ML-1640 Series
ML-2240 Series
Monolaserprinter
Gebruikershandleiding
mogelijkheden die tot de verbeelding spreken
Bedankt voor uw aankoop van dit Samsungproduct. Voor een volwaardige service moet u zich registreren op
www.samsung.com/global/register
Uw nieuw apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren. Met dit apparaat kunt u:
Speciale functies
Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit
•U kunt afdrukken met een maximale resolutie van 1200 x 600 dpi.
•Uw apparaat drukt papier van A4-formaat af tegen een maximale snelheid van 16 ppm (ML-1640-reeks), 22 ppm (ML-2240-reeks), en papier van letterformaat tegen een maximale snelheid van 17 ppm (ML-1640-reeks), 23 ppm (ML-2240-reeks).
Veel verschillende soorten afdrukmateriaal verwerken
•De lade voor 150 vellen biedt plaats voor normaal papier van diverse afmetingen, briefhoofden, enveloppen, etiketten, aangepaste afdrukmaterialen, postkaarten en zwaar papier.
Tijd en geld besparen
• U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen.
• Dit apparaat bespaart automatisch stroom door het stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Afdrukken onder verschillende besturingssystemen
•U kunt afdrukken onder Windows 2000 en Windows XP/2003/
Vista, evenals met Linuxen Macintosh-systemen.
• Dit apparaat is uitgerust met een USB-interface.
Professionele documenten maken
•Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten voorzien van een watermerk (bijv. "Vertrouwelijk"). Zie Software.
•Posters afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt over het volledige vel, en kunnen aaneengekleefd worden tot een posterformaat. Zie Software.
•U kunt gebruikmaken van voorbedrukte formulieren en gewoon papier met briefhoofd. Zie Software.
2_De functies van uw nieuw laserproduct
Functies per model
Het apparaat is geschikt voor het afdrukken van al uw documenten.
De belangrijkste functies van dit apparaat zijn:
FUNCTIES |
ML-1640 |
ML-2240 |
|
|
|
USB 2.0 Full speed
Dubbelzijdig afdrukken (Handmatig)
( : Inclusief)
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen worden bij het gebruik van het apparaat. Zowel beginnende als professionele gebruikers kunnen deze handleiding raadplegen voor installatie en gebruik van het apparaat.
Een aantal termen in deze gebruikershandleiding hebben dezelfde betekenis:
•Document is synoniem met origineel.
•Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
•De uitleg is in deze gebruikershandleiding is voornamelijk gebaseerd op de ML-2240 Series. Sommige afdbeeldingen kunnen verschillen voor de ML-1640
Series.
De volgende tabel bevat informatie over de conventies die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt:
CONVENTIE |
OMSCHRIJVING |
VOORBEELD |
|
|
|
Vet |
Wordt gebruikt voor teksten op het display of daadwerkelijke afdrukken op het |
Start |
|
apparaat. |
|
Opmerking |
Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde uitleg over een functie of |
De datumnotatie kan verschillen van |
|
voorziening van het apparaat. |
land tot land. |
Opgepast |
Biedt gebruikers informatie om het apparaat te beschermen tegen mogelijke |
Raak de groene onderzijde van de |
|
mechanische schade of defecten. |
tonercassette niet aan. |
Voetnoot |
Biedt aanvullende informatie over bepaalde woorden of een bepaalde zin. |
a. pagina’s per minuut |
|
|
|
(Zie pagina 1 voor meer |
Wordt gebruikt om gebruikers door te verwijzen naar de referentiepagina voor |
(Zie pagina 1 voor meer informatie) |
informatie) |
meer informatie. |
|
|
|
|
De functies van uw nieuw laserproduct_3
Meer informatie
Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dit kunnen papieren of online te raadplegen documenten zijn.
Beknopte |
Biedt informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies in de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar te |
||||||||
installatiehandleiding |
maken. |
||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Online |
Stapsgewijze instructies om alle functies van uw apparaat ten volle te benutten en informatie over het onderhoud van uw apparaat, de |
||||||||
gebruikershandleiding |
oplossing van eventuele problemen en de installatie van toebehoren. |
||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Deze handleiding bevat ook een sectie Software met informatie over de wijze waarop u documenten kunt afdrukken onder verschillende |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
besturingssystemen en de manier waarop u de meegeleverde hulpprogramma’s gebruikt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
U vindt anderstalige gebruikershandleidingen in de map Manual op de cd-rom met printersoftware. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hulp bij het |
Biedt ondersteunende informatie over de eigenschappen van het printerstuurprogramma en instructies voor het instellen van |
||||||||
printerstuurprogramma |
afdrukinstellingen. Klik op Help in het dialoogvenster printereigenschappen om toegang te krijgen tot het helpscherm van het |
||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
printerstuurprogramma. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Samsung-website |
Als u toegang hebt tot het internet kunt op de website van Samsung: www.samsungprinter.com terecht voor hulp en ondersteuning, |
|
printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie. |
4_De functies van uw nieuw laserproduct
Belangrijke veiligheidssymbolen en voorzorgsmaatregelen
Betekenis van de pictogrammen en symbolen in deze gebruikershandleiding:
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
WAARSCHUWING
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of schade aan eigendommen.
LET OP
Volg deze standaardveiligheidsmaatregelen op om de kans op brand, explosies, elektrische schokken of persoon-
lijk letsel te voorkomen wanneer u het apparaat gebruikt
LET OP
NIET proberen.
NIET demonteren.
NIET aanraken.
Volg de instructies uitdrukkelijk op.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Zorg dat het apparaat geaard is om elektrische schokken te voorkomen.
Bel het servicecentrum voor hulp.
Deze waarschuwingssymbolen zijn aanwezig om te voorkomen dat u of anderen gewond raken. Volg deze uitdrukkelijk op. Bewaar dit gedeelte nadat u het hebt doorgelezen op een veilige plaats, zodat u het later kunt raadplegen.
1.Zorg dat u alle instructies gelezen en begrepen hebt.
2.Gebruik altijd uw gezonde verstand bij het gebruik van elektrische apparaten.
3.Volg alle aanwijzingen en waarschuwingen op die zich op het product en in de bijbehorende documentatie bevinden.
4.Als andere gebruiksinstructies deze veiligheidsinstructies lijkt tegen te spreken, moet u zich aan deze veiligheidsinstructies houden. Misschien zijn de andere gebruiksinstructies u niet helemaal duidelijk. Wanneer u er niet uit komt, moet u contact opnemen met uw leverancier of service center.
5.Haal de stekker van het apparaat altijd uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt. Gebruik geen vloeistoffen of spuitbussen. Gebruik voor het schoonmaken alleen een vochtige doek.
6.Zet het apparaat niet op een wankel wagentje, onderstel of tafel. Het apparaat kan dan vallen, waardoor het ernstig beschadigd kan raken.
7.Het apparaat mag nooit op of dichtbij een radiator, kachel, airconditioner of ventilatiekanaal worden geplaatst.
8.Plaats geen voorwerpen op het netsnoer. Zet het apparaat ook niet op een plaats waar de kabels kunnen knikken of problemen kunnen ontstaan doordat er mensen over de kabels heen lopen.
9.Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer aan. Dit kan de werking verstoren en verhoogt de kans op
brand en elektrische schokken.
10.Zorg dat er geen huisdieren in de wisselstroomkabels of pc-interfacekabels kunnen bijten.
11.Steek nooit vreemde voorwerpen door de openingen in de behuizing van het apparaat. Ze kunnen dan in aanraking komen met een gevaarlijk hoge spanning, met kans op brand of elektrische schokken. Zorg dat er nooit vloeistoffen op of in het apparaat worden gemorst.
Veiligheidsinformatie_5
12. Om de kans op elektrische schokken zo klein mogelijk te houden, moet u het apparaat niet uit elkaar halen. Breng het naar een gekwalificeerd onderhoudstechnicus, wanneer herstellingen nodig zijn. Als u de behuizing opent of verwijdert, kunt u worden blootgesteld aan een gevaarlijk hoge spanning en andere gevaren. Wanneer het apparaat niet op de juiste manier in elkaar wordt gezet, bestaat ook tijdens gebruik kans op elektrische schokken.
13. Koppel het apparaat los van de pc en de wandcontactdoos, en doe een beroep op gekwalificeerd onderhoudspersoneel in de volgende situaties:
•Als een deel van het netsnoer of de stekker of connector is beschadigd of gerafeld.
•Als er vloeistof in het apparaat is gemorst.
•Als het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
•Als het apparaat niet goed werkt hoewel de instructies goed zijn opgevolgd.
•Als het apparaat is gevallen of wanneer de behuizing zichtbaar beschadigd is.
•Als het apparaat plotseling duidelijk anders functioneert.
14.Verander alleen instellingen die in de handleiding worden behandeld. Wijzigen van andere instellingen kan schade tot gevolg hebben, en een deskundige onderhoudsmonteur kan daarna heel wat tijd nodig hebben om het apparaat weer in orde te maken.
15.Gebruik het apparaat niet tijdens onweer. Er bestaat dan enige kans op elektrische schokken ten gevolge van blikseminslag. Indien
mogelijk koppelt u het apparaat van het wisselstroomnet voor de duur van het onweer.
16.Als u vaak meerdere pagina’s afdrukt, kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Raak het oppervlak niet aan en zorg dat er zich geen kinderen in nabijheid van het oppervlak bevinden.
17.Gebruik het netsnoer dat bij het apparaat werd geleverd voor een veilige werking. Als u een netsnoer met een lengte van meer dan twee meter gebruikt voor een apparaat dat op 110 V werkt, moet de draaddikte van het netsnoer minstens 16 AWGa zijn.
18. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
a. AWG: American Wire Gauge
6_Veiligheidsinformatie
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 825.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik, onderhoud door de gebruiker of in de instructies voorgeschreven onderhoudssituaties nooit iemand zal worden blootgesteld aan laserstraling hoger dan klasse I.
Waarschuwing
Gebruik of onderhoud de printer nooit als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel de gereflecteerde laserstraal onzichtbaar is, kan ze uw ogen beschadigen. Als u dit apparaat gebruikt, moeten deze elementaire veiligheidsmaatregelen altijd in acht worden genomen om het risico van brand, elektrische schokken en lichamelijk letsel te beperken:
Ozonveiligheid
Tijdens normale werking produceert dit apparaat ozon. De geproduceerde ozon vormt geen gevaar voor de gebruiker. Wij raden echter aan het apparaat op te stellen in een goed geventileerde ruimte.
Voor meer informatie over ozon kunt u contact opnemen met een Samsung-verkoper in uw buurt.
Energie besparen
Dit apparaat maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie, die het energiegebruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Als het apparaat gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik automatisch verminderd. ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u op http://www.energystar.gov
Veiligheidsinformatie_7
Recycling
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product of voer ze op een milieuvriendelijke wijze af.
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product of het bijbehorende informatiemateriaal duidt erop dat het niet met ander huishoudelijk afval verwijderd moet worden aan het einde van zijn gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u dit product van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze dit product milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomsten nalezen. Dit product moet niet worden gemengd met ander bedrijfsafval voor verwijdering.
Radiofrequentiestraling
FCC-voorschriften
Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat van klasse B conform artikel 15 van de FCCvoorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat er bij een specifieke installatie geen interferentie zal plaatsvinden. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radioof tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt controleren door het apparaat in en uit te schakelen, kunt u de interferentie trachten te elimineren door een of meer van de volgende stappen te ondernemen:
•Draai of verplaats de ontvangstantenne.
•Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
•Sluit het apparaat aan op een stopcontact in een andere stroomkring dan deze waarop de ontvanger is aangesloten.
•Raadpleeg de verkoper of een ervaren radio-/tv-technicus.
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant die verantwoordelijk is voor de naleving van de toepasselijke voorschriften, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet langer de toestemming heeft om het apparaat te gebruiken.
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat overschrijdt niet de beperkingen van Klasse B voor radioruisemissies van digitale apparaten zoals beschreven in de norm inzake interferentie veroorzakende apparaten met de titel "Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la norme sur le matériel brouilleur: « Appareils Numériques », ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
8_Veiligheidsinformatie
Stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor UK)
Belangrijk
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Wanneer u de zekering vervangt, moet u een geschikt type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering kwijt bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap op hebt gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht.
De 13 ampère stekker is het meest voorkomende type in de UK en kan in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige (meest oudere) gebouwen hebben echter geen normale 13 ampère stopcontacten. Als u het apparaat op een ouder stopcontact wilt aansluiten, moet u een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
Als u ondanks het bovenstaande toch de aangegoten stekker verwijdert, gooi deze dan onmiddellijk in de vuilnisbak.
U kunt de stekker niet opnieuw bedraden, en wanneer iemand hem in een passend stopcontact doet, bestaat er groot gevaar voor elektrische schokken.
Belangrijke waarschuwing:
Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
De aders van het netnoer hebben de volgende kleurcodering:
•groen en geel: aarde
•blauw: neutraal
•bruin: fase
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet gelijk zijn aan die van de stekker.
Sluit de groen/gele aardedraad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter "E", het aarde-symbool, de kleuren groen/geel of de kleur groen. Sluit de blauwe draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter "N" of de kleur zwart.
Sluit de bruine draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter "L" of de kleur rood.
Ergens in de stroomkring moet een zekering van 13 Ampère zijn aangebracht: in de stekker, in de adapter of in de meterkast.
Verklaring van overeenstemming (Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
De CE-markering op dit product verwijst naar de verklaring van overeenstemming van Samsung Electronics Co., Ltd. met de volgende toepasselijke 93/68/EEG-richtlijnen van de Europese Unie per de aangegeven datums:
1 januari 1995: Richtlijn 73/23/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (laagspanningsrichtlijn).
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEG van de Raad (92/31/EEG) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit.
U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen zijn gedefinieerd.
Veiligheidsinformatie_9
10_Veiligheidsinformatie
|
2 |
De functies van uw nieuw laserproduct |
|
5 |
Veiligheidsinformatie |
INLEIDING |
13 |
Schema van de printer |
13 |
13 |
Voorkant |
13 |
Achterkant |
|
14 |
Overzicht van het bedieningspaneel |
|
|
15 |
Kennismaking met het bedieningspaneel |
|
15 |
On-line-LED’s |
|
15 |
De knop Annuleren |
|
15 |
Meegeleverde software |
|
16 |
Eigenschappen van het printerstuurprogramma |
|
16 |
Printerstuurprogramma |
AAN DE SLAG |
17 |
De hardware installeren |
17 |
17 |
Een testpagina afdrukken |
17 |
Systeemvereisten |
|
17 |
Windows |
|
|
18 |
Linux |
|
18 |
Macintosh |
|
18 |
De software installeren |
AFDRUKMATERIAAL SELECTEREN EN PLAATSEN |
20 |
Afdrukmateriaal selecteren |
20 |
21 |
Specificaties van afdrukmateriaal |
22 |
Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen |
|
23 |
Papier plaatsen |
|
|
23 |
Papier in de lade plaatsen |
|
24 |
Papierformaat en papiertype instellen |
EENVOUDIGE AFDRUKTAKEN |
25 |
Een document afdrukken |
25 |
25 |
Een afdruktaak annuleren |
ONDERHOUD |
26 |
Uw apparaat reinigen |
26 |
26 |
De buitenkant reinigen |
26 |
Binnenkant reinigen |
|
28 |
De tonercassette onderhouden |
|
|
28 |
Tonercassette bewaren |
|
28 |
Verwachte levensduur van de cassette |
|
28 |
Toner herverdelen |
|
29 |
De tonercassette vervangen |
PROBLEMEN OPLOSSEN |
31 |
Tips om papierstoringen te voorkomen |
31 |
31 |
Vastgelopen papier verwijderen |
31 |
In het papieruitvoergebied |
|
32 |
In het papierinvoergedeelte |
|
|
33 |
Rond de tonercassette |
|
33 |
Andere problemen oplossen |
|
33 |
Papierinvoer |
|
34 |
Afdrukproblemen |
|
36 |
Problemen met de afdrukkwaliteit |
|
38 |
Algemene Windows-problemen |
Inhoud_11
Inhoud
|
38 |
Algemene Linux-problemen |
|
39 |
Veel voorkomende Macintosh-problemen |
VERBRUIKSARTIKELEN EN ACCESSOIRES BESTELLEN |
40 |
Capaciteit |
40 |
40 |
Te onderhouden onderdelen |
40 |
Aanschafmogelijkheden |
|
SPECIFICATIES |
41 |
Specificaties van de ML-1640-reeks |
41 |
42 |
Specificaties van de ML-2240-reeks |
VERKLARENDE WOORDENLIJST
43
INDEX
48
CONTACT SAMSUNG WORLDWIDE
49
12_Inhoud
Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden:
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
• |
Schema van de printer |
• |
Meegeleverde software |
• |
Overzicht van het bedieningspaneel |
• |
Eigenschappen van het printerstuurprogramma |
•Kennismaking met het bedieningspaneel
De afbeeldingen van het apparaat zijn gebaseerd op de ML-2240-reeks. De ML-1640-reeks is niet uitgerust met een lade voor handmatige invoer.
Schema van de printer
9 Handinvoera
10Achtergeleiders
11Papierklepa
12Zijgeleiders a.Alleen ML-2240.
1 |
Bovenklep |
2Uitvoerlade (voorzijde onder)
3Steun voor papieruitvoer
4Bedieningspaneel
5Handgreep op de voorklep
6Voorklep
7Papierinvoerlade
8Tonercassette
1 USB-poort
2 Stroomschakelaar
3 Aansluiting netsnoer
Inleiding_13
On-Linefout/-LED Geeft de status van uw apparaat weer. (Voor meer informatie raadpleegt u "Kennismaking met het bedieningspaneel" op pagina 15.)
1 (Status-LED)
2 |
Toner-LED |
Toont de status van de tonercassette. (Voor meer informatie raadpleegt u "Kennismaking met het bedieningspaneel" op pagina 15.) |
|
|
|
3 |
Annuleren |
Stopt een handeling op ieder moment. Heeft nog meerdere functies. (Voor meer informatie raadpleegt u "Kennismaking met het |
|
bedieningspaneel" op pagina 15.) |
|
|
|
|
|
|
|
14_Inleiding
De kleur van de statusen toner-LED geeft de huidige status aan van het apparaat.
(Status-LED)
STATUS |
BESCHRIJVING |
|
|
|
|
Groen |
Aan |
Het apparaat is bezig met opwarmen of is gereed |
|
|
om gegevens te ontvangen. |
|
Knippert |
Het apparaat is bezig met het afdrukken van |
|
|
gegevens. |
Rood |
Aan |
• Er is een fout opgetreden in het apparaat, |
|
|
bijvoorbeeld vastgelopen papier, een open- |
|
|
staande klep, geen papier meer, een instal- |
|
|
latiefout of een ongeldige fout. |
|
|
• Er is een fout opgetreden in het apparaat die |
|
|
een herstelling vereist, bijvoorbeeld een fout in |
|
|
de laserscaneenheid of de fixeereenheid. |
|
|
Neem contact op met uw verdeler of een her- |
|
|
steldienst in uw buurt. |
|
|
|
Oranje |
Aan |
Er is een fout opgetreden in het apparaat, bijvoor- |
|
|
beeld vastgelopen papier. |
Toner-LED |
|
|
|
|
|
STATUS |
BESCHRIJVING |
|
|
|
|
Rood |
Aan |
De toner is op, het apparaat zal stoppen met |
|
|
afdrukken. Vervang de tonercassette. |
|
Knippert |
De tonercassette is bijna leeg, u moet de toner- |
|
|
cassette weldra vervangen. |
|
Snel knip- |
De tonercassette is leeg, u moet de tonercassette |
|
peren |
vervangen. |
|
|
|
Alle afdrukfouten zullen in het venster van het programma Smart Panel verschijnen.
STATUS |
OMSCHRIJVING |
|
|
Testpagina afdrukken |
Houd deze knop ingedrukt in |
|
gereedmodus tot de status-LED |
|
knippert en laat hem vervolgens los. |
De afdruktaak annuleren |
Druk op deze knop tijdens het |
|
afdrukken. De rode LED knippert |
|
terwijl de afdruktaak uit de computer |
|
en het apparaat wordt gewist, waarna |
|
het apparaat terugkeert naar |
|
gereedmodus. Dit kan even duren |
|
afhankelijk van de omvang van de |
|
afdruktaak. |
Handmatig afdrukken |
Druk op deze knop tijdens het |
|
afdrukken. De Online/Fout-LED |
|
knippert terwijl de afdruktaak uit het |
|
apparaat en de computer wordt |
|
gewist. Het apparaat keert vervolgens |
|
terug naar gereedmodus. Dit kan |
|
even duren afhankelijk van de |
|
omvang van de afdruktaak. |
|
U kunt een afdruktaak in handmatige- |
|
invoermodus niet annuleren door |
|
deze knop in te drukken. |
|
|
Installeer de printersoftware vanaf de meegeleverde cd-rom nadat u de printer hebt geïnstalleerd en op de computer hebt aangesloten. De cd-rom bevat de volgende software:
CD |
|
|
INHOUD |
|
|
|
|
Cd-rom met |
Windows |
• |
Printerstuurprogramma: gebruik dit |
printersoftware |
|
|
stuurprogramma om de functies van |
|
|
|
uw printer ten volle te benutten. |
|
|
• Smart Panel: dit programma geeft de |
|
|
|
|
status van het apparaat weer en |
|
|
|
waarschuwt u wanneer er een fout |
|
|
|
optreedt tijdens het afdrukken. |
|
|
|
|
|
Linux |
• |
Printerstuurprogramma: gebruik dit |
|
|
|
stuurprogramma om met uw apparaat |
|
|
|
documenten af te drukken vanaf een |
|
|
|
computer met een Linux- |
|
|
|
besturingssysteem. |
|
|
• Smart Panel: dit programma geeft de |
|
|
|
|
status van het apparaat weer en |
|
|
|
waarschuwt u wanneer er een fout |
|
|
|
optreedt tijdens het afdrukken. |
|
|
|
|
|
Macintosh |
• |
Printerstuurprogramma: gebruik dit |
|
|
|
stuurprogramma om met uw apparaat |
|
|
|
documenten af te drukken vanaf een |
|
|
|
Macintosh-computer. |
|
|
• Smart Panel: dit programma geeft de |
|
|
|
|
status van het apparaat weer en |
|
|
|
waarschuwt u wanneer er een fout |
|
|
|
optreedt tijdens het afdrukken. |
|
|
|
|
Inleiding_15
De printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties:
•selectie van papierrichting, formaat, bron en afdrukmateriaal
•aantal exemplaren
U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken. De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door de printerstuurprogramma’s worden ondersteund.
FUNCTIE |
WINDOWS |
LINUX |
MACINTOSH |
|
|
|
|
Optie printerkwaliteit |
O |
O |
O |
|
|
|
|
Poster afdrukken |
O |
X |
X |
|
|
|
|
Meerdere pagina’s per vel |
O |
O (2,4) |
O |
(N-up) |
|
|
|
Aan pagina |
O |
X |
Oa |
aangepast afdrukken |
|
|
|
Afdrukken op schaal |
O |
X |
O |
|
|
|
|
Watermerk |
O |
X |
X |
|
|
|
|
Overlay |
O |
X |
X |
|
|
|
|
Tonerbesparing |
O |
X |
O |
|
|
|
|
Dubbelzijdig (handmatig) |
O |
X |
X |
|
|
|
|
a.Deze functie wordt alleen ondersteund door MAC OS X 10.4~10.5.
16_Inleiding
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•De hardware installeren
•Een testpagina afdrukken
In deze sectie worden de stappen getoond die noodzakelijk zijn voor de installatie van de hardware. Dit wordt uitgelegd in de Beknopte installatiehandleiding. Lees de Beknopte installatiehandleiding en voer de volgende stappen uit.
1.Kies een stabiele locatie.
Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie rond het apparaat. Laat extra ruimte vrij voor het openen van kleppen en papierladen.
Plaats het apparaat in een ruimte die voldoende geventileerd is, maar niet in direct zonlicht, vlakbij een warmteof koudebron of op een vochtige plek. Plaats het apparaat niet te dicht bij de rand van een bureau of tafel.
U kunt afdrukken tot op een hoogte van 1.000 m. Gebruik de hoogteinstelling om afdrukken te optimaliseren. Plaats het apparaat op een vlak en stabiel oppervlak, en zorg ervoor dat het niet op een helling van meer dan 2 mm staat. Dit kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden.
2.Haal het apparaat uit de verpakking en controleer alle bijgeleverde artikelen.
3.Verwijder de tape rond het apparaat.
4.Installeer alle vier de tonercassettes.
5.Plaats papier. (Zie "Papier plaatsen" op pagina 23.)
•Systeemvereisten
•De software installeren
6.Controleer of alle kabels op het apparaat zijn aangesloten.
7.Zet het apparaat aan.
Als u het apparaat verplaatst, mag u het niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan dan toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
Druk een testpagina af om te controleren of het apparaat correct werkt. Een testpagina afdrukken:
Houd in gereedmodus de knop Annuleren 2 seconden lang ingedrukt.
Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen:
Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen.
|
VEREISTEN (AANBEVOLEN) |
|||
BESTURINGS- |
|
|
|
|
|
|
VRIJE |
||
SYSTEEM |
PROCESSOR |
RAM |
||
HDD- |
||||
|
||||
|
|
|
RUIMTE |
|
|
|
|
|
|
Windows 2000 |
Pentium II 400 MHz |
64 MB |
300 MB |
|
|
(Pentium III 933 MHz) |
(256 MB) |
|
|
Windows XP |
Pentium III 933 MHz |
128 MB |
1GB |
|
|
(Pentium IV 1 GHz) |
(256 MB) |
|
|
Windows 2003 |
Pentium III 933 MHz |
128 MB |
1,25 GB tot |
|
Server |
(Pentium IV 1 GHz) |
(512 MB) |
2 GB |
|
Windows Vista |
Pentium IV 3 GHz |
512 MB |
15 GB |
|
|
|
(1.024 MB) |
|
|
|
|
|
|
• Internet Explorer 5.0 of hoger is minimaal vereist voor alle Windowsbesturingssystemen.
•Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
Aan de slag_17
|
|
VEREISTEN (AANBEVOLEN) |
|
||
BESTU- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
VRIJE |
|
RINGSSYS- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HDD- |
|
TEEM |
|
PROCESSOR |
|
RAM |
|
|
|
RUIMT |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
E |
|
|
|
|
|
|
Mac OS X 10.4 |
• |
Power PC |
• |
128 MB voor een MAC |
1 GB |
of lager |
|
G4/G5 |
|
op basis van PowerPC |
|
|
• |
Intel- |
|
(512 MB) |
|
|
|
processor |
• |
512 MB voor een MAC |
|
|
|
|
|
op basis van Intel |
|
|
|
|
|
(1 GB) |
|
Mac OS X 10.5 |
• |
867 MHz of |
512 MB (1 GB) |
1 GB |
|
|
|
sneller |
|
|
|
|
|
PowerPC |
|
|
|
|
|
G4/G5 |
|
|
|
|
• |
Intel- |
|
|
|
|
|
processor |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ONDERDEEL |
VEREISTEN (AANBEVOLEN) |
|
|
Besturingssysteem |
• RedHat 8.0, 9.0 (32bit) |
|
• RedHat Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64bit) |
|
• Fedora Core 1~7 (32/64bit) |
|
• Mandrake 9.2 (32bit), 10.0, 10.1 (32/64bit) |
|
• Mandriva 2005, 2006, 2007 (32/64bit) |
|
• SuSE Linux 8.2, 9.0, 9.1 (32bit) |
|
• SuSE Linux 9.2, 9.3, 10.0, 10.1 10.2 (32/64bit) |
|
• SuSe Linux Enterprise Desktop 9, 10 (32/64bit) |
|
• Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04 (32/64bit) |
|
• Debian 3.1, 4.0 (32/64bit) |
PROCESSOR |
Pentium IV 2.4 GHz of hoger |
|
|
RAM |
512 MB of hoger |
|
|
Vrije HDD-ruimte |
1 GB of hoger |
|
|
U moet de apparaatsoftware voor afdrukken installeren. De software bestaat uit stuurprogramma’s, toepassingen en andere gebruiksvriendelijke programma’s.
De volgende procedure is gebaseerd op het besturingssysteem Windows XP. De te volgen procedure en het pop-upvenster dat tijdens de installatie verschijnt, kunnen verschillen afhankelijk van het besturingssysteem, de printerfunctie of de gebruikte interface.
1.Controleer of uw apparaat met de computer is verbonden.
2.Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation van de computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster weergegeven.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK.
Als u Windows Vista gebruikt, klikt u op Start > Alle programma's >
Accessoires > Uitvoeren en typt u X:\Setup.exe.
Als het venster Automatisch afspelen verschijnt in Windows Vista, klikt u op Uitvoeren Setup.exe in het veld Programma installeren of uitvoeren en vervolgens op Doorgaan in het venster Gebruikersaccountbeheer.
3.Klik op Volgende.
•Het bovenstaande venster kan er enigszins anders uitzien als u het stuurprogramma opnieuw installeert.
•Gebruikshandleiding weergeven: biedt u de mogelijkheid om de gebruikershandleiding te bekijken. Als Adobe Acrobat niet op uw computer is geïnstalleerd, klikt u op deze optie om Adobe Acrobat Reader automatisch op uw computer te installeren. Open vervolgens de gebruikershandleiding.
18_Aan de slag
4. Selecteer Standaard en klik vervolgens op Volgende.
5.Nadat de installatie is voltooid, verschijnt er een venster waarin u gevraagd wordt om een testpagina af te drukken en u als gebruiker van een Samsung-apparaat te registreren als u meer informatie van Samsung wenst te ontvangen. Selecteer desgewenst het (de) overeenkomstige selectievakje(s) en klik op Voltooien.
• Als uw apparaat na de installatie niet naar behoren werkt, probeer dan het printerstuurprogramma opnieuw te installeren. Zie Software.
•Tijdens de installatie van het printerstuurprogramma detecteert het installatieprogramma de locatiegegevens van het besturingssysteem en wordt het standaardpapierformaat voor het apparaat ingesteld. Als u een andere Windows-locatie gebruikt, moet u het papierformaat aanpassen aan het papier dat u standaard gebruikt. Ga naar de printereigenschappen om het papierformaat te wijzigen nadat de installatie is voltooid.
Aan de slag_19
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u originelen en afdrukmateriaal in het apparaat plaatst.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
• |
Afdrukmateriaal selecteren |
• |
Afdrukken op speciale afdrukmaterialen |
• |
Papier plaatsen |
• |
Papierformaat en papiertype instellen |
De afbeeldingen van het apparaat zijn gebaseerd op de ML-2240-reeks. De ML-1640-reeks is niet uitgerust met een lade voor handmatige invoer.
Afdrukmateriaal selecteren
U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, zoals op normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmaterialen die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen. Als u afdrukmaterialen gebruikt die niet aan deze richtlijnen voldoen, kan dit de volgende problemen veroorzaken:
•slechte afdrukkwaliteit
•vastlopen van het papier
•versnelde slijtage van het apparaat
De eigenschappen van het papier, zoals gewicht, samenstelling, vezelen vochtgehalte, zijn van grote invloed op de prestaties van het apparaat en de afdrukkwaliteit. Houd bij de keuze van afdrukmateriaal rekening met het volgende:
•Het type, formaat en gewicht van het afdrukmateriaal voor uw apparaat worden verderop in deze sectie besproken.
•Gewenste resultaat: het afdrukmateriaal dat u kiest, moet geschikt zijn voor het doel.
•Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en leveren scherpere en helderdere afbeeldingen op.
•Gladheid van het oppervlak: de gladheid van het afdrukmateriaal bepaalt hoe scherp de afdrukken eruit zien op papier.
• Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmaterialen voldoen aan alle hier genoemde richtlijnen maar toch geen bevredigende resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van onjuiste bediening, een ongeoorloofd temperatuuren vochtigheidsniveau of andere variabele omstandigheden waarover Samsung geen controle heeft.
•Controleer, voordat u grote hoeveelheden afdrukmateriaal aanschaft, of het voldoet aan de vereisten die in deze gebruikershandleiding zijn vermeld.
Het gebruik van afdrukmaterialen die niet aan deze specificaties voldoen, kan problemen veroorzaken die een herstelling vereisen. Zulke herstellingen vallen niet onder de garantie of onderhoudscontracten van Samsung.
20_Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen
TYPE |
FORMAAT |
AFMETINGEN |
GEWICHTa |
CAPACITEITb |
Normaal papier |
Letter |
216 x 279 mm |
• 60 tot 90 g/m2 voor de lade |
• 150 vellen van 75 g/m2 papier |
|
|
|
• 60~165 g/m2 voor handmatige |
voor de lade |
|
Legal |
216 x 356 mm |
||
|
invoer in de lade |
• 1 vel papier voor handmatige |
||
|
|
|
|
invoer in de lade |
|
Folio |
216 x 330 mm |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
A4 |
210 x 297 mm |
|
|
|
|
|
|
|
|
Oficio |
216 x 343 mm |
|
|
|
|
|
|
|
|
JIS B5 |
182 x 257 mm |
|
|
|
|
|
|
|
|
ISO B5 |
176 x 250 mm |
|
|
|
|
|
|
|
|
Executive |
184 x 267 mm |
|
|
|
|
|
|
|
|
A5 |
148 x 210 mm |
|
|
|
|
|
|
|
|
A6 |
105 x 148 mm |
|
|
|
|
|
|
|
Enveloppen |
Monarch |
98 x 191 mm |
75 tot 90 g/m2 |
1 vel papier voor handmatige |
|
|
|
|
invoer in de lade |
|
No. 10 |
105 x 241 mm |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
DL |
110 x 220 mm |
|
|
|
|
|
|
|
|
C5 |
162 x 229 mm |
|
|
|
|
|
|
|
|
C6 |
114 x 162 mm |
|
|
|
|
|
|
|
Dik papier |
Raadpleeg Normaal |
Raadpleeg Normaal papier |
90 tot 105 g/m2 |
|
|
papier |
|
|
|
|
|
|
|
|
Etikettenc |
Letter, A4 |
Raadpleeg Normaal papier |
120 tot 150 g/m2 |
|
Transparanten |
Letter, A4 |
Raadpleeg Normaal papier |
138 tot 146 g/m2 |
|
|
|
|
|
|
Kaarten |
Briefkaart |
101,6 x 152,4 mm |
90 tot 163 g/m2 |
|
|
|
|
|
|
Minimaal formaat (aangepast) |
76 x 127 mm |
60 tot 165 g/m2 |
|
|
Maximaal formaat (aangepast) |
216 x 356 mm |
|
|
|
|
|
|
|
|
a.Als het gewicht van de afdrukmedia groter is dan 90 g/m2, laadt u de vellen een voor een in de lade.
b.De maximale capaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van het afdrukmateriaal en de omgevingsomstandigheden.
c.Gladheid: 100 tot 250 (Sheffield)
Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen_21
TYPE |
|
RICHTLIJNEN |
||||||
AFDRUKMATERIAAL |
|
|
|
|
|
|
|
|
Enveloppen |
• Of enveloppen naar behoren worden bedrukt, is |
|||||||
|
afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. |
|||||||
|
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met |
|||||||
|
de volgende factoren: |
|||||||
|
- |
Gewicht: het gewicht van het enveloppen- |
||||||
|
|
papier mag niet meer dan 90 g/m2 bedragen |
||||||
|
|
om te vermijden dat er een papierstoring |
||||||
|
|
optreedt. |
||||||
|
- |
Ontwerp: voor het afdrukken moeten de |
||||||
|
|
enveloppen plat worden gelegd. Ze mogen |
||||||
|
|
niet meer dan 6 mm omkrullen en ze mogen |
||||||
|
|
geen lucht bevatten. |
||||||
|
- |
Toestand: de enveloppen mogen niet |
||||||
|
|
gekreukt, gescheurd of anderszins |
||||||
|
|
beschadigd zijn. |
||||||
|
- |
Temperatuur: u moet enveloppen gebruiken |
||||||
|
|
die bestand zijn tegen de hitte en druk die |
||||||
|
|
tijdens het afdrukproces in het apparaat |
||||||
|
|
ontstaan. |
||||||
|
• Gebruik alleen goed gevormde enveloppen |
|||||||
|
met scherpe vouwen. |
|||||||
|
• Gebruik geen afgestempelde enveloppen. |
|||||||
|
• Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, |
|||||||
|
knipsluitingen, vensters, gecoate |
|||||||
|
binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of |
|||||||
|
andere synthetische materialen. |
|||||||
|
• Gebruik geen beschadigde enveloppen of |
|||||||
|
enveloppen van slechte kwaliteit. |
|||||||
|
• Controleer of de naad aan beide uiteinden van |
|||||||
|
de envelop helemaal doorloopt tot in de hoek. |
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 |
Aanvaardbaar |
2 |
Onaanvaardbaar |
•Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien dat 0,1 seconde lang de fixeertemperatuur van het apparaat kan weerstaan. Raadpleeg de specificaties van uw apparaat om de fixeertemperatuur te kennen (zie pagina 42). De extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen.
•Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges niet dichter dan 15 mm van de rand van de envelop.
•Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.
TYPE |
|
RICHTLIJNEN |
AFDRUKMATERIAAL |
|
|
Etiketten |
• Om beschadigingen aan het apparaat te |
|
|
voorkomen gebruikt u bij voorkeur alleen |
|
|
etiketten voor laserprinters. |
|
|
- |
Bij de keuze van etiketten dient u rekening |
|
|
te houden met de volgende factoren: |
|
- |
Kleefstoffen: het kleefmiddel moet stabiel |
|
|
blijven bij de fixeertemperatuur van het |
|
|
apparaat. Raadpleeg de specificaties van |
|
|
uw apparaat om de fixeertemperatuur te |
|
|
kennen (zie pagina 42). |
|
- |
Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen |
|
|
waarbij tussen de etiketten het rugvel niet |
|
|
blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen |
|
|
de etiketten kunnen de etiketten loskomen |
|
|
van de rugvel. Dit kan ernstige |
|
|
papierstoringen veroorzaken. |
|
- |
Krullen: voor het afdrukken moeten de |
|
|
etiketten plat worden gelegd en mogen ze |
|
|
niet meer dan 13 mm omkrullen. |
|
- |
Toestand: gebruik geen etiketten die |
|
|
gekreukt zijn, blaasjes vertonen of loskomen |
|
|
van het rugvel. |
|
• Let op dat er tussen de etiketten geen |
|
|
zelfklevend materiaal blootligt. Blootliggende |
|
|
delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten |
|
|
tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het |
|
|
papier kan vastlopen. Ook kunnen hierdoor |
|
|
onderdelen van het apparaat beschadigd |
|
|
raken. |
|
|
• Plaats geen gebruikte etiketvellen in het |
|
|
apparaat. De klevende achterzijde mag slechts |
|
|
een keer door het apparaat worden gevoerd. |
|
|
• Gebruik geen etiketten die loskomen van het |
|
|
rugvel, blaasjes vertonen, gekreukt of |
|
|
anderszins beschadigd zijn. |
|
|
|
|
Kaarten of materiaal |
• Druk niet af op materialen die minder breed |
|
van afwijkende |
zijn dan 76 mm of langer zijn dan 127 mm. |
|
grootte |
• Stel de marges in de softwaretoepassing in op |
|
|
ten minste 6,4 mm van de rand van het |
|
|
materiaal. |
|
Transparanten |
• Om beschadigingen aan het apparaat te |
|
|
voorkomen, gebruikt u uitsluitend |
|
|
transparanten die speciaal zijn ontworpen voor |
|
|
laserprinters. |
|
|
• Gebruikte transparanten moeten bestand zijn |
|
|
tegen een temperatuur van 180 °C, de |
|
|
smelttemperatuurt van het apparaat. |
|
|
• Plaats transparanten op een vlak oppervlak |
|
|
nadat u ze uit het apparaat hebt gehaald. |
|
|
• Laat transparanten niet te lang in de papierlade |
|
|
liggen. Er kan zich dan stof en vuil op afzetten, |
|
|
wat leidt tot vlekken bij het afdrukken. |
|
|
• Let op dat u geen vingerafdrukken op de |
|
|
transparanten maakt. Dit veroorzaakt vlekken |
|
|
tijdens het afdrukken. |
|
|
• Bescherm transparanten na het afdrukken |
|
|
tegen langdurige blootstelling aan zonlicht om |
|
|
te voorkomen dat ze gaan vervagen. |
|
|
• Zorg dat de transparanten niet kreukelen, |
|
|
krullen of gescheurde hoeken hebben. |
|
|
|
|
22_Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen
TYPE |
RICHTLIJNEN |
AFDRUKMATERIAAL |
|
Voorbedrukt papier |
• Briefhoofden moeten afgedrukt worden met |
|
hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of |
|
schadelijke gassen uitstoot als ze gedurende |
|
0,1 seconde worden blootgesteld aan de |
|
smelttemperatuur van het apparaat. Raadpleeg |
|
de specificaties van uw apparaat om de |
|
fixeertemperatuur te kennen (zie pagina 42). |
|
• De inkt van het briefhoofd mag niet ontvlambaar |
|
zijn en mag de printerrollen niet aantasten. |
|
• Formulieren en papier met briefhoofd moeten |
|
in een vochtbestendige verpakking worden |
|
bewaard om aantasting tijdens de |
|
opslagperiode te voorkomen. |
|
• Voordat u voorbedrukt papier plaatst, zoals |
|
formulieren of papier met briefhoofd, moet u |
|
controleren of de inkt op het papier droog is. |
|
Natte inkt kan tijdens het fixeerproces |
|
loskomen van het voorbedrukte papier en de |
|
afdrukkwaliteit verminderen. |
|
|
Het gebruik van fotopapier of gecoat paper kan problemen veroorzaken die herstellingen vereisen. Zulke herstellingen vallen niet onder de garantie of onderhoudscontracten van Samsung.
Plaats de afdrukmaterialen die u voor de meeste afdruktaken gebruikt in de lade. De lade kan maximum150 vellen van 75 g/m2 normaal papier bevatten.
1.Neem de papierinvoerlade vast en trek ze naar u toe om ze te openen. Houd de achtergeleider ingedrukt en trek hem eruit om de lade te vergroten.
Omdat het apparaat erg licht is, kan het verschuiven tijdens het gebruik: bijvoorbeeld bij het openen/sluiten van de lade of het installeren/verwijderen van de tonercassette. Let erop dat het apparaat niet verschuift.
2.Bereid een stapel papier voor door deze te buigen of van achteren naar voren uit te waaieren. Maak er op een vlakke ondergrond een rechte stapel van.
3.Plaats het papier met de te bedrukken zijde boven. Zorg dat alle vier hoeken plat in de papierlade liggen.
Probeer niet te veel papier te laden. Te veel papier plaatsen kan papierstoringen veroorzaken.
Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen_23
4.Houd de achtergeleider ingedrukt om hem aan te passen aan de lengte van het papier en houd de zijgeleider ingedrukt en schuif hem tot tegen het papier.
• Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het papier aangezien het papier hierdoor kan buigen.
•Als u de papierbreedtegeleider niet precies instelt, kan dit een papierstoring veroorzaken.
5.Sluit de papierklep indien nodig om het papier dat zich in de lade bevindt te beschermen tegen stof.
Het apparaat kan speciale types en formaten van afdrukmateriaal bevatten, zoals postkaarten, notitiekaarten en enveloppen. Dit is vooral handig als u maar één pagina wilt afdrukken op papier met briefhoofd of op gekleurd papier.
Het afdrukmateriaal handmatig invoeren
•Plaats slechts afdrukmateriaal van één formaat in de lade.
•Voeg geen papier toe als de lade nog papier bevat. Hierdoor kan het papier vastlopen. Dit geldt ook voor andere soorten afdrukmateriaal.
•Afdrukmateriaal moet met de afdrukzijde naar boven worden ingevoerd. De bovenkant moet het eerst de lade ingaan. Plaats afdrukmateriaal in het midden van de lade.
•Plaats alleen afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties. Zo voorkomt u papierstoringen en problemen met betrekking tot de afdrukkwaliteit. (Zie "Afdrukmateriaal selecteren" op pagina 20.)
•Maak omgekrulde kaarten, enveloppen en etiketten eerst vlak voor u ze in de papierlade plaatst.
1.Neem de papierinvoerlade vast en trek ze naar u toe om ze te openen. Houd de achtergeleider ingedrukt en trek hem eruit om de lade te vergroten.
Omdat het apparaat erg licht is, kan het verschuiven tijdens het gebruik: bijvoorbeeld bij het openen/sluiten van de lade of het installeren/verwijderen van de tonercassette. Let erop dat het apparaat niet verschuift.
2.Plaats de stofklep op de papierinvoerlade.
(Voor de ML-1640-reeks, sla deze stap over en ga naar de volgende stap.)
24_Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen
3.Plaats het papier in de lade voor handmatige invoer.
(Voor de ML-1640-reeks, plaats het papier in de papierinvoerlade.)
Enveloppen |
Voorbedrukt |
Transparanten |
|
papier |
|||
|
|
||
Etiketten |
Kaarten |
Briefhoofdpapier |
Voer vel per vel in via de lade voor handmatige invoer als u wilt afdrukken op etiketten of kartonpapier.
Wij raden aan eerst de papierinvoerlade te vullen.
4.Wanneer u afdrukt in een toepassing, opent u het afdrukmenu.
5.Open printereigenschappen voor u begint af te drukken.
6.Druk op het tabblad Papier in printereigenschappen en selecteer een geschikt papiertype.
Als u een etiket wilt gebruiken, stelt u het papiertype in op Etiketten.
7.Selecteer Handmatige invoer in papierbron en druk vervolgens op OK.
8.Start met afdrukken in de toepassing.
9.Druk op de knop Annuleren op het apparaat om het papier in te voeren. Hierna start het apparaat met afdrukken.
• Als u meerdere pagina’s afdrukt, laad dan de volgende pagina nadat de eerste pagina is afgedrukt, en druk op de knop
Annuleren. Herhaal deze stap voor elke pagina die moet worden afgedrukt.
•De door u gewijzigde instellingen blijven alleen van kracht tijdens het gebruik van de huidige toepassing.
Papierformaat en papiertype instellen
Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, moet u het papierformaat en -type instellen met behulp van het printerstuurprogramma. Volg deze stappen om uw wijzigingen permanent te maken.
De hieronder beschreven werkwijze geldt voor Windows XP. Raadpleeg de gebruikshandleiding of online Help van Windows voor andere Windows-besturingssystemen.
1.Klik op de knop Start op het computerscherm.
2.Selecteer Printers en faxen.
3.Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma en selecteer Voorkeursinstellingen.
4.Klik op het tabblad Papier en wijzig de instellingen in Papieropties.
5.Klik op OK.
Als u een speciaal papierformaat wilt gebruiken, zoals rekeningpapier, selecteert u Aangepast op het tabblad Papier in de printereigenschappen. Zie Software.
Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen_25
In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: |
|
• Een document afdrukken |
• Een afdruktaak annuleren |
Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen in Windows, de Macintosh-besturingssystemen of Linux. De exacte procedure kan verschillen per toepassing.
Zie Software voor meer informatie over afdrukken.
Als de afdruktaak zich in een afdrukwachtrij of afdrukspooler bevindt, zoals de printergroep in Windows, verwijdert u de afdruktaak als volgt:
1.Klik op de knop Start in Windows.
2.Voor Windows 2000 selecteert u Instellingen en vervolgens Printers. In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxen.
In Windows Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
3.Dubbelklik op het pictogram Samsung ML-2240 Series.
4.Selecteer in het menu Document het menu-item Annuleren.
U kunt dit venster ook openen door rechtsonder in de taakbalk van
Windows dubbel te klikken op het printerpictogram.
U kunt de huidige afdruktaak eveneens annuleren door te drukken op
Annuleren op het bedieningspaneel.
26_Eenvoudige afdruktaken