Hartelijk dank dat u een PHILIPS-faxapparaat hebt gekozen. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe laserfax.
Met dit apparaat kunt u faxen en telefoneren, SMS-berichten versturen en ontvangen evenals kopieën maken.
Het apparaat print op normaal kopieer- en schrijfpapier.
Met de tijdstempel van de Laserfax 855 kunt u de ontvangst van een fax precies documenteren. Dit werkt ook
na een stroomstoring.
Uw apparaat print met de meest moderne lasertechnologie. De startercartridge, die met uw apparaat wordt
meegeleverd, is voldoende voor max. 1.000 pagina’s. Met
de navolgende tonercartridges kunt u tot 3.000 pagina’s
afdrukken. Tonercartridges en toebehoren verkrijgt u via
onze telefonische bestelservice (zie achterzijde).
U kunt de Laserfax 855 op uw computer aansluiten (PC
met Microsoft Windows® 98 SE · 2000 · ME · XP) en het
apparaat als laserprinter gebruiken. Bovendien kunt u
documenten scannen en op de computer bewerken.
Lees de handleiding a.u.b. zorgvuldig door en volg ook
de veiligheidsinstructies op. Test zelf de veelvoudige mogelijkheden van uw laserfaxapparaat. U kunt het apparaat
niet beschadigen, als u de functies toepast die wij in deze
handleiding hebben beschreven.
Sluit de telefoon- of netstekker niet in vochtige
ruimten aan. Raak de netstekker, stopcontact of het
Veiligheids-
¿
telefoonstopcontact nooit met natte handen aan.
instructies
Houd de volgende instructies voor de plaatsing en het
gebruik van het apparaat a.u.b. goed aan om eventuele
gevaren, beschadigingen of storingen te vermijden.
Zorg ervoor dat het faxapparaat veilig en stabiel op
een vlak en glad oppervlak staat (geen onderleggers
¿
zoals tapijten, of iets dergl.). Mocht het apparaat ergens
afvallen, kan het beschadigd worden of personen – vooral
kleine kinderen – kunnen letsel oplopen. De afstand tot
andere apparaten of voorwerpen moet minstens 15 centimeter bedragen. Monteer alle kabels zo dat niemand
erover kan struikelen of kabels resp. het apparaat be-
schadigd kunnen
worden. Laat vóór
het apparaat minstens 30 centimeter vrij, omdat
documenten en
afdrukken aan de
voorzijde uit het
apparaat komen.
Zet het apparaat nooit in direct zonlicht en plaats het
niet vlak bij een verwarming, airconditioning, radio- of
tv-toestel. Als u bovendien nog een draadloze telefoon gebruikt, houd dan a.u.b. een afstand aan van minstens 15
centimeter tussen het laserfaxapparaat en het basisstation
van de draadloze telefoon. Hierdoor kunnen akoestische
storingen in de draadloze hoorn optreden.
Laat kinderen nooit zonder toezicht met het apparaat
werken. De verpakkingsfolies mogen niet in handen van
kinderen terechtkomen.
De ruimte waarin u het
apparaat gebruikt moet
¿
goed en voldoende geventileerd zijn – vooral als het
apparaat vaak gebruikt wordt.
Zet uw laserfaxapparaat zo
neer dat de uitgeblazen luchtstroom niet op een werkplek
gericht is.
De fax mag niet afgedekt worden. Zet het apparaat
niet in kasten of laden. Plaats het niet op een zachte
¿
ondergrond zoals tapijten of kussens, en dek de ventilatiespleten niet af. Hierdoor kan het apparaat oververhit
en zelfs in brand raken. Als uw faxapparaat te heet wordt
of wanneer er rook uit komt, trek dan onmiddellijk de
stekker uit het stopcontact. Laat het apparaat door een
technische servicedienst controleren.
Er mogen geen vloeistoff en of vreemde voorwerpen in
het apparaat terechtkomen! Personen zouden anders
een elektrische schok kunnen oplopen. Bovendien kan
aan het apparaat ernstige schade ontstaan. Mochten er
toch vloeistoff en of vreemde voorwerpen in het apparaat
terechtkomen, moet u meteen de stekker uit het stop-
contact trekken en
het apparaat door
een technische
servicedienst laten
controleren. Zet
uw faxapparaat
nooit in de regen.
Trek bij onweer
zowel de net- als de
telefoonstekker van
het faxapparaat uit
het stopcontact. Is
dat niet mogelijk,
gebruik de fax dan
niet en telefoneer
ook niet. Anders bestaat het gevaar van blikseminslag
voor de gebruiker of een beschadiging van het apparaat.
Onderbreek de leiding van het faxapparaat naar het
stroom- en telefoonnet voordat u het oppervlak van de
fax schoonmaakt. Gebruik geen vloeibare of gasvormige
reinigingsmiddelen (sprays, schuurmiddelen, enz.) of
reinigingsmiddelen met alcohol.
Als de behuizing of de netkabel beschadigd raakt,
moet u de stek-
¿
ker uit het stopcontact trekken. Raak
nooit een telefoonof net kabel aan die
niet gesoleerd is
resp. waarvan de
isolatie beschadigd
is, zonder dat u tevoren de telefoon- en
netstekker uit het
stopcontact hebt getrokken. Alleen een geautoriseerde servicedienst mag de
behuizing van uw apparaat openen.
Wanneer de stroom uitvalt, kunt u geen gebruik meer
maken van telefoon of fax.
Open nooit de tonercartridge. Mocht er tonerstof
uit komen, vermijd dan een contact met huid en
¿
ogen. Bewaar nieuwe en gebruikte cartridges zo dat ze
niet in de handen van kinderen terecht komen. Trek het
papier bij een papierstoring niet met geweld uit het apparaat en gooi het voorzichtig weg: de toner zit eventueel
nog niet goed op het papier vast en er zou tonerstof vrij
Veiligheidsinstructies
Hoofdstuk Veiligheidsinstructies
kunnen komen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met koud water;
heet water zou de toner fi xeren.
Indien er een breuk in het LCD-display ontstaat, kan
er een licht irriterende vloeistof uitstromen. Vermijd in
ieder geval huid- en oogcontact.
Uw faxapparaat is in overeenstemming met de
normen EN 60950-1 resp. IEC 60950-1 gekeurd
¿
en mag alleen op telefoon- en stroomnetten worden
gebruikt die aan deze normen voldoen. Het faxapparaat
is uitsluitend voor gebruik in het desbetreff ende land van
verkoop gefabriceerd. Het voldoet aan de bepalingen van
de telefoonmaatschappij van het land. Breng geen andere
instellingen aan of voer geen andere procedures uit dan in
deze handleiding worden beschreven.
Laser-Veiligheid
Ã
Uw faxapparaat werkt met laserstralen. Alleen een gekwalifi ceerde servicedienstmedewerker mag het apparaat
openen en servicewerkzaamheden uitvoeren, anders
bestaat het gevaar van oogblessures door zichtbare en
onzichtbare laserstralen.
5
Klasse 1 laser-product
Veiligheidsinstructies
6Hoofdstuk Overzicht
Overzicht
Beschrijving van het apparaat
Documenthouder
Documentengeleider
Documenteninvoer
Afdekkap
Bedieningspaneel
met LCD-display
Documentenuitvoer
Hoorn met krulsnoer
Opening voor
Plug’n’Print-kaart
Tonercartridge
Aansluitingen aan de achterzijde
Print- en faxuitvoer
(uittrekbaar)
Papierlade
Hoorn
Externe apparatuur
Telefoonkabel
Netsnoer
USB-port / computer
(Laserfax 855)
Hoofdstuk Overzicht
Bedieningspaneel met LCD-display
Symbolen op het LCD-display
– Resolutie SFINO ingesteld
f
– Resolutie FOTO ingesteld
}
ties oproepen
Rood lampje v – Knippert
het lampje, lees dan a.u.b. de
aanwijzingen op het display
– Telefoonboekfunc-
F
– Resolutie FINO ingesteld
h
– Binnengekomen gesprekken
I
tijdens afwezigheid
– Binnengekomen SMS-berichten
W
7
Groen lampje
pert, als een SMS-bericht is
binnengekomen of wanneer
zich een fax in het faxgeheugen
bevindt
»
– Knip-
COPY – Twee keer indrukken: Automatisch kopiëren. Eén keer indrukken:
kopieën aanpassen
STOP – Proces zonder opslaan onderbreken / document uitwerpen
START – Faxtransmissie, faxontvangst
starten
h/f/F
MAAL, FINO – h, SFINO – f,
FOTO – F)
C – Wissen / één menustap terug
W
of versturen
– Resolutie instellen (NOR-
– SMS-berichten lezen, bewerken
– Opties kiezen / Cursor
¾
op het display bewegen
– Functie-, opdrachten-,
¨
instellingslijst printen / Snelinstallatie starten / Faxjournaal
of telefoonboek printen
MENU/OK – Functies oproepen / Invoer bevestigen
MODE – Faxontvangstmodus
Handmatig, FAX, EXT/
ANTW
of AUTOMATISCH
– Lijst van de laatste tien geko-
º
zen nummers
Blauwe toets en
laatste 10 bellers
R/PAUSE –
Blauwe toets en R/PAUSE – Kiespauze
invoegen
– Nummer kiezen met de hoorn
¼
op de haak
Blauwe toets en
nummer voor het verzenden van een
fax toevoegen
Druk de blauwe toets en de desbetreffende lettertoets in om de erboven afgebeelde speciale tekens in te toetsen
–
º
Speciale functies oproepen
¼
Lijst van de
– Nog een
8Hoofdstuk 1. Installatie
In van de verpakking
Faxapparaat
Papierlade
Documenthouder
Documentenopvang
1. Installatie
Uitpakken en aansluiten
Documenthouder aanbrengen
Steek de documenthouder in de twee openingen van de
afdekkap. De houder moet goed vastklikken.
Hoorn
en krulsnoer
Startercartridge
Netsnoer
Telefoonkabel
(landspecifiek)
Handleiding
Print- en faxuitvoersteun eruit trekken
Trek de print- en faxuitvoersteun uit het deksel van de
papierlade.
Documentenopvang aanbrengen
Steek de documentenopvang in de twee openingen onder
het bedieningspaneel.
Installeerhulp
Installatie-CD
(Laserfax 855)
1. Installatie
Hoofdstuk 1. Installatie
9
Hoorn aansluiten
Steek een einde van het krulsnoer in het contact op de
hoorn. Het andere einde van het krulsnoer steekt u in de
aansluiting aan de achterzijde van het apparaat die met
het )-symbool gekenmerkt is.
Telefoonkabel aansluiten
U sluit de telefoonkabel op het faxapparaat aan door de
kabel in de aansluiting met de aanduiding LINE aan de
achterzijde van het apparaat te steken. Steek de telefoonstekker in het telefoonstopcontact.
Nederland
Netsnoer aansluiten
Steek de stroomkabel in de aansluiting aan de achterzijde
van het apparaat. Sluit de stroomkabel op het stopcontact
aan.
Is het faxapparaat op de stroomvoorziening aangesloten,
begint de snelinstallatie. U wordt verzocht uw land te selecteren en het nummer en de naam evenals de datum en
de tijd in te toetsen (zie hoofdstuk Instellingen). Als u
de snelinstallatie opnieuw wilt uitvoeren, drukt op ¨, en
selecteert u met ¾ Helppagina 2: instal-
latie
. Bevestig dit met OK.
Tonercartridge
Nieuwe tonercartridge
Voordat u documenten kunt ontvangen, kopiëren of
afdrukken, moet er een tonercartridge in het faxapparaat
zijn geplaatst. Daarom bevindt zich bij het apparaat een
startercartridge (capaciteit circa 1.000 pagina’s). Het
niveaugeheugen voor deze startercartridge werd in de
fabriek ingesteld. De startercartridge hoeft niet met een
Plug’n’Print-kaart te worden opgeladen. Voor elke volgende tonercartridge die u in uw faxapparaat plaatst moet
u het niveaugeheugen met de meegeleverde Plug’n’Printkaart updaten.
België
Gebruik uitsluitend originele PHILIPS to-
¡
nercartridges om een goede afdrukkwaliteit
te waarborgen. Andere tonercartridges kunnen het
apparaat beschadigen. Bovendien komt de garantie te vervallen (zie Bijlage / Garantie).
1. Installatie
10Hoofdstuk 1. Installatie
1
Open de afdekkap door beide documentengeleiders
vast te pakken en de afdekkap naar achter te klappen.
2 Verwijder de oude tonercartridge door deze bij de
uitsparing in het midden vast te pakken en omhoog
te trekken.
4 Verwijder de zwarte beschermfolie en ander verpak-
kingsmateriaal, maar nog niet de beschermstrook
in de cartridge.
5 Schud de nieuwe tonercartridge meerdere malen
heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen en
zo de afdrukkwaliteit te verbeteren.
6 Trek pas daarna de beschermstrook aan de linker
zijde van de cartridge er helemaal uit.
Neem de tonercartridge voorzichtig uit het
Æ
Bewaar de aangebroken of verbruikte toner-
Open nooit een tonercartridge. Mocht er tonerstof
3 Neem de nieuwe tonercartridge uit de verpakking.
apparaat, zodat er geen tonerstof uitvalt. Let
op waar u de cartridge neerlegt; uittredend tonerstof kan de ondergrond vervuilen.
cartridges in de originele verpakking of een plastic
zak, zodat er geen tonerstof uitvalt. Geef de oude
cartridges in de vakhandel of bij een afvalverzamelplaats af. Gooi de tonercartridges nooit in het
vuur. Tonercartridges mogen niet in handen van
kinderen terechtkomen.
uit komen, vermijd dan een contact met huid en
ogen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de
stof van kleding of voorwerpen met koud water; heet
water zou de toner fi xeren.
Schud de tonercartridge niet meer nadat u
Æ
7 Plaats de tonercartridge in uw laserfaxapparaat. De
8 Sluit de afdekkap. Let er op dat de afdekkap aan
de beschermstrook verwijderd hebt. Er zou
anders tonerstof vrij kunnen komen.
cartridge moet compleet vastklikken.
beide zijden vastklikt.
1. Installatie
Hoofdstuk 1. Installatie
11
9 Op het display verschijnt vervangcartr.?.
Bevestig dit met OK.
10 Wacht tot op het display
schijnt. Schuif de Plug’n’Print-kaart van de nieuwe
tonercartridge met de contacten naar links in de
opening links naast de papierlade. (Alleen de startercartridge heeft geen Plug’n’Print-kaart nodig.)
Mocht op het display de foutmelding
¡
Kaart onleesbaar, verschijnen, hebt
u de Plug’n’Print-kaart er misschien verkeerd ingelegd. De contacten moeten naar links wijzen, als u
de kaart in het apparaat schuift.
plaats
kaart
ver-
Is het tonerniveau van uw cartridge laag, verschijnt elke
keer, wanneer u de afdekkap opent en sluit, op het display de vraag:
cartridge geplaatst, drukt u op STOP. Als u een nieuwe
cartridge geplaatst hebt, drukt u op OK en volgt de bovenstaande beschrijving.
zwart=nieuw ? Hebt u geen nieuwe
Tonerniveau aangeven
Als u een nieuwe tonercartridge plaatst, moet
Æ
1 Druk op MENU/OK,
2 Selecteer met ¾ capac.cartr., en bevestig
u het niveaugeheugen van uw faxapparaat met
de meegeleverde Plug’n’Print-kaart updaten. Uw
faxapparaat registreert het tonerverbruik van elke
afdruk en berekent daaruit het tonerniveau van
de cartridge. Het aangegeven niveau is alleen betrouwbaar, als u elke nieuwe tonercartridge met de
bijgevoegde Plug’n’Print-kaart update.
en OK.
62
dit met OK. Het tonerniveau van de cartridge wordt
als percentage tussen 100 procent (vol) en 0 procent
(leeg) aangegeven.
11 Het updaten van het niveaugeheugen kan een poosje
duren. Als het updaten beëindigd is, verschijnt op
het display:
Actie voltooid / verwijder kaart
12 Trek de Plug’n’Print-kaart uit het apparaat.
U kunt het updaten op elk gewenst tijdstip afbreken door
op STOP te drukken. Het niveaugeheugen moet echter
voor elke nieuwe tonercartridge worden opgeladen. Hebt
u per ongeluk op STOP gedrukt, start u het opladen als
volgt:
1 Druk op MENU/OK,
62
en OK.
3 Met
C
keert u naar de voorafgaande menustap terug;
met
STOP
bereikt u de uitgangspositie.
Papier
Voordat uw faxapparaat kopieert of faxen ontvangt
moet u er papier in leggen. Gebruik de papiermaten
A4, 210 × 297 millimeter, Letter, 216 × 279 milli-
meter (8,5 × 11 inch) of Legal, 216 × 356 millimeter
(8,5 × 14 inch). Uw apparaat functioneert met normaal
kopieer- en schrijfmachinepapier (60 tot 90 g/m2).
Gebruik voor Legal-papier a.u.b. uitsluitend 90 g/m2.
U kunt zowel documenten als blanco papier in de drie
maten gebruiken.
A4-papier plaatsen
1 Trek de papierlade eruit.
2 Selecteer met ¾ nieuw zwart, en bevestig dit
met OK. Selecteer met ¾ Ja. Na een korte tijd
verzoekt het apparaat u de Plug’n’Print-kaart erin te
plaatsen.
1. Installatie
12Hoofdstuk 1. Installatie
2 Schud het papier even los en maak er op een vlakke
ondergrond een strakke stapel van. Zo verhindert u
dat er meerdere vellen tegelijk in het apparaat worden getrokken.
3 Verwijder het deksel van de papierlade. Plaats slechts
zoveel papier als onder de uitstekende begrenzingsmarkeringen aan de bovenste rand van de papierlade
past (zie ook tekeningen op het deksel van de papierlade). U kunt tot 250 vel plaatsen.
4
Wilt u op een origineel document printen (bijvoorbeeld
formulieren of briefpapier), plaats het origineel dan met
de zijde waarop u wilt afdrukken naar onder en met de
kop van de bladzijde naar achter in de papierlade.
5 Druk het papier naar beneden tot de hendel (A) aan
de achterzijde van de papierlade vastklikt.
6 Leg het deksel op de papierlade. Schuif de lade tot de
aanslag in het faxapparaat.
Trek de papierlade er niet uit als het apparaat
Æ
aan het afdrukken is. Dit kan ertoe leiden dat
het papier vastloopt. Mocht het papier vastlopen,
volg dan de aanwijzingen in het hoofdstuk Tips en Trucs / Papierstoring.
Voorgedrukte formulieren die door een la-
¡
Als u van een origineel document op een andere papiermaat wilt kopiëren of faxen in Letter- of Legal-formaat
verwacht, geeft de tabel u het percentage voor de
serprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt
om verder bedrukt te worden. Dit kan ertoe leiden
dat het papier vastloopt. Mocht het papier vastlopen, volg dan de aanwijzingen in het hoofdstuk
Tips en Trucs / Papierstoring.
Afdruk
A4LetterLegal
Document
A4100 %94 %103 %
Letter97 %100 %100 %
Legal83 %78 %100 %
Letter- of Legal-papier plaatsen
Om papier in Letter- of Legal-formaat in de papierlade
te kunnen plaatsen moet u de lade aan deze formaten
aanpassen. De papierbreedte stelt u met de beide verplaatsbare begrenzingen in het achterste gedeelte van de
papierlade in. De lengte van de papierlade kunt u met de
pijltoets op de bodem van de papierlade instellen.
vergroting of verkleining aan. Stel bijvoorbeeld 83 procent in, als u een fax in Legal-formaat ontvangt en deze
op A4 wilt afdrukken.
1. Installatie
Hoofdstuk 1. Installatie
13
1 Aan papierbreedte aanpassen: Trek de beide
zijkantbegrenzingen eruit. Draai de begrenzingen zo
om dat de opdruk LT R naar binnen naar het papier
wijst. Steek de zijkantbegrenzingen er weer in; ze
moeten goed in de houders vastklikken. Draai altijd
beide zijkantbegrenzingen om!
Nu kunt u zowel Letter- als Legal-papier gebruiken,
omdat de twee formaten dezelfde papierbreedte hebben.
Wilt u weer A4-papier gebruiken, draait u de zijkantbegrenzingen weer terug, zodat de opdruk A4 te zien is.
inlichtingen vindt u in de bedieningshandleiding van
uw ISDN-installatie, of informeer bij uw netwerk-exploitant.
Telefooncentrale / PA BX
Telefooncentrales (PABX) worden in alle grotere bedrijven gebruikt. Voor een telefoongesprek of het versturen
van een fax moet u een buitenlijncode draaien om van
een neventoestel een verbinding met het openbare telefoonnet te verkrijgen.
1 Druk op MENU/OK,
soortcentr Bevestig dit met OK.
¾
2 Selecteer met ¾ openbaar of pabx.
3 Bevestig dit met OK. Met C keert u naar de voor-
afgaande menustap terug; met STOP bereikt u de
uitgangspositie.
Gebruikt u het apparaat op een neventoestel, stel dan u
met functie 15 in hoe lang de interne nummers zijn en
welke buitenlijncode gedraaid moet worden om de openbare telefoonlijn te krijgen.
en OK. Selecteer met
15
2Aan papierlengte aanpassen: Druk op de pijl-
toets op de bodem van de papierlade. Trek het voorste gedeelte van de papierlade eruit tot de pijltoets
bij het opschrift LGL vastklikt. Nu kunt u papier in
Legal-formaat in de lade plaatsen. Schuif de lade in
elkaar tot de pijltoets bij het opschrift LT R vastklikt;
nu kunt u papier in Letter-formaat erin plaatsen.
Voor A4-papier moet de pijltoets in het veld met het
opschrift A4 vastgeklikt zijn.
Speciale telefoonaansluitingen
ISDN-installaties
1 Druk op MENU/OK,
Prefix. Bevestig dit met OK.
¾
2 Toets de lengte van de interne nummers in. Voorin-
gesteld is
van het langste nummer en tel er een cijfer bij op.
Bestaan uw doorkiesnummers bijvoorbeeld uit vier
cijfers, toetst u
3 Bevestig dit met OK.
4 Toets de buitenlijncode in die nodig is om het open-
bare telefoonnet te breiken. In de meeste gevallen
is dat de 0. (Vraag zo nodig de aanbieder van uw
telefooninstallatie.)
5 Bevestig dit met OK. Met C keert u naar de voor-
afgaande menustap terug; met STOP bereikt u de
uitgangspositie.
¡
extern nummer intoetst. Het apparaat zet automatisch de buitenlijncode vóór nummers die langer
zijn dan de interne doorkiesnummers.
10. Met de
5 in.
Met deze instellingen hoeft u de buitenlijncode niet meer vooraf te draaien, als u een
en OK. Selecteer met
15
-toets wist u cijfers. Ga uit
\
Uw faxapparaat is een analoog faxapparaat (groep 3).
Het is geen ISDN-faxapparaat (groep 4) en kan dus
niet direct op een ISDN-aansluiting worden gebruikt.
U hebt hiervoor een (analoge) adapter of een aansluiting voor analoge eindapparatuur nodig. Nadere
1. Installatie
14Hoofdstuk 1. Installatie
Mogelijkheid 2
Extra apparatuur
U kunt op uw telefoonaansluiting behalve uw faxapparaat nog andere apparaten aansluiten, bijvoorbeeld
(draadloze) telefoons, antwoordapparaten of modems.
Neem contact op met uw leverancier als u het faxapparaat
wilt combineren met speciale extra apparatuur.
Als u op dezelfde aansluiting ook een draadloze telefoon
met SMS-functie gebruikt, hangt het van de fabrikant af
op welk apparaat een SMS-bericht wordt ontvangen. Het
SMS-bericht wordt slechts op één apparaat ontvangen.
Probeer de ontvangst van SMS-berichten op uw draadloze telefoon uit te schakelen.
Aansluiting op het faxapparaat
U kunt extra apparatuur direct op uw faxapparaat aansluiten. Vooral externe antwoordapparaten moet u op de
volgende manier aansluiten: steek de telefoonkabel van
het extra apparaat in de EXT-bus (RJ-11-aansluiting)
van uw faxapparaat.
Mogelijkheid 3
Sluit de extra apparatuur aan via de EXT-bus, dan functioneert de faxschakelaar van het apparaat optimaal en
kan de externe apparatuur controleren (zie hoofdstuk
Instellingen / Faxontvangstmodus instellen).
Aansluiting op de telefoonlijn
Wilt u andere telecommunicatieapparatuur op hetzelfde
telefoonstopcontact aansluiten, dan dient u op de juiste
volgorde van aansluiting te letten.
Mogelijkheid 1
Mogelijkheid 4
1. Installatie
Hoofdstuk 1. Installatie
Easylink
De Easylink-functie helpt u bij het gebruik van externe
apparatuur die op dezelfde telefoonlijn aangesloten is.
Extra telefoons moeten hiervoor op de toonkiesfunctionaliteit ( DTMF tonen) worden ingesteld. Kijk in de
handleiding van uw telefoon na hoe u uw toestel op de
toonkiesfunctionaliteit instelt.
Faxontvangst starten
Als u de hoorn van het faxapparaat opneemt en een fl uittoon of stilte hoort, ontvangt u een faxbericht. Druk op
START, en leg de hoorn er weer op. Het faxapparaat
ontvangt het faxbericht.
Als u een faxbericht ontvangt en de hoorn van een extra
telefoon opneemt, drukt u op
te starten.
Belsignaal onderbreken
, om de faxontvangst
*5
15
Als u de hoorn opneemt van een extra telefoon die op
een ander telefoonstopcontact is aangesloten en het faxapparaat gaat door met rinkelen, kunt u het faxapparaat
van de oproep scheiden door op de extra telefoon
in te drukken.
**
1. Installatie
Loading...
+ 33 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.