Sharp AL-1633, AL-1644 User Manual [nl]

Page 1
AL-1633/1644
Online-handleiding
Start
Start
Klik op de "Start" knop.
Page 2

Inleiding

Deze handleiding beschrijft de printer- en scannerfuncties van het digitaal multifunctioneel systeem AL-1633/1644.
Opmerking
Voor informatie over de volgende onderwerpen, raadpleeg de Gebruiksaanwijzing voor het digital multifunctional system.
•Standaard machineprocedures (papier laden en TD cartridge vervangen, vastgelopen papier vermijden, randapparatuur gebruiken)
•Kopieerfuncties
•Scannen via het Bedieningspaneel van het apparaat
•Het oplossen van print- en scanproblemen
•Specificaties
Waar "AL-XXXX" verschijnt in deze Handleiding, vervang de naam van uw model voor "XXXX". Voor de naam van uw model, raadpleeg "VERSCHILLEN TUSSEN DE MODELLEN" in de Gebruiksaanwijzing.
In deze handleiding verwijst "SPF" naar Single Pass Feeder (origineelinvoer voor enkele vellen).
De schermafdrukken en procedures die in deze handleiding voorkomen zijn hoofdzakelijk bedoeld voor Windows XP. De schermafdrukken in andere versies van Windows kunnen afwijken van die in uw handleiding.
Voor informatie over het gebruik van uw besturingssysteem, raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het besturingssysteem of het on-line Helpprogramma.
Het besturingssysteem Microsoft® Windows® is een handelsmerk of copyright van Microsoft Corporation in de V.S. en andere landen.
Windows® 95, Windows® 98, Windows® Me, Windows NT® 4.0, Windows® 2000 en Windows® XP zijn handelsmerken of copyrights van Microsoft Corporation in de V.S. en andere landen.
Acrobat® Reader Copyright© 1987- 2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe, het logo van Adobe, Acrobat en het logo van Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Alle andere handelsmerken en copyrights zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaars.
INHOUD INDEX
2
Page 3

Gebruiken van de Online-handleiding

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de online-handleiding kunt bekijken. Gelieve dit hoofdstuk door te nemen alvorens de online-handleiding te gebruiken. Voor informatie over het gebruiken van Acrobat Reader, zie Acrobat Reader Help.

Werken met de Online-handleiding

In deze handleiding staan de volgende knoppen onderaan iedere pagina. Klik op deze knoppen om snel naar de pagina te gaan die u wenst te bekijken.
INHOUD
Toont de inhoud van deze handleiding. Klik op een onderwerp in de Inhoudsopgave om rechtstreeks naar het desbetreffend hoofdstuk te gaan.
INDEX
Toont de index van deze handleiding. Klik op een onderwerp in de Index om rechtstreeks naar het desbetreffende onderwerp te gaan.
Met deze knop gaat u één pagina vooruit.

Volgen van links

In deze handleiding wordt een linkfunctie gebruikt waarmee u naar een aanverwante pagina kunt gaan. Door te klikken op de groene onderstreepte tekst, verschijnt de aanverwante pagina. (In de Inhoudsopgave en Index zijn de aanverwante onderwerpen niet onderstreept.) Voorbeeld: Om naar de vorige pagina terug te keren, klik op de knop op de menubalk van de Acrobat Reader.
Inhoudsopgave

Gebruiken van Bladwijzers

Aan de linkerkant van deze handleiding zijn bladwijzers aangemaakt. U kunt op een bladwijzer klikken om rechtstreeks naar het desbetreffend hoofdstuk te gaan.

Afdrukken van deze handleiding

Voor het afdrukken van deze handleiding, selecteer "Afdrukken" van het "Bestand" menu van de Acrobat Reader. Selecteer de gewenste printerinstellingen in het dialoogvenster "Afdrukken", en klik vervolgens op de "OK" knop.
Met deze knop gaat u één pagina terug.
INHOUD INDEX
3
Page 4

Inhoudsopgave

Inleiding 2 Gebruiken van de Online-handleiding 3
1 AFDRUKKEN
Standaard afdrukken 5 Het Printerstuurprogramma openen met de "Start" knop 7 Instellingen van het printerstuurprogramma 8 Meerdere pagina's op één pagina afdrukken 9 De afdruk aanpassen aan het papier 10 Het afdrukbeeld 180 graden draaien 11 Een watermerk afdrukken 12 Overzicht van het venster Afdrukstatus 13
2 PRINTER DELEN
Delen van de printer via Windows Networking 14
3 SCANNEN
Scanoverzicht 19 Scannen via een TWAIN-standaardtoepassing 20 Scannen via een WIA-standaardtoepassing (Windows XP) Scannen via de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP) Overzicht van de Button Manager 30 Instellingen van het Button Manager 31
4 Index
25 27
Gedeelde printerinstellingen 15 Instellingen van de client 16
INHOUD INDEX
4
Page 5
AFDRUKKEN
1
Het volgend voorbeeld toont hoe u een document op een A4-formaat papier kunt afdrukken via WordPad. Voor u begint met afdrukken, dient u na te gaan of het juiste papierformaat voor uw document in het apparaat is geladen.
1
2 3

Standaard afdrukken

Controleer of het ON LINE lampje op het Bedieningspaneel brandt.
Als het ON LINE lampje niet brandt, druk op de [ON LINE] toets ( ).
Als het lampje:
Brandt, is het apparaat on-line
en klaar om af te drukken of is aan het afdrukken.
Knippert, het apparaat is
afdrukgegevens aan het verwerken in het geheugen of het afdrukken werd onderbroken.
Niet brandt, is de machine
off-line en kan niet afdrukken.
Start WordPad en open het document dat u wenst af te drukken.
Kies "Afdrukken" in het "Bestand" menu van de toepassing.
Het "Afdrukken" dialoogvenster verschijnt.
4
5
Controleer of "SHARP AL-XXXX" is geselecteerd als printer. Indien u afdrukinstellingen dient te wijzigen, klik op de "Voorkeursinstellingen" knop ("Eigenschappen" knop in Windows 95/98/Me/NT 4.0) om naar het installatiescherm van het printerstuurprogramma te gaan.
Het installatiescherm van het printerstuurprogramma verschijnt.
Windows 2000 heeft geen "Voorkeursinstellingen" knop in dit dialoogvenster. Kies de gewenste instellingen op ieder tabblad in het installatiescherm.
Instellingen van het printerstuurprogramma, Meerdere pagina's op één pagina afdrukken, De afdruk aanpassen aan het papier, Het afdrukbeeld 180 graden draaien afdrukken
Klik op de "Afdrukken" knop ("OK" knop in Windows 95/98/Me/NT 4.0).
Het afdrukken begint. Wanneer het afdrukken begint, opent het Afdrukstatusvenster automatisch.
(
Overzicht van het venster Afdrukstatus
De afdruktaak wordt naar de uitvoerlade gestuurd, waarbij de positie van de papieroffset licht verschilt van de vorige afdruktaak (offsetfunctie).
(deel 1)
, Een watermerk
)
INHOUD INDEX
5
Page 6
AFDRUKKEN
1
Standaard afdrukken

Indien de invoerlade tijdens het afdrukken zonder papier valt,

Plaats papier in de invoerlade of druk op de [PAPIERLADEKEUZE] toets ( ) om een andere lade te kiezen en druk vervolgens op de [ON LINE] toets ( ) om het afdrukken te hervatten. Houd er rekening mee dat indien (in de gebruikersprogramma's) de instelling "Automatische papierlade-omschakeling" is geselecteerd bij een model met twee laden, en in het printerstuurprogramma de "Papierinvoerbron" ingesteld staat op "Automatische keuze", het apparaat automatisch zal overschakelen naar de andere lade en doorgaat met afdrukken.

Een afdruktaak onderbreken

Om een afdruktaak tijdens het afdrukken te onderbreken, drukt u op de [ON LINE] toets ( ) op het Bedieningspaneel om het apparaat off-line te brengen. De afdruktaak wordt onderbroken en het ON LINE lampje gaat knipperen.
Om een afdruktaak te annuleren, drukt u op de [WIS] toets ( ) of de [WIS ALLES] toets
Om het afdrukken te hervatten, drukt u op de [ON LINE] toets ( ) om het apparaat on-line te brengen.
()
.
(deel 2)

Indien "Papierinvoerbron" op "Automatische keuze" staat ingesteld

Indien "Papierinvoerbron"op "Automatische keuze" staat ingesteld op het tabblad "Papier" of op het installatiescherm van het printerstuurprogramma en het apparaat beschikt over papier in het juiste formaat, verschilt het afdrukproces naargelang van de instelling "Gelijkend papierformaat gebruiken" in het user programs (Zie "GEBRUIKERSPROGRAMMA’S" in de Gebruiksaanwijzing).

Indien "Gelijkend papierformaat gebruiken" niet geselecteerd is,

Knippert het PAPIERFORMAAT lampje op het Bedieningspaneel. U kunt op de [PAPIERLADEKEUZE] toets ( ) drukken om handmatig een lade te kiezen of papier te laden in de Handinvoer en op de [ON LINE] toets ( ) drukken om het afdrukken te starten. *De papierformaten die op het Bedieningspaneel verschijnen verschillen per land en per streek.

Indien "Gelijkend papierformaat gebruiken" is geselecteerd,

Wordt papier gebruikt met een formaat dat overeenkomt met de afmetingen van de af te drukken afbeelding.
Opmerking
Zorg er voordat u gaat afdrukken voor dat het papierformaat dat is ingesteld bij "Ladestatus instellen" van het printerstuurprogramma overeenkomt met het papierformaat dat is geladen in de lade. (Raadpleeg "CONFIGUREREN VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA" in de Software installatie handleiding.) Als u bij het afdrukken de papierlade kiest met het juiste papierformaat, zal het afdrukken correct plaatsvinden (selecteer de papierlade bij "Papierinvoerbron" op het tabblad "Papier" in het installatiescherm van het printerstuurprogramma.
A3 A4 A4 A5 B4
EXTRA
INHOUD INDEX
6
Page 7
AFDRUKKEN
1
U kunt het printerstuurprogramma openen en de instellingen van het stuurprogramma wijzigen met behulp van de Windows "Start" knop. De hier gekozen instellingen gelden als de standaardinstellingen voor afdruktaken vanuit een toepassing. (Indien u bij het afdrukken de instellingen wijzigt op het installatiescherm van het printerstuurprogramma, worden de standaardinstellingen hersteld bij het verlaten van de toepassing.)

Windows 2000/XP

1
2
3

Het Printerstuurprogramma openen met de "Start" knop

Windows 95/98/Me/NT 4.0

Klik op de "Start" knop en daarna op "Configuratiescherm".
In Windows 2000, klik op de "Start" knop en kies "Instellingen".
Klik op "Printers en andere hardware" en daarna op "Printers en faxapparaten".
In Windows 2000, klik op "Printers".
Klik op het "SHARP AL-XXXX" pictogram van het printerstuurprogramma en selecteer "Eigenschappen" in het "Bestand" menu.
1 2
Klik op de "Start" knop, selecteer "Instellingen" en klik daarna op "Printers".
Klik op het "SHARP AL-XXXX" pictogram van het printerstuurprogramma en selecteer "Eigenschappen" in het "Bestand" menu.
4
Klik op de "Voorkeursinstellingen" knop in het tabblad "Algemeen" .
Het installatiescherm van het printerstuurprogramma verschijnt.
Instellingen van het printerstuurprogramma
INHOUD INDEX
3
Opmerking
In Windows NT 4.0, selecteer "Standinstellingen voor document" om naar het installatiescherm van het printerstuurprogramma te gaan.
In Windows 95/98/Me, klik op het tabblad "Instellen" .
Het installatiescherm van het printerstuurprogramma verschijnt.
Instellingen van het printerstuurprogramma
7
Page 8
AFDRUKKEN
1
Om de Help te bekijken voor een instelling, klik op de knop in de rechterbovenhoek van het venster en vervolgens op de instelling. Sommige instellingscombinaties die u kunt selecteren in het installatiescherm van het printerstuurprogramma hebben beperkingen. Wanneer een beperking geldt, verschijnt er een informatiepictogram ( ) naast de betreffende instelling. Klik op het pictogram voor het lezen van een uitleg over de beperking.
1
2
3
4
5
6 7
8
9
Opmerking

Instellingen van het printerstuurprogramma

De instellingen en de afbeelding van het apparaat kan per model variëren.
1
Tabblad
De instellingen worden gegroepeerd weergegeven op tabbladen. Klik op een tabblad om het naar voren te halen.
2
Selectievakje
Klik op een selectievakje om een functie aan of uit te zetten.
3
Afbeelding van de afdrukinstelling
Dit toont het effect van de geselecteerde printerinstellingen.
4
Vervolgkeuzelijst
Hiermee kunt u een keuze maken uit een lijst met opties.
5
Weergave Papierladen
De lade die in "Papierkeuze" op het tabblad "Papier" is aangevinkt, verschijnt in het blauw. U kunt ook op een lade klikken om de lade te selecteren.
6
"OK" knop
Klik op deze knop om uw instellingen te bewaren en het dialoogvenster te verlaten.
7
"Annuleren" knop
Klik op deze knop om het dialoogvenster te verlaten zonder de instellingen te wijzigen.
8
"Toepassen" knop
Klik op deze knop om uw instellingen te bewaren zonder het dialoogvenster te sluiten.
Opmerking
9
"Help" knop
Klik op deze knop voor het weergeven van het helpbestand voor het printerstuurprogramma.
Windows NT 4.0 heeft geen "Toepassen" knop. De "Toepassen" knop verschijnt niet als u vanuit een toepassing dit venster opent.
INHOUD INDEX
8
Page 9
AFDRUKKEN
1
Met deze functie kunt u een document verkleinen en twee of vier pagina's op één vel papier afdrukken. Om deze functie te gebruiken, gaat u naar het installatiescherm van het printerstuurprogramma en kiest u "2 pagina's op 1 vel" of "4 pagina's op 1 vel" voor "X pagina's-op-1vel afdr" op het tabblad "Algemeen".
Zie Standaard afdrukken voor meer informatie over het openen van het printerstuurprogramma.
Opmerking

Meerdere pagina's op één pagina afdrukken

De optie "X pagina's-op-1vel afdr" is niet beschikbaar als "Aanpassen aan pagina" is geselecteerd.
De afdruk aanpassen aan het papier
X pagina's
op 1vel
"2 pagina's
op 1 vel"
Rand Rand
"4 pagina's
op 1 vel"
Als u het selectievakje "Rand" aanvinkt, zal om elke pagina een rand worden afgedrukt.
INHOUD INDEX
9
Page 10
AFDRUKKEN
1
Het printerstuurprogramma kan de afmetingen van de afgedrukte afbeelding aanpassen aan het formaat van het papier in de invoerlade. Volg de stappen die hieronder worden beschreven om deze functie te gebruiken. In de uitleg hieronder wordt ervan uitgegaan dat u een document in A3-formaat probeert af te drukken op een vel papier in A4-formaat.
Zie Standaard afdrukken voor meer informatie over het openen van het printerstuurprogramma.
Opmerking
1
2

De afdruk aanpassen aan het papier

De optie "Aanpassen aan pagina" is niet beschikbaar als "X pagina's-op-1vel afdr" is geselecteerd.
Meerdere pagina's op één pagina afdrukken
Klik op het tabblad "Papier" op het installatiescherm van het printerstuurprogramma.
Selecteer het oorspronkelijke formaat (A3) van de af te drukken afbeelding in "Papierformaat".
4
Selecteer het formaat van het papier waarop het document zal worden afgedrukt (A4).
De afmetingen van de af te drukken afbeelding worden automatisch aangepast aan het papierformaat in de invoerlade.
Papierformaat: A3 Aanpassen aan pagina: A4
Vink het vakje "Aanpassen pagina" aan.
3
INHOUD INDEX
Document in A3-formaat
(Papierformaat)
A4-papierformaat
(Aanpassen aan
pagina)
10
Page 11
AFDRUKKEN
1
U kunt het afdrukbeeld 180 graden draaien. Deze functie gebruikt u voor het correct afdrukken op enveloppen en ander papier met flappen die alleen in één richting kunnen worden geladen. Om deze functie te kunnen gebruiken, selecteer de richting van de afbeelding in "Afdrukstand" op het tabblad "Papier" en selecteer het keuzevakje "180 graden draaien".
Zie Standaard afdrukken voor meer informatie over het openen van het printerstuurprogramma.
Het volgende voorbeeld toont de juiste en onjuiste manier van het draaien van een adres dat is afgedrukt op een envelop.
Het afdrukbeeld 180 graden draaien
Afdrukresultaat
Liggend 180 graden draaien
ABCD
Liggend 180 graden draaien
ABCD
Opmerking
INHOUD INDEX
De procedurebeschrijving voor het laden van papier vindt u in de Gebruiksaanwijzing.
11
Page 12
AFDRUKKEN
1
U kunt een watermerk, zoals bijvoorbeeld "VERTROUWELIJK", afdrukken op uw document. Om een watermerk af te drukken, opent u het stuurprogramma, klikt u op het tabblad "Watermerken" en volgt u de onderstaande stappen.
Zie Standaard afdrukken voor meer informatie over het openen van het printerstuurprogramma.

Een watermerk afdrukken

Afdrukken van watermerken

Kies in de "Watermerk" vervolgkeuzelijst het watermerk dat u wenst af te drukken (bijvoorbeeld "VERTROUWELIJK") en start met afdrukken.
Afdrukvoorbeeld
VERTROUWELIJK
U kunt tekst invoeren om uw persoonlijke watermerk aan te maken. Raadpleeg Help in het printerstuurprogramma voor meer informatie over watermerkinstellingen.
Instellingen van het printerstuurprogramma
INHOUD INDEX
12
Page 13
AFDRUKKEN
1
Het venster Afdrukstatus opent automatisch wanneer het afdrukken begint. Afdrukstatus is een hulpprogramma dat de status van het apparaat weergeeft en de naam toont van het document dat wordt afgedrukt en mogelijke foutmeldingen.
1
2
3
4
5
6
7

Overzicht van het venster Afdrukstatus

1
Statusvenster
Biedt informatie over de huidige status van de printer.
2
Statuspictogram
Het statuspictogram verschijnt om u attent te maken op eventuele printerfouten. Bij een normale afdrukprocedure verschijnt er niets. De pictogrammen worden hieronder beschreven. Volg de instructies in het statusvenster om het probleem op te lossen.
Pictog
ram
Afdrukstatus
Er is een fout opgetreden die u onmiddellijk dient te verhelpen.
Er is een fout opgetreden die u spoedig dient te verhelpen.
3
Tabblad
Klik op een tabblad om het naar voren te brengen. Op het tabblad "Opties" kunt u de opties voor de Afdrukstatus selecteren.
4
Naam van het Document
Toont de naam van het document dat wordt afgedrukt.
5
"Opdracht annuleren" knop
Klik tijdens het afdrukken op deze knop om de huidige afdruktaak te annuleren.
6
"Help" knop
Klik op deze knop om het helpbestand voor de Afdrukstatus te bekijken.
7
"Sluiten" knop
Klik op deze knop om de Afdrukstatus af te sluiten.
INHOUD INDEX
13
Page 14
PRINTER DELEN
2
Het apparaat kan worden gebruikt als een gedeelde printer in een Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000/XP netwerkomgeving. Let wel dat de Windows netwerkomgeving reeds moet bestaan.

Delen van de printer via Windows Networking

Gedeelde printer
Client
Client Client
Afdrukserver
Een "Printserver" is hier een computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer. Een "client" is een willekeurige andere computer die is aangesloten op hetzelfde netwerk.
Gedeelde printerinstellingen
(Op de printserver)
INHOUD INDEX
Instellingen van de client
14
Page 15
PRINTER DELEN
2

Gedeelde printerinstellingen

Op de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten

Volg de onderstaande stappen om de computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer als print server te gebruiken. Indien u over het besturingssysteem Windows 95/98/Me beschikt, start bij stap 1. Indien u over het besturingssysteem Windows NT
4.0, 2000 of XP Home Edition beschikt, open het Configuratiescherm en start vervolgens bij stap 6.
Opmerking
1
Indien u over het besturingssysteem Windows XP Professional beschikt, raadpleeg dan de Gebruiksaanwijzing of het helpbestand van uw besturingssysteem.
Klik op de "Start" knop, selecteer "Instellingen" en klik vervolgens op "Configuratiescherm".
Dubbelklik op het "NETWERK" pictogram ( ).
Opmerking
Indien u wordt gevraagd de computer opnieuw te starten, klik dan op de "Ja" knop en start de computer opnieuw. Open vervolgens de printermap en hervat het installatieproces vanaf Stap 6.
2
Klik op "Printers en andere hardware" op het
Opmerking
6
Mocht het "NETWERK" pictogram niet verschijnen in Windows Me, klik dan op "Alle opties van het Configuratiescherm weergeven".
configuratiescherm en daarna op "Printers en faxapparaten".
In andere besturingssystemen dan Windows XP, dubbelklik op het printerpictogram.
Klik op de "Bestands-en printerdeling" knop.
3
Activeer "Ik wil anderen toegang kunnen geven
4
5
tot mijn printer(s)" door het selectievakje aan te vinken en klik vervolgens op de "OK" knop.
Klik op de "OK" knop in het "NETWERK" dialoogvenster.
INHOUD INDEX
Klik op het pictogram van het "SHARP
7
8
AL-XXXX" printerstuurprogramma en kies "Delen" in het "Bestand" menu.
Leg de instellingen vast voor het delen en klik vervolgens op de "OK" knop.
Opmerking
Instellingen van de client
Voor informatie over een instelling, klik op de knop in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster en vervolgens op de instelling om het helpbestand te bekijken.
15
Page 16
PRINTER DELEN
2
Volg de onderstaande procedure om het printerstuurprogramma in de client te installeren.
Opmerking
1
2
3

Instellingen van de client

Deze pagina bevat stappen die enkel bestemd zijn voor de gebruikers van Windows XP Home Edition. Is uw besturingssysteem Windows 95/98/Me/2000/XP Professional, raadpleeg dan de Gebruiksaanwijzing of het helpbestand van uw besturingssysteem. Indien u beschikt over het besturingssysteem Windows NT 4.0, raadpleeg "Instellingen in Windows NT 4.0".
Klik op de "Start" knop en vervolgens op "Configuratiescherm".
Klik op "Printers en andere hardware" en vervolgens op "Printers en faxapparaten".
Klik op "Een printer toevoegen" in "Printertaken".
De "Wizard Printer toevoegen" verschijnt.
4
Klik op de "Volgende" knop.
(deel 1)
INHOUD INDEX
16
Page 17
PRINTER DELEN
2
5
6
Instellingen van de client
Selecteer "Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden" en klik op de "Volgende" knop.
Selecteer "Een printer zoeken" en klik op de "Volgende" knop.
7
8
Selecteer de printer die u wenst te delen in het netwerk en klik op de "Volgende" knop.
De inhoud van dit venster hangt af van uw netwerkomgeving.
Selecteer instellingen op het "Standaardprinter" scherm en klik daarna op de "Volgende" knop.
(deel 2)
INHOUD INDEX
Klik op de "Voltooien" knop.
9
17
Page 18
PRINTER DELEN
2

Instellingen in Windows NT 4.0

Indien u Windows NT 4.0 gebruikt, stel u instellingen in als aangegeven in de printereigenschappen na het installeren van het printerstuurprogramma. Zie "DE SOFTWARE INSTALLEREN" in de Software Installatie handleiding voor de installatieprocedure van het printerstuurprogramma.
1
2
3
Instellingen van de client
Klik op de "Start" knop, selecteer "Instellingen" en klik daarna op "Printers".
Klik op het "SHARP AL-XXXX" pictogram van het printerstuurprogramma en selecteer "Eigenschappen" in het "Bestand" menu.
De printereigenschappen verschijnen.
Klik op het tabblad "Poorten" en vervolgens op de knop "Poort toevoegen".
Het dialoogvenster "Printerpoorten" verschijnt.
4
5
Selecteer "Lokale poort" in de "Beschikbare printerpoorten" lijst en klik op de "Nieuwe poort" knop.
Het dialoogvenster "Poortnaam" verschijnt.
Voer "\\(naam van de server die aan de printer verbonden is)\(naam van de gedeelde printer)" in en klik op de "OK" knop.
(deel 3)
INHOUD INDEX
6
Naam van de gedeelde printer
Naam van de server die is aangesloten op het apparaat
Klik op de "OK" knop in het venster met de printereigenschappen.
18
Page 19
SCANNEN
3
Het onderstaande stroomdiagram toont een overzicht van de scanfuncties.
Voorzichtig
Start een Twain- of WIA-standaardtoepassing op en selecteer het scannerstuurprogramma van het apparaat.

Scanoverzicht

De omgeving waarin de scanfunctie van het apparaat kan worden gebruikt is aan bepaalde beperkingen onderworpen. Voor meer informatie zie "VÓÓR DE INSTALLATIE" in de Software Installatie Handleiding.
Scannen via een TWAIN*1 of
2
WIA*
-standaardtoepassing
Voor meer informatie raadpleeg "NORMAAL KOPIEREN" in de Gebruiksaanwijzing.
Leg de voorkeursinstellingen voor het scannen vast.
Scannen via de "Wizard Scanner en
camera" (Windows XP)
Plaats het origineel in de scanpositie
Start de "Wizard Scanner en camera" op vanuit het "Configuratiescherm" in uw computer.
Het apparaat gebruiken om te beginnen
met scannen*3
Zet het apparaat op de scannermodus en druk op de scan menu toets (1 tot 6).
Leg de voorkeursinstellingen voor het scannen vast.
(alleen als de voorkeursinstellingen zijn vastgelegd om te verschijnen)
Scannen
Scannen via een
TWAIN-standaardtoepassing, Scannen via een WIA-standaardtoepassing (Windows XP)
*1 TWAIN is een internationale interfacestandaard voor scanners en andere apparaten om afbeeldingen op te halen. Door een TWAIN-stuurprogramma te
installeren op uw computer, kunt u afbeeldingen scannen en bewerken met behulp van een groot aantal TWAIN-standaardtoepassingen.
*2 WIA (Windows Imaging Acquisition) is een functie van Windows waarmee u een scanner, een digitale camera of andere beeldverwerkende apparaten
met een beeldverwerkende toepassing kunt verbinden. Het WIA-stuurprogramma voor dit apparaat kan alleen worden gebruikt in Windows XP.
*3 Om te kunnen scannen met behulp van het Bedieningspaneel van het apparaat, dient u eerst de Button Manager te installeren en op het
Configuratiescherm de nodige instellingen vast te leggen. Voor meer informatie, zie "INSTALLEREN VAN DE BUTTON MANAGER" in de Software Installatie Handleiding.
Scannen via de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP)
INHOUD INDEX
Scannen
Scannen
"DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN" in de Gebruiksaanwijzing,
Overzicht van de Button Manager
19
Page 20
SCANNEN
3
Het scannerstuurprogramma van SHARP is compatibel met de TWAIN-standaard, waardoor het kan worden gebruikt met een groot aantal TWAIN-standaardtoepassingen. Hieronder wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een gescande afbeelding op het Sharpdesk Desktop beeldscherm kunt laten verschijnen met Sharpdesk.
1
2

Scannen via een TWAIN-standaardtoepassing

Plaats het origineel (de originelen) die u wenst te scannen op de glasplaat/SPF.
Voor informatie over het plaatsen van een origineel om het te scannen, raadpleeg "NORMAAL KOPIEREN" in de Gebruiksaanwijzing.
Start Sharpdesk en klik op het "Bestand" menu en selecteer vervolgens "Selecteer scanner".
3
Selecteer "SHARP MFP TWAIN A" en klik op de "Selecteren" knop.
Opmerking
Indien u Windows XP gebruikt, kunt u ook "WIA-SHARP AL-XXXX" selecteren om het WIA-stuurprogramma te gebruiken voor het scannen.
Scannen via een WIA-standaardtoepassing
(deel 1)
Opmerking
INHOUD INDEX
De methode om toegang te verkrijgen tot "Selecteer scanner" hangt af van de toepassing. Voor meer informatie raadpleeg de handleiding of het helpbestand van uw toepassing.
(Windows XP)
20
Page 21
SCANNEN
3
4
5
Scannen via een TWAIN-standaardtoepassing
Selecteer "Afbeelding ophalen" in het "Bestand" menu of klik op de "Ophalen" knop ( ).
Het installatiescherm van het scannerstuurprogramma verschijnt.
Instellingen van het scannerstuurprogramma
In het "Scanpositie" menu, selecteert u de positie waar u het origineel heeft geplaatst in Stap 1.
Als u een enkelzijdig bedrukt origineel in de SPF heeft geplaatst, selecteer "SPF (enkelzijdig)".
6
Klik op de "Voortonen" knop.
De voortoonafbeelding verschijnt.
Opmerking
Als de hoek van de afbeelding niet juist is, dient u het origineel te verplaatsen en nogmaals op de "Voortonen" knop te klikken.
Als de voortoonafbeelding niet in de juiste richting ligt, klik dan op de "Roteren" knop in het voortoonscherm. Deze functie draait de voortoonafbeelding 90 graden met de wijzers van de klok mee, zodat u de richting kunt wijzigen zonder het origineel te verplaatsen.
Voortoonscherm
Indien u meerdere pagina's plaatst in de SPF, toont het apparaat alleen de bovenste pagina van de originelen en stuurt deze pagina naar het uitvoergedeelte voor originelen. Plaats het voorgetoond origineel opnieuw in de SPF, voordat u begint te scannen.
(deel 2)
INHOUD INDEX
21
Page 22
SCANNEN
3
7
Voorzichtig
Scannen via een TWAIN-standaardtoepassing
Specificeer het scangebied en leg de voorkeursinstellingen voor het scannen vast.
Voor informatie over het specificeren van het scangebied en het vastleggen van de voorkeursinstellingen, zie het helpbestand van het scannerstuurprogramma.
Instellingen van het scannerstuurprogramma
Scannen van een groot gebied in kleur met een hoge resolutie heeft een grote hoeveelheid gegevens en een lange scantijd tot gevolg. Wij raden aan de scanvoorkeuren in te stellen op het soort origineel dat u scant. Bijvoorbeeld Monitor, Foto, FAX of OCR.
De scanresolutie hangt af van het scangebied en de kleur modus (Volledige kleuren, Grijstint, Zwart/Wit). Als bijvoorbeeld een origineel in A4-formaat in kleur wordt gescand op 300 dpi, zal het apparaat het origineel in kleur scannen op 150 dpi en het scannerstuurprogramma zal de resolutie verhogen naar 300 dpi.
8
Wanneer u klaar bent om te beginnen scannen, klik op de "Scannen" knop.
Om een scantaak te annuleren na te hebben geklikt op de "Scannen" knop, drukt u op de [Esc]-toets op uw toetsenbord.
Wanneer u na het scannen het scannerstuurprogramma sluit, verschijnen de beeldgegevens als een nieuw bestand in Sharpdesk, zoals hieronder wordt getoond.
(deel 3)
INHOUD INDEX
22
Page 23
SCANNEN
3
Scannen via een TWAIN-standaardtoepassing
(deel 4)

Instellingen van het scannerstuurprogramma

Het installatiescherm van het scannerstuurprogramma bestaat uit het "Installatiescherm", waar u de scannerinstellingen kunt selecteren, en het "Voortoonscherm", waar u de gescande afbeelding kunt bekijken. Voor meer informatie over de scannerinstellingen, klik op de "Help" knop in het voortoonscherm om het helpbestand te bekijken.

Installatiescherm

1
2
3
4
5
6
1
"Scanpositie" menu
Vink de plaats aan waar het origineel zich bevindt. U kunt kiezen uit "Tafel" (glasplaat) of "SPF (enkelzijdig)".
Scannen via een TWAIN-standaardtoepassing
Opmerking
2
"Scanmodus" menu
Selecteer "Standaard" of "Professioneel" voor de scanmodus. Voor meer informatie over de instellingen, klik op de "Help" knop in het voortoonscherm om het helpbestand te bekijken.
3
Selectievakje "Zoomvoorbeeld"
Wanneer dit selectievakje is aangevinkt, zal het selectiegebied van de voortoonafbeelding worden vergroot bij het drukken op de "Voortonen" knop. Om terug te keren naar de gewone weergave dient u het vinkje te verwijderen.
Opmerking
Bij de apparaten zonder een SPF is de standaardinstelling onveranderlijk "Tafel".
"Zoomvoorbeeld" kan niet worden gebruikt wanneer u "SPF (enkelzijdig)" heeft geselecteerd in het "Scanpositie" menu.
4
"Voortonen" knop
Geeft een voorbeeld van het document weer.
Opmerking
5
"Scannen" knop
Klik hierop om een origineel te scannen gebruik makend van de geselecteerde instellingen. Voordat u op de "Scannen" knop drukt, dient u na te gaan of de instellingen juist zijn.
Opmerking
6
"Sluiten" knop
Klik hierop om het installatiescherm van het scannerstuurprogramma te sluiten.
Indien "Voortonen" wordt geannuleerd door onmiddellijk de [Esc]-toets op uw toetsenbord in te drukken, of de [WIS] toets ( ) of [WIS ALLES] toets ( ) op het apparaat, is het mogelijk dat er niets verschijnt op het voortoonscherm.
Om een scantaak te annuleren nadat u op de "Scannen" knop heeft geklikt, drukt u de [Esc]-toets in op uw toetsenbord, of de [WIS] toets ( ) of [WIS ALLES] toets ( ) op het apparaat.
INHOUD INDEX
23
Page 24
SCANNEN
3
Scannen via een TWAIN-standaardtoepassing

Voortoonscherm

1
2
3
4
5
1
Voortoonvenster
Klik op de "Voortonen" knop in het Installatiescherm voor het weergeven van de gescande afbeelding. U kunt het scangebied vaststellen door de muis in het venster te slepen. Het scangebied is de binnenkant van het kader dat u heeft aangebracht door met de muis te slepen. Voor het annuleren van een gespecificeerd scangebied en het verwijderen van het kader, klik op ieder punt buiten het kader.
(deel 5)
2
"Roteren" knop
Klik hierop om de voortoonafbeelding 90 graden te draaien met de wijzers van de klok mee. Hiermee kunt u de richting wijzigen zonder dat u het origineel hoeft te verplaatsen. Bij het scannen wordt het afbeeldingsbestand aangemaakt in de richting die het voortoonvenster aangeeft.
3
"Beeldgrootte" knop
Klik hierop om een dialoogvenster te openen waarmee u het scangebied kunt specificeren door getallen in te voeren. Pixels, mm of inches kunnen hiermee worden geselecteerd voor de nummereenheden. Door eerst het scangebied vast te stellen, kunt u getallen invoeren voor het wijzigen van dit scangebied met betrekking tot de linkerbovenhoek als een vast origineel.
4
"Automatische scangebiedbeoordeling" knop
Klik hier wanneer het voortoonscherm verschijnt om het scangebied automatisch in te stellen op het volledige voortoonbeeld.
Klik op de "Automatische scangebiedbeoordeling" knop om het scangebied automatisch in te stellen op het volledige voortoonbeeld. Voortoonbeeld Voortoonvenster
5
"Help" knop
Klik hierop om het helpbestand voor het scannerstuurprogramma te bekijken.
INHOUD INDEX
24
Page 25
SCANNEN
3
Indien u Windows XP gebruikt, kunt u het WIA-stuurprogramma gebruiken om te scannen met Sharpdesk, Paint en andere WIA-standaardtoepassingen. Hieronder wordt uitgelegd hoe u te werk dient te gaan om te scannen met Paint.
1
2

Scannen via een WIA-standaardtoepassing (Windows XP)

Plaats het origineel dat u wenst te scannen op de glasplaat/SPF.
Voor informatie over het plaatsen van een origineel om het te scannen, raadpleeg "NORMAAL KOPIEREN" in de Gebruiksaanwijzing.
Start Paint en klik vervolgens op het "Bestand" menu en selecteer "Van scanner of camera".
Het scanscherm of het WIA-stuurprogramma verschijnt.
Opmerking
Als u op uw computer WIA-stuurprogramma's heeft geïnstalleerd voor andere apparaten, zal het scherm "Apparaat selecteren" openen. Selecteer "SHARP AL-XXXX" en klik op de "OK" knop.
(deel 1)
INHOUD INDEX
25
Page 26
SCANNEN
3
3
Scannen via een WIA-standaardtoepassing (Windows XP)
Selecteer de papierinvoerbron en het soort afbeelding en klik vervolgens op de "Voorbeeld" knop.
De voortoonafbeelding verschijnt. Indien u het origineel op de glasplaat heeft geplaatst,
selecteer "Flatbed" voor de "Papierinvoer". Indien u het origineel in de SPF heeft geplaatst,
selecteer "Documentinvoer" voor de "Papierinvoer" en specificeer het formaat van het origineel in "Paginaformaat".
Opmerking
4
Indien uw apparaat niet over een SPF beschikt, zal het "Papierinvoer" menu niet verschijnen.
Indien u "Documentinvoer" selecteert voor de "Papierinvoer" en vervolgens op de "Voorbeeld" knop klikt, wordt de bovenste pagina van de originelen in de SPF getoond. Het voorgetoond origineel wordt naar het uitvoergedeelte voor originelen gestuurd. U zult het bijgevolg naar de SPF terug moeten sturen voordat u kunt beginnen met scannen.
Om het helpbestand voor een instelling te bekijken, klikt u op de knop in de rechterbovenhoek van het venster en klikt u vervolgens op de desbetreffende instelling.
Klik op de "Scan" knop.
Het apparaat begint te scannen en de afbeelding wordt ingevoerd in Paint.
Gebruik "Opslaan" in uw toepassing om een bestandsnaam en een map te kiezen voor de gescande afbeelding en sla het op.
Om een scantaak te annuleren na te hebben gedrukt op de "Scan" knop, klik op de "Annuleren" knop.
(deel 2)
INHOUD INDEX
26
Page 27
SCANNEN
3
Hier wordt uitgelegd hoe u kunt scannen met de "Wizard Scanner en camera" in Windows XP. Met de "Wizard Scanner en camera" kunt u een afbeelding scannen zonder een WIA-standaardtoepassing te gebruiken.
1
2
3

Scannen via de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP)

Plaats het origineel dat u wenst te scannen op de glasplaat/SPF.
Voor informatie over het plaatsen van een origineel om het te scannen, raadpleeg "NORMAAL KOPIEREN" in de Gebruiksaanwijzing.
Klik op de "Start" knop, vervolgens op "Configuratiescherm", daarna op "Printers en andere hardware" en ten slotte op "Scanners en camera's".
Klik op het "SHARP AL-XXXX" pictogram en vervolgens op "Foto's laden" in "Afbeeldingstaken".
De "Wizard Scanner en camera" verschijnt.
4
Klik op de "Volgende" knop.
(deel 1)
INHOUD INDEX
27
Page 28
SCANNEN
3
5
Scannen via de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP)
Selecteer het "Type afbeelding" en de "Papierinvoer" en klik op de "Volgende" knop.
Indien u het origineel op de glasplaat heeft geplaatst, selecteer "Flatbed" voor de "Papierinvoer". Indien u het origineel in de SPF heeft geplaatst, selecteer "Documentinvoer" voor de "Papierinvoer" en specificeer het formaat van het origineel in "Paginaformaat". U kunt klikken op de "Voorbeeld" knop om de voortoonafbeelding weer te geven.
Opmerking
6
Indien uw apparaat niet over een SPF beschikt, zal het "Papierinvoer" menu niet verschijnen.
Indien u "Documentinvoer" selecteert voor de "Papierinvoer" en vervolgens op de "Voorbeeld" knop klikt, wordt de bovenste pagina van de originelen in de SPF getoond. Het voorgetoond origineel wordt naar het uitvoergedeelte voor originelen gestuurd. U zult het bijgevolg naar de SPF terug moeten sturen voordat u kunt beginnen met scannen.
Om de resolutie, het soort afbeelding, de helderheid en de contrastinstellingen te regelen, klik op de "Aangepaste instellingen" knop.
Specificeer een groepsnaam, een formaat en een map om de afbeelding op te slaan en klik daarna op de "Volgende" knop.
Wat het formaat betreft, kunt u kiezen uit JPG, BMP, TIF of PNG. Om te beginnen met scannen, klik op de "Volgende" knop.
(deel 2)
INHOUD INDEX
28
Page 29
SCANNEN
3
7
Scannen via de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP)
Na het scannen verschijnt het volgende scherm. Selecteer de volgende taak die u wenst uit te voeren en klik vervolgens op de "Volgende" knop.
Wanneer u klaar bent om de sessie af te sluiten, klik op "Geen van beide. Ik ben klaar met deze afbeeldingen".
8
Klik op de "Voltooien" knop.
De "Wizard Scanner en camera" wordt afgesloten en de gescande afbeelding wordt in de desbetreffende map opgeslagen.
(deel 3)
INHOUD INDEX
29
Page 30
SCANNEN
3
De Button Manager is een software-hulpprogramma die scanfuncties koppelt aan de scannersleutel op het apparaat. Met de Button Manager kunt u scaninstellingen toewijzen aan ieder van de zes SCANMENU-sleutels op het apparaat Om het helpbestand voor een instelling te bekijken, klikt u op de knop in de rechterbovenhoek van het venster en klikt u vervolgens op de desbetreffende instelling.
Om te beginnen met scannen met behulp van het Bedieningspaneel van het apparaat, dient u de instellingen vast te leggen in het Configuratiescherm na het installeren van de Button Manager. Voor informatie over het installeren van de Button Manager en het vastleggen van de Configuratiescherm instellingen, zie "INSTALLEREN VAN DE BUTTON MANAGER" in de Software Installatie Handleiding. Voor informatie over het scannen met behulp van het Bedieningspaneel, zie "DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN" in de Gebruiksaanwijzing.
1
2
3
4
5
6
7
8
U kunt de Button Manager gebruiken om de functies van de zes scanmenu's te selecteren en te wijzigen. Zie Instellingen van het Button Manager.

Overzicht van de Button Manager

.
1
Tabblad
Klik hierop om de opties van het scanmenu vast te leggen. Ieder tabblad bevat scannerinstellingen voor de SCAN MENU toetsen (SC1 tot SC6) op het apparaat.
2
"Selectie van toepassing" gebied
Kies hier de starttoepassing.
3
"Toon TWAIN instellingsscherm tijdens scannen" selectievakje
U kunt kiezen of het TWAIN-scherm al dan niet dient te verschijnen. Als het selectievakje wordt aangevinkt, verschijnt het TWAIN-scherm tijdens het scannen zodat u de scanvoorwaarden kunt wijzigen.
4
"Scan instelling" gebied
Het instellen van de scanvoorwaarden.
Opmerking
5
"OK" knop
Klik hierop om uw instellingen op te slaan en sluit het dialoogvenster.
6
"Annuleren" knop
Klik op deze knop om het dialoogvenster te verlaten zonder de instellingen te wijzigen.
7
"Toepassen" knop
Klik op deze knop om uw instellingen te bewaren zonder het dialoogvenster te sluiten.
8
"Help" knop
Klik op deze knop voor het weergeven van het helpbestand voor de Button Manager.
Bij sommige toepassin­gen kan het aantal in­stellingen waaruit u kunt kiezen beperkt zijn.
Wanneer "Toon TWAIN instellingsscherm tijdens scannen" wordt geselecteerd, kunnen de scancondities niet geselecteerd worden.
INHOUD INDEX
30
Page 31
SCANNEN
3
Eenmaal geïnstalleerd, verschijnt de Button Manager normaalgesproken op de achtergrond in het Windows besturingssysteem. Voor het wijzigen van de instellingen van de Button Manager, dient u de onderstaande stappen te volgen. Voor meer informatie over de instellingen van de Button Manager, zie het helpbestand van de Button Manager.
Overzicht van de Button Manager
1

Instellingen van het Button Manager

Klik met de rechtermuisknop op het Button Manager pictogram ( ) op de taakbalk en selecteer "Instelling" in het pop-up menu.
Het instellingenscherm van de Button Manager verschijnt.
3
4
Stel de starttoepassing in in het "Selectie van toepassing" gebied.
Opmerking
Wanneer het selectievakje "Toon TWAIN instellingsscherm tijdens scannen" is aangevinkt, verschijnt het instellingenscherm tijdens het scannen zodat u de scanvoorwaarden kunt aanpassen.
Stel de "Kleur modus", "Rand" en andere scaninstellingen in in het "Scan instelling" gebied.
Opmerking
2
INHOUD INDEX
Mocht het Button Manager pictogram niet in de werkbalk verschijnen, klik dan op de "Start" knop, selecteer "Alle programma's" ("Programma's" in Windows 98/Me/2000), kies "SHARP Button Manager D" en klik vervolgens op "Button Manager" om de Button Manager te starten.
Klik op het tabblad van het scanmenu dat u wenst in te stellen.
5
Klik op de "OK" knop.
Hiermee voltooit u de instellingen.
31
Page 32

INDEX

4
Voor meer informatie over de instellingen in het printerstuurprogramma, de Afdrukstatus, het scannerstuurprogramma en de Button Manager, zie de respectievelijke helpbestanden.
Aanpassen pagina ..............10
Afdrukken..............................5
"Afdrukstand" ......................11
Afdrukstatus........................13
Algemeen..............................8
Apparaat selecteren............25
"Automatische scangebiedbeoordeling" knop
"Beeldgrootte" knop ............24
Button Manager ..................30
Button Manager Settings ....31
Delen...................................14
Delen van de Printer ...........14
Een afbeelding scannen
TWAIN-stuurprogramma
WIA-stuurprogramma ......25
Wizard Scanner en camera Een afdruktaak onderbreken ...6 Een Watermerk afdrukken ..12
Index
A
....
B
D
E
...20
.......27
24
G
Gebruiken van de Online-handleiding
.................... 3
H
Help
Afdrukstatus .................... 13
Button Manager............... 30
Printerstuurprogramma ..... 8
Scannerstuurprogramma
TWAIN-stuurprogramma... 24
WIA-stuurprogramma........ 26
"Het afdrukbeeld 180 graden
draaien" ..............................11
I
Inleiding ................................ 2
Installatiescherm................. 23
Instellingen van het
printerstuurprogramma......... 8
Instellingen
Button Manager............... 31
Printerstuurprogramma ..... 8
Scannerstuurprogramma
TWAIN-stuurprogramma... 23
WIA-stuurprogramma... 26
Wizard Scanner en camera
...... 28
O
Om een afdruktaak te
annuleren ............................. 6
Om een scantaak te
annuleren ........................... 22
ON LINE............................... 5
Overzicht van de Afdrukstatus Overzicht van de Button Manager
.............................. 30
......... 13
R
Rand..................................... 9
"Roteren" knop ................... 24
S
Scan instelling .................... 30
Scanmodus ........................ 23
Scannen............................. 19
"Scannen" ("Scan") knop
TWAIN-stuurprogramma. 23
WIA-stuurprogramma...... 26
Scanoverzicht..................... 19
Scanpositie......................... 23
Selectie van toepassing ..... 30
"Sluiten" knop..................... 23
Standaard afdrukken............ 5
T
Toon TWAIN instellingsscherm tijdens scannen
Troubleshooting ....................2
TWAIN ................................19
..30
V
"Voortonen" knop
TWAIN-stuurprogramma..23
WIA-stuurprogramma ......26
Wizard Scanner en camera
Voortoonscherm .................24
......28
W
Watermerk ..........................12
WIA .....................................19
Wizard Scanner en camera
.......19
X
X pagina's-op-1vel afdr.........9
Z
Zoomvoorbeeld..................23
INHOUD
32
Loading...