Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘HET APPARAAT
OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 3-
6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken
van het apparaat. Bovendien kunt u de GEBRUIKERSHANDLEIDING in zijn geheel
doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden
heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder
schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
Direct Monitor Mixer
Level Indicators
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen EMC 89/336/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct theinterference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.— Increase the separation between the equipment and receiver.— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
2
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
001
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt,
leest u onderstaande instructies en de
gebruikershandleiding.
• Tracht het apparaat niet te repareren of
onderdelen in het apparaat te vervangen
(behalve wanneer daartoe specifieke
instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle
onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde
Roland Service Centrum of een erkende Roland
distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt
vinden.
• Zorg ervoor, dat het apparaat altijd zo
wordt geplaatst dat hij waterpas en stabiel
blijft staan. Zet het nooit op een standaard,
die kan wiebelen, of op hellende oppervlakken.
• Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook
moet het voltage van de installatie overeenkomen met het ingangsvoltage dat op de
behuizing van adapter wordt vermeld. Andere
adapters kunnen een andere polariteit hebben of op
een ander voltage ontworpen zijn, waardoor
gebruik van dergelijke adapters tot beschadiging,
storing of elektrische schok kan leiden.
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig,
en plaats er geen zware objecten op.
Hierdoor kan het snoer beschadigen,
waardoor afgebroken elementen en kortsluiting
geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren
betekenen een risico op brand en schokken!
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of
luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren, die in staat zijn permanent gehoorsverlies te
veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op
een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer
u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep
in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct
uitzetten en een oorarts consulteren.
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld
brandbaar materiaal, munten of spelden)
of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in
het apparaat terechtkomen.
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer
uit het stopcontact en breng het apparaat
voor onderhoud naar uw handelaar, het
dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkend Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht
zijn gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functio-
neren of een duidelijke verandering in werking
laat zien.
• In huishoudens met kleine kinderen moet
een volwassene toezicht houden, totdat het
kind in staat is de regels, die essentieel zijn
voor een veilige bediening van het apparaat, op te
volgen.
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in
een stopcontact, waar een buitensporig
aantal andere apparaten gebruik van maakt.
Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik
van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom
die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt,
mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères)
van het verlengsnoer overschrijden. Door
overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer
verhit raken, en uiteindelijk smelten.
• Voordat u dit apparaat in het buitenland
gaat gebruiken, neemt u contact op met uw
verkoper, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum of een erkend Roland distributeur.
Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
• SPeel Geen CD-ROM disk op een conventionele CD speler af. Het geluidsniveau, dat
geproduceerd wordt, kan permanent
gehoorsverlies veroorzaken. Dit kan resulteren in
schade aan luidsprekers of andere systeemcomponenten.
• Haal de adapter regelmatig uit het
stopcontact, en maak deze met een droge
doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de
adapter ook uit het stopcontact, wanneer u
het apparaat langere tijd niet zult
gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en
het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden
en brand veroorzaken.
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van
snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien
zouden alle snoeren en kabels buiten het
bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
• Mocht u de schroef van de aarde schroef
verwijderen, zorg er dan voor dat hij op een
veilige plek, buiten het bereik van kinderen
wordt bewaard, zodat er geen enkel risico is dat hij
per ongeluk wordt ingeslikt.
• Schakel van alle apparaten, die fantoomvoeding nodig hebben, behalve condensatormicrofoons, de fantoomvoeding tijdens
het aansluiten. Als u per ongeluk fantoomvoeding
naar dynamische microfoons, geluidsinstallatie of
overige apparaten die geen dergelijke voeding nodig
hebben leidt, kan schade ontstaan. Controleer altijd
de specificaties van elke microfoon die u wilt gaan
gebruiken, door de bijbehorende handleiding te
lezen.
(De fantoomvoeding van dit apparaat: DC 48V,
20mA Max)
Naast de onderdelen die onder ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ op
pagina 3 worden genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
301
• Gebruik dit apparaat niet op een zelfde
stroomcircuit als een apparaat met een transformator of een motor (zoals een koelkast,
wasmachine, magnetron of air conditioner).
Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan het geluid van de
stroomtoevoer ervoor zorgen, dat er bij dit
apparaat storing of hoorbare ruis optreedt.
• De adapter zal na vele uren opeenvolgend
gebruik warmte gaan genereren. Dit is normaal en niets om u zorgen over te maken.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten
wordt aangesloten, zet u de stroom van alle
apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade
aan luidsprekers of andere apparaten helpen
voorkomen.
Plaatsing
351
• Het gebruiken van dit apparaat dichtbij transformators (of andere apparaten die grote
transformators gebruiken) kan een brom veroorzaken. Zet, om dit probleem op te lossen,
het apparaat ergens anders neer of zorg voor
meer ruimte tussen de apparaten.
• Dit apparaat kan zorgen voor storing op televisies of radio's. Gebruik het daarom niet
dichtbij deze apparaten.
• Er kan storing optreden door het gebruik van
draadloze communicatie apparatuur, zoals
mobiele telefoons, die zich dicht bij het apparaat bevinden. Deze storing kan voorkomen
bij inkomende of uitgaande oproepen of tijdens een gesprek. Als u problemen ervaart,
dient u deze draadloze apparatuur uit te zetten of buiten het bereik van het apparaat houden.
• Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht,
plaats het niet dicht bij apparaten, die warmte
genereren, laat het niet achter in een afgesloten voertuig, en stel het niet bloot aan extreme
temperaturen. Veel warmte kan zorgen voor
vervorming of verkleuring van het apparaat.
• Wanneer u het apparaat verplaatst tussen
twee ruimtes, waar de temperatuur en/of
vochtigheidsgraad erg verschilt, kunnen er
zich waterdruppeltjes (condens) binnen het
apparaat vormen. Als u het apparaat in deze
staat gebruikt, kan er storing optreden of
schade ontstaan. Daarom dient u het apparaat
enkele uren uitgeschakeld te laten staan, totdat alle condens is verdampt.
Onderhoud
• Gebruik voor dagelijks schoonmaken een
zachte droge doek of een doek, die ietwat
vochtig is gemaakt. Om koppig vuil te verwijderen, dient u een doek te gebruiken die u met
een mild, niet schurend schoonmaakmiddel
vochtig hebt gemaakt. Veeg naderhand altijd
het apparaat met een droge doek af.
• Gebruik nooit benzeen, verdunner, alcohol of
oplosmiddelen om de mogelijkheid van vervorming of verkleuring uit te sluiten.
Reparatie en data
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het
geheugen verloren kan gaan als u het apparaat laat repareren. Belangrijke gegevens dient
u altijd te bewaren door ze bijvoorbeeld op te
schrijven op papier (indien mogelijk). Tijdens
reparaties wordt getracht het verlies van data
te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen
(wanneer het circuit van het geheugen zelf
niet meer werkt) kan data helaas niet meer
hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dataverlies.
Overige
voorzorgsmaatregelen
• Let op, dat de inhoud van het geheugen
onherstelbaar verloren kan gaan als gevolg
van een storing of oneigenlijk gebruik van het
apparaat. We raden u aan om van belangrijke
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
gegevens die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen regelmatig een back-up
te maken.
• Helaas kan het onmogelijk blijken om de
inhoud van gegevens, die in het geheugen van
het apparaat of op een geheugenkaart waren
opgeslagen, te herstellen als deze eenmaal
verloren is gegaan. In geval van een dergelijk
verlies van gegevens acht Roland Corporation
zich niet aansprakelijk.
• Als u de (draai)knoppen, schuiven of andere
regelaars en tevens jacks en aansluitingen van
het apparaat gebruikt, doe dit dan met
gepaste voorzichtigheid. Hardhandig gebruik
kan tot storing leiden.
• Pak bij alle kabels, wanneer u ze aansluit/loskoppelt, de stekker vast – trek nooit aan de
kabel. Zo vermijdt u kortsluiting of schade het
inwendige van de kabel.
• Probeer het volume van het apparaat op redelijke niveaus te houden om te voorkomen, dat
u uw buren overlast bezorgt. U zou er de
voorkeur aan kunnen geven een koptelefoon
te gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft
te maken over diegenen om u heen (vooral als
het laat op de avond is).
• Verpak het apparaat als u het moet vervoeren,
indien mogelijk, in de doos (inclusief vulling)
waarin hij werd geleverd. Wanneer dit niet
mogelijk is, dient u gelijksoortige verpakkingsmaterialen te gebruiken.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting
te maken. Neem als u een ander merk kabel
gebruikt de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit
apparaat geen kabels, die weerstanden bevatten. Het gebruik van dergelijke kabels kan
ervoor zorgen, dat het geluidsniveau extreem
laag is of zelfs onhoorbaar. Neem voor informatie over kabelspecificaties contact op met
de fabrikant van de kabel.
CD-ROMs gebruiken
• Voorkom het aanraken of krassen van de
glanzende onderkant (gecodeerde oppervlak)
van de disc. Het kan zijn dat beschadigde of
vieze CD-ROM schijfjes niet goed gelezen
kunnen worden. Houd uw discs schoon door
een in de winkel verkrijgbare CD reiniger te
gebruiken.
Copyright (merkrecht)
852a
• Wanneer geluidssignalen via een digitale verbinding met een extern instrument worden
uitgewisseld, kan dit product opnemen zonder beperkt te worden door de restricties van
het Serial Copy Management System (SCMS).
Dit is omdat het product alleen bestemd is
voor het produceren van muziek, en niet ontworpen is om onderhevig aan restricties te
zijn, zolang het gebruikt wordt om muzikale
stukken (zoals uw eigen composities), die
geen inbreuk maken op Copyrights van anderen op te nemen. (SCMS is een functie, die
verhindert dat er tweede-generatie en latere
generaties kopiëen via een digitale verbinding
gemaakt worden. Het is in MD recorders en
andere digitale audio-apparaten ingebouwd
als een copyright-bescherming.)
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, die
mogelijk inbreuk op iemands copyright kunnen maken. Roland accepteert geen enkele
verantwoordelijkheid aangaande inbreuk op
copyrights van derden die door dit product
veroorzaakt zijn.
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
* De vensterafbeeldingen in deze documenten zijn gebruikt in navolging van de richtlijnen van Microsoft Corpora-
tion.
* Windows® staat officieel bekend als ‘Microsoft® Windows® operating system’.
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
* Alle productnamen, die in dit document worden genoemd, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken
van hun respectieve eigenaren.
6
Inhoud
Inhoud van het pakket ...............................................8
Voor en achterpaneel .................................................9
Dit is de adapter die speciaal voor de UA-101 bedoeld is. Gebruik alleen deze
meegeleverde adapter.
■ USB kabels
Gebruik één van deze kabels om de UA-101 op de USB aansluiting van de
computer aan te sluiten.
* Gebruik alleen de meegeleverde USB kabels. Neem contact op met het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland leverancier, zoals op de ‘Informatie’
pagina vermeld, als de meegeleverde USB kabel beschadigd of zoek raakt en u
vervanging nodig heeft.
■ Handleiding
Dit is deze handleiding, ter referentie.
■ CD-ROM
Deze bevat de Windows drivers van de UA-101 en demo songs.
* Voorkom het aanraken of krassen van de glanzende onderkant (gecodeerde oppervlak)
van de schijf. Het kan zijn, dat beschadigde of vieze CD-ROM schijfjes niet goed
gelezen kunnen worden. Houd uw schijven schoon door een in de winkel verkrijgbare
CD reiniger te gebruiken.
8
VOORZICHTIG
Speel de CD-ROM schijf niet op een
conventionele CD speler af. Als u dit wel doet
kan het zijn dat u een geluid van een dergelijk
hoog volumeniveau produceert, dat uw gehoor en/of
speakers beschadigd kunnen raken.
Voor en achterpaneel
Voorpaneel
fig.front.eps_60
145
3
611
7
12101415
fig.jack-type_70
28
16913
1. Universele jacks
Dit zijn analoge invoer jacks voor geluidssignalen met
microfoonvoorversterkers. Aangezien u hier zowel XLR type als
jacks op aan kunt sluiten, kunt u het type aansluiting gebruiken
dat voor uw apparaat het meest geschikt is. U kunt
gebalanceerde of ongebalanceerde apparatuur aansluiten.
Afhankelijk van of u een XLR aansluiting of een jack aansluiting
Phone stekker
(ongebalanceerd)
XLR stekker
gebruikt, zal de gain instelling verschillen.
XLR:-50 - -10 dBu
Jack: -36 - + 44 dBu
Gebruik de XLR aansluiting als u een microfoon aansluit en gebruik de jack aansluiting voor
het aansluiten van alle overige apparatuur.
De XLR aansluiting kan 48 V fantoomvoeding leveren, zodat u condensator microfoons,
waarvoor fantoomvoeding nodig is, kunt aansluiten. Schakel in dit geval de
fantoomvoedingschakelaar (20) op het achterpaneel in.
fig.XLR-TRS
* Dit instrument is uitgerust met
gebalanceerde (XLR/TRS) invoer jacks.
Rechts op deze pagina ziet u
bedradingdiagrammen voor deze jacks.
1: AARDE
2: WARM
3: KOUD
WARM (PUNT)
AARDE (HALS)
KOUD (RING)
Controleer, voordat u de aansluitingen
maakt, eerst de bedradingdiagrammen van overige apparatuur die u wilt aansluiten.
2. Invoergevoelige draaiknoppen
Deze draaiknoppen passen het ingkomende signaal, dat door de universele jacks (1) van
het voorpaneel worden ontvangen, aan.
3. Invoerimpedantie selectieschakelaar
Gebruik deze schakelaar om, afhankelijk van het apparaat dat bij INPUT 2 op de invoer jack
is aangesloten, een hoge impedantie (Hi-Z) of lage impedantie (Lo-Z) te selecteren. Selecteer
de hoge impedantie (Hi-Z) instelling als u een gitaar of basgitaar heeft aangesloten, en
selecteer de lage impedantie (Lo-Z) instelling voor overige soorten aangesloten apparatuur.
* De INPUT 1 universele aansluiting staat per definitie op een lage impedantie ingesteld.
17
XLR stekker
TRS phone
stekker
(gebalanceerd)
9
Voor en achterpaneel
fig.front.eps_60
145
3
611
7
12101415
28
16913
4. Limiter schakelaar
Deze schakelt de hardware limiter van de UA-101 in/uit.
Zelfs als er bij de combo input jacks (1) plotseling een geluidssignaal van een hoog
volume wordt ontvangen, zorgt de milde compressie die deze limiter toepast ervoor,
dat er voor de AD omzetter geen klikgeluid optreedt.
* Als de invoer het vermogen van de limiter overschrijdt, treedt er een klikgeluid op.
5. Invoer/uitvoerniveau indicators
In overeenstemming met het niveau van de signalen, die bij de universele jacks (1)
binnenkomen en de uitgaande monitorsignalen (direct voor het afspeelvolume), lichten
deze LEDs op.
(Zie het blokdiagram ➔ voorpagina)
Als er vanuit de universele jacks (1) signalen worden ingevoerd, functioneren deze
LEDs als invoerniveau indicators. Als er een tijdje geen invoersignaal is, schakelt de
functie van deze LEDs over naar die van monitoruitvoer indicators.
Functionerend als invoerniveau indicators
Functionerend als monitor
uitvoerniveau indicators
Op een niveau net voordat er vervorming optreedt
(-6 dB) lichten de LEDs rood op. Gebruik de invoer-gevoelige draaiknoppen (2) om het invoerniveau zo
aan te passen dat de LEDs niet oplichten.
Net voordat het geluid, dat naar de monitor uitvoer
jacks wordt uitgevoerd, een niveau van vervorming
bereikt (0 dB), lichten de LEDs rood op. Draai het uitgaande afspeelvolume op het UA-101 configuratie-scherm (p. 38) omlaag, als de LEDs rood oplichten.
6. Sync indicator
Als de digitaleinvoerschakelaar (7) is ingeschakeld, geeft deze indicator de
synchronisatie status met het digitale apparaat dat op de digitale invoeraansluiting (8)
is aangesloten weer.
17
Verlicht
Knipperend
7. Digitale invoerschakelaar
Schakel deze in ( ingedrukt), als u vanaf de digitale invoer een opname maakt. Zo kunt
u de UA-101 met een extern digitaal apparaat, dat op de digitale invoeraansluiting (8)
10
Juist gesynchroniseerd.
Onjuist gesynchroniseerd. Zorg ervoo,r dat het digitale apparaat
op de juiste wijze op de digitale invoeraansluiting is aangesloten.
Controleer tevens of de samplefrequentie van het aangesloten
selectieschakelaar (10) van de UA-101 overeenstemt.
Voor en achterpaneel
is aangesloten, synchroniseren. (Externe synchronisatie functie)
8. Digitale invoeraansluiting (optisch)
Gebruik deze als u een digitaal geluidssignaal van een CD/MD/DAT of soortgelijk
apparaat wilt invoeren.
Als u een digitaal signaal dat via de digitale invoeraansluiting is ingevoerd op een
computer opneemt, wordt het als geluidspoort EDIROL UA-101 9-10 herkend.
Schakel de digitale invoerschakelaar (7) in, als u een digitaal signaal wilt opnemen.
De samplefrequentie van het ingaande signaal dient met de instelling van de
samplefrequentie selectieschakelaar (18) overeen te stemmen.
9. Digitale uitvoeraansluiting (optisch)
Gebruik deze als u een digitaal geluidssignaal naar een MD/DAT of soortgelijk digitaal
geluidsinstallatie wilt uitvoeren. Signalen die worden uitgestuurd vanuit EDIROL UA101 9-10, de uitgaande geluidspoorten van een computer, worden vanaf de digitale uitvoeraansluiting van de UA-101 uitgestuurd.
10. Samplefrequentie selectieschakelaar
Gebruik deze om aan te geven op welke samplefrequentie u signalen wilt opnemen en
afspelen. Als u de instelling van deze schakelaar wijzigt, dient u alle software af te
sluiten, de UA-101 uit te zetten en deze vervolgens weer aan te zetten.
U dient ervoor te zorgen, dat deze instelling met de samplefrequentie van de software
overeenstemt. Als u de externe synchronisatiefunctie gebruikt (digitale
invoerschakelaar ingeschakeld), dient de samplefrequentie van het externe apparaat
ook met deze instelling overeen te stemmen.
[Beperkingen bij gebruik van de 192 kHz instelling]
• De digitale invoeraansluiting en de digitale uitvoeraansluiting kunnen niet
worden gebruikt.
• De invoer jacks 7/8 en uitvoer jacks 7/8 kunnen niet worden gebruikt.
Hiermee selecteert u of het ingaande signaal stereo (STEREO) of mono (MONO) wordt
beluisterd. Schakel deze schakelaar in ( ingedrukt), als u de mono instelling wilt
gebruiken.
Als u bijvoorbeeld alleen op INPUT 2 een gitaar heeft aangesloten, gebruikt u de mono
( ingedrukt) instelling. Zelfs als deze instelling op mono (MONO) staat, is het
geluidssignaal dat via USB naar de computer wordt gezonden in stereo.
12. Direct Monitor Soft Control schakelaar (Direct Monitor Mixer gedeelte)
Schakel deze in ( ingedrukt), als u de direct monitor mixer (blokdiagram ( voorpagina)
met behulp van ASIO 2.0 compatibele software of het UA-101 regelpaneel wilt
bedienen. Als u deze schakelaar heeft ingeschakeld, kunt u het afspeelvolume, de pan
en aan/uit instellingen van elke invoer jack en elk uitgaande signaal van de computer
met behulp van uw software bedienen.
(Zie ‘UA-101 Configuratiescherm’ (p. 38))
Als deze schakelaar is uitgeschakeld, worden alle Direct Monitor Mixer instellingen
genegeerd (d.w.z. omzeild), zodat u de ingaande geluidssignalen bij alle invoer jacks en
de uitgaande signalen van de computer precies zo kunt beluisteren als ze daadwerkelijk
zijn. Dit biedt u een handige manier om de software instellingen tijdelijk te negeren,
wanneer u bijvoorbeeld de aansluitingen wilt controleren.
11
Voor en achterpaneel
fig.front.eps_60
145
3
611
7
12101415
28
13. Direct afspeelvolume (direct monitor gedeelte)
fig.direct-volume
Hiermee past u het afspeelvolume aan.
Naar gelang u deze naar links draait
(richting OUTPUT MONITOR),
vermindert het niveau van het geluid
dat bij de invoer jacks wordt
ontvangen. Naar gelang u deze naar
rechts draait (richting INPUT
MONITOR), vermindert het niveau van
het geluid dat door de computer wordt
uitgezonden. Als deze draaiknop op de
centrale stand is ingesteld, zijn het
niveau van het geluid, dat vanaf de
computer wordt uitgevoerd en het
niveau dat via de invoer jacks wordt ingevoerd allebei 100%.
14. Afspeelvolume/Aan/uit schakelaar
Deze past het volume dat vanaf de koptelefoon jack (16) en de monitor uitvoer jacks
(27) wordt uitgevoerd aan.
Tevens schakelt u hiermee tussen de aan (ON) en standby (STANDBY) functies van de
stroomtoevoer.
15. Aan/uit indicator
Als de stroomtoevoer is ingeschakeld, licht deze op.
16. Koptelefoon jack
Het geluid dat bij de invoer jacks wordt ontvangen, en het geluid dat door de computer
wordt uitgevoerd wordt bij deze jack gemengd en uitgevoerd. Gebruik de direct monitor volumedraaiknop (13) om de balans tussen invoer en uitvoer aan te passen.
Zelfs als er een koptelefoon is aangesloten, wordt er nog steeds geluid vanaf de monitor uitvoer jacks (27) op het achterpaneel uitgevoerd.
17. USB indicator
Als u de UA-101 door middel van een USB kabel op de computer aansluit, licht deze op.
100%
OUTPUT MONITOR
0%
Volume
INPUT MONITOR
16913
17
MONITOR
100%
0%
12
Rood
verlicht
Groen
Verlicht
De UA-101 wordt op de juiste wijze in de hoge snelheid USB functie door de computer herkend (p. 14).
De UA-101 wordt op de juiste wijze in de standaard USB functie
door de computer herkend (p. 14).
* Als de USB indicator knippert, wordt de UA-101 niet op de juiste wijze herkend.
Achterpaneel
fig.rear.eps_60
18 19 20
212422
Voor en achterpaneel
25
23
26
27
18. Aarde schroef
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde installatie, kan het zijn dat u een
onprettig gevoel ervaart of opmerkt dat het oppervlak van dit apparaat, aangesloten
microfoons of de metalen onderdelen van overige objecten, zoals gitaren, bij aanraking
korrelig aanvoelt. Dit komt door een oneindig kleine elektrische lading, die absoluut
onschadelijk is. Als u zich hier echter zorgen om maakt, kunt u de aarde schroef (zie
afbeelding) op een externe aardeverbinding aansluiten. Als het apparaat is geaard, kan
er, afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de installatie, een licht
zoemgeluid optreden. Neem contact op met het dichtstbijzijnde Roland Service Center
of een erkende Roland leverancier, zoals op de ‘Informatie’ pagina vermeld, als u zich
niet zeker bent van de verbindingsmethode.
Ongeschikte locaties voor aardeverbinding.
• Waterleidingen (kunnen schokken of elektrocutie tot gevolg hebben)
• Gasleidingen (kunnen brand of explosies tot gevolg hebben)
• Bodem, waarin zich een telefoonlijn of bliksemafleider bevindt (kan gevaarlijk zijn in geval
van bliksem)
19. Adapter jack
Sluit de meegeleverde adapter op deze jack aan.
* Gebruik geen andere dan de meegeleverde adapter. Als u dit wel doet, heeft dit
storingen tot gevolg.
20. Fantoomvoeding schakelaar
Dit is een aan/uit schakelaar voor de fantoomvoeding, die aan de XLR aansluitingen
van de universele jacks (1) op het voorpaneel wordt geleverd.
* Tenzij u condensatormicrofoons, waarvoor fantoomvoeding nodig is, op de jacks van
het XLR type heeft aangesloten, dient u deze schakelaar op de Off (uit) instelling te
laten staan. Als er fantoomvoeding naar dynamische microfoons of een
geluidsinstallatie wordt geleid, kan storing ontstaan. Raadpleeg voor details de
handleiding van de microfoon.
(De UA-101 fantoomvoeding bedraagt 48V, met een maximum van 20 mA.)
13
Voor en achterpaneel
21. Hi-Speed USB functieschakelaar
Gebruik deze om aan te geven of u de UA-101 in de hoge snelheid USB functie (USB 2.0,
480 Mbps) of in de volledige USB functie (USB 1.1, 12 Mbps) gebruikt.
* Als u de insteling van de Hi-Speed USB wijzigt, moet u de UA-101 opnieuw
opstarten.
● Hoge snelheid USB functie (USB 2.0, 480 Mbps)
Schakel de Hi-Speed USB functieschakelaar in (ON), als u de UA-101
op een 2.0 USB aansluiting heeft aangesloten.
U kunt dan het volledige functiebereik van de UA-101 gebruiken; 10
INs (invoer) en 10 OUTs (uitvoer).
* Als de UA-101 in de hoge snelheid USB functie op de juiste wijze door de computer
is herkend, licht de USB indicator rood op. Als de indicator knippert, is de UA-101
niet op de juiste wijze herkend, ofwel omdat de computer geen USB 2.0 ondersteunt
of om een andere reden.
* De hoge snelheid USB functie kan alleen met Windows XP worden gebruikt.
● standaard USB functie (USB 1.1, 12 Mbps)
Schakel de Hi-Speed USB functieschakelaar uit (OFF), als u de UA-101
op een USB aansluiting heeft aangesloten die USB 1.1 compatibel is. U
kunt bij opnamen en afspelen gebruik maken van 2 INs (invoer) en 2
OUTs (uitvoer).
* Als de UA-101 op de juiste wijze door de computer in de standaard USB functie is
herkend, licht de USB indicator groen op. Als de indicator knippert, is de UA-101
fig.block-USB1.eps
niet op de juiste wijze herkend.
14
Als de Sync
indicator verlicht is
[Beperkingen in de standaard USB functie (USB1.1, 12 Mbps)]
•U kunt alleen de samplefrequenties 44,1 kHz en 48 kHz gebruiken.
Als de samplefrequentie selectieschakelaar op een andere positie wordt gezet
dan 44,1 kHz of 48 kHz, gaat de USB indicator (17) knipperen, en functioneert
de UA-101 niet.
fig.rear.eps_60
18 19 20
212422
Voor en achterpaneel
25
23
26
27
22. Invoerniveau selectieschakelaars
Deze selecteren de ingaande gain van de invoer jacks 3-8 (26)
Nominaal invoerniveau
+4dBu+16dBu
-10dBu+9dBu
Maximaal invoerniveau
23. MIDI IN/OUT aansluitingen
Hier kunt u de MIDI aansluitingen van uw MIDI apparatuur op aansluiten, zodat u
MIDI berichten kunt verzenden en ontvangen.
24. USB aansluiting
Gebruik en USB kabel om deze op de computer aan te sluiten.
U dient de meegeleverde USB kabel te gebruiken.
Deze jacks voeren analoge geluidssignalen uit. Ze ondersteunen een gebalanceerde
uitvoer.
26. Invoer jacks 3-8
Gebruik deze jacks om geluidssignalen van uw mixer, geluidsinstallatie of MIDI
toongenerator in te voeren. Ze ondersteunen een gebalanceerde invoer.
27. Monitoruitvoer jacks
Het geluid, dat via de diverse invoer jacks wordt ontvangen, wordt met het geluid dat
door de diverse geluidspoorten van de computer wordt uitgevoerd gemengd, en vanaf
deze monitoruitvoer jacks uitgevoerd.
U kunt het regelpaneel van de UA-101 gebruiken om het invoerniveau van elke invoer
jack en het uitvoerniveau van elke geluidspoort aan te passen.
Zie ‘UA-101 Configuratiescherm’ (p. 38) voor details.
15
De driver installeren
Om de UA-101 op de computer aan te kunnen sluiten
en gebruiken, heeft u de juiste driver nodig.
Dit hoofdstuk legt uit hoe u de benodigde driver installeert,
als u de UA-101 in de hoge snelheid USB functie in het
Windows XP besturingssysteem gebruikt.
Als u de UA-101 in de volledige USB functie gebruikt, dient
u de driver te gebruiken die zich in de USB1 map van de
meegeleverde CD-ROM bevindt.
Gedetailleerde informatie vindt u in Readme_E.htm in de
betreffende map.
Gebruik de betreffende driver uit de USB map van de CDROM, als u een ander besturingssysteem dan Windows XP
gebruikt. Lees voordat u de driver installeert het
Readme_E.htm bestand, dat zich in elke map bevindt.
• Windows XP/2000
De USB1 \ XP2K map van de CD-ROM
• Windows Me/98
De USB1 \ Me98 map van de CD-ROM
• Mac OS
De USB1 map van de CD-ROM
* Gebruik de voor uw besturingssysteem en computer geschikte
driver.
1
Start Windows op, terwijl de UA-101 niet is aangesloten.
Log in Windows in met een gebruikernaam en
administratieve privileges (zoals Administrator).
Een driver is software die, als
de UA-101 door middel van
een USB kabel op de computer
is aangesloten, tussen de UA101 en een
applicatieprogramma
gegevens uitwisselt. De driver
verzendt gegevens van uw
applicatiesoftware naar de
UA-101, en verzendt gegevens
van de UA-101 naar de
applicatiesoftware.
16
2
Open het System Properties dialoogvenster.
1. Kies in het Windows start menu voor Control Panel.
2. Klik in ‘Pick a category’ op Performance and
Maintenance.
3. Klik in ‘or Pick a Control Panel Icon’ op het System
icoon.
Afhankelijk van de
instellingen, kan het zijn dat
het System icoon direct in het
Control Panel (klassieke
weergave) verschijnt.
Dubbelklik in dit geval op het
System icoon.
fig.signature
3
Klik op de Hardware
tab, en vervolgens op
[Driver Signing].
Het Driver Signing Options dialoogvenster wordt geopend.
4
Zorg er in het Driver Signing Options dialoogvenster
voor dat ‘Ignore’ is geselecteerd.
Klik gewoon op [OK], als ‘Ignore’ is geselecteerd. Als hier
niet ‘Ignore’ is geselecteerd, maakt u een notitie van de
huidige instelling (‘Warn’ of ‘Block’), wijzigt u de instelling
in ‘Ignore’ en klikt u vervolgens op [OK].
5
Klik op [OK] om het System Properties dialoogvenster te
sluiten.
6
Sluit alle software (applicaties), die op dit moment in
gebruik zijn af.
Sluit tevens eventuele openstaande vensters af. Als u een
antivirus programma of soortgelijke software gebruikt,
dient u deze af te sluiten.
7
Zorg dat de CD-ROM gebruiksklaar is.
Plaats de CD-ROM in de CD-ROM drive van de computer.
8
Kies in het Windows start menu voor Run...
Het Run dialoogvenster verschijnt.
De driver installeren
Zet nadat de installatie van de
driver is voltooid de ‘Driver Signing Options’ instelling,
als u deze heeft gewijzigd,
naar zijn oorspronkelijke
status terug.
Als het bericht ‘Windows can
perform the same action
each time you insert a disk
or connect a device with this
kind of file’ verschijnt, klikt u op [Cancel].
17
De driver installeren
b
9
Typ het volgende in het Open veld van het dialoogvenster,
en klik vervolgens op [OK].
fig.win-run
(Drive naam): \Driver\setup.exe
* In het voorbeeld hierover is de drive naam ‘D:’, maar dat kan
in uw systeem anders zijn. Gebruik de drive naam van uw
CD-ROM drive.
10
Het Driver Setup dialoogvenster verschijnt.
Klik op [Next].
11
Klik nogmaals op [Next] om de installatie te starten.
De installatieprocedure begint.
Als de ‘Driver Signing Options’ instelling op iets anders is ingesteld dan ‘Ignore’,
verschijnt er een dialoogvenster met een bericht als hieronder:
Als er een dialoogvenster met een ‘!’ teken verschijnt…
Kies start ➔ My Computer,
als u de drive naam wilt
controleren. Let in het venster
dat verschijnt op de drive
naam van de CD-ROM drive
waarin u in stap 7 de CDROM heeft geplaatst.
De (D:) of (E:) die voor de
etreffende CD-ROM drive
wordt aangegeven is de drive
naam.
1. Klik op [Continue Anyway].
2. De installatieprocedure begint.
Als er een dialoogvenster met een ‘X’ symbool verschijnt...
1. Klik op [OK].
2. Klik, als de ‘Found New Hardware Wizard’
verschijnt op [Finish].
3. Ga terug naar stap 1 (p. 16) en installeer de driver
vanaf het begin van de procedure opnieuw.
12
Het ‘Setup is now ready to install the drivers’
dialoogvenster verschijnt.
Nu bent u klaar om de driver te installeren.
13
Schakel de Hi-Speed USB functieschakelaar op het
achterpaneel van de UA-101 in (ON).
18
14
Gebruik een USB kabel om de UA-101 op de computer aan
te sluiten.
1. Zet de stroomschakelaar op de standby stand, en sluit
de adapter op de UA-101 aan.
2. Sluit de stroomkabel van de adapter op een
stopcontact aan.
3. Gebruik de USB kabel om de UA-101 op de computer
aan te sluiten.
15
Schakel de stroomschakelaar van de UA-101 in.
Er verschijnt een ‘Found New Hardware’ bericht in de
buurt van de takenbalk. Een moment geduld alstublieft.
16
Selecteer ‘No’ en klik vervolgens op [Next], als het bericht
‘Connect to Windows Update to search for software’
bericht verschijnt.
17
Zorg ervoor, dat ‘EDIROL UA-101’ wordt weergegeven.
Selecteer vervolgens ‘Search for the best driver in these locations’ en klik op [Next].
De driver installeren
Schakel zodra de aansluitingen
zijn voltooid de stroomtoevoer van uw diverse apparaten
in de aangegeven volgorde in.
Als u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, riskeert u het veroorzaken van
storing en/of schade aan de
speakers en overige apparatuur.
Draai voordat u de stroomtoevoer inschakelt het volume
van eventuele aangesloten
speakers of externe versterkers omlaag.
Zelfs als het volume helemaal
omlaag is gedraaid, kan het
zijn dat u, bij het inschakelen
van de stroomtoevoer, nog
steeds wat geluid hoort. Dit is
echter normaal en duidt niet
op een storing.
Als de ‘Driver Signing Options’ instelling op iets anders is ingesteld dan
‘Ignore’, verschijnt er een dialoogvenster met een bericht als hieronder:
Als er een dialoogvenster met een ‘!’ teken verschijnt
1. Klik op [Continue Anyway].
2. De installatieprocedure begint.
18
Het Completing the Found New Hardware Wizard
dialoogvenster verschijnt.
Klik op [Finish].
In de buurt van de takenbalk verschijnt een ‘Found New Hardware’ bericht. Een moment geduld alstublieft.
19
Klik in het Driver Setup dialoogvenster op [Close].
Hiermee is de installatie van de driver voltooid.
Klik, als het Change System Settings dialoogvenster
verschijnt op [Yes]. Windows will herstart automatisch.
19
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.