Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan u de volgende secties zorgvuldig door te lezen: ‘HET
APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p. 3-4) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 5-6).
In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat.
Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een goed beeld krijgt
van alle mogelijkheden, die het nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om er later aan te
kunnen refereren.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION
op enigerlei wijze worden gereproduceerd.
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen 89/336/EEC en LVD 73/23/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct theinterference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.— Increase the separation between the equipment and receiver.— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
NOTICE
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
AVIS
Cet appareil numrique de la classe B respecte toutes les exigences du Rglement sur le matriel brouilleur du Canada.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
002c
• Maak het apparaat niet open (en voer geen interne
modificaties uit). Dit geldt tevens voor de adapter.
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen
in het apparaat te vervangen (behalve wanneer
daartoe specifieke instructies in de handleiding
staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar,
het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’
pagina kunt vinden.
• Zorg, dat u het apparaat zodanig plaatst, dat het
waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit
op standaards die kunnen wiebelen of op hellende
oppervlakken.
• Gebruik alleen de meegeleverde adapter. Ook moet
het voltage van de installatie overeenkomen met het
ingangsvoltage dat op de behuizing van adapter
wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere
polariteit hebben of op een ander voltage ontworpen
zijn, waardoor gebruik van dergelijke adapters tot
beschadiging, storing of elektrische schok kan leiden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
009
• Gebruik alleen de meegeleverde stroomkabel.
Tevens dient de meegeleverde stroomkabel niet voor
andere apparatuur te worden gebruikt.
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats
er geen zware objecten bovenop. Dit kan het snoer
beschadigen, waardoor afgebroken elementen en
kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde
snoeren geven een risico op brand en schokken!
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met
een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan
geluidsniveaus produceren die in staat zijn
permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk
nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van
gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het
apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
• Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water,
frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud
naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum of een erkend Roland distributeur,
te vinden op de “Informatie” pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd; of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen; of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze
nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een
duidelijke verandering in werking laat zien.
3
101b
WAARSCHUWING
013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat
is de regels, die essentieel zijn voor een veilige
bediening van het apparaat, op te volgen.
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact, waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder
voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de
totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten
apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom
classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer
overschrijden. Door overmatige ladingen kan de
isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk
smelten.
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het
dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op
de ‘Informatie’ pagina.
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit
apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald,
houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en
maak deze met een droge doek schoon om stof en
andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de
adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het
apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping
van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot
verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren
en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle
snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen
geplaatst moeten worden.
• Wanneer de adapter of bijbehorende stekkers in het
stopcontact of in dit apparaat worden gestoken of
eruit worden gehaald, mogen uw handen nooit nat
zijn.
• Als batterijen onjuist worden gebruikt, kunnen ze
exploderen of gaan lekken en schade of verwondingen veroorzaken. Omwille van de veiligheid
dient u de volgende voorzorgsmaatregelen te lezen
en in acht te nemen (p. 16).
• Volg de instructies voor het plaatsen van de batte-
rijen nauwkeurig en zorg ervoor, dat u de juiste
polariteit gebruikt.
• Voorkom het gebruik van nieuwe batterijen in
combinatie met gebruikte. Voorkom tevens het
gebruik van verschillende typen/merken batterijen.
• Als u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken,
verwijdert u de batterijen.
• Als een batterij heeft gelekt, gebruikt u een zacht
stuk stof of een papieren doekje om alle uitscheidingsresten uit het batterijcompartiment te vegen.
Plaats vervolgens nieuwe batterijen. Zorg er, om
irritatie van de huid te voorkomen, voor dat er
geen batterijvloeistoffen op uw handen of huid
terecht komen. Ga zo voorzichtig mogelijk te werk,
zodat er geen batterijvloeistoffen in de buurt van
uw ogen komen. Als er toch chemische vloeistoffen
in uw ogen terecht zijn gekomen, wast u het aangetaste gebied met stromend water uit.
• Bewaar batterijen nooit in de buurt van metalen
objecten, zoals ballpoint pennen, kettingen,
haarspelden, etc.
• Gebruikte batterijen dienen in navolging van de in
uw omgeving geldende regels worden weggegooid,
zodat ze op een veilige manier kunnen worden
afgebroken.
• Bewaar schroeven (poolklem), die u eventueel
verwijdert op een veilige plek, buiten het bereik van
kinderen, zodat deze niet per ongeluk kunnen
worden ingeslikt.
• Schakel vóór het aansluiten van eventuele andere
apparaten dan een condensator microfoon, waarvoor
fantoomvoeding nodig is, de fantoomvoeding uit.
Als u per ongeluk een dynamische microfoon of
andere apparaten, die geen voeding nodig hebben,
op fantoomvoeding aansluit, riskeert u schade. Zorg
ervoor, dat u de specificaties van eventuele microfoons, die u wilt gebruiken, controleert. Hiervoor
kunt u de bijbehorende handleiding raadplegen.
De fantoomvoeding van dit instrument:
(per kanaal) 48 V DC, 5 mA Max
Naast de onderdelen, die onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina 3 en 4, raden wij u
aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening: gebruik van
batterijen
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit, waar
apparaten die door een invertor worden geregeld (zoals
een koelkast, wasmachine, magnetron of air conditioner),
ook gebruik van maken. Afhankelijk van de manier
waarop de elektrische toepassing wordt gebruikt, kan ruis
van de stroomvoorziening ervoor zorgen, dat dit apparaat
gaat storen of een hoorbare ruis gaat produceren. Als het
praktisch onmogelijk is om een ander stopcontact te
gebruiken, kunt u tussen dit apparaat en het stopcontact
een stroomvoorzieningsruisfilter aansluiten.
• De adapter zal na vele uren opeenvolgend gebruik warmte
gaan genereren. Dit is normaal en niets om u zorgen over
te maken.
• Aangezien het stroomverbruik van het apparaat vrij groot
is, raden we u aan om een adapter te gebruiken. Mocht u
de voorkeur geven aan batterijen, dan raden we u aan om
het alkaline type te gebruiken.
• Schakel bij het installeren of vervangen van batterijen altijd
de stroomtoevoer naar dit apparaat uit, en koppel
eventuele andere aangesloten apparatuur los. Zodoende
voorkomt u storing en/of schade aan luidsprekers of
overige apparatuur.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt
aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal
storingen en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van
versterkers (of andere apparatuur, die grote stroom transformatoren bevatten) kan tot een brom leiden. Om dit
probleem te verhelpen, verandert u de richting van dit
apparaat of zet u het verder van de storingsbron af.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie
verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit
soort ontvangers.
• Er kan ruis worden geproduceerd, wanneer draadloze
communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de
buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan
optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het
converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u
de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat
plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het
niet bij apparaten, die warmte verspreiden, laat het niet in
een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme
temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het
apparaat misvormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt
verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid
verschilt van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat
waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het
apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of
storingen ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe
locatie gaat gebruiken, laat u het enige uren acclimatiseren,
totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het
oppervlak waarop u dit apparaat plaatst, kunnen de
rubberen voeten verkleuren of het oppervlak beschadigen.
• Om dit te voorkomen kunt u een stuk vilt of doek onder de
rubberen voeten plaatsen. Als u dit doet, dient u ervoor te
zorgen, dat het apparaat niet per ongeluk kan verglijden of
verplaatsen.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt
u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een
doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel.
Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek
goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of
oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of
misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen
verloren kan gaan als u het apparaat laat repareren. Van
belangrijke gegevens moet u altijd een reservekopie
maken, in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een
sequencer), computer of op papier opgeschreven (indien
mogelijk). Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van
data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer
het schakelsysteem van het geheugen zelf niet meer werkt)
kan data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet
verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door
storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar
verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies
van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan
om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke
gegevens, die u in het geheugen van het apparaat heeft
opgeslagen, te maken.
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
• De inhoud van data die in het geheugen van het apparaat
is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden,
wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is
niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars
van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt
ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen.
Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op
uit.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de
kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade
aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden, dat u uw buren stoort, probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden.
U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,
zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste
omgeving hoeft te maken (vooral ’s avonds laat en ‘s
nachts).
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het in
de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal).
Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten
gebruiken.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden.
Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels
die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels,
kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar
zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de
fabrikant van de kabel verkrijgen.
• Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde
installatie, kunt u bij het aanraken van het apparaat, een
aangesloten microfoon of de metalen onderdelen van
overige voorwerpen, zoals gitaren, een licht onprettig
gevoel of ruwheid ervaren. Dit wordt veroorzaakt door een
zeer kleine elektrische lading, die absoluut geen gevaar
vormt voor het menselijk lichaam. As u zich hierover
echter zorgen maakt, kunt u ervoor kiezen om de poolklem
(zie afbeelding) met een externe ondergrond te verbinden.
• Als het apparaat is geaard, kan er, afhankelijk van de
details omtrent uw installatie, een lichte brom optreden.
Als u niet precies weet hoe u het apparaat moet aansluiten,
raden we u aan om contact op te nemen met het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland
leverancier, zoals vermeld op de ‘Informatie’ pagina
Batterijgebruik
• Onjuist gebruik van batterijen, oplaadbare batterijen of een
batterij oplader kan tot lekken, oververhitting, brand of
explosie leiden. Voor gebruik dient u alle voorzorgsmaatregelen met betrekking tot batterijen, oplaadbare
batterijen of de batterij oplader te lezen en in acht te
nemen.
• Bij gebruik van oplaadbare batterijen en een oplader,
gebruikt u alleen een door de fabrikant aangegeven
combinatie van oplaadbare batterijen en oplader.
• De toelichtingen in deze handleiding bevatten illustraties
die weergeven wat het beeldscherm normaliter zou moeten
weergeven. Houd er echter rekening mee dat uw apparaat
een nieuwer, uitgebreidere versie van het systeem kan
bevatten (inclusief, bijvoorbeeld, nieuwe geluiden), zodat
wat u daadwerkelijk in het beeldscherm ziet niet altijd
overeenstemt met hetgeen in de handleiding is afgebeeld.
Ongeschikte plaatsen voor aansluiting
• Waterleidingen (kunnen schokken of elektrocutie
veroorzaken)
• Gasleidingen (kunnen brand of explosies veroorzaken)
• Geaarde telefoonkabel of bliksemafleider (kunnen in
geval van bliksem gevaarlijk zijn)
6
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN .... 3
Index ...................................................................... 45
8
Belangrijkste eigenschappen
De M-10DX is een 24-bits, 96 kHz volledig digitale mixer met 10 kanalen.
Het apparaat biedt een hoge geluidskwaliteit en geavanceerde functionaliteit tegen een geweldige prijs/
kwaliteit verhouding, en geeft u het geluid en de werking van een volledig digitale mixer voor een ideale
mixomgeving.
Een rijke verzameling aan invoer/uitvoer jacks
Het apparaat biedt een volledig assortiment aan invoer/uitvoer jacks, inclusief invoer/uitvoer jacks van het
phone en tulpstekker.
Voor microfooninvoer biedt het apparaat twee aansluitingen van het XLR type. Daarnaast heeft u
fantoomvoeding tot uw beschikking.
Voor digitale invoer biedt het apparaat zowel optische als coaxiale jacks.
Voor het creëren van het perfecte geluid de juiste effecten
gebruiken
Er zijn tevens speciale ‘invoegeffecten’ meegeleverd, die zijn ontworpen voor vocale bronnen die via een
microfoon worden ingevoerd, zoals gesproken teksten (vertellingen) en aankondigingen; een ‘finalize’
(afwerking) effect, dat het overkoepelende volume en de balans van de geluidssterkte verbetert, opdat u uw
uiteindelijke geluid kunt creëren. En tenslotte ‘FX’, dat ruimtelijke effecten, zoals echo en reverb, biedt, zodat
u de akoestische eigenschappen van een club of zaal kunt simuleren.
Automatische compensatie van de akoestiek van de ruimte
De ‘Room Acoustic Auto Control’ functie van de M-10DX analyseert de akoestische eigenschappen van de
ruimte en past het uitgaande signaal automatisch aan, zodat het bij de betreffende ruimte past.
Grafisch beeldscherm
Het apparaat is uitgerust met een van achter belicht grafisch LCD beeldscherm, met behulp waarvan u de
kanaalniveaus kunt aanpassen, terwijl u de instellingen in het beeldscherm bekijkt. Het beeldscherm geeft ook
informatie over elk kanaal en over de effectinstellingen, zodat u tijdens het bedienen van de mixer over
visuele informatie over de huidige status beschikt.
Twee opties voor stroomvoorziening
De M-10DX kan door de meegeleverde adapter of door batterijen (acht AAA batterijen) worden gevoed.
Als u batterijen gebruikt, kunt u het systeem op elke willekeurige plek, inclusief buiten, installeren.
9
Blokdiagram
PHANTOM POWER
AUX SEND
MAIN R
MAIN L
MIC IN
LINE IN
MONO CHANNEL 1 – 2 (1 OF 2
)
STEREO CHANNEL 3/4 – 5/6 (1 OF 2
LINE IN L
LINE IN R
STEREO CHANNEL 7/8
LINE IN L
LINE IN R
LINE IN L
INSERT
ADEQ
FX
Q
FREQ
)
AD
AD
Q
FREQ
AD
AD
AD
EQ
EQ
LO
MID
HI
LO
MID
HI
REC OUT 1
To
REC OUT 2
LEVEL
PA N
AUX
BAL
AUX
10
LINE IN R
RCA
L IN
R IN
STEREO CHANNEL 9/10
AD
FX
LEVEL
FX
LEVEL METER
MAIN MIX
FINALIZE
G-EQ
ROOM
ACOUSTIC
CONTROL
From
MAIN
LEVEL
REC OUT 1
REC OUT 2
REC OUT to D-OUT
(
UTIL
DA
DA
)
C-ROOM &
PHONES LEVEL
2 TRACK OUT L
MAIN OUT L
2 TRACK OUT R
MAIN OUT R
COAX OUT
OPTICAL OUT
CONTROL
ROOM L
CONTROL
ROOM R
PHONES
DA
AUX SEND
11
Namen en functies
Voorpaneel
M-10DX_Front.eps
2522232627
1
2
3
4
7
9
17
13
5
8
6
24
16
20
21
12
15
14
1110
18
19
midden en laag frequentie regelaars.
Het bijbehorende frequentie gebied wordt verhoogd, als u de
draaiknop naar rechts draait, verlaagd als u de draaiknop naar
links draait en afgevlakt, als u de draaiknop in het midden (U)
zet.
Als u aan een draaiknop draait, verschijnt in het beeldscherm
het equalizer scherm. Dit geeft de huidige instellingen weer,
zowel in cijfers als grafisch.
fig.02-EQ.bmp
U kunt de middenfrequentie van het hoge, midden en lage frequentie gebied, en de breedte van het midden frequentie
gebied (MID Q) wijzigen.
➝
‘Gedetailleerde instellingen maken voor de equalizer’ (p.
22).
Als u aan een EQ draaiknop draait, licht de [SEL] knop van
het betreffende kanaal op.
1. SENS draaiknoppen (kanaal 1-2)
Hiermee kunt u de gevoeligheid op het niveau van het
ingaande signaal aanpassen.
Aansluiting
MIC aansluiting (XLR)+10– +60 dB
LINE IN jack (TRS)+10– -40 dBu
Aanpassingsbereik
2. Hi-Z schakelaar (kanaal 1)
Als deze is ingeschakeld (), fungeert de bijbehorende
LINE IN 1 jack als hoge impedantie jack, zodat u direct een
elektrische gitaar kunt aansluiten.
3. INSERTION FX knop
Druk deze in, als u de instellingen van het invoegeffect wilt
bewerken.
Als u de knop indrukt, licht hij op, en verschijnt het Insert
Effect scherm.
Zorgen voor een driebands EQ, met voor elk kanaal hoog,
5. PAN/BAL knoppen
Als u deze knop indrukt, zodat hij oplicht, fungeren de PAN
draaiknoppen/BAL draaiknoppen als draaiknoppen die respectievelijk de pan of de volumebalans aanpassen.
Het pan vester verschijnt in het beeldscherm. Dit geeft de pan
instelling van kanaal 1-2 en de volumebalans van kanaal 3/45/6 weer.
Dit is een handige manier om de huidige pan en volumebalansinstelling van elk kanaal te controleren.
fig.02-PAN-BAL
* Druk op de DISPLAY knop, als u naar het niveaumeterscherm
wilt terugkeren.
6. AUX/FX knop
Als u deze knop indrukt, zodat hij oplicht, zorgen de PAN/
BAL draaiknoppen ervoor, dat de AUX niveaus worden aangepast.
* Als het effect (FX) is ingeschakeld, past u door aan een AUX/FX
draaiknop te draaien gelijktijdig het AUX niveau en de
effectdiepte van het kanaaal aan.
Het beeldscherm geeft het AUX scherm weer. Dit geeft voor
elk kanaal het AUX niveau weer.
12
Namen en functies
Dit is handig, voor wanneer u het huidige AUX niveau van elk
kanaal wilt controleren.
fig.02-AUX2
* Druk op de DISPLAY knop, als u naar het niveaumeterscherm
wilt terugkeren.
7. PAN draaiknoppen
Hiermee kunt u een mono ingaand signaal tussen L en R
plaatsen.
Als de draaiknop op de () stand staat, wordt het signaal
in het midden geplaatst.
* Als de AUX/FX knop verlicht is, fungeert deze draaiknop als de
AUX/FX draaiknop, waarmee u het niveau aanpast van het
signaal, dat vanaf elk kanaal naar de AUX SEND bus wordt
verzonden.
8. BAL draaiknoppen
Past de volumebalans van een stereo ingaand signaal aan
(kanaal 3-6). Als de draaiknop op de () stand staat, hebben de linker en rechter kanalen hetzelfde volume.
* Als de AUX/FX knop verlicht is, fungeert deze draaiknop als de
AUX/FX draaiknop, waarmee u het niveau aanpast van het
signaal dat vanaf elk kanaal naar de AUX SEND bus wordt
verzonden.
9. SEL knoppen
Als u op één van deze knoppen drukt (de knop licht op), verschijnen de parameters van het geselecteerde kanaal als ‘parameterscherm’ in het beeldscherm.
Bij het opvragen van een scene (p. 36) is dit een handige
manier om de parameters van elk kanaal te controleren.
Om tussen het ‘parameterscherm’ en het ‘equalizerscherm’ te
wisselen, kunt u deze knop op elk willekeurige moment
indrukken.
fig.02-SEL
Parameter venster
10. Kanaal LEVEL draaiknoppen
Passen de niveaus van de signalen, die in de kanalen worden
ingevoerd aan.
* Om de hoeveelheid ruis in uw mix te verlagen, dient u de kanalen
die u niet gebruikt, op het laagste niveau te zetten.
11. MAIN MIX LEVEL draaiknop
Past het niveau aan van het signaal, dat vanaf de MAIN OUT
jacks wordt uitgevoerd.
12. ROOM ACOUSTIC knop
De uitvoer van de MAIN OUT jacks of CONTROL ROOM
jacks van de M-10DX kan automatisch worden aangepast,
zodat deze de frequentie respons voor de akoestische omgeving optimaliseert.
➝
‘Het uitgaande signaal aan de omgeving aanpassen
(Room Acoustic Control)’ (p. 29
13. FINALIZE knop
Druk deze in, als u de Finalize (afwerking) instellingen wilt
bewerken. Als u de knop indrukt, licht deze op en verschijnt
het Finalize scherm.
➝
‘Een goed gebalanceerd geluid creëren (Finalize)’ (p. 34).
14. FX knop
Als u deze knop indrukt, zodat hij oplicht, wordt FX (echo,
reverb) ingeschakeld, en wordt het signaal, dat door het effect
wordt verwerkt, naar de MAIN bus verzonden.
➝
‘Echo/reverb toepassen (FX)’ (p. 27)
15. POWER schakelaar
Zet het apparaat aan/uit. Als het apparaat aanstaat, licht deze
knop op.
Houd deze schakelaar tenminste één seconde ingedrukt,
16. PHONES/CTRL ROOM draaiknop
Past het volume aan van het signaal dat vanaf de PHONES
jack en de CONTROL ROOM jacks wordt uitgevoerd.
17. Beeldscherm
Dit geeft het ingaande niveau van alle kanalen en het uitgaande niveau van de MAIN OUT jacks grafisch weer of het
geeft parameters en hun waarden weer.
Equalizer venster
* Druk op de DISPLAY knop, als u naar het niveaumeterscherm
wilt terugkeren.
BUS
Een ‘bus’ is een signaalroute, waarin meerdere signalen
binnen de mixer worden gecombineerd.
Er zijn twee bussen - MAIN (L, R) en AUX SEND - en de
signalen, die in elke bus worden gecombineerd, worden
naar de bijbehorende uitgaande route verzonden.
13
Namen en functies
M-10DX-Front-2.eps
2522232627
24
16
20
18
21
19
18. CURSOR knoppen (BWD/FWD)
Met behulp van deze knoppen kunt u tijdens het bewerken
van parameters, die in het scherm worden weergegeven, de
cursor bewegen. Als u op de FWD knop drukt, beweegt de
cursur vooruit, en als u op de BWD knop drukt, beweegt de
cursor terug.
De parameter of waarde op de plaats van de cursor is gemarkeerd. Door gelijktijdig op de BWD en FWD knop te drukken
kunt u het Utility scherm openen.
19. VALUE knoppen (-/+)
Tijdens het bewerken van de parameters in het beeldscherm,
gebruikt u deze knoppen om de waarde aan te passen.
Adapter in gebruik
Batterijen in gebruik. De resterende hoeveelheid
batterijstroom wordt weergegven.
De verlichting van de DISPLAY knop gaat uit, als u op een
andere knop drukt om naar een ander scherm dan het niveaumeterscherm te gaan.
U kunt vanuit elk scherm naar het niveaumeterscherm gaan
door op de DISPLAY knop te drukken.
* Als u met zo weinig mogelijk ruis en vervorming (distortion)
wilt mixen, past u de SENS draaiknop zo aan, dat bij het
luidste signaal het bovenste blokje ‘’ van de niveaumeter in
het beeldscherm niet oplicht.
22. MIC aansluitingen (kanaal 1-2)
Dit zijn gebalanceerde (XLR) jacks voor microfooninvoer. Via
deze jacks kan er 48V fantoomvoeding worden geleverd,
zodat u fantoomgevoede condensator microfoons kunt aansluiten.
* U kunt gebalanceerde of ongebalanceerde bronnen aansluiten.
* De bedrading van de MIC aansluitingen is als volgt. Controleer
voor het aansluiten hoe de bedrading van de geluidsapparatuur is
opgebouwd.
fig.02-XLR
WARM
AARDE
KOUD
Als u op de [+] drukt terwijl u de [-] knop ingedrukt houdt of
als u op de [-] knop drukt, terwijl u de [+] knop ingedrukt
houdt, verandert de cijferwaarde sneller, zodat u de waarde
op efficiënte wijze kunt bewerken.
20. SCENE knop
Druk op deze knop, als u de huidige instellingen als ‘scene’
wilt registreren of om een eerder geregistreerde scene op te
vragen.
‘Mixerinstellingen (scenes) opslaan en opvragen’ (p. 36)
21. DISPLAY knop
Als u op deze knop drukt, verschijnt er een niveaumeterscherm, waarin de ingaande niveaus (pre-fader) van alle
ingaande kanalen en het uitgaande niveau van de MAIN OUT
jacks wordt weergegeven.
fig.02-Meter
Rechtsonder in het scherm wordt een icoon weergegeven, dat
aangeeft van welke soort stroomvoorziening er gebruik wordt
gemaakt.
23. LINE IN jacks (kanaal 1-10)
Dit zijn gebalanceerde lijninvoer jacks van het 1/4” TRS type.
AARDE (HALS)
WARM
(PUNT)
KOUD (RING)
* U kunt op deze jacks ook standaard (ongebalanceerde) 1/4”
stekkers aansluiten.
U kunt de MIC aansluiting en LINE IN jack van eenzelfde
kanaal niet gelijktijdig gebruiken. Sluit slechts één van beide
aan.
24. CONTROL ROOM jacks (L, R)
Dit zijn jacks van het 1/4” phone type, die hetzelfde geluid
uitvoeren als de PHONES jack.
Sluit deze aan, als u in plaats van een koptelefoon near-field
versterkte monitors gebruikt.
25. AUX SEND jack
Dit is een gebalanceerde uitvoer jack van het TRS 1/4” type,
die u op een externe effect processor of ander apparaat kunt
aansluiten.
14
Namen en functies
* U kunt tevens standaard (ongebalanceerde) 1/4” stekkers
aansluiten.
26. MAIN OUT jacks (L, R)
Dit zijn gebalanceerde uitvoer jacks van het 1/4” TRS type, die
het eindsignaal, dat uit het mixen voorkomt, uitvoert.
Achterpaneel
M-10DX-Rear.eps
29303133
3234
28
Poolklem
28. Kabelhaak
Wikkel de kabel van de adapter om deze haak.
* Om te voorkomen dat de stroomvoorziening naar het apparaat per
ongeluk wordt onderbroken (als de stekker per ongeluk uit het
apparaat wordt getrokken), en om te voorkomen dat er overmatige
druk op de adapter jack wordt uitgeoefend, raden we u aan om de
stroomkabel te verankeren met behulp van de kabelhaak, zoals in
de afbeelding is weergegeven.
fig.CordHook
35
Sluit deze jacks op uw versterker of een ander apparaat aan.
* U kunt tevens standaard (ongebalanceerde) 1/4” stekkers
aansluiten.
27. PHONES jack
Dit is een stereo 1/4” phone jack, waarop u een stereo koptelefoon kunt aansluiten.
(REC to D.OUT)’ (p. 38)
31. 2 TRACK OUT jacks (L, R)
U kunt deze uitvoer jacks van het tulpstekker op een cassette
deck of ander opname apparaat aansluiten.
32. LINE IN jacks (9L, 10R)
Dit zijn lijninvoer jacks van het tulpstekker.
U kunt deze tegelijkertijd met de LINE IN 9L/10R jacks van
het voorpaneel gebruiken.
Als ze gelijktijdig worden gebruikt, wordt het ingaande signaal gemixt.
33. PHANTOM schakelaar
Als u deze schakelaar inschakelt (), wordt er aan de MIC
aansluitingen fantoomvoeding geleverd.
Tenzij u een condensator microfoon heeft aangesloten,
waarvoor fantoomvoeding nodig is, dient u de
fantoomvoeding uit te schakelen. Als u een dynamische
microfoon of een ander apparaat voor audioweergave met
fantoomvoeding voedt, riskeert u schade.
Voor details over de specificaties van de microfoon raden we
u aan om de bijbehorende handleiding te raadplegen.
* De fantoomvoeding van de M-10DX:
(per kanaal) 48 V DC, 5 mA Max
29. DC IN (adapter jack)
Sluit de meegeleverde adapter op deze jack aan.
* Als de adapterstekker in deze jack is gestoken, kunt u geen gebruik
maken van de batterijen, zelfs niet als er wel batterijen zijn
geplaatst.
30. DIGITAL OUT aansluiting/jack
Deze voert digitaal hetzelfde signaal uit als de MAIN OUT
jacks.
Het apparaat is met zowel optische als coaxiale aansluitingen
uitgerust, die beide tegelijkertijd kunnen worden gebruikt.
* U kunt de pre-fader signalen (het signaal voordat het door de
kanaal LEVEL draaiknop heen gaat) van kanaal 1 en 2 uitvoeren.
➝
‘De pre-fader signalen van kanaal 1 en 2 digitaal uitvoeren
34. ROOM ACOUSTIC SENSOR
Deze sensor spoort de frequentie respons van de autoregeling
voor ruimtelijke akoestiek (room acoustic auto control functie)
op.
➝ ‘Automatische aanpassing (Room Acoustic Auto Control)’
(p. 29)
* U kunt tevens een microfoon, die op kanaal 1 is aangesloten, als