Samsung PL80, PL81 User Manual [nl]

Instructies
Uw camera leren kennen
Voer bij het in gebruik nemen van de camera de volgende stappen uit:
De toepassingssoftware installeren
Maak een opname
Om deze camera met een PC te gebruiken installeert u eerst de toepassingssoftware. Nadat dit gedaan is, kunnen de opnamen die op de camera zijn opgeslagen naar de PC worden verplaatst en kunnen ze met een opname­bewerkingsprogramma worden bewerkt.
Maak een opname. (p.20)
Hartelijk dank voor het aanschaffen van een digitale camera van Samsung.
Lees voordat u deze camera gaat gebruiken eerst de gebruiksaanwijzing
zorgvuldig door.
Wanneer u service nodig heeft, neemt u de camera en de accessoires
die verantwoordelijk zijn voor de storing aan de camera (zoals batterijen, geheugenkaart, enz.) mee naar een geautoriseerd servicecenter.
Controleer voordat u de camera wilt gaan gebruiken (bijvoorbeeld
vóór een uitstapje of een belangrijke gebeurtenis) of deze correct werkt om teleurstellingen te voorkomen. Samsung accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enig verlies of voor enige schade die het gevolg is van storingen aan de camera.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plek.
Als u een kaartlezer gebruikt om foto’s van de geheugenkaart naar uw PC
te kopiëren, kunnen de opnamen beschadigd raken. Als u de opnamen die u hebt gemaakt met de camera wilt overzetten op uw pc, gebruikt u altijd de meegeleverde USB-kabel om de camera aan te sluiten op uw pc. De fabrikant is niet aansprakelijk voor verlies of schade aan opnamen op
Sluit de USB-kabel aan.
Steek de meegeleverde USB-kabel in de USB-poort van de PC en in de USB-aansluiting van de camera. (p.94)
de geheugenkaart als gevolg van het gebruik van een kaartlezer.
Controleer of de camera is ingeschakeld
Controleer of de camera is ingeschakeld. Als de camera uit staat, zet u hem aan met de AAN/UIT-knop.
De inhoud en illustraties van deze gebruiksaanwijzing kunnen
zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd voor het verbeteren van camerafuncties.
Ä
Microsoft, Windows en het Windows-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Ä
Controleer [Verwisselbare schijf]
Open VERKENNER van Windows en zoek naar [Verwisselbare schijf]. (p.95)
Adobe en Reader zijn handelsmerken of geregistreerde handels-
merken in de USA en/of andere landen.
Ä
Alle merk- en productnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn
gedeponeerde handelsmerken van de betreffende eigenaren.
Ä
Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u het bestand
“OpenSourceInfo.pdf” op de meegeleverde cd-rom.
1
Gevaar Waarschuwing
GEVAAR geeft een dreigend gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
Probeer deze camera niet op enigerlei wijze aan te passen. Als u dit
toch doet, kan dit leiden tot brand, letsel, elektrische schok of ernstige schade aan uzelf of uw camera. Interne controle, onderhoud en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door uw dealer of het Samsung servicecenter voor camera’s.
Gebruik dit product niet in de directe nabijheid van brandbare of
explosieve gassen, aangezien hierdoor het risico van een explosie toeneemt.
Gebruik de camera niet meer als er vloeistof of vreemde voorwerpen
in zijn binnengedrongen. Schakel de camera uit en sluit vervolgens de stroomvoorziening af. U dient contact op te nemen met uw leverancier of met het servicecenter voor camera’s van Samsung. Ga niet door met het gebruik van de camera omdat dit kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Steek of stop geen metalen of brandbare voorwerpen in de camera
via de toegangspunten, zoals de kaartsleuf of het batterijvak. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik deze camera niet met natte handen. Dit kan leiden tot elektrische
schokken.
2
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
Maak geen gebruik van de fl itser in de onmiddellijke nabijheid van
mensen of dieren. Als de fl itser te dicht bij de ogen van het onderwerp afgaat, kan dit leiden tot oogletsel.
Houd dit product en de bijbehorende accessoires om veiligheidsredenen
buiten het bereik van kinderen of dieren om ongelukken te voorkomen zoals:
- Het inslikken van batterijen of kleine camera-accessoires. Neem in het geval van een ongeluk onmiddellijk contact op met een arts.
- Er bestaat kans op letsel door de bewegende onderdelen van de camera.
De batterij en de camera kunnen heet worden bij langdurig gebruik,
en dit kan leiden tot het onjuist functioneren van de camera. Als dit het geval is, laat de camera dan een paar minuten met rust zodat deze kan afkoelen.
Laat deze camera niet achter op plekken waar de temperatuur
extreem kan oplopen, zoals een afgesloten voertuig, direct zonlicht of andere plaatsen waar extreme temperatuurschommelingen optreden. Blootstelling aan extreme temperaturen kan een negatieve invloed hebben op de interne onderdelen van de camera en kan leiden tot brand.
Dek de camera of de oplader niet af als ze in gebruik zijn. Dit kan een
opeenhoping van hitte veroorzaken en de behuizing van de camera vervormen, of leiden tot brand. Gebruik de camera en de accessoires altijd in een goed geventileerde ruimte.
Voorzichtig
Inhoudsopgave
VOORZICHTIG duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt vermeden, zou kunnen leiden tot gering tot matig letsel.
Lekkende, oververhitte of beschadigde batterijen kunnen leiden tot brand of letsel.
- Gebruik batterijen die geschikt zijn voor deze camera.
- Sluit batterijen niet kort, verhit ze niet en gooi ze niet in open vuur.
- Plaats de batterijen in de juiste richting.
Verwijder de batterijen wanneer u de camera gedurende langere tijd
niet wilt gebruiken. Batterijen kunnen anders elektrolyt gaan lekken en de onderdelen van de camera onherstelbaar beschadigen.
Gebruik de fl itser niet terwijl u deze vasthoudt met uw hand of aanraakt
met een of ander voorwerp. Raak de fl itser na gebruik niet aan. Dit kan leiden tot brandwonden.
Beweeg de camera niet als deze is ingeschakeld als u de adapter gebruikt.
Schakel de camera na gebruik altijd uit voordat u de adapter uit het stopcontact verwijdert. Controleer vervolgens of alle verbindingssnoeren of kabels naar andere apparaten zijn losgekoppeld voordat u de camera gaat vervoeren. Als u dit niet doet, kunnen de snoeren of kabels beschadigd raken en kunnen er brand of elektrische schokken optreden.
Let op dat u de lens of de lenskap niet aanraakt om te voorkomen dat
u onheldere opnamen maakt of er misschien voor zorgt dat de camera niet goed werkt.
Vermijd het belemmeren van de lens of de fl itser als u een opname maakt.
Als u deze camera bij lage temperaturen gebruikt, kunnen de volgende situaties zich voordoen. Dit betekent niet dat er een storing aan de camera is, en normaliter worden de situaties bij een normale temperatuur opgeheven.
- Het kost meer tijd om het LCD-scherm aan te zetten, en de kleur kan anders zijn dan die van het onderwerp.
- Als u de compositie wijzigt, kan er een na-beeld op het LCD-scherm verschijnen.
De magneetstrip van creditcards kan worden gewist als deze in de
buurt van de behuizing komt. Voorkom dat magneetstrips in de buurt van de behuizing komen.
Het is zeer waarschijnlijk dat zich computerproblemen voordoen als de 20-pins connector wordt aangesloten op de USB poort of een PC. Sluit de 20-pins connector nooit aan op een USB poort of een PC.
GEBRUIKSKLAAR
OPNEMEN
MAKEN
007 Productoverzicht
007 Inhoud van de verpakking 007 Als optie verkrijgbaar
008 Onderdelen en knoppen
008 Voorzijde & bovenzijde 009 Achterkant 010 Onderkant 010 Functiekiezer 011 Lampje zelfontspanner 011 Camerastatuslampje 011 Moduspictogram
012 Aansluiten op een voedingsbron 015 De geheugenkaart plaatsen 016
Instructies voor het gebruik van de geheugenkaart
018 LCD schermindicator 019 Het menu gebruiken 020 De opnamemodus kiezen
020 Modus kiezen 020 Smart Auto-modus gebruiken 022 De modus Programma gebruiken 022
De modus DUAL IS (Dual beeldstabilisa-
tie, Dual Image Stabilization) gebruiken 023 De modus Scène gebruiken 025 De modus Filmclip gebruiken 025 De fi lmclip zonder geluid opnemen
3
Inhoudsopgave
026
026 Waar u op moet letten bij het maken
027 De cameraknoppen gebruiken om
027 AAN/UIT-knop 028 Sluiterknop 028 Smart-knop 029 Zoom Knop W / T 030 Knop Info (DISP) / Omhoog 031 Macro / Omlaag knop 032 Scherpstelvergrendeling 033 Flitser / Links knop 035 Zelfontspanner / Rechts knop 037 MENU-knop 037 OK-knop 037 Opname
038 039 Fotoformaat / Filmformaat 039 Kwaliteit / Framesnelheid 040 Belichtingscorrectie 040 ISO 041 Witbalans 042 Gezichtsdetectie 044 Gezichtstint
4
044 Gezichtretouch.
Pauzeren tijdens het opnemen van een fi lmclip (continu-opname)
van opnamen
de camera in te stellen
Functies activeren met de MENU-knop
044 Automatisch scherpstellen 045 Lichtmeting
045 ACB 046 Transportfunctie
046 Fotostylerkeuze
047 Beeld aanpassen 048 OIS (optische beeldstabilisatie) 049 Geluidsmemo 049 Geluidsopname
050 Een fi lmclip zonder geluid opnemen 050 Filmopnamen instellen
SMART-MODUS
INSTELLINGEN
051 Smart-modus 051 Weergave Smart-modus 052 Smart-modus starten
052 Modus kiezen 053 Smart Auto-modus gebruiken 053 Smart-fi lmclipmodus gebruiken
054 Menu geluid 054 Geluid
054 Volume 054 Begingeluid 054 Sluitertoon 054 Pieptonen 055 AF geluid
055 Instellingenmenu
Inhoudsopgave
AFSPELEN
055 Display
055 Language (taal) 055 Functiebeschrijving 056 Beginafbeelding 056 Helderh. scherm 056 Snel tonen 056 Spaarstand
057 Instellingenmenu
057 Formatteren 057 Resetten 058
058 Tijdzone 058 Bestandsnr. 059 De opnamedatum afdrukken 059 Automatisch uitschakelen 060 060 Het type videosignaal kiezen 061 USB instellen
062 Opnamen afspelen
062 Een foto weergeven 062 Filmclip afspelen 063 Stilstaande beelden van een fi lmclip
063 Een geluidsopname afspelen 064 Een geluidsmemo afspelen
064 Indicator LCD-scherm
De datum / tijd / datumindeling instellen
Lampje voor automatisch scherpstellen
vastleggen
065
De cameraknoppen gebruiken om
de camera in te stellen 065 Knop Afspeelmodus 065 Knop Miniaturen/Vergroting
065 Smart Album
068 Knop Info (DISP) / Omhoog 068 Knop voor afspelen en pauzeren/
OK-knop 069
Knop Links / Rechts / Omlaag / MENU 069 Knop Verwijderen 070 De afspeelfunctie instellen met
behulp van het LCD-scherm 072 Wijzigen
072 Grootte wijzigen 073 Een opname draaien 073 Fotostylerkeuze 074 Beeld aanpassen
076 De diashow starten
076 De diashow starten 076 Opnamen kiezen 077 Afspeelinterval instellen 077 Achtergrondmuziek instellen 077
078 Bestandopties
078 Opnamen verwijderen 078 Opnamen beveiligen 079 Geluidsopname
Effecten van de diashow instellen
5
Inhoudsopgave
080 DPOF 082 Naar geheugenkaart kopiëren
PICTBRIDGE
BIJLAGE
SOFTWARE
6
083 PictBridge 084 PictBridge : Fotokeuze 084 PictBridge : Printerinstellingen 085 PictBridge : Reset (Instellingen
terugzetten)
085 Belangrijke informatie 087 Waarschuwingsindicator 088 Voordat u contact opneemt met het
servicecenter
090 Specifi caties
093 Bestanden naar de computer
overbrengen (Windows)
093 Voor Windows-gebruikers
097 Bestanden naar de computer
overbrengen (Mac)
097 Voor Mac-gebruikers
099 Veelgestelde vragen
Productoverzicht
Controleer voordat u dit product gebruikt of u over alle onderdelen beschikt. De inhoud van de verpakking kan variëren afhankelijk van de verkoopregio. Als u een accessoire wilt aanschaffen, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Samsung-dealer of met het Samsung-servicecenter. Onderdelen en hulpstukken hieronder geïllustreerd kunnen verschillen van de werkelijke uitvoering.
Inhoud van de verpakking
Camera Oplaadbare batterij
Snelstartgids
Als optie verkrijgbaar
SD / SDHC geheugenkaart
(zie p.17)
AC-adapter /
USB-kabel
Cameratas AV-kabel Batterijoplader
Camerakoord
Software CD
(inclusief gebruiksaanwijzing)
7
Onderdelen en knoppen
Voorzijde & bovenzijde
Zoom T-knop (Digitale zoom)
Zoom W-knop (Miniatuurmodus)
Sluiterknop
USB / AV / DC aansluiting
Microfoon
8
AAN/UIT-knop
Smart-knop
Zelfontspanner lamp / AF-lamp
Flitser
Luidspreker
Lens / lenskap
Onderdelen en knoppen
Achterkant
LCD-scherm
MENU-knop
Knop voor 5 functies
Camerastatuslampje
Knop MODE
Oogje voor draagriem
Knop Fn / verwijderen
Knop Afspeelmodus
9
Onderdelen en knoppen
Onderkant
Sleuf voor
geheugenkaart
Batterij­houder
Afdekklepje batterijvak
Statiefaansluiting
Ä
Om het klepje van het batterijvak te openen, schuift u dit in de aangegeven richting.
10
Batterijcompartiment
Functiekiezer
Knop flitser /
Links
Knop Info / Omhoog
Knop OK / Knop voor afspelen/ pauzeren
Knop voor zelfont­spanner/ Rechts
Knop Macro / Omlaag
Knop voor afspelen
Onderdelen en knoppen
Lampje zelfontspanner
Pictogram
Status Omschrijving
- De eerste 7 seconden knippert het lampje met
Knipperen
Knipperen
Knipperen
Knipperen
tussenpozen van 1 seconde.
- Gedurende de laatste 3 seconden knippert het lampje snel met tussenpozen van 0,25 seconde.
Gedurende de laatste 2 seconden knippert het lampje snel met tussenpozen van 0,25 seconde.
Na ongeveer 10 seconden wordt een foto gemaakt en 2 seconden later wordt een tweede foto gemaakt.
Nadat u de sluiterknop hebt ingedrukt wordt de opname gemaakt in overeenstemming met de beweging van het onderwerp.
Camerastatuslampje
Status Omschrijving
Ingeschakeld
Na het nemen van een foto
Als de batterij van de fl itser aan het opladen is
Als de USB-kabel op een PC is aangesloten
Gegevens naar een PC overzetten
Als de USB-kabel op een printer is aangesloten
Als de printer afdrukt Het lampje knippert
Als de AF wordt geactiveerd
Het lampje gaat aan en uit als de camera klaar is om een foto te maken
Het lampje knippert terwijl de opnamegegevens worden opgeslagen en gaat vervolgens uit als de camera klaar is om nog een foto te maken.
Het lampje knippert
Het lampje gaat branden (LCD-scherm schakelt uit nadat het apparaat is geïnitialiseerd)
Het lampje knippert (LCD-scherm wordt uitgeschakeld)
Het lampje knippert
Het lampje gaat aan (Dit betekent dat de camera is scherpgesteld op het onderwerp)
Het lampje knippert (Dit betekent dat de camera niet is scherpgesteld op het onderwerp)
Moduspictogram
Raadpleeg pagina 20/52 voor meer informatie over de modusinstelling van de camera.
MODUS Smart Auto Programma DUAL IS
PICTOGRAM
MODUS Scène Film Smart-film
PICTOGRAM
MODUS
Beautyshot Kaderlijnen Nacht
PICTOGRAM
MODUS Portret Kinderen Landschap
PICTOGRAM
MODUS Close-up Tekst Zon onder
PICTOGRAM
MODUS Dageraad Tegenl. Vuurwerk
PICTOGRAM
MODUS Strand/sneeuw - -
PICTOGRAM
SCÈNE
11
Aansluiten op een voedingsbron
U dient de oplaadbare batterij (BP70A) die is meegeleverd met de camera te gebruiken. Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera gebruikt.
BP70A oplaadbare batterij Specifi catie
Model BP70A Type Lithium lon
740
Capaciteit Vermogen 3,7 V Oplaadtijd Circa 150 minuten
Aantal opnamen en levensduur batterij: Bij gebruik van de BP70A
Levensduur batterij
/ Aantal opnamen
Circa 100 min./
Foto
Circa 200 opnamen
Film
Ä
Deze getallen zijn gemeten onder de standaardomstandigheden
Circa 80 min.
mAh
Omstandigheden
Met een volledig opgeladen batterij, standaardinstellingen, programmamodus, interval tussen opnamen: 30 sec. Het omschakelen van de zoompositie tus­sen Groothoek en Telelens na elke opname. De fl itser voor iedere tweede opname gebruiken. De camera gedurende 5 minuten gebruiken en deze dan gedurende 1 minuut uitschakelen.
De volledig opgeladen batterij gebruiken. 640x480 opnamegrootte 30 fps (frames per seconde)
van Samsung. De opnameomstandigheden kunnen verschillen afhankelijk van de methoden van de gebruiker.
12
Belangrijke informatie over het gebruik van de batterij
Als de camera niet in gebruik is, schakelt u de stroom uit.
Verwijder a.u.b. de batterij als de camera gedurende langere peri­oden niet wordt gebruikt. In de loop der tijd kan de batterij stroom verliezen en gaan lekken als deze in de camera wordt gelaten.
Lage temperaturen (beneden 0°C) kunnen de prestaties van de batterijen nadelig beïnvloeden en kunnen de levensduur van de batterijen bekorten.
De batterijen herstellen zich gewoonlijk bij normale temperaturen.
Bij langdurig gebruik van de camera kan de camerabehuizing warm worden. Dit is volstrekt normaal.
Wanneer u de AC-adapter met de USB-kabel verbindt, kunt u deze als AC-kabel gebruiken en hiermee de reservebatterij opnieuw opladen.
- Een gelijkstroomkabel gebruiken : Sluit de gelijkstroomadapter aan op de USB-kabel. Dit kan als stroomsnoer worden gebruikt.
- Een USB-kabel gebruiken : Verwijder de gelijkstroomadapter. U kunt opgeslagen opnamen naar uw PC downloaden (p.94) of de stroomvoorziening naar uw camera via de USB-kabel plaats laten vinden.
Aansluiten op een voedingsbron
Belangrijke informatie over het gebruik van de USB-kabel.
Gebruik een USB-kabel die aan de specifi caties voldoet.
Als de camera op de PC is aangesloten via een USB-hub: sluit de camera direct op de PC aan.
Als de camera en andere apparaten tegelijkertijd op de PC zijn aangesloten: verwijder het andere apparaat.
De camera niet kunnen worden gedetecteerd, wanneer u
de USB-poort aan de voorzijde van de computer gebruikt. Gebruik in dit geval de USB-poort aan de achterzijde van de computer.
Als de USB-poort van de pc niet voldoet aan de stroomuitvoer (5 V, 500 mA), wordt de batterij mogelijk niet opgeladen.
Hoe laadt u de oplaadbare batterij op
Voordat u kabels of een AC adapter erin steekt, controleert u
eerst de juiste richting. Gebruik hierbij niet teveel kracht. Dit kan leiden tot breuk van de kabel of schade aan de camera.
Als het LED lampje van de AC oplader niet gaat knipperen na
het plaatsen van de oplaadbare batterij, controleer dan of de batterij er goed in zit. Als u de batterij oplaadt terwijl de camera is ingeschakeld, kan
de batterij niet volledig worden opgeladen. Zet de camera uit terwijl u de batterij oplaadt.
Oplaadlampje van de oplader
Oplaadlampje
Bezig met opladen Het rode lampje brandt
Opladen voltooid Het groene lampje brandt
Oplaadfout Het oranje lampje is uit of knippert
Als u een volledig lege batterij plaatst om deze op te laden, dient u de camera niet direct in te schakelen. Dit vanwege de lage batterijcapaciteit. Laad de batterij langer dan 10 minuten op voordat u de camera gebruikt.
Maak geen intensief gebruik van de fl itser of maak geen fi lmclips als een volledig lege batterij slechts gedurende korte tijd heeft staan opladen. Zelfs als de lader is aangesloten, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld omdat de oplaadbare batterij weer leeg is geraakt.
13
Aansluiten op een voedingsbron
Houd u bij het gebruik van de batterij aan de volgende richtlijnen. Wanneer u dat niet doet, kan de batterij oververhit raken, in brand vliegen of ontploffen.
Ɣ
Als u merkt dat de batterij vervormd is, moet u contact met een servicecenter opnemen. De batterij kan dan fysiek gevaar opleveren.
Ɣ Gebruik alleen de aanbevolen batterijoplader. Ɣ Plaats het product niet in de buurt van een kookstel. Ɣ Plaats het product niet in een magnetron. Ɣ Plaats het product tijdens de zomer niet in een auto. Ɣ Plaats het product niet in een ruimte met hoge temperaturen en
een hoge luchtvochtigheid.
Ɣ Gebruik het product niet voor langere tijd in een elektronische
deken of elektronisch matras.
Ɣ Laat het product niet ingeschakeld op plaatsen waar geen
luchtcirculatie is.
Ɣ Pas op dat het batterijcompartiment niet in aanraking komt met
zaken zoals halskettingen, munten, sleutels, horloges, enzovoort.
Ɣ Gebruik 2nd Advanced Lithium-batterijen met fabrieksgarantie. Ɣ Probeer niet het product met een scherp voorwerp te doorboren
of te demonteren.
Ɣ Oefen geen grote kracht op het product uit. Ɣ Laat het product niet van grote hoogte vallen en stel het niet aan
grote schokken bloot.
Ɣ Stel het product niet bloot aan hoge temperaturen van boven de
60°C (140°F).
Ɣ Stel het product niet aan water of vochtigheid bloot.
14
Richtlijnen voor verwijdering
Ɣ Volg de instructies voor verwijdering van gebruikte batterijen
nauwgezet op.
Ɣ Gebruikte batterijen mogen niet in het vuur worden geworpen. Ɣ De verwijderingsinstructies kunnen per land en regio verschillen.
Volg de geldende verwijderingsrichtlijnen nauwkeurig op.
Richtlijnen voor opladen van de batterij.
Ɣ Laad de batterij niet op een andere wijze op dan in de handleiding
is voorgeschreven. Doet u dit wel, dan kan dit leiden tot brand of ontploffi ng.
Aansluiten op een voedingsbron
Plaats de batterij zoals aangegeven
- Controleer of de batterijen correct zijn geplaatst (plus- en minpool) als de camera niet wordt ingeschakeld nadat u de batterij hebt geplaatst.
- Druk als het afdekklepje van het batterijvak is geopend het klepje niet met geweld op het batterijvak. Dit kan leiden tot schade aan het afdekklepje van het batterijvak.
Er zijn 4 indicatoren voor de toestand van de batterij; ze worden getoond op het LCD-scherm.
Indicator voor
batterijstatus
De batterij is
Batterijstatus
Als u de camera en de batterij gebruikt op een plaats waar het extreem
Ä
volledig
opgeladen
Batterij bijna
leeg
(Houd nieuwe
batterij gereed)
Batterij bijna
leeg
(Houd nieuwe
batterij gereed)
koud of heet is, kan de batterijstatus op het LCD-scherm verschillen van de werkelijke batterijstatus.
Batterij leeg.
(Opnieuw
opladen of een
reservebatterij
gebruiken)
De geheugenkaart plaatsen
Plaats de geheugenkaart zoals afgebeeld.
- Schakel de camera uit voordat u de geheugenkaart plaatst.
- Zorg dat de voorkant van de geheugenkaart naar de voorkant van de camera (lens) wijst en de kaartpinnen naar de achterkant van de camera (LCD-scherm) wijzen.
- Plaats de geheugenkaart niet in de verkeerde richting. Als u dit doet kan de ingang voor de geheugenkaart beschadigd raken.
15
Instructies voor het gebruik van de geheugenkaart
Zorg ervoor dat u de geheugenkaart formatteert (zie p.57) als u een zojuist gekochte geheugenkaart voor het eerst gebruikt, of als deze gegevens bevat die de camera niet kan herkennen, of als deze opnamen bevat die met een andere camera zijn genomen.
Zet de camera uit als u de geheugenkaart gaat plaatsen of verwijderen.
Naarmate de geheugenkaart vaker wordt gebruikt, nemen de prestaties uiteindelijk af. Als dit het geval is, dient u een nieuwe geheugenkaart te kopen. Slijtage van de geheugenkaart wordt niet gedekt door de Samsung-garantie.
De geheugenkaart is een elektronisch precisie-apparaat. Buig de geheugenkaart niet om, laat deze niet vallen en stel deze niet bloot aan zware druk.
Berg de geheugenkaart niet op in een omgeving met krachtige elektronische of magnetische velden (bijvoorbeeld in de buurt van luidsprekers of TV-toestellen).
Gebruik deze kaart niet en berg deze niet op in een omgeving waarin sprake is van grote temperatuurschommelingen.
Zorg ervoor dat de geheugenkaart niet vuil wordt en dat deze niet in contact komt met vloeistoffen van enigerlei aard. Als dit toch gebeurt, dient u de geheugenkaart met een zachte doek schoon te maken.
Bewaar de geheugenkaart in de bijbehorende opberghoes als u de kaart niet gebruikt.
Tijdens en na perioden van langdurig gebruik, kan de geheugenkaart warm aanvoelen. Dit is volstrekt normaal.
Gebruik geen geheugenkaart die al is gebruikt in een andere digitale camera. Om de geheugenkaart in deze camera te gebruiken formatteert u de geheugenkaart met behulp van deze camera.
Gebruik geen geheugenkaart die is geformatteerd met een andere digitale camera of geheugenkaartlezer.
16
Als het volgende aan de hand is, bestaat de kans dat de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken:
- Als de geheugenkaart onjuist gebruikt wordt.
- Als de stroom wordt uitgeschakeld of de geheugenkaart wordt verwijderd tijdens het opnemen, verwijderen (formatteren) of lezen.
Samsung kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van gegevens.
Het is raadzaam belangrijke gegevens op een ander, reservemedium op te slaan, zoals diskettes, vaste schijven, CD, enz.
Als er onvoldoende geheugen beschikbaar is: Er verschijnt een melding [Geheugen vol] en de camera zal niet werken. Om de hoeveelheid geheugen van de camera te optimaliseren vervangt u de geheugenkaart of verwijdert u niet noodzakelijke opnamen die op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
Verwijder de geheugenkaart niet als het camerastatuslampje
knippert, omdat anders de gegevens op de geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
Instructies voor het gebruik van de geheugenkaart
De camera kan worden gebruikt met een SD-/SDHC-geheugenkaart.
Als u een 1GB SD geheugenkaart gebruikt, is de opgegeven opnamecapaciteit als volgt. Deze getallen zijn benaderingen omdat de opnamecapaciteit kan worden beïnvloed door variabelen zoals
Kaartpinnen
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
Label
[SD (Secure Digital) geheugenkaart]
De SD/SDHC geheugenkaart heeft een schakelaar tegen
het onderwerp en het type geheugenkaart.
overschrijven die voorkomt dat opnamebestanden worden verwijderd of geformatteerd. Als u de schakelaar naar de onderkant van de SD/SDHC-geheugenkaart toeschuift, zijn de gegevens beveiligd. Als u de schakelaar naar de bovenkant van de SD/SDHC-geheugenkaart toeschuift, wordt de beveiliging opgeheven.
Schuif de schakelaar naar de bovenkant van de SD/SDHC­geheugenkaart voordat u een foto maakt.
Formaat van
opgenomen beeld
FOTO
*FILM
CLIP
Superhoog
Ongeveer
Ongeveer
Ongeveer
Ongeveer
Ongeveer
Ongeveer
Ongeveer
De Zoom W/T-knop functioneert niet tijdens het opnemen van de fi lm.
De opnametijden kunnen door de zoombediening worden gewijzigd.
Er zijn verschillende video’s achtereen opgenomen om de totale
opnametijd te bepalen.
Hoog
Normaal 30 fps 15 fps
Ongeveer
168
Ongeveer
195
Ongeveer
229
Ongeveer
244
Ongeveer
362
Ongeveer
543
Ongeveer
978
---
---
238
267
305
326
489
674
1086
Ongeveer
362
Ongeveer
407
Ongeveer
477
Ongeveer
514
Ongeveer
699
Ongeveer
752
Ongeveer
1222
Ongeveer
00:13'36"
Ongeveer
00:32'58"
--
--
--
--
--
--
--
Ongeveer
00:26'50"
Ongeveer
01:05'16"
17
LCD schermindicator
Het LCD-scherm toont informatie over de opnamefuncties en -keuzes.
[Opname & Volledige status]
Nr. Omschrijving Pictogrammen Pagina
1 Opnamemodus
2
Geluidsopname
Aantal resterende
3
4
opnamen
Resterende tijd 00:00:00 p.17
Pictogram geheugenkaart / pictogram intern geheugen
18
00001 p.17
p.20
p.49
-
Nr. Omschrijving Pictogrammen Pagina
5 Batterij
Fotoformaat /
6
Filmformaat
Opnamekwaliteit/
7
Framesnelheid
8 Lichtmeting
9 Flitser 10 Zelfontspanner 11 Macro
12 Gezichtsdetectie
13 Datum / tijd 2010/01/01 01:00 PM p.58
Optische / digitale zoombalk
14
/digitale zoomratio
15
Waarschuwing voor cameratrilling
16
Automatisch scherpstelkader
17 OIS
18 Besturingsmodus
Fotostylerkeuze /
19
Beeld aanpassen / Spraak 20 ISO p.40
21 22 23
Witbalans
Belichtingscorrectie
Diafragmawaarde/Sluitertijd
F3.4, 1/30 p.24
p.15
p.39
p.39
p.45
p.33 p.35 p.31
p.42
p.29
p.26
p.44
p.48
p.46
p.46/47
/50
p.41 p.40
Het menu gebruiken
1. Zet de camera aan en druk op de MENU knop. Er wordt een menu weergegeven voor elke cameramodus.
Fotoformaat Kwalit.
EV
ISO Witbalans
Gezichtsdetectie
Autom. scherpstellen
Volume B.geluid
Sl.toon
Piepjes
Display
AF-geluid
Afsl. Wijzigen
Druk op de
knop LINKS of
RECHTS
Volume :Middel
B.geluid :Uit Sl.toon :1
Piepjes :1
AF-geluid :Aan
Uit Laag Middel Hoog
2. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om door de menu’s te navigeren.
Opname
Geluid
Display
Instellingen
Afsl. Wijzigen
Fotoformaat Kwalit.
EV
ISO Witbalans
Gezichtsdetectie
Autom. scherpstellen
Druk op de knop
OMHOOG of
OMLAAG
3. Gebruik de knop links of rechts om een submenu te selecteren.
Opname
Geluid
Display
Instellingen
Volume B.geluid
Sl.toon
Piepjes
AF-geluid
Druk op de
knop LINKS of
RECHTS
Volume :Middel
B.geluid :Uit Sl.toon :1
Piepjes :1
AF-geluid :Aan
Opname
Geluid
Display
Instellingen
Afsl. Wijzigen
Opname
Geluid
Instellingen
Afsl. Wijzigen
Afsl. Terug
Terug Instellen
4. Selecteer een submenu en klik op de OK-knop om de instellingen op te slaan en naar het vorige venster terug te keren.
19
De opnamemodus kiezen
Modus kiezen
U kunt de opnamemodi selecteren met de knop MODE op de achterkant van de camera.
De knop MODE gebruiken
1. Druk op de knop MODE om het menu weer te geven.
2. Selecteer de gewenste modus door op de knop Omhoog/Omlaag te drukken en druk op de knop OK.
20
Smart Auto
Programma
DUAL IS
Scène
Film
Deze modus herkent de scène automatisch.
Smart Auto-modus gebruiken ( )
De camera kiest automatisch de gepaste camera-instellingen gebaseerd op een gevonden scènetype. Dit is handig als u niet bekend bent met camera-instellingen voor verschillende scènes.
1. Plaats de batterijen (p.15). Zorg ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+ / -).
2. Plaats eventueel de geheugenkaart
(p. 15). Aangezien deze camera een intern geheugen van 86MB heeft, is het niet nodig een geheugenkaart te plaatsen. Als geen geheugenkaart is geplaatst, wordt een opname in het interne geheugen opgeslagen. Als wel een geheugenkaart is geplaatst, wordt een opname op de geheugenkaart opgeslagen.
3. Sluit het afdekklepje van het batterijvak.
4. Druk op de knop aan/uit om de camera aan te zetten.
5. Selecteer de modus Smart Auto door op de knop MODE of Smart
te drukken.
6. Er wordt automatisch een scène geselecteerd. Het pictogram voor
de modus wordt linksboven in het scherm weergegeven.
7. Druk op de sluiterknop om een opname vast te leggen.
Als het kader voor automatische scherpstelling rood wordt wanneer u de sluiterknop halverwege indrukt, betekent dit dat u niet kunt scherpstellen op het onderwerp. Als dit het geval is, is de camera niet in staat om een opname scherp vast te leggen.
Houd uw vingers niet op de lens of de fl itser als u een foto maakt.
De opnamemodus kiezen
Als de camera geen scènemodus herkent, worden de stan­daardinstellingen gebruikt.
Zelfs als er een gezicht wordt herkend, selecteert de camera mogelijk een portretmodus, afhankelijk van de positie en de belichting van het onderwerp.
De camera selecteert mogelijk niet de juiste scène, afhankelijk van de omstandigheden, zoals een trillende camera, belichting en de afstand tot het onderwerp.
De modus [Nacht] herkent scènes alleen wanneer de fl its is uitgeschakeld. De camera schakelt de modus [Statief] in na een controle van een bepaalde periode van de opname­omstandigheden van het statief.
De modus voor statief wordt mogelijk niet door de camera geselecteerd, afhankelijk van beweging van het voorwerp, ongeacht of u een statief gebruikt.
Elke scène wordt herkend bij de volgende omstandigheden:
[Landschap] (
[Wit] (
[Nacht] (
[Nacht-portret] (
[Tegenlicht] (
[Tegenlicht-portret]
) : Voor buitenopnamen
) : Wanneer u een witte achtergrond
fotografeert
) : Bij opnamen ‘s nachts
) : Bij opnamen van mensen in een
duistere buitenomgeving
) : Bij een opname met tegenlicht zonder
portret
( ) : Bij een portretopname met tegenlicht
[Portret] ( ) : Bij een portretopname
[Macro] (
[Macro-tekst] (
[Statief] (
[Actie] ( ) : Bij opnamen met een onderwerp dat
[Zonsondergang] ( ) :
[Blauwe lucht] ( ) : Verschijnt bij foto’s van heldere
[Natuurlijk groen] (
[Macro kleur] (
[Macroportret] (
) : Bij opnamen in close-up
) : Bij tekstopnamen in close-up
) :
Wanneer u een onderwerp fotografeert, dat gedurende zekere tijd niet beweegt
nadat de camera op het statief werd gemonteerd (alleen beschikbaar wanneer de camera merkt dat het donker is)
vaak beweegt
Verschijnt bij foto’s van zonsondergangen
luchten
) : Verschijnt bij foto’s van beboste
gebieden
) : Verschijnt bij close-upfoto’s van
kleurrijke onderwerpen
) : Verschijnt bij close-upfoto’s van
mensen
21
De opnamemodus kiezen
De modus Programma gebruiken ( )
Als u de automatische modus selecteert, kiest de camera zelf de optimale instellingen. U kunt nog altijd alle functies handmatig aanpassen, met uitzondering van de diafragmawaarde en de sluitertijd.
1. Selecteer de modus Programma met de knop MODE. (p.20)
Druk op de menuknop om geavanceerde
2. functies in te stellen.
Zie p. 37 voor nadere details.
22
De modus DUAL IS (Dual beeldstabilisatie, Dual Image Stabilization) gebruiken ( )
Deze modus zal het effect van het trillen van de camera verminderen en u erbij helpen om een goed belichte opname in donkere omstandigheden te krijgen.
1. Selecteer de modus DUAL IS met de knop MODE. (p.20)
2. Richt de camera op het onderwerp en stel de opname samen door het LCD-scherm te gebruiken.
3. Druk op de Sluiterknop om een opname te maken.
Zaken om op te letten wanneer u de DUAL IS-modus gebruikt
1. De digitale zoom functioneert niet in de DUAL IS-modus.
2. Als de lichtomstandigheden feller zijn dan fl uorescerende lichtomstandigheden schakelt de DUAL IS niet aan.
3. Als de lichtomstandigheden donkerder zijn dan fl uorescerende lichtomstandigheden wordt de indicator voor het trillen van de camera (Ã ) getoond. Voor de beste resultaten neemt u uitsluitend foto’s in omstandigheden waarbij de indicator voor het trillen van de camera (Ã ) niet wordt getoond.
4. Als het onderwerp beweegt kan de uiteindelijke opname wazig zijn.
5. Aangezien de DUAL IS de digitale processor van de camera gebruikt, kan het bij opnamen die met DUAL IS worden gemaakt iets langer duren voordat de camera ze verwerkt heeft.
De opnamemodus kiezen
De modus Scène gebruiken ( )
Gebruik dit menu om eenvoudig de optimale instellingen voor een veelheid aan opnamesituaties te kiezen.
1. Selecteer de modus Scène met de knop MODE. (p. 20)
2. Richt de camera op het onderwerp en stel de opname samen door het LCD-scherm te gebruiken.
3. Druk op de sluiterknop om een opname vast te leggen.
De scènestanden staan hieronder vermeld.
[Beautyshot] (
[Kaderlijnen] (
[Nacht] (
[Portret] (
[Kinderen] (
[Landschap] ( ) : Om foto’s van een landschap in de verte
[Close-up] (
[Tekst] ( ) : Gebruik deze modus om een opname
[Zon onder]
( ) : Om foto’s van de zonsondergang te
[Dageraad] (
[Tegenl.] (
[Vuurwerk] (
[Strand/sneeuw]
) : Een foto van iemand nemen met opties
om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen
) : Gebruik deze modus wanneer u iemand
anders een foto wilt laten nemen vanuit een door u gekozen hoek.
) : Deze modus kunt u gebruiken voor het
maken van opnamen ‘s nachts of onder andere donkere omstandigheden
) : Om een foto van een persoon te maken.
) :
Om een foto van snel bewegende objecten te maken, bijvoorbeeld kinderen.
te maken.
) : Close-up opnamen voor kleine objecten
zoals planten en insecten.
van een document te maken.
maken.
) : Om foto’s van zonsopgang te maken.
) : Opname zonder schaduwen die worden
veroorzaakt door tegenlicht.
) : Voor het maken van vuurwerkopnamen.
( ) : Opnamen van zee, meer of strand of
voor opnamen in de sneeuw.
23
De opnamemodus kiezen
Ŷ De modus [Kaderlijnen] gebruiken
Gebruik de [Kaderlijnen]modus indien u iemand anders een foto wilt laten nemen vanuit een door u gekozen hoek.
1. Neem een foto vanuit een door u gekozen hoek.
- Een aanduiding verschijnt rond de
zijkanten van de foto.
Gids
Kader annuleren: OK
2. Vervolgens kan een andere persoon de foto nemen door de randen van de te nemen foto met de kaderlijnen te liniëren.
Kader annuleren: OK
Kader annuleren: OK
24
Ŷ De modus [Lange sluitert.] gebruiken
Deze camera past de waarden van de sluitertijd en het diafrag­ma automatisch aan op de opnameomgeving. In de scènemodus Nacht kunt u de waarden van de sluitertijd en het diafragma evenwel naar uw eigen voorkeur instellen.
Het wijzigen van de sluitertijd en diafragmawaarde
1. Kies de scènemodus [Nacht]. (p.20)
2. Druk op de Fn knop en het menu
Lange sluitert.
AUTO AUTO
langdurige sluiter wordt getoond.
3. Stel de lange sluitertijd in met de 5-functies knop.
Afsl. Verpl.
4. Druk de Fn knop nogmaals in. De waarde die u instelt wordt op­geslagen en de modus verspringt naar de scènemodus [Nacht].
De opnamemodus kiezen
De modus Filmclip gebruiken ( )
Een fi lmclip kan worden opgenomen zolang de beschikbare opnametijd (max. 20 minuten) van de geheugencapaciteit dit toelaat.
1. Selecteer de modus Film met de knop MODE. (Het pictogram voor de modus Filmclip en de beschikbare opnametijd worden weergegeven op het LCD­scherm.)
2. Richt de camera op het onderwerp en stel de opname samen door het LCD-scherm te gebruiken.
3.
Druk één keer op de sluiterknop om fi lmclips op te nemen zolang
de beschikbare opnametijd dit toelaat. Filmclips worden nog steeds opgenomen als de sluiterknop wordt losgelaten. Als u de opname wilt stoppen drukt u nogmaals op de sluiterknop.
Ä
Hieronder worden de opnamegrootte en -type vermeld.
- Grootte fi lmclip :
- Filmclip bestandstype : AVI (MJPEG)
- Frameratio :
- De frameratio kan niet worden gekozen als de volgende opnamegrootte is gekozen. 640x480, 320x240 : 30 fps, 15 fps door gebruiker te kiezen
- Het opnemen van een fi lm wordt automatisch stopgezet als de maximale opnameduur wordt overschreden.
640x480, 320x240 (door gebruiker te kiezen)
30 fps, 15 fps (door gebruiker te kiezen)
De fi lmclip zonder geluid opnemen
6. Selecteer het menu [Spraak] door op de knop Omhoog/Omlaag
7. Kies het menu [Uit] door op de knop Links/Rechts te drukken.
8.
Ä
U kunt de fi lmclip opnemen zonder geluid. Stap 1 t/m 3 zijn gelijk aan die voor de
modus FILMCLIP.
4. Druk op de Menu knop.
5. Druk op de knop Omhoog/Omlaag en selecteer het [Film] menu. Klik op de knop Rechts.
te drukken en druk op de knop OK.
Druk op de OK-knop. U kunt een fi lmclip zonder geluid opnemen.
Zie p. 50 voor nadere details.
25
De opnamemodus kiezen
Pauzeren tijdens het opnemen van een fi lmclip (continu-opname)
Met deze camera kunt u tijdelijk stoppen bij ongewenste scènes tijdens het opnemen van een fi lmclip. Als u deze functie gebruikt kunt u uw favoriete scènes voor een fi lmclip samenstellen zonder dat u meerdere fi lmclips hoeft te maken.
Opeenvolgende opnamen maken
De stappen 1 en 2 zijn dezelfde als die
voor de modus FILMCLIP.
3. Druk op de sluiterknop en fi lmclips worden opgenomen zolang als de beschikbare opnametijd dit toelaat. Filmclips worden nog steeds opgenomen als de sluiterknop wordt losgelaten.
4. Druk op de OK-knop om de opname te pauzeren.
5. Druk nogmaals op de OK-knop om met de opname verder te gaan.
6.
Als u de opname wilt stoppen drukt u nogmaals op de sluiterknop.
26
Stop Pauze
Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
De sluiterknop tot halverwege indrukken. Druk de sluiterknop licht in om scherp te stellen en het opladen van de batterij voor de fl itser te bevestigen. Druk de sluiterknop volledig in om de foto te maken.
[de sluiterknop half indrukken] [de sluiterknop helemaal
De beschikbare geheugencapaciteit kan variëren al naar gelang de opnameomstandigheden en camerainstellingen.
Als de fl itser is uitgeschakeld, de modus Langzame synchronisatie, of de DUAL IS-modus is ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het trillen van de camera ( Ã ) weergegeven op het LCD-scherm. Gebruik in dat geval een statief, zet de camera op een stabiele ondergrond, of schakel over naar de modus fl itsopname.
Tegen het licht in opnamen maken: Neem geen foto’s recht in de zon. Als
u dit toch doet, wordt de foto zwart. Als u een opname wilt maken tegen de zon in, gebruikt u de instelling [Tegenl.] in de opnamemodi scène (zie pagina
23), aanvullende fl itser (zie pagina
34), spotlichtmeting (zie pagina 45), belichtingscorrectie (zie pagina 40) of de ACB functie (zie pagina 45).
indrukken]
Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
Vermijd het afdekken van de lens of de fl itser als u een opname maakt.
Stel de opname samen met behulp van het LCD-scherm.
Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor scherpstelling niet werkt zoals verwacht:
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk refl ecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt. Als er sprake is van sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond
- helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal onderwerp (zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.
De cameraknoppen gebruiken om de camera in te stellen
U kunt de functie voor de opnamemodus instellen met behulp van de cameraknoppen.
AAN/UIT-knop
Wordt gebruikt voor het in- en uitschakelen van de camera. Als de camera gedurende de ingestelde tijd niet wordt gebruikt, wordt automatisch de stroom uitgeschakeld om de batterijen te sparen. Raadpleeg pagina 59 voor meer informatie over de functie voor automatisch uitschakelen.
27
Sluiterknop
Smart-knop
Hiermee kunt u een foto nemen of een fi lmclip opnemen in de modus Opnemen.
In FILMCLIP modus
Als de sluiterknop volledig wordt ingedrukt,
wordt het opnemen van de fi lmclip gestart. Als u één maal op de sluiterknop drukt, wordt een fi lmclip opgenomen zolang de beschikbare opnametijd in het geheugen dit toelaat. Als u de opname wilt stoppen drukt u nogmaals op de sluiterknop.
In de modus FOTO
Als u de sluiterknop half indrukt, wordt de functie automatisch
scherpstellen geactiveerd en wordt de toestand van de fl itser gecontroleerd. Als u de sluiterknop volledig indrukt wordt een foto gemaakt en opgeslagen. Als u het opnemen van een geluidsmemo kiest, begint de opname nadat de camera klaar is met het opslaan van fotogegevens.
28
U kunt de modusschakelaar aan de achterkant van uw camera gebruiken om de juiste modus te selecteren.
Ä
Zie p. 51 voor nadere details.
Zoom Knop W / T
Indien het menuvenster niet wordt getoond, wordt deze knop gebruikt om de optische of digitale zoom in te stellen. Deze camera heeft een functie voor 5X optisch en 5X digitaal zoomen. Als u beide tegelijkertijd gebruikt krijgt u een totale zoomratio van 25X.
TELE Zoom
Optische TELE zoom : Draai de Zoom W/T knop naar rechts om
het voorwerp dichterbij te halen.
Digitale TELE zoom : Draai de Zoom W/T knop nogmaals naar
rechts in optische 5x zoom modus om de digitale zoom mogelijk te maken (software tele). Draai niet verder aan de Zoom W/T knop om de digitale zoom (tele) te stoppen. In digitale 5x zoom modus, is de digitale zoom gedeactiveerd zelfs indien u de Zoom W/T knop bediend.
[WIDE-zoom]
[TELE-zoom] [Digitale zoom 5,0X]
WIDE Zoom
Optische GROOTHOEK zoom :
Draai de Zoom W/T knop naar links in optische zoom modus om de voor­werpen op afstand te kunnen zien. Draai de Zoom W/T knop verder naar links om de digitale optische zoom uit te schakelen.
[TELE-zoom] [Optische zoom 2X] [WIDE-zoom]
Digitale GROOTHOEK zoom : Draai de Zoom W/T knop naar
links in digitale zoom modus om
Optische zoom
de digitale zoom te activeren (over de gehele software). Draai niet verder aan de Zoom W/T knop om
Digitale zoom
de digitale zoom (tele) te stoppen. Draai de Zoom W/T knop verder naar links om de digitale optische zoom te deactiveren (optisch tele).
[Digitale zoom 5,0X] [TELE-zoom] [WIDE-zoom]
29
Loading...
+ 73 hidden pages