Roland UA-101 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
201a
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 3-
6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de GEBRUIKERSHANDLEIDING in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
Level Indicators
Copyright © 2005 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder
schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
Direct Monitor Mixer
Level Indicators
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen EMC 89/336/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna. — Increase the separation between the equipment and receiver. — Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. — Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment. This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
2
USING THE UNIT SAFELY

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
001
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u onderstaande instructies en de gebruikershandleiding.
..................................................................................................
002c
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit.
..................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
..................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig
zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of natte vloeren hebben of die
• aan regen worden blootgesteld of die
• stoffig zijn of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..................................................................................................
007
• Zorg ervoor, dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst dat hij waterpas en stabiel blijft staan. Zet het nooit op een standaard, die kan wiebelen, of op hellende oppervlakken.
..................................................................................................
008e
• Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook moet het voltage van de installatie overeen­komen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of op een ander voltage ontworpen zijn, waardoor gebruik van dergelijke adapters tot beschadiging, storing of elektrische schok kan leiden.
..................................................................................................................
• Gebruik alleen de meegeleverde stroom­kabel. Deze mag ook niet met een ander apparaat worden gebruikt.
..................................................................................................
009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten op. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combi­natie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produ­ceren, die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
..................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
..................................................................................................................
3
WAARSCHUWING
013012b
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de ‘Infor­matie’ pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht
zijn gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functio-
neren of een duidelijke verandering in werking laat zien.
...................................................................................................................
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat, op te volgen.
..................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
..................................................................................................
015
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact, waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
..................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
..................................................................................................
023
• SPeel Geen CD-ROM disk op een conven­tionele CD speler af. Het geluidsniveau, dat geproduceerd wordt, kan permanent gehoorsverlies veroorzaken. Dit kan resulteren in schade aan luidsprekers of andere systeemcompo­nenten.
...................................................................................................................
101b
VOORZICHTIG
• Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende venti­latieruimte beschikbaar is.
..................................................................................................
102c
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..................................................................................................
103b
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenho­pingen te verwijderen. Verwijder de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.
..................................................................................................
104
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
..................................................................................................
106
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
..................................................................................................
107c
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat wordt gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn
..................................................................................................
108b
• Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u het netsnoer uit het stopcontact, en koppelt u de snoeren van alle apparaten los.
..................................................................................................
109b
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..................................................................................................
110b
• Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
..................................................................................................................
118a
• Mocht u de schroef van de aarde schroef verwijderen, zorg er dan voor dat hij op een veilige plek, buiten het bereik van kinderen wordt bewaard, zodat er geen enkel risico is dat hij per ongeluk wordt ingeslikt.
..................................................................................................
120
• Schakel van alle apparaten, die fantoom­voeding nodig hebben, behalve condensa­tormicrofoons, de fantoomvoeding tijdens het aansluiten. Als u per ongeluk fantoomvoeding naar dynamische microfoons, geluidsinstallatie of overige apparaten die geen dergelijke voeding nodig hebben leidt, kan schade ontstaan. Controleer altijd de specificaties van elke microfoon die u wilt gaan gebruiken, door de bijbehorende handleiding te lezen. (De fantoomvoeding van dit apparaat: DC 48V, 20mA Max)
..................................................................................................................
4

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Naast de onderdelen die onder ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ op pagina 3 worden genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
301
• Gebruik dit apparaat niet op een zelfde stroomcircuit als een apparaat met een trans­formator of een motor (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron of air conditioner). Afhankelijk van de manier waarop het appa­raat wordt gebruikt, kan het geluid van de stroomtoevoer ervoor zorgen, dat er bij dit apparaat storing of hoorbare ruis optreedt.
• De adapter zal na vele uren opeenvolgend gebruik warmte gaan genereren. Dit is nor­maal en niets om u zorgen over te maken.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
351
• Het gebruiken van dit apparaat dichtbij trans­formators (of andere apparaten die grote transformators gebruiken) kan een brom ver­oorzaken. Zet, om dit probleem op te lossen, het apparaat ergens anders neer of zorg voor meer ruimte tussen de apparaten.
• Dit apparaat kan zorgen voor storing op tele­visies of radio's. Gebruik het daarom niet dichtbij deze apparaten.
• Er kan storing optreden door het gebruik van draadloze communicatie apparatuur, zoals mobiele telefoons, die zich dicht bij het appa­raat bevinden. Deze storing kan voorkomen bij inkomende of uitgaande oproepen of tij­dens een gesprek. Als u problemen ervaart, dient u deze draadloze apparatuur uit te zet­ten of buiten het bereik van het apparaat hou­den.
• Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet dicht bij apparaten, die warmte genereren, laat het niet achter in een afgeslo­ten voertuig, en stel het niet bloot aan extreme temperaturen. Veel warmte kan zorgen voor vervorming of verkleuring van het apparaat.
• Wanneer u het apparaat verplaatst tussen twee ruimtes, waar de temperatuur en/of vochtigheidsgraad erg verschilt, kunnen er zich waterdruppeltjes (condens) binnen het apparaat vormen. Als u het apparaat in deze staat gebruikt, kan er storing optreden of schade ontstaan. Daarom dient u het apparaat enkele uren uitgeschakeld te laten staan, tot­dat alle condens is verdampt.
Onderhoud
• Gebruik voor dagelijks schoonmaken een zachte droge doek of een doek, die ietwat vochtig is gemaakt. Om koppig vuil te verwij­deren, dient u een doek te gebruiken die u met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel vochtig hebt gemaakt. Veeg naderhand altijd het apparaat met een droge doek af.
• Gebruik nooit benzeen, verdunner, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van ver­vorming of verkleuring uit te sluiten.
Reparatie en data
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen verloren kan gaan als u het appa­raat laat repareren. Belangrijke gegevens dient u altijd te bewaren door ze bijvoorbeeld op te schrijven op papier (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het circuit van het geheugen zelf niet meer werkt) kan data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet verantwoor­delijk voor dataverlies.
Overige voorzorgsmaatregelen
• Let op, dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan als gevolg van een storing of oneigenlijk gebruik van het apparaat. We raden u aan om van belangrijke
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
gegevens die u in het geheugen van het appa­raat heeft opgeslagen regelmatig een back-up te maken.
• Helaas kan het onmogelijk blijken om de inhoud van gegevens, die in het geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart waren opgeslagen, te herstellen als deze eenmaal verloren is gegaan. In geval van een dergelijk verlies van gegevens acht Roland Corporation zich niet aansprakelijk.
• Als u de (draai)knoppen, schuiven of andere regelaars en tevens jacks en aansluitingen van het apparaat gebruikt, doe dit dan met gepaste voorzichtigheid. Hardhandig gebruik kan tot storing leiden.
• Pak bij alle kabels, wanneer u ze aansluit/los­koppelt, de stekker vast – trek nooit aan de kabel. Zo vermijdt u kortsluiting of schade het inwendige van de kabel.
• Probeer het volume van het apparaat op rede­lijke niveaus te houden om te voorkomen, dat u uw buren overlast bezorgt. U zou er de voorkeur aan kunnen geven een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over diegenen om u heen (vooral als het laat op de avond is).
• Verpak het apparaat als u het moet vervoeren, indien mogelijk, in de doos (inclusief vulling) waarin hij werd geleverd. Wanneer dit niet mogelijk is, dient u gelijksoortige verpak­kingsmaterialen te gebruiken.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Neem als u een ander merk kabel gebruikt de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weer­standen. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels, die weerstanden bevat­ten. Het gebruik van dergelijke kabels kan ervoor zorgen, dat het geluidsniveau extreem
laag is of zelfs onhoorbaar. Neem voor infor­matie over kabelspecificaties contact op met de fabrikant van de kabel.
CD-ROMs gebruiken
• Voorkom het aanraken of krassen van de glanzende onderkant (gecodeerde oppervlak) van de disc. Het kan zijn dat beschadigde of vieze CD-ROM schijfjes niet goed gelezen kunnen worden. Houd uw discs schoon door een in de winkel verkrijgbare CD reiniger te gebruiken.
Copyright (merkrecht)
852a
• Wanneer geluidssignalen via een digitale ver­binding met een extern instrument worden uitgewisseld, kan dit product opnemen zon­der beperkt te worden door de restricties van het Serial Copy Management System (SCMS). Dit is omdat het product alleen bestemd is voor het produceren van muziek, en niet ont­worpen is om onderhevig aan restricties te zijn, zolang het gebruikt wordt om muzikale stukken (zoals uw eigen composities), die geen inbreuk maken op Copyrights van ande­ren op te nemen. (SCMS is een functie, die verhindert dat er tweede-generatie en latere generaties kopiëen via een digitale verbinding gemaakt worden. Het is in MD recorders en andere digitale audio-apparaten ingebouwd als een copyright-bescherming.)
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, die mogelijk inbreuk op iemands copyright kun­nen maken. Roland accepteert geen enkele verantwoordelijkheid aangaande inbreuk op copyrights van derden die door dit product veroorzaakt zijn.
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
* De vensterafbeeldingen in deze documenten zijn gebruikt in navolging van de richtlijnen van Microsoft Corpora-
tion.
* Windows® staat officieel bekend als ‘Microsoft® Windows® operating system’.
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
* Alle productnamen, die in dit document worden genoemd, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken
van hun respectieve eigenaren.
6

Inhoud

Inhoud van het pakket ...............................................8
Voor en achterpaneel .................................................9
Voorpaneel....................................................................................................................9
Achterpaneel ..............................................................................................................13
De driver installeren .................................................16
Prioriteit geven aan Background Services .............................................................21
Driver instellingen.....................................................................................................22
Basisaansluitingen en instellingen............................. 27
Basisaansluitingen .....................................................................................................27
Een microfoon of gitaar opnemen...........................................................................28
Een digitaal signaal opnemen..................................................................................30
Diverse apparatuur aansluiten ................................................................................31
5.1 Kanaalweergave...................................................................................................32
Software instellingen ................................................33
SONAR 4.....................................................................................................................33
Cubase SX ...................................................................................................................36
Diverse instellingen................................................... 37
Interne blokken van de UA-101...............................................................................37
UA-101 regelpaneel ...................................................................................................38
De geluidslatency aanpassen ...................................................................................41
Gescheiden poorten gebruiken................................................................................42
De ASIO bufferomvang minimaliseren..................................................................43
ASIO Direct Monitor gebruiken ..............................................................................44
Systeeminstellingen ..................................................45
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)................................................45
Probleemoplossing ...................................................46
Driver gerelateerde problemen (Windows)...........................................................46
Kan geen geluid of MIDI opnemen of afspelen ....................................................48
Geen geluid.................................................................................................................48
U hoort ruis of ‘plops’ als u op de computer opneemt/afspeelt ........................52
Er treedt ruis of vervorming op als de UA-101
niet op de computer is aangesloten.........................................................................56
Geluid is te zwak .......................................................................................................56
Overige ........................................................................................................................58
De driver verwijderen...............................................................................................59
Belangrijkste specificaties ......................................... 60
Index........................................................................ 62
7

Inhoud van het pakket

UA-101
fig.UA-101.eps
Adapter
Dit is de adapter die speciaal voor de UA-101 bedoeld is. Gebruik alleen deze meegeleverde adapter.
USB kabels
Gebruik één van deze kabels om de UA-101 op de USB aansluiting van de computer aan te sluiten.
* Gebruik alleen de meegeleverde USB kabels. Neem contact op met het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland leverancier, zoals op de ‘Informatie’ pagina vermeld, als de meegeleverde USB kabel beschadigd of zoek raakt en u vervanging nodig heeft.
Handleiding
Dit is deze handleiding, ter referentie.
CD-ROM
Deze bevat de Windows drivers van de UA-101 en demo songs.
* Voorkom het aanraken of krassen van de glanzende onderkant (gecodeerde oppervlak)
van de schijf. Het kan zijn, dat beschadigde of vieze CD-ROM schijfjes niet goed gelezen kunnen worden. Houd uw schijven schoon door een in de winkel verkrijgbare CD reiniger te gebruiken.
8
VOORZICHTIG
Speel de CD-ROM schijf niet op een conventionele CD speler af. Als u dit wel doet kan het zijn dat u een geluid van een dergelijk hoog volumeniveau produceert, dat uw gehoor en/of speakers beschadigd kunnen raken.

Voor en achterpaneel

Voorpaneel

fig.front.eps_60
145
3
611
7
121014 15
fig.jack-type_70
2 8
16913
1. Universele jacks
Dit zijn analoge invoer jacks voor geluidssignalen met microfoonvoorversterkers. Aangezien u hier zowel XLR type als jacks op aan kunt sluiten, kunt u het type aansluiting gebruiken dat voor uw apparaat het meest geschikt is. U kunt gebalanceerde of ongebalanceerde apparatuur aansluiten. Afhankelijk van of u een XLR aansluiting of een jack aansluiting
Phone stekker
(ongebalanceerd)
XLR stekker
gebruikt, zal de gain instelling verschillen.
XLR:-50 - -10 dBu Jack: -36 - + 44 dBu
Gebruik de XLR aansluiting als u een microfoon aansluit en gebruik de jack aansluiting voor het aansluiten van alle overige apparatuur.
De XLR aansluiting kan 48 V fantoomvoeding leveren, zodat u condensator microfoons, waarvoor fantoomvoeding nodig is, kunt aansluiten. Schakel in dit geval de fantoomvoedingschakelaar (20) op het achterpaneel in.
fig.XLR-TRS
* Dit instrument is uitgerust met
gebalanceerde (XLR/TRS) invoer jacks. Rechts op deze pagina ziet u bedradingdiagrammen voor deze jacks.
1: AARDE 2: WARM 3: KOUD
WARM (PUNT)
AARDE (HALS)
KOUD (RING)
Controleer, voordat u de aansluitingen maakt, eerst de bedradingdiagrammen van overige apparatuur die u wilt aansluiten.
2. Invoergevoelige draaiknoppen
Deze draaiknoppen passen het ingkomende signaal, dat door de universele jacks (1) van het voorpaneel worden ontvangen, aan.
3. Invoerimpedantie selectieschakelaar
Gebruik deze schakelaar om, afhankelijk van het apparaat dat bij INPUT 2 op de invoer jack is aangesloten, een hoge impedantie (Hi-Z) of lage impedantie (Lo-Z) te selecteren. Selecteer de hoge impedantie (Hi-Z) instelling als u een gitaar of basgitaar heeft aangesloten, en selecteer de lage impedantie (Lo-Z) instelling voor overige soorten aangesloten apparatuur.
* De INPUT 1 universele aansluiting staat per definitie op een lage impedantie ingesteld.
17
XLR stekker
TRS phone
stekker
(gebalanceerd)
9
Voor en achterpaneel
fig.front.eps_60
145
3
611
7
121014 15
2 8
16913
4. Limiter schakelaar
Deze schakelt de hardware limiter van de UA-101 in/uit. Zelfs als er bij de combo input jacks (1) plotseling een geluidssignaal van een hoog volume wordt ontvangen, zorgt de milde compressie die deze limiter toepast ervoor, dat er voor de AD omzetter geen klikgeluid optreedt.
* Als de invoer het vermogen van de limiter overschrijdt, treedt er een klikgeluid op.
5. Invoer/uitvoerniveau indicators
In overeenstemming met het niveau van de signalen, die bij de universele jacks (1) binnenkomen en de uitgaande monitorsignalen (direct voor het afspeelvolume), lichten deze LEDs op. (Zie het blokdiagram voorpagina) Als er vanuit de universele jacks (1) signalen worden ingevoerd, functioneren deze
LEDs als invoerniveau indicators. Als er een tijdje geen invoersignaal is, schakelt de functie van deze LEDs over naar die van monitoruitvoer indicators.
Functionerend als invoer­niveau indicators
Functionerend als monitor uitvoerniveau indicators
Op een niveau net voordat er vervorming optreedt (-6 dB) lichten de LEDs rood op. Gebruik de invoer- gevoelige draaiknoppen (2) om het invoerniveau zo aan te passen dat de LEDs niet oplichten.
Net voordat het geluid, dat naar de monitor uitvoer jacks wordt uitgevoerd, een niveau van vervorming bereikt (0 dB), lichten de LEDs rood op. Draai het uit­gaande afspeelvolume op het UA-101 configuratie- scherm (p. 38) omlaag, als de LEDs rood oplichten.
6. Sync indicator
Als de digitale invoerschakelaar (7) is ingeschakeld, geeft deze indicator de synchronisatie status met het digitale apparaat dat op de digitale invoeraansluiting (8) is aangesloten weer.
17
Verlicht
Knipper­end
7. Digitale invoerschakelaar
Schakel deze in ( ingedrukt), als u vanaf de digitale invoer een opname maakt. Zo kunt u de UA-101 met een extern digitaal apparaat, dat op de digitale invoeraansluiting (8)
10
Juist gesynchroniseerd. Onjuist gesynchroniseerd. Zorg ervoo,r dat het digitale apparaat
op de juiste wijze op de digitale invoeraansluiting is aangesloten. Controleer tevens of de samplefrequentie van het aangesloten
selectieschakelaar (10) van de UA-101 overeenstemt.
Voor en achterpaneel
is aangesloten, synchroniseren. (Externe synchronisatie functie)
8. Digitale invoeraansluiting (optisch)
Gebruik deze als u een digitaal geluidssignaal van een CD/MD/DAT of soortgelijk apparaat wilt invoeren. Als u een digitaal signaal dat via de digitale invoeraansluiting is ingevoerd op een computer opneemt, wordt het als geluidspoort EDIROL UA-101 9-10 herkend. Schakel de digitale invoerschakelaar (7) in, als u een digitaal signaal wilt opnemen. De samplefrequentie van het ingaande signaal dient met de instelling van de samplefrequentie selectieschakelaar (18) overeen te stemmen.
9. Digitale uitvoeraansluiting (optisch)
Gebruik deze als u een digitaal geluidssignaal naar een MD/DAT of soortgelijk digitaal geluidsinstallatie wilt uitvoeren. Signalen die worden uitgestuurd vanuit EDIROL UA­101 9-10, de uitgaande geluidspoorten van een computer, worden vanaf de digitale uitvoeraansluiting van de UA-101 uitgestuurd.
10. Samplefrequentie selectieschakelaar
Gebruik deze om aan te geven op welke samplefrequentie u signalen wilt opnemen en afspelen. Als u de instelling van deze schakelaar wijzigt, dient u alle software af te sluiten, de UA-101 uit te zetten en deze vervolgens weer aan te zetten. U dient ervoor te zorgen, dat deze instelling met de samplefrequentie van de software overeenstemt. Als u de externe synchronisatiefunctie gebruikt (digitale invoerschakelaar ingeschakeld), dient de samplefrequentie van het externe apparaat ook met deze instelling overeen te stemmen.
[Beperkingen bij gebruik van de 192 kHz instelling]
• De digitale invoeraansluiting en de digitale uitvoeraansluiting kunnen niet worden gebruikt.
• De invoer jacks 7/8 en uitvoer jacks 7/8 kunnen niet worden gebruikt.
11. STEREO/MONO selectieschakelaar (Direct Monitor gedeelte)
Hiermee selecteert u of het ingaande signaal stereo (STEREO) of mono (MONO) wordt beluisterd. Schakel deze schakelaar in ( ingedrukt), als u de mono instelling wilt
gebruiken. Als u bijvoorbeeld alleen op INPUT 2 een gitaar heeft aangesloten, gebruikt u de mono
( ingedrukt) instelling. Zelfs als deze instelling op mono (MONO) staat, is het geluidssignaal dat via USB naar de computer wordt gezonden in stereo.
12. Direct Monitor Soft Control schakelaar (Direct Monitor Mixer gedeelte)
Schakel deze in ( ingedrukt), als u de direct monitor mixer (blokdiagram ( voorpagina) met behulp van ASIO 2.0 compatibele software of het UA-101 regelpaneel wilt bedienen. Als u deze schakelaar heeft ingeschakeld, kunt u het afspeelvolume, de pan en aan/uit instellingen van elke invoer jack en elk uitgaande signaal van de computer met behulp van uw software bedienen. (Zie ‘UA-101 Configuratiescherm’ (p. 38)) Als deze schakelaar is uitgeschakeld, worden alle Direct Monitor Mixer instellingen genegeerd (d.w.z. omzeild), zodat u de ingaande geluidssignalen bij alle invoer jacks en de uitgaande signalen van de computer precies zo kunt beluisteren als ze daadwerkelijk zijn. Dit biedt u een handige manier om de software instellingen tijdelijk te negeren, wanneer u bijvoorbeeld de aansluitingen wilt controleren.
11
Voor en achterpaneel
fig.front.eps_60
145
3
611
7
121014 15
2 8
13. Direct afspeelvolume (direct monitor gedeelte)
fig.direct-volume
Hiermee past u het afspeelvolume aan. Naar gelang u deze naar links draait (richting OUTPUT MONITOR), vermindert het niveau van het geluid dat bij de invoer jacks wordt ontvangen. Naar gelang u deze naar rechts draait (richting INPUT MONITOR), vermindert het niveau van het geluid dat door de computer wordt uitgezonden. Als deze draaiknop op de centrale stand is ingesteld, zijn het niveau van het geluid, dat vanaf de computer wordt uitgevoerd en het niveau dat via de invoer jacks wordt ingevoerd allebei 100%.
14. Afspeelvolume/Aan/uit schakelaar
Deze past het volume dat vanaf de koptelefoon jack (16) en de monitor uitvoer jacks (27) wordt uitgevoerd aan.
Tevens schakelt u hiermee tussen de aan (ON) en standby (STANDBY) functies van de stroomtoevoer.
15. Aan/uit indicator
Als de stroomtoevoer is ingeschakeld, licht deze op.
16. Koptelefoon jack
Het geluid dat bij de invoer jacks wordt ontvangen, en het geluid dat door de computer wordt uitgevoerd wordt bij deze jack gemengd en uitgevoerd. Gebruik de direct monitor volumedraaiknop (13) om de balans tussen invoer en uitvoer aan te passen. Zelfs als er een koptelefoon is aangesloten, wordt er nog steeds geluid vanaf de monitor uitvoer jacks (27) op het achterpaneel uitgevoerd.
17. USB indicator
Als u de UA-101 door middel van een USB kabel op de computer aansluit, licht deze op.
100%
OUTPUT MONITOR
0%
Volume
INPUT MONITOR
16913
17
MONITOR
100%
0%
12
Rood verlicht
Groen Verlicht
De UA-101 wordt op de juiste wijze in de hoge snelheid USB func­tie door de computer herkend (p. 14).
De UA-101 wordt op de juiste wijze in de standaard USB functie door de computer herkend (p. 14).
* Als de USB indicator knippert, wordt de UA-101 niet op de juiste wijze herkend.

Achterpaneel

fig.rear.eps_60
18 19 20
21 2422
Voor en achterpaneel
25
23
26
27
18. Aarde schroef
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde installatie, kan het zijn dat u een onprettig gevoel ervaart of opmerkt dat het oppervlak van dit apparaat, aangesloten microfoons of de metalen onderdelen van overige objecten, zoals gitaren, bij aanraking korrelig aanvoelt. Dit komt door een oneindig kleine elektrische lading, die absoluut onschadelijk is. Als u zich hier echter zorgen om maakt, kunt u de aarde schroef (zie afbeelding) op een externe aardeverbinding aansluiten. Als het apparaat is geaard, kan er, afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de installatie, een licht zoemgeluid optreden. Neem contact op met het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland leverancier, zoals op de ‘Informatie’ pagina vermeld, als u zich niet zeker bent van de verbindingsmethode. Ongeschikte locaties voor aardeverbinding.
• Waterleidingen (kunnen schokken of elektrocutie tot gevolg hebben)
• Gasleidingen (kunnen brand of explosies tot gevolg hebben)
• Bodem, waarin zich een telefoonlijn of bliksemafleider bevindt (kan gevaarlijk zijn in geval van bliksem)
19. Adapter jack
Sluit de meegeleverde adapter op deze jack aan.
* Gebruik geen andere dan de meegeleverde adapter. Als u dit wel doet, heeft dit
storingen tot gevolg.
20. Fantoomvoeding schakelaar
Dit is een aan/uit schakelaar voor de fantoomvoeding, die aan de XLR aansluitingen van de universele jacks (1) op het voorpaneel wordt geleverd.
* Tenzij u condensatormicrofoons, waarvoor fantoomvoeding nodig is, op de jacks van
het XLR type heeft aangesloten, dient u deze schakelaar op de Off (uit) instelling te laten staan. Als er fantoomvoeding naar dynamische microfoons of een geluidsinstallatie wordt geleid, kan storing ontstaan. Raadpleeg voor details de handleiding van de microfoon. (De UA-101 fantoomvoeding bedraagt 48V, met een maximum van 20 mA.)
13
Voor en achterpaneel
21. Hi-Speed USB functieschakelaar
Gebruik deze om aan te geven of u de UA-101 in de hoge snelheid USB functie (USB 2.0, 480 Mbps) of in de volledige USB functie (USB 1.1, 12 Mbps) gebruikt.
* Als u de insteling van de Hi-Speed USB wijzigt, moet u de UA-101 opnieuw
opstarten.
Hoge snelheid USB functie (USB 2.0, 480 Mbps)
Schakel de Hi-Speed USB functieschakelaar in (ON), als u de UA-101 op een 2.0 USB aansluiting heeft aangesloten. U kunt dan het volledige functiebereik van de UA-101 gebruiken; 10 INs (invoer) en 10 OUTs (uitvoer).
* Als de UA-101 in de hoge snelheid USB functie op de juiste wijze door de computer
is herkend, licht de USB indicator rood op. Als de indicator knippert, is de UA-101 niet op de juiste wijze herkend, ofwel omdat de computer geen USB 2.0 ondersteunt of om een andere reden.
* De hoge snelheid USB functie kan alleen met Windows XP worden gebruikt.
standaard USB functie (USB 1.1, 12 Mbps)
Schakel de Hi-Speed USB functieschakelaar uit (OFF), als u de UA-101 op een USB aansluiting heeft aangesloten die USB 1.1 compatibel is. U kunt bij opnamen en afspelen gebruik maken van 2 INs (invoer) en 2 OUTs (uitvoer).
* Als de UA-101 op de juiste wijze door de computer in de standaard USB functie is
herkend, licht de USB indicator groen op. Als de indicator knippert, is de UA-101
fig.block-USB1.eps
niet op de juiste wijze herkend.
14
Als de Sync indicator verlicht is
[Beperkingen in de standaard USB functie (USB1.1, 12 Mbps)]
•U kunt alleen de samplefrequenties 44,1 kHz en 48 kHz gebruiken. Als de samplefrequentie selectieschakelaar op een andere positie wordt gezet dan 44,1 kHz of 48 kHz, gaat de USB indicator (17) knipperen, en functioneert de UA-101 niet.
fig.rear.eps_60
18 19 20
21 2422
Voor en achterpaneel
25
23
26
27
22. Invoerniveau selectieschakelaars
Deze selecteren de ingaande gain van de invoer jacks 3-8 (26)
Nominaal invoer­niveau
+4dBu +16dBu
-10dBu +9dBu
Maximaal invoer­niveau
23. MIDI IN/OUT aansluitingen
Hier kunt u de MIDI aansluitingen van uw MIDI apparatuur op aansluiten, zodat u MIDI berichten kunt verzenden en ontvangen.
24. USB aansluiting
Gebruik en USB kabel om deze op de computer aan te sluiten. U dient de meegeleverde USB kabel te gebruiken.
25. Uitvoer jacks 1-8 (nominaal uitvoerniveau: +4dBu)
Deze jacks voeren analoge geluidssignalen uit. Ze ondersteunen een gebalanceerde uitvoer.
26. Invoer jacks 3-8
Gebruik deze jacks om geluidssignalen van uw mixer, geluidsinstallatie of MIDI toongenerator in te voeren. Ze ondersteunen een gebalanceerde invoer.
27. Monitoruitvoer jacks
Het geluid, dat via de diverse invoer jacks wordt ontvangen, wordt met het geluid dat door de diverse geluidspoorten van de computer wordt uitgevoerd gemengd, en vanaf deze monitoruitvoer jacks uitgevoerd. U kunt het regelpaneel van de UA-101 gebruiken om het invoerniveau van elke invoer jack en het uitvoerniveau van elke geluidspoort aan te passen. Zie ‘UA-101 Configuratiescherm’ (p. 38) voor details.
15

De driver installeren

Om de UA-101 op de computer aan te kunnen sluiten en gebruiken, heeft u de juiste driver nodig.
Dit hoofdstuk legt uit hoe u de benodigde driver installeert, als u de UA-101 in de hoge snelheid USB functie in het Windows XP besturingssysteem gebruikt.
Als u de UA-101 in de volledige USB functie gebruikt, dient u de driver te gebruiken die zich in de USB1 map van de meegeleverde CD-ROM bevindt. Gedetailleerde informatie vindt u in Readme_E.htm in de betreffende map.
Gebruik de betreffende driver uit de USB map van de CD­ROM, als u een ander besturingssysteem dan Windows XP gebruikt. Lees voordat u de driver installeert het Readme_E.htm bestand, dat zich in elke map bevindt.
• Windows XP/2000 De USB1 \ XP2K map van de CD-ROM
• Windows Me/98 De USB1 \ Me98 map van de CD-ROM
• Mac OS De USB1 map van de CD-ROM
* Gebruik de voor uw besturingssysteem en computer geschikte
driver.
1
Start Windows op, terwijl de UA-101 niet is aangesloten. Log in Windows in met een gebruikernaam en administratieve privileges (zoals Administrator).
Een driver is software die, als de UA-101 door middel van een USB kabel op de computer is aangesloten, tussen de UA­101 en een applicatieprogramma gegevens uitwisselt. De driver verzendt gegevens van uw applicatiesoftware naar de UA-101, en verzendt gegevens van de UA-101 naar de applicatiesoftware.
16
2
Open het System Properties dialoogvenster.
1. Kies in het Windows start menu voor Control Panel.
2. Klik in ‘Pick a category’ op Performance and
Maintenance.
3. Klik in ‘or Pick a Control Panel Icon’ op het System
icoon.
Afhankelijk van de instellingen, kan het zijn dat het System icoon direct in het Control Panel (klassieke weergave) verschijnt. Dubbelklik in dit geval op het System icoon.
fig.signature
3
Klik op de Hardware tab, en vervolgens op [Driver Signing].
Het Driver Signing Options dialoog­venster wordt geopend.
4
Zorg er in het Driver Signing Options dialoogvenster voor dat ‘Ignore’ is geselecteerd.
Klik gewoon op [OK], als ‘Ignore’ is geselecteerd. Als hier niet ‘Ignore’ is geselecteerd, maakt u een notitie van de huidige instelling (‘Warn’ of ‘Block’), wijzigt u de instelling in ‘Ignore’ en klikt u vervolgens op [OK].
5
Klik op [OK] om het System Properties dialoogvenster te sluiten.
6
Sluit alle software (applicaties), die op dit moment in gebruik zijn af.
Sluit tevens eventuele openstaande vensters af. Als u een antivirus programma of soortgelijke software gebruikt, dient u deze af te sluiten.
7
Zorg dat de CD-ROM gebruiksklaar is.
Plaats de CD-ROM in de CD-ROM drive van de computer.
8
Kies in het Windows start menu voor Run...
Het Run dialoogvenster verschijnt.
De driver installeren
Zet nadat de installatie van de driver is voltooid de ‘Driver Signing Options’ instelling, als u deze heeft gewijzigd, naar zijn oorspronkelijke status terug.
Als het bericht ‘Windows can
perform the same action each time you insert a disk or connect a device with this kind of file’ verschijnt, klikt u op [Cancel].
17
De driver installeren
b
9
Typ het volgende in het Open veld van het dialoogvenster, en klik vervolgens op [OK].
fig.win-run
(Drive naam): \Driver\setup.exe
* In het voorbeeld hierover is de drive naam ‘D:’, maar dat kan
in uw systeem anders zijn. Gebruik de drive naam van uw CD-ROM drive.
10
Het Driver Setup dialoogvenster verschijnt.
Klik op [Next].
11
Klik nogmaals op [Next] om de installatie te starten. De installatieprocedure begint.
Als de ‘Driver Signing Options’ instelling op iets anders is ingesteld dan ‘Ignore’, verschijnt er een dialoogvenster met een bericht als hieronder:
Als er een dialoogvenster met een ‘!’ teken verschijnt…
Kies start My Computer,
als u de drive naam wilt controleren. Let in het venster dat verschijnt op de drive naam van de CD-ROM drive waarin u in stap 7 de CD­ROM heeft geplaatst. De (D:) of (E:) die voor de
etreffende CD-ROM drive wordt aangegeven is de drive naam.
1. Klik op [Continue Anyway].
2. De installatieprocedure begint.
Als er een dialoogvenster met een ‘X’ symbool verschijnt...
1. Klik op [OK].
2. Klik, als de ‘Found New Hardware Wizard’
verschijnt op [Finish].
3. Ga terug naar stap 1 (p. 16) en installeer de driver
vanaf het begin van de procedure opnieuw.
12
Het ‘Setup is now ready to install the drivers’ dialoogvenster verschijnt.
Nu bent u klaar om de driver te installeren.
13
Schakel de Hi-Speed USB functieschakelaar op het achterpaneel van de UA-101 in (ON).
18
14
Gebruik een USB kabel om de UA-101 op de computer aan te sluiten.
1. Zet de stroomschakelaar op de standby stand, en sluit
de adapter op de UA-101 aan.
2. Sluit de stroomkabel van de adapter op een
stopcontact aan.
3. Gebruik de USB kabel om de UA-101 op de computer
aan te sluiten.
15
Schakel de stroomschakelaar van de UA-101 in.
Er verschijnt een ‘Found New Hardware’ bericht in de buurt van de takenbalk. Een moment geduld alstublieft.
16
Selecteer ‘No’ en klik vervolgens op [Next], als het bericht ‘Connect to Windows Update to search for software’
bericht verschijnt.
17
Zorg ervoor, dat ‘EDIROL UA-101’ wordt weergegeven. Selecteer vervolgens ‘Search for the best driver in these locations’ en klik op [Next].
De driver installeren
Schakel zodra de aansluitingen zijn voltooid de stroomtoe­voer van uw diverse apparaten in de aangegeven volgorde in. Als u de apparaten in de ver­keerde volgorde aanzet, ris­keert u het veroorzaken van storing en/of schade aan de speakers en overige appara­tuur.
Draai voordat u de stroomtoe­voer inschakelt het volume van eventuele aangesloten speakers of externe verster­kers omlaag. Zelfs als het volume helemaal omlaag is gedraaid, kan het zijn dat u, bij het inschakelen van de stroomtoevoer, nog steeds wat geluid hoort. Dit is echter normaal en duidt niet op een storing.
Als de ‘Driver Signing Options’ instelling op iets anders is ingesteld dan ‘Ignore’, verschijnt er een dialoogvenster met een bericht als hieronder:
Als er een dialoogvenster met een ‘!’ teken verschijnt
1. Klik op [Continue Anyway].
2. De installatieprocedure begint.
18
Het Completing the Found New Hardware Wizard dialoogvenster verschijnt.
Klik op [Finish]. In de buurt van de takenbalk verschijnt een ‘Found New Hardware’ bericht. Een moment geduld alstublieft.
19
Klik in het Driver Setup dialoogvenster op [Close].
Hiermee is de installatie van de driver voltooid.
Klik, als het Change System Settings dialoogvenster verschijnt op [Yes]. Windows will herstart automatisch.
19
Loading...
+ 44 hidden pages