Roland TD-6KW User Manual [nl]

TD-6KW
Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor het Roland Drum System TD-6KW.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld “HET APPARAAT
OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 2,
p. 3). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken
van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel
doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden
heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
* Om de Snare (PDX-8) correct te laten functioneren, moeten de
202
Copyright © 2005 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder
schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
trigger parameters in de TD-6V geluidsmodule aangepast worden.
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG opmerkingen
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
001
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u onderstaande instructies en de gebruikershand­leiding
................................................................................................
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. (De enige uitzondering hierop is wanneer deze handleiding specifieke instructies geeft voor het installeren van gebruikers-opties; zie p. 8.)
................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of natte vloeren hebben of die
• aan regen worden blootgesteld of die
• stoffig zijn of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
006
• Dit product dient alleen gebruikt te worden met een rek of standaard, die door Roland aangeraden wordt.
................................................................................................
• Wanneer u dit apparaat gebruikt met een rek of standaard, dient u ervoor te zorgen dat het rek of de standaard zorgvuldig geplaatst is, waterpas en zodat u er zeker van bent dat deze niet zal vallen. Als u niet een rek of een standaard gebruikt, dient u erop te letten, dat elke locatie die u voor het apparaat kiest een recht oppervlak is dat het apparaat goed ondersteunt, en ervoor zorgt dat het niet wiebelt.
................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht­komen.
................................................................................................
013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen.
................................................................................................
014
• Laat het niet vallen!
................................................................................................
2
VOORZICHTIG
104
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
................................................................................................
106
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
................................................................................................
• Indien u de schroeven van het bovenpaneel verwijdert, bewaart u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat zij deze niet per ongeluk kunnen inslikken.
................................................................................................
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Naast de onderdelen die bij “Het apparaat op een veilige
manier gebruiken” op pagina 2 worden genoemd, leest en
neemt u het volgende alstublieft in acht:
Plaatsing
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet op andere manieren aan temperatuur extremen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Zorg dat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet gedurende langere tijd op het apparaat aanwezig zijn. Door dit soort objecten kan de afwerking van het apparaat verkleuren of op andere wijze beschadigen.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat met een zachte, droge of een licht vochtige doek schoon. Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een doek met een kleine hoeveelheid mild, niet schurend schoon­maakmiddel. Neem het apparaat daarna met een zachte, droge doek af.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmid­delen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedie­ningselementen van dit apparaat met gepaste voorzich­tigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Dit instrument is ontworpen om tijdens het spelen geluiden van buitenaf te minimaliseren. Aangezien geluidsvibraties echter sterker dan verwacht via vloeren en muren overgebracht kunnen worden, moet u erop letten dat deze geluiden niet storend zijn voor uw buren. Dit geldt in het bijzonder als u ‘s avonds laat speelt en bij het gebruik van een koptelefoon.
3
De inhoud van de verpakking controleren
TD-6V (Percussie geluidsmodule) x 1
KD-8 (Kick Trigger Pad) x 1
FD-8 (Hi-Hat pedaal) x 1
PDX-8 (V-Pad) x 1
PD-8 (Pad) x 3
CY-5 (Cymbal Pad) x 1
CY-8 (Cymbal Pad) x 2
Aansluitkabels
Stemsleutel x 1
TD-6KW Gebruikershandleiding x 1
• De TD-6V gebruikershandleiding is onderdeel van het
TD-6V pakket.
• Een basdrumpedaal maakt geen deel uit van dit pakket.
Gebruik hiervoor een in de winkel verkrijgbaar kick
pedaal.
• In dit pakket vindt u geen CY-5 bevestigingsset voor
cimbalen.
* In het kader van productverbetering kunnen de specificaties en/
of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande
mededeling veranderd worden.
Drumstandaard
Monteer de drumstandaard.
Meer over de standaard vindt u in de
gebruikershandleiding van de standaard.
TD-6V (Percussie geluidsmodule)
Bevestig de verbindingsplaat (behorende bij de optionele drum standaard) aan de TD-6V.
Met gebruik van de schroeven van het onderpaneel bevestigt u de houder zo, dat het apparaat zich in de richting
bevindt, zoals in het diagram wordt getoond.
fig.TD-6V.e
• Om de standaardhouder te bevestigen, verwijdert
u de vier 8 mm schroeven (M5 x 8) voor gebruik
van de onderkant van de TD-6V. Gebruik van
andere schroeven kan schade aan het apparaat
veroorzaken.
928
• Wanneer u het apparaat op zijn kop zet, plaatst
dan een stapeltje kranten of tijdschriften onder de
vier hoeken om schade aan knoppen en regelaars
te voorkomen. U kunt het apparaat ook zo plaatsen
dat knoppen of regelaars niet kunnen beschadigen.
929
• Als u het apparaat op zijn kop zet, pas dan goed op
dat u het niet laat vallen en dat het niet kan
omvallen.
Smal
Breed
4
PDX-8
fig.PD-85.e_80
Rand rubber
Schroef om standaard vast te zetten
add
* Plaats uw vingers NIET in de schaal. U kunt zich pijn doen of
schade aan de PDX-8 veroorzaken. Wanneer u de kop
vervangt, mag u de interne onderdelen NIET aanraken. Steek
ook uw vingers niet in het gat van de montagehaak.
fig.Stand.j
(Snare)
Output Jack
Houder
Hoepel
Stemschroef
Head sensor
Head
Schaal
Rand sensor
USING THE UNIT SAFELY
De spanning van het trommelvel (head) afstellen
De spanning van het trommelvel dient voor gebruik
afgesteld te worden.
In het algemeen is een spanning van een aanslag, die
ongeveer overeenkomt met een akoestische drum,
geschikt.
Als het trommelvel wordt aangeslagen, wanneer de
spanning van het vel los is, kan de sensor beschadigen.
1. Gebruik de stemsleutel om de stemschroeven
aan te draaien.
Sla op de kop om de reactie te voelen en te controleren.
fig.Adjust.e
Losser Strakker
fig.Stand.j
Head sensor
Rand sensor
Head sensor
Draai de stemschroeven één voor één vast, afgaande op
de numerieke volgorde die in het diagram wordt
getoond. Zet één schroef op zichzelf nooit zeer strak vast.
Hierdoor kan het trommelvel niet gelijkmatig gespannen
worden en zullen storingen ontstaan.
fig.Bolt
3
1
6
5
2
4
2. De gemaakte afstelling kunt u nu nauwkeuriger
afstemmen, terwijl u de ‘feel’ en de reactie van het pad blijft controleren.
• Op de PDX-8 heeft het afstellen van de spanning van het
trommelvel alleen effect op de reactie van het trommelvel
en verandert de toonhoogte van het geluid niet, zoals dit
op een akoestisch drumstel wel het geval zou zijn.
• De spanning van het trommelvel zal veranderen, zodra u
het apparaat heeft gebruikt, daarom dient u deze
wanneer nodig opnieuw af te stellen.
5
USING THE UNIT SAFELY
Het Pad op een standaard bevestigen
Bevestig de PDX-8 aan een pad houder van de standaard.
fig.RimShot.e
Zorg dat u de schroef om de standaard vast te zetten
stevig aandraait. Als deze los blijft, kan dubbele
triggering optreden.
fig.Stand.e
Strakker
Losser
Staaf
Speelmethodes
Head Shots
Sla alleen op het trommelvel van het pad.
fig.HeadShot.e
Head
Rim (rand)
* Om rim shots te spelen, slaat u op de rand (rim) binnen het
gebied dat in het diagram wordt aangegeven.
fig.RimShot.e
Geschikte positie voor rim shots
Speler
Cross Stick
Sla alleen op de rand van het pad.
Afhankelijk van het instrument dat aan de rand (rim) is
toegewezen, kunt u rim shots en/of cross stick geluiden
spelen.
fig.XStick.e
Head (drumvel)
* Sla niet op de hoepel.
Rim Shots
Sla het trommelvel en de rand van het pad gelijktijdig
aan.
6
Rim
Rim
* Om de cross stick te spelen, moet u alleen op de rand van het
pad slaan. Als u uw hand op het trommelvel van het pad
plaatst, kan het cross stick geluid mogelijk niet correct worden
gespeeld.
Meer over instellingen en geluiden vindt u in de
gebruikershandleidingen van de respectievelijke
modules.
Als u op het trommelvel slaat en een rim geluid wordt
geproduceerd, reduceert u de Rim Sens waarde.
Aan de andere kant, als het u moeite kost om rim shot
geluiden te spelen, verhoogt u de Rim Sens waarde.
6. Bevestig de stemschroeven aan de hoepel en
USING THE UNIT SAFELY
schaal.
7. Vervolgens stelt u de spanning van het
trommelvel in. Zie “De spanning van het trommelvel (head) afstellen” (p.5).
Vervangen van het trommelvel
Wanneer het trommelvel vervangen dient te worden
Het trommelvel is een eenmalig onderdeel dat op den duur
versleten raakt en vervangen moet worden. Vervang het
trommelvel wanneer het volgende gebeurt:
In het trommelvel blijven gedeeltes met speling aanwezig,
ondanks dat de spanning van het vel correct is afgesteld.
Vervangende trommelvellen (optioneel): MH-8 Mesh Mead
1. Verwijder alle stemschroeven van de PDX-8.
fig.Replace.e
Losser
Stemschroef
Hoepel
Rubber gedeelte van de hoepel
Tighten
Stem sleutel
Sensoren
Zet één schroef op zichzelf nooit zeer strak vast. Hierdoor
kan het trommelvel niet gelijkmatig gespannen worden,
en zullen storingen ontstaan.
Specificaties
PDX-8
Head grootte: 8 inches
Triggers: 2 (Head, Rim)
Afmetingen: 266 (B) x 326 (D) x 62 (H) mm
Gewicht: 1.3 Kg
Optie: Mesh Head (MH-8)
* Het Rim rubber is een component dat op den duur verslijt
(zeker wanneer er veel rim shots worden uitgevoerd) en dan
vervangen moet worden. Wanneer het rim rubber versleten is,
zullen rim shots mogelijk niet correct uitgevoerd kunnen
worden. Wanneer dit voorkomt, vervangt u het rim rubber.
Raadpleeg Roland Service voor meer informatie over het
vervangen van het rim rubber.
add
* Door de aard van de materialen die in de sensor worden
gebruikt, kunnen veranderingen in kamertemperatuur de
gevoeligheid van de sensor beïnvloeden.
Schaal (behuizing)
Behandel de sensor onder het trommelvel voorzichtig.
Teveel kracht kan accurate detectie in de weg staan en de
sensor kan hierdoor beschadigen.
2. Verwijder de hoepel.
3. Verwijder het oude trommelvel.
4. Plaats het nieuwe trommelvel op de schaal.
5. Plaats de hoepel op het trommelvel.
7
USING THE UNIT SAFELY
PD-8
fig.PD-8.e
(Tom)
Standaard bevestigingsschroef
De PD-8 bespelen
fig.PD-HR.e
Head Shot
Rim Shot
Head
Standaard bevestigingsschroef
Uitgangsjack
Het Pad op een standaard bevestigen
Bevestig de PDX-8 aan een pad houder van de standaard.
fig.PD-Set.e
Strakker
Losser
Head
Om het geluid dat aan het trommelvel is toegewezen te
spelen, slaat u alleen op het trommelvel.
Om een rim shot te spelen, moet u zowel het trommelvel als
de rand van het pad gelijktijdig aanslaan.
Head
Rim
Specificaties
PD-8
Pad grootte: 8.5 inches
Triggers: 2 (Head, Rim)
Afmetingen: 226 (B) x 280 (D) x 54 (H) mm
Gewicht: 1.2 Kg
Staaf
Steek de staaf door de pijp binnenin de houder.
Bij het bevestigen van de PD-8 aan de houders moet u
ervoor zorgen, dat de schroeven om de standaard vast te
zetten stevig vast zitten. Als één van hen los blijft, kan het
pad er af vallen.
8
CY-5 (Hi-Hat)
fig.CY-8.e
Uitgangsjack
Koepel deel
Rand deel
Pad zijde
2. Monteer de CY-5, zodat deze in de onderste
USING THE UNIT SAFELY
koppeling past, zoals hieronder aangegeven.
Bescherming (zorg dat deze correct wordt gericht)
De instellingen maken
Om de CY-5 op een L-Rod (pad houder) te bevestigen, gebruikt u ALLEEN de bevestigingsset, die hieronder wordt getoond.
Bovenste koppeling
Koppelingsvilt (S)
Koppelingsvilt (L)
Onderste koppeling
1. De onderste koppeling en het koppelingsvilt (L)
monteren
Stel het ingekeepte gedeelte, zoals hieronder wordt
aangegeven, af. Plaats dan het koppelingsvilt (L), zodat
dit stevig vastzit.
Inkeping (zorg dat deze correct wordt gericht)
Draai de moer met een stemsleutel vast
3. Plaats het koppelingsvilt (S) en, terwijl u wat
druk uitoefent, monteert u de bovenste koppeling zoals hieronder wordt getoond.
Hierna kunt u de bovenste koppeling aanpassen om de
gewenste beweging te verkrijgen. Als deze te los is, kan
dubbel triggering optreden.
Zorg dat het ROLAND logo zich aan de andere kant van
het speelgebied bevindt.
Druk uitoefenen
Draai de moer met een stemsleutel vast
Specificaties
CY-5
Grootte: 10 inches
Triggers: 2 (Bow, Edge)
Afmetingen: 246 (B) x 246 (D) x 45 (H) mm
Gewicht: 380 Kg
Accessoires: bevestigingsset voor Hi-Hat (Bovenste
koppeling, onderste koppeling, koppelingsvilt
(L), koppelingsvilt (S))
add
* Door onafgebroken spelen kan het Pad verkleuren. Dit heeft
echter geen invloed op de werking van het Pad.
9
USING THE UNIT SAFELY
CY-8 (Crash bekken / Ride bekken)
De CY-8 bespelen
fig.CY-8.e
Pad zijde
Koepel deel
Rand deel
Uitgangsjack
Het Cymbal Pad aan een standaard bevestigen
1. Met een stemsleutel draait u de stop bout vast.
De stopper zorgt dat het bekken pad niet kan draaien, en
voorkomt dat de kabels op de standaard in elkaar
draaien.
fig.CY-Set01.e
Bow Shot
Dit is de meest voorkomende speelmethode, waarbij de pad
zijde van het bekken wordt bespeeld. Dit correspondeert met
het geluid van de “head side” van de aangesloten trigger
invoer.
fig.CY-Bow.e
Koepel
Edge Shot
Bij deze speelmethode wordt de rand met het voorste gedeelte
van de stick aangeslagen. Dit correspondeert met het geluid
van de “rimside” van de aangesloten trigger invoer.
* Om van een edge shot gebruik te maken, dient u een trigger
ingangsjack aan te sluiten op de percussie geluidsmodule, die
rim shots kan uitvoeren.
fig.CY-Edge.e
Rand
Stopper
(zorg dat deze
correct gericht is)
Draai de moer met een stemsleutel vast.
2. Bevestig de CY-8, zodat het ROLAND logo zich
aan de andere zijde van het speelgebied bevindt.
3. Draai de vleugelmoer aan om de gewenste
beweging te verkrijgen.
Gebruik de bijgeleverde vilt ring en de vleugelmoer.
fig.CY-Set02.e
Vleugelmoer
Vilt ring
Het geluid kan dubbel te horen zijn, wanneer de
vleugelmoer los is.
Choking
Choking (knijpen) van de rand van het bekken met de hand,
direct nadat het bekken is aangeslagen, maakt dat het geluid
stopt.
* Om van choking speeltechnieken gebruik te maken, dient u een
trigger ingangsjack aan te sluiten op de percussie
geluidsmodule, die rim shots kan uitvoeren.
fig.CY-Choke
Specificaties
CY-8
Grootte: 12 inches Triggers: 2 (Bow, Edge) Afmetingen: 290 (B) x 295 (D) x 47 (H) mm Gewicht: 650 gr Accessoires: Vleugelmoer, vilt ring, stopper
* Door onafgebroken spelen kan het Pad verkleuren. Dit heeft
echter geen invloed op de werking van het Pad.
10
FD-8 (Hi-Hat pedaal)
USING THE UNIT SAFELY
De FD-8 gebruiken
fig.FD-8.e
De uitslag van het pedaal instellen
Draai de schroef met een stemsleutel los.
Verschuif de arm
Ankermoer
De ankermoeren bevestigen (bij gebruik op vloerbedekking)
diep
flauw
Pedaalplaat
Control Out Jack
Ankermoer
Veer voor de ankermoer
Met gebruik van de FD-8 kunt u het openen en sluiten van het
hi-hat geluid regelen.
Open Hi-Hat
Sla op de hi-hat zonder het pedaal in te drukken.
Half open Hi-Hat
Sla op de hi-hat met het pedaal half ingedrukt.
Gesloten Hi-Hat
Sla op de hi-hat met het pedaal ingedrukt.
Foot Closed
Druk het pedaal helemaal in.
Foot Open
Druk het pedaal in en laat het direct weer los.
Het volume van de Foot Closed kan apart worden
ingesteld (TD-6V gebruikershandleiding, p.66).
• De punten van de ankerbouten zijn scherp. Wees
voorzichtig.
• Bij gebruik op een vloer kunnen de ankerbouten de vloer
beschadigen. Bevestig de ankerbouten niet.
• Wanneer de FD-8 gedurende langere tijd niet gebruikt zal
worden, kunt u de arm verplaatsen en vastzetten,
waardoor het pedaal een hogere uitslag heeft.
• Om schade te voorkomen, laat u de FD-8 niet langere tijd
met de pedaalplaat ingedrukt staan.
• Sluit de FD-8 op de TD-6V aan, voordat u de stroom
inschakelt.
• Druk het pedaal NIET in op het moment dat u de stroom
inschakelt.
Specificaties
FD-8
Afmetingen: 130 (B) x 396 (D) x 103 (H) mm
Gewicht: 1.3 Kg
Accessoire: Stemsleutel
11
USING THE UNIT SAFELY
KD-8 (Basdrum)
fig.KD-8.e
Uitgangsjack
Standaard
Ankermoer
3. Met een stemsleutel draait u de schroeven vast,
die u bij stap 1 heeft verwijderd, zodat de standaard stevig vastzit.
fig.KD-Assy03
Trommelvel
Voetplaat
De instellingen maken
1. Verwijder de schroeven aan de andere kant van
de KD-8’s trigger.
fig.KD-Assy01
2. Trek de standaard uit, in de richting die door de
pijl wordt aangegeven, totdat deze volledig is uitgeschoven.
fig.KD-Assy02
4. Bevestig het basdrumpedaal.
Richt de klopper zo dat deze het midden van het
trommelvel raakt. Zet dan het basdrumpedaal en de
KD-8 stevig vast.
fig.KD-Assy04.e
Klopper
Installeer het basdrumpedaal zorgvuldig.
De hoogte van de voetplaat aanpassen
Afhankelijk van uw basdrumpedaal, kan dit onstabiel zijn als
u het aan de KD-8 bevestigt. Stel de voetplaat bij, zodat het
volledige onderoppervlak van het pedaal met de vloer is
verbonden.
fig.KD-Assy05.e
Klopper
12
In de winkel verkrijgbaar basdrumpedaal
* Pas de hoogte aan, zodat het hele pedaal contact heeft met de vloer.
1. Draai de ankermoeren van de standaard los, en
verwijder de voetplaat.
fig.KD-Assy06
De ankermoeren bijstellen
Wanneer het basdrumpedaal op een vloerkleed of een
soortgelijk oppervlak wordt gebruikt, kunt u de ankermoeren
bijstellen, zodat de punten uit de plaat steken en het pedaal op
zijn plaats houden. Hierdoor is het basdrumpedaal
gemakkelijker te gebruiken.
Echter, als dit op de vloer wordt gebruikt, kunnen de
ankermoeren de vloer beschadigen. Pas de ankermoeren op
passende wijze aan.
fig.KD-Anchor.e
De ankermoeren bijstellen
Bij gebruik op vloerbedekking Bij gebruik op de vloer
USING THE UNIT SAFELY
2. Stel de basdrumplaat zo, dat het gehele onder
oppervlak op de vloer is bevestigd.
3. In de meeste gevallen gaat de standaard
enigszins zweven. Draai de ankermoeren daar stevig vast om de standaard en de voetplaat vast te zetten.
fig.KD-Assy07.e
Deze hoogte zal variëren, afhankelijk van het basdrumpedaal.
• Installeer het basdrumpedaal zorgvuldig.
• Pas op, dat u niet in uw vingers prikt.
• De punten van de ankermoeren zijn scherp. Wees
voorzichtig.
• Als u de setup moet verplaatsen, verwijder dan de
schroeven en klap de standaard in. Door de KD-8 te
vervoeren, terwijl deze open staat, kan de standaard
overmatig worden belast, waardoor deze kan
beschadigen.
De punten van de ankermoeren zijn scherp. Wees
voorzichtig.
Bij gebruik van een dubbel pedaal
fig.KD-Pedal1
Plaats de twee kloppers
evenwijdig van het midden
van het pad, zoals in het figuur
links wordt getoond. Als één
van de kloppers verder van het
midden weg is dan de andere,
zal het geluid van de verste
klopper een lager volume
hebben of geheel niet naar
wens klinken.
fig.KD-Pedal2
Gebruik van een dubbel
pedaal zal resulteren in lagere
gevoeligheid, in vergelijking
met gebruik van een enkel
pedaal. Verhoog de
gevoeligheid op de
geluidsmodule.
Specificaties
KD-8
Afmetingen: 272 (B) x 260 (D) x 405 (H) mm
Gewicht: 2.9 Kg
Accessoires: Schroeven
* Doorlopend spelen kan verkleuring van het pad veroorzaken,
maar dit is niet van invloed op de werking van het pad.
13
.
USING THE UNIT SAFELY
De “TD-6KW”monteren
921
Met gebruik van de meegeleverde kabels sluit u de pads aan.
Sluit de L-vormige pluggen van de bijgeleverde kabels op de pads aan.
Om storing en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd laag, en zet u alle
apparaten uit, voordat u aansluitingen gaat maken.
fig.Setting1.e
TD-6VTD-6V
HHC
HH
RD
CY-5CY-5
SNR
CY-8CY-8
HH
CR1
CR1
PDX-8PDX-8
T1
PD-8PD-8
KIK
KIKSNR
T1T2T3
RD
CY-8CY-8
T2
PD-8PD-8
T3
PD-8PD-8
KD-8KD-8
HHC
FD-8FD-8
fig.Label
1. Steek de pluggen van de kabels in de TRIGGER INPUTS jacks aan de achterzijde
van de TD-6V.
2. Steek de L-vormige pluggen in de TRIGGER OUTPUTS jacks van de pads.
* Als u de kabels aansluit, raadpleeg het etiket dat aan beide zijden van de kabels is bevestigd.
14
SNR
.
USING THE UNIT SAFELY
Trigger instellingen voor de TD-6V
Om de snare (PDX-8) correct te laten functioneren, moeten de trigger parameters in de TD-6V geluidsmodule worden bijgesteld.
Meer informatie hierover, vindt u in de TD-6KV gebruikershandleiding.
De optionele pads aan de TD-6KW toevoegen
Als u een nieuw pad toevoegt, gebruikt u trigger ingang 10 (CRASH2).
Met de optionele kabel (PCS-31L) of een standaard kabel kunt u twee pads op de trigger ingangen 5/6 (TOM2/
AUX) en 7/8 (TOM3/4) aansluiten. U kunt 11 pads tegelijkertijd gebruiken.
* Wanneer twee pads op 1 ingang (5/6 of 7/8) zijn aangesloten, zijn rim shots niet mogelijk. Voor meer informatie, zie de
TD-6V gebruikershandleiding, p.70.
Voorbeelden
Een bekken toevoegen
De CY-8 of de CY-5 als een 2e Crash
of Splash bekken toevoegen. Voor
de montage gebruikt u de Cymbal
Mount MDY-10U.
Een tom toevoegen
De PD-8 als 2e floortom toevoegen.
Sluit de PD-8 op de trigger ingang
10 (CRASH2) aan.
Met de optionele kabels (PCS-31L)
kunt u ook twee PD-8’s op trigger
ingang 7/8 (TOM3/4) aansluiten.
Voor de montage gebruikt u Pad
Mount MDH-10U.
Opties
Kick Trigger Pad: KD-8, KD-7
V-Kick Trigger Pad: KD-85, KD-120
Dual Trigger Pad: PD-8
V-Pad: PDX-8, PD-85, PD-105, PD-125
Cymbal Pad: CY-8, CY-5
V-Cymbal: CY-12R/C, CY-14C, CY-15R
PD-8
TD-6V achterpaneel
PCS-31L
PD-8
Pad Mount: MDH-10U
Cymbal Mount: MDY-10U
Connection Cable: PCS-31L
15


,EESEERSTZORGVULDIGDESECTIESGETITELDh6%),)''%"25)+6!.(%4!00!2!!4vENh"%,!.'2)*+% !!.$!#(4305.4%.v)NDEZESECTIESSTAATBELANGRIJKEINFORMATIEOVERDEJUISTEBEDIENINGVANDITAPPA RAAT/MZEKERTEZIJNDATUALLEFUNCTIESVANUWAPPARAATVOLDOENDEKENTENBEHEERSTDIENTUDEHANDLEI DINGINHAARGEHEELTELEZEN"EWAARDEZEHANDLEIDINGVOORLATEREREFERENTIE

 Accessoires

 


"«}iiÌÊLÊiÌÊ«ÃÌiiÊÛ>Ê`iÊÃÌ>`
2SHQGHEHQHQYDQGHVWDQGQLHWYHUGHUGDQHHQKRHNYDQ HQ]RUJGDWKHWOLQNHUHQUHFKWHUEHHQYDQGHVWDQG QLHWYHUGHUGDQPHWHUXLWHONDDUVWDDQ=RQLHW]RXGH VWDQGNXQQHQRPYDOOHQ

M INCHES

#OPYRIGHT©2OLAND#ENTRAL%UROPE !LLERECHTENVOORBEHOUDEN(ETGEHEELOFGEDEELTELIJKREPRODUCERENVANDITDOCUMENTISVERBODENZONDERSCHRIFTELIJKE TOELATINGVAN2OLAND#ENTRAL%UROPE
7IJZIGINGENAANDESPECIlCATIESENOFHETUITERLIJKVOORBEHOUDENZONDERVOORAFGAANDEKENNISGEVING
Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland Percussion Sound Module TD-6KV.
Lees, alvorens u dit apparaat in gebruik neemt, zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” (p.2) en “BELANG­RIJKE OPMERKINGEN” (p.4). Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie omtrent correct gebruik van het apparaat. Echter, om uzelf ervan te verzekeren een goed inzicht in alle functies en mogelijkheden van uw nieuwe apparaat te verkrijgen, dient u de gehele handleiding te lezen. De handleiding dient onder handbereik als een praktisch naslagwerk te worden bewaard.
* Alle productnamen in deze handleiding zijn geregistreerde handelsmerken van
de respectievelijke eigenaren.
202
Copyright © 2004 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd op welke wijze ook zonder de schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
001
• Lees, voordat u dit apparaat in gebruik neemt, eerst de onderstaande instructies en de handleiding.
................................................................................................
002c
• Open of wijzig (op welke wijze ook) dit apparaat of de adapter niet.
................................................................................................
003
• Probeer niet om het apparaat te repareren of inwendige onderdelen te vervangen (tenzij deze handleiding specifieke instructies geeft om dit wel te doen). Laat al het onderhoud over aan uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland dealer, zoals beschreven op de “Informatie” pagina.
................................................................................................
004
• Gebruik of stal het apparaat nooit op plaatsen die:
• Bloot staan aan extreme temperaturen (bijv., in direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een verwarmingsbuis, bovenop een warmte producerend apparaat); of waar
• Dampvorming plaatsvindt (bijv., baden, wasruimtes, op natte vloeren); of die
• Vochtig zijn; of die
• Bloot staan aan regen; of die
• Stoffig zijn; of die
• Bloot staan aan zware trillingen.
................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
005
• Dit apparaat dient alleen gebruikt te worden met een door Roland aanbevolen houder of standaard.
................................................................................................
006
• Als het apparaat gebuikt wordt met een door Roland aanbevolen houder of standaard, moet de houder of standaard nauwkeurig geplaatst worden , zodat deze recht en stabiel staat. Als u geen houder of standaard gebruikt, dient u echter ook een plaats uit te kiezen om het apparaat neer te zetten met een voldoende vlak oppervlak, dat het apparaat goed ondersteunt en wiebelen voorkomt.
................................................................................................
008c
• Gebruik alleen de meegeleverde adapter. Controleer ook of de netspanning overeen komt met de op de adapter weergegeven ingang­spanning. Andere adapters kunnen een andere polariteit gebruiken of ontworpen zijn voor een ander voltage, wat kan leiden tot schade, onjuist functioneren of een elektrische schok.
................................................................................................
009
• Buig of draai de stroomdraad niet extreem en plaats er geen zware dingen op. Dit kan schade veroor­zaken aan het snoer en leiden tot zwakke plekken en kortsluiting. Beschadigde snoeren geven brand­en schokgevaar!
................................................................................................
2
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
010
• Dit apparaat, zowel alleen als in combinatie met een versterker,een koptelefoon of speakers, kan geluids­niveaus produceren die permanente gehoorschade kunnen opleveren. Gebruik het daarom niet gedurende lange tijd op een hoog volumeniveau of op een niveau dat oncomfortabel is. Als u enige vorm van gehoorverlies of suizen in de oren ervaart, dient u onmiddellijk te stoppen met het gebruik van het apparaat en een audioloog te raadplegen.
................................................................................................
011
• Voorkom dat objecten (bijv., ontvlambaar materiaal, muntjes, spijkers) of vloeistoffen (water, frisdrank, etc) het apparaat binnendringen.
................................................................................................
012c
• Schakel onmiddellijk de stroom uit, trek de adapter uit het stopcontact en raadpleeg uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland dealer, zoals beschreven op de “Informatie” pagina, als:
• De adapter of de stroomdraad is beschadigd;
• Rook of een vreemde geur ontstaat;
• Objecten in of vloeistoffen over het apparaat zijn gevallen;
• Het apparaat heeft blootgestaan aan regen (of op een andere manier nat is geworden);
• Het apparaat niet normaal lijkt te werken of een typische functieverandering heeft ondergaan.
................................................................................................
013
• In een huishouden met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden , totdat het kind in staat is alle regels te hanteren die essentieel zijn voor veilig gebruik van het apparaat.
................................................................................................
add3
• Om ongelukken te voorkomen mogen kinderen niet in de buurt van het drumstel spelen.
................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware stoten. (Laat het niet vallen!)
................................................................................................
015
• Sluit het apparaat niet aan op een stopcontact, samen met overdreven veel andere apparaten. Wees vooral voorzichtig met verlengsnoeren - het gezamenlijke vermogen van alle, op het verleng­snoer aangesloten, apparaten mag nooit meer zijn dan het vermogensbereik (watt/ampère) van het verlengsnoer. Door overbelasting kan de draad warm worden en uiteindelijk doorbranden.
................................................................................................
016
• Raadpleeg, als u het apparaat in het buitenland wilt gaan gebruiken, eerst uw verkoper, het dichtstbij­zijnde Roland Service Center of een erkend Roland dealer, zoals beschreven op de “Informatie” pagina.
................................................................................................
101b
• Het apparaat en de adapter dienen zo geplaatst te worden, dat geen belemmering van hun ventilatie optreedt.
................................................................................................
101c
• Gebruik deze TD-3 alleen met een Roland standaard. Het gebruik van andere standaards kan leiden tot instabiliteit en mogelijk letsel.
................................................................................................
102d
• Pak altijd alleen de plug of de behuizing van de adapter vast bij het in- of uitpluggen in het apparaat of een stopcontact.
................................................................................................
103b
• Haal met enige regelmaat de adapter uit het stopcontact en reinig deze met een droge doek om zo alle stof en andere ophopingen uit de kieren te vegen. Verwijder ook de stekker uit het stopcontact als het apparaat lange tijd niet gebruikt gaat worden. Iedere vorm van stofophoping tussen de stekker en het stopcontact kan resulteren in slechte isolatie en leiden tot brand.
................................................................................................
104
• Probeer te voorkomen dat snoeren en kabels in de knoop raken. Ook dienen alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst te worden.
................................................................................................
106
• Klim nooit bovenop het apparaat en plaats er geen zware dingen op.
................................................................................................
107d
• Raak nooit de behuizing van de adapter of de stekkers aan met natte handen bij het in- of uitpluggen in een stopcontact of dit apparaat.
................................................................................................
108b, 108d: Selection
Maak, alvorens u het apparaat verplaatst, de adapter en alle draden afkomstig van externe apparaten los. Vraag iemand om hulp als u het drumstel wilt verplaatsen. Zorg bij het verplaatsen, dat het drumstel horizontaal blijft. Houd het drumstel stevig vast, zodat u zich niet kunt bezeren of het drumstel kunt beschadigen.
1
• Controleer of de schroeven van het drumstel vastzitten. Maak ze anders alsnog vast.
................................................................................................
109b
• Zet, voordat u het apparaat reinigt, de stroom uit en haal de adapter uit het stopcontact (p. 22).
................................................................................................
110b
Haal de adapter uit het stopcontact als er onweer wordt verwacht bij u in de omgeving.
................................................................................................
118
• Mocht u schroeven verwijderen bij het bevestigen van de drumstandaard, zorg er dan voor dat u ze op een veilig plek legt, buiten het bereik van kinderen, zodat ze niet per ongeluk ingeslikt kunnen worden.
................................................................................................
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291a
Lees alstublieft het volgende als toevoeging op de onderwerpen onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina 2 -3:
Voedingsbron
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit met een apparaat dat ruis zal genereren (zoals een elektrische motor of variabele lichtsystemen).
• De adapter zal na langdurig opeenvolgend gebruik warmte genereren. Dit is normaal en niet zorgwekkend.
• Zorg voor het aansluiten van dit apparaat op andere apparaten, dat alle stroomknoppen uit staan. Dit zal helpen defecten en/of beschadigingen aan speakers en andere apparaten te voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de buurt van versterkers (of andere benodigdheden, die grote stroom transfor­mators bevatten) kan een brom veroorzaken. Verander ter verlichting van dit probleem de positie van dit apparaat of verplaats het apparaat verder weg van de bron.
• Bij het gebruik van draadloze communicatiesystemen in de nabijheid van dit apparaat, zoals mobiele telefoons, kan er ruis geproduceerd worden. Dit geruis zou kunnen voorkomen bij het ontvangen of inzetten van een telefoon­gesprek of tijdens een telefoongesprek. Mocht u zulke problemen ondervinden, zult het draadloze toestel verder van dit apparaat moeten verplaatsen of uitzetten.
• Stel dit apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet bij hittegenerende apparaten, laat het niet in een gesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan hoge temperaturen. Overmatige hitte kan het apparaat misvormen of verkleuren.
• Bij het verplaatsen van het apparaat van locatie, waar de temperatuur en/of vochtigheid veel verschilt, kan er zich condens aan de binnenkant vormen. Beschadiging of defecten kunnen ontstaan, mocht u in deze conditie het apparaat gebruiken. Mocht er condens optreden, laat het apparaat dan enkele uren staan tot de condens volledig is verdampt.
• Laat geen rubber, vinyl of andere gelijksoortige materialen voor langere tijd op het apparaat liggen. Zulke objecten kunnen het uiterlijk verkleuren of nadelig aantasten.
• Gebruik dit apparaat niet in een natte omgeving, zoals een omgeving, die blootstaat aan regen of andere vochtigheid. Dit ter voorkoming van defecten.
• Leg niets wat water bevat (bijv. een bloemenvaas) op het apparaat. Vermijd tevens het gebruik van insecticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen, etc, bij het apparaat. Verwijder vloeistof dat op het apparaat is gemorst voorzichtig met een droog doekje.
Onderhoud
• Gebruik voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat een zacht, droog doekje of doekje dat licht vochtig is. Gebruik voor het verwijderen van hardnekkig vuil een doekje dat vochtig is gemaakt met een mild schoonmaak­middel. Veeg het vervolgens goed droog met een zacht, droog doekje.
• Gebruik ter vermijding van verkleuring of misvorming nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen.
Reparatie en data
• Wees er van bewust, dat alle data in het geheugen van het apparaat verloren kan gaan als het apparaat wordt wegge­bracht voor reparatie. Belangrijke data moet u altijd als back-up opslaan in een ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer) of schrijf het ergens op (als dat mogelijk is). Tijdens reparatie wordt er voorzichtig omgegaan met de data om verlies ervan te vermijden. Het kan echter zijn, dat in sommige gevallen (zoals bij defect aan het circuit gerela­teerd aan het geheugen) het niet meer mogelijk is dat de data in het geheugen bewaard blijft Roland neemt bij dit soort verlies van data geen verantwoordelijkheid.
Geheugen back-up
• Dit apparaat bevat een batterij dat het geheugen circuit van het apparaat voedt als de stroom uitstaat. Als de batterij zwak wordt, zal het onderstaande bericht in het scherm verschijnen. Vervang bij het zien van dit bericht zo spoedig mogelijk de batterij om het verlies van data in het geheugen te voorkomen. Om de batterij vervangen, kunt u een muziekwinkel raadplegen of het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een officiële Roland distributeur, die aangegeven staan op de toegevoegde “Informatie” kaart.
4
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees ervan bewust, dat de gegevens in het geheugen onherroepelijk verloren kunnen gaan bij defecten of bij onjuist gebruik van dit apparaat. Maak ter bescherming van het verliezen van data regelmatig een back-up in een ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer) van belangrijke data, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen.
• Helaas kan het onmogelijk zijn om data vanuit een ander MIDI apparaat te herstellen, als het al is verloren. Roland Corporation neemt hiervoor geen verantwoordelijkheid.
• Wees zorgvuldig bij het gebruik van de knoppen, schuiven en ander controllers en bij het gebruik van de aansluitingen en de snoeren. Grof gebruik kan defecten veroorzaken.
• Druk nooit hard op het scherm.
• Gebruik bij het aansluiten of loskoppelen van snoeren altijd de plug. Trek nooit aan de kabel. Op deze manier zult u defecten aan de kabel weten te voorkomen.
• Gebruik het apparaat op redelijke volume instellingen, zodat uw buren geen last van u hebben. U zou kunnen overwegen een koptelefoon te gebruiken, zodat u geen zorgen hoeft te maken met degenen om u heen (zeker ’s avonds laat).
• Geluidsvibraties kunnen door vloeren en muren meer overlast veroorzaken dan u denkt. Zorg ervoor dat het de buren niet stoort. Hoewel de drumpads en pedalen zo zijn gemaakt, dat ze zo min mogelijk geluid maken wanneer ze vast zitten, kan rubber meer geluid maken dan gaas. U kunt bijgeluiden van de pads effectief verminderen door over te stappen op gaasvellen.
• Gebruik bij het vervoeren van het apparaat de doos (inclusief het vulkussen) waar het in zat. Gebruik anders gelijksoortig verpakkingsmateriaal.
• Gebruik Roland kabels bij het maken van de verbinding. Mocht u andere kabels gebruiken, let dan alstublieft op de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Sommige kabels gebruiken weerstanden. Gebruik deze kabels niet. Het gebruik van kabels met weerstanden kan ervoor zorgen, dat het geluidsvolume extreem laag is of zelfs onmogelijk te horen is. Voor informatie over kabelspecificaties neem contact op met de fabrikant van de desbetreffende kabel.
5
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN.....................4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN...............................................................6
Inhoud.......................................................................................................12
Kenmerken...............................................................................................12
Hoe deze handleiding te gebruiken .......................................................14
Samenstelling van deze handleiding..................................................................................... 14
Termen gebruikt in deze handleiding ....................................................................................14
Instellingsgids ................................................ 15
Paneelbeschrijving..................................................................................16
Voorpaneel ............................................................................................................................16
Achterpaneel ......................................................................................................................... 18
Het maken van instellingen ....................................................................19
Het plaatsen van de TD-6V op de standaard ........................................................................19
Het aansluiten van de pads en de pedalen ...........................................................................20
Het aansluiten van twee pads aan de trigger ingangen 5/6 (TOM2/AUX)
en 7/8 (TOM3/4).................................................................................................................. 21
Het aansluiten van koptelefoon, audio-apparatuur, versterkers en andere apparaten .........22
Aan/uitzetten van de stroom ..................................................................23
Het uitzetten van de stroom ..................................................................................................24
Herstel van fabrieksinstellingen (Factory Reset) .................................25
Luisteren naar de demo songs ..............................................................27
Selecteren van pad type .........................................................................29
Aanpassen van de padgevoeligheid......................................................31
Over de pads............................................................................................33
Trigger ingangen van pads die u kunt gebruiken ..................................................................33
Trigger ingang functies.........................................................................................................33
Combinaties tussen pad en trigger type ............................................................................ 34
Aan te raden parameters voor de pads ..............................................................................35
Spelen op de pads ................................................................................................................36
Head-shots en rim-shots op de pads ..................................................................................36
Cross-stick............................................................................................................................... 36
Bekken bow-shots/edge-shots/bell-shots......................................................................... 37
Cymbal choke......................................................................................................................... 38
Hi-hat bedieningspedaal........................................................................................................ 38
6
Snelle start..................................................... 39
Kiezen van een drumkit ..........................................................................40
Spelen met de metronoom/Click............................................................41
Aan- en uitzetten van de click ...............................................................................................41
Regelen van het click volume (level)..................................................................................... 42
Regelen van het click tempo .................................................................................................43
Meespelen met songs .............................................................................44
Het kiezen en afspelen van een song ...................................................................................44
Kiezen van een song.............................................................................................................. 44
Afspelen van een song .......................................................................................................... 45
Regelen van het songvolume................................................................................................ 46
Instellen van het begeleidingsvolume (melodische instrumenten) ...............................46
Instellen van volume van de drums en percussie. ........................................................... 46
Tijdelijk veranderen van het tempo van een song................................................................. 47
Dempen van de voorgeprogrammeerde drums in songs ......................................................48
Gebruik van de pads om songs af te spelen ........................................50
Inhoud
Meespelen met CD, Cassette of MD (met gebruik van de
MIX IN ingang)..........................................................................................51
Het gebruik van de TD-6V als een General MIDI geluidsmodule ........52
Gevorderd gebruik ........................................ 53
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit) .....................54
Over drumkits en het drumkit scherm....................................................................................54
Over de drumkits .................................................................................................................. 54
Over het drumkit scherm .....................................................................................................55
Het kiezen van een drumkit ................................................... (Drum Kit).............................. 55
Kiezen van een pad om te bewerken ....................................................................................55
Kiezen van een pad door het aan te slaan.......................................................................... 55
Kiezen op de TD-6V ..............................................................................................................56
Notatie gebruikt in het scherm............................................................................................... 56
Hulpvolle bewerkfuncties....................................................................................................... 56
Luisteren naar een INST (Instrument) verbonden aan
een pad ............................................................................... (Preview) .................................. 56
Vastzetten van het instellingenscherm, onderwijl het bewerken van
een instrument ................................................................. (Note Chase) ............................57
Kiezen van een instrument.................................................................................................... 57
Over de instrumenten ........................................................................................................... 57
Kiezen uit de groep namen ............................................ (Inst Group).............................. 57
Kiezen van een instrument ............................................. (Inst) ..........................................58
IInstrumentinstellingen ..........................................................(INST).................................... 58
7
Inhoud
Veranderen van het volume van een pad .................... (Level) .......................................59
Instellen van pan positie ................................................. Pan)............................................ 59
Aanpassen van de toonhoogte ( ..................................... Pitch) ......................................... 59
Aanpassen van decay (lengte van het geluid) ............. (Decay) ...................................... 59
Ambiance instellingen ...........................................................(AMBIENCE) ......................... 60
Ambiance aan/uitzetten ................................................. (Ambience switch) .................. 60
Ambience Sw .................................................................... (Ambience Switch): off, on..... 60
Kies een locatie waar de drums gespeeld wordt ........ (Studio Type) ...........................60
Verander van muur materiaal ....................................... (Wall Type)...............................61
Stel de kamergrootte vast ............................................... (Room Size) ..............................61
Overall ambiance van het gehele drumstel aanpassen (Ambience Level).................... 61
Equalizer instellingen ( ...........................................................EQUALIZER)......................... 62
Equalizer aan/uitzetten .................................................. (Master equalizer switch)....... 62
Aanpassen van het geluid .............................................. (high gain, low gain)............... 62
Instellingen voor verschillende functies ................................. (CONTROL) ..........................62
Afspelen van een song door het aanslaan van een pad ..(P Bedien het “Level” het Pattern door dynamisch te
spelen ( ............................................................................... Pad Pattern Velocity).............. 63
Pitch control met het hi-hat bedieningspedaal
aan/uit voor elke pad ..................................................... (Pitch Control Assign)............ 64
MIDI nootnummer voor elke pad ................................. (Note Number) ........................64
MIDI gate tijd voor elke pad........................................... (Gate Time)............................... 65
Algemene drumkit instellingen ..............................................(COMMON) ........................... 66
Algemeen drumkit volume ............................................ (Master Volume)...................... 66
Aanpassen van het volume van het hi-hat
pedaal geluid .................................................................... (Pedal Hi-hat Volume) ...........66
Instellen van het toonhoogte bereik met het hi-hat
bedieningspedaal ............................................................. (Pedal pitch control range) .... 66
Benoemen van de drumkit (............................................ Kit Name) .................................67
Kopiëren van een drumkit .....................................................(COPY).................................. 67
Herstellen van fabrieksinstellingen voor een bewerkte drumkit................................... 68
Drumkit kopieer functie .......................................................................................................68
Factory reset functie ..............................................................................................................68
Veranderen van volgorde van drumkits ................................. (EXCHANGE)........................68
ad Patt
ern)...............................63
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger
instellingen ........................................................... (SETUP/TRIG)..........69
Over het scherm....................................................................................................................69
Notatie gebruikt in het scherm............................................................................................ 69
Over de ingang indicator...................................................................................................... 69
Selecteren van pad type ........................................................ (Trigger type).........................69
Instelling van pad gevoeligheid en andere instellingen .........(TRIGGER BASIC)................ 71
Aanpassen van de pad gevoeligheid ............................ (Sensitivity) ..............................71
Instellen van de minimale niveaus voor de pads ....... (Threshold)............................... 72
Volume veranderingen door dynamisch spel ............. (Trigger Curve)........................ 72
Elimineer crosstalk tussen pads .................................... (Crosstalk Cancel) ................... 73
Fijn afstellingvan de trigger parameter instellingen ...............(TRIGGER ADVANCED) ......73
Aanpassen van het triggersignaal detectietijd ............ (Scan Time)...............................74
Detecteren van triggersignaal verzwakking en annuleren van
incorrecte triggering ........................................................ (Retrigger Cancel) ...................74
8
Voorkomen van dubbel triggeren ................................. (Mask Time) .............................74
Instellen van randgevoeligheid op de PD-80R, PD-105, PD-120
en PD-125 (......................................................................... Rim Sens).................................. 75
Gebruiken van de TD-6V met akoestische triggers............................................................... 75
Hoofdstuk 3 Algemene instellingen voor de TD-6V ... (SETUP/UTILITY,
Factory Reset).........76
Maken van de algemene instellingen ....................................(UTILITY) ..............................76
Schermcontrast aanpassing ............................................ (LCD Contrast) ........................76
Percussiepartij volumeregeling (.................................... Percussion Part Level) ............ 76
Volumeregeling achtergrond–instrumenten ............... (Backing Level) ........................76
Dempen van partijen in een song .................................. (Mute)........................................ 77
Tuning the TD-6V (........................................................... Master Tune)............................ 77
Preview Volume Control ................................................ (Preview Velocity)................... 77
Controleren van de resterende hoeveelheid geheugen ..... (Available Memory).................... 78
Herstellen van de fabrieksinstellingen ................................... (Factory Reset) .....................78
Hoofdstuk 4 Instellen van de metronoom ......... (Click Edit)...............79
Aan/uitzetten van de klik .......................................................(Click) .................................... 79
Tempo aanpassing ................................................................ (Tempo)................................. 79
Instellen van de klank van de klik......................................................................................... 79
Volumeregeling ............................................................... (Click Level)............................. 79
Instellen van maatsoort ................................................... (Time Signature)...................... 80
Instellen van interval ....................................................... (Interval) ................................... 80
Klikgeluid selecteren ....................................................... (Inst) ..........................................80
Stereo Position .................................................................. (Pan) ..........................................80
Toevoegen van een tel voor het afspelen of opnemen ... (Play Count In, Rec Count In) . 80
Inhoud
Hoofdstuk 5 Bewerken van songs .................... (SONG Edit).............81
Over songs en het song scherm ...........................................................................................81
Over songs .............................................................................................................................. 81
Over het song scherm ...........................................................................................................82
Kiezen van een song.............................................................................................................83
Kiezen vanuit een categorie ........................................... (Song Category)....................... 83
Kiezen van een song ....................................................... (Song) ........................................83
Afspelen van een song.......................................................................................................... 83
Handige functies voor het afspelen ....................................................................................83
Aanpassen van het songvolume ...........................................................................................84
Dempen van een geselecteerde partij ................................... (Part Mute) ............................84
Algemene songinstellingen ...................................................(COMMON) ........................... 85
Instellen van het tempo .................................................. (Tempo) ....................................85
Selecteren, hoe de song wordt afgespeeld
(LOOP, 1SHOT, TAP) ..................................................... (Play Type)............................... 85
Afspelen van de song vanaf de eerste
noot/gebeurtenis ............................................................. (Quick Play) .............................86
Tijd opnieuw zetten bij het gebruik van
Tap Playback .................................................................... (Reset Time) ............................. 86
Voorkomen van het stapelen van geluiden in
Tap Playback .................................................................... (Tap Exclusive Switch) ........... 86
Beschermen van User songinstellingen ........................ (Song Lock) .............................. 86
Benoemen van een song ................................................. (Song Name) ............................ 87
9
Inhoud
Partij instellingen ...................................................................(PART) ..................................87
Kiezen van een percussieset en instrumenten ............. (Percussion Set, Inst)............... 88
Regelen van het partijvolume ........................................ (Level) .......................................88
Bepalen van de stereo positie ......................................... (Pan) ..........................................89
Bepalen van de hoeveelheid ambiance ......................... (Ambiance Send Level) ..........89
Bepalen van het bend bereik .......................................... (Bend Range)............................ 89
Kopiëren van een song .........................................................(COPY).................................. 89
Deleten van een song ...........................................................(DELETE)..............................90
Wissen van uitvoeringsdata in een song................................ (ERASE)................................ 91
Hoofdstuk 6 Opnemen van een song
Voorbereiding voor opname................................................................................................ 92
Bij het opnemen van pad uitvoeringen ..............................................................................92
Uitvoeringen opnemen via externe MIDI apparaten ....................................................... 92
Hoe op te nemen ................................................................... (RECORDING STANDBY).... 93
Instellen van de maatsoort ............................................. (Time Signature) ......................93
Instellen van het aantal maten ....................................... (Length) ....................................93
Instellen van het song tempo ......................................... (Tempo) .................................... 93
Quantize tijdens het opnemen ....................................... (Quantize)................................. 94
Selecteren van de opnamemanier (
Loop all, loop1, loop2, replace) ...................................... (Recording Mode) ...................94
Opname starten met een pad of pedaaltrigger ........... (Hit Pad Start).......................... 94
...................(Realtime Recording)
Hoofdstuk 7 Maken van MIDI instellingen ......... (SETUP/MIDI,
BULK DUMP) ...........95
Over MIDI .............................................................................................................................. 95
MIDI aansluiting.................................................................................................................... 95
MIDI kanalen en meerstemmige geluidsmodules............................................................ 95
Hoe de interne sequencer werkt.......................................................................................... 96
Maken van MIDI instellingen .................................................(MIDI COMMON) ..................96
Automatisch wisselen van instellingsschermen van
instrumenten .................................................................... (Note Chase) ............................ 97
Bij het gebruik als MIDI regelaar voor een extern
MIDI apparaat ................................................................. (Local Control)......................... 97
Synchroniseren met een extern MIDI apparaat .......... (Sync Mode)............................. 98
Prioriteit instellen voor het bespelen van drums
en percussie ...................................................................... (Channel 10 Priority) ..............98
Data reductie van het hi-hat bedieningspedaal .......... (Pedal Data Thin) .................... 99
Wissel naar de GM (General MIDI) modus ................. (GM Mode)............................... 99
Voorkomen dat de TD-6V naar GM (General MIDI)
modus wisselt ................................................................... (Rx GM ON)........................... 100
Mixen van in MIDI IN binnenkomende MIDI signalen
met realtime uitvoeringen op de pads .......................... (Soft Thru) ..............................100
Stel het apparaat ID in .................................................... (Device ID) .............................101
Instellen van de TD-6V, zodat programmaveranderingen
niet verzonden worden ................................................... (Tx PC Sw).............................. 101
Instellen van de TD-6V, zodat programmaveranderingen niet
worden ontvangen .......................................................... (Rx PC Sw)..............................101
MIDI kanaalinstellingen voor een partij .................................(MIDI PART)........................ 102
Stopfunctie voor MIDI berichten voor specifieke partijen in GM
(General MIDI) modus ........................................................... (GM PART) .........................102
..92
10
Opslaan van data op een extern MIDI apparaat ...................(BULK DUMP).....................103
Terugkeren van opgeslagen data naar de TD-6V ...........................................................104
Datacompatibiliteit tussen de TD-6 en de TD-6V........................................................... 104
Hoofdstuk 8 Gebruik van MIDI en instelling voorbeelden.................105
Over het verzenden/ontvangen van programmaveranderingen.......................................... 105
Triggeren van een extern geluidsapparaat door het bespelen van de TD-6V..................... 105
Combineren met een externe MIDI sequencer ...................................................................106
Importeren van sequencedata van een extern MIDI apparaat naar
de interne sequencer van de TD-6V.................................................................................. 106
Uw uitvoering op een externe sequencer opnemen....................................................... 106
Gebruik van de TD-6V als geluidsmodule........................................................................... 107
Appendix..................................................... 109
Probleemoplosser .................................................................................110
Geen geluid .........................................................................................................................110
Geen geluid/laag volume van het apparaat aangesloten op de MIX IN ingang ..................112
Drumkit klinkt niet zoals bedoeld......................................................................................... 113
Pad klinkt niet zoals bedoeld............................................................................................... 113
Song klinkt niet zoals bedoeld............................................................................................. 114
Geluid is vervormd ..............................................................................................................114
Problemen met bedienen van de TD-6V .............................................................................115
Scherm is te licht of te donker .............................................................................................115
Inhoud
Berichten en foutmeldingen.................................................................116
Systeem en batterij foutmeldingen ......................................................................................116
Berichten en foutmeldingen met betrekking tot sequencers en songs................................ 116
Berichten en foutmeldingen met betrekking tot MIDI ..........................................................117
Drum Kit lijst ..........................................................................................118
Drum onderdelen lijst............................................................................120
Percussie lijst ........................................................................................124
Achtergrondinstrumenten lijst.............................................................126
Voorgeprogrammeerde nummer lijst ..................................................128
Parameter lijst........................................................................................130
MIDI Implementatiekaart .......................................................................135
TD-6V Block Diagram............................................................................138
Specificaties ..........................................................................................139
Index .......................................................................................................140
11
Kenmerken
Volledig palet van interne geluiden voor alle gebruiken, van de oefenruimte tot aan live optredens
Bevat 99 verschillende Drumkits
U kunt onmiddellijk beginnen te spelen op één van de vele drumkits, door er een te selecteren. Deze kits zijn te gebruiken in vele verschillende situaties, van de oefenruimte tot aan live optredens.
1024 Drum instrumenten
U kunt verschillende drum instrumenten uit verschillende muzikale genres combineren om zo uw eigen originele drumkit samen te stellen
170 Verschillende Preset songs
Om meteen met oefenen te beginnen, hoeft u alleen maar een Preset song te selecteren. Vervolgens kunt u de drumpartij spelen door eenvoudig de drumpartij van de Preset song te dempen. U kunt tevens 100 interne songs gebruiken voor het opnemen van uw eigen drumpartij (User songs).
262 Begeleidingsinstrumenten
De TD-6V’s overvloed aan begeleidingsinstrumenten staan u toe op te nemen in een uiteenlopende reeks van muzikale genres.
Klankrijke expressie
Compatible met V-PAD gaasvellen
Roland’s V-PAD gaasvellen, die bekend staan om hun natuurlijke drumgevoel, kunnen worden gebruikt met de TD-6V en zijn tevens compatible met de dual tom trigger.
Crossstick techniek beschikbaar (p.36)
Speel Rim-shots (p.36), Cymbal-edge-shots (p.37) en gebruik
Cymbal-choking (p.38)
Toonhoogte bediening beschikbaar met het hi-hat bedieningspedaal (p.64)
U kunt het hi-hat bedieningspedaal gebruiken om de toonhoogte van de pad instrumenten te veranderen.
Compatible met dual tom triggers
12
Functie en bediening uitstekend voor live optredens
Flattop ontwerp voor goed zicht
Knoppen lichten op voor makkelijke bediening, zelfs op het
podium
Grote [+] en [-] knoppen, die zelfs met drumsticks bediend kunnen worden
Gemakkelijke functies voor het oefenen
Bevat metronoom (Click) (p.79)
Bevat Part Mute functie voor het dempen van specifieke
stukken tijdens het spelen met Preset songs (p.48, p.77)
Kenmerken
Uitbreidingsmogelijkheden/compatibiliteit
Tevens compatible met
Pads (PD-6, PD-7, PD-80, PD-80R, PD-100, PD-120) Bekkens (CY-6, CY-12H, CY-12R/C, CY-14C, CY-15R) Kick trigger apparaten (KD-7, KD-80, KD-120) Hi-Hat bedieningspedalen (FD-7, FD-8)
Gebruik de TD-6V als een MIDI sound module met een externe sequencer (p.106)
Ondersteund General MIDI (p.52, p.99)
De TD-6V heeft een GM functie, die GM partituren kan afspelen. Deze modus bevat een functie, die u toestaat tot het dempen van geluid van een specifiek gedeelte tijdens het afspelen van GM partituren. Dit is zeer handig voor gebruik met oefenen en meespelen.
General MIDI ( ) System
General MIDI bestaat uit een set instructies en voorstellen om de beperkingen van eigen ontwerp tegen te gaan, en de MIDI mogelijkheden van geluidsgeneratoren te standariseren. Alle geluid genererende apparaten en muziek Files, aangepast aan General
MIDI zijn van dit logo ( ) voorzien. Om dezelfde muzikale uitvoering op een apparaat uit te voeren met het General MIDI logo is dan mogelijk.
13
Hoe deze handleiding te gebruiken
Samenstelling van deze handleiding
Deze gebruikershandleiding is als volgt samengesteld:
Instellingsgids (p.15)
Dit gedeelte legt, voor diegenen die de TD-6V voor het eerst gebruiken, uit welke voorbereidingen er nodig zijn voor het spe­len, inclusief hoe de standaarden op te zetten, pad instellingen te maken en de stroom van de TD-6V aan te zetten. Tevens bevat dit gedeelte uitleg over hoe de TD-6V te combineren met andere optionele pads voor optimaal gebruik van de functies van de TD-6V.
Snelle start (p.39)
Dit gedeelte bevat uitleg over het spelen met de talrijke interne drumkits en Preset songs.
Gevorderd gebruik (p.5 9)
De TD-6V staat u toe van favoriete drumkits nieuwe drumkits te creëren en songs te schrijven uit het opgenomen materiaal, dat u heeft ingespeeld. Dit gedeelte bevalt gedetailleerde uitleg van alle TD-6V functies.
• Hoofdstuk 1 Functies voor het creëren van drumkits
(p.54)
Hier staan de instellingen voor het creëren van gelui­den.
• Hoofdstuk 2 Functies voor het juist gebruiken van
de pads (p.69)
Hier worden de instellingen beschreven, die nodig zijn om de creativiteit uit de TD-6V en de pads te halen.
• Hoofdstuk 3 TD-6V instellingen (p.76)
Dit gedeelte bevat instellingen als scherm contrast en song volume, die voor de TD-6V in het algemeen gel­den.
• Hoofdstukken 4-6 Het gebruik van de sequencer en
gerelateerde functies (p.79)
Hier vindt u instellingen voor zowel metronoom instel­lingen als song uitvoeringen, opnames, bewerking en andere instellingen voor sequencers.
• Hoofstukken 7-8 MIDI instellingen en voorbeelden,
hoe MIDI gebruikt wordt (p.95)
Dit hoofdstuk legt uit, hoe u MIDI gebruikt, zowel voor het opslaan van data naar een extern apparaat als voor het gebruiken van de TD-6V als General MIDI geluids­module.
tijdens gebruik een foutmelding verschijnt, raadpleeg dan “Berich­ten en foutmeldingen” en neem dan de gepaste maatregelen. Dit gedeelte biedt u ook verschillende lijsten en de MIDI implementa­tiekaarten.
Termen gebruikt in deze handleiding
• Knopnamen staan tussen vierkante haken “ [ ]” , zoals de [KIT] knop.
• (p.**) indiceert naar een pagina.
• Stappen in handelingen kunnen als volgt verkort wor­den.
[KIT] [EDIT]
1. Druk op [KIT]
2. Druk op [EDIT]
[SHIFT] + [KIT]
1. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk vervolgens
op [KIT]
• De functies van sommige knoppen, zoals [EDIT (SETUP)], veranderen als [SHIFT] ingedrukt wordt gehouden. De functie, die vrij komt als [SHIFT] inge­drukt wordt gehouden, verschijnt tussen haakjes.
• Symbolen, die verschijnen aan het begin van zinnen in de handleiding, hebben de volgende betekenissen.
Dit indiceert een waarschuwende aantekening. Zorg dat u deze leest.
Dit zijn memo’s die informatie bevatten omtrent instellingen en functies. Lees dit als het nodig is.
Dit zijn nuttige hints voor het gebruik. Lees dit als het nodig is.
Deze verwijst naar informatie. Lees dit als het nodig is.
Dit zijn beschrijvingen van terminologie. Lees dit als het nodig is.
* De uitleg in deze handleiding bevat illustraties, die laten zien wat
het scherm zou moeten weergeven. Het kan zijn, dat het apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bv. nieuwere geluiden). Daardoor zou het kunnen zijn, dat er een verschil is tussen wat er op uw scherm staat en wat de handleiding laat zien.
Appendix (p.109)
Mocht u tegen problemen aanlopen, raadpleeg dan “Probleemop­losser” om er zeker van te zijn, dat de instellingen juist zijn. Als er
14
Loading...
+ 158 hidden pages