Sharp AL-2020, AL-2040 User Manual [nl]

AL-2020/AL-2040
AL-2020
AL-2040
Onlinehandleiding
Start

Inhoudsopgave

Het gebruik van het Online handboek
1
Het gebruik van het Online handboek 1
Printen
2
Overzicht van het printen 2 Basis printen 3 Het starten van de printerbesturing met de "Start" toets 4 Instellingen van de printerbesturing 5 Het printen van een watermerk 6 De pintafdruk aan het papier aanpassen 7 Het printen van meerdere pagina’s op een blad 8 Dubbelzijdig printen 9 Omtrek van het Afdrukstatus 10
Scan
3
Overzicht van het scannen 11 Het scannen van een beeld van een TWAIN-Compliant applicatie 12 Het scannen van een beeld van een WIA-Compliant applicatie (Windows XP/Vista) 16 Het scannen van een beeld van de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP/Vista) 18 Omtrek van de Button Manager 21 Instellingen van de Button Manager 22
Problemen
4
Het vaststellen van problemen 23 Controleer de verbinding tussen het apparaat en de computer 24 Controleer uw computer 25
Het Plug and Play scherm verschijnt niet
(wanneer de USB aangesloten is) 26
De MFP besturing werd niet geïnstalleerd (Windows 2000/XP)27 Bleek, ongelijkmatige of versmeerde printuitvoer 28 De letters of afbeeldingen worden niet op de juiste
plaats geprint 29
Niets print 30 Sclecht scanresultaat 31 De scanafdruk is niet correct geplaatst 32 Niet in staat om het beeld te scannen 33 Deinstallatie van de software 34
Functies van het printerstuurprogramma
5
Functies van het printerstuurprogramma 35
Webpagina in de machine
6
Over de webpagina 37 Configuratie de webpagina 38
7
Index
1

Het gebruik van het online handboek

Dit online handboek geeft u aanwijzingen voor de bediening van uw nieuwe app araat. Lees de volgende toelichting voor het gebruik van het Online handboek en zoek vervolgens naar de gewenste informatie. V oor nadere informatie over computers, bedrijfssystemen en Acrobat Reader, zie het relevante handboek of het helpbestand.
Het gebruik van het Online handboek
Klik op deze toets om de inhoudsopgave van het online handboek weer te geven. Vanuit de inhoudsopgave kunt u naar diverse pagina's springen.
Klik op deze toets om Klik op deze toets om de index van het online handboek weer te geven. Vanuit de index kunt u naar diverse pagina's springen.
Het volgen van links
Links kunnen gedeeltes van een document verbinden met andere delen voor nadere informatie. In dit document zijn groen gekleurde letters verbonden gedeeltes. Om een link te volgen, dient u een handtool ( ), een zoomtool of een selectietool te selecteren Plaats de pijl over het verbonden gedeelte op de pagina tot de pijl in een hand met een wijzende vinger verandert ( ). Klik vervolgens op de link.
Het gebruik van bladwijzers
Dit online handboek heeft bladwijzers op de belangrijkste pag ina’s van elk gedeelte. U kunt naar de gewenste pagina’s gaan door gewoon op de bladwijzer te klikken.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
Hiermee gaat u pagina voor pagina terug. Om naar de voorafgaande linkt te gaan, klikt u op de ( ) toets op de menubalk van Acrobat Reader.
1
Hiermee gaat u pagina voor pagina naar voren.
Het printen van het online handboek
Als u de onlinehandleiding op papier wilt raadplegen, kunt u ze afdrukken door naar Acrobat Reader te gaan, op het menu "Bestand" te klikken en "Afdrukken" te selecteren. Klik na het opgeven van de printerinstellingen op de toets "OK" om af te drukken.
z In dit online handboek zijn de schermen en bedieningsprocedures hoofdzakelijk voor Windows XP bestemd. Bij
andere Windows-versies kunnen sommige schermen anders zijn dan in dit handboek aangegeven.
Opmerking
z Overal in de handleiding waar "AL-xxxx" wordt vermeld, kunt u "xxxx" vervangen door uw modelnaam. z De vermelde SPF is alleen voor AL-2040.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
1
2
Het onderstaande stromingsdiagram geeft een overzicht van het printen.
Reference: V oor nadere informatie ov er het printen, zie Basis printen.
Attentie

Overzicht van het printen

z De printerfunctie is alleen beschikbaar wanneer het apparaat met uw computer is verbonden via een USB-kabel.
Afdrukken via een netwerkverbinding is niet mogelijk.
z Wanneer de papierbron de papierlade of de handmatige invoer is, dient u voor het printen te controleren of er
papier werd geladen.
z Controleer of het printen voltooid is voordat u de stroom uitschakelt. Verwijder het netsnoer niet voordat u het
apparaat heeft uitgeschakeld.
Bereid het document dat u wilt printen, voor.
Open het installatiescherm voor de printerbesturing en stel de voorkeursinstellingen voor het printen in.
Reference:
Instellingen van de printerbesturing, Het printen van een watermerk, De pintafdruk aan het papier aanpassen, Het printen van meerdere pagina’s op een blad, Dubbelzijdig printen
Zend printgegevens van uw computer
Afdrukken
Printen verlaten
INHOUDSOPGAVE
2
INDEX
2
In dit voorbeeld wordt een document in A4-formaat afgedrukt vanuit WordPad.

Basis printen

1 2
3
Start WordPad, open een nieuw bestand en voer de tekst die u wilt printen in.
Selecteer "Afdrukken" in het menu "Bestand" van de toepassing.
Controleer of "SHARP AL-xxxx" is geselecteerd als huidige printer. Als u een afdrukinstelling wilt wijzigen, klikt u op de toets "Voorkeursinstellingen" om het instelscherm van het printerstuurprogramma te openen.
Klik in Windows 98/Me op de toets "Eigenschappen".
Opmerking
4
In Windows 2000 wordt de toets "Voorkeursinstellingen" niet weergegeven in dit dialoogvenster. Klik op het gewenste tabblad om de printerinstellingen op te geven.
Klik op de toets "Afdrukken" in het dialoogvenster "Afdrukken".
Klik in Windows 98/Me op de toets "OK".
SHARP AL-xxxx
Identificeer de actuele
1
printer in deze box.
SHARP AL-xxxx
Klik op deze toets om
2
printinstellingen te wijzigen.
Reference: Instellingen van de printerbesturing, Het printen van een
watermerk, De printafdruk aan het papier aanpassen, Het printen van meerdere pagina’s op een blad Dubbelzijdig printen
Het printen start volgens uw voorkeurinstellingen.
,
INHOUDSOPGAVE
3
INDEX
2
U kunt de printerbesturing openen en de instellingen wijzigen vanuit de “start”-toets van Windows. De instellingen die op deze manier worden gemaakt, zijn de standaardinstellingen wanneer u vanuit een applicatie print. (Wanneer u de instellingen van het printer-besturing installatiescherm wijzigt tijdens het printen, zullen deze instellingen naar de standaardinstellingen terugkeren zodra u de applicatie verlaat.)
Reference: Basis printen
Windows 2000/XP/Vista

Het printerstuurprogramma starten met de toets "Start"

Windows 98/Me
1
2
3
Klik op de toets "start" en vervolgens op "Configuratiescherm".
Klik in Windows 2000 op de toets "Start" en selecteer "Instellingen".
Klik op "Printers en andere hardware" en vervolgens op "Printers en faxapparaten".
•Klik in Windows Vista op de toets "Printer".
•Klik in Windows 2000 op "Printers".
Klik op het pictogram van het printerstuurprogramma "SHARP AL-xxxx" en selecteer "Eigenschappen" in het menu "Bestand".
1 2
Klik op de toets "Start", selecteer "Instellingen" en klik vervolgens op "Printers".
Klik op het pictogram van het printerstuurprogramma "SHARP AL-xxxx" en selecteer "Eigenschappen" in het menu "Bestand".
Klik op het tabblad "Setup" .
3
Het printerbesturing installatiescherm verschijnt.
Reference: Instellingen van de printerbesturing
Klik in Windows 2000 op "Printers".
4
Reference: Instellingen van de printerbesturing
Klik op de toets "Voorkeursinstellingen voor Afdrukken" op het tabblad "General".
Het printerbesturing installatiescherm verschijnt.
INHOUDSOPGAVE
4
INDEX
2

Instellingen van de printerbesturing

Om Help voor een instelling te bekijken, klikt u op de ( ) toets in de rechter bovenhoek van het venster en klikt u op de instelling.
Tab
Index waarmee u tussen de verschillende installatieschermen kunt omschakelen.
Checkbox
Klik op deze optie on elke functie te activeren/deactiveren.
De instellingen die u in "X pagina's-op-1 vel afdr", "Documenttype", "Aanpassen aan pagina", "Beeldorientatie" en "Watermerk" worden in dit scherm getoond.
Selectieknop
Hiermee kunt u een item uit een lijst met opties selecteren
.
( ) toets
Klik op deze toets en vervolgens op een instelling om de helpfunctie voor deze instelling te belijken.
U kunt de helpfunctie ook
Opmerking
Drop-down lijst
Hiermee kunt u een selectie uit een lijst met keuzemogelijkheden maken.
"Toepassen" toets
Klik hierop om uw instellingen op te slaan zonder de dialoogbox te sluiten.
bekijken door met de rechter muistoets op de instelling te klikken.
De lade die werd geseelcteerd in "Papierselectie" in de "Papier" tab verschijnt in het blauw. U kunt ook op een lade klikken, om deze te selecteren.
"OK" toets
Klik op deze toets om uw instellingen op te slaan en verlaat de dialoogbox.
"Annuleren" toets
Klik op deze toets om de dialoogbox te verlaten zonder de instellingen te wijzigen.
De "Toepassen" toets verschijnt niet wanneer u dit
Opmerking
"Help" toets
Er wordt een helpvenster geopend met uitleg over de instellingen op het tabblad.
venster vanuit een applicatie opent.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
5
2
Als u een watermerk, bijvoorbeeld "VERTROUWELIJK", wilt afdrukken op uw document, voert u de volgende stappen uit. Open het printerstuurprogramma en klik op het tabblad "Watermerken".
Reference: Zie Basis Printen voor details over het openen van de printerbesturing.

Het printen van een watermerk

Het printen van een watermerk
Selecteer het watermerk dat u wilt afdrukken op uw document, bijvoorbeeld "Watermerk", in de "VERTROUWELIJK" vervolgkeuzelijst en start het afdrukken.
Watermerk:
(Geen)
(Geen)
TOP GEHEIM
VERTROUWELIJK
CONCEPT ORIGINEEL
Printvoorbeeld
Zie de helpfunctie van de printerbesturing voor details over de watermerkinstellingen.
Reference: Instellingen van de printerbesturing
Watermerk:
VERTROUWELIJK
JK
VERTROUWELI
INHOUDSOPGAVE
INDEX
6
2
Deze printer kan het zoompercentage voor het printen aanpassen aan het papier dat in het apparaat werd geladen. Volg de onderstaande stappen om deze functie te gebruiken. In de onderstaande instructies wordt ervan uitgegaan dat u een A4-document wilt afdrukken op papier van A5-formaat.
Opmerking

De printafdruk aan het papier aanpassen

De "Aanpassen aan pagina" instelling is niet beschikbaar wanneer "X pagina's-op-1vel afdr" werd geselecteerd.
Reference: Het printen van meerder pagina’s op een blad
1 2 3
Klik op de "Papier" tab in het printerbesturing installatiescherm.
Selecter het papierformaat voor de printgegevens uit "Papierformaat".
Controleer de "Aanpassen pagina" box.
4
Selecteer het papierformaat voor "Aanpassen aan pagina", dat overeenkomt met het papierformaat in het apparaat.
Nu wordt de printafdruk automatisch aan het papier in het apparaat aangepast.
Papierformaat: A4 Aanpassen aan papierformaat: A5
A5 papier
A4 document
(papierformaat)
(aanpassen aan papierformaat)
INHOUDSOPGAVE
INDEX
7
2
Met deze functie kunt u twee of vier documentpagina’s op een enkele pagina printen. Om deze functie te gebruiken, opent u het installatiescherm van de printerbesturing en selecteert u "2 pagina's op 1 vel" of "4 pagina's op 1 vel" voor "X pagina's op 1vel afdr" op de"Algemeen" tab.
Opmerking

Het printen van meerder pagina’s op een blad

De "X pagina's-op-1vel afdr" instelling is niet beschikbaar wanneer "Aanpassen aan pagina" werd geselecteerd.
Reference: De printafdruk aan het papier aanpassen
Indien u de "Rand" checkbox selecteert, zullen er kantlijnen op elke pagina worden geprint.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
8
2
U kunt op beide kanten van het papier printen. Als u deze functie wilt gebruiken, opent u het instelscherm van het printerstuurprogramma en selecteert u "Dubbelzijdig (Boek)" of "Dubbelzijdig (Schrifjblok)" bij "Documenttype" op het tabblad "Algemeen".
Opmerking
Het volgende voorbeeld toont het resultaat wanneer er gegevens voor staande afdrukstijl aan beide kanten van het papier worden geprint.

Dubbelzijdig afdrukken

De handinvoer kan niet worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken.
Printresultaat
Printgegevens
Dubbelzijdig (Boek) Dubbelzijdig (Schrijfblok)
De pagina’s worden zodanig gprint, dat zij aan een kant kunnen worden gebonden.
De pagina’s worden zodanig gprint, dat zij aan de bovenkant kunnen worden gebonden.
INHOUDSOPGAVE
9
INDEX
2
Wanneer het printen begint, wordt het Afrdrukstatus geactiveerd en verschijnt op het scherm. Het Afrdrukstatus is een programma dat werd ontwikkeld om de actuele printstatus te tonen inclusief de naam van het geprinte document en de foutmeldingen.

Omtrek van het Afrdrukstatus

Status icoon
Deze incoon informeert u over de printstatus.
Tab
Index waarmee u tussen de verschillende installatieschermen kunt omschakelen.
"Sluiten" toets
Klik op deze toets om het printstatus venster te sluiten.
Statusvenster
Biedt u details over de actuele status van de printbewerking.
Naam van document
Toont de naam van de actieve printbewerking.
"Opdracht annuleren" toets
Klik op deze toets om de actueel in uitvoering zijnde bewerking te annuleren.
"Help" toets
Klik op deze toets om het helpbestand voor het printstatus venster te tonen.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
10
3

Overzicht van het scannen

Het onderstaande stromingsdiagram geeft een overzicht van het scannen.
De scanfunctie is alleen beschikbaar bij computers die op de machine zijn aangesloten met een USB-kabel. Als de machine is aangesloten via een LAN-verbinding, is alleen de printerfunctie beschikbaar.
Attentie
Wanneer u vanuit een TWAIN*1-compliant of WIA*
Start een Twain-compliant of WIA­compliant applicatie, en selecteer de scanner besturing van het apparaat.
Reference:
2
-compliant applicatie scant.
Reference:
Stel de voorkeursinstellingen voor het scannen in
Scannen
Het scannen van een beeld van een TWAIN-Compliant applicatie, Het scannen van een beeld van een WIA-Compliant applicatie (Windows XP/Vista)
Voor nadere details, zie "PLAATSEN VAN HET ORIGINEEL" in de gebruiksaanwijzing.
Wanneer u vanuit de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP/Vista) scant.
Plaats het origineel in de scanpositie
Start de "Wizard Scanner en camera" vanuit het "Bedieningspaneel" in uw computer.
Scannen
Reference:
Het scannen van een beeld van de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP/Vista)
Het apparaat gebruiken om met
scannen*
Wissel naar de scannermodus en selecteer scanmenu (SC1 tot SC6) op het bedieningspaneel.
Reference:
"HET GEBRUIK VAN DE SCANNERFUNCTIE" in de gebruiksaanwijzing,
Omtrek van de Button Manager
3
te beginnen.
Scannen
*1:TWAIN is een industrienorm voor de interface van beeldgegevensverwerkende apparatuur inlusief scanners. Door het installeren van een TWAIN besturing op
uw computer, kunt u beelden scannen en bewerken met een veelvoud van TWAIN-compliant applicaties.
*2:WIA (Windows Imaging Acquisition) is een Windows functie via welke een scanner, een digitale camera of een ander beeldverwerkend apparaat kan
communiceren met een beeldverwerkende appl icatie. De WIA besturing voor dit apparaat kan alleen worden gebruikt met Windows XP/Vista.
*3:Als u wilt scannen via het bedieningspaneel van het apparaat, moet u eerst Button Manager installeren
en de juiste instellingen vastleggen in het Configuratiescherm. Voor meer informatie, zie "HET GEBRUIK VAN DE SCANNER FUNCTIE" in de gebruiksaanwijzing. Houd er rekening mee dat niet alle scannerfuncties beschikbaar zijn met Button Manager.
INHOUDSOPGAVE
11
INDEX
3
De SHARP scannerbesturing komt overeen met TWAIN, de industrienorm, zodat deze compatibel is met een veelvoud van TWAIN-compliant appl icaties. Hierna volgt een st ap-voor-stap toelichting voor het verkrijgen van een scanafdruk in het Sharpdesk desktopscherm m.b.v. Sharpdesk.
Het scannen van een beeld van een TWAIN-Compliant applicatie (deel 1)
1
Reference: Voor informatie over het plaatsen van een te scannen
2
Plaats het origineel dat (de originelen die) u wilt scannen op de glasplaat/SPF.
origineel, zie "HET PLAATSEN VAN EEN ORIGINEEL" in de gebruiksaanwijzing.
Klik na het starten van Sharpdesk op het menu "Bestand" en selecteer "Selecteer scanner".
3
Opmerking
Selecteer "SHARP MFP TWAIN P" en klik op de toets "Selecteren".
z Wanneer u Windows XP gebruikt, kunt u ook
"WIA-SHARP AL-xxxx" selecteren om met behulp van de WIA besturing te scannen.
Reference: Het scannen van een beeld van een
WIA-Compliant applicatie (Windows XP/Vista
z
Afhankelijk van uw systeem kan "SHARP MFP TWAIN P 1.0 (32-32)" en "WIA-SHARP AL-xxxx
1.0 (32-32)" worden weergegeven in het scherm "Bron selecteren".
z De methode voor het bereiken van de
"Selecteer Scanner" optie is afhankelijk van de applicatie. Voor nadere informatie zie de gebruiksaanwijzing of het helpbestand van uw applicatie.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
12
3
Het scannen van een beeld van een TWAIN-Compliant applicatie (deel 2)
4
Reference: Instellingen van de scannerbesturing
5
Selecteer "Afbeelding ophalen" in het menu "Bestand" of klik op de toets "Ophalen" ( ).
Het scannerbesturing installatiescherm verschijnt.
Selecteer in het menu "Scanpositie" waar u het origineel hebt geplaatst in stap 1 ("Tafel" (glasplaat) of "SPF").
Selecteer
SHARP AR-XXXX
"SPF"
wanneer u het origineel in de SPF hebt geplaatst.
7
Reference: Instellingen van de scannerbesturing
8
Leg het te scannen gedeelte vast en stel de scankeuzes in.
Voor informatie over het vastleggen van het scangebied en het instellen van de scankeuzes, zie de helpfunctie van de scannerbesturing.
Het instellen van een groot gebied in vier kleuren samen met een hoge resolutie verhoogt de gegevensgrootte en resulteert in lange scantijden.
Attentie
Het wordt aanbevolen de scanvoorkeuren in te stellen afhankelijk van het te scannen origineeltype, met name Webpagina’s (monitor), Foto, FAX of OCR.
Klik op de toets "Scannen" na het instellen van uw voorkeuren.
Als u de scantaak wilt annuleren na het klikken op de toets "Scannen", drukt u op de toets [Esc] van uw toetsenbord.
6
Opmerking
Klik op de "Voortonen" toets.
Het vooraanzicht verschijnt.
z
Als de rotatie of de hoek van het beeld verschilt, plaatst u het origineel terug en klikt u nogmaals op de toets "Voortonen".
z
Als u meerdere pagina’s in de SPF plaatst, geeft het apparaat alleen een voorbeeld weer voor de bovenste pagina van de originelen en stuurt het vervolgens deze pagina naar het origineeluitvoergedeelte. Plaats de voorbeeldpagina terug in de SPF voordat u de scantaak start.
Wanneer u de printerbesturing na het scannen sluit, verschijnen de beeldgegevens als een nieuw bestand in Sharpdesk.
INHOUDSOPGAVE
13
INDEX
3
Het scannen van een beeld van een TWAIN-Compliant applicatie (deel 3)
Instellingen van de scannerbesturing
Het instelscherm van het scannerstuurprogramma bestaat uit het "Installatiescherm", waarin u de scaninstellingen kunt selecteren, en het "Vooraanzicht scherm", dat de gescande afbeelding toont. Voor meer informatie over de scaninstellingen klikt u op de toets "Help" om de Help weer te geven.
Installatiescherm
"Scanpositie" menu
Selecteer de gewenste scanpositie vanaf de "Tafel" (origineel) of "SPF".
Selecteer "SPF" wanneer u het
Opmerking
"Scannen" toets
Klik om een origineel of beeld volgens uw voorkeur te scannen. Voor u op de "Scannen" toets drukt dient u te controleren of uw voorkeursinstellingen correct werden gemaakt.
Opmerking
origineel in de SPF hebt geplaatst.
Druk op de [Esc] toets op uw toetsenbord of de wis toets op de machine om een scanopdracht te annuleren nadat u op de "Scannen" toets hebt gedrukt.
"Scanmodus" menu
Schakel de scanfunctie om tussen het "Standaard" en "Klantinstellingen" scherm. Voor details over elk van deze instellingen, klikt u op de"Help" toets om Help weer te geven.
"Voortonen" toets
Bekijk het document vooraf.
Indien "Voortonen" werd geannuleerd
Opmerking
Selectievakje "Zoomvoorbeeld"
Als het selectievakje [Zoomvoorbeeld] is ingeschakeld voordat u op de knop [Voortonen] klikt, wordt het geselecteerde gebied vergroot in het voorbeeldvenster.
door direct op de [Esc] toets op het toetsenbord of op de wis toets op het apparaat te drukken, zullen er geen beelden op het vooraanzichtscherm worden weergegeven.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
14
3
Het scannen van een beeld van een TWAIN-Compliant applicatie (deel 4)
Vooraanzicht scherm
"Automatische scangebiedbeoordeling" toets
Klik hier wanneer het vooraanzicht scherm wordt weergegeven om het scangebied automatisch in te stellen.
Klik op de "Automatische scangebiedbeoordeling" toets om het scangebied automatisch af te stellen.
Volledig vooraanzicht scherm
"Help" toets
Klik hier om het helpbestand voor de scanner besturing weer te geven.
Vooraanzicht venster
Klik op de "Vooraanzicht" toets in het installatiescherm om het gescande beeld weer te geven. U kunt het scangebied bepalen door de muis binnen het venster te slepen.
"Roteren" toets
Klik op deze toets om het voorbeeld 90 graden met de klok mee te draaien. Op deze manier kunt u de richting corrigeren zonder het origineel opnieuw te hoeven plaatsen. Tijdens het scannen zal het beeld worden aangemaakt in de richting zoals getoond in het voorbeeldscherm.
"Beeldgrootte" toets
Klik op deze toets om een dialoogvenster te openen waarmee u het scangebied kunt specificeren door de coördinaten in te voeren. U kunt pixels, mm, of inches selecteren als eenheid voor de coördinaten. Door eerst een scangebied te specificeren, kunnen coördinaten worden ingevoerd om dat gebied te wijzigen m.b.t. de linker bovenhoek als vast beginpunt.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
15
3
Indien u Windows XP/Vista gebruikt, kunt u de WIA besturing toepassen om vanuit Sharpdesk, Paint en andere WIA­compliant applicaties te scannen. De procedure voor het scannen met behulp van Paint wordt hierna toegelicht.
Het scannen van een beeld van een WIA-Compliant applicatie (Windows XP/Vista)(deel 1)
1
Reference: Voor informatie over het plaatsen van een te scannen
2
Plaats het origineel dat u wilt scannen op de glasplaat/SPF.
origineel, zie "HET PLAATSEN VAN E EN ORIGINEEL" in de gebruiksaanwijzing.
Klik na het starten van Paint op het menu "Best and" en selecteer "Van scanner of camera".
Het scanscherm van de WIA besturing verschijnt.
Opmerking
Indien u WIA besturingen voor andere apparaten in uw computer heeft geïnstalleerd, gaat het "Apparaat selecteren" scherm open. Selecteer "SHARP AL-xxxx" en klik op de "OK" toets.
SHARP AL-xxxx
SHARP AL-xxxx
INHOUDSOPGAVE
INDEX
16
3
Het scannen van een beeld van een WIA-Compliant applicatie (Windows XP/Vista)(deel 2)
3
Selecteer de papierinvoerbron en het afbeeldingstype en klik op de toets "Voortonen".
Het vooraanzicht verschijnt.
Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, selecteert u "Flatbed" als "Papierinvoerbron". Als u het origineel in de SPF hebt geplaatst, selecteert u "Documentinvoer" als "Papierinvoerbron" en geeft u het origineelformaat op in "Paginaformaat".
4
Klik op de "Scannen" toets.
Het scannen begint en het beeld wordt in Paint verkregen. Gebruik "Opslaan" in uw applicatie om een bestandsnaam en ordner te selecteren voor de scanafdruk en de afdruk op te slaan. Als u de scantaak wilt annuleren na het klikken op de toets "Scannen", klikt u op de toets "Annuleren".
Opmerk
ing
z Als u "Documentinvoer" selecteert als
"Papierinvoerbron" en op de toets "Voortonen" klikt, wordt een voorbeeld van het origineel in de SPF weergegeven. Het voorbeeldorigineel wordt naar het origineeluitvoergedeelte gestuurd en het volgende origineel stopt in de SPF. U kunt het origineel uitwerpen door op de toets "C (wissen)" te drukken. Plaats de uitgeworpen originelen terug in de SPF voordat u de scantaak start.
z Om Help voor een instelling te bekijken, klikt u op de
( ) toets in de rechter bovenhoek van het venster en klikt u op de instelling.
INHOUDSOPGAVE
17
INDEX
3
De procedure om te scannen met de "Wizard Scanner en camera" in Windows XP/Vista wordt hieronder uitgelegd. Met de "Wizard Scanner en camera" kunt u een beeld scannen zonder een WIA-compatibele toepassing te gebruiken.
Het scannen van een beeld van de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP/Vist a) (deel 1)
1
Reference: Voor informatie over het plaatsen van een te scannen
2
3
Plaats het origineel dat u wilt scannen op de glasplaat/SPF.
origineel, zie "HET PLAATSEN VAN E EN ORIGINEEL" in de gebruiksaanwijzing.
Klik op de toets "start", klik op "Configuratiescherm", klik op "Printers en andere hardware" en klik vervolgens op "Scanner en camera's".
Klik op het pictogram "SHARP AL-xxxx" en klik vervolgens op "Foto's laden" in "Afbeeldingstaken".
De "Wizard Scanner en camera" wordt weergegeven.
SHARP AL-xxxx
4
Klik op de "Volgende" toets.
SHARP AL-xxxx
INHOUDSOPGAVE
INDEX
18
3
Het scannen van een beeld van de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP/Vist a) (deel 2)
5
Selecteer de "Type afbeelding" en de "Papierinvoerbron" en klik op de toets "Volgende".
Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, selecteert u "Flatbed" als "Papierinvoerbron". Als u het origineel in de SPF hebt geplaatst, selecteert u "Documentinvoer" als "Papierinvoerbron" en geeft u het origineelformaat op in "Paginaformaat". U kunt op de toets "Voortonen" klikken om het voorbeeld weer te geven.
6
Geef een groepsnaam, indeling en map op om de afbeelding op te slaan en klik vervolgens op de toets "Volgende".
JPG, BMP, TIF of PNG kan worden geselecteerd als indeling. Klik op de toets "Volgende" om te beginnen met scannen.
Opmerking
z Als u "Documentinvoer" selecteert als
"Papierinvoerbron" en op de toets "Voortonen" klikt, wordt een voorbeeld van het bovenste origineel in de SPF weergegeven. Het voorbeeldorigineel wordt naar het origineeluitvoergedeelte gestuurd. U moet het dus terugplaatsen in de SPF voordat u de scantaak start.
z Klik op de toets "Aangepaste instellingen" om de
instellingen van de resolutie, het beeldtype, de helderheid en het contrast aan te passen.
INHOUDSOPGAVE
19
INDEX
3
Het scannen van een beeld van de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP/Vist a)(deel 3)
7
Wanneer het scannen is voltooid, wordt het volgende scherm weergegeven. Selecteer de volgende taak die u wilt uitvoeren en klik vervolgens op de toets "Volgende".
Wanneer u de bewerking wilt beëindigen, klikt u op "Geen van beide. Ik ben klaar met deze Afbeeldingen".
8
Klik op de "Voltooien" toets.
De "Wizard Scanner en camera" wordt gesloten en de gescande afbeelding wordt opgeslagen in de opgegeven map.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
20
3

Omtrek van de Button Manager

Button Manager is gebruikerssoftware waarmee scanfuncties kunnen worden gekoppeld aan de SCANNEN-toets op het apparaat. Met deze software kunt u scanfuncties instellen in zes verschillende scanmenu’s, die worden gekoppeld aan de SCANNEN-toets op het apparaat.
Reference: U kunt pas beginnen te scannen via het bedieningspaneel van het apparaat wanneer u de instellingen in het Configuratiescherm
hebt vastgelegd na het installeren van Button Manager . Voor informatie over het installeren van Button Manager, het vastleggen van de instellingen in het Configuratiescherm en het scannen via het bedieningspaneel van het apparaat, zie "HET GEBRUIK VAN DE SCANNERMODUS" in de gebruiksaanwijzing.
De functies van de Button Manager worden hierna getoond.
Tab
Klik hier om de scanmenu opties in te stellen.
"Scan instelling" gedeelte
Stel de scanvoorwaarden in.
Sommige applicatis kunnen de keuze van
Opmerking
instellingen beperken.
"Selectie van toepassing" gedeelte
Selecteer de start-up toepassing hier.
Toon TWAIN instellingenscherm tijdens scannen
U kunt kiezen of u het TWAIN­scherm wel of niet wilt zien. Als u dit aanvinkt, verschijnt het TWAIN­scherm bij het scannen om u de scanvoorwaarden te laten zien.
"OK" toets
Klik hier om uw instlelingen op te slaan en de dialoogbox te verlaten.
"Annuleren" toets
Klik op deze knop om het dialoogvenster te sluiten zonder de wijzigingen in de instellingen op te slaan.
"Help" toets
Klik op deze toets om het helpbestand voor de Toetsmanager weer te geven.
"Toepassen" toets
Klik hierop om uw instellingen op te slaan zonder de dialoogbox te sluiten.
U kunt uw zes scanmenuopties opgeven en wijzigen door te kiezen uit vijf functies. Zie Instellingen van Button Manager opgeven en wijzigen van de scanmenuopties.
Sluit de brontoepassing voordat u de SCANNEN-toets op het apparaat gebruikt.
Opmerking
INHOUDSOPGAVE
21
INDEX
voor het
3
Nadat deze werd geïnstalleerd, blijft de Button Manager normaal gesproken actief in het Windows bedrijfssysteem. V olg de onderstaande stappen op om de gewenste scanfuncties in te stellen. Voor details over de instellingen in het instelscherm van de Button Manager, zie de helpfunctie van de Button Manager.

Instellingen van de Button Manager

1
2
Reference: Omtrek van de Button Manager
Klik met de rechter muistoets op de icoon van de Button Manager ( ) op de takenbalk.
Als het pictogram van Button Manager niet wordt weergegeven op de taakbalk, klikt u op de toets "start", selecteert u "Alle Programma’s"
Opmerking
("Programma’s" in Windows 98/Me/2000), selecteert u "SHARP Button Manager P" en klikt u vervolgens op "Button Manager" om Button Manager te starten.
Selecteer "Instellingen" in het pop-upmenu dat wordt weergegeven.
Het installatiecherm van de Button manager gaat open.
Klik op de tab van het menu dat u wilt installeren.
3
4
Reference: Omtrek van de Button Manager
5
Reference: Omtrek van de Button Manager
Stel de starttoepassing in in het gebied "Selectie van toepassing".
z Wanneer het selectievakje "Toon TWAIN
instellingenscherm tijdens scannen" is ingeschakeld, verschijnt het scherm met
Opmerking
Stel "Kleurenmodus", "Randuitbreiding" en andere scaninstellingen in in het gebied "Scan instelling".
scaninstellingen tijdens het scannen en kunt u de scaninstellingen aanpassen.
z Als een andere toepassing dan "Sharpdesk"
wordt geselecteerd in het gebied "Selectie van toepassing" kan normaal gezien slechts één origineel worden gescand. Als "Sharpdesk" wordt geselecteerd, kunnen meerdere in de SPF geplaatste originelen in één bewerking worden gescand.
6
Klik op de "OK" toets.
U heeft de instellingen voltooid.
INHOUDSOPGAVE
22
INDEX
4

Het vaststellen van problemen

Indien er problemen met het apparaat zijn opgetreden, dient u te controleren of u met het apparaat kunt kopiëren. Controleer de onderstaande onderwerpen wanneer het apparaat niet correct functioneert maar wel kan kopiëren.
Reference: In geval van problemen met het kopieerapparaat, zie "VERHELPEN VAN PROBLEMEN" in de in de gebruiksaanwijzing.
Welk soort probleem is
Controleer de verbinding tussen
1
het apparaat en de computer
Controleer uw computer
Het Plug and Play scherm verschijnt niet (wanneer de USB aangesloten is)
2
De MFP besturing werd niet geïnstalleed (Windows 2000/XP)
opgetreden ?
Printstoring
Scanstoring
A B
A
Printstoring
Indien een van de problemen in de onderstaande lijst is opgetreden, dient u het overeenkomstige item te controleren.
Bleek, ongelijkmatig of versmeerde printuitvoer De letters of afbeeldingen worden niet op de juiste plaats geprint Niets print Deinstallatie van de software
Controleer of het apparaat niet functioneert. U kunt niet vanuit uw computer printen of vanuit het apparaat scannen, terwijl het apparaat kopieert.
Opmerking
De scanfunctie van het apparaat kan alleen worden gebruikt wanneer het apparaat met uw computer is verbonden d.m.v. een USB kabel.
Attentie
Als u het probleem niet kunt oplossen na het controleren van alle
Wanneer een van de onderstaande problemen optreedt tijdens het scannen van gegevens, dient u het overeenkomstige item te controleren.
Sclecht scanresultaat De scanafdruk is niet correct geplaatst Niet in staat het beeld te scannen Deinstallatie van de software
B
Scanstoring
bovengenoemde punten, neem dan contact op met uw erkende SHARP onderhoudscentrum.
INHOUDSOPGAVE
23
INDEX
4

Controleer de verbinding tussen het apparaat en de computer

CONTROLEREN 1Is het interfacekabel compatibel met
het apparaat en de computer?
Compatibele interfacekabels voor dit apparaat zijn USB- en LAN-kabels. Controleer welk soort kabel door uw computer wordt ondersteund en koop een van de overeenkomstige kabels:
USB kabel
Gebruik een afgeschermde kabel.
LAN kabel (alleen AL-2040)
Gebruik een afgeschermde kabel.
z De AL-2020 heeft geen LAN-connector. z De scanfunctie van het apparaat is alleen
Attentie
beschikbaar als het apparaat op de computer is aangesloten met een USB-kabel.
CONTROLEREN 2Is het interfacekabel veilig
aangesloten?
Controleer of de interfacekabel stevig in de aansluitingen op het apparaat en de computer is gestoken. Contoleer ook of de connectorpennen niet verbogen zijn.
Reference:Zie "DE INTERFACEKABEL
AANSLUITEN" in de gebruiksaanwijzing voor meer informatie over het aansluiten van de interface.
Indien de USB kabel losraakt
Indien de USB kabel losraakt (ook slechts een keer) tijdens het gebruik van het apparaat kan het printen of scannen worden afgebroken. Wanneer dit gebeurt, dient u de USB kabel te controleren of dit stevig is aangesloten en vervolgens de computer opnieuw te starten.
Wanneer u een poort gebruikt die is gemaakt met Standard TCP/IP-port
Wanneer u een poort gebruikt die is gemaakt met Standard TCP/ IP-port in Windows 2000/XP, is het mogelijk dat het afdrukken niet correct gebeurt als [SNMP-status actief] is ingeschakeld in de poortinstellingen van het printerstuurprogramma. Open de eigenschappen van het printerstuurprogramma en klik op de knop [Poort configureren] op het tabblad [Poorts]. Controleer in het venster dat verschijnt dat het selectievakje [SNMP-status actief] niet is ingeschakeld .
CONTROLEREN 3Is er andere USB randapparatuur
aangesloten samen met het apparaat?
Indien er andere USB randapparaat via dezelfde aansluiting zijn verbonden, dient u deze los te koppelen om te kijken of het probleem dan nog bestaat.
INHOUDSOPGAVE
24
INDEX
4
Reference: Het Plug and Play scherm verschijnt niet (wanneer de USB aangesloten is)

Controleer uw computer

CONTROLEREN 1Is het geheugen van de computer of
de harde schijf groot genoeg?
Om dit apparaat te kunnen gebruiken heeft un adequate hoeveelheid ruimte op de harde schijf nodig. Wanneer er niet voldoende ruimte is dient u onnodige bestanden te wissen om de vrije ruimte op de harde schijf te vergroten. Wanneer er onvoldoende geheugen is dient u onnodige applicaties te sluiten om het geheugen voor het printen of scannen te vergroten. Wanneer u nog steeds niet kunt printen of scannen dient u meer geheugen in uw computer te installeren.
CONTROLEREN 2Is uw harde schijf gefragmenteerd?
Wanneer er vaak data worden opgeslagen/gewist, kan de harde schijf gefragmenteerd worden waardoor de snelheid van het printen of scannen gereduceerd wordt. In dit geval is het raadzaam om uw harde schijf te defragmenteren. U kunt de Windows tools of een in de handel verkrijgbare defragmentering gebruiken.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
25
4
Indien het Plug and Play scherm niet verschijnt nadat u het apparaat aan uw computer heeft aangsloten met een USB kabel en u beide apparaten ingeschakeld heeft, dient u de volgende stappen op te volge om te controleren of de USB poort beschikbaar is.

Het Plug and Play scherm verschijnt niet (wanneer de USB aangesloten is)

1
2
Klik op de toets "start", klik op "Configuratiescherm" en klik vervolgens op "Performance and Maintenance".
• Klik in Windows Vista op de knop "Starten", klik op "Configuratiescherm" en klik vervolgens op "Systeem en onderhoud".
• Klik in Windows 98/Me/2000 op de toets "Start", selecteer "Instellingen" en klik vervolgens op "Configuratiescherm".
Klik op "Systeem", klik op het tabblad "Hardware" en klik op de toets "Aparaatbeheer".
"USB-controllers" wordt weergegeven in de lijst van apparaten.
Opmerking
3
z Als het pictogram "Systeem" niet wordt
weergegeven in Windows Me, klikt u op "Alle opties van het Configuratiescherm weergeven" om het weer te geven.
z
Dubbelklik in Windows 98/Me op het pictogram "Systeem" en klik op het tabblad "Aparaatbeheer".
z Dubbelklik in Windows 2000 op het pictogram
"Systeem", klik op het tabblad "Hardware" en klik op de toets "Aparaatbeheer".
z Klik in Windows Vista op "Systeem" en klik op
"Apparaatbeheer" bij "Taken".
Klik op het pictogram ( ) naast de "USB-controllers".
Er worden twee items weergegeven: het type chipset van uw controller en de Root Hub. Als deze items worden weergegeven, kunt u de USB-poort gebruiken. Als de "USB-controllers" wordt weergegeven met een geel uitroepteken of niet wordt weergegeven, moet u de handleiding van uw computer raadplegen voor het verhelpen van USB-problemen of contact opnemen met uw computerfabrikant.
4
Nadat u hebt gecontroleerd of de USB-poort is ingeschakeld, installeert u de soft ware zoals beschreven in HET INSTALLEREN VAN DE SOFTWARE" in de gebruiksaanwijzing.
INHOUDSOPGAVE
26
INDEX
4
Wanneer de MFP besturing niet kan worden geïnstalleerd onder 2000/XP, dient u de computerinstellingen volgens de volgende procedure te controleren.

De MFP besturing werd niet geïnstalleerd (Windows 2000/XP)

1
2
3
Klik op de toets "start" en vervolgens op "Configuratiescherm".
Klik in Windows 2000 op de toets "Start", selecteer "Instellingen" en klik vervolgens op "Configuratiescherm".
Klik op "Performance and Maintenance" en vervolgens op "Systeem".
Dubbelklik in Windows 2000 op het pictogram "Systeem".
Klik op het tabblad "Hardware" en klik vervolgens op de toets "Stuurprogrammahandtekening".
De volgende dialoogbox gaat open.
4
Controleer de "wat wilt u dat windows doet ?" ("Controle van bestandshandtekeningen" in Windows 2000).
Als de optie "Waarschuwen" is geselecteerd voor uw computer, kan het MFP-stuurprogramma niet worden geïnstalleerd. Selecteer de optie "Blokkeren" en installeer vervolgens het MFP-stuurprogramma zoals uitgelegd in "HET INSTALLEREN VAN DE SOFTWARE" in de gebruiksaanwijzing.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
27
4

Bleek, ongelijkmatige of versmeerde printuitvoer

Indien de printafdrukken bleek, ongelijkmatig of versmeerd zijn, dient u de onderstaande stappen uit te voeren.
CONTROLEREN 1Werd de printbesturing zowel
overeenkomstig het papier als de printbewerking geselecteerd?
U kunt "Concept", "Normaal" of "Foto" selecteren als afdrukkwaliteit op het tabblad "Geavanceerd" van het instelscherm van het printerstuurprogramma. Wanneer "Foto" is geselecteerd, kunt u op de toets "Beeldafstelling" klikken en de helderheid en het contrast aanpassen in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Kies de geschikte instellingen voor uw afdrukgegevens en probeer opnieuw af te drukken.
Reference:Instellingen van de
printerbesturing
CONTROLEREN 2Is het papier gekruld?
Wanneer het papier omgekruld is, dient u het vlak te strijken en opnieuw in het apparaat te plaatsen.
CONTROLEREN 3Is het papier te dik of te dun?
Alleen papier met een gewicht van 56 tot 80 g/m papierlade. Alleen papier met een gewicht van 56 tot 128 g/m in de handinvoer.
2
kan worden gebruikt in de
2
kan worden gebruikt
CONTROLEREN 4Is het bijna tijd om de tonerpatroon
of de drumpatroon te vervangen?
Wanneer het bijna tijd is om de tonerpatroon of drumpatroon te vervangen, gaat de tonerpatroon vervanging vereist ( ) indicatie of drumpatroon vervanging vereist ( ) indicatie continu branden op het bedieningspaneel van het apparaat. Wanneer het tijd is om een van de patronen te vervangen gaat de desbetreffende indicatie knipperen. V e rvang de patroon en probeer opnieuw te printen.
Reference:Zie "TONERPATROON
VERV ANGEN", "DRUMPA TROON VERVANGEN" en "VOORRADEN EN OPTIES" in de gebruiksaanwijzing.
CONTROLEREN 5Heeft u voldoende kantlijnen in de
papierinstellingen van uw applicatie ingesteld?
Indien de kantlijnen werden ingesteld buiten het kwaliteitsgarantie gebied kunnen er vlekken of smeren aan de bovenste en onderste randen van het papier ontstaa. Bij het selecteren van de papierinstellingen in de applicatie dient u de kantlijnen van de bovenkant, onderkant en zijkanten van het papier op 4 mm te stellen.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
28
4
Indien een document scheef of slechts gedeeltelijk op het papier wordt geprint, dient u de volgende stappen op te volgen.

De letters of afbeeldingen worden niet op de juiste plaats geprint

CONTROLEREN 1Is het papierformaat dat in de lade
werd geplaatst hetzelfde als het formaat dat in de printerbesturing werd ingesteld?
Controleer of de "Papierformaat" opties overeenkomen met het papier in de papierlade. Wanneer de "Aanpassen pagina" instelling geactiveerd is, dient u te controleren of het papierformaat dat in de drop-down lijst van de "Aanpassen aan pagina" optie is geselecteerd overeenkomt met het papierformaat in de papierlade.
CONTROLEREN 2Is de oriëntatie van het geplaatste
document correct?
Klik op de "Papier" tab in het installatiescherm van de printerbesturing en controleer of de "Afdrukstand" optie volgens uw wensen werd ingesteld.
CONTROLEREN 3Werd het papier correct geladen?
Indien een document beschadigd is wanneer het uitgevoerd wordt of wanneer de afdruk scheef op het papier staat, dient u het beschadigde blad te verwijderen, de papierstapel opnieuw in te voeren en opnieuw te printen. Voer het papier zodanig in dat er geen zichtbare ruimte tussen het papier en de papiergeleiders is.
Reference:Zie "PAPIER PLAATSEN" in de
gebruiksaanwijzing voor meer informatie over het invoeren van papier.
CONTROLEREN 4Heeft u de kantlijnen voor de
toegepaste applicatie correct vastgelegd?
Controleer de kantlijnen van het document en de instellingen m.b.t. het papierformaat van de gebruikte applicatie. Controleer ook of de vastgelegde printinstellingen corresponderen met het gebruikte papierformaat.
Reference:Bleek, ongelijkmatige of
versmeerde printuitvoer
INHOUDSOPGAVE
INDEX
29
4
Wacht een tijdje wanneer er niet word t geprint nadat het apparaat ingeschakeld is. Het apparaat heeft tijd nodig om interne gegevens te verwerken. Wanneer het apparaat nog steeds niet print, zie dan de onderstaande checklist.

Niets print

CONTROLEREN 1Is er papier vastgelopen?
Wanneer de papierstoring ( ) indicatie knippert of ( ) in het display knippert, stopt het apparaat vanwege een papierstoring. V erwijder het vastgelopen p apie r zoals uitgelegd in "VERHELPEN VAN PAPIERSTORINGEN" in de gebruiksaanwijzing.
CONTROLEREN 2Is de ON LINE indicatie uit?
Het ON LINE-lampje op het bedieningspaneel gaat uit wanneer het apparaat wordt gebruikt om te kopiëren. Scannen en afdrukken is dan niet mogelijk. Wanneer het kopiëren is voltooid, gaat het ON LINE-lampje branden na het verstrijken van de ingestelde automatische wistijd. Daarna is het apparaat weer klaar om te scannen en af te drukken. U kunt ook tweemaal op de wistoets drukken of op de toets ON LINE drukken om het apparaat klaar te maken voor scannen of afdrukken.
CONTROLEREN 3Werd uw apparaat correct geselecteerd
in de actuele applicatie voor de printbewerking?
Wanneer u "Afdrukken" kiest in het menu "Bestand" in de toepa ssing, zorg er dan voor dat de printer "SHARP AL-xxxx" is geselecteerd in het dialoogvenster "Afdrukken".
CONTROLEREN 4
1 Klik op de toets "start", klik op
• Klik in Windows Vista op de knop
• Klik in Windows 98/Me/2000 op de toets
2
Werd de printer behoorlijk geïnstalleerd?
Controleer of de printerbesturing werd geïnstalleerd volgens de onderstaande stappen.
"Configuratiescherm", klik op "Printers en andere hardware" en klik vervolgens op "Printers en faxapparaten".
"Starten", klik op "Configuratiescherm" en vervolgens op "Printer".
"Start", selecteer "Instellingen" en klik vervolgens op "Printers".
Controleer of de "SHARP AL-xxxx"
printerbesturing icoon wordt weergegeven.
SHARP AL-xxxx
Als u nog niet kunt afdrukken na te hebben gecontroleerd of het pictogram van het printerstuurprogramma "SHARP AL-xxxx" wordt weergegeven, is het printerstuurprogramma misschien niet correct geïnstalleerd. Verwijder in dit geval de software en installeer hem opnieuw.
Reference:Deinstallatie van de software
SHARP AL-xxxx
INHOUDSOPGAVE
30
INDEX
4
Wanneer de scankwaliteit slecht is en u de kwaliteit niet kunt verbeteren door het wijzigen van de keuze-instellingen, dient u de volgende checklist te raadplegen.

Sclecht scanresultaat

CONTROLEREN 1Is het origineel schoon?
Controleer uw origineel voor het scannen. Als er stof aan het origineel kleeft, is geen goed resultaat mogelijk. Zorg er ook voor dat de glasplaat schoon is.
CONTROLEREN 2Heeft u een geschikte resolutie
vastgelegd?
Controleer of de waarde voor de “Resolution” instellingen voldoet aan de eisen van het geplaatste origineel.
CONTROLEREN 3
Reference:
Heeft u een passende waarde voor de "Zwart/wit drempel" instelling vastgelegd?
Als u scant met een TWAIN-compatibele toepassing en de modus "Mono 2 gradatie (geen groen)", "Mono 2 gradatie (geen rood)" of "Mono 2 gradatie (geen blauw)" gebruikt, moet een geschikte waarde zijn opgegeven voor de instelling "Zwart/wit drempel". Een hogere drempelwaarde maakt de uitvoer donkerder, een lagere drempelwaarde maakt de uitvoer lichter. U kunt de drempelwaarde automatisch aanpassen door te klikken op de toets "Auto drempel" op het tabblad "Afbeelding" van het scherm "Aangepaste instellingen".
Reference:
Het scannen van een beeld van een
TWAIN-Compliant Applicatie,
Het scannen van een beeld van een WIA-Compliant Applicatie (Windows XP/Vista), Het scannen van een beeld van de "Wizard Scanner en camera" (Windows X/Vista),
Het scannen van een beeld van een
TWAIN-Compliant applicatie
CONTROLEREN 4Heeft u de helderheid en het
contrast goed ingesteld?
Als u scant met een TWAIN-compatibele toepassing en de helderheid of het contrast van de resulterende afbeelding te wensen overlaat (bijvoorbeeld te helder), schakelt u de instelling "Automatische afstelling van contrast/helderheid" in op het tabblad "Kleur" van het scherm "Aangepaste
instellingen".
Als u scant met een WIA-compatibele toepassing of de "Wizard Scanner en camera", klikt u op "De kwaliteit van de
gescande foto aanpassen" of op de toets "Aangepaste instellingen"
helderheid en het contrast af in het scherm dat wordt weergegeven.
, en stelt u de
INHOUDSOPGAVE
31
INDEX
4
Wanneer de scanafdruk niet correct gepositioneerd is, dient u de onderstaande checklist te raadplegen.

De scanafdruk is niet correct geplaatst

CONTROLEREN 1Heeft u het origineel recht
geplaatst?
Plaats het origineel recht op de glasplaat.
Reference:Zie "PLAATSEN VAN HET
ORIGINEEL" in de gebruiksaanwijzing voor meer informatie over het plaatsen van originelen.
CONTROLEREN 2Hebt u het origineel correct op de
glasplaat geplaatst?
Plaats het origineel op de glasplaat in de richting die wordt aangegeven in de onderstaande afbeelding.
Leg het midden van het origineel tegen de ( ) markering.
CONTROLEREN 3Hebt u het origineel correct in de
SPF geplaatst?
Als u scant via de SPF, moet u de geleider uitlijnen met het origineel zoals getoond in de onderstaande afbeelding.
Pas de papiergele+M5ider aan het origineel aan.
INHOUDSOPGAVE
INDEX
32
4

Niet in staat het beeld te scannen

Wanneer u het beeld niet kunt scannen, schakelt u de computer uit. Druk op de stroomschakelaar op het app araat om dit uit te schakelen, trek de stekker uit het stopcontact en steek het er vervolgens weer in. Start uw computer opnieuw. Probeer opnieuw te scannen. Wanneer het apparaat nog steeds niet scant, zie dan de onderstaande checklist.
CONTROLEREN 1Is uw applicatie TWAIN compatibel?
Indien u Windows 98/Me/2000 gebruikt en uw applicatie niet TWAIN compatibel is kan de applicatie geen beelden verkrijgen. Gebruik een applicatie die TWAIN compatibel is zoals de inbegrepen Sharpdesk.
CONTROLEREN 2Heeft u de scannerbesturing van dit
apparaat in uw applicatie geselecteerd?
Controleer of "SHARP MFP TWAIN P" of "WIA­SHARP AL-xxxx" is geselecteerd in uw toepassing.
Reference:Het scannen van een beeld van
een TWAIN-Compliant applicatie
CONTROLEREN 3Heeft u alle keuze-instellingen voor het
scannen correct geselecteerd?
Het instellen van een groot gebied in vier kleuren samen met een hoge resolutie verhoogt de gegevensgrootte en resulteert in lange scantijden. Het wordt aanbevolen de scanvoorkeuren in te stellen afhankelijk van het te scannen origineel, met name Webpagina’s (monitor), Foto, FAX of OCR.
CONTROLEREN 4Is er genoeg geheugen in uw computer?
Uw computer heeft eventueel niet voldoende geheugen om het document dat u wilt scannen op te slaan. reduceer de scanresolutie.
CONTROLEREN 5Is de vastgelegde timeout periode al
afgelopen?
Er kunnen geen printbewerkingen of scanbewerkingen door uw computer naar het apparaat worden gezonden tijdens de vastgelegde timeout periode na het kopiëren. Als u een scantaak onmiddellijk wilt verzenden, drukt u tweemaal op de wistoets, de ONLINE­toets of de SCAN-toets op het apparaat.
Reference:Zie "GEBRUIKERS-
PROGRAMMA’S" in de gebruiksaanwijzing voor meer informatie.
CONTROLEREN 6Probeert u meerdere originelen tegelijk
te scannen in de SPF?
Wanneer meerdere originelen in de SPF zijn geplaatst, hangt het van uw toepassing af of slechts één origineel dan wel meerdere originelen kunnen worden gescand in één bewerking. Controleer wat mogelijk is in uw toepassing. (Met Sharpdesk kunnen meerdere originelen worden gescand in één bewerking.)
CONTROLEREN 7Ondersteunt het bedrijfssysteem van uw
computer de scannerbesturing?
De bedrijfssystemen die de scannerbesturing van het apparaat ondersteunen zijn Windows 98/Me/2000/XP/Vista.
CONTROLEREN 8Gebruikt u een geschikt interface?
Let erop dat de kabel goed is aangesloten op de LAN-connector of de USB-aansluiting van uw computer en het apparaat.
CONTROLEREN 9Weren de scannerbesturing en de
Button Manager correct geïnstalleerd?
Als normaal scannen nog steeds niet mogelijk is na het controleren van de bovenstaande punten, moet u de software verwijderen en opnieuw installeren.
Reference:Deinstallatie van de software
INHOUDSOPGAVE
33
INDEX
4
Als afdrukken of scannen niet mogelijk is of als Button Manager niet correct functioneert, moet u de punten onder "Niets print" of "Niet
in staat het beeld te scannen" controleren. Als het probleem niet kan worden opgelost, volgt u de onderstaande stappen om de
software (printerstuurprogramma, scannerstuurprogramma, Button Manager) te verwijderen en installeert u hem vervolgens opnieuw.
Attentie

Deinstallatie van de software

Sluit alle toepassingen voordat u de software gaat verwijderen.
1
2
Klik op de toets "start" en vervolgens op "Configuratiescherm".
• Klik in Windows Vista op "Een programma verwijderen".
• Klik in Windows 98/Me/2000 op de toets "Start", selecteer "Instellingen" en klik vervolgens op "Configuratiescherm".
Klik op "Software".
Dubbelklik in Windows 98/Me/2000 op het pictogram "Software". De volgende dialoogbox gaat open.
SHARP AL-xxxx Series MFP Driver
3
Start uw computer opnieuw.
De verwijdering van het stuurprogramma en Button Manager wordt voltooid wanneer u uw computer opnieuw opstart. Volg de instructies in "HET INSTALLEREN VAN DE SOFTWARE" in de gebruiksaanwijzing om de software opnieuw te installeren.
Verwijder "SHARP AL-xxxx Series MFP driver" en "Sharp Button Manager P" uit de lijst van toepassingen. Raadpleeg de bedieningshandleiding of de helpbestanden van uw besturingssysteem voor meer informatie.
INHOUDSOPGAVE
34
INDEX
5
Hoofd Kopieën 1 tot 999 1
Functies van het printerstuurprogramma (deel 1)
Tab Instelling Selecties Begininstelling
Collationeren Aan/Uit Aan N op 1 vel afdrukken 1 op 1 vel/2 op 1 vel/4 op 1 vel 1 op 1 vel Rand Aan/Uit Uit Documentstijl Enkelzijdig/dubbelzijdig (boek)/Dubbelzijdig (schrijfblok) Enkelzijdig
Gebruikersinstellingen -
[Gebruikersinstellingen]
Naam instelling Tot zeven namen, 20 tekens per naam -
Papier
Papierformaat
Aanpassen aan pagina Aan/Uit Uit Afdrukstand Staand/Liggend/180 graden draaien Staand Papierinvoerbron Lade 1, handinvoer Lade 1
[Aangepast]
Breedte 98,3 tot 215,9 (mm.) 98,3 (mm.)* Lengte 148,0 tot 355,6 (mm.) 148,0 (mm.)* Formaat millimeter millimeter*
*1:Verkleind tot A4-formaat of het opgegeven formaat voor het afdrukken. *2:Deze begininstelling kan variëren afhankelijk van de instellingen van uw besturingssysteem.
Raadpleeg de Help in het instelscherm van het printerstuurprogramma voor informatie over elke instelling.
A3 [Aanpassen aan pagina]*1, A4, A5, A6, B4 [Aanpassen aan pagina]*1, B5, Ledger [Aanpassen aan pagina]*1, Letter, Legal, Executive, Invoice, Foolscap, Folio, COM10, Monarch, DL, C5, 8K [Aanpassen aan pagina]*1, 16K, Aangepast papier
INHOUDSOPGAVE
INDEX
Fabrieksinstellinge n
*2
A4
2
2
2
(vervolg)
35
5
Functies van het printerstuurprogramma (deel 2)
Tabblad Instelling Selecties Begininstelling
Afdrukkwaliteit Concept/Normaal/Foto Normaal 2 Gradatieafdruk Aan/Uit Uit
Geavanceerd
Watermerken
[Beeldafstelling]
Helderheid 0 tot 100 50 Contrast 0 tot 100 50
Watermerk Tekst - -
Formaat 6 tot 300 200 Hoek -90 tot +90 45 Grijswaarden 0 tot 255 192 Alleen op eerste pagina Aan/Uit Uit
(Geen)/TOPGEHEIM/VERTROUWELIJK/CONCEPT/ORIGINEEL/ KOPIE
(Geen)
INHOUDSOPGAVE
INDEX
36
6
Als de machine wordt gebruikt als netwerkprinter, kunt u de webpagina van de machine openen in een webbrowser. Op de webpagina kunt u de netwerkinstellingen controleren en wijzigen en de printerstatus controleren.
Opmerking

Over de webpagina

z De webpagina van de machine kan alleen worden geopend als een IP-adres is toegewezen aan de machine. z Als webbrowser wordt Internet Explorer 6.0 (of hoger) of Netscape Navigator 7.0 (of hoger) aanbevolen.
De webpagina openen
Ga als volgt te werk om de webpagina te openen.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt de
1
Open de webbrowser op uw computer.
webpagina in de webbrowser.
2
Voer in de adresbalk van de webbrowser het IP­adres van de machine in als URL.
Voer het IP-adres in dat voordien is geconfigureerd op de machine.
Voorbeeld: als het IP-adres 192.168.1.43 is;
1
2
3
4
Printer Status
1
De printerstatus weergeven.
2
System Status
De systeemstatus weergeven.
3
NIC Setup
Netwerkinstellingen wijzigen.
4
NIC Restart
Nieuwe instellingen worden van kracht nadat de netwerkverbinding opnieuw is gestart.
INHOUDSOPGAVE
37
INDEX
6
Als u netwerkinstellingen wilt wijzigen, klikt u op "NIC Setup". Het volgende scherm wordt weergegeven.
Klik na het wijzigen van de netwerkinstellingen op de knop "Submit" om de nieuwe instellingen op te slaan. Als u de nieuwe instellingen wilt annuleren, klikt u op de knop "Reset".
Opmerking

Configuratie de webpagina

[NIC Setup]
Als een bericht verschijnt met de vraag om uw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren, voert u "admin" in als gebruikersnaam en "Sharp" als wachtwoord en klikt u op de knop "OK". Het wachtwoord kan worden gewijzigd op de hierboven genoemde pagina NIC Setup. (Maximaal 7 tekens kunnen worden ingevoerd.)
INHOUDSOPGAVE
INDEX
38
7

Index

A Aanpassen aan pagina 7
Afdrukstatus 10 Algemeen 5 Applicatie Selectie 21 Automatische scangebiedbeoordeling afstellingstoets 15
B Basis Printen 3
Button Manager 21
D Deïnstallatie
Button Manager 34 Printerstuurprogramma 34
Scannerstuurprogramma 34 Documenttype 9 Dubbelzijdig printen 9
E Er wordt niets geprint 30 E Functies van het
printerstuurprogramma 35
G Grens 8 H Help
Afdrukstatus 10
Button Manager 21
Printerbesturing 5
Scannerbesturing
TWAIN besturing 14 WIA besturing 17
Het gebruik van het Online handboek1 Het printen van een watermerk 6 Het scannen van een beeld
TWAIN besturing 12 WIA besturing 1 Wizard Scanner en camera 18
Het starten
Button Manager 22 Printerbesturing 4
I Inpassen op pagina 7
Instellingen
Button Manager 22 Printerbesturing 5 Scannerbesturing
TWAIN besturing 14 WIA besturing 17
Wizard Scanner en camera 19 Installatiescherm 14 Instellingen van de Button Manager22 Instellingen van de printerbesturing 5 Interface 24
K Kantlijn 28 N N-Boven afdrukken 8
Niet in staat het beeld te scannen 33
O Omtrek van de Button Manager 21
Omtrek van het adfdrukstatus 10 Opsporen van problemen 23
Over de webpagina 37 Overzicht
Printen 2
Scannen 11 Overzicht van het printen 2 Overzicht van het scannen 11
P Papierformaat 7
Printen 2
S Scannen 11
Scan installatie 21 Scanmodus 14 Scanpositie 13 Scantoets
TWAIN besturing 14
WIA besturing 17 Selecteer apparaat 16
T TWAIN 11 V Vooraanzicht scherm 15
Vooranzicht toets
TWAIN besturing 14
WIA besturing 17
Wizard Scanner en camera 19
W Watermerk 6
Webpagina 37 Wizard Scanner en camera 11
AL2020_AL2040_v1
Loading...