Roland MC-09 User Manual [nl]

1.
Gebruikershandleiding
201a
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld: “Het apparaat op een veilige manier gebruiken” en “Belangrijke opmerkingen” (p.2, 3; p.4, 5) zorgvuldig door. In deze secties vindt u belangrijke informatie over de juiste bediening van dit apparaat. Daarnaast dient de volledige gebruikershandleiding gelezen te worden, zodat u een goede indruk krijgt van alle mogelijkheden die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, en houdt deze binnen bereik, zodat u er later gemakkelijk aan kunt refereren.
De demo uitvoering beluisteren
De MC-09 bevat een demo uitvoering. Deze demo bevat tevens de stappen van
de procedure waarmee de demo uitvoering werd gecreëerd, samen met
verscheidene instellingen. Door het afspelen van de demo uitvoering kunt u
meer over de eigenschappen van de MC-09 te weten komen.
fig.0-1_70
1
Houd de [PROCESS PATCH] knop ingedrukt en druk op de [ ](STOP) knop.
De MC-09 leidt u door de stappen, die genomen werden bij het creëren van de
demo uitvoering, waarna de demo uitvoering automatisch zal beginnen.
Dankzij zijn Process Patch eigenschap kan de MC-09 de procedures
die u volgt, en de instellingen die u maakt, registreren.
230
* SmartMedia is een handelsmerk van Toshiba Corp.
202
Copyright © 2002 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION op enigerlei wijze gereproduceerd worden.
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt..
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Zorg dat u onderstaande instructies en de gebrui­kershandleiding leest, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
..........................................................................................................
002c
• Maak het apparaat of de adapter niet open (en voer op geen enkele wijze aanpassingen uit).
..........................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onder­delen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
..........................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtebron of bovenop warmte genererende apparatuur; of
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of op natte vloeren); of
• aan regen zijn blootgesteld; of
• stoffig zijn; of die aan een hoge mate van vibratie
onderhevig zijn.
..........................................................................................................
007
• Zorg dat dit apparaat altijd waterpas staat en stabiel blijft. Plaats het nooit op een standaard die kan wiebelen of op hellende oppervlakken.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
008c
• Gebruik alleen de adapter die bij dit apparaat wordt geleverd. Tevens moet u controleren of het lijnvoltage bij installatie met het ingangsvoltage, gespecificeerd op de behuizing van de adapter, overeenkomt. Andere adapters kunnen een andere polariteit gebruiken of voor een ander voltage ontworpen zijn, en gebruik hiervan kan tot schade, storingen of elektrische schok leiden.
..........................................................................................................
009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting kan ontstaan. Bescha­digde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..........................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren, waardoor permanent gehoorsverlies veroorzaakt wordt. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten, en een oorarts consulteren.
..........................................................................................................
011
• Laat geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank enz.) in het apparaat vallen.
..........................................................................................................
012c
2
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
001
Zet direct de stroom uit, haal de adapter uit het stopcontact en breng het apparaat naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service centrum of erkende Roland distributeur, zoals vermeld op de Informatie pagina als:
de adapter of het netsnoer beschadigd zijn; of
objecten in het apparaat zijn gevallen of vloeistof
op het apparaat is gemorst; of
het apparaat in de regen heeft gestaan (of op een andere manier nat is geworden); of
het apparaat niet normaal lijkt te werken of een opmerkelijke verandering in uitvoering vertoont.
..........................................................................................................
013
In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels, die essentieel voor een veilige bediening van het apparaat zijn, op te volgen.
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengs­noeren – de totale kracht die door alle apparaten die u op het stopcontact heeft aangesloten, waar het verlengsnoer zich in bevindt, mag nooit de stroom waarde (watts/ampères) van het verleng­snoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
..........................................................................................................
016
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de Informatie pagina.
..........................................................................................................
101
Het apparaat en de adapter dienen zo geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
..........................................................................................................
102d
Wanneer de adapter in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker of de behuizing vast.
..........................................................................................................
103b
Wanneer het apparaat langere tijd niet gebruikt zal worden, haalt u de adapter los.
..........................................................................................................
104
Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Tevens zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
..........................................................................................................
106
Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
..........................................................................................................
107d
Wanneer de behuizing of de stekkers van de adapter in/uit dit apparaat of het stopcontact worden gestoken, mogen uw handen nooit nat zijn.
..........................................................................................................
108b
Voordat het apparaat verplaatst wordt, haalt u de adapter uit het stopcontact, en ontkoppelt u alle snoeren van externe apparaten.
..........................................................................................................
109b
Voordat u het apparaat schoonmaakt, zet u de stroom uit, en haalt u de adapter uit het stopcontact (p.12).
..........................................................................................................
110b
Als er bliksem in uw omgeving wordt verwacht, haalt u de adapter uit het stopcontact.
..........................................................................................................
118
Indien u schroeven moet verwijderen, zorgt u dat u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen opbergt, zodat er geen kans bestaat dat zij deze per ongeluk inslikken.
..........................................................................................................
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291a
Naast de onderdelen bij ‘Belangrijke veiligheidsinstructies’ en ‘Het apparaat op een veilige manier gebruiken’ op pagina’s 2 - 3, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit waar apparaten die lijn ruis genereren (zoals een elektrische motor of een variabel belichtingssysteem) ook gebruik van maken.
De adapter zal na urenlang gebruik hitte gaan genereren. Dit is normaal, en geen reden tot ongerustheid.
Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangeslo­ten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur die grote stroom transformatoren bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te heffen, verandert u de richting van dit apparaat of zet u het verder weg van de storingsbron.
Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie versto­ren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
Wanneer draadloze communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de nabijheid van dit apparaat worden gebruikt, kan ruis geproduceerd worden. Dit soort ruis kan wanneer u gaat bellen of gebeld wordt of tijdens het gesprek optreden. Als dit gebeurt, verplaatst u de draadloze apparaten, zodat deze verder van dit apparaat zijn verwijderd of zet u ze uit.
Plaats dit apparaat niet in direct zonlicht, plaats het niet bij apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in een afge­sloten voertuig achter en stel het niet aan extreme temperatu­ren bloot.
Door overmatige hitte kan het apparaat misvormen of ver­kleuren.
Om stukgaan te voorkomen, dient het apparaat niet in een natte omgeving, zoals een gebied dat aan regen of ander vocht heeft blootgestaan, gebruikt te worden.
Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Behandel de knoppen, schuif- of andere regelaars van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid; dit geldt tevens voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behande­ling kan tot storingen leiden.
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de stekker vast – trek nooit aan de kabel zelf. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne onderdelen van de kabel.
Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (s nachts in het bijzonder.)
Wanneer u het apparaat moet verplaatsen, verpakt u het in de doos (inclusief opvulmateriaal) waarin het geleverd werd. Als u de originele doos niet heeft bewaard, moet u soortgelijk verpakkingsmateriaal gebruiken.
Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan notitie van onderstaande voorzorgsmaatregelen.
Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabri­kant van de kabel verkrijgen.
Voordat u geheugenkaarten gaat gebruiken
Steek de geheugenkaart voorzichtig helemaal in het apparaat, totdat deze stevig op zijn plaats zit.
Onderhoud
Voor het schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Neem het apparaat daarna met een zachte, droge doek goed af.
Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmid­delen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen door sto­ringen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar ver­loren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke data te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke data te maken die u in het geheugen van dit apparaat of ander MIDI apparaat (bij­voorbeeld een sequencer) heeft opgeslagen.
Wanneer de inhoud van de data, die op een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) werd opgeslagen, ver­loren is gegaan, kan deze helaas niet meer hersteld worden.
4
Het oppervlak zonder goudkleurige contactpunten moet naar boven wijzen.
705
Raak de klemmen van de geheugenkaart nooit aan. Zorg er ook voor dat deze niet vies worden.
Auteursrecht
Het niet bevoegd opnemen, distribueren, verkopen, uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden en dergelijke van een volle­dig werk of delen daarvan (muzikale compositie, video verto­ning, openbare uitvoering en aanverwanten) waarvan het auteursrecht bij derden ligt, is bij de wet verboden.
Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden die het auteurs­recht van derden kan schenden. Wij nemen geen verantwoor­delijkheid ten aanzien van inbreuk op auteursrecht van derden, dat door gebruik van dit apparaat kan optreden.
Belangrijke opmerkingen
Data opslaan
Patronen opslaan
Nadat u een patroon in de stap sequencer heeft bewerkt of opgenomen, moet u uw werk in het interne van de MC-09 of op een wilt bewaren.
te slaan, zullen uw instellingen en het opgenomen mate­riaal verloren gaan
Een patroon opslaan ................................................... (p.30)
Een effectpatroon opslaan ......................................... (p.48)
Als u de stroom uitzet, zonder uw werk op
geheugenkaart
.
user geheugen
opslaan, als u dit
Een loop opslaan .............(p.59)
Nadat u een loop heeft opgenomen (vastgelegd), moet u deze op een
de stroom uitzet, zonder uw werk op te slaan, zullen uw instellingen en het opgenomen materiaal verloren gaan
geheugenkaart
opslaan om te bewaren.
Als u
.
Een Process Patch opslaan (p.39)
Op de MC-09 kunt u de sequens van stappen, die u gebruikte om een loop te creëren, samen met de patrooninstellingen opslaan. Dit wordt een Process Patch genoemd.
Als u een opgeslagen Process Patch afspeelt, zal de MC-09 hetzelfde proces uitvoeren als bij het creëren van de loop werd gehanteerd, en zal de loop opnieuw gecreëerd worden. Met andere woorden, een Process Patch lijkt op een toetsen­bord macro op een PC.
Over het beeldscherm
Systeeminstellingen
Alle opgeslagen patronen (User Patterns)
* Wanneer de Factory Reset éénmaal is uitgevoerd, zullen alle
opgeslagen instellingen verloren zijn, en door de instellingen die uw apparaat vanuit de fabriek had worden vervangen. Als het interne geheugen belangrijke data bevat, die u wilt behou­den, moet u dit op een geheugenkaart (p.59) of via bulk dump (p.65) op een externe MIDI sequencer opslaan.
1.
Druk op de [SETUP] knop.
2.
Druk op de [INC] of [DEC] knop, totdat “ ” in
het scherm verschijnt.
3.
Druk op de [ENTER] knop.
In het scherm zal “” worden aangegeven.
4.
Om de fabrieksherstelling uit te voeren, drukt u op de
[WRITE] knop.
Terwijl de fabrieksinstellingen worden hersteld, zal
“” in het scherm verschijnen. Wanneer de fabrieks­instelling is voltooid, keert u terug naar waar u bij stap 2 was.
* Als u besluit de fabrieksinstellingen niet te herstellen, drukt u
op de [SETUP] knop of de [EXIT] knop.
* Zet nooit de stroom uit, terwijl in het scherm ver-
schijnt. Hierdoor kan het systeem beschadigen.
5.
Druk op de [SETUP] knop om naar het vorige scherm
terug te keren.
De letters en cijfers in het scherm van de MC-09 worden als volgt weergegeven:
fig.03-1
A B C D E F G H I J K L M N
capital letter
small letter
O P Q R S T U V W X Y Z
capital letter small letter
1 -12 3 4 5 6 7 8 9 0
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
Door het uitvoeren van een Factory Reset worden de vol­gende instellingen van de MC-09 in de originele fabrieksin­stellingen teruggezet:
Over de bijgeleverde CD
De CD bevat loop samples. Aangezien de disk in CD-EXTRA formaat is, kunt u de samples op een CD speler afspelen of uw computer gebruiken om de data als EXTRA TRACK com­puter data te behandelen.
De glanzende onderzijde (gecodeerd oppervlak) mag
niet aangeraakt of bekrast worden. Beschadigde of vieze
CD disks kunnen niet goed gelezen worden. Houd uw
disks met een in de winkel verkrijgbare CD reiniger
schoon.
Gebruik van de bij dit product geleverde CD, voor
andere doeleinden dan eigen gebruik, zonder permissie
van de auteursrechthouder is bij de wet verboden. Daar-
naast moet deze data niet gekopieerd worden, noch in
een secundair auteursrechtelijk werk gebruikt worden,
zonder toestemming van de auteursrechthouder.
5
Inhoud
BELANGRIJKE OPMERKINGEN ........................................................... 4
Data opslaan................................................................................................................................................ 5
Over het beeldscherm................................................................................................................................ 5
De fabrieksinstellingen
herstellen (Factory Reset) .......................................................................................................................... 5
Over de bijgeleverde CD ........................................................................................................................... 5
Inhoud ..................................................................................................... 6
Namen van onderdelen en wat ze doen............................................... 8
Eigenschappen en gebruik ................................................................. 11
Voornaamste eigenschappen.................................................................................................................. 11
Aansluitingen maken........................................................................... 13
De stroom aan/uitzetten ......................................................................................................................... 13
De MC-09 als synthesizer gebruiken.................................................. 14
Wat is een patroon?.................................................................................................................................. 14
Afspelen ..................................................................................................................................................... 15
Het geluid modificeren............................................................................................................................ 20
Een frase creëren (opnemen) .................................................................................................................. 23
Een patroon opslaan ................................................................................................................................ 30
Een loop creëren en afspelen ............................................................. 31
Wat is een loop?........................................................................................................................................ 31
Het proces van het creëren van een loop.............................................................................................. 32
Opnemen (vastleggen)............................................................................................................................. 33
Afspelen ..................................................................................................................................................... 35
De instellingen van part 1 veranderen .................................................................................................. 37
Verschillende part in één part samenbrengen (Loop Merge) ............................................................ 38
De inhoud van een part wissen.............................................................................................................. 39
De stappen, waarmee u een loop heeft gecreëerd, opslaan (Process Patch) ................................... 39
Een effect toepassen ........................................................................... 41
De effect routing specificeren ................................................................................................................. 41
Het effect aan en uitzetten....................................................................................................................... 42
Een effectpatroon selecteren ................................................................................................................... 42
De knoppen gebruiken om de
effectinstellingen aan te passen .............................................................................................................. 43
Het effecttype veranderen....................................................................................................................... 44
Opeenvolgende veranderingen in een effect creëren (Effect Control) ............................................. 45
Uw effectinstellingen opslaan ................................................................................................................ 48
Afspelen van een loop veranderen (Loop Control) .......................... 49
Wat is Loop Control? ............................................................................................................................... 49
Loop Control voor realtime uitvoering gebruiken.............................................................................. 51
Een loop met Loop Control afspelen..................................................................................................... 53
Loop Control instellingen maken .......................................................................................................... 54
Uw Loop Control instellingen opslaan ................................................................................................. 56
Over het tempo..................................................................................... 57
Het standaard tempo controleren.......................................................................................................... 57
Het tempo handmatig instellen.............................................................................................................. 57
Het tempo met de [TAP] knop instellen ............................................................................................... 57
6
Inhoud
Een geheugenkaart gebruiken............................................................ 58
Geheugenkaarten die met de MC-09 gebruikt kunnen worden........................................................ 58
Waarschuwingen bij gebruik van een geheugenkaart........................................................................ 58
Een geheugenkaart formatteren............................................................................................................. 58
Een loop op een geheugenkaart opslaan .............................................................................................. 58
Een loop laden .......................................................................................................................................... 59
Een opgeslagen loop van de geheugenkaart verwijderen.................................................................. 59
Alle MC-09 instellingen op een geheugenkaart opslaan .................................................................... 59
MC-09 instellingen laden ........................................................................................................................ 60
MC-09 instellingen van een geheugenkaart verwijderen................................................................... 60
Externe MIDI apparaten aansluiten .................................................... 61
Het MIDI kanaal instellen ....................................................................................................................... 61
De MC-09 als de master gebruiken........................................................................................................ 61
De MC-09 als de slave gebruiken........................................................................................................... 63
De MC-09 met uw computer gebruiken ............................................................................................... 64
De MC-09 instellingen op een externe sequencer opslaan (Bulk Dump)......................................... 65
Hoe de MC-09 is opgebouwd .............................................................. 66
Wat de knoppen doen.......................................................................... 67
Parameterlijst ....................................................................................... 68
Probleemoplossing.............................................................................. 72
Storingsmeldingen .............................................................................. 73
Specificaties ......................................................................................... 75
Geluidslijst............................................................................................ 76
Index...................................................................................................... 82
Werkingsoverzicht ............................................................................... 84
Blanco kaart ......................................................................................... 86
7
Namen van onderdelen en wat ze doen
Voorpaneel
fig.04-1
10
1
9
12
13
14
23
45
67
11
15
16
17
8
Algemene Sectie
1. OUTPUT knop .......................................(p.13)
Met deze knop wordt het algehele volume bijgesteld.
2. [SHIFT] knop
Deze knop wordt in samenwerking met andere knoppen
gebruikt.
3. [SETUP] knop
Hiermee worden instellingen gemaakt die met de stemming,
MIDI enz. te maken hebben.
4. [REST] knop/[ACCENT] knop
[REST] knop
Met deze knop wordt tijdens de opname een rust ingevoerd.
[ACCENT] knop ......................................................... (p.26), (p.28)
Als u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt, en deze knop tijdens de
opname indrukt, zal een accent worden geplaatst op de stap die
u op dat moment invoegt.
5. [TIE] knop/[SLIDE] knop
[TIE] knop ....................................................................(p.26), (p.27)
Deze knop voert tijdens de opname een overbinding in.
[SLIDE] knop
Als u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt, en deze knop tijdens de
opname indrukt, zal de Slide-on functie worden aangezet.
6. [SCALE] knop .......................................(p.24)
Met deze knop wordt de nootwaarde (staptijd) tijdens de
opname geselecteerd.
e
noten: indicator donker
16
e
8
triolen: indicator verlicht
................................................................ (p.26), (p.27)
..........................................................................(p.26)
20
24
25
26
23
27 29
31
28
30 32
33
18
21
19
22
34
7. [KEYBOARD] knop ............................... (p.18)
Druk op deze knop als u de knoppen [1]–[16] als keyboard wilt
gebruiken.
8. Step [1]–[16] Buttons/Keyboard Pads
Stap [1]-[16] knoppen
Gebruik deze knoppen om de stappen van de sequencer te
specificeren.
Keyboard Pads
Deze knoppen kunnen als een toetsenbord worden gebruikt.
......................................................................(p.18)
DSP Synthesizer Section
9. Beeldscherm
Diverse informatie, zoals patroonnummers en parameterwaar-
des, zal in dit scherm worden getoond.
10. [DISPLAY] Display Button
Deze knop verandert de waarden die in het scherm vermeld
staan. Iedere keer dat u op de knop drukt, zal het scherm
cyclisch afwisselen als volgt:
Indicator dark: Pattern number
BPM: Tempo (p. 57)
OCT: Octave Shift instelling
TONE/TYPE: Geluid (klank) dat door het patroon wordt
gebruikt of het effecttype.
11. C1 knop, C2 knop, C3 knop, CUTOFF/BD
knop, RESO/SD knop, DECAY/HH knop
Met deze knoppen kunnen verscheidene parameters zoals cutoff
frequentie, resonantie en het drum volume worden aangepast.
* De functie van de knoppen is afhankelijk van de besturingsmode.
Voor details raadpleegt u “Wat knoppen doen” (p.67).
8
Namen van onderdelen en wat ze doen
12. [INC], [DEC] knoppen
Gebruik deze knoppen om van patroon te veranderen of om ver-
scheidene waardes in te stellen.
13. [LEAD] knop .......................................(p.14)
Druk op deze knop zodat de indicator oplicht, als u melodieën
of solo's wilt spelen met gebruik van een patroon uit de LEAD
groep.
14. [BASS] knop .......................................(p.14)
Druk op deze knop zodat de indicator oplicht, als u bas wilt spe-
len met gebruik van een patroon uit de BASS groep.
15. [RHYTHM] knop ................................. (p.14)
Druk op deze knop zodat de indicator oplicht, als u drums of
percussie wilt spelen met gebruik van een patroon uit de RHY-
THM groep.
16. [EFFECTS] knop ...................................(p.41)
Druk op deze knop zodat de indicator oplicht, als u effecten op
een loop of geluidssignaal wilt toepassen.
17. [LINE IN] knop ...................................(p.19)
Druk op deze knop zodat de indicator oplicht, als u een geluids-
signaal wilt invoeren.
Als u het geluidssignaal met het afspeelgeluid van het patroon
wilt mengen, drukt u op hetzelfde moment de [SHIFT] knop in.
18. LEVEL knop ........................................(p.13)
Met deze knop wordt het volume van het geluidssignaal of DSP
synthesizer bijgesteld. Bij het opnemen van een loop, regelt deze
knop het opnamevolume.
19. [CAPTURE] knop .................................(p.33)
Met deze knop wordt een geluidssignaal opgenomen (vastgelegd).
Audio Looper Sectie
22. [SEL] knoppen
Gebruik deze knoppen om de onderdelen (part(s)) te selecteren
waarop u een effect of Loop Merge wilt toepassen.
23. [LOOP MERGE] knop .......................... (p.38)
Met deze knop kunt u geluidsloops samenvoegen (bounce
opname”).
24. [EDIT 1] knop .................................... (p.37)
Gebruik deze knop om de instellingen van part 1 te bewerken.
25. [PAN] knop ....................................... (p.36)
Met deze knop wordt de pan (stereopositie) ingesteld.
26. [LOOP CTRL] knop ............................. (p.49)
Gebruik deze knop om de manier, waarop de loop wordt afge-
speeld, te veranderen.
Algemene Sectie
27. [WRITE] knop
Gebruik deze knop om geluiden, effecten of loop control instel-
lingen op te slaan.
28. [PROCESS PATCH] knop ..................... (p.39)
Gebruik deze knop om een Process Patch (p.39) te laden of op te
slaan.
29. [ENTER] knop (p.39)
Deze knop voltooit het patroon dat u selecteert of een
parameterwaarde die u wilt bewerken.
30. [ ](SEQ REC) knop
Gebruik deze knop om op te nemen, effectinstellingen te maken
of om een loop cyclisch te modificeren.
31. [EXIT] knop
Wordt ingedrukt om instellingen en andere operaties te annu-
leren.
20. Part Volume Schuifregelaars ..............(p.35)
Deze schuifregelaars passen het volume van elk gedeelte (part)
van de Audio Looper aan.
21. [STATUS] knoppen (p.36)
Met deze knoppen kunt u voor elk gedeelte (part) tussen tijdelijk
stil, en weer hoorbaar afwisselen.
De indicators tonen de status van elke track.
Verlicht: afspelen
Knipperend: niet afspelen (mute)
Donker: er wordt geen geluid opgenomen
32. [ ](STOP) knop
Druk op deze knop om het afspelen van een patroon of loop te
stoppen.
33. [ ](PLAY) knop
Druk op deze knop om een patroon of loop af te spelen.
34. [TAP] knop ........................................ (p.57)
U kunt het tempo instellen, door deze knop op het gewenste
interval in te drukken.
9
Namen van onderdelen en wat ze doen
Achterpaneel
fig.04-2
12345678
910
1. POWER schakelaar
Met deze schakelaar wordt de stroom aan en uitgezet.
2. DC IN Jack
Sluit hier de bijgeleverde adapter aan.
* Gebruik alleen de adapter die bij de MC-09 wordt geleverd.
3. INPUT L, R Jacks
Met deze jacks worden geluidssignalen ingevoerd. Sluit uw CD
speler, MD (Mini Disc) speler of synthesizer op deze jacks aan.
4. OUTPUT L, R Jacks
Deze jacks voeren een geluidssignaal uit. Sluit deze jacks op uw
actieve luidsprekersysteem, mengpaneel of versterker aan.
5. PHONES Jack
U kunt een koptelefoon op deze jack aansluiten.
6. MIDI IN Jack
Via deze jack worden MIDI berichten van een extern MIDI
apparaat ontvangen.
7. MIDI OUT Jack
Via deze jack worden MIDI berichten naar een extern MIDI
apparaat verstuurd.
8. MEMORY CARD Slot
Hier kunt u een apart verkrijgbare geheugenkaart in
aanbrengen.
2. Steek de geheugenkaart in de geheugenkaart sleuf.
3. Gebruik de schroeven om de kaartbeveiliger vast te zetten,
zoals hieronder wordt getoond.
Kaartbeveiliger
Zij-aanzicht
9. Veiligheidsopening
Zie: http://www.kensington.com/
10. Aarde (pool)klem
In sommige gevallen, afhankelijk van de omgeving waarin het
apparaat is geïnstalleerd, kan het oppervlak van het paneel soms
ruw en korrelig aanvoelen. Dit komt door een oneindig kleine
elektrische lading, die geheel onschadelijk is. Als u zich hier toch
zorgen over maakt, verbindt u de aardeklem (zie figuur) met een
externe aarde. Wanneer het apparaat geaard is, kan een lichte
brom optreden, afhankelijk van de bijzonderheden van uw
installatie. Wanneer u onzeker bent over de aansluitingsme-
thode, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Roland Ser-
vice Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze kunt u op
de Informatie pagina vinden.
De MC-09 biedt een kaartbeveiliger om te voorkomen dat de
geheugenkaart wordt gestolen. Voor installatie van de
kaartbeveiliger volgt u de onderstaande procedure:
1. Gebruik een schroevendraaier om de twee schroeven, aan
beide kanten van de geheugenkaart sleuf, te verwijderen.
10
Plaatsen die ongeschikt zijn voor aansluiting:
Waterleidingen (kan elektrische schok veroorzaken)
Gasleidingen (kan brand of explosie veroorzaken)
Telefoonlijn aarde of een bliksemafleider (kan gevaarlijk
zijn in het geval van bliksem).
Eigenschappen en gebruik
Voornaamste eigenschappen
4-delige Audio Looper
De Audio Looper van de MC-09 lijkt op een kleine sampler, ontworpen voor de creatie van geloopte frases. U kunt een geluidssignaal in elk van de vier gedeeltes opnemen.
Tevens kunt u de merge functie gebruiken om meerdere gedeeltes te combineren, om polyfonische loops te creëren.
* Voor elk gedeelte is de maximale opnametijd zes seconden
(ongeveer twee maten op BPM = 80).
Een nieuwe Loop Control functie
Door het opnemen van Loop Control instellingen kunt u een groot aantal variaties op een enkele loop maken.
Pitch Playback
U kunt de toonhoogte van het afspeelgeluid van de loop ver­anderen. Hiermee kunt u de loop op andere toonhoogtes dan die van de originele loop afspelen.
Trigger Playback
Gespecificeerde gedeeltes kunnen in een sequens worden afgespeeld. Hiermee kunt u uitvoeringen door het aanslaan van de pads op een sampler creëren.
Divide times 16 Playback
U kunt een loop in stukken verdelen, deze opnieuw schikken en afspelen. Hierdoor kunt u nieuwe frases creëren, die totaal anders dan de originele loop zijn.
DSP synthesizer
De MC-09 heeft een ingebouwde synthesizer, die een brede reeks geluiden weergeeft.
Tevens is er een mode beschikbaar die de vintage synthesi­zers simuleert, die vaak in Techno stijlen worden gebruikt. (De MC09 kan ook als een synthesizer module worden gebruikt.)
Meng een geluidssignaal met de geluiden van de MC-09.
Pas effecten op een geluidssignaal toe.
Process Patch functie
De Process Patch functie van de MC-09 heeft een geheugen voor het selecteren van een patroon of het vastleggen van een geluidsloop. Alle stappen en instellingen, die bij het creë­ren van een loop zijn betrokken, kunnen als een Process Patch worden opgeslagen. De volgende keer dat u de stroom aanzet, kunt u deze geluiden laden.
Dit is een handige manier om een loop op te slaan of om het apparaat op een live uitvoering in te stellen.
Loops op een geheugenkaart opslaan
Loops en patronen die u gecreëerd heeft, kunnen op een apart verkrijgbare geheugenkaart worden opgeslagen.
Als een DSP synthesizer
De MC-09 vanaf de keyboard pads bespelen (p.18)
De MC-09 vanaf een extern MIDI apparaat, dat als
master keyboard wordt gebruikt, bespelen (p.63).
Sound-on-sound gebruiken voor het creëren van loops
Combineer een uitvoering van een CD of MD met de gelui­den van de interne DSP sequencer (p.32).
Loops tijdens een live uitvoering gebruiken
Neem op iedere track hip-hop of techno loops op, en
gebruik de stap [1]-[4] knoppen om deze af te spelen
(p.52).
Verander de afspeeltoonhoogte (p.51).
Verdeel een loop in stukken en verander de afspeel-
volgorde van de gedeeltes (p.52).
16-staps sequencer
Niet alleen kunnen de noten die u als uitvoeringsdata invoert, worden opgenomen, maar u kunt uw uitvoering ook wat pittiger maken door gebruik van de effect controller, om de effectinstellingen cyclisch te veranderen of loop con- trol, om de manier waarop een loop wordt afgespeeld te ver­anderen.
Audio input jacks (INPUT jacks)
Aangezien de MC-09 over INPUT jacks beschikt, kunt u de geluiden van de MC-09 met uitvoeringen (geluidssignalen) van een ander apparaat zoals een CD, MD of toetsenbord combineren.
Leg een uitvoering van een extern apparaat vast (opne-
men), en loop deze.
De monofone synthesizer gebruiken om polyfone loops te creëren
Uitvoeringen van de interne DSP synthesizer opstapelen
(Loop Merge) om polyfone loops te creëren (p.38).
De pan van elke track aanpassen om 3D uitvoer te creë-
ren (p.36).
De MC-09 als een effectprocessor gebruiken
De effectinstellingen cyclisch modificeren (p.45)
Effecten op geluid van een CD of MD toepassen (p.41).
11
Aansluitingen maken
fig.1-1
Extern MIDI apparaat
(sequencer, toetsenbord enz.)
MIDI
IN
MIDI OUT
UITGANG
L
CD/MD speler,
toetsenbord enz.
INGANG
R
Netsnoer
of
adapter
INGANGLINGANG
Stereo koptelefoon
R
Harddisk recorder, luidspreker met ingebouwde versterker, keyboardversterker, enz.
Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te
voorkomen, draait u het volume altijd laag en zet u de stroom van alle
apparaten uit, voordat u aansluitingen gaat maken.
Bij het aansluiten van andere apparatuur op de INPUT of OUTPUT jacks,
dient u kabels te gebruiken, die geen ingebouwde weerstand hebben
(bijvoorbeeld de Roland PCS serie).
De stroom aan/uitzetten
De stroom aanzetten
12
1
2
Aansluitingen maken
Wanneer de aansluitingen éénmaal zijn voltooid (p.12), zet u de stroom van
de verscheidene apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als deze in
de verkeerde volgorde worden aangezet, riskeert u storingen en/of schade
aan luidsprekers en andere apparaten.
Dit apparaat is met een beveiligingscircuit uitgerust. Daarom zal het na
opstarten even duren (enkele secondes), voordat het apparaat normaal zal
werken.
Zet het volume laag, voordat u de stroom aanzet. Er kan geluid uit uw
koptelefoon komen, wanneer u de stroom aanzet. Dit is geen storing.
Zorg dat de volumeregelaars van de MC-09 en alle andere
aangesloten apparaten op de minimum positie is gezet.
Zet de stroom van het apparaat dat op de INPUT jacks is
3
4
5
aangesloten aan.
Zet de stroom van de MC-09 aan.
Zet de stroom van de apparaten die op de OUTPUT jacks zijn
aangesloten aan.
Pas het volume van alle apparaten aan.
Op de MC-09 wordt het volume door drie types knoppen of regelaars
beïnvloed. U zult deze tot op een geschikt niveau moeten bijstellen.
OUTPUT knop: hiermee wordt het algehele volume van de MC-09
bijgesteld.
LEVEL knop: hiermee wordt het volume van het apparaat dat op de
INPUT jacks is aangesloten, en van de DSP synthesizer aangepast.
Part volume schuifregelaars: deze passen het volume van ieder Audio Looper gedeelte aan.
* In sommige gevallen zal er geen geluid zijn, als deze knoppen minimaal zijn ingesteld.
De stroom uitzetten
Om de stroom uit te zetten, zorgt u dat de volumeregelaars van de MC-09
en alle aangesloten apparaten uit staan. Vervolgens zet u de stroom uit, in
de omgekeerde volgorde als waarmee u de apparaten heeft aangezet.
13
De MC-09 als synthesizer gebruiken
–Patronen spelen en creëren
Wat is een patroon?
Op de MC-09 is een patroon een frase van één of twee maten, samen met een
geluid waarmee de frase wordt afgespeeld. U kunt de
gebruiken om een frase af te spelen of de keyboard pads gebruiken om handmatig
te spelen.
Afhankelijk van de manier waarop een patroon wordt gespeeld of het
geluid dat het gebruikt, zijn de patronen van de MC-09 in drie groepen
onderverdeeld: LEAD, BASS en RHYTHM. Elke groep bevat preset
patronen. U kunt de originele patronen die u creëert ook in een user
geheugen (user patronen) of een geheugenkaart (p.30) opslaan.
LEAD: patronen die geschikt zijn voor het spelen van een melodie.
BASS: patronen die geschikt zijn voor het spelen van een bas.
[ ](PLAY) knop
Alle rechten
voorbehouden. Niet
toegestaan gebruik van dit
materiaal voor andere
doeleinden dan persoonlijk
gebruik, is een overtreding
van de hierop toepasbare
wetgeving.
RHYTHM:
patronen die geschikt zijn voor het spelen van drums of percussie.
Een geluid dat door een patroon in de LEAD of BASS groep wordt gebruikt,
wordt een Tone genoemd, terwijl het geluid dat door een patroon in de
RHYTHM groep wordt gebruikt, een Rhythm set wordt genoemd. Een
Rhythm set bevat talloze Rhythm Tones, zoals snare drum, hi-hat en
basdrum.
fig.2-1_85
Preset patronen Uw eigen patronen
LEAD
Tone
Phrase
BASS
Tone
Phrase
P01
P40
P01
P60
User Memory
(User Patterns)
U01
Voor details over patronen
raadpleegt u de
Geluidenlijst (p.76).
14
RHYTHM
Rhythm set
Phrase
Memory Card
C01
P01
100
Afspelen
Een patroon afspelen
De MC-09 als synthesizer gebruiken
1
2
3
Speelt de frase in een patroon.
Zet de stroom aan, en pas het volume van ieder apparaat in
uw opstelling aan (p.13).
Zorg dat de indicator van de [LEAD] knop verlicht is.
Controleer of het volgende in het scherm verschijnt.
Dit scherm vertelt u dat patroon P01 uit de LEAD groep is
geselecteerd.
fig.2-2_80
P: Preset patroon U: User patroon C: opgeslagen patroon op geheugenkaart
Patroonnummer
Als u op de [ ] knop
drukt wanneer een loop in
de Audio Looper is
opgenomen, zullen het
patroon en de loop samen
worden afgespeeld. Als u
alleen het patroon wilt
afspelen, kunt u het
volume van het audio
loopgedeelte verlagen
(p.35) of tijdelijk stil maken
(mute (p.36).
4
5
Druk op de [ ](PLAY) knop om het patroon af te spelen.
Het patroon zal herhaaldelijk afgespeeld worden, totdat het stopt.
* Als u op de [ ](PLAY) knop drukt, nadat u het afspelen halverwege het patroon
heeft gestopt, zal het afspelen opnieuw vanaf het begin van het patroon beginnen.
Het is niet mogelijk om vanaf het midden van een patroon af te spelen.
Om het afspelen van het patroon te stoppen, drukt u op de
[ ](STOP) knop.
Tijdens het afspelen van
het patroon zullen de
indicators van de stap
knoppen [1]-[16]
opeenvolgend oplichten.
Hiermee wordt de stap, die
op dat moment klinkt,
aangegeven.
15
De MC-09 als synthesizer gebruiken
Een patroon selecteren
1
Druk op de [LEAD], [BASS] of [RHYTHM] knop om de
gewenste patroongroep te selecteren.
2
Controleer of het patroonnummer in het scherm wordt
3
getoond.
Op dit moment moeten de BPM, OCT of TONE/TYPE indicators niet
verlicht zijn. Als één van deze indicators wel verlicht is, drukt u op de
[DISPLAY] knop, totdat de indicator uit gaat.
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om een patroon te
selecteren.
Een P voor het nummer geeft een preset patroon aan, U wijst op een
user patroon en C betekent een patroon dat op een geheugenkaart is
opgeslagen.
U kunt snel tussen preset (P), user (U) en C (Card) schakelen, als u de
[SHIFT] knop ingedrukt houdt, en op de [INC] of [DEC] knop drukt.
* Afhankelijk van het patroon dat u selecteert, zal de indicator van de [LEAD],
[BASS] of [RHYTHM] groep knipperen, en kan de [LOOP CTRL] knop oplichten
(Loop Control: On). Dit geeft aan dat het geselecteerde patroon Loop Control
instellingen bevat.
Door het herhaaldelijk
indrukken van de
[DISPLAY] knop, zullen de
verschillende statussen van
de indicators cyclisch aan
de beurt komen, in deze
volgorde: donker BPM
OCT TONE/TYPE
donker
Als u een patroon
selecteert, waarvoor Loop
Control is aangezet, zult u
geen geluid horen als er
geen loop in de Audio
Looper is opgenomen
(p.53). Druk op de [LOOP
CTRL] knop om Loop
Control uit te zetten, dan
zult u geluid horen.
4
16
Indien u een patroon van een kaart selecteert of wanneer u
naar een ander patroon overschakelt, terwijl het huidige
patroon speelt, drukt u op de [ENTER] knop om uw selectie te
voltooien.
Het geselecteerde patroonnummer zal knipperen, totdat u het bevestigt
(finalize).
* Deze stap is niet nodig bij het selecteren van een preset of user patroon, terwijl het
patroon dat afspeelde gestopt is.
* Tijdens afspelen kunt u geen patroon van een kaart selecteren. In dit geval zal “C-”
in het scherm worden weergegeven.
* Als u een patroon selecteert, waarvoor Loop Control is aangezet, zult u geen geluid
horen wanneer er geen loop in de Audio Looper is opgenomen (p.53). Druk op de
[LOOP CTRL] knop om Loop Control uit te zetten, en u zult geluid horen.
* Patronen/Effectpatronen die op een kaart zijn opgeslagen, kunnen tijdens afspelen
niet geselecteerd worden.
Wanneer u naar een ander
patroon overschakelt
terwijl het huidige patroon
speelt, zal het afspeelgeluid
in dat van het nieuw
geselecteerde patroon
veranderen, aan het begin
van de volgende maat. Het
tempo van het vorige
patroon zal echter
gehandhaafd blijven.
De MC-09 als synthesizer gebruiken
Patronen in de LEAD groep
Normaalgesproken is het niet mogelijk om effecten op het afspeelgeluid van het patroon toe te passen. In plaats daarvan hebben de preset patronen van de LEAD groep al een overdrive, distortion, phaser of slicer + ring modulator effect. Om te zien welk effect reeds is toegepast, houdt u de [SHIFT] knop ingedrukt, en drukt u op de stap [16] knop (p.21).
Het volgende zal dan in het scherm worden weergegeven:
: Overdrive 1
: Overdrive 2 (zonder filter envelope keyfollow)
: Distortion 1
: Distortion 2 (zonder filter envelope keyfollow)
: Phaser 1 (hiermee wordt een licht phaser effect verkregen)
: Phaser 2 (hiermee wordt een licht phaser effect verkregen, tempo
sync)
: Phaser 3 (hiermee wordt een diep phaser effect verkregen)
: Phaser 4 (hiermee wordt een diep phaser effect verkregen, tempo
sync)
: Slicer + Ring Modulator 1
: Slicer + Ring Modulator 2 (tempo sync)
: Geen effect toegepast
Als u klaar bent en naar het voorgaande scherm wilt terugkeren, drukt u op de [EXIT] knop.
U kunt het type effect van het patroon veranderen.
U kunt aan de C1, C2 en C3 knoppen draaien om de effectinstellingen te wijzigen (p.20).
Het tempo van een patroon bijstellen
Omdat elk patroon zijn eigen tepo instelling heeft, zal het volgens dit tempo
worden afgespeeld..
1
Selecteer een patroon.
2
Druk op de [DISPLAY] knop, zodat de BPM indicator oplicht.
The display will show the tempo of the current pattern.
Indien u met SL1 alleen de
ring modulator wilt
gebruiken, draait u de C1
knop helemaal naar rechts.
U kunt uw patronen
synchroon met het tempo
van een extern MIDI
apparaat laten lopen (p.64).
Als u naar een ander
patroon overschakelt,
terwijl het vorige patroon
nog speelt, zal het tempo
van het vorige patroon
gehandhaafd blijven.
3
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om het tempo in te stellen.
Het tempo kan op alle waarden tussen = 40 to = 240 worden
ingesteld.
Als alternatief voor het
gebruik van de [INC] of
[DEC] knoppen, kunt u het
tempo ook instellen door
de [TAP] knop in het
gewenste tempo in te
drukken (p.57).
17
De MC-09 als synthesizer gebruiken
De keyboard pads bespelen
De stap [1]-[16] knoppen kunnen als een toetsenbord functioneren. Deze
knoppen gezamenlijk worden de keyboard pads genoemd. Hiermee kunt
u de MC-09 als een synthesizer toetsenbord bespelen.
* Wanneer een patroon uit de LEAD of BASS groep is geselecteerd, kunt u geen
akkoorden spelen. Indien een patroon uit de RHYTHM groep is geselecteerd, kunt
u maximaal drie ritme klanken gelijktijdig spelen.
* Als u op de keyboard pads speelt, terwijl een patroon wordt afgespeeld, zal de noot
die op dat moment klinkt worden uitgezet, en zal de prioriteit aan de laatst gespeelde
noot worden gegeven.
1
Selecteer een patroon.
De [KEYBOARD] indicator moet verlicht zijn. Als dit niet het geval is, drukt
u op de [KEYBOARD] knop, zodat deze oplicht.
2
Druk op de keyboard pads om deze te spelen.
Hieronder ziet u hoe de keyboard pads werken.
Wanneer een patroon uit de LEAD of BASS groep is geselecteerd
fig.2-3a_80
CC#BD CC#BDD# E F F# G G# A B
* De Octave Shift instelling verandert de reeks noten, die vanaf de keyboard pads
gespeeld kunnen worden, als volgt:
LEAD group BASS group
Octave Shift Note range
-2 B1–D3
-1 B2–D4 0 B3–D5 1 B4–D6 2 B5–D7
Octave Shift Note range
-4 B-1–D1
-3 B0–D2
-2 B1–D3 1 B2–D4 0 B3–D5
Wanneer u een extern MIDI
toetsenbord gebruikt, kunt
u een bredere reeks
toonhoogtes spelen dan op
de keyboard pads mogelijk
is (p.63).
Als u de keyboard pads
wilt spelen zonder dat een
patroon wordt afgespeeld,
houdt u de [SHIFT] knop
ingedrukt, en drukt u op de
[LEAD], [BASS] of
[RHYTHM] knop.
Vervolgens selecteert u het
patroon. Op dit moment
zullen de indicators van de
[LEAD], [BASS] of
[RHYTHM] knoppen
knipperen. Om naar de
normale status terug te
keren, houdt u de [SHIFT]
knop nogmaals ingedrukt,
en drukt u weer op de
[LEAD], [BASS] of
[RHYTHM] knop.
18
(C4 + de middelste C).
Wanneer een patroon uit de RHYTHM groep is geselecteerd
fig.2-3b_80
Bass drum
Snare drum
Snare drum
Closed hi-hat
cymbals
Open hi-hat
cymbals
Bass drum
De MC-09 als synthesizer gebruiken
b
3
Om de Octave Shift instelling te veranderen, drukt u zo vaak
op de [DISPLAY] knop, totdat de OCT indicator oplicht.
Daarna drukt u op de [INC] of [DEC] toets.
* Indien een patroon uit de RHYTHM groep is geselecteerd, kan de Octave Shift
instelling niet veranderd worden.
Een uitvoering van een apparaat, dat op de INPUT jacks is aangesloten, invoegen
Het afspeelgeluid van een CD of MD, die op de INPUT jacks is aangesloten,
kan met de uitvoering van de patronen van de MC-09 worden gemengd, en
via de OUTPUT jacks worden uitgestuurd.
1
2
3
4
Selecteer een patroon.
Houdt de [SHIFT] knop ingedrukt, en druk op de [LINE IN]
knop.
Nu zal ofwel de [LEAD], [BASS] of [RHYTHM], en de [LINE IN] indicator
verlicht zijn.
Speel het patroon samen met de uitvoering van de CD of MD,
aangesloten op de INPUT jack.
Het patroon zal met de uitvoering van de CD of MD gemengd worden.
Als u terug wilt gaan naar het afspelen van alleen het patroon,
houdt u de [SHIFT] knop nogmaals ingedrukt, en drukt u op
de [LINE IN] knop.
U kunt een patroon aan het
tempo van een CD of MD
uitvoering synchroniseren
(p.57). Druk op de
eeldscherm knop, zodat
de BPM indicator oplicht.
Vervolgens drukt u drie
keer of meer op de [TAP]
knop, in het tempo van de
CD of MD.
19
De MC-09 als synthesizer gebruiken
b
b
Het geluid modificeren
De knoppen gebruiken om de instellingen van het geluid te bewerken
U kunt zes knoppen gebruiken om de geluidsinstellingen in realtime te
bewerken. Welke instellingen door elke knop gewijzigd kunnen worden, is
afhankelijk van de groep van het geselecteerde patroon, zoals in de tabel
hieronder wordt getoond.
Group C1 C2 C3 CUTOFF RESO DECAY
Overdrive/ Distortion
Phaser Modulation
LEAD
Slicer + Ring mod­ulator
BASS Oscillator
RHYTHM Bass drum
Oscillator pitch
speed Interval to cut Time to cut Ring
pitch
Depth of dis­tortion
Modulation depth
Filter enve­lope depth
Brightness
Resonance
frequency
Accent Cutoff
Cutoff frequency
frequency
volume
De positie van de knop kan
verschillen van de
werkelijke instelling. In dat
geval draait u een klein
eetje aan de knop, en
maakt u de instelling
opnieuw.
Filter
Resonance
Resonance Filter
Snare drum volume
envelope decay time
envelope decay time
Hi-hat volume
Cutoff frequency: specificeert de frequentie waarop het filter toegepast zal
worden.
Resonance: benadrukt de regio dicht bij de cutoff frequentie.
Decay time: de tijd vanaf het maximale niveau van de filter envelope,
Details over de functie van
elke instelling vindt u in de
Parameterlijst (p.68).
totdat het sustain niveau is bereikt, wordt hiermee
aangepast.
* Wanneer u de knoppen voor bewerking van de geluidsinstellingen gebruikt, zullen
uw veranderingen alleen terwijl het patroon speelt effect hebben. Het patroon zal
naar zijn originele instellingen terugkeren, als u een ander patroon selecteert of de
stroom uitzet. Om de nieuwe instellingen te behouden, moet u de Save operatie
uitvoeren (p.30).
Als u de instelling van een
knop in het scherm wilt
ekijken, terwijl u deze
aanpast, houdt u de
[SHIFT] knop ingedrukt,
terwijl u aan de betreffende
knop draait.
Het geluid van een patroon veranderen
Hier ziet u hoe u het geluid van een klank (tone) of ritme set, die door een
patroon wordt gebruikt, kunt veranderen.
1
Selecteer een patroon.
2
Druk een aantal malen op de [DISPLAY] knop, totdat de
TONE/TYPE indicator verlicht is.
20
Het nummer van de klank of ritme, set die aan het patroon is toegewezen,
zal in het scherm worden getoond.
Om de instelling van een
knop in het scherm te
controleren, houdt u de
[SHIFT] knop ingedrukt, en
drukt u op de [DISPLAY]
knop. Als u dit doet, zal de
waarde van elke knop
worden weergegeven, in de
volgorde C1, C2, C3,
CUTOFF, RESO en
DECAY.
3
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om een andere klank of
ritme set te selecteren.
Als u van klank verandert, zullen de knoppen en andere instellingen van de
betreffende klank in het patroon tot uiting komen. Dit betekent, dat het
geluid anders zal klinken, dan bij het originele patroon.
* Wanneer u een ander patroon selecteert of de stroom uitzet, zal het patroon naar zijn
originele instellingen terugkeren. Om de nieuwe instellingen te behouden, moet u
de Save operatie uitvoeren (p.30).
Andere geluidsinstellingen bewerken
Naast de instellingen van de zes knoppen heeft elke klank vele andere
instellingen (parameters), waarmee het resulterende geluid wordt bepaald.
De waarde van deze parameters kunt u bewerken.
* Van een ritme set kan alleen de volume instelling van iedere ritmeklank worden
aangepast.
De MC-09 als synthesizer gebruiken
1
2
3
Selecteer een patroon.
Houd de [SHIFT] knop ingedrukt, en druk op één van de stap
[1]-[16] knoppen om de parameter, waarvan u de waarde wilt
aanpassen, te selecteren.
De waarde van de geselecteerde parameter zal in het scherm worden getoond.
fig.2-4
LFO rate
LFO waveform
OSC waveform
OSC vibrato depth
Filter type
Filter envelope
attack time
Filter envelope
sustain level
Filter envelope
release time
Filter LFO depth
Amplifier envelope
depth
Amplifier envelope
attack time
Amplifier envelope
decay time
Amplifier envelope
sustain level
Amplifier envelope
release time
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om het volume bij te stellen.
Een uitleg van elke
parameter vindt u op p.68.
Amplifier LFO depth
Effect type (LEAD)
Vintage mode (BASS)
4
5
Wanneer u de waarde van een andere parameter wilt aanpassen, drukt u op een andere stap [1]-[16] knop.
Terwijl u op de stap [1]-[16] knoppen drukt, zal een afkorting van de parameternaam in het scherm worden weergegeven.
Nadat u de instellingen heeft gemaakt, drukt u op de [EXIT] knop.
21
De MC-09 als synthesizer gebruiken
* Wanneer u een ander patroon selecteert of de stroom uitzet, zullen deze instellingen
naar hun originele waardes terugkeren. Om de nieuwe instellingen te behouden,
moet u de Save operatie uitvoeren (p.30).
De pan aanpassen
Hier wordt uitgelegd, hoe de pan (stereopositie) van een patroon aangepast
kan worden.
1
Selecteer een patroon.
2
Druk nogmaals op de knop van de geselecteerde groep
([LEAD], [BASS], [RHYTHM]).
In het scherm zal Pan korte tijd worden getoond, en daarna de pan
instelling.
3
Gebruik de [INC] en [DEC] toetsen om de pan instelling aan te
passen.
Dit kan binnen de reeks L64 (links)-cnt (midden)-R63 (rechts) worden
aangepast.
4
Wanneer u de instelling heeft aangepast, drukt u op de [EXIT]
knop.
Het beeldscherm zal terugkeren naar de status waarin het zich bevond,
voordat u de pan aanpaste.
* Wanneer u een ander patroon selecteert of de stroom uitzet, zal het patroon naar zijn
originele pan instelling terugkeren. Om de nieuwe instellingen te behouden, moet u
de Save operatie uitvoeren (p.30).
De toonhoogte aanpassen
Hier ziet u hoe de toonhoogte van een patroon aangepast kan worden. Dit
is bruikbaar als u het patroon in een andere toonsoort wilt afspelen of
wanneer u met een getransponeerd instrument samenspeelt.
1
2
3
22
Druk op de [SETUP] knop.
Druk op de [INC] of [DEC] knoppen, totdat “”
(Transpose) in het scherm word aangegeven.
Druk op de [ENTER] knop.
De transpositie instelling zal in het scherm worden getoond.
4
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om de transpositie
instelling aan te passen.
U kunt de toonhoogte in halve stappen over een bereik van één octaaf hoger
of lager transponeren. Om de toonhoogte met één halve toon te verhogen,
specificeert u 1. Om de toonhoogte met één halve toon te verlagen,
specificeert u -1.
5
Druk op de [SETUP] knop om de instelling te voltooien.
Een frase creëren (opnemen)
U kunt een frase van maximaal twee maten met stappen invoeren
(opnemen). Op de MC-09 zijn twee opnamemethodes beschikbaar. Gebruik
de methode, die het meest voor uw situatie geschiktis.
De MC-09 als synthesizer gebruiken
* Alleen noten kunnen als MIDI boodschappen worden opgenomen.
Stap opname
Met deze methode kunt u de noten voor iedere stap opeenvolgend invoeren.
fig.2-5_80
TR opname
Met deze methode specificeert u eerst de noot die u wilt invoeren, en dan
plaatst u die noot op de gewenste stap, terwijl u het afspeelgeluid
beluistert. Deze methode is geschikt voor het creëren van drumfrases,
aangezien u alle noten voor elke ritmeklank (dat wil zeggen: basdrum, snare
drum, hi-hat) tegelijk kunt invoeren.
fig.2-6_80
REST REST REST RESTREST
TIE
TIE
TIE
Snare drum
Bass drum
23
De MC-09 als synthesizer gebruiken
Voorbereidingen voor opname
Of u nu stap opname of TR opname gebruikt, de voorbereidingen zijn
hetzelfde. Voordat u met opnemen begint, moet u de lengte van de frase en
de nootwaarde die u wilt invoeren aangeven.
* De maatsoort van een frase is op 4/4 vastgesteld, en kan niet veranderd worden.
1
Selecteer een patroon (p.16).
Indien u stap opname wilt gebruiken, selecteert u een patroon uit de LEAD
of BASS groep.
Als u TR opname wilt gebruiken, kunt u een patroon uit een andere groep
selecteren.
2
Past het geluid naar wens aan (p.20).
3
4
5
6
Pas het tempo naar wens aan (p.57).
Druk op de [SEQ REC] knop.
De MC-09 gaat naar de Setup mode, waarin u de frase kunt bewerken.
Druk op de [SETUP] knop.
De MC-09 gaat naar de Setup mode, waarin u de voorbereidingen voor de
opname kunt maken.
Het aantal maten in de frase zal in het scherm worden getoond.
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om het aantal maten in
de frase aan te geven.
Een frase kan uit één of twee maten bestaan.
Als u een frase helemaal
vanaf het begin wilt
creëren, drukt u op de
[REST] knop in de Setup
mode om alle stappen te
wissen.
7
8
24
Druk op de [SCALE] knop om de nootwaarde en het aantal
stappen aan te geven.
16e noten x 16 stappen: indicator donker.
ste
8
triolen x 12 stappen: indicator verlicht.
Druk op de [EXIT] knop.
De MC-09 als synthesizer gebruiken
U zult naar de Step Edit mode terugkeren.
9
Nu bent u gereed om op te nemen. ga verder met de
opnamemethode die u wilt gebruiken.
Een melodie of achtergrond frase creëren
Stap opname (p.25).
Een drumfrase creëren
TR opname (p.27).
Een melodie of achtergrondfrase creëren (Stap opname)
* Stap opname is niet mogelijk als u een patroon uit de RHYTHM groep heeft
geselecteerd.
10
11
12
De [KEYBOARD] indicator moet donker zijn.
Als deze verlicht is, drukt u op de knop om deze uit te zetten.
Druk op één van de stap [1]-[16] knoppen om de stap, waarop
u met stap opname wilt beginnen, te selecteren.
Als u een nieuwe frase selecteert, begint u stap opname vanaf stap 1.
Als u stap opname uitvoert vanaf het midden van een bestaande frase,
selecteert u de gewenste stap.
* Het is niet mogelijk om twee of meer noten op dezelfde stap in te voeren. Als u een
nieuwe noot invoert op een stap waarop reeds een noot is ingevoegd, zal de bestaande
noot gewist worden, en door de nieuwe data worden vervangen.
Druk op de [SEQ REC] knop.
St.r (Stap recording) zal kort in het scherm verschijnen, waarna de stap
opname zal beginnen.
13
De [KEYBOARD] indicator zal oplichten. Nu kunt u de stap [1]-[16]
knoppen als keyboard pads gebruiken. De indicators van de stap [1]-[16]
knoppen zullen oplichten, om de op dat moment geselecteerde stap aan te
geven.
Gebruik de C2 knop om de velocity (volume) van de noten die
u invoert aan te passen, en de C3 knop om de gate tijd
(nootduur) aan te passen.
25
De MC-09 als synthesizer gebruiken
fig.2-7_80
Velocity Gate tijd
Velocity: 1-8
Gate tijd: 1-9, - (Slide-on).
Slide-on: de noot van de huidige stap zal vloeiend aan de
noot van de volgende stap worden verbonden.
Kies dit, wanneer u de speeltechniek die door
gitaristen of bassisten wordt gebruikt, wilt
simuleren, waarbij zij hun vingers naar een andere
fret schuiven nadat de snaar is aangeslagen. (Deze
instelling is alleen beschikbaar als u een patroon
uit de LEAD of BASS groep heeft geselecteerd).
* Het is niet mogelijk om de Gate tijd te specificeren als Vintage
mode voor een patroon uit de BASS groep is aangezet.
Druk op de [TIE] knop om
een overbinding in te
voeren of op de [REST]
knop om een rust in te
voeren. Als u op één van
deze knoppen drukt, zal de
stap automatisch vooruit
gaan, zodat u stappen 14 en
15 van deze procedure niet
hoeft uit te voeren.
U kunt tevens een slide-on
specificeren, door de
[SHIFT] knop ingedrukt te
houden, en op de [SLIDE]
knop te drukken.
14
15
16
17
Om een noot een accent te geven, houdt u de [SHIFT] knop
ingedrukt en drukt u op de [ACCENT] knop.
De velocitywaarde zal knipperen.
fig.2-7b_80
Knippert
Druk op een keyboard pad om de noot (toonhoogte) aan te
geven.
Wanneer de toonhoogte eenmaal is aangegeven, zult u naar de volgende
stap verder gaan.
Herhaal stappen 13-15 om uw frase te creëren.
Als u de instellingen van de vorige stap opnieuw wilt maken, drukt u op de
[DEC] knop om naar die stap terug te gaan, en maakt u de gewenste
instellingen.
Wanneer u de frase gecreëerd heeft, drukt u op de [ ](STOP)
knop.
Stap opname zal eindigen, en u zult naar de Step Edit mode terugkeren.
Terwijl een patroon uit de
BASS groep speelt, kunt u
de C3 knop gebruiken om
het accent niveau bij te
stellen.
Om het bereik (octave shift)
van de keyboard pads te
veranderen, drukt u vaak
genoeg op de [DISPLAY]
knop, om de OCT indicator
te laten oplichten, en
gebruikt u de [INC] of
[DEC] knoppen.
Als u de lengte van de frase
als twee maten aangeeft,
kunt u de [SCALE] knop
ingedrukt houden om de
huidige maat in het scherm
te bekijken. Wanneer u de
knop loslaat, zal het
voorgaande scherm
opnieuw verschijnen.
26
18
Om de Step Edit mode te verlaten, drukt u op de [EXIT] of
[ ](STOP) knop.
Een drumfrase creëren (TR opname)
1
Druk op de [ ](PLAY) knop.
tr.r (TR Recording) zal kort in het scherm worden getoond, waarna de TR
opname zal beginnen.
2
De indicator van de [KEYBOARD] knop moet donker zijn.
De MC-09 als synthesizer gebruiken
m TR opname uit te
eggen, wordt op deze
agina's het voorbeeld van
et creëren van een
rumfrase gebruikt, maar u
unt TR opname ook
ebruiken voor het creëren
an een melodie of
chtergrond frases. In dit
eval leest u de
erwijzingen naar ritme
lank in deze handleiding
ls noot.
3
4
Als deze is verlicht, drukt u op de knop om deze uit te zetten.
Gebruik de C1 knop om de ritme klank te specificeren.
Ritme klank Beeldscherm
Bass drum
Snare drum
Closed hi-hat
Opened hi-hat
Met de C2 knop past u de velocity (volume) aan.
Indien u geen drumfrase creëert (met andere woorden: als u een patroon uit
de LEAD of BASS groep heeft geselecteerd), gebruikt u de C3 knop om de
gate tijd (nootduur) aan te passen op dezelfde manier als bij stap opname.
* Het is niet mogelijk om de Gate tijd te specificeren als Vintage voor een patroon uit
de BASS groep is aangezet.
fig.2-8_80
Indien u de keyboard pads
wilt gebruiken voor
specificatie van de ritme
klank, drukt u op de
[KEYBOARD] knop, zodat
zijn indicator oplicht.
Nadat u de ritme klank
heeft gespecificeerd, drukt
u nogmaals op de
[KEYBOARD] toets, zodat
de indicator uit gaat.
Wanneer u het bereik
(Octave Shift) van de
keyboard pads wilt
veranderen, drukt u enige
malen op de [DISPLAY]
knop totdat de OCT
indicator oplicht, en daarna
op de [INC] of [DEC] toets.
noot
U kunt op de [TIE] knop
drukken om een
VelocityRitme
overbinding of op de
[REST] knop om een rust in
te voeren. Het is echter niet
mogelijk om een rust in te
voeren terwijl een patroon
uit de RHYTHM groep is
geselecteerd.
27
Loading...
+ 61 hidden pages