In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
User Manual
ST95
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opname-instellingen
Weergeven en bewerken
Instellingen
Aanvullende informatie
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te
repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaren
dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1
m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser
dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of
hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen
kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel
veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt voor kleden
of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen,
moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of
oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een
servicecenter van Samsung.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging
van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken
of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet
beschadigt of verhit.
Dit kan brand ontstaan of persoonlijk letsel veroorzaken.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen,
opladers, kabels en accessoires.
• Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe
leidden dat batterijen exploderen.
• Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of
accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen
niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen
voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als
u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een
loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en
minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Forceer de cameraonderdelen niet en oefen geen kracht uit op
de camera.
Dit kan leiden tot camerastoringen.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier
aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen
en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het
camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd
of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig
verlies van gegevens.
3
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
• Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
• Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
• microSD™ en microSDHC™ zijn geregistreerde
handelsmerken van SD Association.
• Handelsmerken en handelsnamen in deze
gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende
eigenaars.
• Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van
camerafuncties zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
• Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven
toestemming te hergebruiken of verspreiden.
• Raadpleeg voor informatie over de Open Source-
licentie het bestand 'OpenSourceInfo.pdf' op de
meegeleverde cd-rom.
Basisfuncties 12
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera
en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 32
Informatie over het maken van foto's, het opnemen
van video's en spraakmemo's door een modus te
selecteren.
Opname-instellingen 49
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in
de opnamemodus.
Weergeven en bewerken 78
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe
u de camera op een computer, fotoprinter of televisie
aansluit.
Instellingen 105
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Aanvullende informatie 111
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties
en onderhoud.
4
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
PictogramFunctie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[]Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de sluiterknop.
()Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te
voeren, bijvoorbeeld: Raak
raak vervolgens Fotoformaat aan).
*Voetnoot
m
Fotoformaat aan (staat voor Raak m aan en
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
AfkortingBetekenis
ACB
AEB
AF
DIS
DPOF
EV
ISO
WB
Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering)
Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende belichtingen)
Autofocus (automatische scherpstelling)
Digital Image Stabilization (digitale beeldstabilisatie)
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
Exposure Value (belichtingswaarde)
International Organization for Standardization
White Balance (witbalans)
5
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
• Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot
halverwege in
• Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half inDruk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
• Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
• Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
• Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Onderwerp
Compositie
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd,
diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichtingOverbelicht (te helder)
6
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten
stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen
zijn foto's onscherp.
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
•
Zet de flitseroptie op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 54)
•
Als er al een foto is genomen, selecteert u in het bewerkingsmenu de optie Anti-rode ogen in het
menu voor bewerken. (pag. 95)
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
•
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 56)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed
vasthoudt. Gebruik de functie DIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het
onderwerp. (pag. 30)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de
camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
•
Selecteer de modus Nachtopname. (pag. 36)
•
Schakel de flitser in. (pag. 54)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 56)
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
•
Maak geen foto's tegen de zon in.
•
Selecteer Tegenl. in de modus Scène. (pag. 35)
•
Stel de flitsoptie in op Invulflits. (pag. 54)
•
Pas de belichting aan. (pag. 66)
•
Stel de optie Automatische contrastbalans (ACB) in. (pag. 67)
•
Stel de lichtmeting in op Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat.
(pag. 67)
7
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
•
Modus Beautyshot f 36
•
Rode ogen/Anti-rode ogen
(om rode ogen te voorkomen of te corrigeren)
•
Gezichtsdetectie f 61
f
's Nachts of in het donker foto's
maken
•
Modus Scène > Zon onder, Dageraad f 35
•
Modus Nachtopname f 36
•
Flitseropties f 54
•
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 56
Actiefoto's maken
•
Continu, Bewegingsopname f 70
De belichting aanpassen (helderheid)
•
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 56
•
EV (de belichting aanpassen) f 66
•
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen lichte
achtergronden)
•
L.meting f 67
•
AEB (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met
verschillende belichtingen)
67
f
70
f
54
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
•
Modus Scène > Tekst f 35
•
Modus Close-up f 35
•
Macro f 57
Effecten toepassen op foto's
•
Modus Objectmarkering f 41
•
Modus Magisch kader-opname f 42
•
Modus Fotofilter f 42
•
Modus Vignetten f 45
•
Intelligente filtereffecten f 71
•
Beeld aanpassen (om Scherpte, Contrast of Kleurverz.
aan te passen)
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken
Onderdelen en knoppen van de camera
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij opladen en de camera
inschakelen
De eerste instelling uitvoeren
Uitleg over de pictogrammen
Het aanraakscherm gebruiken
…………………………………… 13
………………………………… 17
De batterij opladen
De camera inschakelen
……………………… 17
…………………… 17
……………… 18
…………… 20
… 16
…………… 21
… 14
Het aanraakscherm en geluid instellen
Het weergavetype voor het
aanraakscherm instellen
Het geluid instellen
Het startscherm gebruiken
Het startscherm openen
Pictogrammen op het startscherm
Pictogrammen opnieuw indelen
Foto's maken
Zoomen
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS)
Tips om betere foto's te maken
……………………………… 26
…………………………………… 27
………………… 23
……………………… 23
……………… 24
………………… 24
……… 24
………… 25
………… 30
… 23
… 29
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
CameraAC-adapter/USB-kabel
Oplaadbare batterijPolslus
Optionele accessoires
Camera-etuiA/V-kabel
SchermpenGebruiksaanwijzing op cd-rom
Snelstartgids
Basisfuncties
BatterijopladerGeheugenkaart/
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw
product zijn geleverd.
13
Geheugenkaartadapter
Onderdelen en knoppen van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Power-knop
Ontspanknop
Luidspreker
Flitser
Lens
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel
Basisfuncties
AF-hulplampje/Timerlampje
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
14
Onderdelen en knoppen van de camera
Afspeelknop
Microfoon
Zoomknop
•
In de opnamemodus: In- en
uitzoomen
•
In de afspeelmodus: Inzoomen op
een deel van de foto of bestanden als
miniaturen weergeven
Statuslampje
•
Knippert: camera sla een foto of video op, wordt
uitgelezen door een computer of printer of het
onderwerp is onscherp
•
Licht op: camera maakt verbinding met een computer
of heeft scherpgesteld op het onderwerp
De polslus bevestigen
Aanraakscherm
Startknop
Basisfuncties
15
x
y
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omhoog zijn gericht.
Geheugenkaart
Batterij
vergrendeling
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit de
sleuf.
Schuif de vergrendeling
naar boven om de batterij
los te maken.
Plaats de batterij met het
Samsung-logo omlaag
gericht.
Oplaadbare batterij
Basisfuncties
Oplaadbare batterij
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen
geheugenkaart is geplaatst.
16
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de
batterij worden opgeladen. Koppel de USB-kabel aan de ACadapter en sluit vervolgens het uiteinde van de kabel met het
indicatielampje op de camera aan.
Indicatielampje
• Rood: bezig met opladen
• Groen: volledig opgeladen
Basisfuncties
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
• Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 18)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [Afspelen]. De camera wordt ingeschakeld en gaat
direct naar de afspeelmodus.
Als u uw camera inschakelt door [Afspelen] ongeveer 5 seconden ingedrukt
te houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
17
De eerste instelling uitvoeren
Wanneer het scherm voor de eerste instelling verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te
configureren.
Raak Language aan.
1
Selecteer een taal en raak o aan.
2
Raak Tijdzone aan.
3
Basisfuncties
Raak Thuis en vervolgens z of x aan om een tijdzone
4
te selecteren.
•
Als u naar een ander land reist, kunt u Bezoek aanraken en
een nieuwe tijdzone selecteren.
Tijdzone
Londen, Lisbon
Raak o aan om op te slaan.
5
Raak Datum/tijd aanpassen aan.
6
18
De eerste instelling uitvoeren
Stel de datum in.
7
Datum/tijd aanpassen
JaarMaandDag
Raak aan en stel de tijd in.
8
Datum/tijd aanpassen
UurMin.
•
Raak aan als u zomertijd wilt instellen.
Raak o aan om op te slaan.
9
Basisfuncties
Raak Aanraakkalibratie aan.
10
Tik met de schermpen op het plusteken op het scherm.
11
Aanraakkalibratie
Het beste resultaat krijgt u als u precies in het midden van het plusteken
tikt.
Raak o aan om instellingen op te slaan.
12
19
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
1
1
Instellingenpictogrammen (aanraken)
Pictogram Beschrijving
m
2
Statuspictogrammen
Pictogram Beschrijving
2
Flitsoptie
Autofocusinstelling
Timerinstelling
Opname-instellingen
Type weergave
Opnamemodus
Huidige datum
3
Pictogram Beschrijving
Huidige tijd
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Spraakmemo
Timer
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Zoomverhouding
Fotoresolutie als intelligent
zoomen in ingeschakeld
Rasterlijnen
3
Statuspictogrammen
Pictogram Beschrijving
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Geheugenkaart niet geplaatst
(intern geheugen)
Basisfuncties
20
Pictogram Beschrijving
Geheugenkaart geplaatst
•
: volledig opgeladen
•
•
: leeg (opladen)
Fotoresolutie
Videoresolutie
Lichtmeting
Digital Image Stabilization (DIS)
Belichtingswaarde aangepast
ISO-waarde
Witbalans
Type serieopnamen
Flitser
Intelligent zoomen is
uitgeschakeld
Smart filter
Beeld aanpassen
Gezichtsdetectie
Autofocus
: deels opgeladen
Het aanraakscherm gebruiken
Hier vindt u informatie waarmee u het aanraakscherm leert gebruiken. Gebruik de meegeleverde schermpen om dingen op het scherm aan
te raken of over het scherm te slepen.
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden. Anders kunt het scherm beschadigen.
Aanraken
Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren.
Programma
Smart AutoScèneIntelligente
scènedetectie
InstellingenAlbumFoto-editorFilm
Slepen
Raak een gedeelte van het scherm aan en sleep vervolgens met
de schermpen.
Witbalans
Auto witbalans
Daglicht
Bewolkt
Basisfuncties
Vegen
Veeg voorzichtig met de schermpen over het scherm.
21
Het aanraakscherm gebruiken
Een optie selecteren
• Sleep de optielijst omhoog of omlaag tot u de gewenste optie
vindt. Raak de optie aan en raak o aan.
Witbalans
Auto witbalans
Daglicht
Bewolkt
• Als een optie een instelkop heeft, raakt u de knop aan om de
optie in of uit te schakelen.
Snelheid
Smart filter
Beeld aanpassen
DIS
Basisfuncties
•
Als u meerdere items tegelijk aanraakt, herkent het aanraakscherm uw
invoer mogelijk niet.
•
Als u het scherm aanraakt met uw vinger, herkent het aanraakscherm
uw invoer mogelijk niet.
•
Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de
schermpen, kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect,
maar een eigenschap van het aanraakscherm. Het effect is minimaal
als u bij deze handelingen het scherm slechts licht aanraakt.
•
Als u de camera gebruikt in vochtige omgevingen, werkt het
aanraakscherm mogelijk niet correct.
•
Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het
aanraakscherm, werkt het scherm mogelijk niet correct.
•
Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de
helderheid of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.
22
Het aanraakscherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.
Het weergavetype voor het aanraakscherm
instellen
U kunt een weergavetype selecteren voor het tonen van
pictogrammen en opties.
Raak in de opnamemodus aan.
1
Selecteer een optie en raak o aan.
2
Displayinstelling
Volledig
Verberg
Richtlijn
PictogramBeschrijving
Volledig: Pictogrammen worden altijd
weergegeven.
Verberg: Pictogrammen worden verborgen als
u gedurende 5 seconden geen bewerkingen
uitvoert (raak het scherm aan om de
pictogrammen opnieuw weer te geven).
Richtlijn: Er worden rasterlijnen weergegeven.
De rasterlijnen zijn handig om de foto met een
oppervlak uit te lijnen, bijvoorbeeld met de
horizon of de randen van gebouwen.
Basisfuncties
Het geluid instellen
U kunt instellen dat de camera geluiden afspeelt als u functies
uitvoert.
Raak aan op het startscherm.
1
Raak Geluid aan.
2
Raak de instelknop naast Piepjes aan om het piepgeluid
3
in of uit te schakelen.
23
Het startscherm gebruiken
Sma
o
Scène
I
llig
scèn
edet
ecti
e
P
a
I
lli
n
Albu
m
Foto
-editor
Met de pictogrammen op het startscherm kunt u een opnamemodus selecteren of het instellingenmenu openen.
Het startscherm openen
Druk in de opname- of afspeelmodus op [HOME]. Druk
nogmaals op [HOME] om naar de vorige modus terug te keren.
Intelligente
nte
ente
scènedetectie
nste
nge
InstellingenAlbum
Smart AutoScène
Nr.Beschrijving
rt Aut
Film
Programma
rogramm
Foto-editor
Raak een pictogram aan om een modus of functie weer
te geven.
1
•
Sleep of veeg op het aanraakscherm om naar een
andere pagina te bladeren.
2
Het nummer van de huidige pagina. ()
1
2
Basisfuncties
Pictogrammen op het startscherm
Pictogram Beschrijving
Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de
camera automatisch een geschikte modus voor de
scène selecteert. (pag. 33)
Programma: hiermee stelt u handmatig opties in voor
de foto die u maakt. (pag. 37)
Scène: hiermee maakt u een foto met vooraf ingestelde
opties voor een specifieke scène. (pag. 35)
Intelligente scènedetectie: hiermee kunt u een video
opnemen waarbij de camera automatisch een geschikte
modus voor de scène selecteert. (pag. 39)
Film: hiermee kunt u een video opnemen. (pag. 38)
Foto-editor: hiermee kunt u foto's bewerken met
verschillende effecten. (pag. 93)
Album: hiermee kunt u bestanden op categorie
weergeven in Smart Album. (pag. 82)
Instellingen: hiermee kunt instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren. (pag. 106)
Vignetten: hiermee kunt u een foto maken of een video
opnemen met een vigneteffect. (pag. 45)
Beautyshot: hiermee kunt u een portretfoto maken
met opties voor het verhullen van onzuiverheden op het
gezicht. (pag. 36)
Magisch kader-opname: hiermee kunt u een foto
maken met verschillende kadereffecten. (pag. 42)
24
Het startscherm gebruiken
Pictogram Beschrijving
Fotofilter: hiermee kunt u een foto maken met
verschillende filtereffecten. (pag. 42)
Filmfilter: hiermee kunt u een video opnemen met
verschillende filtereffecten. (pag. 44)
Nachtopname: hiermee kunt u nachtelijke opnamen
maken door de sluitersnelheid en diafragmawaarde aan
te passen. (pag. 36)
Paleteffectopname: hiermee kunt u een video
opnemen met paleteffecten. (pag. 46)
Close-up: hiermee maakt u close-upfoto's van
onderwerpen. (pag. 35)
Enkele opname: hiermee kunt u een foto maken met
eenvoudige aanpassingen voor helderheid en kleur.
(pag. 34)
Objectmarkering: hiermee maakt u een foto waarbij
de achtergrond van het onderwerp vervaagd is. (pag. 41)
3D-album: hiermee kunt u bestanden met 3D-effecten
weergeven. (pag. 83)
Diashow: hiermee kunt u foto's weergeven als een
diashow met effecten en muziek. (pag. 87)
Stem opnemen: hiermee kunt u een spraakmemo
opnemen en opslaan. (pag. 47)
Magazine: hiermee kunt u bestanden weergeven met
een effect dat lijkt op het omslaan van pagina's. (pag. 83)
Basisfuncties
Pictogrammen opnieuw indelen
U kunt de pictogrammen op het startscherm opnieuw indelen in
elke gewenste volgorde.
Raak een pictogram aan en blijf dit aanraken.
1
Smart Auto
Programma
Foto-editorFilm
Sleep het pictogram naar een nieuwe locatie.
2
•
Sleep een pictogram naar de linker- of rechterzijde van het
scherm als u het pictogram naar een andere pagina wilt
verplaatsen. Als u het pictogram op een nieuwe locatie
plaatst, schuiven de andere pictogrammen aan de kant.
Programma
Smart Auto
Film
25
Scène
Scène
Album
Intelligente
scènedetectie
InstellingenAlbum
Intelligente
scènedetectie
Instellingen
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus.
Raak aan op het startscherm.
1
Smart Auto
Programma
Film
Foto-editor
Plaats het onderwerp in het kader.
2
Scène
Album
Intelligente
scènedetectie
Instellingen
Basisfuncties
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
•
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld
is.
•
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in
beeld is.
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
4
maken.
Zie pagina 30 voor tips om betere foto's te maken.
26
Foto's maken
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera kan
optisch en digitaal 5X inzoomen en heeft tevens een intelligente
zoomfunctie voor 2X inzoomen. De intelligente en digitale
zoomfunctie kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt.
Zoomverhouding
Uitzoomen
Beschikbare zoomverhoudingen voor video's verschillen van de
zoomverhouding voor foto's.
Inzoomen
Basisfuncties
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 25 keer inzoomen
als u zowel de optische als de digitale zoomfunctie gebruikt.
Digitaal bereik
Zoomindicator
Optisch bereik
•
De digitale zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi Programma
en Scène (met uitzondering van Tekst).
•
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar met een Smart filter-effect
of Smart Touch AF-optie.
•
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit
minder worden.
27
Foto's maken
Intelligent zoomen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen
bevindt, gebruikt de camera de intelligente zoomfunctie. De
resolutie van de foto verschilt afhankelijk van de zoomverhouding
als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 10 keer
inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie
gebruikt.
Bereik intelligent zoomen
Zoomindicator
Optisch bereik
Fotoresolutie als de
intelligente zoomfunctie is
ingeschakeld
•
De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi Smart
Auto, Programma en Scène (behalve Tekst).
•
De intelligente zoomfunctie is niet beschikbaar met een Smart filter-effect of
Smart Touch AF-optie.
•
De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de
4:3-beeldverhouding instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt
terwijl de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente
zoomfunctie automatisch uitgeschakeld.
•
Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan
echter wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
Basisfuncties
Intelligent zoomen instellen
Raak in de opnamemodus m aan.
1
Raak de instelknop aan naast Intelli-zoom.
2
28
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte digitaal
beperken.
Vóór correctieNa correctie
Raak in de opnamemodus m aan.
1
Raak de instelknop aan naast DIS.
2
Snelheid
Smart filter
Beeld aanpassen
DIS
Basisfuncties
•
DIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:
- wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te
volgen
- wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt
- wanneer de camera te veel trilt
- wanneer u een lager sluitersnelheid gebruikt (bijvoorbeeld voor
nachtopnamen)
- wanneer de batterij bijna leeg is
- wanneer u een close-up neemt
•
Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit
gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
29
Loading...
+ 108 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.