INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
001
• Zorg, dat u onderstaande instructies en de
gebruikershandleiding leest, voordat u het
apparaat in gebruik neemt.
• Maak het apparaat of de adapter niet open en
voer geen interne modificaties uit. (De enige uitzondering hierop, is wanneer u in deze handleiding
specifieke instructies tegenkomt, die opgevolgd dienen te
worden, om door de gebruiker te installeren opties aan te
brengen. Zie p.47, p.50).
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve
wanneer daartoe specifieke instructies in de
handleiding staan). Ga voor alle onderhoud naar uw
handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of
een erkende Roland distributeur die u op de “Informatie”
pagina kunt vinden.
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
006
• Wanneer het apparaat samen met de door Roland
aanbevolen BKT-S en PDS-10 wordt gebruikt, dient
het rack of de standaard zorgvuldig geplaatst te
worden, zodat het waterpas staat en stabiel zal
blijven. Wanneer u geen rack of standaard
gebruikt, moet de locatie waar u het apparaat wilt
plaatsen een waterpas oppervlak hebben, dat het
apparaat goed ondersteunt, zodat het niet kan wiebelen.
• Gebruik alleen de adapter die bij het apparaat
hoort. Controleer ook of het lijnvoltage met het
ingangsvoltage overeenkomt, dat op de behuizing
van de adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen
een andere polariteit gebruiken of op een ander voltage
zijn ontworpen. Het gebruik daarvan kan derhalve tot
schade, storingen of elektrische schok leiden.
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats
er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan
het snoer beschadigen, elementen kunnen afbreken
en kortsluiting kan ontstaan. Beschadigde snoeren brengen
risico’s van brand en schok met zich mee!
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie
met een versterker en koptelefoon of luidsprekers,
kan geluidsniveaus produceren die permanent
gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Gebruik het
apparaat niet gedurende langere tijd op een hoog
of oncomfortabel volumeniveau. Indien u last heeft
van enig gehoorsverlies of een piep in de oren,
moet u het apparaat niet meer gebruiken en een
oorarts raadplegen.
• Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld
brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat
terechtkomen.
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor
onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde
Roland Service Centrum of een erkend Roland
distributeur, te vinden op de "Informatie" pagina,
indien
• De adapter, het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere
wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een
• In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in
staat is de regels die essentieel zijn voor een
veilige bediening van het apparaat op te volgen.
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het
bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door
alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag
nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van
het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige
ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken,
en uiteindelijk smelten.
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper,
het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de
‘Informatie’ pagina.
• SPEEL GEEN CD-ROM disk op een conventionele
CD speler af. Het resulterende geluid kan van een
zodanig niveau zijn dat permanent gehoorsverlies
kan veroorzaken. Dit kan tot schade aan
luidsprekers of andere systeemcomponenten
leiden.
• U dient de adapter met enige regelmaat uit het
stopcontact te halen en deze schoon te maken met
een droge doek om stof en andere opeenhopingen
tussen de vorken van de stekker uit te halen. Ook
haalt u de stekker uit het stopcontact wanneer het
apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal
worden. Ophoping van stof tussen de twee
stekkers kan slechte isolatie veroorzaken, dat tot
brand kan leiden.
• Indien u schroeven verwijdert, bewaart u deze op
een veilige plaats buiten het bereik van kinderen.
Op die manier voorkomt u dat de schroeven per
ongeluk door kinderen worden ingeslikt.
• Zet de fantoomvoeding altijd uit als u, afgezien
van een condensator microfoon, een ander
apparaat dat op fantoomvoeding werkt aansluit.
Als u per ongeluk fantoomvoeding toepast op
apparaten die niet van deze voeding gebruik
maken, zoals dynamische microfoons, afspeelapparaten of andere apparaten, kan er schade
ontstaan. Controleer de specificaties van elke
microfoon die u wilt gebruiken. Deze vindt u in de
betreffende handleiding.
(De fantoomvoeding van dit apparaat: 48 V DC,
10mA Max).
Naast de onderdelen die bij ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ op pagina 3-4 worden genoemd, leest en neemt
u het volgende in acht:
Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan, dat
door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een
omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een
motor bevat. Afhankelijk van de manier, waarop het
apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat
vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet
mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst
u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat en
het stopcontact.
• De adapter zal na lange uren werking warmte afgeven.
Dit is normaal en niets om u zorgen over te maken.
• Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, zet
u de stroom van alle apparaten uit. Hiermee worden
storingen en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten voorkomen.
Plaatsing
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of
andere apparatuur met grote stroom transformators) wordt
gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem op
te lossen, verandert u de richting van dit apparaat of
plaatst u het verder weg van de storingsbron.
• Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst
veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van
dit soort ontvangers.
• Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communi-
catieapparaten, zoals mobiele telefoons in de buurt van dit
apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij
het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de
conversatie.
Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze
draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat
gebruiken of uit te zetten.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het
niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat
het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het
niet aan temperatuur extremen.
Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of
verkleuren.
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende
temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er
waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat
worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat
gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan.
Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik
neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie
volledig is verdampt.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het
oppervlak waar het apparaat wordt geplaatst, kunnen de
rubber voetjes het oppervlak verkleuren of beschadigen.
U kunt een stukje vilt of stof onder de rubber voetjes
plaatsen, om dit te voorkomen. Let hierbij echter op, dat het
apparaat niet per ongeluk glijdt of beweegt.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat met
een zachte, droge of een licht vochtige doek schoon. Om
hardnekkig vuil te verwijderen gebruikt u een doek met een
kleine hoeveelheid mild, niet schurend schoonmaakmiddel.
Neem het apparaat daarna met een zachte, droge doek
af.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te
voorkomen.
Reparaties en data
• Wees er op bedacht, dat alle data in het geheugen van dit
apparaat verloren kan gaan wanneer het apparaat ter
reparatie wordt aangeboden. Het is aan te bevelen om
altijd een reservekopie van belangrijke data in een USB
geheugen op te slaan. Indien mogelijk kunt u de gegevens
ook op papier schrijven. Tijdens reparaties wordt altijd
geprobeerd om dataverlies te voorkomen. In bepaalde
gevallen (bijvoorbeeld als het aan het geheugen gerelateerde circuit zelf niet werkt) kan de data tot onze spijt niet
meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor
dit soort verlies van data.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen door
storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar
verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies
van belangrijke data te beschermen, raden wij u aan om
van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke data, die
u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, in
een USB geheugen opslaat.
• De inhoud van data die in het geheugen van het apparaat
of een USB geheugen is opgeslagen, kan helaas niet meer
hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland
Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort
dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en
aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm, en druk er niet hard op.
• Een zachte ruis kan tijdens normaal gebruik van het beeldscherm te horen zijn.
5
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de
kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade
aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden, dat u uw buren stoort, probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden.
U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,
zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste
omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het
in de originele doos (inclusief schokabsorberend
materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal
moeten gebruiken.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden.
Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels
die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels
kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar
zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de
fabrikant van de kabel verkrijgen.
• Het onbevoegd dupliceren, reproduceren, verhuren en
uitlenen is verboden.
Behandeling van CD-ROM’s
• Vermijd het aanraken of krassen van de glanzende
onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of vuile disks kunnen niet goed gelezen worden.
Zorg dat uw disks schoon blijven, met een in de winkel
verkrijgbaar CD reinigingsproduct.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn handels-
merken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eiegenaars.
* VST is een handelsmerk van Steinberg Media Technologies
AG.
* MatrixQuest
Alle rechten voorbehouden.
De USB functie van de SonicCell gebruikt
Matrix-Quest middleware technologie van
TEPCO UQUESTm LTD.
* SONAR is een geregistreerd handelsmerk van Twelve Tone
Systems, Inc.
* MPEG Layer-3 geluidscompressie technologie is onder
licentie van Fraunhofer IIS Corporation en THOMSON
Multimedia Corporation.
TM
2007 TEPCO UQUESTm LTD.
Auteursrecht
• Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen,
publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan
(muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke
uitvoering enz.) waarvan het auteursrecht bij een derde
partij ligt, is bij de wet verboden.
• Dit product kan gebruikt worden voor het opnemen of
dupliceren van geluid of visueel materiaal, zonder beperkingen, opgelegd door bepaalde technologische kopieerbeveiliging maatregelen. De reden hiervan is dat dit
product gebruikt dient te worden voor het produceren van
originele muziek of video materiaal, en is daarom zo
ontworpen, dat het materiaal, dat geen inbreuk maakt op
de auteursrechten van anderen (bijvoorbeeld uw eigen,
originele werken), vrijelijk gereproduceerd of gedupliceerd
kan worden.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het
auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden.
Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor
overtredingen van het auteursrecht van een derde partij,
die door gebruik van dit apparaat worden begaan.
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
* De afbeeldingen in dit document worden met inachtneming
van de Microsoft Corporation richtlijnen gebruikt.
* Windows staat officieel bekend als: ‘Microsoft®
Windows® besturingssysteem’.
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van
Apple Computer, Inc.
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
* Pentium is een geregistreerd handelsmerk van Intel
Corporation.
6
Inhoud
HET APPARAAT OPEEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN.............................. 3
Index ...........................................................................................................279
11
Hoofdkenmerken
Superieure desktop synthesizer
• 128-stemmige geluidsmodule met nieuwe geluidenset, waaronder
‘levensechte’ instrumenten
• Twee SRX geluidsexpansie ruimtes voor geluidsset personificatie
USB Audio/MIDI Interface
• USB audio interface functie met MIC en GUITAR (Hi-Z) ingangen
• Opnemen met gebruik van de professionele ingebouwde
DSP effecten
• Inclusief PC/Mac VSTi/AU Editor en Cakewalk SONAR LE software
Draagbare Backing Machine
• SMF, WAV, AIFF en MP3 afspeelcapaciteit via optioneel
USB geheugen is perfect voor live optredens
• Creëer speellijsten van elke gewenste combinatie van
bestandstypen, met gebruik van de Playlist Editor
12
Gebruikersgids
13
GEBRUIKERSGIDS
Bovenpaneel
fig.kakubu-topPanel.eps
SRX sleuf
Hier kunnen wave uitbreidingskaarten uit
de SRX serie worden geïnstalleerd.
•
•
Paneel beschrijvingen
Beeldscherm
Hier wordt verscheidene informatie
getoond, afhankelijk van de
operatie die u uitvoert.
Installatie →
Een golf selecteren →
p. 46
p. 98
USB MEMORY ACCESS indicator
Dit licht op als u songdata van een USB geheugen speelt,
dat op de SonicCell is aangesloten of als data in het
USB geheugen wordt opgeslagen.
MIDI MESSAGE indicator
MIDI
Dit licht op, wanneer MIDI berichten van een op de MIDI
IN aangesloten MIDI apparaat worden ontvangen.
USB
Dit licht op als MIDI berichten van de aangesloten
computer worden ontvangen.
14
SMF/AUDIO PLAYER knoppen
Druk op deze knoppen als u de
SonicCell als een SMF/geluidsspeler
gebruikt.
• Een song afspelen → p. 28, p. 168
• Een speellijst creëren → p. 30
MENU knop
U kunt op deze knop drukken om naar een menu
scherm van de huidige mode of een bewerkingsscherm
te gaan.
• Het menu scherm van elke hoofd mode
→ p. 59, p. 68, p. 76, p. 84, p. 88, p. 117, p. 133,
p. 141, p. 143, p. 146, p. 169, p. 171, p. 181
(Play/Pause) knop
Speelt of pauzeert de songdata.
EXIT knop
Druk op deze knop om een
operatie te annuleren.
Paneel beschrijvingen
■ GEBRUIKERSGIDS
MIDI INST knop
Druk op deze knop als u de
SonicCell als MIDI geluidsmodule
wilt gebruiken.
MIDI aansluitingen → p.22, p.54
• Uitvoering →p.22, p.58
• Patch →p.23, p.82
PART VIEW knop
Als de MIDI geluidsmodule zich in de Performance
mode bevindt (p.54), drukt u op deze knop als u
instellingen voor ieder part wilt maken.
Door deze knop samen met de [MIDI INST] knop
in te drukken, kunt u tussen de Performance mode
en de Patch mode afwisselen.
CURSOR/VALUE draaiknop
Gebruik dit om de cursor te verplaatsen, een
parameter te selecteren, of een waarde te
bewerken.
Druk op de draaiknop om de waarde te
bevestigen.
• Hoe de [CURSOR/VALUE] wordt gebruikt → p.20
USB AUDIO knop
Druk op deze knop als u een
effect op het geluidssignaal van
de aangesloten computer wilt
toepassen of instellingen die
met de uitvoer te maken hebben
wilt maken.
• USB AUDIO vp.140
■ De demo songs afspelen
fig.disp-plylstslct-demo.eps
1 Druk op [SMF/AUDIO PLAYER].
INPUT knop
Druk op deze knop als u een effect
wilt toepassen op een apparaat dat
op de INPUT jack is aangesloten
of om instellingen met betrekking
tot uitvoer te maken.
• Een microfoon of gitaar
opnemen → p.40
• Geluid van een extern apparaat
invoeren → p.142
EFFECTS knop
Druk op deze knop als u instellingen met betrekking tot
effecten wilt maken.
• Effecten op een uitvoering toepassen vp.78
• Effecten op een patch toepassen →p.26, p.132
• Effecten op het signaal van de Input jack toepassen →p.43
*Als een USB geheugen dat songbestanden bevat is aangesloten, selecteert u [Demo Songs] in het playlist
(speellijst) scherm. Voor details over het afspelen van een speellijst, zie p.28.
*Alle rechten voorbehouden. Ongeoorloofd gebruik van dit materiaal, voor andere doeleinden dan strikt per-
soonlijke, is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving.
*Data van de afgespeelde muziek wordt niet via de MIDI OUT uitgevoerd.
15
GEBRUIKERSGIDS
Achter en voorpanelen
fig.kakubu-rearPanel.eps
USB COMPUTER aansluiting
Gebruik een USB kabel om de computer hier aan
te sluiten.
Deze aansluiting kan zowel MIDI als audio
verwerken.
• De SonicCell met een computer gebruiken
→ p.31, p.135
USB MEMORY aansluiting
Hier kan een USB geheugen worden aangesloten,
om de SonicCell te gebruiken om bestanden
(songs) af te spelen, die in een USB geheugen zijn
opgeslagen.
• Songs afspelen → p.28, p.167
POWER schakelaar
Zet de stroom
aan/uit. (p.18).
MIDI IN/OUT
Deze kunnen op andere MIDI apparatuur
worden aangesloten voor het verzenden
en ontvangen van MIDI berichten.
• De SonicCell als MIDI geluidsmodule
gebruiken → p.22, p.54
aansluitingen
DC IN Jack
Sluit de bijgeleverde adapter hier
aan (p.18). Gebruik alleen de
bijgeleverde adapter, anders
kunnen storingen optreden.
Achterpaneel
Veiligheidsslot
http://www.kensington.com
PHONES jack
Dit is een stereo mini jack, waar een koptelefoon aangesloten kan worden.
Deze jack voert het geluid dat via de INPUT jack wordt ontvangen uit, samen
met het geluid van de via USB aangesloten computer en het geluid van de
SonicCell zelf.
Indien een koptelefoon wordt aangesloten, zal het geluid van de OUTPUT jack
nog steeds hoorbaar zijn.
Voorpaneel
SAMPLING RATE schakelaar
Dit specificeert de sample snelheid, die voor het opnemen of afspelen van
geluidsdata wordt gebruikt.
Nadat deze instelling is veranderd, moet de SonicCell worden uitgeschakeld, en
vervolgens weer opgestart worden. Als u software gebruikt, dient de software ook
opnieuw te worden opgestart.
Zorg, dat de [SAMPLING RATE] schakelaar zo is ingesteld, dat deze met de sample
snelheid instelling van de door u gebruikte software overeenkomt.
MASTER VOLUME draaiknop
Hiermee wordt het volume van de
signalen die via de PHONES jack
en OUTPUT jacks worden
uitgevoerd bijgesteld (p.19).
16
INPUT/OUTPUT jacks
Deze jacks voeren geluidssignalen in of uit.
INPUT LEVEL knop
Hiermee wordt het ingangsniveau
van het signaal dat via INPUT
wordt ontvangen bijgesteld.
• Het ingangsniveau bijstellen → p.42
LINE (R) jack
Als LINE (L) en LINE (R) voor stereo invoer worden
gebruikt, voert u het signaal van het rechterkanaal
hier in.
• Als u mono invoert, sluit u dit op de LINE (L) jack aan.
Deze jack kan niet gebruikt worden als de INPUT
gain selectie schakelaar zich niet op de LINE (L)
positie bevindt.
• Een microfoon of gitaar opnemen → p.40, p.142
Paneel beschrijvingen
■ GEBRUIKERSGIDS
OUTPUT jacks (R, L/MONO)
Deze jacks voeren het geluidssignaal uit.
Als u mono invoert, sluit u dit op de LINE (L)
jack aan.
Deze jacks voeren de gecombineerde signalen
van het geluid dat via de INPUT jack wordt
ontvangen, het geluid van de via USB aangesloten
computer en het geluid van de SonicCell zelf uit.
L/GUITAR/MIC Jack (combo input jack)
Hier kunt u een microfoon, gitaar of lijnapparatuur aansluiten.
Dit instrument heeft gebalanceerde (XLR/TRS) jacks.
Schakelschema’s voor deze jacks worden hieronder getoond.
Maak aansluitingen, nadat de schakelschema’s van andere
apparatuur die u wilt aansluiten zijn gecontroleerd.
Schakelaar
LINE
GUITAR
Dynamic
MIC
Condenser
Geaccepteerde plug/aansluiting
1/4“ jack (ongebalanceerd)
1/4“ jack (ongebalanceerd)
(hoge impedantie wordt ondersteund)
1/4“ jack (gebalanceerd of ongebalanceerd),
XLR aansluiting
* Uitschakelen ‘Phantom Power’ in het INPUT scherm.
XLR aansluiting (48 V fantoomvoeding ondersteund)
Een fantoomvoeding condensator microfoon aansluiten
→ in het INPUT scherm zet u Phantom Power aan (p.142).
INPUT SOURCE schakelaar
Stel dit in, zoals geschikt voor het apparaat dat
op de LINE (L) jack is aangesloten.
Als u een bron op de LINE (R) jack heeft
aangesloten, moet deze schakelaar op LINE (L)
worden gezet.
LINE (L):
Sluit een lijnniveau apparaat aan, zoals een
geluidsapparaat (bijv. CD speler) of toetsenbord.
GUITAR (Hi-Z):
Sluit een elektrische gitaar aan, die niet door
de effectprocessor gaat (hoog-impedantie
aansluiting).
MIC:
Sluit een microfoon aan.
• Een microfoon of gitaar opnemen→ p. 40, 142
Nominaal ingangsniveau
-30 – -10 dBu
-30 – -10 dBu
-50 – -30 dBu
17
GEBRUIKERSGIDS
■ De adapter aansluiten
3 Zorg, dat de [POWER] schakelaar uit is.
4 Sluit het bijgeleverde netsnoer op de adapter aan.
5 Sluit de adapter op de DC IN aansluiting van de SonicCell aan, en steek de stekker in een stop-
fig.AC-setsuzoku.eps
De stroom aan en uitzetten
contact.
DC IN
Plaats de adapter zo, dat het lampje zich aan de bovenkant bevindt.
(Dit licht op als de stekker in het stopcontact is gestoken).
Stopcontact
Netsnoer
fig.AC-setchi.eps
* Afhankelijk van de omstandigheden van een
bepaalde setup, kunt u een onbehaaglijke sensatie waarnemen of bemerken dat het oppervlak
korrelig aanvoelt als u dit apparaat, hierop aangesloten microfoons of de metalen gedeeltes van
andere objecten, zoals gitaren aanraakt. Dit
wordt veroorzaakt door een oneindig kleine hoeveelheid elektrische lading, die volkomen onschadelijk is. Indien u zich hier echter toch zorgen
over maakt, verbindt u de aarde aansluiting (zie
figuur) met een externe aarde. Als het apparaat
geaard is, kan een brom hoorbaar zijn, afhankelijk van de details van uw installatie. Als u niet
zeker bent van de verbindingsmethode, neem dan
contact op met het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum of een erkend Roland distributeur, zoals vermeld op de ‘Informatie’ pagina.
Plaatsen die niet geschikt zijn voor aansluiting
• Waterleidingen (kan tot schokken of elektrocutie leiden)
• Gasleidingen (kan tot brand of explosie leiden)
• Telefoonlijn aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn in geval van bliksem)
* Als u het apparaat omkeert, plaatst u een stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken aan
beide kanten om schade aan knoppen en regelaars te voorkomen. U dient het apparaat zo te plaatsen, dat knoppen en regelaars niet kunnen beschadigen.
* Als u het apparaat omkeert, behandel het dan voorzichtig om te voorkomen, dat het omvalt of uit uw
handen valt.
Aarde
aansluiting
Adapter
(PSB-1U)
SonicCell onderpaneel
Lampje
18
De stroom aan en uitzetten
■ De stroom aanzetten
OPMERKING
Nadat de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de apparaten in de gespecificeerde volgorde aan.
Door apparaten in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u storingen en/of schade aan
luidsprekers en andere apparaten.
fig.PowerOn.eps
1 Zet het volume van de SonicCell en de aangesloten geluids-
apparatuur helemaal laag.
Achterpaneel
2 Zet de [POWER] schakelaar aan.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het
duurt daarom korte tijd na opstarten, voordat het apparaat
op normale wijze werkt.
3 Gebruik [MASTER VOLUME] om het volume aan te passen.
Voorpaneel
POWER schakelaar
MASTER VOLUME knop
■ De stroom uitzetten
1 Zet het volume van de SonicCell en de aangesloten geluidsapparatuur helemaal laag.
■ GEBRUIKERSGIDS
2 Zet de aangesloten geluidsapparatuur uit.
3 Zet de [POWER] schakelaar uit.
De indicaties in het scherm zullen verdwijnen, en de stroom wordt uitgeschakeld.
19
GEBRUIKERSGIDS
Over het beeldscherm en [CURSOR/VALUE]
Voor deze uitleg gebruiken we het Performance mode Part View scherm als voorbeeld.
fig.display-sample.eps.
Naar het Part View scherm gaan
Nadat de stroom is aangezet, zorgt u dat [MIDI
INST] is verlicht, en drukt u op [PART VIEW].
De cursor verplaatsen
4 De cursor wordt verplaatst als u aan [CURSOR/VALUE] draait.
cursor.eps
Basisbediening van de SonicCell
De naam
van het
scherm
Cursor
Draaien
Cursor
Afwisselen tussen schermen
fig.dispCursor3.eps
1 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de cursor naar [PATCH] te
verplaatsen.
fig.cursor-push-eps
2 Druk op [CURSOR/VALUE].
fig.disp-PatchEdit.eps
Het Patch Edit scherm verschijnt.
fig.exit-push.eps
3 Druk op [EXIT].
Cursor
Indrukken
Indrukken
20
fig.disp-cursor.eps
U keert naar het Part View scherm terug.
Basisbediening van de SonicCell
Een waarde bewerken
fig.dispCursorValue1
Laten we proberen het Patch nummer te veranderen.
1 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de cursor
naar het Patch nummer te verplaatsen.
fig.cursor-push-eps
2 Druk op [CURSOR/VALUE].
fig.dispCursorValue2
fig.cursor-turn.eps
Het Patch nummer is gemarkeerd.
3 Draai aan [CURSOR/VALUE].
■ GEBRUIKERSGIDS
Patch nummer
Cursor
Indrukken
De waarde op
de plaats van
de cursor is
gemarkeerd
Draaien
fig.dispCursorValue3
De waarde zal veranderen.
Als u de waarde bewerkt, kan een ‘E’ symbool
rechts boven in het scherm verschijnen.
In dit geval kunnen de instellingen, die u bewerkt
heeft, worden opgeslagen.
De cursor keert naar zijn oorspronkelijke status terug.
Wordt getoond als u
de waarde bewerkt
De waarde zal
veranderen
21
GEBRUIKERSGIDS
Performance nummer
■ Aansluitingen
fig.setsuzoku-MIDI.eps
De SonicCell als een MIDI geluidsmodule gebruiken
MIDI OUT
MIDI toetsenbord
MIDI IN
OUTPUT
Monitor versterker, enz.
OPMERKING
Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het
volume altijd laag, en schakelt u de stroom van alle apparaten uit, voordat aansluitingen worden gemaakt.
Wanneer kabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volume van de apparatuur, die op
de ingangen (INPUT) is aangesloten, laag zijn. In dit geval dient u aansluitkabels zonder weerstanden te gebruiken.
■ Performance mode en Patch mode
Wanneer de SonicCell als een MIDI geluidsmodule wordt gebruikt, kan de performance of de Patch mode
geselecteerd worden.
Nadat het apparaat is opgestart, wordt de Performance mode geselecteerd.
Details over de Performance mode en Patch mode vindt u op p.54.
2 Verplaats de cursor naar het Performance nummer.
3 Druk op [CURSOR/VALUE].
De waarde op de plaats van de cursor is gemarkeerd.
Meer over het gebruik van [CURSOR/VALUE] vindt u op p.20.
22
De SonicCell als een MIDI geluidsmodule gebruiken
fig.dispMIDIPrfmNum2.eps
4 Draai aan [CURSOR/VALUE] om het Performance nummer te
veranderen.
Het geluid zal veranderen.
5 Druk op [CURSOR/VALUE].
De SonicCell in Patch mode spelen
■ De Patch mode selecteren
fig.button-MIDI-PART.eps/fig.disp-PatchPlay.eps
1 In het MIDI INST scherm, drukt u [MIDI INST]
en [PART VIEW] gelijktijdig in.
De SonicCell gaat naar de Patch mode, en het
Patch Play scherm verschijnt.
Als u [MIDI INST] nogmaals ingedrukt houdt, en
op [PART VIEW] drukt, gaat u naar de Performance mode, en zal het MIDI INST scherm verschijnen.
■ Het MIDI kanaal instellen
fig.dispPtchPlyRxch.eps
1 In het Patch Play scherm draait u aan [CURSOR/VALUE]
om de cursor naar ‘RxCh’ te verplaatsen.
2 Druk op [CURSOR/VALUE].
De RxCh waarde wordt gemarkeerd.
3 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de ‘RxCh’ waarde zo in te
stellen, dat deze met het zendkanaal van de aangesloten apparatuur overeenkomt.
■ GEBRUIKERSGIDS
■ Geluiden selecteren
fig.dispPtchSelect.eps
1 In het Patch Play scherm draait u aan [CURSOR/VALUE]
om de cursor naar het Patch nummer te verplaatsen.
2 Druk op [CURSOR/VALUE].
3 Draai aan [CURSOR/VALUE] om het Patch nummer te ver-
anderen.
Het geluid zal veranderen.
23
GEBRUIKERSGIDS
Voorbeeld: ‘037 Violin’ uit de ‘PR-C’ groep selecteren
fig.dispPtchSlct01.eps
1 In het Patch Play scherm draait u aan [CURSOR/VALUE] om
2 Druk op [CURSOR/VALUE].
fig.dispPtchSlct02.eps
3 Draai aan [CURSOR/VALUE] om ‘PR-C’ te selecteren, en druk
fig.dispPtchSlct03.eps
4 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de cursor naar het Patch
5 Draai aan [CURSOR/VALUE], om ‘037’ als het Patch nummer
Patch groep
de cursor naar de Patch groep te verplaatsen.
dan op [CURSOR/VALUE].
nummer te verplaatsen, en druk dan op [CURSOR/VALUE].
Het Patch nummer is gemarkeerd.
te selecteren.
‘Violin’ is geselecteerd.
Het geluid wijzigen (een Patch bewerken)
Voordat u verder gaat, selecteert u ‘037 Violin’ bij ‘PR-C’, zoals in bovenstaande procedure wordt uitgelegd.
■ De Amp Envelope bewerken
Dit specificeert hoe het geluid begint en wegsterft.
Naar het Patch Edit scherm gaan
fig.dispPtchPly-Edithanten.eps
1 In het Patch Play scherm gebruikt u [CURSOR/VALUE] om de
cursor naar de ‘EDIT’ te verplaatsen.
2 Druk op [CURSOR/VALUE].
Het Patch Edit scherm verschijnt.
fig.dispPtchEdtTVA.eps
3 Draai aan [CURSOR/VALUE], om het symbool onder Tone 1
‘TVA’ te selecteren, en druk dan op [CURSOR/VALUE].
fig.disp-PatchTVAEnv.eps
Het Patch TVA Envelope (T1) scherm verschijnt.
24
De SonicCell als een MIDI geluidsmodule gebruiken
T1 (als u een toets indrukt)
T4 (als u een toets loslaat)
De Attack (dynamiek) aanpassen
fig.dispTVAEnv.eps
4 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de cursor naar ‘A-Env Tome 1’
te verplaatsen.
5 Druk op [CURSOR/VALUE].
De waarde is gemarkeerd.
6 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de waarde te veranderen, en
druk dan op [CURSOR/VALUE].
Als u de waarde verandert, zal het symbool in het onderste
gedeelte van het scherm ook veranderen.
Als u op [EXIT] drukt, keert u naar het vorige scherm terug.
fig.disp-TVAEnvT1h1.eps
• Om te zorgen dat het geluid meteen begint als u een toets
indrukt
→ Zet ‘A-Env Time 1’ op een lagere waarde.
fig.disp-TVAEnvT1h2.eps
• Om te zorgen dat het geluid langzaam begint als u een
toets indrukt
→ Zet ‘A-Env Time 1’ op een hogere waarde.
De Release aanpassen
fig.dispTVAEnvT4.eps
7 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de cursor naar ‘A-Env Time4’
te verplaatsen.
8 Druk op [CURSOR/VALUE].
De waarde is gemarkeerd.
9 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de waarde te veranderen, en
druk dan op [CURSOR/VALUE].
Als u de waarde verandert, zal het symbool in het onderste gedeelte van het scherm ook veranderen.
Als u op [EXIT] drukt, keert u naar het vorige scherm terug.
fig.disp-TVAEnvT4h1.eps
• Om te zorgen dat het geluid meteen stopt als u een toets
loslaat
→ Zet ‘A-Env Time4’ op een lage waarde.
■ GEBRUIKERSGIDS
fig.disp-TVAEnvT4h2.eps
• Om te zorgen dat het geluid door blijft klinken, nadat u een
toets loslaat
→ Zet ‘A-Env Time4’ op een hoge waarde.
MEMO
Voor details over Amp Envelope, zie p.107.
Als u de gewijzigde Patch wilt opslaan, zie p.116.
25
GEBRUIKERSGIDS
■ Het filter bewerken
Door de filter instellingen te bewerken, kunt u het klankkarakter van het geluid helderder of donkerder
maken.
fig.dispPtchPly-Edithanten.eps
1 In het Patch Play scherm draait u aan [CURSOR/VALUE] om de
2 Druk op [CURSOR/VALUE].
fig.dispPtchEdtTVF.eps
3 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de cursor naar de ‘TVF’ te ver-
4 Druk op [CURSOR/VALUE].
fig.disp-PatchTVF1.eps
5 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de cursor naar ‘Cutoff Fre-
6 Druk op [CURSOR/VALUE].
fig.disp-PatchTVF-Cutoff.eps
7 Draai aan de [CURSOR/VALUE] om de waarde te bewerken, en
MEMO
cursor naar de ‘EDIT’ te verplaatsen.
Het Patch Edit scherm verschijnt.
plaatsen.
Het Patch TVF scherm verschijnt.
quency’ te verplaatsen.
De waarde wordt gemarkeerd.
druk dan op [CURSOR/VALUE].
Als u de waarde verandert, zal het symbool in het onderste
gedeelte van het scherm ook veranderen.
Als u op [EXIT] drukt, keert u naar het vorige scherm terug.
Voor details over filter, zie p.102.
Als u de gewijzigde Patch wilt opslaan, kijk dan op p.116.
■ Het effect veranderen
Effecten zijn verscheidene verwerkingstypes, die op het geluid toegepast kunnen worden. U kunt het karakter van het geluid aanzienlijk veranderen, door het effect eenvoudigweg aan te passen.
fig.button-EFFECTS.epsfig.disp-EfxRouting.eps
1 In het Patch Play scherm drukt u op [EFFECTS].
Het Effect Routing scherm verschijnt.
fig.dispEfxRtF1.eps
2 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de cursor naar ‘MFX’ te ver-
plaatsen.
fig.dispMFX.eps
26
De SonicCell als een MIDI geluidsmodule gebruiken
MFX type
3 Druk op [CURSOR/VALUE].
fig.disp-MFX.eps
Het MFX scherm verschijnt.
4 Gebruik [CURSOR/VALUE] om het MFX type te selecteren.
5 Druk op [CURSOR/VALUE].
De MFX type indicatie wordt gemarkeerd.
6 Gebruik [CURSOR/VALUE] om het MFX type te veranderen.
7 Druk op [CURSOR/VALUE].
Als u op [EXIT] drukt, keert u naar het vorige scherm terug.
MEMO
Voor details over effect instellingen, zie p.132.
Als u de gewijzigde Patch wilt opslaan, kijk dan op p.116.
De Editor en Librarian gebruiken
Aansluitingen
fig.setsuzoku-MIDI-editor.eps
Computer
Naar USB aansluiting
van computer
■ GEBRUIKERSGIDS
USB COMPUTER
USB kabel
Speciale editor en librarian software behoort bij de SonicCell.
Met gebruik van de editor kunt u de uitvoering en Patch parameters van de SonicCell op de computer
bewerken.
U kunt de instellingen bewerken, terwijl u deze in het grote scherm van de computer bekijkt.
Met gebruik van de librarian kunt u de bewerkte instellingen op de computer beheren.
Details over het installeren van de software vindt u op p.31.
Details over het gebruik van de software, raadpleeg de PDF handleiding, die samen met de software wordt
geïnstalleerd.
27
GEBRUIKERSGIDS
De SonicCell kan MIDI bestanden )SMF) en geluidsbestanden (WAV, AIFF, MP3) afspelen.
Dit is een handige functie, die ook voor het afspelen van tracks tijdens een live uitvoering gebruikt kan worden.
■ Aansluitingen
fig.setsuzoku-pbm.eps
Songs spelen
(Draagbare afspeler)
* Sla de songdata in de
Root Directory van het
USB geheugen op.
*Gebruik alleen USB geheugen van Roland. Correcte werking kan niet gegarandeerd worden, wanneer
andere USB geheugen producten worden gebruikt.
*Sluit het USB geheugen aan, nadat de SonicCell is aangezet.
*Indien u, nadat een USB geheugen apparaat is verwijderd, besluit het opnieuw aan te sluiten, moet de Sonic-
Cell eerst worden uitgezet en dan weer aan.
USB
MEMORY
SMF, WAV,
AIFF, MP3
Monitor versterker enz.
OUTPUT
OPMERKING
Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, moet het
volume altijd helemaal laag worden gezet, en dienen alle apparaten uitgeschakeld te worden,
voordat aansluitingen worden gemaakt.
Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volumeniveau van apparatuur die op de ingangen (INPUT) is aangesloten, laag zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan kabels
zonder weerstanden.
■ Bestandsformaten, die gespeeld kunnen worden
Meer informatie over de bestandsformaten, die u kunt afspelen, vindt u op p.168.
■ De demo songs afspelen
Zie p.15.
Procedures voor afspelen
Voordat u verdergaat, controleert u of het USB geheugen, dat de song die u wilt afspelen bevat, op de
SonicCell is aangesloten.
Bovendien moet de SonicCell op de Performance mode zijn ingesteld (p.60).
*Als u songbestanden in het USB geheugen opslaat, dienen deze in de Root Directory te worden opgeslagen.
fig.button-PBM.eps
1 Druk op [SMF/AUDIO PLAYER].
Het Playlist Select scherm verschijnt.
28
Songs spelen (Draagbare afspeler)
fig.disp-PlyLstSlct-Root.eps
2 Draai aan [CURSOR/VALUE] om de cursor naar ‘USB Memory’ te
verplaatsen.
3 Druk op [CURSOR/VALUE].
fig.disp-PlayListC.eps
Een lijst met songs in het USB geheugen verschijnt.
fig.disp-PlayListSong.eps
4 Draai aan [CURSOR/VALUE] om een song te selecteren, en
druk dan op [CURSOR/VALUE].
De geselecteerde song wordt weergegeven.
* De songlengte, die in het scherm wordt getoond, kan anders
zijn dan de werkelijke song lengte.
fig.button-PBM.eps/fig.disp-song-play.eps
5 Druk op [].
De geselecteerde song wordt gespeeld.
6 Druk op [] om de song te stoppen.
Als u op [EXIT] drukt, keert u naar het vorige scherm terug.
■ GEBRUIKERSGIDS
Over de sample snelheid
fig.SmplRateSW.eps
De SonicCell speelt songs, die op dezelfde sample
snelheid werden opgeslagen als de instelling van
[SAMPLING RATE] schakelaar op het voorpaneel.
Songs, waarvan de sample snelheid verschilt van
die van de SonicCell instellingen, worden in de
lijst met songs getoond, maar kunnen niet geselecteerd of gespeeld worden.
In dit geval verandert u de instelling van de sample snelheid schakelaar in de snelheid van de
song die u wilt spelen. Vervolgens zet u de SonicCell uit en weer aan.
SAMPLING RATE
schakelaar
1 Verander de instelling van de [SAMPLING RATE] schakelaar.
2 Zet de SonicCell uit en dan weer aan.
29
GEBRUIKERSGIDS
Een speellijst creëren
U kunt de bijgeleverde ‘SonicCell Playlist Editor’ gebruiken om een speellijst te creëren, die door de SonicCell kan worden afgespeeld.
Als u de SonicCell wilt gebruiken om achtergrond tracks af te spelen, is het gemakkelijk om een speellijst te
creëren, zodat de songs in de door u gekozen volgorde worden afgespeeld.
Meer over het installeren van de ‘SonicCell Playlist Editor’, zie p.31.
Details over het gebruik van de software vindt u in de PDF handleiding, die samen met de software is geïnstalleerd.
screen-playlisteditor.eps
Spelen via MIDI, terwijl een song wordt afgespeeld
■ Aansluitingen
fig.setsuzoku-pbm-MIDI.epsfig.setsuzoku-pds10.eps
MIDI toetsenbord
USB
MEMORY
PDS-10 BKT-S
MIDI IN
MIDI OUT
Monitor versterker enz.
OUTPUT
Met gebruik van de apart
verkrijgbare PDS-10 en
BKT-S, kunt u de SonicCell
opstellen, zoals in de
illustratie wordt getoond.
*Als u de PDS-10 gebruikt, moet
de driepoot zo wijd mogelijk
worden gespreid. Zorg, dat de
totale hoogte, inclusief de
SonicCell, niet meer dan
één meter is.
30
Loading...
+ 256 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.