Lees zorgvuldig onderstaande hoofdstukken voordat u dit apparaat gebruikt: “HET APPARAAT VEILIG
GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (P.3; P.5). Deze hoofdstukken bevatten belangrijke
informatie over de juiste bediening van het apparaat. Om er bovendien zeker van te zijn dat u elke
functie van uw nieuwe apparaat goed begrijpt, leest u best de hele gebruikershandleiding. De
handleiding moet als handige referentie worden bewaard en voorhanden zijn.
• Probeer het apparaat niet te herstellen of
onderdelen ervan te vervangen (behalve als
deze handleiding specifieke instructies geeft
om dat te doen). Laat het onderhoud over
aan uw handelaar, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een bevoegde
Roland-verdeler, zoals vermeld op de pagina
“Informatie”.
• Zorg ervoor dat het apparaat altijd
horizontaal en stabiel is geplaatst. Plaats het
nooit op een standaard die kan wankelen of
op aflopende oppervlakken.
Het symbool waarschuwt de gebruiker voor
belangrijke instructies en waarschuwingen. De specieke
betekenis van het symbool wordt bepaald door het
pictogram binnen de driehoek. Het symbool links wordt
gebruikt voor algemene waarschuwingen voor gevaar.
Het symbool waarschuwt de gebruiker voor items
die nooit mogen worden gebruikt (verboden). De
specieke handeling die niet mag worden gedaan, wordt
door het pictogram binnen de cirkel aangeduid. Het
symbool links betekent dat het apparaat nooit
gedemonteerd mag worden.
Het -symbool wijst de gebruiker op handelingen die
moeten worden uitgevoerd. De specieke handeling die
moet worden uitgevoerd, wordt door het pictogram
binnen de cirkel aangeduid. Het symbool links geeft aan
dat het netsnoer uit het stopcontact moet worden getrokken.
004
• Installeer het apparaat nooit op plaatsen die
• aan extreme temperaturen worden
blootgesteld (bv. rechtstreeks zonlicht in
een gesloten voertuig, in de buurt van een
verwarmingsleiding, op materiaal dat
warmte produceert); of die
• nat zijn (bv. bad, wasruimte, op natte
vloeren); of die
• worden blootgesteld aan damp of rook; of
die
• worden blootgesteld aan zout; of die
•vochtig zijn; of die
• aan regen worden blootgesteld; of die
• stoffig of zanderig zijn; of die
• aan hoge trillingsniveaus en schokken
worden blootgesteld.
• Dit apparaat kan, apart of in combinatie met
een versterker en hoofdtelefoon of
luidsprekers, geluidsniveaus produceren die
permanente gehoorschade kunnen
veroorzaken. Gebruik het apparaat niet
langdurig aan een hoog volumeniveau of
aan een niveau dat oncomfortabel is. Als u
gehoorverlies of oorsuizingen ervaart, moet
u onmiddellijk stoppen met het gebruik van
het apparaat en een audioloog raadplegen.
• Zorg ervoor dat er geen voorwerpen (bv.
brandbaar materiaal, munten, spelden) of
vloeistoffen (water, frisdranken enz.) in het
apparaat terechtkomen.
• Schakel het apparaat onmiddellijk uit en
vraag onderhoud aan bij uw handelaar, het
dichtstbijzijnde Roland Service Center of
een erkende Roland-verdeler, zoals vermeld
op de pagina "Informatie" als:
• er rook of ongewone uit het toestel
komen; of
• objecten of vloeistof in het apparaat zijn
terechtgekomen; of
• het apparaat aan regen werd
blootgesteld (of op een andere manier
nat is geworden); of
• Bij gezinnen met kleine kinderen dient een
volwassene toezicht te houden tot het kind
in staat is om alle regels te volgen die
essentieel zijn voor het veilige gebruik van
het apparaat.
• SPEEL een CD-ROM NIET AF op een
conventionele audio cd-speler. Het
geproduceerde geluidsniveau is mogelijk zo
hoog dat het permanente gehoorschade kan
veroorzaken. Luidsprekers en andere
systeemonderdelen worden hierdoor
mogelijk beschadigd.
OPGELE
104
• Zorg ervoor dat de snoeren en kabels niet in
de war raken. Plaats alle snoeren en kabels
ook buiten het bereik van kinderen.
• Schakel alle apparaten uit voordat u dit apparaat op
andere apparaten aansluit. Op die manier kunt u
defecten en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten voorkomen.
Plaatsing
351
• Als u het apparaat gebruikt in de buurt van
eindversterkers (of andere apparatuur met grote
eindversterkers) kan er gezoem ontstaan. Om het
probleem te verhelpen kunt u het apparaat opnieuw
richten of verder van de storingsbron plaatsen.
352a
• Dit apparaat kan radio- en televisieontvangst verstoren.
Gebruik dit apparaat niet in de buurt van dergelijke
ontvangers.
352b
• Ruis kan ontstaan als draadloze
communicatieapparaten, zoals gsm’s, in de buurt van
dit apparaat worden gebruikt. Dergelijke ruis kan
ontstaan als een oproep wordt ontvangen of gemaakt
of tijdens gesprekken. Verplaats dergelijke apparaten
zodat ze zich op een grotere afstand van dit apparaat
bevinden of schakel ze uit als u dergelijke problemen
ervaart.
354a
• Stel het apparaat niet bloot aan rechtstreeks zonlicht,
plaats het niet in de buurt van warmtebronnen, laat het
niet achter in een gesloten voertuig en stel het niet
bloot aan extreme temperaturen. Overmatige warmte
kan het apparaat vervormen of verkleuren.
355b
• Bij verplaatsing van een locatie naar een andere waar
de temperatuur en/of vochtigheid sterk verschilt,
kunnen er waterdruppels (condens) gevormd worden
in het apparaat. Er kunnen schade of defecten ontstaan
als u het apparaat in deze toestand gebruikt. Voordat u
het apparaat gebruikt, laat u het enkele uren liggen
totdat de condens volledig is verdampt.
Onderhoud
401a
• Gebruik een zachte, droge doek of een doek die licht
bevochtigd is met water om het apparaat dagelijks af
te vegen. Gebruik een doek die met een zachte, nietschurende zeepoplossing is bevochtigd om hardnekkig
vuil te verwijderen. Veeg vervolgens het apparaat
grondig schoon met een zachte, droge doek.
402
• Gebruik geen benzine, verdunningsmiddelen, alcohol
of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming te
voorkomen.
Extra voorzorgsmaatregelen
552
• Het is helaas niet altijd mogelijk om de inhoud van de
gegevens in het geheugen van het apparaat te
herstellen zodra ze verloren zijn. Roland Corporation
erkent geen aansprakelijkheid voor dergelijk
gegevensverlies.
553
• Draag voldoende zorg bij het gebruik van de knoppen,
schuifknoppen of andere bedieningselementen van
het apparaat en bij het gebruik van aansluitingen en
ingangen. Ruw omgaan met de apparatuur kan
defecten veroorzaken.
556
• Neem het aansluitstuk vast als u kabels aansluit /
loskoppelt - trek nooit aan de kabel. Op die manier
vermijdt u kortsluitingen of schade aan de inwendige
elementen van de kabel.
558a
• Houd het volume van het apparaat op een redelijk
niveau om te vermijden dat u uw buren stoort.
Misschien gebruikt u liever een hoofdtelefoon en hoeft
u zich geen zorgen te maken over uw omgeving
(vooral tijdens de late uren).
559a
• Verpak het apparaat indien mogelijk in de doos
(inclusief opvulling) waarin het werd geleverd als u het
moet vervoeren. Anders zult u gelijkaardige
verpakkingen moeten gebruiken.
562
• Sommige kabels bevatten weerstanden. Gebruik geen
kabels met weerstanden om aansluitingen op dit
apparaat uit te voeren. Het gebruik van dergelijke
kabels kan het geluidsniveau extreem verlagen of zelfs
onhoorbaar maken. Contacteer de fabrikant van de
kabel voor informatie over kabelspecificaties.
Cd-roms gebruiken
801
• Voorkom het aanraken of bekrassen van de glanzende
onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disc.
Beschadigde of vuile cd-roms worden mogelijk niet
correct gelezen. Houd uw discs proper door een in de
handel verkrijgbare cd-reiniger te gebruiken.
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Copyright
851
• Het opnemen, kopiëren, verdelen, verkopen, verhuren,
tentoonstellen of uitzenden van auteursrechtelijk
beschermd materiaal (muziekstukken, visuele werken,
uitzendingen, live optredens, enz.) dat geheel of
gedeeltelijk toebehoort aan een derde partij zonder de
toestemming van de houders van het auteursrecht is
door de wet verboden.
852
• Dit product kan worden gebruikt voor het opnemen of
kopiëren van audio- of visueel materiaal zonder
beperking door bepaalde technologische
kopieerbeveiligingsmaatregels. Dit komt doordat het
gebruik van dit product bedoeld is voor het
produceren van originele muziek of videomateriaal en
daarom zo is ontworpen dat het materiaal, dat de
auteursrechten van anderen (bijvoorbeeld uw eigen
originele werken) niet schendt, vrij kan worden
opgenomen of gekopieerd.
853
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden die de
auteursrechten van een derde kunnen schenden. Wij
zijn niet verantwoordelijk voor schendingen van
auteursrechten van derden door uw gebruik van dit
apparaat.
204
* Microsoft, Windows en Windows Vista zijn
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
206e
* De schermafbeeldingen in dit document worden
gebruikt overeenkomstig de richtlijnen van Microsoft
Corporation.
206j
* Windows® is officieel bekend als: “Microsoft®
Windows®-besturingssysteem”.
207
* Apple, Macintosh en Mac OS zijn gedeponeerde
handelsmerken van Apple Inc.
***
* ASIO is een gedeponeerd handelsmerk van Steinberg
Media Technologies GmbH.
***
* MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar
een patentportfolio betreffende
microprocessorarchitectuur, ontworpen door
Technology Properties Limited (TPL). Roland heeft van
de TPL Group de licentie verkregen tot gebruik van
deze technologie.
220
* Alle productnamen die in dit document worden
vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van de respectieve eigenaars.
6
Inhoudsopgave
Controleer de inhoud van de verpakking..................................... 8
Namen van onderdelen en hun functies....................................... 9
Weergave via uw computer .....................................................................................................................31
Een microfoon opnemen ..........................................................................................................................32
Een gitaar opnemen....................................................................................................................................34
Audio opnemen van een cassette of plaat.........................................................................................35
Digitale audio opnemen van uw computer op een digitaal apparaat.....................................37
Digitale audio van CD/MD/DAT opnemen .........................................................................................38
Index ..............................................................................................58
7
Controleer de inhoud van de verpakking
De UA-1G bevat de volgende items. Controleer zodra u de verpakking opent of al deze items
aanwezig zijn. Neem contact op met uw verdeler indien bepaalde onderdelen ontbreken.
UA-1G
fig.panel.eps_32
“UA-1G CD-ROM”-stuurprogramma-CD-ROM
Dit bevat de stuurprogramma’s die nodig zijn om de UA-1G te gebruiken.
SONAR LE CD-ROM (voor Windows)
* Raak de onderkant (opnamevlak) van de schijf niet aan. Dit kan de gegevens onleesbaar maken. Reinig de cd
met een in de handel verkrijgbare cd-reiniger als de schijf vuil wordt.
* Lees zeker het Readme-bestand op de CD-ROM. Alle last minute-informatie staat in dit bestand.
* Speel de CD-ROM niet af op een gewone audio CD-speler. Dit veroorzaakt een geluid aan hoog volume dat
uw luidsprekers of gehoor kan beschadigen.
Gebruikershandleiding
Dit is het document dat u nu leest. Bewaar het als referentiemateriaal voor in de toekomst.
Andere items die u moet mogelijk nodig hebt
• Een externe versterker, luidsprekers of hoofdtelefoon die nodig is om het geluid te beluisteren dat
door de UA-1G wordt geproduceerd, is niet inbegrepen. Een microfoon, MD-recorder, DAT-recorde
of andere audio-invoerbronnen voor de UA-1G zijn ook niet inbegrepen. U moet deze onderdelen
apart aankopen.
• Kabels om de UA-1G aan te sluiten op uw audioapparaten zijn niet bijgeleverd. U moet deze kabel
apart aankopen.
8
Namen van onderdelen en hun functies
Voorpaneel
U dient het stuurprogramma te installeren voordat u de UA-1G voor de eerste keer aansluit op uw
computer. Installeer het stuurprogramma volgens de procedure in “Installatie van
stuurprogramma en instellingen” (p. 15).
fig.name-front.eps_70
1
USB-kabel
Sluit dit aan op een USB-aansluiting van uw computer zodat
audiosignalen tussen de UA-1G en uw computer kunnen worden
1
2
uitgewisseld.
2
USB-lampje
Nadat u de UA-1G op uw computer hebt aangesloten licht dit
lampje op als uw computer de UA-1G vindt.
3
[INPUT LEVEL]-regelaar
Dit wijzigt het volume van de audio die wordt ingevoerd via de
microfoon-ingang, INPUT-aansluitingen of GUITAR/MIC-aansluiting.
4
IN-lampje
Dit knippert in het tempo van het geluid als een audiosignaal wordt
ingevoerd via de microfooningang, INPUT-aansluitingen of
3
4
5
6
GUITAR/MIC-aansluiting.
5
PEAK-lampje
Dit licht op als het audio-invoersignaal het toegelaten niveau
overschrijdt.
6
OUT-lampje
Dit knippert in het tempo van het geluid als een audiosignaal wordt
uitgevoerd via de OUTPUT-aansluitingen of de PHONES/DIGITAL
OUT-aansluiting.
9
Namen van onderdelen en hun functies
Zijpanelen
Links
fig.name-3saide.eps_72
87
7
[ADVANCED DRIVER] (modusselectie)-schakelaar
9101112
Deze schakelaar wisselt de gebruiksmodus tussen geavanceerde modus (ON) en
standaardstuurprogrammamodus (OFF).
Doorgaans kunt u dit op de geavanceerde modus ingesteld laten (ON).
* Na aanpassing van de instelling van deze schakelaar, moet u de USB-kabel van de UA-1G
ON (Geavanceerde modus)Deze modus maakt gebruik van het speciale stuurprogramma. Door het speciale stuurprogramma te gebruiken kunt u audio in hoge kwaliteit en met stabiele timing afspelen en opnemen.
8
[PHONES VOLUME]-regelaar
van uw computer loskoppelen en vervolgens opnieuw aansluiten.
ON (Geavanceerde modus)
OFF
(Standaardstuurprogrammamodus)
Deze modus gebruikt het speciale stuurprogramma.
Door het speciale stuurprogramma te gebruiken kunt u audio in
hoge kwaliteit en met stabiele timing afspelen en opnemen.
Deze modus gebruikt het standaardstuurprogramma dat voorzien
is bij het besturingssysteem van uw computer.
Dit is handig als u geen stuurprogramma ter beschikking hebt of als
u het speciale stuurprogramma niet kunt installeren.
De volgende beperkingen zijn echter van toepassing.
• De 96 kHz samplefrequentie wordt niet ondersteund.
• Het audiosignaal heeft een resolutie van 16 bit.
• Het ASIO-stuurprogramma wordt niet ondersteund.
Dit wijzigt het volume van het hoofdtelefoonsignaal dat via de PHONES/DIGITAL OUTaansluiting wordt uitgevoerd.
* Het volume dat wordt uitgevoerd via de digitale uitgang en de OUTPUT-aansluitingen
kunnen niet worden aangepast.
10
9
PHONES/DIGITAL OUT-aansluiting
Dit is een aansluiting met dubbele functie voor hoofdtelefoonuitvoer en digitale uitvoer.
• Sluit een hoofdtelefoon aan op deze aansluiting. Zelfs als een hoofdtelefoon is aangesloten
wordt het geluid via de OUTPUT-aansluitingen uitgevoerd.
• Sluit een optische minikabel aan op deze aansluiting als u een digitaal audiosignaal naar een
digitale recorder of luidsprekers wilt sturen met een digitale ingang.
10
MIC (PLUG-IN POWERED) / DIGITAL IN-aansluiting
Dit is een ingang met dubbele functie voor aansluiting van een condensatormicrofoon of een
digitale invoerbron.
• Een miniatuurcondensatormicrofoon die voeding vereist, zoals bij computers, kan hier worden
aangesloten. Deze aansluiting levert 5V stroom.
* U moet een monomicrofoon gebruiken die plug-in-voeding ondersteunt. Gebruik de
[INPUT LEVEL]-regelaar om het volume te wijzigen.
• Sluit een optische minikabel aan op deze aansluiting als u een digitaal audiosignaal van een
digitaal audioapparaat wilt invoeren.
* U kunt het volume van de digitale invoer niet wijzigen.
11
[GUITAR/MIC]-schakelaar
Stel dit in op de GUITAR-stand als u een gitaar op de GUITAR/MIC-aansluiting hebt
aangesloten, of naar MIC als u een dynamische micrfoon hebt aangesloten. Deze schakelaar
wijzigt het invoerniveau en de impedantie van de GUITAR/MIC-aansluiting.
Namen van onderdelen en hun functies
12
GUITAR/MIC-aansluiting:
Sluit een gitaar of dynamische monomicrofoon aan op deze 1/4”-aansluiting.
Gebruik de [INPUT LEVEL]-regelaar om het volume te wijzigen.
11
Namen van onderdelen en hun functies
Rechts
fig.name-2side.eps_70
14
13
INPUT-aansluitingen
Sluit deze aan als u audiosignalen van een audioapparaat wilt invoeren.
Gebruik de [INPUT LEVEL]-regelaar om het volume van het invoersignaal te wijzigen.
14
OUTPUT-aansluitingen
Sluit deze aan op de ingangen van uw audiosysteem, zoals speakers met versterking of een
stereoset.
* Het volume dat wordt uitgevoerd door deze aansluitingen kan niet worden aangepast op
de UA-1G. U moet het volume aanpassen op het audioapparaat dat met de UA-1G is
verbonden.
13
12
Achterpaneel
fig.name-rear.eps_70
15
15
Instellingschakelaars
Dit zijn miniatuurschakelaars die u omhoog of omlaag kunt bewegen als u bepaalde
instellingen wilt wijzigen.
Voor de standaardinstelling zijn alle schakelaars naar beneden gericht.
● [SAMPLE RATE]-schakelaars
BA
fig.dip4.eps
Dit bepaalt de samplesnelheid die wordt gebruikt voor het opnemen of afspelen van
audiosignalen.
* Na aanpassing van de samplesnelheid, moet u de USB-kabel van de UA-1G van uw
computer loskoppelen en vervolgens opnieuw aansluiten.
* Stel de [SAMPLE RATE]-schakelaar in op dezelfde samplesnelheid als die van het
aangesloten digitale apparaat.
44,1 kHz
32 kHz
48 kHz
96 kHz
Schakelaar A naar beneden,
schakelaar B naar beneden
Schakelaar A naar beneden,
schakelaar B naar boven
Schakelaar A naar boven,
schakelaar B naar beneden
Schakelaar A naar boven,
schakelaar B naar boven
Namen van onderdelen en hun functies
Opnemen/afspelen aan 44,1 kHz
Opnemen/afspelen aan 32 kHz
Opnemen/afspelen aan 48 kHz
Opnemen of afspelen aan 96 kHz
● [96 kHz MODE]-schakelaar
fig.dip3.epsDit zijn miniatuurschakelaars die u omhoog of omlaag kunt bewegen als u bepaalde instellingen wilt wijzigen.
Als de samplesnelheid 96 kHz kan de UA-1G opnemen of afspelen (niet beide).
Gebruik deze schakelaar om de gewenste functie te kiezen (opnemen of afspelen).
* Na aanpassing van deze instelling, moet u de USB-kabel van de UA-1G van uw
computer loskoppelen en vervolgens opnieuw aansluiten.
* Na aanpassing van deze instelling, moet u de USB-kabel van de UA-1G van uw computer loskoppelen en vervolgens opnieuw aansluiten.
PLAY
REC
Schakelaar naar
beneden
Schakelaar
omhoog
Afspelen is mogelijk.
* Opnemen is niet mogelijk.
Opnemen is mogelijk.
* Het is niet mogelijk om geluid van uw computer af te
spelen.
13
Namen van onderdelen en hun functies
● [INPUT MONITOR]-schakelaar
Dit zijn miniatuurschakelaars die u omhoog of omlaag kunt bewegen als u bepaalde instellingen wilt wijzigen.
Dit bepaalt of het audiosignaal dat binnenkomt op de GUITAR/MIC-aansluiting, de
MIC (PLUG-IN POWERED) / DIGITAL IN-aansluiting en INPUT-aansluitingen wordt
uitgevoerd via de PHONES/DIGITAL OUT-aansluiting en de OUTPUT-aansluitingen.
ONSchakelaar naar benedenHet audio-invoersignaal wordt rechtstreeks via de PHONES/DIGITAL OUT-aansluiting en de OUTPUT-aansluitingen uitgevoerd.
ON
AUTO
(OFF)
Schakelaar naar
beneden
Schakelaar
omhoog
* Als de [REC SOURCE]-schakelaar (P.14) op DIGITAL is ingesteld, voeren de PHONES/
DIGITAL OUT-aansluiting en OUTPUT-aansluitingen de audio uit die ontvangen
werd in digitale vorm op de MIC (PLUG-IN POWERED) / DIGITAL IN-aansluiting,
ongeacht de instelling van deze schakelaar.
● [REC SOURCE]-schakelaar
Dit selecteert het audio-invoersignaal dat via USB naar uw computer zal worden
gestuurd.
ANALOG
DIGITAL
Schakelaar naar
beneden
Schakelaar
omhoog
Het audio-invoersignaal wordt rechtstreeks via de
PHONES/DIGITAL OUT-aansluiting en de OUTPUTaansluitingen uitgevoerd.
Gebruik deze instelling als u niet wilt dat het audioinvoersignaal rechtstreeks via de PHONES/DIGITAL OUTaansluiting en de OUTPUT-aansluitingen wordt
uitgevoerd.
Als u AUSIO 2.0-compatibele software gebruikt kunt u
deze instelling in uw software in-/uitschakelen.
Het analoge audiosignaal ontvangen van de GUITAR/MICaansluiting, MIC (PLUG-IN POWERED) / DIGITAL INaansluiting en INPUT-aansluitingen wordt naar uw
computer gestuurd.
Het digitale audiosignaal ontvangen van de MIC (PLUG-IN
POWERED) / DIGITAL IN-aansluiting wordt naar uw
computer gestuurd.
* Als geen invoersignaal wordt ontvangen op de MIC
(PLUG-IN POWERED) / DIGITAL IN-aansluiting, passeert
het audiosignaal dat via uw computer wordt
uitgevoerd via USB door de UA-1G en terug naar de
computer.
14
* Als de [REC SOURCE]-schakelaar op DIGITAL is ingesteld terwijl een digitaal
audiosignaal wordt ingevoerd op de MIC (PLUG-IN POWERED) / DIGITAL INaansluiting, is het niet mogelijk om audiogegevens af te spelen vanaf uw computer.
Installatie van stuurprogramma en instellingen
De installatieprocedure en de instellingen verschillen afhankelijk van uw systeem. Volg de
drie onderstaande stappen voor uw systeem om de installatie uit te voeren en instellingen te
H_install_e.eps_95
bepalen.
Installeer het
1.
stuurprogramma
Instellingen van het
2.
invoer-/uitvoerapparaat
Verieren dat
3.
u geluid hoort
Wat is een stuurprogramma?
Een stuurprogramma is software die gegevens uitwisselt tussen de UA-1G en de toepassing
op uw computer als de UA-1G op uw computer is aangesloten. Het stuurprogramma stuurt
gegevens van uw toepassing naar de UA-1G en leidt gegevens van de UA-1G naar uw
toepassing.
Als u de UA-1G in standaardstuurprogrammamodus wilt gebruiken, raadpleeg “Het
standaardstuurprogramma installeren” (p. 53).
Windows
Vista
P.16
P.19
P.28
Windows XP
P.20
P.23
P. 2 8
Mac OS X
P.25
P. 2 6
P.28
15
Installatie van stuurprogramma en instellingen
Gebruikers van Windows Vista
De stappen die u dient uit te voeren op de UA-1G zelf worden aangeduid met het symbool
Bediening van de UA-1G
Sluit de UA-1G niet aan op uw computer tot u hiervoor de instructie krijgt.
Het stuurprogramma installeren
1. Start Windows zonder dat de UA-1G is aangesloten.
* Koppel alle USB-kabels los, behalve de kabels voor een USB-toetsenbord en/of USB-muis
(indien gebruikt).
2. Sluit alle geopende toepassingen.
3. Plaats de bijgeleverde “UA-1G CD-ROM” in uw CD-ROM-station.
* Als het dialoogvenster automatisch afspelen verschijnt, klikt u op “Map openen en
bestanden weergeven”.
4. Op de CD-ROM, ga naar de Driver ➝ Vista-map en dubbelklik op het pictogram
Setup.
* Meld uzelf aan met een account met beheerdersrechten en voer de installatie opnieuw uit
als u het volgende bericht ziet: ”De installatie van het stuurprogramma moet worden uitgevoerd door een administrator”.
.
fig.vista-5e.eps
16
5. Er verschijnt een venster voor bevestiging van de gebruikersaccount.
Klik op [Ga door].
Installatie van stuurprogramma en instellingen
6. Het scherm toon de volgende boodschap “UA-1G Driver wordt geïnstalleerd op
uw computer”.
Klik op [Volgende].
* Als er nog een bericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen van het bericht.
7. Klik op [Volgende] om de installatie te starten.
De installatie begint.
fig.vista-7e.eps
fig.advancedon_e.eps
Als een Windows-beveiligingsdialoogvenster verschijnt, klik op [Installeren]
Het scherm toont “Stuurprogramma gereed voor installatie.”
* Als er nog een bericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen van het bericht.
Bediening van de UA-1G
8. Stel de [ADVANCED DRIVER]-schakelaar van de UA-1G in op ON.
* Als de [ADVANCED DRIVER]-schakelaar op OFF staat, gebeurt de installatie niet zoals
beschreven in de volgende procedure.
[ADVANCED DRIVER]-schakelaar
AAN
17
Installatie van stuurprogramma en instellingen
9.Sluit de UA-1G aan op de computer.
Bediening van de UA-1G
942
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het duurt even (enkele seconden) na
het aansluiten van de USB-kabel voordat het apparaat normaal werkt.
fig.connect2pc-e
Aansluiten op een
USB-aansluiting
van de computer.
10.Het bericht “Bezig met installeren stuurprogrammasoftware van apparaat”
verschijnt onderaan in de rechterhoek van het scherm en het stuurprogramma wordt
automatisch geïnstalleerd.
* Het kan even duren (tien seconden of langer) vooraleer het bericht verschijnt.
* Neem nota van een eventueel ander bericht dat verschijnt en sluit het.
11.Als de installatie voltooid is toon het dialoogvenster Instellingen stuurprogramma
“Installatie is voltooid.”
Klik op [Sluiten] om het dialoogvenster UA-1G Driver Setup te sluiten.
18
Klik op [Ja] als het dialoogvenster “Wijziging van de systeeminstellingen” verschijnt en
start Windows opnieuw op. Windows wordt automatisch opnieuw opgestart.
Vervolgens moet u uw software instellen voor gebruik van de UA-1G.
Installatie van stuurprogramma en instellingen
Instellingen van het invoer-/uitvoerapparaat
Om de UA-1G met uw software te gebruiken zult u de UA-1G als audio-invoer/uitvoer-apparaat
MIDI OUT-apparaat
Instellingen voor het gebruik van de UA-1G in Windows Media Player
moeten instellen. Voor meer informatie hierover, raadpleeg de documenten van uw software.
Audio-uitvoerapparaatOUT (UA-1G)
Audio-invoerapparaatIN (UA-1G)
* Als u ASIO-compatibele software gebruikt, selecteer de UA-1G in de ASIO-instellingen van
uw software.
* Als u de UA-1G niet kunt selecteren als audio-invoer/uitvoer-apparaat in uw toepassing, is
er mogelijk een probleem opgetreden. Raadpleeg “Problemen oplossen” (p. 40)
Bepaalde software zoals Windows Media Player gebruikt het standaard afspeel-/
opnameapparaat van het systeem als audio-invoer/uitvoer-apparaat.
Op de volgende manier kunt u de UA-1G als standaardafspeelapparaat van het systeem
instellen voor gebruik in Windows Media Player.
* In een volgende stap gebruikt u Windows Media Player om samplegegevens af te spelen.
Voer de instellingen als volgt uit.
1. Open het “Configuratiescherm”, klik op "Hardware en geluiden" en klik
vervolgens op “Geluiden”.
* Als u de klassieke weergave hebt geselecteerd, dubbelklik op “Geluiden”.
2. Open the Playback tab, select the UA-1G’s OUT, and click [Set Default].
* Raadpleeg het gedeelte problemen oplossen UA-1G “Kan het UA-1G-apparaat niet
selecteren/gebruiken.” (p. 44).
3. Klik op [OK] om de instelling te voltooien.
* Als u de UA-1G als standaardapparaat selecteert, worden audiowaarschuwingen en andere
geluiden van Windows uitgevoerd vanaf de UA-1G. Ze worden niet via de luidsprekers van
de computer weergegeven.
Let op bij opname of weergave met uw software
Controleer de volgende punten voordat u de UA-1G gebruikt om op te nemen en af te
spelen.
• Sluit de UA-1G aan op uw computer voordat u de software opstart die u gebruikt.
• Koppel de USB-kabel van de UA-1G niet los van uw computer terwijl de software actief
is. Sluit de software die u gebruikt voordat u de USB-kabel van de UA-1G van uw
computer loskoppelt.
Dit voltooit de installatie van het stuurprogramma en de instellingen. Controleer vervolgens of
u geluid van de UA-1G hoort.
➝ “Verifiëren dat u geluid hoort” (p. 28).
19
Installatie van stuurprogramma en instellingen
Gebruikers van Windows XP
De stappen die u dient uit te voeren op de UA-1G zelf worden aangeduid met het symbool
Bediening van de UA-1G
Sluit de UM-1G niet aan op uw computer tot u hiervoor de instructie krijgt.
Het stuurprogramma installeren
1. Start Windows zonder dat de UA-1G is aangesloten.
* Koppel alle USB-kabels los, behalve de kabels voor een USB-toetsenbord en/of USB-muis
(indien gebruikt).
2. Sluit alle geopende toepassingen.
3. Plaats de bijgeleverde “UA-1G CD-ROM” in uw CD-ROM-station.
4. Op de CD-ROM, ga naar de Driver ➝ XP-map en dubbelklik op het pictogram Setup.
* Als het dialoogvenster “Programma als andere gebruiker installeren verschijnt, klikt u
op
[Annuleren]
met een beheerdersaccount en voert u de installatie opnieuw uit.
.
om de installatie te beëindigen, meldt u zich opnieuw aan bij Windows
20
5. Het scherm toon de volgende boodschap “UA-1G Driver wordt geïnstalleerd op
uw computer”. Klik op [Volgende].
* Als er nog een bericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen van het bericht.
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.