gebruiksaanwijzing op sommige plaatsen afwijkt van uw
telefoon, omdat deze soms afhangt van de
geïnstalleerde software of uw internet provider.
Drukfouten voorbehouden.
Lees, voordat u de telefoon in gebruik neemt, deze
eenvoudige veiligheidsrichtlijnen door. Wanneer u
zich er niet aan houdt, is dit gevaarlijk en mogelijk
illegaal.
Verkeersveiligheid gaat voor alles
Houd de telefoon tijdens het rijden niet in de hand,
maar plaats hem in een hands-free carkit of stop
eerst op een parkeerplaats.
Zet de telefoon uit tijdens het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in
de buurt van plaatsen waar andere brandstoffen of
chemicaliën zijn opgeslagen.
Zet de telefoon uit aan boord van een vliegtuig
Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken.
Aanzetten van deze telefoon in een vliegtuig is
gevaarlijk en verboden.
Zet de telefoon uit in het ziekenhuis
Zet de telefoon uit als u zich in de buurt van
medische apparatuur bevindt. Volg de aangegeven
regels op.
Storingen
Alle mobiele telefoons zijn gevoelig voor interferentie, wat de werking ervan kan beïnvloeden.
Houd u aan specifieke regels en richtlijnen
Gelden in een bepaalde omgeving speciale regels
voor het gebruik van mobiele telefoons, volg deze
dan altijd op.
Zet de telefoon altijd uit wanneer gebruik ervan niet
is toegestaan, storingen kan veroorzaken of gevaar
kan opleveren (bijvoorbeeld in een ziekenhuis).
7
Belangrijke veiligheidsinformatie
Adapter
Maak op de juiste wijze gebruik van de
telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (bij
het oor). Vermijd onnodig contact met de antenne
wanneer de telefoon aan staat, met name wanneer
u ermee belt.
Telefoneren in geval van nood
Controleer of de telefoon aan staat en verbinding
met het netwerk heeft. Geef het alarmnummer in
(112 of een ander officieel alarmnummer) en druk
vervolgens op de toets . Als bepaalde functies
ingeschakeld zijn, zoals blokkering uitgaande
gesprekken, moet u deze eerst uitschakelen
voordat u kunt telefoneren. Geef alle benodigde
informatie zo accuraat mogelijk door. Verbreek de
verbinding pas als u daartoe opdracht heeft
gekregen.
Waterdichtheid
Uw telefoon is niet bestand tegen water. Zorg dus
dat hij droog blijft.
Accessoires en batterijen
Gebruik uitsluitend door Samsung aanbevolen
batterijen en accessoires.
Deskundige technische service
Laat de telefoon alleen repareren door een
vakbekwame technicus.
Uitgebreide veiligheidsinformatie vindt u in het
hoofdstuk “Gezondheids- en veiligheidsinformatie”
op pagina 152.
Uitpakken
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
Telefoon
Batterij
Gebruiksaanwijzing
Opmerking
Daarnaast zijn bij uw Samsung dealer de volgende
extra accessoires voor uw telefoon verkrijgbaar:
•Batterijlader
•Eenvoudige hands-free kit
• Adapter voor sigarettenaansteker in de auto
•Datakit
: De bij de telefoon geleverde accessoires
kunnen per land verschillen.
Polsband
Oortelefoon
8
9
Uw telefoon
T
Uw telefoon
Onderdelen
De volgende illustraties geven een overzicht van de
belangrijkste onderdelen van uw telefoon:
Telefoon open
Luidspreker
Volume/menu
bladertoetsen
correctietoets
Toetsen voor
Aansluiting oplader
10
Klep
Functietoets
(links)
Bellen/
bevestigen
menukeuze
Annuleren/
terug/
speciale
functies
Hoofddisplay
Servicelampje
Stuurtoetsen
(Omhoog/
Omlaag/Links/
Rechts)
Functietoets
(rechts)
WAP browser
toets
Aan/Uit/Menu
verlaten
Alfanumerieke
toetsen
Microfoon
elefoon dicht
Extern
display
Aansluiting
oortelefoon
ToetsBeschrijving
Hiermee voert u de functie uit die
erboven (op de onderste regel van het
(functietoetsen)
display) staat aangegeven.
In de menustand kunt u met deze
toets door de menuopties en de
telefoonlijst bladeren.
In de standby-stand komt u met de
stuurtoets Links in het scherm
SMS-bericht schrijven
stuurtoets Rechts in het menu
Melodie voor inkomende oproep
met de stuurtoets Omhoog in het
menu Kalender en met de stuurtoets
Omlaag in het menu JAVA Wereld.
In de standby-stand: Direct starten
van de WAP (Wireless Application
Protocol) browser.
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
In de standby-stand opent u met deze
toets de Oproepenlijst. In menu’s kunt
u met deze toets een menufunctie
kiezen of door u ingegeven informatie
(bijv. een naam) in het telefoon- of
SIM-geheugen opslaan.
Antenne
Servicelampje
Infraroodpoort
Nieuw
en met de
,
11
Uw telefoon
Uw telefoon
ToetsBeschrijving (vervolg)
Verwijdert ingetoetste tekens.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, opent u direct het
menu Nieuwe notitie. In de
menustand gaat u met deze toets
terug naar het vorige menu.
Hiermee beëindigt u een gesprek of
oproep.
Door deze toets ingedrukt te houden,
kunt u de telefoon aan- en uitzetten.
In menu’s annuleert u hiermee de
ingevoerde informatie en gaat u terug
naar de standby-stand.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, wordt uw voice mail
geopend.
Voor het ingeven van cijfers, letters en
diverse speciale tekens en symbolen.
Deze toetsen worden voor diverse
functies en doeleinden gebruikt.
Toets ingedrukt houden tijdens intoetsen nummer: voegt een pauze in.
Toets ingedrukt houden in standbystand: schakelt stille modus in of uit.
(aan linkerzijkant van de telefoon)
Tijdens gesprek: luidsprekervolume
aanpassen.
In standby-stand met telefoon open:
toetsvolume aanpassen.
Ingedrukt houden tijdens inkomend
gesprek met de telefoon dicht: oproep
weigeren of beltoon uitschakelen. Zie
pagina 102.
Hoofddisplay
Indeling van het hoofddisplay
Het hoofddisplay bestaat uit drie gedeelten:
Pictogrammen
Tekst en
afbeeldingen
Menu T.Lijst
GedeelteBeschrijving
Bovenste regel Toont diverse pictogrammen. Zie
onderstaande beschrijving.
MiddenHier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijv.
telefoonnummer) getoond.
Onderste
regel
Toont de functies die op dat
moment aan de functietoetsen
zijn toegewezen.
Indicatie
functietoetsen
12
13
Uw telefoon
Uw telefoon
Pictogrammen
Pictogram
14
Beschrijving
Geeft de sterkte van het ontvangen
signaal aan. Hoe meer balkjes, hoe beter
het signaal.
Verschijnt tijdens een oproep. Als uw
SIM-kaart de functie ALS (Alternate Line
Service) ondersteunt, kan bij dit
pictogram het cijfer 1, 2 of beide staan
(bijv. , , ).
Verschijnt wanneer u buiten het bereik
van uw netwerk bent. Wanneer dit
pictogram wordt getoond, kunt u niet
bellen of gebeld worden.
Verschijnt wanneer u niet-afgeluisterde
voice mailberichten heeft. Als uw SIMkaart de functie ALS (Alternate Line
Service) ondersteunt, kan bij dit
pictogram het cijfer 1, 2 of beide staan
(bijv. , , ).
Verschijnt wanneer u een nieuw of
ongelezen bericht heeft.
Verschijnt wanneer u een nieuw of niet
bekeken of afgeluisterd
multimediabericht heeft.
Verschijnt wanneer u een
multimediabericht ophaalt.
Verschijnt wanneer u een of meer alarms
heeft ingesteld.
Verschijnt wanneer de infraroodpoort is
ingeschakeld. Voor meer informatie, zie
pagina 103.
Verschijnt wanneer u de telefoon via de
infraroodpoort op de computer aansluit.
Picto-
Beschrijving (vervolg)
gram
Verschijnt wanneer de functie Oproepen
doorschakelen is ingeschakeld. Als uw
SIM-kaart de functie ALS (Alternate Line
Service) ondersteunt, kan bij dit
pictogram het cijfer 1, 2 of beide staan
(bijv. , , ).
Verschijnt wanneer u verbinding heeft
met het GPRS netwerk.
Verschijnt wanneer u zich thuis bevindt
(
dit pictogram wordt alleen getoond als uw
provider deze functie ondersteunt).
Verschijnt wanneer u zich op kantoor
bevindt (
dit pictogram wordt alleen
getoond als uw provider deze functie
ondersteunt).
Verschijnt wanneer u het belsignaal voor
inkomende oproepen heeft ingesteld op
Trillen of Eerst trillen dan melodie.
Kijk voor meer informatie op pagina 92.
Verschijnt wanneer de Stille modus is
ingeschakeld.
Batterijstatus: Geeft de lading van uw
batterij aan. Hoe meer balkjes, hoe voller
de batterij.
Verlichting aan
De beide displays en het toetsenbord beschikken
over een achtergrondverlichting. Wanneer u op een
willekeurige toets drukt of de telefoon opent, wordt
de verlichting ingeschakeld. Via de menukeuze
Verlichting kunt u instellen hoe lang de verlichting
aan moet blijven. Meer informatie hierover vindt u
op pagina 98.
Opmerking
:Wanneer de telefoon is aangesloten op
een carkit (optie) is de verlichting altijd
aan.
15
Uw telefoon
Verlichting uit
Als gedurende een bepaalde periode geen toets
wordt ingedrukt, gaat de verlichting automatisch
uit, zodat de telefoon minder stroom gebruikt. Deze
tijdsduur kunt u instellen via het menu Verlichting
(Menu 4.2.3). Wanneer u op een willekeurige toets
drukt, gaat de verlichting weer aan.
Display uit
Als binnen een minuut nadat de verlichting is
uitgeschakeld geen toets wordt ingedrukt, wordt
het display uitgeschakeld. U kunt het display weer
inschakelen door op een willekeurige toets te
drukken.
Extern display
Op de klep van de telefoon bevindt zich het externe
display.
Wanneer u wordt gebeld, een bericht ontvangt of
een alarm heeft ingesteld, kunt u dit op dit display
zien.
U kunt de verlichting van het externe display
inschakelen, door met de telefoon dicht een van de
volumetoetsen ingedrukt te houden.
Als u de oortelefoon op de telefoon heeft
aangesloten, kunt u ook het knopje hierop
gebruiken om de verlichting in te schakelen.
Aan de slag
SIM-kaart plaatsen/verwijderen
Wanneer u een prepaid GSM-kaart koopt of een
GSM abonnement afsluit, ontvangt u een SIMkaartje dat al uw gegevens bevat (PIN code, extra
diensten, beltegoed, enzovoort).
•Houd SIM-kaarten altijd buiten bereik van kleine
kinderen.
•De SIM-kaart en de daarop vastgelegde gegevens
kunnen eenvoudig beschadigd raken wanneer de
kaart wordt verbogen of er krassen op komen.
Wees dus altijd voorzichtig wanneer u de SIMkaart plaatst of verwijdert.
•Zet de telefoon uit voordat u de batterij van de
telefoon haalt om de SIM-kaart te plaatsen.
SIM-kaart plaatsen
1. Verwijder zo nodig de batterij. Zie pagina 19.
2. Schuif de SIM-kaart onder de twee uitsteeksel-
tjes. Zorg ervoor dat de hoek met de schuine
rand links boven zit en de gouden contacten
naar de telefoon gericht zijn.
Servicelampje
In de volgende situaties gaat het servicelampje
knipperen:
•Als u de menuoptie Lampje (Menu 4.9) op Aan
heeft ingesteld.
•Wanneer het type belsignaal voor een inkomende
oproep of bericht is ingesteld op Alleen lampje.
16
17
Aan de slag
Aan de slag
SIM-kaart verwijderen
U kunt de SIM-kaart verwijderen, door de kaart uit
de houder te schuiven (zie illustratie).
Batterij plaatsen/verwijderen/
opladen
Uw telefoon wordt van stroom voorzien door een
oplaadbare Li-ion batterij. Gebruik alleen door
Samsung goedgekeurde batterijen en laders. Voor
meer informatie kunt u terecht bij uw leverancier.
Opmerking:
Batterij plaatsen
1. Schuif de nokjes onderaan de batterij in de
uitsparingen van de telefoon.
Voordat u de telefoon voor het eerst in
gebruik neemt, moet u ervoor zorgen
dat de batterij geheel is opgeladen. Het
opladen van een lege standaard batterij
duurt ongeveer 140 minuten.
2. Druk de batterij tegen de achterkant van de
telefoon tot deze op zijn plaats klikt.
Batterij verwijderen
1. Schakel de telefoon uit door de toets
ingedrukt te houden.
2. U kunt de batterij verwijderen door het nokje
van de batterij naar boven te duwen en in die
stand te houden. Nu kunt u de batterij van de
telefoon afhalen.
18
19
Aan de slag
Aan de slag
Batterij opladen met de adapter
Opmerking:
1. Steek het uiteinde van de adapter in de
aansluiting aan de onderkant van de telefoon.
De pijl op de adapter moet in de richting van de
telefoon wijzen.
2. Sluit de adapter aan op een normaal
stopcontact.
Tijdens het opladen worden de balkjes
rechtsboven in het display van de telefoon een
voor een gevuld.
Terwijl de batterij wordt opgeladen, kunt
u de telefoon gewoon gebruiken. De
batterij laadt echter sneller op wanneer
de telefoon is uitgeschakeld.
3. Als de batterij volledig is opgeladen, verandert
het batterijpictogram niet langer en verschijnt
de melding “Opgeladen”. Maak de adapter los
van de telefoon door de grijze knopjes aan de
zijkant van de connector in te drukken en de
connector uit de telefoon te trekken.
Indicatie Batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar een paar
minuten kunt bellen, wordt u op diverse manieren
gewaarschuwd: in het display gaat het batterijpictogram knipperen (), u hoort een
waarschuwingssignaal en in het display verschijnt
regelmatig een melding.
Als de batterij zo leeg is dat de telefoon niet meer
kan werken, schakelt de telefoon zichzelf uit.
20
21
Aan de slag
Aan de slag
Telefoon aan- of uitzetten
Telefoon aanzetten:
1. Open de telefoon.
2. Om de telefoon aan te zetten, houdt u de
toets ingedrukt tot de telefoon aan is.
3. Als de telefoon om de PIN code vraagt, geeft u
deze in en drukt u op de functietoets OK. Kijk
voor meer informatie op pagina 149.
De telefoon zoekt naar uw netwerk en de
huidige datum en tijd worden in het display
getoond. Zodra het netwerk gevonden is, kunt u
bellen en gebeld worden.
NETWERK
WO 17 sep 03
12:53
Extern display
12:53
WO 17 sep
Menu T.Lijst
Opmerking:
U zet de telefoon als volgt uit:
Houd de toets ingedrukt tot het afsluitfilmpje
wordt getoond.
Om de taal te wijzigen, gaat u naar
de menuoptie
Taal (Menu 4.3
).
Kijk voor meer informatie op
pagina 98.
Functies en opties selecteren
Uw telefoon heeft veel functies die u aan uw eigen
voorkeur kunt aanpassen. U kunt deze instellingen
via menu's en submenu's benaderen met behulp
van de twee functietoetsen en . In ieder menu
en submenu kunt u de instellingen van een
bepaalde functie bekijken en wijzigen.
De rol van de functietoetsen is afhankelijk van de
plaats binnen het menu waar ze worden gebruikt.
Op de onderste regel van het display, direct boven
de betreffende toets, kunt u zien welke functie hij
op dat moment heeft.
Voorbeeld:
NETWERK
WO 17 sep 03
12:53
Menu T.Lijst
Druk op de linker
functietoets om
naar het menu te
gaan.
Druk op de rechter
functietoets om
naar de telefoonlijst
te gaan.
22
23
Aan de slag
Om de diverse beschikbare functies en opties te
bekijken en te selecteren, doet u het volgende:
1. Druk op de juiste functietoets.
2. U wilt...Druk op…
• De getoonde functie
• De gemarkeerde optie
selecteren
Naar de volgende functie
of optie in de lijst
Terug naar de vorige
functie of optie in de lijst
Een niveau in de menustructuur terug
Terug naar de standbystand
Bij sommige functies moet u een wachtwoord of PIN
code invoeren. Geef de code in en druk op de
functietoets OK.
De functietoets
Kies.
De stuurtoets
Omlaag.
De stuurtoets
Omhoog.
De functietoets
(of Terug) of de
toets C.
De toets .
Telefoneren
Zelf bellen
Met de cijfertoetsen
Als de telefoon standby staat, toetst u het netnummer en telefoonnummer in en drukt u op de
toets .
Opmerking:
Nummer corrigeren
U wilt wissen...Dan drukt u op…
Het laatste cijferDruk op de toets C.
Een ander cijferDruk op de stuurtoets Links
Alle tekens Houd de toets C ruim een
Als u de functie
(
Menu 4.5) Aan
persoon die u wilt bellen neemt niet op
of is in gesprek, wordt het nummer
automatisch maximaal tien keer
opnieuw gekozen. Meer informatie
hierover vindt u op pagina 102.
Autom. herhalen
heeft gezet en de
of Rechts totdat de cursor (|)
rechts naast het cijfer staat
dat u wilt wissen. Druk
vervolgens op de toets C. Om
een cijfer tussen te voegen,
zet u de cursor op de
gewenste plaats en drukt u
op de juiste cijfertoets.
seconde ingedrukt.
24
25
Telefoneren
Telefoneren
Internationaal bellen
1. Houd voor de internationale toegangscode de
toets 0 ingedrukt. Het + teken verschijnt in het
display.
2. Geef het landnummer, netnummer en het
abonneenummer in en druk op de toets .
Nummer uit de telefoonlijst bellen
U kunt namen en telefoonnummers van personen of
bedrijven die u regelmatig belt op de SIM-kaart of
in het geheugen van de telefoon opslaan. Deze
twee geheugen worden tezamen aangeduid als
Telefoonlijst. U hoeft alleen maar de gewenste
naam te kiezen om het bijbehorende nummer te
bellen.
Meer informatie over de telefoonlijst vindt u op
pagina 52.
Oproepenlijsten gebruiken
Uw telefoon bewaart op chronologische wijze de
nummers van de laatste 20 ontvangen, uitgaande
en gemiste oproepen. De laatste oproep staat
bovenaan de lijst. Als een nummer meer dan
eenmaal voorkomt, wordt alleen de laatste oproep
bewaard.
U kunt een van deze nummers als volgt
(terug)bellen:
1. Druk in de standby-stand op de toets om de
Oproepenlijst te openen.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
door de lijst tot het nummer dat u wilt bellen
gemarkeerd wordt weergegeven.
In de Oproepenlijst worden de volgende
pictogrammen gebruikt:
• : Uitgaande oproepen
• : Ontvangen oproepen
• : Gemiste oproepen
3. Om het nummer te bellen, drukt u op .
U kunt de verschillende oproepenlijsten ook apart
bekijken. Zie “Oproepenl.” op pagina 88.
Gemiste oproepen bekijken
Als u een oproep niet hebt beantwoord, kunt u, als
uw provider deze dienst levert, zien wie heeft
geprobeerd u te bellen. Desgewenst kunt u de
betreffende persoon dan terugbellen.
Als u een of meer oproepen heeft gemist, wordt het
aantal gemiste oproepen aangegeven.
Via de volgende stappen kunt u een of meer
gemiste oproepen direct bekijken:
1. Open, indien nodig, de telefoon.
2. Druk op de functietoets
Nu wordt de lijst met gemiste oproepen
getoond.
3. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag naar het gewenste nummer.
4. Om het nummer te bellen, drukt u op .
Meer informatie over de diverse mogelijkheden
vindt u onder “Gemiste oproepen” op pagina 88.
Opmerking:
U kunt de melding van uw display
verwijderen door op de toets te
drukken. Wanneer u ook voice mails,
SMS berichten, multimedia-berichten
en/of info-berichten heeft ontvangen,
wijzigt de rechter functietoets in de
volgende volgorde:
Tonen, CB
Gemist
.
Gemist, Verbind,
(Infobericht) en
T.Lijst
.
Snel en eenvoudig nummers vanuit de
telefoonlijst bellen
Zodra u telefoonnummers in de telefoonlijst hebt
opgeslagen, kunt u deze snel en eenvoudig bellen
door slechts een of twee toetsen in te drukken. Kijk
voor meer informatie op pagina 56.
26
27
Telefoneren
Telefoneren
Oproep beëindigen
Om een gesprek te beëindigen, drukt u kort op
de toets of sluit u de telefoon.
Oproep beantwoorden
Als u gebeld wordt, gaat de telefoon over en wordt
het animatiefilmpje voor een inkomende oproep
getoond.
Het nummer van de beller wordt getoond wanneer
deze nummerweergave heeft ingeschakeld of
wanneer het nummer in uw telefoonlijst voorkomt.
Om een oproep te beantwoorden, opent u de
telefoon. Als de telefoon al open is, drukt u op de
toets of de functietoets Opnemen.
Opmerking:
Ook tijdens het gebruik van de
telefoonlijst of menufuncties kunt u
oproepen beantwoorden. De handeling
waar u op dat moment mee bezig bent,
wordt dan beëindigd.
Oproep weigeren
U kunt een oproep weigeren door op de toets
of de functietoets Weiger te drukken.
Als de optie Toets op zijkant is ingesteld op
Weigeren, kunt u een inkomende oproep ook
weigeren door op een van de volumetoetsen links
op de telefoon te drukken. Voor meer informatie,
zie pagina 102.
Volume aanpassen
Met de toetsen aan de zijkant van de telefoon kunt
u tijdens het telefoneren het luidsprekervolume
aanpassen.
Druk op om het volume te verhogen en op om
het lager te zetten.
Wanneer u een geluid hoort, bijvoorbeeld een
beltoon, kunt u het volume van de luidspreker
tijdelijk aanpassen.
In de standby-stand kunt u met de toetsen en
het toetsvolume aanpassen.
Opmerking:
Afhankelijk van de instelling bij
menuoptie Toets op zijkant (Menu 4.6), kunt u door een van de
volumetoetsen ingedrukt te houden een
inkomende oproep weigeren of de
beltoon uitschakelen. Kijk voor meer
informatie op pagina 102.
28
29
Telefoneren
Telefoneren
Tijdens gesprek beschikbare opties
Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook
tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Microfoon uitschakelen
U kunt de microfoon van de telefoon tijdelijk
uitschakelen, zodat de persoon met wie u belt u
niet langer kan horen.
Voorbeeld: U wilt iets zeggen tegen iemand die bij u
in de kamer staat, zonder dat de
persoon die u aan de lijn hebt het hoort.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Wanneer Microfoon uit gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Kies.
Onderin het display verschijnt het pictogram
voor Microfoon uit () en de persoon die u aan
de lijn hebt kan u nu niet meer horen.
Zo zet u de microfoon weer aan:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Wanneer Microfoon aan gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Kies.
Het pictogram voor Microfoon uit verdwijnt en
de persoon met wie u belt kan u nu weer horen.
Toetstonen in- en uitschakelen
Tijdens een gesprek kunt u de toetstonen in- of
uitschakelen. Als de optie Toetstonen uit is
geselecteerd, worden de toetstonen niet
doorgegeven. Op die manier hoort u geen storende
piepjes wanneer u tijdens een gesprek toetsen
indrukt.
Als u verbinding maakt met een antwoordapparaat
of computergestuurd telefoonsysteem, moet u de
optie Toetstonen aan selecteren.
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de
wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt,
kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan
voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het
tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u
tussen beide gesprekken heen en weer schakelen.
Druk op de functietoets Wacht als u een gesprek in
de wacht wilt zetten. U kunt het gesprek op ieder
willekeurig moment weer uit de wacht halen door
op de functietoets Ophalen te drukken.
Op de volgende wijze kunt u, terwijl u al met
iemand in gesprek bent, een tweede persoon
bellen:
1. Geef het telefoonnummer in dat u wilt bellen of
zoek dit op in de telefoonlijst.
2. Druk op de toets om het nummer te bellen.
Het eerste gesprek wordt automatisch in de
wacht gezet.
Of:
1. Zet het huidige gesprek in de wacht door op de
functietoets Wacht te drukken.
2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de
persoon die u tegelijkertijd wilt spreken.
Druk op de functietoets Wissel om tussen beide
gesprekken te switchen.
Het huidige gesprek wordt dan in de wacht gezet;
tegelijkertijd wordt het tweede gesprek uit de wacht
gehaald, zodat u dit kunt voortzetten.
U kunt het gesprek dat in de wacht staat beëindigen
door op de functietoets Opties te drukken en de
optie Gesprek in wacht beëindigen te selecteren.
U kunt beide gesprekken beëindigen door op de
toets te drukken.
30
31
Telefoneren
Telefoneren
Tweede oproep aannemen
(wisselgesprek)
Als uw provider deze dienst levert en als u de optie
Wisselgesprek heeft ingeschakeld (zie
pagina 123), kunt u tijdens een gesprek een
tweede binnenkomend gesprek beantwoorden. U
hoort dat er een gesprek binnenkomt door een
waarschuwingstoontje voor een wachtend gesprek.
U kunt het binnenkomende gesprek aannemen door
de volgende stappen uit te voeren:
1. Druk op de toets om het tweede gesprek
aan te nemen.
Het eerste gesprek wordt automatisch in de
wacht gezet.
2. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide
gesprekken te switchen.
3. U kunt het gesprek dat in de wacht staat
beëindigen door op de functietoets Opties te
drukken en de optie Gesprek in wacht beëindigen te selecteren.
Druk op de toets als u het huidige gesprek
wilt beëindigen.
Het gesprek dat in de wacht staat wordt nu
automatisch uit de wacht gehaald.
Een oproep doorverbinden
Als uw provider deze dienst ondersteunt, kunt u het
huidige gesprek doorverbinden naar het gesprek
dat in de wacht staat, zodat beide bellers met
elkaar kunnen spreken. U bent op dat moment met
geen van beide meer verbonden.
1. Beantwoord terwijl u al met iemand in gesprek
bent een oproep of plaats op de normale wijze
een oproep en druk op de functietoets Opties.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de optie Doorverbinden en druk op de
functietoets Kies.
De twee personen staan nu met elkaar in
verbinding.
Nummer in telefoonlijst opzoeken en
bellen
Tijdens uw gesprek kunt u in uw telefoonlijst een
ander nummer opzoeken.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk zonodig op de stuurtoets Omhoog of
Omlaag om de optie Telefoonlijst te
selecteren. Druk vervolgens op de functietoets
Kies.
3. Selecteer de optie Naam zoeken en druk op de
functietoets Kies.
U ziet nu een overzicht van de telefoonlijst,
gesorteerd op alfabetische volgorde.
4. Geef de eerste letters van de naam die u zoekt
in. De telefoonlijst wordt nu getoond vanaf de
eerste naam of nummer dat begint met de door
u ingegeven letter(s) of cijfer(s).
Opmerking:
5. Om de gemarkeerde naam te bekijken, drukt u
op de functietoets OK.
Meer informatie over de telefoonlijst vindt u op
pagina 52.
Met de stuurtoetsen Omhoog en
Omlaag kunt u ook vanaf het begin
door de telefoonlijst bladeren.
Tijdens een gesprek een bericht lezen of
schrijven
Ook tijdens een telefoongesprek kunt u een nieuw
bericht lezen of schrijven.
1. Druk op de functietoets Opties.
32
33
Telefoneren
Telefoneren
2. Druk op de stuurtoets Omhoog of Omlaag om de
optie Bericht te selecteren. Druk vervolgens op
de functietoets Kies.
3. Als u een ontvangen bericht wilt lezen,
selecteert u Postvak IN en bladert u naar het
bericht dat u wilt lezen.
Wilt u een bericht schrijven, selecteer dan de
optie Nieuw bericht.
4. Druk vervolgens op de functietoets Kies.
Meer informatie over SMS-berichten vindt u op
pagina 64.
Multiparty-gesprekken
(telefonisch vergaderen)
“Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen
genoemd) is een dienst die door diverse providers
geboden wordt, waarbij maximaal zes personen
tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen
deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met uw provider.
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel op de normale wijze de eerste gespreksdeelnemer.
2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreksdeelnemer. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
3. Om de eerste deelnemer in het Multipartygesprek op te nemen, drukt u op de functietoets
Opties en selecteert u de optie Deelnemen.
Druk vervolgens op de functietoets Kies.
4. Om een nieuwe deelnemer aan het Multipartygesprek toe te voegen, belt u deze op de
gebruikelijke wijze. Daarna drukt u op de
functietoets Opties en selecteert u de optie
Deelnemen. Druk vervolgens op de
functietoets Kies.
Ook personen die u bellen kunt u aan het
Multiparty-gesprek toevoegen door de oproep aan
te nemen en de optie Deelnemen te selecteren.
Herhaal deze procedure voor eventuele volgende
binnenkomende oproepen.
Tijdens een Multiparty-gesprek een volgende
oproep aannemen of zelf iemand bellen
Ook tijdens een Multiparty-gesprek kunt u een
oproep aannemen of zelf iemand bellen. Dit doet u
als volgt:
1. Zet het Multiparty-gesprek in de wacht door op
de functietoets Wacht te drukken.
2. Neem de oproep aan of bel op de gebruikelijke
wijze de gewenste persoon.
3. Het Multiparty-gesprek kunt u uit de wacht
halen door op de functietoets Ophalen te
drukken.
U kunt het Multiparty-gesprek beëindigen door
op de functietoets Opties te drukken en de
optie Multiparty
in wachtbeëindigen
te
selecteren.
Wilt u een inkomende oproep aannnemen terwijl er
een multiparty-gesprek gaande is en u ook nog een
gesprek in de wacht heeft staan, dan doet u het
volgende:
1. Druk op de functietoets Opnemen.
2. Selecteer de optie Gesprek
beëindigen
om het gesprek dat in de wacht
in wacht
staat te beëindigen.
Of selecteer de optie
beëindigen
om het gesprek dat niet in de wacht
Huidig gesprek
staat te beëindigen.
3. Neem het nieuwe gesprek aan door op de
toets te drukken.
34
35
Telefoneren
Telefoneren
Met een van de deelnemers een privégesprek
voeren
1. Druk op de functietoets Opties en selecteer de
optie Uit Mpty. Druk vervolgens op de
functietoets Kies.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste deelnemer en druk op de
functietoets Kies.
Nu kunt u een privégesprek met de gekozen
deelnemer voeren. De andere deelnemers
kunnen intussen hun conversatie gewoon
voortzetten.
3. Druk op de functietoets Opties en kies daarna
Deelnemen als u terug wilt naar het Multipartygesprek.
4. Druk vervolgens op de functietoets Kies.
Alle deelnemers aan het Multiparty gesprek
kunnen elkaar nu weer horen.
Gesprek met één deelnemer beëindigen
1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie
Verwijder.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste deelnemer en druk op de
functietoets Kies.
Het gesprek met deze deelnemer wordt
beëindigd, terwijl het gesprek met de andere
deelnemers gewoon kan worden voortgezet.
Oortelefoon gebruiken
Met behulp van de oortelefoon kunt u telefoneren
zonder dat u de telefoon vast hoeft te houden.
Wanneer u de oortelefoon op de aansluiting
bovenop de telefoon heeft aangesloten, werkt de
knop van de oortelefoon als volgt:
U wilt...Dan doet u het volgende...
Het laatste
nummer herhalen
Een oproep
beantwoorden
Een gesprek
beëindigen
Druk in de standby-stand de
knop twee keer in.
Houd de knop bij een
inkomende oproep ingedrukt.
Houd de knop ingedrukt.
3. U kunt het Multiparty-gesprek beëindigen door
de telefoon te sluiten of op de functietoets
te drukken.
36
37
Tekst intoetsen
U zult regelmatig tekst willen intoetsen,
bijvoorbeeld als u een naam in de telefoonlijst wilt
opnemen, een bericht wilt schrijven, uw eigen
welkomtekst wilt maken of afspraken in de agenda
wilt zetten. Daarom kunt u met de toetsen van de
telefoon ook letters en andere tekens ingeven.
Uw telefoon beschikt over een aantal
standen
• T9 stand
waarmee u tekst in kunt voeren
*
In deze stand hoeft u vaak maar één keer op een
toets te drukken voor de gewenste letter. Iedere
toets op het toetsenbord is toegewezen aan een
aantal letters. Met de toets 5 kunt u bijvoorbeeld
de letters J, K en L maken. De T9 functie
vergelijkt uw toetsaanslagen met een
ingebouwde woordenlijst om te bepalen wat het
juiste woord is.
• ABC stand
In deze stand kunt u letters intoetsen door de
toets waarop de gewenste letter staat
aangegeven één, twee, drie of vier keer in te
drukken tot de gewenste letter wordt getoond.
• Cijfers
In deze stand kunt u cijfers intoetsen.
• Tekens
In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen.
* is een geregistreerd handelsmerk van Tegic
Communications, Inc. en in de VS gepatenteerd onder
nummer 5,818,437/ 5,953,541/ 6,011,554.
tekstinvoer-
:
Tekst intoetsen
Tekstinvoerstand wijzigen
Wanneer u in een veld bent waar u letters in kunt
toetsen, ziet u onderin het display wat de huidige
tekstinvoerstand is.
Voorbeeld: Een naam in de telefoonlijst ingeven
Geef naam
20
OK
Ned
De tekstinvoerstand kunt u als volgt wijzigen:
1. Druk op de rechter functietoets, die de huidige
tekstinvoerstand aangeeft.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de gewenste tekstinvoerstand.
Via de optie Taal kiezen kunt u de voor de
tekstinvoerstand T9 gebruikte taal wijzigen.
Met de optie Woord toevoegen kunt u nieuwe
woorden aan de T9 woordenlijst toevoegen. Zie
pagina 41.
Opmerking:
Als u dit menu wilt verlaten zonder
wijzigingen door te voeren, drukt u
op de functietoets of de
toets .
3. Druk op de functietoets Kies om de
gemarkeerde tekstinvoerstand te selecteren.
Indicatie tekstinvoerstand:
T9 Nederlands
38
39
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
Snel de tekstinvoerstand wijzigen
Wisselen tussen de
standen...
Cijfers en de vorige stand.
Tekens en de vorige stand.
ABC en T9Rechter functietoets.
Houd de volgende
toets ingedrukt...
T9 stand (NL)
Het intoetsen van een woord in de voorspellende
T9 stand doet u als volgt:
1. Begin met de toetsen 2 t/m 9 het woord in te
toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets maar
één keer in te drukken.
Voorbeeld: Om in de T9 stand “hallo” in te
toetsen, drukt u op de 4, 2, 5, 5
en 6.
Het geraden woord verschijnt in het display.
Het kan bij iedere volgende toetsaanslag
veranderen.
2. Wijzig of verwijder pas letters wanneer u klaar
bent met het woord.
3. Is het woord juist, toets dan een spatie in en ga
verder met het volgende woord. Als het woord
niet juist is, drukt u zo vaak als nodig op de
toets 0 voor alternatieve woorden met de door u
gebruikte toetsen.
Voorbeeld: Zowel “of" en “me” worden gemaakt
met de toetsen 6 en 3. Het meest
gebruikte woord wordt eerst
getoond.
4. Sluit ieder woord af met een spatie ( ).
5. Geef het volgende woord in.
Als tijdens het intoetsen van tekst boven de linker
functietoets Nieuw verschijnt, komt het woord niet
in het T9 woordenboek voor. Om woorden in te
toetsen die niet in het woordenboek voorkomen,
wijzigt u de tekstinvoerstand in de ABC stand:
1. Druk op de functietoets Nieuw of op de rechter
functietoets en selecteer Woord toevoegen.
2. Geef in de ABC stand het woord in dat u wilt
toevoegen (zie pagina 42) en druk op OK.
Het woord wordt in het T9 woordenboek
opgeslagen en in uw scherm ingevoegd.
3. U kunt nu verder gaan met het invoeren van
tekst in de T9 stand.
De juiste leestekens
Voor het invoegen van een punt, verbindingsstreepje of apostrof, drukt u op de toets 1. De T9
stand past zelf grammaticaregels toe en plaatst het
juiste leesteken.
Voorbeeld: Voor het invoegen van de twee lees-
tekens, is twee keer de toets 1 gebruikt.
’ s a v o n d s .
Wisselen tussen hoofdletters/kleine letters
Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine
letters en omgekeerd, drukt u op de toets . Er zijn
drie standen:
•Kleine letters (geen aanduiding)
•Beginhoofdletter ( )
•Alles in hoofdletters ( )
Spatie invoegen
Door op de toets te drukken, kunt u tussen twee
woorden een spatie invoegen.
Direct een cijfer invoegen
40
41
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
Om een cijfer in te voegen, houdt u de betreffende
cijfertoets ingedrukt.
Cursor verplaatsen
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u de
cursor binnen de tekst naar links of rechts
verplaatsen.
Letters of woorden wissen
Om de letter links van de cursor te wissen, drukt u
op de toets C. U kunt alle letters in het display
wissen, door de toets C ingedrukt te houden.
Terug naar het vorige scherm
Als het invoerveld leeg is, kunt u terug naar het
vorige scherm door de toets C ingedrukt te houden.
ABC stand
Als u in de ABC stand letters wilt intoetsen, drukt u
op de toets waarop de gewenste letter staat
aangegeven:
- Eenmaal voor de eerste letter;
- Tweemaal voor de tweede letter;
- Enzovoort.
Voorbeeld: Voor de letter “C” drukt u drie keer kort
Opmerking:
In onderstaande tabel vindt u meer informatie over
de beschikbare tekens. De letters zijn afhankelijk
van de gebruikte taal.
De taal kunt u als volgt instellen:
42
op de toets 2. Voor de letter “K” drukt u
twee keer op de toets 5.
Wanneer u een volgende toets indrukt,
verschuift de cursor mee naar rechts.
Als u twee keer dezelfde toets nodig
heeft (de volgende letter staat op
dezelfde toets), wacht dan even totdat
de cursor automatisch naar rechts is
geschoven en toets dan pas de volgende
letter in.
Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine
letters en omgekeerd, drukt u op de toets . Er zijn
drie standen:
•Kleine letters (geen aanduiding)
•Beginhoofdletter ( )
•Alles in hoofdletters ( )
Spatie invoegen
Door op de toets te drukken, kunt u tussen twee
woorden een spatie invoegen.
43
Tekst intoetsen
Cursor verplaatsen
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u de
cursor binnen de tekst naar links of rechts
verplaatsen.
Letters of woorden wissen
Om de letter links van de cursor te wissen, drukt u
op de toets C. U kunt alle letters in het display
wissen, door de toets C ingedrukt te houden.
Terug naar het vorige scherm
Als het invoerveld leeg is, kunt u terug naar het
vorige scherm door de toets C ingedrukt te houden.
Speciale tekens intoetsen
Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en
symbolen in uw tekst opnemen.
U wilt...Druk op…
Meer symbolen
weergeven
Een symbool
invoegen
Terug naar vorige
tekstinvoerstand
De stuurtoets Omhoog of
Omlaag.
De juiste cijfertoets.
De functietoets OK of .
Cijfers
In de cijferstand kunt u in uw tekst cijfers
opnemen. Druk op de toetsen waarop de door u
gewenste cijfers voorkomen.
44
Menu’s gebruiken
Uw telefoon biedt u een groot aantal functies
waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt
afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in
menu’s en submenu’s.
Menu openen
U krijgt toegang tot de menu’s en submenu’s door
in de standby-stand op de functietoets Menu of T.Lijst te drukken en vervolgens met de
stuurtoetsen naar het gewenste menu te bladeren.
1. In de standby-stand drukt u op de functietoets
Menu om het hoofdmenu te openen of op de
functietoets T.Lijst om het menu Telefoonlijst te
openen.
2. Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u door
de menu’s bladeren.
3. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u
naar het gewenste submenu bladeren.
4. Om toegang te krijgen tot het betreffende
submenu, drukt u op de functietoets Kies.
Bevat het menu dat u heeft geselecteerd ook
weer submenu's, herhaal dan de stappen 3 en 4.
5. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de gewenste optie.
6. Druk op de functietoets Kies om deze optie te
selecteren.
Opmerking:
U kunt ook direct naar een menu of submenu gaan,
door het betreffende menunummer in te geven.
Voorbeeld: Om het menu Voice mail te openen,
Door op de toets te drukken, kunt u
teruggaan naar het vorige menuniveau.
drukt u in de standby-stand
achtereenvolgens op de functietoets
Menu en op de cijfertoetsen 1 en 3.
45
Menu’s gebruiken
Menu’s gebruiken
Wegwijzer menukeuzes
Via de diverse menu's kunt u de instellingen van de
telefoon controleren of wijzigen. De volgende lijst
toont de menustructuur.
Het is mogelijk dat de bij de menu's vermelde
nummers niet overeenstemmen met die van uw
telefoon. Deze zijn namelijk afhankelijk van de
diensten die door uw SIM-kaart worden
ondersteund.
Menu Telefoonlijst (T.Lijst)
1. Telefoonlijst
1.1 Naam zoeken
1.2 Nummer toevoegen
1.3 Snelkeuzelijst
1.4 Alles naar telefoon kopiëren
1.5 Alles via infrarood verzenden
1.6 Alles wissen
2. Beheer
2.1 Eigen nummer
2.2 Groep instellen
2.3 Geheugenstatus
3. Diensten
3.1 Nummers diensten
(zie pagina 52)
(zie pagina 61)
(zie pagina 63)
Hoofdmenu
1. Berichten
1.1 SMS bericht
1.1.1 Postvak IN
1.1.2 Nieuw bericht
1.1.3 Postvak UIT
1.1.4 Alles wissen
1.2 Multimediabericht
1.2.1 Postvak IN
1.2.2 Nieuw MMS
1.2.3 Postvak UIT
1.2.4 Concepten
1.2.5 Map
1.2.6 Alles wissen
1.3 Voice mail
1.3.1 Verbinden met voice mail
1.3.2 Voice server nummer
1.4 Standaardberichten
1.5 Infoberichten
1.5.1 Lezen
1.5.2 Ontvangen
1.5.3 Kanaal
1.5.4 Taal
1.6 Instellingen
1.6.1 SMS bericht
1.6.2 Multimediabericht
1.7 Geheugenstatus
1.7.1 SMS bericht
1.7.2 Multimediabericht
(zie pagina 64)
46
2. Oproepenl.
2.1 Gemiste oproepen
2.2 Ontvangen oproepen
2.3 Uitgaande oproepen
2.4 Alles wissen
(zie pagina 88)
47
Menu’s gebruiken
Menu’s gebruiken
2. Oproepenl. (vervolg)
2.5 Gespreksduur
2.5.1 Duur laatste gesprek
2.5.2 Totaal uitgaand
2.5.3 Totaal ontvangen
2.5.4 Tijdtellers op nul zetten
2.6 Gesprekskosten
2.6.1 Kosten laatste gesprek
2.6.2 Totale kosten
2.6.3 Maximumkosten
2.6.4 Kostentellers op nul zetten
2.6.5 Maximumkosten instellen
2.6.6 Tarief
3. Geluidsinst.
(zie pagina 92)
3.1 Inkomende oproepen
3.1.1 Standaard melodieën
3.1.2 Melodieën
3.1.3 Belvolume
3.1.4 Type belsignaal
3.2 Berichten
3.2.1 SMS bericht
3.2.2 Multimediabericht
3.3 Beltoon aan/uit
3.4 Verbindingstoon
3.5 Toetstoon
3.6 Minutenteller
3.7 Stille modus
4. Tele.instel.
(zie pagina 96)
4.1 Welkomtekst
4.2 Display
4.2.1 Achtergrond
4.2.2 Kleur
4.2.3 Verlichting
4.2.4 Helderheid display
* Wordt alleen getoond wanneer dit door uw SIM-kaart wordt
ondersteund.
48
*
4. Telefooninstellingen (vervolg)
4.3 Taal
4.3.1 Taal display
4.3.2 Invoerstand
4.4 Beveiliging
4.4.1 PIN controle
4.4.2 PIN wijzigen
4.4.3 Telefoonblokkering
4.4.4 Wachtwoord wijzigen
4.4.5 Privacy
4.4.6 SIM blokkeren
4.4.7 FDN-modus
4.4.8 PIN2 wijzigen*
4.5 Autom. herhalen
4.6 Toets op zijkant
4.7 Fax stand
4.8 Infrarood activeren
4.9 Lampje
4.10 Reset instellingen
4.10.1 Geluidsinstellingen
4.10.2 Telefooninstellingen
4.10.3 Reset alle instellingen
5. Organizer
(zie pagina 105)
5.1 Nieuwe notitie
5.2 Kalender
5.3 Actielijst
5.4 Klok
5.4.1 Tijd instellen
5.4.2 Datum instellen
5.4.3 Wereldtijd instellen
5.4.4 Indeling instellen
5.5 Alarm
5.6 Calculator
* Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
*
49
Menu’s gebruiken
Menu’s gebruiken
5. Organizer (vervolg)
5.7 Omrekenen
5.7.1 Munteenheid
5.7.2 Lengte
5.7.3 Gewicht
5.7.4 Inhoudsmaat
5.7.5 Oppervlakte
5.7.6 Temperatuur
5.8 Timer
5.9 Stopwatch
6. Netwerkdiensten
6.1 Oproepen doorschakelen
6.1.1 Altijd doorschakelen
6.1.2 In gesprek
6.1.3 Geen antwoord
6.1.4 Onbereikbaar
6.1.5 Alles annuleren
6.2 Oproepen blokkeren
6.2.1 Alle uitgaande
6.2.2 Internationaal
6.2.3 Internationaal behalve
thuisland
6.2.4 Alle inkomende
6.2.5 Inkomend in buitenland
6.2.6 Alles annuleren
6.2.7 Wachtwoord voor blokkeren
wijzigen
6.3 Wisselgesprek
6.4 Netwerk kiezen
6.5 Nummerweergave
6.6 Actieve lijn
*
(zie pagina 119)
7. Funbox
(zie pagina 127)
7.1 Internetdiensten
*
7.1.1 Startpagina
7.1.2 Favoriet
7.1.3 Ga naar adres
7.1.4 Buffer leegmaken
7.1.5 Proxy instelling
7.1.6 Huidige proxy
7.1.7 Bericht ophalen
7.2 Mediabox
7.2.1 Afbeeldingen
7.2.2 Melodieën
7.2.3 Alles wissen
7.2.4 Geheugenstatus
7.3 JAVA wereld
7.3.1 Downloads
7.3.2 DNS instelling
7.3.3 Geheugenstatus
7.4 Spelletjes
7.4.1 HoneyBall
7.4.2 Go! Hamster
7.4.3 Bowling
8. SIM AT(Application Toolkit)
**
*
Wordt alleen getoond wanneer dit door uw SIM-kaart wordt
ondersteund.
50
* Het is mogelijk dat deze menuoptie niet getoond wordt c.q. niet
ondersteund wordt door uw provider.
**
Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
51
Telefoonlijst
De telefoonlijst biedt de volgende mogelijkheden:
• Telefoonlijst: hier kunt u namen en nummers
toevoegen of opzoeken, sneltoetsen toewijzen en
de telefoonlijst aanpassen.
• Beheer: hiermee kunt u uw eigen nummer
ingeven of verwijderen, belgroepen instellen en
de geheugenstatus controleren.
• Diensten: hier kunt u, afhankelijk van uw
SIM-kaart, de servicenummers van uw provider
bellen.
Naam zoeken
Het opzoeken van een naam of nummer in de
telefoonlijst doet u als volgt:
1. Geef de eerste letter(s) in van de naam die u
zoekt.
U ziet nu een overzicht van de namen waarvan
de beginletters met uw ingave
overeenstemmen.
2. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag naar de door u gezochte naam.
3. Zodra u de gewenste naam heeft gevonden,
drukt u op de functietoets OK.
4.
U wilt...Druk op…
Het getoonde
nummer bellen
Het getoonde
nummer wijzigen
(T.Lijst 1.1)
De toets .
De functietoets Opties.
Voor meer informatie,
pagina 53.
zie
Telefoonlijst
Opgeslagen namen/nummers wijzigen
Blader met de stuurtoets Links of Rechts naar de
categorie die u wilt wijzigen. U kunt kiezen uit
onderstaande categorieën. U kunt de informatie in
de betreffende categorie wijzigen door op de
functietoets Opties te drukken.
Categorie Opties
Mobiel
Privé
Kantoor
Fax
Overig
E-mailE-mail adres ingeven of wijzigen.
Groep Al dan niet aan een groep toewijzen.
Afbeelding Al dan niet een afbeelding selecteren.
Melodie Al dan niet een melodie toewijzen.
Nummer of naam op SIM-kaart wijzigen
U kunt de in het SIM-geheugen opgeslagen
informatie wijzigen, door op de functietoets Opties
te drukken.
Selecteer een van de volgende opties.
Een beschrijving van de diverse opties
treft u aan op pagina 54.
Nummer wijzigen
Naam wijzigen
Berichten verzenden (wordt getoond
wanneer de categorie een nummer
bevat)
Kopiëren (wordt getoond wanneer de
categorie een nummer bevat)
Via infrarood verzenden (wordt
getoond wanneer de categorie een
nummer bevat)
Contactpersoon wissen
52
53
Loading...
+ 63 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.