Sharp AL-1633, AL-1644 User Manual [nl]

MODEL
AL-1633 AL-1644
DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM
GEBRUIKSAANWIJZING
Pagina
AL-1633
VOORDAT U DE MACHINE
GAAT GEBRUIKEN
KOPIEERFUNCTIES
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PROBLEEMOPLOSSING
PERIODIEK ONDERHOUD
ONDERDELEN
BIJLAGE
8
21
32 36 45 64 68 70
AL-1644
Maak geen kopieën van documenten die volgens de wetgeving niet mogen worden gekopieerd. De volgende items mogen normaal gesproken volgens de wet niet worden gekopieerd. Ook het kopiëren van andere documenten kan verboden zijn volgens lokale wetgeving.
Cheques Paspoorten Rijbewijzen
Geld Postzegels Bonds Aandelen Bankpapieren
INHOUD
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ................................................................................................................. 3
VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK......................................................................................... 3
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ DE KEUZE VAN EEN INSTALLATIEPLEK .......................................... 3
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T TRANSPORT ...................................................................................... 4
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T. DE LASER..........................................................................................4
INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU ................................................................................................................... 5
HET GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING ..................................................................................................5
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN.................................................................................... 5
DE BETEKENIS VAN "R" IN HET ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT INDICATIES..................................... 5
INTERNATIONALE REGELS IN DEZE HANDLEIDING .................................................................................. 6
SPF ................................................................................................................................................................... 6
VERSCHILLEN TUSSEN DE MODELLEN....................................................................................................... 6
HOOFDKENMERKEN ............................................................................................................................... 7
1
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES ... 8
BEDIENINGSPANEEL....................................10
VERPAKTE ONDERDELEN EN ACCESSOIRES
CONTROLEREN.............................................. 12
UITPAKKEN......................................................12
INSTALLEREN ................................................ 13
TONERCARTRIDGE INSTALLEREN ............. 14
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN ............ 15
INSCHAKELEN...............................................15
UITSCHAKELEN ............................................15
PAPIER BIJVULLEN ....................................... 16
PAPIER...........................................................16
PAPIER BIJVULLEN.......................................17
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
2
NORMAAL KOPIEREN ................................... 21
PAPIERLADEKEUZE .....................................24
AANTAL KOPIEËN INSTELLEN ....................25
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM............... 25
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE ....26
HET AFZONDERLIJK SELECTEREN VAN DE
DUBBELZIJDIG KOPIEREN MET
HANDINVOERLADE........................................ 29
BOEKKOPIEEN ............................................... 30
EEN KOPIEERPROCES ONDERBREKEN..... 31
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
LADE WIJZIGEN ............................................19
KOPIEERFUNCTIES
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE
HORIZONTALE EN VERTICALE
KOPIEERFACTOREN ....................................27
..........24
...........25
3
DE PRINTERFUNCTIE GEBRUIKEN ............. 32
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN ........... 33
SCANNEN MET BEHULP VAN DE MACHINE-
SCANNEN VANAF UW COMPUTER ............ 34
BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN
SCANNERFUNCTIES...................................... 35
4
DE AUTOMATISCHE BELICHTINGSFUNCTIE
AANPASSEN................................................... 36
TONER BESPARINGSFUNCTIE ACTIVEREN
INSTELLINGEN AANPASSEN ....................... 38
GEBRUIKERSPROGRAMMA'S .................... 38
INSTELLINGEN VOOR ACCOUNTREGELING.......41
ACCOUNTREGELING................................... 41
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN
TOETSEN ...................................................... 33
............. 32
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
...... 37
INSTELLINGEN VOOR EEN GEBRUIKERSPROGRAMMA SELECTEREN
ACCOUNTREGELING-INSTELLINGEN ACCOUNTREGELINGFUNCTIE-INSTELLINGEN
SELECTEREN
................................................ 42
................. 41
...... 40
1
5
PROBLEEMOPLOSSING
8
BIJLAGE
PROBLEEMOPLOSSING ................................ 45
MACHINE- EN KOPIEERPROBLEMEN.........46
PRINTER- SCANNERPROBLEMEN
INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN ....... 53
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN..... 54
PAPIERSTORING IN DE SPF (slechts op het
SPF model) .....................................................54
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE
PAPIERSTORING IN DE KOPIEERMACHINE PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE PAPIERLADE
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE PAPIERLADE
TONERCARTRIDGE VERVANGEN................ 61
DRUMCARTRIDGE VERVANGEN.................. 62
6
CONTROLE VAN DE TOTALE
UITVOERTELLING .......................................... 64
TONERNIVEAU EN LEVENSDUUR
DRUMCARTRIDGE CONTROLEREN............. 65
TONERNIVEAU ................................................65
LEVENSDUUR DRUMCARTRIDGE.................65
PERIODIEK ONDERHOUD ............................. 66
REINIGING VAN DE ORIGINEELPLAAT EN
REINIGING VAN DE PAPIERINVOERROL
PERIODIEK ONDERHOUD
CONTROLE VAN DE TOTALE UITVOERTELLING
SPF-ORIGINEELKLEP ...................................66
VAN DE HANDINVOERLADE ........................66
REINIGING VAN DE TRANSPORTLADE
....................49
.....55
......56
.....59
....60
...........64
.............67
TECHNISCHE SPECIFICATIES...................... 70
SOFTWARELICENTIE .................................... 73
INDEX .............................................................. 75
7
OPSLAG VAN ONDERDELEN........................ 68
VERPLAATSINSTRUCTIES............................ 69
ONDERDELEN
ONDERDEELNUMMERS DOORGEVEN .................68
CORRECTE OPSLAG VAN ONDERDELEN ............68
2
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Volg de hieronder beschreven veiligheidsmaatregelen wanneer u deze machine gebruikt.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK
Waarschuwing:
• Het fuseergebied is heet. Wees voorzichtig in dit gebied bij het verwijderen van vastgelopen papier.
• Kijk niet direct in de lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
Let op:
• Zet de machine niet snel na elkaar aan en uit. Wacht 10 tot 15 seconden na het uitzetten van de machine en zet deze daarna weer aan.
• Schakel de stroom van de kopieermachine uit voordat u vervangstukken installeert.
• Plaats de machine op een stevige en vlakke ondergrond.
• Installeer de machine niet in een vochtige of stoffige ruimte.
• Schakel de kopieermachine uit wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, bijv. tijdens de vakantieperiode, en verwijder de stekker uit het stopcontact.
• Zet de kopieermachine uit voordat u deze gaat verplaatsen en verwijder de stekker uit het stopcontact.
• Bedek de machine niet met een stofkap, kleed of plasticfolie terwijl de stroom ingeschakeld is. Hierdoor wordt de warmte-uitstraling verhindert, waardoor de machine kan beschadigen.
• Het gebruik van andere besturingen of procedures dan beschreven in deze handleiding kunnen een schadelijke blootstelling aan straling tot gevolg hebben.
• De AC contactdoos moet in de nabijheid van de apparatuur zijn geïnstalleerd en eenvoudig toegankelijk zijn.
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ DE KEUZE VAN EEN INSTALLATIEPLEK
Onjuiste installatie kan leiden tot schade aan de machine. Volg de onderstaande aanwijzingen tijdens installatie of verplaatsing van de machine.
Let op
Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
vochtig, dampig of erg stoffig zijn
slecht geventileerd zijn
Wanneer de machine wordt verplaatst van een koele ruimte naar een warme ruimte, kan er zich condens vormen in de machine. Gebruik van de machine in zulke omstandigheden kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en storingen. Laat de machine gedurende 2 uren en bij kamertemperatuur staan alvorens deze te gebruiken.
aan direct zonlicht worden blootgesteld
onderhevig zijn aan extreme temperatuurwisselingen of veranderingen in de luchtvochtigheid, zoals in de nabijheid van een airconditioningapparaat of radiator.
3
De kopieermachine moet in de nabijheid van een toegankelijk stopcontact worden geïnstalleerd zodat de stekker gemakkelijk kan worden verwijderd en weer aangesloten.
Zorg ervoor dat de voedingskabel uitsluitend wordt aangesloten op een stopcontact dat voldoet aan de gespecificeerde stroom- en voltagevereisten. Zorg er ook voor dat het stopcontact goed is geaard.
Opmerking
Laat voldoende ruimte vrij rond de kopieermachine voor
Sluit de machine aan op een leeg stopcontact dat niet wordt gebruikt door andere elektrische apparatuur. Wanneer er een verlichtingsrail op hetzelfde stopcontact wordt aangesloten, kan de verlichting gaan flikkeren.
20cm
onderhoud en goede ventilatie.
20cm
20cm
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T TRANSPORT
Houd rekening met de onderstaande aanwijzingen tijdens het verplaatsen om het prestatievermogen van de machine te behouden.
Machine niet laten vallen, blootstellen aan schokken of tegen andere voorwerpen aanstoten. Stel de drumcartridge niet bloot aan direct zonlicht.
• Daardoor zou het oppervlak (groene deel) van de drumcartridge beschadigen waardoor er vlekken op de kopieën komen.
Bewaar reserveonderdelen als drum- en tonercartridges in een donkere ruimte. Houd ze in de verpakking tot aan het gebruik.
• Wanneer deze aan direct zonlicht worden blootgesteld, kunnen er vlekken op de kopieën ontstaan.
Raak het oppervlak (groene deel) van de drumcartridge niet aan.
• Hierdoor kan het oppervlak van de drumcartridge beschadigen waardoor er vlekken op de kopieën komen.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T. DE LASER
Golflengte 785 nm + 10 nm/-15 nm
Impulstijden (8,141 µs ± 0,1 µs)/7 mm
Uitgangsvermogen 0,14 mW - 0,22 mW
Informatie over de genoemde handelsmerken
•Microsoft® Windows® besturingssysteem is een handelsmerk of copyright van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Windows® 95, Windows® 98, Windows® Me, Windows NT® 4.0, Windows® 2000, and Windows® XP zijn
• handelsmerken of copyrights van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• IBM en PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
Acrobat® Reader Copyright© 1987- 2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe, het Adobe-logo, Acrobat en het Acrobat-logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
• Alle andere handelsmerken en copyrights zijn het eigendom van de respectievelijke eigenaars.
4
INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU
<Horizontale (Liggende) afdrukstand>
Als
NERGY STAR® Partner, heeft SHARP vastgelegd dat dit product voldoet aan de
E
NERGY STAR® richtlijnen voor een efficiënt energieverbruik.
E
HET GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING
Deze machine is ontworpen om kopieerwerkzaamheden te vergemakkelijken met een minimale inname van bedrijfsruimte en een maximaal bedieningsgemak. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden raden wij u aan deze handleiding goed door te lezen. Bewaar deze handleiding op een gemakkelijk te bereiken plaats, zodat deze vlug ingekeken kan worden.
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN
U vindt de volgende gebruiksaanwijzingen bij de machine:
Gebruiksaanwijzing (Digitaal multifunctioneel systeem) (deze gebruiksaanwijzing)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als kopieermachine.
Online handboek (op de bijgeleverde CD-Rom)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van de procedures om de machine te gebruiken als printer of scanner.
Software installatiehandleiding (aparte handleiding)
Deze handleiding bevat de instructies voor het installeren van de software waarmee de kopieermachine kan worden gebruikt in combinatie met uw computer en de procedures voor het instellen van de printer begininstellingen.
DE BETEKENIS VAN "R" IN HET ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT INDICATIES
Een "R" onderaan het origineel of papierformaat (A4R, etc.) betekent dat het origineel of het kopieerpapier in de liggen afdrukstand is geplaatst zoals op de onderstaande afbeelding.
Formaten die uitsluitend in de horizontale (liggende) afdrukstand kunnen worden geplaatst (B4, A3) bevatten geen "R" in de afdrukstand.
5
INTERNATIONALE REGELS IN DEZE HANDLEIDING
De bovenstaande afbeelding wordt gebruikt wanneer een functie en/of de bediening van de machine gelijk is op de twee.
Waarschuwing
Let op
Opmerking
Deze regels waarschuwen de gebruiker voor letsel wanneer de inhoud van de waarschuwing niet correct worden opgevolgd.
Waarschuwt de gebruiker voor beschadigingen aan de machine of onderdelen als gevolg van het verkeerd uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen.
De opmerkingen geven nuttige informatie over de specificaties, functies, prestaties, bediening e.d van de machine.
SPF
Deze gebruiksaanwijzing verwijst naar de eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "SPF".
VERSCHILLEN TUSSEN DE MODELLEN
Deze handleiding geldt voor de volgende modellen.
Model AL-1644 AL-1633
Uiterlijk
Origineelplaatklep/SPF Eenmalig doorvoerende origineelinvoer Origineelplaatklep Papierladen Twee (250 x 2) Een (250 x 1)
6
HOOFDKENMERKEN
Kopiëren op hoge snelheid
Duur van de eerste kopie*1 op 300 dpi*2 is slechts 7,2 seconden.
Kopieersnelheid is 20/16 kopieën per minuut, dit is ideaal voor bedrijfsgebruik en levert een grote bijdrage aan de
productiviteit op het kantoor.
*1De duur van de eerste kopie kan variëren afhankelijk het stroomtoevoervoltage, de omgevingstemperatuur en andere
werkomstandigheden.
2
*
"dpi" ("dots per inch") is een maateenheid die wordt gebruikt om de resolutie te meten. De resolutie is de dichtheid van de beeldpunten die worden weergegeven op een afgedrukte of gescande afbeelding.
Digitale afbeeldingen op hoge kwaliteit
Hoge kwaliteit kopieën op 600 dpi wordt uitgevoerd.
Als aanvulling op de automatische belichtingsfunctie kunnen er origineelfuncties worden geselecteerd:
"HANDMAT" voor originelen met alleen tekst en "FOTO" voor foto's. De belichting kan binnen elke functie op vijf niveaus worden ingesteld.
Met de fotofunctie kunt u heldere kopieën maken van verfijnde halftintoriginelen zoals zwart-wit foto's en kleurenfoto's.
Geavanceerde kopieerkenmerken
Kopieën kunnen worden vergroot van 25% tot 400% in stappen van 1% bij 600 dpi. (Wanneer de SPF wordt gebruikt, is het bereik van de kopievergroting 50% tot 200%.)
U kunt tot 999 kopieën continu afdrukken. (Dit aantal kan in de gebruikersprogramma's worden gewijzigd naar een maximum van 99 kopieën.)
In de gebruikersprogramma's kunt u de machine-instellingen en het machinebeheer aanpassen. Toegang tot de machine kan worden geregeld door de accountregeling te activeren.
Één keer scannen/meerdere malen afdrukken
Deze machine is uitgerust met een geheugenbuffer waardoor u de machine één keer een origineel laat scannen en vervolgens de gescande afbeelding tot 999 kunt afdrukken. Dit verhoogt de werksnelheid, reduceert de ruisfactor van de machine en vermindert slijtage van het scanmechanisme, hetgeen leidt tot een hogere betrouwbaarheid.
Laserprinterfunctie
De bijgeleverde printer driver kan worden geïnstalleerd om de machine te gebruiken als printer. (Raadpleeg de bijgeleverde software installatiehandleiding voor meer informatie.)
Kleurenscannerfunctie
Wanneer u de bijgeleverde scanner driver installeert en de machine aansluit op een computer via een USB-kabel, kunt u de machine gebruiken als scanner. (Raadpleeg de bijgeleverde software installatiehandleiding voor meer informatie.)
Milieu- en gebruiksvriendelijk ontwerp
De machine is voorzien van voorverwarming en stroom uitschakelfuncties om het stroomverbruik te minimaliseren wanneer de machine niet wordt gebruikt.
Het universele ontwerp van de machine maakt het gebruik ervan eenvoudig, zelfs voor onervaren gebruikers.
7
1
5
14
6
12 13
7
1
1
2
4
9
16
15
10
11
8
3
3
Dit hoofdstuk bevat belangrijke basisinformatie die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Hoodfstuk 1
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
1
Origineel toevoerklep /origineelklep model)
Open deze klep om originelen op de origineelplaat te plaatsen. (p.21)
2
Origineelplaat
Plaats hier de originelen die u wilt scannen met de kopiezijde naar beneden. (p.21)
3
Handgrepen
Worden gebruikt bij het verplaatsen van de machine.
4
Hoofdschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de machine aan en uit te zetten. (p.15)
5
Bedieningspaneel
Bevat bedieningstoetsen en indicatorlampjes. (p.10)
6
Kopie-uitvoerlade
Kopieën en afdrukken komen in deze lade terecht.
7
Voorklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren. (p.56, p.61)
(slechts op het origineelklep
(slechts op het SPF model)
8
Papierladen
Elke lade kan 250 vellen papier bevatten. (p.17)
9
Zijklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren. (p.55, p.61)
10
Zijklep handgreep
55
Opentrekken om zijklep te openen. (p.
11
12
13
14
15
Papiergeleiders van de handinvoerlade
Pas deze aan de breedte van het papier aan. (p.18)
Handinvoerlade
Speciaal papier (zoals transparante film) kunnen in de handinvoerlade worden ingevoerd. (p.
Verlenging van de handinvoerlade
Trek de verlenging uit bij grote papierformaten zoals B4 en A3. (p.18)
Laderreiniger
Gebruik deze voor de reiniging van de transportlader. (p.67)
USB 1.1 poort
Aansluiting voor computer om de scanner-en printerfuncties te gebruiken. (Software installatiehandleiding)
)
18,
p.29)
8
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
24 23
22
28
27
16
Parallel poort
Aansluiting voor computer om de printerfunctie te gebruiken. (Software installatiehandleiding)
17
Origineelinvoerlade
Plaats hier de originelen die u wilt scannen met de kopiezijde naar boven. Kan tot 40 originelen bevatten.
18
Origineelgeleiders
Pas deze aan het formaat van de originelen aan.
19
Klep van de invoerrol
Open deze klep om vastgelopen originelen te verwijderen. (p.54)
20
Rechter zijklep
Open deze klep om vastgelopen originelen te verwijderen. (p.54)
21
Uitvoergedeelte
De originelen worden hier uitgevoerd na het kopiëren/scannen.
22
Tonercartridge
Bevat de toner. (p.61)
23
Handgreep tonercartridge
Trek hieraan om de tonercartridge te verwijderen. (p.61)
24
Ontgrendelhendel tonercartridge
Om de tonercartridge te vervangen, trekt u aan de cartridge terwijl u op deze hendel drukt.
(p.61)
18
25 26
1917
20
17 21
t/m slechts op het SPF model.
25
Draaiknop van de rollen
21
29
Draai deze knop om vastgelopen papier te verwijderen. (p.56, p.57)
26
Ontgrendelingen van de fuseereenheid
Druk op deze ontgrendelingen om vastgelopen papier uit de fuseereenheid te verwijderen. (p.57)
Waarschuwing
De fuseereenheid is heet. Raak de fuseereenheid niet tijdens het verwijderen van vastgelopen papier. Dit kan brandwonden of letsel veroorzaken.
27
Drumcartridge
Kopieerafbeeldingen worden gevormd op de fotogeleidende drum. (p.62)
28
Knop drumcartridge
Druk deze in om de drumcartridge eruit te trekken. (p.62)
29
Papiergeleider van de fuseereenheid
Open deze geleider om vastgelopen papier te verwijderen.
Opmerking
De modelbenaming kunt u vinden op de voorklep van de machine.
1
9
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
12 34 56
1 2 3 4 5
AL-1633
23
BEDIENINGSPANEEL
1
SCANMENU-toets
Dit menu wordt gebruikt om te scannen via de bijgeleverde Button Manager software. (p.34)
2
SCAN-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om de scannerfunctie van de machine te activeren en te scannen via de bijgeleverde Button Manager software. (p.33) De indicator knippert gedurende het scannen en tijdens de overdracht van de scangegevens.
3
ON LINE-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om te switchen tussen de on line en off line functie van de machine. De indicator licht op wanneer de machine on line is en gaat uit bij de off line stand. De indicator knippert wanneer de machine afdrukgegevens ontvangt en wanneer het afdrukken in de pauzestand staat. (p.32)
4
BOEK KOPIEER-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om afzonderlijke kopieën te maken van twee pagina's van een open boek of andere originelen met twee pagina's. (p.30)
5
X/Y-ZOOM-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk te wijzigen. (p.27)
6
AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO-toets ( / / ) en -indicators
AUTO
Met deze toets kunt u de volgende belichtingsfuncties selecteren: "AUTOMATISCHE", "HANDMAT" of "FOTO". (p.24)
7
ACCOUNT WIS-toets ( )
ACC.#-C
Hiermee sluit u een geopend account. (p.44)
8
AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE-indicator ()
AUTO
Wanneer deze indicator oplicht wordt het papier met het juiste formaat automatisch geselecteerd afhankelijk van het formaat van het origineel en de geselecteerde kopieerfactor. (p.22)
9
Waarschuwingsindicators
[ ] Tonercartridge-vervangingsindicator (p.53) [ ] Ontwikkelaar vervangingsindicator
(p.53) [ ] Papier-bijvulindicator (p.53) [ ] Papierstoring-indicator (p.53)
10
ENERGIEBESPARING-indicator ( )
Deze licht op wanneer de machine in de energiebesparingsfunctie staat. (p.15)
11
Display
Toont het aantal ingestelde kopieën, de kopieerfactor, gebruikersprogrammafunctie of instelcode, of een foutcode wanneer er een fout optreedt. Wanneer de [SCAN] toets ( ) wordt ingedrukt om de scanfunctie te openen, toont de display de gebruikte communicatiepoort (U_1 voor USB 1.1). Wanneer de Button Manager software wordt gebruikt, toont de display een programmanummer. (p.25, p.33, p.40)
12
Kopieerfactordisplay-toets ( )
Houd deze toets ingedrukt wanneer de machine niet wordt gebruikt om de kopieerfactor in de display weer te geven. (p.27)
13
ZOOM-indicator
Deze gaat branden wanneer er een zoomfactor is ingesteld. (p.27)
14
Zoomtoetsen ( , ) Deze worden gebruikt om de kopieerfactor te
verkleinen of te vergroten van 25% tot 400% in stappen van 1%. (p.27)
15
ONDERBREKING-toets ( ) en -indicator
Onderbreekt het kopiëren. (p.31)
10
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
INTERRUPT
ZOOM
135
25 400%
AUTO
ENTER
AUTO
ACC.#-C
AUTO
%
A3 A4 A4 A5 B4
EXTRA
200
%
50
%
141
86 81 70
122 115
100
%
6 7
8
9
10
11
12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
(Twee laden model slechts)
17
ENTER
1
16
Licht- en donkertoetsen ( , ) en belichtingsniveau-indicators
Deze toetsen worden gebruikt om het belichtingsniveau van HANDMAT of FOTO aan te passen. (p.24)
ORIGINEELFORMAAT INSTEL-toets ( ) en ORIGINEELFORMAAT-indicators
Gebruik deze toets om het formaat van het origineel in te stellen. (p.19) De geselecteerde origineelformaat-indicator zal gaan branden.
18
PAPIERFORMAAT-indicators
Deze gaan branden wanneer het papierformaat is geselecteerd. (p.19)
19
PAPIERFORMAATINSTEL-toets ( )
Gebruik deze toets om het papierformaat in de papierladen in te stellen. (p.19)
20
SPR-indicator (slechts op het SPF model)
Deze gaat branden wanneer de originelen in de origineelinvoerlade zijn ingesteld. (p.22)
21
PAPIERLADEKEUZE-toets () Met deze toets kunt u handmatig een papierlade
selecteren. (p.24)
22
AUTO IMAGE-toets ( ) en -indicator
AUTO
%
Druk op deze toets om automatische kopieerfactorselectie te activeren. (p.25)
23
Papierinvoerbronindicators/ papierstoringsplaats-indicators
De geselecteerde papierinvoerbron wordt aangegeven door de brandende indicator( ). (p.24)
De hoofdlocatie van het vastgelopen papier wordt aangegeven door een knipperende rode indicator ( ). (p.54)
24
VASTE KOPIEERFACTOR-keuzetoetsen ( ,
) en -indicators
Gebruik deze toetsen om de vaste kopieerfactor voor verkleining/vergroting te selecteren. (p.26)
25
[] toets
Gebruik deze toets om het aantal gescande pagina's te controleren. (p.64)
26
Cijfertoetsen
Gebruik deze toetsen om het gewenste aantal kopieën te selecteren of om een gebruikersprogramma in te voeren. (p.25)
Houd de [0] toets ingedrukt om het totale aantal pagina's van de kopie-uitvoer van de machine weer te geven. (p.64)
27
[] toets
Druk op deze toets om het totale aantal gemaakte kopieën te controleren. (p.64)
28
START-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om het kopiëren te starten (p.21). Druk ook op deze toets om de "automatische uitschakelfunctie" te verlaten en een gebruikersprogramma in te stellen. Kopiëren is mogelijk wanneer deze indicator brandt.
29
WIS ALLES-toets ( )
Wist alle geselecteerde instellingen en herstelt de begininstellingen van de machine. (p.15)
30
WIS-toets ( )
Wist het aantal kopieën in de display of beëindigd een kopieeropdracht.
11
VERPAKTE ONDERDELEN EN
Apparaat
Gebruiksaanwijzing en software cd-rom
Aansluitsnoer
Drumcartridge
(geïnstalleerd in machine)
TD cartridge
ACCESSOIRES CONTROLEREN
Open de doos en controleer of de volgende onderdelen en accessoires aanwezig zijn.
Opmerking
UITPAKKEN
Zorg dat u bij het uitpakken het apparaat met twee personen optilt bij de handgrepen aan beide zijden van het apparaat en naar de plaats van installatie brengt.
12
Mocht er iets beschadigd zijn of ontbreken, neem dan contact op met uw geautoriseerde dealer.
Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal. Dit kan nog gebruikt worden voor verzending van het apparaat,
mocht dat nodig zijn.
INSTALLEREN
Verwijder alle plakstroken, open de
1
SPF of de origineelklep en verwijder al het beschermingsmateriaal.
Verwijder de schroef met een munt (of
2
een ander passend voorwerp).
Opmerking
Installeer de tonercartridge.
3
Zie voor installatie van de tonercartridge de volgende pagina.
Til de papierlade er voorzichtig uit
4
Bewaar de schroef als beschreven in stap 6 in de papierlade want deze hebt u nog nodig als de machine verplaatst moet worden. (p.69)
totdat hij stopt.
Bewaar het drukplaatslot dat in stap 5
6
is uitgenomen en de schroef die in stap 2 is verwijderd voorin de papierlade.
Berg het drukplaatslot op door het slot te draaien waarmee u het vastzet op de betreffende plek. Voor twee laden model, stap 4 t/m 6 voor zowel
Drukplaatslot
Schroef
Let op dat de hoofdschakelaar van de
7
de onder- als bovenladen, behalve voor wat betreft het bewaren van de schroef.
machine uit staat. Steek het aansluitsnoer in het dichtstbijzijnde stopcontact.
1
Verwijder het slot van de drukplaat.
5
Draai het drukplaatslot in de pijlrichting om deze te verwijderen terwijl u de drukplaat van de papierlade omlaag drukt.
Let op
Opmerking
Als u de machine gebruikt in een ander land dan dat van aankoop, overtuig u er dan van dat het plaatselijke voltage geschikt is voor uw model. Als u de machine aansluit op een incompatibele voeding zal dit tot onherstelbare schade aan de machine leiden.
Steek het aansluitsnoer uitsluitend in een goed geaarde wandcontactdoos. Gebruik geen verlengsnoeren of verdeeldozen.
Sluit de machine aan op een stopcontact dat niet door andere elektrische apparaten wordt gebruikt. Als op hetzelfde stopcontact verlichting is aangesloten, kan het licht gaan flikkeren.
13
TONERCARTRIDGE INSTALLEREN
4 à 5 keer
Druk licht op beide uiteinden van de
1
voorklep en open deze.
Haal de nieuwe tonercartridge uit de
2
zak. Houd de cartridge aan beide zijden vast en schud vier tot vijf keer horizontaal.
Verwijder de beschermende klep van
3
de tonercartridge door drie klephaakjes los te halen uit de openingen op de cartridge. Trek de klep dan in de richting die door de pijl op de tekening wordt aangegeven.
Breng de tonercartridge aan tussen
4
de geleidingen tot hij op zijn plaats klikt.
Verwijder vuil of stof van de cartridge voordat u deze installeert.
Sluit de voorklep.
5
De tonercartridge vervangingsindicator () gaat uit.
Opmerking
Controleer of de tonercartridge juist is geïnstalleerd voordat u de voorklep sluit.
Houd beide uiteinden voorzichtig vast bij het sluiten van de klep.
14
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN
Begininstellingen
De machine gebruikt de begininstellingen wanneer deze voor het eerst wordt aangezet, wanneer de [ALLES WISSEN]-toets ( ) wordt ingedrukt en na ongeveer 1 minuut nadat de laatste kopie, ongeacht in welke functie, is gemaakt.
Kopieerfactor: 100%, Belichting: Automatisch Aantal kopieën: 0, Alle speciale kopieerfuncties: Uit Automatisch papierkeuze
: Aan,
Papierinvoerstation
: De geselecteerde "Standaard lade-instelling" in de gebruikersprogramma's.
(p.39)
De hoofdschakelaar bevindt zich aan de linkerkant van de kopieermachine.
INSCHAKELEN
Zet de hoofdschakelaar op "ON".
Het duurt ongeveer 45 seconden voordat de machine is opgewarmd. Terwijl de machine bezig is met opwarmen, zal de ENERGIEBESPARING-in dicator ( ) knipperen. (Als de
ENERGIEBESPARING-in dicator ( ) uitgaat is de machine klaar om te kopiëren.) Desondanks kunt u tijdens het opwarmen van de machine de gewenste instellingen invoeren en op de [START]-toets ( ) drukken. Het kopiëren wordt dan gestart nadat de machine is opgewarmd.
Opmerking
De machine keert terug naar de oorspronkelijke instellingen als zij voor het eerst wordt aangezet, als de [WIS ALLES]-toets ( ) wordt ingedrukt, of als er geen toetsen worden ingedrukt gedurende de vooraf ingestelde tijd voor "Autom. wissen" na een jobeinde. Als de machine terugkeert naar de oorspronkelijke instellingen, worden alle tot dan toe geselecteerde instellingen en functies geannuleerd. De tijd voor "Autom. wissen" kan worden gewijzigd in de gebruikersinstellingen. (p.38)
De machine is aanvankelijk ingesteld om automatisch over te gaan op de energiebesparingsfunctie wanneer deze gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt voor kopiëren, afdrukken of scannen. Deze instelling kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.38)
UITSCHAKELEN
Verzeker u ervan dat de machine uitstaat en zet vervolgens de hoofdschakelaar op "OFF".
Wanneer de kopieermachine wordt uitgeschakeld terwijl deze in bedrijf is, kan er een papier storing optreden en wordt de kopieertaak van dat
moment geannuleerd. Voer de onderstaande controles uit om er zeker van zijn dat de machine niet in bedrijf is:
De START-indicator brandt. (Beginstand)
De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) brandt. ("Voorverwarmingstijd" of "Automatische uitschakel"-functie)
1
Energiebesparingsfuncties
De machine is voorzien van twee energiebesparingsfuncties om het totale stroomverbruik te verminderen en op die manier de kosten te beperken. Bovendien behoudt deze energiebesparing de natuurlijke bronnen en helpt milieuvervuiling te verminderen. De twee energiebesparingsfunctie zijn "Voorverwarmingstijd" en "Automatische uitschakelfunctie".
Voorverwarmingstijd
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een lager stroomverbruik wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) gaat branden, maar de toetsen op het bedieningspaneel kunnen nog wel worden gebruikt. De normale werking wordt automatisch hervat wanneer er een toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt, een origineel wordt geplaatst, of een afdrukopdracht wordt ontvangen.
Automatische uitschakelfunctie
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een nog lager stroomverbruik dan bij de voorverwarmfunctie wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. Alle lampjes gaan uit, behalve de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) en de ON LINE-indicator. Druk op de [START]-toets ( ) om de normale werking te hervatten. De normale werking wordt ook automatisch hervat wanneer er een afdrukopdracht wordt ontvangen of er wordt gescand vanaf een computer. Wanneer de machine in de automatische uitschakelfunctie staat, kunnen geen van de toetsen worden gebruikt (met uitzondering van de [START]-toets ( )).
Opmerking
De activering van de voorverwarmingsfunctie en de "Automatische uitschakeltijd" kunnen worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. Wij raden u aan deze tijden aan te passen aan het gebruik van de machine op uw locatie.
(p.38)
15
PAPIER BIJVULLEN
De papier bijvulindicator ( ) zal gaan branden wanneer er geen kopieerpapier meer in het geselecteerde papierinvoerstation aanwezig is, of wanneer de geselecteerde papierlade niet of onjuist is geïnstalleerd.
PAPIER
Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurd papier te gebruiken.
Type papierlade Papiersoort Formaat Gewicht Capaciteit
Papierlade Standaardpapier
Gerecycleerd papier
Handinvoerlade Standaardpapier
Gerecycleerd papier
Dik papier Transparante film
Etiketten Enveloppen International DL
1
*
A5 A4 B4 A3
A6R tot A3 56 g/m
(110 mm x 220 mm) International C5 (162 mm x 229 mm) Commercial 9 (3-7/8" x 8-7/8") Commercial 10 (4-1/8" x 9-1/2")
56 g/m
Max. 200 g/m
2
tot 90 g/m
2
tot 80 g/m
2
2
*
250 vel (Vul papier bij tot onder de streep op de lade)
2
100 vel
2
Laad vellen van dit papier één voor één in de handinvoerlade.
5 vel
3
*
*1A5 kan uitsluitend in de bovenste papierlade en niet in de andere laden worden geplaatst.
2
*
Verwijder de kopieën uit de papier uitvoerlade nadat er ongeveer 100 pagina's zijn afgedrukt wanneer u grote aantallen
/m2. Wanneer u meer dan 100 pagina's van dit soort papier uitvoert, kan het zijn dat de
kopieën afdrukt op papier van 90 uitvoerlade deze niet goed opstapelt.
*3Het aantal vellen papier dat kan worden geplaatst hangt af van het gewicht van het papier.
g
Speciaal papier
Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier.
Gebruik SHARP goedgekeurde transparante film en etiketvellen. Gebruik van papier dat niet door SHARP is goedgekeurd kan leiden tot papierstoringen of vlekken op de kopieën. Wanneer u papier gebruikt dat niet door SHARP is goedgekeurd, plaats dan één vel per keer met behulp van de handinvoerlade (probeer niet continu te kopiëren of af te drukken met dit soort papier).
Er zijn veel verschillende soorten papier op de markt en niet elke papiersoort kan in deze machine worden gebruikt. Neem contact op met uw service leverancier voordat u speciaal papier gaat gebruiken.
Maak eerst een testkopie met het speciale papier om te controleren of dit geschikt is voordat u papier dat niet is goedgekeurd door SHARP gaat gebruiken.
16
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
PAPIER BIJVULLEN
Zorg ervoor dat de machine niet bezig is met kopiëren of afdrukken en volg daarna de onderstaande stappen om het papier bij te vullen.
Papierlade bijvullen
Til de lade iets op en trek deze uit tot
1
aan het eindpunt.
Druk de drukplaat naar beneden totdat
2
deze vastklikt.
Druk de drukplaat in het midden naar beneden totdat deze vastklikt.
Waai het papier los.
3
Wanneer het papier niet wordt losgewaaid is er kans op dubbele vel invoer of papierstoringen.
Druk de papierlade weer voorzichtig
5
terug in de machine.
Opmerking
Raadpleeg het hoofdstuk "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN" (p.19) wanneer het papierformaat verschilt van de eerdere papierstapel in de lade.
1
Plaats het papier in de lade.
4
Opmerking
Maak de stapel niet hoger dan de streep op de lade (tot 250 vellen).
Zorg ervoor dat de papierstapel onder het uitsteeksel aan de rechterkant van de lade blijft.
Controleer of de papierstapel recht ligt alvorens deze te laden. Wanneer u papier aan een bestaande stapel wilt toevoegen, haal dan de bestaande stapel uit de lade, voeg het papier toe en plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de lade.
17
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Handinvoerlade bijvullen
Trek de handinvoerlade uit.
1
Trek de verlenging van de handinvoerlade uit wanneer u grote formaten zoals A3 en B4 wilt invoeren.
Pas de papiergeleiders aan de breedte
2
van het papier aan.
Plaats het papier (afdrukzijde naar
3
beneden) helemaal in de handinvoerlade.
Controleer nogmaals of de papiergeleiders aan de breedte van het papier zijn aangepast om papierstoringen te voorkomen.
Opmerking
Druk op de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) nadat u het papier hebt geplaatst om de handinvoerlade te selecteren. De handinvoerlade wordt niet automatisch geselecteerd.
Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de handinvoerlade
U kunt tot 100 vellen standaard kopieerpapier in de handinvoerlade plaatsen.
Zorg ervoor dat u de papierformaten A6 of A5 of enveloppen horizontaal plaatst zoals afgebeeld in het
onderstaande diagram ( ).
Beschikbare
Zorg er bij het plaatsen van enveloppen voor dat deze glad en vlak zijn en, afgezien van de sluitklep, geen losse lijmdelen bevatten.
Speciaal papier, met uitzondering van SHARP goedgekeurde transparante film, etiketten en enveloppen moeten één vel per keer in de handinvoerlade worden geplaatst.
Wanneer u papier wilt toevoegen, haal dan eerst het reeds geplaatste papier uit de handinvoerlade, voeg dit aan
de nieuwe stapel toe en plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de handinvoerlade. Het papier dat wordt toegevoegd moet van hetzelfde formaat zijn.
Gebruik geen papierformaat dat kleiner is dan het origineel. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
Gebruik geen papier dat is bedrukt door een laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke
afbeeldingen.
Niet beschikbaar
18
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
A3 A4 A4 A5 B4
TRA
Enveloppen
Gebruik niet de onderstaande envelopsoorten. Dit zal leiden tot papierstoringen.
Enveloppen met metalen plaatjes, gespen, linten, gaten of schermen.
Enveloppen met ruwe vezels, carbonpapier of gladde oppervlakken.
Enveloppen met twee of meer flappen.
Enveloppen met plakband, folie of waarbij er papier aan de flap is bevestigd.
Enveloppen met een vouw in de flap.
Enveloppen met lijm aan de flap die moet worden natgemaakt om de enveloppen te sluiten.
Enveloppen met etiketten of postzegels.
Enveloppen die enigszins zijn gevuld met lucht.
Enveloppen met lijm die buiten het lijmgedeelte uitsteekt.
Enveloppen waarbij een deel van het lijmgedeelte loslaat.
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN
1
Volg de onderstaande stappen om het papierformaatinstelling van een lade te wijzigen.
Opmerking
Houd de [PAPIERFORMAAT
1
INSTEL]-toets ( ) gedurende meer dan vijf seconden ingedrukt om het
De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd wanneer de machine tijdelijk is gestopt als gevolg van papiertekort, papierstoring of tijdens een onderbreking van het kopiëren.
Tijdens het afdrukken (zelfs in de kopieerfunctie) kan de papierformaatinstelling niet worden gewijzigd.
Het papierformaat A5 kan alleen worden geselecteerd voor de bovenste papierlade.
Plaats geen papier met een ander formaat dan de papierformaatinstelling. Anders is kopiëren niet mogelijk.
Gebruik de [ORIGINEELFORMAAT
3
INSTEL]-toets ( ) om het
papierformaat te selecteren. geselecteerde papierformaat in te stellen.
De huidig geselecteerde papierinvoerbron-indicator gaat knipperen en de bijbehorende papierformaat-indicator (die op dat moment is ingesteld) gaat ononderbroken branden. Alle andere indicators gaan uit.
ENTER
ENTER
De indicator van het geselecteerde papierformaat gaat branden.
Als de machine twee laden heeft,
2
gebruik de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om de papierlade te selecteren waarvan u de papierformaatinstelling wilt wijzigen.
Elke keer wanneer de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) wordt ingedrukt wordt er een papierlade aangegeven met een knipperende papierinvoerbron-indicator.
19
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Linker geleider
Voorgeleider
Druk de grendelhendel van de voorste
4
geleider samen en schuif de voorste geleider zodat deze aansluit bij de breedte van het papier. Plaats vervolgens de linker geleider in de juiste groef op de lade.
De voorste geleider is een schuifgeleider. Neem de vergrendelknop op de geleider en schuif de geleider naar de indicatorlijn van het te laden papierformaat.
De linker geleider is een invoeggeleider. Verplaats deze naar de indicatorlijn van het te laden papierformaat.
Druk op de [START]-toets ( ) en
5
vervolgens op de [PAPIERFORMAAT INSTEL]-toets ( ).
Herhaal de stappen 2 en 3 nadat u op de [START] toets ( ) hebt gedrukt om de papierformaatinstelling van een andere papierlade te wijzigen.
Belangrijke punten wanneer u de printerfunctie gebruikt
Zorg ervoor dat de papierladeinstelling overeenkomt met de papierladeinstelling in de printer driver. Wanneer de papierlade bijvoorbeeld is ingesteld op A4R, stel dan de "Papierformaat instelling" in op "A4-R". Raadpleeg "DE PRINTER DRIVER CONFIGUREREN" (p.11) in de "Software installatiehandleiding" voor meer informatie.
Opmerking
Plaats het papierformaatetiket voor het geselecteerde papierformaat in stap 3 op de etiketpositie aan de rechterzijde van de lade.
20
2
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de basiskopieerfuncties zoals normaal kopiëren, verkleinen of vergroten en aanpassing van de belichting.
NORMAAL KOPIEREN
Dit gedeelte beschrijft hoe u een normale kopie kunt maken. Voer uw 3-cijferig accountnummer in wanneer de "Accountregeling" is geactiveerd (p.43).
Kopiëren vanaf de origineelplaat
1
Chapter 2
KOPIEERFUNCTIES
Open de origineelklep/SPF en plaats het origineel.
Plaats het origineel op de kopieerplaat met de kopiezijde naar beneden. Leg het origineel binnen de juiste schaalverdeling.
Verzeker u ervan dat de
PAPIERFORMAAT-indicator gaat branden. Als deze indicator niet brandt, is er geen lade met hetzelfde papierformaat. Plaats papier van het vereiste formaat in de lade of selecteer [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om te kopiëren via de handinvoerlade.
De handinvoerlade moet handmatig worden
geselecteerd.
Om kopieën te maken op papier van een ander
formaat dan het origineel, selecteert u het papier met de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ).
Als het lampje ORIGINEELFORMAAT knippert,
draai het origineel dan zo dat het in dezelfde richting wijst als het knipperende lampje ORIGINEELFORMAAT .
Opmerking
Sluit de origineelklep/SPF.
2
Druk op de [ORIGINEELFORMAAT
3
INSTEL]-toets ( ) en selecteer het origineelformaat.
ENTER
Originelen met afmetingen tot A3 kunnen op de origineelplaat worden geplaatst.
ENTER
Nadat het origineelformaat is geselecteerd zal de lade met hetzelfde formaat papier automatisch worden geselecteerd. (Twee laden model slechts)
Stel het aantal kopieën in.
4
Druk op de [START]-toets ( ) om het
5
kopiëren te starten.
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
De kopie-uitvoerlade kan tot 250 vel papier bevatten.
Ongeveer één minuut na het kopiëren, wordt "Autom. wissen" geactiveerd en keren de kopieerinstellingen terug naar hun oorspronkelijke instellingen. (p.15) De instelling van de tijd voor "Autom. wissen" kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.38)
Druk op [WIS]-toets ( ) om het kopieerproces te onderbreken.
21
KOPIEERFUNCTIES
Kopiëren vanaf de SPF (slechts op het SPF model)
Verzeker u ervan dat het origineel niet
1
achterblijft op de kopieerplaat. Sluit de SPF.
Pas de origineelgeleiders aan het
2
origineelformaat aan.
Plaats het origineel (of de originelen)
3
met de kopiezijde naar boven in de origineelinvoerlade.
Plaats het origineel zo ver mogelijk in de origineelinvoerlade. Wanneer het origineel is ingesteld, zal de SPF-indicator gaan branden.
De ORIGINEELFORMAAT-indicator die overeenkomt met het formaat van het origineel zal gaan branden.
Als het lampje ORIGINEELFORMAAT knippert, draai het origineel dan zo dat het in dezelfde richting wijst als het knipperende lampje ORIGINEELFORMAAT.
Verzeker u ervan dat de PAPIERFORMAAT-indicator brandt. Als deze indicator niet brandt, is er geen lade met hetzelfde papierformaat. Plaats papier van het vereiste formaat in de lade of selecteer [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om te kopiëren via de handinvoerlade.
De handinvoerlade moet handmatig worden geselecteerd.
Om kopieën te maken op papier van een ander formaat dan het origineel, selecteert u het papier met de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ).
Stel het aantal kopieën in.
4
Druk op de [START]-toets ( ) om het
5
kopiëren te starten.
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Opmerking
De kopie-uitvoerlade kan tot 250 vel papier bevatten.
Ongeveer één minuut na het kopiëren, wordt "Autom. wissen" geactiveerd en keren de kopieerinstellingen terug naar hun oorspronkelijke instellingen. (p.15) De instelling van de tijd voor "Autom. wissen" kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.38)
Druk op [WIS]-toets ( ) om het kopieerproces te onderbreken.
Open eerst de klep van de invoerrol en verwijder het origineel als u het moeilijk vindt om het origineel uit de origineelinvoerlade te verwijderen. Wanneer u het origineel verwijdert zonder de klep van de invoerrol te openen, kan het origineel bevuild raken.
22
Opmerking
Plaats geen originelen van verschillende formaten in de origineelinvoerlade. Dit kan leiden papierstoringen.
KOPIEERFUNCTIES
AUTO
Automatisch papierkeuze (Twee laden model slechts)
Wanneer de AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE-indicator ( ) brandt is de "automatische papierkeuzefunctie" geactiveerd. Deze functie selecteert automatisch papier met hetzelfde formaat als het origineel (A5, A4, A4R, B4, A3).
"Automatische papierkeuze" kan worden uitgezet in de gebruikersprogrammas. (p.38)
De papierformaten die kunnen worden geladen verschillen per land en regio.
Wanneer er een zoominstelling wordt ingesteld nadat er een origineel is geplaatst, zal het papierformaat dat
overeenkomt met de zoominstelling automatisch worden geselecteerd.
"Automatische paperkeuze "wordt geannuleerd wanneer de automatische kopieerfactorselectie is geactiveerd (p.25) of wanneer er een papierlade wordt geselecteerd met de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ). De automatische papierkeuze wordt hervat wanneer de [WIS ALLES]-toets ( ) wordt ingedrukt of wanneer de "Automatische wisfunctie" wordt geactiveerd.
Verwijderen van de origineelklep
Verwijder de origineelklep om kopieën te maken van grote originelen, zoals bijvoorbeeld kranten. Til de origineelklep recht omhoog zoals getoond op de afbeelding. Om de origineelklep weer te plaatsen doet u het tegenovergestelde. De SPF kan niet worden verwijderd.
Het kopiëren van boeken of originelen met vouwen of kreukels
Druk tijdens het kopiëren op de origineelklep/SPF zoals op de afbeelding. Wanneer de origineelklep/SPF niet volledig gesloten is kunnen er schaduwen ontstaan op de kopie of kan de afdruk vaag zijn. Maak originelen met vouwen of vouwen recht goed alvorens te plaatsen.
Originelen die kunnen worden gebruikt in de SPF
Originelen met de formaten A5 tot A3 en 56 g/m2 tot
2
90 g/m maximaal 40 pagina's in een keer worden geplaatst. Voor originelen van het formaat B4 of groter (A3), kunnen er maximaal 30 paginas in één keer worden geplaatst.
kunnen worden gebruikt. Er kunnen
Opmerking
Verzeker u ervan dat er geen paperclips of nietjes in de originelen aanwezig zijn.
Strijk gekreukte originelen glad voordat u deze in de origineelinvoerlade plaatst. Gekreukte originelen kunnen papierstoringen veroorzaken.
Originelen die niet kunnen worden gebruikt in de SPF
De onderstaande originelen kunnen niet worden gebruikt. Dit kan leiden tot papierstoringen, vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
Projecties, blauwdrukpapier, ander transparant of doorschijnend papier en foto’s.
Carbonpapier, thermisch kopieerpapier.
Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of
gescheurd.
Gelijmde originelen, uitgesneden originelen.
Originelen met ringbandgaten.
Originelen die zijn afgedrukt met een inktlint
(thermal transfer print), originelen op thermaal afdrukpapier.
2
Ononderbroken-invoerfunctie
Wanneer de "Ononderbroken-invoerfunctie" is geactiveerd in de gebruikersprogramma's (p.38), zal de SPF-indicator gedurende ongeveer 5 seconden knipperen nadat de originelen zijn ingevoerd. Wanneer er op dat moment een nieuw origineel in de SPF worden geplaatst, wordt het origineel automatisch ingevoerd en zal het kopiëren starten.
23
KOPIEERFUNCTIES
AUTO
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN
Automatische belichtingsafstelling is vanaf het begin geactiveerd. Deze functie stelt automatisch het beeld van de kopie gelijk aan dat van het origineel. Volg de onderstaande stappen om zelf het belichtingsniveau te selecteren. (U kunt kiezen uit twee origineelsoorten en vijf belichtingsniveau’s voor elk origineeltype). Het belichtingsniveau in de automatische belichtingafstelling kan ook worden gewijzigd. ("DE AUTOMATISCHE BELICHTINGSFUNCTIE AANPASSEN" (p.36))
Origineelltypen
AUTOMATISCHE ....... Automatische belichtingafstelling wordt geactiveerd en de belichting wordt automatisch
aangepast aan het origineel dat wordt gekopieerd. De belichting wordt verminderd voor gekleurde gebieden en achtergrondschaduwen.
HANDMAT .................. De belichting wordt vermeerderd voor lichte gebieden en verminderd voor donkere
gebieden zodat tekst gemakkelijker te lezen is.
FOTO .......................... Halftinten in de foto worden helderder weergegeven.
Druk op de
1
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]
-toets ( / / ) om het
AUTO
origineeltype te selecteren.
Houd de HANDMAT-toets ingedrukt en wacht totdat de HANDMAT-indicator ( ) gaat branden om de belichting van de originele tekst handmatig aan te passen. Druk op FOTO-toets en wacht totdat de FOTO-indicator ( ) gaat branden om een foto te kopiëren.
Opmerking
Houd de automatische-toets ingedrukt en wacht totdat de AUTOMATISCHE-indicator ( ) gaat branden om de automatische
AUTO
aanpassing te selecteren.
Druk op de [Licht]-toets ( ) of de
2
[Donker]-toets ( ) om de belichting aan te passen.
Druk op de [Donker]-toets
AUTO
Opmerking
135
Belichtingswaarden richtlijnen
1 - 2 Donkere originelen zoals kranten 3 Normale originelen 4 - 5 Gekleurde tekst of tekst geschreven
met potlood
( ) om de afbeelding donkerder te maken. Druk op de [Licht]-toets ( ) om de afbeelding lichter te maken. Wanneer de belichtingsniveau’s 2 of 4 worden geselecteerd, zullen de twee indicators gaan branden.
PAPIERLADEKEUZE
Druk op de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om de gewenste papierlade te selecteren, wanneer u een andere papierlade wilt gebruiken dan de automatisch geselecteerde lade (bijvoorbeeld wanneer u de kopie wilt verkleinen of vergroten of de handinvoerlade wilt gebruiken).
Opmerking
Vervang het papier in de lade met het juiste papierformaat wanneer de gewenste PAPIERFORMAAT-indicator niet gaat branden. (p.19)
De automatische kopieerfactorkeuze speciaal papierformaat is ingesteld.
werkt niet wanneer de handinvoerlade of een papierlade voor een
(p.25)
Automatische papierlade-omschakeling (Twee laden model slechts)
Wanneer het papier in de papierlade tijdens het kopiëren opraakt en er een andere papierlade met exact hetzelfde papierformaat en invoerrichting (horizontaal of verticaal) aanwezig is, wordt deze lade automatisch geselecteerd en kan het kopiëren doorgaan. "Automatische papierlade-omschakeling" kan worden uitgezet in de gebruikersprogramma's. (p.38)
24
Loading...
+ 58 hidden pages