Roland TD-6KW User Manual [nl]

TD-6KW
Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor het Roland Drum System TD-6KW.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld “HET APPARAAT
OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 2,
p. 3). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken
van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel
doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden
heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
* Om de Snare (PDX-8) correct te laten functioneren, moeten de
202
Copyright © 2005 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder
schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
trigger parameters in de TD-6V geluidsmodule aangepast worden.
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG opmerkingen
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
001
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u onderstaande instructies en de gebruikershand­leiding
................................................................................................
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. (De enige uitzondering hierop is wanneer deze handleiding specifieke instructies geeft voor het installeren van gebruikers-opties; zie p. 8.)
................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of natte vloeren hebben of die
• aan regen worden blootgesteld of die
• stoffig zijn of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
006
• Dit product dient alleen gebruikt te worden met een rek of standaard, die door Roland aangeraden wordt.
................................................................................................
• Wanneer u dit apparaat gebruikt met een rek of standaard, dient u ervoor te zorgen dat het rek of de standaard zorgvuldig geplaatst is, waterpas en zodat u er zeker van bent dat deze niet zal vallen. Als u niet een rek of een standaard gebruikt, dient u erop te letten, dat elke locatie die u voor het apparaat kiest een recht oppervlak is dat het apparaat goed ondersteunt, en ervoor zorgt dat het niet wiebelt.
................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht­komen.
................................................................................................
013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen.
................................................................................................
014
• Laat het niet vallen!
................................................................................................
2
VOORZICHTIG
104
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
................................................................................................
106
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
................................................................................................
• Indien u de schroeven van het bovenpaneel verwijdert, bewaart u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat zij deze niet per ongeluk kunnen inslikken.
................................................................................................
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Naast de onderdelen die bij “Het apparaat op een veilige
manier gebruiken” op pagina 2 worden genoemd, leest en
neemt u het volgende alstublieft in acht:
Plaatsing
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet op andere manieren aan temperatuur extremen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Zorg dat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet gedurende langere tijd op het apparaat aanwezig zijn. Door dit soort objecten kan de afwerking van het apparaat verkleuren of op andere wijze beschadigen.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat met een zachte, droge of een licht vochtige doek schoon. Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een doek met een kleine hoeveelheid mild, niet schurend schoon­maakmiddel. Neem het apparaat daarna met een zachte, droge doek af.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmid­delen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedie­ningselementen van dit apparaat met gepaste voorzich­tigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Dit instrument is ontworpen om tijdens het spelen geluiden van buitenaf te minimaliseren. Aangezien geluidsvibraties echter sterker dan verwacht via vloeren en muren overgebracht kunnen worden, moet u erop letten dat deze geluiden niet storend zijn voor uw buren. Dit geldt in het bijzonder als u ‘s avonds laat speelt en bij het gebruik van een koptelefoon.
3
De inhoud van de verpakking controleren
TD-6V (Percussie geluidsmodule) x 1
KD-8 (Kick Trigger Pad) x 1
FD-8 (Hi-Hat pedaal) x 1
PDX-8 (V-Pad) x 1
PD-8 (Pad) x 3
CY-5 (Cymbal Pad) x 1
CY-8 (Cymbal Pad) x 2
Aansluitkabels
Stemsleutel x 1
TD-6KW Gebruikershandleiding x 1
• De TD-6V gebruikershandleiding is onderdeel van het
TD-6V pakket.
• Een basdrumpedaal maakt geen deel uit van dit pakket.
Gebruik hiervoor een in de winkel verkrijgbaar kick
pedaal.
• In dit pakket vindt u geen CY-5 bevestigingsset voor
cimbalen.
* In het kader van productverbetering kunnen de specificaties en/
of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande
mededeling veranderd worden.
Drumstandaard
Monteer de drumstandaard.
Meer over de standaard vindt u in de
gebruikershandleiding van de standaard.
TD-6V (Percussie geluidsmodule)
Bevestig de verbindingsplaat (behorende bij de optionele drum standaard) aan de TD-6V.
Met gebruik van de schroeven van het onderpaneel bevestigt u de houder zo, dat het apparaat zich in de richting
bevindt, zoals in het diagram wordt getoond.
fig.TD-6V.e
• Om de standaardhouder te bevestigen, verwijdert
u de vier 8 mm schroeven (M5 x 8) voor gebruik
van de onderkant van de TD-6V. Gebruik van
andere schroeven kan schade aan het apparaat
veroorzaken.
928
• Wanneer u het apparaat op zijn kop zet, plaatst
dan een stapeltje kranten of tijdschriften onder de
vier hoeken om schade aan knoppen en regelaars
te voorkomen. U kunt het apparaat ook zo plaatsen
dat knoppen of regelaars niet kunnen beschadigen.
929
• Als u het apparaat op zijn kop zet, pas dan goed op
dat u het niet laat vallen en dat het niet kan
omvallen.
Smal
Breed
4
PDX-8
fig.PD-85.e_80
Rand rubber
Schroef om standaard vast te zetten
add
* Plaats uw vingers NIET in de schaal. U kunt zich pijn doen of
schade aan de PDX-8 veroorzaken. Wanneer u de kop
vervangt, mag u de interne onderdelen NIET aanraken. Steek
ook uw vingers niet in het gat van de montagehaak.
fig.Stand.j
(Snare)
Output Jack
Houder
Hoepel
Stemschroef
Head sensor
Head
Schaal
Rand sensor
USING THE UNIT SAFELY
De spanning van het trommelvel (head) afstellen
De spanning van het trommelvel dient voor gebruik
afgesteld te worden.
In het algemeen is een spanning van een aanslag, die
ongeveer overeenkomt met een akoestische drum,
geschikt.
Als het trommelvel wordt aangeslagen, wanneer de
spanning van het vel los is, kan de sensor beschadigen.
1. Gebruik de stemsleutel om de stemschroeven
aan te draaien.
Sla op de kop om de reactie te voelen en te controleren.
fig.Adjust.e
Losser Strakker
fig.Stand.j
Head sensor
Rand sensor
Head sensor
Draai de stemschroeven één voor één vast, afgaande op
de numerieke volgorde die in het diagram wordt
getoond. Zet één schroef op zichzelf nooit zeer strak vast.
Hierdoor kan het trommelvel niet gelijkmatig gespannen
worden en zullen storingen ontstaan.
fig.Bolt
3
1
6
5
2
4
2. De gemaakte afstelling kunt u nu nauwkeuriger
afstemmen, terwijl u de ‘feel’ en de reactie van het pad blijft controleren.
• Op de PDX-8 heeft het afstellen van de spanning van het
trommelvel alleen effect op de reactie van het trommelvel
en verandert de toonhoogte van het geluid niet, zoals dit
op een akoestisch drumstel wel het geval zou zijn.
• De spanning van het trommelvel zal veranderen, zodra u
het apparaat heeft gebruikt, daarom dient u deze
wanneer nodig opnieuw af te stellen.
5
USING THE UNIT SAFELY
Het Pad op een standaard bevestigen
Bevestig de PDX-8 aan een pad houder van de standaard.
fig.RimShot.e
Zorg dat u de schroef om de standaard vast te zetten
stevig aandraait. Als deze los blijft, kan dubbele
triggering optreden.
fig.Stand.e
Strakker
Losser
Staaf
Speelmethodes
Head Shots
Sla alleen op het trommelvel van het pad.
fig.HeadShot.e
Head
Rim (rand)
* Om rim shots te spelen, slaat u op de rand (rim) binnen het
gebied dat in het diagram wordt aangegeven.
fig.RimShot.e
Geschikte positie voor rim shots
Speler
Cross Stick
Sla alleen op de rand van het pad.
Afhankelijk van het instrument dat aan de rand (rim) is
toegewezen, kunt u rim shots en/of cross stick geluiden
spelen.
fig.XStick.e
Head (drumvel)
* Sla niet op de hoepel.
Rim Shots
Sla het trommelvel en de rand van het pad gelijktijdig
aan.
6
Rim
Rim
* Om de cross stick te spelen, moet u alleen op de rand van het
pad slaan. Als u uw hand op het trommelvel van het pad
plaatst, kan het cross stick geluid mogelijk niet correct worden
gespeeld.
Meer over instellingen en geluiden vindt u in de
gebruikershandleidingen van de respectievelijke
modules.
Als u op het trommelvel slaat en een rim geluid wordt
geproduceerd, reduceert u de Rim Sens waarde.
Aan de andere kant, als het u moeite kost om rim shot
geluiden te spelen, verhoogt u de Rim Sens waarde.
6. Bevestig de stemschroeven aan de hoepel en
USING THE UNIT SAFELY
schaal.
7. Vervolgens stelt u de spanning van het
trommelvel in. Zie “De spanning van het trommelvel (head) afstellen” (p.5).
Vervangen van het trommelvel
Wanneer het trommelvel vervangen dient te worden
Het trommelvel is een eenmalig onderdeel dat op den duur
versleten raakt en vervangen moet worden. Vervang het
trommelvel wanneer het volgende gebeurt:
In het trommelvel blijven gedeeltes met speling aanwezig,
ondanks dat de spanning van het vel correct is afgesteld.
Vervangende trommelvellen (optioneel): MH-8 Mesh Mead
1. Verwijder alle stemschroeven van de PDX-8.
fig.Replace.e
Losser
Stemschroef
Hoepel
Rubber gedeelte van de hoepel
Tighten
Stem sleutel
Sensoren
Zet één schroef op zichzelf nooit zeer strak vast. Hierdoor
kan het trommelvel niet gelijkmatig gespannen worden,
en zullen storingen ontstaan.
Specificaties
PDX-8
Head grootte: 8 inches
Triggers: 2 (Head, Rim)
Afmetingen: 266 (B) x 326 (D) x 62 (H) mm
Gewicht: 1.3 Kg
Optie: Mesh Head (MH-8)
* Het Rim rubber is een component dat op den duur verslijt
(zeker wanneer er veel rim shots worden uitgevoerd) en dan
vervangen moet worden. Wanneer het rim rubber versleten is,
zullen rim shots mogelijk niet correct uitgevoerd kunnen
worden. Wanneer dit voorkomt, vervangt u het rim rubber.
Raadpleeg Roland Service voor meer informatie over het
vervangen van het rim rubber.
add
* Door de aard van de materialen die in de sensor worden
gebruikt, kunnen veranderingen in kamertemperatuur de
gevoeligheid van de sensor beïnvloeden.
Schaal (behuizing)
Behandel de sensor onder het trommelvel voorzichtig.
Teveel kracht kan accurate detectie in de weg staan en de
sensor kan hierdoor beschadigen.
2. Verwijder de hoepel.
3. Verwijder het oude trommelvel.
4. Plaats het nieuwe trommelvel op de schaal.
5. Plaats de hoepel op het trommelvel.
7
USING THE UNIT SAFELY
PD-8
fig.PD-8.e
(Tom)
Standaard bevestigingsschroef
De PD-8 bespelen
fig.PD-HR.e
Head Shot
Rim Shot
Head
Standaard bevestigingsschroef
Uitgangsjack
Het Pad op een standaard bevestigen
Bevestig de PDX-8 aan een pad houder van de standaard.
fig.PD-Set.e
Strakker
Losser
Head
Om het geluid dat aan het trommelvel is toegewezen te
spelen, slaat u alleen op het trommelvel.
Om een rim shot te spelen, moet u zowel het trommelvel als
de rand van het pad gelijktijdig aanslaan.
Head
Rim
Specificaties
PD-8
Pad grootte: 8.5 inches
Triggers: 2 (Head, Rim)
Afmetingen: 226 (B) x 280 (D) x 54 (H) mm
Gewicht: 1.2 Kg
Staaf
Steek de staaf door de pijp binnenin de houder.
Bij het bevestigen van de PD-8 aan de houders moet u
ervoor zorgen, dat de schroeven om de standaard vast te
zetten stevig vast zitten. Als één van hen los blijft, kan het
pad er af vallen.
8
CY-5 (Hi-Hat)
fig.CY-8.e
Uitgangsjack
Koepel deel
Rand deel
Pad zijde
2. Monteer de CY-5, zodat deze in de onderste
USING THE UNIT SAFELY
koppeling past, zoals hieronder aangegeven.
Bescherming (zorg dat deze correct wordt gericht)
De instellingen maken
Om de CY-5 op een L-Rod (pad houder) te bevestigen, gebruikt u ALLEEN de bevestigingsset, die hieronder wordt getoond.
Bovenste koppeling
Koppelingsvilt (S)
Koppelingsvilt (L)
Onderste koppeling
1. De onderste koppeling en het koppelingsvilt (L)
monteren
Stel het ingekeepte gedeelte, zoals hieronder wordt
aangegeven, af. Plaats dan het koppelingsvilt (L), zodat
dit stevig vastzit.
Inkeping (zorg dat deze correct wordt gericht)
Draai de moer met een stemsleutel vast
3. Plaats het koppelingsvilt (S) en, terwijl u wat
druk uitoefent, monteert u de bovenste koppeling zoals hieronder wordt getoond.
Hierna kunt u de bovenste koppeling aanpassen om de
gewenste beweging te verkrijgen. Als deze te los is, kan
dubbel triggering optreden.
Zorg dat het ROLAND logo zich aan de andere kant van
het speelgebied bevindt.
Druk uitoefenen
Draai de moer met een stemsleutel vast
Specificaties
CY-5
Grootte: 10 inches
Triggers: 2 (Bow, Edge)
Afmetingen: 246 (B) x 246 (D) x 45 (H) mm
Gewicht: 380 Kg
Accessoires: bevestigingsset voor Hi-Hat (Bovenste
koppeling, onderste koppeling, koppelingsvilt
(L), koppelingsvilt (S))
add
* Door onafgebroken spelen kan het Pad verkleuren. Dit heeft
echter geen invloed op de werking van het Pad.
9
USING THE UNIT SAFELY
CY-8 (Crash bekken / Ride bekken)
De CY-8 bespelen
fig.CY-8.e
Pad zijde
Koepel deel
Rand deel
Uitgangsjack
Het Cymbal Pad aan een standaard bevestigen
1. Met een stemsleutel draait u de stop bout vast.
De stopper zorgt dat het bekken pad niet kan draaien, en
voorkomt dat de kabels op de standaard in elkaar
draaien.
fig.CY-Set01.e
Bow Shot
Dit is de meest voorkomende speelmethode, waarbij de pad
zijde van het bekken wordt bespeeld. Dit correspondeert met
het geluid van de “head side” van de aangesloten trigger
invoer.
fig.CY-Bow.e
Koepel
Edge Shot
Bij deze speelmethode wordt de rand met het voorste gedeelte
van de stick aangeslagen. Dit correspondeert met het geluid
van de “rimside” van de aangesloten trigger invoer.
* Om van een edge shot gebruik te maken, dient u een trigger
ingangsjack aan te sluiten op de percussie geluidsmodule, die
rim shots kan uitvoeren.
fig.CY-Edge.e
Rand
Stopper
(zorg dat deze
correct gericht is)
Draai de moer met een stemsleutel vast.
2. Bevestig de CY-8, zodat het ROLAND logo zich
aan de andere zijde van het speelgebied bevindt.
3. Draai de vleugelmoer aan om de gewenste
beweging te verkrijgen.
Gebruik de bijgeleverde vilt ring en de vleugelmoer.
fig.CY-Set02.e
Vleugelmoer
Vilt ring
Het geluid kan dubbel te horen zijn, wanneer de
vleugelmoer los is.
Choking
Choking (knijpen) van de rand van het bekken met de hand,
direct nadat het bekken is aangeslagen, maakt dat het geluid
stopt.
* Om van choking speeltechnieken gebruik te maken, dient u een
trigger ingangsjack aan te sluiten op de percussie
geluidsmodule, die rim shots kan uitvoeren.
fig.CY-Choke
Specificaties
CY-8
Grootte: 12 inches Triggers: 2 (Bow, Edge) Afmetingen: 290 (B) x 295 (D) x 47 (H) mm Gewicht: 650 gr Accessoires: Vleugelmoer, vilt ring, stopper
* Door onafgebroken spelen kan het Pad verkleuren. Dit heeft
echter geen invloed op de werking van het Pad.
10
FD-8 (Hi-Hat pedaal)
USING THE UNIT SAFELY
De FD-8 gebruiken
fig.FD-8.e
De uitslag van het pedaal instellen
Draai de schroef met een stemsleutel los.
Verschuif de arm
Ankermoer
De ankermoeren bevestigen (bij gebruik op vloerbedekking)
diep
flauw
Pedaalplaat
Control Out Jack
Ankermoer
Veer voor de ankermoer
Met gebruik van de FD-8 kunt u het openen en sluiten van het
hi-hat geluid regelen.
Open Hi-Hat
Sla op de hi-hat zonder het pedaal in te drukken.
Half open Hi-Hat
Sla op de hi-hat met het pedaal half ingedrukt.
Gesloten Hi-Hat
Sla op de hi-hat met het pedaal ingedrukt.
Foot Closed
Druk het pedaal helemaal in.
Foot Open
Druk het pedaal in en laat het direct weer los.
Het volume van de Foot Closed kan apart worden
ingesteld (TD-6V gebruikershandleiding, p.66).
• De punten van de ankerbouten zijn scherp. Wees
voorzichtig.
• Bij gebruik op een vloer kunnen de ankerbouten de vloer
beschadigen. Bevestig de ankerbouten niet.
• Wanneer de FD-8 gedurende langere tijd niet gebruikt zal
worden, kunt u de arm verplaatsen en vastzetten,
waardoor het pedaal een hogere uitslag heeft.
• Om schade te voorkomen, laat u de FD-8 niet langere tijd
met de pedaalplaat ingedrukt staan.
• Sluit de FD-8 op de TD-6V aan, voordat u de stroom
inschakelt.
• Druk het pedaal NIET in op het moment dat u de stroom
inschakelt.
Specificaties
FD-8
Afmetingen: 130 (B) x 396 (D) x 103 (H) mm
Gewicht: 1.3 Kg
Accessoire: Stemsleutel
11
USING THE UNIT SAFELY
KD-8 (Basdrum)
fig.KD-8.e
Uitgangsjack
Standaard
Ankermoer
3. Met een stemsleutel draait u de schroeven vast,
die u bij stap 1 heeft verwijderd, zodat de standaard stevig vastzit.
fig.KD-Assy03
Trommelvel
Voetplaat
De instellingen maken
1. Verwijder de schroeven aan de andere kant van
de KD-8’s trigger.
fig.KD-Assy01
2. Trek de standaard uit, in de richting die door de
pijl wordt aangegeven, totdat deze volledig is uitgeschoven.
fig.KD-Assy02
4. Bevestig het basdrumpedaal.
Richt de klopper zo dat deze het midden van het
trommelvel raakt. Zet dan het basdrumpedaal en de
KD-8 stevig vast.
fig.KD-Assy04.e
Klopper
Installeer het basdrumpedaal zorgvuldig.
De hoogte van de voetplaat aanpassen
Afhankelijk van uw basdrumpedaal, kan dit onstabiel zijn als
u het aan de KD-8 bevestigt. Stel de voetplaat bij, zodat het
volledige onderoppervlak van het pedaal met de vloer is
verbonden.
fig.KD-Assy05.e
Klopper
12
In de winkel verkrijgbaar basdrumpedaal
* Pas de hoogte aan, zodat het hele pedaal contact heeft met de vloer.
1. Draai de ankermoeren van de standaard los, en
verwijder de voetplaat.
fig.KD-Assy06
De ankermoeren bijstellen
Wanneer het basdrumpedaal op een vloerkleed of een
soortgelijk oppervlak wordt gebruikt, kunt u de ankermoeren
bijstellen, zodat de punten uit de plaat steken en het pedaal op
zijn plaats houden. Hierdoor is het basdrumpedaal
gemakkelijker te gebruiken.
Echter, als dit op de vloer wordt gebruikt, kunnen de
ankermoeren de vloer beschadigen. Pas de ankermoeren op
passende wijze aan.
fig.KD-Anchor.e
De ankermoeren bijstellen
Bij gebruik op vloerbedekking Bij gebruik op de vloer
USING THE UNIT SAFELY
2. Stel de basdrumplaat zo, dat het gehele onder
oppervlak op de vloer is bevestigd.
3. In de meeste gevallen gaat de standaard
enigszins zweven. Draai de ankermoeren daar stevig vast om de standaard en de voetplaat vast te zetten.
fig.KD-Assy07.e
Deze hoogte zal variëren, afhankelijk van het basdrumpedaal.
• Installeer het basdrumpedaal zorgvuldig.
• Pas op, dat u niet in uw vingers prikt.
• De punten van de ankermoeren zijn scherp. Wees
voorzichtig.
• Als u de setup moet verplaatsen, verwijder dan de
schroeven en klap de standaard in. Door de KD-8 te
vervoeren, terwijl deze open staat, kan de standaard
overmatig worden belast, waardoor deze kan
beschadigen.
De punten van de ankermoeren zijn scherp. Wees
voorzichtig.
Bij gebruik van een dubbel pedaal
fig.KD-Pedal1
Plaats de twee kloppers
evenwijdig van het midden
van het pad, zoals in het figuur
links wordt getoond. Als één
van de kloppers verder van het
midden weg is dan de andere,
zal het geluid van de verste
klopper een lager volume
hebben of geheel niet naar
wens klinken.
fig.KD-Pedal2
Gebruik van een dubbel
pedaal zal resulteren in lagere
gevoeligheid, in vergelijking
met gebruik van een enkel
pedaal. Verhoog de
gevoeligheid op de
geluidsmodule.
Specificaties
KD-8
Afmetingen: 272 (B) x 260 (D) x 405 (H) mm
Gewicht: 2.9 Kg
Accessoires: Schroeven
* Doorlopend spelen kan verkleuring van het pad veroorzaken,
maar dit is niet van invloed op de werking van het pad.
13
.
USING THE UNIT SAFELY
De “TD-6KW”monteren
921
Met gebruik van de meegeleverde kabels sluit u de pads aan.
Sluit de L-vormige pluggen van de bijgeleverde kabels op de pads aan.
Om storing en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd laag, en zet u alle
apparaten uit, voordat u aansluitingen gaat maken.
fig.Setting1.e
TD-6VTD-6V
HHC
HH
RD
CY-5CY-5
SNR
CY-8CY-8
HH
CR1
CR1
PDX-8PDX-8
T1
PD-8PD-8
KIK
KIKSNR
T1T2T3
RD
CY-8CY-8
T2
PD-8PD-8
T3
PD-8PD-8
KD-8KD-8
HHC
FD-8FD-8
fig.Label
1. Steek de pluggen van de kabels in de TRIGGER INPUTS jacks aan de achterzijde
van de TD-6V.
2. Steek de L-vormige pluggen in de TRIGGER OUTPUTS jacks van de pads.
* Als u de kabels aansluit, raadpleeg het etiket dat aan beide zijden van de kabels is bevestigd.
14
SNR
.
USING THE UNIT SAFELY
Trigger instellingen voor de TD-6V
Om de snare (PDX-8) correct te laten functioneren, moeten de trigger parameters in de TD-6V geluidsmodule worden bijgesteld.
Meer informatie hierover, vindt u in de TD-6KV gebruikershandleiding.
De optionele pads aan de TD-6KW toevoegen
Als u een nieuw pad toevoegt, gebruikt u trigger ingang 10 (CRASH2).
Met de optionele kabel (PCS-31L) of een standaard kabel kunt u twee pads op de trigger ingangen 5/6 (TOM2/
AUX) en 7/8 (TOM3/4) aansluiten. U kunt 11 pads tegelijkertijd gebruiken.
* Wanneer twee pads op 1 ingang (5/6 of 7/8) zijn aangesloten, zijn rim shots niet mogelijk. Voor meer informatie, zie de
TD-6V gebruikershandleiding, p.70.
Voorbeelden
Een bekken toevoegen
De CY-8 of de CY-5 als een 2e Crash
of Splash bekken toevoegen. Voor
de montage gebruikt u de Cymbal
Mount MDY-10U.
Een tom toevoegen
De PD-8 als 2e floortom toevoegen.
Sluit de PD-8 op de trigger ingang
10 (CRASH2) aan.
Met de optionele kabels (PCS-31L)
kunt u ook twee PD-8’s op trigger
ingang 7/8 (TOM3/4) aansluiten.
Voor de montage gebruikt u Pad
Mount MDH-10U.
Opties
Kick Trigger Pad: KD-8, KD-7
V-Kick Trigger Pad: KD-85, KD-120
Dual Trigger Pad: PD-8
V-Pad: PDX-8, PD-85, PD-105, PD-125
Cymbal Pad: CY-8, CY-5
V-Cymbal: CY-12R/C, CY-14C, CY-15R
PD-8
TD-6V achterpaneel
PCS-31L
PD-8
Pad Mount: MDH-10U
Cymbal Mount: MDY-10U
Connection Cable: PCS-31L
15


,EESEERSTZORGVULDIGDESECTIESGETITELDh6%),)''%"25)+6!.(%4!00!2!!4vENh"%,!.'2)*+% !!.$!#(4305.4%.v)NDEZESECTIESSTAATBELANGRIJKEINFORMATIEOVERDEJUISTEBEDIENINGVANDITAPPA RAAT/MZEKERTEZIJNDATUALLEFUNCTIESVANUWAPPARAATVOLDOENDEKENTENBEHEERSTDIENTUDEHANDLEI DINGINHAARGEHEELTELEZEN"EWAARDEZEHANDLEIDINGVOORLATEREREFERENTIE

 Accessoires

 


"«}iiÌÊLÊiÌÊ«ÃÌiiÊÛ>Ê`iÊÃÌ>`
2SHQGHEHQHQYDQGHVWDQGQLHWYHUGHUGDQHHQKRHNYDQ HQ]RUJGDWKHWOLQNHUHQUHFKWHUEHHQYDQGHVWDQG QLHWYHUGHUGDQPHWHUXLWHONDDUVWDDQ=RQLHW]RXGH VWDQGNXQQHQRPYDOOHQ

M INCHES

#OPYRIGHT©2OLAND#ENTRAL%UROPE !LLERECHTENVOORBEHOUDEN(ETGEHEELOFGEDEELTELIJKREPRODUCERENVANDITDOCUMENTISVERBODENZONDERSCHRIFTELIJKE TOELATINGVAN2OLAND#ENTRAL%UROPE
7IJZIGINGENAANDESPECIlCATIESENOFHETUITERLIJKVOORBEHOUDENZONDERVOORAFGAANDEKENNISGEVING
Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland Percussion Sound Module TD-6KV.
Lees, alvorens u dit apparaat in gebruik neemt, zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” (p.2) en “BELANG­RIJKE OPMERKINGEN” (p.4). Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie omtrent correct gebruik van het apparaat. Echter, om uzelf ervan te verzekeren een goed inzicht in alle functies en mogelijkheden van uw nieuwe apparaat te verkrijgen, dient u de gehele handleiding te lezen. De handleiding dient onder handbereik als een praktisch naslagwerk te worden bewaard.
* Alle productnamen in deze handleiding zijn geregistreerde handelsmerken van
de respectievelijke eigenaren.
202
Copyright © 2004 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd op welke wijze ook zonder de schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
001
• Lees, voordat u dit apparaat in gebruik neemt, eerst de onderstaande instructies en de handleiding.
................................................................................................
002c
• Open of wijzig (op welke wijze ook) dit apparaat of de adapter niet.
................................................................................................
003
• Probeer niet om het apparaat te repareren of inwendige onderdelen te vervangen (tenzij deze handleiding specifieke instructies geeft om dit wel te doen). Laat al het onderhoud over aan uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland dealer, zoals beschreven op de “Informatie” pagina.
................................................................................................
004
• Gebruik of stal het apparaat nooit op plaatsen die:
• Bloot staan aan extreme temperaturen (bijv., in direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een verwarmingsbuis, bovenop een warmte producerend apparaat); of waar
• Dampvorming plaatsvindt (bijv., baden, wasruimtes, op natte vloeren); of die
• Vochtig zijn; of die
• Bloot staan aan regen; of die
• Stoffig zijn; of die
• Bloot staan aan zware trillingen.
................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
005
• Dit apparaat dient alleen gebruikt te worden met een door Roland aanbevolen houder of standaard.
................................................................................................
006
• Als het apparaat gebuikt wordt met een door Roland aanbevolen houder of standaard, moet de houder of standaard nauwkeurig geplaatst worden , zodat deze recht en stabiel staat. Als u geen houder of standaard gebruikt, dient u echter ook een plaats uit te kiezen om het apparaat neer te zetten met een voldoende vlak oppervlak, dat het apparaat goed ondersteunt en wiebelen voorkomt.
................................................................................................
008c
• Gebruik alleen de meegeleverde adapter. Controleer ook of de netspanning overeen komt met de op de adapter weergegeven ingang­spanning. Andere adapters kunnen een andere polariteit gebruiken of ontworpen zijn voor een ander voltage, wat kan leiden tot schade, onjuist functioneren of een elektrische schok.
................................................................................................
009
• Buig of draai de stroomdraad niet extreem en plaats er geen zware dingen op. Dit kan schade veroor­zaken aan het snoer en leiden tot zwakke plekken en kortsluiting. Beschadigde snoeren geven brand­en schokgevaar!
................................................................................................
2
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
010
• Dit apparaat, zowel alleen als in combinatie met een versterker,een koptelefoon of speakers, kan geluids­niveaus produceren die permanente gehoorschade kunnen opleveren. Gebruik het daarom niet gedurende lange tijd op een hoog volumeniveau of op een niveau dat oncomfortabel is. Als u enige vorm van gehoorverlies of suizen in de oren ervaart, dient u onmiddellijk te stoppen met het gebruik van het apparaat en een audioloog te raadplegen.
................................................................................................
011
• Voorkom dat objecten (bijv., ontvlambaar materiaal, muntjes, spijkers) of vloeistoffen (water, frisdrank, etc) het apparaat binnendringen.
................................................................................................
012c
• Schakel onmiddellijk de stroom uit, trek de adapter uit het stopcontact en raadpleeg uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland dealer, zoals beschreven op de “Informatie” pagina, als:
• De adapter of de stroomdraad is beschadigd;
• Rook of een vreemde geur ontstaat;
• Objecten in of vloeistoffen over het apparaat zijn gevallen;
• Het apparaat heeft blootgestaan aan regen (of op een andere manier nat is geworden);
• Het apparaat niet normaal lijkt te werken of een typische functieverandering heeft ondergaan.
................................................................................................
013
• In een huishouden met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden , totdat het kind in staat is alle regels te hanteren die essentieel zijn voor veilig gebruik van het apparaat.
................................................................................................
add3
• Om ongelukken te voorkomen mogen kinderen niet in de buurt van het drumstel spelen.
................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware stoten. (Laat het niet vallen!)
................................................................................................
015
• Sluit het apparaat niet aan op een stopcontact, samen met overdreven veel andere apparaten. Wees vooral voorzichtig met verlengsnoeren - het gezamenlijke vermogen van alle, op het verleng­snoer aangesloten, apparaten mag nooit meer zijn dan het vermogensbereik (watt/ampère) van het verlengsnoer. Door overbelasting kan de draad warm worden en uiteindelijk doorbranden.
................................................................................................
016
• Raadpleeg, als u het apparaat in het buitenland wilt gaan gebruiken, eerst uw verkoper, het dichtstbij­zijnde Roland Service Center of een erkend Roland dealer, zoals beschreven op de “Informatie” pagina.
................................................................................................
101b
• Het apparaat en de adapter dienen zo geplaatst te worden, dat geen belemmering van hun ventilatie optreedt.
................................................................................................
101c
• Gebruik deze TD-3 alleen met een Roland standaard. Het gebruik van andere standaards kan leiden tot instabiliteit en mogelijk letsel.
................................................................................................
102d
• Pak altijd alleen de plug of de behuizing van de adapter vast bij het in- of uitpluggen in het apparaat of een stopcontact.
................................................................................................
103b
• Haal met enige regelmaat de adapter uit het stopcontact en reinig deze met een droge doek om zo alle stof en andere ophopingen uit de kieren te vegen. Verwijder ook de stekker uit het stopcontact als het apparaat lange tijd niet gebruikt gaat worden. Iedere vorm van stofophoping tussen de stekker en het stopcontact kan resulteren in slechte isolatie en leiden tot brand.
................................................................................................
104
• Probeer te voorkomen dat snoeren en kabels in de knoop raken. Ook dienen alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst te worden.
................................................................................................
106
• Klim nooit bovenop het apparaat en plaats er geen zware dingen op.
................................................................................................
107d
• Raak nooit de behuizing van de adapter of de stekkers aan met natte handen bij het in- of uitpluggen in een stopcontact of dit apparaat.
................................................................................................
108b, 108d: Selection
Maak, alvorens u het apparaat verplaatst, de adapter en alle draden afkomstig van externe apparaten los. Vraag iemand om hulp als u het drumstel wilt verplaatsen. Zorg bij het verplaatsen, dat het drumstel horizontaal blijft. Houd het drumstel stevig vast, zodat u zich niet kunt bezeren of het drumstel kunt beschadigen.
1
• Controleer of de schroeven van het drumstel vastzitten. Maak ze anders alsnog vast.
................................................................................................
109b
• Zet, voordat u het apparaat reinigt, de stroom uit en haal de adapter uit het stopcontact (p. 22).
................................................................................................
110b
Haal de adapter uit het stopcontact als er onweer wordt verwacht bij u in de omgeving.
................................................................................................
118
• Mocht u schroeven verwijderen bij het bevestigen van de drumstandaard, zorg er dan voor dat u ze op een veilig plek legt, buiten het bereik van kinderen, zodat ze niet per ongeluk ingeslikt kunnen worden.
................................................................................................
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291a
Lees alstublieft het volgende als toevoeging op de onderwerpen onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina 2 -3:
Voedingsbron
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit met een apparaat dat ruis zal genereren (zoals een elektrische motor of variabele lichtsystemen).
• De adapter zal na langdurig opeenvolgend gebruik warmte genereren. Dit is normaal en niet zorgwekkend.
• Zorg voor het aansluiten van dit apparaat op andere apparaten, dat alle stroomknoppen uit staan. Dit zal helpen defecten en/of beschadigingen aan speakers en andere apparaten te voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de buurt van versterkers (of andere benodigdheden, die grote stroom transfor­mators bevatten) kan een brom veroorzaken. Verander ter verlichting van dit probleem de positie van dit apparaat of verplaats het apparaat verder weg van de bron.
• Bij het gebruik van draadloze communicatiesystemen in de nabijheid van dit apparaat, zoals mobiele telefoons, kan er ruis geproduceerd worden. Dit geruis zou kunnen voorkomen bij het ontvangen of inzetten van een telefoon­gesprek of tijdens een telefoongesprek. Mocht u zulke problemen ondervinden, zult het draadloze toestel verder van dit apparaat moeten verplaatsen of uitzetten.
• Stel dit apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet bij hittegenerende apparaten, laat het niet in een gesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan hoge temperaturen. Overmatige hitte kan het apparaat misvormen of verkleuren.
• Bij het verplaatsen van het apparaat van locatie, waar de temperatuur en/of vochtigheid veel verschilt, kan er zich condens aan de binnenkant vormen. Beschadiging of defecten kunnen ontstaan, mocht u in deze conditie het apparaat gebruiken. Mocht er condens optreden, laat het apparaat dan enkele uren staan tot de condens volledig is verdampt.
• Laat geen rubber, vinyl of andere gelijksoortige materialen voor langere tijd op het apparaat liggen. Zulke objecten kunnen het uiterlijk verkleuren of nadelig aantasten.
• Gebruik dit apparaat niet in een natte omgeving, zoals een omgeving, die blootstaat aan regen of andere vochtigheid. Dit ter voorkoming van defecten.
• Leg niets wat water bevat (bijv. een bloemenvaas) op het apparaat. Vermijd tevens het gebruik van insecticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen, etc, bij het apparaat. Verwijder vloeistof dat op het apparaat is gemorst voorzichtig met een droog doekje.
Onderhoud
• Gebruik voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat een zacht, droog doekje of doekje dat licht vochtig is. Gebruik voor het verwijderen van hardnekkig vuil een doekje dat vochtig is gemaakt met een mild schoonmaak­middel. Veeg het vervolgens goed droog met een zacht, droog doekje.
• Gebruik ter vermijding van verkleuring of misvorming nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen.
Reparatie en data
• Wees er van bewust, dat alle data in het geheugen van het apparaat verloren kan gaan als het apparaat wordt wegge­bracht voor reparatie. Belangrijke data moet u altijd als back-up opslaan in een ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer) of schrijf het ergens op (als dat mogelijk is). Tijdens reparatie wordt er voorzichtig omgegaan met de data om verlies ervan te vermijden. Het kan echter zijn, dat in sommige gevallen (zoals bij defect aan het circuit gerela­teerd aan het geheugen) het niet meer mogelijk is dat de data in het geheugen bewaard blijft Roland neemt bij dit soort verlies van data geen verantwoordelijkheid.
Geheugen back-up
• Dit apparaat bevat een batterij dat het geheugen circuit van het apparaat voedt als de stroom uitstaat. Als de batterij zwak wordt, zal het onderstaande bericht in het scherm verschijnen. Vervang bij het zien van dit bericht zo spoedig mogelijk de batterij om het verlies van data in het geheugen te voorkomen. Om de batterij vervangen, kunt u een muziekwinkel raadplegen of het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een officiële Roland distributeur, die aangegeven staan op de toegevoegde “Informatie” kaart.
4
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees ervan bewust, dat de gegevens in het geheugen onherroepelijk verloren kunnen gaan bij defecten of bij onjuist gebruik van dit apparaat. Maak ter bescherming van het verliezen van data regelmatig een back-up in een ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer) van belangrijke data, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen.
• Helaas kan het onmogelijk zijn om data vanuit een ander MIDI apparaat te herstellen, als het al is verloren. Roland Corporation neemt hiervoor geen verantwoordelijkheid.
• Wees zorgvuldig bij het gebruik van de knoppen, schuiven en ander controllers en bij het gebruik van de aansluitingen en de snoeren. Grof gebruik kan defecten veroorzaken.
• Druk nooit hard op het scherm.
• Gebruik bij het aansluiten of loskoppelen van snoeren altijd de plug. Trek nooit aan de kabel. Op deze manier zult u defecten aan de kabel weten te voorkomen.
• Gebruik het apparaat op redelijke volume instellingen, zodat uw buren geen last van u hebben. U zou kunnen overwegen een koptelefoon te gebruiken, zodat u geen zorgen hoeft te maken met degenen om u heen (zeker ’s avonds laat).
• Geluidsvibraties kunnen door vloeren en muren meer overlast veroorzaken dan u denkt. Zorg ervoor dat het de buren niet stoort. Hoewel de drumpads en pedalen zo zijn gemaakt, dat ze zo min mogelijk geluid maken wanneer ze vast zitten, kan rubber meer geluid maken dan gaas. U kunt bijgeluiden van de pads effectief verminderen door over te stappen op gaasvellen.
• Gebruik bij het vervoeren van het apparaat de doos (inclusief het vulkussen) waar het in zat. Gebruik anders gelijksoortig verpakkingsmateriaal.
• Gebruik Roland kabels bij het maken van de verbinding. Mocht u andere kabels gebruiken, let dan alstublieft op de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Sommige kabels gebruiken weerstanden. Gebruik deze kabels niet. Het gebruik van kabels met weerstanden kan ervoor zorgen, dat het geluidsvolume extreem laag is of zelfs onmogelijk te horen is. Voor informatie over kabelspecificaties neem contact op met de fabrikant van de desbetreffende kabel.
5
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN.....................4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN...............................................................6
Inhoud.......................................................................................................12
Kenmerken...............................................................................................12
Hoe deze handleiding te gebruiken .......................................................14
Samenstelling van deze handleiding..................................................................................... 14
Termen gebruikt in deze handleiding ....................................................................................14
Instellingsgids ................................................ 15
Paneelbeschrijving..................................................................................16
Voorpaneel ............................................................................................................................16
Achterpaneel ......................................................................................................................... 18
Het maken van instellingen ....................................................................19
Het plaatsen van de TD-6V op de standaard ........................................................................19
Het aansluiten van de pads en de pedalen ...........................................................................20
Het aansluiten van twee pads aan de trigger ingangen 5/6 (TOM2/AUX)
en 7/8 (TOM3/4).................................................................................................................. 21
Het aansluiten van koptelefoon, audio-apparatuur, versterkers en andere apparaten .........22
Aan/uitzetten van de stroom ..................................................................23
Het uitzetten van de stroom ..................................................................................................24
Herstel van fabrieksinstellingen (Factory Reset) .................................25
Luisteren naar de demo songs ..............................................................27
Selecteren van pad type .........................................................................29
Aanpassen van de padgevoeligheid......................................................31
Over de pads............................................................................................33
Trigger ingangen van pads die u kunt gebruiken ..................................................................33
Trigger ingang functies.........................................................................................................33
Combinaties tussen pad en trigger type ............................................................................ 34
Aan te raden parameters voor de pads ..............................................................................35
Spelen op de pads ................................................................................................................36
Head-shots en rim-shots op de pads ..................................................................................36
Cross-stick............................................................................................................................... 36
Bekken bow-shots/edge-shots/bell-shots......................................................................... 37
Cymbal choke......................................................................................................................... 38
Hi-hat bedieningspedaal........................................................................................................ 38
6
Snelle start..................................................... 39
Kiezen van een drumkit ..........................................................................40
Spelen met de metronoom/Click............................................................41
Aan- en uitzetten van de click ...............................................................................................41
Regelen van het click volume (level)..................................................................................... 42
Regelen van het click tempo .................................................................................................43
Meespelen met songs .............................................................................44
Het kiezen en afspelen van een song ...................................................................................44
Kiezen van een song.............................................................................................................. 44
Afspelen van een song .......................................................................................................... 45
Regelen van het songvolume................................................................................................ 46
Instellen van het begeleidingsvolume (melodische instrumenten) ...............................46
Instellen van volume van de drums en percussie. ........................................................... 46
Tijdelijk veranderen van het tempo van een song................................................................. 47
Dempen van de voorgeprogrammeerde drums in songs ......................................................48
Gebruik van de pads om songs af te spelen ........................................50
Inhoud
Meespelen met CD, Cassette of MD (met gebruik van de
MIX IN ingang)..........................................................................................51
Het gebruik van de TD-6V als een General MIDI geluidsmodule ........52
Gevorderd gebruik ........................................ 53
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit) .....................54
Over drumkits en het drumkit scherm....................................................................................54
Over de drumkits .................................................................................................................. 54
Over het drumkit scherm .....................................................................................................55
Het kiezen van een drumkit ................................................... (Drum Kit).............................. 55
Kiezen van een pad om te bewerken ....................................................................................55
Kiezen van een pad door het aan te slaan.......................................................................... 55
Kiezen op de TD-6V ..............................................................................................................56
Notatie gebruikt in het scherm............................................................................................... 56
Hulpvolle bewerkfuncties....................................................................................................... 56
Luisteren naar een INST (Instrument) verbonden aan
een pad ............................................................................... (Preview) .................................. 56
Vastzetten van het instellingenscherm, onderwijl het bewerken van
een instrument ................................................................. (Note Chase) ............................57
Kiezen van een instrument.................................................................................................... 57
Over de instrumenten ........................................................................................................... 57
Kiezen uit de groep namen ............................................ (Inst Group).............................. 57
Kiezen van een instrument ............................................. (Inst) ..........................................58
IInstrumentinstellingen ..........................................................(INST).................................... 58
7
Inhoud
Veranderen van het volume van een pad .................... (Level) .......................................59
Instellen van pan positie ................................................. Pan)............................................ 59
Aanpassen van de toonhoogte ( ..................................... Pitch) ......................................... 59
Aanpassen van decay (lengte van het geluid) ............. (Decay) ...................................... 59
Ambiance instellingen ...........................................................(AMBIENCE) ......................... 60
Ambiance aan/uitzetten ................................................. (Ambience switch) .................. 60
Ambience Sw .................................................................... (Ambience Switch): off, on..... 60
Kies een locatie waar de drums gespeeld wordt ........ (Studio Type) ...........................60
Verander van muur materiaal ....................................... (Wall Type)...............................61
Stel de kamergrootte vast ............................................... (Room Size) ..............................61
Overall ambiance van het gehele drumstel aanpassen (Ambience Level).................... 61
Equalizer instellingen ( ...........................................................EQUALIZER)......................... 62
Equalizer aan/uitzetten .................................................. (Master equalizer switch)....... 62
Aanpassen van het geluid .............................................. (high gain, low gain)............... 62
Instellingen voor verschillende functies ................................. (CONTROL) ..........................62
Afspelen van een song door het aanslaan van een pad ..(P Bedien het “Level” het Pattern door dynamisch te
spelen ( ............................................................................... Pad Pattern Velocity).............. 63
Pitch control met het hi-hat bedieningspedaal
aan/uit voor elke pad ..................................................... (Pitch Control Assign)............ 64
MIDI nootnummer voor elke pad ................................. (Note Number) ........................64
MIDI gate tijd voor elke pad........................................... (Gate Time)............................... 65
Algemene drumkit instellingen ..............................................(COMMON) ........................... 66
Algemeen drumkit volume ............................................ (Master Volume)...................... 66
Aanpassen van het volume van het hi-hat
pedaal geluid .................................................................... (Pedal Hi-hat Volume) ...........66
Instellen van het toonhoogte bereik met het hi-hat
bedieningspedaal ............................................................. (Pedal pitch control range) .... 66
Benoemen van de drumkit (............................................ Kit Name) .................................67
Kopiëren van een drumkit .....................................................(COPY).................................. 67
Herstellen van fabrieksinstellingen voor een bewerkte drumkit................................... 68
Drumkit kopieer functie .......................................................................................................68
Factory reset functie ..............................................................................................................68
Veranderen van volgorde van drumkits ................................. (EXCHANGE)........................68
ad Patt
ern)...............................63
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger
instellingen ........................................................... (SETUP/TRIG)..........69
Over het scherm....................................................................................................................69
Notatie gebruikt in het scherm............................................................................................ 69
Over de ingang indicator...................................................................................................... 69
Selecteren van pad type ........................................................ (Trigger type).........................69
Instelling van pad gevoeligheid en andere instellingen .........(TRIGGER BASIC)................ 71
Aanpassen van de pad gevoeligheid ............................ (Sensitivity) ..............................71
Instellen van de minimale niveaus voor de pads ....... (Threshold)............................... 72
Volume veranderingen door dynamisch spel ............. (Trigger Curve)........................ 72
Elimineer crosstalk tussen pads .................................... (Crosstalk Cancel) ................... 73
Fijn afstellingvan de trigger parameter instellingen ...............(TRIGGER ADVANCED) ......73
Aanpassen van het triggersignaal detectietijd ............ (Scan Time)...............................74
Detecteren van triggersignaal verzwakking en annuleren van
incorrecte triggering ........................................................ (Retrigger Cancel) ...................74
8
Voorkomen van dubbel triggeren ................................. (Mask Time) .............................74
Instellen van randgevoeligheid op de PD-80R, PD-105, PD-120
en PD-125 (......................................................................... Rim Sens).................................. 75
Gebruiken van de TD-6V met akoestische triggers............................................................... 75
Hoofdstuk 3 Algemene instellingen voor de TD-6V ... (SETUP/UTILITY,
Factory Reset).........76
Maken van de algemene instellingen ....................................(UTILITY) ..............................76
Schermcontrast aanpassing ............................................ (LCD Contrast) ........................76
Percussiepartij volumeregeling (.................................... Percussion Part Level) ............ 76
Volumeregeling achtergrond–instrumenten ............... (Backing Level) ........................76
Dempen van partijen in een song .................................. (Mute)........................................ 77
Tuning the TD-6V (........................................................... Master Tune)............................ 77
Preview Volume Control ................................................ (Preview Velocity)................... 77
Controleren van de resterende hoeveelheid geheugen ..... (Available Memory).................... 78
Herstellen van de fabrieksinstellingen ................................... (Factory Reset) .....................78
Hoofdstuk 4 Instellen van de metronoom ......... (Click Edit)...............79
Aan/uitzetten van de klik .......................................................(Click) .................................... 79
Tempo aanpassing ................................................................ (Tempo)................................. 79
Instellen van de klank van de klik......................................................................................... 79
Volumeregeling ............................................................... (Click Level)............................. 79
Instellen van maatsoort ................................................... (Time Signature)...................... 80
Instellen van interval ....................................................... (Interval) ................................... 80
Klikgeluid selecteren ....................................................... (Inst) ..........................................80
Stereo Position .................................................................. (Pan) ..........................................80
Toevoegen van een tel voor het afspelen of opnemen ... (Play Count In, Rec Count In) . 80
Inhoud
Hoofdstuk 5 Bewerken van songs .................... (SONG Edit).............81
Over songs en het song scherm ...........................................................................................81
Over songs .............................................................................................................................. 81
Over het song scherm ...........................................................................................................82
Kiezen van een song.............................................................................................................83
Kiezen vanuit een categorie ........................................... (Song Category)....................... 83
Kiezen van een song ....................................................... (Song) ........................................83
Afspelen van een song.......................................................................................................... 83
Handige functies voor het afspelen ....................................................................................83
Aanpassen van het songvolume ...........................................................................................84
Dempen van een geselecteerde partij ................................... (Part Mute) ............................84
Algemene songinstellingen ...................................................(COMMON) ........................... 85
Instellen van het tempo .................................................. (Tempo) ....................................85
Selecteren, hoe de song wordt afgespeeld
(LOOP, 1SHOT, TAP) ..................................................... (Play Type)............................... 85
Afspelen van de song vanaf de eerste
noot/gebeurtenis ............................................................. (Quick Play) .............................86
Tijd opnieuw zetten bij het gebruik van
Tap Playback .................................................................... (Reset Time) ............................. 86
Voorkomen van het stapelen van geluiden in
Tap Playback .................................................................... (Tap Exclusive Switch) ........... 86
Beschermen van User songinstellingen ........................ (Song Lock) .............................. 86
Benoemen van een song ................................................. (Song Name) ............................ 87
9
Inhoud
Partij instellingen ...................................................................(PART) ..................................87
Kiezen van een percussieset en instrumenten ............. (Percussion Set, Inst)............... 88
Regelen van het partijvolume ........................................ (Level) .......................................88
Bepalen van de stereo positie ......................................... (Pan) ..........................................89
Bepalen van de hoeveelheid ambiance ......................... (Ambiance Send Level) ..........89
Bepalen van het bend bereik .......................................... (Bend Range)............................ 89
Kopiëren van een song .........................................................(COPY).................................. 89
Deleten van een song ...........................................................(DELETE)..............................90
Wissen van uitvoeringsdata in een song................................ (ERASE)................................ 91
Hoofdstuk 6 Opnemen van een song
Voorbereiding voor opname................................................................................................ 92
Bij het opnemen van pad uitvoeringen ..............................................................................92
Uitvoeringen opnemen via externe MIDI apparaten ....................................................... 92
Hoe op te nemen ................................................................... (RECORDING STANDBY).... 93
Instellen van de maatsoort ............................................. (Time Signature) ......................93
Instellen van het aantal maten ....................................... (Length) ....................................93
Instellen van het song tempo ......................................... (Tempo) .................................... 93
Quantize tijdens het opnemen ....................................... (Quantize)................................. 94
Selecteren van de opnamemanier (
Loop all, loop1, loop2, replace) ...................................... (Recording Mode) ...................94
Opname starten met een pad of pedaaltrigger ........... (Hit Pad Start).......................... 94
...................(Realtime Recording)
Hoofdstuk 7 Maken van MIDI instellingen ......... (SETUP/MIDI,
BULK DUMP) ...........95
Over MIDI .............................................................................................................................. 95
MIDI aansluiting.................................................................................................................... 95
MIDI kanalen en meerstemmige geluidsmodules............................................................ 95
Hoe de interne sequencer werkt.......................................................................................... 96
Maken van MIDI instellingen .................................................(MIDI COMMON) ..................96
Automatisch wisselen van instellingsschermen van
instrumenten .................................................................... (Note Chase) ............................ 97
Bij het gebruik als MIDI regelaar voor een extern
MIDI apparaat ................................................................. (Local Control)......................... 97
Synchroniseren met een extern MIDI apparaat .......... (Sync Mode)............................. 98
Prioriteit instellen voor het bespelen van drums
en percussie ...................................................................... (Channel 10 Priority) ..............98
Data reductie van het hi-hat bedieningspedaal .......... (Pedal Data Thin) .................... 99
Wissel naar de GM (General MIDI) modus ................. (GM Mode)............................... 99
Voorkomen dat de TD-6V naar GM (General MIDI)
modus wisselt ................................................................... (Rx GM ON)........................... 100
Mixen van in MIDI IN binnenkomende MIDI signalen
met realtime uitvoeringen op de pads .......................... (Soft Thru) ..............................100
Stel het apparaat ID in .................................................... (Device ID) .............................101
Instellen van de TD-6V, zodat programmaveranderingen
niet verzonden worden ................................................... (Tx PC Sw).............................. 101
Instellen van de TD-6V, zodat programmaveranderingen niet
worden ontvangen .......................................................... (Rx PC Sw)..............................101
MIDI kanaalinstellingen voor een partij .................................(MIDI PART)........................ 102
Stopfunctie voor MIDI berichten voor specifieke partijen in GM
(General MIDI) modus ........................................................... (GM PART) .........................102
..92
10
Opslaan van data op een extern MIDI apparaat ...................(BULK DUMP).....................103
Terugkeren van opgeslagen data naar de TD-6V ...........................................................104
Datacompatibiliteit tussen de TD-6 en de TD-6V........................................................... 104
Hoofdstuk 8 Gebruik van MIDI en instelling voorbeelden.................105
Over het verzenden/ontvangen van programmaveranderingen.......................................... 105
Triggeren van een extern geluidsapparaat door het bespelen van de TD-6V..................... 105
Combineren met een externe MIDI sequencer ...................................................................106
Importeren van sequencedata van een extern MIDI apparaat naar
de interne sequencer van de TD-6V.................................................................................. 106
Uw uitvoering op een externe sequencer opnemen....................................................... 106
Gebruik van de TD-6V als geluidsmodule........................................................................... 107
Appendix..................................................... 109
Probleemoplosser .................................................................................110
Geen geluid .........................................................................................................................110
Geen geluid/laag volume van het apparaat aangesloten op de MIX IN ingang ..................112
Drumkit klinkt niet zoals bedoeld......................................................................................... 113
Pad klinkt niet zoals bedoeld............................................................................................... 113
Song klinkt niet zoals bedoeld............................................................................................. 114
Geluid is vervormd ..............................................................................................................114
Problemen met bedienen van de TD-6V .............................................................................115
Scherm is te licht of te donker .............................................................................................115
Inhoud
Berichten en foutmeldingen.................................................................116
Systeem en batterij foutmeldingen ......................................................................................116
Berichten en foutmeldingen met betrekking tot sequencers en songs................................ 116
Berichten en foutmeldingen met betrekking tot MIDI ..........................................................117
Drum Kit lijst ..........................................................................................118
Drum onderdelen lijst............................................................................120
Percussie lijst ........................................................................................124
Achtergrondinstrumenten lijst.............................................................126
Voorgeprogrammeerde nummer lijst ..................................................128
Parameter lijst........................................................................................130
MIDI Implementatiekaart .......................................................................135
TD-6V Block Diagram............................................................................138
Specificaties ..........................................................................................139
Index .......................................................................................................140
11
Kenmerken
Volledig palet van interne geluiden voor alle gebruiken, van de oefenruimte tot aan live optredens
Bevat 99 verschillende Drumkits
U kunt onmiddellijk beginnen te spelen op één van de vele drumkits, door er een te selecteren. Deze kits zijn te gebruiken in vele verschillende situaties, van de oefenruimte tot aan live optredens.
1024 Drum instrumenten
U kunt verschillende drum instrumenten uit verschillende muzikale genres combineren om zo uw eigen originele drumkit samen te stellen
170 Verschillende Preset songs
Om meteen met oefenen te beginnen, hoeft u alleen maar een Preset song te selecteren. Vervolgens kunt u de drumpartij spelen door eenvoudig de drumpartij van de Preset song te dempen. U kunt tevens 100 interne songs gebruiken voor het opnemen van uw eigen drumpartij (User songs).
262 Begeleidingsinstrumenten
De TD-6V’s overvloed aan begeleidingsinstrumenten staan u toe op te nemen in een uiteenlopende reeks van muzikale genres.
Klankrijke expressie
Compatible met V-PAD gaasvellen
Roland’s V-PAD gaasvellen, die bekend staan om hun natuurlijke drumgevoel, kunnen worden gebruikt met de TD-6V en zijn tevens compatible met de dual tom trigger.
Crossstick techniek beschikbaar (p.36)
Speel Rim-shots (p.36), Cymbal-edge-shots (p.37) en gebruik
Cymbal-choking (p.38)
Toonhoogte bediening beschikbaar met het hi-hat bedieningspedaal (p.64)
U kunt het hi-hat bedieningspedaal gebruiken om de toonhoogte van de pad instrumenten te veranderen.
Compatible met dual tom triggers
12
Functie en bediening uitstekend voor live optredens
Flattop ontwerp voor goed zicht
Knoppen lichten op voor makkelijke bediening, zelfs op het
podium
Grote [+] en [-] knoppen, die zelfs met drumsticks bediend kunnen worden
Gemakkelijke functies voor het oefenen
Bevat metronoom (Click) (p.79)
Bevat Part Mute functie voor het dempen van specifieke
stukken tijdens het spelen met Preset songs (p.48, p.77)
Kenmerken
Uitbreidingsmogelijkheden/compatibiliteit
Tevens compatible met
Pads (PD-6, PD-7, PD-80, PD-80R, PD-100, PD-120) Bekkens (CY-6, CY-12H, CY-12R/C, CY-14C, CY-15R) Kick trigger apparaten (KD-7, KD-80, KD-120) Hi-Hat bedieningspedalen (FD-7, FD-8)
Gebruik de TD-6V als een MIDI sound module met een externe sequencer (p.106)
Ondersteund General MIDI (p.52, p.99)
De TD-6V heeft een GM functie, die GM partituren kan afspelen. Deze modus bevat een functie, die u toestaat tot het dempen van geluid van een specifiek gedeelte tijdens het afspelen van GM partituren. Dit is zeer handig voor gebruik met oefenen en meespelen.
General MIDI ( ) System
General MIDI bestaat uit een set instructies en voorstellen om de beperkingen van eigen ontwerp tegen te gaan, en de MIDI mogelijkheden van geluidsgeneratoren te standariseren. Alle geluid genererende apparaten en muziek Files, aangepast aan General
MIDI zijn van dit logo ( ) voorzien. Om dezelfde muzikale uitvoering op een apparaat uit te voeren met het General MIDI logo is dan mogelijk.
13
Hoe deze handleiding te gebruiken
Samenstelling van deze handleiding
Deze gebruikershandleiding is als volgt samengesteld:
Instellingsgids (p.15)
Dit gedeelte legt, voor diegenen die de TD-6V voor het eerst gebruiken, uit welke voorbereidingen er nodig zijn voor het spe­len, inclusief hoe de standaarden op te zetten, pad instellingen te maken en de stroom van de TD-6V aan te zetten. Tevens bevat dit gedeelte uitleg over hoe de TD-6V te combineren met andere optionele pads voor optimaal gebruik van de functies van de TD-6V.
Snelle start (p.39)
Dit gedeelte bevat uitleg over het spelen met de talrijke interne drumkits en Preset songs.
Gevorderd gebruik (p.5 9)
De TD-6V staat u toe van favoriete drumkits nieuwe drumkits te creëren en songs te schrijven uit het opgenomen materiaal, dat u heeft ingespeeld. Dit gedeelte bevalt gedetailleerde uitleg van alle TD-6V functies.
• Hoofdstuk 1 Functies voor het creëren van drumkits
(p.54)
Hier staan de instellingen voor het creëren van gelui­den.
• Hoofdstuk 2 Functies voor het juist gebruiken van
de pads (p.69)
Hier worden de instellingen beschreven, die nodig zijn om de creativiteit uit de TD-6V en de pads te halen.
• Hoofdstuk 3 TD-6V instellingen (p.76)
Dit gedeelte bevat instellingen als scherm contrast en song volume, die voor de TD-6V in het algemeen gel­den.
• Hoofdstukken 4-6 Het gebruik van de sequencer en
gerelateerde functies (p.79)
Hier vindt u instellingen voor zowel metronoom instel­lingen als song uitvoeringen, opnames, bewerking en andere instellingen voor sequencers.
• Hoofstukken 7-8 MIDI instellingen en voorbeelden,
hoe MIDI gebruikt wordt (p.95)
Dit hoofdstuk legt uit, hoe u MIDI gebruikt, zowel voor het opslaan van data naar een extern apparaat als voor het gebruiken van de TD-6V als General MIDI geluids­module.
tijdens gebruik een foutmelding verschijnt, raadpleeg dan “Berich­ten en foutmeldingen” en neem dan de gepaste maatregelen. Dit gedeelte biedt u ook verschillende lijsten en de MIDI implementa­tiekaarten.
Termen gebruikt in deze handleiding
• Knopnamen staan tussen vierkante haken “ [ ]” , zoals de [KIT] knop.
• (p.**) indiceert naar een pagina.
• Stappen in handelingen kunnen als volgt verkort wor­den.
[KIT] [EDIT]
1. Druk op [KIT]
2. Druk op [EDIT]
[SHIFT] + [KIT]
1. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk vervolgens
op [KIT]
• De functies van sommige knoppen, zoals [EDIT (SETUP)], veranderen als [SHIFT] ingedrukt wordt gehouden. De functie, die vrij komt als [SHIFT] inge­drukt wordt gehouden, verschijnt tussen haakjes.
• Symbolen, die verschijnen aan het begin van zinnen in de handleiding, hebben de volgende betekenissen.
Dit indiceert een waarschuwende aantekening. Zorg dat u deze leest.
Dit zijn memo’s die informatie bevatten omtrent instellingen en functies. Lees dit als het nodig is.
Dit zijn nuttige hints voor het gebruik. Lees dit als het nodig is.
Deze verwijst naar informatie. Lees dit als het nodig is.
Dit zijn beschrijvingen van terminologie. Lees dit als het nodig is.
* De uitleg in deze handleiding bevat illustraties, die laten zien wat
het scherm zou moeten weergeven. Het kan zijn, dat het apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bv. nieuwere geluiden). Daardoor zou het kunnen zijn, dat er een verschil is tussen wat er op uw scherm staat en wat de handleiding laat zien.
Appendix (p.109)
Mocht u tegen problemen aanlopen, raadpleeg dan “Probleemop­losser” om er zeker van te zijn, dat de instellingen juist zijn. Als er
14
Instellingsgids
Instellingsgids
15
Paneelbeschrijving
Voorpaneel
fig.P-022
Scherm
Het scherm geeft informatie weer, zoals de drumkit naam, song naam, instellingen, etc.
VOLUME knop
Regelt het volume van de TD-6V (p.24). Zelfs als er een koptelefoon is aangesloten, zal er geluid worden komen uit de verschillende uitgangen.
Sequencer gedeelte
• CLICK (TEMPO) knop
Zet de klik aan/uit (p.41). Wanneer u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt, en vervolgens op de [CLICK(TEMPO)] drukt, zullen de tempo instellingen in het scherm verschijnen (p.43, p.47).
• REC knop
Roept het opname-instellingen scherm op (Stand-by opnemen; p.93).
• STOP knop
Stop het afspelen van een song (p.45). Wanneer u dit indrukt nadat de song gestopt is, dan zal de song terugkeren naar het begin.
• PLAY knop
Weergave van de song (p.45). Begint met opnemen nadat hij ingedrukt is in de TD-6V stand-by opname modus (p.93).
• PART MUTE knop
Dempt het geluid van bepaalde partijen (p.48).
16
Paneelbeschrijving
SONG knop
Roept het basis songinstellingen scherm op (p.82).
KIT knop
Roept het basis drumkitinstellingen scherm op (p.55).
SHIFT knop
Wordt in combinatie met andere knoppen gebruikt.
Gebruik Functie
[SHIFT] + [KIT] Geeft een preview van het
[SHIFT] +
[ ], [ ]
[SHIFT] + [CLICK (TEMPO)]
[SHIFT] + [EDIT (SETUP)]
[SHIFT] + [SONG] Geeft het volume-instellingen
[SHIFT] +
[PLAY ]
[SHIFT] +
[STOP ]
[SHIFT] + [PART MUTE]
[SHIFT] + [+], [-]
geluid van het instrument, dat is toegewezen aan de geselecteerde pad (Preview; p.56)
• Selecteert de trigger input (Trigger Selectie; p.56)
• Voegt toe en verwijdert tekens bij het instellen van drumkit namen en song namen (p.67, p.87)
Geeft het tempo-instellingen scherm weer (p.43, p.47)
Voor het algemeen instellen van de TD-6V (Instellen; p.69, p.76, p.92)
scherm weer voor begeleidingsinstrument (melodische en andere instrumenten) (p.46)
Terwijl de song aan het afspelen is, lichten de knoppen, die corresponderen aan de percussie pad drum geluiden, op.
Springt naar songs, die nog niet zijn gebruikt (new User songs) (p.92)
Geeft het instellingenscherm weer voor het dempen van partijen (p.77)
• Voor het maken van meer­der veranderingen tegelijk in waardes en instellingen
• Verandert instrumenten­groepen en songcatego­rieën (p.57, p.83)
• Verandert van hoofdlet­ters, kleine letters en sym­bolen bij het instellen van drumkit namen en song namen (p.67, p.87)
Bewerkingsgedeelte
• EXIT knop
Gaat terug naar het vorige scherm. Wanneer deze knop een aantal keer wordt ingedrukt, gaat het scherm terug naar het Drum Kit scherm of het Song scherm.
, knop
Veranderen van scherm, als deze knoppen
worden ingedrukt als het scherm “ ” of “ ” laat zien. U kunt de trigger input selecteren door de [SHIFT] knop ingedrukt te houden, en
vervolgens op [[ ] of [ ] te drukken (p.56). In het SONG scherm kunt u per maat terugspoelen en vooruitspoelen. U kunt een drumkit selecteren in het KIT scherm.
• EDIT(SETUP) knop
Geeft het drumkit,- of songinstellingen scherm weer. Met het ingedrukt houden van de [SHIFT] knop en het drukken op de [EDIT(SETUP)] knop kunt u algemene instellingen voor de TD-6V instellen.
• ENTER knop
Wisselt van scherm als hierop wordt gedrukt
als “ ” in het scherm staat.
+ (Verhoging) knop,
- (Vermindering) knop
Deze worden gebruikt om te wisselen van drumkits en songs, en voor het aanmaken van waarde instellingen.
• Door het drukken op de [+] knop verhoogt de waarde, door de [-] knop vermindert de waarde.
• Bij het maken van een aan/uit instelling, zal [+] de instellingen aanzetten en [-] de instelling uitzetten.
• Als [SHIFT] ingedrukt wordt gehouden, en er op [+] of [-] wordt gedrukt, zullen de instellingswaarden verhoogd of verminderd worden.
• Als [+] ingedrukt wordt gehouden, en er vervolgens op [-] wordt gedrukt, zullen instellingen versneld vergroten. Als [DEC/+] wordt ingehouden, en vervolgens op [-] wordt gedrukt, zullen de instellingen versneld verminderen.
Instellingsgids
17
Paneelbeschrijving
Achterpaneel
fig.P-023
POWER knop
Schakelt de stroom aan/uit (p.23).
Snoer bevestiging
Bevestigt het stroomsnoer (p.22).
adapter aansluiting
Sluit de bijgeleverde adapter aan op deze aansluiting (p.22).
OUTPUT aansluiting (L (MONO), R)
Sluit deze aan op uw versterker of audio systeem. Voor een mono ouput sluit u het snoer dan aan op de L/MONO aansluiting (p.22).
MIX IN aansluiting
Sluit deze aan op uw CD, MD, cassettedeck of gelijkwaardige apparatuur (p.51). Het geluid, dat via deze aansluiting binnenkomt, zal naar buiten geleid via de OUTPUT en de PHONES aansluitingen worden.
gespeeld. Tevens gebruikt u deze aansluitingen, wanneer u TD-6V instellingen wilt opslaan op een MIDI sequencer of gegevens laadt vanaf een MIDI sequencer.
HH CTRL (Hi-Hat Control) aansluiting
Bevestig hier een hi-hat bedieningspedaal (FD-8) aan. (p.20)
TRIGGER ingangen
Gebruik deze ingangen voor het aansluiten van optionele pads, bekkens en kick trigger apparaten aan de TD-6V (p.20). Voor meer gedetailleerde informatie over elke aparte trigger ingang kunt u kijken bij “ Trigger ingangen, en de pads die u kunt gebruiken” (p.33).
Veiligheidsgleuf ( )
http://www.kensington.com/
PHONES aansluiting
Hier kan een stereokoptelefoon op aangesloten worden (p.22). Zelf als de koptelefoon is aangesloten, zullen de output aansluitingen signaal afgeven.
MIDI aansluitingen (IN, OUT/THRU)
Gebruik deze aansluitingen als u een MIDI sequencer, MIDI keyboard of ander MIDI apparaat gebruikt om geluiden met de TD-6V te spelen, die via een externe MIDI geluidsgenerator via de TD-6V of de pads wordt
18
Het maken van instellingen
Het plaatsen van de TD-6V op de standaard
1
Bevestig de standaardhouder (bijgeleverd met de optionele drumstandaard) aan de TD-6V.
Bevestig de houder aan het apparaat met behulp van de schroeven, die aan het onderpaneel vastzitten, zodat het apparaat gericht is, zoals het is laten zien in het diagram.
Gebruik de 8mm schroeven (M5x8), die met de TD-6V zijn meegeleverd. Gebruik van andere schroeven kunnen resulteren in schade aan het apparaat.
fig.P-009.e
• Bij het op zijn kop zetten van het apparaat kunt u een stapel kranten, tijd­schriften pakken en onder de vier hoeken plaatsen om schade aan het bedieningspaneel te voorkomen. Tevens, zou u het apparaat zo moe­ten richten, dat het bedieningspaneel geen schade ondervindt.
• Wees voorzichtig bij het op zijn koppen zetten van het apparaat, zodat het niet valt.
Instellingsgids
Smal
2
Bevestig de TD-6V en de standaardhouder aan de drumstandaard (zoals de optionele MDS-3C, MDS-8C of MDS-20).
Voor details over het assembleren van de drumstandaard en het bevestigen van de TD-6V, verwijzen we naar de gebruikershandleiding van de drumstandaard.
Breed
Om de TD-6V aan een bek-
kenstandaard of iets derge-
lijks te bevestigen, zou de
optionele APC-33 klem
kunnen gebruiken voor de
standaardhouder. Deze
kan bevestigd worden aan
een pijp met een diameter
van 10,5 mm tot 30 mm.
19
Het maken van instellingen
b
Het aansluiten van de pads en de pedalen
Sluit de pads, de bekkenpads, het hi-hat bedieningspedaal en het kick trigger apparaat aan met de bijgeleverde snoeren. Verwijs zorgvuldig naar de nummers, die in de illustratie te zien zijn, en sluit de juiste TRIGGER INPUT aansluiting aan op het achterpaneel.
Instellingsvoorbeeld
fig.P-011.e
TRIGGER INPUT jacks
Zorg voor een juiste
instelling van de spanning,
voordat u de pads met
gaasvellen (PD-60, PD-
80R, PD-100, PD-105, PD-
120, PD-125, KD-80, KD-
120 of RP-2) gebruikt.
Wanneer u op een vel met
een te lage spanning slaat,
zou dit de sensor kunnen
eschadigen. Voor meer
informatie over het
aanpassen van de
spanning van het vel
verwijzen wij u naar de
gebruikershandleiding van
de desbetreffende pad.
Voor de meest complete
uitvoeringsexpressie kunt
u gebruiken maken van
Roland’s exclusieve lijn
van optionele pads (PD-6,
PD-7, PD-9, PD-80, PD-
80R, PD-100, PD-120 en
RP-2), bekkens (CY-6, CY-
12H, CY-12R/C, CY-14C
en CY-15R) en kick trigger
apparaten (KD-7, KD-80 en
KD-120).
20
Het aansluiten van twee pads aan de trigger ingangen 5/6 (TOM2/AUX) en 7/8 (TOM3/4)
Met de optionele kabel (PCS-31) of een standaard tussenkabel kunt u twee pads aansluiten aan de trigger ingangen 5/6 (TOM2/AUX) en 7/8 (TOM3/
4). Voor instructies over deze instellingen, kijk op p. 69.
fig.P-012.e
TD-6V Achterpaneel
Het maken van instellingen
Wanneer u de optionele
kabel (PCS-31) of een
standaard tussenkabel
(stereo naar twee mono
aansluitingen) gebruikt
voor het aansluiten van
twee pads aan 1 ingang (5/
6 of 7/8), zijn rim-shots
niet meer mogelijk.
Wanneer u een enkele pad
(met rim-shot functie) via
een stereokabel gebruikt,
dan zijn rim-shots
uiteraard wel mogelijk.
Instellingsgids
PD-8
21
Het maken van instellingen
Het aansluiten van koptelefoon, audio­apparatuur, versterkers en andere apparaten
fig.P-010
R
L
Miniatuur stereo koptelefoon type
921
22
Miniatuur stereo koptelefoon type
1
Sluit de stroom af van alle apparaten, voordat u ze gaat aansluiten.
Om storingen en/of defecten aan speakers en andere apparatuur te voorkomen, zorg dat het volume altijd laag staat en zorg dat de stroom van alle apparaten uitstaat voor het aansluiten.
2
Verbind de bijgesloten adaptor met de adaptor ingang.
3
Verbind de OUTPUT L(MONO) en R ingangen op het achterpaneel met uw audio-systeem of versterker. Wanneer u een koptelefoon gebruikt, verbind deze dan met de PHONES ingang.
4
Stop de adapter in een stopcontact.
Gebruik de
snoerbevestiging, zoals
laten zien in de illustratie,
om onbedoeld uitvallen
van de stroom naar uw
apparaat te voorkomen
(als de plug per ongeluk
eruit zou worden
getrokken), en om
onbedoelde spanning aan
het snoer te voorkomen.
Door het gebruik van de
MIX IN ingang van de
TD-6V kunt u met een CD
of iets dergelijks
meespelen (p.51).
Aan/uitzetten van de stroom
j
941
Zet de stroom aan van uw apparaten in de juiste volgorde als al de verbindingen zijn gemaakt (p.22). Door het in de verkeerde volgorde aanzetten van uw apparaten riskeert u storingen of defecten aan speakers en andere apparatuur.
fig.P-001
1, 5 3
Instellingsgids
5
1
Draai de [VOLUME] knop volledig naar links om het volume naar het minimale niveau te brengen.
2
Draai het volume uit van de verbonden versterker of het audio-systeem.
3
Druk op de [POWER] knop om de stroom aan te zetten.
Voorzorg bij het aanzetten van de stroom
Nadat de stroom is aangezet, verschijnt de drumkit naam in het scherm. Druk NIET op een pad of pedaal, totdat [KIT] oplicht.
fig.P-002ai
Dit apparaat is uitgerust
met een veiligheidscircuit.
Een klein moment (paar
seconden) is nodig, nadat
de stroom is aangezet om
het apparaat normaal te
laten functioneren.
Als het hi-hat bedienings-
pedaal ingedrukt is tijdens
het aanzetten van de
stroom, zal de bediening
van het openen en dicht-
maken van de hi-hat niet
uist werken. Wanneer er
tijdens het aanzetten van
de stroom op de pads
wordt geslagen, zal de
respons van de pads ver-
minderen als ze licht wor-
den aangeslagen.
23
Aan/uitzetten van de stroom
4
Zet de stroom van de aangesloten versterker of het aangesloten audio­systeem aan.
5
Druk op [SHIFT] + [KIT] (PREVIEW) of sla op de pad, draai vervolgens terwijl u luistert de [VOLUME] knop open om het volume te veranderen.
Draai tevens het volume van de aangesloten versterker of het audio-systeem op een geschikt niveau.
Geen geluid, zelfs bij het indrukken van [SHIFT] + [KIT] (PREVIEW)
Controleer de volgende punten.
Bij het gebruik van versterker of audio-systeem
• Is de volume-instelling van de versterker of van het audio-systeem correct?
• Is de versterker of het audio-systeem op de juiste manier verbonden met de TD-6V?
• Is er een probleem met een verbindingskabel?
• Zijn de juiste input selectie instellingen van de versterker of het audio-systeem gemaakt?
Bij het gebruik van koptelefoon:
• Is de koptelefoon verbonden aan de [PHONES] ingang?
Waarschuwing wat betreft volume
Als het volume bij het
aanslaan van de pads,
onveranderd blijft bij het
afspelen van demo songs
of andere songs, kan het
volume opeens verhogen.
Dit kan oorpijn of defecten
aan speakers veroorzaken.
Draai voor het afspelen
van songs de [VOLUME]
knop naar een lager
volumeniveau om
vervolgens tijdens het
afluisteren het volume op
gepaste wijze te verhogen.
Het uitzetten van de stroom
1
Draai het volume van de TD-6V en van de aangesloten externe apparaten volledig uit.
2
Zet de stroom van alle externe apparaten uit.
3
Druk op de [POWER] knop van de TD-6V om de stroom uit te zetten.
24
Herstel van fabrieksinstellingen (Factory Reset)
Dit herstelt de pad en instrument instellingen, song data en andere informatie opgeslagen in de TD-6V naar de originele fabrieksinstellingen.
fig.P-003
21
Door het uitvoeren van
deze operatie gaan alle
data en instellingen
opgeslagen in de TD-6V
verloren. Gebruik de “Bulk
Dump” functie om cruciale
data en instellingen op een
extern MIDI apparaat op te
slaan (SETUP/BULK
DUMP/Bulk Dump;
p.103).
Kijk voor meer informatie
over data compatibiliteit
tussen de TD-6 en de TD-
6V op p.103.
Instellingsgids
4 3, 5, 6
1
Houd [SHIFT] ingdrukt, druk vervolgens op [EDIT (SETUP)].
[EDIT (SETUP)] brandt.
fig.P-004ai
2
Druk op [ ] om “FactoryReset” te selecteren.
fig.P-005_50
3
Druk op [ENTER ].
Het Factory Reset scherm verschijnt.
fig.P-006_50
Als u [SHIFT] en
[EDIT(SETUP)] ingedrukt
houdt bij het aanzetten van
de stroom, springt het
scherm naar het Factory
Reset scherm. Bij het
uitvoeren van Factory
Reset, lees verder vanaf
stap 4.
25
Herstel van fabrieksinstellingen (Factory Reset)
4
Druk op [+] of [-] om de parameter te selecteren, die u wilt herstellen naar de fabrieksinstellingen. Selecteer hier “ALL” om alle instellingen naar de originele fabrieksinstellingen te herstellen.
ALL:
Alle interne instellingen worden hersteld naar de originele fabrieksinstellingen.
THIS DRUM KIT:
Alleen de instellingen van de geselecteerde drumkit worden hersteld naar de fabrieksinstellingen.
ALL DRUM KITS:
De instellingen van alle interne drumkits van de TD-6V worden hersteld naar de fabrieksinstellingen.
ALL SONGS:
Alle interne song data van de TD-6V wordt hersteld naar de fabrieksinstellingen.
5
Druk op [ENTER ].
Het bevestigingsscherm verschijnt.
fig.P-007_50
Druk op [EXIT] om de
operatie te annuleren.
6
Als u gereed bent om verder te gaan, druk dan op [ENTER ] en de Factory Reset functie zal worden uitgevoerd.
7
Als de Factory Reset is uitgevoerd, zal het Completed scherm verschijnen
fig.P-008_50
26
Luisteren naar de demo songs
De TD-6V bevat vijf demo songs, die de geluiden en expressieve capaciteiten van de TD-6V demonsteren.
De drums op de demo songs zijn real time via een sequencer ingespeeld.
fig.P-029
5341
Instellingsgids
1
Houd [KIT] ingedrukt, en druk op [SONG].
Het “DEMONSTRATION” scherm verschijnt.
fig.P-030_50
2
• Alle rechten zijn gere­serveerd. Ongeautoriseerd ge­bruik van dit materiaal in welke vorm ook, anders dan privé en per­soonlijk plezier, is in strijd met de wet.
• Geen data voor de muziek, die wordt afge­speeld zal uit de MIDI OUT ingangen komen.
27
Luisteren naar de demo songs
2
Druk op [+] of [-] of druk op [ ] of [ ] om een song te selecteren en af te spelen.
1. How Now
Copyright © 2003, Roland Corporation Gebruikte drumkit: #11 “PopKit X”
2. TC R&B
Copyright © 2003, Roland Corporation Gebruikte drumkit: #80 “AcuStick”
3. CREOLET1
Copyright © 2003, Roland Corporation Gebruikte drumkit: #1 “RoseWood”
4. CREOLET2
Copyright © 2003, Roland Corporation Gebruikte drumkit: #17 “Natural”
5. SNAG LTN
Copyright © 2003, Roland Corporation Gebruikte drumkit: #13 “Groove”
3
Druk op [PLAY ].
Het afspelen van de demo songs begint. De vijf demo songs worden achter elkaar afgespeeld.
4
Als het u het afspelen wilt stoppen, druk dan op [STOP ].
Waarschuwing wat betreft het volume
Als het volume bij het
aanslaan van de pads,
onveranderd blijft bij het
afspelen van demo songs
of andere songs, kan het
volume opeens verhogen.
Dit kan oorpijn of defecten
aan speakers veroorzaken.
Draai voor het afspelen
van songs de [VOLUME]
knop naar een lager
volumeniveau om
vervolgens tijdens het
afluisteren het volume op
gepaste wijze aan te
passen.
28
5
Als u klaar bent met het luisteren naar de demo song, druk dan op [KIT], [SONG] of [EXIT].
Selecteren van pad type
Maak de instellingen voor het soort pad (trigger type) om te verzekeren, dat de TD-6V precies ontvangt, wat er op de pads gespeeld wordt. Stel elke trigger ingang in, zoals hieronder wordt beschreven.
Geoptimaliseerde instellingen voor de TD-6V zijn meegeleverd in de fabrieksinstellingen van de TD-6V.
fig.P-014
8 1
236
De volgende parameters
zijn automatisch ingesteld
tot de meest efficiënte
waarden voor elke pad, als
u het trigger type selec-
teert.
Instelling van pad gevoeligheid; p.71)
• Sensitivity
• Threshold
• TrigCurve
Fijn afstelling trigger parametersn; p.73)
• Scan Time
• Retrig Cancel
• Mask Time
• Rim Sens
De trigger parameters
moeten zodanig worden
aangepast om ze gelijk te
stellen aan uw configuratie
en de omgeving, waarin
het wordt gebruikt.
Instellingsgids
1
Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [EDIT(SETUP)].
[EDIT(SETUP)] brandt.
fig.P-015ai
2
Druk op [ ] om ‘TRIG BASIC” te selecteren.
fig.SETUP-BASIC_50 (SETUP-BASIC)
3
Druk op [ENTER ].
fig.P-016_50
29
Selecteren van pad type
4
Sla op de pad, die u wenst in te stellen
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad verschijnt.
5
Selecteer het best passende trigger type voor een pad die u gebruikt uit de volgende lijst:
Pad Trigger Type Pad Trigger Type Pad Trigger Type
PD-8 PD-8 PD-105 PD-125 CY-6 CY Type PD-6 PD Type PD-125 CY-12H PD-7 KD-8 KD-8 CY-12R/C PD-9 KD-7 KD Type CY-14C RP-2 PD-80R KD-80 CY-15R PD-80 KD-120 RT-7K RT-7K PD-80R CY-8 CY-8 RT-5S RT-5S PD-100 RT-3T RT-3T PD-120 PD-120 RIM Edge RIM
U kunt tevens de selectie
maken door op[SHIFT] +
[ ] of [SHIFT] + [ ]
(Trigger Select) te drukken.
6
Druk op [+] of [-] om het trigger type te selecteren.
7
Herhaal Stappen 4-6 om het trigger type voor elke pad in te stellen.
8
Druk op [KIT].
[KIT] brandt, en het Drum Kit scherm verschijnt.
fig.P-017ai
9
Sla op de pads en druk de pedalen in om het volgende te controleren.
• Wordt er geluid geproduceerd door de pads en de pedalen?
• Komt het juiste instrumentgeluid uit de juiste pad?
Als het juiste geluid niet wordt geproduceerd, controleer dan nogmaals de pad instellingen, en kijk anders bij “Probleemoplosser” (p.110).
Deze instellingen zijn van
pas op zowel het vel als de
rand.
30
Aanpassen van de padgevoeligheid
U kunt de gevoeligheid van de pads aanpassen naar uw eigen smaak en speelstijl. Door het aanpassen van de gevoeligheid van de TD-6V kunt u de correlatie tussen uw speelsnelheid (kracht), de respons en het volume van het geluid veranderen.
fig.P-018
8 1
De gevoeligheidsinstellin-
gen zijn automatisch inge-
steld op de meest efficiënte
waarden voor elke pad als
u het trigger type selecteert
(p.29). U kunt dit naar
wens aanpassen.
Instellingsgids
1
Druk op [EDIT(SETUP)], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
[EDIT(SETUP)] brandt.
fig.P-019ai
2
Druk op [ ] om “TRIG BASIC” te selecteren.
fig.SETUP-BASIC_50 (SETUP-BASIC)
3
Druk op [ENTER ].
2, 436
31
Aanpassen van de padgevoeligheid
4
Druk op [ ] om “Sensitivity” te selecteren.
fig.P-020_50
5
Sla op de pad, die u wilt instellen.
Het instellingscherm van de aangeslagen pad veschijnt.
6
Druk op [+] of [-] om de gevoeligheid van de pads aan te passen.
Hier kunt u een instelling van 1 – 16 maken. Hogere instellingen resulteren in hogere gevoeligheid, hierdoor zal de pad een luid volume produceren, zelfs als het zacht wordt aangeslagen. Lagere instellingen resulteren in lagere gevoeligheid, hierdoor zal de pad een zacht volume produceren, zelfs als het hard wordt aangeslagen.
U kunt tevens de selectie
maken door op [SHIFT] +
[ ] of [SHIFT] + [ ]
(Trigger Select) te drukken.
Deze instellingen zijn van
pas op zowel het vel als de
rand.
Het instellen van het algemene mikpunt
Stel de gevoeligheid zo in, dat de indicator de maximale positie bereikt als u met maximale dynamiek speelt. Er verschijnt een vlag zodra de indicator de
maximale positie bereikt ( ).
fig.P-020aai.e
Indicator
Indicator (Maximum)Maximum indicatie
7
Herhaal stappen 5 en 6 voor het maken van andere nodige pad gevoeligheidsinstelllingen.
8
Druk op [KIT].
[KIT] brandt, en het Drum Kit scherm verschijnt.
fig.P-021ai
Met elektronische drum-
kits is het totaal volume
ook een belangrijk ele-
ment. Door het luisteren
op een laag volume kan
het lijken alsof er te wei-
nig verandering in volume
is, waardoor u misschien
nodeloos de gevoeligheid
hoger instelt. Zorg ervoor
het volume van de verster-
kers of de koptelefoon op
gepast niveau in te stellen,
zodat u de juiste instellin-
gen kunt maken.
32
Over de pads
b
b
Trigger ingangen van pads die u kunt gebruiken
Hoewel u eerdere modellen van pads, kick trigger apparaten en andere apparaten met de TD-6V kunt gebruiken, kan het zijn dat pads en trigger ingangen niet combineerbaar zijn, wat betekent dat u niet kunt spelen op sommige pads.
Trigger ingang functies
Het volgende laat de beschikbare trigger ingang functies zien.
fig.P-024.e
11
RIDE
Head 11
Rim 11
10
CRASH2
Head 10
Rim 10
3
HI-HAT
Head 3
Rim 3
9
CRASH1
Head 9
Rim 9
2
SNARE
Head 2
Rim 2
7
TOM3
Head 7
Rim 7
8
TOM4
Head 8
1
KICK
Head 1
5
TOM2
Head 5
Rim 5
6
AUX
Head 6
4
TOM1
Head 4
Rim 4
Instellingsgids
Gebruik de met de pad
meegeleverde kabel om de
pad met de TD-6V te
verbinden. Het rand
geluid wordt onbeschik-
aar als u een mono kabel
gebruikt om een pad, die
eschikbaar is voor het
spelen van rim-shots en
chokes, te verbinden.
*1 *1
*1: Door het gebruik van een optionele kabel (de PCS-31) of een standaard
tussenkabel kunt u twee pads toewijzen aan een enkele trigger ingang. In dit geval worden de rand geluiden van “Trigger Input 5 (TOM2)” en “Trigger Input 7 (TOM3)” niet bruikbaar. Voor meer informatie over de nodige verbindingen kunt u kijken op p.21.
33
Over de pads
Combinaties tussen pad en trigger type
Om plezier te hebben van alle functionaliteit, die de TD-6V en uw pads u biedt, kunt u de volgende lijst nalopen en de pads selecteren, die het meest geschikt zijn voor uw toepassing.
fig.P-024a.e
Trigger Input Jacks
1
(KIK)2(SNR)3(HH)4(T1)5(T2)6(AUX)7(T3)8(T4)9(CR1)10(CR2)11(RD)
KD-7 KD-8
KD-80
Head
OOOOOOOOOOO
Kick Trigger Units
KD-120
PD-6
PD-100
PD-7 PD-8 PD-9
Pads
PD-80
RP-2
PD-80R PD-120 PD-105 PD-125
CY-6
CY-8 CY-12H CY-14C
Cymbals
CY-12R/C
CY-15R
*1
Head
Head
Head
Rim, Choke
Head
Head
Rim
Head (Bow)
Rim (Edge),
Choke
Head (Bow)
Rim (Edge/Bow),
Choke
OOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOO
OOOO OOOO
OOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOO
XX XXX
OXX
OOOOOOOOOOO
OOOO OOOO
OOOOOOOOOOO
OOOO OOOO
*2
O: Kan worden gebruikt. X: Kan niet worden gebruikt. Slash: Deze trigger ingangen kunnen geen rand geluiden aan. *1: Wanneer choking op de CY-12R/C of de CY-15R wordt toegepast , kunt u zowel
Edge Shots spelen als Bell Shots.
*2: TRIGGER INPUTS 6 (AUX) and 8 (TOM) kunnen alleen worden gebruikt met
gebruik van de optionele kabel (PCS-21) of een standaard tussenkabel om twee pads met een enkele trigger ingang te verbinden. Voor meer gedetailleerde informatie kunt u vorige gedeelten bekijken.
34
Aan te raden parameters voor de pads
De trigger parameters (behalve de Xtalk Cancel) zijn automatisch ingesteld op de meest efficiënte waarden voor elke pad als u het trigger type selecteert. De trigger parameters zouden het nodige moeten worden aangepast om aan uw actuele instellingen te voldoen en om te voldoen aan de omgeving, waarin het wordt gebruikt. Maak de instellingen voor de parameters als het nodig is (Basis trigger parameters: p.71; Gevorderde trigger parameters: p.73).
Pad Trigger Type
Pad PD-8 PD-8
PD-6 PD Type PD-7 PD-9 RP-2 PD-80R PD-80 PD-80R PD-100 PD-120 PD-120 PD-105 PD-125 PD-125
Kick Trigger Unit KD-8 KD-8
KD-7 KD Type KD-80 KD-120
Cymbal CY-8 CY-8
CY-6 CY Type CY-12H CY-12R/C CY-14C CY-15R
Acoustic Drum Trigger RT-7K RT-7K
RT-5S RT-5S RT-3T RT-3T
Rim Rim Edge RIM
Over de pads
Instellingsgids
De “Xtalk Cancel (Crosstalk Cancel)” waarde verandert niet als het trigger type wordt veranderd. Het moet worden aangepast om aan uw actuele instellingen te voldoen en om te voldoen aan de omgeving, waarin het wordt gebruikt (SETUP/ TRIG BASIC/Xtalk Cancel; p.73).
• Gebruik de “RT-7K”, de “RT-5S” of de “RT-3T” instelling als u akoestische drums gebruikt. Voor meer details kunt u kijken bij “De TD-6V gebruiken met akoestische triggers” (p.75).
35
Over de pads
Spelen op de pads
Head-shots en rim-shots op de pads
Wanneer u een head-shot uitvoert, bespeelt u de kop van het instrument. Rim-shots produceren geluid met de rand van het instrument. Om een rim-shot te spelen, moet u het vel en de rand van de pad tegelijk
aanslaan. PD-7, PD-9, PD-80R, PD-105, PD-120, PD-125:
Zowel head-shots als rim-shots zijn beschikbaar.
PD-6, PD-80, PD-100, RP-2:
Alleen head-shots zijn beschikbaar.
fig.P-025.e
Head Shot Rim Shot
Bij het gebruik van rim-
shots op de PD-80R, PD-
105 of PD-125, verbindt dan de pad aan TRIGGER INPUT 2(SNARE).
Head
Head
Cross-stick
Als u een cross-stick uitvoert, wordt de rand van het instrument bespeeld. Bij het spelen van een cross-stick op de PD-80R of de PD-120 moet u alleen de rand (uiterste randje) van de pad bespelen. Door het plaatsen van uw hand op de kop (midden gebied) van de pad zorgt ervoor, dat het cross-stick geluid niet goed doorkomt.
fig.P-025a.e
Rand
Rand
Head
Rand
Head
Rand
• Bij het gebruiken van rim-shots op de PD-80R, PD-105 of PD-125, ver­bindt dan de pad aan
TRIGGER INPUT 2(SNARE).
• Cross-stick wordt ook wel “close rim-shot” genoemd.
Door het selecteren van
instrumenten waarvan de
naam eindigt op “XS”
geeft het spelen van een
rim-shot het geluid van
een rim-shot en het spelen
van een cross-stick geeft
een afgebroken tik.
36
Bekken bow-shots/edge-shots/bell-shots
Als u een bow-shot uitvoert bespeelt u de welving van het instrument; edge­shots en bell-shots produceren geluid aan de rand van het instrument.
CY-6, CY-12H, CY-14C:
Beschikken over bow-shots en edge-shots
CY-12R/C, CY-15R:
Als toevoeging op bow-shots kunnen tevens zowel edge-shots als bell-shots gespeeld worden. Bell-shots worden gespeeld door de bel met de schouder van de stok ietwat krachtig aan te slaan.
fig.P-026.e
Bow Shot Edge Shot
Welving
Over de pads
Instellingsgids
Als u edge-shots met de
CY-12R/C of CY-15R toe-
past, gebruik dan de
BOW/EDGE uitgang.
Voor bell-shots gebruikt u
de BOW/BELL uitgang.
Rand
Bell Shot
Bel
CY-12R/C
CY-15R
37
Over de pads
Cymbal choke
Door het aanslaan van een pad en vervolgens de rand van de pad vast te grijpen, kunt u een noot dempen, terwijl deze nog doorklinkt. Deze techniek wordt choking genoemd.
fig.P-027.e
Hi-hat bedieningspedaal
Door het aansluiten van een hi-hat bedieningspedaal (FD-8) verkrijgt u achtereenvolgend controle over het openen en sluiten van de hi-hat.
fig.P-028.e
FD-8
Geopende hi-hat:
Sla de hi-hat aan, zonder het pedaal ingedrukt te houden.
Gesloten hi-hat:
Sla de hi-hat aan met het pedaal ingedrukt.
Voet geopend:
Druk het pedaal volledig in.
Voet gesloten:
Druk het pedaal in, en laat het vervolgens onmiddellijk los.
38
Snelle start
Snelle start
39
Kiezen van een drumkit
b
De TD-6V wordt met 99 preset drumkits geleverd. Het is nu waarschijnlijk tijd geworden om de drumkits uit te proberen door ze te selecteren en te bespelen.
fig.Q-001
1
2
1
Druk op [KIT].
[KIT] brandt, en het “DRUM KIT” scherm verschijnt.
fig.Q-002ai
Om te zien, welke drum-
kits er geselecteerd kunnen
worden, kunt u kijken bij
de “Drumkit lijst” (p.118).
Een drumkit berstaat uit
een verzameling
instellingen, waaronder de
pad instellingen, effecten
enz. Kijk op pag. 54 voor
meer informatie.
Een drumkit optreden is
opgenomen in preset song
#1 “DRUMS”. Door het
veranderen van drumkit
tijdens het afspelen van
preset song #1 (p.44) kunt
u verschillende drumkits
eluisteren en vergelijken.
U kunt ook en in
het “DRUM KIT” scherm
gebruiken om een drum-
kit te selecteren.
2
Druk op [+] en [-] om een drumkit te selecteren.
Voorbeeld wordt onbedoeld afgespeeld bij het aanslaan van pad
Drumkits bezitten een instelling, die het afspelen van een song beginnen bij het aanslaan van een pad (Pad pattern functie; p.63).
Het stoppen van een song, die aan het afspelen is:
Druk op de [STOP ] knop op het paneel (het [PLAY ] licht gaat uit).
Het stoppen van het afspelen van de song als de pad wordt
aangeslagen.
Zet de Pad Pattern functie uit (KIT/CONTROL/PadPtn; p.63).
Om te zien, welke drum-
kit de Pad Pattern functie
gebruikt, kunt u kijken bij
de “Drumkit Lijst” (p.118).
40
Spelen met de metronoom/Click
Aan- en uitzetten van de click
Probeer de metronoom (click).. U kunt de click aan- en uitzetten door [CLICK] in te drukken. [CLICK] brandt als de functie aanstaat.
fig.Q-003.e
Click speelt Click speel niet
Verlicht Niet verlicht
fig.Q-004a
1
U kunt het instrument-
geluid en de beat, dat
wordt gebruikt voor de
click, selecteren. Voor
details kijkt u op p.79.
Snelle start
1
Druk op [CLICK].
[CLICK] brandt, en het click geluid begint te spelen.
fig.Q-006
41
Spelen met de metronoom/Click
Regelen van het click volume (level)
fig.Q-004
52
4
1
Zorg dat [EDIT] niet is opgelicht.
Als [EDIT] opgelicht is, kunt u op [KIT] en [SONG] drukken om het uit te zetten.
fig.Q-005
2
Druk op [CLICK].
[CLICK] brandt, en het click geluid begint te spelen.
fig.Q-006
3
Druk op [EDIT].
[EDIT] brandt, en het click volume scherm verschijnt.
fig.Q-007_50
1, 3
42
4
Druk op [+] of [-] om het volume te selecteren.
5
Als u klaar bent met het maken van de instellingen, drukt u op [EXIT] om de procedure te beëindigen.
Regelen van het click tempo
fig.Q-008
421
Spelen met de metronoom/Click
Snelle start
3
1
Druk op [CLICK].
[CLICK] brandt, en het click geluid begint te spelen.
fig.Q-006
2
Druk op [CLICK(TEMPO)], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
Het Tempo scherm verschijnt.
fig.Q-009_50
3
Druk op [+] of [-] om het tempo te selecteren.
4
Als u klaar bent met het maken van de instellingen, drukt u op [EXIT] om de procedure te beëindigen.
Het “Tempo” scherm verdwijnt.
43
Meespelen met songs
Het kiezen en afspelen van een song
De TD-6V bevat een sequencer, die begeleidingstracks en drum nummers kan opnemen en afspelen. Deze sequencer komt met 170 preset (voorgeprogrammeerde) songs.
fig.Q-010
134
2
Kiezen van een song
U kunt zelf songs opne-
men. Voor details kijkt u
op p.92.
De song stopt opeens bij het bespelen van de pads.
Het aanslaan van een pad
met de pad pattern functie,
terwijl een song aan het
afspelen is, zorgt ervoor
dat de afspeelfunctie een
nieuwe geselecteerde
songs gaat afspelen.
Sommige songs zijn erg
kort, een paar noten of zelf
een akkoord. Hierdoor kan
het “opeens” stoppen
veroorzaakt worden door
het per ongeluk triggeren
van één van deze korte
songs.
Voor meer informatie over
deze functie kunt u kijken
op p.63 en p.114.
44
1
Druk op [SONG].
[SONG] brandt en het [SONG] scherm verschijnt.
fig.Q-011ai
2
Druk op [+] of [-] om een song te selecteren.
Om te zien, welke songs er
geselecteerd kunnen wor-
den, kunt u kijken bij de
“Preset song lijst” (p.128).
Door het drukken op [+] of
[-]. terwijl u [SHIFT]
inhoudt, kunt u de song
categorie selecteren.
Afspelen van een song
b
3
Druk op de
[PLAY ]
knop, en de song begint te spelen.
Meespelen met songs
[PLAY ]
fig.Q-012
4
Om het afspelen van een song te stoppen, drukt up op
Het
fig.Q-013
Als het afspelen van een song is gestopt, kunt u het volgende doen.
brandt.
[PLAY ]
• Door op song.
• Door het drukken op [ ] gaat u naar de volgende maat.
• Door het drukken op [ ] gaat u naar de vorige maat.
licht gaat uit.
[STOP ]
te drukken, gaat u terug naar het begin van de
[STOP ]
.
Snelle start
Handige functie voor afspelen
Tijdens het afspelen van een Preset song, kunt u de knoppen corresponderend aan de drumkit laten oplichten.
U kunt, zelfs terwijl de drumklanken uitstaan, de knoppen laten oplichten; dit is handig om met de voorgeprogrammeerde songs te oefenen.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op
Afspelen van de song begint, en de knoppen corresponderend aan het nummer van de percussiepartijen lichten op.
Hi-Hat
High Tom Low Tom
Kick
2. Om afspelen te stoppen, drukt u op
Mid Tom
Snare
[PLAY ]
Cymbals
[STOP ]
.
.
Voor details kijkt u op
p.83.
Deze functie is niet
eschikbaar met songs,
waar een drumpartij over-
heen is opgenomen (p.83).
U kunt deze functie niet
gebruiken bij Preset song
#1 “Drums”.
45
Meespelen met songs
Regelen van het songvolume
U kunt het songvolume bijstellen om de balans met het drumkit volume te corrigeren. Songvolume bestaat uit de volgende twee delen.
Begeleidingsvolume:
Regelt het volume van melodische instrumenten etc. anders dan percussie.
Percussiepartij volume:
Regelt het volume van de drums en de percussiegeluiden.
fig.Q-016
351
De volume instellingen
hier zijn van toepassing op
alle songs.
2, 4
Instellen van het begeleidingsvolume (melodische instrumenten)
1
Druk op [SONG], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
Het scherm voor het instellen van het volume van de melodische instrumenten verschijnt.
fig.Q-018_50
2
Druk op [+] of [-] om het volume te selecteren.
Instellen van volume van de drums en percussie.
3
Druk op [ ].
Het scherm voor het instellen van het volume van de drums en percussie verschijnt.
• De volumebalans tus­sen de partijen kan wor­den geregeld in het “Level” (SONG/PART/ Level; p.88).
• Hier regelt u het volume van de percussiepar­tijen. Hoewel de drums in de Preset songs zijn opgenomen op het per­cussie gedeelte (behalve preset song #1 “DRUMS”), zullen de drums die u zelf opneemt bij het creëren van uw eigen songs worden opgenomen in het drumkit gedeelte. Het volume van de drumkit partij is te rege­len in “MasterVolume” (master volume) (KIT/ COMMON/MasterVo­lume; p.66).
46
Meespelen met songs
fig.Q-017_50
4
Druk op [+] of [-] om het volume te selecteren.
5
Als u klaar bent met het maken van de instellingen, drukt u op [SONG] om te procedure te beëindigen.
Tijdelijk veranderen van het tempo van een song
U kunt tempo van een song tijdelijk veranderen, terwijl het wordt afgespeeld. De song zal naar zijn preset tempo terugkeren als een andere song wordt geselecteerd.
fig.Q-014
2
1
Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [CLICK(TEMPO)].
Het tempo instellingen scherm verschijnt.
fig.Q-015_50
31
Snelle start
2
Druk op [+] of [-] om het tempo te selecteren.
3
Als u klaar bent met het maken van de instellingen, drukt u op [EXIT] om te procedure te beëindigen.
47
Meespelen met songs
b
Dempen van de voorgeprogrammeerde drums in songs
U kunt in een song alleen de drums dempen. Hierdoor kunt u meespelen. Probeer dit met song #8, “FUNK ROK”.
fig.Q-019
3 1
Partij dempen instellingen
lijven intact, zelfs als er
van song is gewisseld.
Nootnummers voor
gedempte drumsound zijn
vooraf vastgesteld en
kunnen niet worden
veranderd.
Kijk op p.125 voor een lijst
met gedempte nootnum-
mers.
24, 5
1
Druk op [SONG].
[SONG] brandt, en het SONG scherm verschijnt.
fig.Q-020ai
2
Druk op [+] of [-] om song #8 te selecteren.
fig.Q-021_50
48
3
Druk op de
[PLAY ]
Meespelen met songs
knop, en de song begint met afspelen.
[PLAY ]
fig.Q-022
4
Druk op [PART MUTE].
[PART MUTE] brandt, en het drums geluid is gedempt.
fig.Q-023
5
Om de drums te horen, drukt u nogmaals op [PART MUTE].
Het [PART MUTE] licht gaat uit.
fig.Q-023a
brandt.
Met de fabrieksinstellingen
zal het drukken op [PART
MUTE] alleen de drumto-
nen van het percussiege-
deelte gedempt worden.
Door [SHIFT] + [PART
MUTE] in te drukken, kunt
u veranderen van partij die
u wilt dempen (SETUP/
UTILITY/Mute;p.77).
Snelle start
49
Gebruik van de pads om songs af te spelen
De pads kunnen worden ingesteld om het afspelen van songs in te zetten, zodra ze worden aangeslagen (Pad pattern functie). Deze functie is alleen beschikbaar met elektronische drums. De Pad pattern functie is al geselecteerd in drumkit #8, “1ManBand+” . Gebruik deze drumkit om de functie uit te proberen..
fig.Q-024
1
• Maak de volgende instellingen als u de Pad Pattern functie zelf selecteert.
“Pad Ptn (Pad Pat­tern” (KIT/CONTROL/ Pad Ptn; p.63), “Pad Ptn Velo (Pad Pattern Velo­city)” (KIT/CON-
TROL/Pad Ptn Velo;p.63) De volgende zijn hulp­functies, die beschik­baar zijn als u songs gebruikt waar Tap Play­back of One Shot Play­back is gespecifeerd: “Quick Play” (SONG/ COMMON/Quick Play;p.86), “Reset Time” (SONG/COM­MON/Reset Time;p. 86),
“Tap Exc Sw (Tap Exclusive Switch)”
(SONG/COMMON/ Tap Exc Sw; p.86)
2
1
Druk op [KIT].
[KIT] brandt, en het “DRUM KIT” scherm verschijnt.
fig.Q-025ai
2
Druk op [+] of [-] om drumkit #14 te selecteren.
fig.Q-026_50
3
Afspelen van songs begint, zodra de volgende pads worden aangeslagen. 1 KICK: U kunt de baslijn noot voor noot (stap voor stap) met uw kickdrum
spelen. 9 CRASH1 Rim: De akkoorden veranderen wanneer u een pad aanslaat.
De volgende drumkits
gebruiken de Pad Pattern
functie:
• #5 ”LtnPerc+”
• #7 “TblaTun+”
• #8 “1ManBnd+”
• #10 “Guitars+”
Kijk bij de “Drumkit lijst” (p.118) om andere drumkits te vinden. (Kitnamen met “+” gebruiken de Pad Pattern functie.
50
Meespelen met CD, Cassette of MD
b
b
(met gebruik van de MIX IN ingang)
Het gebruik van de MIX IN ingang van de TD-6V staat u toe mee te spelen met een CD of andere externe audiobronnen.
Om defecten en/ of
eschadigingen aan
speakers en andere
apparaten te voorkomen,
zult u altijd het volume en
andere apparaten uit
moeten zetten voor het
maken van verbindingen.
1
Maak de verbindingen, zoals hieronder getoond.
fig.Q-027.e
audio apparatuur, versterker, etc.
CD/MD speler, cassettedeck, etc.
Koptelefoon,
921
CD/MD speler,
cassettedeck, etc.
OUTPUT jack
Gebruik de plug die correspondeert aan het apparaat waar u op afluistert.
Snelle start
Stereo tulpstekker
MIX IN jack
TD-6V
2
Als u begint met het afspelen van een CD-speler of ander apparaat, dan is het geluid hoorbaar door de koptelefoon, audio apparatuur of ander apparaten.
Stel het volume van het
afspeelapparaat bij om de
alans tussen de externe
geluidsbron en de drum-
kit te corrigeren.
51
Het gebruik van de TD-6V als een General MIDI geluidsmodule
De TD-6V bezit een GM modus, die toestaat om GM partijen (muziek data voor GM geluidsgeneratoren) vanaf een externe sequencer af te spelen. De TD-6V heeft een functie, die u toestaat om alleen de drums uit de GM modus te dempen. Voor details kunt u kijken bij “Verander naar de GM (General MIDI) modus (GM Modus)” (p.99) en bij “ MIDI berichten stop functie voor specifieke partijen in GM (General MIDI) modus (GM PART)” (p.102).
Wanneer u de TD-6V als een GM geluidsmodule gebruikt (p.99)
• De TD-6V functioneert als een 16-stemmig multi-timbre geluidsmodule.
• De interne sequencer is uitgeschakeld.
• Drumkit partijen kunnen niet worden gespeeld met gebruik van MIDI signalen, die vanaf een extern apparaat worden gestuurd. Ze kunnen alleen gespeeld worden door het bespelen van de pads verbonden aan de TD-6V.
De TD-6V kan tevens
gebruikt worden als
geluidsmodule samen met
MIDI keyboards en MIDI
sequencers (p.107).
52
Gevorderd gebruik
Gevorderd gebruik
53
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit
(Kit Edit)
Parameters, die hier ingesteld kunnen worden
fig.01-001.e
KIT
INST (Instrument instellingen) (p. 60)
Inst
Level
Pan
Pitch
Decay
AMBIENCE (Ambience instellingen) (p. 62)
Ambience Switch
Ambience Send Level
Studio Type
Wall Type
Room Size
Ambience Level
EQUALIZER (Equalizer instellingen) (p. 64)
Master Equalizer Switch
High Gain
Low Gain
CONTROL (Instellingen voor verschillende functies) (p. 64)
Pad Pattern
Pad Pattern Velocity
Pitch Control Assign
Note Number
Gate Time
COMMON (Algemene drumkit instellingen) (p. 68)
Master Volume
Pedal Hi-Hat Volume
Pitch Control Range
Drum Kit Name
COPY (kopiëren van drumkits) (p. 69)
EXCHANGE (Uitwisselen van drumkits) (p. 70)
Over drumkits en het drumkit scherm
• Veranderde instellingen worden automatisch opgesla-
gen.
fig.01-002.e
Drum Kit #99
Drum Kit #1
Pad instellingen
KICK
Head1
Head5
Rim5
CRASH1
Head9
Rim9
SNARE
Head2
Rim2
Head6
CRASH2
Head10
Rim10
Instrument instellingen
Inst, Level, Pan, Pitch, Decay
Instellingen voor verschillende functies
Pad Pattern Function Settings, Pitch Control Function Settings, MIDI Note Number, MIDI Gate Time
HI-HAT
Head3
Rim3
TOM3TOM2 AUX
Head7
Rim7
RIDE
Head11
Rim11
Ambience instellingen
On/Off, Performance Space, Wall Surface, Room Size, Amount of Ambience
Equalizer instellingen
On/Off, High Gain, Low Gain
Algemene drumkit instellingen
Overall Drum Kit Volume, Drum Kit Name, Hi-Hat Control Pedal
TOM1
Head4
Rim4
TOM4
Head8
Over de drumkits
Een drumkit is een verzameling van instellingen, waaronder
die van de klank van elke pad, effect instellingen, hi-hat bedie-
ningspedaal instellingen, etc.
• Er zijn in totaal 99 drumkits.
• U kunt de drumkits, die u leuk vindt, veranderen om
nieuwe drumkits te creëren.
54
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Over het drumkit scherm
Het scherm, dat verschijnt bij het indrukken van [KIT], wordt
het drumkit scherm genoemd.
fig.01-003ai
4
312
1
Drumkit nummer
Laat het nummer van de huidig geselecteerde drumkit zien.
2
Drumkit naam
Laat de naam van de huidig geselecteerde drumkit zien.
3
Huidig geselecteerde pad
Het trigger ingangnummer voor de geselecteerde pad wordt
hier getoond. “H” verschijnt, wanneer een vel wordt geselec-
teerd en “R” verschijnt, wanneer de rand wordt geselecteerd.
Voor instructies over het selecteren van pads kunt u kijken op
p.55.
4
GM modus aan/uit
Als u zich in de GM functie bevindt, verschijnt “ ” in
het scherm.
Anders, in normale functie, verschijnt er niets. Voor meer
gedetailleerde informatie over de GM functie kunt u kijken op
p.99.
fig.01-004_50
2. Druk op [+] of [-] om de drumkit te selecteren.
Drum Kit: 1–99
Kiezen van een pad om te bewerken
Om een pad te selecteren, waarvoor u instellingen wilt maken,
kunt u de volgende twee methodes gebruiken.
Kiezen van een pad door het aan te slaan
1. Druk op [KIT], daarna op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
fig.KIT-INST_50
1
2. Druk op [ENTER ].
3. Sla op de in te stellen pad.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
fig.01-006ai.e
Trigger ingangnummer van de aangeslagen pad
GM functie staat normaalgesproken uit als de stroom wordt
aangezet.
Het kiezen van een drumkit (Drum Kit)
Wanneer een drumkit wordt geselecteerd veranderen de pad
instellingen, ambiance, EQ instellingen etc.
Om te zien wat voor drumkits met fabrieksinstellingen u tot
uw beschikking heeft, kunt u kijken bij de ‘Drumkit lijst”
(p.118).
1. Druk op [KIT].
[KIT] brandt, en het Drum Kit scherm verschijnt.
U kunt door middel van instellingen voorkomen dat het scherm wisselt naar het instrumenten instellingenscherm, zelfs als een pad wordt aangeslagen. Als de TD-6V zo is inge­steld, dat het scherm niet wisselt, dan verschijnt het trigger ingangnummer tussen haakjes ([ ]). Voor meer gedetailleerde informatie kunt u kijken bij “Vastzetten van het instellingen­scherm, onderwijl het bewerken van een instrument (Note Chase)” (p.57).
fig.01-007ai
55
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Kiezen op de TD-6V
1. Druk op [KIT], daarna op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
fig.KIT-INST_50
2. Druk op [ENTER ].
Het instrumentenselectie scherm verschijnt.
fig.01-008_50
3. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [] of []
om het trigger ingangsnummer voor de padt e selecteren.
Het geselecteerde trigger ingangsnummer voor een in te
stellen pad wordt rechtsboven in het scherm getoond.
De trigger ingangsnummers staan in deze volgende volg-
orde:
H01 H02 R02 H03 R03 H04 R04 H05
H06 H07 H08 H09 R09 H10 R10 H11
R11
fig.01-009ai.e
Selecteren van het trigger ingangsnummer
Notatie gebruikt in het scherm
Trigger ingangnummers en namen zijn aangeduid in het
instrumenten instellingenscherm.
fig.KIT-INST_50
Screen Name Screen Name
KIK KICK T3 TOM3
SNR SNARE T4 TOM4
HH HI-HAT CR1 CRASH1
T1 TOM1 CR2 CRASH2
T2 TOM2 RD RIDE
AUX AUX
Hulpvolle bewerkfuncties
Luisteren naar een INST (Instrument) verbonden aan een pad (Preview)
Zelfs wanneer er geen pad aan de TD-6V is verbonden, kunt u
trigger ingangnummers selecteren en instellingen maken, ter-
wijl u instrumentgeluiden beluistert.
• Instellingsschermen voor trigger ingangen waar geen pad
aan is verbonden en voor rand trigger ingangen waar de
verbonden pads geen randgeluiden kunnen produceren
worden ook getoond.
• Trigger ingangen 6 (AUX) en 8 (TOM) kunnen alleen
worden gebruikt als er twee pads zijn verbonden aan de
trigger ingangen 5/6 (TOM2/AUX) en 7/8 (TOM3/4)
(p.21). In dit geval kunt u trigger ingangen 5 (TOM2) en 7
(TOM3) niet gebruiken. Alleen de nummers voor de
gebruikte trigger ingangen of R05 of H06, en R07 of H08
zijn zichtbaar.
56
De preview snelheid staat ingesteld in “Preview Velo (Pre-
view velocity)” (SETUP/UTILITY/Preview Velo; p.78).
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [ ] of
[ ] om het trigger ingangnummer te selecte­ren.
Het trigger ingangnummer voor een geselecteerde pad
wordt rechtsboven in het scherm aangeduid.
2. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [KIT].
U kunt instrumenten tonen.
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Vastzetten van het instellingen­scherm, onderwijl het bewerken van een instrument (Note Chase)
Note Chase is een functie, waarin een pad wordt geselecteerd
door het aanslaan van een pad of als er MIDI data, dat aan die
pad correspondeert wordt ontvangen. Het scherm wisselt
automatisch naar het instellingen scherm als de pad instellin-
gen gemaakt zijn.
Om te voorkomen, dat het instellingen scherm wisselt als u
een andere pad aanraakt, terwijl u instellingen aan het maken
bent, kunt dit uitzetten: “OFF”.
Als u andere pads wilt instellen, terwijl deze instelling op
“OFF” staat, kunt u wisselen van instellingsschermen door
[SHIFT] ingedrukt te houden en [ ] of [ ] in te drukken
om het trigger ingangnummer te selecteren.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [EDIT
(SETUP)].
[EDIT] brandt.
2. Druk op [ ] om “ MIDI COMMON” te selecte-
ren.
fig.SETUP-MIDICMN_50
Kiezen van een instrument
Over de instrumenten
De TD-6V bevat 1024 verschillende instrumenten, die zijn
gecategoriseerd in 13 aparte groepen, zoals KICK, SNARE en
TOM.
U kunt individueel Level, Pan, Pitch en Decay instellingen
aanpassen voor de aan de pads verbonden instrumenten.
Kiezen uit de groep namen (Inst Group)
Vind en selecteer instrumenten uit de groep namen.
Om te zien welke instrumentengroepen geselecteerd kunnen
worden, kijkt u bij de “Drum instrumenten lijst” (p.120)
1. Bevestig dat [CLICK] niet opgelicht is.
Als dit opgelicht is, druk dan op [CLICK] om dit uit te
zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
fig.KIT-INST_50
1
3. Druk op [ENTER ].
fig.01-010_50
4. Druk op [-] om ”OFF” te selecteren.
Zelfs wanneer een andere pad wordt aangeslagen, zal het
pad instellingen scherm niet wisselen.
fig.01-011_50
5. Als u klaar bent met het maken van instellingen,
drukt u op [KIT] om de procedure te beëindigen.
Als “Note Chase” op “OFF” staat, zal het trigger ingang-
nummer tussen haakjes verschijnen ([ ]).
fig.01-011aai.e
3. Druk op [ENTER ].
4. Sla op de pad, die u wenst in te stellen.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
fig.01-012ai.e
Instrumentengroep
Instrumentnummer Instrumentnaam
Trigger ingang­nummer
5. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [+] of [-] om
de instrumentengroep te selecteren.
Inst Group: KICK, SNARE, TOM, HI-HAT, CRASH, RIDE, PERC, SPECIAL, MELODIC, VOICES, REVERSE, FIXED HI-HAT, OFF
57
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Kiezen van een instrument (Inst)
Selecteer het instrument, dat u wilt horen als de pad wordt
aangeslagen.
Om te zien welke instrument geselecteerd kunnen worden,
kunt u kijken bij “ Drum instrumenten lijst” (p.120).
Er komt geen geluid als een pad wordt bespeeld en staat inge-
steld met het instrument “1023 OFF”.
• Als de “HI-HAT” instrumentengroep geselecteerd is voor
een pad, dan kunt u het hi-hat bedieningspedaal gebrui-
ken voor het openen en sluiten van de hi-hat.
• Als het hi-hat pedaal wordt ingedrukt, zal de hi-hat
pedaaltoon automatisch wisselen, conform het instru-
ment dat ingesteld is voor trigger ingang 3 (HI-HAT). De
gesloten hi-hat (voet) kan niet apart worden veranderd.
1. Bevestig dat [CLICK] niet opgelicht is.
Als deze is opgelicht, druk dan op [CLICK] om het uit te
zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
fig.KIT-INST_50
I
Instrumentinstellingen (INST)
U kunt Level, Pan, Pitch en Decay instellingen aanpassen voor
elk instrument, dat aan een pad verbonden is.
1. Bevestig dat [CLICK] niet opgelicht is.
Als deze is opgelicht, druk dan op [CLICK] om het uit te
zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
fig.KIT-INST_50
3. Druk op [ENTER ].
4. Druk op [ ] of [ ] om de in te stellen para-
meters te selecteren.
fig.01-015ai.e
In te stellen parameter
5. Sla op het in te stellen pad.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
6. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.01-016ai.e
3. Druk op [ENTER ].
4. Sla op de in te stellen pad.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
fig.01-012ai.e
Instrumentengroep
Instrumentnummer Instrumentnaam
Trigger ingang­nummer
5. Druk op [+] of [-] om het instrument te selecte-
ren.
U kunt de instrumentengroep selecteren door [SHIFT]
ingedrukt te houden en op [+] of [-] te drukken (p.57).
Inst: 1–1024
58
Waarde
7. Als u met het maken van instellingen klaar bent,
drukt u op [KIT] om de procedure te beëindigen.
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Veranderen van het volume van een pad (Level)
Verandert het volume van het instrument. Verhogen van de
waarde zal het volume verhogen. Met de instelling “0” zal er
geen geluid worden geproduceerd.
Maak de veranderingen hier om de balans in volume tussen
de instrumenten aan te passen.
Het hi-hat pedaal volume is ingesteld in “Pedal HH (Pedal Hi-
Hat Volume)” (KIT/COMMON/Pedal HHVol; p.66).
fig.01-017_50
Level: 0–127
Instellen van pan positie (Pan)
Dit verandert de pan instellingen van het instrument (de
waargenomen positie van het geluid tussen de linker en rech-
ter speaker).
Aanpassen van de toonhoogte (Pitch)
Past de toonhoogte van het instrument aan. De toonhoogte
verhoogt als de waarde wordt verhoogd. Als het op “0” staat
de toonhoogte op de standaardwaarde.
Voor sommige instrumenten kan het verhogen of verlagen
van de waarde geen verdere verandering ten gevolge hebben.
fig.01-019_50
Pitch: -480–+480
Aanpassen van decay (lengte van het geluid) (Decay)
Verandert de decay van het geluid van het instrument. Als het
op “0” staat het op de standaardwaarde.
1
• Pan instellingen zijn van toepassing op zowel vel als
rand. De rand instellingen waarde verschijnt tussen aan-
halingstekens. Als de instellingen van het vel of de rand
worden veranderd, zijn de instellingen voor de ander ook
automatisch veranderd.
fig.01-017a_50
• Deze instellingen is ook van toepassing bij verbinding in
stereo.
fig.01-018_50
Pan: L15-center-R15, random, alternate
L15: Geluid is uiterst links gepositioneerd.
Center: Geluid is in het midden gepositioneerd.
R15: Geluid is uiterst recht gepositioneerd.
Random: De panning verandert willekeurig, telkens als
een pad wordt aangeslagen.
Alternate: De panning wisselt steeds van links naar
rechts elke keer als de pad wordt aangeslagen.
Voor sommige instrumenten kan het verhogen of verlagen
van de waarde geen verdere verandering ten gevolge hebben.
fig.01-020.e
Volume
-31 0 Decay
fig.01-021_50
+31
Tijd
Decay: -31–+31
59
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Ambiance instellingen (AMBIENCE)
Hier kunt u (per drumkit) de locatie kiezen, de kamer grootte,
het muurmateriaal, etc.
1. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
2. Druk op [ ] om “AMBIENCE” te selecteren.
fig.KIT-AMB_50
3. Druk op [ENTER ].
4. Druk op [ ] of[ ] om de in te stellen parame-
ter te selecteren.
fig.01-022ai.e
In te stellen parameter
5. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.01-023ai.e
Waarde
6. Als u klaar bent met het instellen, drukt u op
[KIT] om te procedure te beginnen.
Ambience Sw (Ambience Switch): off, on
Ambiance “send” niveau voor elk instrument (ambience send
level)
U kunt het ambiance niveau per instrument individueel aan-
passen. Het ambiance effect wordt dieper naarmate de waarde
wordt verhoogd. Als het op “0” ingesteld staat, is er geen
ambiance toegepast.
Sla een pad aan om het te selecteren, maak vervolgens de
instelling.
De overall ambiancediepte over de gehele drumkit wordt
ingesteld in “Amb Level (Ambience Level)” (KIT/
AMBIENCE/Amb Level; p.61).
fig.01-025_50
AmbSendLevel (Ambience Send Level):0–127
Kies een locatie waar de drums gespeeld wordt (Studio Type)
De TD-6V bevat negen verschillende interne Studio Types, die
u kunt selecteren voor de drum locatie. Selecteer een basis
omgeving waarin u gaat spelen, voordat u gedetailleerde
instellingen gaat maken.
Ambiance aan/uitzetten (Ambience switch)
Dit zet de ambiance aan en uit.
fig.01-024_50
Ambience Sw (Ambience Switch): OFF, ON
60
fig.01-026_50
LIVING (woonkamer), BATHROOM (badkamer), STUDIO (opnamestudio), GARAGE, LOCKER (kleedkamer), THEATER, CAVE, GYM (gymzaal), STADIUM (stadion)
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Verander van muur materiaal (Wall Type)
Selecteer het oppervlakte materiaal van de muren in de kamer,
waarin de drums worden bespeeld.
fig.01-027_50
WallType (Wall Type): WOOD, PLASTER, GLASS
Wood:
Simuleert het geluid van een kamer met houten muren, die
een warm geluid produceren.
Plaster:
Simuleert het geluid van een kamer met gipsmuren, die een
meer “natuurlijk live” geluid produceren.
Glass:
Simuleert het geluid van een kamer met glazen muren, die een
zeer heldere ambiance produceren.
Stel de kamergrootte vast (Room Size)
Selecteer de grootte van de kamer, waarin de drums worden
bespeeld.
Overall ambiance van het gehele drumstel aanpassen (Ambience Level)
Past het overall ambiance niveau voor het gehele drumstel
aan. Het ambiance effect wordt dieper naarmate de waarde
wordt verhoogd. Als het op “0” is ingesteld, wordt geen ambi-
ance toegepast.
Het ambiance niveau voor elk individueel instrument wordt
ingesteld in “Amb Snd Lvl (Ambience Send Level)” (KIT/
AMBIENCE/AmbSendLevel; p.60).
fig.01-029_50
Amb Level (Ambience Level): 0–127
1
fig.01-028_50
Room Size: SMALL, MEDIUM, LARGE
Ambience
Send Level
Drum Kit
Head x 11
Rim x 8
Part
Part1–4
Percussion
Level
Level
Level
x 19
x 4
Master
Volume
Pan
Ambience
Send Level
Pan
Ambience
Send Level
x 19
x 19
x 4
x 4
Ambience
Studio Wall Type Room Size Amb Level
Equalizer
High Gain Low Gain
61
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Equalizer instellingen (EQUALIZER)
Om het geluid van elke drumkit aan te passen, wordt een 2-
bands equalizer gebruikt (voor hoge en lage frequenties).
Een equalizer versterkt of verzwakt gespecificeerde frequen-
tiepunten om een toon aan te passen. U kunt aparte instellin-
gen maken voor de hoeveelheid versterking of verzwakking
(gain) in de hoge en lage frequentiegebieden.
1. Bevestig dat [CLICK] niet is opgelicht.
Als het wel oplicht, druk dan op [CLICK] om het uit te
zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
3. Druk op [ ] om “EQUALIZER” te selecteren.
fig.KIT-EQ_50
4. Druk op [ENTER ].
5. Druk op [ ] of[ ] om de in te stellen parame-
ter te selecteren.
fig.01-030ai.e
In te stellen parameter
6. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.01-031ai.e
Waarde
7. Als u klaar bent met instellen, drukt u op [KIT]
om de procedure te beëindigen.
Equalizer aan/uitzetten (Master equalizer switch)
Schakelt de equalizer aan en uit.
Aanpassen van het geluid (high gain, low gain)
Stel de hoeveelheid versterking of verzwakking in (GAIN) in
het hoge (HIGH) en lage (LOW) frequentiegebied. Verhoog
om het geluid te versterken en verlaag het om te verzwakken.
De equalizer heeft geen effect als “GAIN” helemaal op “0”
staat.
fig.01-033_50 (KIT EDIT-HighGain)
High Gain: -12dB–+12dB
fig.01-034_50 (KIT EDIT-LowGain)
Low Gain: -12dB–+12dB
Instellingen voor verschillende functies (CONTROL)
Dit zijn instellingen voor verschillende functies, zoals het star-
ten van een song door het aanslaan van een pad (Pad pattern
functie: p.63) en een functie, waarbij u het hi-hat bedienings-
pedaal gebruikt om toonhoogte van instrumenten te besturen
(Pitch Control; p.64), samen met MIDI Note Number en MIDI
Gate Time instellingen.
1. Bevestig, dat [CLICK] niet opgelicht is.
Als het wel oplicht, druk dan op [CLICK] om het uit te
zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
3. Druk op [ ] om “CONTROL” te selecteren.
fig.KIT-CTRL_50 (KIT EDIT-CTRL)
4. Druk op [ENTER ].
fig.01-032_50
Master EQ Sw (Master Equalizer Switch): OFF, ON
62
5. Druk op [ ] of [ ] om de in te stellen para-
meter te selecteren.
fig.01-035ai.e
In te stellen parameter
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
6. Sla op de in te stellen pad.
Het instellingsscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
7. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.01-036ai.e
Waarde
8. Als u klaar bent met het instellen, drukt u op
[KIT] om de procedure te beëindigen.
Afspelen van een song door het aan­slaan van een pad (Pad Pattern)
De Pad Pattern functie is een functie, die u een compleet nummer of vooraf vastgestelde song laat afspelen door het aanslaan van de pads. Deze functie is zeer handig om songs tijdens live optredens of tijdens het oefenen te gebruiken.
Song instellingen “LOOP” of “ONE SHOT”
LOOP: Nadat de song helemaal is afgespeeld, herhaalt het zich vanaf het begin.
ONE SHOT: Afspelen stopt als het einde van de song bereikt is. Elke keer als de pad wordt aangeslagen, springt de song naar het begin en wordt het opnieuw afgespeeld.
Bij het triggeren/spelen van een song, die is ingesteld in de “LOOP” of “ONE SHOT” modus, en u bespeelt een pad , die ook verbonden is aan een song met “LOOP” of “ONE SHOT” functie, dan heeft de laatste song voorrang. Vergeet niet, dat sommige songs erg kort zijn, soms een paar noten of een akkoord. Dus plotselinge stops kunnen ontstaan door het per ongeluk triggeren van een korte song. Controleer altijd de Pad Pattern instellingen.
Als u naar een song met ander instrument instellingen heeft gewisseld, kan er een klein moment stilte optreden.
Song instelling “Tap”
De geluiden worden in volgorde afgespeeld, elke keer dat de pad wordt aangeslagen.
Als u een song met “LOOP” of “ ONE SHOT” afspeelt en ver­volgens een song met de TAP afspeelfunctie kiest, dan kunt u ze beide tegelijk gebruiken/beluisteren.
• Om te zien, welke songs er geselecteerd kunnen worden, kunt u kijken bij “Preset song lijst” (p.128).
• Voor het afspeeltype van de song kunt u kijken op p.85.
• U kunt de song categorie selecteren door [SHIFT] inge­drukt te houden, en op [+] of [-] te drukken.
• U kunt een preview van een song beluisteren door [SHIFT] ingedrukt te houden, en vervolgens op [KIT] te drukken.
• Om het geluid van instrument verbonden aan een pad onhoorbaar te maken, kunt u het instrument “Level” op “0” zetten (KIT/INST/Level;p.59)
• U kunt een krachtigere respons krijgen, als u de pads aanslaat, met de snelheid veranderd in de afgespeelde song (KIT/CONTROL/Pad Ptn Velo;p.63).
• De TD-6V bevat hulpfuncties voor een song, ingesteld met One Shot en Tap afspeelfunctie. Voor meer details kunt u kijken op: “Quick Play” (SONG/COMMON/Quick Play; p.86), “Reset Time” (SONG/COMMON/Reset Time; p.86) en “Tap Exc Sw (Tap Exclusive Switch)” (SONG/COM­MON/Tap Exc Sw;p.86).
fig.01-037ai.e
Afspeeltype Songnummer
Songnaam
Pad Ptn (Pad Pattern): OFF, 1–270
Bedien het “Level” het Pattern door dynamisch te spelen (Pad Pattern Velocity)
Bij het uitvoeren met de Pad Pattern functie, kunt u de snel-
heid van afspelen van de song veranderen door de kracht
waarmee u de pads bespeelt. Als dit op “off” staat, wordt de
song afgespeeld op de ingestelde snelheid, ongeacht de kracht
waarmee u slaat.
• Deze instelling werkt niet in de GM modus (p.99).
• Als “Pad Ptn (Pad Pattern)” op “OFF” staat, verschijnt er
een horizontale lijn ( ) en kunt u deze instelling niet uitvoeren. Kijk naar het voorgaande gedeelte, maak dan na het selecteren van de song de instelling.
fig.01-037a_50
1
• Deze instelling kan niet gemaakt worden in de GM modus (p.99).
• Nummers met gebruik van de Pad Pattern functie kun­nen niet worden opgenomen op sequencers.
fig.01-038_50
Pad Ptn Velo (Pad Pattern Velocity): OFF, ON
63
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Pitch control met het hi-hat bedieningspedaal aan/uit voor elke pad (Pitch Control Assign)
Pitch Control is een functie, die u de toonhoogte van een
instrument, verbonden aan een pad, laat regelen, door het
indrukken van het bedieningspedaal. Bij het loslaten van het
pedaal keert het instrument terug naar de originele toon-
hoogte.
Maak de Pitch Control aan/uit instelling voor elke pad. Als
het op “OFF” staat, blijft de toonhoogte van het instrument
onveranderd.
Het bereik, waarin de toonhoogte verandert, is ingesteld in
“PchCtrlRange (Pitch Control Range)” (KIT/COMMON/
PchCtrlRange;p.66).
• Om te voorkomen, dat het hi-hat pedaal geluid klinkt als
het pedaal wordt ingedrukt, stel dan “Pedal HH Vol
(Pedal Hi-hat Volume)” in op “0” (KIT/COMMON/
Pedal HH Vol;p.66).
• Om toonhoogte veranderingen soepeler te laten lopen,
stel dan “PdlDataThin (Pedal Data Thin)” in op “0” of
“OFF” (SETUP/MIDI COMMON/PdlDataThin;p.99).
MIDI nootnummer voor elke pad (Note Number)
In elke drumkit kunt u MIDI nootnummers instellen, die door
elke pad ontvangen/verstuurd kunnen worden .
Maak de instelling voor de hi-hat alleen voor nootnummer
voor de open hi-hat (standaard instelling is 46 (A#2)). Met
deze instelling veranderen de gesloten hi-hat (standaard
instelling waarde van 42 (F#2)) en de pedaal hi-hat (stan-
daardwaarde van 44 (G#2)) samen met de open instelling.
Deze instelling kan niet uitgevoerd worden in de GM modus
(p.99).
Als het open hi-hat nummer op “60 (C4)” staat, wordt het
nummer voor de gesloten hi-hat “56 (G#3)” en het nummer
voor de pedaal hi-hat wordt “58 (A#3)”.
Voor informatie over de fabrieksinstellingen van de nootnum-
mers kunt u kijken bij “Drumkit nootnummers”p.125) in de
“Preset percussie instellingen lijst”.
fig.01-041_50
fig.01-039_50
Pitch Ctrl (Pitch Control Assign): OFF, ON
Note No. (Note Number): 0 (C -) –127 (G 9)
Afspelen van een extern MIDI appa­raat door het bespelen van de pads verbonden aan de TD-6V
Specificeer de nootnummers (toetsnummer op een keyboard)
die verzonden worden door de TD-6V als de pads worden
aangeslagen.
Stel dit in, naar het nootnummer dat u op de externe geluids-
module of sampler wenst te spelen.
Gebruik van een extern MIDI appa­raat om TD-6V drumkit geluiden af te spelen (TD-6V als geluidsmodule gebruikt)
Specificeer het nootnummer corresponderend aan de pad. Als
de TD-6V dit nootnummer ontvangt, wordt het instrument
verbonden aan de pad afgespeeld.
64
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
De drumkit partij en de percussie partij kunnen op de TD-6V
tegelijk op kanaal 10 ingesteld worden.
Als twee partijen op kanaal 10 staan, zou u tevens
“CH10Priority (Channel 10 priority)” in moeten stellen om
vast te stellen welk instrument (drums of percussie) afge-
speeld moet worden als het nootnummer ontvangen wordt
(SETUP/MIDI COMMON/CH10Priority; p.98).
Instellen van meerdere pads op hetzelfde nootnum­mer
Wanneer u een extern MIDI apparaat gebruikt om TD-6V
drumkits te bespelen, hoort u , als er overlappende nootnum-
mer worden ontvangen, het instrument verbonden aan het
laagste nummer.
Als nootnummers voor het vel en de rand verdubbeld zijn,
dan wordt het vel gespeeld.
Als een pad wordt aangeslagen, wordt het nootnummer dat
ingesteld is voor de pad verzonden.
Als hetzelfde nootnummer verbonden is aan meer dan één
pad verschijnt “ ” in het instellingsscherm van de pad die
niet klinkt, zelfs als het nootnummer ontvangen is.
fig.01-040ai
MIDI gate tijd voor elke pad (Gate Time)
Voor elke pad kunt u vaststellen, hoelang de noot bij het ver-
zenden vanaf de MIDI OUT gaat klinken.
Percussie geluidsmodules produceren gewoonlijk alleen
geluid in antwoord op “Note on” boodschappen, en negeren
“Note off” boodschappen. Daarentegen ontvangen algemene
geluidsmodules en samplers deze boodschap wel, en reageren
daarop door het geluid uit te zetten. Bij de fabrieksinstellingen
is de Gate Time op het minimum ingesteld, omdat een drum
geluidsmodule hier waarschijnlijk geen gebruik van zal
maken. Als een geluidsmodule deze data ontvangt net als bij
het ontvangen van een Note OFF boodschap, dan zal het inter-
val te kort zijn, en zullen de meeste geluiden niet worden
gespeeld (of zal het als nauwelijks hoorbare herrie klinken).
Om dit probleem te vermijden, kunt u de gate tijd voor elke
pad, die bespeeld wordt langer instellen.
Deze instelling kan in de GM modus niet gemaakt worden
(p.99).
1
fig.01-045_50
Het volgende verschijnt in het scherm als “38 (D2)” is gespeci-
ficeerd voor het vel (H02) en de rand (R02) van trigger ingang
2 (SNARE) en het vel (H04) van trigger ingang 4 (TOM1).
fig.01-042ai.e
Trigger Input 2 (SNARE) Head
Trigger Input 2 (SNARE) Rim
Trigger Input 4 (TOM1) Head
In dit geval, als het nootnummer 38 (D2) wordt ontvangen,
wordt het instrument verbonden aan het VEL van TRIGGER
INGANG 2 (SNARE) gespeeld.
Gate Time: 0.1–8.0 sec (0.1 sec. steps)
65
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Algemene drumkit instellingen (COMMON)
Maak de instelling voor elke drumkit.
1. Bevestig dat [CLICK] niet opgelicht is.
Als dit wel zo is, druk dan op [CLICK] om het uit te zet-
ten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
3. Druk op [ ] om “COMMON” te selecteren.
fig.KIT-CMN_50
4. Druk op [ENTER ].
5. Druk op [ ] of [ ] om de te bewerken para-
meter te selecteren.
fig.01-046ai.e
In te stellen parameter
6. Druk op [+] of [-] om in te stellen.
fig.01-047ai.e
Waarde
7. Als u klaar bent met het instellen, drukt u op
[KIT] om de procedure te beëindigen.
Algemeen drumkit volume (Master Volume)
U kunt het totale volume van de drumkit aanpassen, terwijl de
volumebalans tussen de pads behouden blijft. Hoe hoger de
waarde, hoe hoger het volume. Met een instelling van “0”
wordt er geen geluid geproduceerd.
De volumebalans tussen de pads kan worden aangepast in
“Level” (KIT/INST/Level; p,59).
MasterVolume (Master Volume): 0–127
Aanpassen van het volume van het hi-hat pedaal geluid (Pedal Hi-hat Volume)
Voor elke drumkit kunt u het volume van het hi-hat pedaal
aanpassen (als het hi-hat bedieningspedaal wordt ingedrukt).
Hoe hoger de waarde, hoe hoger het volume. Met een instel-
ling van “0” wordt er geen geluid geproduceerd.
Stel het volumeniveau van de andere pads in bij “Level”
(KIT/INST/Level; p. 59).
fig.01-049_50 (KIT-COMMON-Pedal-Hat)
Pedal HH Vol (Pedal Hi-Hat Volume): 0–15
Instellen van het toonhoogte bereik met het hi-hat bedienings­pedaal (Pedal pitch control range)
Pitch Control is een functie, die u de toonhoogte van een instrument, dat verbonden is aan een pad, laat veranderen door de mate van het indrukken van het hi-hat bedieningspe­daal.
Loslaten van het pedaal zorgt ervoor, dat het instrument terugkeert naar de originele toonhoogte. De mate, waarin de toonhoogte veranderd als het pedaal wordt ingedrukt, is inge­steld op halve-toon veranderingen van -24 (twee octaven omlaag) tot + 24 (twee octaven omhoog). Wanneer het op “0” staat, is er geen verandering in toonhoogte.
Pitch Control wordt aan en uit gezet in de “Pitch Ctrl (Pitch Control)” instelling (KIT/CONTROL/Pitch Ctrl; p. 64).
• Om te verkomen, dat het hi-hat pedaal klinkt bij het indrukken van het pedaal, stel dan “Pedal HH Vol (Pedal Hi-Hat Volume)” in op “0” (KIT/COMMON/Pedal HH Vol;p.66).
• Om de veranderingen in toonhoogte soepel te laten verlo­pen, stel dan “PdlDataThin (Pedal Data Thin)” in op “1” of “OFF” (SETUP/MIDI COMMON/PdlDataThin; p.99).
fig.01-048_50
66
fig.01-050_50
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
PchCtrlRange (Pedal Pitch Control Range):
-24–+24
Benoemen van de drumkit (Kit Name)
Aan elke kit kan een naam gegeven worden tot 8 tekens.
Druk op [ ] of [ ] om de cursor (onder de regel) te ver-
plaatsen naar het teken, dat u wenst te veranderen. Druk ver-
volgens op [+] of [-] om het teken te selecteren.
• Door het ingedrukt houden van [SHIFT] en [+] in te druk-
ken, wisselt u door de volgende volgorde: hoofdletters
alfabet kleine letters alfabet 0 ! spatie. Door het
ingedrukt houden van [SHIFT] en [-] in te drukken, kiest
u voor de omgekeerde volgorde.
• Door het ingedrukt houden van [SHIFT] en op [ ] te
drukken, verwijdert u het teken op de cursor positie en
dicht u de ontstane ruimte door de volgende tekens op te
laten schuiven.
• Door het ingedrukt houden van [SHIFT] en op
drukken, voegt u een spatie toe aan het teken op de cur-
sor positie.
fig.01-051_50
[] te
[KIT] en [EDIT] lichten op.
3. Druk op [ ] om “COPY” te selecteren.
fig.KIT-COPY_50
4. Druk op [ENTER ].
5. Druk op [+] of [-] om de kopiebron drumkit te
selecteren.
fig.01-052ai.e
Drumkit naamDrumkit nummer
6. Druk op [ ].
Het kopiedoel drumkitscherm verschijnt.
7. Druk op [+] of [-] om de kopiedoel drumkit te
selecteren.
fig.01-053ai.e
1
Drumkit naamDrumkit nummer
8. Druk op [ENTER ].
Druk op [EXIT] om de procedure te annuleren.
fig.01-054_50
KitName (Drum Kit Name): 8 tekens
De volgende tekens kunnen worden gebruikt.
fig.lettersai.e
space
Kopiëren van een drumkit (COPY)
U kunt het volgende kopiëren: instrument, ambiance, equali-
zer en alle andere instellingen in een drumkit.
Bij het uitvoeren van deze procedure verliest u de gegevens
van de plek, waar u naartoe kopieert. Dus controleer alle
instellingen zorgvuldig, voordat u dit uitvoert.
1. Bevestig dat [CLICK] niet is opgelicht.
Als het wel is opgelicht, druk dan op [CLICK] om het uit
te zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
9. Druk op [ENTER ] om de procedure uit te
voeren.
Als u klaar bent met het kopiëren van de drumkit, ver-
schijnt het Completed scherm.
fig.01-055_50
10. Als u klaar bent met kopiëren, druk dan op [KIT]
om de procedure te beëindigen.
Src (Copy Source): P01–P99 (Factory Setting Drum Kits), U01–U99 (Drum Kits)
Selecteer een drumkit gemarkeerd met “ ” als kopiebron
(P01-P99) om de originele fabrieksinstellingen te herstellen.
67
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Dst (Copy Destination): U01–U99 (Drum Kits)
Herstellen van fabrieksinstellingen voor een bewerkte drumkit
U kunt bewerkte drumkits herstellen naar de originele
fabrieksinstellingen.
Drumkit kopieer functie
Volg de procedure beschreven op p.67 om een drumkit
gemarkeerd met “ ” (P01-P99) als kopiebron te selecteren.
Factory reset functie
1. Selecteer de drumkit, die wilt herstellen naar de
fabrieksinstellingen.
2. Volg de procedure voor Factory Reset (p.78) om
“THIS DRUM KIT” te selecteren.
Veranderen van volgorde van drumkits (EXCHANGE)
U kunt veranderen (verwisselen) van volgorde tussen twee
willekeurige drumkits.
1. Bevestig dat [CLICK] niet is opgelicht.
Als dit wel zo is, druk dan op [CLICK] om het uit te zet-
ten.
7. Druk op [+] of [-] om de (tweede) te verwisselen
drumkit te selecteren.
fig.01-057ai.e
Drumkit naamDrumkit nummer
8. Druk op [ENTER ].
Druk op [EXIT] om te annuleren.
fig.01-058_50
9. Druk op [ENTER ] om de procedure uit te
voeren.
Als u klaar bent met het verwisselen van de drumkits,
verschijnt het Completed scherm.
fig.01-059_50
10. Als u klaar bent met verwisselen, druk dan op
[KIT] om de procedure te beëindigen.
Src (Exchange Source): U01–U99 (Drum Kits)
Dst (Exchange Destination): U01–U99 (Drum Kits)
2. Druk op [KIT], daarna op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
3. Druk op [ ] om “EXCHANGE” te selecteren.
fig.KIT-XCHG_50
4. Druk op [ENTER ].
5. Druk op [+] of [-] om de (eerste) te verwisselen
drumkit te selecteren
fig.01-056ai.e
Drumkit naamDrumkit nummer
6. Druk op [ ].
68
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger instellingen
(SETUP/TRIG)
Parameters, die ingesteld kunnen worden
fig.02-001.e
SETUP
TRIGGER BASIC (Pad gevoeligheid instellingen) (p. 72)
Trigger Type
Sensitivity
Threshold
Trigger Curve
Crosstalk Cancel
TRIGGER ADVANCED (Gedetailleerde pad instellingen) (p. 74)
Scan Time
Retrigger Cancel
Mask Time
Rim Sensitivity
Over het scherm
Notatie gebruikt in het scherm
Trigger ingangnummers en namen zijn weergegeven in het
pad en trigger instellingenscherm.
fig.SETUP-BASIC
Screen Name Screen Name
KIK KICK T3 TOM3
SNR SNARE T4 TOM4
HH HI-HAT CR1 CRASH1
T1 TOM1 CR2 CRASH2
T2 TOM2 RD RIDE
AUX AUX
Selecteren van pad type (Trigger type)
Specificeer het trigger type (het type van de pads die gebruikt
worden) om er zeker van te zijn, dat de TD-6V nauwkeurig de
signalen ontvangt, die vanaf een pad verstuurd worden.
Stel elke trigger ingang in, zoals hier beneden wordt beschre-
ven.
Door het instellen van het trigger type kan de TD-6V nauw-
keurig detecteren hoe hard de pads worden aangeslagen en
wordt het tweevoudig klinken van een pad (retriggering) ver-
meden. U kunt deze instelling ook gebruiken voor de PD-80R
en PD-120 rim-shots.
Bij het instellen van Trigger Type zijn de volgende parameters
automatisch ingesteld op de meest efficiënte waarde. Ze moe-
ten als nodig worden aangepast om ze gelijk te stellen naar de
actuele staat van uw configuratie en de omgeving, waarin het
gebruikt wordt.
Basic Trigger Parameter
(SETUP/TRIG BASIC; p. 71)
• Sensitivity
• Threshold
• TrigCurve
Advanced Trigger Parameter (SETUP/TRIG ADVNCD; p. 73)
• Scan TIme
• Retrig Cancel
• Mask Time
• Rim Sens
2
Over de ingang indicator
De ingang indicator is in het pad en trigger instellingenscherm
als volgt weergegeven. Een vlag verschijnt als de indicator zijn
maximale positie ( ) bereikt.
fig.P-020aai.e
Indicator
Indicator (Maximum)Maximum indicatie
Trigger parameters anders dan Trigger Type beïnvloeden
zowel het vel als de rand.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op
[EDIT(SETUP)].
[EDIT] brandt.
2. Druk op [ ] om “TRIG BASIC” te selecteren.
fig.SETUP-BASIC_50
69
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger instellingen (SETUP/TRIG)
3. Druk op [ENTER ].
fig.02-002ai.e
4. Sla op de pad, die u wenst in te stellen.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
U kunt ook een selectie maken door [SHIFT] in te houden
en [ ] of [ ] in te drukken.
Deze instelling is van toepassing op zowel het vel als de
rand.
5. Vind het trigger type voor de pad die u gebruikt
in het volgende schema.
Pad Trigger Type Pad Trigger Type
PD-8 PD-8 KD-7 KD Type PD-6 PD Type KD-80 PD-7 KD-120 PD-9 CY-8 CY-8 RP-2 PD-80R CY-6 CY Type PD-80 CY-12H PD-80R CY-12R/C PD-100 CY-14C PD-120 PD-120 CY-15R PD-105 PD-125 RT-7K RT-7K PD-125 RT-5S RT-5S KD-8 KD-8 RT-3T RT-3T
Rim Edge Rim
• Gebruik de “RT-7K”, “RT-5S” of “RT-3T” instelling als u akoestische drums gebruik om de TD-6V hoorbaar te maken. Voor details kunt u kijken bij “Gebruiken van de TD-6V met akoestische triggers” (p.75).
6. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
Als de rand is geselecteerd, dan wordt “Rim” de in te
stellen waarde, en kunnen er geen instellingen worden
gemaakt. Selecteer het vel en maak daarvoor de instellin-
gen. Het gebruik van AUX en TOM4 heeft de rand instel-
lingen van TOM2 en TOM3 nodig.
fig.02-003ai.e
Waarde
7. Als u klaar bent met instellen, druk dan op [KIT]
of [SONG] om de procedure te beëindigen.
TrigTyp (Trigger Type): PD-8, PD Type, PD-80R, PD-120, PD-125, KD-8, KD Type, CY-8, CY Type, RT-7K, RT-5S, RT-3T, RIM
Aansluiten van twee pads aan trig­ger ingang 5/6 (TOM2/AUX) en 7/8 (TOM3/4)
1. Met één pad aangesloten aan elke trigger
ingang, voert u de stappen 1 – 3 uit, zoals hier­boven beschreven.
2. Selecteer een pad door de rand van de pad aan
te slaan.
Als u trigger ingang 5/6 (TOM2/AUX) gebruikt, selec-
teert u TOM2 rand, om 7/8 (TOM3/4) te gebruiken selec-
teert u de TOM3 rand.
U kunt ook selecties maken door [SHIFT] ingedrukt te
houden en [ ] of [ ] in te drukken.
Het is mogelijk, dat er geen verbetering van de condities
optreedt als er geen Roland pads gebruikt worden, zelfs
na het veranderen van de trigger parameter instellingen.
Voor de meest volledige expressie in het bespelen, raden
wij u het exclusieve gebruik van Roland pads aan.
70
3. Druk op [-] om het trigger ingangsnummer en
naam te veranderen naar “AUX:H06” of “TOM4:H08” en AUX en TOM4 in te schakelen.
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger instellingen (SETUP/TRIG)
4. Verwijder de verbonden kabel. Sluit vervolgens
twee pads aan op TRIGGER INPUT 5/6 en 7/8 met gebruik van de optionele kabel (PCS-31).
Bij het aansluiten van de pads kunt u voor instructies kij-
ken bij “Aansluiten van twee pads op trigger ingang 5/7
(TOM2/AUX) en 7/8 (TOM3/4)” (p.21).
5. Druk op [+] en [-] om het trigger type in te stel-
len voor de pads gebruikt voor AUX en TOM2.
Om de randen van TOM2 en TOM3 weer te activeren, stel
dan het AUX en TOM4 trigger type in op “Rim”.
Als u een rim-shot slaat VOORDAT u dit heeft ingesteld
en terwijl een PD-8 of andere pad aangesloten, zullen de
AUX en TOM4 klinken in plaats van TOM2 en TOM3
rim-shots en zal de dynamische respons niet correct. Ver-
ander de instellingen terug naar “Rim”.
U kunt verschillende instrumenten toewijzen aan TOM2
en AUX, en TOM3 en TOM4.
Instelling van pad gevoelig­heid en andere instellingen (TRIGGER BASIC)
U kunt meer gedetailleerde instellingen maken voor het pad
type en de gevoeligheid.
De volgende parameters (Basic Trigger Parameters behalve de
“Xtalk Cancel”) zijn automatisch ingesteld naar de meest effi-
ciënte waarden voor elke pad als u “TrigTyp (Trigger Type)”
selecteert (SETUP/BASIC/TrigTyp; p.69).
Maak de instellingen, zonodig voor elke parameter.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op
[EDIT(SETUP)].
[EDIT] brandt.
fig.02-004ai.e
In te stellen parameter
5. Sla op de in te stellen pad.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt, en de ingangsindicator golft heen en weer.
6. Druk op [+] of [-] op in te stellen.
fig.02-005ai.e
waarde
7. Als u klaar bent met instellen, druk dan op [KIT]
of [SONG] om de procedure te beëindigen.
Aanpassen van de pad gevoeligheid (Sensitivity)
Pas de gevoeligheid van de pad aan op de pad respons te
reguleren. Hogere instelllingen resulteren in hogere gevoelig-
heid, hierdoor zal de pad een luid volume produceren, zelfs
als ze zacht worden aangeslagen.
Pas de “Sensitivity” waarde aan, zodat de hardste aanslagen
ervoor zorgen dat de ingangsindicator (p.69) bijna het maxi-
male niveau bereikt.
fig.02-006_50
Sensitivity: 1–16
2
2. Druk op [ ] om “TRIG BASIC” te selecteren.
fig.SETUP-BASIC_50
3. Druk op [ENTER ].
4. Druk op [ ] of [ ] om de in te stellen para-
meter te selecteren.
71
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger instellingen (SETUP/TRIG)
Instellen van de minimale niveaus voor de pads (Threshold)
Deze instelling zorgt ervoor dat het trigger signaal alleen
wordt ontvangen, als de pad harder wordt aangeslagen dan
een gespecificeerde kracht. Dit kan gebruikt worden om te
voorkomen dat een pad hoorbaar wordt door vibraties van
andere pads. In het volgende voorbeeld zal B klinken en A en
C niet.
fig.02-007.e
Drempel
CBA
Indien ingesteld op een hogere waarde, zal er geen geluid
hoorbaar zijn als de pad lichtjes wordt aangeslagen. Verhoog
de “Threshold” waarde geleidelijk tijdens het aanslaan van de
pad. Controleer dit en pas dit geleidelijk aan. Herhaal deze
handelingen, totdat u de perfecte instelling krijgt voor uw
speelstijl.
fig.02-008_50
Threshold: 0–15
Volume veranderingen door dynamisch spel (Trigger Curve)
Deze instelling laat u de relatie tussen de snelheid (kracht van
aanslaan) en veranderingen in volume (dynamische curve)
regelen. Pas deze curve aan, totdat de respons zo natuurlijk
mogelijk aanvoelt.
fig.02-009_50
TrigCurve (Trigger Curve): LINEAR, EXP1, EXP2, LOG1, LOG2, SPLINE, LOUD1, LOUD2
Linear:
Dit is de standaard instelling. Het produceert de meest natuurlijke gevoel tussen de kracht van het aanslaan en de verandering in volume.
fig.02-010.e
Volume
Kracht van aanslaan
LINEAR
Exp1, exp2.
Vergeleken met LINEAR zal een krachtige aanslag een grotere verandering produceren.
fig.02-011.e
Volume Volume
72
EXP2EXP1
Kracht van aanslaan
LOG1,LOG2:
Vergeleken met LINEAR zal een zachte aanslag een grotere verandering produceren.fig.
02-012.e
Volume Volume
Kracht van aanslaan
LOG2LOG1
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger instellingen (SETUP/TRIG)
n
SPLINE:
Extreme veranderingen als gevolg van de kracht, die wordt gebruikt voor het aanslaan.
fig.02-013.e
Volume
Kracht van aanslaan
SPLINE
LOUD1, LOUD2:
Veranderingen zijn miniem in antwoord op de kracht, waar­door er een volume niveau blijft waar fijn mee kan worden gespeeld. Als u drum triggers gebruikt, helpen deze instellin­gen om de niveaus stabiel te houden.
fig.02-014.e (LOUD)
Volume Volume
Kracht van aa
LOUD2LOUD1
Het instellingenscherm van de pad is niet ingeschakeld als “Note
Chase” op “OFF” staat (SETUP/MIDI COMMON/Note
Chase;p.57, p.97).
fig.02-025_50
Xtalk Cancel (Crosstalk Cancel): OFF, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 65, 70, 75, 80
Fijn afstellingvan de trigger parameter instellingen (TRIGGER ADVANCED)
De volgende parameters (Advanced Trigger Parameters) zijn
automatisch ingesteld op de meest efficiënte waarde voor elke
pad als u TRIGGER TYPE (SETUP/TRIG BASIC/Trig-
Typ;p.69) selecteert, en behoeven geen aanpassing, tenzij u
problemen beleeft, die hieronder worden besproken.
Elimineer crosstalk tussen pads (Crosstalk Cancel)
Als twee pads op dezelfde standaard zijn gemonteerd, dan
kan de vibratie, die de aangeslagen pad veroorzaakt, per
ongeluk geluid triggeren van een andere pad (dit wordt crosstalk genoemd). U kunt dit probleem vermijden door
Crosstalk Cancel toe te passen op de pad die onbedoeld klinkt.
Als de waarde te hoog wordt ingesteld, zal bij het aanslaan
van beide pads, de pad die met de minste kracht wordt aange-
slagen niet klinken. Wees dus voorzichtig, en stel deze para-
meter zo minimaal mogelijk in om crosstalk te voorkomen.
Met de “OFF” instelling werkt het crosstalk voorkomen niet.
In sommige gevallen kunt u crosstalk voorkomen, door de
afstand tussen de pads wat te vergroten.
Voorbeeld: Bij het slaan van de snare pad klinkt het hi-hat bek­ken ook mee
Stel “Xtalk Cancel (Crosstalk Cancel)” in voor de pad die
gebruikt wordt voor de hi-hat, terwijl u de snare aanslaat. Ver-
hoog de “CROSSTALK” instelling voor het hi-hat bekken, ter-
wijl u de snare aanslaat, van “OFF” naar “20”, “25”….. totdat
crosstalk niet meer optreedt. Als deze waarde is verhoogd, zal
de hi-hat pad ook minder crosstalk van andere pads ontvangen.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [EDIT(SETUP)].
[EDIT] brandt.
2. Druk op [ ] om “TRIG ADVNCD” te selecte-
ren.
fig.SETUP-ADVNCD_50 (SETUP-ADVNCD)
3. Druk op [ENTER ]
4. Druk op [ ] of [ ] om de in te stellen para-
meter te selecteren.
fig.02-017ai.e
In te stellen parameter
5. Sla op de in te stellen pad.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt, en de ingang indicator golft heen en weer.
6. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.02-018ai.e
Waarde
7. Als u klaar bent met het instellen, druk dan op
[KIT] of [SONG] om de procedure te beëindigen.
2
73
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger instellingen (SETUP/TRIG)
Aanpassen van het triggersignaal detectietijd (Scan Time)
De stijgtijd van de golfvorm van het triggersignaal kan licht
verschillen, afhankelijk van de karakteristieken van elke pad
of akoestische drum trigger (drum pickup), waardoor u zult
opmerken dat dezelfde slagen (velocity) op verschillende
volumes kunnen klinken. Als dit gebeurt kunt u de “SCAN
TIME” aanpassen, zodat de velocity van uw spel preciezer
gedetecteerd kan worden. Als de waarde hoger wordt gezet,
zal het langer duren, voordat geluid zal produceren.
fig.02-019.e
Scantijd
Tijd
Maken van de instellingen
Verhoog de Scan Time waarde langzaam van 0msec, terwijl u
de pad met constante kracht aanslaat, totdat het volume zich
op het hoogste niveau stabiliseert. Probeer dan krachtige en
zachte slagen uit om er zeker van te zijn, dat de volume veran-
deringen geschikt zijn.
fig.02-020_50
Scan Time: 0–4.0 (ms) (0.1ms steps)
Detecteren van triggersignaal verzwakking en annuleren van incorrecte triggering (Retrigger Cancel)
Het bespelen van snaredrum pads en andere apparatuur met
bijgevoegde akoestische drum triggers kan resulteren in ver-
anderende golfvormen, wat tevens onbedoelde geluiden kan
veroorzaken in Punt A van het volgende figuur.
fig.02-021.e
retriggering. Hoewel het hoog instellen van deze waarde
retriggering voorkomt, wordt het wel makkelijker voor bijge-
luiden als de drums snel gespeeld worden (roffel etc.). Stel dit
zo laag mogelijk in om te verzekeren dat er geen retriggering
optreedt.
U kunt dit probleem ook elimineren met de Mask Time instel­ling. Mask Time detecteert niet het triggersignaal niet als het binnen een bepaalde tijd gebeurt, nadat het vorige triggersig­naal is ontvangen. Retrigger Cancel detecteert de verzwakking van het triggersignaal, en triggert het geluid.
Maken van instellingen
Verhoog tijdens het aanslaan de “Retrig Cancel” waarde, tot-
dat retriggering niet meer optreedt.
fig.02-022_50
Retrig Cancel (Retrigger Cancel): 1–16
Voorkomen van dubbel triggeren (Mask Time)
Het kan zijn, dat er per ongeluk twee keer wordt getriggert;
“double trigger” (twee geluiden in plaats van één), bijvoor-
beeld door het terugstuiteren van het bassdrumpedaal op het
vel. De Mask Time instelling helpt u deze problemen te voor-
komen. Als een pad wordt aangeslagen, dan zal elke bijko-
mende trigger, die binnen de bepaalde “MASKTIME” (0-
64msec) wordt ontvangen, worden genegeerd.
Wanneer u deze waarde hoog instelt, wordt het makkelijker
om bijgeluiden te krijgen. Stel deze waarde zo laag mogelijk
in.
fig.02-023.e
Mask Time
Tijd
A
Tijd
Dit gebeurt vooral in het dalende gedeelte van de golfvorm.
Retrigger Cancel detecteert zulke vervorming, en voorkomt
74
Niet geproduceerd geluid
Als er twee of meer geluiden klinken als u de pad maar een keer heeft aangeslagen, pas dan Retrigger Cancel aan.
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger instellingen (SETUP/TRIG)
Maken van de instellingen
Verhoog de Mask Time waarde, terwijl u op de kick drukt, tot-
dat er geen bijgeluiden klinken (door het terugstuiteren van
de klopper).
fig.02-024_50
Mask Time: 0–64ms (4ms steps)
Instellen van randgevoeligheid op de PD-80R, PD-105, PD-120 en PD­125 (Rim Sens)
Als een PD80R, PD-105, PD-120 of PD-125 wordt gebruikt voor TRIGGER INPUT 2 (SNARE) , dan kunt u de randge-
voeligheid aanpassen.
Als u deze waarde hoger instelt is het makkelijker om gelui-
den met de rand te produceren. Als dit op “OFF” staat, zal het
spelen van een rim-shot het vel van het instrument doen klin-
ken. Het overmatig verhogen van deze waarde kan ervoor
zorgen, dat de rand ook bij het aanslaan van het vel klinkt.
• Dit kan alleen aangepast worden als Trigger Input 2
“Trigger Type(Trig Type)” ingesteld is op “PD-80R”,
“PD-120” of “PD-125” (SETUP/TRIG BASIC/Trig Type;
p.69).
• Als het trigger type op iets anders staat ingesteld of als
een andere trigger ingang is gebruikt, verschijnt er een
horizontale lijn ( ) in het scherm, en kunt u niets
instellen.
fig.02-015_50
• U kunt de randgevoeligheid niet instellen op de PD-7 en
PD-9. Zowel rand als vel gebruiken hier dezelfde waarde.
fig.02-016_50
Rim Sens (Rim Sensitivity): OFF, 1–15
Gebruiken van de TD-6V met akoestische triggers
Bevestig ten eerste een RT-serie drum trigger (of commercieel
beschikbare akoestische drum trigger) aan de akoestische drums.
Als u klaar bent, vervolg dan met de volgende instellingen.
1. Stel het trigger type in op “RT-3T”, “RT-5S” of
“RT-7K”. (SETUP/TRIG BASIC/Trig Type; p.69)
2. Stel “Threshold” in op “0” als referentiewaarde.
(SETUP/TRIG BASIC/Threshold; p.72)
3. Stel “TrigCurve (Trigger Curve)” in op
“LINEAR” als referentiewaarde. (SERUP/TRIG BASIC/TrigCurve; p.72)
4. Stel de “Sensitivity” in.
(SETUP/TRIG BASIC/Sensitivity; p.71)
5. Stel de “Scan Time” in.
(SETUP/TRIG ADVNCD/Scan Time; p.74)
Sla op het vel meerdere malen met dezelfde kracht en pas deze parameter aan als het volume onevenwichtig is.
6. Stel “Retrig Cancel (Retrigger Cancel)” in.
(SETUP/TRIG ADVNCD/Retrig Cancel; p.74)
Dit voorkomt het klinken van meerdere tonen als een drum maar een enkele keer is aangeslagen (voornamelijk bij snaredrum en toms).
7. Stel “Mask Time” in.
(SETUP/TRIG ADVNCD/Mask Time; p.74)
Bij een kickdrum voorkomt dit het tweemaal klinken van één bedoelde klank.
8. Stel “Xtalk Cancel (Crosstalk Cancel)” in.
(SETUP/TRIG BASIC/Xtalk Cancel; p.73)
Het voorkomt het meeklinken van andere instrumenten met drum triggers als een drum met trigger wordt aange­slagen. Als een hogere waarde wordt ingesteld, en als er twee pads tegelijk worden aangeslagen, zal de minst krachtig aangeslagen pad niet hoorbaar zijn. Stel deze waarde zo laag mogelijk in.
9. Stel de “Threshold” in.
(SETUP/TRIG BASIC/Threshold; p.72)
Als er tonen onbedoeld klinken, zelfs nadat u de “CROSSTALK” instelling heeft aangepast, pas dan “THRESHOLD” aan. Hogere waardes voorkomen, dat een pad klinkt als het zacht wordt aangeslagen. Stel deze waarde zo laag mogelijk in.
10. Stel de “TrigCurve(Trigger Curve)” in.
(SETUP/TRIG BASIC/TrigCurve; p.72)
Als het dynamisch spelen geen natuurlijke verandering in volume oplevert, stel dan deze parameter in.
2
75
Hoofdstuk 3 Algemene instellingen voor de TD-6V
(SETUP/UTILITY, Factory Reset)
Parameters, die hier kunnen worden ingesteld
fig.03-001.e
SETUP
UTILITY (algemene instellingen) (p. 77)
LCD Contrast
Percussion Part Level
Backing Level
Mute
Master Tune
Preview Velocity
Available Memory
Factory Reset (Herstellen van de fabrieksinstellingen) (p. 79)
Maken van de algemene instellingen (UTILITY)
Overall instellingen gelden voor de gehele TD-6V
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [EDIT].
[EDIT] brandt.
fig.SETUP-GENERAL_50
2. Druk op [ENTER ].
3. Druk op [ ] of [ ] om de in te stellen
parameter te selecteren.
fig.03-002ai.e
Schermcontrast aanpassing (LCD Contrast)
Het schermcontrast wordt sterk beïnvloed door de locatie van
de TD-6V en de belichting van de kamer, waarin de TD-6V
staat. Pas deze parameter zo nodig aan. Een hogere waarde
resulteert in een helderder scherm.
fig.03-004_50
LCD Contrast: 1–16
Percussiepartij volumeregeling (Percussion Part Level)
Deze past het volume van de percussiepartij aan.
Verhogen van de waarde zal het volume verhogen. Met de
instelling op “0” wordt er geen geluid geproduceerd.
• Deze instelling kan niet worden gemaakt in de GM
modus (p.99).
• Deze volume instelling geldt voor alle songs. Zelfs als de
songs worden veranderd, zal de instelling niet
veranderen.
Het volumeniveau van de drumkitpartij wordt geregeld in
“MasterVolume (Master Volume)” (KIT/COMMON/
MasterVolume; p.66).
In te stellen parameter
4. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.03-003ai.e
Waarde
5. Als u klaar bent met instellen, druk dan op [KIT]
of [SONG] om de procedure te beëindigen.
76
fig.03-004a_50
PercPrtLevel (Percussion Part Level): 0–127
Volumeregeling achtergrond– instrumenten (Backing Level)
Dit past het volume aan van de achtergrondpartijen (Parts
1-4). Verhogen van de waarde zal het volume verhogen. Met
de instelling op “0” wordt er geen geluid geproduceerd.
Hoofdstuk 3 Algemene instellingen voor de TD-6V (SETUP/UTILITY, Factory Reset)
• Deze instelling kan niet in de GM modus (p.99) worden
gemaakt.
• Deze volume instelling geldt voor alle songs. Zelfs als de
songs worden veranderd, zal de instelling niet
veranderen.
• Het volumeniveau van de drumkitpartij wordt geregeld
in “MasterVolume (Master Volume)” (KIT/COMMON/
MasterVolume; p.66).
• Regel het volume van elke partij om de volumebalans te
corrigeren (SONG/PART/Level; p.88).
• Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [SONG] om naar dit
scherm te springen.
fig.03-005_50
BackingLevel (Backing Level): 0–127
• Uitvoeringen met gebruik van de TD-6V en pads worden
in een drumkitpartij opgenomen.
fig.03-006_50
Mute: SongDrum, SongDrm/Prc, UserDrmPart, Part1, Part2, Part3, Part4, Part1-4
Dempt alleen de druminstrumenten in de percussiepartij
(percussie-instrumenten klinken alsnog door). Dit is handig
bij het uitvoeren van Preset songs.
SongDrm/Prc:
Alle percussiepartij instrumenten worden gedempt.
UserDrmPart:
Dempt de uitvoering, die in de drumkitpartij is opgenomen.
Dit is handig als u wilt meespelen met songs, die u zelf heeft
opgenomen.
Part1, Part2, Part3, Part4:
De individuele partijen worden gedempt.
Part1-4:
Partij 1-4 worden gedempt.
Dempen van partijen in een song (Mute)
Selecteer de partij, die gedempt moet worden als [PART
MUTE] ingedrukt is. [PART MUTE] brandt als het dempen
uitgevoerd wordt.
Deze instelling kan niet in de GM modus (p.99) worden
gemaakt.
Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [PART MUTE] om naar
dit scherm te springen.
• Deze instelling houdt stand als van song wordt gewisseld
en als de TD-6V wordt gebruikt om data van een extern
MIDI apparaat af te spelen.
• Alle percussie-instrumenten in de Preset songs (behalve
Preset song #1 “DRUMS”) zijn op de percussiepartijen
opgenomen.
• Nootnummers voor gedempte druminstrumenten zijn
vooraf vastgesteld, en kunnen niet worden veranderd.
Voor meer informatie over het dempen van
nootnummers kijkt u bij “Preset Percussieset lijst” (p.124).
Tuning the TD-6V (Master Tune)
Dit stemt partijen 1- 4 als een geheel.
De referentietoon is 440.0 Hz.
Stemmen van de drumkit partij en de percussiepartij
instrumenten worden niet beïnvloed door deze instelling.
fig.03-007_50 (SETUP-GENERAL-MasterTune)
MasterTune (Master Tune):
415.3–466.2 (Hz) (0.1 Hz steps)
Preview Volume Control (Preview Velocity)
Dit stelt de velocity in, die gebruikt wordt als een instrument
vooraf wordt bekeken. Verhogen van de waarde zal het
volume verhogen. Met een instelling van “0” wordt er geen
geluid geproduceerd.
3
77
Hoofdstuk 3 Algemene instellingen voor de TD-6V (SETUP/UTILITY, Factory Reset)
fig.03-008_50
Preview Velocity: 0–127
Controleren van de resterende hoeveelheid geheugen (Available Memory)
U kunt de resterende hoeveelheid geheugen controleren.
fig.03-009_50
AvailMemory (Available Memory): 0–100%
Herstellen van de fabrieksinstellingen (Factory Reset)
Het Factory Reset scherm verschijnt.
4. Druk op [+] of [-] om de parameter te selecteren,
die u naar de fabrieksinstellingen wilt herstellen.
fig.P-006_50
Waarde
5. Druk op [ENTER ].
Druk op [EXIT] om de procedure te annuleren.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
fig.P-007_50
6. Als u klaar bent om verder te gaan, druk op
[ENTER ] en de Factory Reset functie zal worden uitgevoerd.
7. Als Factory Reset is uitgevoerd, dan verschijnt
het Completed scherm.
fig.P-008_50
Dit herstelt de pad en instrumentinstellingen, song data en
andere informatie opgeslagen in de TD-6V, en brengt het
terug naar de fabrieksinstellingen.
Alle data en instellingen, die in de TD-6Vopgeslagen zijn,
gaan verloren bij het uitvoeren van deze functie. Gebruik de
“Bulk Dump” functie om cruciale data en instellingen naar
een extern MIDI apparaat te verzenden (SETUP/BULK
DUMP/Bulk Dump; p.103).
Als [SHIFT] en [EDIT(SETUP)] worden ingehouden, als de
stroom aanstaat, dan springt het scherm naar het Factory
Reset scherm. Bij het uitvoeren van Factory Reset, lees vanaf stap 4.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op
[EDIT(SETUP)].
[EDIT(SETUP)] brandt.
2. Druk op [ ] om “FactoryReset” te selecteren
fig.P-005_50
Reset (Factory Reset): ALL, THIS DRUM KIT, ALL DRUM KITS, ALL SONGS
ALL:
Alle interne instellingen worden naar de fabrieksinstellingen
hersteld.
THIS DRUM KIT:
Alleen de instellingen voor de huidig geselecteerde drumkit
worden naar de fabrieksinstellingen hersteld.
ALL DRUM KITS:
De instellingen voor alle interne TD-6V drumkits worden
naar de fabrieksinstellingen hersteld.
ALL SONGS:
Alle interne TD-6V songs worden naar de fabrieksinstellingen
hersteld.
3. Druk op [ENTER ].
78
Hoofdstuk 4 Instellen van de metronoom
(Click Edit)
Parameters, die ingesteld kunnen worden
fig.04-001.e
CLICK (klik instellingen) (p. 80)
Click Level
Time Signature
Interval
Inst
Pan
Play Count In
Rec Count In
Aan/uitzetten van de klik (Click)
U kunt het klikgeluid aan en uitzetten door op [CLICK] te
drukken. [CLICK] brandt als het klikgeluid op afspelen
ingesteld staat.
fig.04-002.e
Klik speelt Klik speelt niet
Brandt Brandt niet
fig.04-004_50
TEMPO: 20–260
Instellen van de klank van de klik
Instellingen die vaststellen hoe de klik klinkt, wat het volume
is, wat de maatsoort is etc.
1. Bevestig, dat [EDIT] niet is opgelicht.
Als dit wel zo is, druk dan op [KIT] of [SONG] om het uit
te zetten.
2. Druk op [CLICK].
[CLICK] brandt, en het klikgeluid begint te spelen.
3. Druk op [EDIT].
4. Druk op [ ] of [ ] om de in te stellen
parameter te selecteren.
fig.04-005ai.e
CClick kan niet in de GM modus (p.99) worden aangepast .
Tempo aanpassing (Tempo)
Voor elke geselecteerde song verandert het tempo van de klik
naar gelang de song.
1. Druk op [CLICK].
[CLICK] brandt, en het klikgeluid begint af te spelen.
2. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op
[CLICK(TEMPO)].
Het “TEMPO” scherm verschijnt.
fig.04-003_50
3. Druk op [+] of [-] om het tempo te selecteren.
4. Als u klaar bent met instellen, druk dan op
[EXIT] om de procedure te beëindigen.
Het “TEMPO” scherm verdwijnt.
In te stellen parameter
5. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.04-006ai.e
Waarde
6. Als u klaar bent met instellen, druk dan op [KIT]
of [SONG] om de procedure te beëindigen.
Volumeregeling (Click Level)
Regelt het volume van het klikgeluid. Verhogen van de
waarde zal het volume verhogen. Met een instelling van “0”
wordt er geen geluid geproduceerd.
fig.04-007_50
Click Level: 0–127
79
4
Hoofdstuk 4 Instellen van de metronoom (Click Edit)
Instellen van maatsoort (Time Signature)
Specificeer de maatsoort van het klikgeluid. Als de teller op
“0” staat, wordt er geen accent aan de eerste tel toegevoegd.
Het metronoom klikgeluid speelt dan op een vast volume.
Het is niet mogelijk om de maatsoort van de metronoom te
veranderen, terwijl de song afspeelt. De klikken van de
metronoom corresponderen aan de maatsoort van de song.
fig.04-008_50 (CLICK-Time Signature)
Time Sig (Time Signature): 0–13/2, 0–13/4, 0–13/8, 0–13/16
Instellen van interval (Interval)
Instellen, hoe het geluid klinkt (interval).
fig.04-009_50
Stereo Position (Pan)
U kunt de metronoomklik binnen het stereo geluidsveld
lokaliseren.
Het hier ingestelde effect kan alleen worden toegepast als het
in stereo ingesteld staat.
fig.04-011_50
Pan: L15–Center–R15
L15: Geluid bevindt zich uiterst links.
CENTER: Geluid bevindt zich in het midden.
R15: Geluid bevindt zich uiterst rechts.
Toevoegen van een tel voor het afspelen of opnemen (Play Count In, Rec Count In)
U kunt een tel (klik) toevoegen, voordat het afspelen of
opnemen begint.
Interval: 1/2 (halve noot), 3/8 (gepunteerde kwartnoot), 1/4 (kwartnoot), 1/8 (achtste noot), 1/12 (twaalfde noot), 1/16 (zestiende noot)
Klikgeluid selecteren (Inst)
U kunt het geluid van de klik van de metronoom kiezen. Als
de parameter op “VOICE” staat, wordt het klikgeluid een
menselijke stem.
fig.04-010_50
Inst: VOICE, CLICK, BEEP, METRONOME, CLAVES, WOOD BLOCK, STICKS, cross-stick, TRIANGLE, COWBELL, CONGA, TALKING DRM, MARACAS, CABASA, CUICA, AGOGO, TAMBOURINE, SNAPS, 909 SNARE, 808 COWBELL
fig.04-012_50
PlyCountIn (Play Count In): OFF, 1MEAS, 2MEAS
fig.04-013_50
RecCountIn (Rec Count In): OFF, 1MEAS, 2MEAS
OFF:
Afspelen/opnemen begint zonder aftellen.
1MEAS:
Afspelen/opnemen begint na aftellen van 1 maat.
2MEAS:
Afspelen/opnemen begint na aftellen van 2 maten.
80
Hoofdstuk 5 Bewerken van songs
(SONG Edit)
Parameters, die hier ingesteld kunnen worden
fig.05-001a.e
SONG
COMMON (Algemene instellingen) (p. 86)
Tempo
Play Type
Quick Play
Reset Time
Tap Exclusive Switch
Song Lock
Song Name
PART (pad instellingen) (p. 88)
Percussion Set/Inst
Level
Pan
Ambience Send Level
Bend Range
COPY (Kopiëren van songs) (p. 90)
DELETE (Deleten van songs) (p. 91)
ERASE (Wissen van songs) (p. 92)
Drum uitvoeringen in de Preset songs (behalve song #1
“DRUMS”) zijn op de percussiepartij opgenomen.
Gebruiken van preset songs
U kunt geen veranderingen in instellingen in de preset songs
bewaren. Hoewel u wel tijdelijke verandering kunt maken op
deze instellingen, zullen ze weer terugkeren naar de originele
instellingen, zodra een andere song is geselecteerd. Verder
kunnen preset songs niet worden bewerkt of opgenomen.
• Het volgende verschijnt in het scherm, als u probeert de
instellingen te veranderen. Druk op [EXIT] om de bood-
schap weg te sturen.
• Het volgende wordt getoond als [REC ] wordt inge-
drukt als er een Preset song is geselecteerd, en er wordt
automatisch een nieuwe user song geselecteerd.
Over songs en het song scherm
Over songs
De TD-6V sequencer organiseert de muziek in zes partijen. De
drumkit partij wordt gebruikt voor het opnemen/afspelen
van wat er op de pads word gespeeld. Verder zijn Partij
(Part)1, 2, 3, 4 de vier achtergrondinstrument partijen, en ver-
der is er nog een Percussiepartij.
Het collectieve uitvoeren van deze zes partijen wordt een song genoemd.
De sequencer kan in de GM modus (p.99) niet worden
gebruikt.
Preset (interne) songs (Songs 1 –170)
Wat de verschillende partijen spelen, is al opgenomen. De
Preset uitvoeringen kunnen niet worden veranderd, verwij-
derd of opgenomen worden. Deze songs zijn handig voor
begeleiding tijdens het drums oefenen of tijdens live optre-
dens.
Als u preset song instellingen wilt veranderen, bewerken of
opnemen, kopieer ze dan naar een user song (p.89). Als user
song instellingen worden veranderd, wordt dit automatisch
opgeslagen.
Over preset song copyright
De geluiden, frases en songs in dit product zijn geluidsopnamen die beschermd zijn door copyright. Roland staat hierbij kopers van dit product toe om de geluidsopnamen in dit product te gebruiken voor de creatie en opname van origineel muzikaal werk. Waarbij gezegd moet worden, dat de geluidsopnamen in dit product niet mogen worden gesampled, gedownload of anders opgenomen, zowel als geheel of gedeeltes, voor welk doel dan ook, waaronder tevens (maar niet alleen) de transmissie van gehele of gedeeltelijke geluidsopnamen via internet of andere digitale of analoge manieren van transmissie valt en/of de productie of verkoop van een collectie van gesamplede geluiden, frases of delen op CD-ROM of gelijkwaardige producten. De geluidsopnamen in dit product is het originele werk van Roland Corporation. Roland is niet verantwoordelijk voor het gebruik van de geluidsopnamen in dit product, en neemt geen wettelijke verantwoordelijkheid op zich voor overtreding van copyright van een derde partij, dat ontstaat uit het gebruik van geluiden, frases of gedeelten uit dit product.
5
81
Hoofdstuk 5 Bewerken van songs (SONG Edit)
User Songs (Songs 171–270)
Er zijn songs, die kunnen worden opgenomen en bewerkt. U
kunt uitvoeringen opnemen, precies zoals ze bespeeld worden
op de pads of via een extern MIDI keyboard (Realtime Recor-
ding; p.92).
Veranderingen in User song instellingen worden automatisch
opgeslagen.
fig.05-001.e
Song #250
Song #1
Algemene instellingen
Tempo, Play Type, Song Lock, Song Name
Part Settings
Drum Kit Part (p. 56)
Percussion Part
Backing Part
Par t1
Par t2
Par t3
Par t4
Part Settings
Inst, Level, Pan*, Ambience Send Level, Bend Range*
*: Deze instelling kan niet worden uitgevoerd voor de percussiepartij
Over het song scherm
Dit scherm verschijnt als [SONG] wordt ingedrukt, is het Song
scherm.
fig.05-002ai.e
45
21
1
Song Category
De categorie van de geselecteerde song wordt aangeduid.
2
Song Number
Het nummer van de geselecteerde song wordt aangeduid.
3
Song Name
De naam van de geselecteerde song wordt aangeduid.
4
Beat
5
Playback Method Setting (p. 85)
Dit geeft het afspeeltype van de song aan.
6
Measure Number
Het huidige maatnummer wordt aangeduid. Door op
[PLAY ]
van de hier aangeduide maat dat hier wordt aangeduid.
te drukken, begint het afspelen vanaf het begin
3 6 7
Uitvoeringsdata
Drum Kit Part
Percussion Part
Par t1
Par t2
Par t3
Par t4
Alleen de uitvoeringsdata wordt op de drumkitpartij opgeno-
men. Als de song wordt afgespeeld, worden de instellingen
(instrumenten, effecten, etc) van de huidig geselecteerde
drumkit gebruikt.
Pad
Extern
MIDI apparaat
82
7
Beat
De huidige tel wordt aangeduid.
fig.05-003ai.e
8
9
8
Song Lock Setting
” verschijnt bij User songs die Song Lock (p.86) op “ON”
hebben staan.
9
New User Song
” duidt een nieuwe User song aan.
Kiezen van een song
Hoofdstuk 5 Bewerken van songs (SONG Edit)
Partij instellingen worden gewisseld als een song wordt
geselecteerd.
Om te zien welke songs er hier geselecteerd kunnen worden,
kunt u kijken bij “Preset song lijst” (p.128).
Kiezen vanuit een categorie (Song Category)
Selecteer songs door het zoeken in categorienamen.
1. Druk op [SONG].
[SONG] brandt, en het SONG scherm verschijnt.
fig.05-005_50
2. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [+] of [-]
om de songcategorie te selecteren.
SONG CATEGORY: DRUMS, ROCK, METAL, BALLAD, R&B, BLUES, POPS, R&R, COUNTRY, JAZZ, FUSION, DANCE, REGGAE, LATIN, BRAZIL, BASICPTN, LOOP, 1SHOT, TAP, USER
Kiezen van een song (Song)
1. Druk op [SONG].
[SONG] brandt en het SONG scherm verschijnt.
fig.05-004_50
Als het afspelen van een song wordt gestopt, kunt u het vol-
gende doen.
• Door op
begin van de song.
• Door op
• Door op
• Om tijdelijk het tempo van de song te veranderen, houdt
u [SHIFT] ingedrukt en drukt u op [CLICK] (p.85).
• Om een tel voor het afspelen van de song in te voegen, stel
dan “PlyCountInt (Play Count In)” in (CLICK/PlCountIn;
p.80).
[STOP ]
te drukken, keert u terug naar het
[] te drukken, gaat u naar de volgende maat. [] te drukken, gaat u naar de vorige maat.
Handige functies voor het afspelen
Tijdens het afspelen van een song kunt u de knoppen, die
corresponderen aan de drums die gespeeld worden in de
percussiepartij, laten branden.
U kunt tevens in Part Mute (p.84) de knoppen laten branden,
wat dit een handige functie maakt voor het oefenen met Preset
songs..
Druminstrument Knop brandt Nootnummer
Kick [PART MUTE] 35, 36
Snare
Low Tom [KIT] 41, 43
Hi-Hat [REC] 42, 44, 46
Mid Tom [SONG] 45, 47
Hi Tom [CLICK] 48, 50
Cymbal [EDIT] 49, 51, 52, 53, 55, 57, 59
[PLAY ]
37, 38, 39, 40
2. Druk op [+] of [-] om de song te selecteren.
SONG: 001–270
Afspelen van een song
1. Selecteer de song, die u wenst af te spelen
(vorige paragraaf).
2. Druk op
[PLAY ]
3. Om het afspelen van de song te stoppen, druk
op
Het
het begin van de gespeelde maat.
[PLAY ]
brandt en het afspelen van de song begint.
[STOP ]
[PLAY ]
.
.
licht gaat uit, en de song keert terug naar
Hi-Hat
High Tom Low Tom
Kick
Zelfs als “9 Perc Only” of “10 Special” is geselecteerd voor de
percussie, dan zullen de knoppen nog steeds branden volgens
de nootnummers.
• De overeenkomst tussen de brandende knoppen en de
nootnummers is vooraf vastgesteld, en kan niet worden
Mid Tom
Snare
Cymbals
83
5
Hoofdstuk 5 Bewerken van songs (SONG Edit)
veranderd.
• Deze functie kan niet worden gebruikt met songs waar de
drums opgenomen zijn in de drumkit partij.
1. Selecteer de af te spelen song (p.83).
2. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op
Afspelen van de song begint en de knoppen die overeen-
komen met de uitvoering van de drums op de percussie-
partij lichten op.
3. Om afspelen te stoppen, druk op
[PLAY ]
[STOP ]
.
Aanpassen van het songvolume
U kunt het volume van de song regelen in de achtergrondpar-
tijen (parts 1 –4 ) en in de percussiepartij.
Verhogen van de waarde zal het volume doen verhogen. Met
de instelling op “0” wordt er geen geluid geproduceerd.
Deze volume instelling is van toepassing op alle songs.
• Hoewel de drumuitvoeringen in de Preset songs zijn
opgenomen op de “percussiepartij”, zijn uw eigen
gecreëerde songs en wat u daarbij op de pads speelt,
opgenomen op de “drumkit partij”. Het volume van de
drumkit partij wordt geregeld in “MasterVolume” (Mas-
ter Volume) (KIT/CO MMON/MasterVolume;p.66).
• Regel het volume van elke partij om de volumebalans
tussen de partijen te corrigeren (SONG/PART/Level;
p.88).
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [SONG].
Het scherm voor de volume instellingen van de achter-
grondpartijen verschijnt.
fig.05-006_50
5. Als u klaar bent met instellen, druk op [SONG]
om de procedure te beëindigen.
fig.05-008_50
.
BackingLevel (Backing Level): 0–127
fig.05-009_50
PercPrtLevel (Percussion Part Level): 0–127
Dempen van een geselecteerde partij (Part Mute)
Elke keer als [PART MUTE] wordt ingedrukt, wordt het dem-
pen aan of uitgeschakeld. [PART MUTE] brandt als het dem-
pen aan staat. Bij de fabrieksinstellingen, worden alleen de
percussiepartij drums gedempt.
fig.05-010.e
Gedempt Niet gedempt
Brandt Brandt niet
De te dempen partij wordt hier geselecteerd in “Mute”
(SETUP/UTILITY/Mute; p.77). Houd [SHIFT] ingedrukt, en
druk op [PART MUTE] om het instellingenscherm te laten
verschijnen.
2. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
3. Druk op [ ].
Het scherm voor de volume instellingen van de percus-
siepartij verschijnt.
fig.05-007_50
4. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
84
Instellingen voor gedempte partijen zijn van toepassing op
alle songs.
Loading...