SALTER SA BPA-9201 User Manual [nl]

Page 1
E
AUTOMATIC ARM BLOOD PRESSURE MONITOR
Instructions and Guarantee
BPA-9201-EU
Page 2
INTRODUCTIE
Algemene beschrijving
Bedankt dat u voor de bovenarmbloeddrukmeter BPA-9201-EU van Salter hebt gekozen. Het apparaat biedt bloeddrukmeting, hartslagmeting en opslag van resultaten. Het ontwerp biedt u twee jaar betrouwbare werking. Meetresultaten van de BPA-9201-EU zijn vergelijkbaar met de resultaten die worden verkregen door opgeleid personeel dat de auscultatiemethode met manchet en stethoscoop hanteert. Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke veiligheids- en onderhoudsinformatie en geeft stapsgewijze instructies voor het gebruik van het product. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voor gebruik van het product.
Specificaties:
• Lcd-scherm van 60 mm . 40,5 mm
• Maximaal 60 opgeslagen meetresultaten
• Meting tijdens het oppompen
Indicaties voor gebruik
De Salter-bloeddrukmeter is een digitale meter voor het meten van de bloeddruk en de hartslag bij een armomtrek van 22 tot 42 cm. Uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis door volwassenen.
Contra-indicaties
1. Het apparaat is niet geschikt voor gebruik bij zwangere vrouwen of vrouwen die denken zwanger te zijn.
2. Het apparaat is niet geschikt voor gebruik bij patiënten met geïmplanteerde, elektrische apparaten, zoals pacemakers en defibrillatoren.
Meetmethode
Dit product maakt gebruik van de oscillometrische meetmethode voor het detecteren van de bloeddruk. Voor elke meting stelt het apparaat een “nuldruk” vast die gelijk is aan de luchtdruk. Daarna wordt de armmanchet opgepompt. Het apparaat detecteert hierbij drukwisselingen die worden veroorzaakt door slag-op-slag-pulsatie, op basis waarvan de systolische en diastolische bloeddruk evenals de hartslag worden bepaald.
Veiligheidsinformatie
In de gebruiksaanwijzing, op de labels en op andere onderdelen kunnen de volgende symbolen worden gebruikt. Dit zijn de standaard- en gebruiksvereisten.
Symbool voor “NEEM DE GEBRUIKSAANWIJZING IN ACHT”
Symbool voor “VOLDOET AAN DE
0123
EISEN VAN MDD 93/42/EEG”
Symbool voor “FABRIKANT”
Symbool voor “SERIENUMMER”
Symbool voor “ONDERDELEN VAN HET TYPE BF”
Symbool voor “MILIEUBESCHERMING”
- Afgedankte elektrische apparaten mogen niet met het huishoudelijk afval worden afgevoerd. Volg de plaatselijke richtlijnen.
Bevoegd vertegenwoordiger in de Europese Gemeenschap
Symbool voor “GELIJKSTROOM” Symbool voor “Recyclen”
Symbool voor “PRODUCTIEDATUM”
Waarschuwing: neem deze aanwijzingen in acht om schade aan het apparaat te voorkomen.
2 I NL
De Groene Punt is het licentiesymbool van een Europees netwerk van door de branche gefinancierde systemen voor het recyclen van verpakkingsmaterialen van consumptiegoederen.
Page 3
WAARSCHUWING
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis door volwassenen.
• Het apparaat is niet geschikt voor gebruik bij neonatale patiënten, zwangere vrouwen, patiënten met geïmplanteerde, elektronische apparaten, patiënten met pre-eclampsie, premature ventriculaire contractie, atriumfibrillatie, perifere, arteriële aandoeningen en patiënten die een intravasculaire therapie ondergaan, een arterio-veneuze shunt hebben of mensen die een mastectomie hebben ondergaan. Raadpleeg voordat u het apparaat gebruikt uw arts, als u een of meerdere aandoeningen hebt.
• Het apparaat is niet geschikt om de bloeddruk van kinderen te meten. Raadpleeg uw arts voordat u het apparaat bij oudere kinderen gebruikt.
• Het apparaat is niet bedoeld tijdens ziekenvervoer buiten een zorginstelling.
• Het apparaat is niet bedoeld voor professioneel gebruik.
• Het apparaat is bedoeld voor het niet-invasief meten en controleren van de arteriële bloeddruk. Het is niet bedoeld voor gebruik op andere ledematen dan de pols of voor andere doeleinden dan het meten van de bloeddruk.
• Verwar zelfcontrole niet met zelfdiagnose. Met dit apparaat kunt u uw bloeddruk controleren. Begin of beëindig geen medische behandeling zonder een arts te raadplegen.
• Indien u medicijnen neemt, raadpleeg dan uw arts om te bepalen wat de beste tijd van de dag is om uw bloeddruk te meten. Verander nooit de inname van voorgeschreven medicijnen zonder eerst uw arts te raadplegen.
• Neem geen therapeutische maatregelen op basis van een zelfmeting. Verander nooit de dosis van een door een arts voorgeschreven medicijn. Raadpleeg uw arts als u vragen hebt over uw bloeddruk.
• Als het apparaat gebruikt wordt voor het meten bij patiënten met veelvoorkomende hartritmestoornissen, zoals atriale of ventriculaire premature contractie of atriumfibrillatie, kan het beste resultaat optreden met afwijkingen. Raadpleeg uw arts over het resultaat.
• Let bij het gebruik van dit apparaat op de volgende situatie die de bloedstroom kan onderbreken en de bloedcirculatie van de patiënt kan beïnvloeden, waardoor de patiënt schadelijk letsel kan oplopen: het te frequent knikken van de verbindingsslang en meerdere opeenvolgende metingen; het aanbrengen van de manchet en het onder druk brengen ervan om een pols waar intravasculaire toegang of therapie of een arterio-veneuze (A-V) shunt aanwezig is; het oppompen van de manchet aan de kant van een mastectomie.
• Waarschuwing: breng de manchet niet aan op een wond; dit kan verder letsel veroorzaken.
•Pomp de manchet niet op om een ledemaat waar op hetzelfde moment andere ME-controleapparatuur is aangebracht. Dit kan namelijk tijdelijk functieverlies van de gelijktijdig gebruikte ME-controleapparatuur veroorzaken.
• In het zeldzame geval van een storing waardoor de manchet tijdens het meten volledig opgepompt blijft, dient u de manchet onmiddellijk te openen. Langdurige hoge druk (manchetdruk > 300 mmHg of constante druk > 15 mmHg gedurende meer dan 3 minuten) op de pols kan leiden tot ecchymose.
• Zorg dat het gebruik van het apparaat niet leidt tot een langdurige aantasting van de bloedcirculatie van de patiënt.
• Zorg er tijdens het meten voor dat de verbindingsslang niet wordt samengedrukt of belemmerd.
• Het apparaat mag niet tegelijkertijd met chirurgische HF-apparatuur worden gebruikt.
• In het BEGELEIDENDE DOCUMENT is opgenomen dat de BLOEDDRUKMETER klinisch onderzocht is volgens de eisen van ISO 81060-2:2013.
• Neem contact op met de fabrikant om de kalibratie van de GEAUTOMATISEERDE BLOEDDRUKMETER te verifiëren. Het gebruik van dit apparaat wordt afgeraden bij vrouwen die zwanger zijn of die mogelijk zwanger zijn. Afgezien van de onnauwkeurige metingen, zijn de eecten van dit apparaat op de foetus onbekend.
• Te vaak en te veel achtereenvolgend meten kan verstoringen in de bloedsomloop en letsel veroorzaken.
• Dit apparaat is niet geschikt voor doorlopende controle tijdens medische noodgevallen of operaties; anders kunnen de pols en vingers van de patiënt verdoofd, opgezwollen en zelfs blauw worden als gevolg van een tekort aan bloed.
• Bewaar het apparaat, na gebruik, in een droge ruimte en bescherm het tegen extreem vocht, hitte, pluis, stof en direct zonlicht. Plaats nooit zware voorwerpen op het opbergdoosje.
• Dit apparaat mag alleen worden gebruikt voor het doel dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik van het apparaat.
• Dit apparaat bestaat uit gevoelige onderdelen en moet met voorzichtigheid worden behandeld. Neem de in deze gebruiksaanwijzing beschreven opslag- en gebruiksomstandigheden in acht.
• De maximumtemperatuur die het toegepaste onderdeel kan bereiken is 42,5 ºC bij een omgevingstemperatuur van 40 ºC.
• Dit apparaat is geen AP/APG-apparatuur en is niet geschikt voor gebruik in aanwezigheid van een ontvlambaar anesthesiemengsel met lucht, zuurstof of stikstofoxide.
3 I NL
Page 4
• Waarschuwing: voer geen service/onderhoud uit terwijl de
ME-apparatuur in gebruik is.
• De patiënt is een beoogde gebruiker.
• De patiënt kan onder normale omstandigheden gegevens
meten, de batterijen vervangen en het apparaat en de accessoires onderhouden volgens de gebruiksaanwijzing.
• Gebruik, om meetfouten te voorkomen, het apparaat
niet in een sterk elektromagnetisch veld dat een interferentiesignaal of een elektrisch snel transiënt of burstsignaal uitzendt.
• De bloeddrukmeter en manchet zijn geschikt voor gebruik
in de omgeving van de patiënt. Gebruik dit apparaat niet als u allergisch bent voor polyester, nylon of plastic.
• Tijdens het gebruik zal de patiënt in contact komen met
de manchet. De materialen van de manchet zijn getest en voldoen aan de eisen van ISO 10993-5:2009 en ISO 10993-10:2010. De manchet zal geen eventuele sensibilisatie- of irritatiereactie veroorzaken.
• Als u tijdens het meten ongemak ervaart, zoals pijn in de
pols of andere klachten, druk dan op de START/STOP-knop om de lucht onmiddellijk uit de manchet te laten lopen. Maak de manchet los en verwijder deze van uw pols.
• Als de manchetdruk 40 kPa (300 mmHg) bereikt, loopt de
manchet automatisch leeg. Als de manchet niet leegloopt wanneer de druk 40 kPa (300 mmHg) bereikt, maak dan de manchet los van de pols en druk op de START/STOP-knop om het oppompen te stoppen.
• Controleer voor gebruik of het apparaat veilig
functioneert en in goede staat verkeert. Controleer het apparaat en gebruik het niet als het op enigerlei wijze beschadigd is. Het continue gebruik van een beschadigd apparaat kan letsel, onjuiste resultaten of ernstig gevaar veroorzaken.
• Was de manchet niet in een wasmachine of vaatwasser!
• De levensduur van de manchet kan variëren
door de wasfrequentie, de huidconditie en de opslagomstandigheden. De gebruikelijke levensduur is
10.000 keer.
• Het wordt aanbevolen om de prestaties om de 2 jaar
en na onderhoud en reparatie te controleren, door ten minste de vereisten betreende de foutlimieten van de manchetdrukindicatie en luchtlekkage opnieuw te testen (testen bij ten minste 50 mmHg en 200 mmHg).
• Voer ACCESSOIRES, afneembare onderdelen en de ME-
APPARATUUR af volgens de plaatselijke richtlijnen.
• De fabrikant zal op verzoek schakelschema's,
onderdelenlijsten, beschrijvingen, kalibratie-instructies enz. beschikbaar stellen om onderhoudsmedewerkers te ondersteunen bij het repareren van onderdelen.
• De gebruiker mag de patiënt en de uitgang van de
batterijen niet tegelijkertijd aanraken.
4 I NL
• Reiniging: stofomgevingen kunnen de prestaties van het
apparaat beïnvloeden. Gebruik een zachte doek om het hele apparaat voor en na gebruik te reinigen. Gebruik geen schurende of vluchtige reinigingsmiddelen.
• Het apparaat hoeft niet binnen twee jaar na betrouwbare service te worden gekalibreerd.
• Als u problemen ondervindt met dit apparaat, bij het instellen, het onderhoud of het gebruik, neem dan contact op met het SERVICEPERSONEEL van Salter. Open of repareer het apparaat niet zelf in geval van storingen. Het apparaat mag alleen worden onderhouden, gerepareerd en geopend door personen bij erkende verkoop-/servicecentra.
• Meld het aan Salter als er een onverwachte werking of gebeurtenis plaatsvindt.
• Houd het apparaat buiten het bereik van zuigelingen, jonge kinderen of huisdieren om inademing of het inslikken van kleine onderdelen te voorkomen. Dit is gevaarlijk of zelfs dodelijk.
• Wees alert op wurging door kabels en slangen, met name door overmatige lengte.
• ME-apparatuur heeft minstens 30 minuten nodig om op te warmen vanaf de minimale opslagtemperatuur tussen de gebruikssessies tot de apparatuur klaar is voor het beoogde gebruik. ME-apparatuur heeft minstens 30 minuten nodig om af te koelen vanaf de maximale opslagtemperatuur tussen de gebruikssessies tot de apparatuur klaar is voor het beoogde gebruik.
• Deze apparatuur moet worden geïnstalleerd en in gebruik worden genomen in overeenstemming met de informatie in de BEGELEIDENDE DOCUMENTEN;
• Draadloze communicatieapparatuur zoals draadloze thuisnetwerkapparaten, mobiele telefoons, draadloze telefoons en hun basisstations, en portofoons kunnen dit apparaat beïnvloeden en moeten op ten minste een afstand d van het apparaat worden gehouden. De afstand d wordt door de FABRIKANT berekend op basis van de kolom “80 MHz tot 5,8 Ghz” van tabel 4 en tabel 9 van IEC 60601-1­2:2014, naargelang het geval.
• Gebruik ACCESSOIRES en afneembare onderdelen die door de FABRIKANT zijn gespecificeerd/erkend; anders kan dit schade aan het apparaat of gevaar voor de gebruiker/ patiënten veroorzaken.
• Er zijn geen luer-lockverbindingen gebruikt bij de slangconstructie en er is daarom geen mogelijkheid dat deze onbedoeld worden aangesloten op intravasculaire vloeistofsystemen, waardoor lucht in een bloedvat kan worden gepompt.
• Gebruik het apparaat onder omstandigheden zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing. Anders worden de prestaties en de levensduur van het apparaat beïnvloed en verminderd.
Page 5
Melding Op Lcd-Scherm
SYMBOOL
BESCHRIJVING
Systolische bloeddruk Hoge bloeddruk
Diastolische bloeddruk
Weergave hartslag
Defl deflatie symbool deflatie
Geheugen
Batterijen bijna leeg
Unregelmäßiger Herzschlag
Bloeddrukniveau-indicator
Huidige tijd
Hartslag
Gebruiker1 / Gebruiker G / Gebruiker 2
Bewegingsindicator
Lage bloeddruk
Hartslag in slagen per minuut
Te manchet loopt leeg
Geef aan dat het in de geheugenmodus staat en welke geheugengroep het betreft.
Meeteenheid van de bloeddruk
Meeteenheid van de bloeddruk
Batterijen zijn bijna leeg en moeten worden vervangen
De bloeddrukmeter detecteert een onregelmatige hartslag tijdens de meting.
Zeigt den Blutdruck an
Maand/dag/jaar, Uur : Minuten
De bloeddrukmeter detecteert een onregelmatige hartslag tijdens de meting.
Start de meting voor Gebruiker1 / Gebruiker G / Gebruiker 2
Beweging kan leiden tot een onnauwkeurige meting.
5 I NL
UITLEG
Page 6
Onderdelen van de meter
MANCHET
LUCHTSLANG
LUCHT-
AANSLUITING
BATTERIJVAKJE
LCD-SCHERM
START/STOP-
KNOP
GEHEUGENKNOP “MEM”
INSTELKNOP
“SET”
Lijst met onderdelen van de bloeddrukmeter
1 Manchet 2 Luchtslang 3 Printplaat 4 Pomp 5 Ventiel
BATTERIJCOMPARTIMENT
Lijst
1. Automatische bovenarmbloeddrukmeter BPA-9201-EU
3. AAA-batterijen
De batterijen plaatsen en vervangen
• Open de batterijdeksel.
• Plaats de batterijen zoals aangegeven in het batterijvakje. (Gebruik altijd het juiste/aangegeven type batterijen: vier AAA-batterijen.)
• Doe de batterijdeksel weer dicht.
Vervang de batterijen als een van de onderstaande situaties optreedt:
verschijnt op het
lcd-scherm
• Het lcd-scherm wordt vaag
• Het lcd-scherm licht niet op bij het inschakelen van de meter.
WAARSCHUWING
• Gebruik geen nieuwe en gebruikte batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar.
• Werp nooit batterijen in een vuur. De batterijen kunnen exploderen of gaan lekken.
• Verwijder de batterijen als u het apparaat langere tijd niet gaat gebruiken.
• Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Voer deze niet af met het huishoudelijk afval.
• Haal oude batterijen uit het apparaat en volg de plaatselijke richtlijnen voor recycling.
6 I NL
2. Manchet (onderdeel van het type BF) (22-42 cm)
(Gebruik de door Salter erkende manchet. De maat van de meegeleverde manchet is te vinden op het label van de manchet.)
4. Gebruiksaanwijzing
Page 7
DATUM, TIJD EN MEETEENHEID INSTELLEN
Het is belangrijk dat u voor het gebruik van de bloeddrukmeter de klok instelt, zodat aan elk meetresultaat dat in het geheugen wordt opgeslagen een tijdstip kan worden gekoppeld. (Het instelbereik van het jaar: 2018-2058, tijdsindeling: 12H/24H)
1. Terwijl de meter is uitgeschakeld, houdt u de “SET”-knop 3 seconden ingedrukt om de modus voor het instellen van het jaar te openen. Of druk, terwijl de meter is uitgeschakeld, de “SET”-knop kort in om de tijd weer te geven. Houd vervolgens de “SET”-knop ingedrukt om de modus voor het instellen van het jaar te openen.
2. Druk op de “MEM”-knop om [YEAR] te wijzigen. Elke keer dat u drukt, gaat het jaartal met één cijfer omhoog, in een cyclus.
3. Als u het juiste jaartal hebt bereikt, drukt u op de “SET”-knop om de selectie te bevestigen en gaat u naar de volgende stap. Herhaal stap 2 en 3 om [MONTH] en [DAY] in te stellen.
5. Herhaal stap 2 en 3 om [HOUR] en [MINUTE] in te stellen.
6. Herhaal stap 2 en 3 om [UNIT] in te stellen.
7. Als de eenheid is ingesteld, toont het lcd-scherm eerst de melding “donE” en daarna alle instellingen die u hebt uitgevoerd. Het scherm schakelt zichzelf daarna uit.
erhaal stap 2 en 3 om de tijdsindeling [12H] en [24H] te
4. H
bevestigen.
7 I NL
Page 8
VOORDAT U BEGINT
Selecteer de gebruiker
1. Terwijl de meter is uitgeschakeld, houdt u de “MEM”-knop ingedrukt om naar de gebruikersinstellingen te gaan. De gebruikers-ID knippert.
2. Druk nogmaals op de “MEM”-knop en selecteer gebruikers-ID: gebruiker 1, gebruiker 2 of gebruiker G.
3. Nadat u de gewenste gebruikers-ID hebt geselecteerd, drukt u ter bevestiging op de “SET”-knop. Het lcd-scherm wordt uitgeschakeld.
8 I NL
METING
Bind de manchet om
1. Verwijder alle sieraden, zoals horloges en armbanden, van uw linkerarm. Let op: gebruik uw rechterarm als uw arts bij u een slechte bloedsomloop in uw linkerarm heeft vastgesteld.
2. Rol of stroop uw mouw op om de huid bloot te leggen. Zorg dat uw mouw niet te strak zit.
3. Houd uw arm met uw handpalm naar boven gericht en bind de manchet om uw bovenarm. Draai de slang vervolgens zijwaarts naar de binnenkant van de arm, in één lijn met de pink. Of plaats de slagadermarkering over de hoofdslagader (aan de binnenkant van uw arm). Let op: u vindt de hoofdslagader door met 2 vingers ongeveer 2 cm boven de elleboogholte aan de binnenkant van uw linkerarm te drukken. Bepaal waar de hartslag het duidelijkst voelbaar is. Daar loopt de hoofdslagader.
4. De manchet moet nauw aansluiten, maar mag niet te strak zitten. Er moet nog één vinger passen tussen de manchet en uw arm.
5. Ga comfortabel zitten en leg de arm met de manchet op een vlakke ondergrond. Plaats uw elleboog op een tafel zodat de manchet zich ter hoogte van uw hart bevindt. Houd uw handpalm naar boven gericht. Ga rechtop zitten in een stoel en haal 5 tot 6 keer diep adem.
6. Nuttige tips voor patiënten, met name voor patiënten met een hoge bloeddruk:
• Rust 5 minuten uit voor u de eerste meting uitvoert.
• Wacht minstens 3 minuten tussen de metingen, zodat uw
bloedsomloop zich kan herstellen.
• Voer de meting uit in een stille ruimte.
• De patiënt moet zich zoveel mogelijk ontspannen en niet
bewegen en praten tijdens de meting.
• De manchet moet op dezelfde hoogte zijn geplaatst als de
rechterboezem van het hart.
• Zorg dat u comfortabel zit. Sla uw benen niet over elkaar
en houd uw voeten plat op de grond.
• Rust met uw rug tegen de
rugleuning van de stoel.
• Probeer voor een zinvolle
vergelijking te meten onder vergelijkbare omstandigheden. Voer bijvoorbeeld dagelijkse metingen uit op ongeveer hetzelfde tijdstip, om dezelfde arm of zoals voorgeschreven door een arts.
Page 9
Start de meting
1.
Terwijl de meter is uitgeschakeld, drukt u op “START/STOP” om de meter in te schakelen en de meting uit te voeren. (Neem bijvoorbeeld gebruiker 1)
LCD­scherm
GEGEVENSBEHEER
De opgeslagen meetresultaten bekijken
1. Terwijl de meter is uitgeschakeld, drukt u op de
“MEM”-knop om de gemiddelde waarde van de laatste drie metingen weer te geven. Als er minder dan drie metingen zijn, wordt eerst het laatste meetresultaat getoond.
Pas de nul aan.
Oppompen en meten
Oppompen en meten
2.
Druk op “START/STOP” om uit te schakelen; anders wordt het apparaat binnen 1 minuut vanzelf uitgeschakeld.
2.
Druk op “MEM” of “SET” om het gewenste meetresultaat te
bekijken.
Toon de resultaten en sla ze op. De datum en tijd van het meetresultaat worden afwisselend getoond
9 I NL
Het huidige
De bijbe-
nummer is
horende datum
nummer 2
is 1 januari
WAARSCHUWING
Het meest recente meetresultaat (1) wordt als eerste getoond. Elke nieuwe meting wordt beschouwd als het eerste meetresultaat (1). De nummering van alle andere meetresultaten gaat één cijfer omhoog (dus 2 wordt 3, enzovoort) en het laatste meetresultaat (60) wordt verwijderd.
De bijbe-horende tijd is 10.08 uur ‘s avonds (PM)
Page 10
De meetresultaten verwijderen
Als er geen correcte meting is, kunt u alle resultaten verwijderen door onderstaande stappen te volgen.
1. Houd de “MEM”-knop 3 seconden ingedrukt terwijl de
meter in de geheugenoproepmodus staat. Het scherm begint te knipperen.
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Tips voor het meten
Metingen kunnen onnauwkeurig zijn als ze onder de volgende omstandigheden worden uitgevoerd.
2. Druk op “SET” om het verwijderen te bevestigen. De
meter wordt vervolgens uitgeschakeld.
3. Druk op “START/STOP” om het verwijderen te annuleren
als u de gegevens niet wilt verwijderen.
4. Als er geen meetresultaten zijn, wordt het
bovenstaande scherm weergegeven.
10 I NL
Binnen 1 uur na eten of drinken
Binnen 20 minuten na het nemen van een bad
In een zeer koude omgeving
Onderhoud
Volg voor optimale prestaties onderstaande instructies op.
Bewaar op een droge plaats en vermijd direct zonlicht
Vermijd hevig schudden en stoten van het apparaat
Gebruik een vochtige doek om vuil te verwijderen
Onmiddellijk na het roken, of het drinken van thee of koe
Als u praat of uw vingers beweegt
Als u moet plassen
Zorg dat het apparaat niet in contact komt met water
Vermijd een stoge omgeving en een instabiele omgevingstemperatuur
Probeer de herbruikbare manchet niet met water schoon te maken en dompel de manchet nooit in water onder.
Page 11
OVER BLOEDDRUK
Wat betekent systolische druk en diastolische druk?
Wanneer de hartkamers zich samentrekken en het bloed uit het hart pompen, bereikt de bloeddruk zijn maximale waarde in de cyclus, dit wordt systolische druk genoemd. Wanneer de hartkamers zich ontspannen, bereikt de bloeddruk zijn minimale waarde in de cyclus, dit wordt diastolische druk genoemd.
Wat is de standaard bloeddrukclassificatie?
The blood pressure classification published by World Health Organization (WHO) and International Society of Hypertension (ISH) in 1999 is as follows:
WAARSCHUWING
Alleen een arts kan uw normale BP-bereik vertellen. Neem contact op met een arts als uw meetresultaat buiten het bereik valt. Houd er rekening mee dat alleen een arts kan vertellen of uw bloeddrukwaarde een gevaarlijk punt heeft bereikt.
Systolische
bloed lozen
slagader
druk op
Graad 3 hypertensie (ernstig)
Graad 2 hypertensie (matig)
Graad 1 hypertensie (mild) Subgroep: borderline Hoge normale bloeddruk
Normale bloeddruk
Optimaal
Diastolische bloeddruk (mmHg)
bloed druk
Systolische bloeddruk (mmHg)
Diastolische
bloed binnenkomt ader
kom tot rust
Bloed­druk (mmHg)
Niveau
Optimaal Normaal Hoog-normaal Mild Gemiddeld Ernstig
SYS <120 120–129 130–139 140–159 160–179 ≥180
DIA <80 80–84 85–89 90–99 100–109 ≥110
Detectie van onregelmatige hartslag
Het apparaat detecteert een onregelmatige hartslag als het hartslagritme schommelt tijdens de meting van de systolische en diastolische bloeddruk. Tijdens elke meting registreert het apparaat alle hartslagintervallen en berekent het gemiddelde. Als er twee of meer hartslagintervallen zijn, het verschil tussen elk interval en het gemiddelde is meer dan de gemiddelde waarde van ±25%, of als er vier of meer hartslagintervallen zijn, het verschil tussen elk interval en het gemiddelde is meer dan de gemiddelde waarde van ±15%, verschijnt het symbool voor onregelmatige hartslag op het scherm wanneer de meetresultaten worden weergegeven.
WAARSCHUWING
Het verschijnen van het IHB-pictogram geeft aan dat er tijdens de meting een onregelmatige hartslag is gedetecteerd die overeenkomt met een onregelmatige hartslag. Meestal is dit GEEN reden tot bezorgdheid. Als het symbool echter vaak verschijnt, raden we u aan medisch advies in te winnen. Houd er rekening mee dat het apparaat geen hartonderzoek vervangt, maar dient om in een vroeg stadium polsonregelmatigheden op te sporen.
11 I NL
Page 12
Waarom schommelt mijn bloeddruk gedurende de dag?
1. Uw bloeddruk schommelt meerdere malen per dag. De meting wordt ook beïnvloed door de manier waarop u uw manchet omdoet en de meetpositie; voer de metingen dus onder dezelfde omstandigheden uit.
2. Als u medicijnen gebruikt, zal de bloeddruk meer variëren.
3. Wacht minimaal 3 minuten voor een nieuwe meting.
Waarom krijg ik thuis een andere bloeddruk dan in het ziekenhuis?
De bloeddruk varieert zelfs gedurende de dag als gevolg van het weer, emoties, inspanning enzovoort. Ook is er het "wittejasseneect", wat inhoudt dat de bloeddruk meestal stijgt in een klinische omgeving.
Is het resultaat hetzelfde als ik om de rechterpols meet?
U kunt beide polsen meten, maar bij verschillende mensen kunnen verschillende resultaten optreden. Wij adviseren u om steeds dezelfde pols te meten.
Waarop u moet letten als u thuis uw bloeddruk meet:
• Of de manchet goed omgebonden is.
• Of de manchet niet te strak of te los zit.
• Of de manchet om de pols is gebonden.
• Of u zich angstig voelt. Het is beter om 2-3 keer diep adem te halen voordat u met meten begint. Advies: Ontspan u 4-5 minuten tot u gekalmeerd bent.
12 I NL
Page 13
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
Dit gedeelte bevat een lijst met foutmeldingen en veelgestelde vragen bij problemen die u bij gebruik van uw bloeddrukmeter kunt tegenkomen. Als het product niet werkt zoals u verwacht, controleer dan deze lijst voordat u contact opneemt voor onderhoud.
PROBLEEM SYMPTOOM CONTROLEER DIT OPLOSSING
Geen stroom
Batterijen bijna leeg
Foutmelding
Waarschuwing­smelding
Er is niets op het scherm te zien.
Het scherm is zwak of traag
E 1 wordt getoond. De manchet is te strak of te los.
E2 wordt getoond.
E3 wordt getoond.
E4 wordt getoond.
EExx wordt op het scherm getoond.
“out” wordt getoond Buiten het meetbereik
Batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe batterijen.
Batterijen zijn onjuist geplaatst. Plaats de batterijen correct.
Batterijen zijn bijna leeg. Plaats nieuwe batterijen.
Het apparaat heeft tijdens de meting beweging gedetecteerd.
Tijdens het meten wordt geen hartslag waargenomen.
Het apparaat heeft tijdens de meting beweging gedetecteerd.
Er is een kalibratiefout opgetreden.
Stel de manchet opnieuw af, niet te los of te strak en meet opnieuw.
Ontspan even en meet opnieuw.
Maak kleding rond uw pols los en meet opnieuw.
De behandeling van de meting is mislukt.
Start de meting opnieuw. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met de verkoper of met onze klantenservice voor verdere hulp. Raadpleeg de garantie voor contactinformatie en instructies voor retourzending.
Ontspan even en meet opnieuw. Neem contact op met uw arts als het probleem zich blijft voordoen.
13 I NL
Page 14
SPECIFICATIONS
Stroomvoorziening 4 * AAA-batterijen 6V DC
Weergavemodus Lcd-scherm V.A. 60 mm . 40,5 mm
Meetmethode Oscillometrische meetmethode
Nominale manchetdruk: 0 mmHg ~ 299 mmHg (0 kPa ~ 39,9 kPa)
Meetbereik
Nauwkeurigheid
Normale gebruiksomstandigheden
Opslag- en transportcondities
Meetomtrek van de bovenarm Circa 22-42 cm
Nettogewicht Circa 169 g (zonder batterijen)
Buitenafmetingen Circa 110 mm . 110 mm . 41 mm
Meegeleverd 4 . AAA-batterijen, gebruiksaanwijzing
Werkingsmodus Continue werking
Mate van bescherming Onderdeel van het type BF
Bescherming tegen het binnendringen van water
Classificatie apparaat Modus batterijvoeding: intern gevoede ME-apparatuur
Softwareversie A01
WAARSCHUWING: aanpassen van deze apparatuur is niet toegestaan.
Meetdruk: SYS: 60 mmHg ~ 230 mmHg (8,0 kPa ~ 30,7 kPa) DIA: 40 mmHg ~ 130 mmHg (5,3 kPa ~ 17,3 kPa) Hartslag: (40-199) slagen/minuut
Bloeddruk: 5 ºC - 40 ºC binnen ±0,4 kpa (3 mmHg) Hartslag: ±5%
Een temperatuurbereik van: +5 °C tot +40 °C Een relatieve luchtvochtigheid van 15% tot 90%, niet-condenserend, maar geen partiële waterdampdruk van meer dan 50 hPa vereist Een luchtdrukbereik van: 700 hPa tot 1060 hPa
Temperatuur: -20 °C tot +60 °C Een relatieve luchtvochtigheid van ≤ 93%, niet-condenserend, met een waterdampdruk tot 50 hPa
IP21 - dit betekent dat het apparaat beschermd is tegen vaste vreemde voorwerpen van 12,5 mm en groter, evenals tegen verticaal vallende waterdruppels.
14 I NL
Page 15
CONTACTGEGEVENS
Ga voor meer informatie over onze producten naar www.salterhousewares.co.uk Gemaakt door: Guangdong Transtek Medical Electronics Co., Ltd.
Zone A, No.105 ,Dongli Road, Torch Development District, Zhongshan, 528437, Guangdong, China
Erkende Europese vertegenwoordiger: Gedistribueerd door
MDSS - Medical Device Safety Service GmbH FKA Brands Ltd Schigraben 41, Somerhill Business Park, Tonbridge, Kent TN11 0GP, UK 30175 Hannover, Customer Support: +44(0) 1732 360783 Germany Support@salterhousewares.co.uk
LIJST VAN NAGELEEFDE NORMEN
Risicomanagement
Etikettering
Gebruiksaanwijzing EN 1041:2008 Informatie die door de fabrikant van medische apparaten wordt geleverd
Algemene veiligheidseisen
Elektromagnetische compatibiliteit
Prestatie-eisen
Klinisch onderzoek
Bruikbaarheid
Processen in levenscyclus van software
Biocompatibiliteit
EN ISO 14971:2012 / ISO 14971:2007 Medische apparaten - Toepassing van risicomanagement voor medische apparaten
EN ISO 15223-1:2016 / ISO 15223-1:2016 Medische apparaten. Symbolen voor gebruik bij etikettering, labels en informatie voor medische apparaten. Deel 1: Algemene eisen
EN 60601-1:2006+A1:2013/ IEC 60601-1:2005+A1:2012 Medische elektrische apparatuur - Deel 1: Algemene eisen voor basisveiligheid en essentiële prestaties EN 60601-1-11:2015/ IEC 60601-1-11:2015 Medische elektrische apparaten - Deel 1-11: Algemene eisen voor basisveiligheid en essentiële prestaties - Secundaire norm: Eisen voor medische elektrische apparatuur en medische elektrische systemen die gebruikt worden voor medische verzorging in de thuisomgeving
EN 60601-1-2:2015/ IEC 60601-1-2:2014 Medische elektrische apparatuur - Deel 1-2: Algemene eisen voor basisveiligheid en essentiële prestaties - Secundaire norm: Elektromagnetische storingen - Eisen en tests
EN ISO 81060-1:2012 Niet-invasieve bloeddrukmeters - Deel 1: Eisen en testmethoden voor niet­geautomatiseerd meettype EN 1060-3:1997+A2:2009 Niet-invasieve bloeddrukmeters - Deel 3: Aanvullende eisen voor elektromechanische bloeddrukmeetsystemen IEC 80601-2-30:2009+A1:2013 Medische elektrische apparatuur - Deel 2-30: Bijzondere eisen voor de basisveiligheid en essentiële prestaties van geautomatiseerde niet-invasieve bloeddrukmeters
EN 1060-4:2004 Niet-invasieve bloeddrukmeters - Deel 4: Testprocedures voor het bepalen van de algehele nauwkeurigheid van geautomatiseerde niet-invasieve bloeddrukmeters ISO 81060-2:2013 Niet-invasieve bloeddrukmeters - Deel 2: Klinische validatie van geautomatiseerd meettype
EN 60601-1-6:2010+A1:2015/IEC 60601-1-6:2010+A1:2013 Medische elektrische apparatuur - Deel 1-6: Algemene eisen voor basisveiligheid en essentiële prestaties - Secundaire norm: Bruikbaarheid IEC 62366-1:2015 Medische apparaten - Deel 1: Aanbrengen van bruikbaarheid-engineering aan medische apparaten Processen in levenscyclus van software
EN 62304:2006/AC: 2008 / IEC 62304: 2006+A1:2015 Software voor medische apparaten - Processen in levenscyclus van software
ISO 10993-1:2009 Biologische evaluatie van medische apparaten - Deel 1: Evaluatie en testen binnen een risicomanagementproces ISO 10993-5:2009 Biologische evaluatie van medische apparaten - Deel 5: Tests op in-vitrocytotoxiciteit ISO 10993-10:2010 Biologische evaluatie van medische apparaten - Deel 10: Tests op irritatie en sensibilisatie van de huid
15 I NL
Page 16
EMC-RICHTLIJNEN
1. Dit product vereist speciale voorzorgsmaatregelen met betrekking tot EMC en moet worden geïnstalleerd en in gebruik
worden genomen in overeenstemming met de meegeleverde EMC-informatie. Dit apparaat kan worden beïnvloed door draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur.
2. * Gebruik geen mobiele telefoon of andere apparaten die elektromagnetische velden uitzenden in de buurt van het
apparaat. Dit kan leiden tot een onjuiste werking van het apparaat.
3. Waarschuwing: Dit apparaat is uitvoerig getest en geïnspecteerd om de juiste werking en prestaties te garanderen!
4. * Waarschuwing: Dit apparaat mag niet naast of op andere apparatuur worden geplaatst. Indien naast elkaar of gestapeld
gebruik noodzakelijk is, dient het apparaat te worden geobserveerd om de normale werking te verifiëren in de configuratie waarin deze zal worden gebruikt.
EMC GUIDANCE
Tabel 1
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissie
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van het apparaat dient te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Emissietest Naleving Elektromagnetische omgeving - richtlijnen
RF-emissies CISPR 11
RF-emissies CISPR 11
Harmonische emissies IEC 61000-3-2
Spanningsschommelingen / flikkeremissies EC 61000-3-3
Groep 1
Klasse B
Klasse A
Voldoet
Het apparaat gebruikt uitsluitend RF-energie voor de interne functies. Bijgevolg zijn de RF-emissies erg laag en veroorzaken ze wellicht geen storing in naburige elektronische apparatuur.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in alle gebouwen, met uitzondering van huishoudens en gebouwen die rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare laagspanningsnet dat levert aan gebouwen die voor huishoudelijke doeleinden worden gebruikt.
16 I NL
Page 17
Tabel 2
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van het apparaat dient te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest IEC 60601 testniveau Nalevingsniveau
Elektrostatische ontlading (ESD) IEC 61000-4-2
Elektrisch snel transiënt of burst IEC 61000-4-4
Piek IEC 61000-4-5
Spanningsdalingen, korte onderbrekingen en spanningsvariaties bij stroomtoevoerkabels IEC 61000-4-11
Stroomfrequentie (50Hz/60Hz) magnetisch veld IEC 61000-4-8
OPMERKING: U
15 kV lucht ±8 kV contact
in/uitgangsleidingen: ±1 kV voedingsleidingen: ±2 kV
100 kHz herhalingsfrequentie leiding(en) naar de aarde: ±2 kV leiding(en) op leiding(en): ±1 kV
0% U
; 0,5 cyclus
T
Bij 0°, 45°, 90°, 135°, 180°, 225°, 270° en 315° 0% UT ; 1 cyclus en 70% U
; 25/30 cycli
T
Enkelfasig: bij 0° 0% UT ; 300 cycli 0% U
; 0,5 cyclus
T
Bij 0°, 45°, 90°, 135°, 180°, 225°, 270° en 315° 0% U
; 1 cyclus en
T
70% U
; 25/30 cycli
T
Enkelfasig: bij 0° 0% UT ; 300 cycli
30 A/m 50Hz/60Hz
is de netspanning vóór de toepassing van het testniveau.
T
±15 kV lucht ±8 kV contact
voedingsleidingen: ±2 kV
100 kHz herhalingsfrequentie leiding(en) op leiding(en): ±1 kV
0% UT ; 0,5 cyclus Bij 0°, 45°, 90°, 135°, 180°, 225°, 270° en 315° 0% U
; 1 cyclus en
T
70% U
; 25/30 cycli
T
Enkelfasig: bij 0° 0% UT ; 300 cycli
30 A/m 50Hz/60Hz
Elektromagnetische omgeving -
Vloeren moeten uit hout, beton of uit keramische tegels bestaan. Als vloeren bedekt zijn met synthetische materialen, moet de relatieve vochtigheid ten minste 30% zijn.
De kwaliteit van de netspanning dient de gebruikelijke kwaliteit van een bedrijfs- of ziekenhuisomgeving te zijn.
De kwaliteit van de netspanning dient de gebruikelijke kwaliteit van een bedrijfs- of ziekenhuisomgeving te zijn.
De kwaliteit van de netspanning dient de gebruikelijke kwaliteit van een bedrijfs- of ziekenhuisomgeving te zijn.
Magnetische stroom­frequentievelden moeten op een niveau zitten dat kenmerkend is voor een typische bedrijfs- of ziekenhuisomgeving.
richtlijnen
17 I NL
Page 18
Tabel 3
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van het apparaat dient te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Testniveau
Geleide RF IEC 61000-4-6
Uitgestraalde RF IEC 61000-4-3
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing. OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische overdracht wordt beïnvloed door absorptie en reflectie door gebouwen, voorwerpen en mensen.
a
Veldsterkten van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (mobiel/draadloos), mobiele landradio’s,
amateurradio’s, AM- en FM-radiouitzendingen en tv-uitzendingen kunnen in theorie niet nauwkeurig worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving als gevolg van vaste RF-zenders te bepalen, moet een elektromagnetisch locatieondezoek worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar het apparaat wordt gebruikt hoger is dan het eerder vermelde van toepassing zijnde RF-nalevingsniveau, dient u nauwlettend te controleren of het apparaat normaal functioneert. Als abnormaal functioneren wordt waargenomen, kunnen extra maatregelen nodig zijn, zoals het heroriënteren of verplaatsen van het apparaat.
b
Over het frequentiebereik 150 kHz tot 80 Mhz moeten de veldsterkten minder zijn dan 3V/m.
IEC 60601
testniveau
150 kHz tot 80 MHz: 3 Vrms 6 Vrms (in ISM­en amateur­radiobanden) 80% Am bij 1kHz
10V/m, 80% Am bij 1kHz
Nalevingsniveau Elektromagnetische omgeving - richtlijnen
150 kHz tot 80 MHz: 3 Vrms 6 Vrms (in ISM­en amateur­radiobanden) 80% Am bij 1kHz
10V/m, 80% Am bij 1kHz
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur mag niet worden gebruikt dichter bij enig onderdeel van het apparaat, met inbegrip van kabels, dan de aanbevolen scheidingsafstand die wordt berekend aan de hand van de vergelijking die geldt voor de frequentie van de zender. Aanbevolen scheidingsafstand:
d = 0,35
P
d = 1,2
P
80 MHz tot 800 MHz: d=1,2
800 MHz tot 2,7 GHz: d=2,3
waarbij volgens de fabrikant van de
P
zender P staat voor het maximale uitgangsvermogen van de zender in watt (W) en d voor de aanbevolen
P
scheidingsafstand in meters (m). De veldsterkten van vaste RF-zenders, zoals bepaald door een elektromagnetisch locatieonderzoek, a moeten lager zijn dan het nalevingsniveau in elk frequentiebereik.
Interferentie kan optreden in de buurt van apparatuur die gemarkeerd is met het volgende symbool:
b
18 I NL
Page 19
Tabel 4
Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en het apparaat.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen onder controle worden gehouden. De klant of de gebruiker van het apparaat kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door een minimumafstand aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en het apparaat volgens de onderstaande aanbevelingen, al naar gelang het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Gespecificeerd maximaal
uitgangsvermogen van
zender (W)
150 kHz tot 80 MHz
0,01 0,12 0,12
0,1 0,38 0,38
1 1,2 1,2
10
100
Voor zenders met een maximaal uitgangsvermogen dat hierboven niet wordt genoemd, kan de aanbevolen scheidingsafstand d in meters (m) worden geschat aan de hand van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender, waarbij P het maximale uitgangsvermogen van de zender in watt (W) is volgens de fabrikant van de zender. OPMERKING 1: Bij 80MHz en 800MHz is de scheidingsafstand van het hogere frequentiebereik van toepassing. OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische overdracht wordt beïnvloed door absorptie en reflectie door gebouwen, voorwerpen en mensen.
Scheidingsafstand volgens zenderfrequentie (m)
d = 3.5
P
80 MHz tot 800 MHz
d = 1.2
3,8 3,8
12 12
P
800 MHz to 2.7 GHz
d = 2.3
P
0,23
0,73
2,3
7,3
23
2 JAAR GARANTIE
FKA Brands Ltd geeft 2 jaar garantie op materiële en fabrieksfouten vanaf de aankoopdatum, met uitzondering van het onderstaande. Deze productgarantie van FKA Brands Ltd is niet van toepassing op beschadigingen veroorzaakt door verkeerd gebruik of misbruik; ongelukken; het bevestigen van niet-toegestane accessoires; wijzigingen aan het product; en andere condities waar FKA Brands Ltd geen controle over heeft. Deze garantie is alleen geldig wanneer het product aangeschaft en gebruikt wordt in het VK / de EU. Een product dat gewijzigd of aangepast moet worden om gebruikt te kunnen worden in een land anders dan het land waarvoor het was ontworpen, geproduceerd, goedgekeurd en/of geautoriseerd, of reparatie van producten die beschadigd zijn door deze wijzigingen, valt niet onder deze garantie. FKA Brands Ltd is niet verantwoordelijk voor eventuele indirecte, speciale of gevolgschade. Om garantieservice voor uw product te krijgen, dient u het product gefrankeerd naar uw plaatselijke onderhoudscentrum te sturen, samen met de gedateerde kassabon (als bewijs van aankoop). Na ontvangst zal FKA Brands Ltd uw product repareren of vervangen (waar nodig) en deze gefrankeerd aan u retourneren. Garantie geldt enkel bij service door het Salter Service Centre. De garantie komt te vervallen bij service aan dit product door iemand anders dan het Salter Service Centre. Deze garantie laat uw wettelijke rechten onverlet. Uw lokale Salter Service Centre is te vinden op www.salterhousewares.co.uk/servicecentres
19 I NL
Page 20
Tabel 5
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de
gebruiker van het apparaat dient te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Test
Uitgestraalde RF IEC61000­4-3 (Test­specificaties voor IMMUNI­TEIT VAN BEHUIZING­SPOORTEN bij RF draadloze communicatie­apparatuur)
frequentie
(MHz)
5500
Band a)
(MHz)
TETRA 400 Pulsmodulatie b)
430-470
Modulatie b) Modulatie b)
FRS 460 FM c) ± 5kHz afwijking 1kHz sinus
Pulsmodulatie b) 217Hz
Pulsmodulatie b) 18Hz
Pulsmodulatie b) 217Hz
Pulsmodulatie b) 217Hz
Pulsmodulatie b) 217Hz
(W)
Afstand (m) Service a)
IMMUNITEIT STESTNIVEAU
(V/m)
NOTA Se occorre raggiungere il LIVELLO TEST DI IMMUNITÀ, la distanza tra l’antenna trasmittente e l’APPARECCHIO o il SISTEMA ELETTROMEDICALE può essere ridotto a 1 m. La distanza di prova di 1 m è ammessa dalla norma CEI 61000-4-3.
a) Voor sommige services zijn alleen de uplinkfrequenties opgenomen. b) De drager zal worden gemoduleerd met behulp van een blokgolfsignaal van 50% inschakelduur. c) Als alternatief voor FM-modulatie kan 50% pulsmodulatie bij 18 Hz worden gebruikt, omdat, terwijl het niet de werkelijke modulatie weergeeft, dit het ergste geval zou zijn.
RISICOMANAGEMENT, en hogere IMMUNITEITSTESTNIVEAUS te gebruiken die geschikt zijn voor de kleinere minimale scheidingsafstand. Minimale scheidingsafstanden voor hogere IMMUNITEITSTESTNIVEAUS dienen teworden berekend aan de hand van de volgende vergelijking: E = ⁄ waarbij P het maximale vermogen in W is, d de minimale scheidingsafstand in m en E het IMMUNITEITSTESTNIVEAU in
Dove P è la potenza massima in W, d è la distanza di separazione minima in m, ed E è il LIVELLO DI TEST DI IMMUNITÀ V/m.
in V/m.
d
P
Loading...