Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder
schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
trigger parameters in de TD-6V geluidsmodule aangepast worden.
USING THE UNIT SAFELY
HETAPPARAATOPEENVEILIGEMANIERGEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG opmerkingen
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
001
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u
onderstaande instructies en de gebruikershandleiding
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne
modificaties uit. (De enige uitzondering hierop is
wanneer deze handleiding specifieke instructies
geeft voor het installeren van gebruikers-opties;
zie p. 8.)
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen
in het apparaat te vervangen (behalve wanneer
daartoe specifieke instructies in de handleiding
staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar,
het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’
pagina kunt vinden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
006
• Dit product dient alleen gebruikt te worden met
een rek of standaard, die door Roland aangeraden
wordt.
• Wanneer u dit apparaat gebruikt met een rek of
standaard, dient u ervoor te zorgen dat het rek of
de standaard zorgvuldig geplaatst is, waterpas en
zodat u er zeker van bent dat deze niet zal vallen.
Als u niet een rek of een standaard gebruikt, dient
u erop te letten, dat elke locatie die u voor het
apparaat kiest een recht oppervlak is dat het
apparaat goed ondersteunt, en ervoor zorgt dat het niet
wiebelt.
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen
(water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
• In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in
staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige
bediening van het apparaat op te volgen.
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van
snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien
zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van
kinderen geplaatst moeten worden.
• Indien u de schroeven van het bovenpaneel
verwijdert, bewaart u deze op een veilige plaats,
buiten het bereik van kinderen, zodat zij deze niet
per ongeluk kunnen inslikken.
Naast de onderdelen die bij “Het apparaat op een veilige
manier gebruiken” op pagina 2 worden genoemd, leest en
neemt u het volgende alstublieft in acht:
Plaatsing
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het
niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat
het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp
het niet op andere manieren aan temperatuur extremen.
Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of
verkleuren.
• Zorg dat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet
gedurende langere tijd op het apparaat aanwezig zijn.
Door dit soort objecten kan de afwerking van het apparaat
verkleuren of op andere wijze beschadigen.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat
met een zachte, droge of een licht vochtige doek schoon.
Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een doek
met een kleine hoeveelheid mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Neem het apparaat daarna met een zachte,
droge doek af.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat
te voorkomen.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningselementen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en
aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan
de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of
schade aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden.
U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,
zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste
omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Dit instrument is ontworpen om tijdens het spelen
geluiden van buitenaf te minimaliseren. Aangezien
geluidsvibraties echter sterker dan verwacht via vloeren
en muren overgebracht kunnen worden, moet u erop
letten dat deze geluiden niet storend zijn voor uw buren.
Dit geldt in het bijzonder als u ‘s avonds laat speelt en bij
het gebruik van een koptelefoon.
3
De inhoud van de
verpakking controleren
❑ TD-6V (Percussie geluidsmodule) x 1
❑ KD-8 (Kick Trigger Pad) x 1
❑ FD-8 (Hi-Hat pedaal) x 1
❑ PDX-8 (V-Pad) x 1
❑ PD-8 (Pad) x 3
❑ CY-5 (Cymbal Pad) x 1
❑ CY-8 (Cymbal Pad) x 2
❑ Aansluitkabels
❑ Stemsleutel x 1
■ TD-6KW Gebruikershandleiding x 1
• De TD-6V gebruikershandleiding is onderdeel van het
TD-6V pakket.
• Een basdrumpedaal maakt geen deel uit van dit pakket.
Gebruik hiervoor een in de winkel verkrijgbaar kick
pedaal.
• In dit pakket vindt u geen CY-5 bevestigingsset voor
cimbalen.
* In het kader van productverbetering kunnen de specificaties en/
of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande
mededeling veranderd worden.
Drumstandaard
Monteer de drumstandaard.
Meer over de standaard vindt u in de
gebruikershandleiding van de standaard.
TD-6V (Percussie geluidsmodule)
Bevestig de verbindingsplaat (behorende bij de optionele drum standaard) aan de TD-6V.
Met gebruik van de schroeven van het onderpaneel bevestigt u de houder zo, dat het apparaat zich in de richting
bevindt, zoals in het diagram wordt getoond.
fig.TD-6V.e
• Om de standaardhouder te bevestigen, verwijdert
u de vier 8 mm schroeven (M5 x 8) voor gebruik
van de onderkant van de TD-6V. Gebruik van
andere schroeven kan schade aan het apparaat
veroorzaken.
928
• Wanneer u het apparaat op zijn kop zet, plaatst
dan een stapeltje kranten of tijdschriften onder de
vier hoeken om schade aan knoppen en regelaars
te voorkomen. U kunt het apparaat ook zo plaatsen
dat knoppen of regelaars niet kunnen beschadigen.
929
• Als u het apparaat op zijn kop zet, pas dan goed op
dat u het niet laat vallen en dat het niet kan
omvallen.
Smal
Breed
4
PDX-8
fig.PD-85.e_80
Rand rubber
Schroef om standaard
vast te zetten
add
* Plaats uw vingers NIET in de schaal. U kunt zich pijn doen of
schade aan de PDX-8 veroorzaken. Wanneer u de kop
vervangt, mag u de interne onderdelen NIET aanraken. Steek
ook uw vingers niet in het gat van de montagehaak.
fig.Stand.j
(Snare)
Output Jack
Houder
Hoepel
Stemschroef
Head sensor
Head
Schaal
Rand sensor
USING THE UNIT SAFELY
De spanning van het trommelvel
(head) afstellen
De spanning van het trommelvel dient voor gebruik
afgesteld te worden.
In het algemeen is een spanning van een aanslag, die
ongeveer overeenkomt met een akoestische drum,
geschikt.
Als het trommelvel wordt aangeslagen, wanneer de
spanning van het vel los is, kan de sensor beschadigen.
1. Gebruik de stemsleutel om de stemschroeven
aan te draaien.
Sla op de kop om de reactie te voelen en te controleren.
fig.Adjust.e
LosserStrakker
fig.Stand.j
Head sensor
Rand sensor
Head sensor
Draai de stemschroeven één voor één vast, afgaande op
de numerieke volgorde die in het diagram wordt
getoond. Zet één schroef op zichzelf nooit zeer strak vast.
Hierdoor kan het trommelvel niet gelijkmatig gespannen
worden en zullen storingen ontstaan.
fig.Bolt
3
1
6
5
2
4
2. De gemaakte afstelling kunt u nu nauwkeuriger
afstemmen, terwijl u de ‘feel’ en de reactie van
het pad blijft controleren.
• Op de PDX-8 heeft het afstellen van de spanning van het
trommelvel alleen effect op de reactie van het trommelvel
en verandert de toonhoogte van het geluid niet, zoals dit
op een akoestisch drumstel wel het geval zou zijn.
• De spanning van het trommelvel zal veranderen, zodra u
het apparaat heeft gebruikt, daarom dient u deze
wanneer nodig opnieuw af te stellen.
5
USING THE UNIT SAFELY
Het Pad op een standaard
bevestigen
Bevestig de PDX-8 aan een pad houder van de standaard.
fig.RimShot.e
Zorg dat u de schroef om de standaard vast te zetten
stevig aandraait. Als deze los blijft, kan dubbele
triggering optreden.
fig.Stand.e
Strakker
Losser
Staaf
Speelmethodes
Head Shots
Sla alleen op het trommelvel van het pad.
fig.HeadShot.e
Head
Rim (rand)
* Om rim shots te spelen, slaat u op de rand (rim) binnen het
gebied dat in het diagram wordt aangegeven.
fig.RimShot.e
Geschikte positie
voor rim shots
Speler
Cross Stick
Sla alleen op de rand van het pad.
Afhankelijk van het instrument dat aan de rand (rim) is
toegewezen, kunt u rim shots en/of cross stick geluiden
spelen.
fig.XStick.e
Head (drumvel)
* Sla niet op de hoepel.
Rim Shots
Sla het trommelvel en de rand van het pad gelijktijdig
aan.
6
Rim
Rim
* Om de cross stick te spelen, moet u alleen op de rand van het
pad slaan. Als u uw hand op het trommelvel van het pad
plaatst, kan het cross stick geluid mogelijk niet correct worden
gespeeld.
Meer over instellingen en geluiden vindt u in de
gebruikershandleidingen van de respectievelijke
modules.
Als u op het trommelvel slaat en een rim geluid wordt
geproduceerd, reduceert u de Rim Sens waarde.
Aan de andere kant, als het u moeite kost om rim shot
geluiden te spelen, verhoogt u de Rim Sens waarde.
6. Bevestig de stemschroeven aan de hoepel en
USING THE UNIT SAFELY
schaal.
7. Vervolgens stelt u de spanning van het
trommelvel in. Zie “De spanning van het
trommelvel (head) afstellen” (p.5).
Vervangen van het trommelvel
Wanneer het trommelvel vervangen
dient te worden
Het trommelvel is een eenmalig onderdeel dat op den duur
versleten raakt en vervangen moet worden. Vervang het
trommelvel wanneer het volgende gebeurt:
In het trommelvel blijven gedeeltes met speling aanwezig,
ondanks dat de spanning van het vel correct is afgesteld.
Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland Percussion Sound Module TD-6KV.
Lees, alvorens u dit apparaat in gebruik neemt, zorgvuldig de hoofdstukken
“HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” (p.2) en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p.4). Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie
omtrent correct gebruik van het apparaat. Echter, om uzelf ervan te verzekeren
een goed inzicht in alle functies en mogelijkheden van uw nieuwe apparaat te
verkrijgen, dient u de gehele handleiding te lezen. De handleiding dient onder
handbereik als een praktisch naslagwerk te worden bewaard.
* Alle productnamen in deze handleiding zijn geregistreerde handelsmerken van
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
gereproduceerd op welke wijze ook zonder de schriftelijke toestemming
van ROLAND CORPORATION.
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
001
• Lees, voordat u dit apparaat in gebruik neemt, eerst
de onderstaande instructies en de handleiding.
• Probeer niet om het apparaat te repareren of
inwendige onderdelen te vervangen (tenzij deze
handleiding specifieke instructies geeft om dit wel
te doen). Laat al het onderhoud over aan uw
verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center
of een erkend Roland dealer, zoals beschreven op
de “Informatie” pagina.
• Gebruik of stal het apparaat nooit op plaatsen die:
• Bloot staan aan extreme temperaturen (bijv., in
direct zonlicht in een afgesloten voertuig,
dichtbij een verwarmingsbuis, bovenop een
warmte producerend apparaat); of waar
• Dampvorming plaatsvindt (bijv., baden,
wasruimtes, op natte vloeren); of die
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
005
• Dit apparaat dient alleen gebruikt te worden met
een door Roland aanbevolen houder of standaard.
• Als het apparaat gebuikt wordt met een door
Roland aanbevolen houder of standaard, moet de
houder of standaard nauwkeurig geplaatst worden
, zodat deze recht en stabiel staat. Als u geen
houder of standaard gebruikt, dient u echter ook
een plaats uit te kiezen om het apparaat neer te
zetten met een voldoende vlak oppervlak, dat het
apparaat goed ondersteunt en wiebelen voorkomt.
• Gebruik alleen de meegeleverde adapter.
Controleer ook of de netspanning overeen komt
met de op de adapter weergegeven ingangspanning. Andere adapters kunnen een andere
polariteit gebruiken of ontworpen zijn voor een
ander voltage, wat kan leiden tot schade, onjuist
functioneren of een elektrische schok.
• Buig of draai de stroomdraad niet extreem en plaats
er geen zware dingen op. Dit kan schade veroorzaken aan het snoer en leiden tot zwakke plekken
en kortsluiting. Beschadigde snoeren geven branden schokgevaar!
• Dit apparaat, zowel alleen als in combinatie met een
versterker,een koptelefoon of speakers, kan geluidsniveaus produceren die permanente gehoorschade
kunnen opleveren. Gebruik het daarom niet
gedurende lange tijd op een hoog volumeniveau of
op een niveau dat oncomfortabel is. Als u enige
vorm van gehoorverlies of suizen in de oren
ervaart, dient u onmiddellijk te stoppen met het
gebruik van het apparaat en een audioloog te
raadplegen.
• Schakel onmiddellijk de stroom uit, trek de adapter
uit het stopcontact en raadpleeg uw verkoper, het
dichtstbijzijnde Roland Service Center of een
erkend Roland dealer, zoals beschreven op de
“Informatie” pagina, als:
• De adapter of de stroomdraad is beschadigd;
• Rook of een vreemde geur ontstaat;
• Objecten in of vloeistoffen over het apparaat zijn
gevallen;
• Het apparaat heeft blootgestaan aan regen (of
op een andere manier nat is geworden);
• Het apparaat niet normaal lijkt te werken of een
typische functieverandering heeft ondergaan.
• In een huishouden met kleine kinderen dient een
volwassene toezicht te houden , totdat het kind in
staat is alle regels te hanteren die essentieel zijn
voor veilig gebruik van het apparaat.
• Sluit het apparaat niet aan op een stopcontact,
samen met overdreven veel andere apparaten.
Wees vooral voorzichtig met verlengsnoeren - het
gezamenlijke vermogen van alle, op het verlengsnoer aangesloten, apparaten mag nooit meer zijn
dan het vermogensbereik (watt/ampère) van het
verlengsnoer. Door overbelasting kan de draad
warm worden en uiteindelijk doorbranden.
• Raadpleeg, als u het apparaat in het buitenland wilt
gaan gebruiken, eerst uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland
dealer, zoals beschreven op de “Informatie” pagina.
• Haal met enige regelmaat de adapter uit het
stopcontact en reinig deze met een droge doek om
zo alle stof en andere ophopingen uit de kieren te
vegen. Verwijder ook de stekker uit het stopcontact
als het apparaat lange tijd niet gebruikt gaat
worden. Iedere vorm van stofophoping tussen de
stekker en het stopcontact kan resulteren in slechte
isolatie en leiden tot brand.
Maak, alvorens u het apparaat verplaatst, de
adapter en alle draden afkomstig van externe
apparaten los.
Vraag iemand om hulp als u het drumstel wilt
verplaatsen. Zorg bij het verplaatsen, dat het
drumstel horizontaal blijft. Houd het drumstel
stevig vast, zodat u zich niet kunt bezeren of het
drumstel kunt beschadigen.
1
• Controleer of de schroeven van het drumstel
vastzitten. Maak ze anders alsnog vast.
• Mocht u schroeven verwijderen bij het bevestigen
van de drumstandaard, zorg er dan voor dat u ze
op een veilig plek legt, buiten het bereik van
kinderen, zodat ze niet per ongeluk ingeslikt kunnen
worden.
Lees alstublieft het volgende als toevoeging op de onderwerpen onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE
MANIER GEBRUIKEN” op pagina 2 -3:
Voedingsbron
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit met
een apparaat dat ruis zal genereren (zoals een elektrische
motor of variabele lichtsystemen).
• De adapter zal na langdurig opeenvolgend gebruik
warmte genereren. Dit is normaal en niet zorgwekkend.
• Zorg voor het aansluiten van dit apparaat op andere
apparaten, dat alle stroomknoppen uit staan. Dit zal helpen
defecten en/of beschadigingen aan speakers en andere
apparaten te voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de buurt van versterkers
(of andere benodigdheden, die grote stroom transformators bevatten) kan een brom veroorzaken. Verander ter
verlichting van dit probleem de positie van dit apparaat of
verplaats het apparaat verder weg van de bron.
• Bij het gebruik van draadloze communicatiesystemen in de
nabijheid van dit apparaat, zoals mobiele telefoons, kan er
ruis geproduceerd worden. Dit geruis zou kunnen
voorkomen bij het ontvangen of inzetten van een telefoongesprek of tijdens een telefoongesprek. Mocht u zulke
problemen ondervinden, zult het draadloze toestel verder
van dit apparaat moeten verplaatsen of uitzetten.
• Stel dit apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het
niet bij hittegenerende apparaten, laat het niet in een
gesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan hoge
temperaturen. Overmatige hitte kan het apparaat
misvormen of verkleuren.
• Bij het verplaatsen van het apparaat van locatie, waar de
temperatuur en/of vochtigheid veel verschilt, kan er zich
condens aan de binnenkant vormen. Beschadiging of
defecten kunnen ontstaan, mocht u in deze conditie het
apparaat gebruiken. Mocht er condens optreden, laat het
apparaat dan enkele uren staan tot de condens volledig is
verdampt.
• Laat geen rubber, vinyl of andere gelijksoortige materialen
voor langere tijd op het apparaat liggen. Zulke objecten
kunnen het uiterlijk verkleuren of nadelig aantasten.
• Gebruik dit apparaat niet in een natte omgeving, zoals een
omgeving, die blootstaat aan regen of andere vochtigheid.
Dit ter voorkoming van defecten.
• Leg niets wat water bevat (bijv. een bloemenvaas) op het
apparaat. Vermijd tevens het gebruik van insecticiden,
parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen, etc, bij het
apparaat. Verwijder vloeistof dat op het apparaat is
gemorst voorzichtig met een droog doekje.
Onderhoud
• Gebruik voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat
een zacht, droog doekje of doekje dat licht vochtig is.
Gebruik voor het verwijderen van hardnekkig vuil een
doekje dat vochtig is gemaakt met een mild schoonmaakmiddel. Veeg het vervolgens goed droog met een zacht,
droog doekje.
• Gebruik ter vermijding van verkleuring of misvorming
nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen.
Reparatie en data
• Wees er van bewust, dat alle data in het geheugen van het
apparaat verloren kan gaan als het apparaat wordt weggebracht voor reparatie. Belangrijke data moet u altijd als
back-up opslaan in een ander MIDI apparaat (bijv. een
sequencer) of schrijf het ergens op (als dat mogelijk is).
Tijdens reparatie wordt er voorzichtig omgegaan met de
data om verlies ervan te vermijden. Het kan echter zijn, dat
in sommige gevallen (zoals bij defect aan het circuit gerelateerd aan het geheugen) het niet meer mogelijk is dat de
data in het geheugen bewaard blijft Roland neemt bij dit
soort verlies van data geen verantwoordelijkheid.
Geheugen back-up
• Dit apparaat bevat een batterij dat het geheugen circuit van
het apparaat voedt als de stroom uitstaat. Als de batterij
zwak wordt, zal het onderstaande bericht in het scherm
verschijnen. Vervang bij het zien van dit bericht zo spoedig
mogelijk de batterij om het verlies van data in het
geheugen te voorkomen. Om de batterij vervangen, kunt u
een muziekwinkel raadplegen of het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een officiële Roland distributeur,
die aangegeven staan op de toegevoegde “Informatie”
kaart.
4
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Wees ervan bewust, dat de gegevens in het geheugen
onherroepelijk verloren kunnen gaan bij defecten of bij
onjuist gebruik van dit apparaat. Maak ter bescherming
van het verliezen van data regelmatig een back-up in een
ander MIDI apparaat (bijv. een sequencer) van belangrijke
data, die u in het geheugen van het apparaat heeft
opgeslagen.
• Helaas kan het onmogelijk zijn om data vanuit een ander
MIDI apparaat te herstellen, als het al is verloren. Roland
Corporation neemt hiervoor geen verantwoordelijkheid.
• Wees zorgvuldig bij het gebruik van de knoppen, schuiven
en ander controllers en bij het gebruik van de aansluitingen
en de snoeren. Grof gebruik kan defecten veroorzaken.
• Druk nooit hard op het scherm.
• Gebruik bij het aansluiten of loskoppelen van snoeren
altijd de plug. Trek nooit aan de kabel. Op deze manier zult
u defecten aan de kabel weten te voorkomen.
• Gebruik het apparaat op redelijke volume instellingen,
zodat uw buren geen last van u hebben. U zou kunnen
overwegen een koptelefoon te gebruiken, zodat u geen
zorgen hoeft te maken met degenen om u heen (zeker ’s
avonds laat).
• Geluidsvibraties kunnen door vloeren en muren meer
overlast veroorzaken dan u denkt. Zorg ervoor dat het de
buren niet stoort. Hoewel de drumpads en pedalen zo zijn
gemaakt, dat ze zo min mogelijk geluid maken wanneer ze
vast zitten, kan rubber meer geluid maken dan gaas. U
kunt bijgeluiden van de pads effectief verminderen door
over te stappen op gaasvellen.
• Gebruik bij het vervoeren van het apparaat de doos
(inclusief het vulkussen) waar het in zat. Gebruik anders
gelijksoortig verpakkingsmateriaal.
• Gebruik Roland kabels bij het maken van de verbinding.
Mocht u andere kabels gebruiken, let dan alstublieft op de
volgende voorzorgsmaatregelen.
• Sommige kabels gebruiken weerstanden. Gebruik deze
kabels niet. Het gebruik van kabels met weerstanden
kan ervoor zorgen, dat het geluidsvolume extreem laag
is of zelfs onmogelijk te horen is. Voor informatie over
kabelspecificaties neem contact op met de fabrikant van
de desbetreffende kabel.
5
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN.....................4
Index .......................................................................................................140
11
Kenmerken
Volledig palet van interne geluiden voor alle
gebruiken, van de oefenruimte tot aan live
optredens
■ Bevat 99 verschillende Drumkits
U kunt onmiddellijk beginnen te spelen op één van de vele drumkits, door er een te selecteren.
Deze kits zijn te gebruiken in vele verschillende situaties, van de oefenruimte tot aan live
optredens.
■ 1024 Drum instrumenten
U kunt verschillende drum instrumenten uit verschillende muzikale genres combineren om zo uw
eigen originele drumkit samen te stellen
■ 170 Verschillende Preset songs
Om meteen met oefenen te beginnen, hoeft u alleen maar een Preset song te selecteren. Vervolgens
kunt u de drumpartij spelen door eenvoudig de drumpartij van de Preset song te dempen. U kunt
tevens 100 interne songs gebruiken voor het opnemen van uw eigen drumpartij (User songs).
■ 262 Begeleidingsinstrumenten
De TD-6V’s overvloed aan begeleidingsinstrumenten staan u toe op te nemen in een uiteenlopende
reeks van muzikale genres.
Klankrijke expressie
■ Compatible met V-PAD gaasvellen
Roland’s V-PAD gaasvellen, die bekend staan om hun natuurlijke drumgevoel, kunnen worden
gebruikt met de TD-6V en zijn tevens compatible met de dual tom trigger.
■ Crossstick techniek beschikbaar (p.36)
■ Speel Rim-shots (p.36), Cymbal-edge-shots (p.37) en gebruik
Cymbal-choking (p.38)
■ Toonhoogte bediening beschikbaar met het hi-hat
bedieningspedaal (p.64)
U kunt het hi-hat bedieningspedaal gebruiken om de toonhoogte van de pad instrumenten te
veranderen.
■ Compatible met dual tom triggers
12
Functie en bediening uitstekend voor live
optredens
■ Flattop ontwerp voor goed zicht
■ Knoppen lichten op voor makkelijke bediening, zelfs op het
podium
■ Grote [+] en [-] knoppen, die zelfs met drumsticks bediend
kunnen worden
Gemakkelijke functies voor het oefenen
■ Bevat metronoom (Click) (p.79)
■ Bevat Part Mute functie voor het dempen van specifieke
stukken tijdens het spelen met Preset songs (p.48, p.77)
■ Gebruik de TD-6V als een MIDI sound module met een externe
sequencer (p.106)
■ Ondersteund General MIDI (p.52, p.99)
De TD-6V heeft een GM functie, die GM partituren kan afspelen.
Deze modus bevat een functie, die u toestaat tot het dempen van geluid van een specifiek gedeelte
tijdens het afspelen van GM partituren. Dit is zeer handig voor gebruik met oefenen en meespelen.
General MIDI () System
General MIDI bestaat uit een set instructies en voorstellen om de beperkingen van eigen
ontwerp tegen te gaan, en de MIDI mogelijkheden van geluidsgeneratoren te
standariseren. Alle geluid genererende apparaten en muziek Files, aangepast aan General
MIDI zijn van dit logo () voorzien.
Om dezelfde muzikale uitvoering op een apparaat uit te voeren met het General MIDI logo
is dan mogelijk.
13
Hoe deze handleiding te gebruiken
Samenstelling van deze
handleiding
Deze gebruikershandleiding is als volgt samengesteld:
Instellingsgids (p.15)
Dit gedeelte legt, voor diegenen die de TD-6V voor het eerst
gebruiken, uit welke voorbereidingen er nodig zijn voor het spelen, inclusief hoe de standaarden op te zetten, pad instellingen te
maken en de stroom van de TD-6V aan te zetten. Tevens bevat dit
gedeelte uitleg over hoe de TD-6V te combineren met andere
optionele pads voor optimaal gebruik van de functies van de
TD-6V.
Snelle start (p.39)
Dit gedeelte bevat uitleg over het spelen met de talrijke interne
drumkits en Preset songs.
Gevorderd gebruik (p.5 9)
De TD-6V staat u toe van favoriete drumkits nieuwe drumkits te
creëren en songs te schrijven uit het opgenomen materiaal, dat u
heeft ingespeeld. Dit gedeelte bevalt gedetailleerde uitleg van alle
TD-6V functies.
• Hoofdstuk 1 Functies voor het creëren van drumkits
(p.54)
Hier staan de instellingen voor het creëren van geluiden.
• Hoofdstuk 2 Functies voor het juist gebruiken van
de pads (p.69)
Hier worden de instellingen beschreven, die nodig zijn
om de creativiteit uit de TD-6V en de pads te halen.
• Hoofdstuk 3 TD-6V instellingen (p.76)
Dit gedeelte bevat instellingen als scherm contrast en
song volume, die voor de TD-6V in het algemeen gelden.
• Hoofdstukken 4-6 Het gebruik van de sequencer en
gerelateerde functies (p.79)
Hier vindt u instellingen voor zowel metronoom instellingen als song uitvoeringen, opnames, bewerking en
andere instellingen voor sequencers.
• Hoofstukken 7-8 MIDI instellingen en voorbeelden,
hoe MIDI gebruikt wordt (p.95)
Dit hoofdstuk legt uit, hoe u MIDI gebruikt, zowel voor
het opslaan van data naar een extern apparaat als voor
het gebruiken van de TD-6V als General MIDI geluidsmodule.
tijdens gebruik een foutmelding verschijnt, raadpleeg dan “Berichten en foutmeldingen” en neem dan de gepaste maatregelen. Dit
gedeelte biedt u ook verschillende lijsten en de MIDI implementatiekaarten.
Termen gebruikt in deze
handleiding
• Knopnamen staan tussen vierkante haken “ [ ]” , zoals
de [KIT] knop.
• (p.**) indiceert naar een pagina.
• Stappen in handelingen kunnen als volgt verkort worden.
[KIT] ➝ [EDIT]
1. Druk op [KIT]
2. Druk op [EDIT]
[SHIFT] + [KIT]
1. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk vervolgens
op [KIT]
• De functies van sommige knoppen, zoals [EDIT
(SETUP)], veranderen als [SHIFT] ingedrukt wordt
gehouden. De functie, die vrij komt als [SHIFT] ingedrukt wordt gehouden, verschijnt tussen haakjes.
• Symbolen, die verschijnen aan het begin van zinnen in
de handleiding, hebben de volgende betekenissen.
Dit indiceert een waarschuwende aantekening.
Zorg dat u deze leest.
Dit zijn memo’s die informatie bevatten omtrent
instellingen en functies. Lees dit als het nodig is.
Dit zijn nuttige hints voor het gebruik. Lees dit
als het nodig is.
Deze verwijst naar informatie. Lees dit als het
nodig is.
Dit zijn beschrijvingen van terminologie. Lees dit
als het nodig is.
* De uitleg in deze handleiding bevat illustraties, die laten zien wat
het scherm zou moeten weergeven. Het kan zijn, dat het apparaat
een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bv.
nieuwere geluiden). Daardoor zou het kunnen zijn, dat er een
verschil is tussen wat er op uw scherm staat en wat de handleiding
laat zien.
Appendix (p.109)
Mocht u tegen problemen aanlopen, raadpleeg dan “Probleemoplosser” om er zeker van te zijn, dat de instellingen juist zijn. Als er
14
Instellingsgids
Instellingsgids
15
Paneelbeschrijving
Voorpaneel
fig.P-022
Scherm
Het scherm geeft informatie weer, zoals de
drumkit naam, song naam, instellingen, etc.
VOLUME knop
Regelt het volume van de TD-6V (p.24). Zelfs als
er een koptelefoon is aangesloten, zal er geluid
worden komen uit de verschillende uitgangen.
Sequencer gedeelte
• CLICK (TEMPO) knop
Zet de klik aan/uit (p.41).
Wanneer u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt,
en vervolgens op de [CLICK(TEMPO)] drukt,
zullen de tempo instellingen in het scherm
verschijnen (p.43, p.47).
• REC knop
Roept het opname-instellingen scherm op
(Stand-by opnemen; p.93).
• STOP knop
Stop het afspelen van een song (p.45).
Wanneer u dit indrukt nadat de song gestopt
is, dan zal de song terugkeren naar het begin.
• PLAY knop
Weergave van de song (p.45).
Begint met opnemen nadat hij ingedrukt is in
de TD-6V stand-by opname modus (p.93).
• PART MUTE knop
Dempt het geluid van bepaalde partijen
(p.48).
16
Paneelbeschrijving
SONG knop
Roept het basis songinstellingen scherm op
(p.82).
KIT knop
Roept het basis drumkitinstellingen scherm
op (p.55).
SHIFT knop
Wordt in combinatie met andere knoppen
gebruikt.
GebruikFunctie
[SHIFT] + [KIT]Geeft een preview van het
[SHIFT] +
[], []
[SHIFT] +
[CLICK (TEMPO)]
[SHIFT] +
[EDIT (SETUP)]
[SHIFT] + [SONG]Geeft het volume-instellingen
[SHIFT] +
[PLAY]
[SHIFT] +
[STOP]
[SHIFT] +
[PART MUTE]
[SHIFT] +
[+], [-]
geluid van het instrument, dat
is toegewezen aan de
geselecteerde pad (Preview;
p.56)
• Selecteert de trigger input
(Trigger Selectie; p.56)
• Voegt toe en verwijdert
tekens bij het instellen van
drumkit namen en song
namen (p.67, p.87)
Geeft het tempo-instellingen
scherm weer (p.43, p.47)
Voor het algemeen instellen
van de TD-6V (Instellen; p.69,
p.76, p.92)
scherm weer voor
begeleidingsinstrument
(melodische en andere
instrumenten) (p.46)
Terwijl de song aan het
afspelen is, lichten de
knoppen, die corresponderen
aan de percussie pad drum
geluiden, op.
Springt naar songs, die nog
niet zijn gebruikt (new User
songs) (p.92)
Geeft het instellingenscherm
weer voor het dempen van
partijen (p.77)
• Voor het maken van meerder veranderingen tegelijk
in waardes en instellingen
• Verandert instrumentengroepen en songcategorieën (p.57, p.83)
• Verandert van hoofdletters, kleine letters en symbolen bij het instellen van
drumkit namen en song
namen (p.67, p.87)
Bewerkingsgedeelte
• EXIT knop
Gaat terug naar het vorige scherm. Wanneer
deze knop een aantal keer wordt ingedrukt,
gaat het scherm terug naar het Drum Kit
scherm of het Song scherm.
•, knop
Veranderen van scherm, als deze knoppen
worden ingedrukt als het scherm “ ” of “ ”
laat zien.
U kunt de trigger input selecteren door de
[SHIFT] knop ingedrukt te houden, en
vervolgens op [[] of [] te drukken
(p.56).
In het SONG scherm kunt u per maat
terugspoelen en vooruitspoelen. U kunt een
drumkit selecteren in het KIT scherm.
• EDIT(SETUP) knop
Geeft het drumkit,- of songinstellingen
scherm weer. Met het ingedrukt houden van
de [SHIFT] knop en het drukken op de
[EDIT(SETUP)] knop kunt u algemene
instellingen voor de TD-6V instellen.
• ENTER knop
Wisselt van scherm als hierop wordt gedrukt
als “” in het scherm staat.
+ (Verhoging) knop,
- (Vermindering) knop
Deze worden gebruikt om te wisselen van
drumkits en songs, en voor het aanmaken van
waarde instellingen.
• Door het drukken op de [+] knop verhoogt
de waarde, door de [-] knop vermindert de
waarde.
• Bij het maken van een aan/uit instelling, zal
[+] de instellingen aanzetten en [-] de
instelling uitzetten.
• Als [SHIFT] ingedrukt wordt gehouden, en
er op [+] of [-] wordt gedrukt, zullen de
instellingswaarden verhoogd of verminderd
worden.
• Als [+] ingedrukt wordt gehouden, en er
vervolgens op [-] wordt gedrukt, zullen
instellingen versneld vergroten. Als [DEC/+]
wordt ingehouden, en vervolgens op [-]
wordt gedrukt, zullen de instellingen
versneld verminderen.
Instellingsgids
17
Paneelbeschrijving
Achterpaneel
fig.P-023
POWER knop
Schakelt de stroom aan/uit (p.23).
Snoer bevestiging
Bevestigt het stroomsnoer (p.22).
adapter aansluiting
Sluit de bijgeleverde adapter aan op deze
aansluiting (p.22).
OUTPUT aansluiting (L (MONO), R)
Sluit deze aan op uw versterker of audio
systeem. Voor een mono ouput sluit u het snoer
dan aan op de L/MONO aansluiting (p.22).
MIX IN aansluiting
Sluit deze aan op uw CD, MD, cassettedeck of
gelijkwaardige apparatuur (p.51).
Het geluid, dat via deze aansluiting binnenkomt,
zal naar buiten geleid via de OUTPUT en de
PHONES aansluitingen worden.
gespeeld. Tevens gebruikt u deze aansluitingen,
wanneer u TD-6V instellingen wilt opslaan op
een MIDI sequencer of gegevens laadt vanaf een
MIDI sequencer.
HH CTRL (Hi-Hat Control)
aansluiting
Bevestig hier een hi-hat bedieningspedaal (FD-8)
aan. (p.20)
TRIGGER ingangen
Gebruik deze ingangen voor het aansluiten van
optionele pads, bekkens en kick trigger
apparaten aan de TD-6V (p.20).
Voor meer gedetailleerde informatie over elke
aparte trigger ingang kunt u kijken bij “ Trigger
ingangen, en de pads die u kunt gebruiken”
(p.33).
Veiligheidsgleuf ()
http://www.kensington.com/
PHONES aansluiting
Hier kan een stereokoptelefoon op aangesloten
worden (p.22).
Zelf als de koptelefoon is aangesloten, zullen de
output aansluitingen signaal afgeven.
MIDI aansluitingen (IN, OUT/THRU)
Gebruik deze aansluitingen als u een MIDI
sequencer, MIDI keyboard of ander MIDI
apparaat gebruikt om geluiden met de TD-6V te
spelen, die via een externe MIDI
geluidsgenerator via de TD-6V of de pads wordt
18
Het maken van instellingen
Het plaatsen van de TD-6V op de standaard
1
Bevestig de standaardhouder (bijgeleverd met de optionele
drumstandaard) aan de TD-6V.
Bevestig de houder aan het apparaat met behulp van de schroeven, die aan
het onderpaneel vastzitten, zodat het apparaat gericht is, zoals het is laten
zien in het diagram.
Gebruik de 8mm schroeven (M5x8), die met de TD-6V zijn meegeleverd.
Gebruik van andere schroeven kunnen resulteren in schade aan het
apparaat.
fig.P-009.e
• Bij het op zijn kop zetten
van het apparaat kunt u
een stapel kranten, tijdschriften pakken en
onder de vier hoeken
plaatsen om schade aan
het bedieningspaneel te
voorkomen. Tevens, zou
u het apparaat zo moeten richten, dat het
bedieningspaneel geen
schade ondervindt.
• Wees voorzichtig bij het
op zijn koppen zetten
van het apparaat, zodat
het niet valt.
Instellingsgids
Smal
2
Bevestig de TD-6V en de standaardhouder aan de drumstandaard
(zoals de optionele MDS-3C, MDS-8C of MDS-20).
Voor details over het assembleren van de drumstandaard en het bevestigen
van de TD-6V, verwijzen we naar de gebruikershandleiding van de
drumstandaard.
Breed
Om de TD-6V aan een bek-
kenstandaard of iets derge-
lijks te bevestigen, zou de
optionele APC-33 klem
kunnen gebruiken voor de
standaardhouder. Deze
kan bevestigd worden aan
een pijp met een diameter
van 10,5 mm tot 30 mm.
19
Het maken van instellingen
b
Het aansluiten van de pads en de
pedalen
Sluit de pads, de bekkenpads, het hi-hat bedieningspedaal en het kick trigger
apparaat aan met de bijgeleverde snoeren.
Verwijs zorgvuldig naar de nummers, die in de illustratie te zien zijn, en sluit
de juiste TRIGGER INPUT aansluiting aan op het achterpaneel.
Instellingsvoorbeeld
fig.P-011.e
TRIGGER INPUT jacks
Zorg voor een juiste
instelling van de spanning,
voordat u de pads met
gaasvellen (PD-60, PD-
80R, PD-100, PD-105, PD-
120, PD-125, KD-80, KD-
120 of RP-2) gebruikt.
Wanneer u op een vel met
een te lage spanning slaat,
zou dit de sensor kunnen
eschadigen. Voor meer
informatie over het
aanpassen van de
spanning van het vel
verwijzen wij u naar de
gebruikershandleiding van
de desbetreffende pad.
Voor de meest complete
uitvoeringsexpressie kunt
u gebruiken maken van
Roland’s exclusieve lijn
van optionele pads (PD-6,
PD-7, PD-9, PD-80, PD-
80R, PD-100, PD-120 en
RP-2), bekkens (CY-6, CY-
12H, CY-12R/C, CY-14C
en CY-15R) en kick trigger
apparaten (KD-7, KD-80 en
KD-120).
20
■ Het aansluiten van twee pads aan de trigger
ingangen 5/6 (TOM2/AUX) en 7/8 (TOM3/4)
Met de optionele kabel (PCS-31) of een standaard tussenkabel kunt u twee
pads aansluiten aan de trigger ingangen 5/6 (TOM2/AUX) en 7/8 (TOM3/
4).
Voor instructies over deze instellingen, kijk op p. 69.
fig.P-012.e
TD-6V Achterpaneel
Het maken van instellingen
Wanneer u de optionele
kabel (PCS-31) of een
standaard tussenkabel
(stereo naar twee mono
aansluitingen) gebruikt
voor het aansluiten van
twee pads aan 1 ingang (5/
6 of 7/8), zijn rim-shots
niet meer mogelijk.
Wanneer u een enkele pad
(met rim-shot functie) via
een stereokabel gebruikt,
dan zijn rim-shots
uiteraard wel mogelijk.
Instellingsgids
PD-8
21
Het maken van instellingen
Het aansluiten van koptelefoon, audioapparatuur, versterkers en andere apparaten
fig.P-010
R
L
Miniatuur stereo koptelefoon type
921
22
Miniatuur stereo koptelefoon type
1
Sluit de stroom af van alle apparaten, voordat u ze gaat aansluiten.
Om storingen en/of defecten aan speakers en andere apparatuur te
voorkomen, zorg dat het volume altijd laag staat en zorg dat de stroom van
alle apparaten uitstaat voor het aansluiten.
2
Verbind de bijgesloten adaptor met de adaptor ingang.
3
Verbind de OUTPUT L(MONO) en R ingangen op het achterpaneel met
uw audio-systeem of versterker. Wanneer u een koptelefoon gebruikt,
verbind deze dan met de PHONES ingang.
4
Stop de adapter in een stopcontact.
Gebruik de
snoerbevestiging, zoals
laten zien in de illustratie,
om onbedoeld uitvallen
van de stroom naar uw
apparaat te voorkomen
(als de plug per ongeluk
eruit zou worden
getrokken), en om
onbedoelde spanning aan
het snoer te voorkomen.
Door het gebruik van de
MIX IN ingang van de
TD-6V kunt u met een CD
of iets dergelijks
meespelen (p.51).
Aan/uitzetten van de stroom
j
941
Zet de stroom aan van uw apparaten in de juiste volgorde als al de
verbindingen zijn gemaakt (p.22). Door het in de verkeerde volgorde aanzetten
van uw apparaten riskeert u storingen of defecten aan speakers en andere
apparatuur.
fig.P-001
1, 53
Instellingsgids
5
1
Draai de [VOLUME] knop volledig naar links om het volume naar het
minimale niveau te brengen.
2
Draai het volume uit van de verbonden versterker of het audio-systeem.
3
Druk op de [POWER] knop om de stroom aan te zetten.
Voorzorg bij het aanzetten van de stroom
Nadat de stroom is aangezet, verschijnt de drumkit naam in het
scherm. Druk NIET op een pad of pedaal, totdat [KIT] oplicht.
fig.P-002ai
Dit apparaat is uitgerust
met een veiligheidscircuit.
Een klein moment (paar
seconden) is nodig, nadat
de stroom is aangezet om
het apparaat normaal te
laten functioneren.
Als het hi-hat bedienings-
pedaal ingedrukt is tijdens
het aanzetten van de
stroom, zal de bediening
van het openen en dicht-
maken van de hi-hat niet
uist werken. Wanneer er
tijdens het aanzetten van
de stroom op de pads
wordt geslagen, zal de
respons van de pads ver-
minderen als ze licht wor-
den aangeslagen.
23
Aan/uitzetten van de stroom
4
Zet de stroom van de aangesloten versterker of het aangesloten audiosysteem aan.
5
Druk op [SHIFT] + [KIT] (PREVIEW) of sla op de pad, draai vervolgens
terwijl u luistert de [VOLUME] knop open om het volume te veranderen.
Draai tevens het volume van de aangesloten versterker of het audio-systeem
op een geschikt niveau.
Geen geluid, zelfs bij het indrukken van [SHIFT] + [KIT]
(PREVIEW)
Controleer de volgende punten.
Bij het gebruik van versterker of audio-systeem
• Is de volume-instelling van de versterker of van het audio-systeem
correct?
• Is de versterker of het audio-systeem op de juiste manier verbonden
met de TD-6V?
• Is er een probleem met een verbindingskabel?
• Zijn de juiste input selectie instellingen van de versterker of het
audio-systeem gemaakt?
Bij het gebruik van koptelefoon:
• Is de koptelefoon verbonden aan de [PHONES] ingang?
Waarschuwing wat
betreft volume
Als het volume bij het
aanslaan van de pads,
onveranderd blijft bij het
afspelen van demo songs
of andere songs, kan het
volume opeens verhogen.
Dit kan oorpijn of defecten
aan speakers veroorzaken.
Draai voor het afspelen
van songs de [VOLUME]
knop naar een lager
volumeniveau om
vervolgens tijdens het
afluisteren het volume op
gepaste wijze te verhogen.
Het uitzetten van de stroom
1
Draai het volume van de TD-6V en van de aangesloten externe
apparaten volledig uit.
2
Zet de stroom van alle externe apparaten uit.
3
Druk op de [POWER] knop van de TD-6V om de stroom uit te zetten.
24
Herstel van fabrieksinstellingen (Factory Reset)
Dit herstelt de pad en instrument instellingen, song data en andere
informatie opgeslagen in de TD-6V naar de originele fabrieksinstellingen.
fig.P-003
21
Door het uitvoeren van
deze operatie gaan alle
data en instellingen
opgeslagen in de TD-6V
verloren. Gebruik de “Bulk
Dump” functie om cruciale
data en instellingen op een
extern MIDI apparaat op te
slaan (SETUP/BULK
DUMP/Bulk Dump;
p.103).
Kijk voor meer informatie
over data compatibiliteit
tussen de TD-6 en de TD-
6V op p.103.
Instellingsgids
43, 5, 6
1
Houd [SHIFT] ingdrukt, druk vervolgens op [EDIT (SETUP)].
[EDIT (SETUP)] brandt.
fig.P-004ai
2
Druk op [] om “FactoryReset” te selecteren.
fig.P-005_50
3
Druk op [ENTER].
Het Factory Reset scherm verschijnt.
fig.P-006_50
Als u [SHIFT] en
[EDIT(SETUP)] ingedrukt
houdt bij het aanzetten van
de stroom, springt het
scherm naar het Factory
Reset scherm. Bij het
uitvoeren van Factory
Reset, lees verder vanaf
stap 4.
25
Herstel van fabrieksinstellingen (Factory Reset)
4
Druk op [+] of [-] om de parameter te selecteren, die u wilt herstellen
naar de fabrieksinstellingen.
Selecteer hier “ALL” om alle instellingen naar de originele
fabrieksinstellingen te herstellen.
ALL:
Alle interne instellingen worden hersteld naar de originele
fabrieksinstellingen.
THIS DRUM KIT:
Alleen de instellingen van de geselecteerde drumkit worden hersteld
naar de fabrieksinstellingen.
ALL DRUM KITS:
De instellingen van alle interne drumkits van de TD-6V worden
hersteld naar de fabrieksinstellingen.
ALL SONGS:
Alle interne song data van de TD-6V wordt hersteld naar de
fabrieksinstellingen.
5
Druk op [ENTER].
Het bevestigingsscherm verschijnt.
fig.P-007_50
Druk op [EXIT] om de
operatie te annuleren.
6
Als u gereed bent om verder te gaan, druk dan op [ENTER] en de
Factory Reset functie zal worden uitgevoerd.
7
Als de Factory Reset is uitgevoerd, zal het Completed scherm
verschijnen
fig.P-008_50
26
Luisteren naar de demo songs
De TD-6V bevat vijf demo songs, die de geluiden en expressieve capaciteiten
van de TD-6V demonsteren.
De drums op de demo songs zijn real time via een sequencer
ingespeeld.
fig.P-029
5341
Instellingsgids
1
Houd [KIT] ingedrukt, en druk op [SONG].
Het “DEMONSTRATION” scherm verschijnt.
fig.P-030_50
2
• Alle rechten zijn gereserveerd.
Ongeautoriseerd gebruik van dit materiaal
in welke vorm ook,
anders dan privé en persoonlijk plezier, is in
strijd met de wet.
• Geen data voor de
muziek, die wordt afgespeeld zal uit de MIDI
OUT ingangen komen.
27
Luisteren naar de demo songs
2
Druk op [+] of [-] of druk op [] of [] om een song te selecteren en
af te spelen.
Het afspelen van de demo songs begint. De vijf demo songs worden achter
elkaar afgespeeld.
4
Als het u het afspelen wilt stoppen, druk dan op [STOP].
Waarschuwing wat
betreft het volume
Als het volume bij het
aanslaan van de pads,
onveranderd blijft bij het
afspelen van demo songs
of andere songs, kan het
volume opeens verhogen.
Dit kan oorpijn of defecten
aan speakers veroorzaken.
Draai voor het afspelen
van songs de [VOLUME]
knop naar een lager
volumeniveau om
vervolgens tijdens het
afluisteren het volume op
gepaste wijze aan te
passen.
28
5
Als u klaar bent met het luisteren naar de demo song, druk dan op
[KIT], [SONG] of [EXIT].
Selecteren van pad type
Maak de instellingen voor het soort pad (trigger type) om te verzekeren, dat
de TD-6V precies ontvangt, wat er op de pads gespeeld wordt. Stel elke
trigger ingang in, zoals hieronder wordt beschreven.
Geoptimaliseerde instellingen voor de TD-6V zijn meegeleverd in de
fabrieksinstellingen van de TD-6V.
fig.P-014
81
236
De volgende parameters
zijn automatisch ingesteld
tot de meest efficiënte
waarden voor elke pad, als
u het trigger type selec-
teert.
Instelling van pad
gevoeligheid; p.71)
• Sensitivity
• Threshold
• TrigCurve
Fijn afstelling trigger
parametersn; p.73)
• Scan Time
• Retrig Cancel
• Mask Time
• Rim Sens
De trigger parameters
moeten zodanig worden
aangepast om ze gelijk te
stellen aan uw configuratie
en de omgeving, waarin
het wordt gebruikt.
Instellingsgids
1
Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [EDIT(SETUP)].
[EDIT(SETUP)] brandt.
fig.P-015ai
2
Druk op [] om ‘TRIG BASIC” te selecteren.
fig.SETUP-BASIC_50 (SETUP-BASIC)
3
Druk op [ENTER].
fig.P-016_50
29
Selecteren van pad type
4
Sla op de pad, die u wenst in te stellen
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad verschijnt.
5
Selecteer het best passende trigger type voor een pad die u gebruikt
uit de volgende lijst:
Druk op [+] of [-] om het trigger type te selecteren.
7
Herhaal Stappen 4-6 om het trigger type voor elke pad in te stellen.
8
Druk op [KIT].
[KIT] brandt, en het Drum Kit scherm verschijnt.
fig.P-017ai
9
Sla op de pads en druk de pedalen in om het volgende te controleren.
• Wordt er geluid geproduceerd door de pads en de pedalen?
• Komt het juiste instrumentgeluid uit de juiste pad?
Als het juiste geluid niet wordt geproduceerd, controleer dan nogmaals de
pad instellingen, en kijk anders bij “Probleemoplosser” (p.110).
Deze instellingen zijn van
pas op zowel het vel als de
rand.
30
Aanpassen van de padgevoeligheid
U kunt de gevoeligheid van de pads aanpassen naar uw eigen smaak en
speelstijl. Door het aanpassen van de gevoeligheid van de TD-6V kunt u de
correlatie tussen uw speelsnelheid (kracht), de respons en het volume van het
geluid veranderen.
fig.P-018
81
De gevoeligheidsinstellin-
gen zijn automatisch inge-
steld op de meest efficiënte
waarden voor elke pad als
u het trigger type selecteert
(p.29). U kunt dit naar
wens aanpassen.
Instellingsgids
1
Druk op [EDIT(SETUP)], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
[EDIT(SETUP)] brandt.
fig.P-019ai
2
Druk op [] om “TRIG BASIC” te selecteren.
fig.SETUP-BASIC_50 (SETUP-BASIC)
3
Druk op [ENTER].
2, 436
31
Aanpassen van de padgevoeligheid
4
Druk op [] om “Sensitivity” te selecteren.
fig.P-020_50
5
Sla op de pad, die u wilt instellen.
Het instellingscherm van de aangeslagen pad veschijnt.
6
Druk op [+] of [-] om de gevoeligheid van de pads aan te passen.
Hier kunt u een instelling van 1 – 16 maken.
Hogere instellingen resulteren in hogere gevoeligheid, hierdoor zal de pad
een luid volume produceren, zelfs als het zacht wordt aangeslagen.
Lagere instellingen resulteren in lagere gevoeligheid, hierdoor zal de pad een
zacht volume produceren, zelfs als het hard wordt aangeslagen.
U kunt tevens de selectie
maken door op [SHIFT] +
[] of [SHIFT] + []
(Trigger Select) te drukken.
Deze instellingen zijn van
pas op zowel het vel als de
rand.
Het instellen van het algemene mikpunt
Stel de gevoeligheid zo in, dat de indicator de maximale positie bereikt als u
met maximale dynamiek speelt. Er verschijnt een vlag zodra de indicator de
maximale positie bereikt ().
fig.P-020aai.e
Indicator
Indicator (Maximum)Maximum indicatie
7
Herhaal stappen 5 en 6 voor het maken van andere nodige pad
gevoeligheidsinstelllingen.
8
Druk op [KIT].
[KIT] brandt, en het Drum Kit scherm verschijnt.
fig.P-021ai
Met elektronische drum-
kits is het totaal volume
ook een belangrijk ele-
ment. Door het luisteren
op een laag volume kan
het lijken alsof er te wei-
nig verandering in volume
is, waardoor u misschien
nodeloos de gevoeligheid
hoger instelt. Zorg ervoor
het volume van de verster-
kers of de koptelefoon op
gepast niveau in te stellen,
zodat u de juiste instellin-
gen kunt maken.
32
Over de pads
b
b
Trigger ingangen van pads die u kunt
gebruiken
Hoewel u eerdere modellen van pads, kick trigger apparaten en andere
apparaten met de TD-6V kunt gebruiken, kan het zijn dat pads en trigger
ingangen niet combineerbaar zijn, wat betekent dat u niet kunt spelen op
sommige pads.
■ Trigger ingang functies
Het volgende laat de beschikbare trigger ingang functies zien.
fig.P-024.e
11
RIDE
Head 11
Rim 11
10
CRASH2
Head 10
Rim 10
3
HI-HAT
Head 3
Rim 3
9
CRASH1
Head 9
Rim 9
2
SNARE
Head 2
Rim 2
7
TOM3
Head 7
Rim 7
8
TOM4
Head 8
1
KICK
Head 1
5
TOM2
Head 5
Rim 5
6
AUX
Head 6
4
TOM1
Head 4
Rim 4
Instellingsgids
Gebruik de met de pad
meegeleverde kabel om de
pad met de TD-6V te
verbinden. Het rand
geluid wordt onbeschik-
aar als u een mono kabel
gebruikt om een pad, die
eschikbaar is voor het
spelen van rim-shots en
chokes, te verbinden.
*1*1
*1: Door het gebruik van een optionele kabel (de PCS-31) of een standaard
tussenkabel kunt u twee pads toewijzen aan een enkele trigger ingang.
In dit geval worden de rand geluiden van “Trigger Input 5 (TOM2)” en
“Trigger Input 7 (TOM3)” niet bruikbaar. Voor meer informatie over de
nodige verbindingen kunt u kijken op p.21.
33
Over de pads
■ Combinaties tussen pad en trigger type
Om plezier te hebben van alle functionaliteit, die de TD-6V en uw pads u biedt, kunt u de
volgende lijst nalopen en de pads selecteren, die het meest geschikt zijn voor uw toepassing.
O: Kan worden gebruikt.
X: Kan niet worden gebruikt.
Slash: Deze trigger ingangen kunnen geen rand geluiden aan.
*1:Wanneer choking op de CY-12R/C of de CY-15R wordt toegepast , kunt u zowel
Edge Shots spelen als Bell Shots.
*2:TRIGGER INPUTS 6 (AUX) and 8 (TOM) kunnen alleen worden gebruikt met
gebruik van de optionele kabel (PCS-21) of een standaard tussenkabel om twee
pads met een enkele trigger ingang te verbinden.
Voor meer gedetailleerde informatie kunt u vorige gedeelten bekijken.
34
■ Aan te raden parameters voor de pads
De trigger parameters (behalve de Xtalk Cancel) zijn automatisch ingesteld op de meest
efficiënte waarden voor elke pad als u het trigger type selecteert.
De trigger parameters zouden het nodige moeten worden aangepast om aan uw actuele
instellingen te voldoen en om te voldoen aan de omgeving, waarin het wordt gebruikt.
Maak de instellingen voor de parameters als het nodig is (Basis trigger parameters: p.71;
Gevorderde trigger parameters: p.73).
De “Xtalk Cancel (Crosstalk Cancel)” waarde verandert niet als het trigger type wordt
veranderd. Het moet worden aangepast om aan uw actuele instellingen te voldoen en om
te voldoen aan de omgeving, waarin het wordt gebruikt (SETUP/ TRIG BASIC/Xtalk
Cancel; p.73).
• Gebruik de “RT-7K”, de “RT-5S” of de “RT-3T” instelling als u akoestische drums
gebruikt. Voor meer details kunt u kijken bij “De TD-6V gebruiken met akoestische
triggers” (p.75).
35
Over de pads
Spelen op de pads
■ Head-shots en rim-shots op de pads
Wanneer u een head-shot uitvoert, bespeelt u de kop van het instrument.
Rim-shots produceren geluid met de rand van het instrument.
Om een rim-shot te spelen, moet u het vel en de rand van de pad tegelijk
105 of PD-125, verbindt
dan de pad aan TRIGGERINPUT 2(SNARE).
Head
Head
■ Cross-stick
Als u een cross-stick uitvoert, wordt de rand van het instrument bespeeld.
Bij het spelen van een cross-stick op de PD-80R of de PD-120 moet u alleen de
rand (uiterste randje) van de pad bespelen. Door het plaatsen van uw hand
op de kop (midden gebied) van de pad zorgt ervoor, dat het cross-stick geluid
niet goed doorkomt.
fig.P-025a.e
Rand
Rand
Head
Rand
Head
Rand
• Bij het gebruiken van
rim-shots op de PD-80R,
PD-105 of PD-125, verbindt dan de pad aan
TRIGGER INPUT
2(SNARE).
• Cross-stick wordt ook
wel “close rim-shot”
genoemd.
Door het selecteren van
instrumenten waarvan de
naam eindigt op “XS”
geeft het spelen van een
rim-shot het geluid van
een rim-shot en het spelen
van een cross-stick geeft
een afgebroken tik.
36
■ Bekken bow-shots/edge-shots/bell-shots
Als u een bow-shot uitvoert bespeelt u de welving van het instrument; edgeshots en bell-shots produceren geluid aan de rand van het instrument.
CY-6, CY-12H, CY-14C:
Beschikken over bow-shots en edge-shots
CY-12R/C, CY-15R:
Als toevoeging op bow-shots kunnen tevens zowel edge-shots als
bell-shots gespeeld worden.
Bell-shots worden gespeeld door de bel met de schouder van de stok
ietwat krachtig aan te slaan.
fig.P-026.e
Bow ShotEdge Shot
Welving
Over de pads
Instellingsgids
Als u edge-shots met de
CY-12R/C of CY-15R toe-
past, gebruik dan de
BOW/EDGE uitgang.
Voor bell-shots gebruikt u
de BOW/BELL uitgang.
Rand
Bell Shot
Bel
CY-12R/C
CY-15R
37
Over de pads
■ Cymbal choke
Door het aanslaan van een pad en vervolgens de rand van de pad vast te
grijpen, kunt u een noot dempen, terwijl deze nog doorklinkt. Deze techniek
wordt choking genoemd.
fig.P-027.e
Hi-hat bedieningspedaal
Door het aansluiten van een hi-hat bedieningspedaal (FD-8) verkrijgt u
achtereenvolgend controle over het openen en sluiten van de hi-hat.
fig.P-028.e
FD-8
Geopende hi-hat:
Sla de hi-hat aan, zonder het pedaal ingedrukt te houden.
Gesloten hi-hat:
Sla de hi-hat aan met het pedaal ingedrukt.
Voet geopend:
Druk het pedaal volledig in.
Voet gesloten:
Druk het pedaal in, en laat het vervolgens onmiddellijk los.
38
Snelle start
Snelle start
39
Kiezen van een drumkit
b
De TD-6V wordt met 99 preset drumkits geleverd. Het is nu waarschijnlijk
tijd geworden om de drumkits uit te proberen door ze te selecteren en te
bespelen.
fig.Q-001
1
2
1
Druk op [KIT].
[KIT] brandt, en het “DRUM KIT” scherm verschijnt.
fig.Q-002ai
Om te zien, welke drum-
kits er geselecteerd kunnen
worden, kunt u kijken bij
de “Drumkit lijst” (p.118).
Een drumkit berstaat uit
een verzameling
instellingen, waaronder de
pad instellingen, effecten
enz. Kijk op pag. 54 voor
meer informatie.
Een drumkit optreden is
opgenomen in preset song
#1 “DRUMS”. Door het
veranderen van drumkit
tijdens het afspelen van
preset song #1 (p.44) kunt
u verschillende drumkits
eluisteren en vergelijken.
U kunt ook en in
het “DRUM KIT” scherm
gebruiken om een drum-
kit te selecteren.
2
Druk op [+] en [-] om een drumkit te selecteren.
Voorbeeld wordt onbedoeld afgespeeld bij het aanslaan
van pad
Drumkits bezitten een instelling, die het afspelen van een song beginnen bij
het aanslaan van een pad (Pad pattern functie; p.63).
•
Het stoppen van een song, die aan het afspelen is:
Druk op de [STOP] knop op het paneel (het [PLAY] licht gaat uit).
• Het stoppen van het afspelen van de song als de pad wordt
aangeslagen.
Zet de Pad Pattern functie uit (KIT/CONTROL/PadPtn; p.63).
Om te zien, welke drum-
kit de Pad Pattern functie
gebruikt, kunt u kijken bij
de “Drumkit Lijst” (p.118).
40
Spelen met de metronoom/Click
Aan- en uitzetten van de click
Probeer de metronoom (click)..
U kunt de click aan- en uitzetten door [CLICK] in te drukken.
[CLICK] brandt als de functie aanstaat.
fig.Q-003.e
Click speeltClick speel niet
VerlichtNiet verlicht
fig.Q-004a
1
U kunt het instrument-
geluid en de beat, dat
wordt gebruikt voor de
click, selecteren. Voor
details kijkt u op p.79.
Snelle start
1
Druk op [CLICK].
[CLICK] brandt, en het click geluid begint te spelen.
fig.Q-006
41
Spelen met de metronoom/Click
Regelen van het click volume (level)
fig.Q-004
52
4
1
Zorg dat [EDIT] niet is opgelicht.
Als [EDIT] opgelicht is, kunt u op [KIT] en [SONG] drukken om het uit te
zetten.
fig.Q-005
2
Druk op [CLICK].
[CLICK] brandt, en het click geluid begint te spelen.
fig.Q-006
3
Druk op [EDIT].
[EDIT] brandt, en het click volume scherm verschijnt.
fig.Q-007_50
1, 3
42
4
Druk op [+] of [-] om het volume te selecteren.
5
Als u klaar bent met het maken van de instellingen, drukt u op [EXIT]
om de procedure te beëindigen.
Regelen van het click tempo
fig.Q-008
421
Spelen met de metronoom/Click
Snelle start
3
1
Druk op [CLICK].
[CLICK] brandt, en het click geluid begint te spelen.
fig.Q-006
2
Druk op [CLICK(TEMPO)], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
Het Tempo scherm verschijnt.
fig.Q-009_50
3
Druk op [+] of [-] om het tempo te selecteren.
4
Als u klaar bent met het maken van de instellingen, drukt u op [EXIT]
om de procedure te beëindigen.
Het “Tempo” scherm verdwijnt.
43
Meespelen met songs
Het kiezen en afspelen van een song
De TD-6V bevat een sequencer, die begeleidingstracks en drum nummers
kan opnemen en afspelen.
Deze sequencer komt met 170 preset (voorgeprogrammeerde) songs.
fig.Q-010
134
2
■ Kiezen van een song
U kunt zelf songs opne-
men. Voor details kijkt u
op p.92.
De song stopt opeens bij
het bespelen van de pads.
Het aanslaan van een pad
met de pad pattern functie,
terwijl een song aan het
afspelen is, zorgt ervoor
dat de afspeelfunctie een
nieuwe geselecteerde
songs gaat afspelen.
Sommige songs zijn erg
kort, een paar noten of zelf
een akkoord. Hierdoor kan
het “opeens” stoppen
veroorzaakt worden door
het per ongeluk triggeren
van één van deze korte
songs.
Voor meer informatie over
deze functie kunt u kijken
op p.63 en p.114.
44
1
Druk op [SONG].
[SONG] brandt en het [SONG] scherm verschijnt.
fig.Q-011ai
2
Druk op [+] of [-] om een song te selecteren.
Om te zien, welke songs er
geselecteerd kunnen wor-
den, kunt u kijken bij de
“Preset song lijst” (p.128).
Door het drukken op [+] of
[-]. terwijl u [SHIFT]
inhoudt, kunt u de song
categorie selecteren.
■ Afspelen van een song
b
3
Druk op de
[PLAY]
knop, en de song begint te spelen.
Meespelen met songs
[PLAY]
fig.Q-012
4
Om het afspelen van een song te stoppen, drukt up op
Het
fig.Q-013
Als het afspelen van een song is gestopt, kunt u het volgende doen.
brandt.
[PLAY]
• Door op
song.
• Door het drukken op [] gaat u naar de volgende maat.
• Door het drukken op [] gaat u naar de vorige maat.
licht gaat uit.
[STOP]
te drukken, gaat u terug naar het begin van de
[STOP]
.
Snelle start
Handige functie voor afspelen
Tijdens het afspelen van een Preset song, kunt u de knoppen
corresponderend aan de drumkit laten oplichten.
U kunt, zelfs terwijl de drumklanken uitstaan, de knoppen laten oplichten; dit is handig om met
de voorgeprogrammeerde songs te oefenen.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op
Afspelen van de song begint, en de knoppen corresponderend aan het
nummer van de percussiepartijen lichten op.
Hi-Hat
High TomLow Tom
Kick
2. Om afspelen te stoppen, drukt u op
Mid Tom
Snare
[PLAY]
Cymbals
[STOP]
.
.
Voor details kijkt u op
p.83.
Deze functie is niet
eschikbaar met songs,
waar een drumpartij over-
heen is opgenomen (p.83).
U kunt deze functie niet
gebruiken bij Preset song
#1 “Drums”.
45
Meespelen met songs
Regelen van het songvolume
U kunt het songvolume bijstellen om de balans met het drumkit volume te
corrigeren. Songvolume bestaat uit de volgende twee delen.
Begeleidingsvolume:
Regelt het volume van melodische instrumenten etc. anders dan
percussie.
Percussiepartij volume:
Regelt het volume van de drums en de percussiegeluiden.
fig.Q-016
351
De volume instellingen
hier zijn van toepassing op
alle songs.
2, 4
■
Instellen van het begeleidingsvolume (melodische
instrumenten)
1
Druk op [SONG], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
Het scherm voor het instellen van het volume van de melodische
instrumenten verschijnt.
fig.Q-018_50
2
Druk op [+] of [-] om het volume te selecteren.
■ Instellen van volume van de drums en percussie.
3
Druk op [].
Het scherm voor het instellen van het volume van de drums en percussie
verschijnt.
• De volumebalans tussen de partijen kan worden geregeld in het
“Level” (SONG/PART/
Level; p.88).
• Hier regelt u het volume
van de percussiepartijen. Hoewel de drums
in de Preset songs zijn
opgenomen op het percussie gedeelte (behalve
preset song #1
“DRUMS”), zullen de
drums die u zelf
opneemt bij het creëren
van uw eigen songs
worden opgenomen in
het drumkit gedeelte.
Het volume van de
drumkit partij is te regelen in “MasterVolume”
(master volume) (KIT/
COMMON/MasterVolume; p.66).
46
Meespelen met songs
fig.Q-017_50
4
Druk op [+] of [-] om het volume te selecteren.
5
Als u klaar bent met het maken van de instellingen, drukt u op [SONG]
om te procedure te beëindigen.
Tijdelijk veranderen van het tempo van een song
U kunt tempo van een song tijdelijk veranderen, terwijl het wordt afgespeeld.
De song zal naar zijn preset tempo terugkeren als een andere song wordt
geselecteerd.
fig.Q-014
2
1
Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [CLICK(TEMPO)].
Het tempo instellingen scherm verschijnt.
fig.Q-015_50
31
Snelle start
2
Druk op [+] of [-] om het tempo te selecteren.
3
Als u klaar bent met het maken van de instellingen, drukt u op [EXIT]
om te procedure te beëindigen.
47
Meespelen met songs
b
Dempen van de voorgeprogrammeerde
drums in songs
U kunt in een song alleen de drums dempen. Hierdoor kunt u meespelen.
Probeer dit met song #8, “FUNK ROK”.
fig.Q-019
31
Partij dempen instellingen
lijven intact, zelfs als er
van song is gewisseld.
Nootnummers voor
gedempte drumsound zijn
vooraf vastgesteld en
kunnen niet worden
veranderd.
Kijk op p.125 voor een lijst
met gedempte nootnum-
mers.
24, 5
1
Druk op [SONG].
[SONG] brandt, en het SONG scherm verschijnt.
fig.Q-020ai
2
Druk op [+] of [-] om song #8 te selecteren.
fig.Q-021_50
48
3
Druk op de
[PLAY]
Meespelen met songs
knop, en de song begint met afspelen.
[PLAY]
fig.Q-022
4
Druk op [PART MUTE].
[PART MUTE] brandt, en het drums geluid is gedempt.
fig.Q-023
5
Om de drums te horen, drukt u nogmaals op [PART MUTE].
Het [PART MUTE] licht gaat uit.
fig.Q-023a
brandt.
Met de fabrieksinstellingen
zal het drukken op [PART
MUTE] alleen de drumto-
nen van het percussiege-
deelte gedempt worden.
Door [SHIFT] + [PART
MUTE] in te drukken, kunt
u veranderen van partij die
u wilt dempen (SETUP/
UTILITY/Mute;p.77).
Snelle start
49
Gebruik van de pads om songs af te spelen
De pads kunnen worden ingesteld om het afspelen van songs in te zetten,
zodra ze worden aangeslagen (Pad pattern functie).
Deze functie is alleen beschikbaar met elektronische drums.
De Pad pattern functie is al geselecteerd in drumkit #8, “1ManBand+” .
Gebruik deze drumkit om de functie uit te proberen..
fig.Q-024
1
• Maak de volgende
instellingen als u de Pad
Pattern functie zelf
selecteert.
TROL/Pad Ptn
Velo;p.63)
De volgende zijn hulpfuncties, die beschikbaar zijn als u songs
gebruikt waar Tap Playback of One Shot Playback is gespecifeerd:
“Quick Play” (SONG/
COMMON/Quick
Play;p.86), “ResetTime” (SONG/COMMON/Reset Time;p. 86),
“Tap Exc Sw (Tap
Exclusive Switch)”
(SONG/COMMON/
Tap Exc Sw; p.86)
2
1
Druk op [KIT].
[KIT] brandt, en het “DRUM KIT” scherm verschijnt.
fig.Q-025ai
2
Druk op [+] of [-] om drumkit #14 te selecteren.
fig.Q-026_50
3
Afspelen van songs begint, zodra de volgende pads worden
aangeslagen.
1 KICK: U kunt de baslijn noot voor noot (stap voor stap) met uw kickdrum
spelen.
9 CRASH1 Rim: De akkoorden veranderen wanneer u een pad aanslaat.
De volgende drumkits
gebruiken de Pad Pattern
functie:
• #5 ”LtnPerc+”
• #7 “TblaTun+”
• #8 “1ManBnd+”
• #10 “Guitars+”
Kijk bij de “Drumkit lijst”
(p.118) om andere
drumkits te vinden.
(Kitnamen met “+”
gebruiken de Pad Pattern
functie.
50
Meespelen met CD, Cassette of MD
b
b
(met gebruik van de MIX IN ingang)
Het gebruik van de MIX IN ingang van de TD-6V staat u toe mee te spelen
met een CD of andere externe audiobronnen.
Om defecten en/ of
eschadigingen aan
speakers en andere
apparaten te voorkomen,
zult u altijd het volume en
andere apparaten uit
moeten zetten voor het
maken van verbindingen.
1
Maak de verbindingen, zoals hieronder getoond.
fig.Q-027.e
audio apparatuur, versterker, etc.
CD/MD speler, cassettedeck, etc.
Koptelefoon,
921
CD/MD speler,
cassettedeck, etc.
OUTPUT jack
Gebruik de plug die
correspondeert aan
het apparaat waar u
op afluistert.
Snelle start
Stereo tulpstekker
MIX IN jack
TD-6V
2
Als u begint met het afspelen van een CD-speler of ander apparaat, dan
is het geluid hoorbaar door de koptelefoon, audio apparatuur of ander
apparaten.
Stel het volume van het
afspeelapparaat bij om de
alans tussen de externe
geluidsbron en de drum-
kit te corrigeren.
51
Het gebruik van de TD-6V als een General MIDI
geluidsmodule
De TD-6V bezit een GM modus, die toestaat om GM partijen (muziek data
voor GM geluidsgeneratoren) vanaf een externe sequencer af te spelen. De
TD-6V heeft een functie, die u toestaat om alleen de drums uit de GM modus
te dempen. Voor details kunt u kijken bij “Verander naar de GM (General
MIDI) modus (GM Modus)” (p.99) en bij “ MIDI berichten stop functie voor
specifieke partijen in GM (General MIDI) modus (GM PART)” (p.102).
Wanneer u de TD-6V als een GM geluidsmodule gebruikt
(p.99)
• De TD-6V functioneert als een 16-stemmig multi-timbre
geluidsmodule.
• De interne sequencer is uitgeschakeld.
• Drumkit partijen kunnen niet worden gespeeld met gebruik van
MIDI signalen, die vanaf een extern apparaat worden gestuurd. Ze
kunnen alleen gespeeld worden door het bespelen van de pads
verbonden aan de TD-6V.
De TD-6V kan tevens
gebruikt worden als
geluidsmodule samen met
MIDI keyboards en MIDI
sequencers (p.107).
52
Gevorderd gebruik
Gevorderd gebruik
53
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen
drumkit
(Kit Edit)
Parameters, die hier ingesteld
kunnen worden
fig.01-001.e
KIT
INST (Instrument instellingen) (p. 60)
Inst
Level
Pan
Pitch
Decay
AMBIENCE (Ambience instellingen) (p. 62)
Ambience Switch
Ambience Send Level
Studio Type
Wall Type
Room Size
Ambience Level
EQUALIZER (Equalizer instellingen) (p. 64)
Master Equalizer Switch
High Gain
Low Gain
CONTROL (Instellingen voor verschillende functies) (p. 64)
Pad Pattern
Pad Pattern Velocity
Pitch Control Assign
Note Number
Gate Time
COMMON (Algemene drumkit instellingen) (p. 68)
Master Volume
Pedal Hi-Hat Volume
Pitch Control Range
Drum Kit Name
COPY (kopiëren van drumkits) (p. 69)
EXCHANGE (Uitwisselen van drumkits) (p. 70)
Over drumkits en het drumkit
scherm
• Veranderde instellingen worden automatisch opgesla-
gen.
fig.01-002.e
Drum Kit #99
Drum Kit #1
Pad instellingen
KICK
Head1
Head5
Rim5
CRASH1
Head9
Rim9
SNARE
Head2
Rim2
Head6
CRASH2
Head10
Rim10
Instrument instellingen
Inst, Level, Pan, Pitch, Decay
Instellingen voor verschillende functies
Pad Pattern Function Settings,
Pitch Control Function Settings,
MIDI Note Number,
MIDI Gate Time
HI-HAT
Head3
Rim3
TOM3TOM2AUX
Head7
Rim7
RIDE
Head11
Rim11
Ambience instellingen
On/Off, Performance Space, Wall Surface,
Room Size, Amount of Ambience
Equalizer instellingen
On/Off, High Gain, Low Gain
Algemene drumkit instellingen
Overall Drum Kit Volume, Drum Kit Name,
Hi-Hat Control Pedal
TOM1
Head4
Rim4
TOM4
Head8
Over de drumkits
Een drumkit is een verzameling van instellingen, waaronder
die van de klank van elke pad, effect instellingen, hi-hat bedie-
ningspedaal instellingen, etc.
• Er zijn in totaal 99 drumkits.
• U kunt de drumkits, die u leuk vindt, veranderen om
nieuwe drumkits te creëren.
54
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Over het drumkit scherm
Het scherm, dat verschijnt bij het indrukken van [KIT], wordt
het drumkit scherm genoemd.
fig.01-003ai
4
312
1
Drumkit nummer
Laat het nummer van de huidig geselecteerde drumkit zien.
2
Drumkit naam
Laat de naam van de huidig geselecteerde drumkit zien.
3
Huidig geselecteerde pad
Het trigger ingangnummer voor de geselecteerde pad wordt
hier getoond. “H” verschijnt, wanneer een vel wordt geselec-
teerd en “R” verschijnt, wanneer de rand wordt geselecteerd.
Voor instructies over het selecteren van pads kunt u kijken op
p.55.
4
GM modus aan/uit
Als u zich in de GM functie bevindt, verschijnt “” in
het scherm.
Anders, in normale functie, verschijnt er niets. Voor meer
gedetailleerde informatie over de GM functie kunt u kijken op
p.99.
fig.01-004_50
2. Druk op [+] of [-] om de drumkit te selecteren.
Drum Kit: 1–99
Kiezen van een pad om te
bewerken
Om een pad te selecteren, waarvoor u instellingen wilt maken,
kunt u de volgende twee methodes gebruiken.
Kiezen van een pad door het aan
te slaan
1. Druk op [KIT], daarna op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
fig.KIT-INST_50
1
2. Druk op [ENTER].
3. Sla op de in te stellen pad.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
fig.01-006ai.e
Trigger ingangnummer
van de aangeslagen pad
GM functie staat normaalgesproken uit als de stroom wordt
aangezet.
Het kiezen van een drumkit
(Drum Kit)
Wanneer een drumkit wordt geselecteerd veranderen de pad
instellingen, ambiance, EQ instellingen etc.
Om te zien wat voor drumkits met fabrieksinstellingen u tot
uw beschikking heeft, kunt u kijken bij de ‘Drumkit lijst”
(p.118).
1. Druk op [KIT].
[KIT] brandt, en het Drum Kit scherm verschijnt.
U kunt door middel van instellingen voorkomen dat het
scherm wisselt naar het instrumenten instellingenscherm,
zelfs als een pad wordt aangeslagen. Als de TD-6V zo is ingesteld, dat het scherm niet wisselt, dan verschijnt het trigger
ingangnummer tussen haakjes ([ ]). Voor meer gedetailleerde
informatie kunt u kijken bij “Vastzetten van het instellingenscherm, onderwijl het bewerken van een instrument (Note
Chase)” (p.57).
fig.01-007ai
55
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Kiezen op de TD-6V
1. Druk op [KIT], daarna op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
fig.KIT-INST_50
2. Druk op [ENTER].
Het instrumentenselectie scherm verschijnt.
fig.01-008_50
3. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [] of []
om het trigger ingangsnummer voor de padt e
selecteren.
Het geselecteerde trigger ingangsnummer voor een in te
stellen pad wordt rechtsboven in het scherm getoond.
De trigger ingangsnummers staan in deze volgende volg-
orde:
H01 ➝ H02 ➝ R02 ➝ H03 ➝ R03 ➝ H04 ➝ R04 ➝ H05 ➝
H06 ➝ H07 ➝ H08 ➝ H09 ➝ R09 ➝ H10 ➝ R10 ➝ H11 ➝
R11
fig.01-009ai.e
Selecteren van het trigger ingangsnummer
Notatie gebruikt in het scherm
Trigger ingangnummers en namen zijn aangeduid in het
instrumenten instellingenscherm.
fig.KIT-INST_50
ScreenNameScreenName
KIKKICKT3TOM3
SNRSNARET4TOM4
HHHI-HATCR1CRASH1
T1TOM1CR2CRASH2
T2TOM2RDRIDE
AUXAUX
Hulpvolle bewerkfuncties
Luisteren naar een INST
(Instrument) verbonden aan een
pad (Preview)
Zelfs wanneer er geen pad aan de TD-6V is verbonden, kunt u
trigger ingangnummers selecteren en instellingen maken, ter-
wijl u instrumentgeluiden beluistert.
• Instellingsschermen voor trigger ingangen waar geen pad
aan is verbonden en voor rand trigger ingangen waar de
verbonden pads geen randgeluiden kunnen produceren
worden ook getoond.
• Trigger ingangen 6 (AUX) en 8 (TOM) kunnen alleen
worden gebruikt als er twee pads zijn verbonden aan de
trigger ingangen 5/6 (TOM2/AUX) en 7/8 (TOM3/4)
(p.21). In dit geval kunt u trigger ingangen 5 (TOM2) en 7
(TOM3) niet gebruiken. Alleen de nummers voor de
gebruikte trigger ingangen of R05 of H06, en R07 of H08
zijn zichtbaar.
56
De preview snelheid staat ingesteld in “Preview Velo (Pre-
Het trigger ingangnummer voor een geselecteerde pad
wordt rechtsboven in het scherm aangeduid.
2. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [KIT].
U kunt instrumenten tonen.
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Vastzetten van het instellingenscherm, onderwijl het bewerken van
een instrument (Note Chase)
Note Chase is een functie, waarin een pad wordt geselecteerd
door het aanslaan van een pad of als er MIDI data, dat aan die
pad correspondeert wordt ontvangen. Het scherm wisselt
automatisch naar het instellingen scherm als de pad instellin-
gen gemaakt zijn.
Om te voorkomen, dat het instellingen scherm wisselt als u
een andere pad aanraakt, terwijl u instellingen aan het maken
bent, kunt dit uitzetten: “OFF”.
Als u andere pads wilt instellen, terwijl deze instelling op
“OFF” staat, kunt u wisselen van instellingsschermen door
[SHIFT] ingedrukt te houden en [] of [] in te drukken
om het trigger ingangnummer te selecteren.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [EDIT
(SETUP)].
[EDIT] brandt.
2. Druk op [] om “ MIDI COMMON” te selecte-
ren.
fig.SETUP-MIDICMN_50
Kiezen van een instrument
Over de instrumenten
De TD-6V bevat 1024 verschillende instrumenten, die zijn
gecategoriseerd in 13 aparte groepen, zoals KICK, SNARE en
TOM.
U kunt individueel Level, Pan, Pitch en Decay instellingen
aanpassen voor de aan de pads verbonden instrumenten.
Kiezen uit de groep namen (Inst
Group)
Vind en selecteer instrumenten uit de groep namen.
Om te zien welke instrumentengroepen geselecteerd kunnen
worden, kijkt u bij de “Drum instrumenten lijst” (p.120)
1. Bevestig dat [CLICK] niet opgelicht is.
Als dit opgelicht is, druk dan op [CLICK] om dit uit te
zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
fig.KIT-INST_50
1
3. Druk op [ENTER].
fig.01-010_50
4. Druk op [-] om ”OFF” te selecteren.
Zelfs wanneer een andere pad wordt aangeslagen, zal het
pad instellingen scherm niet wisselen.
fig.01-011_50
5. Als u klaar bent met het maken van instellingen,
drukt u op [KIT] om de procedure te beëindigen.
Als “Note Chase” op “OFF” staat, zal het trigger ingang-
nummer tussen haakjes verschijnen ([ ]).
fig.01-011aai.e
3. Druk op [ENTER].
4. Sla op de pad, die u wenst in te stellen.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
fig.01-012ai.e
Instrumentengroep
InstrumentnummerInstrumentnaam
Trigger ingangnummer
5. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [+] of [-] om
de instrumentengroep te selecteren.
Inst Group:
KICK, SNARE, TOM, HI-HAT, CRASH, RIDE,
PERC, SPECIAL, MELODIC, VOICES, REVERSE,
FIXED HI-HAT, OFF
57
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Kiezen van een instrument (Inst)
Selecteer het instrument, dat u wilt horen als de pad wordt
aangeslagen.
Om te zien welke instrument geselecteerd kunnen worden,
kunt u kijken bij “ Drum instrumenten lijst” (p.120).
Er komt geen geluid als een pad wordt bespeeld en staat inge-
steld met het instrument “1023 OFF”.
• Als de “HI-HAT” instrumentengroep geselecteerd is voor
een pad, dan kunt u het hi-hat bedieningspedaal gebrui-
ken voor het openen en sluiten van de hi-hat.
• Als het hi-hat pedaal wordt ingedrukt, zal de hi-hat
pedaaltoon automatisch wisselen, conform het instru-
ment dat ingesteld is voor trigger ingang 3 (HI-HAT). De
gesloten hi-hat (voet) kan niet apart worden veranderd.
1. Bevestig dat [CLICK] niet opgelicht is.
Als deze is opgelicht, druk dan op [CLICK] om het uit te
zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
fig.KIT-INST_50
I
Instrumentinstellingen (INST)
U kunt Level, Pan, Pitch en Decay instellingen aanpassen voor
elk instrument, dat aan een pad verbonden is.
1. Bevestig dat [CLICK] niet opgelicht is.
Als deze is opgelicht, druk dan op [CLICK] om het uit te
zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
fig.KIT-INST_50
3. Druk op [ENTER].
4. Druk op [] of [] om de in te stellen para-
meters te selecteren.
fig.01-015ai.e
In te stellen parameter
5. Sla op het in te stellen pad.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
6. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.01-016ai.e
3. Druk op [ENTER].
4. Sla op de in te stellen pad.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
fig.01-012ai.e
Instrumentengroep
InstrumentnummerInstrumentnaam
Trigger ingangnummer
5. Druk op [+] of [-] om het instrument te selecte-
ren.
U kunt de instrumentengroep selecteren door [SHIFT]
ingedrukt te houden en op [+] of [-] te drukken (p.57).
Inst: 1–1024
58
Waarde
7. Als u met het maken van instellingen klaar bent,
drukt u op [KIT] om de procedure te beëindigen.
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Veranderen van het volume van een
pad (Level)
Verandert het volume van het instrument. Verhogen van de
waarde zal het volume verhogen. Met de instelling “0” zal er
geen geluid worden geproduceerd.
Maak de veranderingen hier om de balans in volume tussen
de instrumenten aan te passen.
Het hi-hat pedaal volume is ingesteld in “Pedal HH (Pedal Hi-
Hat Volume)” (KIT/COMMON/Pedal HHVol; p.66).
fig.01-017_50
Level: 0–127
Instellen van pan positie (Pan)
Dit verandert de pan instellingen van het instrument (de
waargenomen positie van het geluid tussen de linker en rech-
ter speaker).
Aanpassen van de toonhoogte
(Pitch)
Past de toonhoogte van het instrument aan. De toonhoogte
verhoogt als de waarde wordt verhoogd. Als het op “0” staat
de toonhoogte op de standaardwaarde.
Voor sommige instrumenten kan het verhogen of verlagen
van de waarde geen verdere verandering ten gevolge hebben.
fig.01-019_50
Pitch: -480–+480
Aanpassen van decay (lengte van
het geluid) (Decay)
Verandert de decay van het geluid van het instrument. Als het
op “0” staat het op de standaardwaarde.
1
• Pan instellingen zijn van toepassing op zowel vel als
rand. De rand instellingen waarde verschijnt tussen aan-
halingstekens. Als de instellingen van het vel of de rand
worden veranderd, zijn de instellingen voor de ander ook
automatisch veranderd.
fig.01-017a_50
• Deze instellingen is ook van toepassing bij verbinding in
stereo.
fig.01-018_50
Pan: L15-center-R15, random, alternate
L15:Geluid is uiterst links gepositioneerd.
Center:Geluid is in het midden gepositioneerd.
R15:Geluid is uiterst recht gepositioneerd.
Random:De panning verandert willekeurig, telkens als
een pad wordt aangeslagen.
Alternate:De panning wisselt steeds van links naar
rechts elke keer als de pad wordt aangeslagen.
Voor sommige instrumenten kan het verhogen of verlagen
van de waarde geen verdere verandering ten gevolge hebben.
fig.01-020.e
Volume
-31 0
Decay
fig.01-021_50
+31
Tijd
Decay: -31–+31
59
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Ambiance instellingen
(AMBIENCE)
Hier kunt u (per drumkit) de locatie kiezen, de kamer grootte,
het muurmateriaal, etc.
1. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
2. Druk op [] om “AMBIENCE” te selecteren.
fig.KIT-AMB_50
3. Druk op [ENTER].
4. Druk op [] of[] om de in te stellen parame-
ter te selecteren.
fig.01-022ai.e
In te stellen parameter
5. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.01-023ai.e
Waarde
6. Als u klaar bent met het instellen, drukt u op
[KIT] om te procedure te beginnen.
Ambience Sw (Ambience Switch):
off, on
Ambiance “send” niveau voor elk instrument (ambience send
level)
U kunt het ambiance niveau per instrument individueel aan-
passen. Het ambiance effect wordt dieper naarmate de waarde
wordt verhoogd. Als het op “0” ingesteld staat, is er geen
ambiance toegepast.
Sla een pad aan om het te selecteren, maak vervolgens de
instelling.
De overall ambiancediepte over de gehele drumkit wordt
ingesteld in “Amb Level (Ambience Level)” (KIT/
AMBIENCE/Amb Level; p.61).
fig.01-025_50
AmbSendLevel (Ambience Send Level):0–127
Kies een locatie waar de drums
gespeeld wordt (Studio Type)
De TD-6V bevat negen verschillende interne Studio Types, die
u kunt selecteren voor de drum locatie. Selecteer een basis
omgeving waarin u gaat spelen, voordat u gedetailleerde
instellingen gaat maken.
Ambiance aan/uitzetten (Ambience
switch)
Dit zet de ambiance aan en uit.
fig.01-024_50
Ambience Sw (Ambience Switch): OFF, ON
60
fig.01-026_50
LIVING (woonkamer),
BATHROOM (badkamer),
STUDIO (opnamestudio),
GARAGE, LOCKER (kleedkamer),
THEATER, CAVE, GYM (gymzaal),
STADIUM (stadion)
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Verander van muur materiaal
(Wall Type)
Selecteer het oppervlakte materiaal van de muren in de kamer,
waarin de drums worden bespeeld.
fig.01-027_50
WallType (Wall Type): WOOD, PLASTER, GLASS
Wood:
Simuleert het geluid van een kamer met houten muren, die
een warm geluid produceren.
Plaster:
Simuleert het geluid van een kamer met gipsmuren, die een
meer “natuurlijk live” geluid produceren.
Glass:
Simuleert het geluid van een kamer met glazen muren, die een
zeer heldere ambiance produceren.
Stel de kamergrootte vast (Room Size)
Selecteer de grootte van de kamer, waarin de drums worden
bespeeld.
Overall ambiance van het gehele
drumstel aanpassen (Ambience
Level)
Past het overall ambiance niveau voor het gehele drumstel
aan. Het ambiance effect wordt dieper naarmate de waarde
wordt verhoogd. Als het op “0” is ingesteld, wordt geen ambi-
ance toegepast.
Het ambiance niveau voor elk individueel instrument wordt
ingesteld in “Amb Snd Lvl (Ambience Send Level)” (KIT/
AMBIENCE/AmbSendLevel; p.60).
fig.01-029_50
Amb Level (Ambience Level): 0–127
1
fig.01-028_50
Room Size: SMALL, MEDIUM, LARGE
Ambience
Send Level
Drum Kit
Head x 11
Rim x 8
Part
Part1–4
Percussion
Level
Level
Level
x 19
x 4
Master
Volume
Pan
Ambience
Send Level
Pan
Ambience
Send Level
x 19
x 19
x 4
x 4
Ambience
Studio
Wall Type
Room Size
Amb Level
Equalizer
High Gain
Low Gain
61
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Equalizer instellingen
(EQUALIZER)
Om het geluid van elke drumkit aan te passen, wordt een 2-
bands equalizer gebruikt (voor hoge en lage frequenties).
Een equalizer versterkt of verzwakt gespecificeerde frequen-
tiepunten om een toon aan te passen. U kunt aparte instellin-
gen maken voor de hoeveelheid versterking of verzwakking
(gain) in de hoge en lage frequentiegebieden.
1. Bevestig dat [CLICK] niet is opgelicht.
Als het wel oplicht, druk dan op [CLICK] om het uit te
zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
3. Druk op [] om “EQUALIZER” te selecteren.
fig.KIT-EQ_50
4. Druk op [ENTER].
5. Druk op [] of[] om de in te stellen parame-
ter te selecteren.
fig.01-030ai.e
In te stellen parameter
6. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.01-031ai.e
Waarde
7. Als u klaar bent met instellen, drukt u op [KIT]
om de procedure te beëindigen.
Equalizer aan/uitzetten (Master
equalizer switch)
Schakelt de equalizer aan en uit.
Aanpassen van het geluid (high
gain, low gain)
Stel de hoeveelheid versterking of verzwakking in (GAIN) in
het hoge (HIGH) en lage (LOW) frequentiegebied. Verhoog
om het geluid te versterken en verlaag het om te verzwakken.
De equalizer heeft geen effect als “GAIN” helemaal op “0”
staat.
fig.01-033_50 (KIT EDIT-HighGain)
High Gain: -12dB–+12dB
fig.01-034_50 (KIT EDIT-LowGain)
Low Gain: -12dB–+12dB
Instellingen voor verschillende
functies (CONTROL)
Dit zijn instellingen voor verschillende functies, zoals het star-
ten van een song door het aanslaan van een pad (Pad pattern
functie: p.63) en een functie, waarbij u het hi-hat bedienings-
pedaal gebruikt om toonhoogte van instrumenten te besturen
(Pitch Control; p.64), samen met MIDI Note Number en MIDI
Gate Time instellingen.
1. Bevestig, dat [CLICK] niet opgelicht is.
Als het wel oplicht, druk dan op [CLICK] om het uit te
zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
3. Druk op [] om “CONTROL” te selecteren.
fig.KIT-CTRL_50 (KIT EDIT-CTRL)
4. Druk op [ENTER].
fig.01-032_50
Master EQ Sw (Master Equalizer Switch):
OFF, ON
62
5. Druk op [] of [] om de in te stellen para-
meter te selecteren.
fig.01-035ai.e
In te stellen parameter
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
6. Sla op de in te stellen pad.
Het instellingsscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
7. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.01-036ai.e
Waarde
8. Als u klaar bent met het instellen, drukt u op
[KIT] om de procedure te beëindigen.
Afspelen van een song door het aanslaan van een pad (Pad Pattern)
De Pad Pattern functie is een functie, die u een compleet
nummer of vooraf vastgestelde song laat afspelen door het
aanslaan van de pads. Deze functie is zeer handig om songs
tijdens live optredens of tijdens het oefenen te gebruiken.
Song instellingen “LOOP” of “ONE SHOT”
LOOP: Nadat de song helemaal is afgespeeld, herhaalt het
zich vanaf het begin.
ONE SHOT: Afspelen stopt als het einde van de song bereikt
is. Elke keer als de pad wordt aangeslagen, springt de song
naar het begin en wordt het opnieuw afgespeeld.
Bij het triggeren/spelen van een song, die is ingesteld in de
“LOOP” of “ONE SHOT” modus, en u bespeelt een pad , die
ook verbonden is aan een song met “LOOP” of “ONE SHOT”
functie, dan heeft de laatste song voorrang. Vergeet niet, dat
sommige songs erg kort zijn, soms een paar noten of een
akkoord. Dus plotselinge stops kunnen ontstaan door het per
ongeluk triggeren van een korte song. Controleer altijd de Pad
Pattern instellingen.
Als u naar een song met ander instrument instellingen heeft
gewisseld, kan er een klein moment stilte optreden.
Song instelling “Tap”
De geluiden worden in volgorde afgespeeld, elke keer dat de
pad wordt aangeslagen.
Als u een song met “LOOP” of “ ONE SHOT” afspeelt en vervolgens een song met de TAP afspeelfunctie kiest, dan kunt u
ze beide tegelijk gebruiken/beluisteren.
• Om te zien, welke songs er geselecteerd kunnen worden,
kunt u kijken bij “Preset song lijst” (p.128).
• Voor het afspeeltype van de song kunt u kijken op p.85.
• U kunt de song categorie selecteren door [SHIFT] ingedrukt te houden, en op [+] of [-] te drukken.
• U kunt een preview van een song beluisteren door
[SHIFT] ingedrukt te houden, en vervolgens op [KIT] te
drukken.
• Om het geluid van instrument verbonden aan een pad
onhoorbaar te maken, kunt u het instrument “Level” op
“0” zetten (KIT/INST/Level;p.59)
• U kunt een krachtigere respons krijgen, als u de pads
aanslaat, met de snelheid veranderd in de afgespeelde
song (KIT/CONTROL/Pad Ptn Velo;p.63).
• De TD-6V bevat hulpfuncties voor een song, ingesteld
met One Shot en Tap afspeelfunctie. Voor meer details
kunt u kijken op:
“Quick Play” (SONG/COMMON/Quick Play; p.86),
“Reset Time” (SONG/COMMON/Reset Time; p.86) en
“Tap Exc Sw (Tap Exclusive Switch)” (SONG/COMMON/Tap Exc Sw;p.86).
fig.01-037ai.e
AfspeeltypeSongnummer
Songnaam
Pad Ptn (Pad Pattern): OFF, 1–270
Bedien het “Level” het Pattern
door dynamisch te spelen (Pad
Pattern Velocity)
Bij het uitvoeren met de Pad Pattern functie, kunt u de snel-
heid van afspelen van de song veranderen door de kracht
waarmee u de pads bespeelt. Als dit op “off” staat, wordt de
song afgespeeld op de ingestelde snelheid, ongeacht de kracht
waarmee u slaat.
• Deze instelling werkt niet in de GM modus (p.99).
• Als “Pad Ptn (Pad Pattern)” op “OFF” staat, verschijnt er
een horizontale lijn () en kunt u deze instelling niet
uitvoeren. Kijk naar het voorgaande gedeelte, maak dan
na het selecteren van de song de instelling.
fig.01-037a_50
1
• Deze instelling kan niet gemaakt worden in de GM
modus (p.99).
• Nummers met gebruik van de Pad Pattern functie kunnen niet worden opgenomen op sequencers.
fig.01-038_50
Pad Ptn Velo (Pad Pattern Velocity): OFF, ON
63
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Pitch control met het hi-hat
bedieningspedaal aan/uit voor
elke pad (Pitch Control Assign)
Pitch Control is een functie, die u de toonhoogte van een
instrument, verbonden aan een pad, laat regelen, door het
indrukken van het bedieningspedaal. Bij het loslaten van het
pedaal keert het instrument terug naar de originele toon-
hoogte.
Maak de Pitch Control aan/uit instelling voor elke pad. Als
het op “OFF” staat, blijft de toonhoogte van het instrument
onveranderd.
Het bereik, waarin de toonhoogte verandert, is ingesteld in
“PchCtrlRange (Pitch Control Range)” (KIT/COMMON/
PchCtrlRange;p.66).
• Om te voorkomen, dat het hi-hat pedaal geluid klinkt als
het pedaal wordt ingedrukt, stel dan “Pedal HH Vol
(Pedal Hi-hat Volume)” in op “0” (KIT/COMMON/
Pedal HH Vol;p.66).
• Om toonhoogte veranderingen soepeler te laten lopen,
stel dan “PdlDataThin (Pedal Data Thin)” in op “0” of
“OFF” (SETUP/MIDI COMMON/PdlDataThin;p.99).
MIDI nootnummer voor elke pad
(Note Number)
In elke drumkit kunt u MIDI nootnummers instellen, die door
elke pad ontvangen/verstuurd kunnen worden .
Maak de instelling voor de hi-hat alleen voor nootnummer
voor de open hi-hat (standaard instelling is 46 (A#2)). Met
deze instelling veranderen de gesloten hi-hat (standaard
instelling waarde van 42 (F#2)) en de pedaal hi-hat (stan-
daardwaarde van 44 (G#2)) samen met de open instelling.
Deze instelling kan niet uitgevoerd worden in de GM modus
(p.99).
Als het open hi-hat nummer op “60 (C4)” staat, wordt het
nummer voor de gesloten hi-hat “56 (G#3)” en het nummer
voor de pedaal hi-hat wordt “58 (A#3)”.
Voor informatie over de fabrieksinstellingen van de nootnum-
mers kunt u kijken bij “Drumkit nootnummers”p.125) in de
“Preset percussie instellingen lijst”.
fig.01-041_50
fig.01-039_50
Pitch Ctrl (Pitch Control Assign): OFF, ON
Note No. (Note Number): 0 (C -) –127 (G 9)
Afspelen van een extern MIDI apparaat door het bespelen van de pads
verbonden aan de TD-6V
Specificeer de nootnummers (toetsnummer op een keyboard)
die verzonden worden door de TD-6V als de pads worden
aangeslagen.
Stel dit in, naar het nootnummer dat u op de externe geluids-
module of sampler wenst te spelen.
Gebruik van een extern MIDI apparaat om TD-6V drumkit geluiden af te
spelen (TD-6V als geluidsmodule
gebruikt)
Specificeer het nootnummer corresponderend aan de pad. Als
de TD-6V dit nootnummer ontvangt, wordt het instrument
verbonden aan de pad afgespeeld.
64
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
De drumkit partij en de percussie partij kunnen op de TD-6V
tegelijk op kanaal 10 ingesteld worden.
Als twee partijen op kanaal 10 staan, zou u tevens
“CH10Priority (Channel 10 priority)” in moeten stellen om
vast te stellen welk instrument (drums of percussie) afge-
speeld moet worden als het nootnummer ontvangen wordt
(SETUP/MIDI COMMON/CH10Priority; p.98).
Instellen van meerdere pads op hetzelfde nootnummer
Wanneer u een extern MIDI apparaat gebruikt om TD-6V
drumkits te bespelen, hoort u , als er overlappende nootnum-
mer worden ontvangen, het instrument verbonden aan het
laagste nummer.
Als nootnummers voor het vel en de rand verdubbeld zijn,
dan wordt het vel gespeeld.
Als een pad wordt aangeslagen, wordt het nootnummer dat
ingesteld is voor de pad verzonden.
Als hetzelfde nootnummer verbonden is aan meer dan één
pad verschijnt “” in het instellingsscherm van de pad die
niet klinkt, zelfs als het nootnummer ontvangen is.
fig.01-040ai
MIDI gate tijd voor elke pad
(Gate Time)
Voor elke pad kunt u vaststellen, hoelang de noot bij het ver-
zenden vanaf de MIDI OUT gaat klinken.
Percussie geluidsmodules produceren gewoonlijk alleen
geluid in antwoord op “Note on” boodschappen, en negeren
geluidsmodules en samplers deze boodschap wel, en reageren
daarop door het geluid uit te zetten. Bij de fabrieksinstellingen
is de Gate Time op het minimum ingesteld, omdat een drum
geluidsmodule hier waarschijnlijk geen gebruik van zal
maken. Als een geluidsmodule deze data ontvangt net als bij
het ontvangen van een Note OFF boodschap, dan zal het inter-
val te kort zijn, en zullen de meeste geluiden niet worden
gespeeld (of zal het als nauwelijks hoorbare herrie klinken).
Om dit probleem te vermijden, kunt u de gate tijd voor elke
pad, die bespeeld wordt langer instellen.
Deze instelling kan in de GM modus niet gemaakt worden
(p.99).
1
fig.01-045_50
Het volgende verschijnt in het scherm als “38 (D2)” is gespeci-
ficeerd voor het vel (H02) en de rand (R02) van trigger ingang
2 (SNARE) en het vel (H04) van trigger ingang 4 (TOM1).
fig.01-042ai.e
Trigger Input 2 (SNARE) Head
Trigger Input 2 (SNARE) Rim
Trigger Input 4 (TOM1) Head
In dit geval, als het nootnummer 38 (D2) wordt ontvangen,
wordt het instrument verbonden aan het VEL van TRIGGER
INGANG 2 (SNARE) gespeeld.
Gate Time: 0.1–8.0 sec (0.1 sec. steps)
65
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
Algemene drumkit instellingen
(COMMON)
Maak de instelling voor elke drumkit.
1. Bevestig dat [CLICK] niet opgelicht is.
Als dit wel zo is, druk dan op [CLICK] om het uit te zet-
ten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
[KIT] en [EDIT] lichten op.
3. Druk op [] om “COMMON” te selecteren.
fig.KIT-CMN_50
4. Druk op [ENTER].
5. Druk op [] of [] om de te bewerken para-
meter te selecteren.
fig.01-046ai.e
In te stellen parameter
6. Druk op [+] of [-] om in te stellen.
fig.01-047ai.e
Waarde
7. Als u klaar bent met het instellen, drukt u op
[KIT] om de procedure te beëindigen.
Algemeen drumkit volume (Master
Volume)
U kunt het totale volume van de drumkit aanpassen, terwijl de
volumebalans tussen de pads behouden blijft. Hoe hoger de
waarde, hoe hoger het volume. Met een instelling van “0”
wordt er geen geluid geproduceerd.
De volumebalans tussen de pads kan worden aangepast in
“Level” (KIT/INST/Level; p,59).
MasterVolume (Master Volume): 0–127
Aanpassen van het volume van het
hi-hat pedaal geluid (Pedal Hi-hat
Volume)
Voor elke drumkit kunt u het volume van het hi-hat pedaal
aanpassen (als het hi-hat bedieningspedaal wordt ingedrukt).
Hoe hoger de waarde, hoe hoger het volume. Met een instel-
ling van “0” wordt er geen geluid geproduceerd.
Stel het volumeniveau van de andere pads in bij “Level”
(KIT/INST/Level; p. 59).
fig.01-049_50 (KIT-COMMON-Pedal-Hat)
Pedal HH Vol (Pedal Hi-Hat Volume): 0–15
Instellen van het toonhoogte
bereik met het hi-hat bedieningspedaal (Pedal pitch control range)
Pitch Control is een functie, die u de toonhoogte van een
instrument, dat verbonden is aan een pad, laat veranderen
door de mate van het indrukken van het hi-hat bedieningspedaal.
Loslaten van het pedaal zorgt ervoor, dat het instrument
terugkeert naar de originele toonhoogte. De mate, waarin de
toonhoogte veranderd als het pedaal wordt ingedrukt, is ingesteld op halve-toon veranderingen van -24 (twee octaven
omlaag) tot + 24 (twee octaven omhoog). Wanneer het op “0”
staat, is er geen verandering in toonhoogte.
Pitch Control wordt aan en uit gezet in de “Pitch Ctrl (Pitch
Control)” instelling (KIT/CONTROL/Pitch Ctrl; p. 64).
• Om te verkomen, dat het hi-hat pedaal klinkt bij het
indrukken van het pedaal, stel dan “Pedal HH Vol (Pedal
Hi-Hat Volume)” in op “0” (KIT/COMMON/Pedal HH
Vol;p.66).
• Om de veranderingen in toonhoogte soepel te laten verlopen, stel dan “PdlDataThin (Pedal Data Thin)” in op “1”
of “OFF” (SETUP/MIDI COMMON/PdlDataThin; p.99).
fig.01-048_50
66
fig.01-050_50
Hoofdstuk 1 Het creëren van je eigen drumkit (Kit Edit)
PchCtrlRange (Pedal Pitch Control Range):
-24–+24
Benoemen van de drumkit (Kit Name)
Aan elke kit kan een naam gegeven worden tot 8 tekens.
Druk op [] of [] om de cursor (onder de regel) te ver-
plaatsen naar het teken, dat u wenst te veranderen. Druk ver-
volgens op [+] of [-] om het teken te selecteren.
• Door het ingedrukt houden van [SHIFT] en [+] in te druk-
ken, wisselt u door de volgende volgorde: hoofdletters
alfabet ➝ kleine letters alfabet ➝ 0 ➝ ! ➝ spatie. Door het
ingedrukt houden van [SHIFT] en [-] in te drukken, kiest
u voor de omgekeerde volgorde.
• Door het ingedrukt houden van [SHIFT] en op [] te
drukken, verwijdert u het teken op de cursor positie en
dicht u de ontstane ruimte door de volgende tekens op te
laten schuiven.
• Door het ingedrukt houden van [SHIFT] en op
drukken, voegt u een spatie toe aan het teken op de cur-
sor positie.
fig.01-051_50
[] te
[KIT] en [EDIT] lichten op.
3. Druk op [] om “COPY” te selecteren.
fig.KIT-COPY_50
4. Druk op [ENTER].
5. Druk op [+] of [-] om de kopiebron drumkit te
selecteren.
fig.01-052ai.e
Drumkit naamDrumkit nummer
6. Druk op [].
Het kopiedoel drumkitscherm verschijnt.
7. Druk op [+] of [-] om de kopiedoel drumkit te
selecteren.
fig.01-053ai.e
1
Drumkit naamDrumkit nummer
8. Druk op [ENTER].
Druk op [EXIT] om de procedure te annuleren.
fig.01-054_50
KitName (Drum Kit Name): 8 tekens
De volgende tekens kunnen worden gebruikt.
fig.lettersai.e
space
Kopiëren van een drumkit
(COPY)
U kunt het volgende kopiëren: instrument, ambiance, equali-
zer en alle andere instellingen in een drumkit.
Bij het uitvoeren van deze procedure verliest u de gegevens
van de plek, waar u naartoe kopieert. Dus controleer alle
instellingen zorgvuldig, voordat u dit uitvoert.
1. Bevestig dat [CLICK] niet is opgelicht.
Als het wel is opgelicht, druk dan op [CLICK] om het uit
te zetten.
2. Druk op [KIT], vervolgens op [EDIT].
9. Druk op [ENTER] om de procedure uit te
voeren.
Als u klaar bent met het kopiëren van de drumkit, ver-
schijnt het Completed scherm.
fig.01-055_50
10. Als u klaar bent met kopiëren, druk dan op [KIT]
TRIGGER ADVANCED (Gedetailleerde pad instellingen) (p. 74)
Scan Time
Retrigger Cancel
Mask Time
Rim Sensitivity
Over het scherm
Notatie gebruikt in het scherm
Trigger ingangnummers en namen zijn weergegeven in het
pad en trigger instellingenscherm.
fig.SETUP-BASIC
ScreenNameScreenName
KIKKICKT3TOM3
SNRSNARET4TOM4
HHHI-HATCR1CRASH1
T1TOM1CR2CRASH2
T2TOM2RDRIDE
AUXAUX
Selecteren van pad type
(Trigger type)
Specificeer het trigger type (het type van de pads die gebruikt
worden) om er zeker van te zijn, dat de TD-6V nauwkeurig de
signalen ontvangt, die vanaf een pad verstuurd worden.
Stel elke trigger ingang in, zoals hier beneden wordt beschre-
ven.
Door het instellen van het trigger type kan de TD-6V nauw-
keurig detecteren hoe hard de pads worden aangeslagen en
wordt het tweevoudig klinken van een pad (retriggering) ver-
meden. U kunt deze instelling ook gebruiken voor de PD-80R
en PD-120 rim-shots.
Bij het instellen van Trigger Type zijn de volgende parameters
automatisch ingesteld op de meest efficiënte waarde. Ze moe-
ten als nodig worden aangepast om ze gelijk te stellen naar de
actuele staat van uw configuratie en de omgeving, waarin het
gebruikt wordt.
Basic Trigger Parameter
(SETUP/TRIG BASIC; p. 71)
• Sensitivity
• Threshold
• TrigCurve
Advanced Trigger Parameter
(SETUP/TRIG ADVNCD; p. 73)
• Scan TIme
• Retrig Cancel
• Mask Time
• Rim Sens
2
Over de ingang indicator
De ingang indicator is in het pad en trigger instellingenscherm
als volgt weergegeven. Een vlag verschijnt als de indicator zijn
maximale positie () bereikt.
fig.P-020aai.e
Indicator
Indicator (Maximum)Maximum indicatie
Trigger parameters anders dan Trigger Type beïnvloeden
zowel het vel als de rand.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op
[EDIT(SETUP)].
[EDIT] brandt.
2. Druk op [] om “TRIG BASIC” te selecteren.
fig.SETUP-BASIC_50
69
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger instellingen (SETUP/TRIG)
3. Druk op [ENTER].
fig.02-002ai.e
4. Sla op de pad, die u wenst in te stellen.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt.
U kunt ook een selectie maken door [SHIFT] in te houden
en [] of [] in te drukken.
Deze instelling is van toepassing op zowel het vel als de
rand.
5. Vind het trigger type voor de pad die u gebruikt
in het volgende schema.
PadTrigger TypePadTrigger Type
PD-8PD-8KD-7KD Type
PD-6PD TypeKD-80
PD-7KD-120
PD-9CY-8CY-8
RP-2PD-80RCY-6CY Type
PD-80CY-12H
PD-80RCY-12R/C
PD-100CY-14C
PD-120PD-120CY-15R
PD-105PD-125RT-7KRT-7K
PD-125RT-5SRT-5S
KD-8KD-8RT-3TRT-3T
Rim EdgeRim
• Gebruik de “RT-7K”, “RT-5S” of “RT-3T” instelling als u
akoestische drums gebruik om de TD-6V hoorbaar te
maken. Voor details kunt u kijken bij “Gebruiken van de
TD-6V met akoestische triggers” (p.75).
6. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
Als de rand is geselecteerd, dan wordt “Rim” de in te
stellen waarde, en kunnen er geen instellingen worden
gemaakt. Selecteer het vel en maak daarvoor de instellin-
gen. Het gebruik van AUX en TOM4 heeft de rand instel-
lingen van TOM2 en TOM3 nodig.
fig.02-003ai.e
Waarde
7. Als u klaar bent met instellen, druk dan op [KIT]
Dit is de standaard instelling. Het produceert de meest
natuurlijke gevoel tussen de kracht van het aanslaan en de
verandering in volume.
fig.02-010.e
Volume
Kracht van aanslaan
LINEAR
Exp1, exp2.
Vergeleken met LINEAR zal een krachtige aanslag een grotere
verandering produceren.
fig.02-011.e
VolumeVolume
72
EXP2EXP1
Kracht van aanslaan
LOG1,LOG2:
Vergeleken met LINEAR zal een zachte aanslag een grotere
verandering produceren.fig.
02-012.e
VolumeVolume
Kracht van aanslaan
LOG2LOG1
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger instellingen (SETUP/TRIG)
n
SPLINE:
Extreme veranderingen als gevolg van de kracht, die wordt
gebruikt voor het aanslaan.
fig.02-013.e
Volume
Kracht van aanslaan
SPLINE
LOUD1, LOUD2:
Veranderingen zijn miniem in antwoord op de kracht, waardoor er een volume niveau blijft waar fijn mee kan worden
gespeeld. Als u drum triggers gebruikt, helpen deze instellingen om de niveaus stabiel te houden.
fig.02-014.e (LOUD)
VolumeVolume
Kracht van aa
LOUD2LOUD1
Het instellingenscherm van de pad is niet ingeschakeld als “Note
Fijn afstellingvan de trigger
parameter instellingen
(TRIGGER ADVANCED)
De volgende parameters (Advanced Trigger Parameters) zijn
automatisch ingesteld op de meest efficiënte waarde voor elke
pad als u TRIGGER TYPE (SETUP/TRIG BASIC/Trig-
Typ;p.69) selecteert, en behoeven geen aanpassing, tenzij u
problemen beleeft, die hieronder worden besproken.
Elimineer crosstalk tussen pads
(Crosstalk Cancel)
Als twee pads op dezelfde standaard zijn gemonteerd, dan
kan de vibratie, die de aangeslagen pad veroorzaakt, per
ongeluk geluid triggeren van een andere pad (dit wordt
crosstalk genoemd). U kunt dit probleem vermijden door
Crosstalk Cancel toe te passen op de pad die onbedoeld klinkt.
Als de waarde te hoog wordt ingesteld, zal bij het aanslaan
van beide pads, de pad die met de minste kracht wordt aange-
slagen niet klinken. Wees dus voorzichtig, en stel deze para-
meter zo minimaal mogelijk in om crosstalk te voorkomen.
Met de “OFF” instelling werkt het crosstalk voorkomen niet.
In sommige gevallen kunt u crosstalk voorkomen, door de
afstand tussen de pads wat te vergroten.
Voorbeeld:
Bij het slaan van de snare pad klinkt het hi-hat bekken ook mee
Stel “Xtalk Cancel (Crosstalk Cancel)” in voor de pad die
gebruikt wordt voor de hi-hat, terwijl u de snare aanslaat. Ver-
hoog de “CROSSTALK” instelling voor het hi-hat bekken, ter-
wijl u de snare aanslaat, van “OFF” naar “20”, “25”….. totdat
crosstalk niet meer optreedt. Als deze waarde is verhoogd, zal
de hi-hat pad ook minder crosstalk van andere pads ontvangen.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [EDIT(SETUP)].
[EDIT] brandt.
2. Druk op [] om “TRIG ADVNCD” te selecte-
ren.
fig.SETUP-ADVNCD_50 (SETUP-ADVNCD)
3. Druk op [ENTER]
4. Druk op [] of [] om de in te stellen para-
meter te selecteren.
fig.02-017ai.e
In te stellen parameter
5. Sla op de in te stellen pad.
Het instellingenscherm voor de aangeslagen pad ver-
schijnt, en de ingang indicator golft heen en weer.
6. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.02-018ai.e
Waarde
7. Als u klaar bent met het instellen, druk dan op
[KIT] of [SONG] om de procedure te beëindigen.
2
73
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger instellingen (SETUP/TRIG)
Aanpassen van het triggersignaal
detectietijd (Scan Time)
De stijgtijd van de golfvorm van het triggersignaal kan licht
verschillen, afhankelijk van de karakteristieken van elke pad
of akoestische drum trigger (drum pickup), waardoor u zult
opmerken dat dezelfde slagen (velocity) op verschillende
volumes kunnen klinken. Als dit gebeurt kunt u de “SCAN
TIME” aanpassen, zodat de velocity van uw spel preciezer
gedetecteerd kan worden. Als de waarde hoger wordt gezet,
zal het langer duren, voordat geluid zal produceren.
fig.02-019.e
Scantijd
Tijd
Maken van de instellingen
Verhoog de Scan Time waarde langzaam van 0msec, terwijl u
de pad met constante kracht aanslaat, totdat het volume zich
op het hoogste niveau stabiliseert. Probeer dan krachtige en
zachte slagen uit om er zeker van te zijn, dat de volume veran-
deringen geschikt zijn.
fig.02-020_50
Scan Time: 0–4.0 (ms) (0.1ms steps)
Detecteren van triggersignaal
verzwakking en annuleren van
incorrecte triggering (Retrigger
Cancel)
Het bespelen van snaredrum pads en andere apparatuur met
bijgevoegde akoestische drum triggers kan resulteren in ver-
anderende golfvormen, wat tevens onbedoelde geluiden kan
veroorzaken in Punt A van het volgende figuur.
fig.02-021.e
retriggering. Hoewel het hoog instellen van deze waarde
retriggering voorkomt, wordt het wel makkelijker voor bijge-
luiden als de drums snel gespeeld worden (roffel etc.). Stel dit
zo laag mogelijk in om te verzekeren dat er geen retriggering
optreedt.
U kunt dit probleem ook elimineren met de Mask Time instelling. Mask Time detecteert niet het triggersignaal niet als het
binnen een bepaalde tijd gebeurt, nadat het vorige triggersignaal is ontvangen. Retrigger Cancel detecteert de verzwakking
van het triggersignaal, en triggert het geluid.
Maken van instellingen
Verhoog tijdens het aanslaan de “Retrig Cancel” waarde, tot-
dat retriggering niet meer optreedt.
fig.02-022_50
Retrig Cancel (Retrigger Cancel): 1–16
Voorkomen van dubbel triggeren
(Mask Time)
Het kan zijn, dat er per ongeluk twee keer wordt getriggert;
“double trigger” (twee geluiden in plaats van één), bijvoor-
beeld door het terugstuiteren van het bassdrumpedaal op het
vel. De Mask Time instelling helpt u deze problemen te voor-
komen. Als een pad wordt aangeslagen, dan zal elke bijko-
mende trigger, die binnen de bepaalde “MASKTIME” (0-
64msec) wordt ontvangen, worden genegeerd.
Wanneer u deze waarde hoog instelt, wordt het makkelijker
om bijgeluiden te krijgen. Stel deze waarde zo laag mogelijk
in.
fig.02-023.e
Mask Time
Tijd
A
Tijd
Dit gebeurt vooral in het dalende gedeelte van de golfvorm.
Retrigger Cancel detecteert zulke vervorming, en voorkomt
74
Niet geproduceerd geluid
Als er twee of meer geluiden klinken als u de pad maar een
keer heeft aangeslagen, pas dan Retrigger Cancel aan.
Hoofdstuk 2 Het maken van pad en trigger instellingen (SETUP/TRIG)
Maken van de instellingen
Verhoog de Mask Time waarde, terwijl u op de kick drukt, tot-
dat er geen bijgeluiden klinken (door het terugstuiteren van
de klopper).
fig.02-024_50
Mask Time: 0–64ms (4ms steps)
Instellen van randgevoeligheid op
de PD-80R, PD-105, PD-120 en PD125 (Rim Sens)
Als een PD80R, PD-105, PD-120 of PD-125 wordt gebruikt
voor TRIGGER INPUT 2 (SNARE) , dan kunt u de randge-
voeligheid aanpassen.
Als u deze waarde hoger instelt is het makkelijker om gelui-
den met de rand te produceren. Als dit op “OFF” staat, zal het
spelen van een rim-shot het vel van het instrument doen klin-
ken. Het overmatig verhogen van deze waarde kan ervoor
zorgen, dat de rand ook bij het aanslaan van het vel klinkt.
• Dit kan alleen aangepast worden als Trigger Input 2
“Trigger Type(Trig Type)” ingesteld is op “PD-80R”,
“PD-120” of “PD-125” (SETUP/TRIG BASIC/Trig Type;
p.69).
• Als het trigger type op iets anders staat ingesteld of als
een andere trigger ingang is gebruikt, verschijnt er een
horizontale lijn () in het scherm, en kunt u niets
instellen.
fig.02-015_50
• U kunt de randgevoeligheid niet instellen op de PD-7 en
PD-9. Zowel rand als vel gebruiken hier dezelfde waarde.
fig.02-016_50
Rim Sens (Rim Sensitivity): OFF, 1–15
Gebruiken van de TD-6V met
akoestische triggers
Bevestig ten eerste een RT-serie drum trigger (of commercieel
beschikbare akoestische drum trigger) aan de akoestische drums.
Als u klaar bent, vervolg dan met de volgende instellingen.
1. Stel het trigger type in op “RT-3T”, “RT-5S” of
“RT-7K”.
(SETUP/TRIG BASIC/Trig Type; p.69)
2. Stel “Threshold” in op “0” als referentiewaarde.
(SETUP/TRIG BASIC/Threshold; p.72)
3. Stel “TrigCurve (Trigger Curve)” in op
“LINEAR” als referentiewaarde.
(SERUP/TRIG BASIC/TrigCurve; p.72)
4. Stel de “Sensitivity” in.
(SETUP/TRIG BASIC/Sensitivity; p.71)
5. Stel de “Scan Time” in.
(SETUP/TRIG ADVNCD/Scan Time; p.74)
Sla op het vel meerdere malen met dezelfde kracht en pas
deze parameter aan als het volume onevenwichtig is.
6. Stel “Retrig Cancel (Retrigger Cancel)” in.
(SETUP/TRIG ADVNCD/Retrig Cancel; p.74)
Dit voorkomt het klinken van meerdere tonen als een
drum maar een enkele keer is aangeslagen (voornamelijk
bij snaredrum en toms).
7. Stel “Mask Time” in.
(SETUP/TRIG ADVNCD/Mask Time; p.74)
Bij een kickdrum voorkomt dit het tweemaal klinken van
één bedoelde klank.
8. Stel “Xtalk Cancel (Crosstalk Cancel)” in.
(SETUP/TRIG BASIC/Xtalk Cancel; p.73)
Het voorkomt het meeklinken van andere instrumenten
met drum triggers als een drum met trigger wordt aangeslagen. Als een hogere waarde wordt ingesteld, en als er
twee pads tegelijk worden aangeslagen, zal de minst
krachtig aangeslagen pad niet hoorbaar zijn. Stel deze
waarde zo laag mogelijk in.
9. Stel de “Threshold” in.
(SETUP/TRIG BASIC/Threshold; p.72)
Als er tonen onbedoeld klinken, zelfs nadat u de
“CROSSTALK” instelling heeft aangepast, pas dan
“THRESHOLD” aan. Hogere waardes voorkomen, dat
een pad klinkt als het zacht wordt aangeslagen. Stel deze
waarde zo laag mogelijk in.
10. Stel de “TrigCurve(Trigger Curve)” in.
(SETUP/TRIG BASIC/TrigCurve; p.72)
Als het dynamisch spelen geen natuurlijke verandering
in volume oplevert, stel dan deze parameter in.
2
75
Hoofdstuk 3 Algemene instellingen voor de TD-6V
(SETUP/UTILITY, Factory Reset)
Parameters, die hier kunnen worden
ingesteld
fig.03-001.e
SETUP
UTILITY (algemene instellingen) (p. 77)
LCD Contrast
Percussion Part Level
Backing Level
Mute
Master Tune
Preview Velocity
Available Memory
Factory Reset (Herstellen van de fabrieksinstellingen) (p. 79)
Maken van de algemene
instellingen (UTILITY)
Overall instellingen gelden voor de gehele TD-6V
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [EDIT].
[EDIT] brandt.
fig.SETUP-GENERAL_50
2. Druk op [ENTER].
3. Druk op [] of [] om de in te stellen
parameter te selecteren.
fig.03-002ai.e
Schermcontrast aanpassing
(LCD Contrast)
Het schermcontrast wordt sterk beïnvloed door de locatie van
de TD-6V en de belichting van de kamer, waarin de TD-6V
staat. Pas deze parameter zo nodig aan. Een hogere waarde
resulteert in een helderder scherm.
fig.03-004_50
LCD Contrast: 1–16
Percussiepartij volumeregeling
(Percussion Part Level)
Deze past het volume van de percussiepartij aan.
Verhogen van de waarde zal het volume verhogen. Met de
instelling op “0” wordt er geen geluid geproduceerd.
• Deze instelling kan niet worden gemaakt in de GM
modus (p.99).
• Deze volume instelling geldt voor alle songs. Zelfs als de
songs worden veranderd, zal de instelling niet
veranderen.
Het volumeniveau van de drumkitpartij wordt geregeld in
“MasterVolume (Master Volume)” (KIT/COMMON/
MasterVolume; p.66).
In te stellen parameter
4. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
fig.03-003ai.e
Waarde
5. Als u klaar bent met instellen, druk dan op [KIT]
Drum uitvoeringen in de Preset songs (behalve song #1
“DRUMS”) zijn op de percussiepartij opgenomen.
Gebruiken van preset songs
U kunt geen veranderingen in instellingen in de preset songs
bewaren. Hoewel u wel tijdelijke verandering kunt maken op
deze instellingen, zullen ze weer terugkeren naar de originele
instellingen, zodra een andere song is geselecteerd. Verder
kunnen preset songs niet worden bewerkt of opgenomen.
• Het volgende verschijnt in het scherm, als u probeert de
instellingen te veranderen. Druk op [EXIT] om de bood-
schap weg te sturen.
• Het volgende wordt getoond als [REC] wordt inge-
drukt als er een Preset song is geselecteerd, en er wordt
automatisch een nieuwe user song geselecteerd.
Over songs en het song
scherm
Over songs
De TD-6V sequencer organiseert de muziek in zes partijen. De
drumkit partij wordt gebruikt voor het opnemen/afspelen
van wat er op de pads word gespeeld. Verder zijn Partij
(Part)1, 2, 3, 4 de vier achtergrondinstrument partijen, en ver-
der is er nog een Percussiepartij.
Het collectieve uitvoeren van deze zes partijen wordt een
song genoemd.
De sequencer kan in de GM modus (p.99) niet worden
gebruikt.
Preset (interne) songs (Songs 1 –170)
Wat de verschillende partijen spelen, is al opgenomen. De
Preset uitvoeringen kunnen niet worden veranderd, verwij-
derd of opgenomen worden. Deze songs zijn handig voor
begeleiding tijdens het drums oefenen of tijdens live optre-
dens.
Als u preset song instellingen wilt veranderen, bewerken of
opnemen, kopieer ze dan naar een user song (p.89). Als user
song instellingen worden veranderd, wordt dit automatisch
opgeslagen.
Over preset song copyright
De geluiden, frases en songs in dit product zijn geluidsopnamen
die beschermd zijn door copyright. Roland staat hierbij kopers
van dit product toe om de geluidsopnamen in dit product te
gebruiken voor de creatie en opname van origineel muzikaal
werk. Waarbij gezegd moet worden, dat de geluidsopnamen in
dit product niet mogen worden gesampled, gedownload of
anders opgenomen, zowel als geheel of gedeeltes, voor welk doel
dan ook, waaronder tevens (maar niet alleen) de transmissie van
gehele of gedeeltelijke geluidsopnamen via internet of andere
digitale of analoge manieren van transmissie valt en/of de
productie of verkoop van een collectie van gesamplede geluiden,
frases of delen op CD-ROM of gelijkwaardige producten.
De geluidsopnamen in dit product is het originele werk van
Roland Corporation. Roland is niet verantwoordelijk voor het
gebruik van de geluidsopnamen in dit product, en neemt geen
wettelijke verantwoordelijkheid op zich voor overtreding van
copyright van een derde partij, dat ontstaat uit het gebruik van
geluiden, frases of gedeelten uit dit product.
5
81
Hoofdstuk 5 Bewerken van songs (SONG Edit)
User Songs (Songs 171–270)
Er zijn songs, die kunnen worden opgenomen en bewerkt. U
kunt uitvoeringen opnemen, precies zoals ze bespeeld worden
op de pads of via een extern MIDI keyboard (Realtime Recor-
ding; p.92).
Veranderingen in User song instellingen worden automatisch
opgeslagen.
fig.05-001.e
Song #250
Song #1
Algemene instellingen
Tempo, Play Type, Song Lock, Song Name
Part Settings
Drum Kit Part (p. 56)
Percussion Part
Backing Part
Par t1
Par t2
Par t3
Par t4
Part Settings
Inst, Level, Pan*,
Ambience Send Level, Bend Range*
*: Deze instelling kan niet worden
uitgevoerd voor de percussiepartij
Over het song scherm
Dit scherm verschijnt als [SONG] wordt ingedrukt, is het Song
scherm.
fig.05-002ai.e
45
21
1
Song Category
De categorie van de geselecteerde song wordt aangeduid.
2
Song Number
Het nummer van de geselecteerde song wordt aangeduid.
3
Song Name
De naam van de geselecteerde song wordt aangeduid.
4
Beat
5
Playback Method Setting (p. 85)
Dit geeft het afspeeltype van de song aan.
6
Measure Number
Het huidige maatnummer wordt aangeduid. Door op
[PLAY]
van de hier aangeduide maat dat hier wordt aangeduid.
te drukken, begint het afspelen vanaf het begin
367
Uitvoeringsdata
Drum Kit Part
Percussion Part
Par t1
Par t2
Par t3
Par t4
Alleen de uitvoeringsdata wordt op de drumkitpartij opgeno-
men. Als de song wordt afgespeeld, worden de instellingen
(instrumenten, effecten, etc) van de huidig geselecteerde
drumkit gebruikt.
Pad
Extern
MIDI apparaat
82
7
Beat
De huidige tel wordt aangeduid.
fig.05-003ai.e
8
9
8
Song Lock Setting
“” verschijnt bij User songs die Song Lock (p.86) op “ON”
hebben staan.
9
New User Song
“” duidt een nieuwe User song aan.
Kiezen van een song
Hoofdstuk 5 Bewerken van songs (SONG Edit)
Partij instellingen worden gewisseld als een song wordt
geselecteerd.
Om te zien welke songs er hier geselecteerd kunnen worden,
kunt u kijken bij “Preset song lijst” (p.128).
Kiezen vanuit een categorie (Song
Category)
Selecteer songs door het zoeken in categorienamen.
1. Druk op [SONG].
[SONG] brandt, en het SONG scherm verschijnt.
fig.05-005_50
2. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [+] of [-]
om de songcategorie te selecteren.
SONG CATEGORY:
DRUMS, ROCK, METAL, BALLAD, R&B, BLUES,
POPS, R&R, COUNTRY, JAZZ, FUSION, DANCE,
REGGAE, LATIN, BRAZIL, BASICPTN, LOOP,
1SHOT, TAP, USER
Kiezen van een song (Song)
1. Druk op [SONG].
[SONG] brandt en het SONG scherm verschijnt.
fig.05-004_50
Als het afspelen van een song wordt gestopt, kunt u het vol-
gende doen.
• Door op
begin van de song.
• Door op
• Door op
• Om tijdelijk het tempo van de song te veranderen, houdt
u [SHIFT] ingedrukt en drukt u op [CLICK] (p.85).
• Om een tel voor het afspelen van de song in te voegen, stel
dan “PlyCountInt (Play Count In)” in (CLICK/PlCountIn;
p.80).
[STOP]
te drukken, keert u terug naar het
[] te drukken, gaat u naar de volgende maat.
[] te drukken, gaat u naar de vorige maat.
Handige functies voor het afspelen
Tijdens het afspelen van een song kunt u de knoppen, die
corresponderen aan de drums die gespeeld worden in de
percussiepartij, laten branden.
U kunt tevens in Part Mute (p.84) de knoppen laten branden,
wat dit een handige functie maakt voor het oefenen met Preset
songs..
DruminstrumentKnop brandtNootnummer
Kick[PART MUTE] 35, 36
Snare
Low Tom[KIT]41, 43
Hi-Hat[REC]42, 44, 46
Mid Tom[SONG]45, 47
Hi Tom[CLICK]48, 50
Cymbal[EDIT]49, 51, 52, 53, 55, 57, 59
[PLAY]
37, 38, 39, 40
2. Druk op [+] of [-] om de song te selecteren.
SONG: 001–270
Afspelen van een song
1. Selecteer de song, die u wenst af te spelen
(vorige paragraaf).
2. Druk op
[PLAY]
3. Om het afspelen van de song te stoppen, druk
op
Het
het begin van de gespeelde maat.
[PLAY]
brandt en het afspelen van de song begint.
[STOP]
[PLAY]
.
.
licht gaat uit, en de song keert terug naar
Hi-Hat
High TomLow Tom
Kick
Zelfs als “9 Perc Only” of “10 Special” is geselecteerd voor de
percussie, dan zullen de knoppen nog steeds branden volgens
de nootnummers.
• De overeenkomst tussen de brandende knoppen en de
nootnummers is vooraf vastgesteld, en kan niet worden
Mid Tom
Snare
Cymbals
83
5
Hoofdstuk 5 Bewerken van songs (SONG Edit)
veranderd.
• Deze functie kan niet worden gebruikt met songs waar de
drums opgenomen zijn in de drumkit partij.
1. Selecteer de af te spelen song (p.83).
2. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op
Afspelen van de song begint en de knoppen die overeen-
komen met de uitvoering van de drums op de percussie-
partij lichten op.
3. Om afspelen te stoppen, druk op
[PLAY]
[STOP]
.
Aanpassen van het
songvolume
U kunt het volume van de song regelen in de achtergrondpar-
tijen (parts 1 –4 ) en in de percussiepartij.
Verhogen van de waarde zal het volume doen verhogen. Met
de instelling op “0” wordt er geen geluid geproduceerd.
Deze volume instelling is van toepassing op alle songs.
• Hoewel de drumuitvoeringen in de Preset songs zijn
opgenomen op de “percussiepartij”, zijn uw eigen
gecreëerde songs en wat u daarbij op de pads speelt,
opgenomen op de “drumkit partij”. Het volume van de
drumkit partij wordt geregeld in “MasterVolume” (Mas-
ter Volume) (KIT/CO MMON/MasterVolume;p.66).
• Regel het volume van elke partij om de volumebalans
tussen de partijen te corrigeren (SONG/PART/Level;
p.88).
1. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [SONG].
Het scherm voor de volume instellingen van de achter-
grondpartijen verschijnt.
fig.05-006_50
5. Als u klaar bent met instellen, druk op [SONG]
om de procedure te beëindigen.
fig.05-008_50
.
BackingLevel (Backing Level): 0–127
fig.05-009_50
PercPrtLevel (Percussion Part Level): 0–127
Dempen van een geselecteerde
partij (Part Mute)
Elke keer als [PART MUTE] wordt ingedrukt, wordt het dem-
pen aan of uitgeschakeld. [PART MUTE] brandt als het dem-
pen aan staat. Bij de fabrieksinstellingen, worden alleen de
percussiepartij drums gedempt.
fig.05-010.e
GedemptNiet gedempt
BrandtBrandt niet
De te dempen partij wordt hier geselecteerd in “Mute”
(SETUP/UTILITY/Mute; p.77). Houd [SHIFT] ingedrukt, en
druk op [PART MUTE] om het instellingenscherm te laten
verschijnen.
2. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
3. Druk op [].
Het scherm voor de volume instellingen van de percus-
siepartij verschijnt.
fig.05-007_50
4. Druk op [+] of [-] om de instelling te maken.
84
Instellingen voor gedempte partijen zijn van toepassing op
alle songs.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.