Samsung ML-2240, ML-1645, ML-1640 User Manual [nl]

ML-1640 Series ML-2240 Series
Monolaserprinter
Gebruikershandleiding
mogelijkheden die tot de verbeelding spreken
Bedankt voor uw aankoop van dit Samsung­product. Voor een volwaardige service moet u zich registreren op
www.samsung.com/global/register

De functies van uw nieuw laserproduct

Uw nieuw apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren. Met dit apparaat kunt u:
Speciale functies
Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit
U kunt afdrukken met een maximale resolutie van 1200 x 600 dpi.
Uw apparaat drukt papier van A4-formaat af tegen een maximale snelheid van 16 ppm (ML-1640-reeks), 22 ppm (ML-2240-reeks), en papier van letterformaat tegen een maximale snelheid van 17 ppm (ML-1640-reeks), 23 ppm (ML-2240-reeks).
Veel verschillende soorten afdrukmateriaal verwerken
De lade voor 150 vellen biedt plaats voor normaal papier van diverse afmetingen, briefhoofden, enveloppen, etiketten, aangepaste afdrukmaterialen, postkaarten en zwaar papier.
Professionele documenten maken
Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten voorzien van een watermerk (bijv. "Vertrouwelijk"). Zie Software.
Posters afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt over het volledige vel, en kunnen aaneengekleefd worden tot een posterformaat. Zie Software.
U kunt gebruikmaken van voorbedrukte formulieren en gewoon papier met briefhoofd. Zie Software.
Tijd en geld besparen
U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen.
Dit apparaat bespaart automatisch stroom door het stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Afdrukken onder verschillende besturingssystemen
U kunt afdrukken onder Windows 2000 en Windows XP/2003/ Vista, evenals met Linux- en Macintosh-systemen.
Dit apparaat is uitgerust met een USB-interface.
Functies per model
Het apparaat is geschikt voor het afdrukken van al uw documenten. De belangrijkste functies van dit apparaat zijn:
FUNCTIES ML-1640 ML-2240
USB 2.0 Full speed
Dubbelzijdig afdrukken (Handmatig)
( : Inclusief)
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen worden bij het gebruik van het apparaat. Zowel beginnende als professionele gebruikers kunnen deze handleiding raadplegen voor installatie en gebruik van het apparaat.
Een aantal termen in deze gebruikershandleiding hebben dezelfde betekenis:
Document is synoniem met origineel.
Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
De uitleg is in deze gebruikershandleiding is voornamelijk gebaseerd op de ML-2240 Series. Sommige afdbeeldingen kunnen verschillen voor de ML-1640 Series.
De volgende tabel bevat informatie over de conventies die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt:
CONVENTIE OMSCHRIJVING VOORBEELD
Vet Wordt gebruikt voor teksten op het display of daadwerkelijke afdrukken op het
apparaat.
Opmerking Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde uitleg over een functie of
voorziening van het apparaat.
Opgepast Biedt gebruikers informatie om het apparaat te beschermen tegen mogelijke
mechanische schade of defecten.
Voetnoot Biedt aanvullende informatie over bepaalde woorden of een bepaalde zin. a. pagina’s per minuut
(Zie pagina 1 voor meer informatie)
Wordt gebruikt om gebruikers door te verwijzen naar de referentiepagina voor meer informatie.
Start
De datumnotatie kan verschillen van land tot land.
Raak de groene onderzijde van de tonercassette niet aan.
(Zie pagina 1 voor meer informatie)
De functies van uw nieuw laserproduct_3
Meer informatie
Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dit kunnen papieren of online te raadplegen documenten zijn.
Beknopte installatiehandleiding
Online gebruikershandleiding
Hulp bij het printerstuurprogramma
Samsung-website Als u toegang hebt tot het internet kunt op de website van Samsung: www.samsungprinter.com
Biedt informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies in de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar te maken.
Stapsgewijze instructies om alle functies van uw apparaat ten volle te benutten en informatie over het onderhoud van uw apparaat, de oplossing van eventuele problemen en de installatie van toebehoren. Deze handleiding bevat ook een sectie Software met informatie over de wijze waarop u documenten kunt afdrukken onder verschillende besturingssystemen en de manier waarop u de meegeleverde hulpprogramma’s gebruikt.
U vindt anderstalige gebruikershandleidingen in de map Manual op de cd-rom met printersoftware.
Biedt ondersteunende informatie over de eigenschappen van het printerstuurprogramma en instructies voor het instellen van afdrukinstellingen. Klik op Help in het dialoogvenster printereigenschappen om toegang te krijgen tot het helpscherm van het printerstuurprogramma.
printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie.
terecht voor hulp en ondersteuning,

Veiligheidsinformatie

Belangrijke veiligheidssymbolen en voorzorgsmaatregelen
Betekenis van de pictogrammen en symbolen in deze gebruikershandleiding:
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
WAARSCHUWING
Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of schade aan eigendommen.
LET OP
Volg deze standaardveiligheidsmaatregelen op om de kans op brand, explosies, elektrische schokken of persoon-
LET OP
lijk letsel te voorkomen wanneer u het apparaat gebruikt
NIET proberen.
NIET demonteren.
NIET aanraken.
Volg de instructies uitdrukkelijk op.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Zorg dat het apparaat geaard is om elektrische schokken te voorkomen.
Bel het servicecentrum voor hulp.
Deze waarschuwingssymbolen zijn aanwezig om te voorkomen dat u of anderen gewond raken. Volg deze uitdrukkelijk op. Bewaar dit gedeelte nadat u het hebt doorgelezen op een veilige plaats, zodat u het later kunt raadplegen.
1. Zorg dat u alle instructies gelezen en begrepen hebt.
2. Gebruik altijd uw gezonde verstand bij het gebruik van elektrische apparaten.
3. Volg alle aanwijzingen en waarschuwingen op die zich op het product en in de bijbehorende documentatie bevinden.
4. Als andere gebruiksinstructies deze veiligheidsinstructies lijkt tegen te spreken, moet u zich aan deze veiligheidsinstructies houden.
Misschien zijn de andere gebruiksinstructies u niet helemaal duidelijk. Wanneer u er niet uit komt, moet u contact opnemen met uw leverancier of service center.
5. Haal de stekker van het apparaat altijd uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt. Gebruik geen vloeistoffen of spuitbussen. Gebruik voor het schoonmaken alleen een vochtige doek.
6. Zet het apparaat niet op een wankel wagentje, onderstel of tafel. Het apparaat kan dan vallen, waardoor het ernstig beschadigd kan raken.
7. Het apparaat mag nooit op of dichtbij een radiator, kachel, airconditioner of ventilatiekanaal worden geplaatst.
8. Plaats geen voorwerpen op het netsnoer. Zet het apparaat ook niet op een plaats waar de kabels kunnen knikken of problemen
kunnen ontstaan doordat er mensen over de kabels heen lopen.
9. Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer aan. Dit kan de werking verstoren en verhoogt de kans op brand en elektrische schokken.
10. Zorg dat er geen huisdieren in de wisselstroomkabels of pc-interfacekabels kunnen bijten.
11.
Steek nooit vreemde voorwerpen door de openingen in de behuizing van het apparaat. Ze kunnen dan in aanraking komen met een gevaarlijk hoge spanning, met kans op brand of elektrische schokken. Zorg dat er nooit vloeistoffen op of in het apparaat worden gemorst.
Veiligheidsinformatie_5
12. Om de kans op elektrische schokken zo klein mogelijk te houden, moet u het apparaat niet uit elkaar halen. Breng het naar een gekwalificeerd onderhoudstechnicus, wanneer herstellingen nodig zijn. Als u de behuizing opent of verwijdert, kunt u worden blootgesteld aan een gevaarlijk hoge spanning en andere gevaren. Wanneer het apparaat niet op de juiste manier in elkaar wordt gezet, bestaat ook tijdens gebruik kans op elektrische schokken.
13. Koppel het apparaat los van de pc en de wandcontactdoos, en doe een beroep op gekwalificeerd onderhoudspersoneel in de volgende situaties:
Als een deel van het netsnoer of de stekker of connector is beschadigd of gerafeld.
Als er vloeistof in het apparaat is gemorst.
Als het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
Als het apparaat niet goed werkt hoewel de instructies goed zijn opgevolgd.
Als het apparaat is gevallen of wanneer de behuizing zichtbaar beschadigd is.
Als het apparaat plotseling duidelijk anders functioneert.
14. Verander alleen instellingen die in de handleiding worden behandeld. Wijzigen van andere instellingen kan schade tot gevolg hebben, en een deskundige onderhoudsmonteur kan daarna heel wat tijd nodig hebben om het apparaat weer in orde te maken.
15. Gebruik het apparaat niet tijdens onweer. Er bestaat dan enige kans op elektrische schokken ten gevolge van blikseminslag. Indien mogelijk koppelt u het apparaat van het wisselstroomnet voor de duur van het onweer.
16. Als u vaak meerdere pagina’s afdrukt, kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Raak het oppervlak niet aan en zorg dat er zich geen kinderen in nabijheid van het oppervlak bevinden.
17. Gebruik het netsnoer dat bij het apparaat werd geleverd voor een veilige werking. Als u een netsnoer met een lengte van meer dan twee meter gebruikt voor een apparaat dat op 110 V werkt, moet de draaddikte van het netsnoer minstens 16 AWG
18. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
a.AWG: American Wire Gauge
a
zijn.
6_Veiligheidsinformatie
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 825.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik, onderhoud door de gebruiker of in de instructies voorgeschreven onderhoudssituaties nooit iemand zal worden blootgesteld aan laserstraling hoger dan klasse I.
Waarschuwing
Gebruik of onderhoud de printer nooit als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel de gereflecteerde laserstraal onzichtbaar is, kan ze uw ogen beschadigen. Als u dit apparaat gebruikt, moeten deze elementaire veiligheidsmaatregelen altijd in acht worden genomen om het risico van brand, elektrische schokken en lichamelijk letsel te beperken:
Ozonveiligheid
Tijdens normale werking produceert dit apparaat ozon. De geproduceerde ozon vormt geen gevaar voor de gebruiker. Wij raden echter aan het apparaat op te stellen in een goed geventileerde ruimte.
Voor meer informatie over ozon kunt u contact opnemen met een Samsung-verkoper in uw buurt.
Energie besparen
Dit apparaat maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie, die het energiegebruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Als het apparaat gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik automatisch verminderd.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u op http://www.energystar.gov
Veiligheidsinformatie_7
Recycling
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product of voer ze op een milieuvriendelijke wijze af.
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product of het bijbehorende informatiemateriaal duidt erop dat het niet met ander huishoudelijk afval verwijderd moet worden aan het einde van zijn gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u dit product van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze dit product milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomsten nalezen. Dit product moet niet worden gemengd met ander bedrijfsafval voor verwijdering.
Radiofrequentiestraling
FCC-voorschriften
Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat van klasse B conform artikel 15 van de FCC­voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat er bij een specifieke installatie geen interferentie zal plaatsvinden. Als dit apparaat schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt controleren door het apparaat in en uit te schakelen, kunt u de interferentie trachten te elimineren door een of meer van de volgende stappen te ondernemen:
Draai of verplaats de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact in een andere stroomkring dan deze waarop de ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg de verkoper of een ervaren radio-/tv-technicus.
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant die verantwoordelijk is voor de naleving van de toepasselijke voorschriften, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet langer de toestemming heeft om het apparaat te gebruiken.
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat overschrijdt niet de beperkingen van Klasse B voor radioruisemissies van digitale apparaten zoals beschreven in de norm inzake interferentie veroorzakende apparaten met de titel "Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la norme sur le matériel brouilleur: « Appareils Numériques », ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
8_Veiligheidsinformatie
Stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor UK)
Belangrijk
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Wanneer u de zekering vervangt, moet u een geschikt type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering kwijt bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap op hebt gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht. De 13 ampère stekker is het meest voorkomende type in de UK en kan in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige (meest oudere)
gebouwen hebben echter geen normale 13 ampère stopcontacten. Als u het apparaat op een ouder stopcontact wilt aansluiten, moet u een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
Als u ondanks het bovenstaande toch de aangegoten stekker verwijdert, gooi deze dan onmiddellijk in de vuilnisbak. U kunt de stekker niet opnieuw bedraden, en wanneer iemand hem in een passend stopcontact doet, bestaat er groot gevaar voor elektrische schokken.
Belangrijke waarschuwing:
Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
De aders van het netnoer hebben de volgende kleurcodering:
groen en geel: aarde
blauw: neutraal
•bruin: fase Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet gelijk zijn aan die van de stekker. Sluit de groen/gele aardedraad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter "E", het aarde-symbool, de kleuren groen/geel of de kleur groen. Sluit de blauwe draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter "N" of de kleur zwart. Sluit de bruine draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter "L" of de kleur rood. Ergens in de stroomkring moet een zekering van 13 Ampère zijn aangebracht: in de stekker, in de adapter of in de meterkast.
Verklaring van overeenstemming (Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
De CE-markering op dit product verwijst naar de verklaring van overeenstemming van Samsung Electronics Co., Ltd. met de volgende toepasselijke 93/68/EEG-richtlijnen van de Europese Unie per de aangegeven datums:
1 januari 1995: Richtlijn 73/23/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (laagspanningsrichtlijn).
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEG van de Raad (92/31/EEG) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit.
U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen zijn gedefinieerd.
Veiligheidsinformatie_9
10_Veiligheidsinformatie

Inhoud

2 De functies van uw nieuw laserproduct 5 Veiligheidsinformatie
INLEIDING
13
AAN DE SLAG
17
AFDRUKMATERIAAL SELECTEREN EN PLAATSEN
20
13 Schema van de printer
13 Voorkant 13 Achterkant
14 Overzicht van het bedieningspaneel 15 Kennismaking met het bedieningspaneel
15 On-line-LED’s 15 De knop Annuleren
15 Meegeleverde software 16 Eigenschappen van het printerstuurprogramma
16 Printerstuurprogramma
17 De hardware installeren 17 Een testpagina afdrukken 17 Systeemvereisten
17 Windows 18 Linux 18 Macintosh
18 De software installeren
20 Afdrukmateriaal selecteren
21 Specificaties van afdrukmateriaal 22 Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen
23 Papier plaatsen
23 Papier in de lade plaatsen
24 Papierformaat en papiertype instellen
EENVOUDIGE AFDRUKTAKEN
25
ONDERHOUD
26
PROBLEMEN OPLOSSEN
31
25 Een document afdrukken 25 Een afdruktaak annuleren
26 Uw apparaat reinigen
26 De buitenkant reinigen 26 Binnenkant reinigen
28 De tonercassette onderhouden
28 Tonercassette bewaren 28 Verwachte levensduur van de cassette 28 Toner herverdelen
29 De tonercassette vervangen
31 Tips om papierstoringen te voorkomen 31 Vastgelopen papier verwijderen
31 In het papieruitvoergebied 32 In het papierinvoergedeelte 33 Rond de tonercassette
33 Andere problemen oplossen
33 Papierinvoer 34 Afdrukproblemen 36 Problemen met de afdrukkwaliteit 38 Algemene Windows-problemen
Inhoud_11
Inhoud
38 Algemene Linux-problemen 39 Veel voorkomende Macintosh-problemen
VERBRUIKSARTIKELEN EN ACCESSOIRES BESTELLEN
40
SPECIFICATIES
41
VERKLARENDE WOORDENLIJST
43
INDEX
48
CONTACT SAMSUNG WORLDWIDE
49
40 Capaciteit 40 Te onderhouden onderdelen 40 Aanschafmogelijkheden
41 Specificaties van de ML-1640-reeks 42 Specificaties van de ML-2240-reeks
12_Inhoud

Inleiding

Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden:
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Schema van de printer
Overzicht van het bedieningspaneel
Kennismaking met het bedieningspaneel
De afbeeldingen van het apparaat zijn gebaseerd op de ML-2240-reeks. De ML-1640-reeks is niet uitgerust met een lade voor handmatige invoer.

Schema van de printer

Meegeleverde software
Eigenschappen van het printerstuurprogramma

Voorkant

Handinvoer
9
Achtergeleiders
10
Papierklep
11
Zijgeleiders
12
a.Alleen ML-2240.

Achterkant

1 USB-poort
a
a
Bovenklep
1
Uitvoerlade (voorzijde onder)
2
Steun voor papieruitvoer
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep op de voorklep
5
Voorklep
6
Papierinvoerlade
7
Tonercassette
8
2 Stroomschakelaar
Aansluiting netsnoer
3
Inleiding_13

Overzicht van het bedieningspaneel

On-Linefout/-LED
1
(Status-LED)
2 Toner-LED Toont de status van de tonercassette. (Voor meer informatie raadpleegt u "Kennismaking met het bedieningspaneel" op pagina 15.)
Annuleren Stopt een handeling op ieder moment. Heeft nog meerdere functies. (Voor meer informatie raadpleegt u "Kennismaking met het
3
Geeft de status van uw apparaat weer. (Voor meer informatie raadpleegt u "Kennismaking met het bedieningspaneel" op pagina 15.)
bedieningspaneel" op pagina 15.)
14_Inleiding

Kennismaking met het bedieningspaneel

De kleur van de status- en toner-LED geeft de huidige status aan van het apparaat.

On-Linefout/-LED

(Status-LED)

De knop Annuleren

STATUS OMSCHRIJVING
Testpagina afdrukken Houd deze knop ingedrukt in
gereedmodus tot de status-LED knippert en laat hem vervolgens los.
STATUS BESCHRIJVING
Groen Aan Het apparaat is bezig met opwarmen of is gereed
Knippert Het apparaat is bezig met het afdrukken van
Rood Aan Er is een fout opgetreden in het apparaat,
Oranje Aan Er is een fout opgetreden in het apparaat, bijvoor-
om gegevens te ontvangen.
gegevens.
bijvoorbeeld vastgelopen papier, een open­staande klep, geen papier meer, een instal­latiefout of een ongeldige fout.
Er is een fout opgetreden in het apparaat die een herstelling vereist, bijvoorbeeld een fout in de laserscaneenheid of de fixeereenheid. Neem contact op met uw verdeler of een her­steldienst in uw buurt.
beeld vastgelopen papier.
Toner-LED
STATUS BESCHRIJVING
Rood Aan De toner is op, het apparaat zal stoppen met
Knippert De tonercassette is bijna leeg, u moet de toner-
Snel knip­peren
Alle afdrukfouten zullen in het venster van het programma Smart Panel verschijnen.
afdrukken. Vervang de tonercassette.
cassette weldra vervangen.
De tonercassette is leeg, u moet de tonercassette vervangen.
De afdruktaak annuleren Druk op deze knop tijdens het
Handmatig afdrukken Druk op deze knop tijdens het
afdrukken. De rode LED knippert terwijl de afdruktaak uit de computer en het apparaat wordt gewist, waarna het apparaat terugkeert naar gereedmodus. Dit kan even duren afhankelijk van de omvang van de afdruktaak.
afdrukken. De Online/Fout-LED knippert terwijl de afdruktaak uit het apparaat en de computer wordt gewist. Het apparaat keert vervolgens terug naar gereedmodus. Dit kan even duren afhankelijk van de omvang van de afdruktaak.
U kunt een afdruktaak in handmatige­invoermodus niet annuleren door deze knop in te drukken.

Meegeleverde software

Installeer de printersoftware vanaf de meegeleverde cd-rom nadat u de printer hebt geïnstalleerd en op de computer hebt aangesloten. De cd-rom bevat de volgende software:
CD INHOUD
Cd-rom met printersoftware
Windows Printerstuurprogramma: gebruik dit
stuurprogramma om de functies van uw printer ten volle te benutten.
Smart Panel: dit programma geeft de status van het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een fout optreedt tijdens het afdrukken.
Linux Printerstuurprogramma: gebruik dit
Macintosh • Printerstuurprogramma: gebruik dit
stuurprogramma om met uw apparaat documenten af te drukken vanaf een computer met een Linux­besturingssysteem.
Smart Panel: dit programma geeft de status van het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een fout optreedt tijdens het afdrukken.
stuurprogramma om met uw apparaat documenten af te drukken vanaf een Macintosh-computer.
Smart Panel: dit programma geeft de status van het apparaat weer en waarschuwt u wanneer er een fout optreedt tijdens het afdrukken.
Inleiding_15

Eigenschappen van het printerstuurprogramma

De printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties:
selectie van papierrichting, formaat, bron en afdrukmateriaal
aantal exemplaren U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken. De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door de printerstuurprogramma’s worden ondersteund.

Printerstuurprogramma

FUNCTIE WINDOWS LINUX MACINTOSH
Optie printerkwaliteit OO O
Poster afdrukken OX X
Meerdere pagina’s per vel (N-up)
Aan pagina aangepast afdrukken
Afdrukken op schaal OX O
Watermerk OX X
Overlay OX X
Tonerbesparing OX O
Dubbelzijdig (handmatig) OX X
a.Deze functie wordt alleen ondersteund door MAC OS X 10.4~10.5.
OO (2,4) O
OX
a
O
16_Inleiding

Aan de slag

In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
De hardware installeren
Een testpagina afdrukken
Systeemvereisten
De software installeren

De hardware installeren

In deze sectie worden de stappen getoond die noodzakelijk zijn voor de installatie van de hardware. Dit wordt uitgelegd in de Beknopte installatiehandleiding. Lees de Beknopte installatiehandleiding en voer de volgende stappen uit.
1. Kies een stabiele locatie. Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie
rond het apparaat. Laat extra ruimte vrij voor het openen van kleppen en papierladen. Plaats het apparaat in een ruimte die voldoende geventileerd is, maar niet in direct zonlicht, vlakbij een warmte- of koudebron of op een vochtige plek. Plaats het apparaat niet te dicht bij de rand van een bureau of tafel.
6. Controleer of alle kabels op het apparaat zijn aangesloten.
7. Zet het apparaat aan.
Als u het apparaat verplaatst, mag u het niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan dan toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.

Een testpagina afdrukken

Druk een testpagina af om te controleren of het apparaat correct werkt. Een testpagina afdrukken:
Houd in gereedmodus de knop Annuleren 2 seconden lang ingedrukt.

Systeemvereisten

Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen:

Windows

Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen.
VEREISTEN (AANBEVOLEN)
BESTURINGS-
SYSTEEM
PROCESSOR RAM
VRIJE
HDD-
RUIMTE
U kunt afdrukken tot op een hoogte van 1.000 m. Gebruik de hoogte­instelling om afdrukken te optimaliseren. Plaats het apparaat op een vlak en stabiel oppervlak, en zorg ervoor dat het niet op een helling van meer dan 2 mm staat. Dit kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden.
2. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer alle bijgeleverde artikelen.
3. Verwijder de tape rond het apparaat.
4. Installeer alle vier de tonercassettes.
5. Plaats papier. (Zie "Papier plaatsen" op pagina 23.)
Windows 2000 Pentium II 400 MHz
Windows XP Pentium III 933 MHz
Windows 2003 Server
Windows Vista Pentium IV 3 GHz 512 MB
Internet Explorer 5.0 of hoger is minimaal vereist voor alle Windows­besturingssystemen.
Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
(Pentium III 933 MHz)
(Pentium IV 1 GHz)
Pentium III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
64 MB (256 MB)
128 MB (256 MB)
128 MB (512 MB)
(1.024 MB)
300 MB
1GB
1,25 GB tot 2GB
15 GB
Aan de slag_17

Macintosh

VEREISTEN (AANBEVOLEN)
BESTU-
RINGSSYS-
TEEM
Mac OS X 10.4 of lager
Mac OS X 10.5 •867MHz of
PROCESSOR RAM
Power PC G4/G5
•Intel­processor
sneller PowerPC G4/G5
•Intel­processor
128 MB voor een MAC op basis van PowerPC (512 MB)
512 MB voor een MAC op basis van Intel (1 GB)
512 MB (1 GB) 1 GB

Linux

ONDERDEEL VEREISTEN (AANBEVOLEN)
VRIJE
HDD-
RUIMT
E
1 GB

De software installeren

U moet de apparaatsoftware voor afdrukken installeren. De software bestaat uit stuurprogramma’s, toepassingen en andere gebruiksvriendelijke programma’s.
De volgende procedure is gebaseerd op het besturingssysteem Windows XP. De te volgen procedure en het pop-upvenster dat tijdens de installatie verschijnt, kunnen verschillen afhankelijk van het besturingssysteem, de printerfunctie of de gebruikte interface.
1. Controleer of uw apparaat met de computer is verbonden.
2. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation van de
computer. De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster
weergegeven. Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK. Als u Windows Vista gebruikt, klikt u op Start > Alle programma's > Accessoires > Uitvoeren en typt u X:\Setup.exe. Als het venster
Uitvoeren Setup.exe
op en vervolgens op
3. Klik op Volgende.
Automatisch afspelen
in het veld
Doorgaan
Programma installeren of uitvoeren
in het venster
verschijnt in Windows Vista, klikt u
Gebruikersaccountbeheer
.
Besturingssysteem RedHat 8.0, 9.0 (32bit)
RedHat Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64bit)
Fedora Core 1~7 (32/64bit)
Mandrake 9.2 (32bit), 10.0, 10.1 (32/64bit)
Mandriva 2005, 2006, 2007 (32/64bit)
SuSE Linux 8.2, 9.0, 9.1 (32bit)
SuSE Linux 9.2, 9.3, 10.0, 10.1 10.2 (32/64bit)
SuSe Linux Enterprise Desktop 9, 10 (32/64bit)
Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04 (32/64bit)
Debian 3.1, 4.0 (32/64bit)
PROCESSOR Pentium IV 2.4 GHz of hoger
RAM 512 MB of hoger
Vrije HDD-ruimte 1 GB of hoger
Het bovenstaande venster kan er enigszins anders uitzien als u het stuurprogramma opnieuw installeert.
Gebruikshandleiding weergeven: biedt u de mogelijkheid om de gebruikershandleiding te bekijken. Als Adobe Acrobat niet op uw computer is geïnstalleerd, klikt u op deze optie om Adobe Acrobat Reader automatisch op uw computer te installeren. Open vervolgens de gebruikershandleiding.
18_Aan de slag
4. Selecteer Standaard en klik vervolgens op Volgende.
5. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt er een venster waarin u
gevraagd wordt om een testpagina af te drukken en u als gebruiker van een Samsung-apparaat te registreren als u meer informatie van Samsung wenst te ontvangen. Selecteer desgewenst het (de) overeenkomstige selectievakje(s) en klik op Voltooien.
Als uw apparaat na de installatie niet naar behoren werkt, probeer dan het printerstuurprogramma opnieuw te installeren. Zie Software.
Tijdens de installatie van het printerstuurprogramma detecteert het installatieprogramma de locatiegegevens van het besturingssysteem en wordt het standaardpapierformaat voor het apparaat ingesteld. Als u een andere Windows-locatie gebruikt, moet u het papierformaat aanpassen aan het papier dat u standaard gebruikt. Ga naar de printereigenschappen om het papierformaat te wijzigen nadat de installatie is voltooid.
Aan de slag_19

Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u originelen en afdrukmateriaal in het apparaat plaatst.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Afdrukmateriaal selecteren
Papier plaatsen
De afbeeldingen van het apparaat zijn gebaseerd op de ML-2240-reeks. De ML-1640-reeks is niet uitgerust met een lade voor handmatige invoer.

Afdrukmateriaal selecteren

U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, zoals op normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmaterialen die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen. Als u afdrukmaterialen gebruikt die niet aan deze richtlijnen voldoen, kan dit de volgende problemen veroorzaken:
slechte afdrukkwaliteit
vastlopen van het papier
versnelde slijtage van het apparaat De eigenschappen van het papier, zoals gewicht, samenstelling, vezel- en vochtgehalte, zijn van grote invloed op de prestaties van het apparaat en de afdrukkwaliteit. Houd bij de keuze van afdrukmateriaal rekening met het volgende:
Het type, formaat en gewicht van het afdrukmateriaal voor uw apparaat worden verderop in deze sectie besproken.
Gewenste resultaat: het afdrukmateriaal dat u kiest, moet geschikt zijn voor het doel.
Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en leveren scherpere en helderdere afbeeldingen op.
Gladheid van het oppervlak: de gladheid van het afdrukmateriaal bepaalt hoe scherp de afdrukken eruit zien op papier.
Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmaterialen voldoen aan alle hier genoemde richtlijnen maar toch geen bevredigende resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van onjuiste bediening, een ongeoorloofd temperatuur- en vochtigheidsniveau of andere variabele omstandigheden waarover Samsung geen controle heeft.
Controleer, voordat u grote hoeveelheden afdrukmateriaal aanschaft, of het voldoet aan de vereisten die in deze gebruikershandleiding zijn vermeld.
Afdrukken op speciale afdrukmaterialen
Papierformaat en papiertype instellen
Het gebruik van afdrukmaterialen die niet aan deze specificaties voldoen, kan problemen veroorzaken die een herstelling vereisen. Zulke herstellingen vallen niet onder de garantie of onderhoudscontracten van Samsung.
20_Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen

Specificaties van afdrukmateriaal

TYPE FORMAAT AFMETINGEN
Normaal papier Letter 216 x 279 mm
Legal 216 x 356 mm
Folio 216 x 330 mm
A4 210 x 297 mm
Oficio 216 x 343 mm
JIS B5 182 x 257 mm
ISO B5 176 x 250 mm
Executive 184 x 267 mm
A5 148 x 210 mm
A6 105 x 148 mm
Enveloppen Monarch 98 x 191 mm
No. 10 105 x 241 mm
DL 110 x 220 mm
C5 162 x 229 mm
GEWICHT
60 tot 90 g/m
•60~165g/m
2
invoer in de lade
75 tot 90 g/m
2
a
2
voor de lade
voor handmatige
CAPACITEIT
150 vellen van 75 g/m
b
2
papier
voor de lade
1 vel papier voor handmatige invoer in de lade
1 vel papier voor handmatige invoer in de lade
C6 114 x 162 mm
Dik papier Raadpleeg Normaal
Raadpleeg Normaal papier
90 tot 105 g/m
2
papier
Etiketten
c
Letter, A4 Raadpleeg Normaal papier
Transparanten Letter, A4 Raadpleeg Normaal papier
Kaarten Briefkaart 101,6 x 152,4 mm
Minimaal formaat (aangepast) 76 x 127 mm
120 tot 150 g/m
138 tot 146 g/m
90 tot 163 g/m
60 tot 165 g/m
2
2
2
2
Maximaal formaat (aangepast) 216 x 356 mm
2
a.Als het gewicht van de afdrukmedia groter is dan 90 g/m
, laadt u de vellen een voor een in de lade. b. De maximale capaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van het afdrukmateriaal en de omgevingsomstandigheden. c. Gladheid: 100 tot 250 (Sheffield)
Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen_21

Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen

AFDRUKMATERIAAL
TYPE
Enveloppen
Of enveloppen naar behoren worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
- Gewicht: het gewicht van het enveloppen-
papier mag niet meer dan 90 g/m om te vermijden dat er een papierstoring optreedt.
- Ontwerp: voor het afdrukken moeten de
enveloppen plat worden gelegd. Ze mogen niet meer dan 6 mm omkrullen en ze mogen geen lucht bevatten.
- Toestand: de enveloppen mogen niet
gekreukt, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
- Temperatuur: u moet enveloppen gebruiken
die bestand zijn tegen de hitte en druk die tijdens het afdrukproces in het apparaat ontstaan.
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere synthetische materialen.
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte kwaliteit.
Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal doorloopt tot in de hoek.
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien dat 0,1 seconde lang de fixeertemperatuur van het apparaat kan weerstaan. Raadpleeg de specificaties van uw apparaat om de fixeertemperatuur te kennen (zie pagina 42). De extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen.
Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges niet dichter dan 15 mm van de rand van de envelop.
Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.
RICHTLIJNEN
1 Aanvaardbaar 2 Onaanvaardbaar
2
bedragen
AFDRUKMATERIAAL
Etiketten Om beschadigingen aan het apparaat te
Kaarten of materiaal van afwijkende grootte
Transparanten Om beschadigingen aan het apparaat te
TYPE
voorkomen gebruikt u bij voorkeur alleen etiketten voor laserprinters.
- Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de volgende factoren:
- Kleefstoffen: het kleefmiddel moet stabiel blijven bij de fixeertemperatuur van het apparaat. Raadpleeg de specificaties van uw apparaat om de fixeertemperatuur te kennen (zie pagina 42).
- Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarbij tussen de etiketten het rugvel niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen de etiketten kunnen de etiketten loskomen van de rugvel. Dit kan ernstige papierstoringen veroorzaken.
- Krullen: voor het afdrukken moeten de etiketten plat worden gelegd en mogen ze niet meer dan 13 mm omkrullen.
- Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes vertonen of loskomen van het rugvel.
Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt. Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook kunnen hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken.
Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd.
Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen, gekreukt of anderszins beschadigd zijn.
Druk niet af op materialen die minder breed zijn dan 76 mm of langer zijn dan 127 mm.
Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van de rand van het materiaal.
voorkomen, gebruikt u uitsluitend transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
Gebruikte transparanten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 180 °C, de smelttemperatuurt van het apparaat.
Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het apparaat hebt gehaald.
Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan zich dan stof en vuil op afzetten, wat leidt tot vlekken bij het afdrukken.
Let op dat u geen vingerafdrukken op de transparanten maakt. Dit veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken.
Bescherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige blootstelling aan zonlicht om te voorkomen dat ze gaan vervagen.
Zorg dat de transparanten niet kreukelen, krullen of gescheurde hoeken hebben.
RICHTLIJNEN
22_Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen
AFDRUKMATERIAAL
Voorbedrukt papier
TYPE
Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als ze gedurende 0,1 seconde worden blootgesteld aan de smelttemperatuur van het apparaat. Raadpleeg de specificaties van uw apparaat om de fixeertemperatuur te kennen (zie pagina 42).
De inkt van het briefhoofd mag niet ontvlambaar zijn en mag de printerrollen niet aantasten.
Formulieren en papier met briefhoofd moeten in een vochtbestendige verpakking worden bewaard om aantasting tijdens de opslagperiode te voorkomen.
Voordat u voorbedrukt papier plaatst, zoals formulieren of papier met briefhoofd, moet u controleren of de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van het voorbedrukte papier en de afdrukkwaliteit verminderen.
Het gebruik van fotopapier of gecoat paper kan problemen veroorzaken die herstellingen vereisen. Zulke herstellingen vallen niet onder de garantie of onderhoudscontracten van Samsung.
RICHTLIJNEN

Papier plaatsen

Papier in de lade plaatsen

Plaats de afdrukmaterialen die u voor de meeste afdruktaken gebruikt in de lade. De lade kan maximum150 vellen van 75 g/m
1. Neem de papierinvoerlade vast en trek ze naar u toe om ze te openen. Houd de achtergeleider ingedrukt en trek hem eruit om de lade te vergroten.
Omdat het apparaat erg licht is, kan het verschuiven tijdens het gebruik: bijvoorbeeld bij het openen/sluiten van de lade of het installeren/verwijderen van de tonercassette. Let erop dat het apparaat niet verschuift.
2. Bereid een stapel papier voor door deze te buigen of van achteren naar voren uit te waaieren. Maak er op een vlakke ondergrond een rechte stapel van.
2
normaal papier bevatten.
3. Plaats het papier met de te bedrukken zijde boven. Zorg dat alle vier hoeken plat in de papierlade liggen.
Probeer niet te veel papier te laden. Te veel papier plaatsen kan papierstoringen veroorzaken.
Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen_23
4. Houd de achtergeleider ingedrukt om hem aan te passen aan de lengte van het papier en houd de zijgeleider ingedrukt en schuif hem tot tegen het papier.
Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het papier aangezien het papier hierdoor kan buigen.
Als u de papierbreedtegeleider niet precies instelt, kan dit een papierstoring veroorzaken.

Afdrukken op speciale afdrukmaterialen

Het apparaat kan speciale types en formaten van afdrukmateriaal bevatten, zoals postkaarten, notitiekaarten en enveloppen. Dit is vooral handig als u maar één pagina wilt afdrukken op papier met briefhoofd of op gekleurd papier.
Het afdrukmateriaal handmatig invoeren
Plaats slechts afdrukmateriaal van één formaat in de lade.
Voeg geen papier toe als de lade nog papier bevat. Hierdoor kan het papier vastlopen. Dit geldt ook voor andere soorten afdrukmateriaal.
Afdrukmateriaal moet met de afdrukzijde naar boven worden ingevoerd. De bovenkant moet het eerst de lade ingaan. Plaats afdrukmateriaal in het midden van de lade.
Plaats alleen afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties. Zo voorkomt u papierstoringen en problemen met betrekking tot de afdrukkwaliteit. (Zie "Afdrukmateriaal selecteren" op pagina 20.)
Maak omgekrulde kaarten, enveloppen en etiketten eerst vlak voor u ze in de papierlade plaatst.
1. Neem de papierinvoerlade vast en trek ze naar u toe om ze te openen. Houd de achtergeleider ingedrukt en trek hem eruit om de lade te
vergroten.
5. Sluit de papierklep indien nodig om het papier dat zich in de lade bevindt te beschermen tegen stof.
Omdat het apparaat erg licht is, kan het verschuiven tijdens het gebruik: bijvoorbeeld bij het openen/sluiten van de lade of het installeren/verwijderen van de tonercassette. Let erop dat het apparaat niet verschuift.
2. Plaats de stofklep op de papierinvoerlade. (Voor de ML-1640-reeks, sla deze stap over en ga naar de volgende
stap.)
24_Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen
3. Plaats het papier in de lade voor handmatige invoer. (Voor de ML-1640-reeks, plaats het papier in de papierinvoerlade.)
Enveloppen
Etiketten Kaarten Briefhoofdpapier
Voer vel per vel in via de lade voor handmatige invoer als u wilt afdrukken op etiketten of kartonpapier.
Wij raden aan eerst de papierinvoerlade te vullen.
4. Wanneer u afdrukt in een toepassing, opent u het afdrukmenu.
5. Open printereigenschappen voor u begint af te drukken.
6. Druk op het tabblad Papier in printereigenschappen en selecteer een
geschikt papiertype.
Als u een etiket wilt gebruiken, stelt u het papiertype in op Etiketten.
Voorbedrukt
papier
Transparanten
Papierformaat en papiertype instellen
Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, moet u het papierformaat en
-type instellen met behulp van het printerstuurprogramma. Volg deze stappen om uw wijzigingen permanent te maken.
De hieronder beschreven werkwijze geldt voor Windows XP. Raadpleeg de gebruikshandleiding of online Help van Windows voor andere Windows-besturingssystemen.
1. Klik op de knop Start op het computerscherm.
2. Selecteer Printers en faxen.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma en selecteer Voorkeursinstellingen.
4. Klik op het tabblad Papier en wijzig de instellingen in Papieropties.
5. Klik op OK.
Als u een speciaal papierformaat wilt gebruiken, zoals rekeningpapier, selecteert u Aangepast op het tabblad Papier in de printereigenschappen. Zie Software.
7. Selecteer Handmatige invoer in papierbron en druk vervolgens op OK.
8. Start met afdrukken in de toepassing.
9. Druk op de knop Annuleren op het apparaat om het papier in te
voeren. Hierna start het apparaat met afdrukken.
Als u meerdere pagina’s afdrukt, laad dan de volgende pagina nadat de eerste pagina is afgedrukt, en druk op de knop
Annuleren. Herhaal deze stap voor elke pagina die moet
worden afgedrukt.
De door u gewijzigde instellingen blijven alleen van kracht tijdens het gebruik van de huidige toepassing.
Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen_25

Eenvoudige afdruktaken

In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Een document afdrukken Een afdruktaak annuleren

Een document afdrukken

Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen in Windows, de Macintosh-besturingssystemen of Linux. De exacte procedure kan verschillen per toepassing. Zie Software voor meer informatie over afdrukken.

Een afdruktaak annuleren

Als de afdruktaak zich in een afdrukwachtrij of afdrukspooler bevindt, zoals de printergroep in Windows, verwijdert u de afdruktaak als volgt:
1. Klik op de knop Start in Windows.
2. Voor Windows 2000 selecteert u Instellingen en vervolgens Printers.
In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxen. In Windows Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Printers.
3. Dubbelklik op het pictogram Samsung ML-2240 Series.
4. Selecteer in het menu Document het menu-item Annuleren.
U kunt dit venster ook openen door rechtsonder in de taakbalk van Windows dubbel te klikken op het printerpictogram.
U kunt de huidige afdruktaak eveneens annuleren door te drukken op
Annuleren op het bedieningspaneel.
26_Eenvoudige afdruktaken

Onderhoud

In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van het apparaat en de tonercassette.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Uw apparaat reinigen
De tonercassette onderhouden
De afbeeldingen van het apparaat zijn gebaseerd op de ML-2240-reeks. De ML-1640-reeks is niet uitgerust met een lade voor handmatige invoer.
De tonercassette vervangen

Uw apparaat reinigen

Voor een goede afdrukkwaliteit moet u het apparaat goed schoonhouden. Voer de onderstaande stappen daarom iedere keer uit als u de tonercassette vervangt of als de afdrukkwaliteit achteruit gaat.
Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen
die veel alcohol, oplosmiddel of andere agressieve substanties bevatten, kan de behuizing verkleuren of vervormen.
Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving van het
apparaat terecht is gekomen, raden wij u aan om dit te reinigen met een zachte, met water bevochtigde doek of tissue. Door een stofzuiger in de lucht geblazen toner kan schadelijk zijn voor uw gezondheid.

De buitenkant reinigen

U kunt de behuizing van het apparaat het beste schoonmaken met een zachte, niet-pluizende doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar let erop dat er geen water op of in het apparaat druppelt.

Binnenkant reinigen

Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden beperkt of verholpen door de binnenkant van het apparaat te reinigen.
1. Schakel het apparaat uit, ontkoppel het netsnoer en wacht tot het apparaat is afgekoeld.
2. Open de voorklep.
Voor de ML-2240-reeks: als u de stofkap hebt geïnstalleerd, verwijdert u deze eerst vooraleer u de voorklep opent.
3. Trek de tonercassette eruit en verwijder ze uit het apparaat.
Omdat het apparaat erg licht is, kan het verschuiven tijdens het gebruik: bijvoorbeeld bij het openen/sluiten van de lade of het installeren/verwijderen van de tonercassette. Let erop dat het apparaat niet verschuift.
Onderhoud_27
4. Verwijder de lade voor handinvoer door deze naar buiten te trekken.
De ML-1640-reeks beschikt niet over een lade voor handmatige invoer, ga naar stap 5.
5. Probeer met een droge pluisvrije doek stof en tonerresten uit het tonercassettegebied en de ruimte rond de tonercassette te verwijderen.
Stel de tonercassette niet langer dan enkele minuten bloot aan licht om schade aan de tonercassette te vermijden. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier. Let er ook op dat u de transportrol in het apparaat niet aanraakt.
7. Nadat u de lade voor handmatige invoer en de tonercassette er hebt ingestoken, sluit u de lade. Controleer of de klep goed dicht is. Als ze niet goed wordt gesloten, kunnen er afdrukfouten optreden bij het afdrukken.
Als ze niet goed wordt gesloten, kunnen er afdrukfouten optreden bij het afdrukken.
8. Sluit het netsnoer aan en schakel het apparaat in.
6. Haal voorzichtig een witte katoenen doek over de lange glasplaat (LSU,
laserscaneenheid) boven in de ruimte voor de tonercassette om te zien of er vuil aan blijft zitten.
28_Onderhoud

De tonercassette onderhouden

Tonercassette bewaren

Neem de volgende richtlijnen in acht voor een optimaal resultaat:
Haal de tonercassette pas uit de verpakking op het moment dat u deze gaat gebruiken.
Vul de tonercassette niet bij. Schade aan het apparaat als gevolg van bijgevulde cassettes valt niet onder de garantie.
Bewaar tonercassettes in dezelfde ruimte als het apparaat.
Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht.

Verwachte levensduur van de cassette

De levensduur van de tonercassette hangt af van de hoeveelheid toner die voor de afdruktaken vereist is. In de praktijk kan het aantal pagina’s variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid, de omgevingsomstandigheden, het interval tussen verschillende afdrukken en het type en formaat van het afdrukmateriaal. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen afdrukt, moet de tonercassette vaker worden vervangen.

Toner herverdelen

Wanneer een tonercassette bijna leeg is, verschijnen er vage of lichtere gebieden in de afdruk. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner opnieuw te verdelen.
1. Open de voorklep.
2. Trek de tonercassette eruit en verwijder ze uit het apparaat.
Probeer niet te diep in het apparaat te tasten. Het fixeergedeelte kan heet zijn.
Stel de tonercassette niet langer dan enkele minuten bloot aan licht om te vermijden dat ze beschadigd raakt.
Raak met uw handen of enig ander materiaal het groene (of hemelsblauwe) scherm, de OPC-drum, niet aan. Gebruik de handgreep op de cassette om te vermijden dat u dit gebied aanraakt.
Zorg ervoor dat het groene (of hemelsblauwe) oppervlak, de OPC-drum, niet in aanraking komt met licht. Hierdoor raakt de OPC-drum beschadigd. Bedek de OPC-drum van de tonercassette met papier om schade als gevolg van blootstelling aan licht te vermijden.
Houd de tonercassette niet ondersteboven.
Voor de ML-2240-reeks: als u de stofkap hebt geïnstalleerd, verwijdert u deze eerst vooraleer u de voorklep opent.
Omdat het apparaat erg licht is, kan het verschuiven tijdens het gebruik: bijvoorbeeld bij het openen/sluiten van de lade of het installeren/verwijderen van de tonercassette. Let erop dat het apparaat niet verschuift.
3. Schud de tonercassette vijf tot zes keer zachtjes heen en weer om de toner te herverdelen.
Als u toner op uw kleding krijgt, veeg de toner dan af met een droge doek en was het kledingstuk in koud water. Als u warm water gebruikt, hecht de toner zich aan de stof.
Onderhoud_29
4. Plaats de tonercassette terug in het apparaat. Zorg ervoor dat de tonercassette goed op haar plaats zit.
1. Schakel het apparaat uit en wacht dan enkele minuten tot het apparaat is afgekoeld.
2. Neem de voorklep vast en trek ze naar u toe.
5. Sluit de klep aan de voorzijde. Controleer of de klep goed dicht is. Als ze
niet goed wordt gesloten, kunnen er afdrukfouten optreden bij het afdrukken.

De tonercassette vervangen

Als de toner-LED rood knippert, is de cassette helemaal op. Uw apparaat stopt met afdrukken. Het programmavenster Smart Panel verschijnt op het scherm met de mededeling dat u de cassette moet vervangen. Dit betekent dat de tonercassette moet worden vervangen. Controleer het type tonercassette van uw apparaat. (Zie "Capaciteit" op pagina 41.)
Voor de ML-2240-reeks: als u de stofkap hebt geïnstalleerd, verwijdert u deze eerst vooraleer u de voorklep opent.
Omdat het apparaat erg licht is, kan het verschuiven tijdens het gebruik: bijvoorbeeld bij het openen/sluiten van de lade of het installeren/verwijderen van de tonercassette. Let erop dat het apparaat niet verschuift.
3. Haal de tonercassette uit de verpakking en verwijder het papier rond de tonercassette door de tape te verwijderen.
Raak met uw handen of enig ander materiaal het groene (of hemelsblauwe) scherm, de OPC-drum, niet aan. Gebruik de handgreep op de cassette om te vermijden dat u dit gebied aanraakt.
Zorg ervoor dat het groene (of hemelsblauwe) oppervlak, de OPC-drum, niet in aanraking komt met licht. Hierdoor raakt de OPC-drum beschadigd. Bedek de OPC-drum van de tonercassette met papier om schade als gevolg van blootstelling aan licht te vermijden.
Houd de tonercassette niet ondersteboven.
30_Onderhoud
4. Houd beide grepen van de tonercassette vast en schud de cassette
grondig van links naar rechts om de toner opnieuw te verdelen.
Als u toner op uw kleding krijgt, veeg de toner dan af met een droge doek en was het kledingstuk in koud water. Als u warm water gebruikt, hecht de toner zich aan de stof.
Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een schaar of mes, om de verpakking van de tonercassette te openen. U zou het oppervlak van de tonercassette kunnen beschadigen.
Om beschadiging te voorkomen, mag u de tonercassette niet langer dan enkele minuten blootstellen aan licht. Bedek de tonercassette indien nodig met een stuk papier om ze te beschermen.
5. Lokaliseer de sleuven voor de cassette in het apparaat, een aan beide kanten.
6. Vouw de handgreep van de cassette open en grijp deze vast. Schuif de tonercassette terug in het apparaat tot ze op haar plaats klikt.
Plaats/Verwijder de tonercassette zonder tegen het apparaat aan te stoten.
Raak met uw handen of enig ander materiaal het groene (of hemelsblauwe) scherm, de OPC-drum, niet aan. Gebruik de handgreep op de cassette om te vermijden dat u dit gebied aanraakt.
Zorg ervoor dat het groene (of hemelsblauwe) oppervlak, de OPC-drum, niet in aanraking komt met licht. Hierdoor raakt de OPC-drum beschadigd. Bedek de OPC-drum van de tonercassette met papier om schade als gevolg van blootstelling aan licht te vermijden.
Houd de tonercassette niet ondersteboven.
7. Sluit de klep aan de voorzijde. Controleer of de klep goed dicht is. Als de klep niet goed is gesloten, kunnen er tijdens het afdrukken storingen optreden.
Met een nieuwe tonercassette kunt u gemiddeld
1.500 standaardpagina’s afdrukken conform de ISO/IEC 19752­standaard. (Met de originele tonercassette die met het apparaat wordt meegeleverd kunt u gemiddeld 700 standaardpagina’s afdrukken.)
Onderhoud_31

Problemen oplossen

In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Tips om papierstoringen te voorkomen
Vastgelopen papier verwijderen
De afbeeldingen van het apparaat zijn gebaseerd op de ML-2240-reeks. De ML-1640-reeks is niet uitgerust met een lade voor handmatige invoer.
Andere problemen oplossen

Tips om papierstoringen te voorkomen

U kunt de meeste papierstoringen vermijden door het juiste type afdrukmateriaal te gebruiken. Volg de stappen op pagina 32 als er zich een papierstoring voordoet.
Volg de procedures op pagina 23. Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld.
Plaats niet te veel papier in de lade. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt.
Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
Plaats geen verschillende soorten papier in een lade.
Gebruik alleen aanbevolen afdrukmaterialen. (Zie "Papierformaat en papiertype instellen" op pagina 25.)
Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal in de lade wordt geplaatst met de afdrukzijde naar boven.
Als er een fout optreedt, licht de fout-LED op het bedieningspaneel oranje op. Zoek en verwijder het vastgelopen papier. Om door te gaan met afdrukken na het verwijderen van vastgelopen papier, moet u de voorklep openen en vervolgens weer sluiten.

Vastgelopen papier verwijderen

In het papieruitvoergebied

Als het papier in deze zone vast komt te zitten, kan er tonerpoeder op het papier terechtkomen. Als u tonerpoeder op uw kleren morst, wast u ze best uit met koud water omdat warm water ervoor zorgt dat het tonerpoeder zich aan het textiel vasthecht.
1. Als het papier vast komt te zitten in de uitvoerlade en een deel van het papier zichtbaar is, trekt u het papier er recht uit.
Stop onmiddellijk met trekken als u bij het trekken aan het papier enige weerstand ondervindt. Ga door met de volgende stap.
32_Problemen oplossen
2. Open de boven- en binnenklep.
4. Sluit de binnen- en bovenklep. Afdrukken wordt automatisch hervat
.
Let op dat u bij het verwijderen van het vastgeraakte papier de fixeereenheid niet raakt (die zich onder de binnenklep bevindt). De fixeereenheid is heet en kan brandwonden veroorzaken!
De boven- en binnenklep kunnen ook warm worden als gevolg van de fuserrol. Laat het apparaat afkoelen voor u een klep opent.
3. Maak het papier los als het tussen de fuserrollen vast komt te zitten. Trek het papier er voorzichtig uit.
Mislukte pagina’s worden niet opnieuw afgedrukt. Probeer de pagina’s af te drukken.

In het papierinvoergedeelte

1. Verwijder verkeerd ingevoerd papier door het uit het apparaat te trekken
langs het zichtbare gedeelte van de lade. Zorg dat alle vellen mooi recht in de papierlade liggen.
2. Open en sluit de voor- en de bovenklep om het afdrukken van mislukte pagina’s van het document te hervatten.
Problemen oplossen_33

Rond de tonercassette

1. Open de voorklep.
3. Trek het papier zachtjes naar u toe.
Voor de ML-2240-reeks: als u de stofkap hebt geïnstalleerd, verwijdert u deze eerst vooraleer u de voorklep opent.
2. Trek de tonercassette eruit en verwijder ze uit het apparaat.
Raak met uw handen of enig ander materiaal het groene (of hemelsblauwe) scherm, de OPC-drum, niet aan. Gebruik de handgreep op de cassette om te vermijden dat u dit gebied aanraakt.
Zorg ervoor dat het groene (of hemelsblauwe) oppervlak, de OPC-drum, niet in aanraking komt met licht. Hierdoor raakt de OPC-drum beschadigd. Bedek de OPC-drum van de tonercassette met papier om schade als gevolg van blootstelling aan licht te vermijden.
Houd de tonercassette niet ondersteboven.
4. Controleer of er zich geen ander papier in het apparaat bevindt.
5. Plaats de tonercassette terug en sluit de voorklep. Uw apparaat hervat
het afdrukken van de pagina’s waarvan het afdrukken mislukt is.

Andere problemen oplossen

In het onderstaande overzicht vindt u een aantal mogelijke problemen en de bijhorende oplossingen. Voer de stappen uit in de aangegeven volgorde tot het probleem is verholpen. Neem contact op met de serviceafdeling als het probleem zich blijft voordoen.

Papierinvoer

TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
Afdrukpapier loopt vast.
Papier kleeft aan elkaar.
Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk.
Verwijder het vastgelopen papier. Zie pagina 32.
Zorg dat er niet te veel papier in de lade ligt. De lade kan maximaal 150 vellen papier bevatten, afhankelijk van de papierdikte.
Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt. Zie pagina 25.
Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit.
In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven.
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van dezelfde soort en hetzelfde formaat en gewicht.
Als het papier is vastgelopen doordat er meer vellen tegelijk zijn ingevoerd, verwijdert u deze. Zie pagina 32.
34_Problemen oplossen
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN

Afdrukproblemen

Afdrukpapier wordt niet ingevoerd.
Het papier blijft vastlopen.
Enveloppen trekken scheef of worden niet goed ingevoerd.
Verwijder eventuele verstoppingen in het apparaat.
Het papier werd niet goed in de lade gelegd. Verwijder het papier en plaats het op de juiste manier in de lade.
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier.
Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat aan de specificaties voor het apparaat voldoet. Zie pagina 20.
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Als u op speciale materialen afdrukt, plaats dan afdrukmateriaal van slechts één formaat in de lade.
U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat aan de specificaties voor het apparaat voldoet. Zie pagina 21.
Mogelijk zitten er materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder de resten.
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de envelop net raken).
TOESTAND MOGELIJKE
Het apparaat drukt niet af.
OORZAAK
Het apparaat krijgt geen stroom.
Het apparaat is niet als standaardprinter geselecteerd.
Controleer het volgende:
De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de klep.
Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het vastgelopen papier. Zie pagina 32.
De papierlade is leeg. Plaats papier. Zie pagina 23.
Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats de tonercassette.
Neem contact op met de serviceafdeling als er een systeemfout optreedt.
De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten.
De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is mogelijk defect.
VOORGESTELDE
OPLOSSINGEN
Controleer of het netsnoer is aangesloten. Controleer de aan/uit-schakelaar en het stopcontact.
Selecteer Samsung ML-2240 Series als de standaardprinter in Windows.
Maak de printerkabel los en sluit deze opnieuw aan.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar behoren werkt en druk een document af. U kunt ook proberen om een andere printerkabel te gebruiken.
De poortinstelling is niet juist.
Het apparaat is mogelijk niet goed geconfigureerd.
Mogelijk is het printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd.
Het apparaat werkt niet goed.
Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de afdruktaak naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer meerdere poorten heeft, controleert u of het apparaat op de juiste poort is aangesloten.
Controleer de printereigen­schappen om na te gaan of alle afdrukinstellingen correct zijn.
Herstel de printersoftware. Raadpleeg Software.
Controleer of de status van de LED’s op het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft.
Problemen oplossen_35
TOESTAND MOGELIJKE
OORZAAK
VOORGESTELDE
OPLOSSINGEN
TOESTAND MOGELIJKE
OORZAAK
VOORGESTELDE
OPLOSSINGEN
Het apparaat drukt geen speciaal papier zoals rekeningpapier af.
Het apparaat haalt papier uit de verkeerde invoer.
Een afdruktaak wordt uiterst langzaam afgedrukt.
De helft van de pagina is leeg.
Het apparaat drukt wel af, maar de tekst is niet correct, vervormd of niet compleet.
Het ingestelde papierformaat stemt niet overeen met het formaat van het papier in de lade.
Mogelijk is in de printereigenschappen de verkeerde invoerlade geselecteerd.
Mogelijk is de afdruktaak zeer complex.
De afdrukstand van de pagina is mogelijk onjuist.
Het ingestelde papierformaat stemt niet overeen met het formaat van het papier in de lade.
De printerkabel zit los of is defect.
Stel het juiste papierformaat in
Aangepast
onder printereigenschappen. Zie Software.
In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Papier onder printereigenschappen. Selecteer de juiste lade. Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma.
Beperk de complexiteit van de pagina of probeer de instellingen voor de afdrukwaliteit aan te passen.
Wijzig de afdrukstand van de pagina in uw toepassing. Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma.
Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier in de papierlade. Controleer of het papier­formaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier dat is geselecteerd in het programma dat u gebruikt.
Maak de printerkabel los en sluit deze opnieuw aan. Druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit kabel en apparaat, indien mogelijk, aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Als dit alles niet helpt, sluit u een nieuwe printerkabel aan.
in de
Er worden blanco pagina’s afgedrukt.
Het apparaat drukt het PDF­bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken.
Uw apparaat geeft een vreemde geur af tijdens het eerste gebruik.
De foto’s worden niet goed afgedrukt. De afbeeldingen zijn niet duidelijk.
Er komt voor het afdrukken ter hoogte van de uitvoerlade stoom uit het apparaat.
De tonercassette is leeg of beschadigd.
Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s.
Mogelijk is een onderdeel van het apparaat defect (bijvoorbeeld de controller of het moederbord).
Incompatibiliteit tussen het PDF-bestand en de Acrobat-producten.
Dit wordt veroorzaakt door het verdampen van de olie die de fixeereenheid beschermt.
De resolutie van de foto is zeer laag.
Het gebruik van vochtig papier kan stoom produceren tijdens het afdrukken.
Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Zie pagina 29.
Vervang indien nodig de tonercassette.
Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat.
Neem contact op met de serviceafdeling.
Mogelijk kunt u het probleem oplossen door het PDF­bestand af te drukken als afbeelding. Schakel Print As Image uit de afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Dit probleem is van voorbijgaande aard.
Verklein de grootte van de foto. Als u de foto vergroot in het programma, wordt de resolutie verlaagd.
Dit is niet ernstig. U kunt gewoon doorgaan met afdrukken.
Het verkeerde printerstuurprogramma is geselecteerd.
De softwaretoepassing werkt niet naar behoren.
Het besturi ngssysteem werkt niet naar behoren.
36_Problemen oplossen
Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer hebt geselecteerd.
Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing.
Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Zet de printer uit en weer aan.

Problemen met de afdrukkwaliteit

Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen.
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
Lichte of vage afdrukken
Tonervlekken
AaBbCc AaBbCc
Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet:
De tonercassette is bijna leeg. Door de resterende toner over de cassette te verdelen, kunt u er waarschijnlijk nog een aantal afdrukken mee maken. Zie pagina 30. Als de afdrukkwaliteit hierdoor niet verbetert, moet u een nieuwe tonercassette plaatsen.
Misschien voldoet het papier niet aan de specificaties (bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie pagina 20.
Als de gehele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag. Wijzig de afdrukresolutie. Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma.
Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette gereinigd moet worden.
Het oppervlak van de laserscaneenheid in het apparaat kan vuil zijn. Maak de laserscaneenheid schoon door de voorklep verschillende malen te openen en te sluiten. Als het probleem blijft optreden, neemt u contact op met de serviceafdeling.
Het papier voldoet niet aan de specificaties (bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie pagina 20.
Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Zie "Binnenkant reinigen" op pagina 27.
AaBbCc AaBbCc AaBbCc
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
Witte vlekken Er verschijnen witte vlekken op de pagina:
Het papier is te ruw en vuil van het papier komt binnenin het apparaat terecht, waardoor de transportriem vuil kan zijn geworden. Reinig de binnenkant van het apparaat. Neem contact op met de serviceafdeling.
Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met de serviceafdeling.
Verticale strepen Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
Het oppervlak van de laserscaneenheid in het apparaat kan vuil zijn. Maak de laserscaneenheid schoon door de voorklep verschillende malen te openen en te sluiten. Als het probleem blijft optreden, neemt u contact op met de serviceafdeling.
Zwarte achtergrond
Tonervlekken Reinig de binnenkant van het apparaat. Zie
Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond):
Gebruik papier met een lager gewicht. Zie pagina 20.
Controleer de omgeving van het apparaat: bijzonder droge (lage luchtvochtigheid) of extreem vochtige omgevingsomstandigheden (relatieve luchtvochtigheid van meer dan 80%) kunnen leiden tot een grijzere achtergrond.
Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe. Zie pagina 30.
pagina 27.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Zie pagina 20.
Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Zie pagina 30.
Onregelmatigheden
AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc
Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde plekken verschijnen:
Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af.
Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een ander merk. Zie pagina 20.
Een hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten. Probeer een ander soort of merk papier.
Stel de resolutie van de printer anders in en probeer het opnieuw. Ga naar de printereigenschappen, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dik papier. Raadpleeg Software voor meer informatie.
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met de serviceafdeling.
Verticaal terugkerende afwijkingen
Als er op de bedrukte zijde van de pagina op regelmatige tussenafstanden van elkaar markeringen verschijnen.
De tonercassette is mogelijk defect. Als een markering zich met regelmatige tussenafstanden herhaalt, moet u enkele reinigingsvellen afdrukken om de tonercassette te reinigen. Als de problemen zich hierna blijven voordoen, plaatst u een nieuwe tonercassette. Zie pagina 30.
Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina bevinden, zal het probleem zichzelf waarschijnlijk na enkele pagina’s oplossen.
De fixeereenheid kan beschadigd zijn. Neem contact op met de serviceafdeling.
Problemen oplossen_37
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
Schaduwvlekken Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine
A
Misvormde tekst Als tekst er vervormd uitziet ("uitgehold" effect),
Papier schuin Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen.
Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken, zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te vermijden dat wordt afgedrukt op een gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken.
Als de hele pagina wordt overdekt door schaduwvlekken, kiest u een andere afdrukresolutie vanuit uw softwaretoepassing of via de printereigenschappen.
kan het papier te glad zijn. Probeer een ander soort papier. Zie pagina 20.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Zie pagina 20.
Zorg ervoor dat papier of ander afdrukmateriaal juist is geplaatst en dat de geleiders niet te los of te strak zijn afgesteld.
AaBbCc
AaBbCc
Gekruld of gegolfd Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
Vouwen of kreuken Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. Zie pagina 20.
Draai de papierstapel in de lade om. Probeer het papier ook eens 180° te draaien in de lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Zie pagina 20.
Draai de papierstapel in de lade om. Probeer het papier ook eens 180° te draaien in de lade.
Achterkant van afdrukken is vuil
Zwarte afdrukken • Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst.
A
Losse toner Reinig de binnenkant van het apparaat. Zie
Openingen in tekens
A
Horizontale strepen
AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc
Mogelijk lekt een tonercassette. Reinig de binnenkant van het apparaat. Zie pagina 27.
Verwijder de cassette en plaats ze opnieuw.
Mogelijk is de tonercassette defect en moet deze worden vervangen. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Zie pagina 30.
Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met de serviceafdeling.
pagina 27.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Zie pagina 20.
Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Zie pagina 30.
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met de serviceafdeling.
Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn:
Als dit probleem optreedt bij transparanten, probeert u een ander soort transparant. Wegens de samenstelling van de transparanten zijn enkele onvolledige tekens normaal.
Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het materiaal. Verwijder het papier en draai het om.
Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Zie pagina 20.
Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:
Mogelijk is de tonercassette onjuist geplaatst. Verwijder de cassette en plaats ze opnieuw.
Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Zie pagina 30.
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met de serviceafdeling.
38_Problemen oplossen
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN

Algemene Linux-problemen

Krullen Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier
Er verschijnt voortdurend een onbekende afbeelding op enkele vellen, er zit losse toner op de afdruk, of de afdruk is te licht of vuil.
niet wordt ingevoerd, doet u het volgende:
Draai de papierstapel in de lade om. Probeer het papier ook eens 180° te draaien in de lade.
Stel de resolutie van de printer anders in en probeer het opnieuw. Ga naar de printereigen­schappen, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dun papier. Raadpleeg Software voor meer informatie.
Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of hoger.
Dergelijke hoogten kunnen de afdrukkwaliteit beïnvloeden (bijv. losse toner of lichte afdruk). U kunt deze optie instellen in de eigenschappen van het printerstuurprogramma op het tabblad Papier of
Printer.

Algemene Windows-problemen

TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik".
Het bericht "Algemene beschermingsfout", "OE-uitzondering", "Spool32" of "Ongeldige bewerking" verschijnt.
Het bericht "Kan niet afdrukken" of "Er is een time­outfout in de printer opgetreden" verschijnt.
Raadpleeg de Microsoft Windows-documentatie die bij uw computer is geleverd voor meer informatie over Windows-foutberichten.
Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de groep Opstarten, en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuur­programma opnieuw.
Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
Deze berichten kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht gewoon even tot het apparaat klaar is met afdrukken. Als het bericht verschijnt in de gereedmodus of nadat de afdruk is voltooid, controleert u de aansluiting en gaat u na of er een fout is opgetreden.
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
Het apparaat drukt niet af.
Het apparaat drukt geen hele pagina’s af en slechts de helft van de pagina wordt bedrukt.
De foutmelding "Unable to open mfp port device file!" verschijnt als ik een document afdruk.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die bij uw computer is geleverd voor meer informatie over Linux-foutberichten.
Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad Printers in het venster Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven. Kijk of het apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, start u de wizard Add new printer om het apparaat in te stellen.
Controleer of de printer is ingeschakeld. Open Printers configuration en selecteer uw apparaat uit de lijst met printers. Bekijk de omschrijving in het deelvenster Selected printer. Druk op de toets Start als de status de tekst "(stopped)" bevat. Hierna zou de printer weer normaal moeten werken. De status "stopped" kan worden geactiveerd als zich problemen voordoen bij het afdrukken.
Controleer of er een speciale afdrukoptie is ingesteld voor de toepassing, zoals "-oraw". Als de parameter "-oraw" is opgegeven in de opdrachtregel, verwijdert u deze om het afdrukprobleem op te lossen. Voor Gimp front-end, selecteert "print" -> "Setup printer" en bewerkt u de opdrachtregelparameter in het item opdrachtregel.
Het probleem is opgelost in AFPL Ghostscript versie 8.52 of een hogere versie. Download de recentste versie van AFPL Ghostscript van http://sourceforge.net/projects/ghostscript/ en installeer deze om dit probleem op te lossen.
Wijzig nooit de parameters van een afdruktaak (via LPR GUI bijvoorbeeld) terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Diverse versies van CUPS-server breken de afdruktaak af als de afdrukopties worden gewijzigd en proberen vervolgens de taak vanaf het begin opnieuw uit te voeren. Aangezien Unified Linux Driver de MFP-poort tijdens het afdrukken blokkeert, blijft de poort geblokkeerd door het abrupte afbreken van de taak zodat de poort niet beschikbaar is voor volgende afdruktaken. Probeer de MFP­poort vrij te geven als deze situatie zich voordoet.
Problemen oplossen_39

Veel voorkomende Macintosh-problemen

TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken.
Het document werd afgedrukt, maar de afdruktaak werd niet verwijderd uit de afdrukspooler in Mac OS
10.3.2.
Een aantal letters wordt niet normaal weergegeven bij het afdrukken van het voorblad.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Mac OS die bij uw computer is geleverd voor meer informatie over Mac OS-foutmeldingen.
Het PDF-bestand en de Acrobat-producten zijn niet compatibel:
Mogelijk kunt u het probleem oplossen door het PDF-bestand af te drukken als afbeelding. Schakel Print As Image uit de afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Werk uw Mac OS-versie bij tot 10.3.3. of hoger.
Dit komt omdat Mac OS het lettertype niet kan maken tijdens het afdrukken van het voorblad. Letters uit het Engelse alfabet en cijfers worden normaal weergegeven op het voorblad.
40_Problemen oplossen

Verbruiksartikelen en accessoires bestellen

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u cassettes en accessoires voor het apparaat kunt aanschaffen.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Capaciteit
Te onderhouden onderdelen
De optionele onderdelen of functies kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw vertegenwoordiger om te weten of het onderdeel dat u wenst beschikbaar is in uw land.
Aanschafmogelijkheden

Capaciteit

Als de toner opraakt, kunt u de volgende tonercassettes bestellen voor het apparaat:
TYPE AANTAL
Standaardrendementa tonereenheid
a.Gemiddeld rendement van een tonercassette, gemeten volgens
ISO/IEC 19752.
b.Regio A: Albanië, Oostenrijk, België, Bosnië, Bulgarije, Kroatië,
Cyprus, Tsjechische Republiek, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, Macedonië, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Servië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland, VK.
Wanneer u een nieuwe tonercassette of ander verbruiksartikel aanschaft, dient u dit in het land te doen waar u het apparaat hebt aangeschaft. Zo vermijdt u dat de tonercassette en accessoires incompatibel zijn met uw apparaat aangezien de configuratie van de tonercassette of accessoires verschillen van land tot land.
AFDRUKKEN
(GEMIDDELD)
Gemiddelde
tonercapaciteit:
1.500 standaardpagina’s
ONDERDEELNUMMER
MLT-D108S (zwart)
Regio A
MLT-D1082S (zwart)
b

Te onderhouden onderdelen

Om kwaliteits- en doorvoerproblemen als gevolg van versleten onderdelen te vermijden en ervoor te zorgen dat uw printer goed blijft presteren, moeten de volgende onderdelen vervangen worden wanneer het opgegeven aantal pagina’s is afgedrukt of wanneer de levensduur van het desbetreffende onderdeel is verstreken.
ONDERDELEN AANTAL AFDRUKKEN
Opneemrol Circa 50.000 pagina’s
Fixeereenheid Circa 50.000 pagina’s
Transportrol Circa 50.000 pagina’s
Wij raden ten zeerste aan dit onderhoud te laten uitvoeren door een erkende servicemedewerker of door de leverancier of winkel waar u het apparaat hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de gebruiksduur verstreken is, valt niet onder de garantie.
(GEMIDDELD)

Aanschafmogelijkheden

Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen en accessoires wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer of de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht of gaat u naar
www.samsung.com/supplies
over het aanvragen van technische ondersteuning.
en selecteert u uw land/regio voor informatie
Verbruiksartikelen en accessoires bestellen_41

Specificaties

In dit hoofdstuk vindt u meer informatie over de specificaties van het apparaat, zoals de verschillende functies.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Specificaties van de ML-1640-reeks Specificaties van de ML-2240-reeks

Specificaties van de ML-1640-reeks

ONDERDEEL OMSCHRIJVING
Afdrukmethode Afdrukken met behulp van een laserstraal
Afdruksnelheid
Tijd voor eerste afgedrukte pagina
Afdrukresolutie Max. 1.200 x 600 dpi effectieve afdrukresolutie
Printertaal SPL
Compatibiliteit met besturingssystemen
Interface Full speed USB 2.0
Capaciteit papierinvoer
Capaciteit papieruitvoer
Voeding AC 110 - 127 V of AC 220 - 240 V
a
Tot 16 ppm (A4), 17 ppm (Letter)
Vanuit gereedmodus: minder dan 10 seconden
Vanuit een koude start: minder dan 36 seconden
Windows: 2000/XP/2003/Vista
b
Linux: RedHat 8.0~9.0, Mandrake 9.2~10.1, SuSE 8.2~9.2, Fedora Core 1~4, Ubuntu 6.0
Macintosh: Mac OS 10.3~10.5
Lade: 150 vellen normaal papier, 75 g/m Meer informatie over de invoercapaciteit van papier vindt u op pagina 21.
Bedrukte zijde omlaag: 50 vellen 75 g/m
Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage, de frequentie (hertz) en het type stroom voor uw apparaat.
2
2
ONDERDEEL OMSCHRIJVING
Bedrijfsomgeving Temperatuur: 10 tot 32,5 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 20 tot 80%
Levensduur tonercassette
Externe afmetingen (B x D x H)
Gewicht (inclusief verbruiksartikelen)
Verpakkingsgewicht Papier: 1 kg
Afdrukvolume Tot 5.000 pagina's
Fixeertemperatuur 180 °C
a.De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem,
de snelheid van de computer, de gebruikte toepassing, de verbindingsmethode, het type en formaat van de afdrukmedia en de complexiteit van de taak.
b.Ga naar www.samsungprinter.com om de meest recente
softwareversie te downloaden. c. Geluidsvermogensniveau, ISO 7779 d.Aangegeven afdrukcapaciteit conform ISO/IEC 19752. Het aantal
pagina’s is afhankelijk van het besturingssysteem, de afdrukinterval en
het formaat en type van de afdrukmedia.
d
Gemiddelde tonercapaciteit:
1.500 standaardpagina’s (Geleverd met tonercassette voor 700 pagina’s.)
350.5 x 298.5 x 212 mm
5,66 kg
Plastic: 0.19 kg
Stroomverbruik Gemiddelde bedrijfsmodus: minder dan
300 W
Gereedmodus: minder dan 70 W
Slaapmodus: minder dan 6 W
Stroom uit-modus: 0 W
Geluidsniveau
Standaardtijd om de energiebesparings­modus in te schakelen vanuit de stand-bymodus
Opwarmtijd Minder dan 35 seconden
c
Gereedmodus: minder dan 26 dBA
Afdrukmodus: minder dan 50 dBA
5 minuten
42_Specificaties

Specificaties van de ML-2240-reeks

ONDERDEEL OMSCHRIJVING
ONDERDEEL OMSCHRIJVING
Afdrukmethode Afdrukken met behulp van een laserstraal
Afdruksnelheid
Tijd voor eerste afgedrukte pagina
a
Tot 22 ppm (A4), 23 ppm (Letter)
Vanuit gereedmodus: minder dan 10 seconden
Vanuit een koude start: minder dan 19 seconden
Afdrukresolutie Max. 1.200 x 600 dpi effectieve afdrukresolutie
Printertaal SPL
Compatibiliteit met besturingssystemen
Windows: 2000/XP/2003/Vista
b
Linux: RedHat 8.0~9.0, Mandrake 9.2~10.1, SuSE 8.2~9.2, Fedora Core 1~4, Ubuntu 6.0
Macintosh: Mac OS 10.3~10.5
Interface Full speed USB 2.0
Capaciteit papierinvoer
Lade: 150 vellen normaal papier, 75 g/m Meer informatie over de invoercapaciteit van
2
papier vindt u op pagina 21.
Capaciteit
Bedrukte zijde omlaag: 100 vellen 75 g/m
2
papieruitvoer
Voeding AC 110 - 127 V of AC 220 - 240 V
Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage, de frequentie (hertz) en het type stroom voor uw apparaat.
Gewicht
5,91 Kg
(inclusief verbruiksartikelen)
Verpakkingsgewicht Papier: 1 kg
Plastic: 0.19 kg
Afdrukvolume Tot 8.000 pagina's
Fixeertemperatuur 180 °C
a.De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem,
de snelheid van de computer, de gebruikte toepassing, de verbindingsmethode, het type en formaat van de afdrukmedia en de complexiteit van de taak.
b.Ga naar www.samsungprinter.com om de meest recente
softwareversie te downloaden. c. Geluidsvermogensniveau, ISO 7779 d.Aangegeven afdrukcapaciteit conform ISO/IEC 19752. Het aantal
pagina’s is afhankelijk van het besturingssysteem, de afdrukinterval en
het formaat en type van de afdrukmedia.
Stroomverbruik Gemiddelde bedrijfsmodus: minder dan
350 W
Gereedmodus: minder dan 70 W
•Slaapmodus: minder dan 6 W
Stroom uit-modus: 0 W
Geluidsniveau
c
Gereedmodus: minder dan 33 dBA
Afdrukmodus: minder dan 51dBA
Standaardtijd om de
5 minuten
energiebesparings­modus in te schakelen vanuit de stand-bymodus
Opwarmtijd Minder dan 25 seconden
Bedrijfsomgeving Temperatuur: 10 tot 32,5 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 20 tot 80%
Levensduur tonercassette
d
Gemiddelde tonercapaciteit:
1.500 standaardpagina’s (Geleverd met tonercassette voor 700 pagina’s.)
Externe afmetingen
350.5 x 298.5 x 212 mm
(B x D x H)
Specificaties_43

Verklarende woordenlijst

Met behulp van onderstaande woordenlijst leert u het product beter kennen. U raakt vertrouwd met de terminologie die bij het afdrukken en in deze gebruikershandleiding vaak wordt gebruikt.
ADI
De automatische documentinvoer (ADI) is een mechanisme dat automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een bepaald gedeelte van het papier ineens kan scannen.
Afdrukmateriaal
Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en transparanten, dat in een printer, scanner, fax of kopieerapparaat kan worden gebruikt.
Afdrukvolume
Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de printer een beperkte levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per jaar. De levensduur duidt de gemiddelde capaciteit aan afdrukken aan, doorgaans binnen de garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48.000 pagina’s per maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer het aantal vellen tot 2.400 per dag.
AppleTalk
AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door Apple, Inc ontwikkelde protocollen voor computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Macintosh (1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken.
Bedieningspaneel
Een bedieningspaneel is een plat, doorgaans verticaal, gedeelte waar de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven. Deze bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat.
Bitdiepte
Een grafische computerterm die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om de kleur van één pixel in een bitmap-afbeelding te vertegenwoordigen. Een hogere kleurdiepte geeft een breder scala te onderscheiden kleuren. Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren inefficiënt groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom of zwart-wit genoemd.
BMP
Een grafische bitmap-indeling die intern wordt gebruikt door het grafische subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en algemeen wordt gebruikt als een eenvoudige grafische bestandsindeling op dat platform.
BOOTP
Bootstrap-protocol Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een netwerkcliënt om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt doorgaans in het bootstrapproces van computers of erop uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere cliënt het IP­adres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een geavanceerd besturingssysteem wordt geladen.
CCD
CCD (Charge Coupled Device) is hardware dat de scantaak mogelijk maakt. Het CCD-vergrendelingsmechanisme wordt ook gebruikt om de CCD-module te blokkeren om schade te voorkomen wanneer u het apparaat verplaatst.
CSV
CSV (Comma Separated Value) is een soort bestandsindeling. CSV wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen ongelijksoortige toepassingen. De bestandsindeling, zoals deze wordt gebruikt in Microsoft Excel, is min of meer de norm geworden in de gehele branche, ook voor niet-Microsoft platforms.
DADI
De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADI) is een mechanisme waarmee een origineel vel papier automatisch wordt ingevoerd en omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van het papier kan scannen.
Dekkingsgraad
Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt voor de mate van het tonergebruik bij het afdrukken. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen of zeer veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en daarmee het tonergebruik hoger.
DHCP
Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een cliënt/server­netwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters naar de DHCP-cliënthost die daarom vraagt en die de cliënthost nodig heeft om deel uit te kunnen maken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de toewijzing van IP-adressen aan cliënthosts.
DIMM
De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens.
DNS
DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet.
Dotmatrixprinter
Een dotmatrixprinter is een computerprinter met een printerkop die heen en weer loopt over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen, waarbij een van inkt voorzien lint tegen het papier wordt geslagen, zoals bij een typemachine.
DPI
DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor de resolutie die wordt gebruikt voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een groter bestandsformaat.
44_Verklarende woordenlijst
DRPD
Distinctive Ring Pattern Detection (distinctieve belpatroondetectie) "Distinctive Ring" of "Distinctieve belpatronen" is een dienst van de telefoonmaatschappij waarmee u oproepen naar verschillende telefoonnummers kunt ontvangen op één telefoonlijn.
Gateway
Een verbinding tussen computernetwerken of tussen computernetwerken en een telefoonlijn. Het wordt veel gebruikt omdat het een computer of netwerk betreft dat/die toegang biedt tot een andere computer of een ander netwerk.
Dubbelzijdig
Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer met een Duplex-eenheid kan dubbelzijdig afdrukken.
ECM
ECM (Error Correction Mode) is een optionele verzendmodus voor foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van Klasse 1. Hiermee wordt fouten in het faxverzendproces, die soms worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord en gecorrigeerd.
Emulatie
Emulatie is een techniek waarbij met het ene apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met het andere. Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt. Emulatie is gericht op de exacte reproductie van extern gedrag; dit in tegenstelling tot simulatie, dat verband houdt met een abstract model van het systeem dat wordt gesimuleerd, vaak met betrekking tot de interne staat.
Ethernet
Ethernet is een op frames gebaseerde computernetwerktechnologie voor LAN’s. Het definieert de bedrading en signalen voor de fysieke laag en frameformaten en protocollen voor de MAC/gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt voornamelijk gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is de meest wijdverbreide LAN-technologie sinds de jaren ’90.
EtherTalk
Een suite protocollen die zijn ontwikkeld door Apple Computer voor computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Macintosh (1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP­netwerken.
FDI
FDI (Foreign Device Interface) is een kaart die in het apparaat is geïnstalleerd, zodat een apparaat van derden kan worden aangesloten, bijvoorbeeld een muntautomaat of een kaartlezer. Met deze apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden uitgevoerd met het apparaat.
Fixeereenheid (fuser)
Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal fixeert. Het bestaat uit een hete rol en een reserverol. Nadat toner op het papier is aangebracht, past de fixeereenheid hitte en druk toe om te zorgen dat de toner permanent op het papier blijft zitten. Dit is de reden dat het papier warm is als het uit een laserprinter komt.
FTP
FTP (File Transfer Protocol) is een algemeen gebruikt protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk dat het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet).
Grijswaarden
Tinten grijs die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven, worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende tinten grijs weergegeven.
Halftoon
Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal dots te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal dots, terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal dots bestaan.
HDD
De HDD (Hard Disk Drive), doorgaans een harde schijf of vaste schijf genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde gegevens opslaat op snel roterende platen met een magnetisch oppervlak.
IEEE
Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is een internationale, professionele, non-profit organisatie voor de bevordering van technologie met betrekking tot elektriciteit.
IEEE 1284
De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B" verwijst naar een bepaald type connector aan het uiteinde van de parallelle kabel die kan worden aangesloten op het randapparaat (bijvoorbeeld een printer).
Intranet
Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen, netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren. De term verwijst soms slechts alleen naar de meest zichtbare dienst, de interne website.
IP-adres
Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat apparaten gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit te wisselen in een netwerk met behulp van de Internet Protocol-standaard.
IPM
IPM (Images Per Minute) is een eenheid waarmee de snelheid van een printer wordt gemeten. IPM geeft het aantal eenzijdige vellen papier aan dat een printer binnen één minuut kan verwerken.
IPP
IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel afdrukken als het beheren van afdruktaken, materiaalformaat, resolutie, enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing is dan eerdere oplossingen.
Verklarende woordenlijst_45
IPX/SPX
IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide verbindingsservices die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het IPX-protocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP. IPX/SPX was in eerste instantie bedoeld voor LAN’s (Local Area Networks) en is een bijzonder efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen de prestaties die van TCP/IP in een LAN).
MH
MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het terugdringen van de hoeveelheid gegevens die moet worden overgedragen tussen de faxapparaten voor het verzenden van de afbeelding op de door ITU-T T.4 aanbevolen wijze. MH is een op een codeboek gebaseerd coderingsschema dat optimaal wordt aangewend voor een efficiënte compressie van witte ruimte. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit witte ruimte bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste faxen tot een minimum worden teruggebracht.
ISO
De ISO (International Organization for Standardization) is een internationale organisatie die normen vaststelt en bestaat uit vertegenwoordigers van nationale standaardisatieorganisaties. De ISO produceert wereldwijd industriële en commerciële normen.
ITU-T
De ITU-T (International Telecommunication Union) is een internationale organisatie die is opgericht voor de standaardisering en regulering van internationale radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken omvatten de standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de organisatie van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen waarmee internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De -T in ITU-T duidt op telecommunicatie.
ITU-T No. 1 chart
Gestandaardiseerde testchart die is gepubliceerd door ITU-T voor het verzenden van faxdocumenten.
JBIG
JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit, die is ontworpen voor de compressie van binaire afbeeldingen, met name faxen, maar kan ook worden gebruikt voor andere afbeeldingen.
JPEG
JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt gebruikt voor het opslaan en verzenden van foto’s via het world wide web.
MMR
MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.6.
Modem
Een apparaat dat een signaal van een vervoerder moduleert om digitale informatie te coderen en tevens een dergelijk signaal demoduleert om de verzonden informatie te decoderen.
MR
MR (Modified Read) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.4. Met MR wordt de eerste gescande regel gecodeerd met behulp van MH. De volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en verzonden.
NetWare
Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc. Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van samenwerkende multi­tasking taken om verschillende services op een pc te kunnen uitvoeren en waren de netwerkprotocollen gebaseerd op de klassiek Xerox XNS­stack. Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX.
OPC
OPC (Organic Photo Conductor) is een mechanisme dat een virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig. De belichtingseenheid van een drum slijt langzaam door het gebruik van de printer en moet van tijd tot tijd worden vervangen, omdat de papierkorrel hierop krassen veroorzaakt.
LDAP
LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een netwerkprotocol voor het zoeken in en aanpassen van directoryservices via TCP/IP.
LED
Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status van een apparaat aangeeft.
MAC-adres
Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat een aan netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van 48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die in paren zijn gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres wordt doorgaans door de fabrikant in een NIC (Network Interface Card) geprogrammeerd en wordt gebruikt als een hulpmiddel aan de hand waarvan routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken.
MFP
Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoormachine die verschillende functionaliteiten in één fysieke behuizing combineert, en zo bijvoorbeeld een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner ineen vormt.
46_Verklarende woordenlijst
Originelen
Het eerste exemplaar ergens van, zoals een document, foto of tekst, dat wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om volgende exemplaren te verkrijgen, maar dat zelf niet van iets anders is gekopieerd of afgeleid.
OSI
OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization). OSI biedt een standaard, modulaire benadering van netwerkontwerp waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk, gegevenskoppeling en fysiek.
PABX
PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming.
PCL
PCL (Printer Command Language) is een PDL (Page Description Language) die ontwikkeld is door HP als een printerprotocol en inmiddels een norm is geworden in de branche. PCL is aanvankelijk ontwikkeld voor de eerste inkjetprinters en is later op de markt gebracht voor thermische, matrix- en paginaprinters.
PDF
PDF (Portable Document Format) is een eigen bestandsindeling, ontwikkeld door Adobe Systems, voor het weergeven van tweedimensionale documenten in een apparaat- en resolutieonafhankelijke indeling.
PostScript
PostScript (PS) is een taal voor de beschrijving van pagina’s en een programmeertaal die hoofdzakelijk wordt gebruikt in elektronische en dtp-toepassingen. Deze taal wordt uitgevoerd in een interpreter om een afbeelding te genereren.
PPM
PPM (Pages Per Minute) is een methode voor het meten van de snelheid van een printer; het is het aantal pagina’s dat een printer in één minuut kan produceren.
Printerstuurprogramma
Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en gegevens over te brengen van de computer naar de printer.
SMTP
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor de verzending van e-mail via het internet. SMTP is een relatief eenvoudig, op tekst gebaseerd protocol, waarbij één of meer ontvangers van een bericht worden aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is een cliënt-serverprotocol, waarbij de cliënt een e-mailbericht verzendt naar de server.
Sorteren
Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak voor meerdere exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is ingeschakeld, wordt eerst een gehele set afgedrukt voordat de overige kopieën worden gemaakt.
Standaard
De waarde of instelling die van kracht is/wordt wanneer de printer uit de verpakking komt, gereset of geïnitialiseerd wordt.
Subnetmasker
Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres om te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel het hostadres.
TCP/IP
TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol); de set communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop het internet en de meeste commerciële netwerken draaien.
PRN-bestand
Een interface voor een apparaatstuurprogramma. Hiermee kan software communiceren met het apparaatstuurprogramma via standaard invoer-/uitvoeraanroepen, waardoor vele taken worden vereenvoudigd.
Protocol
Een conventie of standaard die de verbinding, de communicatie en het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert.
PS
Zie PostScript.
PSTN
PSTN (Public-Switched Telephone Network) is het netwerk van de openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken overal ter wereld dat, in een bedrijfsomgeving, doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd.
Resolutie
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (dots per inch). Hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie.
SMB
SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen onderling.
TCR
TCR (Transmission Confirmation Report) geeft de details van elke verzending weer, zoals de taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s. Er kan worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een mislukte verzending wordt afgedrukt.
TIFF
TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner. TIFF-afbeeldingen maken gebruik van labels; dit zijn trefwoorden die de kenmerken definiëren van de in het bestand opgenomen afbeelding. Deze flexibele en platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt voor illustraties die zijn gemaakt met diverse beeldverwerkingstoepassingen.
Tonercassette
Een soort fles in een apparaat als een printer, die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier. Toner kan door middel van de hitte van de fixeereenheid worden gesmolten, waardoor de toner zich verbindt met de vezels in het papier.
TWAIN
Een standaard voor scanners en software. Wanneer een TWAIN­compatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan worden gestart vanuit het programma; een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple Macintosh.
UNC-pad
UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om gedeelde netwerkbronnen te benaderen in Window NT en andere Microsoft-producten. De notatie van een UNC-pad is: \\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map>
Verklarende woordenlijst_47
URL
URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich bevindt.
USB
USB (Universal Serial Bus) is een standaard die is ontwikkeld door het USB Implementers Forum, Inc., om computers en randapparatuur met elkaar te verbinden. In tegenstelling tot de parallelle poort is USB ontworpen om een enkele computer-USB-poort tegelijkertijd op meerdere randapparaten aan te sluiten.
Watermerk
Een watermerk is een herkenbare afbeelding of een patroon dat helderder oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken werden voor het eerst in 1282 in Bologna in Italië geïntroduceerd; ze werden gebruikt door papiermakers om hun product te waarmerken. Ze werden ook toegepast in postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te voorkomen.
WIA
WIA (Windows Imaging Architecture) is een beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze besturingssystemen worden gestart wanneer een WIA-compatibele scanner wordt gebruikt.
48_Verklarende woordenlijst

Index

A
afdrukken
testpagina 17
B
bedieningspaneel 14
D
de knop Annuleren 14
L
LED
status 15
Linux-problemen 38
O
onderdelen vervangen
tonercassette 29
onderhoud
te onderhouden onderdelen 40 tonercassette 28
S
status-LED 14
storing
tips om papierstoringen te
voorkomen 31
stuurprogramma
installatie 18
T
testpagina, afdrukken 17
V
verbruiksartikelen
verwachte levensduur van
tonercassette 28
P
papier
laden in lade1 23 vastgelopen papier verwijderen 31
papiertype
instellen 24
probleem, oplossen
afdrukkwaliteit 36 Linux 38 papierinvoer 33 Windows 38
problemen met afdrukkwaliteit,
oplossen
problemen onder Windows 38
36
R
reinigen
binnenkant 26 buitenkant 26
Index_49

contact SAMSUNG worldwide

If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center.
COUNTRY CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE
ARGENTINE 0800-333-3733 www.samsung.com/ar
AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com
AUSTRIA
BELGIUM 0032 (0)2 201 24 18 www.samsung.com/be
BRAZIL 0800-124-421
CANADA 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/ca
CHILE 800-SAMSUNG (726-7864 ) www.samsung.com/cl
CHINA 800-810-5858
COLOMBIA 01-8000-112-112 www.samsung.com/co
COSTA RICA 0-800-507-7267 www.samsung.com/latin
CZECH REPUBLIC
DENMARK 70 70 19 70 www.samsung.com/dk
0800-SAMSUNG (726-7864)
4004-0000
010- 6475 1880
844 000 844 www.samsung.com/cz
Distributor pro Českou republiku : Samsung Zrt., česka organizační složka Vyskočilova 4, 14000 Praha 4
www.samsung.com/at
www.samsung.com
www.samsung.com.cn
COUNTRY CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE
INDONESIA 0800-112-8888 www.samsung.com
ITALIA 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
JAMAICA 1-800-234-7267 www.samsung.com/latin
JAPAN 0120-327-527 www.samsung.com/jp
LATVIA 800-7267 www.samsung.com/lv
LITHUANIA 8-800-77777 www.samsung.com/lt
LUXEMBURG 0035 (0)2 261 03 710 www.samsung.com/be
MALAYSIA 1800-88-9999 www.samsung.com/my
MEXICO 01-800-SAMSUNG (726-
7864)
NETHERLANDS
NEW ZEALAND
NICARAGUA 00-1800-5077267
NORWAY 815-56 480 www.samsung.com/no
PANAMA 800-7267 www.samsung.com/latin
0900-SAMSUNG (726-7864 € 0,10/Min)
0800SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/nz
www.samsung.com
www.samsung.com/nl
ECUADOR 1-800-10-7267 www.samsung.com/latin
EL SALVADOR 800-6225 www.samsung.com/latin
ESTONIA 800-7267 www.samsung.ee
KAZAHSTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.kz
KYRGYZSTAN
FINLAND 030-6227 515 www.samsung.com/fi
FRANCE 3260 SAMSUNG 08 25 08 65
GERMANY 01805 - SAMSUNG (726-
GUATEMALA 1-800-299-0013 www.samsung.com/latin
HONDURAS 800-7919267
HONG KONG 3698-4698 www.samsung.com/hk
HUNGARY 06-80-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
INDIA 3030 8282
00-800-500-55-500
www.samsung.com
65 (€ 0,15/min)
www.samsung.com
7864 (€ 0,14/Min)
www.samsung.com
1800 110011
PHILIPPINES 1800-10-SAMSUNG (726-
7864)
POLAND 0 801 801 881
022-607-93-33
PORTUGAL 80820-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/pt
PUERTO RICO 1-800-682-3180 www.samsung.com/latin
REP. DOMINICA
EIRE 0818 717 100 www.samsung.com/ie
RUSSIA 8-800-555-55-55 www.samsung.com
SINGAPORE 1800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/sg
SLOVAKIA 0800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/sk
SOUTH AFRICA
SPAIN 902 10 11 30 www.samsung.com
SWEDEN 0771-400 200 www.samsung.com/se
1-800-751-2676 www.samsung.com/latin
0860-SAMSUNG (726-7864 ) www.samsung.com
www.samsung.com/ph
www.samsung.com/pl
52 _Contact SAMSUNG worldwide
COUNTRY CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE
SWITZERLAND 0800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/ch
TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500
TAIWAN 0800-329-999 www.samsung.com
THAILAND 1800-29-3232
02-689-3232
TRINIDAD & TOBAGO
TURKEY 444 77 11 www.samsung.com
U.A.E 800-SAMSUNG (726-7864)
U.K 0845 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com
U.S.A. 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/us
UKRAINE 8-800-502-0000 www.samsung.com
UZBEKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com.uz
VENEZUELA 0-800-100-5303
VIETNAM 1 800 588 889 www.samsung.com
1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/latin
8000-4726
www.samsung.com/th
www.samsung.com
www.samsung.com/latin
Contact SAMSUNG worldwide_53
© 2008 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder berichtgeving vooraf worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade van welke aard dan ook als gevolg van of in verband met het gebruik van de informatie in deze gebruikershandleiding.
Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation.
UFST® en MicroType™ zijn gedeponeerde handelsmerken van Monotype Imaging Inc.
TrueType, LaserWriter en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve bedrijven of organisaties.
REV 1.00
Samsung-printer

Software

S
OFTWARE
I
NHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1:
Hoofdstuk 2:
PRINTERSOFTWARE ONDER WINDOWS INSTALLEREN
Printersoftware installeren ................................................................................................................................................. 4
Printersoftware opnieuw installeren .................................................................................................................................. 6
Printersoftware verwijderen ............................................................................................................................................... 6
STANDAARD AFDRUKINSTELLINGEN
Documenten afdrukken ..................................................................................................................................................... 7
Afdrukken naar een bestand (PRN) .................................................................................................................................. 8
Printerinstellingen .............................................................................................................................................................. 8
Tabblad Lay-out .......................................................................................................................................................... 9
Tabblad Papier ........................................................................................................................................................... 9
Tabblad Grafisch ...................................................................................................................................................... 10
Tabblad Extra ........................................................................................................................................................... 11
Tabblad Info .............................................................................................................................................................. 12
Tabblad Printer ......................................................................................................................................................... 12
Favorieten ................................................................................................................................................................. 12
Hoofdstuk 3:
De Help-functie ......................................................................................................................................................... 12
GEAVANCEERDE AFDRUKINSTELLINGEN
Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier (N op een vel) ...................................................................................... 13
Posters afdrukken ........................................................................................................................................................... 14
Boekjes afdrukken .......................................................................................................................................................... 14
Afdrukken op beide zijden van het papier ....................................................................................................................... 15
Documenten vergroot of verkleind afdrukken .................................................................................................................. 15
Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen ........................................................................................... 15
1
Watermerk afdrukken ...................................................................................................................................................... 16
Bestaand watermerk gebruiken ................................................................................................................................ 16
Nieuw watermerk maken .......................................................................................................................................... 16
Watermerk bewerken ................................................................................................................................................ 16
Watermerk verwijderen ............................................................................................................................................. 16
Overlay afdrukken ........................................................................................................................................................... 17
Wat is een overlay? .................................................................................................................................................. 17
Nieuwe overlay maken .............................................................................................................................................. 17
Overlay gebruiken ..................................................................................................................................................... 17
Overlay verwijderen .................................................................................................................................................. 17
Hoofdstuk 4:
Hoofdstuk 5:
Hoofdstuk 6:
EEN LOKALE PRINTER DELEN
Instellen als hostcomputer ............................................................................................................................................... 18
Instellen als clientcomputer ............................................................................................................................................. 18
SMART PANEL GEBRUIKEN
Kennismaken met Smart Panel ....................................................................................................................................... 19
De probleemoplossingsgids openen ............................................................................................................................... 19
De instellingen van Smart Panel wijzigen ........................................................................................................................ 20
UW PRINTER GEBRUIKEN ONDER LINUX
Aan de slag ..................................................................................................................................................................... 21
Unified Linux-stuurprogramma installeren ....................................................................................................................... 21
Unified Linux-stuurprogramma installeren ................................................................................................................ 21
Installatie van Unified Linux-stuurprogramma ongedaan maken .............................................................................. 22
Werken met Unified Driver Configurator .......................................................................................................................... 23
Unified Driver Configurator openen .......................................................................................................................... 23
Printers configureren ................................................................................................................................................. 23
Ports Configuration (Poorten configureren) .............................................................................................................. 24
Printereigenschappen configureren ................................................................................................................................. 24
Een document afdrukken ................................................................................................................................................ 25
Afdrukken vanuit een toepassing .............................................................................................................................. 25
Bestanden afdrukken ................................................................................................................................................ 25
2
Hoofdstuk 7:
UW PRINTER GEBRUIKEN MET EEN MACINTOSH
Software voor Macintosh installeren ................................................................................................................................ 26
Printerstuurprogramma ............................................................................................................................................. 26
De printer instellen .......................................................................................................................................................... 27
Voor een op een netwerk aangesloten Macintosh .................................................................................................... 27
Voor een via USB aangesloten Macintosh ............................................................................................................... 27
Afdrukken ........................................................................................................................................................................ 28
Document afdrukken ................................................................................................................................................. 28
Afdrukinstellingen wijzigen ........................................................................................................................................ 28
Verschillende pagina's afdrukken op één vel papier ................................................................................................. 29
3
1 Printersoftware onder
Windows installeren
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Printersoftware installeren
Printersoftware opnieuw installeren
Printersoftware verwijderen

Printersoftware installeren

U kunt de printersoftware installeren voor lokaal afdrukken. Om de printersoftware op de computer te installeren, moet u de juiste installatieprocedure uitvoeren voor de printer die u gebruikt.
Een printerstuurprogramma is software waarmee uw computer met de printer kan communiceren. De installatieprocedure voor stuurprogramma's verschilt mogelijk per besturingssysteem.
Sluit alle toepassingen op uw computer af voordat u begint met de installatie.
Dit is aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor printertaken worden geïnstalleerd.
1
Zorg ervoor dat de printer op uw computer is aangesloten en aan staat.
2
Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-rom-station van uw computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster weergegeven.
Start
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op vervolgens op vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op
Als u Windows Vista gebruikt, klikt u op
Bureau-accessories → Uitvoeren...
Als het venster
Setup.exe Uitvoeren... uitvoeren Account Control
3
Klik op
Uitvoeren...
AutoPlay
in het veld
. Vervolgens klikt u op
.
Volgende
.
Typ
X:\Setup.exe
Start → Alle programma’s
en typt u
verschijnt in Windows Vista, klikt u op
Programma installeren of
Doorgaan
in het venster
, waarbij u “X”
en
X:\Setup.exe
OK
User
.
.
Een lokale printer is een printer die direct op uw computer is aangesloten met een bij de printer geleverde printerkabel, bijvoorbeeld een USB-kabel of parallelle kabel.
U kunt de printersoftware installeren volgens de standaardmethode of de aangepaste methode.
OPMERKING
gevonden" verschijnt, klikt u op in de rechterbovenhoek van het venster om het venster te sluiten of klikt u op
: als tijdens de installatie het venster "Nieuwe hardware
Annuleren
.
• Selecteer, indien noodzakelijk, een taal in de keuzelijst.
Gebruikshandleiding weergeven
• om de gebruikershandleiding te bekijken. Als Adobe Acrobat niet op uw computer is geïnstalleerd, klikt u op deze optie om Adobe Acrobat Reader automatisch te installeren.
4
Kies het type installatie. Klik op
: biedt u de mogelijkheid
Volgende
.
4

Printersoftware onder Windows installeren

Standaard
voor de printer geïnstalleerd. Deze optie wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers.
Aangepast
te kiezen die u wilt installeren.
: hierbij worden de meest gebruikte softwarecomponenten
: biedt u de mogelijkheid om specifieke componenten
7
Als u zich wilt registreren als gebruiker van een Samsung-printer (u ontvangt dan informatie van Samsung), schakelt u het selectievakje in en klikt u op geopend.
In alle andere gevallen klikt u gewoon op
Voltooien
. Vervolgens wordt de website van Samsung
Voltooien
.
OPMERKING
verschijnt het volgende venster.
• Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op
• Als u de printer op dit moment nog niet wilt aansluiten, klikt u op en Er wordt echter geen testpagina afgedrukt aan het einde van de installatieprocedure.
Het installatievenster in de gebruikershandleiding verschilt
mogelijk van het venster dat u ziet. Dit is namelijk afhankelijk van de gebruikte printer en interface.
: als de printer niet op de computer is aangesloten,
Volgende
Nee
in het volgende scherm. Vervolgens wordt de installatie gestart.
.
Volgende
OPMERKING
de installatie is voltooid, moet u het printerstuurprogramma opnieuw installeren. Zie "Printersoftware opnieuw installeren" op pagina 6 voor meer informatie.
: als het printerstuurprogramma niet goed werkt nadat
5
Zodra de installatie is voltooid, verschijnt er een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Als u een testpagina wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje in en klikt u op
Anders klikt u op
6
Als de testpagina correct wordt afgedrukt, klikt u op Ja.
Anders klikt u op
Volgende
Nee
en gaat u naar stap 7.
om de testpagina opnieuw af te drukken.
Volgende
.
Printersoftware onder Windows installeren
5

Printersoftware opnieuw installeren

Printersoftware verwijderen

U kunt de software opnieuw installeren als de installatie is mislukt.
1
Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart.
2
Ga naar het menu
programma's Onderhoud
3
Selecteer
Er verschijnt een lijst met componenten zodat u elk onderdeel afzonderlijk opnieuw kunt installeren.
OPMERKING
het volgende venster.
Herstellen
: als de printer niet op de computer is aangesloten, verschijnt
Start
en selecteer
de naam van het printerstuurprogramma
.
en klik op
Programma's
Volgende
.
of
Alle
1
Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart.
2
Ga naar het menu
programma's
Onderhoud
3
Selecteer
Er verschijnt een lijst met componenten zodat u elk onderdeel afzonderlijk kunt verwijderen.
4
Selecteer de onderdelen die u wilt verwijderen en klik op
5
Als de computer u vraagt om uw keuze te bevestigen, klikt u op Ja.
Het door u gekozen stuurprogramma wordt van uw computer verwijderd.
6
Nadat de software is verwijderd, klikt u op
Ver wij der en
Start
en selecteer
de naam van het printerstuurprogramma
.
en klik vervolgens op
Programma's
Volgende
Voltooien
of
Alle
.
Volgende
.
.
• Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op
• Als u de printer op dit moment nog niet wilt aansluiten, klikt u op en
Nee
in het volgende scherm. Vervolgens wordt de installatie gestart. Er wordt echter geen testpagina afgedrukt aan het einde van de installatieprocedure.
Het herinstallatievenster in de gebruikershandleiding verschilt
mogelijk van het venster dat u ziet. Dit is namelijk afhankelijk van de gebruikte printer en interface.
4
Selecteer de onderdelen die u opnieuw wilt installeren en klik
Volgende
op
Als u
.
de naam van het printerstuurprogramma selecteert
Volgende
.
Volgende
en de printersoftware opnieuw installeert voor lokaal afdrukken
verschijnt er een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Ga als volgt te werk:
a. Als u een testpagina wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje
in en klikt u op
b. Als de testpagina correct wordt afgedrukt, klikt u op Ja.
Anders klikt u op
5
Nadat de onderdelen opnieuw zijn geïnstalleerd, klikt u op
Volgende
.
Nee
om de testpagina opnieuw af te drukken.
Voltooien
,
.
6
Printersoftware onder Windows installeren
2 Standaard afdrukinstellingen
In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en algemene afdruktaken in Windows beschreven.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Documenten afdrukken
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Printerinstellingen
- Tabblad Lay-out
- Tabblad Papier
- Tabblad Grafisch
- Tabblad Extra
- Tabblad Info
- Tabblad Printer
- Favorieten
- De Help-functie

Documenten afdrukken

NB
Het venster in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met
de printer. Zie Printerspecificaties onder Compatibiliteit met besturingssysteem in de printerhandleiding.
U kunt de exacte naam van uw printer controleren op de bijgeleverde
cd-rom.
Als u een optie selecteert bij de printereigenschappen, verschijnt mogelijk een uitroepteken of het teken . Een uitroepteken wil
zeggen dat u deze optie wel kunt selecteren maar dat deze niet wordt aanbevolen, en het teken wil zeggen dat u deze optie niet kunt
selecteren vanwege de instellingen of de omgeving van het apparaat.
Eigenschappen
van het printerstuurprogramma
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Selecteer Afdrukken verschijnt. Dit kan, afhankelijk van het gebruikte programma, enigszins afwijken van onderstaande illustratie.
U kunt de belangrijkste afdrukinstellingen selecteren in het venster Afdrukken. Deze instellingen omvatten het aantal exemplaren en het afdrukbereik.
3
Selecteer Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken,
klikt u op afdrukvenster van de toepassing. Meer informatie vindt u op “Printerinstellingen” op pagina 8.
Als klikt u daarop. Klik in het volgende venster op Klik op
4
Klik in het venster Afdrukken op OK of te starten.
Afdrukken
de printer
Eigenschappen
Instellen, Printer
OK
om het venster met printereigenschappen te sluiten.
in het menu
Zorg ervoor dat de printer is geselecteerd.
in de keuzelijst
of
of
Opties
Bestand
Naam
Voorkeursinstellingen
voorkomen in het afdrukvenster,
Afdrukken
. Het venster
.
Eigenschappen
in het
om de afdruktaak
.
De volgende procedure beschrijft de algemene stappen die u moet volgen om vanuit een Windows-programma af te drukken. De exacte procedure kan per programma verschillen. Raadpleeg de handleiding van uw softwaretoepassing voor de exacte afdrukprocedure.

Standaard afdrukinstellingen

7

Afdrukken naar een bestand (PRN)

Printerinstellingen

Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand.
Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken:
1
Schakel het selectievakje
Afdrukken
2
Selecteer een map, wijs een naam toe aan het bestand en klik op
OK
in.
.
Afdrukken naar bestand
in het venster
Via het venster met printereigenschappen hebt u toegang tot alle informatie die u nodig hebt als u de printer gebruikt. Als de printereigenschappen worden weergegeven, kunt u de instellingen die u voor uw afdruktaak nodig hebt controleren en wijzigen.
Afhankelijk van het besturingssysteem kan het venster Eigenschappen van de printer er anders uitzien. Deze softwarehandleiding geeft het venster Eigenschappen van Windows XP weer.
Het venster gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer.
Als u de printereigenschappen opent via de map Printers, kunt u aanvullende Windows-tabbladen openen (zie de handleiding van Windows) en het tabblad Printer (zie “Tabblad Printer” op pagina 12).
Eigenschappen
van het printerstuurprogramma in de
NB
De meeste Windows-toepassingen zullen de in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen opheffen. Daarom raden wij u aan eerst de afdrukinstellingen in uw programma te wijzigen en alleen instellingen die u daar niet vindt, aan te passen in het printerstuurprogramma.
Deze instellingen gelden zolang u uw programma niet afsluit.
Als u wilt dat uw wijzigingen permanent behouden blijven
brengt u ze aan in de map Printers.
De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de desbetreffende Windows-gebruikershandleiding of on line Help voor andere Windows-besturingssystemen.
1. Klik op de knop
2. Selecteer Printers en faxapparaten.
3. Selecteer het pictogram van het printerstuurprogramma.
4. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
5. Wijzig de instellingen op elk tabblad en klik op OK.
Start
van Windows.
,
8
Standaard afdrukinstellingen
Tabblad Lay-out
Het tabblad van het document op de afgedrukte pagina kunt aanpassen. Onder
kant
pagina 7 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Lay-out
Lay-outopties
en
Poster afdrukken
bevat opties waarmee u de weergave
hebt u de keuze uit
. Zie “Documenten afdrukken” op
Meerdere pagina’s per
Dubbelzijdig afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
het papier af te drukken.
weergegeven, beschikt uw printer niet over deze functie.
Voor meer informatie, zie het papier” op pagina 15.
biedt u de mogelijkheid om op beide zijden van
Als deze optie niet wordt
“Afdrukken op beide zijden van
Tabblad Papier
De volgende opties voor papierinstellingen zijn beschikbaar in het eigenschappenvenster van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Papier
Klik op het tabblad tot de printereigenschappen.
om toegang te krijgen
Afdrukstand
Met behulp van informatie wordt afgedrukt op een pagina.
Staand
Liggend
spreadsheet.
• Met behulp van graden draaien.
Afdrukstand
drukt af over de breedte van de pagina, zoals in een brief.
drukt af over de lengte van de pagina, zoals bij een
Draaien
Staand
kunt u de richting selecteren waarin
kunt u de pagina het opgegeven aantal
Liggend
Lay-outopties
Via
Lay-outopties
U hebt de keuze uit
Voor meer informatie, zie op één vel papier (N op een vel)” op pagina 13. Voor meer informatie, zie
Voor meer informatie, zie
kunt u geavanceerde afdrukopties selecteren.
Meerdere pagina’s per kant
“Meerdere pagina’s afdrukken
“Posters afdrukken” op pagina 14. “Boekjes afdrukken” op pagina 14.
en
Poster afdrukken
Exemplaren
In het veld u wilt afdrukken. U kunt een aantal tussen 1 en 999 invullen.
Exemplaren
kunt u aangeven hoeveel exemplaren
Formaat
In het veld Als het vereiste formaat niet in het vak Het venster Vul het papierformaat in en klik op in de lijst zodat u deze kunt selecteren.
.
Formaat
stelt u in welk formaat papier in de lade ligt.
Formaat
Instelling aangepast papier
OK
staat, klikt u op
verschijnt.
. De instelling verschijnt
Aangepast
.
9
Standaard afdrukinstellingen
Invoer
Controleer of bij Kies voor zoals enveloppen of transparanten. Plaats één vel tegelijk in de handmatige invoer of de multifunctionele lade. Als de papierinvoer is ingesteld op de printer de laden automatisch in deze volgorde: handmatige invoer of multifunctionele lade, lade 1, optionele lade 2.
Invoer
de juiste papierlade is gekozen.
Handmatige invoer
als u op speciaal materiaal wilt afdrukken,
Automatisch selecteren
, gebruikt
Type
Stel
Type
in volgens het papier in de lade van waaruit u wenst af te drukken. Zo krijgt u de beste afdruk. Doet u dit niet, zal de afdrukkwaliteit mogelijk niet aan uw verwachtingen beantwoorden.
Dik
: dik papier met een gewicht tussen 90 en 105 g/m2.
Dun
: dun papier met een gewicht tussen 60 en 70 g/m2.
Katoen
: 75~90 g/m2 katoenpapier zoals Gilbert 25% en Gilbert 100%.
Normaal papier
zwartwitprinter heeft en afdrukt op katoenpapier van 60 g/m
Kringlooppapier
Gekleurd papier Archiefpapier:
bewaren (bijvoorbeeld in een archief).
: gewoon papier. Selecteer dit type indien u een
: gerecycleerd papier van 75~90 g/m2.
: gekleurd papier van 75~90 g/m2.
kies deze optie als u de afdrukken geruime tijd wilt
2
.
Afdruk aanpassen
Met
Afdruk aanpassen
schalen op een pagina. U hebt de keuze uit en
Aan pagina aanpassen
Voor meer informatie, zie
op pagina 15. Voor meer informatie, zie
papierformaat aanpassen” op pagina 15.
kunt u uw afdruktaak automatisch of handmatig
Geen, Verkleinen/Vergroten
.
“Documenten vergroot of verkleind afdrukken”
“Document aan een geselecteerd
Tabblad Grafisch
Met behulp van de volgende grafische instellingen regelt u de afdrukkwaliteit. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Klik op het tabblad
Resolutie
Welke resolutieopties u kunt selecteren, hangt mogelijk af van het printermodel.
en afbeeldingen worden afgedrukt. Als u een hoge instelling selecteert, kan het afdrukken van het document iets langer duren.
Grafisch
Hoe hoger de instelling, hoe scherper de tekens
om het onderstaande venster te openen.
10
Standaard afdrukinstellingen
Tonerbesparingsmodus
Als u deze optie selecteert, gaat de tonercassette langer mee en dalen de afdrukkosten per pagina zonder dat de kwaliteit te zeer achteruit gaat.
Sommige printers ondersteunen deze functie niet.
Printerinstelling
door de instelling op het configuratiescherm van de printer. Sommige printers ondersteunen deze functie niet.
Aan
: selecteer dit keuzerondje als u wilt dat de printer op elke pagina
• minder toner gebruikt.
Uit
: als u geen toner wilt besparen bij het afdrukken van documenten
selecteert u deze optie.
Tonersterkte
Met deze instelling kunt u documenten lichter of donkerder afdrukken.
Normaal
Lichter
: voor dikke lijnen en donkere afbeeldingen die u lichter
wilt afdrukken.
Donkerder
• wilt afdrukken.
: als u deze optie selecteert, wordt de werking bepaald
: dit is de instelling voor normale documenten.
: voor dunne lijnen en lichte afbeeldingen die u donkerder
Geavanceerde opties
Om de geavanceerde opties in te stellen, klikt u op
.
opties
Alle tekst zwart afdrukken:
is geselecteerd, wordt alle tekst in uw document zwart afgedrukt, ongeacht de kleur waarin de tekst op het scherm wordt weergegeven.
Alle tekst donkerder afdrukken:
donkerder afdrukken
donkerder afgedrukt dan normaal.
deze functie niet.
als
Alle tekst zwart afdrukken
als het selectievakje
ingeschakeld is, wordt alle tekst in uw document
Sommige printers ondersteunen
Geavanceerde
Alle tekst
Tabblad Extra
Op dit tabblad selecteert u de uitvoeropties voor documenten. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Klik op het tabblad
Watermerk
U kunt een afbeelding maken die als achtergrondtekst op elke pagina in het document wordt afgedrukt. afdrukken” op pagina 16.
Extra
om toegang te krijgen tot de volgende functies:
Voor meer informatie, zie
“Watermerk
Overlay
Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier of formulieren.
Voor meer informatie, zie
“Overlay afdrukken” op pagina 17.
Uitvoeropties
Afdruksubset
worden afgedrukt. Selecteer de afdrukvolgorde in de vervolgkeuzelijst.
Normaal (1, 2, 3)
­laatste pagina.
Alle pagina’s omkeren (3,2,1)
­de laatste tot de eerste pagina.
-
Oneven pagina’s afdrukken
van het document met een oneven bladnummer af.
-
Even pagina’s afdrukken
van het document met een even bladnummer af.
Vastgelopen afdruk herhalen
• de printer de kopie van een afgedrukte pagina tot de printer aangeeft dat de pagina de printer heeft verlaten. Als het papier is vastgelopen, wordt de laatste pagina die vanaf de computer is verzonden, opnieuw afgedrukt, nadat u de papierstoring hebt verholpen.
: u kunt instellen in welke volgorde de pagina's moeten
: de printer drukt alle pagina's af van de eerste tot de
: de printer drukt alle pagina's af van
: de printer drukt alleen de pagina's
: de printer drukt alleen de pagina's
: als deze optie is geselecteerd, bewaart
11
Standaard afdrukinstellingen
Tabblad Info
Favorieten
Op het tabblad van het stuurprogramma weergegeven. Als u beschikt over een internetbrowser, kunt u een verbinding maken met het internet door op het website-pictogram te klikken. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Info
worden de copyrightinformatie en het versienummer
Tabb lad Pri nte r
Als u het venster Printereigenschappen opent via de map
Printer
is het tabblad
De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de desbetreffende Windows-gebruikershandleiding of on line Help voor andere Windows­besturingssystemen.
1
Klik op de knop
2
Selecteer
3
Selecteer het pictogram van
4
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma en selecteer
5
Klik op het tabblad
beschikbaar. Hier stelt u de printerconfiguratie in.
Start
van Windows.
Printers en faxapparaten
Printer
en stel de gewenste opties in.
.
het printerstuurprogramma
Eigenschappen
Printers
.
.
,
Via de optie kunt u de huidige instellingen opslaan voor later gebruik.
Zo voegt u een instelling toe aan
1 2
3
Als u een opgeslagen instelling wilt gebruiken, selecteert u het item in de vervolgkeuzelijst volgens de instellingen van de geselecteerde favoriet.
Om een favoriet te verwijderen, selecteert u het item in de lijst en klikt uop
U kunt ook terugkeren naar de standaardinstellingen van het stuurprogramma door
Favorieten
Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
Geef in het invoervenster instellingen.
Klik op
Opslaan
Wanneer u instellingen opslaat onder alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.
Verwijderen
, die u terugvindt op elk tabblad Eigenschappen,
.
Favorieten
.
Printerstandaard
Favorieten
Favorieten
. De printer is nu ingesteld om af te drukken
:
een naam aan deze
Favorieten
te selecteren in de lijst.
, worden
12
Standaard afdrukinstellingen
De Help-functie
De printer heeft een Help-functie die u kunt openen met de knop in het eigenschappenvenster van de printer. Deze Help-functie geeft gedetailleerde informatie over de functies die het stuurprogramma van de printer biedt.
U kunt ook klikken op in de rechterbovenhoek van het venster en vervolgens op een instelling.
Help
3 Geavanceerde
Meerdere pagina’s afdrukken
afdrukinstellingen
In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en geavanceerde afdruktaken beschreven.
O
PMERKING
Het venster gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel dezelfde onderdelen.
• U kunt de exacte naam van uw printer controleren op de bijgeleverde cd-rom.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:

Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier (N op een vel)

Posters afdrukken
Boekjes afdrukken
Afdrukken op beide zijden van het papier
Documenten vergroot of verkleind afdrukken
Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen
Watermerk afdrukken
Overlay afdrukken
:
Eigenschappen
van het printerstuurprogramma in de
1 2
3 4
op één vel papier (N op een vel)
U kunt aangeven hoeveel pagina’s u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt, worden de pagina’s verkleind en in de aangegeven volgorde gerangschikt. Het maximum is 16 pagina’s per vel.
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7.
2
Selecteer tabblad
3
Geef in de keuzelijst u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16).
4
Selecteer, indien nodig, de paginavolgorde in de vervolgkeuzelijst
Afdrukvolgorde
Markeer het selectievakje als u een rand om elke pagina op het vel wilt afdrukken.
5
Klik op het tabblad het papierformaat en het type papier.
6
Klik op OK en druk het document af.
Pagina’s per vel
Lay-out
.
Pagina’s per vel
.
Papier
in de keuzelijst
Paginakaders afdrukken
en selecteer de papierlade,
Type lay-out
aan hoeveel pagina's
op het
13

Geavanceerde afdrukinstellingen

Posters afdrukken

Boekjes afdrukken

Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken op 4, 9 of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt plakken om er zo een poster van te maken.
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7.
2
Klik op het tabblad in de keuzelijst
3
Kies de instellingen voor de poster:
Voor de pagina-indeling kunt u kiezen uit
Poster<3x3>
selecteert, wordt de afdruk automatisch over 4 vellen papier verdeeld.
Geef een overlap in millimeter of inch op zodat de vellen gemakkelijker aan elkaar kunnen worden geplakt.
Lay-out
Type lay-out
of
Poster<4x4>
en selecteer
.
. Als u bijvoorbeeld
Poster afdrukken
Poster<2x2>
0,15 inch
,
Poster<2x2>
8
Met deze printerfunctie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina's zo gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster met de printereigenschappen.
Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7.
2
Selecteer
Type lay-out
O
PMERKING
papierformaat beschikbaar. Om na te gaan of deze functie beschikbaar is voor uw papierformaat, selecteert u het papierformaat in de optie
Formaat Boekje afdrukken Lay-out
3
Klik op het tabblad het papierformaat en het papiertype.
4
Klik op OK en druk het document af.
5
Vervolgens kunt u de pagina's vouwen en nieten.
9
Boekje afdrukken
.
: De optie
op het tabblad
in de vervolgkeuzelijst
actief is.
8
Boekje afdrukken
Papier
Papier
9
in de keuzelijst
, waarna u controleert of het item
en selecteer de papierlade,
Type
is niet voor elk
Type lay-out
op het tabblad
op het tabblad
0,15 inch
4
Klik op het tabblad het papierformaat en het type papier.
5
Klik op OK en druk het document af. U kunt de poster voltooien door de vellen aan elkaar te plakken.
Papier
en selecteer de papierlade,
14
Geavanceerde afdrukinstellingen
Afdrukken op beide zijden van het
Documenten vergroot of verkleind
papier
U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier. Voordat u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Geen
Lange zijde Korte zijde
25
O
PMERKING
transparanten, enveloppen of dik papier. Dit kan papierstoringen veroorzaken en de printer beschadigen.
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
“Documenten afdrukken” op pagina 7.
2
Selecteer de afdrukstand op het tabblad
3
Selecteer in het vak dubbelzijdige afdrukoptie.
4
Klik op het tabblad het papierformaat en het papiertype.
5
Klik op OK en druk het document af.
O
PMERKING
heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt dan eerst om de andere pagina van het document af. Zodra u de eerste zijde van de taak hebt afgedrukt, wordt er een venster weergegeven. Volg de aanwijzingen op het scherm om de afdruktaak te voltooien.
, de klassieke lay-out die wordt gebruikt bij het boekbinden.
, het type dat vaak wordt gebruikt voor kalenders.
2
2
3
Lange zijde
: Druk niet af op beide zijden van etiketten,
: als uw printer geen unit voor dubbelzijdig afdrukken
3
5
Dubbelzijdig afdrukken
Papier
en selecteer de papierlade,
3
5
Korte zijde
Lay-out
2
.
de gewenste
3
afdrukken
U kunt de inhoud van een pagina groter of kleiner afdrukken.
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7.
2
Selecteer op het tabblad
3
Voer in het veld
U kunt ook klikken op of .
4
Selecteer de papierlade, het papierformaat en het type papier
5
in
5
Klik op OK en druk het document af.
Verkleinen/Vergroten
Papier
Papieropties
.
Percentage
.
in de keuzelijst
de gewenste schaalfactor in.
Type afdruk

Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen

Met deze printerfunctie kunt u uw afdruktaak aanpassen aan elk
A
gewenst papierformaat, ongeacht de grootte van het digitale document. Dit kan nuttig zijn als u de details van een klein document wilt bekijken.
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7.
2
Selecteer op het tabblad
3
Selecteer het juiste formaat in de vervolgkeuzelijst
4
Selecteer de papierlade, het papierformaat en het type papier in
5
Klik op OK en druk het document af.
Aan pagina aanpassen
Papier
Papieropties
.
in de keuzelijst
.
Type afdruk
Afdrukpapier
.
15
Geavanceerde afdrukinstellingen

Watermerk afdrukken

Met de optie Watermerk kunt u over een bestaand document heen een diagonale tekst afdrukken. U kunt bijvoorbeeld diagonaal over de eerste pagina of op alle pagina’s van een document in grote grijze letters “CONCEPT” of “VERTROUWELIJK” afdrukken.
Er worden verschillende vooraf gedefinieerde watermerken bij de printer geleverd. U kunt deze watermerken wijzigen, of u kunt nieuwe watermerken toevoegen aan de lijst.
Bestaand watermerk gebruiken
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7.
2
Klik op het tabblad in de keuzelijst weergegeven in het afdrukvoorbeeld.
3
Klik op OK en druk het document af.
O
PMERKING
pagina er zal uitzien.
: het afdrukvoorbeeld geeft weer hoe de afgedrukte
Extra
en selecteer het gewenste watermerk
Watermerk
. Het geselecteerde watermerk wordt
Watermerk bewerken
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7.
2
Klik op het tabblad Het venster
3
Selecteer het watermerk dat u wilt bewerken in de lijst
watermerken
4
Klik op
Bijwerken
5
Klik zo vaak als nodig op OK totdat u het venster Afdrukken verlaten hebt.
Extra
op
Bewerken
Watermerk bewerken
en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.
als u de wijzigingen op wilt slaan.
onder
Watermerk
wordt geopend.
Watermerk verwijderen
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7.
2
Klik op het tabblad Het venster
3
Selecteer in de lijst dat u wilt verwijderen en klik op
4
Klik zo vaak als nodig op OK totdat u het venster Afdrukken verlaten hebt.
Extra
op
Bewerken
Watermerk bewerken
Huidige watermerken
Verwijderen
onder Watermerk.
wordt geopend.
het watermerk
.
.
Huidige
Nieuw watermerk maken
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7.
2
Klik op het tabblad Het venster
3
Typ tekst in het vak uit 40 tekens bestaan. De tekst wordt in het voorbeeldvenster getoond.
Alleen eerste pagina
Als u alleen op de eerste pagina afgedrukt.
4
Selecteer de watermerkopties.
U kunt de naam, stijl, grootte en het grijstintenniveau van het lettertype aangeven onder van het watermerk instellen onder
5
Klik op
Toevoegen
toe te voegen.
6
Nadat u klaar bent met bewerken, klikt u op OK en drukt u het document af.
Als u geen watermerk meer wilt afdrukken, selecteert u in de keuzelijst
Watermerk
Extra
op
Bewerken
Watermerk bewerken
Tekst in watermerk
aankruist, wordt het watermerk
Lettertypekenmerken
om het nieuwe watermerk aan de lijst
.
onder
wordt geopend.
. De tekst mag maximaal
Hoek tekst
Watermerk
en de hoek
.
(Geen watermerk)
.
16
Geavanceerde afdrukinstellingen
Dear ABC
Regards
WORLD BEST
WORLD BEST

Overlay afdrukken

Wat is een overlay?
Een overlay is tekst en/of afbeeldingen die op de vaste schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die kunnen worden afgedrukt in een willekeurig document. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier of formulieren. In plaats daarvan kunt u een overlay samenstellen die dezelfde informatie bevat en geeft u aan de printer door welke overlay voor uw document gebruikt moet worden. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in de printer te plaatsen. U hoeft alleen maar aan te geven dat de printer de briefhoofdoverlay moet afdrukken op uw document.
Nieuwe overlay maken
Voordat u een overlay kunt gebruiken, moet u een nieuwe overlay samenstellen die bijvoorbeeld het logo en de adresgegevens van uw bedrijf of een afbeelding bevat.
1
Maak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of afbeelding
precies op de plaats staat waar deze afgedrukt moet worden.
2
Ga naar de printereigenschappen als u het document als een overlay wilt opslaan. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7.
3
Klik op het tabblad
4
Klik in het venster Overlay bewerken op
5
In het venster Overlay maken voert u in het vak een naam van maximaal 8 posities in. Selecteer eventueel het
pad naar de bestemming (standaard is dit C:\Formover).
6
Klik op
Opslaan
7
Klik op OK of
Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de vaste schijf van uw computer.
Extra
op
Bewerken
. De naam verschijnt in het vak
Ja
als u klaar bent met het maken van de overlay.
onder
Overlay
Overlay maken
Bestandsnaam
Lijst van overlays
.
.
Overlay gebruiken
Nadat u een overlay hebt samengesteld, kunt u deze met uw document afdrukken. Dit doet u als volgt:
1
Open een document dat u wilt afdrukken of maak een nieuw document aan.
2
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 7.
3
Klik op het tabblad
4
Selecteer de gewenste overlay in de keuzelijst
5
Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de lijst voorkomt, klikt u op u het overlaybestand.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden via het venster
Overlay laden
Klik op
Openen
verschijnt in het vak Selecteer de overlay in de keuzelijst
6
Klik, indien nodig, op Als dit selectievakje is ingeschakeld, verschijnt telkens wanneer u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt te bevestigen of u een overlay op uw document
wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en een overlay werd geselecteerd, wordt de overlay automatisch afgedrukt op uw document.
7
Klik op OK of Ja totdat het afdrukken wordt gestart.
De geselecteerde overlay wordt samen met uw afdruktaak gedownload en wordt op uw document afgedrukt.
.
O
PMERKING
zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
: de resolutie van het overlaydocument moet dezelfde
Extra
.
Overlay
Bewerken
.
als u het bestand hebt geladen. Het bestand
Lijst van overlays
Overlay bevestigen voor afdrukken
en op
Overlay laden
en kan worden afgedrukt.
Lijst van overlays
.
Overlay
en selecteert
.
.
O
PMERKING
zijn als de documenten die u met de overlay afdrukt. Stel geen overlays met watermerken samen.
: het documentformaat van de overlay moet hetzelfde
Geavanceerde afdrukinstellingen
17
Overlay verwijderen
U kunt paginaoverlays die u niet meer gebruikt verwijderen.
1
Klik in het venster met de printereigenschappen op het tabblad
2
Klik op
Bewerken
3
Selecteer in de
4
Klik op
Overlay verwijderen
5
Wanneer er een venster verschijnt waarin om een bevestiging wordt gevraagd, klikt u op
6
Klik zo vaak als nodig op OK totdat u het venster Afdrukken verlaten hebt.
onder
Overlay
Lijst van overlays
.
Ja
.
.
de overlay die u wilt verwijderen.
Extra
.
4 Een lokale printer delen
U kunt de printer rechtstreeks aansluiten op een geselecteerde computer, die de hostcomputer op het netwerk wordt genoemd.
De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de Windows­gebruikershandleiding of on line Help voor andere Windows­besturingssystemen.
O
PMERKINGEN
• Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met de printer. Zie Compatibiliteit met besturingssysteem onder Printerspecificaties in de printerhandleiding.
• U kunt de exacte naam van uw printer controleren op de bijgeleverde cd-rom.
:

Instellen als hostcomputer

1
Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart.
2
Selecteer in het menu
3
Dubbelklik op
4
Selecteer
5
Schakel het selectievakje
6
Typ een naam in het veld
het pictogram van het printerstuurprogramma
Delen
Start
de optie
in het menu
Deze printer delen
Deelnaam
Printers en faxapparaten
Printer
.
in.
en klik vervolgens op OK.

Instellen als clientcomputer

1
Klik met de rechtermuisknop op de knop selecteer
2
Selecteer
Zoeken naar computers
3
Typ het IP-adres van de hostcomputer in het veld en klik op en een
wachtwoord van de hostcomputeraccount in.)
4
Dubbelklik op
5
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma en selecteer
6
Klik op Ja als wordt gevraagd of u de installatie wilt uitvoeren.
Verkenner
Mijn netwerklocaties
Zoeken
Wachtwoord
.
.
. (Als de hostcomputer om een
vraagt, vult u de gebruikers-id en het
Printers en faxapparaten
en klik met de rechtermuisknop op
Start
in Windows en
Computernaam
Gebruikersnaam
.
Verbinding maken
.
.
.
18

Een lokale printer delen

5 Smart Panel gebruiken
Smart Panel is een programma waarmee de status van de printer wordt bewaakt. U kunt de status bekijken en de printerinstellingen aanpassen. Smart Panel printersoftware installeert.
O
PMERKINGEN
• Vereisten om dit programma te gebruiken:
- Zie "Specificaties van de printer" in de printerhandleiding als u wilt weten welke besturingssystemen compatibel zijn met de printer.
- Mac OS X 10.3 of hoger
- Linux. Zie "Specificaties van de printer" in de printerhandleiding als u wilt weten welke Linux-systemen compatibel zijn met de printer.
- Internet Explorer 5.0 of hoger voor de Flash-animaties in de HTML Help.
• De exacte naam van de printer vindt u op de bijgeleverde cd-rom.

Kennismaken met Smart Panel

wordt automatisch geïnstalleerd op het moment dat u de
:
O
PMERKINGEN
• Als er al meer dan één printer van Samsung is geïnstalleerd, selecteert u eerst het gewenste printermodel, zodat u het bijbehorende Smart Panel kunt gebruiken. Klik met de rechtermuisknop (in Windows of Linux) of klik (in Mac OS X) op het pictogram voor Smart Panel en selecteer
printer
• Het venster Smart Panel en de inhoud die in deze softwaregebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen naargelang de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem.
Het programma Smart Panel vermeldt de huidige status van de printer, het resterende tonerniveau in de tonercassette(s) en een boel andere informatie. U kunt ook instellingen wijzigen.
.
:
de naam van uw
1
Smart Panel verschijnt automatisch als er tijdens het afdrukken een fout optreedt. Deze fout wordt dan weergegeven.
U kunt Smart Panel ook handmatig opstarten. Dubbelklik op het pictogram voor Smart Panel in de taakbalk van Windows (in Windows) of in het systeemvak (in Linux). U kunt het ook aanklikken in de statusbalk (Mac OS X).
Dubbelklik op dit pictogram in Windows.
klik op dit pictogram in Mac OS X.
klik op dit pictogram in Linux.
Indien u een Windows-gebruiker bent, selecteert u in het menu optie
Programma's
printerstuurprogramma
of
Alle programma's
Smart Panel
de naam van uw
.
Start
de
1
Tonerniveau
Hier wordt het resterende tonerniveau in de cassette(s) weergegeven. De printer en het aantal tonercassette(s) in het bovenstaande venster kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle printers beschikken over deze functie.
Nu kopen
U kunt reservetonercassette(s) on line bestellen.
Probleemoplossingsgids
Klik op deze knop om de Help te bekijken en problemen op te lossen.
Instelling stuurprogramma (Alleen voor Windows)
Via het venster met printereigenschappen heeft u toegang tot alle printeropties die u nodig heeft als u de printer gebruikt. vindt u onder
Zie “Printerinstellingen” op pagina 8.
Meer informatie

De probleemoplossingsgids openen

In de Probleemoplossingsgids vindt u oplossingen voor problemen die een foutstatus veroorzaken.
Klik met de rechtermuisknop (in Windows of Linux) of klik (in Mac OS X) op het pictogram voor Smart Panel en selecteer
Probleemoplossingsgids
.
19

Smart Pan e l gebrui ken

De instellingen van Smart Panel wijzigen

Klik met de rechtermuisknop (in Windows of Linux) of klik (in Mac OS X) op het pictogram voor Smart Panel en selecteer
Het volgende venster verschijnt.
Weergeven als taak voor netwerkprinter is voltooid
computer geeft het pop-upvenster of de pop-upballon Smart Panel weer, wanneer uw taak is beëindigd in Windows.
voor printers die Windows of Macintosh X-netwerken ondersteunen.)
Weergeven bij fout tijdens afdrukken
pop-upvenster of de pop-upballon Smart Panel weer, wanneer er tijdens het afdrukken een fout optreedt.
Openen in
toont. Als u Pop-upvenster (Smart Panel) selecteert, verschijnt het bericht in het pop-upvenster van Smart Panel in Windows.
Taakmonitor starten zodra taak in printer is opgeslagen
afdruktaken op de harde schijf van de printer opslaat, opent de computer het venster Job Monitor in Windows.
printers met ingebouwde vaste schrijven die Windows­netwerken ondersteunen).
Automatische statuscontrole uitvoeren om de
werkt de printerstatus regelmatig bij. Als u een waarde in de buurt van 1 kiest, controleert de computer de printerstatus vaker, waardoor u sneller een foutmelding krijgt bij een printerfout.
: U kunt selecteren hoe de computer u een bericht
Opties
.
: De
(Alleen
: De computer geeft het
: Indien u
(Alleen voor
: De computer
20
Smart Pan e l gebrui ken
6 Uw printer gebruiken
Unified Linux-stuurprogramma
onder Linux
U kunt uw apparaat gebruiken in een Linux-omgeving.
In dit hoofdstuk treft u de vo lge n d e on d erwerpen aan:
• Aan de slag
• Unified Linux-stuurprogramma installeren
• Werken met Unified Driver Configurator
• Printereigenschappen configureren
• Een document afdrukken

Aan de slag

Op de bijgeleverde cd-rom vindt u een reeks Samsung Unified Linux-stuurprogramma’s voor het gebruik van uw printer onder Linux.
Na de installatie van het stuurprogramma op uw Linux-systeem kunt u met dit pakket diverse apparaten via snelle parallelle ECP­poorten en USB tegelijkertijd bew aken.
Het Unified Linux-stuurprogrammapakket is voorzien van een in t elligen t e n flexibel installatiep rogramma. U hoeft niet te zoeken naar extra onderdelen voor de Unified Linux­stuurprogramm a's: alle vereiste toepassingen worden gekopiee rd naar uw systeem en automatisch geïnstalleerd. Dit is mog elijk op een groot aantal van de bekendste Linux-distributies.
installeren

Unified Linux-stuurprogramma installeren

1
Zorg dat de printer is aangesloten op de computer. Schakel de computer en de printer in.
2
Als het venster Administrator Login verschijnt, typt u in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
O
PMERKING
om de printersoftware te kunnen installeren. Als u geen superuser be nt, ne em t u co n tact op m et de sys teem be he er der.
3
Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-rom-station van uw computer. De cd-rom wordt automatisch gestart.
Als de cd-rom niet automatisch wordt gestart, klikt u onder in het bureaublad op het pictogram .
Als het venster T erminal verschijnt, typt u de onderstaande strings.
(Er wordt van uitgegaan dat het cd-rom -station de secu ndaire master is en de te mounten locatie /mnt/cdrom is.)
[root@localhost root]#mount -t iso9660 /dev/hdc /mnt/cdrom
[root@localhost root]#cd /mnt/cdrom/Linux [root@localhost root]#./install.sh Als het programma op de cd-rom nog steeds niet wordt
uitgevoerd, typt u het volgende in de juiste volgorde: [root@localhost root]#umount/dev/hdc [root@localhost root]#mount -t iso9660 /dev/hdc /mnt/
cdrom
:
u moet zich aanmelden als superuser (root)
root
O
gestart als AutoRun is geïnstalleerd en geconfigureerd.
21

Uw printer gebruiken onder Linux

PMERKING
:
het installatieprogramma wor d t au tomatisch
4
Het beginscherm verschijnt. Klik op
5
Na afloop van de installatie klikt u op
Next
(Vo l gende).
Finish
(Voltooien).
Installatie van Unified Linux­stuurprogramma ongedaan maken
1
Als het venster Administrator Login verschijnt, typt u in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
O
PMERKING
om de installatie van de printersoftware ongedaan te maken. Als u geen super user bent, neemt u contact op met uw systeembehee rder.
2
Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-rom-station van uw computer. De cd-rom wordt automatisch gestart.
Als de cd-rom niet automatisch wordt gestart, klikt u onder in het bureaublad op het pictogram .
Als het venster T erminal verschijnt, typt u de onderstaande strings.
(Er wordt van uitgegaan dat het cd-rom -station de secu ndaire master is en de te mounten locatie /mnt/cdrom is.)
[root@localhost root]#mount -t iso9660 /dev/hdc /mnt/cdrom
[root@localhost root]#cd /mnt/cdrom/Linux [root@localhost root]#./uninstall.sh
:
U moet zich aanmelden als super user (root)
root
Het installatie pro gra mma heeft het pictogram Un ified D riv er Configurator aan het bureaublad en de groep Samsung Unified Driver aan het systeemmenu toegevoegd. Zie bij problemen de helpaanwijzingen op het scherm. U opent de Help via het systeemmenu of in een van de stuurprogrammatoepassingen, zoals
Configurator
O
PMERKING
installeren:
• Als u de grafische interface niet gebr uikt of het stuurprogr amma ni et hebt kunnen ins tallere n, moet u het stuurprogramma in de tekstmodus gebruiken.
• Volg de stappe n 1 tot en met 3, voer [roo t@localhost Linux]# ./install.sh in en volg daarna de instructies op het terminalscherm. De installatie wordt voltooid.
• Voor het verwijderen van het stuurprogramma volgt u de bovenstaande installatie-instructies, maar voert u [root@localhost Linux]# ./uninstall.sh in op het terminalscherm.
.
: Het stuurprogramm a in d e te k stmodus
Unified Driver
O
PMERKING
gestart als AutoRun is geïnstalleerd en geconfigureerd.
3
Klik op
4
Klik op
5
Klik op
:
het installatieprogramma wor d t au tomatisch
Uninstall Next
Finish
(Installatie ongedaan maken).
(Volgende).
(Voltooien).
22
Uw printer gebruiken onder Linux

Werken met Unified Driver Configurator

Unified Linux Driver Configurator is een tool dat voornamelijk is bestemd voor de configuratie van printers.
Nadat u het Unified Linux-stuurprogramma hebt geïnstalleerd, wordt het pictogram Unified Linux Driver Configurator automatisch aan uw bureaublad toegevoegd.
Unified Driver Configurator openen
1
Dubbelklik op op uw bureaublad.
U kunt ook op het pictogram van het startmenu klikken en achtereenvolgens
Samsung Unified Driver Configurator
2
Klik in de modulebalk op de knop van het configuratievenster dat u wilt openen.
Unifie d Driver C o n f igurator
Samsung Unified Driver
selecteren.
en
Printers configureren
Het configuratiescherm be staat uit twee tabbladen:
Classes
en
.
Tabblad Printers
Klik op het pictogram van de printer links in het venster Unified Linux Configurator als u de huidige printerconfiguratie van het systeem wilt bekijken.
Naar Printer Configuration
Alle geïnstalleerde printers
Status, modelnaam en URI van de printer
Printers
Knop Printers Configuration (Printers configureren)
Knop Ports Configuration (Poorten configureren)
Klik op
3
Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op (Afsluiten) om Unified Driver Configurator te sluiten.
Help
voor helpaanwijzingen op het scherm.
Exit
In dit scherm vindt u de volgende knoppen:
Refresh
vernieuwen.
Add Printer
• toevoegen.
Remove Printer
printer verwijderen.
Set as Default
• printer instellen als standaardprinter.
Stop/Start
Test
• of de printer go e d wer kt.
Properties
• weergeven en wijz igen . Zie pagin a 24 voor meer i nfo rmatie.
(Vernieuwen): lijst me t bes chikbare printe r s
(Printer toevoegen): nieuwe printe r
(Printer verwijderen): geselecteerde
(Als standaardwaarde instellen): huidige
(Stoppen/starten): printer stoppen/starten.
: testpagina afdr ukken om te controler en
(Eigenschappen): eigenschappen van de printer
23
Uw printer gebruiken onder Linux
Tabblad Classes
Op het tabblad Classes wordt een lijst met be schikbar e printerklassen weergegeven.
Alle printerklassen
Status van de klasse en aantal print e r s in de klasse
Refresh Add Class... (Klas toevoegen): een nieuwe printerklasse
• toevoegen.
Remove Class
• printerklasse verwijderen.
(Vernieuwen): de lijst met klassen vernieuwen.
(Klas verwijderen): de geselecteerde

Printereigenschappen configureren

In het eigenschappenvenster dat u kunt openen vanuit de printerconfi guratie, kunt u verschillende eigenschappen voor uw apparaat als printer wijzigen.
1
Open Unified Driver Conf igurator. Ga eventueel naar het scherm Printers Configuration.
2
Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op
3
Het venster Printer Properties (Printereigenschappen) wordt geopend.
Properties
(Eigenschappen).
Ports Configuration (Poorten configureren)
In dit scherm kunt u de lijs t met beschikba re poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak.
Naar Ports Configuration
Alle beschikbare poorten
Poorttype, aangesloten apparaat en status
Refresh
vernieuwen.
Release port
• vrijgeven.
(Vernieuwen ): de lijst met beschikbare poorten
(Poort vrijgeven): de geselecteerde poort
Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
General
wijzigen. De naam die u op dit tabblad invoert, wordt weergegeven in de printerlijst van het venster Printers Configuration.
Connection
• of selecteren. Als u de printerpoort wijzigt van USB in parallel of andersom terwijl de printer in gebruik is, moet u de printerpoort op dit tabblad opnieuw configureren.
Driver
printerstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op van het apparaat wilt instellen.
Jobs
• op taak te annuleren. Schakel het selectievakje
completed jobs
voltooide taken in de lijst op te nemen.
Classes
• Klik op printer aan een bepaalde klasse toe te voegen of klik op
Remove from Class
printer uit een geselecteerde klasse wilt verwijderen.
4
Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Printer Properties.
(Algemeen): locatie en naam van de printer
(Verbinding): een andere poort bekijken
(Stuurprogramma): een ander
Options
(Taken): de lijst met afdruktaken weergeven. Klik
Cancel job
(Klassen): de klasse waartoe uw printer behoort.
Add to Class
(Opties) als u de standaardopties
(Taak annuleren) om de geselecteerde
Show
(Voltooide taken weergeven) in om
(Toevoegen aan klasse) om uw (Verwijderen uit klasse) als u de
24
Uw printer gebruiken onder Linux

Een document afdrukken

Afdrukken vanuit een toepassing
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). Vanuit al deze toepassingen kunt u op de printer afdrukken.
1
Kies in de toepassing waar mee u werkt de optie (Afdrukken) in het menu
2
Selecteer via lpr).
3
In het venster LPR GUI selecteert u het printermodel in de lijst met p rinte rs en klik t u op
4
Wijzig de eigenschappen van de printer en de afdruktaken.
Print
directly using
File
(Bestand ).
lpr
Properties
(Rechtstreeks afdrukken
(Eigenschappen ).
Print
Klik
Dit venster bestaat uit de volgende vier tabblad en:
General
de papiersoort en de afdrukstand van de documenten wijzigen. U kunt hier ook de dubbelzijdige afdrukfunctie inschakelen, scheidingspagina's toevoegen aan het begin en einde, en het aantal pagina's per vel wijzigen.
Text
• tekstopties instellen, zoals regelafstand en kolommen.
Graphics
• instellen voor het afdrukken van afbeeldingen/bestanden, bijvoorbeeld kleuropties en grootte of positie van een afbeelding.
Device
• en bestemming instellen.
5
Klik op het venster Properties.
6
Klik op OK in het venster LPR GUI om te beginnen met afdrukken.
7
Het venster Printing (Bezig met afdrukken) verschijnt. Hier kunt u de status van de afdruktaak volgen.
Klik op wilt annuleren.
(algemeen): hier kunt u het papierformaat,
(Tekst): hier kunt u paginamarges opgeven en
(Afbeeldingen): hier kunt u grafische opties
(Apparaat): hier kunt u afdrukresolutie, papierbron
Apply
om de wijzigingen toe te passen en sluit
Cancel
(Annuleren) als u de huidige afdruktaak
Bestanden afdrukken
U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit Samsung-apparaat door de standaard-CUPS-methode toe te passen: direct vanaf de opdrachtregel. U werkt dan met het CUPS lpr-hulpprogramma. In het pakket stuurprogramma's beschikt u echter over een veel gebruikersvriendelijker LPR GUI-programma.
Zo drukt u elk bestand af:
1
Typ
lpr <bestandsnaam>
Linux-shell en druk op weergegeven.
Als u alleen venster Select file(s) to print (Af te drukken bestand(en) selecteren) geopend. Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken en klik op
2
In het venster LPR GUI selecteert u de printer in de lijst en past u de eigenschappen van de printer en de afdruktaken aan.
Zie voor meer informatie over het venster Properties pagina 25.
3
Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
lpr
intikt en op
Open
op de opdrachtregel van de
Enter
. Het venster LPR GUI wordt
Enter
drukt, wordt eerst het
.
25
Uw printer gebruiken onder Linux
7 Uw printer gebruiken

Software voor Macintosh installeren

met een Macintosh
Uw printer ondersteunt Macintosh-systemen met een ingebouwde USB­interface of 10/100 Base-TX-netwerkkaart. Als u een bestand afdrukt vanaf een Macintosh-computer, kunt u het CUPS-stuurprogramma gebruiken door het PPD-bestand te installeren.
Opmerking
netwerkinterface. Controleer in de gebruikershandleiding van de printer onder Printerspecificaties of uw printer een netwerkinterface ondersteunt.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Software voor Macintosh installeren
De printer instellen
Afdrukken
:
sommige printers ondersteunen geen
De cd-rom die bij uw printer is geleverd, bevat het PPD-bestand waarmee u het CUPS- of Apple LaserWriter-stuurprogramma kunt gebruiken
die een PostScript-stuurprogramma ondersteunt)
drukken vanaf een Macintosh-computer.
(alleen beschikbaar als u een printer gebruikt
om af te
Printerstuurprogramma
Het printerstuurprogramma installeren
1
Zorg dat de printer is aangesloten op de computer. Zet de computer en de printer aan.
2
Plaats de cd-rom die bij de printer is geleverd in het cd-rom-station.
3
Dubbelklik op de uw Macintoshcomputer verschijnt.
4
Dubbelklik op de map
5
Dubbelklik op het pictogram van het
6
Voer het wachtwoord in en klik op
7
Het venster van het Samsung SPL-installatieprogramma wordt geopend. Klik op
8
Easy Install (Eenvoudige installatie)
meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor printertaken worden geïnstalleerd. Het bericht met de waarschuwing dat alle toepassingen worden afgesloten, wordt op de computer weergegeven. Klik op Continue.
9
Selecteer Typical installation for a local printer en klik daarna op
Continue (Volgende)
10
Nadat de installatie is voltooid, klikt u op
het cd-rompictogram
MAC_Installer
Installer
OK
.
Continue (Volgende)
.
dat op het bureaublad van
.
.
.
wordt aanbevolen voor de
Quit (Afsluiten)
.
Opmerking
instellen tussen de printer en de computer. Zie "De printer instellen" op pagina 27.
De installatie van het printerstuurprogramma ongedaan maken
U moet de installatie ongedaan maken voordat u een nieuwe versie installeert of als de installatie niet is gelukt.
1
Zorg dat de printer is aangesloten op de computer. Zet de computer en de printer aan.
2
Plaats de cd-rom die bij de printer is geleverd in het cd-rom-station.
3
Dubbelklik op de uw Macintoshcomputer verschijnt.
4
Dubbelklik op de map
5
Dubbelklik op het pictogram van het
6
Voer het wachtwoord in en klik op
7
Het venster van het Samsung SPL-installatieprogramma wordt geopend. Klik op
26

Uw printer ge b r uiken met een Mac in tosh

:
Nadat de installatie is voltooid, moet u de verbinding
het cd-rompictogram
MAC_Installer
Continue (Volgende)
dat op het bureaublad van
.
Installer
OK
.
.
.
8
Selecteer vervolgens op
9
Selecteer Typical installation for a local printer en klik daarna op
Continue (Volgende)
10
Als de installatie ongedaan is gemaakt, klikt u op
Uninstall (Installatie ongedaan maken)
Uninstall (Installatie ongedaan maken)
.
en klik
.
Quit (Afsluiten)

De printer instellen

De instelling van de printer verschilt afhankelijk van de kabel die u gebruikt om de printer aan te sluiten op uw computer: een netwerkkabel of een USB-kabel.
Voor een op een netwerk aangesloten Macintosh
O
PMERKING
netwerkinterface. Controleer voordat u uw printer aansluit in de gebruikershandleiding van de printer onder Printerspecificaties of uw printer een netwerkinterface ondersteunt.
1
Volg de aanwijzingen op "Software voor Macintosh installeren" op pagina 26 om het PPD-bestand en de filterbestanden op uw computer te installeren.
2
Open de map Programma's en kies (Hulpprogramma’s)
printerinstellingen)
• Voor MAC OS 10.5: open Systeemvoorkeuren in de map Programma's en klik op Afdrukken en faxen.
3
Klik op
• Voor MAC OS 10.5: klik op het pictogram venster verschijnt.
4
Voor MAC OS 10.3: selecteer het tabblad
Afdrukken)
• Voor MAC OS 10.4: klik op IP-printer.
• Voor MAC OS 10.5: klik op IP.
5
Selecteer
WANNEER U EEN DOCUMENT MET VEEL PAGINA'S AFDRUKT, KUNT U DE AFDRUKPRESTATIES VERBETEREN DOOR DE OPTIE SOCKET FOR PRINTER TYPE TE KIEZEN.
6
Typ het IP-adres van uw printer in het veld
(Printeradres)
7
Typ de naam van de afdrukwachtrij in het veld
(Wachtrijnaam)
niet kunt bepalen, probeer dan eerst de standaardwachtrij.
8
MAC OS 10.3: Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt, selecteert u
:
sommige printers ondersteunen geen
Utilities
en
Print Setup Utility (Hulpprogramma
.
Add (Toevoegen)
.
Socket/HP Jet Direct
.
. Als u de wachtrijnaam voor uw afdrukserver
in de
Printer List (Printerlijst)
in
Printer Type
Samsung
bij
+
, waarna een
IP Printing (IP
.
Printer Address
Queue Name
Printer Model
.
en de
(Printermodel) Name (Modelnaam)
•MAC OS 10.4: Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt, selecteert u
.
af via)
•Selecteer als de automatische selectiefunctie niet goed werkt bij MAC OS 10.5 en de naam van uw printer in
Het IP-adres van uw printer verschijnt in
(Printerlijst)
9
Klik op
en de
naam van uw printer
en wordt ingesteld als standaardprinter.
Add (Toevoegen)
naam van uw printer
.
Samsung
Selecteer besturingsbestand…
.
bij
bij
Print Using(Druk af via)
bij
Model
Print Using(Druk
Model (Model)
Printer List
.
.
Voor een via USB aangesloten Macintosh
1
Volg de aanwijzingen op "Software voor Macintosh installeren" op pagina 26 om het PPD-bestand en de filterbestanden op uw computer te installeren.
2
Open de map Programma's en kies (Hulpprogramma’s)
printerinstellingen)
• Voor MAC OS 10.5: open Systeemvoorkeuren in de map Programma's en klik op Afdrukken en faxen.
3
Klik op
Add (Toevoegen)
Voor MAC OS 10.5: klik op het pictogram +, waarna een
venster verschijnt.
4
Voor MAC OS 10.3: selecteer het tabblad
• Voor MAC OS 10.4: klik op Standaardkiezer en zoek de USB- verbinding.
• Voor MAC OS 10.5: klik op Standaard en zoek de USB- verbinding..
5
MAC OS 10.3: Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt, selecteert u
(Printermodel) Name (Modelnaam)
•MAC OS 10.4: Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt, selecteert u
af via)
•Selecteer als de automatische selectiefunctie niet goed werkt bij MAC OS 10.5 en de naam van uw printer in
Uw printer verschijnt in ingesteld als standaardprinter.
6
Klik op
en de
Add (Toevoegen)
en
Print Setup Utility (Hulpprogramma
.
in de
.
Samsung
en de
naam van uw printer
.
Samsung
naam van uw printer
Selecteer besturingsbestand…
Printer List (Printerlijst)
.
Utilities
Printer List (Printerlijst)
USB
.
bij
Printer Model
bij
Model
bij
Print Using(Druk
bij
Model (Model)
Print Using(Druk af via)
en wordt
.
.
.
27
Uw printer ge b r uiken met een Mac in tosh

Afdrukken

O
PMERKING
• Het Macintosh-printereigenschappenvenster in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel dezelfde onderdelen.
• U kunt de naam van de printer controleren op de bijgeleverde cd-rom.
Document afdrukken
Als u afdrukt met een Macintosh, moet u in elke toepassing die u gebruikt de printersoftware-instelling controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh.
1
Open een Macintosh-toepassing en selecteer het bestand dat u wilt afdrukken.
2
Open het menu
(Paginainstellingen)
in sommige toepassingen).
3
Kies het papierformaat, de afdrukstand, de schaal en andere opties, en klik op
:
File (Bestand)
(
Document Setup (Documentinstellingen)
OK
.
en klik op
Page Setup
Afdrukinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Selecteer toepassing. De printernaam die in het printereigenschappenvenster verschijnt, is afhankelijk van de gebruikte printer. Behalve de naam, bestaat het printereigenschappenvenster uit vrijwel dezelfde onderdelen.
O
en de versie van het Macintosh-besturingssysteem.
Layout (Lay-out)
Op het tabblad uiteindelijke afdruk van het document kunt aanpassen. U kunt verschillende pagina’s op één vel papier afdrukken. Kies
out)
krijgen tot de volgende functies.
Print (Druk af)
PMERKING
in de vervolgkeuzelijst
: De opties kunnen verschillen afhankelijk van de printer
Layout (Lay-out)
in het menu
Presets (Instellingen)
File (Bestand)
vindt u opties waarmee u de
van uw Macintosh-
Layout (Lay-
om toegang te
Zorg ervoor dat de printer is geselecteerd.
Mac OS 10.3
4
Open het menu
5
Kies het gewenste aantal exemplaren en geef aan welke pagina's u wilt afdrukken.
6
Klik op
Print (Druk af)
de opties.
File (Bestand)
als u klaar bent met het instellen van
en klik op
Print (Druk af)
Uw printer gebruiken met een Macintosh
Mac OS 10.4
Pages per Sheet (Pagina’s per vel)
• hoeveel pagina's op één vel worden afgedrukt. Zie 'Verschillende pagina's afdrukken op één vel papierr' in de volgende kolom voor meer informatie.
Layout Direction (Lay-outrichting)
selecteren door op één van de vier voorbeelden in de interface te klikken.
.
: Hier kunt u opgeven
: U kunt de afdrukrichting
28
Graphics (Grafisch)
Op het tabblad
(Kwaliteit) (Grafisch)
krijgen tot de grafische functies.
Mac OS 10.4
Resolution (Kwaliteit)
Hoe hoger de instelling, hoe scherper de tekens en afbeeldingen worden afgedrukt. Als u een hoge instelling selecteert, kan de afdruk van het document iets langer duren.
Graphics (Grafisch)
en
Color Mode (Kleurmodus)
in de vervolgkeuzelijst
: U kunt de afdrukresolutie selecteren.
vindt u de opties
. Selecteer
Presets (Instellingen)
Graphics
Resolution
om toegang te
Verschillende pagina's afdrukken op één vel papier
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina's af te drukken.
1
Selecteer van uw Macintosh-toepassing.
2
Selecteer
Mac OS 10.3
Print (Druk af)
Layout (Lay-out)
in het menu
File (Bestand)
.
Paper (Papier)
Selecteer in de vervolgkeuzelijst papier dat zich bevindt in de lade van waaruit u wenst af te drukken. Zo krijgt u de beste afdrukkwaliteit. Als u een ander type afdrukmateriaal plaatst, selecteert u het desbetreffende type papier.
Mac OS 10.4
Paper Type (Papier Type)
het type
3
Selecteer het aantal pagina's dat u op één vel papier wilt afdrukken via de keuzelijst
4
Selecteer de paginavolgorde met de optie
Layout Direction (Lay-outrichting)
Als u rond elke pagina op het vel een rand wilt afdrukken, selecteert u de gewenste optie in de keuzelijst
5
Klik op
Print (Druk af)
pagina's af op één zijde van elke pagina.
Pages per Sheet (Pagina’s per vel)
.
Border (Rand)
. De printer drukt het geselecteerde aantal
.
.
29
Uw printer gebruiken met een Macintosh
SOFTWARE
INDEX
A
afdrukken
aan pagina aanpassen boekjes document dubbelzijdig meer pagina's per vel
overlay poster schalen vanuit Linux vanuit Macintosh vanuit Windows watermerk
afdrukstand, afdrukken
Windows
14
7
Macintosh Windows
17
16
15
16
9
15
29
13
25
15
28
7
B
boekjes afdrukken
14
D
document, afdrukken
Macintosh Windows
dubbelzijdig afdrukken
28
7
15
E
Extra, tabblad, eigenschappen, instellen
F
favorieten, instellingen, gebruik
12
G
geavanceerd afdrukken, gebruik grafische eigenschappen, instellen
13
10
11
H
help, gebruik
12
I
installatie ongedaan maken, software
Macintosh Windows
installeren
Linux-software printerstuurprogramma
Macintosh Windows
instellen
afbeeldingsmodus contrast favorieten resolutie
Windows
tonerspaarstand TrueType
26
6
21
26
4
10
10
12
10
10
10
L
lay-outeigenschappen, instellen
Macintosh Windows
Linux
afdrukken printereigenschappen
28
9
25
24
M
Macintosh
afdrukken de printer instellen printer instellen stuurprogramma
meer pagina's per vel afdrukken
Macintosh Windows
28
27
27
installatie ongedaan maken installeren
26
29
13
26
O
overlay
afdrukken maken verwijderen
17
17
17
P
papierbron, instellen
Windows papiereigenschappen, instellen papierformaat, instellen poster, afdrukken printereigenschappen
Linux printereigenschappen, instellen
Macintosh
Windows printerresolutie, instellen
Windows printersoftware
installatie ongedaan maken
installeren
10
25
28
8
10
Macintosh Windows
Macintosh Windows
9
14
26
6
26
4
S
software
installatie ongedaan maken
Macintosh Windows
installeren
Macintosh Windows
opnieuw installeren
Windows
systeemeisen
Macintosh
statusmonitor, gebruik
26
6
26
4
6
26
19
9
30
T
tonerspaarstand, instellen
W
watermerk
afdrukken bewerken maken verwijderen
16
16
16
16
10
31
Loading...