Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld: “Het apparaat op een
veilige manier gebruiken” en “Belangrijke opmerkingen” (p.2, 3; p.4, 5) zorgvuldig door. In
deze secties vindt u belangrijke informatie over de juiste bediening van dit apparaat.
Daarnaast dient de volledige gebruikershandleiding gelezen te worden, zodat u een goede
indruk krijgt van alle mogelijkheden die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze
handleiding, en houdt deze binnen bereik, zodat u er later gemakkelijk aan kunt refereren.
De demo uitvoering beluisteren
De MC-09 bevat een demo uitvoering. Deze demo bevat tevens de stappen van
de procedure waarmee de demo uitvoering werd gecreëerd, samen met
verscheidene instellingen. Door het afspelen van de demo uitvoering kunt u
meer over de eigenschappen van de MC-09 te weten komen.
fig.0-1_70
1
Houd de [PROCESS PATCH] knop ingedrukt en druk op
de [](STOP) knop.
De MC-09 leidt u door de stappen, die genomen werden bij het creëren van de
demo uitvoering, waarna de demo uitvoering automatisch zal beginnen.
Dankzij zijn Process Patch eigenschap kan de MC-09 de procedures
die u volgt, en de instellingen die u maakt, registreren.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van
ROLAND CORPORATION op enigerlei wijze gereproduceerd worden.
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt..
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Zorg dat u onderstaande instructies en de gebruikershandleiding leest, voordat u het apparaat in
gebruik neemt.
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve
wanneer daartoe specifieke instructies in de
handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar
uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de
‘Informatie’ pagina kunt vinden.
• Zorg dat dit apparaat altijd waterpas staat en
stabiel blijft. Plaats het nooit op een standaard die
kan wiebelen of op hellende oppervlakken.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het ● wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
008c
• Gebruik alleen de adapter die bij dit apparaat
wordt geleverd. Tevens moet u controleren of het
lijnvoltage bij installatie met het ingangsvoltage,
gespecificeerd op de behuizing van de adapter,
overeenkomt. Andere adapters kunnen een
andere polariteit gebruiken of voor een ander
voltage ontworpen zijn, en gebruik hiervan kan
tot schade, storingen of elektrische schok leiden.
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en
plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor
kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken
elementen en kortsluiting kan ontstaan. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en
schokken!
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie
met een versterker en koptelefoon of luidsprekers,
kan geluidsniveaus produceren, waardoor
permanent gehoorsverlies veroorzaakt wordt.
Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of
oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een
bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in
de oren bemerkt, moet u het apparaat direct
uitzetten, en een oorarts consulteren.
• Zet direct de stroom uit, haal de adapter uit het
stopcontact en breng het apparaat naar uw
handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service
centrum of erkende Roland distributeur, zoals
vermeld op de Informatie pagina als:
• de adapter of het netsnoer beschadigd zijn; of
• objecten in het apparaat zijn gevallen of vloeistof
op het apparaat is gemorst; of
• het apparaat in de regen heeft gestaan (of op een
andere manier nat is geworden); of
• het apparaat niet normaal lijkt te werken of een
opmerkelijke verandering in uitvoering vertoont.
• In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in
staat is de regels, die essentieel voor een veilige
bediening van het apparaat zijn, op te volgen.
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het
niet vallen!)
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het
bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale kracht die door alle apparaten
die u op het stopcontact heeft aangesloten, waar
het verlengsnoer zich in bevindt, mag nooit de
stroom waarde (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen
kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk
smelten.
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper,
het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of
een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op
de ‘Informatie’ pagina.
• Wanneer de adapter in het stopcontact of in dit
apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald,
houdt u deze altijd bij de stekker of de behuizing
vast.
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van
snoeren en kabels te voorkomen. Tevens zouden
alle snoeren en kabels buiten het bereik van
kinderen geplaatst moeten worden.
• Indien u schroeven moet verwijderen, zorgt u dat
u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van
kinderen opbergt, zodat er geen kans bestaat dat
zij deze per ongeluk inslikken.
Naast de onderdelen bij ‘Belangrijke veiligheidsinstructies’ en ‘Het apparaat op een veilige manier gebruiken’ op
pagina’s 2 - 3, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit waar
apparaten die lijn ruis genereren (zoals een elektrische motor
of een variabel belichtingssysteem) ook gebruik van maken.
• De adapter zal na urenlang gebruik hitte gaan genereren. Dit
is normaal, en geen reden tot ongerustheid.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen
en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen
voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers
(of andere apparatuur die grote stroom transformatoren
bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te heffen,
verandert u de richting van dit apparaat of zet u het verder
weg van de storingsbron.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort
ontvangers.
• Wanneer draadloze communicatie apparaten, zoals mobiele
telefoons, in de nabijheid van dit apparaat worden gebruikt,
kan ruis geproduceerd worden. Dit soort ruis kan wanneer u
gaat bellen of gebeld wordt of tijdens het gesprek optreden.
Als dit gebeurt, verplaatst u de draadloze apparaten, zodat
deze verder van dit apparaat zijn verwijderd of zet u ze uit.
• Plaats dit apparaat niet in direct zonlicht, plaats het niet bij
apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en stel het niet aan extreme temperaturen bloot.
• Door overmatige hitte kan het apparaat misvormen of verkleuren.
• Om stukgaan te voorkomen, dient het apparaat niet in een
natte omgeving, zoals een gebied dat aan regen of ander
vocht heeft blootgestaan, gebruikt te worden.
Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort
dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuif- of andere regelaars van dit
apparaat met gepaste voorzichtigheid; dit geldt tevens voor
het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de stekker vast – trek nooit aan de kabel zelf.
Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de
interne onderdelen van de kabel.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U
kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u
zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving
hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Wanneer u het apparaat moet verplaatsen, verpakt u het in de
doos (inclusief opvulmateriaal) waarin het geleverd werd.
Als u de originele doos niet heeft bewaard, moet u soortgelijk
verpakkingsmateriaal gebruiken.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als u
een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan notitie van
onderstaande voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden.
Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels
die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels
kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar
zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Voordat u geheugenkaarten
gaat gebruiken
• Steek de geheugenkaart voorzichtig helemaal in het apparaat,
totdat deze stevig op zijn plaats zit.
Onderhoud
• Voor het schoonmaken van het apparaat gebruikt u een
droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het
verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u een doek met een
mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Neem het apparaat
daarna met een zachte, droge doek goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming
te voorkomen.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen door storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van
belangrijke data te beschermen, raden wij u aan om van tijd
tot tijd een reservekopie van belangrijke data te maken die u
in het geheugen van dit apparaat of ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) heeft opgeslagen.
• Wanneer de inhoud van de data, die op een ander MIDI
apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) werd opgeslagen, verloren is gegaan, kan deze helaas niet meer hersteld worden.
4
Het oppervlak zonder
goudkleurige contactpunten
moet naar boven wijzen.
705
• Raak de klemmen van de geheugenkaart nooit aan. Zorg er
ook voor dat deze niet vies worden.
Auteursrecht
• Het niet bevoegd opnemen, distribueren, verkopen, uitlenen,
publiekelijk uitvoeren, uitzenden en dergelijke van een volledig werk of delen daarvan (muzikale compositie, video vertoning, openbare uitvoering en aanverwanten) waarvan het
auteursrecht bij derden ligt, is bij de wet verboden.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden die het auteursrecht van derden kan schenden. Wij nemen geen verantwoordelijkheid ten aanzien van inbreuk op auteursrecht van
derden, dat door gebruik van dit apparaat kan optreden.
Belangrijke opmerkingen
Data opslaan
Patronen opslaan
Nadat u een patroon in de stap sequencer heeft bewerkt of
opgenomen, moet u uw werk in het interne
van de MC-09 of op een
wilt bewaren.
te slaan, zullen uw instellingen en het opgenomen materiaal verloren gaan
• Een patroon opslaan ................................................... (p.30)
• Een effectpatroon opslaan ......................................... (p.48)
Als u de stroom uitzet, zonder uw werk op
geheugenkaart
.
user geheugen
opslaan, als u dit
Een loop opslaan .............(p.59)
Nadat u een loop heeft opgenomen (vastgelegd), moet u
deze op een
de stroom uitzet, zonder uw werk op te slaan, zullen uw
instellingen en het opgenomen materiaal verloren gaan
geheugenkaart
opslaan om te bewaren.
Als u
.
Een Process Patch opslaan (p.39)
Op de MC-09 kunt u de sequens van stappen, die u gebruikte
om een loop te creëren, samen met de patrooninstellingen
opslaan. Dit wordt een Process Patch genoemd.
Als u een opgeslagen Process Patch afspeelt, zal de MC-09
hetzelfde proces uitvoeren als bij het creëren van de loop
werd gehanteerd, en zal de loop opnieuw gecreëerd worden.
Met andere woorden, een Process Patch lijkt op een toetsenbord macro op een PC.
Over het beeldscherm
• Systeeminstellingen
• Alle opgeslagen patronen (User Patterns)
* Wanneer de Factory Reset éénmaal is uitgevoerd, zullen alle
opgeslagen instellingen verloren zijn, en door de instellingen
die uw apparaat vanuit de fabriek had worden vervangen. Als
het interne geheugen belangrijke data bevat, die u wilt behouden, moet u dit op een geheugenkaart (p.59) of via bulk dump
(p.65) op een externe MIDI sequencer opslaan.
1.
Druk op de [SETUP] knop.
2.
Druk op de [INC] of [DEC] knop, totdat “” in
het scherm verschijnt.
3.
Druk op de [ENTER] knop.
In het scherm zal “” worden aangegeven.
4.
Om de fabrieksherstelling uit te voeren, drukt u op de
[WRITE] knop.
Terwijl de fabrieksinstellingen worden hersteld, zal
“” in het scherm verschijnen. Wanneer de fabrieksinstelling is voltooid, keert u terug naar waar u bij stap 2 was.
* Als u besluit de fabrieksinstellingen niet te herstellen, drukt u
op de [SETUP] knop of de [EXIT] knop.
* Zet nooit de stroom uit, terwijl in het scherm ver-
schijnt. Hierdoor kan het systeem beschadigen.
5.
Druk op de [SETUP] knop om naar het vorige scherm
terug te keren.
De letters en cijfers in het scherm van de MC-09 worden als
volgt weergegeven:
fig.03-1
A B C D E F G H I J K L M N
capital
letter
small
letter
O P Q R S T U V W X Y Z
capital
letter
small
letter
1-12 3 4 5 6 7 8 9 0
De fabrieksinstellingen
herstellen (Factory Reset)
Door het uitvoeren van een Factory Reset worden de volgende instellingen van de MC-09 in de originele fabrieksinstellingen teruggezet:
Over de bijgeleverde CD
De CD bevat loop samples. Aangezien de disk in CD-EXTRA
formaat is, kunt u de samples op een CD speler afspelen of
uw computer gebruiken om de data als EXTRA TRACK computer data te behandelen.
• De glanzende onderzijde (gecodeerd oppervlak) mag
niet aangeraakt of bekrast worden. Beschadigde of vieze
CD disks kunnen niet goed gelezen worden. Houd uw
disks met een in de winkel verkrijgbare CD reiniger
schoon.
• Gebruik van de bij dit product geleverde CD, voor
andere doeleinden dan eigen gebruik, zonder permissie
van de auteursrechthouder is bij de wet verboden. Daar-
naast moet deze data niet gekopieerd worden, noch in
een secundair auteursrechtelijk werk gebruikt worden,
Data opslaan................................................................................................................................................ 5
Over het beeldscherm................................................................................................................................ 5
De stroom aan/uitzetten ......................................................................................................................... 13
De MC-09 als synthesizer gebruiken.................................................. 14
Wat is een patroon?.................................................................................................................................. 14
Het geluid modificeren............................................................................................................................ 20
Een frase creëren (opnemen) .................................................................................................................. 23
Een patroon opslaan ................................................................................................................................ 30
Een loop creëren en afspelen ............................................................. 31
Wat is een loop?........................................................................................................................................ 31
Het proces van het creëren van een loop.............................................................................................. 32
Afspelen van een loop veranderen (Loop Control) .......................... 49
Wat is Loop Control? ............................................................................................................................... 49
Loop Control voor realtime uitvoering gebruiken.............................................................................. 51
Een loop met Loop Control afspelen..................................................................................................... 53
Loop Control instellingen maken .......................................................................................................... 54
Uw Loop Control instellingen opslaan ................................................................................................. 56
Over het tempo..................................................................................... 57
Het standaard tempo controleren.......................................................................................................... 57
Het tempo handmatig instellen.............................................................................................................. 57
Het tempo met de [TAP] knop instellen ............................................................................................... 57
6
Inhoud
Een geheugenkaart gebruiken............................................................ 58
Geheugenkaarten die met de MC-09 gebruikt kunnen worden........................................................ 58
Waarschuwingen bij gebruik van een geheugenkaart........................................................................ 58
Een geheugenkaart formatteren............................................................................................................. 58
Een loop op een geheugenkaart opslaan .............................................................................................. 58
Een loop laden .......................................................................................................................................... 59
Een opgeslagen loop van de geheugenkaart verwijderen.................................................................. 59
Alle MC-09 instellingen op een geheugenkaart opslaan .................................................................... 59
• Gasleidingen (kan brand of explosie veroorzaken)
• Telefoonlijn aarde of een bliksemafleider (kan gevaarlijk
zijn in het geval van bliksem).
Eigenschappen en gebruik
Voornaamste eigenschappen
4-delige Audio Looper
De Audio Looper van de MC-09 lijkt op een kleine sampler,
ontworpen voor de creatie van geloopte frases. U kunt een
geluidssignaal in elk van de vier gedeeltes opnemen.
Tevens kunt u de merge functie gebruiken om meerdere
gedeeltes te combineren, om polyfonische loops te creëren.
* Voor elk gedeelte is de maximale opnametijd zes seconden
(ongeveer twee maten op BPM = 80).
Een nieuwe Loop Control functie
Door het opnemen van Loop Control instellingen kunt u een
groot aantal variaties op een enkele loop maken.
Pitch Playback
U kunt de toonhoogte van het afspeelgeluid van de loop veranderen. Hiermee kunt u de loop op andere toonhoogtes dan
die van de originele loop afspelen.
Trigger Playback
Gespecificeerde gedeeltes kunnen in een sequens worden
afgespeeld. Hiermee kunt u uitvoeringen door het aanslaan
van de pads op een sampler creëren.
Divide times 16 Playback
U kunt een loop in stukken verdelen, deze opnieuw schikken
en afspelen. Hierdoor kunt u nieuwe frases creëren, die
totaal anders dan de originele loop zijn.
DSP synthesizer
De MC-09 heeft een ingebouwde synthesizer, die een brede
reeks geluiden weergeeft.
Tevens is er een mode beschikbaar die de vintage synthesizers simuleert, die vaak in Techno stijlen worden gebruikt.
(De MC09 kan ook als een synthesizer module worden
gebruikt.)
• Meng een geluidssignaal met de geluiden van de MC-09.
• Pas effecten op een geluidssignaal toe.
Process Patch functie
De Process Patch functie van de MC-09 heeft een geheugen
voor het selecteren van een patroon of het vastleggen van
een geluidsloop. Alle stappen en instellingen, die bij het creëren van een loop zijn betrokken, kunnen als een Process
Patch worden opgeslagen. De volgende keer dat u de stroom
aanzet, kunt u deze geluiden laden.
Dit is een handige manier om een loop op te slaan of om het
apparaat op een live uitvoering in te stellen.
Loops op een geheugenkaart
opslaan
Loops en patronen die u gecreëerd heeft, kunnen op een
apart verkrijgbare geheugenkaart worden opgeslagen.
Als een DSP synthesizer
• De MC-09 vanaf de keyboard pads bespelen (p.18)
• De MC-09 vanaf een extern MIDI apparaat, dat als
master keyboard wordt gebruikt, bespelen (p.63).
Sound-on-sound gebruiken voor
het creëren van loops
Combineer een uitvoering van een CD of MD met de geluiden van de interne DSP sequencer (p.32).
Loops tijdens een live uitvoering
gebruiken
• Neem op iedere track hip-hop of techno loops op, en
gebruik de stap [1]-[4] knoppen om deze af te spelen
(p.52).
• Verander de afspeeltoonhoogte (p.51).
• Verdeel een loop in stukken en verander de afspeel-
volgorde van de gedeeltes (p.52).
16-staps sequencer
Niet alleen kunnen de noten die u als uitvoeringsdata
invoert, worden opgenomen, maar u kunt uw uitvoering ook
wat pittiger maken door gebruik van de effect controller,
om de effectinstellingen cyclisch te veranderen of loop con-trol, om de manier waarop een loop wordt afgespeeld te veranderen.
Audio input jacks (INPUT jacks)
Aangezien de MC-09 over INPUT jacks beschikt, kunt u de
geluiden van de MC-09 met uitvoeringen (geluidssignalen)
van een ander apparaat zoals een CD, MD of toetsenbord
combineren.
• Leg een uitvoering van een extern apparaat vast (opne-
men), en loop deze.
De monofone synthesizer gebruiken
om polyfone loops te creëren
• Uitvoeringen van de interne DSP synthesizer opstapelen
(Loop Merge) om polyfone loops te creëren (p.38).
• De pan van elke track aanpassen om 3D uitvoer te creë-
ren (p.36).
De MC-09 als een effectprocessor
gebruiken
• De effectinstellingen cyclisch modificeren (p.45)
• Effecten op geluid van een CD of MD toepassen (p.41).
11
Aansluitingen maken
fig.1-1
Extern MIDI apparaat
(sequencer, toetsenbord enz.)
MIDI
IN
MIDI
OUT
UITGANG
L
CD/MD speler,
toetsenbord enz.
INGANG
R
Netsnoer
of
adapter
INGANGLINGANG
Stereo koptelefoon
R
Harddisk recorder, luidspreker
met ingebouwde versterker,
keyboardversterker, enz.
• Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te
voorkomen, draait u het volume altijd laag en zet u de stroom van alle
apparaten uit, voordat u aansluitingen gaat maken.
• Bij het aansluiten van andere apparatuur op de INPUT of OUTPUT jacks,
dient u kabels te gebruiken, die geen ingebouwde weerstand hebben
(bijvoorbeeld de Roland PCS serie).
De stroom aan/uitzetten
De stroom aanzetten
12
1
2
Aansluitingen maken
• Wanneer de aansluitingen éénmaal zijn voltooid (p.12), zet u de stroom van
de verscheidene apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als deze in
de verkeerde volgorde worden aangezet, riskeert u storingen en/of schade
aan luidsprekers en andere apparaten.
• Dit apparaat is met een beveiligingscircuit uitgerust. Daarom zal het na
opstarten even duren (enkele secondes), voordat het apparaat normaal zal
werken.
• Zet het volume laag, voordat u de stroom aanzet. Er kan geluid uit uw
koptelefoon komen, wanneer u de stroom aanzet. Dit is geen storing.
Zorg dat de volumeregelaars van de MC-09 en alle andere
aangesloten apparaten op de minimum positie is gezet.
Zet de stroom van het apparaat dat op de INPUT jacks is
3
4
5
aangesloten aan.
Zet de stroom van de MC-09 aan.
Zet de stroom van de apparaten die op de OUTPUT jacks zijn
aangesloten aan.
Pas het volume van alle apparaten aan.
Op de MC-09 wordt het volume door drie types knoppen of regelaars
beïnvloed. U zult deze tot op een geschikt niveau moeten bijstellen.
OUTPUT knop:hiermee wordt het algehele volume van de MC-09
bijgesteld.
LEVEL knop:hiermee wordt het volume van het apparaat dat op de
INPUT jacks is aangesloten, en van de DSP synthesizer
aangepast.
Part volume schuifregelaars: deze passen het volume van ieder Audio Looper
gedeelte aan.
* In sommige gevallen zal er geen geluid zijn, als deze knoppen minimaal zijn ingesteld.
De stroom uitzetten
Om de stroom uit te zetten, zorgt u dat de volumeregelaars van de MC-09
en alle aangesloten apparaten uit staan. Vervolgens zet u de stroom uit, in
de omgekeerde volgorde als waarmee u de apparaten heeft aangezet.
13
De MC-09 als synthesizer gebruiken
–Patronen spelen en creëren
Wat is een patroon?
Op de MC-09 is een “patroon” een frase van één of twee maten, samen met een
geluid waarmee de frase wordt afgespeeld. U kunt de
gebruiken om een frase af te spelen of de keyboard pads gebruiken om handmatig
te spelen.
Afhankelijk van de manier waarop een patroon wordt gespeeld of het
geluid dat het gebruikt, zijn de patronen van de MC-09 in drie groepen
onderverdeeld: LEAD, BASS en RHYTHM. Elke groep bevat preset
patronen. U kunt de originele patronen die u creëert ook in een user
geheugen (user patronen) of een geheugenkaart (p.30) opslaan.
LEAD:patronen die geschikt zijn voor het spelen van een melodie.
BASS:patronen die geschikt zijn voor het spelen van een bas.
[](PLAY) knop
Alle rechten
voorbehouden. Niet
toegestaan gebruik van dit
materiaal voor andere
doeleinden dan persoonlijk
gebruik, is een overtreding
van de hierop toepasbare
wetgeving.
RHYTHM:
patronen die geschikt zijn voor het spelen van drums of percussie.
Een geluid dat door een patroon in de LEAD of BASS groep wordt gebruikt,
wordt een Tone genoemd, terwijl het geluid dat door een patroon in de
RHYTHM groep wordt gebruikt, een Rhythmset wordt genoemd. Een
Rhythm set bevat talloze Rhythm Tones, zoals snare drum, hi-hat en
basdrum.
fig.2-1_85
Preset patronenUw eigen patronen
LEAD
Tone
Phrase
BASS
Tone
Phrase
P01
P40
P01
P60
User Memory
(User Patterns)
U01
Voor details over patronen
raadpleegt u de
“Geluidenlijst” (p.76).
14
RHYTHM
Rhythm set
Phrase
Memory Card
C01
P01
100
Afspelen
Een patroon afspelen
De MC-09 als synthesizer gebruiken
1
2
3
Speelt de frase in een patroon.
Zet de stroom aan, en pas het volume van ieder apparaat in
uw opstelling aan (p.13).
Zorg dat de indicator van de [LEAD] knop verlicht is.
Controleer of het volgende in het scherm verschijnt.
Dit scherm vertelt u dat patroon “P01” uit de LEAD groep is
geselecteerd.
fig.2-2_80
P: Preset patroon
U: User patroon
C: opgeslagen patroon op geheugenkaart
Patroonnummer
Als u op de [] knop
drukt wanneer een loop in
de Audio Looper is
opgenomen, zullen het
patroon en de loop samen
worden afgespeeld. Als u
alleen het patroon wilt
afspelen, kunt u het
volume van het audio
loopgedeelte verlagen
(p.35) of tijdelijk stil maken
(mute (p.36).
4
5
Druk op de [](PLAY) knop om het patroon af te spelen.
Het patroon zal herhaaldelijk afgespeeld worden, totdat het
stopt.
* Als u op de [](PLAY) knop drukt, nadat u het afspelen halverwege het patroon
heeft gestopt, zal het afspelen opnieuw vanaf het begin van het patroon beginnen.
Het is niet mogelijk om vanaf het midden van een patroon af te spelen.
Om het afspelen van het patroon te stoppen, drukt u op de
[](STOP) knop.
Tijdens het afspelen van
het patroon zullen de
indicators van de stap
knoppen [1]-[16]
opeenvolgend oplichten.
Hiermee wordt de stap, die
op dat moment klinkt,
aangegeven.
15
De MC-09 als synthesizer gebruiken
Een patroon selecteren
1
Druk op de [LEAD], [BASS] of [RHYTHM] knop om de
gewenste patroongroep te selecteren.
2
Controleer of het patroonnummer in het scherm wordt
3
getoond.
Op dit moment moeten de BPM, OCT of TONE/TYPE indicators niet
verlicht zijn. Als één van deze indicators wel verlicht is, drukt u op de
[DISPLAY] knop, totdat de indicator uit gaat.
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om een patroon te
selecteren.
Een “P” voor het nummer geeft een preset patroon aan, “U” wijst op een
user patroon en “C” betekent een patroon dat op een geheugenkaart is
opgeslagen.
U kunt snel tussen preset (P), user (U) en C (Card) schakelen, als u de
[SHIFT] knop ingedrukt houdt, en op de [INC] of [DEC] knop drukt.
* Afhankelijk van het patroon dat u selecteert, zal de indicator van de [LEAD],
[BASS] of [RHYTHM] groep knipperen, en kan de [LOOP CTRL] knop oplichten
(Loop Control: On). Dit geeft aan dat het geselecteerde patroon Loop Control
instellingen bevat.
Door het herhaaldelijk
indrukken van de
[DISPLAY] knop, zullen de
verschillende statussen van
de indicators cyclisch aan
de beurt komen, in deze
volgorde: donker ➔ BPM
➔ OCT ➔ TONE/TYPE ➔
donker ➔…
Als u een patroon
selecteert, waarvoor Loop
Control is aangezet, zult u
geen geluid horen als er
geen loop in de Audio
Looper is opgenomen
(p.53). Druk op de [LOOP
CTRL] knop om Loop
Control uit te zetten, dan
zult u geluid horen.
4
16
Indien u een patroon van een kaart selecteert of wanneer u
naar een ander patroon overschakelt, terwijl het huidige
patroon speelt, drukt u op de [ENTER] knop om uw selectie te
voltooien.
Het geselecteerde patroonnummer zal knipperen, totdat u het bevestigt
(finalize).
* Deze stap is niet nodig bij het selecteren van een preset of user patroon, terwijl het
patroon dat afspeelde gestopt is.
* Tijdens afspelen kunt u geen patroon van een kaart selecteren. In dit geval zal “C-”
in het scherm worden weergegeven.
* Als u een patroon selecteert, waarvoor Loop Control is aangezet, zult u geen geluid
horen wanneer er geen loop in de Audio Looper is opgenomen (p.53). Druk op de
[LOOP CTRL] knop om Loop Control uit te zetten, en u zult geluid horen.
* Patronen/Effectpatronen die op een kaart zijn opgeslagen, kunnen tijdens afspelen
niet geselecteerd worden.
Wanneer u naar een ander
patroon overschakelt
terwijl het huidige patroon
speelt, zal het afspeelgeluid
in dat van het nieuw
geselecteerde patroon
veranderen, aan het begin
van de volgende maat. Het
tempo van het vorige
patroon zal echter
gehandhaafd blijven.
De MC-09 als synthesizer gebruiken
Patronen in de LEAD groep
Normaalgesproken is het niet mogelijk om effecten op het afspeelgeluid van
het patroon toe te passen. In plaats daarvan hebben de preset patronen van
de LEAD groep al een overdrive, distortion, phaser of slicer + ring
modulator effect. Om te zien welk effect reeds is toegepast, houdt u de
[SHIFT] knop ingedrukt, en drukt u op de stap [16] knop (p.21).
Het volgende zal dan in het scherm worden weergegeven:
: Overdrive 1
: Overdrive 2 (zonder filter envelope keyfollow)
: Distortion 1
: Distortion 2 (zonder filter envelope keyfollow)
: Phaser 1 (hiermee wordt een licht phaser effect verkregen)
: Phaser 2 (hiermee wordt een licht phaser effect verkregen, tempo
sync)
: Phaser 3 (hiermee wordt een diep phaser effect verkregen)
: Phaser 4 (hiermee wordt een diep phaser effect verkregen, tempo
sync)
: Slicer + Ring Modulator 1
: Slicer + Ring Modulator 2 (tempo sync)
: Geen effect toegepast
Als u klaar bent en naar het voorgaande scherm wilt terugkeren, drukt u op
de [EXIT] knop.
U kunt het type effect van het patroon veranderen.
U kunt aan de C1, C2 en C3 knoppen draaien om de effectinstellingen te
wijzigen (p.20).
Het tempo van een patroon bijstellen
Omdat elk patroon zijn eigen tepo instelling heeft, zal het volgens dit tempo
worden afgespeeld..
1
Selecteer een patroon.
2
Druk op de [DISPLAY] knop, zodat de BPM indicator oplicht.
The display will show the tempo of the current pattern.
Indien u met SL1 alleen de
ring modulator wilt
gebruiken, draait u de C1
knop helemaal naar rechts.
U kunt uw patronen
synchroon met het tempo
van een extern MIDI
apparaat laten lopen (p.64).
Als u naar een ander
patroon overschakelt,
terwijl het vorige patroon
nog speelt, zal het tempo
van het vorige patroon
gehandhaafd blijven.
3
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om het tempo in te
stellen.
Het tempo kan op alle waarden tussen = 40 to = 240 worden
ingesteld.
Als alternatief voor het
gebruik van de [INC] of
[DEC] knoppen, kunt u het
tempo ook instellen door
de [TAP] knop in het
gewenste tempo in te
drukken (p.57).
17
De MC-09 als synthesizer gebruiken
De keyboard pads bespelen
De stap [1]-[16] knoppen kunnen als een toetsenbord functioneren. Deze
knoppen gezamenlijk worden de keyboard pads genoemd. Hiermee kunt
u de MC-09 als een synthesizer toetsenbord bespelen.
* Wanneer een patroon uit de LEAD of BASS groep is geselecteerd, kunt u geen
akkoorden spelen. Indien een patroon uit de RHYTHM groep is geselecteerd, kunt
u maximaal drie ritme klanken gelijktijdig spelen.
* Als u op de keyboard pads speelt, terwijl een patroon wordt afgespeeld, zal de noot
die op dat moment klinkt worden uitgezet, en zal de prioriteit aan de laatst gespeelde
noot worden gegeven.
1
Selecteer een patroon.
De [KEYBOARD] indicator moet verlicht zijn. Als dit niet het geval is, drukt
u op de [KEYBOARD] knop, zodat deze oplicht.
2
Druk op de keyboard pads om deze te spelen.
Hieronder ziet u hoe de keyboard pads werken.
Wanneer een patroon uit de LEAD of BASS groep is geselecteerd
fig.2-3a_80
CC#BDCC#BDD#EFF#GG#AB
* De Octave Shift instelling verandert de reeks noten, die vanaf de keyboard pads
gespeeld kunnen worden, als volgt:
LEAD groupBASS group
Octave ShiftNote range
-2B1–D3
-1B2–D4
0B3–D5
1B4–D6
2B5–D7
Octave ShiftNote range
-4B-1–D1
-3B0–D2
-2B1–D3
1B2–D4
0B3–D5
Wanneer u een extern MIDI
toetsenbord gebruikt, kunt
u een bredere reeks
toonhoogtes spelen dan op
de keyboard pads mogelijk
is (p.63).
Als u de keyboard pads
wilt spelen zonder dat een
patroon wordt afgespeeld,
houdt u de [SHIFT] knop
ingedrukt, en drukt u op de
[LEAD], [BASS] of
[RHYTHM] knop.
Vervolgens selecteert u het
patroon. Op dit moment
zullen de indicators van de
[LEAD], [BASS] of
[RHYTHM] knoppen
knipperen. Om naar de
normale status terug te
keren, houdt u de [SHIFT]
knop nogmaals ingedrukt,
en drukt u weer op de
[LEAD], [BASS] of
[RHYTHM] knop.
18
(C4 + de middelste C).
Wanneer een patroon uit de RHYTHM groep is geselecteerd
fig.2-3b_80
Bass drum
Snare drum
Snare drum
Closed hi-hat
cymbals
Open hi-hat
cymbals
Bass drum
De MC-09 als synthesizer gebruiken
b
3
Om de Octave Shift instelling te veranderen, drukt u zo vaak
op de [DISPLAY] knop, totdat de OCT indicator oplicht.
Daarna drukt u op de [INC] of [DEC] toets.
* Indien een patroon uit de RHYTHM groep is geselecteerd, kan de Octave Shift
instelling niet veranderd worden.
Een uitvoering van een apparaat, dat op de INPUT
jacks is aangesloten, invoegen
Het afspeelgeluid van een CD of MD, die op de INPUT jacks is aangesloten,
kan met de uitvoering van de patronen van de MC-09 worden gemengd, en
via de OUTPUT jacks worden uitgestuurd.
1
2
3
4
Selecteer een patroon.
Houdt de [SHIFT] knop ingedrukt, en druk op de [LINE IN]
knop.
Nu zal ofwel de [LEAD], [BASS] of [RHYTHM], en de [LINE IN] indicator
verlicht zijn.
Speel het patroon samen met de uitvoering van de CD of MD,
aangesloten op de INPUT jack.
Het patroon zal met de uitvoering van de CD of MD gemengd worden.
Als u terug wilt gaan naar het afspelen van alleen het patroon,
houdt u de [SHIFT] knop nogmaals ingedrukt, en drukt u op
de [LINE IN] knop.
U kunt een patroon aan het
tempo van een CD of MD
uitvoering synchroniseren
(p.57). Druk op de
eeldscherm knop, zodat
de BPM indicator oplicht.
Vervolgens drukt u drie
keer of meer op de [TAP]
knop, in het tempo van de
CD of MD.
19
De MC-09 als synthesizer gebruiken
b
b
Het geluid modificeren
De knoppen gebruiken om de instellingen van het
geluid te bewerken
U kunt zes knoppen gebruiken om de geluidsinstellingen in realtime te
bewerken. Welke instellingen door elke knop gewijzigd kunnen worden, is
afhankelijk van de groep van het geselecteerde patroon, zoals in de tabel
hieronder wordt getoond.
GroupC1C2C3CUTOFFRESODECAY
Overdrive/
Distortion
PhaserModulation
LEAD
Slicer +
Ring modulator
BASSOscillator
RHYTHM———Bass drum
Oscillator
pitch
speed
Interval to cutTime to cutRing
pitch
Depth of distortion
Modulation
depth
Filter envelope depth
Brightness
Resonance
frequency
AccentCutoff
Cutoff
frequency
frequency
volume
De positie van de knop kan
verschillen van de
werkelijke instelling. In dat
geval draait u een klein
eetje aan de knop, en
maakt u de instelling
opnieuw.
Filter
Resonance
ResonanceFilter
Snare drum
volume
envelope
decay time
envelope
decay time
Hi-hat
volume
Cutoff frequency: specificeert de frequentie waarop het filter toegepast zal
worden.
Resonance: benadrukt de regio dicht bij de cutoff frequentie.
Decay time: de tijd vanaf het maximale niveau van de filter envelope,
Details over de functie van
elke instelling vindt u in de
“Parameterlijst” (p.68).
totdat het sustain niveau is bereikt, wordt hiermee
aangepast.
* Wanneer u de knoppen voor bewerking van de geluidsinstellingen gebruikt, zullen
uw veranderingen alleen terwijl het patroon speelt effect hebben. Het patroon zal
naar zijn originele instellingen terugkeren, als u een ander patroon selecteert of de
stroom uitzet. Om de nieuwe instellingen te behouden, moet u de Save operatie
uitvoeren (p.30).
Als u de instelling van een
knop in het scherm wilt
ekijken, terwijl u deze
aanpast, houdt u de
[SHIFT] knop ingedrukt,
terwijl u aan de betreffende
knop draait.
Het geluid van een patroon veranderen
Hier ziet u hoe u het geluid van een klank (tone) of ritme set, die door een
patroon wordt gebruikt, kunt veranderen.
1
Selecteer een patroon.
2
Druk een aantal malen op de [DISPLAY] knop, totdat de
TONE/TYPE indicator verlicht is.
20
Het nummer van de klank of ritme, set die aan het patroon is toegewezen,
zal in het scherm worden getoond.
Om de instelling van een
knop in het scherm te
controleren, houdt u de
[SHIFT] knop ingedrukt, en
drukt u op de [DISPLAY]
knop. Als u dit doet, zal de
waarde van elke knop
worden weergegeven, in de
volgorde C1, C2, C3,
CUTOFF, RESO en
DECAY.
3
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om een andere klank of
ritme set te selecteren.
Als u van klank verandert, zullen de knoppen en andere instellingen van de
betreffende klank in het patroon tot uiting komen. Dit betekent, dat het
geluid anders zal klinken, dan bij het originele patroon.
* Wanneer u een ander patroon selecteert of de stroom uitzet, zal het patroon naar zijn
originele instellingen terugkeren. Om de nieuwe instellingen te behouden, moet u
de Save operatie uitvoeren (p.30).
Andere geluidsinstellingen bewerken
Naast de instellingen van de zes knoppen heeft elke klank vele andere
instellingen (parameters), waarmee het resulterende geluid wordt bepaald.
De waarde van deze parameters kunt u bewerken.
* Van een ritme set kan alleen de volume instelling van iedere ritmeklank worden
aangepast.
De MC-09 als synthesizer gebruiken
1
2
3
Selecteer een patroon.
Houd de [SHIFT] knop ingedrukt, en druk op één van de stap
[1]-[16] knoppen om de parameter, waarvan u de waarde wilt
aanpassen, te selecteren.
De waarde van de geselecteerde parameter zal in het scherm worden getoond.
fig.2-4
LFO rate
LFO waveform
OSC waveform
OSC vibrato depth
Filter type
Filter envelope
attack time
Filter envelope
sustain level
Filter envelope
release time
Filter LFO depth
Amplifier envelope
depth
Amplifier envelope
attack time
Amplifier envelope
decay time
Amplifier envelope
sustain level
Amplifier envelope
release time
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om het volume bij te stellen.
Een uitleg van elke
parameter vindt u op p.68.
Amplifier LFO depth
Effect type (LEAD)
Vintage mode (BASS)
4
5
Wanneer u de waarde van een andere parameter wilt
aanpassen, drukt u op een andere stap [1]-[16] knop.
Terwijl u op de stap [1]-[16] knoppen drukt, zal een afkorting van de
parameternaam in het scherm worden weergegeven.
Nadat u de instellingen heeft gemaakt, drukt u op de [EXIT]
knop.
21
De MC-09 als synthesizer gebruiken
* Wanneer u een ander patroon selecteert of de stroom uitzet, zullen deze instellingen
naar hun originele waardes terugkeren. Om de nieuwe instellingen te behouden,
moet u de Save operatie uitvoeren (p.30).
De pan aanpassen
Hier wordt uitgelegd, hoe de pan (stereopositie) van een patroon aangepast
kan worden.
1
Selecteer een patroon.
2
Druk nogmaals op de knop van de geselecteerde groep
([LEAD], [BASS], [RHYTHM]).
In het scherm zal “Pan” korte tijd worden getoond, en daarna de pan
instelling.
3
Gebruik de [INC] en [DEC] toetsen om de pan instelling aan te
passen.
Dit kan binnen de reeks L64 (links)-cnt (midden)-R63 (rechts) worden
aangepast.
4
Wanneer u de instelling heeft aangepast, drukt u op de [EXIT]
knop.
Het beeldscherm zal terugkeren naar de status waarin het zich bevond,
voordat u de pan aanpaste.
* Wanneer u een ander patroon selecteert of de stroom uitzet, zal het patroon naar zijn
originele pan instelling terugkeren. Om de nieuwe instellingen te behouden, moet u
de Save operatie uitvoeren (p.30).
De toonhoogte aanpassen
Hier ziet u hoe de toonhoogte van een patroon aangepast kan worden. Dit
is bruikbaar als u het patroon in een andere toonsoort wilt afspelen of
wanneer u met een getransponeerd instrument samenspeelt.
1
2
3
22
Druk op de [SETUP] knop.
Druk op de [INC] of [DEC] knoppen, totdat “”
(Transpose) in het scherm word aangegeven.
Druk op de [ENTER] knop.
De transpositie instelling zal in het scherm worden getoond.
4
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om de transpositie
instelling aan te passen.
U kunt de toonhoogte in halve stappen over een bereik van één octaaf hoger
of lager transponeren. Om de toonhoogte met één halve toon te verhogen,
specificeert u “1”. Om de toonhoogte met één halve toon te verlagen,
specificeert u “-1”.
5
Druk op de [SETUP] knop om de instelling te voltooien.
Een frase creëren (opnemen)
U kunt een frase van maximaal twee maten met stappen invoeren
(opnemen). Op de MC-09 zijn twee opnamemethodes beschikbaar. Gebruik
de methode, die het meest voor uw situatie geschiktis.
De MC-09 als synthesizer gebruiken
* Alleen noten kunnen als MIDI boodschappen worden opgenomen.
Stap opname
Met deze methode kunt u de noten voor iedere stap opeenvolgend invoeren.
fig.2-5_80
TR opname
Met deze methode specificeert u eerst de noot die u wilt invoeren, en dan
“plaatst” u die noot op de gewenste stap, terwijl u het afspeelgeluid
beluistert. Deze methode is geschikt voor het creëren van drumfrases,
aangezien u alle noten voor elke ritmeklank (dat wil zeggen: basdrum, snare
drum, hi-hat) tegelijk kunt invoeren.
fig.2-6_80
REST RESTREST RESTREST
TIE
TIE
TIE
Snare drum
Bass drum
23
De MC-09 als synthesizer gebruiken
Voorbereidingen voor opname
Of u nu stap opname of TR opname gebruikt, de voorbereidingen zijn
hetzelfde. Voordat u met opnemen begint, moet u de lengte van de frase en
de nootwaarde die u wilt invoeren aangeven.
* De maatsoort van een frase is op 4/4 vastgesteld, en kan niet veranderd worden.
1
Selecteer een patroon (p.16).
Indien u stap opname wilt gebruiken, selecteert u een patroon uit de LEAD
of BASS groep.
Als u TR opname wilt gebruiken, kunt u een patroon uit een andere groep
selecteren.
2
Past het geluid naar wens aan (p.20).
3
4
5
6
Pas het tempo naar wens aan (p.57).
Druk op de [SEQ REC] knop.
De MC-09 gaat naar de Setup mode, waarin u de frase kunt bewerken.
Druk op de [SETUP] knop.
De MC-09 gaat naar de Setup mode, waarin u de voorbereidingen voor de
opname kunt maken.
Het aantal maten in de frase zal in het scherm worden getoond.
Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om het aantal maten in
de frase aan te geven.
Een frase kan uit één of twee maten bestaan.
Als u een frase helemaal
vanaf het begin wilt
creëren, drukt u op de
[REST] knop in de Setup
mode om alle stappen te
wissen.
7
8
24
Druk op de [SCALE] knop om de nootwaarde en het aantal
stappen aan te geven.
16e noten x 16 stappen: indicator donker.
ste
8
triolen x 12 stappen: indicator verlicht.
Druk op de [EXIT] knop.
De MC-09 als synthesizer gebruiken
U zult naar de Step Edit mode terugkeren.
9
Nu bent u gereed om op te nemen. ga verder met de
opnamemethode die u wilt gebruiken.
• Een melodie of achtergrond frase creëren
➔ Stap opname (p.25).
• Een drumfrase creëren
• ➔ TR opname (p.27).
Een melodie of achtergrondfrase creëren (Stap
opname)
* Stap opname is niet mogelijk als u een patroon uit de RHYTHM groep heeft
geselecteerd.
10
11
12
De [KEYBOARD] indicator moet donker zijn.
Als deze verlicht is, drukt u op de knop om deze uit te zetten.
Druk op één van de stap [1]-[16] knoppen om de stap, waarop
u met stap opname wilt beginnen, te selecteren.
Als u een nieuwe frase selecteert, begint u stap opname vanaf stap 1.
Als u stap opname uitvoert vanaf het midden van een bestaande frase,
selecteert u de gewenste stap.
* Het is niet mogelijk om twee of meer noten op dezelfde stap in te voeren. Als u een
nieuwe noot invoert op een stap waarop reeds een noot is ingevoegd, zal de bestaande
noot gewist worden, en door de nieuwe data worden vervangen.
Druk op de [SEQ REC] knop.
“St.r” (Stap recording) zal kort in het scherm verschijnen, waarna de stap
opname zal beginnen.
13
De [KEYBOARD] indicator zal oplichten. Nu kunt u de stap [1]-[16]
knoppen als keyboard pads gebruiken. De indicators van de stap [1]-[16]
knoppen zullen oplichten, om de op dat moment geselecteerde stap aan te
geven.
Gebruik de C2 knop om de velocity (volume) van de noten die
u invoert aan te passen, en de C3 knop om de gate tijd
(nootduur) aan te passen.
25
De MC-09 als synthesizer gebruiken
fig.2-7_80
VelocityGate tijd
Velocity: 1-8
Gate tijd: 1-9, - (Slide-on).
Slide-on: de noot van de huidige stap zal vloeiend aan de
noot van de volgende stap worden verbonden.
Kies dit, wanneer u de speeltechniek die door
gitaristen of bassisten wordt gebruikt, wilt
simuleren, waarbij zij hun vingers naar een andere
fret schuiven nadat de snaar is aangeslagen. (Deze
instelling is alleen beschikbaar als u een patroon
uit de LEAD of BASS groep heeft geselecteerd).
* Het is niet mogelijk om de Gate tijd te specificeren als Vintage
mode voor een patroon uit de BASS groep is aangezet.
Druk op de [TIE] knop om
een overbinding in te
voeren of op de [REST]
knop om een rust in te
voeren. Als u op één van
deze knoppen drukt, zal de
stap automatisch vooruit
gaan, zodat u stappen 14 en
15 van deze procedure niet
hoeft uit te voeren.
U kunt tevens een slide-on
specificeren, door de
[SHIFT] knop ingedrukt te
houden, en op de [SLIDE]
knop te drukken.
14
15
16
17
Om een noot een accent te geven, houdt u de [SHIFT] knop
ingedrukt en drukt u op de [ACCENT] knop.
De velocitywaarde zal knipperen.
fig.2-7b_80
Knippert
Druk op een keyboard pad om de noot (toonhoogte) aan te
geven.
Wanneer de toonhoogte eenmaal is aangegeven, zult u naar de volgende
stap verder gaan.
Herhaal stappen 13-15 om uw frase te creëren.
Als u de instellingen van de vorige stap opnieuw wilt maken, drukt u op de
[DEC] knop om naar die stap terug te gaan, en maakt u de gewenste
instellingen.
Wanneer u de frase gecreëerd heeft, drukt u op de [](STOP)
knop.
Stap opname zal eindigen, en u zult naar de Step Edit mode terugkeren.
Terwijl een patroon uit de
BASS groep speelt, kunt u
de C3 knop gebruiken om
het accent niveau bij te
stellen.
Om het bereik (octave shift)
van de keyboard pads te
veranderen, drukt u vaak
genoeg op de [DISPLAY]
knop, om de OCT indicator
te laten oplichten, en
gebruikt u de [INC] of
[DEC] knoppen.
Als u de lengte van de frase
als twee maten aangeeft,
kunt u de [SCALE] knop
ingedrukt houden om de
huidige maat in het scherm
te bekijken. Wanneer u de
knop loslaat, zal het
voorgaande scherm
opnieuw verschijnen.
26
18
Om de Step Edit mode te verlaten, drukt u op de [EXIT] of
[](STOP) knop.
Een drumfrase creëren (TR opname)
1
Druk op de [](PLAY) knop.
“tr.r” (TR Recording) zal kort in het scherm worden getoond, waarna de TR
opname zal beginnen.
2
De indicator van de [KEYBOARD] knop moet donker zijn.
De MC-09 als synthesizer gebruiken
m TR opname uit te
eggen, wordt op deze
agina's het voorbeeld van
et creëren van een
rumfrase gebruikt, maar u
unt TR opname ook
ebruiken voor het creëren
an een melodie of
chtergrond frases. In dit
eval leest u de
erwijzingen naar “ritme
lank” in deze handleiding
ls “noot”.
3
4
Als deze is verlicht, drukt u op de knop om deze uit te zetten.
Gebruik de C1 knop om de ritme klank te specificeren.
Ritme klankBeeldscherm
Bass drum
Snare drum
Closed hi-hat
Opened hi-hat
Met de C2 knop past u de velocity (volume) aan.
Indien u geen drumfrase creëert (met andere woorden: als u een patroon uit
de LEAD of BASS groep heeft geselecteerd), gebruikt u de C3 knop om de
gate tijd (nootduur) aan te passen op dezelfde manier als bij stap opname.
* Het is niet mogelijk om de Gate tijd te specificeren als Vintage voor een patroon uit
de BASS groep is aangezet.
fig.2-8_80
Indien u de keyboard pads
wilt gebruiken voor
specificatie van de ritme
klank, drukt u op de
[KEYBOARD] knop, zodat
zijn indicator oplicht.
Nadat u de ritme klank
heeft gespecificeerd, drukt
u nogmaals op de
[KEYBOARD] toets, zodat
de indicator uit gaat.
Wanneer u het bereik
(Octave Shift) van de
keyboard pads wilt
veranderen, drukt u enige
malen op de [DISPLAY]
knop totdat de OCT
indicator oplicht, en daarna
op de [INC] of [DEC] toets.
noot
U kunt op de [TIE] knop
drukken om een
VelocityRitme
overbinding of op de
[REST] knop om een rust in
te voeren. Het is echter niet
mogelijk om een rust in te
voeren terwijl een patroon
uit de RHYTHM groep is
geselecteerd.
27
Loading...
+ 61 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.