helderheid + Intensiteit +
Contrast -Helderheid - Intensiteit -
8
INHOUDSOPGAVE
Blz.
INLEIDING ........................ 10
GEBRUIK VAN DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING ..............10
HOOFDSTUK 1 ALVORENS TE KOPIËREN
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN ....... 1-2
VOORZORGSMAATREGELEN ........ 1-3
IN- EN UITSCHAKELEN ............. 1-5
Energiebesparingsfuncties ............ 1-6
INFORMATIEFUNCTIE .............. 1-7
GEBRUIK VAN DE INTERACTIEVE
DISPLAY......................... 1-8
Hoe de interactieve display te gebruiken .. 1-8
Kiezen van functie .................. 1-8
Iconen van de instelbare functies ....... 1-9
GEBRUIK VAN DE AFDRUKKEN­MODUS EN DE SCANNERFUNCTIE ... 1-10 Afdrukken van documenten vanaf de
computer ........................ 1-10
Gebruik van het bedieningspaneel in de
afdrukken-modus .................. 1-11
Instellen van het soort afdrukpapier op de
handinvoer ...................... 1-11
Algemene bedieningsstappen voor het gebruik
van de scanner ................... 1-12
HOOFDSTUK 2 KOPIËREN
ACCOUNTREGELING ............... 2-2
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT .... 2-3
GEBRUIK VAN DE RADF ............ 2-6
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM .... 2-11
SPECIAAL PAPIER (handinvoer) ...... 2-14
Dubbelzijdig kopiëren met behulp van de
handinvoer ...................... 2-15
AFSTELLEN VAN DE BELICHTING .... 2-16
WERKPROGRAMMA’S ............. 2-18
ONDERBREKEN VAN EEN
KOPIEEROPDRACHT .............. 2-20
HOOFDSTUK 3 SPECIALE FUNCTIES
X-Y ZOOM ....................... 3-2
KANTLIJNVERSCHUIVING ........... 3-4
WISSEN ......................... 3-6
BOEKKOPIE ...................... 3-8
CENTREREN .................... 3-10
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN .... 3-12
OMSLAGEN ..................... 3-14
KLEURINSTELLINGEN ............. 3-16
RGB instelling .................... 3-16
Scherpte ........................ 3-18
Achtergrond-onderdrukking .......... 3-20
Kleurbalans instellen ............... 3-22
Helderheid/intensiteit/contrast ......... 3-24
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES ...... 3-26
Enkele kleur ..................... 3-26
Neg./pos. omkering ................ 3-28
Spiegelbeeld ..................... 3-30
Fotoherhaling .................... 3-32
A3 volbeeld ...................... 3-34
Multi-vel vergroting................. 3-36
Extra formaat..................... 3-38
HOOFDSTUK 4 VERBRUIKSMATERIALEN
KOPIEERPAPIER .................. 4-2
Type en formaat kopieerpapier ......... 4-2
Kopieerpapier bijvullen ............... 4-2
TONER BIJVULLEN ................ 4-5
AFVALTONER WEGGOOIEN ......... 4-8
OPSLAG VAN
VERBRUIKSMATERIALEN ............ 4-9
HOOFDSTUK 5 IN GEVAL VAN STORINGEN
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN .. 5-2
ONDERHOUD VEREIST ............ 5-11
AFVALTONERTANK VAN HET
DOORVOERGEDEELTE ............ 5-12
OPHEFFEN VAN STORINGEN ....... 5-13
HOOFDSTUK 6 ALGEMENE INFORMATIE
NAAM EN FUNCTIE VAN DE
ONDERDELEN .................... 6-2
Buitenzijde ....................... 6-2
Binnenzijde ....................... 6-3
Bedieningspaneel .................. 6-4
Interactieve display (Basisscherm) ...... 6-5
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER .. 6-6
CONTRASTREGELING VAN DE
INTERACTIEVE DISPLAY ............ 6-7
TECHNISCHE GEGEVENS ........... 6-8
HOOFDSTUK 7 LOS VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
KOPIEERSYSTEEM ................ 7-2
20-VAKS SORTEER/NIETEENHEID
(AR-SS2) ........................ 7-3
GROTE PAPIERLADE (AR-LC9) ...... 7-15
AFWERKEENHEID (AR-FN4) ........ 7-19
HOOFDSTUK 8 KEY-OPERATOR HANDLEIDING
KEY-OPERATOR-CODENUMMER ..... 8-2
Registreren van het key-operator-
codenummer ...................... 8-2
KEY-OPERATOR-PROGRAMMA’S ..... 8-4
Gebruik van de key-operator-
programma’s ...................... 8-7
INFORMEER KEY-OPERATOR ....... 8-36
KEY-OPERATOR-CODENUMMER:
FABRIEKSINSTELLING ............. 8-37
Blz.
HOOFDSTUK1 HOOFDSTUK2 HOOFDSTUK3 HOOFDSTUK4 HOOFDSTUK5 HOOFDSTUK6 HOOFDSTUK7 HOOFDSTUK8
9
INLEIDING
De AR-C330 is een digitaal kleurenbeeldbewerkingsapparaat dat een hoge productiviteit biedt bij een kleurenkopieersnelheid van 33 kopieën/minuut, en daarnaast vele handige gebruiksmogelijkheden, waaronder intelligente beeldbewerkingsfuncties, heeft. De vele handige gebruiksmogelijkheden en functies ervan bevatten onder andere de origineelinvoer (los verkrijgbaar), fotokopiëren, ingebouwde accountteller en verschillende speciale functies, zoals automatisch dubbelzijdig kopiëren, boekkopie, kantlijnverschuiving, wissen, X-Y zoom en neg./pos. omkering. Dit apparaat kan worden uitgerust met een los verkrijgbare grote papierlade die 3500 vellen kopieerpapier kan bevatten. Dit apparaat kan tevens worden uitgerust met een los verkrijgbare sorteer/nieteenheid of een los verkrijgbare afwerkeenheid voor het maken van kant-en-klare setjes kopieën om uit te delen. Bovendien kan dit apparaat uitgerust worden met een los verkrijgbare Fiery afdrukregeleenheid die het mogelijk maakt dit apparaat te gebruiken als een kleurenprinter en een kleurenafbeeldingscanner.
Dit apparaat werd tevens ontworpen met het oog op gebruiksvriendelijkheid. Het gemakkelijk te begrijpen bedieningspaneel, voorzien van een interactieve display en een INFORMATIE functie, begeleiden de gebruiker bij de meeste bedieningen. Om echter alle gebruiksmogelijkheden van dit apparaat optimaal te kunnen benutten, wordt de gebruiker aanbevolen eerst deze gebruiksaanwijzing te lezen om vertrouwd te raken met alle gebruiksmogelijkheden.
OPMERKINGEN:
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft alleen de gebruiksmogelijkheden in de kopieerapparaat-modus. Voor een beschrijving van de gebruiksmogelijkheden in de los verkrijgbare printer-modus, raadpleegt u de betreffende afzonderlijke gebruiksaanwijzing. Een korte beschrijving van de AFDRUKKEN-modus vindt u op bladzijde 1-10 t/m 1-12.
Dit apparaat kan worden uitgerust met een los verkrijgbare origineelklep of een zelfomkerende automatische origineelinvoer (RADF). De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing zijn hoofdzakelijk getekend voor het apparaat met daarop een los verkrijgbare RADF aangebracht.
De display op de interactieve display verschilt afhankelijk van de aanwezigheid van los verkrijgbare apparatuur. De afbeeldingen van de interactieve display in deze gebruiksaanwijzing zijn hoofdzakelijk getekend voor het apparaat met daarop een los verkrijgbare RADF aangebracht.
GEBRUIK VAN DEZE GEBRUIKSAANWIJZING
Deze gebruiksaanwijzing is bestemd als een handleiding bij de bediening van dit kopieerapparaat door zowel algemene gebruikers als hoofdbedieningspersonen (key-operators).
Voor algemene gebruikers
Het verdient aanbeveling eerst de hoofdstukken ALVORENS TE KOPIËREN, KOPIËREN en SPECIALE FUNCTIES door te lezen om vertrouwd te raken met de verschillende gebruiksmogelijkheden en functies van uw kopieerapparaat. Vervolgens kunt u deze gebruiksaanwijzing al naar gelang noodzakelijk raadplegen om in detail vertrouwd te raken met de gebruiksmogelijkheden die u regelmatig gebruikt.
Voor key-operators
Lees a.u.b. de gebruiksaanwijzing volledig door zodat u in detail vertrouwd raakt met alle gebruiksmogelijkheden en functies van uw kopieerapparaat. Informatie van belang voor de key-operator wordt in deze gebruiksaanwijzing aangegeven met ★ KEY-OPERATOR. Lees deze opmerkingen a.u.b. zorgvuldig door alsmede de hoofdstukken VERBRUIKSMATERIALEN, IN GEVAL VAN STORINGEN, ALGEMENE INFORMATIE en LOS VERKRIJGBARE ACCESSOIRES, zodat een probleemloos en efficiënt gebruik van het kopieerapparaat wordt verkregen. Het hoofdstuk KEY-OPERATOR HANDLEIDING is speciaal voor u geschreven. Dit hoofdstuk bevat de programma’s en de programma-informatie die u in staat stellen de functies optimaal in te stellen overeenkomstig de specifieke omstandigheden in uw bedrijf.
10
HOOFDSTUK 1
ALVORENS TE KOPIËREN
Dit hoofdstuk beschrijft de basisbediening van dit apparaat.
●●
●●
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN ...................... 1-2
●●
●●
VOORZORGSMAATREGELEN........................ 1-3
●●
●●
IN- EN UITSCHAKELEN ............................ 1-5
Energiebesparingsfuncties ........................... 1-6
●●
●●
INFORMATIEFUNCTIE .............................. 1-7
●●
●●
GEBRUIK VAN DE INTERACTIEVE DISPLAY ............. 1-8
Hoe de interactieve display te gebruiken .................. 1-8
Kiezen van functie ................................. 1-8
Iconen van de instelbare functies ....................... 1-9
●●
●●
GEBRUIK VAN DE AFDRUKKEN-MODUS EN DE
SCANNERFUNCTIE............................... 1-10
Afdrukken van documenten vanaf de computer ............ 1-10
Gebruik van het bedieningspaneel in de afdrukken-modus .... 1-11
Instellen van het soort afdrukpapier op de handinvoer ....... 1-11
Algemene bedieningsstappen voor het gebruik
van de scanner ................................... 1-12
HOOFDSTUK1
Blz.
1-1
HOOFDSTUK
30 cm
60 cm
60 cm
30 cm
1
ALVORENS TE KOPI
ËREN
Installatievoorschriften
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Voor een veilig en juist gebruik van het kopieerapparaat dienen de volgende punten in acht genomen te worden alvorens het kopieerapparaat voor het eerst te installeren en later te verplaatsen.
1. Het kopieerapparaat dient in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact geplaatst te worden voor gemakkelijke aansluiting.
2. Verzekert u ervan dat het netsnoer uitsluitend aangesloten wordt op een stopcontact dat voldoet aan de vereisten betreffende de voorgeschreven stroomspanning en stroomsterkte. Verzekert u er tevens van dat het stopcontact goed geaard is.
Voor de stroomvoorzieningsvereisten van dit kopieerapparaat raadpleegt u het identificatieplaatje op de rechter zijkant, langs de achterrand van het kopieerapparaat.
3. Installeer het kopieerapparaat niet op plaatsen die:
nat of vochtig zijn,
blootgesteld zijn aan direct zonlicht,
buitengewoon stoffig zijn,
slecht geventileerd zijn,
blootgesteld zijn aan extreme schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid (bijvoorbeeld in de buurt van een airconditioner of verwarming).
4. Verzekert u ervan dat de uitgekozen plaats voor het kopieerapparaat horizontaal en vlak is.
5. Verzekert u ervan dat de vereiste vrije ruimte rondom het kopieerapparaat wordt vrijgelaten voor onderhoudswerkzaamheden en een goede ventilatie.
1-2
VOORZORGSMAATREGELEN
Fuseereenheid
Papiertransport
Vergrendelen
Ontgrendelen
Vergrendelvoetje
1. Raak de fotogeleidende drums en het papiertransport niet aan. Krassen en vegen hierop resulteren in fouten op de kopieën.
HOOFDSTUK1
2. De fuseereenheid is buitengewoon heet. Wees voorzichtig op deze plaats.
3. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbron. Hierdoor kunnen uw ogen beschadigd worden.
4. Vergendelvoetjes Wanneer u het kopieerapparaat wilt verplaatsen moet u eerst de vergrendelvoetjes omhoog draaien. Nadat het kopieerapparaat is verplaatst, draait u de vergrendelvoetjes omlaag totdat deze de grond raken. Dit kopieerapparaat bevat fuseerolie die, indien gemorst, de vloer erg glad maakt. Zorg ervoor dat het kopieerapparaat in een horizontale stand is opgesteld en wees bij eventueel verplaatsen voorzichtig zodat geen olie wordt gemorst.
5. Voer geen wijzigingen aan deze machine uit. Dit kan leiden tot persoonlijk letsel of beschadigingen aan de machine.
6. Omdat de machine zwaar is, raden wij u aan deze met meerdere personen te verplaatsen om letsel te voorkomen.
7. Wanneer u de machine op een computer aansluit, moeten zowel de computer als de kopieermachine worden uitgeschakeld.
ALVORENS TE KOPI
ËREN
Voorzorgsmaatregelen
8. Maak geen kopieën van documenten die volgens de wetgeving niet mogen worden gekopieerd. De volgende items mogen normal gesproken volgens de wet niet worden afgedrukt. Ook het kopiëren van andere documenten kan verboden zijn volgens lokale wetgeving.
Geld
Bankcheques● Cheques
DIT PRODUCT BEVAT EEN LITHIUM HOOFDGEHEUGEN BACK-UP BATTERIJ DIE CORRECT MOET WORDEN VERWERKT. NEEM CONTACT OP MET UW LOKALE SHARP DEALER OF ERKENDE KLANTENSERVICE VERTEGENWOORDIGER VOOR DE AFVALVERWERKING VAN DEZE BATTERIJ.
Postzegels
Obligaties
Paspoorten● Rijbewijzen
"BATTERIJVERWERKING"
Aandelen
Veiligheidsoverwegingen bij de laser
Golflengte 785 nm
Aantal pulsen (5,6 µs ±5,6 ns)/7 mm
Uitgangsvermogen Max. 0,55 mW
Voorzichtig
Dit apparaat bevat een laagvermogende laser. Om de veiligheid te waarborgen mag u nooit een van de afdekplaten verwijderen of toegang proberen te krijgen tot het inwendige van dit apparaat. Laat al het onderhoud en reparatie over aan vakbekwaam personeel.
+10nm –15nm
Op de productielijn wordt het uitgangsvermogen van de scannereenheid aangepast naar 0,55 MILLIWATT PLUS 10 % en wordt constant gehouden door de werking van de automatische faseregeling (APC).
1-3
VOORZORGSMAATREGELEN
CAUTION VORSICHT ADVARSEL ADVERSEL VARNING VARO !
INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN AND INTERLOCKS DEFEATED. AVOID EXPOSURE TO BEAM.
UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG WENN ABDECKUNG GEÖFFNET UND SICHERHEITSVERRIEGELUNG ÜBERERÜCKT. NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN.
USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSAFBRYDERE ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSAETTELSE FOR STRÅLNING.
USYNLIG LASERSTRÅLING NÅR DEKSEL ÅPNES OG SIKKERHEDSLÅS BRYTES. UNNGÅ EKSPONERING FOR STRÅLEN.
OSYNLIG LASERSTRÅLNING NÄR DENNA DEL ÄR ÖPPNAD OCH SPÄRRAR ÄR URKOPPLADE. STRÅLEN ÄR FARLIG. BETRAKTA EJ STRÅLEN.
AVATTAESSA JA SUOJALUKITUS OHITETTAESSA OLET ALTTIINA NÄKYMÄTÖNTÄ LASERSÄTEILYLLE. ÄLÄ KATSO SÄTEESEEN.
CLASS 1
LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
HOOFDSTUK
CLASS 1 LASER PRODUCT
1
ALVORENS TE KOPI
LASER KLASSE 1
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASERAPPARAT
ËREN
Voorzorgsmaatregelen
Voor Nederland:
KLASSE 1 LASERAPPARAAT
CAUTION
INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN AND INTERLOCKS DEFEATED. AVOID EXPOSURE TO BEAM.
VORSICHT
UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG WENN ABDECKUNG GEÖFFNET UND SICHERHEITSVERRIEGELUNG ÜBERBRÜCKT. NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN.
ADVARSEL
USYNLIG LASERSTRÅLNING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSBRYDERE ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSAETTELSE FOR STRÅLNING.
LAITTEEN KÄYTTÄMINEN MUULLA KUIN TÄSSÄ KÄYTTÖOHJEESSA MAINITULLA TAVALLA SAATTAA ALTISTAA KÄYTTÄJÄN TURVALLISUUSLUOKAN 1 YLITTÄVÄLLE NÄKYMÄTTÖMÄLLE LASERSÄTEILYLLE.
OM APPARATEN ANVÄNDS PÅ ANNAT SÄTT ÄN I DENNA BRUKSANVISNING SPECIFICERATS, KAN ANVÄNDAREN UTSÄTTAS FÖR OSYNLIG LASERSTRÅLNING, SOM ÖVERSKRIDER GRÄNSEN FÖR LASERKLASS 1.
VAROITUS!
VARNING
VOORZICHTIG
ONZICHTBARE STRALING INDIEN GEOPEND EN INDIEN TUSSENTIJDSE SCHAKELINGEN OVERBRUGD. VOORKOM BLOOTSTELLING AAN DE LASERSTRAAL.
1-4
IN- EN UITSCHAKELEN
Inschakelen
Uitschakelen
(A)
De hoofdschakelaar bevindt zich aan de linker zijkant van het kopieerapparaat. Nadat de hoofdschakelaar in de aan-stand is gezet, wordt de mededeling HET KOPIEERAPPARAAT WARMT OP. WACHTEN A.U.B.” op de mededelingendisplay afgebeeld. Het opwarmen duurt ongeveer 330 seconden. Nadat het opwarmen voltooid is, zal GEBRUIKSKLAAR. op de mededelingendisplay worden afgebeeld en zullen de START-indicators ( ) oplichten om aan te geven dat kopiëren mogelijk is. Wanneer de accountregeling van het kopieerapparaat in gebruik is, zal nadat het opwarmen voltooid is de mededeling VOER UW ACCOUNTNUMMER IN. -----” op de mededelingendisplay worden afgebeeld. Nadat een geldig accountnummer is ingevoerd, zal kopiëren mogelijk zijn.
HOOFDSTUK1
ALVORENS TE KOPI
ËREN
In- en uitschakelen
Opmerkingen betreffende het gebruik van het apparaat met behulp van een los verkrijgbare afdrukregeleenheid
De los verkrijgbare afdrukregeleenheid heeft zijn eigen hoofdschakelaar (A) zoals aangegeven in de afbeelding.
Voor inschakelen, eerst deze hoofdschakelaar (A) voor de afdrukregeleenheid inschakelen en vervolgens de hoofdschakelaar van het apparaat inschakelen.
Voor uitschakelen, eerst de afdrukregeleenheid stopzetten (zie snel naslagwerk voor afdrukregeleenheid ), vervolgens de hoofdschakelaar van het apparaat uitschakelen en tenslotte deze hoofdschakelaar (A) voor de afdrukregeleenheid uitschakelen.
Zorg ervoor dat u de uitvoerlade uittrekt wanneer papier van B4-formaat of groter wordt uitgevoerd.
1-5
IN- EN UITSCHAKELEN
HOOFDSTUK
1
ALVORENS TE KOPI
ËREN
In- en uitschakelen
Energiebesparingsfuncties
Het kopieerapparaat heeft twee energiebesparingsfuncties waarmee u het totale energieverbruik kunt terugdringen om zodoende de operationele kosten te verlagen, verspilling van natuurlijke grondstoffen te voorkomen en de milieuverontreiniging te verminderen. De twee energiebesparingsfuncties zijn de voorverwarmingsfunctie en de slaapfunctie.
★★
KEY-OPERATOR
★★
De tijdsduren waarna de energiebesparingsfuncties in werking treden zijn in de fabriek ingesteld op 15 minuten voor de voorverwarmingsfunctie en 60 minuten voor de slaapfunctie. Deze tijdsduren kunnen worden veranderd zoals beschreven in het hoofdstuk key- operator handleiding. Het wordt aanbevolen dat u deze tijdsduren instelt in overeenstemming met het daadwerkelijke gebruik van het kopieerapparaat.
Slaapfunctie
Wanneer de slaapfunctie is ingeschakeld, zal het kopieerapparaat automatisch deze functie in werking stellen zodra een ingestelde tijdsduur is verstreken zonder dat het kopieerapparaat werd bediend nadat de laatste kopie van een kopieeropdracht is gemaakt of de stroom voor het eerst werd ingeschakeld. Nadat het kopieerapparaat de slaapfunctie in werking heeft gesteld, zal de informatie op de interactieve display verdwijnen. In deze toestand wordt de fuseereenheid in het kopieerapparaat niet van stroom voorzien. Om de slaapfunctie te verlaten, drukt u op de KOPIËREN-toets.
De ENERGY STAR® richtlijnen zijn alleen toegepast op de producten in Europa. De producten die voldoen aan de ENERGY
®
STAR
richtlijnen zijn voorzien van het bovenstaand afgebeelde Energy Star logo. De producten waarop dit logo niet staat, voldoen mogelijkerwijs niet aan de
ENERGY STAR
®
richtlijnen.
★★
KEY-OPERATOR Zie blz. 8-16 voor het instellen van de tijdsduur
★★
waarna de slaapfunctie in werking treedt. Zie blz. 8-21 voor het in- of uitschakelen van de slaapfunctie.
Voorverwarmingsfunctie
Het kopieerapparaat zal de voorverwarmingsfunctie oproepen nadat de ingestelde tijdsduur is verstreken zonder dat het kopieerapparaat werd bediend nadat de laatste kopie van een kopieeropdracht is gemaakt of nadat de stroom werd ingeschakeld. Nadat het kopieerapparaat de voorverwarmingsfunctie heeft ingesteld, zal de mededeling VOORVERWARMINGSFUNCTIE. PLAATS ORIGINELEN.” op de mededelingendisplay worden afgebeeld. In deze toestand wordt de fuseereenheid in het kopieerapparaat op een lagere temperatuur gehouden en zodoende energie bespaard. De voorverwarmingstemperatuur is echter voldoende hoog om het kopieerapparaat bedrijfsklaar te maken of om met het kopiëren te beginnen ongeveer 30 seconden nadat op een willekeurige toets is gedrukt. Om vanuit de voorverwarmingsfunctie te kunnen kopiëren gebruikt u de normale bedieningsprocedure voor het maken van de gewenste kopieerinstellingen en drukt u op één van de START-toetsen ( ,
).
★★
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-17 voor informatie betreffende het
★★
instellen van de voorverwarmingsfunctie.
1-6
INFORMATIEFUNCTIE
VERLATEN
INFORMATIE
KIES INFORMATIE.
KOPIEER­APPARAAT
TONER BIJVULLEN
MAKEN VAN DUBBELZIJDIGE KOPIEËN (DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE)
INFORMATIE
SORTEREN VAN KOPIEËN IN SETS OF NIETEN VAN AFGEWERKTE SETS (UITVOER)
GEBRUIKEN VAN DE ORIGINEELINVOER (ORIGINEELINVOER)
VERKLEINING/VERGROTING/ZOOM (KOPIEERFACTOR)
OPSLAAN VAN VEELVULDIG GEBRUIKTE KOPIEERINSTELLINGEN (WERKPROGRAMMA)
1/5
VERLATEN
De informatiefunctie voorziet u van een snel naslagwerk met instructies voor het gebruik van de verschillende gebruiksmogelijkheden en functies van dit kopieerapparaat. De informatiefunctie kan opgeroepen worden terwijl het kopieerapparaat in de ruststand (stand-bystand) staat.
Druk op de INFORMATIE-toets ( ) terwijl het kopieerapparaat in de ruststand staat.
1
Het scherm met de informatiegroepen zal worden afgebeeld.
HOOFDSTUK1
ALVORENS TE KOPI
ËREN
Informatiefunctie
Druk op de KOPIEERAPPARAAT toets om het eerste scherm met informatie-onderwerpen van het
2
kopieerapparaat af te beelden.
Als de toner niet bijna op is, wordt dit scherm niet afgebeeld. Ga verder met bedieningsstap 3.
Kies een onderwerp waarover u informatie wilt hebben door op de toets van het betreffende informatie-
3
onderwerp te drukken.
Wanneer het onderwerp waarover u informatie wilt hebben niet op de interactieve display wordt afgebeeld, drukt u op de scrolltoets ( ) op de interactieve display totdat het onderwerp wordt afgebeeld.
Nadat op een informatie-onderwerptoets is gedrukt, zal een beschrijving van dat onderwerp worden afgebeeld. Druk op de scrolltoets ( ) op de interactieve display om verdere informatie af te beelden totdat alle informatie over dat onderwerp is afgebeeld.
Om terug te keren naar het scherm met de informatie­onderwerpen, drukt u op de INDEX toets.
Om de INFORMATIE functie te verlaten, drukt u op de VERLATEN toets op de interactieve display.
1-7
HOOFDSTUK
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
1.
2.
3.
A4
A3 B4
131~280 g/m
2
60~105 g/m
2
106~130 g/m
2
TRANSPARANT
SNEL
TRANSPARANT
KWALITEIT
SOORT PAPIER
OPSLAAN/OPHEFFEN
OPROEPEN
WISSEN
STOPPEN
10
OK
OK
(0~20) mm
RANDWISSEN
MIDDENWISSEN RANDWISSEN +
MIDDENWISSEN
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
GEBRUIK VAN DE INTERACTIEVE DISPLAY
1
ALVORENS TE KOPI
ËREN
Gebruik van de interactieve display
Hoe de interactieve display te gebruiken
U kunt een functie die op de interactieve display wordt afgebeeld instellen of annuleren door met een vinger op de bijbehorende toets te drukken (d.w.z. de toets aan te raken). Nadat u op een bepaalde toets gedrukt hebt, kan dit bevestigd worden door een pieptoon (en het oplichten van de aangeraakte toets).
★★
KEY-OPERATOR Om de pieptoon te kunnen horen, moeten de toetstonen
★★
zijn ingeschakeld met behulp van een key-operator-programma. Zie bladzijde 8-18.
Een grijs-gedimde functietoets geeft aan dat die functie niet beschikbaar is. Als u op een dergelijke grijs-gedimde functietoets drukt, hoort u twee korte pieptonen.
Kiezen van functie
1-8
Om de gekozen instellingen voor een functie te registreren, drukt u op de OK toets op het instelscherm. De oplichtende instellingen zullen als een gekozen functie worden geregistreerd.
Bepaalde speciale functies kunnen worden gekozen door op de betreffende toets op het SPECIALE FUNCTIES-scherm te drukken om de toets te doen oplichten. Om deze functies te annuleren, drukt u nogmaals op de betreffende toets, waarna de toets niet meer zal oplichten. Deze functies zijn: boekkopie, centreren, transparant-insteekvellen, neg./pos. omkering, spiegelbeeld en A3 volbeeld.
GEBRUIK VAN DE INTERACTIEVE DISPLAY
* Kantlijnverschuiving (blz. 3-4)
* Wissen (blz. 3-6)
Boekkopie (blz. 3-8)
Centreren (blz. 3-10)
Transparant-insteekvellen (blz. 3-12)
* Omslagen (blz. 3-14)
Kleurinstellingen (blz. 3-16)
* Enkele-kleur (blz. 3-26)
Neg./pos. omkering (blz. 3-28)
Spiegelbeeld (blz. 3-30)
* Fotoherhaling (blz. 3-32)
A3 volbeeld (blz. 3-34)
Multi-vel vergroting (blz. 3-36)
Extra formaat (blz. 3-38)
GEBRUIKSKLAAR.
1.
A4
2.
A3
DUPLEXEENHEID
WISSEN
STOPPEN
10
OK
OK
(0~20) mm
RANDWISSEN
MIDDENWISSEN RANDWISSEN +
MIDDENWISSEN
Iconen van de instelbare functies
Iconen die speciale functies aangeven die zijn gekozen, zullen op het basisscherm worden afgebeeld. De functies en de bijbehorende iconen zijn hieronder aangegeven.
De inhoud van de iconen die met een (*) zijn aangegeven verschillen afhankelijk van bepaalde instellingen die voor deze functies zijn gemaakt. De overige functies zijn aan/uit­functies waaraan geen instelschermen zijn verbonden.
HOOFDSTUK1
ALVORENS TE KOPI
ËREN
Gebruik van de interactieve display
1-9
GEBRUIK VAN DE AFDRUKKEN-MODUS
HOOFDSTUK
EN DE SCANNERFUNCTIE
Een los verkrijgbare Voeding voor de afdrukregeleenheid (AR-PX5) en een los verkrijgbare afdrukregeleenheid (AR­PE3) moeten zijn geïnstalleerd om dit apparaat als een printer en een scanner te kunnen gebruiken.
1
ALVORENS TE KOPI
ËREN
Gebruik van de afdrukken-modus en de scannerfunctie
Afdrukken van documenten vanaf de computer
In de meeste gevallen is het niet nodig het bedieningspaneel van het kopieerapparaat te gebruiken om documenten vanaf de computer af te drukken. Wanneer de computer een document naar de printer stuurt, zal de printer het document automatisch afdrukken. Door echter de onderstaande procedure te volgen, kunt u zich ervan verzekeren dat de documenten juist worden afgedrukt. In deze procedure wordt ervan uitgegaan dat de printer op de juiste wijze is aangesloten op de computer en dat een printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
OPMERKING:
Wanneer de accountregeling is ingeschakeld voor de printerfunctie moet u uw accountnummer invoeren in het instelscherm van het printerstuurprogramma op uw computer om te kunnen printen. Wanneer een ongeldig accountnummer is ingevoerd of geen accountnummer is ingevoerd, vindt het afdrukken niet plaats.
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-26 voor het instellen van de accountregeling.
Controleer dat de ON LINE-indicator op het bedieningspaneel brandt. Als de ON LINE-indicator niet
1
brandt, drukt u op de AFDRUKKEN-toets om de AFDRUKKEN-modus te kiezen en drukt u vervolgens op de ONLINE/OFFLINE toets op het bedieningspaneel om de printer on line te zetten.
Controleer dat het gewenste papierformaat is bijgevuld in een papierlade.
2
Maak met behulp van de computer en een toepasselijk softwareprogramma het document dat u wilt afdrukken,
3
stel de gewenste afdrukinstellingen in met behulp van het geïnstalleerde printerstuurprogramma, en selecteer het afdrukcommando voor het document. Raadpleeg zo nodig de gebruiksaanwijzing van de computer en/of het softwareprogramma voor hulp bij het uitvoeren van de diverse commando's.
1-10
De printer drukt het document af.
4
OPMERKING:
Wanneer u de afdrukken-modus gebruikt en de ON LINE-indicator knippert rood, kan dit apparaat om een of andere reden niet afdrukken. Druk op de AFDRUKKEN-toets om de afdrukken­modus te kiezen. Een mededeling die de oorzaak van de storing aangeeft, zoals geen papier of geen toner, wordt afgebeeld. Controleer de storingsmededeling en neem afdoende maatregelen.
Instellen van de on line-modus
Als de printer of line staat, kan er niet worden afgedrukt. Volg de onderstaande procedure om de printer on line te zetten.
Als de printer in de kopiëren-modus staat, drukt u op de AFDRUKKEN-toets om de afdrukken-modus te kiezen.
1
Het basisscherm van de afdrukken-modus zal worden afgebeeld.
Druk op de ONLINE/OFFLINE toets op het bedieningspaneel om de printer on line te zetten.
2
Om terug te keren naar de kopiëren-modus, drukt u op de KOPIËREN-toets.
3
GEBRUIK VAN DE AFDRUKKEN-MODUS EN DE SCANNERFUNCTIE
1.
A4
DUPLEXEENHEID
A4R
2.
A3
3.
B4
KLAAR VOOR PRINTEN.
ON LINE
OFF LINE
PAPIERFORMAAT
FIERY PRINTER DISPLAY
AR-C330 PRINTER idle
4104MB
V1.1
info
Gebruik van het bedieningspaneel in de afdrukken-modus
Het bedieningspaneel biedt toegang tot veel van de functies en instellingen van de printer. De basisprocedure voor toegang tot de functies en instellingen van de printer wordt hieronder beschreven.
Als de printer in de kopiëren-modus staat, drukt u op de AFDRUKKEN-toets om de afdrukken-modus te kiezen.
1
Het basisscherm van de afdrukken-modus zal worden afgebeeld.
Druk op de ONLINE/OFFLINE toets op het bedieningspaneel om de printer off line te zetten.
2
Druk op de "fiery" toets op de interactieve display en druk vervolgens op de "BEDIENINGSSCHERM" toets.
3
Het FIERY PRINTER scherm verschijnt.
Druk op de toets voor het tonen van het printerfuncties-scherm.
4
Druk op de toetsen op de interactieve display om de gewenste bediening te kiezen.
5
Bij het Beveiligd afdrukken (afdrukken met wachtwoordinstelling in het printerstuurprogramma), onderstaande procedure gebruiken om het wachtwoord in te voeren.
(1) Druk op de toets op de rechterzijde van "Beveiligd
afdrukken."
(2) Druk op de toets of de toets voor het tonen van de
gebruikersnaam.
(3) Druk op de toets voor het selecteren van uw
gebruikersnaam.
(4) Het wachtwoordinvoerscherm verschijnt. Gebruik het 10-
cijfertoetsenpaneel voor het invoeren van uw wachtwoord en druk op de "OK" toets.
(5) Als het wachtwoord correct is, zal het afdrukinstellingenmenu
verschijnen.
Zie voor details betreffende de functies in de afdrukken-modus de gebruiksaanwijzing voor de afdrukregeleenheid .
Om terug te keren naar het basisscherm van de afdrukken­modus, drukt u op de terugkeertoets ( ).
HOOFDSTUK1
ALVORENS TE KOPI
ËREN
Gebruik van de afdrukken-modus en de scannerfunctie
Instellen van het soort afdrukpapier op de handinvoer
Voordat u het papiersoort kan kiezen, moet het papier op de handinvoer worden geplaatst en moet het key­operator-programma “Vaststellen van het soort papier in de handinvoer inschakelen” moet worden gebruikt om het instellen mogelijk te maken (zie bladzijde 8-24). Volg de onderstaande procedure.
Druk op de AFDRUKKEN-toets om de afdrukken-modus te kiezen.
1
Druk op de ONLINE/OFFLINE toets op het bedieningspaneel om de printer off line te zetten.
2
Druk op de PAPIERFORMAAT toets.
3
Druk op de toetsen op de interactieve display om de papiersoort in te stellen die overeenkomt met de
4
papiersoort op de handinvoer.
Druk op de ONLINE/OFFLINE toets op het bedieningspaneel om de printer weer on line te zetten.
5
1-11
GEBRUIK VAN DE AFDRUKKEN-MODUS EN DE SCANNERFUNCTIE
HOOFDSTUK
1
ALVORENS TE KOPI
ËREN
Gebruik van de afdrukken-modus en de scannerfunctie
Algemene bedieningsstappen voor het gebruik van de scanner
Voor gebruik van het apparaat als een scanner zijn er twee methoden beschikbaar: scannen in de Scannen op afstand modus en Scantaak uitvoeren op het printerfuncties-scherm. Zie voor gedetailleerde instructies betreffende het gebruik van het apparaat als een scanner de gebruiksaanwijzing die bij de afdrukregeleenheid wordt geleverd.
Om documentbeelden met behulp van de scannermogelijkheden van het apparaat te scannen, verwerken of bewerken hebt u het softwareprogramma Adobe Photoshop® 5.0 of hoger nodig.
1 2
OPMERKING:
Wanneer de accountregeling is ingesteld voor de scannerfunctie en u de Scannen op afstand modus of Scantaak uitvoeren op het printerfuncties-scherm selecteert, dient u uw accountnummer in te voeren. De methode van invoer van het accountnummer is hetzelfde als die voor de kopieerfunctie. Zie bladzijde 2-
2.
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-26 voor het instellen
van de accountregeling.
Installeer het benodigde stuurprogramma in uw computer overeenkomstig de instructies in de gebruiksaanwijzing van de afdrukregeleenheid.
Druk op de AFDRUKKEN-toets en druk op de ONLINE/ OFFLINE toets op de interactieve display om de printer op off-line te zetten. Druk vervolgens op de "fiery" toets op de interactieve display.
Bij het scannen in de Scannen op afstand modus:
Druk op de "SCANNEN OP AFSTAND" modus toets op de
3
interactieve display.
Bij het Scantaak uitvoeren op het printerfuncties-scherm:
Druk op de "BEDIENINGSSCHERM" toets op de interactieve display en druk vervolgens op de toets voor het tonen van het printerfuncties-scherm.
Druk op de toets rechts van "Scantaak".
Plaats het origineel op de glasplaat of in de origineelinvoer (los verkrijgbaar).
4
Maak het beeld met behulp van het softwareprogramma. Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing
5
van het softwareprogramma.
Bewerk of bewaar het gescande beeld. Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van het
6
softwareprogramma.
1-12
HOOFDSTUK 2
KOPIËREN
Dit hoofdstuk beschrijft de basiskopieerfuncties, zoals normaal kopiëren, verkleining/vergroting en belichtingsinstellingen.
●●
●●
ACCOUNTREGELING .............................. 2-2
●●
●●
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT ................... 2-3
●●
●●
GEBRUIK VAN DE RADF ............................ 2-6
●●
●●
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM ................... 2-11
●●
●●
SPECIAAL PAPIER (handinvoer) ..................... 2-14
Dubbelzijdig kopiëren met behulp van de handinvoer ........ 2-15
●●
●●
AFSTELLEN VAN DE BELICHTING ................... 2-16
●●
●●
WERKPROGRAMMA’S ............................ 2-18
●●
●●
ONDERBREKEN VAN EEN KOPIEEROPDRACHT ........ 2-20
HOOFDSTUK2
Blz.
2-1
ACCOUNTREGELING
In het geval de accountregeling van het apparaat in gebruik is, zal het apparaat pas functioneren nadat een toegewezen 5-cijferige accountnummer is ingevoerd. De accountregeling kan worden ingesteld voor zowel de kleurenfunctie als de zwart-witfunctie, of voor alleen de kleurenfunctie. Als een los verkrijgbare afdrukregeleenheid kaart is geïnstalleerd, kan de accountregeling gebruikt worden voor respectievelijk de afdrukfunctie (bladzijde 1-10) en de scannerfunctie (bladzijde 1-12).
HOOFDSTUK2
★★
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-26 voor het instellen van de accountregeling.
★★
Als de accountregeling voor zowel de kleurenkopieerfunctie als de zwart-witkopieerfunctie is ingesteld, zal de eerste mededeling die op de mededelingendisplay wordt afgebeeld zijn:
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN. -----
KOPIËREN Accountregeling
Als de accountregeling voor alleen de kleurenkopieerfunctie is ingesteld, zal de onderstaande display worden afgebeeld wanneer op de ACCOUNT-toets (ACC.#) of op de KLEURENKOPIE START­toets ( ) wordt gedrukt.
VOER UW ACCOUNTNUMMER VOOR KOPIËREN IN KLEUR IN.
-----
Voer uw accountnummer in met behulp van de cijfertoetsen.
Bij het invoeren van ieder cijfer van het accountnummer verandert een streepje op de mededelingendisplay in een sterretje.
Na het invoeren van het accountnummer zal de volgende mededeling worden afgebeeld.
ACCOUNTGEGEVENS: GEMAAKT/REST. AANTAL Z-W:000.000/000.000 KL:000.000/000.000
REST. AANTAL zal alleen worden afgebeeld wanneer een accountlimiet is ingesteld met behulp van een key-operator­programma.
★★
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-33 voor het instellen van een
★★
accountlimiet.
Deze mededeling zal gedurende een paar seconden op de mededelingendisplay worden afgebeeld en vervolgens veranderen in de volgende mededeling.
GEBRUIKSKLAAR.
Wanneer een kopieeropdracht wordt uitgevoerd, zal de volgende mededeling worden afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR. DRUK OP [ACC.#] ALS U KLAAR BENT.
In de onderbrekingsfunctie (zie bladzijde 2-20), zal in plaats van bovenstaande mededeling de volgende mededeling op de mededelingendisplay worden afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR. DRUK OP [ONDERBREKEN] ALS U KLAAR BENT.
OPMERKING:
Wanneer een niet-toegewezen nummer wordt ingevoerd, zal de mededeling VOER UW ACCOUNTNUMMER IN. ----- op de mededelingendisplay worden afgebeeld, aangevende dat het ingevoerde accountnummer niet is geaccepteerd.
Wanneer het key-operator-programma voor het beveiligen van de accountnummers in gebruik is: Wanneer driemaal achter elkaar een niet-toegewezen accountnummer wordt ingevoerd, kan gedurende één minuut geen ander accountnummer meer worden ingevoerd en zal de volgende mededeling op de mededelingendisplay worden afgebeeld.
2-2
VRAAG UW KEY-OPERATOR OM HULP A.U.B.
★★
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-34 voor het beveiligen van een
★★
accountnummer.
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
Middenmarkering
Origineelformaat­vaststellingseenheid
GEBRUIKSKLAAR.
A4
A4
A3
B4
ORIGINEEL
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
DUPLEXEENHEID
Gebruik de glasplaat voor het kopiëren van enkelvoudige originelen, ingebonden originelen en andere originelen die niet in de los verkrijgbare RADF kunnen worden geplaatst.
Alleen enkelzijdig naar enkelzijdig kopiëren en enkelzijdig naar dubbelzijdig kopiëren kunnen worden gekozen wanneer u vanaf de glasplaat kopieert.
Dubbelzijdige kopieën kunnen niet gemaakt worden wanneer een niet-standaard papierformaat gebruikt wordt.
Dubbelzijdig naar dubbelzijdig kopiëren en dubbelzijdig naar enkelzijdig kopiëren kunnen niet worden gekozen wanneer u vanaf de glasplaat kopieert. Deze bedieningen kunnen echter worden uitgevoerd door eenvoudigweg de originelen handmatig om te draaien.
Beeldverlies (max. 5 mm) kan optreden langs de voorrand van de kopieën. Beeldverlies (max. 7 mm) kan optreden langs de achterrand van de kopieën. Tevens kan beeldverlies (max. 6 mm in totaal) optreden langs de andere randen van de kopieën.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Kopiëren vanaf de glasplaat
Enkelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen
Open de origineelklep en plaats een origineel met de te kopiëren kant naar beneden gericht op de glasplaat en
1
gebruik daarbij de middenmarkering om het origineel op de juiste plaats te leggen.
Wanneer u meerdere opeenvolgende originelen kopieert, kopieert
u van het laatste origineel naar het eerste origineel. OPMERKING: Plaats geen voorwerpen onder de origineelformaat­vaststellingseenheid omdat deze hierdoor kan worden beschadigd.
Sluit de origineelklep.
2 3
4
Het origineelformaat zal afgebeeld worden op de interactieve
display en de papierlade met het overeenkomstige papierformaat
zal automatisch worden gekozen.
Controleer dat de enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie is gekozen op de interactieve display.
Wanneer geen icoon wordt afgebeeld op de plaats aangegeven
in de afbeelding ( ), is de enkelzijdig naar enkelzijdig
kopieerfunctie gekozen.
Wanneer de enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie niet is
gekozen, drukt u op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-
toets op het bedieningspaneel en drukt u vervolgens op de
enkelzijdig-naar-enkelzijdig-toets ( ) op de interactieve
display. Druk op de OK toets om terug te keren naar het
basisscherm.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
Het aantal zal in de kopie-aantal-aanduiding op de interactieve
display worden afgebeeld.
Een enkele kopie kan worden gemaakt in de standaardinstelling,
d.w.z. wanneer in de kopie-aantal-aanduiding 0 wordt afgebeeld.
Druk op de WIS-toets ( ) om een verkeerd ingevoerd aantal te
wissen.
2-3
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
Middenmarkering
Origineelformaat­vaststellingseenheid
AUTO
UITVOER
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
SPECIALE FUNCTIES
VOORTELLING
OK
PIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
EVEN AANTAL
ONEVEN AANT
AUTO
BELICHTING PAPIERFORM
AUTO
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Kopiëren vanaf de glasplaat
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
5
Om kleurenkopieën te maken, drukt u op de KLEURENKOPIE START-toets ( ). Om zwart-witkopieën te maken, drukt u op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
Het aantal op de kopie-aantal-display zal iedere keer nadat een kopie is gemaakt met 1 afnemen. Om dezelfde kopieerbediening te herhalen met een ander origineel, vervangt u eenvoudigweg het gekopieerde origineel door een ander origineel en drukt u op de START-toets.
Om een kopieeropdracht definitief te stoppen, drukt u op de TERUGSTEL-toets (CA). Het kopiëren zal stoppen en het aantal kopieën in de kopie-aantal-aanduiding zal op 0 worden teruggesteld.
Dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen
Voor een oneven aantal originelen:
Plaats de laatste pagina van de originelen op de glasplaat en kopieer dit met behulp van de enkelzijdig naar
1
enkelzijdig kopieerfunctie.
2-4
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets.
2
Druk op de toets (EVEN AANTAL) op de interactieve display en druk vervolgens op de OK toets.
3
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
AUTO
UITVOER
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
SPECIALE FUNCTIES
VOORTELLING
OK
PIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
EVEN AANTAL
ONEVEN AANT
AUTO
BELICHTING PAPIERFORM
AUTO
Kopieer de rest van de originelen in de omgekeerde volgorde.
4
Wanneer u kleurenkopieën maakt in de dubbelzijdig
kopieerfunctie op B4 papierformaat of groter, kan slechts één
kopie per origineel worden gemaakt. Zelfs wanneer een
meervoudig aantal te maken kopieën wordt ingevoerd, zal het
aantal te maken kopieën op 1 worden gesteld nadat op de
KLEURENKOPIE START-toets ( ) is gedrukt.
Voor een even aantal originelen:
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets.
1
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Kopiëren vanaf de glasplaat
Druk op de toets (EVEN AANTAL) op de interactieve display en druk vervolgens op de OK toets.
2
Kopieer de originelen in de omgekeerde volgorde.
3
Wanneer u kleurenkopieën maakt in de dubbelzijdig
kopieerfunctie op B4 papierformaat of groter, kan slechts één
kopie per origineel worden gemaakt. Zelfs wanneer een
meervoudig aantal te maken kopieën wordt ingevoerd, zal het
aantal te maken kopieën op 1 worden gesteld nadat op de
KLEURENKOPIE START-toets (
) is gedrukt.
2-5
GEBRUIK VAN DE RADF
Dit kopieerapparaat kan worden uitgerust met een los verkrijgbare zelf-omkerende automatische origineelinvoer (RADF). De RADF kan meervoudige originelen verwerken.
HOOFDSTUK2
Alvorens de originelen in de origineellade van de origineelinvoer te plaatsen, zorgt u ervoor dat alle nietjes en paperclips uit de originelen verwijderd zijn.
Beschadigde of gekreukelde originelen, of originelen die zijn gevouwen, kunnen vastlopen in de RADF of een onjuiste origineelformaatvaststelling tot gevolg
KOPIËREN Gebruik van de RADF
hebben. Het wordt aanbevolen dergelijke originelen eerst vanaf de glasplaat te kopiëren en de kopieën vervolgens als originelen te gebruiken.
Wanneer u originelen invoert die voorzien zijn van dicht op elkaar geplaatste inbindgaatjes langs een zijkant, plaatst u de originelen zodanig dat de inbindgaatjes zich langs de rechterkant of langs de origineelgeleiders bevinden.
Speciale originelen, zoals transparanten of overtrekpapier, mogen niet vanaf de RADF ingevoerd worden, maar dienen op de glasplaat geplaatst te worden.
Dubbelzijdige kopieën kunnen niet gemaakt worden wanneer een niet-standaard papierformaat gebruikt wordt.
Beeldverlies (max. 5 mm) kan optreden langs de voorrand van de kopieën. Beeldverlies (max. 7 mm) kan optreden langs de achterrand van de kopieën. Tevens kan beeldverlies (max. 6 mm in totaal) optreden langs de andere randen van de kopieën.
De RADF kan maximaal 50 originelen van A5-formaat tot A4-formaat of maximaal 30 originelen van B4­formaat tot A3-formaat in een keer verwerken.
U kunt dubbelzijdig naar enkelzijdig of dubbelzijdig naar dubbelzijdig kopiëren.
De originelen moeten met de te kopiëren kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer worden geplaatst.
Originelen van een verschillend formaat maar van dezelfde breedte kunnen in de origineellade van de origineelinvoer geplaatst worden en zullen automatisch op de respectievelijke papierformaten gekopieerd worden.
De automatische kopieerfactor-keuzefunctie zal in dit geval niet werken.
Ononderbroken-invoerfunctie
Wanneer de ononderbroken-invoerfunctie ingeschakeld is met behulp van een key-operator-programma, zal de mededeling NIEUW
GEPLAATSTE ORIGINELEN WORDEN AUTOMATISCH AANGEVOERD EN GEKOPIEERD. worden afgebeeld en zal de origineelinvoer-
indicator gedurende ongeveer 5 seconden bijven knipperen nadat het invoeren van alle originelen is voltooid. Terwijl deze mededeling wordt afgebeeld zullen enige nieuwe in de origineellade van de origineelinvoer geplaatste originelen automatisch ingevoerd en gekopieerd worden.
★★
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-15 voor informatie over het
★★
instellen van de ononderbroken-invoerfunctie.
2-6
Kopie
Origineel
GEBRUIK VAN DE RADF
GEBRUIKSKLAAR.(ORIGINEELINVOERFUNCTIE)
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A4
A4
A3
B4
AUTO
A4
ORIGINEEL
DUPLEXEENHEID
Enkelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen
Stel de origineelgeleiders af op het formaat van de originelen en plaats de originelen met de te kopiëren
1
kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer.
Het origineelformaat zal afgebeeld worden op de interactieve
display en de papierlade met het overeenkomstige papierformaat
zal automatisch worden gekozen.
Zorg ervoor enige op de glasplaat achtergebleven originelen te
verwijderen alvorens de originelen in de origineellade van de
origineelinvoer te plaatsen. De origineelverklikker-indicator zal
knipperen wanneer een origineel op de glasplaat is
achtergebleven. In dit geval verwijdert u het origineel vanaf de
glasplaat.
Wanneer het benodigde papierformaat niet in een van de
papierladen is bijgevuld, zal de volgende mededeling op de
mededelingendisplay worden afgebeeld.
VUL FORMAAT KOPIEERPAPIER BIJ.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Gebruik van de RADF
Wanneer kopieerpapier van het vereiste formaat niet in een van
de papierladen is bijgevuld, gebruikt u de handinvoer en drukt u
op de PAPIERFORMAAT toets op de interactieve display om
de handinvoer te kiezen.
Om op een ander papierformaat te kopiëren, drukt u op de
PAPIERFORMAAT toets om uw keuze te maken.
Controleer dat de enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie is gekozen op de interactieve display.
2
Wanneer geen icoon wordt afgebeeld op de plaats aangegeven
in de afbeelding ( ), is de enkelzijdig naar enkelzijdig
kopieerfunctie gekozen.
Wanneer de enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie niet is
gekozen, drukt u op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-
toets op het bedieningspaneel en drukt u vervolgens op de
enkelzijdig-naar-enkelzijdig-toets ( ) op de interactieve
display. Druk op de “OK” toets om terug te keren naar het
basisscherm.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
3
Het aantal zal in de kopie-aantal-aanduiding op de interactieve
display worden afgebeeld.
Druk op de WIS-toets ( ) om een verkeerd ingevoerd aantal te
wissen.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
4
Om kleurenkopieën te maken, drukt u op de KLEURENKOPIE
START-toets ( ). Om zwart-witkopieën te maken, drukt u
op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
Om een kopieeropdracht definitief te stoppen, drukt u op de
TERUGSTEL-toets (CA). Het kopiëren zal stoppen en de RADF
zal alle ingevoerde originelen uitvoeren. Tevens zal het aantal
kopieën in de kopie-aantal-aanduiding op 0 worden teruggesteld.
2-7
GEBRUIK VAN DE RADF
Kopie
(dubbelzijdig)
Originelen
(enkelzijdig)
Maximumhoogte­lijn
AUTO
UITVOER
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
SPECIALE FUNCTIES
VOORTELLING
EVEN AANTAL
ONEVEN AANT
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
VOORTELLING
EVEN AANTAL
ONEVEN AANT
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
Dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Gebruik van de RADF
Stel de origineelgeleiders af op het formaat van de originelen en plaats de originelen met de te kopiëren
1
kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer.
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets.
2
Als het aantal originelen bekend is, drukt u op de toets (EVEN AANTAL) of op de toets (ONEVEN
3
AANT) op de interactieve display en gaat u vervolgens verder met bedieningsstap 4. Als het aantal originelen niet bekend is, kiest u VOORTELLING voor een automatische telling van de originelen door de RADF en drukt u vervolgens op de KLEURENKOPIE START-toets (
) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
De volgorde mededeling zal worden afgebeeld.
VOORTELLINGSFUNCTIE HET AANTAL ORIGINELEN IS **.
Als het aantal originelen hoger is dan het maximaal toegestane aantal, zullen andere mededelingen worden afgebeeld. Nadat het tellen klaar is en het aantal originelen bekend is, plaatst u de originelen terug in de origineellade van de origineelinvoer en kiest u EVEN AANTAL of ONEVEN AANT al naar gelang van toepassing.
2-8
Druk op de OK toets.
4
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
5
Wanneer u kleurenkopieën maakt in de dubbelzijdig kopieerfunctie op B4 papierformaat of groter, kan slechts één kopie per origineel worden gemaakt. Zelfs wanneer een meervoudig aantal te maken kopieën wordt ingevoerd, zal het aantal te maken kopieën op 1 worden gesteld nadat op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) is gedrukt.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets (
6
Om kleurenkopieën te maken, drukt u op de KLEURENKOPIE START-toets ( ). Om zwart-witkopieën te maken, drukt u op de ZWART-WITKOPIE START-toets (
Om een kopieeropdracht definitief te stoppen tijdens het dubbelzijdig kopiëren, drukt u op de TERUGSTEL-toets (CA).
).
).
GEBRUIK VAN DE RADF
Kopie
(dubbelzijdig)
Origineel
(dubbelzijdig)
Maximumhoogte­lijn
AUTO
UITVOER
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
SPECIALE FUNCTIES
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
VOORTELLING
EVEN AANTAL
ONEVEN AANT
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
VOORTELLING
EVEN AANTAL
ONEVEN AANT
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
Dubbelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen
Stel de origineelgeleiders in op de breedte van de originelen en plaats de originelen met de te kopiëren
1
kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer.
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets.
2
Druk op de toets op de interactieve display.
3
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Gebruik van de RADF
Druk op de OK toets.
4
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
5
Wanneer u kleurenkopieën maakt in de dubbelzijdig
kopieerfunctie op B4 papierformaat of groter, kan slechts één
kopie per origineel worden gemaakt. Zelfs wanneer een
meervoudig aantal te maken kopieën wordt ingevoerd, zal het
aantal te maken kopieën op 1 worden gesteld nadat op de
KLEURENKOPIE START-toets ( ) is gedrukt.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
6
Om kleurenkopieën te maken, drukt u op de KLEURENKOPIE
START-toets ( ). Om zwart-witkopieën te maken, drukt u
op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
Om een kopieeropdracht definitief te stoppen tijdens het
dubbelzijdig kopiëren, drukt u op de TERUGSTEL-toets (CA).
2-9
GEBRUIK VAN DE RADF
Kopieën
(enkelzijdig)
Origineel
(dubbelzijdig)
Maximumhoogte­lijn
AUTO
UITVOER
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
SPECIALE FUNCTIES
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
VOORTELLING
EVEN AANTAL
ONEVEN AANT
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
VOORTELLING
EVEN AANTAL
ONEVEN AANT
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
Enkelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Gebruik van de RADF
Stel de origineelgeleiders in op de breedte van de originelen en plaats de originelen met de te kopiëren
1
kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer.
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets.
2
Druk op de toets op de interactieve display.
3
2-10
Druk op de OK toets.
4
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
5
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
6
Om kleurenkopieën te maken, drukt u op de KLEURENKOPIE START-toets ( ). Om zwart-witkopieën te maken, drukt u op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
Om een kopieeropdracht definitief te stoppen, drukt u op de TERUGSTEL-toets (CA). Het kopiëren zal stoppen en de RADF zal alle ingevoerde originelen uitvoeren. Tevens zal het aantal kopieën in de kopie-aantal-aanduiding op 0 worden teruggesteld.
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
1.
2.
3.
A4
A3 B4
131~280 g/m
2
60~105 g/m
2
106~130 g/m
2
TRANSPARANT
SNEL
TRANSPARANT
KWALITEIT
SOORT PAPIER
FORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO IMAGE
A3
Verkleinings- en vergrotingsfactoren kunnen automatisch met de AUTO IMAGE toets gekozen worden of handmatig met de verkleiningstoets, vergrotingstoets of ZOOM toetsen op de interactieve display. De zoomfunctie biedt een uiterst nauwkeurige instelling van de kopieerfactor van 25% tot 400% in stapjes van 1%.
★★
KEY-OPERATOR Maximaal vier extra vaste-kopieerfactoren kunnen
★★
worden toegevoegd: twee voor verkleinen en twee voor vergroten. Zie bladzijde 8-10.
Automatisch kiezen
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
Het origineelformaat zal automatisch worden vastgesteld en
vervolgens op de interactieve display worden afgebeeld.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Verkleinen/Vergroten/Zoom
Druk op de PAPIERFORMAAT toets op de interactieve display en kies de papierlade met het gewenste
2
papierformaat.
OPMERKING:
Dit zal niet mogelijk zijn wanneer het origineel of kopieerpapier van een niet-standaard formaat is.
Druk op de AUTO IMAGE toets op de interactieve display.
3
De optimale verkleinings- of vergrotingsfactor voor het gekozen
papierformaat zal automatisch worden ingesteld en op de
interactieve display worden afgebeeld.
Wanneer de plaatsingsrichting van de originelen en het
kopieerpapier niet overeenkomen, zal de volgorde mededeling
worden afgebeeld om aan te geven hoe de originelen geplaatst dienen
te worden.
DRAAI HET ORIGINEEL VAN NAAR .
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
4
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets (
5
Om de automatisch verkleinenfunctie of vergrotenfunctie te
annuleren, drukt u nogmaals op de AUTO IMAGE toets.
).
2-11
MENU 1 2
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
PAPIERFORMAAT
1.
2.
3.
KOPIEERFACTOR
A4 A3
B4
100%
AUTO
B4
DUPLEXEENHEID
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
X-Y ZOOM
100%
ZOOM
%
100
MENU
2
70%
81%
86%
BELICHTING PAPIERFORMAAT
A4A3A5
A4
B5B4A5
A4
A4A3B5
B4
141%
122%
115%
A5A4A4
A3
A5A4B5
B4
B5A3A4
B4
KOPIEERFACTOR
AUTO IMAGE
OK
1
AUTO
B4
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
50
%
200
%
25
%
400
%
100%
ZOOM
%
100
1 2
100%
OK
AUTO
B4
X-Y ZOOM MENU
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
AUTO IMAGE
AUTO
100%
ZOOM
%
115
2
70%
81%
86%
A4A3A5
A4
B5B4A5
A4
A4A3B5
B4
141%
122%
115%
A5A4A4
A3
A5A4B5
B4
B5A3A4
B4
OK
1
AUTO
A3
GEBRUIKSKLAAR.
X-Y ZOOM MENU
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
AUTO IMAGE
Handmatig kiezen
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Verkleinen/Vergroten/Zoom
MENU 1
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
Druk op de KOPIEERFACTOR toets op de interactieve display.
2
Druk op de stellen voor het kiezen van de kopieerfactor.
3
toets om menu 1 of menu 2 in te
MENU 2
2-12
MENU 1 A. De vaste-verkleiningsfactoren zijn: 86%, 81% en 70%. B. De vaste-vergrotingsfactoren zijn: 115%, 122% en 141%.
MENU 2
A. De vaste-verkleiningsfactoren zijn: 50% en 25%.
B. De vaste-vergrotingsfactoren zijn: 200% en 400%.
Druk op de verkleiningstoets, vergrotingstoets of ZOOM toetsen op de interactieve display om de
4
gewenste kopieerfactor in te stellen. De zoomfactoren zijn: iedere kopieerfactor tussen 25% en 400% kan worden ingesteld in stapjes van 1%.
Druk op een verkleiningstoets of een vergrotingstoets om de gewenste kopieerfactor bij benadering in te stellen en druk vervolgens op de zoomtoets om de kopieerfactor te verlagen of op de zoomtoets om de kopieerfactor te verhogen.
Om de horizontale en verticale kopieerfactoren afzonderlijk in te stellen, gebruikt u X-Y ZOOM. Zie bladzijde 3-2.
Om de kopieerfactor op 100% terug te stellen, drukt u op de 100% toets op de interactieve display.
De mededeling “HET KOPIEBEELD IS GROTER DAN HET KOPIEERPAPIER. kan worden afgebeeld, aangevende dat de
gekozen kopieerfactor te hoog is voor het gekozen papierformaat. Wanneer u echter toch op de START-toets ( , ) drukt, zal een kopie worden gemaakt.
Druk op de OK toets.
5
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
115%
KOPIEERFACTOR
1.
2.
3.
A4
A3
B4
131~280 g/m
2
TRANSPARANT
KWALITEIT
60~105 g/m
2
106~130 g/m
2
TRANSPARANT
SNEL
SOORT PAPIER
Druk op de PAPIERFORMAAT toets op de interactieve display en kies de papierlade met het gewenste
6
papierformaat.
Wanneer het PAPIERFORMAAT staat ingesteld op AUTO, zal
het toepasselijke formaat kopieerpapier automatisch worden
gekozen, afhankelijk van het origineelformaat en de gekozen
kopieerfactor.
Wanneer een papierlade niet op het gewenste papierformaat is
ingesteld, gebruikt u de handinvoer en drukt u op de
PAPIERFORMAAT toets op de interactieve display om de
handinvoer te kiezen.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
7
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
8
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Verkleinen/Vergroten/Zoom
2-13
SPECIAAL PAPIER (handinvoer)
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACT
SOORT PAPIER
A4
A3 B4
A4
60~105 g/m
2
106~130 g/m
2
131~280 g/m
TRANSPARANT
SNEL
TRANSPARANT
KWALITEIT
De handinvoer wordt gebruikt voor het kopiëren op transparanten en andere speciale papiersoorten. Maximaal 100 vellen standaard kopieerpapier kunnen in de handinvoer worden geplaatst.
Wanneer u op transparanten kopieert, zal het maximale beeldverlies 10 mm zijn
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Speciaal papier (handinvoer)
langs de voor- en achterranden van de kopieën, en 6 mm in totaal langs de andere randen van de kopieën. Transparanten moeten met de langste zijkant in de gleuf van de handinvoer worden gestoken.
Automatische dubbelzijdige kopieën kunnen niet gemaakt worden wanneer een niet-standaard papierformaat gebruikt wordt. Als een dubbelzijdige kopieerfunctie is gekozen en een niet-standaard formaat kopieerpapier wordt ingevoerd vanaf de handinvoer, zal automatisch de overeenkomende enkelzijdig kopieerfunctie worden gekozen nadat op één van de START-toetsen ( , ) is gedrukt.
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer. Open de handinvoer.
2
Stel de papiergeleiders van de handinvoer in op de breedte van het kopieerpapier.
3
Zorg ervoor dat u de handinvoer uittrekt wanneer u kopieerpapier groter dan A4-formaat invoert.
Als de instelling van de papiergeleiders van de handinvoer breder is dan het kopieerpapier, kan de binnenkant van het kopieerapparaat vuil worden, waardoor vegen op de kopieën ontstaan.
Steek het kopieerpapier helemaal in de handinvoer.
4
Speciale papiersoorten, behalve SHARP aanbevolen transparanten, moeten vel-voor-vel worden ingevoerd. Meerdere vellen SHARP aanbevolen transparanten kunnen tegelijkertijd in de handinvoer worden geplaatst.
Maximaal 100 vellen standaard kopieerpapier van A6-formaat tot en met A3W-formaat kunnen in de handinvoer worden geplaatst.
Voor automatisch dubbelzijdig kopiëren op A5-formaat kopieerpapier, steekt u de langste zijkant van het kopieerpapier dat moet worden ingevoerd in de gleuf van de handinvoer.
A6-formaat kopieerpapier moet met de kortste zijkant in de gleuf van de handinvoer worden gestoken en moet vel-voor-vel worden ingevoerd.
Wanneer u kopieerpapier wilt toevoegen, verwijdert u eerst het resterende kopieerpapier, vervolgens combineert u dit met het toe te voegen kopieerpapier en tenslotte herplaatst u dit als één stapel in de handinvoer.
2-14
Druk op de PAPIERFORMAAT toets op de interactieve display en kies vervolgens de gewenste soort papier in
5
het handinvoer-gedeelte.
U kunt kiezen uit 60~105 g/m2” ( “NORM.PAPIER), “106~130 g/m2” (ZWAAR PAPIER1), 131~280 g/m2” (“ZWAAR PAPIER2”), TRANSPARANT SNEL modus of TRANSPARANT KWALITEIT modus.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
6
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
7
SPECIAAL PAPIER (handinvoer)
1 2
1 2
3 4
3 4
1 2
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACT
SOORT PAPIER
A4
A3 B4
A4
60~105 g/m
2
106~130 g/m
2
131~280 g/m
TRANSPARANT
SNEL
TRANSPARANT
KWALITEIT
Dubbelzijdig kopiëren met behulp van de handinvoer
Dubbelzijdige kopieën kunnen handmatig gemaakt worden met behulp van de handinvoer.
Plaats het eerste origineel met de te kopiëren kant naar beneden gericht op de glasplaat en maak een kopie.
1
Bij het kopiëren van de eerste kant van de kopie kan kopieerpapier
uit iedere papierinvoerbron gebruikt worden.
Verwijder het eerste origineel en plaats het tweede origineel met de te kopiëren kant naar beneden gericht
2
op de glasplaat.
Zorg ervoor dat het eerste en het tweede origineel in dezelfde
richting op de glasplaat worden geplaatst.
Wanneer een los verkrijgbare origineelinvoer wordt gebruikt,
moeten de originelen één voor één worden ingevoerd.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Speciaal papier (handinvoer)
Draai de eerste kopie om, van de voorkant op de achterkant, zonder de bovenrand/onderrand oriëntatie
3
te veranderen en plaats deze vervolgens in de handinvoer.
Zorg ervoor dat u de kopieën vel-voor-vel invoert.
Druk op de PAPIERFORMAAT toets en kies vervolgens de gewenste soort papier in het handinvoer-gedeelte.
4
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets (
5
).
2-15
AFSTELLEN VAN DE BELICHTING
AUTO AU
BELICHTING
De belichtingsfunctie moeten worden gekozen aan de hand van het soort originelen dat wordt gekopieerd: TEKST/AFGED.FOTO, TEKST, TEKST/FOTO, FOTO, AFGEDRUKTE FOTO of MAP. (Zie de voorbeelden op bladzijde 4 om het effect op het kopiebeeld te zien afhankelijk van de AFSTELLEN VAN DE BELICHTING.) Als het origineel van het soort TEKST/AFGED.FOTO, TEKST of TEKST/FOTO is, kan
HOOFDSTUK2
de belichting automatisch of handmatig worden ingesteld. Als het origineel van het soort FOTO, AFGEDRUKTE FOTO of MAP is, kan de belichting alleen handmatig worden ingesteld. Als de KOPIE-VAN-KOPIE functie is gekozen, kan alleen TEKST/AFGED.FOTO, TEKST en AFGEDRUKTE FOTO als belichtingsfunctie worden ingesteld en kunnen deze alleen handmatig worden ingesteld. Als de KLEUR VERBETERING-functie is ingesteld, zullen kleurkopieën levendiger zijn. De standaardinstelling op dit kopieerapparaat van het soort origineel is TEKST/
KOPIËREN Afstellen van de belichting
AFGED.FOTO.
Als u een kleurenorigineel kopieert in de zwart-witkopieerfunctie met tekst op een gekleurde achtergrond, kan de tekst onduidelijk worden gekopieerd. Vraag uw key-operator de instelling van het key-operator-programma Voorscannen bij z­w kopieerfunctie uitschakelen (zie bladzijde 8-21) te controleren. Als het voorscannen wordt ingeschakeld, is het mogelijk dat de tekst duidelijker wordt gekopieerd.
Automatisch
Dit is de standaardinstelling van het kopieerapparaat. In deze functie worden de karakteristieken van het origineel door het belichtingssysteem “afgelezen” en worden afstellingen in de belichting automatisch gemaakt. Hierdoor wordt het contrast van de gekopieerde beelden geoptimaliseerd.
Soort origineel
TEKST/AFGED.FOTO:
Deze belichtingsfunctie biedt het beste resultaat bij het kopiëren van originelen waarop zowel tekst als afgedrukte fotos staan.
TEKST:
Deze belichtingsfunctie is handig voor het donkerder maken van zeer lichte delen van een origineel, of het lichter maken van zeer donkere achtergronden van een origineel.
TEKST/FOTO:
Deze belichtingsfunctie biedt het beste resultaat bij het kopiëren van originelen waarop zowel tekst als fotos staan.
AFGEDRUKTE FOTO:
Deze belichtingsfunctie is handig voor het kopiëren van reeds afgedrukte fotos.
FOTO:
Deze belichtingsfunctie biedt het beste resultaat bij het kopiëren van fotos met fijne details.
MAP:
Deze belichtingsfunctie biedt de beste schaduwarcering en nauwkeurige details die op de meeste wegenkaarten voorkomen.
KOPIE-VAN-KOPIE:
Deze belichtingsfunctie biedt de beste resultaten voor originelen zoals gekopieerde tekst of gekopieerde foto's. Als het aankruisvakje is aangekruist, worden alleen de Tekst/Afged.Foto, Tekst en Afgedrukte Foto functietoetsen op de interactieve display afgebeeld en kan de belichting alleen handmatig worden ingesteld.
2-16
AFSTELLEN VAN DE BELICHTING
AUTO
BELICHTING PAPI
AUTO
TEKST/FOTOTEKST/FOTO
TEKST/
AFGED.FOTO
AFGEDRUKTE
FOTO
KOPIE­VAN-KOPIE
FOTO
MAP
BELICHTING
AUTO
HANDMATIG
PAPIERFORMAAT
100%
OK
AUTO
A4
KOPIEERFACTO
KLEUR VERBETERING
1...3...5
VERBETERING
TEKST
AFGED
AFGED
FO
KOP VAN
AUTO
HANDMATIG
AUTO
1...3...5
KLEUR VERBETERING
TEKST/FOT
TEKST/
AFGED.FOT
AFGEDRUKT
FOTO
KOPIE­VAN-KOP
BELICHTING
AUTO
HANDMATIG
PAPIERFORMAA
AUTO
A4
1...3...5
RFUNCTIE
Druk op de BELICHTING toets op de interactieve display.
1
Kies “TEKST/AFGED.FOTO”, “TEKST”, “TEKST/FOTO”, AFGEDRUKTE FOTO, FOTO of MAP afhankelijk
2
van het soort origineel.
Als u een kopie maakt van een kopie die is gemaakt door AR-
C330 krijgt u het beste resultaat door het aankruisvakje KOPIE-
VAN-KOPIE aan te kruisen en vervolgens de meest toepasselijke
instelling te kiezen afhankelijk van de samenstelling van het
origineelbeeld.
Nadat u het KOPIE-VAN-KOPIE aankruisvakje hebt aangekruist,
kan TEKST/AFGED.FOTO, TEKST of AFGEDRUKTE
FOTO worden gekozen.
Als de KLEUR VERBETERING-functie is ingesteld, zullen
kleurenkopieën levendiger zijn. KLEUR VERBETERING en
KOPIE-VAN-KOPIE kunnen niet tegelijkertijd worden gekozen.
De KLEUR VERBETERING-functie kan niet worden gekozen in
de enkel-kleurfunctie. Deze functie kan echter gebruikt worden
in de RGB-instelfunctie.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Afstellen van de belichting
Als “TEKST/AFGED.FOTO”, “TEKST” of “TEKST/FOTO” is gekozen in bedieningsstap 2, kiest u AUTO of
3
HANDMATIG.
Als het KOPIE-VAN-KOPIE aankruisvakje is aangekruist, wordt
de belichtingsfunctie automatisch ingesteld op HANDMATIG”.
Als voor handmatige instelling is gekozen, drukt u op de
4
en toetsen om de belichting van de kopie al
naar gelang gewenst in te stellen.
2-17
WERKPROGRAMMA’S
OPSLAAN/OPHEFFEN
OPROEPEN
WERKPROGRAMMA
OPROEPEN
DRUK OP HET WERKPROGRAMMANUMMER.
VERLATEN
OPSLAAN/OPHEFFEN
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
MAAK DE KOPIEERINSTELLINGEN EN DRUK OP [OK].
OK
CANCEL
A4
A3 B4
AUTO
A4
DUPLEXEENHEID
Veelvuldig gebruikte kopieerinstellingen kunnen als een werkprogramma in een van de negen geheugenplaatsen worden opgeslagen. Dit is handig voor het snel oproepen van een set kopieerinstellingen zonder dat tijdverlies optreedt als gevolg van het opnieuw maken van dezelfde kopieerinstellingen voor een kopieeropdracht.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Werkprogramma
Alle functies die in de kopieerapparaat-modus kunnen worden ingesteld, behalve het aantal te maken kopieën, kunnen in een werkprogramma worden opgeslagen.
Wanneer een functie die in een werkprogramma is opgeslagen wordt veranderd met behulp van een key-operator-programma, zal de voorgaande instelling van de functie vervangen worden door de instelling die in het key-operator-programma is gemaakt.
★★
KEY-OPERATOR Het opslaan/opheffen van een werkprogramma kan worden
★★
uitgeschakeld. Zie bladzijde 8-19.
Opslaan van een werkprogramma
Druk op de PROGRAMMA-toets ( ).
1
Het WERKPROGRAMMA-scherm zal op de interactieve display worden afgebeeld.
s
Druk op de OPSLAAN/OPHEFFEN toets op de interactieve display.
2
Om de WERKPROGRAMMA-functie te annuleren, drukt u op de VERLATEN toets of op de TERUGSTEL-toets (CA).
Kies een vrij werkprogrammanummer van 1 tot en met 9 op de interactieve display.
3
De oplichtende nummers zijn geheugenplaatsen waaronder reeds werkprogrammas zijn opgeslagen.
Wanneer op een programmanummer wordt gekozen waaronder reeds een werkprogramma is geregistreerd, zal ter bevestiging van uw keuze een mededeling worden afgebeeld. Om een opgeslagen werkprogramma te vervangen door een nieuw werkprogramma, drukt u op de OPSLAAN toets en gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
Om het vervangen te stoppen, drukt u op de UITSCHAKELEN toets.
2-18
Maak alle kopieerinstellingen die u wilt opslaan.
4
OPMERKING:
Wanneer u kleurbalansinstellingen opslaat, zorgt u ervoor de instellingen te maken voordat u in bedieningsstap 1 op de PROGRAMMA-toets ( ) drukt, omdat u geen voorbeeldkopieën meer kunt maken nadat u op de PROGRAMMA-toets ( ) hebt gedrukt.
Druk op de OK toets om de kopieerinstellingen op te slaan.
5
WERKPROGRAMMA’S
WERKPROGRAMMA
OPROEPEN
DRUK OP HET WERKPROGRAMMANUMMER.
VERLATEN
OPSLAAN/OPHEFFEN
WERKPROGR MM
WERKPROGRAMMA IS REEDS OPGESLAGEN. ANDER WERKPROGRAMMA OPSLAAN? OF OPHEFFEN?
UITSCHAKELEN OPHEFFEN OPSLAAN
OPROEPEN
DRUK OP HET WERKPROGRAMMANUMMER.
OPSLAAN/OPHEFFEN
WERKPROGRAMMA
OPSLAAN/OPHEFFEN
OPROEPEN
DRUK OP HET WERKPROGRAMMANUMMER.
VERLATEN
WERKPROGRAMMA
OPSLAAN/OPHEFFEN
OPROEPEN
DRUK OP HET WERKPROGRAMMANUMMER.
VERLATEN
Opheffen van een vastgelegd werkprogramma
Voer de bedieningsstappen 1 en 2 van Opslaan van een werkprogramma op de voorgaande bladzijde uit. (1.
1
Druk op de PROGRAMMA-toets ( ). 2. Druk op de OPSLAAN/OPHEFFEN toets.)
Voer het geheugenplaatsnummer in van het op te heffen werkprogramma.
2
Zorg ervoor dat u een geheugenplaatsnummer invoert waaronder
een werkprogramma is opgeslagen. Wanneer u een vrij
geheugenplaatsnummer invoert, zal de bediening onder Opslaan
van een werkprogramma worden uitgevoerd.
Druk op de OPHEFFEN toets of op deUITSCHAKELEN toets.
3
Als u op de OPHEFFEN toets drukt, zal het werkprogramma uit
de geheugenplaats worden gewist.
Druk op de UITSCHAKELEN toets om het werkprogramma te
bewaren.
Druk op de VERLATEN toets om de werkprogrammafunctie te verlaten.
4
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Werkprogramma
s
Oproepen van een werkprogramma
Druk op de PROGRAMMA-toets ( ).
1
2
Het werkprogrammascherm zal op de interactieve display worden
afgebeeld.
De oplichtende nummers zijn geheugenplaatsen waaronder
werkprogrammas zijn opgeslagen.
Kies een vastgelegd programmanummer van 1 tot en met 9 op de interactieve display.
Alle in het werkprogramma opgeslagen kopieerinstellingen zullen
op de interactieve display worden afgebeeld.
De opgeroepen kopieerinstellingen kunnen voor een bepaalde
kopieeropdracht worden veranderd, echter enige aangebrachte
veranderingen zullen niet in het werkprogramma in het geheugen
worden opgeslagen. Om de nieuwe kopieerinstellingen op te
slaan, voert u de procedure onder Opslaan van een
werkprogramma uit.
2-19
ONDERBREKEN VAN EEN KOPIEEROPDRACHT
De onderbrekingsfunctie kan worden gebruikt voor het tijdelijk stoppen van een lange kopieeropdracht zodat een korte kopieeropdracht tussendoor kan worden gedaan.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Onderbreken van een kopieeropdracht
Dubbelzijdig kopiëren kan niet worden onderbroken.
Tijdens het onderbrekend kopiëren kan dubbelzijdig kopiëren, sorteren, groeperen, sorteren/nieten en staffelen niet worden gekozen. Tevens kan een werkprogramma niet worden opgeroepen.
Druk op de ONDERBREKING-toets ( ).
1
Wanneer de los verkrijgbare origineelinvoer wordt gebruikt, zal het kopieerapparaat stoppen nadat het kopiëren van enig origineel dat in de origineelinvoer is ingevoerd is voltooid. De ONDERBREKING-indicator zal knipperen totdat het kopieerapparaat stopt.
Nadat het kopieerapparaat is gestopt zal deze terugkeren naar de standaardinstellingen en zal de ONDERBREKING-indicator oplichten. Vanaf dit moment is het kopieerapparaat klaar voor het onderbrekend kopiëren.
Wanneer de accountregeling van dit kopieerapparaat in gebruik is, zal de mededeling voor het invoeren van het accountnummer worden afgebeeld. Voer uw accountnummer in met behulp van de cijfertoetsen. Het aantal kopieën van de onderbrekende kopieeropdracht zal voor rekening van dit accountnummer komen.
Nadat het kopieerapparaat is gestopt, verwijdert u de originelen en plaatst u de originelen van de
2
onderbrekende kopieeropdracht op de glasplaat of in de origineellade van de los verkrijgbare origineelinvoer.
2-20
Maak de gewenste beschikbare kopieerinstellingen.
3
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets (
4
Nadat de onderbrekende kopieeropdracht voltooid is, drukt u nogmaals op de ONDERBREKING-toets ( ) om
5
de onderbrekingsfunctie uit te schakelen en verwijdert u de originelen van de onderbrekende kopieeropdracht.
Het kopieerapparaat zal automatisch de kopieerinstellingen die werden gebruikt voordat voor de eerste keer op de ONDERBREKING-toets ( display instellen.
Herplaats de originelen van de onderbroken kopieeropdracht en druk op de KLEURENKOPIE START-
6
toets (
) om het kopiëren te hervatten.
(
) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets
) werd gedrukt op de interactieve
).
HOOFDSTUK 3
SPECIALE FUNCTIES
Dit hoofdstuk beschrijft de speciale kopieerfuncties, waaronder de verschillende beeldbewerkingsfuncties die mogelijk zijn geworden door digitale beeldbewerkingstechnologie.
●●
●●
X-Y ZOOM ....................................... 3-2
●●
●●
KANTLIJNVERSCHUIVING .......................... 3-4
●●
●●
WISSEN ........................................ 3-6
●●
●●
BOEKKOPIE ..................................... 3-8
●●
●●
CENTREREN .................................... 3-10
●●
●●
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN ................... 3-12
●●
●●
OMSLAGEN .................................... 3-14
●●
●●
KLEURINSTELLINGEN ............................ 3-16
RGB instelling ................................... 3-16
Scherpte ....................................... 3-18
Achtergrond-onderdrukking .......................... 3-20
Kleurbalans instellen ............................... 3-22
Helderheid/intensiteit/contrast ........................ 3-24
●●
●●
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES ..................... 3-26
Enkele kleur ..................................... 3-26
Neg./pos. omkering ................................ 3-28
Spiegelbeeld .................................... 3-30
Fotoherhaling .................................... 3-32
A3 volbeeld ..................................... 3-34
Multi-vel vergroting ................................ 3-36
Extra formaat .................................... 3-38
HOOFDSTUK3
Blz.
3-1
HOOFDSTUK3
Origineel Kopie
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
X-Y ZOOM
STOPPEN
X
Y
100%
ZOOM
100
100
% %
OK
70
%
64
%
50
%
141
%
200
%
400
%
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
100%
KOPIEERFACTOR
A4
AUTO
X-Y ZOOM
10
ZOO
MENU
70%
81%
BELICHTING PAPIERF
A4A3A5
A4
B5B45
A4
AUTO
GEBRUIKSKL R.
AUTO
X-Y ZOOM
X
Y
100%
ZOOM
100
100
% %
OK
70
%
64
%
50
%
141
%
200
%
400
%
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
STOPPEN
AUTO
A4
SPECIALE FUNCTIES X-Y zoom
X-Y ZOOM
De X-Y ZOOM-functie stelt u in staat de horizontale en verticale kopieerfactoren afzonderlijk in te stellen. Wanneer deze functie is gekozen, kunnen kopieerfactoren worden ingesteld tussen 25% en 400%.
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
3-2
Druk op de KOPIEERFACTOR toets op de interactieve display.
2
Druk op de X-Y ZOOM toets.
3
Het volgende scherm zal op de interactieve display worden afgebeeld.
Druk op de verkleiningstoets, vergrotingstoets of ZOOM toetsen (
4
de horizontale richting (X) te veranderen.
Druk op een verkleiningstoets of op een vergrotingstoets om de kopieerfactor bij benadering in te stellen en druk vervolgens op de zoomtoets om de kopieerfactor te verlagen of op de zoomtoets om de kopieerfactor te verhogen.
en ) om de kopieerfactor voor
Y
X
X-Y ZOOM
X
Y
100%
ZOOM
50
100
% %
GEBRUIKSKL R.
AUTO
X-Y ZOOM
X
Y
ZOOM
50
100
70
%
64
%
50
%
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
% %
100%
STOPPEN
AUTO
A4
OK
141
%
200
%
400
%
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
X-50% Y-70%
KOPIEERFACTOR
1.
2.
3.
A4
A3 B4
131~280 g/m
2
TRANSPARANT
KWALITEIT
TRANSPARANT
SNEL
60~105 g/m
2
106~130 g/m
2
SOORT PAPIER
Druk op de
5
6
De kopieerfactor voor de verticale (Y) richting licht op.
Druk op de verkleiningstoets, vergrotingstoets of ZOOM toetsen ( en ) om de kopieerfactor voor de verticale richting (Y) te veranderen.
Om de kopieerfactor voor de horizontale richting nogmaals te
veranderen, drukt u op de
De mededeling HET KOPIEBEELD IS GROTER DAN HET
KOPIEERPAPIER. kan worden afgebeeld, aangevende dat de
gekozen kopieerfactor te hoog is voor het gekozen papierformaat.
Wanneer u echter toch op de START-toets ( , ) drukt,
zal een kopie worden gemaakt.
Druk op de OK toets.
toets.
toets.
7
Druk op de PAPIERFORMAAT toets op de interactieve display en kies de papierlade met het gewenste
8
papierformaat.
Wanneer de automatische papierformaat-keuzefunctie in gebruik
is, zal het toepasselijke formaat kopieerpapier automatisch
worden gekozen, afhankelijk van het origineelformaat en de
gekozen kopieerfactor.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES X-Y zoom
9
10
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
Om de X-Y ZOOM-functie te annuleren, drukt u op de STOPPEN
toets of drukt u nogmaals op de X-Y ZOOM toets, net als in
bedieningsstap 3.
3-3
KANTLIJNVERSCHUIVING
Utökad marginal
Kopia
Original
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
De kantlijn wordt hier vergroot.
De kantlijn wordt hier vergroot.
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
(Standaardinstelling: het beeld wordt naar rechts verschoven.)
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Kantlijnverschuiving
De KANTLIJNVERSCHUIVING-functie, in de standaardinstelling, verschuift het beeld op enkelzijdige kopieën en op de voorkant van dubbelzijdige kopieën naar rechts. Het beeld wordt naar links verschoven op de achterkant van dubbelzijdige kopieën. De richting van de kantlijnverschuiving kan worden verandert naar links of rechts volgens de procedure beschreven in bedieningsstap 4 op de volgende bladzijde.
De standaardinstelling voor de breedte van de kantlijnverschuiving is 10 mm, maar kan veranderd worden van 0 mm tot 20 mm, in stapjes van 1 mm.
★★
KEY-OPERATOR De standaardinstelling voor de kantlijnverschuiving kan
★★
veranderd worden van 0 mm tot 20 mm, in stapjes van 1 mm. Zie bladzijde 8-11.
OPMERKING: De voorkant en de achterkant van de kopie worden op de interactieve display aangeduid met respectievelijk KANT 1 en KANT 2.
Plaats een origineel op de glasplaat of in de origineellade van de los verkrijgbare origineelinvoer.
1
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-4
KANTLIJNVERSCHUIVING
GEBRUIKSKLAAR.
KANTLIJNVERSCHUIVING
STOPPEN
KANT 1 KANT 2
RECHTS LINKS
OK
OK
10
(0~20) mm
10
(0~20) mm
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
KANTLIJNVERSCHUIVING
STOPPEN
KANT 1
10
RECHTS LINKS
(0~20) mm
OK OK
KANT 1
KANT 1
10
RECHTS LINKS
(0~20) mm
Druk op de KANTLIJNVERSCHUIVING toets op de interactieve display.
3
Het KANTLIJNVERSCHUIVING-instelscherm zal op de
interactieve display worden afgebeeld.
HOOFDSTUK3
Kies de richting van de kantlijnverschuiving.
4
Kies RECHTS of LINKS op de interactieve display. De
gekozen richting van de kantlijnverschuiving licht op.
Kies de gewenste breedte van de kantlijnverschuiving met behulp van de toets en toets.
5
Druk op de bovenste OK toets op de interactieve display.
6
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en druk
op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-
7
WITKOPIE START-toets ( ).
Om de KANTLIJNVERSCHUIVING-functie te annuleren, kiest u
nogmaals de KANTLIJNVERSCHUIVING-functie en drukt u op
de STOPPEN toets.
SPECIALE FUNCTIES Kantlijnverschuiving
3-5
WISSEN
A B
A B
A
A
A B
A B
GEBRUIKSKLAAR.
WISSEN
STOPPEN
OK
OK
10
(0~20) mm
RANDWISSEN
MIDDENWISSEN RANDWISSEN +
MIDDENWISSEN
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR- INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
(Origineel) (Kopie)
Randwissen
Middenwissen
HOOFDSTUK3
Randwissen en middenwissen
SPECIALE FUNCTIES Wissen
De WISSEN-functie kan worden gebruikt voor het wissen van schaduwen langs de randen en het midden van kopieën, zoals aangegeven in de afbeeldingen, die worden veroorzaakt wanneer dik papier, boeken of ingebonden documenten als origineel worden gebruikt. U kunt kiezen uit drie instellingen voor de WISSEN-functie: RANDWISSEN, MIDDENWISSEN en RAND+MIDDENWISSEN.
De standaardinstelling van de te wissen breedte is 10 mm, maar kan veranderd worden van 0 mm tot 20 mm, in stapjes van 1 mm.
★★
KEY-OPERATOR De standaardinstelling van de te wissen breedte bij
★★
randwissen en middenwissen kan veranderd worden. Zie bladzijde 8-11.
Plaats een origineel op de glasplaat of in de origineellade van de los verkrijgbare origineelinvoer.
1
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de WISSEN toets op de interactieve display.
3
Het WISSEN-instelscherm zal op de interactieve display worden afgebeeld.
3-6
Kies de gewenste wissenfunctie.
WISSEN
STOPPEN
10
OK
OK
(0~20) mm
RANDWISSEN
MIDDENWISSEN RANDWISSEN +
MIDDENWISSEN
WISSEN
STOPPEN
10
OK
OK
(0~20) mm
RANDWISSEN
MIDDENWISSEN RANDWISSEN +
MIDDENWISSEN
10
OK
OK
(0~20) mm
STOPPEN
4
Kies RANDWISSEN”, MIDDENWISSEN of
RANDWISSEN+MIDDENWISSEN op de interactieve display.
De gekozen wissenfunctie zal oplichten.
Stel indien gewenst de breedte van het randwissen en/ of middenwissen in.
5
De te wissen breedte kan ingesteld worden tussen 0 mm en 20
mm, in stapjes van 1 mm.
WISSEN
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Wissen
Druk op de bovenste OK toets op de interactieve display.
6
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en druk op de KLEURENKOPIE START-toets (
7
ZWART-WITKOPIE START-toets (
Om de WISSEN-functie te annuleren, kiest u nogmaals de
WISSEN-functie en drukt u op de STOPPEN toets.
).
) of op de
3-7
HOOFDSTUK3
Kopieën
Origineel
A4
Origineelformaatmarkering
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
SPECIALE FUNCTIES Boekkopie
BOEKKOPIE
1
Met de BOEKKOPIE-functie kunt u twee afzonderlijke kopieën van een op de glasplaat geplaatste ingebonden origineel maken. Dit is bijzonder handig bij het kopiëren van boeken of andere ingebonden originelen. Deze functie kan gebruikt worden in de enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie.
Plaats het ingebonden origineel op de glasplaat met het midden van de twee bladzijden uitgelijnd met de origineelformaatmarkering voor A4 . Sluit de origineelklep.
Plaats de bladzijde die het eerst gekopieerd dient te worden aan de linkerkant van de glasplaat.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de BOEKKOPIE toets op de interactieve display.
3
De BOEKKOPIE toets licht op.
A4-formaat kopieerpapier zal automatisch worden gekozen. Wanneer A4-formaat kopieerpapier niet is bijgevuld, kan het
kopiëren worden uitgevoerd met behulp van een ander papierformaat.
Voor het maken van een inbindkantlijn op de kopie, drukt u op de KANTLIJNVERSCHUIVING toets. Zie bladzijde 3-4.
Voor het wissen van schaduwranden als gevolg van het inbinden van het origineel, gebruikt u de RANDWISSEN-functie. Zie bladzijde 3-6.
De MIDDENWISSEN-functie is niet beschikbaar in de BOEKKOPIE-functie.
3-8
BOEKKOPIE
BOEKKOPIE
OK
AUTO
100%
A4
A3 B4
AUTO
A4
DUPLEXEENHEID
Druk op de OK toets.
4
Verzekert u ervan dat de gewenste papierlade is gekozen.
5
HOOFDSTUK3
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
6
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
7
Om de BOEKKOPIE-functie te annuleren, drukt u nogmaals op
de “BOEKKOPIE” toets op het SPECIALE FUNCTIES-scherm.
SPECIALE FUNCTIES Boekkopie
3-9
HOOFDSTUK3
Kopie
Origineel
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
1.
2.
3.
A4
A3 B4
131~280 g/m
2
60~105 g/m
2
106~130 g/m
2
TRANSPARANT
SNEL
TRANSPARANT
KWALITEIT
SOORT PAPIER
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
SPECIALE FUNCTIES Centreren
CENTREREN
Wanneer het origineel en het kopieerpapier een verschillend formaat hebben, wordt de CENTREREN-functie gebruikt om het beeld in zijn geheel naar het midden van het kopieerpapier te verschuiven. Het beeld wordt alleen in de links-rechts richting verschoven, niet in de boven-beneden richting.
Deze functie kan zowel worden gebruikt om een groter origineelbeeld te verkleinen en dit te centreren op een kopie van een kleiner papierformaat, als om een kleiner origineelbeeld te centreren op een kopie van een groter papierformaat. Deze functie zal niet werken wanneer niet-standaard formaat originelen of kopieerpapier wordt gebruikt. Deze functie kan niet worden gekozen wanneer u een kopieerfactor hoger dan 100% hebt ingesteld.
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
Druk op de PAPIERFORMAAT toets op de interactieve display en kies de papierlade met het gewenste
2
papierformaat.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
3
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-10
CENTREREN
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
WISSEN
BOEKKOPIE
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
Druk op de CENTREREN toets op de interactieve display.
4
De CENTREREN toets licht op.
Druk op de OK toets.
5
HOOFDSTUK3
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
6
de cijfertoetsen.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
7
Om de CENTREREN-functie te annuleren, drukt u nogmaals op
de CENTREREN toets op het SPECIALE FUNCTIES
menuscherm.
SPECIALE FUNCTIES Centreren
3-11
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
2
3
4
Originelen
(enkelzijdig)
Originelen
(dubbelzijdig)
Insteekvellen
4
3
2
1
4
1
2
3
1
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Transparant-insteekvellen
De TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN-functie wordt gebruikt om bij het kopiëren op transparanten achter iedere transparant een blanco insteekvel te plaatsen.
In geen enkele kopieerfunctie kan op de insteekvellen worden gekopieerd.
Deze functie kan alleen in de enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie en de dubbelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie worden gekozen.
In deze functie kunt u niet meervoudige kopieën instellen.
De transparanten moeten vanaf de handinvoer worden ingevoerd.
De insteekvellen moeten van hetzelfde formaat zijn als de transparanten.
Voor de beste resultaten gebruikt u SHARP aanbevolen transparanten.
3-12
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN toets op de interactieve display.
3
De TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN toets licht op.
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
BOEKKOPIE
OK
ORIGINEEL
TRANSP. S
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A4
A4
A4
A3 B4
AUTO
A4
DUPLEXEENHEID
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
1.
2.
3.
A4
A3 B4
131~280 g/m
2
TRANSPARANT
KWALITEIT
60~105 g/m
2
106~130 g/m
2
SOORT PAPIER
TRANSPARANT
SNEL
Druk op de OK toets.
4
Plaats de transparanten in de handinvoer.
5
Steek de langste zijkant van het transparant dat moet worden ingevoerd in de gleuf van de handinvoer.
HOOFDSTUK3
Druk op de "PAPIERFORMAAT" toets op de interactieve display en selecteer de transparant die in de handinvoer
6
is geplaatst.
Druk op de TRANSPARANT SNEL" modus of "TRANSPARANT KWALITEIT" modus toets voor de transparant. De TRANSPARANT SNEL" modus is voor snel afdrukken. De TRANSPARANT KWALITEIT" modus is voor een afdrukbeeld van hoge kwaliteit.
Controleer dat in de papierlade die is gekozen voor de insteekvellen papier is bijgevuld van hetzelfde formaat
7
en met dezelfde plaatsingsrichting als de transparanten.
SPECIALE FUNCTIES Transparant-insteekvellen
Maak alle andere kopieerinstellingen en druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-
8
WITKOPIE START-toets ( ).
Nadat het kopiëren klaar is, verwijdert u de overgebleven transparanten vanaf de handinvoer.
Om de TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN toets op het SPECIALE FUNCTIES-sherm.
3-13
HOOFDSTUK3
Omslagen
VUL OMSLAGEN BIJ IN DE HANDINVOER.
OMSLAGEN
VOOROMSLAG
ACHTEROMSLAG VOOROMSLAG +
ACHTEROMSLAG
JA
NEE
AFDRUK OP VOOROMSLAG?
STOPPEN
OK
OK
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
UITVOER
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
SPECIALE FUNCTIES
SPECIALE FUNCTIES Omslagen
OMSLAGEN
De OMSLAGEN-functie wordt gebruikt voor het invoeren van omslagen aan de voorzijde, achterzijde, of zowel de voor- als achterzijde van originelen die uit meerdere paginas bestaan.
Om de OMSLAGEN-functie te kunnen gebruiken moet een los verkrijgbare RADF zijn aangebracht.
Kopiëren op vooromslagen is mogelijk, maar alleen op de voorzijde, zelfs in de enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie en in de dubbelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie. De achterzijde van het origineel dat als omslag bestemd is, zal niet worden gekopieerd.
Kopiëren op achteromslagen is niet mogelijk, niet op de voorzijde en niet op de achterzijde.
Omslagen dienen vanaf de handinvoer ingevoerd te worden een dienen van hetzelfde formaat te zijn als het kopieerpapier dat voor het kopiëren van de originelen gebruikt wordt.
Wanneer de OMSLAGEN-functie is gekozen, zal de ononderbroken­invoerfunctie van de RADF altijd uit staan.
Plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare origineelinvoer.
1
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets en kies indien noodzakelijk de gewenste dubbelzijdige
2
kopieerfunctie. Druk op de OK toets om het DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-keuzescherm te sluiten.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
3
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de OMSLAGEN toets op de interactieve display.
4
Het OMSLAGEN-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-14
OMSLAGEN
OMSLAGEN
VOOROMSLAG
ACHTEROMSLAG VOOROMSLAG +
ACHTEROMSLAG
JA
NEE
AFDRUK OP VOORO
STOPPEN
O
O
JA
NEE
AFDRUK OP VOOROMSLAG?
STOPPEN
OK
OK
OK
OK
Kies de plaatsing van de omslagen.
5
Kies VOOROMSLAG”, ACHTEROMSLAG of
VOOROMSLAG+ACHTEROMSLAG op de interactieve
display.
Kies of op de vooromslagen gekopieerd moet worden of niet.
6
Kies JA of NEE op de interactieve display. Wanneer JA is
gekozen, zal het eerste origineel op de voorzijde van het
vooromslag worden gekopieerd.
Wanneer ACHTEROMSLAG” is gekozen in bedieningsstap 5,
is deze keuze niet noodzakelijk.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Omslagen
Druk op de bovenste OK toets.
7
Plaats de omslagen in de handinvoer en let erop dat de omslagen van hetzelfde formaat zijn als het
8
kopieerpapier.
De mededeling KIES HET PAPIER VOOR DE HANDINVOER.
zal worden afgebeeld als 60~105 g/m2” (“NORM.PAPIER”),
106~130 g/m2” (“ZWAAR PAPIER1) of 131~280 g/m2”
(ZWAAR PAPIER2) niet is gekozen.
Kies de papiersoort voor de handinvoer.
9
Transparanten kunnen niet worden gekozen als omslagen.
De START-indicators ( ) lichten op.
10
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen en druk op de KLEURENKOPIE
START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START­toets ( ).
Om de OMSLAGEN-functie te annuleren, kiest u nogmaals de
OMSLAGEN-functie en drukt u op de STOPPEN toets.
3-15
KLEURINSTELLINGEN
CONTRAST
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES KLEURINSTELLINGEN
RGB INSTELLING
KLEURBALANS INSTELLEN
HELDERHEID INTENSITEIT
SCHERPTE
ACHTERGROND­ONDERDRUKKING
OK
OK
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
De kleurinstelfuncties omvatten de volgende functies:
RGB instelling: Versterkt of verzwakt een van de drie primaire kleuren, rood (R), groen (G) en blauw (B).
Scherpte: Maakt de beeldcontouren hard of zacht.
Achtergrond-onderdrukking: Onderdrukt het kopiëren van lichte achtergronden.
Kleurbalans instellen: Stelt de kleur, tint en donkerte van kleurenkopieën in.
Helderheid/intensiteit/contrast: Stellen het niveau van de helderheid, de intensiteit of het contrast van de beelden in.
HOOFDSTUK3
RGB INSTELLING
SPECIALE FUNCTIES Kleurinstellingen
Deze functie kan worden gebruikt om de drie primaire kleuren, rood (R), groen (G) en blauw (B) te versterken of te verzwakken. Als een tweede primaire kleur wordt ingesteld, zal de instelling van de eerste primaire kleur verloren gaan. Slechts één primaire kleur kan tegelijkertijd worden ingesteld. (Zie de voorbeelden op bladzijde 5 om het effect op het kopiebeeld te zien afhankelijk van de RGB instelling.)
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de KLEURINSTELLINGEN toets op de interactieve display.
3
Het KLEURINSTELLINGEN-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-16
KLEURINSTELLINGEN
-2 · -1 · · 0 · · 1 · 2
KLEURBALANS INSTELLEN
CONTRAST
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES KLEURINSTELLINGEN
RGB INSTELLING
HELDERHEID INTENSITEIT
SCHERPTE
ACHTERGROND­ONDERDRUKKING
OK
OK
OK
OK
-2 · -1 · · 0 · · 1 · 2
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES RGB INSTELLING
SLECHTS ÉÉN KLEUR KAN WORDEN AANGEPAST.
STOPPEN
GROENROOD BLAUW
RGB INSTELLING SLECHTS ÉÉN KLEUR KAN WORDEN AANGEPAST.
STOPPEN
GROENROOD BLAUW
OK
OK
-2 · -1 · · 0 · · 1 · 2
GEBRUIKSKLAAR.
RGB INSTELLING SLECHTS ÉÉN KLEUR KAN WORDEN AANGEPAST.
STOPPEN
GROENROOD BLAUW
OK
OK
-2 · -1 · · 0 · · 1 · 2
Druk op de RGB INSTELLING toets op de interactieve display.
4
Het RGB INSTELLING-instelscherm wordt op de interactieve
display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
RGB INSTELLING SLECHTS ÉÉN KLEUR KAN WORDEN AANGEPAST.
Kies een kleur om in te stellen.
5
Kies een kleur uit Rood, Groen en Blauw.
Druk op de “+” toets om de gekozen kleur te versterken of druk op de “-” toets om de gekozen kleur te
6
verzwakken.
Het niveau kan worden ingesteld van -2 tot 2 in elf stappen.
STOPPEN
GROENROOD BLAUW
OK
OK
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Kleurinstellingen
Druk op de bovenste OK toets.
7
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
8
de cijfertoetsen.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ).
9
Het is mogelijk op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ) te
drukken om te kopiëren, echter de RGB instelling zal worden
genegeerd.
Om de RGB INSTELLING-functie te annuleren, kiest u nogmaals
de RGB INSTELLING-functie en drukt u op de STOPPEN
toets.
3-17
KLEURINSTELLINGEN
GEBRUIKSKLAAR.
SCHERPTE
STOPPEN
ZACHT HARD
OK
OK
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
CONTRAST
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES KLEURINSTELLINGEN
RGB INSTELLING
HELDERHEID INTENSITEIT
SCHERPTE
ACHTERGROND­ONDERDRUKKING
OK
OK
KLEURBALANS INSTELLEN
SCHERPTE
HOOFDSTUK3
Deze functie wordt gebruikt om de beeldcontouren harder of zachter te maken. (Zie de voorbeelden op bladzijde 6 om het effect op het kopiebeeld te zien afhankelijk van de SCHERPTE instelling.)
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
SPECIALE FUNCTIES Kleurinstellingen
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de KLEURINSTELLINGEN toets op de interactieve display.
3
Het KLEURINSTELLINGEN-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-18
Druk op de SCHERPTE toets op de interactieve display.
4
Het SCHERPTE-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
KLEURINSTELLINGEN
GEBRUIKSKLAAR.
SCHERPTE
STOPPEN
ZACHT HARD
OK
OK
GEBRUIKSKLAAR.
SCHERPTE
STOPPEN
ZACHT HARD
OK
OK
Druk op de ZACHT toets om de beeldcontouren te verzachten of druk op de “HARD” toets om deze te
5
verharden.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Kleurinstellingen
Druk op de bovenste OK toets.
6
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
7
de cijfertoetsen.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ).
8
Het is mogelijk op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ) te
drukken om te kopiëren, echter de SCHERPTE instelling zal
worden genegeerd.
Om de SCHERPTE-functie te annuleren, kiest u nogmaals de
SCHERPTE-functie en drukt u op de STOPPEN toets.
3-19
KLEURINSTELLINGEN
GEBRUIKSKLAAR.
ACHTERGROND-ONDERDRUKKING DE LICHTE DELEN VAN HET ORIGINEEL ZULLEN ALS
ACHTERGROND WORDEN ONDERDRUKT.
STOPPEN
OK
OK
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
CONTRAST
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES KLEURINSTELLINGEN
RGB INSTELLING
HELDERHEID INTENSITEIT
SCHERPTE
ACHTERGROND­ONDERDRUKKING
OK
OK
KLEURBALANS INSTELLEN
ACHTERGROND-ONDERDRUKKING
HOOFDSTUK3
Dit kopieerapparaat is in staat ongewenste achtergrondkleuren in het origineelbeeld te onderdrukken tijdens het kopiëren. Deze functie wordt gebruikt om de donkerheidsgraad van achtergrondkleuren die moeten worden uitgewist in te stellen. (Zie de voorbeelden op bladzijde 6 om het effect op het kopiebeeld te zien afhankelijk van de ACHTERGROND-ONDERDRUKKING instelling.)
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
SPECIALE FUNCTIES Kleurinstellingen
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de KLEURINSTELLINGEN toets op de interactieve display.
3
Het KLEURINSTELLINGEN-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de ACHTERGROND-ONDERDRUKKING toets op de interactieve display.
4
3-20
Het ACHTERGROND-ONDERDRUKKING-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
KLEURINSTELLINGEN
ACHTERGROND-ONDERDRUKKING DE LICHTE DELEN VAN HET ORIGINEEL ZULLEN ALS
ACHTERGROND WORDEN ONDERDRUKT.
STOPPEN
OK
OK
GEBRUIKSKLAAR.
ACHTERGROND-ONDERDRUKKING DE LICHTE DELEN VAN HET ORIGINEEL ZULLEN ALS
ACHTERGROND WORDEN ONDERDRUKT.
STOPPEN
OK
OK
Druk op de “-” toets of op de “+” toets om het gewenste niveau van de achtergrond-onderdrukking in te stellen.
5
Wanneer niveau 1 wordt gekozen, zullen donkere achtergronden
worden gewist. Het niveau kan in drie stappen worden ingesteld.
De standaardinstelling is niveau 3.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Kleurinstellingen
6
7
8
Druk op de bovenste OK toets.
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ).
Het is mogelijk op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ) te
drukken om te kopiëren, echter de ACHTERGROND-
ONDERDRUKKING instelling zal worden genegeerd.
Om de ACHTERGROND-ONDERDRUKKING-functie te
annuleren, kiest u nogmaals de ACHTERGROND-
ONDERDRUKKING-functie en drukt u op de STOPPEN toets.
3-21
KLEURINSTELLINGEN
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
CONTRAST
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES KLEURINSTELLINGEN
RGB INSTELLING
HELDERHEID
KLEURBALANS INSTELLEN
INTENSITEIT
SCHERPTE
ACHTERGROND­ONDERDRUKKING
OK
OK
KLEURBALANS INSTELLEN
HOOFDSTUK3
Deze functie wordt gebruikt om de kleur, tint en donkerte van kleurenkopieën in te stellen. De kleurbalans-instelling stelt u in staat de donkerte van vier kleuren in te stellen: cyaan, magenta, geel en zwart. De donkerte van iedere kleur kan op acht niveaus worden ingesteld, van 1 (minst donkere delen) tot 8 (meest donkere delen). De donkerte kan per niveau afzonderlijk worden ingesteld of voor alle 8 niveaus tegelijk. (Zie de voorbeelden op bladzijde 7 om het effect op het kopiebeeld te zien van de KLEURBALANS INSTELLEN-functie.)
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
SPECIALE FUNCTIES Kleurinstellingen
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de KLEURINSTELLINGEN toets op de interactieve display.
3
Het KLEURINSTELLINGEN-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-22
Druk op de KLEURBALANS INSTELLEN toets op de interactieve display.
4
C
M
KLEURINSTELLINGEN
GEBRUIKSKLAAR.
KLEURBALANS INSTELLEN
M
C
STOPPEN
OK
OK
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIAL FUNCTIES
KLEURBALANS INSTELLEN
STOPPEN
OK
OK
M
C
Y
Bk
Het KLEURBALANS-instelscherm wordt op de interactieve
display afgebeeld.
Druk op de toetsen die in de bovenstaande afbeelding worden aangegeven om de instellingen van de
5
kleurbalans te maken.
Gebruik deze toetsen om de kleur te kiezen die u wilt instellen (
= cyaan,
Als alleen het gedeelte rondom de letter in de toets oplicht, is de huidige instellingen anders dan de fabrieksinstelling.
Druk op deze toetsen om de donkerte van ieder van de acht niveaus in te stellen. Als u op één van de acht toetsen drukt, zal de overeenkomstige indicatorstreep één stapje omhoog of omlaag bewegen. Druk op de toets om de donkerte van het overeenkomstige niveau te verhogen, of op de toets om de donkerte van het overeenkomstige niveau te verlagen.
Druk op deze toetsen om de donkerte van alle acht niveaus tegelijk te verhogen of verlagen. Wanneer u op één van deze toetsen drukt, zal de indicatorstrepen van alle acht niveaus één stapje omhoog of omlaag bewegen. Druk op de toets om de donkerte van alle acht niveaus te verhogen, of op de toets om de donkerte van alle acht niveaus te verlagen.
Druk op deze toets om de donkerte van alle acht niveaus terug te stellen op de standaardinstellingen. De standaardinstellingen van de kleurbalans zijn de waarden die zijn ingesteld met behulp van key-operator-programma "Standaardinstellingen kleurbalans". Daarom kan het zijn dat de standaardinstelling niet precies 0 (de middelste indicatorstreep) is voor alle niveaus. De standaardinstelling van ieder niveau wordt aangegeven door een grijze indicatorstreep (zie bladzijde 8-13).
= magenta, Y = geel, Bk = zwart).
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Kleurinstellingen
Maak alle overige gewenste kopieerinstellingen en voer het aantal te maken kopieën in met behulp van de
6
cijfertoetsen.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ).
7
Het is mogelijk op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ) te
drukken om te kopiëren, echter de KLEURBALANS-instelling
zal worden genegeerd.
U kunt tevens kleurbalansinstellingen opslaan voor toekomstig
hergebruik. (Zie Opslaan van een werkprogramma op bladzijde
2-18). Voltooi in dat geval de kleurbalansinstelling voordat u op
de PROGRAMMA-toets (P) drukt, omdat u geen
voorbeeldkopieën meer kunnen worden gemaakt nadat u op de
PROGRAMMA-toets (P) hebt gedrukt.
3-23
KLEURINSTELLINGEN
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
HELDER INTENS CONTR. U KUNT SLECHTS ÉÉN FUNCTIE KIEZEN.
STOPPEN
INTENSITEITHELDERHEID CONTRAST
OK
OK
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
SPECI L MODE
OK
OK
KLEURBALANS INSTELLEN
CONTRAST
KLEURINSTELLINGEN
RGB INSTELLING
HELDERHEID INTENSITEIT
SCHERPTE
ACHTERGROND­ONDERDRUKKING
HELDERHEID/INTENSITEIT/CONTRAST
HOOFDSTUK3
Dit kopieerapparaat stelt u in staat het niveau van de helderheid, intensiteit en contrast van beelden in te stellen. Wanneer helderheid is gekozen, kunt u de kleurtint lichter of donkerder maken. Wanneer intensiteit is gekozen, kan het niveau van de kleurverzadiging worden gevarieerd tussen levendiger en valer. Wanneer contrast is gekozen, kan het contrast tussen de delen van het beeld hoger of lager worden ingesteld. (Zie de voorbeelden op bladzijde 8 om het effect op het kopiebeeld te zien afhankelijk van de HELDERHEID/INTENSITEIT/CONTRAST instelling.)
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
SPECIALE FUNCTIES Kleurinstellingen
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de KLEURINSTELLINGEN toets op de interactieve display.
3
Het KLEURINSTELLINGEN-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-24
Druk op de HELDERHEID/INTENSITEIT/CONTRAST toets op de interactieve display.
4
Het HELDERHEID/INTENSITEIT/CONTRAST-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
KLEURINSTELLINGEN
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES HELDER INTENS CONTR.
U KUNT SLECHTS ÉÉN FUNCTIE KIEZEN.
STOPPEN
INTENSITEITHELDERHEID CONTRAST
OK
OK
STOPPEN
OK
OK
SPECI LE FUNCTIES
HELDER INTENS CONTR.
U KUNT SLECHTS ÉÉN FUNCTIE KIEZEN.
INTENSITEITHELDERHEID CONTRAST
OK
OK
GEBRUIKSKLAAR.
HELDER INTENS CONTR. U KUNT SLECHTS ÉÉN FUNCTIE KIEZEN.
STOPPEN
INTENSITEITHELDERHEID CONTRAST
Kies het item dat u wilt instellen.
5
Kies HELDERHEID, INTENSITEIT of CONTRAST op de
interactieve display.
Druk op de “+” toets of op de “-” toets om het niveau van het gekozen item in te stellen.
6
HOOFDSTUK3
Druk op de bovenste OK toets.
7
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
8
de cijfertoetsen.
SPECIALE FUNCTIES Kleurinstellingen
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ).
9
Het is mogelijk op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ) te
drukken om te kopiëren, echter de HELDERHEID/INTENSITEIT/
CONTRAST instelling zal worden genegeerd.
Om de HELDERHEID/INTENSITEIT/CONTRAST-functie te
annuleren, kiest u nogmaals de HELDERHEID/INTENSITEIT/
CONTRAST-functie en drukt u op de “STOPPEN” toets.
3-25
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
OK
OK
NEG./POS. OMKERING
A3 VOLBEELD
SPIEGEL­BEELD
MULTI-VEL VERGROTING
BEELDBEWERKING
ENKELE KLEUR
FOTOHERHALING
EXTRA FORMAAT
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
De beeldbewerkingsfuncties bestaan uit de volgende functies:
Enkele kleur: Maakt kopieën in een enkele gekozen kleur.
Neg./pos. omkering: Kopieert het origineelbeeld in complementaire kleuren.
Spiegelbeeld: Drukt een spiegelbeeld van het origineel af.
Fotoherhaling: Produceert herhaalde beelden van een foto op een enkel vel kopieerpapier.
A3 volbeeld: Produceert volbeeld-kopieën van A3-formaat op A3W-formaat kopieerpapier.
Multi-vel vergroting: Vergroot een origineelbeeld tot een formaat groter dan A3-formaat en drukt afzonderlijke delen van het origineelbeeld op meerdere vellen kopieerpapier af die kunnen worden samengevoeg tot een grote samengestelde kopie.
Extra formaat: Maakt het mogelijk vanaf een extra origineelformaat of op een extra papierformaat te kopiëren.
Deze functies kunnen worden gekozen door op de BEELDBEWERKING toets te drukken op het SPECIALE
HOOFDSTUK3
FUNCTIES-scherm en vervolgens op de toets van de gewenste functie te drukken.
ENKELE KLEUR
De ENKELE KLEUR functie wordt gebruikt om kopieën te maken met
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
behulp van een enkele gekozen kleur. (Zie de voorbeelden op bladzijde 1 om het effect op het kopiebeeld te zien afhankelijk van de ENKELE KLEUR-functie.)
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de BEELDBEWERKING toets op de interactieve display.
3
Het BEELDBEWERKING-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-26
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
OK
OK
ENKELE KLEUR
1 ROOD 3 BLAUW 5 ORANJE
2 GROEN
STOPPEN
4 PAARS 6 BRUIN
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
OK
OK
NEG./POS. OMKERING
SPIEGEL­BEELD
MULTI-VEL VERGROTING
BEELD-BEWERKING
ENKELE KLEUR
FOTOHERHALING
EXTRA FORMAAT
A3
VOLBEELD
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
OK
OK
ENKELE KLEUR
1
ROOD
3
BLAUW
5
ORANJE
2
GROEN
STOPPEN
4
PAARS
6
BRUIN
GEBRUIKSKLAAR.
OK
OK
ENKELE KLEUR
1
ROOD
3
BLAUW
5
ORANJE
2
GROEN
STOPPEN
4
PAARS
6
BRUIN
Druk op de ENKELE KLEUR toets op de interactieve display.
4
Het ENKELE KLEUR-instelscherm wordt op de interactieve
display afgebeeld.
HOOFDSTUK3
Kies de gewenste kleur.
5
De gekozen kleur licht op.
Druk op de bovenste OK toets.
6
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
7
de cijfertoetsen.
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ).
8
Om de ENKELE KLEUR-functie te annuleren, kiest u nogmaals
de ENKELE KLEUR-functie en drukt u op de STOPPEN toets.
3-27
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
Kopie
Origineel
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
OK
OK
NEG./POS. OMKERING
SPIEGEL­BEELD
MULTI-VEL VERGROTING
BEELD-BEWERKING
ENKELE KLEUR
FOTOHERHALING
EXTRA FORMAAT
A3
VOLBEELD
NEG./POS. OMKERING
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
De NEG./POS. OMKERING-functie wordt gebruikt om een kleurenorigineel om te zetten in zijn complementaire kleuren. Wanneer deze functie wordt gekozen in de zwart-witfunctie, zullen de zwarte en witte delen van het origineel worden omgekeerd. (Zie de voorbeelden op bladzijde 2 om het effect op het kopiebeeld te zien afhankelijk van de NEG./POS. OMKERING-functie.)
Wanneer deze functie is gekozen, kunnen de KLEURINSTELLINGEN-functies en de ENKELE KLEUR-functie niet gekozen worden.
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de BEELDBEWERKING toets op de interactieve display.
3
Het BEELDBEWERKING-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de NEG./POS. OMKERING toets op de interactieve display.
4
De NEG./POS. OMKERING toets licht op.
3-28
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
NEG./POS. OMKERING
SPIEGEL­BEELD
OK OK
Druk op de bovenste OK toets.
5
HOOFDSTUK3
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
6
de cijfertoetsen.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
7
Om de NEG./POS. OMKERING-functie te annuleren, drukt u
nogmaals op de NEG./POS. OMKERING toets op het
BEELDBEWERKING-menuscherm.
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
3-29
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
AB
CD
AB
CD
Kopie
Origineel
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
SPIEGELBEELD
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Deze functie wordt gebruikt om een spiegelbeeld van het origineel af te drukken. De beelden worden omgekeerd in de rechts/links-richting op de kopieën.
Plaats het origineel op de glasplaat of plaats de originelen in de origineellade van de los verkrijgbare
1
origineelinvoer.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de BEELDBEWERKING toets op de interactieve display.
3
Het BEELDBEWERKING-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-30
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
OK
OK
NEG./POS. OMKERING
SPIEGEL­BEELD
MULTI-VEL VERGROTING
BEELD-BEWERKING
ENKELE KLEUR
FOTOHERHALING
EXTRA FORMAAT
A3
VOLBEELD
NEG./POS. OMKERING
SPIEGEL­BEELD
OK OK
Druk op de SPIEGELBEELD toets op de interactieve display.
4
De SPIEGELBEELD toets licht op.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Druk op de bovenste OK toets.
5
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
6
de cijfertoetsen.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
7
Om de SPIEGELBEELD-functie te annuleren, drukt u nogmaals
op de SPIEGELBEELD toets op het BEELDBEWERKING-
menuscherm.
3-31
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
C
B
C
B
C
B
CBC
B
Kopie
Origineel
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
Middenmarkering
Middenmarkering
Plaatsen van een ~70 x 100 mm of een ~57 x 100 mm origineel
Plaatsen van een ~65 x 70 mm origineel
FOTOHERHALING
HOOFDSTUK3
De FOTOHERHALING functie wordt gebruikt om meerdere kopieën te maken van een foto op een enkel vel kopieerpapier. (Zie de voorbeelden op bladzijde 2 om het effect op het kopiebeeld te zien afhankelijk van de FOTOHERHALING-functie.)
Maximaal 24 beelden kunnen op een enkele kopie worden herhaald. Het aantal beelden op een enkel vel hangt af van het origineelformaat en het papierformaat.
Verkleining en vergroting kunnen niet worden gekozen met deze functie. Als verkleining of vergroting is gekozen, zal de kopieerfactor worden teruggesteld op 100% nadat deze functie is gekozen. Wanneer u echter 10 fotoherhalingen maakt van een 57 x 100 mm of kleiner origineel, zal de kopieerfactor op 95% worden ingesteld.
Deze functie zal niet werken wanneer niet-standaard formaat kopieerpapier wordt gebruikt.
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Plaats het origineel op de glasplaat.
1
De los verkrijgbare origineelinvoer kan niet worden gebruikt met deze functie.
Plaats originelen van ~70 x 100 mm, van ~65 x 70 mm en van ~57 x 100 mm zoals in onderstaande afbeelding is aangegeven.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
.
3-32
3
Druk op de BEELDBEWERKING toets op de interactieve display.
Het BEELDBEWERKING-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
OK
OK
NEG./POS. OMKERING
SPIEGEL­BEELD
MULTI-VEL VERGROTING
BEELD-BEWERKING
ENKELE KLEUR
FOTOHERHALING
EXTRA FORMAAT
A3
VOLBEELD
HERHALINGSPATROON
1/3
STOPPEN
OK
OK
A4
A3
A4
A3
HERHALINGSPATROON
1/3
ORIGINEELFORMAAT
STOPPEN
OK
OK
~90 130mm
~100 150mm
Druk op de FOTOHERHALING toets op de interactieve display.
4
Het FOTOHERHALING-instelscherm wordt op de interactieve
display afgebeeld.
KIES HET HERHALINGSPATROON A.U.B.
SPECIALE FUNCTIES FOTOHERHALING
ORIGINEELFORMAAT
~90 130mm
~100 150mm
Kies het gewenste herhalingspatroon.
5
Kies het papierformaat afhankelijk van het origineelformaat.
Wanneer u FOTOHERHALING-kopieën maakt van een ~70 x
100 mm of ~65 x 70 mm origineel, drukt u op de toets om
van scherm te veranderen, en druk vervolgens op de toets van
de gewenste herhalingssoort (A4-formaat of A3-formaat), al
naar gelang toepasselijk voor het te kopiëren origineel.
Wanneer u 10 fotoherhalingen maakt van een 57 x 100 mm of
kleiner origineel, drukt u tweemaal op de toets om van
scherm te veranderen, en drukt u vervolgens op de toets van de
herhalingspatroon op dat scherm.
Druk op de bovenste OK toets.
6
OK
STOPPEN
HERHALINGSPATROON
A4
A3
OK
1/3
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
7
de cijfertoetsen.
Als het kopieerapparaat een andere papierlade (inclusief de
handinvoer) beschikbaar heeft waarin hetzelfde formaat
kopieerpapier is bijgevuld, kan die papierlade ook worden
gekozen.
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
8
Om de FOTOHERHALING-functie te annuleren, kiest u nogmaals
de FOTOHERHALING-functie en drukt u op de STOPPEN
toets.
3-33
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
A3 A3W
Kopie
Origineel
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A3
A3 VOLBEELD
HOOFDSTUK3
In andere kopieerfuncties zal beeldverlies optreden langs de randen van de kopieën. Als de A3 VOLBEELD-functie in gebruik is, zal het volledige beeld van een A3-formaat origineel op A3W-formaat kopieerpapier worden gekopieerd.
Verkleining en vergroting kunnen niet worden gekozen met deze functie. Als verkleining of vergroting is gekozen, zal de kopieerfactor worden teruggesteld op 100% nadat deze functie is gekozen.
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Plaats het origineel op de glasplaat en sluit de origineelklep.
1
De los verkrijgbare origineelinvoer kan niet worden gebruikt met deze functie.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-34
Druk op de BEELDBEWERKING toets op de interactieve display.
3
Het BEELDBEWERKING-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
OK
OK
NEG./POS. OMKERING
SPIEGEL­BEELD
MULTI-VEL VERGROTING
BEELDBEWERKING
ENKELE KLEUR
FOTOHERHALING
EXTRA FORMAAT
A3
VOLBEELD
SPIEGEL­BEELD
OK OK
Druk op de A3 VOLBEELD toets op de interactieve display.
4
De A3 VOLBEELD toets licht op.
Druk op de bovenste OK toets.
5
HOOFDSTUK3
Vul A3W-formaat kopieerpapier bij in de handinvoer.
6
Druk op de PAPIERFORMAAT toets op de interactieve display en kies vervolgens het papierformaat (60 ~
7
105 g/m2, 106 ~ 130 g/m2 of 131 ~ 280 g/m2) in de handinvoer.
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
8
de cijfertoetsen.
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
9
Om de A3 VOLBEELD-functie te annuleren, drukt u nogmaals
op de A3 VOLBEELD toets op het BEELDBEWERKING-
menuscherm.
3-35
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
KIES HET VERGROTE FORMAAT EN HET ORIGINEELFORMAAT A.U.B.
SPECIALE FUNCTIES
MULTI-VEL VERGROTING
VERGROTINGSFORMAAT ORIGINEELFORMAAT&ORIËNTATIE
STOPPEN
OK
OK
A3 A4 A5
A2A0A1
A0x2
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
OK
OK
NEG./POS. OMKERING
SPIEGEL­BEELD
MULTI-VEL VERGROTING
BEELD-BEWERKING
ENKELE KLEUR
FOTOHERHALING
EXTRA FORMAAT
A3
VOLBEELD
MULTI-VEL VERGROTING
VERGROTINGSFORMAAT ORIGINEE
A2
A3
A4
A5
A0A1A0x2
MULTI-VEL VERGROTING
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Deze functie wordt gebruikt om een origineelbeeld te vergroten tot een formaat groter dan A3-formaat en de afzonderlijke delen van het origineelbeeld op meerdere vellen kopieerpapier af te drukken. (Zie de voorbeelden op bladzijde 3 om het effect op het kopiebeeld te zien afhankelijk van de MULTI-VEL VERGROTING-functie.)
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
1
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de BEELDBEWERKING toets op de interactieve display.
2
Het BEELDBEWERKING-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de MULTI-VEL VERGROTING toets op de interactieve display.
3
Het MULTI-VEL VERGROTING-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-36
Kies het gewenste vergrotingsformaat.
4
Kies het gewenste formaat uit de formaten die op de interactieve display worden afgebeeld.
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
STOPPEN
OK
A3 A4
A5
A1
A0x2
STOPPEN
OK
OK
Kies het origineelformaat.
5
De origineelformaten die kunnen worden gebruikt zijn afhankelijk
van het gekozen vergrotingsformaat.
De plaatsingsrichting van het origineel wordt afgebeeld,
afhankelijk van het gekozen vergrotingsformaat en het
origineelformaat.
Druk op de bovenste OK toets.
6
HOOFDSTUK3
Plaats het origineel op de glasplaat overeenkomstig de aangegeven plaatsingsrichting.
7
Het gebied van een origineel dat is opgegeven op de interactieve
display zal worden gescand.
De los verkrijgbare origineelinvoer kan niet worden gebruikt met
deze functie.
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
8
de cijfertoetsen.
De papierlade zal automatisch worden gekozen. Als het
kopieerapparaat een andere papierlade (inclusief de handinvoer)
beschikbaar heeft waarin hetzelfde formaat kopieerpapier is
bijgevuld, kan die papierlade ook worden gekozen.
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Druk op de KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART-WITKOPIE START-toets ( ).
9
Het origineelbeeld zal worden opgedeeld en worden gekopieerd
op meerdere vellen kopieerpapier. Overlappende delen zullen
worden gemaakt langs de voorranden en achterranden van
iedere kopie.
Om de MULTI-VEL VERGROTING-functie te annuleren, kiest u
nogmaals de MULTI-VEL VERGROTING-functie en drukt u op
de STOPPEN toets.
3-37
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
GEBRUIKSK
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN­VERSCHUIVING
WISSEN
BEELD- BEWERKING
OMSLAGEN
CENTREREN
BOEKKOPIE
KLEUR­INSTELLINGEN
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
EXTRA FORMAAT
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
De EXTRA FORMAAT-functie biedt u de mogelijkheid de afmetingen van niet-standaardformaat kopieerpapier en niet-standaardformaat originelen in te voeren met als doel bij automatische verkleining en vergroting van het origineelbeeld, dit zo goed mogelijk op het kopieerpapier te laten passen.
KEY-OPERATOR Het is mogelijk een extra formaat in te stellen voor iedere
papierlade in het kopieerapparaat afzonderlijk. Zie bladzijde 8-13.
Plaats het niet-standaardformaat origineel op de glasplaat of het niet-standaardformaat kopieerpapier
1
op de handinvoer.
Één of beide kunnen worden ingesteld.
3-38
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de BEELDBEWERKING toets op de interactieve display.
3
Het EXTRA FORMAAT instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR.
SPECIALE FUNCTIES
OK
OK
NEG./POS. OMKERING
SPIEGEL­BEELD
MULTI-VEL VERGROTING
BEELD-BEWERKING
ENKELE KLEUR
FOTOHERHALING
EXTRA FORMAAT
A3
VOLBEELD
148
(64~432) mm
(64~297) mm
Y
STOPPEN
EXTRA FORMAAT
AUTOM. FORMAATVASTSTELLING INSCHAKELEN.
ORIGINEELFORMAAT
FORMAAT VOOR HANDINVOER
OK
OK
GEBRUIKSKLAAR.
X
210
(64~432) mm
(64~297) mm
Y
STOPPEN
EXTRA FORMAAT
AUTOM. FORMAATVASTSTELLING INSCHAKELEN.
ORIGINEELFORMAAT
FORMAAT VOOR HANDINVOER
OK
OK
GEBRUIKSKLAAR.
X
210
148
148
(64~432) mm
(64~297) mm
Y
STOPPEN
EXTRA FORMAAT
AUTOM. FORMAATVASTSTELLING INSCHAKELEN.
ORIGINEELFORMAAT
FORMAAT VOOR HANDINVOER
OK
OK
GEBRUIKSKLAAR.
X
330
Druk op de EXTRA FORMAAT toets op de interactieve display.
4
Het EXTRA FORMAAT-instelscherm zal op de interactieve
display worden afgebeeld.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Als een niet-standaard formaat origineel op de glasplaat is geplaatst, stelt u het origineelformaat in met behulp
5
van de en toetsen. Als een standaard formaat origineel op de glasplaat is geplaatst, kruist u het aankruisvakje AUTOM. FORMAATVASTSTELLING INSCHAKELEN. aan.
Stel iedere X (horizontale) richting en Y (verticale) richting in met
behulp van de en toetsen.
Als het AUTOM. FORMAATVASTSTELLING INSCHAKELEN.
aankruisvakje op een van de tabbladen is aangekruist, zal de
formaatvaststellingsfunctie worden ingeschakeld. In dat geval
worden de “X” en “Y” toetsen en de
kunnen niet worden bediend.
en toetsen grijs en
Druk op de FORMAAT VOOR HANDINVOER tab.
6
3-39
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
I
(139~432)
STOPPEN
OK
OK
FORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO IMAGE
Y-110
148
(139~432) mm
(100~297) mm
Y
STOPPEN
EXTRA FORMAAT
AUTOM. FORMAATVASTSTELLING INSCHAKELEN.
ORIGINEELFORMAAT
FORMAAT VOOR HANDINVOER
OK
OK
GEBRUIKSKLAAR.
X
210
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Als een niet-standaard formaat kopieerpapier in de handinvoer is geplaatst, stelt u het papierformaat in met
7
behulp van de formaat kopieerpapier in de handinvoer is geplaatst,
kruist u het aankruisvakje AUTOM. FORMAAT­VASTSTELLING INSCHAKELEN. aan.
Stel iedere X (horizontale) richting en Y (verticale) richting in met behulp van de en toetsen.
Als het AUTOM. FORMAATVASTSTELLING INSCHAKELEN. aankruisvakje op een van de tabbladen is aangekruist, zal de formaatvaststellingsfunctie worden ingeschakeld. In dat geval worden de “X” en “Y” toetsen en de kunnen niet worden bediend.
en toetsen. Als een standaard
en toetsen grijs en
3-40
Druk op de bovenste OK toets op de interactieve display.
8
Druk op de AUTO IMAGE toets op de interactieve display.
9
Zie bladzijde 2-11 voor informatie over de AUTO IMAGE-functie.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen en druk op de
10
KLEURENKOPIE START-toets ( ) of op de ZWART­WITKOPIE START-toets ( ).
HOOFDSTUK 4
VERBRUIKSMATERIALEN
Dit hoofdstuk beschrijft de verbruiksmaterialen voor dit kopieerapparaat, zoals kopieerpapier en toner.
●●
●●
KOPIEERPAPIER.................................. 4-2
Type en formaat kopieerpapier ......................... 4-2
Kopieerpapier bijvullen .............................. 4-2
●●
●●
TONER BIJVULLEN ............................... 4-5
●●
●●
AFVALTONER WEGGOOIEN ......................... 4-8
●●
●●
OPSLAG VAN VERBRUIKSMATERIALEN ................ 4-9
Blz.
HOOFDSTUK4
4-1
KOPIEERPAPIER
Type en formaat kopieerpapier
Formaat Gewicht Capaciteit (80 g/m2) Speciaal papier
Papierladen A5-formaat tot 60 tot 105 g/m
Handinvoer A6-formaat tot 60 tot 280 g/m
Voor de beste resultaten gebruikt u uitsluitend kopieerpapier aanbevolen door SHARP.
HOOFDSTUK4
VERBRUIKSMATERIALEN Kopieerpapier
2
A3-formaat
2
A3W-formaat Omslagen,
500 vellen
100 vellen Transparanten,
Tabbladen
Kopieerpapier bijvullen
Wanneer zich geen kopieerpapier in de gekozen papierinvoerbron bevindt, zal OPEN PAPIERLADE EN VUL KOPIEERPAPIER BIJ. op de mededelingendisplay worden afgebeeld. Wanneer een gekozen papierinvoerbron niet of niet juist is aangebracht, zal de mededeling DUW PAPIERLADE IN KOPIEERAPPARAAT TOTDAT DEZE WORDT VERGRENDELD.” op de mededelingendisplay worden afgebeeld. Breng de papierinvoerbron aan of duw deze stevig naar achteren op de plaats. Voor de beste resultaten gebruikt u uitsluitend kopieerpapier aanbevolen door SHARP.
4-2
KOPIEERPAPIER
Maximumhoogte-lijn
Bijvullen van papier in de papierladen
Til de papierlade voorzichtig op en trek deze naar buiten.
1
Gebruik uitsluitend kopieerpapier dat voldoet aan de specificaties van Sharp en volg de instructies met
2
betrekking tot het uitwaaien en bijvullen van het kopieerpapier.
De papierlade kan 500 vellen kopieerpapier bevatten. Vul geen kopieerpapier bij tot boven de maximumhoogte-lijn.
HOOFDSTUK4
VERBRUIKSMATERIALEN Kopieerpapier
Duw de papierlade stevig terug in het kopieerapparaat.
3
4-3
KOPIEERPAPIER
Papierformaat-indicator
Voorgeleider
Linker geleider
Maximumhoogte-lijn
Papierformaatmarkering
HOOFDSTUK4
Veranderen van het formaat kopieerpapier in de papierlade
Til de papierlade voorzichtig op en trek de papierlade naar buiten totdat deze stopt.
1
Stel de papierformaat-indicator in op het papierformaat dat u wilt bijvullen.
2
Schuif de papierformaat-indicator naar rechts of links overeenkomstig het formaat kopieerpapier.
VERBRUIKSMATERIALEN Kopieerpapier
Knijp in de vergrendeling van de voorgeleider en de linker geleider en stel de geleiders in.
3
Schuif de voorgeleider en de linker geleider en stel deze in op de breedte en lengte van het kopieerpapier.
Vul kopieerpapier bij in de papierlade.
4
Plaats de papierformaatmarkering in de voorkant van de papierlade.
5
De papierformaatmarkering heeft drie kanten. Vouw de papierformaatmarkering zodat de juiste kant naar voren wijst. De papierformaatmarkering, zichtbaar door het venster in de voorkant van de papierlade, dient overeen te komen met het bijgevulde papierformaat.
4-4
Duw de papierlade stevig terug in het kopieerapparaat.
6
TONER BIJVULLEN
GENUINE SUPPLIES
Geel
Cyaan
Magenta
Zwart
De mededeling DE TONER IS BIJNA OP. DRUK OP . zal op het mededelingendisplay worden afgebeeld alvorens de tonervoorraad volledig op is. ( geven de soorten toner aan. Y : geel, M : magenta, C : cyaan, BK : zwart.) Wanneer het kopiëren wordt voortgezet, zullen de kopieën geleidelijk aan lichter worden totdat het kopieerapparaat stopt en de mededeling op de mededelingendisplay verandert in VUL TONER BIJ. DRUK OP . aangevende dat de tonervoorraad op is. Toner kan worden bijgevuld op ieder moment nadat de mededeling DE TONER IS BIJNA OP. DRUK OP .” op de mededelingendisplay wordt afgebeeld. Om toner bij te vullen, stopt u het kopieerapparaat en voert u de hieronder beschreven bedieningsstappen uit. Wanneer een van de mededelingen wordt afgebeeld, kunt u op de INFORMATIE-toets ( ) drukken voor gedetailleerde informatie. Als één van de kleurentoners op is, kan kleurenkopiëren niet worden uitgevoerd. Zwart-witkopiëren kan echter wel worden uitgevoerd, behalve als de zwarte toner op is. Tijdens lange kopieeropdrachten van meervoudige donkere originelen die vele afbeeldingen en/of donkere tinten bevatten, kan de mededeling TONER WORDT BIJGEVULD. op de mededelingedisplay worden afgebeeld en kan het kopieerapparaat stoppen, ondanks dat nog toner aanwezig is. Het kopieerapparaat zal automatisch de toner rondpompen en aanvullen tot aan het normale niveau, waarna de START-indicator ( ) zal oplichten. Druk op een van de START-toetsen ( , ) om het kopiëren te hervatten.
Gebruik uitsluitend Sharp producten voor de beste kopieerresultaten. Op de verpakking van de Sharp toner staat het origineel onderdeel logo.
HOOFDSTUK4
VERBRUIKSMATERIALEN Toner bijvullen
Open de voorklep van het kopieerapparaat.
1
Duw op de ontgrendelknoppen aan de beide zijkanten van de tonerkast en trek de tonerkast langzaam naar buiten totdat
2
deze stopt.
De tonermagazijnen zijn gepositioneerd zoals onderstaand is beschreven.
4-5
TONER BIJVULLEN
5 x
20 x
Verzegeling
HOOFDSTUK4
Tik 5 keer bovenop de nieuwe tonercartridge. Houd vervolgens de nieuwe tonercartridge horizontaal en
3
schud deze krachtig ongeveer 20 keer. Hierdoor wordt de toner in de tonercartridge losgemaakt, zodat deze gemakkelijker in het tonermagazijn vloeit.
VERBRUIKSMATERIALEN Toner bijvullen
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat deze bedieningsstappen worden uitgevoerd. Als dit niet gebeurt, kan het zijn dat de toner niet gemakkelijk in het tonermagazijn vloeit.
Plaats de nieuwe tonercartridge met de uitsteeksels in de uitsparingen van het overeenkomstige tonermagazijn,
4
zoals afgebeeld.
Het voorbeeld dat links hiernaast is afgebeeld, laat het tonermagazijn voor zwarte toner zien.
Schuif de tonercartridge langs de geleiders boven het tonermagazijn.
5
4-6
Houd de tonercartridge met één hand vast en trek aan de verzegeling om deze te verwijderen.
6
Het duurt ongeveer 40 seconden totdat het tonermagazijn leeg is.
TONER BIJVULLEN
Tik op de bovenkant van de tonercartridge om ervan verzekert te zijn dat de tonercartridge geheel leeg
7
stroomt.
8
9
10
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat deze bedieningsstap wordt uitgevoerd. Als dit niet gebeurt, kan enige toner worden gemorst bij het verwijderen van de tonercartridge.
Schuif de lege tonercartridge terug langs de geleiders en verwijder deze.
De opening van de tonercartridge zal worden afgesloten terwijl deze langs de geleiders wordt teruggeschoven.
Duw de tonerkast terug in het kopieerapparaat.
Sluit de voorklep van het kopieerapparaat.
OPMERKING:
Vul slechts één tonercartridge bij van de kleur waarvan wordt aangegeven dat die bijna of geheel op is.
HOOFDSTUK4
VERBRUIKSMATERIALEN Toner bijvullen
4-7
AFVALTONER WEGGOOIEN
Nieuwe
afvaltonertank
Verwijderde
afvaltonertank
De mededeling VERVANG DE AFVALTONERTANK. DRUK OP VOOR AANWIJZINGEN.” zal op de mededelingendisplay worden afgebeeld wanneer de afvaltonertank vol is. Het kopieerapparaat zal stoppen en zal niet werken totdat een nieuwe afvaltonertank is geplaatst. Vervang de volle afvaltonertank volgens de hieronder beschreven procedure. Wanneer de bovenstaande mededeling op de mededelingendisplay wordt afgebeeld, kunt u indien gewenst op de INFORMATIE-toets ( ) drukken voor gedetailleerde informatie.
Open de klep van de afvaltonertank.
1
Duw eenmaal tegen de klep om deze te ontgrendelen en te openen.
HOOFDSTUK4
VERBRUIKSMATERIALEN Afvaltoner weggooien
Maak de afvaltonertank los en verwijder deze vervolgens uit het kopieerapparaat.
2
Afvaltoner kan niet worden herbruikt. Gooi de afvaltoner niet terug in het tonermagazijn!
Verwijder de dop van een nieuwe afvaltonertank en gebruik deze om de volle afvaltonertank dicht te maken.
Plaats een nieuwe afvaltonertank totdat deze met een klik vergrendeld wordt.
3
4-8
Sluit de klep van de afvaltonertank.
4
GENUINE SUPPLIES
OPSLAG VAN VERBRUIKSMATERIALEN
De verbruiksmaterialen van dit kopieerapparaat die door de gebruiker zelf dienen te worden vervangen zijn o.a. kopieerpapier, toner, afvaltonertank en nietpatronen voor de los verkrijgbare sorteer/ nieteenheid (AR-SS2) en de afwerkeenheid (AR-FN4).
Fotogeleidende drum
Het AR-C330 kopieerapparaat is voorzien van een geavanceerde procesbesturingstechniek die de uniformiteit van de kopiekwaliteit verbetert. Met deze procesbesturingstechniek wordt een constante kopiekwaliteit verkregen gedurende de gehele levensduur van de fotogeleidende drum doordat automatisch gecompenseerd wordt voor veranderingen in de karakteristieken van de drum als gevolg van slijtage, een veelvuldig herhaalde bedieningswijze en de omgevingsomstandigheden. De automatische bijstellingen worden gemaakt op basis van de signalen van een sensor die de reflectie­eigenschappen van de drum waarneemt.
WAARSCHUWING
Dit procesbesturingssysteem vereist het gebruik van een fotogeleidende drum met een speciaal reflecterend gedeelte (aanbevolen Sharp originele fotogeleidende drum) om kopieën met een lage beelddichtheid te beschermen tegen onvoldoende procesbesturing en eventuele beschadiging aan het kopieerapparaat. Wanneer u een andere drum gebruikt, kan het procesbesturingssysteem niet juist werken.
Gebruik uitsluitend Sharp producten voor de beste kopieerresultaten. Op de verpakking van de Sharp toner staat het origineel onderdeel logo.
HOOFDSTUK4
Juiste opslag
Kies voor opslag van de verbruiksmaterialen een plaats die:
1
schoon en droog is,
een gelijkmatige temperatuur heeft,
niet blootgesteld is aan direct zonlicht.
Laat tijdens opslag het kopieerpapier in de verpakking en leg de pakken kopieerpapier plat.
2
Wanneer het kopieerpapier buiten de verpakking wordt opgeslagen of de pakken rechtop worden geplaatst, is het mogelijk dat het kopieerpapier krult of vochtig wordt, waardoor papierstoringen zullen worden veroorzaakt.
Schud een nieuwe tonercartridge in horizontale richting. Niet rechtop bewaren. Wanneer de cartridge rechtop
3
wordt bewaard kan de toner, zelfs na goed schudden, niet correct worden verdeeld en binnenin de cartridge blijven plakken.
VERBRUIKSMATERIALEN Opslag van verbruiksmaterialen
Voorraden en verbruiksgoederen
De levering van reserveonderdelen voor reparatie van de machine is gegarandeerd tot tenminste 7 jaar na beëindiging van de productie. Reserveonderdelen zijn die onderdelen van de machine die binnen de periode van normaal gebruik defect kunnen raken - onderdelen die normaal gesproken langer meegaan dan de levensduur van de machine worden niet beschouwd als reserveonderdelen. Ook verbruiksgoederen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar na beëindiging van de productie.
4-9
HOOFDSTUK 5
IN GEVAL VAN STORINGEN
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u vastgelopen originelen en kopieerpapier kunt verwijderen en geeft oplossingen voor andere veel voorkomende storingen van het kopieerapparaat.
●●
●●
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN .................. 5-2
●●
●●
ONDERHOUD VEREIST ............................ 5-11
●●
●●
AFVALTONERTANK VAN HET DOORVOERGEDEELTE .... 5-12
●●
●●
OPHEFFEN VAN STORINGEN ....................... 5-13
Blz.
HOOFDSTUK5
5-1
( blz. 5-2)
( blz. 5-3)
( blz. 5-3, 5-6)
( blz. 5-5)
( blz. 5-6)
( blz. 5-9)
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
EEN PAPIERSTORING IS OPGETREDEN.
PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF-INSTRUCTIES.
ABC
Wanneer een papierstoring optreedt, zal het kopieerapparaat stoppen. De mededeling EEN PAPIERSTORING IS
OPGETREDEN. PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF­INSTRUCTIES. zal tezamen met een
papierstoringplaats-aanduiding op de interactieve display worden afgebeeld. Druk indien gewenst op de INFORMATIE-toets ( ) voor meer gedetailleerde informatie.
Controleer eerst de papierstoringplaatsen. Voor papierstoringen in de los verkrijgbare sorteer/ nieteenheid, zie bladzijde 7-13. Voor papierstoringen in de los verkrijgbare grote papierlade, zie bladzijde 7-17. Voor papierstoringen in de los verkrijgbare afwerkeenheid, zie bladzijde 7-26.
Wanneer vastgelopen kopieerpapier tijdens het verwijderen per ongeluk scheurt, let u er goed op alle papiersnippers te verwijderen. Wees voorzichtig de fotogeleidende drum of de coronadraden niet te beschadigen.
HOOFDSTUK5
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
Origineelstoring in de los verkrijgbare RADF
Wanneer een origineel in de los verkrijgbare RADF vastloopt, zal het kopieerapparaat stoppen en een origineelstoring-mededeling worden afgebeeld.
Een origineel kan vastlopen op één van deze drie origineelstoringplaatsen: (A) in het invoergedeelte van de RADF, (B) rond de uitvoerrol, en (C) onder de transportband.
5-2
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
Klep van de invoerrol
Klep van de uitvoerrol
EEN PAPIERSTORING IS OPGETREDEN.
PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF-INSTRUCTIES.
(A) Open de klep van de invoerrol en trek het vastgelopen
origineel voorzichtig naar rechts uit de origineellade van de origineelinvoer.
Vergeet niet de origineelinvoer te openen en te sluiten om de
origineelstoring-mededeling te doen uitgaan.
(B) Open de klep van de uitvoerrol en trek het vastgelopen
origineel voorzichtig naar buiten.
Vergeet niet de origineelinvoer te openen en te sluiten om de
origineelstoring-mededeling te doen uitgaan.
(C) Open de klep van de invoerrol, open vervolgens de
origineelinvoer en verwijder tenslotte het vastgelopen origineel.
OPMERKING:
Nadat vastgelopen originelen zijn verwijderd vanaf de origineelstoringplaatsen (A), (B) en/of (C), kan een mededeling worden afgebeeld die aangeeft hoeveel originelen moeten worden teruggeplaatst in de origineellade van de origineelinvoer. Plaats de originelen terug en druk op een van de START-toetsen ( ,
) om het kopiëren voort te zetten.
Papierstoring in de handinvoer
Open de voorklep van het kopieerapparaat.
1
HOOFDSTUK5
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
5-3
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
Draaiknop van de rol A
Draai de transporthendel linksom.
2
Trek het transportgedeelte nog niet naar buiten in deze bedieningsstap.
Draai de draaiknop van de rol A in de richting van de pijl om het vastgelopen kopieerpapier in het kopieerapparaat
3
te voeren.
Trek het vastgelopen kopieerpapier niet uit de handinvoer omdat ongefuseerde toner de binnenkant van het kopieerapparaat kan bevuilen.
HOOFDSTUK5
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
Trek het transportgedeelte naar buiten.
4
Verwijder het vastgelopen kopieerpapier.
5
Duw het transportgedeelte stevig terug in het kopieerapparaat en draai de transporthendel terug in de
6
oorspronkelijke stand.
5-4
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
EEN PAPIERSTORING IS OPGETREDEN.
PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF-INSTRUCTIES.
Sluit de voorklep.
7
Papierstoring in de papierladen
Open de rechter zijkleppen.
1
Pak het handvat vast en trek zijklep voorzichtig open.
Verwijder het vastgelopen kopieerpapier.
2
Wees voorzichtig het vastgelopen kopieerpapier niet te scheuren
tijdens het verwijderen.
Wanneer het vastgelopen kopieerpapier niet zichtbaar is vanaf de zijkant, trekt u de papierlade naar buiten en
3
verwijdert u het vastgelopen kopieerpapier.
Wees voorzichtig het vastgelopen kopieerpapier niet te scheuren
tijdens het verwijderen.
HOOFDSTUK5
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
5-5
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
EEN PAPIERSTORING IS OPGETREDEN.
PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF-INSTRUCTIES.
Draaiknop van de rol B
Sluit de papierlade en de rechter zijkleppen.
4
Controleer dat de papierstoring-mededeling is uitgegaan.
Papierstoring in het transportgedeelte, uitvoergedeelte en fuseergedeelte
HOOFDSTUK5
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
Open de voorklep van het kopieerapparaat.
1
Draai de transporthendel linksom.
2
Trek het transportgedeelte nog niet naar buiten in deze bedieningsstap.
Controleer of kopieerpapier is vastgelopen in het uitvoergedeelte.
3
Als u vastgelopen kopieerpapier kunt zien, draait u de draaiknop van de rol B in de richting van de pijl om het vastgelopen kopieerpapier te verwijderen.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de draaiknop van de rollen B uitsluitend in de richting van de pijl draait. Als u de draaiknop in de tegenovergestelde richting draait, kan een storing in het kopieerapparaat optreden.
5-6
Loading...