SPD-20 Handleiding
18
Parameters editen (wijzigen)
Om parameterwaarden te kunnen veranderen, moet
u eerst de Edit mode kiezen. De namen van alle instelbare parameters vindt u in de parameterlijst op het
frontpaneel van de SPD-20.
■
Hoe moet je de parameterlijst lezen?
De parameterlijst is voorzien van 11 LED-indicators:
vier in een horizontale as en zeven volgens een verticale as. In de Edit mode zal altijd een horizontale/
verticale LED-combinatie oplichten; op de “kruising” van beide assen (of LED’s) vinden we de naam
terug van de actieve of gekozen parameter. Het display geeft de waarde van desbetreffende parameter
weer. Om de gewenste parameter te kunnenveranderen, kijkt u naar diens plaats binnen de “lijst”. Vervolgens kunt u de parameter selecteren met behulp
van de [SELECT] en [▲] [▼] knoppen.
Gebruik PATCH/VALUE [+][-] om de parameterwaarde te veranderen.
■
Parameters editen: procedure
1) Druk op [EDIT] om de Edit mode te activeren.
2) Kies de parameter die u wenst te veranderen. Druk
op [SELECT] om de indicator op de horizontale as
te “verplaatsen”. Gebruik de [▲] [▼] knoppen om
de indicator op de verticale as te “verplaatsen” (het
display geeft de waarde van de gekozen parameter
weer).
Bij de SPD-20 zijn de parameters in vier groepen
onderverdeeld: SOUND, MIDI, FX/PEDAL en SYSTEM. Met de [SELECT] knop kunt u één van de
voornoemde groepen selecteren; telkens u op deze
knop drukt, schuift de indicator een plaats naar
rechts op.
Met de [▲] en de [▼] knoppen kiest u een parameter binnen een bepaalde groep. U verplaatst de selectie naar boven of naar beneden door, respectievelijk,
op de [▲] of de [▼] knop te drukken.
In deze afbeelding werd de DECAY parameter in de
SOUND parametergroep gekozen.
3) Gebruik de PATCH/VALUE knoppen [-] en [+],
om de gewenste waarde in te geven; de voorgaande
of oorspronkelijke waarde wordt automatisch
gewist. Numerieke waarden zijn te verhogen/verlagen door, respectievelijk, op de [+] of de [-] knop te
drukken.
Waarde-veranderingen kunnen versneld worden
door op de [+] ([-]) knop te drukken terwijl u de [-]
([+]) knop ingedrukt houdt.
Herhaal de stappen 1~3 als u meerdere parameters
wenst te veranderen. Druk, na het beëindigen van
een “Edit” procedure, op de [EDIT] knop om terug
te keren naar de Play mode (de indicators van de
parameterlijst gaan uit en het display zal opnieuw
het gekozen Patch-nummer weergeven).
4.2 Klanken editen (Sound
parameters)
De parameters uit de SOUND groep laten toe de
“instrumenten” te veranderen –of te editen, zoals de
vakman zegt. De Sound groep bevat zeven parameters: INST, LEVEL, PITCH, DECAY, PAN, CURVE
en FX SEND.
Klank kiezen (INST)
Elke klank die aan een Pad is toegewezen, noemen
we een “instrument”; de SPD-20 biedt 700 dergelijke
instrumenten. Aan de hand van de Instrument
Assign instellingen bepaalt u welke klanken er
gespeeld zullen worden. De 700 instrumenten zijn in
de volgende categorieën ingedeeld.
De waarde van de gekozen
parameter knippert
Deze parameter is gekozen
TX CH
NOTE #
GT TIME
PAN
CURVE
SENS
PGM CHG
INST
LEVEL
PITCH
DECAY
PAN
CURVE
FX SEND
FX TYPE
FX TIME
FX LEVEL
PDL CTRL
PDL LEVEL
PDL CC #
BASIC CH
BULK DUMP
PATCH EXPAND
TRIG SENS
TRIG THRESHOLD
TRIG TYPE
TRIG CURVE
Voor elke Pad
instelbaar
Voor elke
Patch
Voor de gehele
SPD-20
TX CH
NOTE #
GT TIME
PAN
CURVE
SENS
PGM CHG
FX TYPE
FX TIME
FX LEVEL
PDL CTRL
PDL LEVEL
PDL CC #
BASIC CH
BULK DUMP
PATCH EXPAND
TRIG SENS
TRIG THRESHOLD
TRIG TYPE
TRIG CURVE
INST
LEVEL
PITCH
DECAY
PAN
CURVE
FX SEND
SELECT
b01—b50 Kick Drum (basdrum)
S01—S86 Snare Drum
t01—t40 Tom-tom
h01—h33 HiHat
H01—H17 HiHat met pedaalsturing
C01—C36 Ride/Crash Cymbal
L01—L78 Latin Percussion
i01—i33 Indian Percussion
F01—F37
African/Middle Eastern/Australian/
Other Percussion
J01—J51
Japanese/Korean/Chinese/Southeast
Asian Percussion
o01—o24 Orchestral Percussion