Sharp AL-2050, AL-2060 User Manual [nl]

MODEL
AL-2050 AL-2060
DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL
SYSTEEM
GEBRUIKSAANWIJZING
(voor algemene informatie)
Pagina
VOORBEREIDINGEN
9
AL-2050
AL-2060
PAPIER BIJVULLEN HET MAKEN VAN KOPIEËN
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
GEBRUIKERSINSTELLINGEN PROBLEEM OPLOSSING
EN ONDERHOUD
BIJLAGE
18
24
30
40
57 62
69 91
In sommige gebieden zijn de "POWER" schakelstanden aangegeven met "I" en " " op de kopieermachine in plaats van met "ON" en "OFF". Houd "I" aan voor "ON" en " " voor "OFF" als uw kopieermachine aldus gekenmerkt is.
Attentie! Trek de stekker uit het stopcontact om de machine geheel van het net af te koppelen. Het stopcontact dient in de buurt van het apparaat geïnstalleerd te zijn en moet gemakkelijk toegankelijk zijn.
Om aan de EMC-reglementen te voldoen, moet u afgeschermde interfacekabels bij dit apparaat gebruiken.
Maak geen kopieën van zaken waarvan het wettelijk verboden is kopieën te maken. Het is normaal gesproken bij de nationale wet verboden van de volgende zaken kopieën te maken. Andere zaken kunnen verboden zijn door plaatselijke wetgeving.
Geld Postzegels Obligaties Aandelen Bankcheques Cheques Paspoorten Rijbewijzen

INHOUD

WAARSCHUWINGEN............................................................................................... 3
SOFTWARELICENTIE.............................................................................................. 4
INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU ............................................................................ 5
INLEIDING ................................................................................................................ 6
HOOFDKENMERKEN............................................................................................... 7
1 VOORBEREIDINGEN
NAMEN VAN DE ONDERDELEN ..................................................................... 9
CONTROLE VAN DE VERPAKKINGSINHOUD EN ACCESSOIRES............. 12
DE INSTALLATIE VAN DE MACHINE VOORBEREIDEN ............................... 12
HET PLAATSEN VAN DE TD (TONER DEVELOPER) CARTRIDGE ............. 14
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN............................................................. 16
2 PAPIER BIJVULLEN
PAPIER............................................................................................................ 18
HET LADEN VAN DE PAPIERLADE ............................................................... 19
HANDINVOER (inclusief speciaal papier) ....................................................... 21
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN......................... 23
3 HET MAKEN VAN KOPIEËN
NORMAAL KOPIEREN ................................................................................... 24
PAPIERLADEKEUZE ...................................................................................... 27
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN............................................ 28
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM .............................................................. 29
4 AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIEREN ............................................................ 30
KOPIEËN SORTEREN .................................................................................... 33
HET KOPIEREN VAN MEERDERE ORIGINELEN OP EEN ENKELZIJDIG VEL
PAPIER (2-IN-1kopie)...................................................................................... 35
HET INSTELLEN VAN KANTLIJNEN TIJDENS HET KOPIEREN
(Kantlijnverschuiving)....................................................................................... 38
5 INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
SOFTWARE .................................................................................................... 40
VOOR DE INSTALLATIE ................................................................................. 41
SOFTWARE INSTALLEREN ........................................................................... 42
INSTALLATIE VAN DE BUTTON MANAGER.................................................. 53
1
6 PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
DE PRINTERFUNCTIE GEBRUIKEN............................................................. 58
BASISPROCEDURE VOOR PRINTEN........................................................... 58
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN ........................................................... 59
SCANNEN MET BEHULP VAN DE MACHINE-TOETSEN ............................. 59
SCANNEN VANAF UW COMPUTER.............................................................. 60
BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES ............. 60
HET GEBRUIK VAN HET ONLINE HANDBOEK ............................................ 61
7 GEBRUIKERSINSTELLINGEN
GEBRUIKERSPROGRAMMA’S...................................................................... 62
INSTELLINGEN VOOR EEN GEBRUIKERSPROGRAMMA SELECTEREN . 67
8 PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD
DISPLAYMELDINGEN .................................................................................... 69
PROBLEMEN MET DE MACHINE OPLOSSEN ............................................. 71
PROBLEMEN TIJDENS HET INSTALLEREN VAN DE SOFTWARE ............. 75
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN ..................................................... 78
HET VERVANGEN VAN DE TD (TONER/DEVELOPER) CARTRIDGE ......... 82
HET VERVANGEN VAN DE DRUMPATROON................................................ 84
TELLER EN LEVENSDUUR VAN DE DRUMCARTRIDGE CONTROLEREN 86
REINIGEN VAN DE MACHINE........................................................................ 87
TRANSPORTLADE......................................................................................... 89
ONDERDELEN................................................................................................ 90
9 BIJLAGE
TECHNISCHE SPECIFICATIES...................................................................... 91
INDEX.............................................................................................................. 95
2

WAARSCHUWINGEN

Veiligheidsetiket op de machine
Het etiket ( ) in de fuseereenheid van het apparaat geeft het volgende aan:
: Attentie, gevaar : Attentie, heet oppervlak
Veiligheidsmaatregelen tijdens het gebruik van de machine
Volg de hieronder beschreven veiligheidsmaatregelen wanneer u deze machine gebruikt.
Waarschuwing:
• Het fuseergebied is heet. Wees voorzichtig in dit gebied bij het verwijderen van vastgelopen papier.
• Kijk niet direct in de lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
• Zet de machine niet snel na elkaar aan en uit. Wacht 10 tot 15 seconden na het uitzetten van de machine en zet deze daarna weer aan.
• Schakel de stroom van de kopieermachine uit voordat u vervangstukken installeert.
Let op:
• Plaats de machine op een stevige en vlakke ondergrond.
• Installeer de machine niet in een vochtige of stoffige ruimte.
• Schakel de kopieermachine uit wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, bijv. tijdens de vakantieperiode, en verwijder de stekker uit het stopcontact.
• Zet de kopieermachine uit voordat u deze gaat verplaatsen en verwijder de stekker uit het stopcontact.
• Bedek de machine niet met een stofkap, kleed of plasticfolie terwijl de stroom ingeschakeld is. Hierdoor wordt de warmte-uitstraling verhindert, waardoor de machine kan beschadigen.
• Andere besturingen, aanpassingen, gebruik of procedures dan beschreven in deze handleiding kunnen leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
• De AC contactdoos moet in de nabijheid van de apparatuur zijn geïnstalleerd en eenvoudig toegankelijk zijn.
Belangrijke punten bij de keuze van een opstellingsplaats
Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
• vochtig, nat of erg stoffig zijn
• aan direct zonlicht worden blootgesteld
• slecht geventileerd zijn
• onderhevig zijn aan extreme temperatuurwisselingen of veranderingen in de luchtvochtigheid, zoals in de nabijheid van een airconditioningapparaat of radiator.
Laat voldoende ruimte vrij rond de kopieermachine voor onderhoud en goede ventilatie.
10 cm
20 cm
10 cm
3
Veiligheidsmaatregelen tijdens het verplaatsen van de machine
Houd rekening met de onderstaande aanwijzingen tijdens het verplaatsen om het prestatievermogen van de machine te behouden.
Machine niet laten vallen, blootstellen aan schokken of tegen andere voorwerpen aanstoten. Stel de drumpatroon niet bloot aan direct zonlicht.
• Hierdoor kan het oppervlak (groene gedeelte) van de drumpatroon beschadigd worden waardoor er vlekken op de kopieën komen.
Bewaar reservevoorraden zoals drumpatronen en tonerpatronen in hun verpakking op een koele en droge plaats.
• Wanneer deze aan direct zonlicht worden blootgesteld, kunnen er vlekken op de kopieën komen.
Raak het oppervlak van het drumpatroon (groene gedeelte) niet met de hand aan.
• Hierdoor kan het oppervlak van de patroon beschadigd worden waardoor er vlekken op de kopieën komen.
Levering en verbruiksgoederen
De levering van reserveonderdelen voor de reparatie van het apparaat is gewaarborgd voor minstens 7 jaar na de stopzetting van de productie. Reserveonderdelen zijn onderdelen van het apparaat die defect kunnen raken binnen de termijn van het normale gebruik van het product. Onderdelen die normaal langer meegaan dan de levensduur van het product worden niet als reserveonderdelen beschouwd. Verbruiksgoederen zijn eveneens leverbaar gedurende 7 jaar na de stopzetting van de productie.
Informatie over handelsmerken
• Microsoft®, Windows®, Windows® 98, Windows® Me, Windows® 2000, Windows® XP, Windows Vista® en Internet Explorer® zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
• IBM, PC/AT en PowerPC zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
• Adobe, het Adobe-logo, Acrobat, het Adobe PDF-logo en Reader zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en andere landen.
• Sharpdesk is een gedeponeerd handelsmerk van Sharp Corporation.
• Alle overige handelsmerken en auteursrechten behoren toe aan hun respectieve eigenaren.

SOFTWARELICENTIE

De SOFTWARELICENTIE verschijnt wanneer u de software installeert vanaf de CD­ROM. Wanneer u alle software of een deel van de software op de CD-ROM of op het apparaat gebruikt, verplicht u zich te houden aan de voorwaarden van de SOFTWARELICENTIE.
4

INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU

Producten die de ENERGY STAR® hebben verkregen, zijn ontworpen om het milieu te beschermen via superieure energie­efficiency.
Laserinformatie
Golflengte 780 nm +15 nm
-10 nm Pulstijden (Noord-Amerika) 12,88 µs ±12,88 ns/7 mm Uitgangsvermogen Max 0,18 mW
Het uitvoervermogen van de scannereeenheid is in de productielijn afgesteld op 0,18 MILLIWAT (totaal vermogen) PLUS 5%. Het wordt constant gehouden door de werking van de automatische vermogenregeling (APC).
Attentie
Het gebruik van besturingen of het uitvoeren van andere procedures dan hier beschreven kan een schadelijke blootstelling aan straling ten gevolg hebben.
Dit digitale apparaat is een CLASS 1 LASER PRODUCT (IEC 60825-1 Edition
1.2-2001)
Er wordt een kleine hoeveelheid ozon geproduceerd tijdens de werking van het apparaat. Het emissieniveau is zo laag dat er geen gevaar voor de gezondheid bestaat.
Opmerking:
De huidige aanbevolen grens voor langdurige blootstelling aan ozon is 0,1 ppm (0,2 mg/m Daar de kleine hoeveelheid die wordt uitgestoten een onaangename geur heeft, wordt aanbevolen om het apparaat in een goed geventileerde ruimte te plaatsen.
3
), berekend als gemiddelde concentratie met een tijdweging van 8 uur.
5

INLEIDING

Opmerkingen
Sommige modellen kunnen niet beschikbaar zijn in sommige landen.
Het gebruik van de handleiding
Deze machine is ontworpen om kopieerwerkzaamheden te vergemakkelijken met een minimale inname van bedrijfsruimte en een maximaal bedieningsgemak. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden raden wij u aan deze handleiding goed door te lezen. Bewaar deze handleiding op een gemakkelijk te bereiken plaats, zodat deze vlug ingekeken kan worden.
Informatie over de gebruiksaanwijzingen
U vindt de volgende gebruiksaanwijzingen bij de machine:
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding)
Geeft een uitleg van de machine en hoe u deze kunt gebruiken als kopieermachine. Ook geeft de Gebruiksaanwijzing een uitleg over de installatie van de software waarmee u de machine kunt gebruiken als printer en scanner voor uw computer.
Online handboek (op de bijgeleverde CD-Rom)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van de procedures om de machine te gebruiken als printer of scanner.
Gebruiksaanwijzing (voor fax) (alleen voor AL-2060)
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als faxmachine.
Begrippen die in dit handboek en het online handboek worden gebruikt
• De afbeeldingen in deze handleiding zijn van de AL-2050. Uw machine kan verschillen van deze afbeeldingen afhankelijk van uw model en geïnstalleerde functies. De basishandelingen zijn echter gelijk.
• Wanneer "AL-XXXX" verschijnt in deze handleiding kunt u "XXXX" vervangen door de naam van uw model. Raadpleeg het bedieningspaneel van de machine voor de naam van uw model.
• De illustraties van besturingschermen en andere computerschermen tonen de schermen van de Windows XP Home Edition. Sommige namen die in deze schermen verschijnen kunnen iets afwijken van de schermen die in andere bedrijfssystemen verschijnen.
• De beschrijving in deze handleiding gaat ervan uit dat de persoon die de machine installeert en de gebruikers een basiskennis hebben van Microsoft Windows.
• Deze gebruiksaanwijzing verwijst naar de zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "RSPF".
• In dit handboek worden de volgende iconen gebruikt om de gebruiker informatie te verstrekken die voor het gebruik van het apparaat nodig zijn.
Waarschuwing
Let op
Opmerkingen
De in de gebruiksaanwijzing weergegeven schermen, berichten en toetsnamen kunnen verschillen van de werkelijke weergave van de schermen op de machine als gevolg van productverbetering en wijzigingen.
Deze regels waarschuwen de gebruiker voor letsel wanneer de inhoud van de waarschuwing niet correct worden opgevolgd.
Waarschuwt voor beschadigingen aan de machine of onderdelen als gevolg van het verkeerd uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen.
De opmerkingen geven informatie over de specificaties, functies, prestaties en bediening van de machine.
6

HOOFDKENMERKEN

Kopiëren op hoge snelheid
Duur eerste kopie*1 is slechts 8,0*2 seconden. Kopieersnelheid is 20 kopieën per minuut, dit is ideaal voor bedrijfsgebruik en levert een grote bijdrage aan de productiviteit op het kantoor.
1
De tijd van de eerste kopie wordt gemeten vanaf het moment dat de
*
energiespaarindicatie uitgaat na het inschakelen van de stroom, bij gebruik van de glasplaat met polygoonrotatie in de bedrijfsklare stand en met "LSU-INSTELLING" ingesteld op ON in de gebruikersprogramma’s (A4, papierinvoer vanuit de papierlade).
2
Wanneer gebruikersprogramma 24 is ingesteld op OFF.
*
Digitale afbeeldingen op hoge kwaliteit
• Hoge kwaliteit kopieën op 600 dpi wordt uitgevoerd.
• Als aanvulling op de automatische belichtingsfunctie kunnen er origineelfuncties worden geselecteerd: "TEKST" voor originelen met alleen tekst en "FOTO" voor foto's. De belichting kan binnen elke functie op vijf niveaus worden ingesteld.
• Met de kopieerfunctie fotofunctie kunt u heldere kopieën maken van verfijnde halftintoriginelen zoals zwart-wit foto’s en kleurenfoto’s.
Geavanceerde kopieerkenmerken
• Kopieën kunnen worden vergroot van 25% tot 400% in stappen van 1%. (Wanneer de RSPF wordt gebruikt, is het bereik van de kopievergroting 50% tot 200%.)
• U kunt tot 99 kopieën continu afdrukken.
• Elke uitvoerset kan lichtelijk worden verschoven ten opzichte van de andere sets om het verdelen te vergemakkelijken (staffelfunctie).
• Sorteren per set is mogelijk zonder een sorteereenheid of ander speciaal apparaat (Sorteren kopie).
• De machine is voorzien van handige functies zoals kantlijnverschuiving, 2 in 1 kopie en automatisch 2-zijdig kopiëren.
1 2
3
2
1
Sorteer kopie Staffelfunctie
3
1 2 3
1 2 3
3
2
1
1
1
2 IN 1 kopie
A
Kantlijnverschuiving
A
Één keer scannen/meerdere malen afdrukken
• Deze machine is uitgerust met een geheugenbuffer waardoor u de machine één keer een origineel laat scannen en vervolgens de gescande afbeelding tot 99 kunt afdrukken. Dit verhoogt de werksnelheid, reduceert de ruisfactor van de machine en vermindert slijtage van het scanmechanisme, hetgeen leidt tot een hogere betrouwbaarheid.
7
LCD scherm displaymeldingen
De functie-instellingen en de status van de machine worden op dit LCD paneel weergegeven.
Laserprinterfunctie
• Printerfunctie
De bijgeleverde printer driver kan worden geïnstalleerd om de machine te gebruiken als printer.
• Netwerkprinterfunctie
Een LAN connector, waarmee de machine kan worden gebruikt als netwerkprinter, wordt standaard bijgeleverd.
Kleurenscannerfunctie
• Wanneer u de bijgeleverde scanner driver installeert en de machine aansluit op een computer via een USB-kabel, kunt u de machine gebruiken als scanner.
Milieu- en gebruiksvriendelijk ontwerp
• De machine is voorzien van een voorverwarming en een stroom uitschakelfunctie om het stroomverbruik te minimaliseren wanneer de machine niet wordt gebruikt.
• De machine is zo ontworpen dat de hoogte van het bedieningspaneel en de vorm van de toetsen door mensen van verschillende grootte kunnen worden gebruikt.
8
1
Hoofdstuk 1

VOORBEREIDINGEN

Dit hoofdstuk bevat belangrijke basisinformatie die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
1

NAMEN VAN DE ONDERDELEN

De onderstaande afbeelding toont de onderdeelnamen van de AL-2050.
Opmerkingen
1 2
3 4
Interface
Origineelplaat Verlengstuk papier uitvoerlade
1
Bedieningspaneel Hoofdschakelaar
2
Voorklep Handgrepen
3
Papierlade Netsnoer contactdoos
4
Zijklep Ontgrendelingshefboom fuseereenheid
5
Knop voor het openen van de zijklep Transportlade
6
Papiergeleiders van de handinvoerlade Laderreiniger
7
Origineel verlengstuk uitvoerlade Papierhouderarm
8
Kopie-uitvoerlade
9
De afbeeldingen in deze handleiding zijn van de AL-2050. Uw machine kan verschillen van deze afbeeldingen afhankelijk van uw model. De basishandelingen zijn echter gelijk.
USB connector
LAN connector
RSPF
Uitvoergedeelte
5 6 7
Handinvoerlade
17
TD (Toner/Developer) cartridge
8
9 10
11
12
12
13
3
10 11
12 13
14 15
16 17
Origineelgeleiders
Origineel toevoerklep
Origineelinvoerlade
Drum cartridge
5
15
14
Opmerkingen
De papier uitvoerlade is voorzien van een papierhouder. Deze papierhouder drukt zachtjes op de stapel uitvoerpapier om het tegen te houden.
9
VOORBEREIDINGEN
C
Bedieningspaneel
1
1 2
AL-2060
111
[
MODUS SELECTIE] toets / Modus indicators
Gebruik deze toets om de modus te selecteren. De indicator van de geselecteerde modus gaat branden (kopie-, printer-, scannermodus indicators).
Display
2
De display toont de status van de machine, eventuele problemen, de gebruikerprogramma's en de menu's met functie-instellingen.
Numerieke toetsen
333
Gebruik deze toetsen om het aantal kopieën en andere numerieke instellingen in te voeren. De toetsen kunnen ook worden gebruikt om items in functie-instelling menu's te selecteren.
444
[WIS] toets ( )
Gebruik deze toets om het aantal kopieën te wissen of een lopende opdracht te annuleren. In instellingmenu's kunt u deze toets gebruiken om terug te keren naar het vorige menuscherm.
555
Stroomspaarstand indicator
Deze indicator zal oplichten wanneer de stroombesparing is geactiveerd.
RSPF indicator
666
Deze indicator gaat branden wanneer er een origineel in de RSPF wordt geplaatst.
777
Storingsindicator
Deze brandt ononderbroken of knippert als er zich papierstoringen of andere storingen voordoen.
AL-2050
OK
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
6 7 8
888
[PAPIERLADEKEUZE] toets ( )
10 11 1312 14 15
9
ZOOM
Gebruik deze toets om de papierlade met het gewenste papierformaat te selecteren.
Ladelocatie-indicator
999
Geeft de geselecteerde papierlade weer. De indicator knippert wanneer er geen papier meer in de papierlade aanwezig is.
101010
[MENU] toets
Druk op deze toets om het papierformaat voor het kopiëren te selecteren, een gebruikersprogramma te configureren of de totale telling weer te geven.
111111
[2-ZIJDIGE KOPIE ( )] toets
Gebruik deze toets om de beide zijden van een origineel te kopiëren.
121212
[E-SORT/SP. FUNC ( )] toets
SP. FUN
1,2,3,
1,2,3,
Druk op deze toets om de sorteerfunctie, de 2 in 1 kopieerfunctie of de kantlijnverschuiving te selecteren.
[ ] toets ( ), [ ] toets ( ),
131313
[OK] toets
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) om een item in een functie-instelling menu te selecteren. Druk op de [OK] toets om een selectie in te voeren.
141414
[BELICHTING ( )] toets
Gebruik deze toets om te schakelen van automatische belichtingsaanpassing naar tekst- of fotomodus.
10
3 4 5
VOORBEREIDINGEN
1
Display
KLAAR OM TE KOPIEREN. 100% A4 0
16
[ZOOM] toets
151515
Druk op deze toets om de kopieerfactor voor verkleining/vergroting te selecteren. Selecteer een voor ingestelde factor door op de [ZOOM] toets te drukken en de gewenste vooringestelde factor te selecteren. Druk op [ZOOM] toets en selecteer de vooringestelde factor die het meest met de gewenste factor overeenkomt en druk op de [ ] toets ( )
[
] toets ( ) om de factor te vergroten
of of te verkleinen in stappen van 1%.
17
17
[WIS ALLES] toets ( )
16
Hiermee worden alle functies teruggezet in de standaardinstellingen. Wanneer u deze toets indrukt in een instelmenu, wordt de instelling en de display teruggezet in de begininstelling.
16
17
16
[START] toets ( ) / Gereed indicator
Deze indicator brandt wanneer kopiëren of scannen mogelijk is. Druk op de [START] toets ( ) om het
kopiëren te starten. De [START] toets ( ) wordt ook gebruikt
om terug te keren van de automatische uitschakeltijd in de normale modus.
17
18 19
Toont de huidige kopieerfactor.
18
Toont het geselecteerde papierformaat.
19
Toont het aantal kopieën dat is ingevoerd
20
met de numerieke toetsen. Er verschijnt. checkmarkering " " wanneer
21
de belichting is gewijzigd of wanneer 2-zijdig kopiëren, sorteren, 2 IN 1 of kantlijnverschuiving is geselecteerd.
20
21
11

CONTROLE VAN DE VERPAKKINGSINHOUD EN ACCESSOIRES

Open de doos en controleer of de volgende onderdelen en accessoires aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Sharp dealer als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is.
Opmerkingen
Folders met voorzorgen
Telefoon netsnoer
(uitsluitend AL-2060)
TD cartridge
Raadpleeg "PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD" (p.69) als de machine niet correct functioneert tijdens de installatie of het gebruik of wanneer een bepaalde functie niet werkt.
CD-ROM
Stroomkabel
Drum cartridge
(
geïnstalleerd in de machine)
12

DE INSTALLATIE VAN DE MACHINE VOORBEREIDEN

Pak de machine aan beide handgrepen
1
aan de zijkanten van de machine vast tijdens het uitpakken en wanneer u de machine naar de opstellingsplaats transporteert.
VOORBEREIDINGEN
Verwijder alle stukken plakband volgens de onderstaande
2
afbeelding en open vervolgens de RSPF en verwijder het beschermmateriaal. Haal de zak met de TD cartridge uit de verpakking.
Maak de ontgrendelingsschakelaar van de scankop los.
3
De ontgrendelingsschakelaar van de scankop bevindt zich onder de glasplaat. Als de schakelaar is vergrendeld (), werkt de machine niet. Ontgrendel de schakelaar ( ) zoals hieronder afgebeeld.
Hier vastpakken en draaien in de richting van de pijl.
1
A
Vergrendeld Ontgrendeld
Om de scankopvergrendelingsschakelaar te vergrendelen, houdt u de klem in afbeelding omhoog en draait u de middelste knop 90 graden tegen de klok in tot u een klik hoort.
A
13

HET PLAATSEN VAN DE TD (TONER DEVELOPER) CARTRIDGE

Open de handinvoerlade en
1
vervolgens de zijklep.
Druk voorzichtig op beide
2
kanten van de voorklep om deze te openen.
Haal de TD cartridge uit de zak. Verwijder het pakpapier. Houd
3
de cartridge aan beide kanten vast en schud deze vier tot vijf keer in horizontale richting. Houd de strip van de beschermafdekking vast en trek de strip naar u toe om het deksel te verwijderen.
14
4 of 5 keer
Plaats voorzichtig de TD
4
cartridge totdat deze op zijn plaats vastklikt terwijl u de ontgrendelknop indrukt.
Ontgrendelhendel Ontgrendelhendel
Sluit de voorklep en
5
vervolgens de zijklep door op de ronde uitsteeksels bij de opentoetsen voor de zijkleppen te drukken.
VOORBEREIDINGEN
Let op
6
7
Bij het sluiten van de deksel dient u eerst de voorklep zorgvuldig te sluiten en vervolgens de zijkleppen. Wanneer de kleppen in de verkeerde volgorde worden gesloten, kunnen deze beschadigen.
Controleer of de aan-/ uitschakelaar op de UIT positie staat. Steek het bijgevoegde netsnoer in de contactdoos aan de achterzijde van het apparaat.
Steek het andere einde van het netsnoer in het dichtstbijzijnde stopcontact.
1
Let op
8
Steek het netsnoer alleen in een goed geaarde wandcontactdoos. Gebruik geen verlengsnoeren of stopcontactlijsten.
15

INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN

De hoofdschakelaar bevindt zich aan de linkerkant van de kopieermachine.
Let op
werd gekocht, dient u te controleren of de plaatselijke netspanning overeenkomt met uw model. Wanneer u de stekker van de machine in een niet overeenkomende netspanning steekt, kan er onherstelbare schade aan de
Stroom inschakelen
Wanneer u de machine in een ander land gebruikt als waar hij
Zet de hoofdschakelaar op "ON".
U kunt de kopieerinstellingen selecteren en op de toets [START] ( ) drukken nadat de stroomschakelaar is ingeschakeld. Het kopiëren wordt automatisch gestart.
Let op
Taalinstelling
De eerste keer dat de stroom wordt ingeschakeld nadat de machine de fabriek heeft
Steek het netsnoer alleen in een goed geaarde wandcontactdoos. Gebruik geen verlengsnoeren of stopcontactlijsten.
verlaten, verschijnt er een melding in het Engels op de display waarin u wordt gevraagd de taal te selecteren. Selecteer de taal met de toets
()
en druk vervolgens op de [OK] toets. U kunt de taal ook wijzigen in
gebruikersprogramma's
Begininstellingen
De machine gebruikt de begininstellingen wanneer deze voor het eerst wordt aangezet, wanneer de [WIS ALLES]-toets ( ) wordt ingedrukt, of wanneer er geen enkele toets wordt ingedrukt voor de voorinstelling "AUTOMATISCHE WISSEN" tijd nadat een opdracht is voltooid. Wanneer de machine wordt teruggezet in de begininstellingen, worden alle tot dan toe geselecteerde instellingen en functies geannuleerd. De "AUTOMATISCHE WISSEN" kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.62)
De bedrijfsklaar indicator gaat branden net als de andere indicaties die de oorspronkelijke instellingen op het bedieningspaneel aantonen om de bedrijfsklare positie aan te geven. Zie "Begininstellingen" (zie hieronder) voor informatie over de begininstellingen.
[]
toets
()
(p.65).
of
[]
16
Wanneer de kopieermodus wordt gebruikt
AL-2050
KLAAR OM TE KOPIEREN. 100% A4 0
SP. FUNC
OK
1,2,3,
1,2,3,
ZOOM
Het hoofdscherm van de kopieerfunctie verschijnt.
Kopieerfactor: 100%, Belichting: Automatisch Aantal kopieën: 0, Alle speciale kopieerfuncties: Uit
Scaneenheid (scankop)
Wanneer de machine klaar is om te kopiëren of te scannen (de bedrijfsklaarindicator brandt), brandt het lampje van de scaneenheid.
VOORBEREIDINGEN
Uitschakelen
Verzeker u ervan dat de machine uitstaat en zet vervolgens de hoofdschakelaar op "OFF".
Wanneer de kopieermachine wordt uitgeschakeld terwijl deze in bedrijf is, kan er een papierstoring optreden en wordt de huidige kopieertaak geannuleerd. Schakel te stroomschakelaar uit en verwijder de stekker uit het stopcontact wanneer de machine gedurende een lange periode niet wordt gebruikt.
Voer de onderstaande controles uit om er zeker van zijn dat de machine niet in bedrijf is:
• De bedrijfsklaar indicator brandt. (Beginstand)
• De stroombesparing indicator brandt. (voorverwarmfunctie of automatische uitschakelfunctie)
Energiebesparingfuncties
De machine is voorzien van twee energiebesparingfuncties om het totale stroomverbruik te verminderen en op die manier de kosten te beperken. Bovendien behoudt deze energiebesparing de natuurlijke bronnen en helpt milieuvervuiling te verminderen. De twee energiebesparingfunctie zijn Voorverwarmingstijd en Automatische uitschakelfunctie.
Voorverwarmtijd
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een lager stroomverbruik wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. In deze functie zal de stroombesparing indicator gaan branden. De normale werking wordt automatisch hervat wanneer er een toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt, een origineel wordt geplaatst, of een afdrukopdracht wordt ontvangen.
Automatische uitschakelfunctie
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een nog lager stroomverbruik dan bij de voorverwarmfunctie wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. De stroombesparing indicator gaan branden, op de display verschijnt de melding dat de machine in de automatische uitschakelfunctie staat. Druk op de [Start] toets ( ) om de normale werking te hervatten. De normale werking wordt ook automatisch hervat wanneer er een afdrukopdracht wordt ontvangen of er wordt gescand vanaf een computer. Wanneer de machine in de automatische uitschakelfunctie staat, kunnen geen van de toetsen worden gebruikt (met uitzondering van de [START]-toets ( )).
1
Opmerkingen
De activering van de Voorverwarmingsfunctie en de Automatische uitschakeltijd kunnen met behulp van "VOORVERWARMFUNCTIE" en "AUTOMATISCH UITSCHAKELEN" worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. Wij raden u aan deze tijden aan te passen aan het gebruik van de machine op uw locatie. (p.62 en p.63)
Functie RSPF open controleren
Wanneer ingeschakeld, voorkomt deze functie overmatig tonerverbruik dat optreedt wanneer het RSPF-deksel niet volledig is gesloten. Als de starttoets ( ) wordt ingedrukt terwijl het RSPF-deksel niet volledig is gesloten, verschijnt "CONTR. ORIGINEEL" op het display en begint het kopiëren mogelijk niet. Als het kopiëren niet begint, kunt u de kopieertaak starten door nogmaals op de starttoets ( ) te drukken. Dan wordt echter het scanformaat gebruikt dat is ingesteld in "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN" (p.23) of "KOPIE BREEDTE OK" (programmanummer 25) (p.65). Als het RSPF-deksel volledig wordt gesloten nadat "CONTR. ORIGINEEL" is verschenen, gebeurt het kopiëren op het normale formaat.
17
2
Hoofdstuk 2

PAPIER BIJVULLEN

De papier bijvulindicator zal gaan knipperen wanneer er geen papier meer in de geselecteerde papierlade aanwezig is, of wanneer de geselecteerde papierlade niet of onjuist is gesloten.

PAPIER

Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurd papier te gebruiken.
Type
papierlade
Papierlade Standaard-
Handinvoer­lade
1
Het aantal vel papier dat kan worden geladen is afhankelijk van het gewicht van
*
het papier.
*2Gebruik geen enveloppen met een ander formaat dan standaard, metalen
klemmen, plastic klemmen, met touwsluiting, venster, voering, zelfplakkende enveloppen, met opgeplakte stukken of van synthetisch materiaal. Gebruik geen enveloppen die met lucht zijn gevuld of waaraan etiketten of zegels zijn bevestigd. Deze zullen de machine beschadigen.
3
*
Gebruik geen papier zwaarder dan A4 wanneer u papier laadt dat groter is dan 104 g/m
2
Papiersoort Formaat Gewicht Capaciteit
A4 papier Gerecycleerd papier
Standaard­papier Gerecycleerd papier
Dik papier 52 g/m2 tot Transparante
film/Etiketten Enveloppen *
.
B5
A5
A4
B5
A5
B6
A6
Brief
Zakenbrief
Rekening
2
International DL
International C5
Monarch
Zakelijk 9
Zakelijk 10
56 g/m2 tot
2
80 g/m
2
56 g/m 80 g/m
128 g/m
2
tot
2*3
250 vel * (Vul papier bij tot onder de streep op de lade)
50 vel *
Laad de vellen papier één voor één in de handinvoer­lade.
1
1
18
PAPIER BIJVULLEN
Speciaal papier
Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier.
Gebruik SHARP goedgekeurde transparante film en etiketvellen. Gebruik van papier dat niet door SHARP is goedgekeurd kan leiden tot papierstoringen of vlekken op de kopieën. Wanneer u papier gebruikt dat niet door SHARP is goedgekeurd, plaats dan één vel per keer met behulp van de handinvoerlade (probeer niet continu te kopiëren of af te drukken met dit soort papier)
Er zijn veel verschillende soorten papier op de markt en niet elke papiersoort kan in deze machine worden gebruikt. Neem contact op met uw SHARP service leverancier voordat u speciaal papier gaat gebruiken. Maak eerst een testkopie met het speciale papier om te controleren of dit geschikt is
voordat u papier dat niet is goedgekeurd door SHARP gaat gebruiken.

HET LADEN VAN DE PAPIERLADE

2
Opmerkingen
1
2
Zorg ervoor dat het papier vrij is van scheuren, stof, kreukels en omgekrulde of gevouwen hoeken.
Til het handvat van de papierlade omhoog en trek de papierlade zo ver mogelijk naar buiten.
Verwijder de vergrendeling van de aandrukplaat. Draai de vergrendeling van de aandrukplaat in pijlrichting om deze te verwijderen terwijl u de aandrukplaat omlaag drukt.
19
PAPIER BIJVULLEN
Bewaar de drukplaat die werd verwijderd in stap 2. Om de
3
drukplaatvergrendeling te bewaren dient u de vergrendeling te draaien zoals hieronder weergegeven.
Waaier het papier en plaats het in de lade. Zorg ervoor dat de
4
randen onder de hoeken zitten.
Opmerkingen
• Laad het papier niet boven de maximumhoogte markering ( ). Het overschrijden van de markering heeft papierstoring tot gevolg.
• Wanneer het papier niet wordt losgewaaid is er kans op dubbele vel invoer of papierstoringen.
• Controleer of de papierstapel recht ligt alvorens deze te laden. Wanneer u papier aan een bestaande stapel wilt toevoegen, haal dan de bestaande stapel uit de lade, voeg het papier toe en plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de lade.
• Zorg ervoor dat het papier in de papierstapel van het zelfde soort en formaat is.
• Zorg er bij het laden van het papier voor dat er geen ruimte tussen het papier en de papiergeleider is en dat de papiergeleider niet te nauw is ingesteld zodat het papier niet buigt. Het niet correct laden van het papier leidt tot papierstoringen of verschoven afdrukken.
Vergrendeling van de aandrukplaat
20
Druk de papierlade weer voorzichtig terug in de machine.
5
Opmerkingen
• Raadpleeg het hoofdstuk "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN" (p.23) wanneer het papierformaat verschilt van de eerdere papierstapel in de lade.
• Wanneer u de machine gedurende een langere periode niet gebruikt, dient u het papier uit de machine te verwijderen en op een droge plaats te bewaren. Als het papier gedurende een langere periode in de machine blijft zitten, zal dit vocht uit de lucht opnemen waardoor er papierstoringen ontstaan.

HANDINVOER (inclusief speciaal papier)

De handinvoerlade kan worden gebruikt voor het invoeren van standaard papier,transparante film, etiketten, enveloppen en ander speciaal papier.
Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de handinvoerlade
U kunt tot 50 vellen standaard kopieerpapier in de handinvoerlade plaatsen. (De hoeveelheid hangt af van het soort papier dat wordt geladen.) Zorg ervoor dat enveloppen horizontaal worden geplaatst zoals afgebeeld in het onderstaande diagram.
2
Beschikbaar
• Zorg er bij het plaatsen van enveloppen voor dat deze glad en vlak zijn en, afgezien van de sluitklep, geen losse lijmdelen bevatten.
• Speciaal papier, met uitzondering van SHARP goedgekeurde transparante film, etiketten en enveloppen moeten één vel per keer in de handinvoerlade worden geplaatst.
• Wanneer u papier wilt toevoegen, haal dan eerst het reeds geplaatste papier uit de handinvoerlade, voeg dit aan de nieuwe stapel toe en plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de handinvoerlade. Het papier dat wordt toegevoegd moet van hetzelfde formaat zijn.
• Gebruik geen papierformaat dat kleiner is dan het origineel. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
• Gebruik geen papier dat is bedrukt door een laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
Niet
beschikbaar
Enveloppen
Gebruik niet de onderstaande envelopsoorten. Dit zal leiden tot papierstoringen.
• Enveloppen met metalen plaatjes, gespen, linten, gaten of schermen.
• Enveloppen met ruwe vezels, carbonpapier of gladde oppervlakken.
• Enveloppen met twee of meer flappen.
• Enveloppen met plakband, folie of waarbij er papier aan de flap is bevestigd.
• Enveloppen met een vouw in de flap.
• Enveloppen met lijm aan de flap die moet worden natgemaakt om de enveloppen te sluiten.
• Enveloppen met etiketten of postzegels.
• Enveloppen die enigszins zijn gevuld met lucht
• Enveloppen met lijm die buiten het lijmgedeelte uitsteekt.
• Enveloppen waarbij een deel van het lijmgedeelte loslaat.
• Selecteer alleen com9, com10 of Monarch in de papierformaat instelling van de printer driver. (Raadpleeg het online handboek voor informatie over de printer driver.)
21
PAPIER BIJVULLEN
Papier in de handinvoerlade laden
Opmerkingen
1
Opmerkingen
• Het papier moet met de smalle kant in de invoersleuf worden gestoken.
• Speciaal papier zoals transparante film, etiketten en enveloppen moeten één voor één via de handinvoer worden ingevoerd.
• Bij het kopiëren op transparante film dient u elke kopie direct te verwijderen. Laat de kopieën niet opstapelen.
Open de handinvoerlade en verleng deze.
Om de handinvoerlade te sluiten voert u stap 1 en vervolgens stap 2 in de afbeelding uit en drukt u op de ronde uitsteeksels aan de rechterkant van de lade tot deze ineenklikken.
22
Stel de papiergeleiders in op de breedte van het papier. Plaats
2
het papier (afdrukzijde naar beneden) helemaal in de handinvoerlade.
Afdrukzijde
Druk op de [PAPIERLADEKEUZE] toets ( ) om de
3
handinvoerlade te selecteren.
Opmerking voor het plaatsen van dik papier
Het kopiëren op dik papier vereist een hogere instelling van de heatertemperatuur. Stel het gebruikersprogramma 29 in op "2 (ZWAAR PAPIER)" wanneer u dik papier gebruikt. (Zie pagina 65.)

PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN

PAPIERFORMAAT 1:LADE 1
Volg de onderstaande stappen om het papierformaatinstelling van een lade te wijzigen.
Opmerkingen
1
• De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd wanneer de machine tijdelijk is gestopt als gevolg van papiertekort of papierstoring.
• Tijdens het afdrukken (zelfs in de kopieerfunctie) kan de papierformaatinstelling niet worden gewijzigd.
Druk op de [MENU] toets. Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) totdat "PAPIERFORMAAT" verschijnt en drukt vervolgens op de [OK] toets.
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
2
( ) om de papierlade te selecteren en druk vervolgens op de [OK] toets.
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets
3
( ) om het papierformaat te selecteren
LADE 1 1:A4
en drukt vervolgens op de [OK] toets.
Het papierformaat worden gewijzigd elke keer wanneer de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) wordt ingedrukt: "A4""B5""A5". "8,5x14""8,5x13""8,5x11""8,5x5,5"
Opmerkingen
Druk op de [MENU] toets wanneer u klaar bent met de configuratie van de papierformaatinstellingen van de lade.
SP. FUNC
1,2,3,
1,2,3,
2
OK
ZOOM
OK
ZOOM
Druk de grendelhendel van de voorste geleider samen en
4
schuif de voorste geleider zodat deze aansluit bij de breedte van het papier. Schuif vervolgens de linker geleider naar de juiste groef op de lade.
Linker geleider
• De voorste geleider is een schuifgeleider. Neem de vergrendelknop op de geleider en schuif de geleider naar de indicatorlijn van het te laden papierformaat.
• De linker geleider is een invoeggeleider. Verplaats deze naar de indicatorlijn van het te laden papierformaat.
Voorgeleider
23
3
Hoofdstuk 3

HET MAKEN VAN KOPIEËN

Dit hoofdstuk beschrijft de basisfuncties en andere kopieerfuncties.

NORMAAL KOPIEREN

De glasplaat gebruiken
Opmerkingen
1
2
• De glasplaat kan originelen tot een grootte van A4 scannen.
• Wanneer er een kopie wordt gemaakt, zullen de randen niet worden gekopieerd (beeldverlies). Zie "TECHNISCHE SPECIFICATIES" (p.91) voor meer informatie over beeldverlies.
Open de RSPF en plaats het origineel op de glasplaat met de kopiezijde naar beneden.
[Het plaatsen van het origineel]
Leg het origineel gelijk met de schaalverdeling en de centreermarkering. ( ).
Sluit voorzichtig de RSPF.
Origineel schaalverdeling
markering
24
Stel het aantal kopieën en andere kopieerinstellingen in en druk
3
vervolgens op de [START] toets ( ).
Opmerkingen
Het kopiëren van boeken of originelen met vouwen of kreukels
Druk tijdens het kopiëren op de RSPF zoals op de afbeelding. Wanneer de RSPF niet volledig gesloten is kunnen er schaduwen ontstaan op de kopie of kan de afdruk vaag zijn. Strijk originelen met vouwen of kreukels goed glad voordat u deze plaatst.
• Druk op [WIS] toets ( ) als u het lopende kopieerproces wilt onderbreken.
• Zie pagina 27 tot en met 39 voor informatie over de kopieerinstellingen.
De RSPF gebruiken
HET MAKEN VAN KOPIEËN
Opmerkingen
1
2
3
• A5 tot A4 originelen van 56 g/m2 tot 90 g/m2 kunnen worden gebruikt. Er kunnen maximaal 50 pagina's in een keer worden geplaatst.
• Strijk gekreukte originelen glad voordat u deze in de origineelinvoerlade plaatst. Gekreukte originelen kunnen papierstoringen veroorzaken.
• Plaatst de originelen horizontaal.
• Verwijder eventuele nietjes of paperclips voordat u originelen in de origineel invoerlade laadt.
• Wanneer er een kopie wordt gemaakt, zullen de randen niet worden gekopieerd ( Zie "TECHNISCHE SPECIFICATIES" (p.91) voor meer informatie over beeldverlies.
• Controleer nauwkeurig de positie van de marges wanneer u gebruikmaakt van de kantlijnverschuiving. (p.38)
Verzeker u ervan dat het origineel niet achterblijft op de kopieerplaat.
Pas de origineelgeleiders aan het formaat van de originelen aan.
Plaats het origineel (of de originelen) met de kopiezijde naar boven in de origineelinvoerlade.
De RSPF indicatie op het bedieningspaneel gaat branden. Indien deze indicatie niet gaat branden, zijn de originelen niet correct geplaatst of is de RSPF niet goed gesloten.
beeldverlies).
Afdrukzijde naar boven
3
Stel het aantal kopieën en andere kopieerinstellingen in en
4
druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Opmerkingen
• De standaarduitvoermodus voor kopiëren vanaf de RSPF is de sorteermodus (p.33),, en er verschijnt automatisch een checkmarkering " " in het schermy (p.11). Wanneer "AUTOM. SELECTIE SORTEREN" is uitgeschakeld in de gebruikersprogramma’s, is de standaarduitvoermodus de niet-sorteermodus. (p.65)
• Druk op [WIS] toets ( ) als u het lopende kopieerproces wilt onderbreken.
• Zie pagina 27 tot en met 39 voor informatie over de kopieerinstellingen.
25
HET MAKEN VAN KOPIEËN
Originelen die niet kunnen worden gebruikt in de RSPF
De onderstaande originelen kunnen niet worden gebruikt. Dit kan leiden tot papierstoringen, vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
• Projecties, blauwdrukpapier, ander transparant of doorschijnend papier en foto’s.
• Carbonpapier, thermisch kopieerpapier.
• Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of gescheurd.
• Gelijmde originelen, uitgesneden originelen.
• Originelen met ringbandgaten.
• Originelen die zijn afgedrukt met een inktlint (thermal transfer print), originelen op thermaal afdrukpapier.
Origineel verlengstuk uitvoerlade
Trek de ladeverlenging van de RSPF uit wanneer u een origineel als A4 plaatst.
Capaciteit van de kopie-uitvoerlade
26
De kopie-uitvoerlade kan tot 200 vel papier bevatten. Wanneer u meer dan 200 pagina’s laat opstapelen, kan er een papierstoring optreden.
Verlengstuk papier uitvoerlade
Trek de ladeverlenging uit wanneer u kopieert op papier groter dan A4.
Papierhouderarm
De papier uitvoerlade is voorzien van een papierhouder. Deze papierhouder drukt zachtjes op de stapel uitvoerpapier om het tegen te houden (p.9).
Opmerkingen
Haal de papierhouderarm omhoog en plaats het papier onder de arm als u het papier terug wilt plaatsen in de uitvoerlade.
HET MAKEN VAN KOPIEËN
Aantal kopieën instellen
Druk op de cijfertoetsen om het aantal kopieën in te stellen.
KOPIEREN.
KOPIEREN.
5 55
5 55
OK
OK
ZOOM
ZOOM
Het ingestelde aantal kopieën verschijnt in de display. U kunt maximaal 99 kopieën instellen. Wanneer u een enkele kopie wilt maken is dit mogelijk wanneer er een "0" op de display verschijnt.
Opmerkingen
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het verkeerde aantal hebt ingevoerd en voer vervolgens het juiste aantal in.

PAPIERLADEKEUZE

Druk op de [PAPIERLADEKEUZE] toets ( ).
Iedere keer dat u op de [PAPIERLADEKEUZE] toets ( ) drukt wijzigt de locatie die wordt aangegeven door de papierlocatie indicator in de volgende volgorde: papierlade→handinvoerlade.
Opmerkingen
De papierlocatie indicator zal gaan knipperen wanneer er geen papier meer in de papierlade aanwezig is, of wanneer de geselecteerde papierlade niet of onjuist is gesloten.
AL-2050
KLAAR OM TE KOPIEREN. 100% EXTRA
1,2,3,
1,2,3,
SP. FUNC
3
27

DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN

TEKST | | | | |
TEKST | | | | |
Automatische belichtingsafstelling is vanaf het begin geactiveerd. Deze functie stelt automatisch het beeld van de kopie gelijk aan dat van het origineel. Volg de onderstaande stappen om zelf het belichtingsniveau te selecteren. (U kunt kiezen uit twee origineelsoorten en vijf belichtingsniveau’s voor elk origineeltype). Het belichtingsniveau in de automatische belichtingafstelling kan ook worden gewijzigd met "AE BELICHTINGSNIVEAU AANPASSEN" in de gebruikersprogramma’s (p.64).
Origineeltypen
AUTO ......Automatische belichtingafstelling wordt geactiveerd en de belichting
wordt automatisch aangepast aan het origineel dat wordt gekopieerd. De belichting wordt verminderd voor gekleurde gebieden en achtergrondschaduwen.
TEKST .... De belichting wordt vermeerderd voor lichte gebieden en verminderd
FOTO ......Halftinten in de foto worden helderder weergegeven.
1
2
voor donkere gebieden zodat tekst gemakkelijker te lezen is.
Controleer het origineel en plaats het origineel (of originelen).
Druk op de [BELICHTING ( )] toets om het origineeltype te selecteren.
Het origineelbeeldtype wordt gewijzigd elke keer wanneer de [BELICHTING ( )] toets wordt ingedrukt: "AUTO" ( ) → "TEXT"( ) → "FOTO"( ).
SP. FUNC
1,2,3,
1,2,3,
OK
ZOOM
28
Opmerkingen
3
Druk op de [BELICHTING ( )] toets totdat "AUTO" ( ) verschijnt om terug te keren naar de automatische belichtingaanpassing.
Pas indien nodig het belichtingsniveau aan voor TEKST ( ) of FOTO ( ).
Druk op de [ ] toets ( ) om de afbeelding donkerder te maken. Druk op de [ ] toets ( ) om de afbeelding lichter te maken.
Druk op de [OK] toets.
4
Selecteer het aantal kopieën en andere kopieerinstellingen en
5
SP. FUNC
1,2,3,
1,2,3,
druk vervolgens op de [START] toets ( ).
Opmerkingen
Belichtingswaarden richtlijnen (bij "TEKST" ( ) instelling)
| | | | |
Gekleurde tekst of tekst geschreven met potlood Normale originelen Donkere originelen zoals kranten
OK
ZOOM
Loading...
+ 73 hidden pages