Samsung SCX-3400, SCX-3405FW, SCX-3400F, SCX-3405F, SCX-3405 User Manual [nl]

Page 1
Gebruikershandleiding
Gebruikershandleiding
SCX-340x/340xW Series
SCX-340xF/340xFW Series
SCX-340xFH/340xHW Series

BASIS

BASIS
Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows.
GEAVANCEERD
Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
Page 2
SIS
1. Inleiding
Basisfuncties voor faxen 66
Belangrijkste voordelen 5 Functies per model 7 Nuttig om te weten 13 Informatie over deze gebruikershandleiding Veiligheidsinformatie 15 Apparaatoverzicht 20 Overzicht van het bedieningspaneel 24 Het apparaat inschakelen 29 Lokaal installeren van het stuurprogramma Het stuurprogramma opnieuw installeren 31
14
30
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
3. Onderhoud
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen Beschikbare verbruiksartikelen 73 Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 74 De tonercassette bewaren 75 Toner herverdelen 77 De tonercassette vervangen 79 De gebruiksduur van de verbruiksartikelen
controleren 81 Instellen van de waarschuwing
"Toner bijna op" 82 Het apparaat reinigen 83 Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw
apparaat 89
72
Menuoverzicht 33 De standaardinstellingen van het apparaat Afdrukmateriaal en lade 40 Eenvoudige afdruktaken 53 Normaal kopiëren 59 Basisfuncties voor scannen 64
38
4. Problemen oplossen
Tips om papierstoringen te voorkomen 91 Vastgelopen originelen verwijderen 92 Papierstoringen verhelpen 97
2
Page 3
SIS
Informatie over de status-LED 101 Informatie over displaymeldingen 104
5. Bijlage
Specificaties 110 Informatie over wettelijke voorschriften 120 Copyright 135
3
Page 4

1. Inleiding

In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te gebruiken.
Belangrijkste voordelen 5
Functies per model 7
Nuttig om te weten 13
Informatie over deze gebruikershandleiding 14
Veiligheidsinformatie 15
Apparaatoverzicht 20
Overzicht van het bedieningspaneel 24
Het apparaat inschakelen 29
Lokaal installeren van het stuurprogramma 30
Het stuurprogramma opnieuw installeren 31
Page 5

Belangrijkste voordelen

Milieuvriendelijk
Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en papier kunt sparen (zie "Eco-afdruk" op pagina 57).
U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 243).
Om papier te besparen, kunt u op bei de zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) (handmatig) (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 243).
Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Snel afdrukken met hoge resolutie
U kunt afdrukken met een resolutie tot 1.200 x 1.200 dpi effectieve uitvoer.
Snel on-demand afdrukken.
- Voor enkelzijdig afdrukken, 20 ppm (A4) of 21 ppm (Letter).
Gemak
Met Easy Capture Manager kunt u gemakkelijk bewerken en afdrukken wat u met de toets Print Screen op het toetsenb ord hebt vastgelegd (zie "Easy Capture Manager" op pagina 287).
Samsung Easy Printer Manager en Samsung-printerstatus (of Smart Panel) zijn programma´s die de status van het apparaat controler en en u deze doorgeven, en waarmee u de inste llingen van het apparaat kunt aanpassen (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 298 of "Smart Panel gebruiken" op pagina 300).
Met AnyWeb Print kunt u een schermopname of afdrukvoorbeeld maken van een scherm in Windows Internet Explorer, en deze bewerken of afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma (zie "Samsung AnyWeb Print" op pagina
288).
Met Slim bijwerken kunt u controleren op de nieuwste software en de nieuwste versie installeren tijdens het installatieproces van het printerstuurprogramma. Deze functie is alle en beschikbaar in Windows.
Als u toegang hebt tot het internet, kunt u op de website van Samsung (www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads) terecht voor hulp en ondersteuning, printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie.
Page 6
Belangrijkste voordelen
Grote functionaliteit en brede ondersteuning van toepassingen.
Ondersteuning voor verschillende papierformaten (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 113).
Watermerken afdrukken: U kunt uw documenten aanpassen met woorden zoals "Vertrouwelijk" (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 243).
Posters afdrukken: De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt over verschillende vellen papier die u kunt samenvoegen tot een poster (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 243).
U kunt in verschillende besturingssystemen afdrukken (zie "Systeemvereisten" op pagina 116).
Het apparaat is uitgerust met een USB- en/of een netwerkinterface.
Ondersteund verschillende instellingsmethoden voor draadloze netwerken.
De WPS (Wi-Fi Protected Setup™)-knop gebruiken
- U kunt gemakkelijk verbinding maken met een draadloos netwerk door de WPS-knop op het apparaat en op het toegangspunt (een draadloze router) te gebruiken.
De USB-kabel of netwerkkabel gebruiken
- U kunt verbinding maken en verschillende instellingen voor het draadloze netwerk configureren met een USB-kabel of netwerkkabel.
Wi-Fi Direct gebruiken
- U kunt eenvoudig vanaf uw mobiele apparaat afd rukken met Wi-Fi of Wi-Fi Direct.
Zie "Methoden voor het instellen van een draadloos netwerk" op pagina 166.
Page 7

Functies per model

Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land.
Besturingssysteem
(: beschikbaar. Leeg: niet beschikbaar)
Software
Besturingssysteem
SCX-340x Series
SCX-340xW Series
SCX-340xF Series SCX-340xFW Series SCX-340xHW Series
SCX-340xFH Series Windows Macintosh Linux Unix
Software
SCX-340x Series
SCX-340xW Series
SCX-340xF Series SCX-340xFW Series SCX-340xHW Series
SCX-340xFH Series SPL-printerstuurprogramma PCL-printerstuurprogramma
Page 8
Functies per model
PS-printerstuurprogramma
XPS-printerstuurprogramma
a
Direct Printing Utility Samsung Easy Printer
Manager
Instellingen voor scannen naar pc Instellingen voor faxen naar pc
Apparaatinstellingen Samsung-printerstatus Smart Panel AnyWeb Print SyncThru™ Web Service
(alleen SCX-340xW Series)
(alleen SCX-340xFW/SCX-340xHW
Series)
SyncThru Admin Web Service
(alleen SCX-340xW Series)
(alleen SCX-340xFW/SCX-340xHW
Series)
Easy Eco Driver Faxen Samsung Network PC Fax
Software
SCX-340x Series
SCX-340xW Series
SCX-340xF Series SCX-340xFW Series SCX-340xHW Series
SCX-340xFH Series
Page 9
Functies per model
(: beschikbaar. Leeg: niet beschikbaar)
Scannen Twain-scanstuurprogramma
WIA-scanstuurprogramma Samsung Scanassistent SmarThru 4 SmarThru Office
a. XPS-stuurprogramma's worden voor Windows alleen ondersteund via de Samsung-website (www.samsung.com)
Software
SCX-340x Series
SCX-340xW Series
SCX-340xF Series SCX-340xFW Series SCX-340xHW Series
SCX-340xFH Series
Page 10
Functies per model
Verschillende functies
functies
SCX-340x Series
SCX-340xW Series
SCX-340xF Series
SCX-340xFW Series SCX-340xHW Series
SCX-340xFH Series
Hi-Speed USB 2.0 Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN
(alleen SCX-340xFW/SCX340xHW Series)
Netwerkinterface 802.11b/g/n draadloos LAN
a
(alleen SCX-340xW Series)
(alleen SCX-340xFW/SCX340xHW Series)
Eco-afdrukken (bedieningspaneel)
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)
b
USB-geheugeninterface Geheugenmodule Massaopslagapparaat (HDD) Dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADI) Automatische documentinvoer (ADI) Telefoonhoorn
(alleen SCX-340xFH/SCX-340xHW Series)
Page 11
Functies per model
Faxen Meerdere verz.
Uitgest. verz. Prior. verz. Dubbelzijdig verzenden Veilige ontv. Dubbelz. afdr. Naar ander nr./ Ontv. en doorst. - fax Naar ander nr./ Ontv. en doorst. - e-mail Naar ander nr./ Ontv. en doorst. - server
Scannen Scannen naar e-mail
Scannen naar SMB-server Scannen naar FTP-server Dubbelzijdig scannen Scan naar pc
functies
SCX-340x Series
SCX-340xW Series
SCX-340xF Series
SCX-340xFW Series SCX-340xHW Series
SCX-340xFH Series
Page 12
Functies per model
(: beschikbaar. Leeg: niet beschikbaar)
Kopiëren Identiteitskaarten kopiëren
Verkleinend of vergrotend kopieëren Sorteren Posters afdrukken Klonen Boek 2 pagina's/vel, 4 pagina's/vel Achtergrond wijzigen Marge versch. Rand wissen Grijs verbeteren Dubbelzijdig kopiëren
a. Draadloze netwerkinterfacekaarten (LAN-kaarten) zijn niet in alle landen verkrijgbaar. In sommige landen kan alleen 802.11 b/g worden gebruikt. Neem contact op met uw
plaatselijke Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat kocht.
b. Alleen Windows
functies
SCX-340x Series
SCX-340xW Series
SCX-340xF Series
SCX-340xFW Series SCX-340xHW Series
SCX-340xFH Series
Page 13

Nuttig om te weten

Het apparaat drukt niet af.
Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst (zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 54).
Verwijder het stuurprogramma en installeer dez e opnieu w (zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina
30).
Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows (zie "Uw apparaat instellen als standaardprinter" op pagina
242).
Waar kan ik accessoires of verbruiksartikelen kopen?
Vraag na bij een Samsung-distributeur of uw detailhandelaar.
Kijk op www.samsung.com/supplies. Kies uw land of regio voor productinformatie.
Er is papier vastgelopen.
Open en sluit de scaneenheid (zie "Voorkant" op pagina
21).
Zoek de instructies voor het verwijderen van vastgelopen papier in deze handleiding en los het probleem op (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 97).
De afdrukken zijn vaag.
Het toner is mogelijk op of ongelijk verdeeld. Schud de tonercassette (zie "Toner herverdelen" op pagina 77).
Probeer een andere instelling voor de resolutie (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 55).
Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 79).
Waar kan ik het stuurprogramma van de
De status-LED knippert of blijft branden.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Zoek de betekenis van de LED-indicatorlampjes in deze handleiding en los het probleem op (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 101).
printer downloaden?
U kunt op de website van Samsung (www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads) terecht voor hulp en ondersteuning, printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie.
Page 14

Informatie over deze gebruikershandleiding

Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat.
Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt.
Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat.
De termen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het door u gekochte apparaat.
De schermafbeeldingen in deze Beheerdersgids kunnen afwijken van de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware-/ stuurprogrammaversie.
De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7.
2
Algemene pictogrammen
Pictogram Tekst Omschrijving
Biedt gebruikers informatie om het apparaat te
Opgepast
Opmerking
beschermen tegen mogelijke mechanische schade of defecten.
Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde uitleg over een functie of voorziening van het apparaat.
1
Afspraken
Sommige in deze gebruikershandleiding gebruikte termen zijn verwisselbaar:
Document is synoniem met origineel.
Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer.
1. Inleiding
14
Page 15

Veiligheidsinformatie

Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar dit document goed nadat u het hebt gelezen.
3
Belangrijke veiligheidssymbolen
Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in dit hoofdstuk
Waarschu
wing
Opgepast
NIET proberen.
Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of de dood kunnen veroorzaken.
Gevaren of onveilige praktijken die een klein letsel of eigendomsschade kunnen veroorzaken.
4
Bedrijfsomgeving
Waarschuwing
Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het stopcontact niet geaard is.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware
voorwerpen, kaarsen, brandende sigaretten, enzovoort). Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook ui t, maakt het vreemde geluiden of verspreidt het vreemde geuren. Schakel onmiddellijk de s troo mschakel aar uit en ko ppel het apparaat los.
De gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in geval van nood de stekker uit het stopcontact te kunnen trekken.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware voorwerpen op.
Het trappen op of beknellen van het netsnoer door een zwaar voorwerp kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het netsnoer te trekken; trek de stekker er niet uit met natte handen.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
1. Inleiding
15
Page 16
Veiligheidsinformatie
5
Opgepast
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het apparaat niet gebruikt.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Opgelet, het papieruitvoergebied is heet.
U kunt brandwonden oplopen. Als het apparaat is gevallen of als de behuizing beschadigd
lijkt, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in van een gekwalificeerd technicus.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze ins tructies hebt
uitgevoerd, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in van een gekwalificeerd technicus.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Bedieningswijze
Opgepast
Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken. Dit kan het apparaat beschadigen.
Houd uw hand niet tussen het apparaat en de papierlade. U kunt letsel oplopen.
Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of vastgelopen papier verwijdert.
Nieuw papier heeft scherpe randen die snijwonden kunnen veroorzaken.
Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij er moeilijk ingaat.
U riskeert een elektrische schok. Neem contact op met een elektricien om het stopcontact te vervangen.
Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of de kabel naar de computer bijten.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken en/of uw huisdier verwonden.
Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd kinderen uit de buurt.
Zij kunnen brandwonden oplopen. Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om
vastgelopen papier te verwijderen. Dit kan het apparaat beschadigen.
Vermijd het stapelen van te veel papier in de papieruitvoerlade. Dit kan het apparaat beschadigen.
1. Inleiding
16
Page 17
Veiligheidsinformatie
Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen voorwerpen in.
Hierdoor kunnen onderdelen warm worden en kan er brand ontstaan of kan het apparaat beschadigd raken.
Als u het apparaat niet bedient zoals beschreven in deze handleiding of procedures uitvoert die afwijken van de procedures die hier zijn vermeld, kan resulteren in gevaarlijke blootstelling aan straling.
Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer. Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit het
stopcontact.
6
Installatie/verplaatsen
Waarschuwing
Opgepast
Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het apparaat verplaatst. De onderstaande informatie bevat slechts aanbevelingen gebaseerd op het apparaatgewicht. Wanneer u vanwege uw medische conditie niet kunt tillen, til het apparaat dan niet op. Voor veilig tillen moet u anderen vragen om u te helpen en het apparaat altijd met het juiste aantal personen optillen.
Til vervolgens het apparaat op deze wijze op:
Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door één persoon worden opgetild.
een apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee personen worden opgetild.
een apparaat dat meer dan 40 kg weeg t, moet do or vie r of meer personen worden opgetild.
Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade veroorzaken.
Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige ruimte of op een plek waar water lekt.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Plaats het apparaat niet op een on stabiel of sc huin o ppervlak. Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade
veroorzaken.
a
Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWG nodig, een grotere telefoondraad.
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken.
of, indien
1. Inleiding
17
Page 18
Veiligheidsinformatie
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met uw apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer gebruikt dat langer is dan 2 meter voor een apparaat van 110V, moet het snoer minstens 16 AWG dik zijn.
7
Onderhoud/controle
Opgepast
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken en een elektrische schok of brand veroorzaken.
Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht geventileerde ruimte, zoals een kast.
Als het apparaat niet voldoende wordt geventileerd, kan er brand ontstaan.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer aan.
Dit kan de prestaties verminderen en een elektrische schok of brand veroorzaken.
Het apparaat moet aangesloten worden op een spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op het label.
Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt controleren, neemt u contact op met de elektriciteitsmaatschappij.
a. AWG: American Wire Gauge
Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u de binnenkant van het apparaat wilt reinigen. Reinig uw apparaat niet met benzeen, ve rdunningsmiddel of alcohol, en spuit geen water in het apparaat.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u
verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de binnenkant schoonmaakt.
U kunt letsel oplopen. Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen.
Kinderen kunnen letsel oplopen.
U mag het apparaat niet zelf demo nteren, herste llen of wee r in elkaar steken.
Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op met een professioneel technicus als het apparaat gerepareerd moet worden.
1. Inleiding
18
Page 19
Veiligheidsinformatie
Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en te bedienen.
Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen. Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker
stof- en watervrij. Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Verwijder geen kleppen of beveiligingsele me nte n die vastgeschroefd zijn.
Fixeereenheden mogen alleen worden hersteld door een gekwalificeerde servicemedewerker. Reparatie door niet­gekwalificeerde technici kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Dit apparaat mag alleen worden hersteld door een medewerker van de technische dienst van Samsung.
8
Gebruik van verbruiksartikelen
Verbrand geen verbruiksartikelen zoals ee n tonercassette of fixeereenheid.
Dit kan een explosie of onbeheersbare brand veroorzaken. Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u
verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes) bewaart. Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals toner, kan het apparaat beschadigen.
Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecyclede verbruiksartikelen zullen reparatie kosten in rekening worden gebracht.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen warm water gebruiken.
Door warm water hecht de toner zich aan de stof. Gebruik altijd koud water.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het verwijderen van vastgelopen papier.
Opgepast
Haal de tonercassette niet uit elkaar. Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
1. Inleiding
19
Page 20

Apparaatoverzicht

9
Toebehoren
Netsnoer Beknopte installatiehandleiding
Software-cd
Div. accessoires
a. De software-cd bevat de stuurprogramma's van de printer, de gebruikershandleiding en softwaretoepassingen. b. Alleen voor model met telefoonhoorn (zie "Functies per model" op pagina 7) c. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model.
a
c
Telefoonhoorn
b
1. Inleiding
20
Page 21
Apparaatoverzicht
7 6
1
2
5
4
8
9
10
11
3
10
Voorkant
Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7).
Type A
1 Scannerdeksel 7 Uitvoerlade 2 Bedieningspaneel 8 Glasplaat van de scanner 3
Greep
9
Scannereenheid
a b
4 Lade 10 Binnendeksel 5 Ladegreep 11 Tonercassette 6 Papieruitvoersteun
a. Sluit de klep van de scanner voor u de scannereenheid opent. b. Zorg ervoor dat uw vingers niet beklemd raken.
1. Inleiding
21
Page 22
Apparaatoverzicht
3
10
9
1 2
5
8
7
6
4
12
13 14
11
15
16
17
18
19
Type B
2 Klep van
documentinvoergeleider
3
Documentuitvoerlade
4 Steun voor
documentuitvoer
12
Glasplaat van de scanner
13 Papierbreedtegeleiders op een
documentinvoer
14
Steun voor documentinvoer
5 Bedieningspaneel 15 Documentinvoerlade 6
Greep
7
Lade
16
Telefoonhoorn
17
Scannereenheid
a
b c
8 Ladegreep 18 Binnendeksel 9 Papieruitvoersteun 19 Tonercassette
10 Uitvoerlade
a. Alleen voor model met telefoonhoorn (zie "Functies per model" op pagina 7) b. Sluit de klep van de scanner voor u de scannereenheid opent. c. Zorg ervoor dat uw vingers niet beklemd raken.
1 Documentinvoerklep 11 Scannerdeksel
1. Inleiding
22
Page 23
Apparaatoverzicht
1
3
4
2
5
11
Achterkant
Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7).
Type A
Type B
1
2
1 USB-poort 2 Aansluiting netsnoer
1 USB-poort 2
Netwerkpoort 3 Uitgang voor extra telefoontoestel (EXT.) 4 Telefoonkabelaansluiting (LINE) 5 Aansluiting netsnoer
a. alleen SCX-340xFW/SCX-340xHW Series.
a
1. Inleiding
23
Page 24

Overzicht van het bedieningspaneel

12
Type A
13
Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7).
1
2
Eco
a
WPS
Print Screen
Overschakelen naar de eco-modu s voor het besparen van toner en papier, alleen bij afdrukken via een pc (zie "Eco-afdruk" op pagina 57).
Hiermee kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer (zie "Met de WPS-knop" op pagina 168).
Als u op deze knop drukt, begint de
Status
-LED te knipperen. Als u alleen het actieve scherm wilt afdrukken, laat u de knop los wanneer de
Status
-LED stopt met knipperen. Als u het hele scherm wilt afdrukken, laat u de knop los terwijl de LED nog knippert.
Print Screen
kan alleen worden gebruikt bij de
besturingssystemen van Windows en Macintosh.
Deze functie kan alleen worden gebruikt bij een apparaat dat via een USB-aansluiting is aangesloten.
Bij het maken van een afdruk van het actieve venster/het hele scherm met de knop Print Screen, gebruikt het apparaat mogelijk meer toner, afhankelijk van wat wordt afgedrukt.
12
U kunt deze functie alleen gebruiken als het programma Samsung Easy Printer Manager is
geïnstalleerd. Wanneer u een besturingssysteem van Macintosh gebruikt, moet
Schermafdrukinstellingen
u
inschakelen via Samsung Easy Printer Manager, om Print
Screen te kunnen gebruiken.
1. Inleiding
24
Page 25
Overzicht van het bedieningspaneel
3
Scan to
4
ID Copy
5
Power
6
Front-LED
7
Back-LED
8
Verzend gescande informatie (zie "Basisfuncties voor scannen" op pagina 64).
Hiermee kunt u beide zijden van een identiteitskaart of een rijbewijs op één zijde van een vel papier kopiëren (zie "Identiteitskaarten kopiëren" op pagina 62).
Het apparaat in- of uitschakelen of het apparaat activeren vanuit de energiebesparingsmodus. Druk langer dan drie seconden op deze knop om het apparaat uit te schakelen.
Wanneer de LED oplicht, plaatst u een ID-kaart met de voorzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner (zie "Identiteitskaarten kopiëren" op pagina 62).
Wanneer de LED oplicht, plaatst u een ID-kaart met de achterzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner (zie "Identiteitskaarten kopiëren" op pagina 62).
Stopt een handeling op ieder moment en heeft nog meerdere functies.
9
Knoppen +/-
10
Start
11
Status-LED
12
Toner-LED
13 Weergavesch
erm
Hiermee kunt u het aantal pagina's voor het kopiëren verminderen/vermeerderen. U kunt bepalen hoeveel kopieën er gemaakt worden (tot 99 kopieën), door op de knoppen +/- te drukken. De standaardwaarde is 1.
Wanneer u op de knoppen +/- drukt, zal het aantal kopieën afnemen/toenemen met één.
Wanneer u op de knoppen +/- drukt, zal het aantal kopieën afnemen/toenemen met tien.
Hiermee start u een taak.
De functie geeft de status van uw printer weer (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 101).
Toont de status van de toner (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 101).
Geeft het aantal pagina's weer dat u wilt kopiëren.
Stop/ Clear
Annuleert de huidige taak.
Drukt configuratierapporten af: Houd deze knop ongeveer twee seconden ingedrukt tot de status­LED langzaam gaat knipperen en laat de knop los.
Rapport geleverde informatie: Houd deze knop ongeveer zes seconden ingedrukt en laat de knop los.
a
Rapport netwerkconfiguratie ongeveer vier seconden ingedrukt tot de status­LED snel gaat knipperen en laat de knop los.
: Houd deze knop
a. alleen SCX-340xW Series)
1. Inleiding
25
Page 26
Overzicht van het bedieningspaneel
13
Type B
2
a
WPS
Print Screen
Hiermee kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer (zie "Met de WPS-knop" op pagina 168).
Wanneer u op deze knop drukt, wordt Sch.afdr. maken? op het LCD-display weergegeven. Als u alleen het actieve scherm wilt afdrukken, selecteert u Actief. Als u het volledige scherm wilt afdrukken, selecteert u Vol.
Print Screen kan alleen worden gebruikt bij de besturingssystemen van Windows en Macintosh.
Deze functie kan alleen word en gebruikt bij een apparaat dat via een USB­aansluiting is aangesloten.
Bij het maken van een afdruk van het actieve venster/het hele scherm met de knop Print Screen, gebruikt het apparaat mogelijk meer toner, afhankelijk van wat wordt afgedrukt.
U kunt deze functie alleen gebruiken als het programma Samsung Easy Printer
Manager is geïnstalleerd. Wanneer u een besturingssysteem van Macintosh
1
Eco
Overschakelen naar de eco-modus voor het besparen van toner en papier, alleen bij afdrukken en kopiëren via een pc (zie "Eco-afdruk" op pagina
57).
gebruikt, moet u Schermafdrukinstellingen inschakelen via Samsung Easy Printer Ma nage r, om
Print Screen te kunnen gebruiken.
1. Inleiding
26
Page 27
Overzicht van het bedieningspaneel
3
ID Copy
4
Power
5
Fax
6
Kopiëren
7
Scannen
8
Menu
Hiermee kunt u beide zijden van een identiteitskaart of een rijbewijs op één zijde van een vel papier kopiëren (zie "Identiteitskaarten kopiëren" op pagina 62).
Het apparaat in- of uitschakelen of het apparaat activeren vanuit de energi ebesparingsmodus. Druk langer dan drie seconden op deze knop om het apparaat uit te schakelen.
Hiermee schakelt u over naar de faxmodus.
Hiermee schakelt u over naar de kopieermodus.
Hiermee schakelt u over naar de scanmodus.
Hiermee opent u de menumodus en bladert u door de beschikbare menu's (zie "Menuoverzicht" op pagina 33).
13
Stop/ Clear
14
Status-LED
15
Numeriek toetsenblok
16
On Hook Dial
17
Redial/ Pause
Hiermee kunt u op elk moment een taak onderbreken.
De functie geeft de status van uw printer weer (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 101).
Hiermee kiest u een nummer of voert u alfanumerieke tekens in (zie "Letters en cijfers op het toetsenblok" op pagina 236).
Wanneer u op deze knop drukt, kunt u een kiestoon horen. Voer vervolgens het faxnummer in. Dit is vergelijkbaar met bellen via de telefoonluidspreker (zie "Handmatig ontvangen in telefoonmodus" op pagina 280).
Hiermee kiest u het laatst verzonden faxnummer of ontvangen nummergave opnieuw, of voegt u een pauze (-) in een faxnummer in, in de bewerkingsmodus (zie"Faxnummer opnieuw kiezen" op pagina 272).
9 Pijlen-
links/ rechts
10 OK Hiermee bevestigt u de selectie op het scherm. 11
Back
12
Start
Hiermee bladert u door de beschikbare opties in het geselecteerde menu en verhoogt of verlaagt u waarden.
Hiermee keert u terug naar het bovenliggende menu.
Hiermee start u een taak.
18 Address
Book
19
Weergavescherm
a. alleen SCX-340xFW/SCX-340xHW Series.
Hiermee kunt u vaak gekozen faxnummers opslaan of opgeslagen faxnummers zoeken (zie "E-mailadressen opslaan" op pagina 234 of "Het faxadresboek instellen" op pagina 238).
Met deze functie wordt de huidige status weergegeven en worden berichten tijdens een bewerking weergegeven.
1. Inleiding
27
Page 28
Overzicht van het bedieningspaneel
14
Het bedieningspaneel aanpassen
De afbeeldingen in deze gebruikershandle iding zi jn afh ankelij k van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
1. Inleiding
28
Page 29

Het apparaat inschakelen

Sluit de printer eerst op de netvoeding aan.
1
Als het apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de schakelaar aan.
De afbeeldingen in deze gebruikershandle iding zi jn afh ankelij k van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u (Power) ongeveer 3 seconden ingedrukt.
De stroom wordt automatisch ingeschakeld.
2
For SCX-340x/SCX-340xW Series, op de knop (Power) op het bedieningspaneel.
1. Inleiding
29
Page 30

Lokaal installeren van het stuurprogramma

Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie van het stuurprogramma voor een netwerkapparaat (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 152).
Wanneer u gebruik maakt van Macintosh of Linux, raadpleegt u "Installatie voor de Macintosh" op pagina 140 of "Installatie voor Linux" op pagina 143.
Het installatievenster in deze Gebruikershandleiding kan verschillen afhankelijk van het apparaat en de gebruikte interface.
•Door Aangepaste installatie te selecteren kunt u kiezen welke programma's u wilt installeren.
Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
15
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
2
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren....
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd­rom-station en klik op OK.
Selecteer Nu installeren.
3
Windows
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
1
ingeschakeld is.
Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe hardware gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren om het venster te sluiten.
Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en kies Ik aanvaard de
4
bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst Klik daarna op Volgende.
Volg de instructies in het installatievenster.
5
1. Inleiding
30
Page 31

Het stuurprogramma opnieuw installeren

Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren.
16
Windows
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
1
ingeschakeld is.
Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma's of Alle
2
programma's > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Deïnstalleren.
Volg de instructies in het installatievenster.
3
Plaats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het
4
stuurprogramma opnieuw (zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina 30).
1. Inleiding
31
Page 32

2. Menuoverzicht en basisinstellingen

Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
Menuoverzicht 33
De standaardinstellingen van het apparaat 38
Afdrukmateriaal en lade 40
Eenvoudige afdruktaken 53
Normaal kopiëren 59
Basisfuncties voor scannen 64
Basisfuncties voor faxen 66
Page 33

Menuoverzicht

Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat.
Deze functie wordt niet ondersteund voor SCX-340x/SCX-340xW
Series (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 24 ).
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
De menu's worden beschreven in de handleiding Geavanceerd (zie "Menu´s met nuttige instellingen" op pagina 200).
1
Toegang tot het menu
Selecteer de knop Faxen, Kopiëren of Scannen op het
1
bedieningspaneel, afhankelijk van de functie die u wilt gebruiken.
Druk op OK om de selectie op te slaan.
5
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
6
Items Opties
Faxfunctie Tonersterkte Normaal
Donker+1- Donker+5 Licht+5- Licht+1
Contrast Normaal
Donker+1- Donker+5 Licht+5- Licht+1
Resolutie Standaard
Fijn Superfijn Fotofax Kleurenfax
Scanformaat
Selecteer (Menu) tot het gewenste menu op de onderste regel
2
van het display wordt weergegeven en druk op OK.
Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menuonderdeel verschijnt en
3
druk op OK.
Herhaal stap 3 als het geselecteerde menu-item submenu’s heeft.
4
Meerdere verz. Uitgest. verz.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
33
Page 34
Menuoverzicht
Items Opties
Faxfunctie (vervolg)
Faxinstel. Verzending Aant. kiespog.
Prior. verz. Doorsturen Fax
PC
Veilige ontv. Uit
Aan
Afdrukken Pag. toevoegen Taak annuleren
Opn. kiezen na
Kenget. kiezen
ECM-modus
Transm.rapport
TCR voor afb.
Kiesmodus
a
Items Opties
Faxinstel. (vervolg)
Kopieerfunctie Scanformaat
Ontvangst Ontvangstmodus
St.inst. wijz. Resolutie
Autom. rapport Aan
Verkl./vergr.
Opn. na bels. Ontv.g. stemp. Startc. ontv. Aut. verklein. Grootte neger. Inst. ong. fax
DRPD-modus
Tonersterkte Contrast Scanformaat
Uit
a
Tonersterkte Normaal
Donker+1- Donker+5 Licht+5- Licht+1
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
34
Page 35
Menuoverzicht
Items Opties
Kopieerfunctie (vervolg)
Contrast Normaal
Donker+1- Donker+5
Licht+5- Licht+1 Oorspr. type Tekst
Tekst/Foto
Foto Lay-out Normaal
2 op 1 vel
4 pagina's/vel
ID kopie
Poster kopier.
Meer op 1 vel Achtergrondkl. Uit
Items Opties
Kopieerinstel. St.inst. wijz. Scanformaat
Exemplaren Kopieen sort. Verkl./vergr. Tonersterkte Contrast Oorspr. type Achtergrondkl.
Auto
Versterk.nv.1
Versterk.nv.2
Vervag.niv. 1 - Vervag.niv. 4
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
35
Page 36
Menuoverzicht
Items Opties
Systeeminst. Apparaatinst. Apparaat-id
Faxnummer
Datum en tijd
Klokmodus
Taal
Energ.spaarst.
Ontw.gebeurt.
Time-out syst.
Luchtdrukcorr.
Aut. doorgaan
Verkeerd papier
Verv. papier
Tonerbesparing
Eco-instel.
Items Opties
Systeeminst. (vervolg)
b
b
Geluid/Volume Toetsgeluid
Waarsch.geluid Luidspreker Belsignaal
Rapport Alle rapporten
Configuratie Info verb.art. Adresboek Fax verzenden Fax verzonden Fax ontvangen Geplande taken Ongewenste fax
Netwerkconf.
c
Papierinstel. Papierformaat
Type papier
Marge
Onderhoud
Gebruiksteller Faxopties
Toner Op wis. Gebruiksduur Serienummer Ws tr bijna op
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
d
36
Page 37
Menuoverzicht
Items Opties
Systeeminst. (vervolg)
Netwerk
c
Instel. wissen Alle instel.
Faxinstel.
Kopieerinstel.
Systeeminst.
Netwerkinstel.
Adresboek
Fax verzonden
Fax ontvangen TCP/IP (IPv4) DHCP
BOOTP
Statisch TCP/IP (IPv6) IPv6 activeren
DHCPv6 config
Items Opties
Netwerk c (Vervolg)
c
a. Deze optie is niet in alle landen beschikbaar. b. Deze optie verschijnt alleen als Verkeerd papier is ingeschakeld. c. alleen SCX-340xFW/SCX-340xHW Series. d. Deze optie verschijnt alleen als de tonercassette nog een kleine hoeveelheid toner
bevat.
Draadloos Wi-Fi AAN/UIT
Wi-Fi Direct WPS-inst. WLAN-inst. WLAN Standaard
WLAN-signaal Instel. wissen Netwerkconf.
Ethernet-snel. Onmiddellijk
10 Mbps Half 10 Mbps Full 100 Mbps Half 100 Mbps Full
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
37
Page 38

De standaardinstellingen van het apparaat

Wanneer uw apparaat de knoppen +/- op het bedieningspaneel heeft (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 24):
U kunt de hoogte instellen via Apparaatinstellingen i n Samsung Easy Printer Manager of de sectie Machine in Hulpprogramma printerinstellingen.
Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 296 als u Windows of Macintosh gebruikt.
Zie "Smart Panel gebruiken" op pagina 300 als u Linux gebruikt.
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven.
Om de standaardinstellingen van het apparaat aan te passen, volgt u de volgende stappen:
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
1
Datum en tijd: Zodra u tijd en datum hebt ingesteld, worden ze gebruikt in uitgesteld faxen en uitgesteld afdrukken. Ze worden afgedrukt in rapporten. Als ze echter verkeerd zijn, moet u ze wijzigen.
Voer de juiste tijd en datum in, met behulp van de pijltoetsen of het numeriek toetsenblok (zie "Letters en cijfers op het toetsenblok" op pagina 236).
Maand = 01 t/m 12
Dag = 01 t/m 31
Jaar = vier cijfers vereist
Uur = 01 t/m 12
Minuut = 00 t/m 59
Klokmodus: U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt weergegeven in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
Tonerbesparing: In de tonerspaarstand beperkt het apparaat de hoeveelheid toner per afgedrukte pagina. Als u deze modus activeert, gaat uw tonercassette langer mee dan wanneer u in de normale modus afdrukt. Dit gaat echter wel ten koste van de afdrukkwaliteit.
Druk op Systeeminstellingen > Apparaatinst..
2
Kies de gewenste optie en druk op OK.
3
Taal: pas de taal aan die wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
Bij het afdrukken vanaf een pc, kunt u de tonerspaarstand ook in- of uitschakelen in de printereigenschappen.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
38
Page 39
De standaardinstellingen van het apparaat
Energiebesp.: Gebruik deze functie om energie te besparen als u het apparaat niet gebruikt.
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt, begint met afdrukken, of
wanneer een fax wordt ontvangen, zal het apparaat uit de energiespaarstand ontwaken.
•Druk op (Menu) > Systeeminst. > Apparaatinst. >
Ontw.gebeurt. > Druk op knop > Aan op het bedieningspaneel . Als
u op een willekeurige knop drukt, uitgezonderd de aan/uitknop, wordt het apparaat wakker uit sluimerstand.
Luchtdrukcorrectie: De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt. Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in (zie "Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 233).
Raadpleeg de onderstaande koppelingen voor het configureren van andere nuttige instellingen voor het gebruik van het apparaat.
Zie "Verschillende tekens invoeren" op pagina 236.
Zie "Letters en cijfers op het toetsenblok" op pagina 236.
Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 47.
Zie "Het faxadresboek instellen" op pagina 238.
Kies de gewenste optie en druk op OK.
4
Druk op OK om de selectie op te slaan.
5
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
6
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
39
Page 40

Afdrukmateriaal en lade

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst.
Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet aan deze
specificaties, kan dit problemen veroorzaken waarvoor reparatie vereist is. Zulke reparaties worden niet gedekt door de garantie of serviceovereenkomst van Samsung.
Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit
kan uw apparaat beschadigen.
Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand veroorzaken.
Gebruik aangegeven afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 113).
Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het achterblijven van vreemde materialen in de printen ka n overver hitting vero orzaken en i n zeldzame gevallen brand.
2
Lade overzicht
Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders aanpassen.
1
2
1 Papierbreedtegeleider 2 Lade
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
Als u de geleiders niet aanpast, kan dit tot gevolg hebben dat de afdruk scheef of op de verkeerde plaats afgedrukt wordt, of dat het papier vastloopt.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
40
Page 41
Afdrukmateriaal en lade
3
Papier in de lade plaatsen
De afbeeldingen in deze gebruikershandle iding zi jn afh ankelij k van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
Open de lade. Pas het formaat van de lade aan, aan het formaat van
1
de te plaatsen afdrukmaterialen (zie "Lade overzicht" op pagina 40).
Buig de papierstapel of waaier het papier uit, om de pagina’s van
2
elkaar te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst.
Plaats het papier in de lade met de te bedrukken zijde naar boven.
3
1
2
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
41
Page 42
Afdrukmateriaal en lade
Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het
papier, omdat het papier daardoor kan buigen.
Gebruik geen papier waarvan de voorste rand opge kruld is. Hierdoor
kan het papier vastlopen of kreukelen.
Als u de breedtegeleider niet aanpast kan het papier vastlopen.
Houd de breedtegeleider ingedrukt en schuif deze tegen de stapel
4
papier, zonder het papier te buigen.
Stel het papiertype en -formaat voor de lade in als u een document
5
wilt afdrukken (zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 47).
De in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen krijgen voorrang op de instellingen op het bedieningspaneel.
a Om vanuit een toepassing af te drukken, opent u de toepassing en
start u het afdrukmenu.
b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 55).
c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken en selecteer het juiste papiertype.
Als u bijvoorbeeld op een etiket wilt afdrukken, stelt u het papiertype in op Etiket.
d Selecteer Automatisch se lec teren (of Handmatige invoer) bij
papierbron en druk vervolgens op OK.
e Start het afdrukken vanuit de toepassing.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
42
Page 43
Afdrukmateriaal en lade
4
Handmatige invoer in de lade
In de lade kunnen speciale soorten en formaten afdrukmateriaal worden geplaatst, zoals briefkaarten, notitiekaarten en enveloppen (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 113).
Voor handmatig invoeren in de lade, klik hieronder:
Zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 41.
Tips voor handmatige invoer in de lade
Wanneer u Papier > Invoer > Handmatige invoer selecteert in uw
printerstuurprogramma, moet u iedere keer op OK klikken wann eer
u een pagina wilt afdrukken.
Plaats slechts één soort, formaat en gewicht van afdrukmedia
tegelijk in de lade.
Voeg tijdens het afdrukken geen papier toe als de lade nog papier
bevat. Dit zou papierstoringen kunnen veroorzaken.
Plaats afdrukmaterialen in de lade met de te bedrukken zijde naar
boven en de bovenrand eerst, en zorg ervoor dat het materiaal in het midden van de lade ligt.
Let voor optimale adrukkwaliteit en ter voorkoming van vastlo pend
papier (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 113) op de volgende aanwijzingen.
Strijk alle vervormingen in brie fkaarten, enveloppen en etiketten glad
voordat u deze in de lade plaatst.
Volg bij het afdrukken op speciaal afdrukmedia de richtlijnen voor het plaatsen van afdrukmateriaal (zie "Afdrukken op speciale afdrukmedia" op pagina 43).
5
Afdrukken op speciale afdrukmedia
De onderstaande tabel toont de te gebruiken speciale afdrukmedia voor elke lade.
De media wordt ook weergegeven in Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Voor de beste afdrukkwaliteit selecteert u het juiste mediatype in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken > tabblad Papier > Type papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 55).
Als u bijvoorbeeld op etiketten wilt afdrukken, selecteert u Etiketten als Type papier.
Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens een vel per keer in te voeren (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 113).
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
43
Page 44
Afdrukmateriaal en lade
Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 113 voor papiergewicht per vel.
Types
Normaal papier Dik papier Dun papier Bankpost Kleur Kartonpapier Etiketten Enveloppen Voorbedrukt Katoen
Lade
a
Enveloppen
Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit. Plaats een envelop op de volgende manier om deze te bedrukken.
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
- Gewicht: niet zwaarder dan 90 g/m2, anders kunnen de enveloppen vastlopen.
- Samenstelling: plat liggend met minder dan 6 mm opkrullende rand, zonder lucht.
Kringlooppapier Archiefpapier
a. De beschikbare papiersoorten voor handmatige invoer in de lade:
(: beschikbaar. Leeg: niet beschikbaar)
- Toestand: geen gekrulde, verkreukelde of beschadigde enveloppen.
- Temperatuur: dienen tegen de warmte en druk van het apparaat in werking te kunnen.
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
44
Page 45
Afdrukmateriaal en lade
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere synthetische materialen.
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte kwaliteit.
Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal doorloopt tot in de hoek.
1 Aanvaardbaar 2 Onaanvaardbaar
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van het apparaat, ongeveer 170 C. De extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen.
Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan 15 mm van de rand van de envelop.
Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.
Etiketten
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u uitsluitend etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de volgende factoren:
- Kleefstoffen: Bestand tegen de fixeertemperatuur van het
apparaat (circa 170°C).
- Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel
tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan ernstige papierstoringen tot gevolg hebben.
- Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer dan 13
mm omkrullen.
- Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes
vertonen of loskomen van het rugvel.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
45
Page 46
Afdrukmateriaal en lade
Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt. Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook kunnen hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken.
Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd.
Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen, gekreukt of anderszins beschadigd zijn.
Kartonpapier/papier van een aangepast formaat
Voorbedrukt papier
Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde bovenaan liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u het papier om. Er zijn geen garanties wat de afdrukkwaliteit betreft.
Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als ze gedurende 0,1 seconde worden blootgesteld aan de fixeertemperatuur (ongeveer 170 °C) van het apparaat.
Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van de zijkanten van de afdrukmedia.
De inkt op het voorbedrukt papier mag niet ontvlambaar zijn en mag de printerrollen niet beschadigen.
Voor u voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van het voorbedrukt papier, waardoor de afdrukkwaliteit afneemt.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
46
Page 47
Afdrukmateriaal en lade
6
Papierformaat en -type instellen
Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst moet u het papierformaat en ­type instellen met behulp van de knoppen op het bedieningspaneel.
Wanneer uw apparaat de knoppen +/- op het bedieningspaneel heeft (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 24):
U kunt de hoogte instellen via Apparaatinstellingen i n Samsung Easy Printer Manager of de sectie Machine in Hulpprogramma printerinstellingen.
Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 296 als u Windows of Macintosh gebruikt.
Zie "Smart Panel gebruiken" op pagina 300 als u Linux gebruikt.
Druk op OK om de selectie op te slaan.
4
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
5
De instellingen die via het apparaatstuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen die via het bedieningspaneel werden opgegeven.
a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de toepassing en het
afdrukmenu.
b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 55).
c Klik op het tabblad Papier en selecteer het juiste papiertype.
Als u papier met speciale afmetingen wilt gebruiken, zoals factuurpapier, selecteert u het tabblad Papier > Formaat >
Bewerken... en stelt u Instellingen aangepast papierformaat in Voorkeursinstellingen voor afdrukken in (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 55).
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
1
Druk op Systeeminst. > Papierinstel. > Papierformaat of Type
2
papier.
Selecteer de gewenste lade en de gewenste optie.
3
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
47
Page 48
Afdrukmateriaal en lade
7
De uitvoersteun gebruiken
Als u een groot aantal pagina’s tegelijk afdrukt, kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Let erop dat u het oppervlak niet aanraakt en houd kinderen uit de buurt.
De afgedrukte pagina’s worden in de uitvoerlade gestapeld en de uitvoersteun zal ervoor zorgen dat de afgedrukte pagina’s worden uitgelijnd. De uitvoer wordt standaard naar de uitvoerlade gestuurd.
8
Originelen voorbereiden
Plaats geen papier dat kleiner is dan 142 × 148 mm of groter dan 216 × 356 mm.
Vermijd het gebruik van de volgende papiertypes om papierstoringen, een slechte afdrukkwaliteit en schade aan het apparaat te voorkomen.
- Carbonpapier of papier met carbonrug
- Gecoat papier
- Licht doorschijnend of dun papier
- Gekreukt of gevouwen papier
- Gekruld of opgerold papier
- Papier met scheuren
Verwijder alle nietjes en paperclips voor u het papier plaatst.
Controleer of eventuele lijm, inkt of correctievloeistof op het papier volledig droog is voor u het plaatst.
Plaats geen originelen van verschillend formaat of gewicht.
Plaats geen boekjes, foldertjes, transparanten of documenten met andere afwijkende eigenschappen.
De afbeeldingen in deze gebruikershandle iding zi jn afh ankelij k van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
48
Page 49
Afdrukmateriaal en lade
9
Originelen plaatsen
U kunt de glasplaat van de scanner gebruiken om een document te kopiëren, te scannen of als fax verzenden.
De afbeeldingen in deze gebruikershandle iding zi jn afh ankelij k van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
Op de glasplaat van de scanner
Vanaf de glasplaat van de scanner kunt u originele kopiëren of scannen. Voor de beste scankwaliteit, met name bij afbeeldingen in kleur of grijstinten, doet u er goed aan de glasplaat te gebruiken. Zorg dat er zich geen originelen in de documentinvoer bevinden. Wanneer een origineel wordt gedetecteerd in de documentinvoer, krijgt deze voorrang op het
Til het deksel van de scanner op.
1
origineel op de glasplaat van de scanner.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
49
Page 50
Afdrukmateriaal en lade
Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar beneden op de
2
glasplaat van de scanner. Plaats het document zorgvuldig in het verlengde van de markering linksboven op de glasplaat.
Sluit het deksel van de scanner.
3
Als u het deksel van de scanner tijdens het kopiëren niet sluit, kan dat een nadelig effect hebben op de kopieerkwaliteit en het tonerverbruik.
Stof op de glasplaat kan leiden tot zwarte vlekken op de afdruk. Houd de glasplaat schoon (zie "Het apparaat reinigen" op pagina
83).
Als u een pagina uit een bo ek of tijd schrift wilt kopi ëren, opent u he t deksel van de scanner tot tegen de aanslag en sluit u het daarna weer. Als het boek of tijdschrift dikker is dan 30 mm, laat u het deksel van de scanner openstaan tijdens het kopiëren.
Doe dit voorzichtig om te voorkomen dat het scannerglas breekt en u zich kwetst.
Plaats uw hand niet onder het scannerdeksel terwijl u het sluit. Het scannerdeksel kan op uw handen vallen en letsel veroorzaken.
Kijk tijdens het kopiëren of scannen niet in het licht van de scanner. Dit is schadelijk voor de ogen.
In de automatische documentinvoer
In de documentinvoer kunt u tot 40 vellen papier (80 g/m2, 20 lbs bankpostpapier) voor één taak plaatsen.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
50
Page 51
Afdrukmateriaal en lade
Open de klep van de documentinvoergeleider.
1
Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van
2
elkaar te scheiden voor u de originelen plaatst.
Plaats de originelen in de documentinvoerlade met de bedrukte zijde
3
naar boven. Zorg ervoor dat de onderkant van de stapel originelen samenvalt met de markering voor het papierformaat op de invoerlade.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
51
Page 52
Afdrukmateriaal en lade
Stel de ADI in overeenkomstig het papierformaat.
4
Stof op de glasplaat van de ADI kan zwarte strepen op de afdruk veroorzaken. Houd de glasplaat schoon (zi e "Het apparaat reinigen" op pagina 83).
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
52
Page 53

Eenvoudige afdruktaken

Raadpleeg de handleiding Geavanceerd (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 243) voor speciale afdrukfuncties.
10
Afdrukken
Wanneer u gebruik maakt van Macintosh of Linux, raadpleegt u handleiding Geavanceerd(zie " Afdrukken in Macintosh" op pagin a 253 of "Afdrukken in Linux" op pagina 255).
Het volgende venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken is voor Notepad in Windows 7.
Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
3
Open het document dat u wilt afdrukken.
1
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
2
De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en het
4
afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken.
Klik op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken om gebruik te maken van de geavanceerde afdrukopties. (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 55).
Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de
5
afdruktaak te starten.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
53
Page 54
Eenvoudige afdruktaken
11
Een afdruktaak annuleren
Een afdruktaak die in een afdrukrij of afdrukspooler wacht om afgedrukt te worden, annuleert u op de volgende manier:
U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat ( ) in de taakbalk van Windows.
U kunt de huidige taak ook annuleren door op (Stop/Clear) op het bedieningspaneel te drukken.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
54
Page 55
Eenvoudige afdruktaken
12
Voorkeursinstellingen openen
Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken in deze gebruikshandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer.
Als u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken verschijnt er mogelijk een waarschuwingsteken, of
. Een uitroepteken ( ) wil zeggen dat u deze optie wel kunt
selecteren maar dat dit niet wordt aanbevolen. Het teken wil
zeggen dat u deze optie niet kunt selecteren vanwege de instellingen of omgeving van het apparaat.
Open het document dat u wilt afdrukken.
1
Kies Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken wordt
2
weergegeven.
Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
4
Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
3
U kunt de huidige status van het apparaat controleren door op de knop Printerstatus te drukken (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 298).
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
55
Page 56
Eenvoudige afdruktaken
Voorkeursinstellingen gebruiken
Met de optie Vooraf ingest. die op elk tabblad maar niet op het tabblad Samsung verschijnt kunt u de huidige voorkeurinstellingen opslaan voor
toekomstig gebruik. Volg deze stappen om een Vooraf ingest.-item op te slaan.
Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
1
Typ in het invoervak Vooraf ingest. een naam voor deze
2
instellingen.
Selecteer meer opties en klik op (Wijzigen). De instellingen worden toegevoegd aan de voorinstellingen die u hebt opgegeven. Om de bewaarde instelling te gebruiken kiest u deze in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.. Het apparaat is nu ingesteld om afdrukken te maken met de gekozen instellingen. Om de opgeslagen instellingen te wissen
kiest u deze uit de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. en klikt u op (Wissen).
U kunt de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma ook herstellen door Vooraf ingest. stand. te selecteren in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.
13
Klik op (Toevoegen). Als u instellingen opslaat onder Vooraf
3
ingest. worden alle huidige stuurprogramma-instellingen
opgeslagen.
Help gebruiken
Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw toetsenbord.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
56
Page 57
Eenvoudige afdruktaken
14
Eco-afdruk
Met de functie Eco spaart u toner en papier uit. De functie Eco spaart natuurlijke hulpbronnen en helpt u milieuvriendelijke afdrukken te maken.
Als u op het bedieningspaneel op de knop Eco drukt, staat deze modus aan. De standaardinstelling van de Eco-modus is Meerdere pagina's per
zijde (2) en Tonerspaarstand.
Instellen van Eco-modus op het bedieningspaneel.
Wanneer uw apparaat de knoppen +/- op het bedieningspaneel heeft, of het apparaat geen netwerk ondersteund, (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 24):
U kunt de hoogte instellen via Apparaatinstellingen i n Samsung Easy Printer Manager of de sectie Machine in Hulpprogramma printerinstellingen.
Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 296 als u Windows of Macintosh gebruikt.
Zie "Smart Panel gebruiken" op pagina 300 als u Linux gebruikt.
De instellingen die via het stuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het bedieningspaneel.
Het openen van de menu's kan verschillen p er model (zie "Toeg ang tot het menu" op pagina 33).
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Apparaatinst. > Eco-
1
instel. op het bedieningspaneel.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
2
Standaardmodus: In deze modus is de eco-modus
uitgeschakeld. (Tonerbesparing/2 op 1 vel)
- Uit: Zet de eco-modus uit.
- Aan: Zet de eco-modus aan.
Als u de eco-modus instelt met een wachtwoord via de SyncThru™ Web Service (tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco > Settings) of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen > Eco), verschijnt het bericht Geforc.. U moet het wachtwoord invoeren om de eco-modus te wijzigen.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
57
Page 58
Eenvoudige afdruktaken
Sjabloon sel.: Volg de instellingen van Syncthru™ Web Service of Samsung Easy Printer Manager. Voordat u dit onderdeel selecteert, moet u eerst de eco-functie instellen in SyncThru™ Web Service (tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco > Settings) of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen > Eco).
- Stand.-Eco: Het apparaat is ingesteld op de Stand.-Eco-
modus.
- Aang Eco: Pas alle vereiste waarden aan.
Druk op OK om de selectie op te slaan.
3
Eco-modus in het stuurprogramma instellen
Open het tabblad Eco om de Eco-modus in te stellen. Als u de eco­afbeelding ziet ( ), betekent dit dat de eco-modus momenteel is
ingeschakeld.
Wachtwoord: Als de beheerder heeft ingesteld dat de Eco-modus moet worden gebruikt, moet u een wachtwoord opgeven om de status te wijzigen.
Resultaatsimulator
De Resultaatsimulator toont de resultaten van verlaagde kooldioxide­emissies, elektriciteitsverbruik en de hoeveelheid uitgespaard papier, naargelang de door u gekozen instellingen.
De resultaten worden berekend op basis van een totaal aantal van honderd pagina's zonder blanco pagina, als de Eco-modus is uitgeschakeld.
Zie voor de berekeningscoëfficiënt met betrekking tot CO2, energie en papier het IEA, de index van het Japanse ministerie van Binnenlandse Zaken en Communicatie en www.remanufacturing.org.uk. Elk model gebruikt een ander kengetal.
Het elektriciteitsverbruik in afdrukmodus betreft bij dit apparaat het gemiddelde elektriciteitsverbruik bij afdrukken.
Eco-opties
Standaardinstelling printer: Volg de instellingen op het bedieningspaneel van de printer.
Geen: Schakelt Eco-modus uit.
Eco-afdruk: Schakelt eco-modus in. Activeer de verschillende Eco­onderdelen die u wilt gebruiken.
De weergegeven hoeveelheid is slechts een schatting omdat de werkelijke hoeveelheid kan verschillen naargelang het gebruikte besturingssysteem, computerkracht, programma's, aansluitmethode, mediatype, mediaformaat, complexiteit van de afdruktaak, enz.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
58
Page 59

Normaal kopiëren

Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie "Men u Kopiëren" op pagina 203) voor speciale afdrukfuncties.
15
Normaal kopiëren
Wanneer uw apparaat de knoppen +/- op het bedieningspaneel heeft (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 24):
a Plaats een origineel op de glasplaat van de scanner met de bedrukte
zijde naar onder.
b U kunt de kopieerinstellingen, zoals helderheid, type origin ee l, etc.,
aanpassen met Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer Manager of de sectie Machine in Hulpprogramma printerinstellingen.
Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 296 als u Windows of Macintosh gebruikt.
Zie "Smart Panel gebruiken" op pagina 300 als u Linux gebruikt.
c Geef zo nodig het aantal kopieën op met behulp van knoppen +/-.
Selecteer (kopiëren) op het bedieningspaneel.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
2
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49).
Om de kopieerinstellingen, zoals onder meer Verkl./vergr.,
3
Tonersterkte, Contrast, Oorspr. type, aan te passen via de
knoppen op het bedieningspaneel (zie "De instellingen per kopie wijzigen" op pagina 60).
Voer indien nodig het aantal kopieën in met behulp van de pijl of het
4
numeriek toetsenblok.
Druk op (Start).
5
Als u de kopieertaak moet annuleren terwijl deze wordt uitgevoerd, drukt u op (Stop/Clear). De ko piee rt aa k word t dan gestop t.
d Druk op (Start).
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
59
Page 60
Normaal kopiëren
16
De instellingen per kopie wijzigen
Tonerdichtheid
Als er vlekken en donkere afbeeldingen op uw origineel staan, kunt u de
Het apparaat beschikt over standaardinstellingen voor kopiëren zodat u snel en gemakkelijk een kopie kunt maken.
Als u tijdens het instellen van de kopieeropties op (Stop/Clear) drukt, worden alle opties die u voor de huidige kopieertaak hebt ingesteld, geannuleerd en worden de standaardinstellingen hersteld. Na afloop van een kopieerproces worden de standaardinstellingen altijd automatisch hersteld.
Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie "Toegang tot het menu" op pagina 33).
Wanneer uw apparaat de knoppen +/- op het bedieningspaneel heeft:
U kunt de kopieerinstellingen, zoals held erhei d, typ e orig in eel, etc., aanpassen met Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer Manager of de sectie Machine in Hulpprogramma printerinstellingen.
- Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 296 als u Windows of
Macintosh gebruikt.
helderheid aanpassen om de kopie beter leesbaar te maken.
Selecteer (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie >
1
Tonersterkte op het bedieningspaneel.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
2
Bijvoorbeeld Licht+5 is de lichtste en Donker+5 is de donkerste.
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
3
Contrast
In het menu Contrast kunt u het verschil tussen lichte en donkere stukken in een afbeelding verkleinen of vergroten.
Selecteer (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie >
1
Contrast op het bedieningspaneel.
- Zie "Smart Panel gebruiken" op pagina 300 als u Linux gebruikt.
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
2
Selecteer Donker om het contrast te vergroten en selecteer Licht om het contrast te verkleinen.
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
3
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
60
Page 61
Normaal kopiëren
Origineel
Met de oorspronkelijke instelling kunt u de kwaliteit van de kopie verbeteren door het documenttype voor de huidige kopieertaak te selecteren.
Selecteer (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie > Oorspr.
1
type op het bedieningspaneel.
Deze functie is mogelijk niet beschi kbaar, afhankelijk va n het model of de optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina
10).
Wanneer het apparaat is ingesteld op Eco -modus, zij n de verg root­en verkleinfuncties niet beschikbaar.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
2
Tekst: gebruik deze optie voor originelen die hoofdzakelijk uit tekst bestaan.
Tekst/Foto: gebruik deze optie voor originelen die tekst en foto’s bevatten.
Als de tekst op de afdruk onscherp is, selecteert u Tekst om scherpe teksten te krijgen.
Foto: gebruik deze optie voor foto’s.
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
3
Verkleinde of vergrote kopie
U kunt het formaat van een gekopieerde afbeelding verkleinen of vergroten van 25% tot 400%, wanneer u originelen kopieert via de documentinvoer of de glasplaat.
Om uit de vooraf ingestelde kopieerformaten te
selecteren
Selecteer (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie > Verkl./
1
vergr. op het bedieningspaneel.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
2
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
3
Om de grootte van de kopie aan te passen door
rechtstreeks de schaalverhouding in te voeren
Selecteer (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie > Verkl./
1
vergr. > Aangepast op het bedieningspaneel.
Geef het gewenste kopieerformaat op met het numerieke
2
toetsenblok.
Druk op OK om de selectie op te slaan.
3
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
61
Page 62
Normaal kopiëren
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
4
Als u een verkleinde kopie maakt, kunnen er onderaan op de kopie zwarte lijnen verschijnen.
17
Identiteitskaarten kopiëren
Uw apparaat kan dubbelzijdige originelen afdrukken op één vel. Hierbij wordt één zijde van het origineel op de bovenste helft van het vel
papier afgedrukt en de andere zijde op de onderste helft zonder dat het origineel daarbij wordt verkleind. Deze functie is handig voor het kopiëren van kleine documenten zoals visitekaartjes.
Voor deze functie moet het origineel op de glasplaat van de scanner
worden geplaatst.
Druk op ID Copy op het bedieningspaneel.
1
Plaats een origineel op de glasplaat met de voorzijde naar onder
2
zoals aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de scanner.
Plaats voorzijde en druk op [Start] verschijnt op het display.
3
Wanneer uw apparaat de knoppen +/- heeft op het bedieningspaneel, gaan de LED aan de voorzijde van het bedieningspaneel aan.
Als het apparaat is ingesteld op Eco-modus is deze functie niet
beschikbaar.
Afhankelijk van het model kan de gebruiksprocedure verschillen.
Druk op (Start).
4
Het apparaat begint de voorzijde te scannen. Op het display verschijnt Plaats achterz. en druk op [Start].
Wanneer uw apparaat de knoppen +/- heeft op het bedieningspaneel, gaan de LED aan de achterzijde van het bedieningspaneel aan.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
62
Page 63
Normaal kopiëren
Keer het origineel om en leg het op de glasplaat zoals wordt
5
aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de scanner.
Druk op de knop (Start).
6
Als u niet op (Start) drukt, wordt alleen de voorzijde gekopieerd.
Als het origineel groter is dan het afdrukgebied, worden sommige
gedeelten mogelijk niet afgedrukt.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
63
Page 64

Basisfuncties voor scannen

Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie "Scanfuncties" op pagina 260), voor speciale scanfuncties.
18
Basisfuncties voor scannen
Dit is de normale en gebruikelijke procedure voor het scannen van originelen.
Dit is een basisscanmethode voor een apparaat dat via USB is verbonden.
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar
menu's op lagere niveaus te gaan.
Als u wilt scannen via het netwerk, raadpleegt u de handleiding
Geavanceerd (zie "Scannen vanaf een apparaat dat is aangesloten op een netwerk" op pagina 261).
Als het bericht Niet beschikbaar wordt weergegeven, controleert u de poortverbinding, of selecteert u Scannen vanaf paneel op apparaat inschakelen in Samsung Easy Printer Manager >
Geavanceerde modus inschakel en > Instellingen voor scannen
naar pc.
Selecteer de gewenste scanbestemming en druk op OK.
3
De standaardinstelling is Mijn docum..
U kunt een profiellijst met veelgebruikte instellingen aanmaken en opslaan. U kunt ook profielen toevoegen en verwijderen, en profielen opslaan naar verschillende paden.
Voor het aanpassen van deSamsung Easy Printer Manager >
Geavanceerde modus inschakelen > Instellingen voor
scannen naar pc.
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
1
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49).
Selecteer (scannen) > Naar pc scan. op het bedieningspaneel.
2
OF Druk op Scan to op het bedieningspaneel.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
4
Het apparaat begint te scannen.
5
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
64
Page 65
Basisfuncties voor scannen
De gescande afbeelding wordt opgeslagen op de computer in C:\Gebruikers\gebruikersnaam\Mijn documenten. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw bestur ingssysteem of het gebruikte programma.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
65
Page 66

Basisfuncties voor faxen

Deze functie wordt niet ondersteund voor SCX-340x/SCX-340xW
19
Voorbereiden om te faxen
Series (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 24 ).
Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie "Faxfuncties" op pagina 272), voor speciale faxfuncties.
Voordat u een fax kunt verzenden of ontvangen moet u het meegeleverde telefoonsnoer aansluiten op een telefoonaansluiting in de wand (zie "Achterkant" op pagina 23). Raadpleeg de Beknopte installatiehandleiding voor informatie over de aansluiting. Het maken van een telefoonverbinding
U kunt dit apparaat niet als faxapparaat gebruiken via een
verschilt van land tot land.
internettelefoon. Raadpleeg uw internetprovider voor meer informatie.
20
Wij raden het gebruik van traditionele analoge telefoondiensten (PSTN: Public Switched Telephone Network) wanneer u
Een fax verzenden
telefoonlijnen aansluit om de fax te gebruiken. Als u andere internetdiensten (DSL, ISDN, VolP) gebruikt, kunt u de kwal iteit van de verbinding verbeteren door gebruik te maken van een microfilter. Een microfilter elimineert ruissignalen en verbetert de kwaliteit van de netwerk/internetverbinding. Aangezien er geen DSL-microfilter met het apparaat wordt meegeleverd, neemt u best contact op met uw internetprovider als u er gebruik van wilt maken.
U kunt originelen op de glaspl aat van de scanner of i n de ADI plaatsen. Als er zich zowel originelen in de ADI als op de glasplaat van de scanner bevinden, worden de originelen in de ADI eerst gelezen omdat de ADI een hogere prioriteit heeft bij het scannen.
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
1
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49).
1 Lijnpoort 2 Microfilter 3 DSL-modem / telefoonlijn
(zie "Achterkant" op pagina 23).
Selecteer (fax) op het bedieningspaneel.
2
Stel de gewenste resolutie en tonersterkte in (zie "De
3
documentinstellingen aanpassen" op pagina 68).
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
66
Page 67
Basisfuncties voor faxen
Voer het faxnummer van de ontvanger in (zie "Letters en cijfers op
4
het toetsenblok" op pagina 236).
Druk op (Start) op het bedieningspaneel. Het document wordt
5
gescand en naar de bestemmingen gefaxt.
•Met Samsung Network PC Fax kunt u de fax rechtstreeks vanaf uw
computer verzenden (zie "Een fax met uw computer verzenden" op
pagina 273).
Als u een faxtaak wilt annuleren, drukt u op (Stop/Clear) voordat het apparaat begint met verzenden.
Als u een fax verzendt vanaf de glasplaat van de scanner, verschijnt er een bericht waarin u wordt gevraagd een volgende pagina in te voeren.
Een fax handmatig verzenden
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
1
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49).
Selecteer (fax) op het bedieningspaneel.
2
Stel de gewenste resolutie en helderheid in voor uw fax (zie "De
3
documentinstellingen aanpassen" op pagina 68).
Druk op (On Hook Dial) op het bedieningspaneel of neem de
4
hoorn van de haak.
Voer een faxnummer in met behulp van het numeriek toetsenblok op
5
het bedieningspaneel.
Druk op (Start) op het bedieningspaneel zodra u een hoge
6
faxtoon hoort van het ontvangende faxapparaat.
Voer de volgende stappen uit om een fax te verzenden met (On Hook Dial) op het configuratiescherm.
Als uw apparaat over een telefoonhoorn beschikt, kunt u een fax verzenden met de telefoonhoorn (zie "Verschillende functies" op pagina 10).
Groepsverzending (faxen naar meerdere bestemmingen verzenden)
Met de functie Groepsverzending kunt u een fax naar meerdere bestemmingen verzenden. Uw documenten worden automatisch in het geheugen opgeslagen en naar een extern faxapparaat verzonden. Na verzending worden de originelen automatisch uit het geheugen gewist.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
67
Page 68
Basisfuncties voor faxen
U kunt geen faxen verzenden met deze functie wanneer u hebt gekozen voor superfijn of wanneer de fax in kleur is.
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
1
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49).
Selecteer (fax) op het bedieningspaneel.
2
Stel de gewenste resolutie en helderheid in voor uw fax (zie "De
3
documentinstellingen aanpassen" op pagina 68).
Selecteer (Menu) > Faxfunctie > Meerdere verz. op het
4
bedieningspaneel.
Voer het nummer van het eerste ontvangende faxapparaat in en
5
druk op OK. U kunt snelkiesnummers oproepen of een groepskiesnummer
U kunt maximaal 10 bestemmingen ingeven.
Na het invoeren van een groepskiesnummer kunt u geen an de r groepskiesnummer invoeren.
Als u klaar bent met het invoeren van faxnummers, selecteert u Nee
8
op de vraag Nog een nummer? en drukt u op OK. Het apparaat verzendt de fax naar de verschillende nummers in de
volgorde waarin u ze hebt ingevoerd. Een rapport word afgedrukt na het uitvoeren van Meerdere
verzenden.
21
Een fax ontvangen
Uw apparaat is standaard ingesteld op faxmodus. Als u een fax ontvangt, beantwoordt het apparaat de oproep na een opgegeven aantal belsignalen en wordt de fax automatisch ontvangen.
selecteren met de knop (Address Book).
Voer het tweede faxnummer in en druk op OK.
6
U wordt gevraagd om het volgende faxnummer waarnaar u het document wilt verzenden in te voeren.
Als u meerdere faxnummers wilt invoeren, drukt u op OK wanneer
7
Ja oplicht, en herhaalt u stap 5 en 6.
22
De documentinstellingen aanpassen
Voordat u een fax verstuurt, wijzigt u de volgende instellingen overeenkomstig de eigenschappen van het origineel voor een optimaal resultaat.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
68
Page 69
Basisfuncties voor faxen
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
Resolutie
De standaard documentinstellingen leveren goede resultaten voor een normaal tekstdocument. Als u echter originelen verstuurt die foto’s bevatten of van een slechte kwaliteit zijn, kunt u de resolutie aanpassen om een fax van een betere kwaliteit te versturen.
Selecteer (fax) > (Menu) > Faxfunctie > Resolutie op het
1
bedieningspaneel.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
2
Standaard: originelen met tekens van normale grootte.
Verzenden vanuit het geheugen is niet mogelijk in de modus
Superfijn. De resolutie-instelling wordt automatisch gewijzigd in Fijn.
Als het apparaat ingesteld is op de resolutie Superfijn, maar het
ontvangende faxapparaat de resolutie Superfijn niet ondersteunt,
wordt de fax verzonden in de hoogste resolutie die het ontvangende faxapparaat ondersteunt.
Fotofax: originelen met grijstinten of foto’s.
Kleurenfax: originelen met kleuren.
Verzenden vanuit het geheugen is niet beschikbaar in deze modus.
U kunt alleen een kleurenfax verzenden als het apparaat waarmee u communiceert, de ontvangst van een kleurenfax ondersteunt en als u de fax handmatig verzendt.
Fijn: originelen met kleine tekens of dunne lijnen, of originelen die met een matrixprinter zijn afgedrukt.
Superfijn: originelen met zeer kleine details. De modus Superfijn wordt alleen ingeschakeld als het apparaat waarmee u communiceert deze resolutie ondersteunt.
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
3
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
69
Page 70
Basisfuncties voor faxen
Tonersterkte
U kunt de helderheid van het originele document selecteren.
De ingestelde helderheid geldt voor de huidige faxtaak. Voor het aanpassen van de standaardinstellingen (zie"Menu Faxen" op pagina
210).
Selecteer (fax) > (Menu) > Faxfunctie > Tonersterkte op
1
het bedieningspaneel.
Selecteer de gewenste tonerinstelling.
2
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
3
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
70
Page 71

3. Onderhoud

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt aankopen.
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen 72
Beschikbare verbruiksartikelen 73
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 74
De tonercassette bewaren 75
Toner herverdelen 77
De tonercassette vervangen 79
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren 81
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op" 82
Het apparaat reinigen 83
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat 89
Page 72

Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen

De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en onderdelen.
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de klantenservice.
3. Onderhoud
72
Page 73

Beschikbare verbruiksartikelen

Als de verbruiksartikelen het einde van hun gebruiksduur naderen, kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen:
Type
Gemiddeld aantal afdrukken
a
Benaming van onderdeel
Tonercassette Ong. 1.500 pagina's MLT-D101S
a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de gebruiksomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en
het type en formaat van het afdrukmateriaal.
De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de opties, het percentage afbeeldingen en de taakmodus.
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksa rtikelen aanschaft, doet u dit best i n het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nie uwe tonercassettes of andere verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compa tib el met he t apparaa t omdat de config urati e van to nercasse ttes en ande re verbru iksartikelen per land kunnen verschillen.
Samsung raadt gebruik van niet-orig inel e S amsung- to ne rca ssette s ( b ijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet­originele Samsung-tonercassettes nie t garanderen. Ond erhoud en herstellinge n die vereist zijn als ge volg van het gebruik van andere tonercas settes dan die van Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat.
3. Onderhoud
73
Page 74

Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud

Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om reserveonderdelen te bestellen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door een erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de gemiddelde levensduur is verstreken, valt niet onder de garantie.
Onderhoudsonderdelen worden op gezette tijdstippen vervangen om te verhinderen dat de afdrukkwaliteit verslechtert en er papierinvoerstoringen optreden als gevolg van versleten onderdelen (zie onderstaande tabel). Uw apparaat moet op elk moment perfect functioneren. De te vervangen onderdelen moeten worden vervangen wanneer de levensduur van het desbetreffende onderdeel is verstreken.
Onderdelen
Transportrol Ong. 30.000 pagina’s Fixeereenheid Ong. 30.000 pagina’s Opneemrol Ong. 30.000 pagina’s Aanvoerrol Ong. 30.000 pagina’s
ADF-invoerrol
ADF-rubbermat
a. De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem, de snelheid van de computer, de gebruikte toepassing, de verbindingsmethode, de media, het formaat van de
media en de complexiteit van de taak.
b. Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 10).
b
b
Ong. 20.000 pagina's Ong. 20.000 pagina’s
Gemiddeld aantal afdrukken
a
3. Onderhoud
74
Page 75

De tonercassette bewaren

Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette.
Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt; Idealiter in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid. Haal de tonercassette pas uit haar originele, ongeopende verpakking op het moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren.
Door de verpakking van de cassette te openen voor u de cassette in gebruik neemt, zal de levensduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk verkorten. Bewaar tonercassetten niet op de grond. Volg de onderstaande procedures om een tonercassette die u uit de printer hebt verwijderd, te bewaren.
Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele verpakking.
- Op stoffige plaatsen.
- In een auto gedurende een lange periode.
- In een omgeving met corrosieve dampen.
- In een omgeving met zilte lucht.
1
Behandelingsinstructies
Raak het oppervlak van de fotogeleidende drum in de cassette niet aan.
Stel de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken.
Roteer de drum niet handmatig, vooral in de tegengestelde richting. Dit kan interne schade en een tonerlek veroorzaken.
2
Gebruik tonercassette
Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde kant boven als bij de installatie.
Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende omstandigheden:
- Temperaturen boven 40°C (104°F).
- In een omgeving met een luchtvochtigheid van minder dan 20% of
van meer dan 80%.
- In een omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen.
- In direct zon- of kunstlicht.
Samsung Electronics raadt het gebruik van andere tonercassettes dan van Samsung af, met inbegrip van generische, hervulde of gerecycleerde tonercassettes of tonercassettes van witte producten.
De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat die ontstaan is door het gebruik van een bijgevulde cassette, gerecyclede cassette of een tonercassette van een ander merk dan Samsung.
3. Onderhoud
75
Page 76
De tonercassette bewaren
3
Geschatte gebruiksduur van tonercassette
De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. De eigenlijke capaciteit kan variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de pagina’s waarop u afdrukt, de omgeving, percentage afbeeldingen, de tijd tussen de afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner verbruikt en moet de cassette waarschijnlijk vaker worden vervangen.
3. Onderhoud
76
Page 77

Toner herverdelen

Als de tonercassette bijna leeg is:
Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten.
knippert de Status-LED rood. Bij apparaten met een Toner-LED, gaat de LED oranje knipperen.
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven die witte strepen of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner opnieuw is verdeeld.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier.
Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals een mes of een schaar om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner zich aan de stof.
Houd de ADI en de papierlade samen wanneer u een papierlade opent.
3. Onderhoud
77
Page 78
Toner herverdelen
2
1
3. Onderhoud
78
Page 79

De tonercassette vervangen

Schud de tonercassette grondig. Dit verhoogt de afdrukkwaliteit in het begin.
De afbeeldingen in deze gebr uikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en kome n mogelijk niet helema al overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier.
Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of een schaar, om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner zich aan de stof.
Houd de ADI en de papierlade samen wanneer u een papierlade opent.
Als een tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met afdrukken.
3. Onderhoud
79
Page 80
De tonercassette vervangen
3. Onderhoud
80
Page 81

De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren

Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleert u het aantal pagina’s dat het apparaat heeft afgedrukt of gescand. Vervang indien nodig de betrokken onderdelen.
Wanneer uw apparaat de knoppen +/- op het bedieningspaneel heeft (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 24):
Houd in de standby-modus de knop (Stop/Clear) ca. 6 seconden ingedrukt en laat deze vervolgens los. Er wordt een rapport met geleverde informatie afgedrukt.
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Onderhoud > Gebruiksduur op het bedieningspaneel.
1
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
2
Totaal: toont het totaal aantal afgedrukte pagina’s.
ADI-scan: toont het aantal pagina's dat is afgedrukt via de automatische documentinvoer.
Scan. via glas: toont het aantal pagina's dat is gescand via de glasplaat.
Info verb.art.: drukt een pagina af met de gegevens van verbruiksartikelen.
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
3
3. Onderhoud
81
Page 82

Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"

Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet.
Wanneer uw apparaat de knoppen +/- op het bedieningspaneel heeft (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 24): U kunt de hoogte instellen via Apparaatinstellingen in Samsung Easy Printer Manager of de sectie Machine in Hulpprogramma printerinstellingen.
Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 296 als u Windows of Macintosh gebruikt.
Zie "Smart Panel gebruiken" op pagina 300 als u Linux gebruikt.
Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Onderhoud > Ws tr bijna op op het bedieningspaneel.
1
Selecteer de gewenste optie.
2
Druk op OK om de selectie op te slaan.
3
3. Onderhoud
82
Page 83

Het apparaat reinigen

Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen.
Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de behuizing verkleuren of vervormen.
Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner te verwijderen met een zachte, met water bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn.
4
De buitenkant reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar let erop dat er geen water op of in het apparaat terechtkomt.
3. Onderhoud
83
Page 84
Het apparaat reinigen
5
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat te reinigen.
Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier.
Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
Gebruik een droge pluisvrije doek voor het reinigen van de binnenkant van het apparaat. Let op dat u de transportrol of andere onderdelen niet beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat beschadigen.
Gebruik een niet-pluizende doek om het apparaat te reinigen.
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcon tact. Wacht totdat het a pparaat is afge koeld. Als uw ap paraat ee n aan/uit-schakelaar heeft, zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
De afbeeldingen in deze gebr uikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en kome n mogelijk niet helema al overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
Houd de ADI en de papierlade samen wanneer u een papierlade opent.
3. Onderhoud
84
Page 85
Het apparaat reinigen
2
1
3. Onderhoud
85
Page 86
Het apparaat reinigen
6
Reinigen van de opneemrol
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcon tact. Wacht totdat het a pparaat is afge koeld. Als uw ap paraat ee n aan/uit-schakelaar heeft, zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
De afbeeldingen in deze gebr uikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en kome n mogelijk niet helema al overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
3. Onderhoud
86
Page 87
Het apparaat reinigen
7
Scannereenheid reinigen
Houd de scannereenheid goed schoon. Dat komt de kwaliteit van de kopieën ten goede. Wij raden u aan de scannereenheid aan het begin van elke dag te reinigen en dit zo nodig in de loop van de dag te herhalen.
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcon tact. Wacht totdat het a pparaat is afge koeld. Als uw ap paraat ee n aan/uit-schakelaar heeft, zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
De afbeeldingen in deze gebr uikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en kome n mogelijk niet helema al overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
Bevochtig een niet-pluizende, zachte doek of een velletje keukenrol met een beetje water.
1
Til het deksel van de scanner op.
2
3. Onderhoud
87
Page 88
Het apparaat reinigen
Veeg de glasplaat van de scanner schoon en droog.
3
4
1
3
2
1 Scannerdeksel 2 Glasplaat van de scanner 3 Glasplaat van de documentinvoer 4 Witte strook
Sluit het deksel van de scanner.
4
3. Onderhoud
88
Page 89

Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat

U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden.
3. Onderhoud
89
Page 90

4. Problemen oplossen

In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
Tips om papierstoringen te voorkomen 91
Vastgelopen originelen verwijderen 92
Papierstoringen verhelpen 97
Informatie over de status-LED 101
Informatie over displaymeldingen 104
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, moet u eerst hierop kijken om de fout op te lossen. Als u in dit hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem kunt vinden, kijkt u in het hoofdstuk Problemen oplossen in de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie "Problemen oplossen" op pagina 306). Als u geen oplossing kunt vinden in de Gebruikershandleiding of als het probleem blijft optreden, kunt u met de klantenservice bellen.
Page 91

Tips om papierstoringen te voorkomen

U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te voorkomen:
Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 40).
Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
Plaats geen verschillende soorten papier in een lade.
Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 113).
4. Problemen oplossen
91
Page 92

Vastgelopen originelen verwijderen

Als een origineel vastloopt in de ADI verschijnt er een waarschuwingsbericht op het display.
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
Gebruik de glasplaat van de scanner voor originelen van dik, dun of gemengd papier om papierstoringen te voorkomen.
4. Problemen oplossen
92
Page 93
Vastgelopen originelen verwijderen
1
Er is een origineel vastgelopen vóór de scanner
De afbeeldingen in deze gebr uikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en kome n mogelijk niet helema al overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 10).
4. Problemen oplossen
93
Page 94
Vastgelopen originelen verwijderen
2
Het origineel is in de scanner vastgelopen
De afbeeldingen in deze gebr uikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en kome n mogelijk niet helema al overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 10).
4. Problemen oplossen
94
Page 95
Vastgelopen originelen verwijderen
4. Problemen oplossen
95
Page 96
Vastgelopen originelen verwijderen
3
Het origineel is vastgelopen in het uitvoergebied van de scanner.
De afbeeldingen in deze gebr uikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en kome n mogelijk niet helema al overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Voorkant" op pagina 21).
Verwijder alle resterende pagina’s uit de ADI.
1
Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de ADI.
2
4. Problemen oplossen
96
Page 97

Papierstoringen verhelpen

Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
4
In de papierlade
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
4. Problemen oplossen
97
Page 98
Papierstoringen verhelpen
5
Binnenin het apparaat
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
De afbeeldingen in deze gebr uikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en kome n mogelijk niet helema al overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 21).
4. Problemen oplossen
98
Page 99
Papierstoringen verhelpen
1
2
4. Problemen oplossen
99
Page 100
Papierstoringen verhelpen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
4. Problemen oplossen
100
Loading...