Plaatsing
Elektrische aansluiting
Gasaansluiting
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Beschrijving van het apparaat, 7
Algemeen aanzicht
Starten en gebruik, 8-9
Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Typeplaatje
TGL 640
TGL 641
TGL 750
TGL 751
Voorzorgsmaatregelen en advies, 10
Algemene veiligheidsmaatregelen
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 11
De elektrische stroom afsluiten
Schoonmaken van het apparaat
Onderhoud gaskranen
Storingen en oplossingen, 12
Het installeren
Verhoging van de spleet
tussen deur en vloer
Aangrenzend
vertrek
Te ventileren
vertrek
A
Voorbeelden
ventilatie-opening
voor verbrandingslucht
In het gevaal van een schoorsteen of vertakte
rookleiding (gereserveerd voor fornuizen)
Rechtstreeks
naar buiten
600mm min.
540mm min.
700mm min.
NL
BE
! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
! Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik
en veiligheid.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek
voor de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas
instelling van het apparaat) :
• Natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
• Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland.
Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Plaatsing
! Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en
dient daarom te worden weggegooid volgens de geldende
normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie
Voorzorgsmaatregelen en advies).
! De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van de
fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
! dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en
funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens de
voorschriften van de van kracht zijnde Normen:
• NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
• NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
• Het vertrek moet voor de verbrandingsrook over een
afvoersysteem naar buiten toe beschikken. Dit kan
gebeuren door middel van een afzuigkap of een
elektrische ventilator die automatisch aangaan elke
keer als het apparaat wordt aangezet.
• Het vertrek moet een luchttoevoersysteem hebben
dat dient voor de normale verbranding van het gas.
De luchttoevoer die nodig is voor een normale
verbranding moet niet minder dan 2 m3/h zijn per kW
geïnstalleerd vermogen.
Dit systeem kan worden uitgevoerd door lucht direct van
buiten te onttrekken door middel van een buis met een
doorsnede van minstens 100 cm2 en die zodanig is
geplaatst dat hij niet per ongeluk verstopt kan raken.
Een andere manier is door op indirecte wijze lucht te
onttrekken aan de aangrenzende vertrekken die door
middel van een ventilatiebuis, zoals boven beschreven,
met buiten zijn verbonden en die geen
gemeenschappelijke delen zijn
van het huis en ook geen ruimtes
met hoog brandgevaar of
slaapkamers.
• (voor België) De gassen van
vloeibaar gemaakte
gasmengsels (LPG) zijn
zwaarder dan lucht en blijven
laag hangen. Om deze reden
moeten vertrekken waar LPGflessen staan laag geplaatste
ontluchtingsopeningen hebben
voor het afvoeren van eventueel
ontsnapt gas. Lege of halfvolle
LPG-flessen mogen dus niet
worden geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die
lager liggen dan de vloer (kelders, enz.). Het is beter
alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek te
bewaren, zodanig geplaatst dat hij niet in rechtstreeks
contact staat met warmtebronnen (oven, open haard,
kachel, enz.) die hem tot temperaturen van meer dan
50°C zouden kunnen brengen.
Inbouw
Het gasfornuis en het gemengde fornuis hebben een
beschermingsgraad tegen oververhitting van het type X. Het
is daardoor mogelijk het apparaat naast meubels te plaatsen
die niet hoger zijn dan het keukenblad. Voor een juiste
installatie van de kookplaat moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen:
• De meubels die direct naast de kookplaat staan en
hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm
van de rand van de plaat staan.
• Een afzuigkap moet worden geïnstalleerd volgens de
voorschriften die u kunt vinden in het
instructieboekje van de afzuigkap zelf en in ieder
geval op een afstand van minstens 650 mm.
• Hang de keukenkastjes naast de kap op een
minimum hoogte van 420 mm van het keukenblad
(zie afbeelding).
Als de kookplaat onder een
keukenkastje wordt geplaatst,
moet deze zich op een afstand
van minstens 700 mm van het
keukenblad bevinden (zie
afbeelding).
• De opening van het meubel
moet de afmetingen hebben die
in de afbeelding zijn
aangegeven.
De bevestigingsklemmen maken een bevestiging
mogelijk van de kookplaat aan een keukenblad van
tussen de 20 en 40 mm dik. Voor een goede
bevestiging raden wij u aan alle bijgeleverde haken te
2
gebruiken.
560 mm.
45 mm.
m
• Als de kookplaat niet boven een inbouwoven wordt
geïnstalleerd, moet u een houten isolatieplank
aanbrengen. Deze moet op een minimum afstand
van 20 mm van de onderkant van de kookplaat
worden geplaatst.
555 mm
55 mm
475 m
! Het is alleen mogelijk de kookplaat boven
inbouwovens te installeren als deze zijn voorzien van
afkoelingsventilatie.
Elektrische aansluiting
De kookplaten met driepolige voedingskabel werken
met de wisselstroom, spanning en frequentie die
aangegeven zijn op het typeplaatje (aan de onderkant
van de kookplaat). De aarding van de kabel wordt
aangegeven door de kleuren geel-groen. Als het fornuis
wordt geïnstalleerd boven een inbouwoven moeten de
elektrische aansluitingen van fornuis en oven apart
worden uitgevoerd, zowel voor veiligheidsredenen als
voor het eventueel makkelijker verwijderen van de
oven.
NL
BE
Schema voor de bevestiging van de haken
Stand haak voorStand haak voor
keukenblad H=20mmkeukenblad H=30mm
Voor
Stand haak voorAchter
keukenblad H=40mm
! Gebruik de haken die u vindt in de
“toebehorenverpakking”
Ventilatie
Om een goede ventilatie te bereiken moet u de achterkant
van het meubel verwijderen. Het verdient de voorkeur de
oven op twee houten balken te plaatsen, of eventueel op
een enkele plank die een opening heeft van tenminste 45
x 560 mm (zie afbeeldingen).
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje.
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt
aangesloten moet u tussen het apparaat en het net een
meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand
tussen de contacten van minstens 3mm, aangepast
aan het elektrische vermogen en voldoend aan de
geldende normen (de aarding mag niet worden
onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel
moet zodanig worden geplaatst dat hij nergens een
temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de
kamertemperatuur.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
• het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op
het typeplaatje;
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
• het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als
dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het
stopcontact te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het snoer
en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en
mag alleen door erkende monteurs worden vervangen
(zie Service).
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
3
NL
L
G
R
BE
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet
worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de
geldende normen, en nadat men er zeker van is dat het
fornuis is ingesteld voor het type gas dat men gaat
gebruiken. In het omgekeerde geval (voor België) gaat
u te werk zoals beschreven in de paragraaf
“Aanpassing aan verschillende types gas”. Om het
apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten (II2E+3+ voor
Belgie en I2L voor Nederland), dient men eerst de
verbinder te monteren.”R” (Deze is op aanvraag
verkrijgbaar bij de technische-service-dienst Ariston)
Tevens dient men zijn pakking op de verbinder “G”,die
er uit ziet als een “L” , van de voedings-struktuur te
monteren. De verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2
gas.
De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen
NBN D51-003)
- of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de
muur zit en voortzet met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk
draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit
gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te
voldoen.
Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal)
! De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig worden
uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt.
Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt zich
een “L”-vormig, richtbaar verbindingsstuk waarvan de
afdichting is verzekerd door een pakking. Als het
verbindingsstuk gedraaid moet worden is het absoluut
noodzakelijk de pakking te vervangen (bij het apparaat
geleverd). Het verbindingsstuk waardoor het gas
toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van
schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout.
Aansluiting met een roestvrije stalen flexibele buis aan
een onafgebroken wand voorzien van aanhechtingen
met schroefdraad.
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot
het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
De in werking stelling van deze buizen moet zodanig
worden bewerkstelligd dat hun lengte in uitgerolde
toestand niet meer dan 2000 mm
is. Nadat de aansluiting heeft
plaatsgevonden moet u
controleren dat de flexibele
metalen buis niet in contact komt
met de beweegbare delen of dat
hij vastgekneld raakt.
! Gebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die
voldoen aan de geldende landelijke normen.
Controleren gasdichtheid
! Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de
perfecte gasdichtheid van alle verbindingsstukken
worden gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit
met een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas (voor
België)
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander
soort gas dan waarvoor hij is bestemd (aangegeven op
het typeplaatje aan de onderkant van de kookplaat of
op de verpakking), moeten de straalpijpjes van de
branders op de volgende wijze worden vervangen:
1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de
branders uit hun plaats.
2. schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel van
7mm en vervang ze met de straalpijpjes geschikt
voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken
van de branders en de straalpijpen”).
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de
handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
4. aan het einde van deze handelingen moet u het oude
etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met
het etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas dat u
gaat gebruiken, verkrijgbaar bij onze Technische
Service Centers.
Het vervangen van de straalpijpjes van de brander met
"onafhankelijke dubbele vlamkronen":
1. verwijder de roosters en branders van hun plaats. De
brander bestaat uit twee aparte delen (zie
afbeeldingen);
2. schroef de straalpijpjes los met een sleutel van
7mm. De binnenste vlamkroon heeft een straalpijpje,
de buitenste heeft er twee (van dezelfde maat).
Vervang de straalpijpjes met nieuwe die zijn
aangepast aan het nieuwe type gas (zie tabel1).
3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op
hun plaats.
• Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor
België)
De branders hebben geen regeling van de primaire lucht
nodig.
• Het regelen van de minimumstand (voor België)
1. Zet het kraantje op de minimumstand;
4
2. Verwijder de knop en draai aan het regelschroefje in
of naast de spil van het kraantje totdat u een kleine,
regelmatige vlam bereikt.
3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop snel
van hoog naar laag draait.
4. Als bij de apparaten met een veiligheidsmechanisme
(thermo-element) dit systeem niet werkt als de
branders op de minimum stand staan, moet u het
minimum verhogen door aan de stelschroef te
draaien.
5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de
bypass schroefjes weer op hun plaats brengen met
zegellak of dergelijk materiaal.
! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel dicht
worden geschroefd.
! Aan het einde van deze handelingen moet u het oude
etiket van de gasinstelling vervangen met het etiket dat
correspondeert met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij
onze Technische Service Centers.
! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend (of
variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukteregelaar worden aangebracht die
voldoet aan de geldende landelijke normen.
NL
BE
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Table 1 (Voor Belgie)
GaspitDoorsnee Thermisch
(mm)Gered.Nomin.(mm)(mm) B utane Propane(mm)Nomin.G20Nomin.G25
Snel (R)1000.703.0040862182141163.002863.00332
Gered.-Snel (RR )1000,702,604080189186110 (Y)2,602482,60288
Halp Snel (S)750,401,9030701381361061,901811,90218
! De kookplaat kan worden geïnstalleerd boven een ingebouwde oven op voorwaarde dat deze voorzien is van
afkoelingsventilatie.
SRSR
SR
SRSR
AUXAUX
AUX
AUXAUX
TGL 640TGL 640
TGL 640
TGL 640TGL 640
SRSR
SR
SRSR
RR
R
RR
SRSR
SR
SRSR
AUXAUX
AUX
AUXAUX
TGL 641TGL 641
TGL 641
TGL 641TGL 641
SRSR
SR
SRSR
RRRR
RR
RRRR
URUR
UR
URUR
SRSR
SR
TCTC
TC
TCTC
SRSR
TGL 750TGL 750
TGL 750
TGL 750TGL 750
SRSR
SR
SRSR
AUXAUX
AUX
AUXAUX
RRRR
RR
RRRR
SRSR
SR
SRSR
DCDRDCDR
DCDR
DCDRDCDR
TGL 751TGL 751
TGL 751
TGL 751TGL 751
SRSR
SR
SRSR
AUXAUX
AUX
AUXAUX
6
Beschrijving
van het apparaat
Algemeen aanzicht
Roosters voor
PANNEN
GASBRANDERS
NL
BE
Knoppen voor het regelen
van de GASBRANDERS
VEILIGHEIDSMECHANISME
• GASBRANDERS hebben verschillende afmetingen
en vermogen. Kies de brander die het best
overeenkomt met de diameter van de pan die u
wilt gebruiken.
• Knoppen van de GASBRANDERS voor het regelen
van de vlam of van het vermogen.
• Bougie voor het ontsteken van de
GASBRANDERS: zorgt voor een automatische
ontsteking van de gekozen brander.
Bougie voor ontsteking van de
GASBRANDERS
• VEILIGHEIDSMECHANISME zorgt ervoor dat de
gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per
ongeluk uitgaat.
7
Starten en gebruik
NL
BE
! Op iedere knop staat aangegeven waar de
gasbrander of de elektrische plaat zich precies
bevindt.
Gasbranders
De gekozen brander kan met de betreffende knop als
volgt worden geregeld:
0Uit
Maximum
Minimum
Om een van de branders aan te steken dient u er een
vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig in te
drukken en tegen de klok in te draaien tot u het
maximum vermogen heeft bereikt.
In de uitvoeringen die zijn voorzien van een
veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 2-3
seconden lang ingedrukt houden totdat het element
dat automatisch de vlam ontstoken houdt, warm
wordt.
Druk de knop in en draai hem tegelijkertijd tegen de
klok in: vonken steken de brander aan. Nadat de
brander aan is houdt u de knop lang genoeg
ingedrukt zodat het veiligheidssysteem geactiveerd
kan worden.
vlamkroon;
de knop met het symbool
vlamkroon;
Voor het aansteken van de gewenste vlamkroon drukt
u de betreffende knop in en draait u hem tot aan
maximum
elektronische ontsteking die automatisch werkt zodra
u de knop indrukt.
Aangezien de brander is voorzien van hetAangezien de brander is voorzien van het
Aangezien de brander is voorzien van het
Aangezien de brander is voorzien van hetAangezien de brander is voorzien van het
veiligheidssysteem veiligheidssysteem
veiligheidssysteem moet u de knop ongeveer 2-3
veiligheidssysteem veiligheidssysteem
seconden ingedrukt houden totdat het
veiligheidssysteem warmt wordt en automatisch de
vlam aan houdt.
De bedieningsknop werkt als volgt:
. De brander is voorzien van
bedient de binnenste
0Uit
Maximum
Minimum
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel
met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder
kan (tot aan het symbool “0”).
! Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai
dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat u
hem weer probeert aan te steken.
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel met
de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot
aan het symbool “0”).
De brander met "onafhankelijke dubbele vlamkronen:
Deze brander bestaat uit twee vlamkronen die samen
of onafhankelijk kunnen functioneren. Tegelijk gebruikt
op maximum geeft verhoogde warmte en dus kortere
kooktijden vergeleken met de traditionele branders.
Ook verdelen de dubbele vlamkronen de warmte
onder de pannen gelijkmatiger, vooral als ze allebei
op minimum worden gebruikt.
Voor het juiste gebruik van de brander met dubbele
vlammenkring moet u nooit tegelijkertijd de interne
kring op minimum en de externe kring op maximum
zetten.
U kunt dus ook pannen van verschillende grootte
gebruiken, met de kleinere pannen op alleen de
binnenste vlamkroon. Iedere vlamkroon van de
brander met "onafhankelijke dubbele vlamkronen"
heeft zijn eigen bedieningsknop:
de knop met het symbool
bedient de buitenste
TYP EPLAATJE
Elektrische
aansluitingen
zie typeplaatje
Dit apparaat voldoet aan de
volgende EU Richtlijnen:
2006/95/EEG van 12/12/06
(Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen –
2004/108/EEG van 15/12/04
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen 93/68/EEG van 22/07/93 en
daaropvolgende wijzigingen.
2009/142/EEG van 30/11/09
(Gas) en daaropvolgende
wijzigingen.
2002/96/EC en daaropvolgende
wijzigingen.
8
Praktisch advies voor het gebruik van de
branders
NL
Voor een optimaal rendement dient u het volgende te
onthouden:
• gebruik voor iedere brander de pan die erop past
(zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er
onderuit vandaan komen.
• gebruik alleen pannen met een platte bodem en
met een deksel erop.
• draai de knop op het minimum zodra het kookpunt
is bereikt.
Branderø Diameter pan (cm)
Snel (R)24 - 26
Gereduceerd snel (RR)24 - 26
Half snel (S)16 - 20
Hulpvlam (A)10 - 14
Drievoudige ring (TC)24 - 26
Extra snel (UR)24 - 26
Dubbele vlamkroon
(binnenste DCDR )
Dubbele vlamkroon
(buitenste DCDR)
14 - 16
26 - 28
BE
! Bij de modellen die voorzien zijn van een
reductieroostertje moet dit alleen gebruikt worden
voor de Dubbele Vlammen brander (DCDR extern)
als wook pan gebruikt.
Voor het herkennen van het soort brander verwijzen
wij u naar de afbeeldingen in paragraaf “Kenmerken
van de branders en straalpijpen”.
9
Voorzorgsmaatregelen en advies
NL
BE
! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens
de geldende internationale veiligheidsvoorschriften.
Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid
en u dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
• Dit is een inbouwapparaat van klasse 3.
• Gasfornuizen hebben voor een goede werking
behoefte aan een regelmatige luchtverversing.
Controleer dat bij het installeren aan de
vereisten wordt voldaan beschreven in de
paragraaf “Plaatsing”.
• Deze instructies gelden alleen voor de landen
wiens symbolen in de gebruiksaanwijzing en op
het typeplaatje staan.
• Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
• Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg
gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of
onweer.
• Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne
systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te
voeren. Neem contact op met de Technische
Dienst (
• Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per
ongeluk tegenaan stoot.
• Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet omlaag
als de gasbranders nog warm zijn.
• Gebruik geen instabiele of vervormde pannen.
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt
lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of
personen die niet de nodige ervaring of kennis
hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht
van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het
apparaat werkt.
• Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
zie Service
).
Afvalverwijdering
• Het apparaat dient gebruikt te worden om
voedsel te bereiden. Het mag uitsluitend door
volwassenen worden gebruikt en alleen
volgens de instructies die in deze handleiding
beschreven staan. Elk ander gebruik (bv.:
verwarming van ruimten) is als oneigenlijk te
beschouwen en dus gevaarlijk. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
eventuele schade die te wijten is aan onjuist,
verkeerd of onredelijk gebruik.
• Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de
kookplaat terechtkomen.
• Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
• Controleer altijd dat de knoppen in de stand “
staan als de oven niet wordt gebruikt.
• Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken maar door de stekker zelf beet
te pakken.
• Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud
uit als de stekker nog in het stopcontact zit.
”
• Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u
aan de plaatselijke normen, zodat het
verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
• De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging
van Electrische en Electronische Apparatuur
(WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische
apparaten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te
optimaliseren en de negatieve invloed op de
gezondheid en het milieu te reduceren. Het
symbool op het product van de “afvalcontainer met
een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting,
dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat
apart moet worden ingezameld.
Consumenten mogen hun apparaat naar publieke
afvalstortplaatsen brengen of, als de nationale
wetgeving dit toestaat, naar de handelaar brengen
als er een soortgelijk nieuw product wordt gekocht.
Alle fabrikanten van grote huishoudelijke apparaten
zijn aktief bezig met het creëren van systemen om
het inzamelen en de verwijdering van oude
producten te regelen.
10
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Schoonmaken van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende
middelen, zoals vlekkenmiddelen en
roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen
in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het
oppervlak onherstelbaar krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
• Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met
een vochtige spons reinigen en afdrogen met
keukenpapier.
NL
BE
• De vlamverspreiders moeten regelmatig in een
warm sopje worden gewassen zodat eventuele
etensresten makkelijker kunnen worden verwijderd.
• Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er
voor langere tijd kalkhoudend water of agressieve
schoonmaakmiddelen (fosforhoudend) op hebben
gelegen. Spoel en droog het dus na het
schoonmaken goed af. Droog watervlekken altijd
gelijk af.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem
te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
11
Loading...
+ 25 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.