Voordat u de technische dienst inschakelt ......68
3
Eigenschappen en ontwerp
Voorbereiding
Eigenschappen en ontwerp
Optische motor maakt gebruik van geavanceerde DLP-technologie
■
SP-H700/H710: heeft een DLPTMHD2+ DMD scherm met 1280x720 resolutie
■
SP-H500: heeft een DLPTMED2 DMD scherm met 1024x576 resolutie
■
5X-snelheid kleurendraaischijf is ontworpen om digitale artefacten te verminderen
■
250W lamp is ontworpen voor betere verlichting
Levendige kleuren
■
Hoogwaarde beeldafstelling gericht op kleurverbetering - dit
apparaat is ontworpen om kleurcoördinaten te realiseren die
voldoen aan de uitzendstandaard met betrekking tot
videoproductie.
Minimale ventilatieruis en lichtlekkage
■
De luchtstroom en installatiestructuur van de ventilator zijn
geoptimaliseerd zodat er zo min mogelijk ventilatieruis en
lichtlekkage is.
Diverse invoerpoorten
■
Vijf typen invoerpoorten incl. DVI-D-poort (compatibel met HDCP),
twee Componentpoorten zorgen voor een betere aansluiting op
externe randapparaten.
Gebruikersinstellingen
■
Bij dit apparaat kunt u iedere invoerpoort instellen.
■
Het apparaat heeft een referentiepatroon dat kan worden gebruikt voor
positionering en aanpassing.
■
De afstandsbediening heeft achtergrondverlichting voor gebruik in een
donkere omgeving.
4
Waarschuwing voor gebruik en vervanging lamp
Projectorlamp
■
De projectorlamp presteert anders afhankelijk van gebruikstijd en omgeving. Lees de installatie-instructies en andere aanbevolen
hoofdstukken van de gebruikershandleiding ter voorkoming van
snelle prestatieverslechtering en slechtere beeldkwaliteit.
■
U dient de projectorlamp regelmatig te vervangen. U hebt binnen 90
dagen na aankoop van het product of binnen 300 gebruiksuren recht
op gratis herstel indien het probleem het gevolg is van een defecte
lamp.
■
U kunt de gebruikstijd van de lamp controleren door op de toets
INFO op de afstandsbediening te drukken.
Waarschuwing m.b.t. vervangen lamp
■
Voordat u de lamp vervangt dient u het netsnoer uit het stopcontact te halen.
■
De projector is binnenin zeer heet. Laat de projector minimaal een uur
afkoelen nadat u deze hebt uitgeschakeld.
■
Neem contact op met uw dealer voor het aanschaffen van een vervangende
lamp. (De ultraviolette straling van de lamp kan schadelijk zijn voor uw
ogen.)
■
Schakel de lamp uit voordat u deze vervangt of repareert.
(Als gevolg van de hoge druk van de lamp kan deze exploderen.)
■
Als de lamp kapot is, zorg er dan voor dat u zich niet snijdt aan het glas.
Zie de handleiding voor omgaan met de lamp.
Voorbereiding
Waarschuwing voor gebruik en vervanging lamp
Waarschuwing m.b.t. lampgebruik
■
Deze projector produceert intens licht. Staar niet rechtstreeks in de
lichtbron.
■
Raak de ventilator niet aan als het apparaat in gebruik is. Deze kan
namelijk zeer heet zijn.
■
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht.
5
VISUEEL REALISME
Voorbereiding
Projector en accessoires ..............................8
Installatie en basisinstellingen..................14
PROJECTOR EN ACCESSOIRES
Voor-/bovenzijde en accessoires
Voor-/bovenzijde
Voorbereiding
Projector en Accessoires
11
1
10
9
8
7
2
11
Indicaties
-
TEMP (rode LED)
-
LAMP (blauwe LED)
-
STAND BY (blauwe LED)
Zie pagina 9 voor meer informatie.
22
Signaalontvanger afstandsbediening
33
Focusring
Om de focus aan te passen.
44
Lens
55
Verstelbare voeten
U kunt de schermpositie aanpassen door aan
de verstelbare voeten te draaien.
66
Zoomknop
Om de afbeelding te verkleinen/vergroten.
Accessoires
3
4
5
77
MENU
Om het menu op het scherm weer te geven.
88
POWER
Om de projector in of uit te schakelen.
99
SOURCE
Om de invoersignalen van externe bronnen te
selecteren.
1100
Selectie- en beweegtoets
Om een menuonderdeel te selecteren en de
cursor te verplaatsen.
1111
Lensknop
U kunt de schermafbeeldingen naar boven en
beneden aanpassen binnen het lensbereik.
6
Afstandsbediening/2 batterijen
NetsnoerGebruikershandleiding
8
Informatie over indicaties
: Aan : Knipperend : Uit
STANDBYLAMPTEMP
Als u op de POWER-toets op de afstandsbediening of projector drukt, verschijnt
het scherm binnen 30 seconden.
De projector is nu in de normale gebruiksmodus.
De projector begint met opwarmen nadat de
Druk nogmaals op de
koelsysteem treedt in werking om de projector binnenin te laten afkoelen. (Dit
duurt ongeveer anderhalve minuut)
Zie maatregel 1 hieronder indien de koelventilator in de projector niet normaal
werkt.
Zie maatregel 2 hieronder als de kap van de lamp niet goed is gesloten.
Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als de temperatuur binnenin de
projector boven de regelgrens komt. Zie maatregel 3.
Zie maatregel 4 hieronder als de levensduur van de lamp korter wordt of er een
probleem met de lamp wordt geconstateerd.
POWER-toets om de projector uit te schakelen en het
Informatie
POWER-toets is ingedrukt.
Indicatieproblemen oplossen
KlassificeringStatusMaatregelen
Maatregel 1
Maatregel 2
Als het ventilatiekoelsysteem niet
normaal functioneert.
Als de kap van de lamp niet goed is
afgesloten, of als de sensor niet
normaal functioneert.
Haal de stekker uit het stopcontact en steek deze weer in het
stopcontact. Start de projector opnieuw. Als het probleem
hiermee niet is opgelost, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde dealer of een gekwalificeerde technicus.
Controleer de schroef aan de onderzijde van de projector.
Als het probleem niet aan de schroef ligt, neem dan contact
op met de dichtstbijzijnde dealer of een gekwalificeerde
technicus.
Voorbereiding
Projector en Accessoires
Maatregel 3
Maatregel 4
Deze projector maakt gebruik van een koelventilatiesysteem ter voorkoming van oververhitting.
Gebruik van de koelventilator veroorzaakt mogelijk ruis, maar dit heeft geen invloed op de prestatie van
OPMERKING
het product. Ruis is geen geldige reden om het product te ruilen of uw geld terug te vragen.
Als de temperatuur binnenin de
projector te hoog wordt.
Als de lamp niet goed functioneert na
een ongewone uitschakeling of als de
projector meteen na uitschakeling
weer wordt ingeschakeld.
Als de helderheid van het beeld
slechter of onduidelijker wordt.
Pas de positie van de projector aan met behulp van de
installatie-instructies van dit handboek en laat de projector
afkoelen voordat u deze inschakelt. Als het probleem
hiermee niet is opgelost, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde dealer of een gekwalificeerde technicus.
Schakel de projector uit en laat deze enige tijd afkoelen
voordat u deze weer inschakelt.
Controleer met de toets INFO hoe lang de lamp al wordt
gebruikt en neem contact op met de dichtstbijzijnde dealer of
gekwalificeerde technicus voor het vervangen van de lamp.
9
PROJECTOR EN ACCESSOIRES
Achterzijde en kabels
Achterzijde
Voorbereiding
Projector en Accessoires
11
Signaalontvanger
afstandsbediening
22
Invoerpoort S-VIDEO
33
COMPOSITE invoerpoorten
Kabels
Netsnoer
Aangesloten op het
stopcontact
∏.
12 345
7
44
RS-232C-poort
55
DVI invoerpoort
66
PC-invoerpoort
77
Wisselstroominvoer
Video-(COMPOSITE-)kabel
Aangesloten op de
aansluitpoort
ˇ.
S-Video-kabel
Aangesloten op de
aansluitpoort
6
98
88
AAN/UIT-schakelaar
99
Componentinvoerpoort
Componentkabel
Aangesloten op de
´.
aansluitpoort
’.
10
PC-videokabel
Aangesloten op de
aansluitpoort
Ø.
DVI-D-kabel
Aangesloten op de
aansluitpoort
ˆ.
PROJECTOR EN ACCESSOIRES
Toetsen van de afstandsbediening
11
ON
Om de projector in te schakelen.
22
10
11
COMP.1
Om te schakelen naar COMPONENT1-modus.
33
COMP.2
Om te schakelen naar COMPONENT2-modus.
44
S-VIDEO
Om te schakelen naar S-VIDEO-modus.
55
P.SIZE
Om het beeldschermformaat aan te passen.
66
P.MODE
Om de Beeldmodus te selecteren.
77
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
13
14
15
16
17
18
19
20
STILL
Om stilstaande afbeeldingen weer te geven.
88
V.KEYSTONE
U kunt deze functie gebruiken om het
trapezium van de afbeelding aan te passen.
99
QUICK
Om snel terug te gaan naar het vorige menu.
1100
MENU
Om het menuscherm weer te geven.
1111
…†œ√
Om tussen iedere menuonderdeel te
bewegen of een menuonderdeel te
selecteren.
1122
OFF
Om de projector uit te schakelen.
1133
LIGHT
Om de afstandsbediening in het donker te
gebruiken.
1144
PC
Om te schakelen naar PC-modus.
1155
DVI
Om te schakelen naar DVI-modus.
1166
COMPOSITE
Om te schakelen naar COMPOSITE-modus.
1177
CUSTOM
Om de Beeldaanpassingsmodus te
selecteren.
1188
INSTALL
Om de geprojecteerde afbeelding te draaien
of spiegelen.
1199
INFO
Om bronsignalen, instellingen van het
beeld, aanpassingen van het PC-scherm en
de levensduur van de lamp te controleren.
2200
EXIT
Om het menuscherm te laten verdwijnen.
(pagina 24~26)
Voorbereiding
(pagina 24~26)
(pagina 23, 26)
(pagina 37)
(pagina 30)
(pagina 42)
Projector en Accessoires
(pagina 46)
(pagina 56)
(Move) / (Select)
(pagina 13)
(pagina 25, 60, 62~66)
(pagina 25, 60)
(pagina 23, 26)
(pagina 31)
(pagina 44)
(pagina 49)
11
PROJECTOR EN ACCESSOIRES
Bediening van de afstandsbediening
Bediening toets bewegen/selecteren
Voorbereiding
Projector en Accessoires
Batterijen in afstandsbediening plaatsen
1. Schuif het klepje in de gemarkeerde
richting om deze te verwijderen.
2. Plaats twee AAA-batterijen van 1.5V zoals
afgebeeld.
3. Sluit het klepje.
Naar bovenstaand
menuonderdeel
(Omhoog)
Aanpassing instellen
(links), of bewegen
naar hoger onderdeel.
Naar onderstaand
menuonderdeel
(Omlaag)
Huidige instelling
selecteren
Aanpassing instellen
(rechts), of bewegen
naar lager onderdeel.
12
Geoorloofde afstand & hoek voor het ontvangen van het signaal van de afstandsbediening
U kunt de afstandsbediening gebruiken in
een hoek van 30° op een afstand van 7-10
Voorbereiding
meter (22-33ft) vanaf de projector.
■
Houd gebruikte batterijen buiten het bereik
LET OP
van kinderen en gooi ze weg als chemisch
afval.
■
Gebruik geen gebruikte en nieuwe
batterijen door elkaar. Vervang de twee
batterijen gelijktijdig.
■
Verwijder de batterijen als de projector
lange tijd niet is gebruikt.
Projector en Accessoires
Afstandsbediening gebruiken in het donker (LIGHT)
Druk vijf seconden lang op de toets LIGHT
van de afstandsbediening.
De toetsen van de afstandsbediening worden
nu 5 seconden verlicht. Daarna gaat de
verlichting automatisch uit.
LIGHT
13
INSTALLATIE EN BASISINSTELLINGEN
Plaatsing en inschakelen
Projector plaatsen
Plaats de projector zodanig dat de projectie
Voorbereiding
Installatie en Basisinstellingen
loodrecht op het scherm wordt weergegeven.
■
Centreer de lens op het scherm. Als de
OPMERKING
projector niet loodrecht ten opzichte van het
scherm is opgesteld, wordt de afbeelding
mogelijk trapezoïdaal weergegeven.
■
Plaats het scherm niet op een heldere plek
omdat de afbeeldingen dan moeilijker te
zien zijn.
■
Verduister de ruimte als u de projector op
een lichte plaats zet.
Projector plaatsen aan achterzijde scherm
Plaats een transparant scherm zodat u de
projector aan de achterzijde van het scherm
kunt plaatsen. Het transparante scherm geeft
de horizontaal gespiegelde afbeelding weer.
Draai de afbeelding (geprojecteerd uit de
projector) horizontaal. (Pagina 44)
14
Projector voor het scherm plaatsen
Plaats de projector aan de zijde waar ook de
toeschouwers zitten.
■
De projector kan worden opgehangen aan
OPMERKING
het plafond aan de voor-/achterzijde van het
scherm.
■
Als u de projector aan het plafond wilt
monteren dient u contact op te nemen met
de dealer.
Projector inschakelen
1. Sluit het netsnoer aan op de achterzijde van de projector.
2. Duw de AAN/UIT-schakelaar aan de achterzijde van de projector naar "
3. Druk de POWER-toets van de projector in of druk op de toets ON van de
afstandsbediening.
4. Het scherm wordt binnen 30 seconden weergegeven.
231
■
Als u de projector uitschakelt, stopt de koelventilator binnen anderhalve minuut.
■
OPMERKING
Als de koelventilator stopt, dient u de AAN/UIT-schakelaar op “O” te zetten en de kabel te
ontkoppelen.
-
".
Voorbereiding
Installatie en Basisinstellingen
15
INSTALLATIE EN BASISINSTELLINGEN
Zoomen en focusinstelling
Zoomknop en focusring gebruiken
1. U kunt de grootte van de afbeelding met behulp van de zoomknop aanpassen binnen het
Voorbereiding
Installatie en Basisinstellingen
zoombereik.
2. Focus het beeld op het scherm met behulp van de focusring.
12
ZoomknopFocusring
Het beeld is mogelijk niet helder als de projector dichter bij het scherm wordt geplaatst dan aanbevolen.
(Pagina 20)
OPMERKING
16
INSTALLATIE EN BASISINSTELLINGEN
Kanteling instellen met verstelbare voeten
Verstelbare voeten gebruiken
U kunt met behulp van de verstelbare voeten de projector horizontaal positioneren.
Voorbereiding
Installatie en Basisinstellingen
■
■
OPMERKING
Verstelbare voeten
U kunt de kanteling van de projector tot 5 graden aanpassen.
Afhankelijk van de positie van de projector kan er een projectiehoekfout optreden. (Pagina 46)
17
INSTALLATIE EN BASISINSTELLINGEN
Lensknop gebruiken
Lensknop gebruiken
Beweeg het geprojecteerde beeld op het scherm omhoog en omlaag binnen het lensbereik
Voorbereiding
Installatie en Basisinstellingen
door met uw vingers aan de lensknop bovenop de projector te draaien.
Lensknop
UP
DOWN
18
INSTALLATIE EN BASISINSTELLINGEN
Schermformaat en projectieafstand
Controleer het volgende voordat u verder leest.
Plaats de projector op een vlak en effen oppervlak en zorg dat deze recht staat zodat u een
optimale beeldkwaliteit hebt. Als de afbeeldingen niet duidelijk zijn, pas deze dan aan met
behulp van de zoomknop of focusring of plaats de projector meer naar voren of achteren.
SP-H700/H710
Voorbereiding
Installatie en Basisinstellingen
Deze projector is ontworpen om afbeeldingen optimaal weer te geven op een scherm van 2 meter tot 3,8
meter.
OPMERKING
Scherm
Scherm
X
■
Z : Projectieafstand
■
OPMERKING
Z' : Afstand van lenscentrum tot onderzijde afbeelding
Y
19
INSTALLATIE EN BASISINSTELLINGEN
Schermformaat en projectieafstand
SP-H500
Voorbereiding
Installatie en Basisinstellingen
Deze projector is ontworpen om afbeeldingen optimaal weer te geven op een scherm van 2 meter tot 3,8
meter.
OPMERKING
Scherm
Scherm
X
■
Z : Projectieafstand
■
OPMERKING
Z' : Afstand van lenscentrum tot onderzijde afbeelding
Y
20
VISUEEL REALISME
Aansluitingen en broninstellingen
Voordat u aansluit ......................................22
Controleer het volgende voordat u de projector aansluit op andere apparatuur.
Aansluitingen en broninstellingena
Controleer het volgende voordat u aansluit
1. Lees eerst de handleiding van het apparaat door dat op de projector is aangesloten.
Het aantal en de positie van de poorten is verschillend afhankelijk van het type
apparatuur.
2. Sluit het netsnoer niet aan totdat alle aansluitingen zijn voltooid. Als u probeert het
apparaat in te schakelen terwijl u het netsnoer aansluit, resulteert dit mogelijk in
schade.
3. Controleer het type poorten waarop de projector is aangesloten.
Voordat u aansluit
Zie “Achterzijde en kabels” op pagina 10 voor de gebruikte aansluitkabels.
22
AANSLUITEN OP VIDEOAPPARATUUR
Aansluiten op VCR/Camcorder/Aftakdoos
Achterzijde van projector
Aansluitingen en broninstellingena
S-Video-kabel
Achteraansluiting
Video-(Composite-)kabel
of
VCR
Camcorder
Aftakdoos
Sluit de COMPOSITE-invoerpoort (geel) van de projector aan op de VIDEO OUTpoort (geel) van de videoapparatuur met behulp van de videokabel.
■
Als de videoapparatuur een S-VIDEO OUT-poort heeft, sluit deze dan aan op de S-VIDEOinvoerpoort van de projector.
Beeld weergeven
Aansluiten op Videoapparatuur
COMPOSITE
1
S-VIDEO
2
Zet de projector aan en druk op de toets
1
COMPOSITE om Composite te selecteren.
Sluit de projector en de videoapparatuur via
2
de S-videokabel aan en druk op de toets
S-VIDEO om S-video te selecteren.
■
Als de Composite-modus niet beschikbaar is, controleer
dan of de videokabels goed zijn aangesloten.
■
Zorg ervoor dat de projector en
OPMERKING
videoapparatuur zijn uitgeschakeld voordat
u de kabels aansluit.
■
Deze projector ondersteunt geen geluid.
(U hebt een afzonderlijk audiosysteem nodig
voor geluid)
Composite
23
AANSLUITEN OP VIDEOAPPARATUUR
Aansluiten op DVD-speler
Aansluitingen en broninstellingena
Achterzijde van projector
DVD
COMPONENT VIDEO OUT AUDIO OUT
S-VIDEO OUT
Componentkabel
Aansluiten op Videoapparatuur
Sluit de COMPONENT1- of COMPONENT2-poort (Y/Pb/Pr) van de projector aan op
de Componentpoort aan de achterzijde van de DVD-speler met behulp van de
componentkabel.
Beeld weergeven
COMP.1
1
COMP.2
2
Achteraansluiting
Zet de projector aan en druk op de toets
1
COMP.1 om Component1 te selecteren.
Druk op de toets
2
selecteren (indien deze is aangesloten).
■
Als de Componentmodus niet beschikbaar is,
controleer dan of de componentkabels goed zijn
aangesloten.
COMP.2 om Component2 te
Component1
24
Componentpoorten zijn gemarkeerd (Y,
Pb,Pr), (Y, B-Y, R-Y) of (Y, Cb, Cr),
OPMERKING
afhankelijk van de fabrikant.
AANSLUITEN OP VIDEOAPPARATUUR
Aansluiten op digitale TV-ontvanger
Achterzijde van projector
Aansluitingen en broninstellingena
PC-videokabel
DVI-videokabel
Digitale TV-ontvanger
(Set-Top Box)
Componentkabel
of
Sluit de antennekabel aan op de
daarvoor bestemde
1
invoeraansluiting van de ontvanger.
Beeld weergeven
COMP.1
1
COMP.2
2
PC
DVI
Zet de projector aan en druk op de toets
1
COMP.1 om Component1 te selecteren.
Druk op de toets
2
selecteren (indien deze is aangesloten).
Als de ontvanger is aangesloten op de DVI- of
PC-poort, druk dan op de
respectievelijk
■
Achteraansluiting
Sluit de COMPONENT1-of
COMPONENT2-poort (Y/Pb/Pr) van
de projector aan op de
Componentpoort van de ontvanger
2
met behulp van de componentkabel.
■
Als de ontvanger een DVI- of PC OUTpoort heeft, kunt u deze aansluiten op de
DVI- of PC-invoerpoort van de projector.
COMP.2 om Component2 te
DVI- of PC-toets om
DVI of PC te selecteren.
Als de Componentmodus niet beschikbaar is,
controleer dan of de componentkabels goed zijn
aangesloten.
Aansluiten op Videoapparatuur
Component1
DVI
25
Externe invoerbron instellen
U kunt voor de weergave een apparaat selecteren dat is aangesloten op de projector.
Aansluitingen en broninstellingena
One Touch
MENU
1
Selecteer
2, 3, 4
…/†
4
EXIT
5
Druk op de gewenste brontoets (COMP.1/
COMP.2/ S-VIDEO/COMPOSITE/ PC/DVI).
Als u op een toets drukt, wordt er overgeschakeld naar de
betreffende modus. U kunt alleen naar een bepaalde
modus schakelen als de projector is aangesloten op het
betreffende apparaat.
Externe invoerbron instellen
1
2
3
4
5
Druk op de toets MENU.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
Druk op om Invoer te selecteren.
Het menu Invoer wordt weergegeven.
Druk op om Bronlijst te selecteren.
Het menu Bronlijst wordt weergegeven.
Druk op ▲ of ▼ om naar de gewenste
invoermodus te gaan en druk daarna op .
De invoerbron die u hebt gekozen, wordt weergegeven.
Als de invoermodus niet wordt geselecteerd, controleer dan of
de kabels goed zijn aangesloten.